Een weldoordachte fixatieprocedure: een recht voor ouderen
Studiegebied Sociaal Agogisch Werk Opleiding Sociaal Werk Optie Individueel Maatschappelijk Werk Academiejaar 2005-2006 Student Hanne Valcke
Een weldoordachte fixatieprocedure: een recht voor ouderen
Inhoudsopgave
Dankwoord ......................................................................................................................... 4 Inleiding ............................................................................................................................... 5 Theoretisch gedeelte .................................................................................................... 8 1
Doelgroep ouderen ........................................................................................................... 8 1.1 1.2
2
Wat verstaan we onder de doelgroep ouderen?.......................................................... 8 Het fenomeen vergrijzing........................................................................................... 9
Ouderenmishandeling.................................................................................................... 10 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6
Wat is ouderenmishandeling? .................................................................................. 10 Diverse vormen van ouderenmishandeling ............................................................. 11
2.3 2.4
Financiële of materiële mishandeling .............................................................. 12 Psychische of emotionele mishandeling .......................................................... 12 Fysieke of lichamelijke mishandeling.............................................................. 13 Schending van de grondrechten ....................................................................... 14 Seksueel misbruik ............................................................................................ 14 Sociale mishandeling / verwaarlozing.............................................................. 15
3
Risicofactoren en risicogroepen ............................................................................... 15 Casus ........................................................................................................................ 16
Fixatie .............................................................................................................................. 18 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2
Definitie.................................................................................................................... 18 Fixatiemethoden ....................................................................................................... 18
3.3 3.4
Fysieke fixatie .................................................................................................. 19 Chemische fixatie............................................................................................. 26
3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5
Mythes en feiten over het toepassen van fixatie bij ouderen ................................... 27 Redenen tot fixatie ................................................................................................... 31 Het vallen voorkomen bij de oudere ................................................................ 32 Het probleemgedrag aanpakken bij de oudere ................................................. 32 Het fixeren op vraag van de familie ................................................................. 32 De oudere heeft incontinentieproblemen ......................................................... 33 Fixatie voor positionering van de oudere......................................................... 33
2
3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
4
Gevolgen van het fixeren ......................................................................................... 33 Gevolgen van het niet - fixeren ................................................................................ 35 Alternatieven ............................................................................................................ 35 Ethische aspecten: waarden en normen.................................................................... 36 Nood aan een fixatiebeleid....................................................................................... 38
Link tussen ouderenmishandeling en fixeren............................................................... 39
Praktisch gedeelte ....................................................................................................... 41 1
Doelstelling...................................................................................................................... 41
2
Situering van het rusthuis “De Beiaard”..................................................................... 42
3
Gegevensverzameling ..................................................................................................... 43
4
Ondernomen stappen..................................................................................................... 44 4.1 4.2 4.3
5
Het soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal binnen het rusthuis “De Beiaard” ..... 44 Indeling licht versus zwaar fixatiemiddel ................................................................ 45 Visie van anderen rond het procedurebeleid ............................................................ 47
Concreet........................................................................................................................... 49 5.1 5.1.1
Huidige bestaande procedure ................................................................................... 49
5.2
Eigen bevindingen over de huidige procedure................................................. 55
5.2.1 5.2.2 5.2.3
Aanvullingen ............................................................................................................ 56
5.3 5.4
Visie en ethische aspecten................................................................................ 56 Flowchart.......................................................................................................... 58 Alternatieven .................................................................................................... 66 Resultaat : aangevulde fixatieprocedure .................................................................. 69 Presentatie en bespreking van de nieuwe fixatieprocedure...................................... 82
Besluit .................................................................................................................................. 83 Bibliografie ...................................................................................................................... 87
3
Dankwoord
De vele uren van opzoekingen van diverse literatuur, kopiëren, lezen, denken, interpreteren, schrijven, verbeteren en zweten doorstond ik niet alleen. Heel wat mensen werkten mee aan mijn eindwerk en hiervoor wil ik hen hartelijk bedanken!
