Een Zilverplan voor Brugge Een plan voor een toekomst voor iedereen 17 september 2006
Waarom een Zilverplan voor Brugge?
Binnen 20 jaar is één op vier Bruggelingen ouder dan 60 jaar. Dat steeds meer mensen uitzicht hebben op een langer leven is één van de mooiste ontwikkelingen in onze maatschappij. Maar deze veranderingen vragen ook aanpassingen. Hoe we wonen, hoe we ons verplaatsen, hoe we ons ontspannen. Op nationaal niveau is de sp.a de afgelopen 30 jaar de bewaker gebleken van ons huidig sociale zekerheidstelsel. De pensioenen betaalbaar houden voor iedereen is dan ook een bijzondere uitdaging voor de komende jaren. Het Zilverfonds is hierop alvast een eerste antwoord om ook na 2010 de pensioenlast te kunnen dragen. Ongetwijfeld zullen bijkomende initiatieven nodig zijn, zoals het welvaartvast houden van de pensioenen. Ook de verdere uitbouw en het betaalbaar houden van de zorgsector is een enorme uitdaging. We moeten ons echter op alle beleidsniveau’s voorbereiden op andere noden en vragen. Daarom wil de sp.a in Brugge werk maken van een lokaal Zilverplan. Een plan voor een toekomst voor iedereen. De afgelopen 30 jaar heeft de sp.a ook in Brugge hard gewerkt om van onze stad een warm, sociaal en rechtvaardig thuis te maken voor iedereen. In de traditie “Van Acker – Bourdon – Vandevoorde” willen we verder werk maken van ons sociaal beleid. De afgelopen jaren is er reeds een uitstekende dienstverlening uitgebouwd bij het Brugse OCMW o.l.v. voorzitter Frank Vandevoorde. Maar alles kan nog beter en besturen betekent ook geregeld bijsturen. Een actief seniorenbeleid moet immers nu reeds rekening houden met de noden van morgen. De afgelopen zes maanden hebben we samen met veel Bruggelingen hard gewerkt aan het Zilverplan. Via enquêtes, zilvernamiddagen in tal van wijken, individuele gesprekken kregen we een beter zicht op de uitdagingen van morgen. Voor u ligt dan ook het eerste Zilverplan voor Brugge. We vragen dan ook uw steun op 8 oktober om dit vanaf 9 oktober te kunnen uitvoeren.
Frank Vandevoorde, OCMW-voorzitter Jürgen Vanpraet, gemeenteraadslid Gerda Goethals, OCMW-raadslid Mia Huyghebaert, OCMW-raadslid Renaat Landuyt, minister – voorzitter sp.a Brugge
Worden we straks allemaal 100 jaar? De voorbije eeuw steeg de gemiddelde levensduur in België met 30 jaar. Die trend zet zich verder. Tussen 2006 en 2050 zal het aantal 60-plussers in ons land stijgen van 25% naar minstens 33%. Het aantal 80-plussers zal tegen 2050 zelfs verdrievoudigen.
De gemiddelde levensverwachting bedraagt in ons land momenteel 76 jaar voor de mannen en zelfs 81 jaar bij de vrouwen. Het verschil valt te verklaren door meer zogenaamd risicogedrag; mannen van de oudere generaties drinken en roken gemiddeld meer dan vrouwen. Bovendien komen ze ook vaker om bij verkeersongevallen en ongevallen op het werk. Heel wat vrouwen van de generatie van kort na de Tweede Wereldoorlog bleven immers thuis werken om het huishouden te doen. Het mannenwerk zoals in de bouw of in de haven zijn uiteraard ook risicovoller voor arbeidsongevallen dan bijvoorbeeld een job in het onderwijs, de administratie of de zorgsector, wat dan meer vrouwelijke beroepen zijn. Ook het aantal eeuwelingen blijft stijgen. Wat vroeger nog een dorpsfeest was, is nu een jaarlijks gebeuren in bijna elke deelgemeente van Brugge. In 2004 waren er in totaal 1.157 eeuwelingen, wat meteen een verdubbeling betekent sinds 1990. 9 op 10 van de Belgische eeuwelingen zijn vrouwen… De gemiddelde leeftijd in het middeleeuwse Brugge bedroeg nauwelijks 30 jaar. Ten tijde van Napoleon was dit nog maar 40 jaar en rond 1900 werd je in Brugge gemiddeld 50 jaar. De medische vooruitgang zorgde toen voor een doorbraak. Ook de stijging van de hygiëne en de betere voeding na de Tweede Wereldoorlog deed de globale gezondheid sterk stijgen.
Steeds meer mensen bereiken een zeer hoge leeftijd, gelukkig in vele gevallen in goede gezondheid. Maar de kans op zorgafhankelijkheid neemt onmiskenbaar toe met de leeftijd. Zo wijst onderzoek uit dat driekwart van de 75-plussers zich zeer goed voelt, maar bij de 80-plussers is plots één op drie reeds zorgafhankelijk. Maar cijfers zeggen uiteraard niet alles. Steeds meer senioren zijn lid van sportclubs en worden weer actiever in het verenigingsleven. Het is een vorm van ontspanning, het is een garantie voor veel sociale contacten en het houdt lichaam en geest fitter.
