Een University College in Brugge: Een Meerwaarde voor het Vlaamse Hoger Onderwijsveld? Wat: een debatavond op 15 oktober 2014, georganiseerd door de Universiteit van de Verenigde Naties in Brugge (UNU-CRIS) en RESOC Brugge, met als thema
Wat biedt een University College (UC), met de focus op een transnationale samenwerking tussen Vlaamse universiteiten, hogescholen en UCs uit Nederland, aan mogelijkheden voor stad en regio Brugge?
Waar staat het model voor en waar kunnen we kanttekeningen bij plaatsen?
Een haalbaarheidsstudie, uitgevoerd door UNU-CRIS in opdracht van de Scheldemondraad, brengt duidelijkheid. Op deze bijeenkomst van RESOC Brugge en UNU-CRIS komt u er alles over te weten en krijgt u tegelijkertijd een boeiende discussie voorgeschoteld. Waar: Europacollege, Verversdijk 16, Auditorium 1, 8000 Brugge. Wanneer: onthaal vanaf 18.00. Inhoud van het debat: UNU-CRIS stelt haar conclusies voor rond de wenselijkheid en haalbaarheid van een UC in Vlaanderen, en meer bepaald in Brugge. De focus ligt hierbij op de mogelijkheid tot transnationale samenwerking tussen Vlaamse universiteiten en UCs in Nederland. UNU-CRIS en RESOC Brugge menen dat deze studie de basis legt voor een belangrijk debat over de mogelijkheden van een UC in Vlaanderen als verrijking van het hoger onderwijslandschap.
Wat is een UC? Een UC, niet te verwarren met de Vlaamse ‘hogeschool’, die in het Engels ook wel eens ‘university college’ genoemd wordt, kenmerkt zich door een breed, intensief en interdisciplinair programma, het zogenaamde Liberal Arts & Sciences (LAS) model. Studenten stellen er onder begeleiding van hun mentor een persoonlijk academisch bachelorprogramma samen dat resulteert in een ‘brede’ maatschappelijke opleiding. Ze kunnen bredere en niet-traditionele combinaties in hun curriculum maken, en dit ook buiten het gekozen hoofddepartement. Om een voorbeeld te geven: een student kan ervoor kiezen om lessen te combineren uit recht en antropologie, of geografie en politieke wetenschappen, of economie en psychologie… Eigen aan een UC is de kleinschalige vorm van het onderwijs en een studieprogramma volledig in het Engels gedoceerd. Omwille van die kleinschaligheid moet er echter wel aan de poort geselecteerd worden. Deze selectie gebeurt dan vooral op basis van motivatie. De resultaten zijn opmerkelijk: een hoog slaagpercentage en een vlotte doorstroming naar topuniversiteiten wereldwijd zijn de regel. 1 Met medewerking van:
Dergelijke UCs bestaan al langer in Europa, maar in België bestaat tot op heden alleen het Vesalius College, verbonden aan de VUB in Brussel.
Een UC biedt meerwaarde Een UC is een unieke onderwijsvorm in aanvulling op de bestaande hogescholen en universiteiten. Een UC kan op die manier het huidige landschap van instellingen voor hoger onderwijs in Vlaanderen sterk verrijken. Voor studenten biedt deze onderwijsvorm de volgende directe voordelen die bijdragen tot hun persoonlijke ontwikkeling en kansen op de arbeidsmarkt:
een internationale en kleinschalige studieomgeving dicht bij huis met uitgebouwde studentenbegeleiding; internationale contacten en globaal intercultureel bewustzijn; een goede talenkennis en een algemene brede kennisontwikkeling die het ontwikkelen van talenten centraal stellen; een sterk interactief lessenpakket met mogelijkheden om eigen onderzoeksprojecten op te zetten.