Bedankt: Dirk Coppejans Bedankt: Vera Leniere Bedankt: Jo Craeymeersch/ Michele Batteu / Trees Gryspeerdt Bedankt: Annelies Vansteenlandt Bedankt: Christine Blanckaert Bedankt: Mieke Vandeputte Bedankt: Liesbeth Vanhove Bedankt: Kristine Verstraete Bedankt: Ouders
4
Inleiding
Motivatie van mijn onderwerpkeuze Zowel mijn stage binnen het OCMW als mijn vakantiejob op de dienst geriatrie in het ziekenhuis Jan Yperman Campus Poperinge gaven me de aanleiding tot nadenken. In deze twee sociale voorzieningen werd ik geconfronteerd met gefixeerde ouderen. Dit alles maakte gevoelens bij me los, zodat ik hierover meer wilde weten. Ik vraag me af hoe die mensen zich voelen, hoe de familie hiermee omgaat, waarom verpleegkundigen ouderen fixeren en of fixatie wel nodig is bij deze personen … Is zoiets te verantwoorden? Door deze en nog andere confrontaties op mijn stage wou ik me verder verdiepen in deze materie.
Probleemstelling Tijdens mijn tweede en derde jaar liep ik stage in het OCMW - Poperinge zowel binnen de thuiszorgdienst als binnen de sociale dienst van het rusthuis “De Beiaard”. Als sluitstuk op het derde jaar individueel maatschappelijk werk kregen we de opdracht een eindwerk neer te schrijven. De bedoeling hiervan is een integratie tussen de opgedane theorie en de praktijk te verwezenlijken.
Als titel voor mijn scriptie verkoos ik: “Een weldoordachte fixatieprocedure: een recht voor ouderen”
Dit thema mag in een toenemende vergrijzende maatschappij zeker niet uit het oog verloren worden. Preventie en aanpak van ouderenmis(be)handeling wordt een belangrijk aandachtspunt binnen onze huidige maatschappij. De resultaten in het rapport “een verkennend onderzoek bij professionele zorg- en dienstverleners in W.-Vlaanderen, 2004” van het Provinciaal Steunpunt Ouderenmis(be)handeling West-Vlaanderen wijzen erop dat ouderenmis(be)handeling een steeds meer voorkomend maatschappelijk probleem wordt.
Het OCMW - Poperinge stelt het welzijn van de cliënten centraal. Dit duidt op het belang om de cliënten respectvol en eerbiedvol te behandelen. Het is belangrijk dat het OCMW streeft naar een kwaliteitsvolle fixatieprocedure in het rusthuis “De Beiaard”.
5
Wanneer men zo’n opgestelde fixatieprocedure tijdig evalueert en bijstuurt volgens de noden van de mensen kan men preventief mogelijke mishandeling voorkomen. De procedure heeft uiteindelijk als doel de instelling, personeelsleden, familie en oudere aan te zetten tot nadenken om zo op een acceptabele, uniforme, eenduidige en weldoordachte manier de rusthuisbewoner al dan niet te gaan fixeren.
Mijn eindwerk zal in twee delen opgesplitst worden: een theoretisch en een praktisch deel.
In het theoretische gedeelte wordt vooreerst een globaal beeld opgehangen van wat ouderenmis(be)handeling en fixatie precies inhoudt.
In mijn praktisch gedeelte richt ik me op de aanwezige fixatieprocedure in het rusthuis “De Beiaard”. Met mijn praktijk wil ik bereiken dat de ouderen centraal staan, dat ze in het rusthuis moreel gesteund worden. Ethische aspecten als respect, vrijheid, autonomie, inspraak en een goede behandeling voor de oudere wil ik voorop stellen. De fixatieprocedure laten evolueren, het team sensibiliseren om stil te staan bij hun handelen, een visie creëren bij het personeel waardoor de oudere centraal komt te staan. Dit alles wil ik bereiken door de huidige procedure aan te vullen en mogelijke leemtes op te vullen.