Vergrijzing of verzilvering? De vergrijzing van onze bevolking en de gevolgen daarvan worden ongetwijfeld één van de belangrijkste politieke en maatschappelijke uitdagingen voor de komende 20 jaar. Niet alleen in Brugge, maar in gans Vlaanderen en zelfs in de ganse Westerse wereld. Het lokaal Zilverplan moet Brugge voorbereiden op een samenleving waarvan 1 op 4 senioren zijn. Een actief seniorenbeleid dat rekening houdt met de wensen, de noden en de vragen van deze senioren op elk beleidsdomein. Een beleid dat wordt opgemaakt en bijgestuurd in nauw overleg met de senioren. Om een beter inzicht te krijgen in de thema’s die belangrijk zijn voor veel senioren werd een enquête gehouden bij 512 Bruggelingen. Enkele opmerkelijk resultaten van deze bevraging:
1. Veiligheid Ongeveer de helft van de senioren voelt zich soms onveilig. Het veiligheidsgevoel kunnen we volgens 40 % verhogen door in de eerste plaats meer contact te hebben met de wijkagent. Voor vele senioren in Brugge is deze belangrijke politiefunctie blijkbaar een nobele onbekende geworden. Ook meer aandacht voor verkeersveiligheid is voor velen belangrijk (22%), net zoals een goede straatverlichting en goed onderhouden wegen en voetpaden.
2. OCMW-dienstverlening De meest bekende dienstverlening van het OCMW zijn de maaltijden aan huis en de poetshulp. Ook de dienstencentra, het gebruik van alarmtoestellen en de dagverzorgingscentra zijn voldoende bekend. Minder bekend zijn dan weer taxibonnen, thuisopvang en kort- of weekendopvang. Slechts 1 op vier ondervraagde senioren had weet van de mogelijkheden inzake opvang door het OCMW.
Uit de rondvraag blijkt dat er vooral nood is aan meer mogelijkheden voor klusjes aan huis en in de tuin. Heel wat senioren vragen ook een plaats waar ze terechtkunnen voor juridische vragen.
3. Het openbaar vervoer Volgens 85 % van de ondervraagden is er een bushalte op wandelafstand in hun buurt. Over het algemeen is er een vrij grote tevredenheid over het busvervoer in Brugge. Wel is er pleidooi voor meer avondlijnen, een hoger frequentie op zondag en zijn er klachten over geluidsoverlast door bussen in het centrum. Daarnaast zijn er nog tal van suggesties in verband met schuilhokjes en haltes. Grootste knelpunten inzake de trajecten van de bussen zijn de omgeving van BLOSO (SintKruis/Assebroek), de wijk Grote Moerstraat (Sint-Andries) en de omgeving van Tilleghem (Sint-Michiels). Hier ontbreekt immers nog een zekere basismobiliteit. Ook de bediening in sommige delen van het stadscentrum kan volgens sommigen een stuk beter.
4. Wonen Indien het moeilijk wordt om in de huidige woning te blijven wonen, kiezen de meeste ondervraagden voor een verhuis naar een serviceflat (40%). Bijna een zelfde aantal ondervraagden zou liever een premie bekomen om de woning aan te passen, zodat ze in hun eigen woning kunnen blijven wonen. Andere opties zoals verhuizen naar een bejaardenwoning (8%), een rusthuis (6%) of intrekken bij familie (2%) zijn niet echt populair. Volgens een onderzoek van prof. Verté (VUB, 2004) zijn de Brugse senioren voor 71,3% eigenaar van het huis waarin ze wonen. 14,6% is dan weer huurder op de privé-markt en 7,5% bij een sociale bouwmaatschappij. De rest van de senioren woont in een rusthuis of serviceflat. Slechts 1,4 % is inwonend bij hun kinderen. Een cijfer dat tot aan de Tweede Wereldoorlog een stuk hoger was.
Samengevat kunnen we stellen dat er drie grote bezorgdheden zijn bij de Brugse senioren die we ondervraagd hebben: -
Zal het aanbod aan appartementen en serviceflats straks groot genoeg zijn en zal dit betaalbaar blijven voor ons? Effen voetpaden, veilige oversteekplaatsen en voldoende busvervoer is essentieel. De levensduurte, de zorgkost, de pensioenen, de energiekosten: vrees voor welvaartsvastheid.
Enkele cijfers in verband met de huidige dienstverlening van het OCMW-Brugge tonen aan dat er nu reeds een uitgebreid netwerk is van ondersteuning, vooral in de zorgsector. In 2005 werden 179.797 warme maaltijden aan huis geleverd in alle Brugse deelgemeenten. In de 15 verschillende dienstencentra kun je o.a. ook voor een warme maaltijd terecht. Dagelijks gaan 143 personeelsleden aan huis poetsen. Vorig jaar werden 16.329 taxibonnen verdeeld. Momenteel zijn er 174 alarmtoestellen in gebruik. Er zijn 450 aangepaste en vooral betaalbare woningen voor senioren. Daarnaast zijn er 759 bedden en aangepaste zorg via 7 woon- en zorgcentra. Recent werden ook nog 36 comfortabele en betaalbare serviceflats gebouwd.
21 voorstellen voor een toekomst voor iedereen
Meer contact met de wijkagent
In de eerste plaats pleiten we voor meer wijkagenten, door hun wijken waarvoor ze bevoegd zijn te verkleinen. Op die wijze gaan ze meer voeling hebben met hun buurt en meer tijd kunnen vrijmaken voor individuele, buurtgebonden problemen. Door meer tijd te kunnen besteden aan deze problemen wordt de wijkagent terug de vertrouwenspersoon van de buurt. Hij is voortdurend in het straatbeeld aanwezig en meer aanspreekbaar. Hij kan daardoor de belangrijkste antenne in de buurt worden voor alle wijkgebonden problemen. De wijkagent draagt op die manier bij tot de opbouw van sociale cohesie in de wijk. Hij is actief en aanspreekbaar voor het verenigingsleven, bijvoorbeeld voor seniorenverenigingen, wijkcomités, sportclubs e.a. Bovendien wordt hij zo de onmisbare schakel en het eerste aanspreekpunt van wat men de basispolitiezorg noemt. M.a.w. de preventieve aanwezigheid wordt verhoogd. Onmisbaar daarin is natuurlijk dat de stad en de politie de nodige initiatieven neemt om hun wijkagenten voldoende bekend te maken in de buurt. In het nabije verleden zijn daar al initiatieven toe genomen bijvoorbeeld via het gemeentelijk informatieblad of ook door hun aanwezigheid op de verwelkoming van nieuwe Bruggelingen. Deze initiatieven dienen natuurlijk verder gezet en nog uitgebreid te worden. Want nog te veel Bruggelingen kennen hun wijkagent niet of amper. In de marge daarvan pleiten wij ook voor bijkomende initiatieven om de buurt centraler te plaatsen in de dienstverlening naar de bevolking toe. In alle deelgemeenten en in elke buurt moet de concrete eerste lijnshulpverlening en dienstverlening aanwezig zijn, in een gezamenlijk initiatief van stad, OCMW en politie. Of je nu in Lissewege, Assebroek, Koolkerke of Sint-Michiels woont. Niet overal kunnen we dezelfde administratie of zorgverlening uitbouwen, maar laten we toch mikken op een basisdienstverlening voor alle wijken.
Onderhoud en kleine klusjes aan huis
Heel wat senioren signaleerden ons dat ze soms hulp nodig hebben van vrienden, familie of buren voor kleine klusjes in huis: een loszittende deurklink, een haperende deur of raam, een kapotte lamp, een loshangende tak in de tuin,… Daarom denken we aan een soort vlinderploeg, die vrij snel van de ene plaats naar de andere kan gaan, om kleine klusjes in huis en in de tuin aan te pakken. De klusjes kunnen dan gebeuren tegen een minimale vergoeding.
Een sociaal tewerkstellingsproject georganiseerd door het OCMW kan hierbij voor een extra dimensie zorgen. Bovendien kan deze vlinderploeg ook ingezet worden om kleine problemen in de wijk aan te pakken die geen aannemer nodig hebben. We denken hierbij aan het wegnemen van zwerfvuil, het opkuisen van glas op het fietspad, het herstellen van straatmeubilair. Hiervoor kan prima worden samengewerkt met de Wegenfoon en met de wegendienst. Zo voorkomen we heel wat kleine ergernissen in de wijk en zorgen we voor de opleiding en herscholing van mensen die het even moeilijk hebben om aan de slag te kunnen op de gewone arbeidsmarkt.
Boodschappendienst
Nu reeds bestaat een beperkte service in een deel van Brugge via de autonome verenging WOK (een afkorting voor Werkt Ook), die hiervoor in 2003 een samenwerking afsloot met het OCMW. De vereniging WOK zorgt voor sociale tewerkstelling en arbeid op maat voor zij die het arbeidsritme of de werkdruk in het gewone arbeidscircuit om diverse redenen niet (meer) aankunnen. De buurtdienst presteerde met een 60-tal medewerkers in 2005 in totaal bijna 5.000 uren, vooral tuinonderhoud en strijkhulp maar ook 684 uren boodschappendienst. Momenteel kunnen echter enkel personen met een laag inkomen, die doorverwezen werden door een sociale dienst, beroep doen op deze service. Deze boodschappendienst waarbij hoofdzakelijk senioren maar ook zieken gebruik van makenn, zouden we verder moeten uitbreiden. Zeker tijdens de wintermaanden is de vraag hiernaar wellicht vrij groot. Bovendien stimuleren we hiermee ook de buurteconomie. Buurtwinkels zoals bakkers, beenhouwers en kleine detailwinkels hebben het vandaag immers niet makkelijk om op te tornen tegen de supermarkten en de grote ketens. Nochtans zorgen deze buurtwinkels voor veel sociaal contact in de buurt. Heel wat senioren verkiezen dan ook de nabije winkel in hun buurt boven de grote supermarkt waarvoor je vaak een auto nodig hebt om er te geraken. Bij ziekte of tijdens de winter zouden ze zo via de boodschappendienst toch vlot hun levensmiddelen kunnen bekomen.