De aanwezigheid van een UC biedt voor een regio en stad de kans om te investeren in haar menselijk kapitaal en zich tegen braindrain te wapenen. Bedrijven en werkgevers hebben baat bij internationaal geschoolde personen met een band met de regio. Daarenboven brengt het internationale karakter van een UC ook een directe economische return mee via inschrijvingsgeld en plaatselijke uitgaven. Ten slotte geven lectoren of studenten van dergelijke onderwijsinstellingen, via partnerschappen met het verenigingsleven, het publiek en de hogere onderwijsinstellingen, ook significante impulsen aan de lokale samenleving. De instellingen voor hoger onderwijs kunnen voordeel halen uit de samenwerking tussen hen en een UC. Dezelfde infrastructuur en dezelfde lectoren kunnen aangesproken worden, men kan gezamenlijke activiteiten organiseren terwijl studentenfaciliteiten en diensten samen beheerd kunnen worden. Elke instelling voor hoger onderwijs hecht immers belang aan internationalisering. Het investeren in een UC laat de Vlaamse overheid toe in te zetten op verschillende actiepunten uit haar Vlaams onderwijsbeleid:
Een UC maakt het mogelijk om een meer gedifferentieerd hoger onderwijs aan te bieden in Vlaanderen dat inspeelt op de groeiende verscheidenheid aan studenten.
Een UC biedt antwoord op de wens van Vlaanderen om te investeren in meer internationaal onderwijs in Vlaanderen en in studentenmobiliteit, zowel van internationale studenten die naar Vlaanderen komen alsook van Vlaamse studenten die naar het buitenland trekken. 2
Met medewerking van:
Met het LAS-leermodel beantwoordt Vlaanderen de Europese oproep naar bacheloropleidingen die studenten een bredere basis bieden waarop men zijn/haar professionele competenties verder kan uitbouwen.
Een UC kent ook valkuilen Al te snel wordt gedacht aan een vorm van ‘elitair’ onderwijs. De toelating van studenten gebeurt echter niet op basis van de portemonnee of alleen op basis van ‘uitmuntende cijfers’, wel op basis van motivatie via een intakegesprek. Ook buitenschoolse activiteiten, die getuigen van een interesse en motivatie worden in rekening gebracht. Een nadeel van deze UCs is het gebrek aan toegang tot (dure) uitrusting voor gesofisticeerde onderzoeksprojecten, tot gespecialiseerde literatuur... door hun kleinschaligheid. Om deze hindernis te overwinnen, en het inschrijvingsgeld op een gelijkaardig niveau als dat van de andere universiteiten te houden, zijn partnerschappen met de grote universiteiten van vitaal belang.
‘Brugse’ troeven voor een UC Hoewel het debat rond de locatie niet primeert, is er volgens de onderzoekers ook een groeiend lokaal draagvlak in Brugge voor het ontwikkelen van nieuwe initiatieven voor het hoger onderwijs in de stad, en heeft Brugge hiervoor enkele troeven:
Een rijke historische cultuur en een fijnmazige lokale samenleving met internationale allure;
Een stedelijke overheid die inspanningen wenst te leveren om haar studentenbevolking te koesteren en op te nemen in het lokale weefsel, in samenwerking met de lokale instellingen voor hoger onderwijs; en
een belangrijk aantal hogere onderwijsinstellingen die het internationale netwerk van lectoren en studenten waarop een UC beroep doet kan aanleveren: Howest, VIVES, het Europacollege, het Confuciusinstituut, Kulab en UNU-CRIS.
West-Vlaanderen kent de hoogste brain drain in Vlaanderen. Bovendien telt de provincie de minste academische programma’s, onderzoeksinstellingen en middelen. Brugge kent de op één na kleinste studentenpopulatie in vergelijking met andere Vlaamse studentensteden. Een UC met LAS-model biedt in dat opzicht een tegenwicht. De differentiatie in het hoger onderwijsaanbod, waar dit model voor staat, is een sterke aanwinst en unique selling point voor de provincie en voor de regio Brugge.