Wanneer er een zo volledig mogelijke kwaliteitsvolle procedure in het rusthuis aanwezig is, met inspraak van personeelsleden en de oudere of zijn familie, kan een situatie die mogelijks leidt tot ouderenmishandeling vermeden worden.
Mijn praktijk start ik met een verkenning in het werkgebied. Inzicht krijgen in het soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal in het rusthuis is essentieel. Het is belangrijk om de visie van enkele personeelsleden in het rusthuis rond fixatie te kennen vooraleer ik een procedure kan aanvullen. Daarenboven toets ik wat het personeel onder licht en zwaar fixatiemateriaal begrijpt. Samen met hen brainstorm ik eveneens over mogelijke alternatieve oplossingen waardoor de oudere eventueel niet gefixeerd moet worden.
Tevens verzamel ik informatie uit drie andere rusthuizen op basis van een kort interview. Zo krijg ik een zicht op de werking van hun eigen procedure.
6
In de procedure zal ik trachten de visie en ethiek rond fixatie weer te geven. Een relationele benadering van het probleem lijkt me een ideaal uitgangspunt om een procedure in te leiden. Het is belangrijk om de basishoudingen die leven in het rusthuis “De Beiaard” weer te geven.
Om de fixatieprocedure onder het personeel op een duidelijke manier kenbaar te maken, plaats ik de aangepaste procedure in een stroomdiagram. Via dit stroomdiagram weet men welke procedure men moet volgen. Een eenduidige procedure is vereist om misverstanden te voorkomen.
Tot slot bundel ik mijn eigen belevingen rond het eindwerk. Met deze verwerkte informatie tracht ik mijn persoonlijke visie, mijn kritische reflectie van de theorie en de praktijk naar de wereld van de hulpverleners over te brengen.
7
Theoretisch gedeelte
1 1.1
Doelgroep ouderen Wat verstaan we onder de doelgroep ouderen?
Een belangrijke vraag die we ons kunnen stellen is: “wanneer ben je oud?”. Het “oud zijn” is een term die door iedereen anders geïnterpreteerd kan worden.
Het ‘aloude’ spreekwoordelijke gezegde luidt dan ook: “iemand is zo oud als hij zichzelf voelt” 1 . Om een idee te krijgen wat de ouderen onder “oud zijn” en “zich oud voelen” begrijpen, raadpleegde ik een onderzoek van het CBGS (Centrum voor bevolkings- en gezinsstudie).
In dit onderzoek werden er 2500 thuiswonende senioren tussen 55 en 99 jaar geïnterviewd. Deze senioren werden gevraagd naar hun leefsituatie en hun levensverwachtingen.
Daaruit bleek dat 83 procent van de geïnterviewden zich niet oud voelen, 16 procent voelt zich wel bejaard, één procent blijft het antwoord schuldig. Globaal genomen voelden de ondervraagden zich ouder naargelang hun leeftijd stijgt. In het onderzoek viel ook op dat meer mannen zich ouder voelen dan vrouwen.
Het “oud voelen” heeft tevens iets te maken met zorgafhankelijkheid. Van de zorgafhankelijke personen voelden 47 procent zich oud, terwijl het “oud voelen” bij zelfredzame ouderen maar 8 procent is. Hieruit kunnen we concluderen dat rusthuisbewoners zich in het algemeen ouder voelen dan thuiswonende ouderen.
Uit het onderzoek bleek ook dat het zich “oud voelen” in verbinding staat met het zich nuttig voelen. Wanneer men zich nuttig voelt in onze maatschappij gaat men zich minder snel oud voelen. In het onderzoek komt eveneens naar voor dat de ondervraagden zichzelf oud gaan beschouwen wanneer ze geconfronteerd worden met fysieke beperkingen, wanneer ze
1
VANDEN BOER, L. / PAUWELS, K. Onderzoek CBGS: Oud zijn en zich oud voelen, 2003
8
zorgafhankelijk worden (ze hebben o.a. nood aan hulp van derden, geen levensverwachtingen meer, fysieke moeilijkheden, problemen met de gezondheid, …).
1.2
Het fenomeen vergrijzing
De doelgroep ouderen is niet meer weg te denken uit onze huidige maatschappij. Er zijn alsmaar meer ouderen met als resultaat het fenomeen van de vergrijzing.
De laatste 100 jaar steeg de levensverwachting in België met 30 jaar. De levensverwachting bij de geboorte voor Belgische mannen is 75,85 jaar en voor Belgische vrouwen 81,69 jaar (NIS), dit betreffende het jaar 2003. Het Vlaams gewest heeft de hoogste leeftijdsverwachting namelijk 76,92 jaar voor mannen en 82,32 jaar voor vrouwen. Het aantal ouderen (60+) bedroeg in 2000 21,8 procent en zal volgens de statistieken van NIS met 10,7 procent toenemen tot 2050. Het aantal honderdjarigen steeg eveneens: in 2005 telde België 1247 honderdjarigen.
“In 2050 zal één vierde van de Vlamingen ouder zijn dan 65 jaar. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat zo’n grote groep ouderen zich aandient.” 1
Het fenomeen van de vergrijzing heeft een serieus impact op diverse terreinen binnen onze samenleving (pensioenregeling, sociale zekerheid, tekort van rusthuizen, tekort van aangepaste woningen voor ouderen, tekort aan opvang voor ouderen, tewerkstelling …). Dit alles kan leiden tot onrust, stress binnen onze maatschappij en meer bepaald in onze gezondheidszorg.
1
HET PROVINCIEHUIS BOEVERBOS Vorming huisvestingsconsulenten, 2005 (vorming)
9
2 2.1
Ouderenmishandeling Wat is ouderenmishandeling? 1
Onder ouderenmishandeling kunnen wij verstaan:
“al het handelen of nalaten van handelen ten opzichte van een ouder persoon (vanaf 55 jaar), van al degenen die in een persoonlijke en/of professionele relatie met die oudere staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt of lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid” 2 .
De ouderen die mishandeld worden, zijn vaak gedeeltelijk of volledig afhankelijk van hun gezin / familie of hun verzorgende instelling (ziekenhuizen, rusthuizen, dagverzorgingscentra, …). Wanneer hun gezondheid achteruitgaat, wordt men afhankelijk van zorg, dus ook van anderen. Men kan op verschillende wijzen afhankelijk zijn: financieel en/of lichamelijk en/of psychisch. Deze factoren kunnen situaties creëren waarin ouderenmishandeling een kans kan krijgen.
Ouderenmishandeling kan je onderverdelen in twee types: een actieve en een passieve mishandeling. We spreken van een actieve mishandeling wanneer de derde (gezin, familie, verzorgenden) bewust een handeling stelt, die schade aanbrengt bij de oudere. De derde weigert of komt er niet toe zijn plicht als zorgverlener te vervullen. Bij een passieve mishandeling brengt men onbewust schade toe aan een oudere. Men heeft niet de bedoeling om de oudere leed toe te brengen. Vaak gebeurt dit uit onkunde, onwetendheid, onmacht. Een voorbeeld daarvan is dat de mantelverzorger niet goed weet met wat hij allemaal rekening moet houden wanneer hij iemand thuis verzorgt, men is nog niet vertrouwd met de zorg voor de oudere.
Om de diagnose van ouderenmishandeling vast te stellen vertrekt men uit de beleving van het slachtoffer. De persoonlijke beleving speelt daarbij een belangrijke rol. Sommige belevingen
1 2
Gebaseerd op: www.meldpuntouderenmishandeling.be Definitie van Comijs H.C. e.a.,1996
10
maken op de ene oudere een diepere indruk dan op de andere. Hier is het belangrijk dat de hulpverlener zich neutraal opstelt om een juiste diagnose vast te kunnen stellen.