Uitbreiden premies aanpassen eigen woning
Nu reeds bestaan premies voor het aanpassen van de eigen woning op provinciaal niveau. De Provincie West-Vlaanderen beschikt over een provinciale aanpassingspremie die als doel heeft het aanpassen van de woning aan de specifieke noden van gehandicapten en senioren. Er dient voldaan te worden aan inkomensvoorwaarden en voorwaarden betreffende de woning om aanspraak te kunnen maken op deze premie.
Voor veel mensen is de keuze immers snel gemaakt: ze willen zolang mogelijk blijven wonen in de eigen woning en in de buurt waar ze altijd hebben gewoond en waar ze iedereen kennen. Daarom is het ook belangrijk dat zoveel mogelijk mensen die kans krijgen. Een extra duwtje in de rug om bijvoorbeeld een traplift te installeren, kan hierbij het verschil maken. We stellen dan ook voor dat de stad een eigen aanpassingspremie uitwerkt, aanvullend en complementair met de provinciale ondersteuning.
Verdere uitvoering van het voetpadenplan
De afgelopen jaren is op initiatief van de sp.a in Brugge hard gewerkt aan de realisatie van het voetpadenplan. Tientallen straten en voetpaden werden heraangelegd in alle deelgemeenten van Brugge. Het werk is echter niet af. Nog heel wat straten vragen verdere investeringen om een effen en veilig voetpad te kunnen aanbieden. Vooral voor senioren is dit bijzonder belangrijk, wat ook bleek uit onze bevraging. We stellen dan ook voor om elk jaar een budget van 2,5 miljoen Euro te voorzien op de stadsbegroting van 2007, 2008 en 2009 om het voetpadenplan volledig af te werken. Vanaf doen moeten we jaarlijks 1 miljoen euro voorzien voor het structureel onderhoud van de Brugse voetpaden. Ook de realisatie van het fietspadenplan moet versneld worden en uitgevoerd zijn tegen 2010. Dit plan voorziet veilige functionele maar ook recreatieve fietsroutes tussen Brugge en alle deelgemeenten. Prioriteiten zijn o.a. veiliger fietspaden langs de Gistelsesteenweg, de Moerkerksesteenweg, de Oostendse Steenweg, de Astridlaan en de Dudzeelse Steenweg.
Betaalbaar wonen
Het betaalbaar houden en het aanbieden van voldoende woningen is ongetwijfeld één van de grote uitdagingen waar we de komende jaren moeten aan werken in onze stad. Mensen wonen graag in Brugge. De leefkwaliteit is er vrij groot en alles is nabij en vlot bereikbaar. Ook de aantrekkingskracht van de oude stad speelt hierin een belangrijke rol. Mensen zijn fier in Brugge te wonen. Dit zorgt meteen voor een vrij grote vraag naar woningen en appartementen. De stadsvernieuwing van de afgelopen decennia zorgde voor ruimere woningen met beter comfort, maar meteen ook voor duurdere prijzen. In de randgemeenten is de bouwdruk bijzonder groot geworden. De afgelopen 20 jaar zijn deelgemeenten zoals Assebroek en Koolkerke sterk gegroeid. Bouwgronden zijn niet alleen schaarser geworden, grondspeculatie zorgt meteen ook voor weinig aanbod en dus nog duurdere prijzen. Uit de jaarlijkse publicatie van vastgoedprijzen van Trends-magazine blijken de prijzen van de bouwgronden meer dan verdubbeld in minder dan tien jaar. Ook de prijzen van bestaande woningen en appartementen kwamen mee onder druk te staan en kenden gelijkaardige stijgingen. Dit zorgde voor een verdringingseffect naar de huurmarkt, waar eveneens de
prijzen de pan uit swingden. Komt daar ooit een einde aan en wordt een eigen huis straks steeds moeilijker voor heel wat mensen? Hopelijk niet, want voor veel senioren is een eigen huis een soort tweede pensioenzekerheid die we maximaal moeten kunnen vrijwaren.
Waar wonen onze senioren? (percentage 60-plussers per deelgemeente t.o.v. de totale bevolking) 1. Sint-Michiels 2. Kristus Koning 3. Brugge-centrum 4. Sint-Pieters 5. Zeebrugge 6. Sint-Andries 7. Sint-Kruis 8. Sint-Jozef 9. Assebroek 10. Dudzele 11. Lissewege 12. Zwankendamme 13. Koolkerke
30,28% 27,70% 26,67% 25,82% 25,39% 25,27% 24,39% 23,19% 22,88% 21,86% 21,22% 20,20% 19,03%
Totaal
25,21%
Bron: bevolking Brugge, 1.1.2005
En de sociale huisvesting dan? Hier staan we de komende twee jaar voor de realisatie van een aantal belangrijke dossiers. De wachtlijsten zijn - mede door het soepeler maken van de voorwaarden - niet echt gekrompen in onze stad. Ondanks heel wat projecten van zowel de Brugse Maatschappij voor Huisvesting als de Interbrugse Maatschappij voor Huisvesting / Haard en Kouter. O.a. een grootschalig project in Sint-Pieters (400 woningen in diverse vormen) moet zorgen voor extra aanbod. Ook in Sint-Kruis, Assebroek en andere deelgemeenten staan grote projecten in de steigers. Heeft de stad dan impact op het woonbeleid? Ja en soms amper. Uiteraard hebben we grotendeels te maken met een vrije markt. Eigenaars van grond en woningen kunnen zelf bepalen hoeveel ze vragen voor huur of koop. Maar als stad moet er meer kunnen gecorrigeerd worden. Via het taksreglement kunnen we speculatie van bouwgronden van grote vennootschappen tegengaan. We kunnen ook de normen voor sociale huisvesting bij grote projecten zelf mee bepalen. Nu is het reeds zo dat 25% van het totaal aantal woningen bij grote verkavelingprojecten via sociale huisvesting moet gerealiseerd worden. Via de huisvestingsambtenaar en via de schepen van Wonen kan er ook nog betere coördinatie komen tussen alle betrokken diensten. We pleiten dan ook voor een maandelijks woonoverleg tussen de sociale huisvestingsmaatschappijen, de stad, het OCMW, betrokken vzw's en dit onder leiding van de schepen van Wonen. Zo kunnen ook belangrijke dossiers in Brussel beter opgevolgd worden. Een belangrijk punt van opvolging voor heel wat senioren is de groeiende
woonkost waarbij energiekosten een belangrijk aandachtspunt zijn. Vanuit het OCMW moeten we er over waken dat senioren niet in de problemen komen doordat ze de energiefactuur niet of amper kunnen betalen. De schepen van consumentenzaken moet dit vanuit het stadsbestuur mee opvolgen, want te veel senioren werden de afgelopen jaren het slachtoffer van maatschappijen die op onduidelijke wijze contractwijzigingen voorleggen en laten ondertekenen.
Wonen op maat
Levenslang wonen krijgt steeds meer ingang. En dat is maar goed ook. Waar vroeger werd gebouwd zonder rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen, zijn projectontwikkelaars en sociale huisvestingsmaatschappijen meer en meer bezig met lange termijn strategie inzake wonen. De schepen van wonen moet dus ook via het geregeld overleg met alle betrokken diensten en organisaties, de diversiteit en vooral de specificiteit van woonvormen voor senioren bewaken en stimuleren waar nodig. Via het vergunningenbeleid heeft het stadsbestuur hier immers een serieuze vinger in de pap. Aanleunwoningen is een andere, groeiende en interessante bewoningsvorm voor senioren: ze kunnen nog zelfstandig wonen maar hun woning is vlakbij een woon- en zorgcentrum of bij een dienstencentrum gebouwd. Voor de specifieke verzorging en ondersteuning kunnen ze daar dan terecht. We denken hierbij aan warme maaltijden, oproep bij noodgevallen, poetshulp,…Ook kangoeroewoningen is een interessante bewoningsvorm voor de toekomst. Het zijn woningen waar jong en oud onder één dak wonen. Senioren, voor wie het huis te groot is geworden nadat de eigen kinderen het huis uit zijn, kunnen thuis blijven wonen mits het aanpassen van hun woning tot twee onafhankelijke wooneenheden. Een jong koppel kan zo bij een ouderpaar ‘intrekken’ tegen een betaalbare prijs. De stad moet ook op andere beleidsvlakken die verband houden met wonen, meer rekening houden met senioren. Vooral bij de uitwerking van het mobiliteitsbeleid is een zilvertoets meer dan nodig. Zo dient er bij plannen en renovaties van straten meer rekening gehouden te worden met snelheidsbeperkingen indien nodig, veilige oversteekplaatsen, voldoende straatverlichting en toegankelijke opstapplaatsen voor de bus. Zo kan ook het gratis busvervoer geleidelijk aan verder worden uitgebreid voor de 60 tot 64-jarigen. Veel senioren maken nu reeds dankbaar gebruik van dit aanbod op woensdagen. In een eerste fase zou dit verder kunnen uitgebreid worden tijdens het weekend.
Gratis centraal zilvertelefoon
Heel wat senioren signaleren ons dat ze vaak nergens of moeilijk terechtkunnen voor bepaalde vragen. De dienstverlening van de stad, het OCMW en andere overheden is voor veel mensen
een kluwen waar nog nauwelijks aan uit te komen is. Het internet bracht hier gelukkig heel wat duidelijkheid en gemak bij. Maar vooral bij senioren is het internet niet onmiddellijk een alternatief om vlot en snel de nodige informatie te bekomen. Opvallend bij de bevraging van senioren is de nood aan eerstelijnshulp voor juridische problemen zoals erfenis, woonrecht, contracten, verzekeringsdiscussies,… Daarom stellen we voor om via het OCMW een gratis centraal telefoonnummer te installeren – een zogenaamd 0800-nummer – waar senioren terecht kunnen voor al hun vragen of problemen. De bedoeling van dit nummer is vooral om mensen op weg te helpen tot bij de juiste dienst of persoon. De bedoeling is dus vooral doorschakelen en doorverbinden. Via een sticker wordt dit nummer bekendgemaakt bij alle senioren, die dit op hun vast toestel kunnen kleven.
Gratis internetcursus voor alle senioren
Iets meer dan de helft van alle Bruggelingen (52%) zijn aangesloten op het internet. Bij de senioren is dit een pak minder met 13%. Toch vormen de senioren een snel stijgende groep van internetgebruikers (+60% t.o.v. vorig jaar). Ook de eerste internetcursussen voor Brugse senioren is intussen een feit. Toch is het initiatief nog te beperkt en vooral te weinig bekend gemaakt. Want veel senioren hebben wel degelijk interesse om bij te blijven. Al was het maar om te chatten met de kleinkinderen, thuis de bankzaken af te werken, informatie te verzamelen over reizen en cultuur. Via e-mails kun je trouwens veel regelmatiger klein contact houden met vrienden en familie. Het internet moet voor zo veel mogelijk mensen beschikbaar zijn. Daarom willen we meer beginnerscursussen voor meer senioren.
Meer aanbod cultuur en sport overdag tijdens de weekdagen
Senioren hebben een andere tijdsindeling dan jongere, nog werkende gezinnen. Vooral overdag tijdens de week is er vaak een zee van tijd. Maar het aanbod is niet altijd afgestemd op deze extra vrije tijd van veel senioren. Het sport- en cultuuraanbod is dikwijls specifiek gericht op het weekend en de avonduren. In samenspraak met de schepen voor Cultuur en Sport moet onderzocht worden welk specifiek aanbod beter kan uitgebouwd worden tijdens de weekdagen. Maar men hoeft het niet altijd ver te zoeken. Via de dienstencentra kunnen overdag bijvoorbeeld ook taalcursussen Engels, Spaans en Frans voor gebruik op vakantie worden gegeven. Het zijn
korte cursussen die beperkt worden tot praktische kennis voor op vakantie maar die je wel zelfzekerder maken in je taalgebruik. Inzake sport bestaat nu reeds de seniorensportacademie, waar men voor het eerst kan kennismaken met tal van sporten om fit te blijven. Wat cultuur betreft is er dan weer de nostalgiepas, waarmee men 25% korting krijgt op bepaalde culturele activiteiten in Brugge. Initiatieven die volgens ons nog meer promotie verdienen. En waarom niet een samenwerking met de Brugse cinema’s om op maandag - een traditioneel kalme dag – een extra korting te voorzien voor de namiddagvoorstelling voor Brugse senioren?
Cultuurparticipatie bij senioren in Brugge: - 42 % gaat nooit naar een film, het toneel of andere cultuurvoorstellingen, 21 % maandelijks, 8% minsten 1 maal per week - belangrijkste redenen waarom nooit: geen interesse (39,5%), het tijdstip van de voorstelling - 's avonds (21,9%), te duur (20,6%) Bron: behoefteonderzoek bij senioren in Brugge, prof. Verté, 2004
De wijkconciërge
De wijk moet voor ons een centralere rol gaan spelen in Brugge. Niet alleen de wijkagent speelt hierin een belangrijke rol. Ook de bewoners zelf kunnen hierin het voortouw nemen. Heel wat mensen met zin voor verantwoordelijkheid zijn immers bereid om nu en dan een oogje in het zeil te houden. In sommige wijken met veel senioren kan dit best zelfs een vaste/deeltijdse medewerker/ster zijn van het OCMW. De wijkconciërge is iemand met verantwoordelijkheidszin die contact houdt met de mensen en hen bijstaat bij kleine problemen of vragen. Hij/zij kan de contacten leggen met de vlinderploegen om kleine klusjes aan huis uit te voeren, of de kleine problemen kan hij desnoods zelf oplossen. Hij/zij is ook in staat om sociale problemen zoals dreigende vereenzaming sneller op te sporen en echte klachten te melden bij de juiste diensten of bij de wijkagent. De wijkconciërge heeft dus naast een oplossende functie vooral een preventieve functie.
Lokale zitdagen van ambtenaren
Laten we het stadhuis tot in de wijk brengen door de ambtenaren meer van achter hun bureaus te laten komen en ze dichter bij de mensen te plaatsen. Het is alleen door lokaal aanwezig te zijn en de polsslag van de bewoners ter plaatse te voelen, dat ook onze administraties zich beter in de werkelijkheid en problemen kunnen inleven. Pas dan zal er voldoende begrip zijn en creatief denkvermogen om lokale problemen met gezond verstand en niet alleen met theoretische regeltjes aan te pakken. Daarenboven zijn er heel wat senioren die zich niet goed of niet ver meer kunnen verplaatsen. Anderen hebben nog steeds een bepaalde drempelvrees. Laten we die mensen dus meer in de eigen buurt gaan opzoeken in plaats van op wacht te staan aan de poort van het stadhuis, totdat men daar op bezoek komt. We beschikken in Brugge over een dicht netwerk van zorgcentra, buurtlokalen en culturele centra. In elke buurt is er wel een mogelijkheid voor het installeren van een antenne waar stad, OCMW en politie samen lokale zitdagen van ambtenaren kunnen organiseren en dit bijvoorbeeld twee keer in de maand. En als het nodig is moeten we de mensen thuis opzoeken. Minder- of andersvaliden, hoogbejaarden en zieken hebben recht op dezelfde dienstverlening als alle andere burgers. Deze lokale zitdagen van ambtenaren op wijkniveau bestaan reeds in andere steden in Vlaanderen en Nederland. Laten we proefondervindelijk vaststellen wat haalbaar en wenselijk is.
Opfriscursus veilig autorijden
De meeste senioren hebben ooit hun rijbewijs kunnen afhalen op het stadhuis. Het verplichte rijexamen kwam er pas eind de jaren ’60 met de toenemende verkeersdrukte. Heel wat senioren hebben dus bijzonder veel rijervaring, maar hebben nooit een theoretisch of praktisch rijexamen afgelegd. De afgelopen 25 jaar is het aantal auto’s en de verkeersdrukte verdubbeld. Voor heel wat senioren zorgt dit voor meer onzekerheid in het verkeer. Sommigen laten zelfs daarom de auto staan en haken zo bijvoorbeeld af in het verenigingsleven. Een opfriscursus op maat van senioren zou zeker heel wat mensen terug zelfzekerder maken in ons verkeer. En een chauffeur die goed de regels kent, is een veiliger chauffeur. In enkele lessen kunnen volgende thema’s aan bod komen: - opfrissing van het verkeersreglement; - specifieke verkeerssituaties in Brugge; - algemene tips voor veiliger autorijden. De autorijscholen en de verkeerspolitie zullen ongetwijfeld een handje toesteken.
Meldpunt voor vereenzaamde senioren
De minder en niet-mobiele vereenzaamde senioren hebben het niet altijd makkelijk om te communiceren en zo de nodige oplossingen voor hun probleem te verkrijgen. Het OCMW richt daarom een meldpunt op via de zilvertelefoon. Dit moet waar nodig leiden tot rechtstreekse hulp of passende doorverwijzing. Het meldpunt is een werkinstrument voor de signaalfuncties van wijkagenten, postbodes, huisartsen en wijkconciërges. Er wordt onderzocht of seniorenverenigingen nog beter kunnen ingeschakeld worden om vereenzaamde senioren regelmatiger te bezoeken. Uit het behoefteonderzoek van prof. Verté (VUB, 2004) blijkt dat 1 op 5 Brugse senioren zich soms tot vaak eenzaam voelt. Het merendeel van de senioren krijgt gelukkig regelmatig bezoek of heeft telefonisch contact met de kinderen of schoonkinderen: 41% 1 à 2 keer per week, 32% bijna dagelijks, 9,5% maandelijks.
Zilverkrant
Heel wat informatie voor senioren gaat verloren doordat dit telkens apart wordt gecommuniceerd. Waarom zou het OCMW-Brugge in samenwerking met de stad niet tweemaal per jaar een zilverkrant uitbrengen met alle mogelijke nuttige informatie over nieuwe initiatieven, het specifieke cultuur- en sportaanbod, voordelen, nieuwe buslijnen,… De zilverkrant kan ook verspreid worden via mutualiteiten en seniorenverenigingen.
Brandpreventie via rookmelders
Rookmelders vormen ontegensprekelijk een belangrijke preventiemiddel tegen brand in huis. In heel wat woningen werden deze vrij goedkope maar zeer efficiënte alarmtoestellen reeds geïnstalleerd. Vooral bij oudere woningen en bij senioren blijft dit nog wat achterwege. Daarom stellen we voor om via een campagne in samenwerking met de brandweer van Brugge, alle seniorenwoningen gratis te voorzien van een rookmelder indien men dit wenst.
Winternoodplan
Een onverwachte of lange winterperiode kan soms voor groot comfortverlies zorgen bij senioren. Daarom willen we op lokaal niveau aandacht hebben voor kleine doch essentiële maatregelen die het basiscomfort verzekeren. Daarom willen we in een winternoodplan voorzien waarbij minstens de volgende items aan bod komen : -
installeren van noodverwarmingstoestellen; bij senioren in financiële problemen gratis herstellingen bij schade aan verwarmingstoestellen; extra aandacht voor sneeuwruimen en ijsvrij maken van voetpaden, in samenwerking met de wegendienst van de stad; wateraanvoer in geval van bevroren leidingen.
Het OCMW-raad ziet toe op de opmaak, bijsturing en uitvoering indien nodig.
Hittenoodplan
De afgelopen zomers werden geregeld gekenmerkt door lange periodes van aanhoudende hitte. Uit de statistieken weten we intussen dat heel wat senioren het moeilijk krijgen. Ook het sterftecijfer ligt merkelijk hoger tijdens dergelijke periodes. Het zijn de aandachtsmomenten om zieken en hoogbejaarden extra te verzorgen. Daarom stellen we voor om niet allen ’s winters waakzaam te zijn, maar ook tijdens de zomermaanden extra aandacht te hebben voor dit probleem. Een hittenoodplan voorziet minstens volgende zaken : -
communicatie naar hulpverleners, wijkagenten, buren en familie om extra waakzaam te zijn bij alleenwonende senioren; promoten van het regelmatig drinken van voldoende water tijdens de warmste dagen.