3 Met medewerking van:
Een UC opzetten – het kan! Elk initiatief om een (niet private) UC in Vlaanderen te realiseren, kan volgens de onderzoekers alleen genomen worden door één of meerdere Vlaamse universiteiten, en dit gebeurt best samen met een bestaande UC uit Nederland. Het opzetten en runnen van zo’n College zal uiteraard plaatselijke politieke wil vereisen zodat de nodige infrastructuur ter beschikking kan gesteld worden, maar ook financiële steun is hierbij cruciaal. Als grensoverschrijdend project zou de mogelijkheid bestaan om een beroep te doen op Europese financieringsbronnen, maar het kan niet in stand gehouden worden zonder de steun van de Vlaamse overheid. Ten slotte dient volgens de onderzoekers het Vlaamse wettelijke kader aangepast te worden zodat de Vlaamse universiteiten Engelstalige LASbacheloropleidingen kunnen organiseren waarvoor studenten worden geselecteerd. Als Vlaanderen ervoor kiest om haar hoger onderwijslandschap meer te differentiëren, dan doen de onderzoekers alvast volgende aanbevelingen: 1. Vlaamse universiteiten zouden meer moeten investeren in de ontwikkeling van LAS in Vlaanderen. Een eerste stap zou het opstarten van een werkgroep binnen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) kunnen zijn om de kwestie te bespreken; 2. De Vlaamse regering zou haar beleid moeten herzien met betrekking tot initiatieven voor het hoger onderwijs die gebaseerd zijn op het LAS-model; 3. De aanwezigheid van een UC in Middelburg (Zeeland) biedt de kans om aan een transnationaal initiatief in Brugge te beginnen. Daartoe dient een dialoog tussen UCR en een of meerdere Vlaamse universiteiten te worden opgestart; en 4. Stakeholders in Brugge (de stad, de provincie, RESOC en hoger onderwijsinstellingen) zouden een lokale commissie op moeten richten om de start van een LAS-college in Brugge voor te bereiden.
Informatie Voor meer informatie kunt u de heer Ewout Ramon contacteren:
[email protected] of 050 47 12 01. U vindt een digitale versie van deze tekst op www.resocbrugge.be. Referentie: Van Langenhove Luk, Ramon Ewout en Mariën Julie, ‘Towards a University College in Bruges?’, A Feasibility study on Transnational Higher Education Cooperation, 2014.
4 Met medewerking van:
Programma 18u00 Onthaal 18u30 Inleiding- Dirk De fauw, voorzitter RESOC Brugge 18u40
‘University College’s in Nederland, een kleine geschiedenis’ Prof. Dr. Harm Hospers, Decaan University College Maastricht
18u50
‘Resultaten van een haalbaarheidsstudie i.o.v. de Scheldemondraad’ Prof. Dr. Luk Van Langenhove, Directeur UNU-CRIS
19u20 Panelgesprek met 3 thema’s:
Ervaringen met (het oprichten van) UC’s uit Nederland Reacties uit de Vlaamse academische wereld Reacties uit de beleidswereld en het middenveld
Deelnemers: Prof. Dr. Barbara Oomen (Decaan UCR) ; Prof. Dr. Harm Hospers (Decaan University College Maastricht); Prof. Dr. Koen Goethals (Academisch beheerder UGent); Prof. Dr. Koenraad Debackere (Algemeen beheerder KULeuven); Wilson De Pril (Directeur-Generaal Agoria); Tine Decuypere (Coördinator RESOC Brugge); Frank Vandevoorde (Schepen van Onderwijs, Brugge); Carl Vereecke (Gedeputeerde van West-Vlaanderen bevoegd voor Onderwijs) Moderator: Prof. Dr. Luk Van Langenhove 20u50 Slotwoord door Prof. Dr. Luk van Langenhove 21u00 Receptie
5 Met medewerking van: