No. 40
493
GEMEENTEBLAD
1990
NIJMEGEN
Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij het wijzigingsplan “Brakkenstein 1985X”, vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 31 oktober 1989, afdeling SI nr. 9450020. HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A. 1.
het plan: het onderhavige wijzigingsplan, zijnde de kaart en deze voorschriften;
2.
de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nr. 46.081;
3.
een gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden onsloten ruimte vormt;
4.
een bouwwerk: een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, of hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
5.
een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
6.
een hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
7.
bijgebouw: een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
B. 1.
een bedrijfsgebouw: een gebouw of gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard en indeling is bestemd voor het uitoefenen van een bedrijf -met uitzondering van garage- en detailhandelsbedrijven- en niet voor bewoning is ingericht;
494
C.
2.
een garagebedrijf: een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor de verkoop, reparatie, spuiten en uitdeuken van motorrijtuigen, alsmede voor de verkoop van motorbrandstoffen uitgezonderd L.P.G. en van olie- en smeermiddelen;
3.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.
een bouwperceel: de grond, die overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften, behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen;
2.
een perceelsgrens: de grens van een bouwperceel;
3.
de breedte van een bouwperceel: de kleinste van de twee afstanden tussen de zijdelingse perceelsgrenzen gemeten op de bebouwingsgrens en de achtergevelbebouwingsgrens;
4.
de hoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en antennes alsmede ketelruimten op bijzondere gebouwen en bijzondere woongebouwen vallen hierbuiten;
5.
de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 m of hoger boven peil;
6.
de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing met worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door bebouwing mag worden overschreden;
7.
een bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd en een maximale hoogte heeft van 3,50 m;
495
8. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 9. p e i l : a. aan een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel direct de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; b. voor een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weg gedeelte; c. indien het gebouw of bouwperceel is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen, geldt het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte of terreingedeelte nabij de voorgevel van het gebouw; 10. bebouwingspercentage: een op de kaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd. HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIE BI
Bedrijfsdoeleinden De gronden welke op de kaart zijn aangewezen voor “Bedrijfsdoeleinden” (Bl) zijn bestemd voor de oprichting van bedrijfsgebouwen ten behoeve van een ijsbereidingsbedrijf en bedrijven, genoemd in de bij deze voorschriften behorende en daarvan onderdeel uitmakende “Staat van Bedrijfsactiviteiten” met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande dat: a. de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; b. het perceel binnen de aangegeven bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd; c. op de onbebouwde grond geen opslag of produktiewerkzaamheden mogen plaatsvinden.
HOOFDSTUK 111 ALGEMENE BEPALINGEN 1. Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de beoordeling van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen;
496
HOOFDSTUK IV TOEPASSING ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. tot overschrijding van de bij het plan aangegeven bebouwingspercentages en hoogte- en breedtematen met maximaal 5% van de toegestane percentages/maten; b. van de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten vermelde bedrijven voor de vestiging van een bedrijf dat naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de ter plaatse toegelaten bedrijfsactiviteiten, zulks gehoord de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu. HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN 1. Het is verboden gebouwen, bouwwerken enloi bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht, dan wel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 4. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld gedurende 14 dagen hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken. 5. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de ruimtelijke Ordening. HOOFDSTUK Vl SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel “Bestemmingsplan voorschriften Brakkenstein 1985-C”.
497
Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 31 oktober 1989, afdeling SI nr. 9450020. Goedgekeurd ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 16 januari 1990 nr. R089.41956~RWG/G5208. STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN Accountants-, boekhoud- of belastingsconsulen kantoor adviesbureau bankbedrijf behangersbedrijf belangenvereniging bewakingsdienst biliotheek informatie- en incassobureaus kleding; inrichtingen tot het vervaardigen van makelaarskantoren medische specialisten praktijk publiekrechtelijke bedrijfsorganen radio- en televisiereparatie inrichting rechtskundige dienst schoonheidsinstituut tentmakerij uitzendbureaus uurwerkreparatie inrichting vertaalbureau verzekeringsbedrijf werkgevers- en werknemersorganisaties woningbureau boekbinderijen bontateliers borduurinrichtingen brei-inrichtingen centraleverwarmingsinstallatiebureau copieerinrichtingen electra-technische installatie bedrijven consumptie-ijs; inrichtingen tot het vervaardigen van diamantslijperijen kappersbedrijven keukeninrichtingen voor hotels, restaurants e.d. lederwaren en zeildoekartikelen; inrichtingen tot het vervaardigen van lichtreclame-artikelen; inrichtingen tot het vervaardigen van loodgietersbedrijven machines -; bedrijven voor het verhuren van muziekinstrumentenmakerij optische; inrichtingen tot het vervaardigen van - artikelen
498
orthopedische; inrichtingen tot het vervaardigen van - artikelen schilder-, glaszetters-, behangbedrijven schoenen; inrichtingen tot het herstellen van schoonmakbedrijven sieradenindustrie tegelzetbedrijven vloerenlegbedrijven woningstoffeerderijen