Ook hier ziet de OCMW-raad toe op de opmaak, bijsturing en uitvoering van dit plan indien nodig.
Veiligheid in de woning dankzij gratis advies
De veiligheid in heel wat woningen kan beter. Vaak zijn het kleine ingrepen zonder veel kosten die ernstige problemen kunnen voorkomen. Een ergotherapeut komt gratis aan huis voor een onderzoek en geeft tips om de veiligheid binnen je woning te verbeteren. Vaak zijn dat zinvolle adviezen waar we niet op letten maar die wel kunnen voorkomen dat senioren bijvoorbeeld vallen over een opkrullend tapijt of door het ontbreken van een handgreep aan het bad. Ook onveilige stopcontacten en het ontbreken van een antislipmatje in de badkamer zijn veel voorkomend problemen. Uit cijfers weten we immers dat de helft van de 80-plussers minstens één keer per jaar valt in huis, waarbij één op vijf keer een ernstig letsel wordt opgelopen. Voorkomen is hier dus beter dan genezen. In samenwerking met de wijkconciërge (zie voorstel nummer 11) kan bekeken worden welke kleine klusjes kunnen uitgevoerd worden tegen een kleine vergoeding.
Bossen voor Brugge Het belang van bossen voor Brugge en zijn bewoners mag niet worden onderschat. De zuidelijke bosgordel rond Brugge met Tilleghem, Beisbroek en Tudor zijn niet alleen biologisch van belang. Ze zorgen ook voor veel wandelplezier voor veel Brugse senioren. Een extra inspanning op dit vlak is dus zeker geen overbodige luxe. De afgelopen zes jaar is het Brugse bossenbestand verder uitgebreid in Sint-Pieters met het geboortebos, in Assebroek met de aanplantingen aan de Gemene Weidebeek, en op het domein Beisbroek in Sint-Andries. 20 ha extra wandelbos voor de volgende generaties. Maar ook bestaande bossen werden aangekocht door de stad en toegankelijk gemaakt. Dit is het geval voor het Chartruezinnenbos en het Duivekeetbos. Het tempo waarmee de afgelopen jaren geïnvesteerd werd in bos moet volgehouden worden. Zo moet de stad de komende zes jaren opnieuw 20 ha bos aankopen en 20 ha nieuw bos aanplanten en toegankelijk maken voor wandelaars en genieters.
Inspraak – de zilvertoets
Bij wegenwerken is er de afgelopen jaren een traditie van inspraakvergaderingen ontstaan. Deze vorm van inspraak kan nog uitgebreid worden. Elke Bruggeling en zeker de senioren moeten volgens ons de kans krijgen om een idee aan de gemeenteraad voor te leggen. We stellen dan ook voor dat het stadsbestuur zich er toe engageert, wanneer men minstens 2.500 handtekeningen heeft verzameld, een bepaald punt te behandelen op de gemeenteraad. In een open en transparant bestuur moet dit kunnen. Voor andere voorstellen kan het stadsbestuur en het OCMW-bestuur ook afspreken dat men telkens een zilvertoets uitvoert bij beslissingen die een belangrijke impact hebben op senioren in onze stad. We denken hierbij aan reglementen voor huisvuilophaling, verkavelingdossiers, uitbreiden van het openbaar busvervoer, toegankelijkheid bij nieuwe gebouwen,... De uitvoering van het Zilverplan is zo meteen ook een dynamischer gegeven. De huidige voorstellen zijn opgemaakt met de inzichten en mogelijkheden van vandaag. Een maatschappij en ook onze stad en zijn bewoners evolueren constant. Via inspraak en de zilvertoets wordt zo permanent rekening gehouden met de mening van de senioren in onze stad.
Dank aan alle medewerkers van de werkgroep Zilverplan : Wilfried Wouters - Pablo Annys Frank Vandevoorde - Gerda Goethals - François Hernou - Ronny Raeymaekers – Mia Huyghebaert – Jürgen Vanpraet. Dank aan alle 539 Bruggelingen die spontaan reageerden op onze enquête. Dank aan de 465 aanwezigen op onze zilvernamiddagen tijdens de afgelopen zes maanden. Dank aan alle Bruggelingen die de uitvoering van dit beleid door de sp.a willen steunen op 8 oktober.
Op ons engagement en onze inzet om het Zilverplan te realiseren kunt u alvast rekenen!
Frank Vandevoorde, Jürgen Vanpraet, Gerda Goethals, Mia Huyghebaert, Renaat Landuyt en alle kandidaten op de sp.a spiritlijst
Het Zilverplan is slechts een deel van ons verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen in Brugge op 8 oktober. Wil je meer vernemen dan bezorgen we u graag onze 47 voorstellen voor Brugge. Met een hart voor onze stad. Bel voor een gratis exemplaar naar 0477/804199 of surf naar www.frankvandevoorde.be en www.renaatlanduyt.be.