Ouderenmishandeling (vanaf 55 jaar) dienen we te onderscheiden van oudermishandeling. Bij een oudermishandeling mishandelen de kinderen hun ouders ongeacht de leeftijd van hun ouders. Bepaalde situaties van ouderenmishandeling betreffen oudermishandeling. Er zijn evenwel situaties van ouderenmishandeling die niet vallen onder oudermishandeling en omgekeerd. Diverse vormen van ouderenmishandeling 1
2.2
Ouderenmishandeling kan op verschillende manieren voorkomen. Iedere situatie van ouderenmishandeling is uniek. Toch is het mogelijk om deze verscheidene situaties onder te verdelen in een aantal vormen. Deze verschillende vormen ouderenmishandeling kunnen zowel actief (bewust) en/of passief (onbewust) voorkomen.
Vormen van ouderenmishandeling:
- Financiële of materiële mishandeling - Psychische of emotionele mishandeling - Fysieke of lichamelijke mishandeling - Schending van de grondrechten - Seksueel misbruik - Sociale mishandeling / verwaarlozing
1
Gebaseerd op: - PROVINCIAAL STEUNPUNT OUDERENMISHANDELING W.-VLAANDEREN Rapport: een verkennend onderzoek bij professionele zorg- en dienstverleners in W.-Vlaanderen, 2004
-
VLAAMS MELDPUNT OUDERENMISHANDELING, Ouderenmishandeling, vroegdetectie. Alert zijn en geen spoken zien, 2004 (leidraad ouderenmishandeling)
-
BAKKER, H. / BEELEN, J. / NIEWENHUIZEN, C. De au van ouderdom. Ouderenmishandeling, perspectieven voor hulpverlening. Utrecht: uitgeverij NIZW, 1999
11
Deze vormen kunnen in de praktijk vaak naast of na elkaar voorkomen. Herkenning van de ene vorm van mishandeling mag dan ook geen ontkenning zijn van een andere vorm van ouderenmishandeling.
2.2.1
Financiële of materiële mishandeling
Financiële mishandeling betekent alle handelingen (passief/actief) die financiële of materiële gevolgen hebben voor de oudere. Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.-Vlaanderen is 13,8 procent nog nooit in contact gekomen met financieel of materiaal misbruik en is 86,2 procent van de ondervraagde ouderen in meer of mindere mate ermee geconfronteerd geweest.
Voorbeelden van financiële of materiële mishandeling:
-
beroven van financiële middelen en / of waardevolle bezittingen
-
omwille van een relationele band geven de ouderen vaak een volmacht aan een vertrouwde persoon. Personen die deze volmacht krijgen, misbruiken de oudere zijn goedgelovigheid en plunderen de rekening om er zelf van te leven
-
de oudere dwingen om geld af te geven zoals hun pensioen of inkomen
-
het verkopen van het huis van de oudere zonder zijn toestemming te vragen
-
foutieve (verhoogde) rekeningen geven aan de oudere (medicatie, nieuwe bril, wasserij …)
2.2.2
Psychische of emotionele mishandeling
Psychische mishandeling betreft alle handelingen (passief/actief) die bij de oudere psychische, emotionele gevolgen hebben. De oudere wordt geconfronteerd met verdriet, angst, weerloosheid, isolement… Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.Vlaanderen is 15,5 procent nog nooit in contact gekomen met psychische of emotionele mishandeling en is 84,5 procent van de ondervraagde ouderen er in meer of mindere mate mee geconfronteerd geweest.
12
Voorbeelden van psychische of emotionele mishandeling:
-
het uitschelden, afblaffen van de oudere
-
het negeren van de oudere, de oudere in een apart kamertje plaatsen weg uit het gezicht van de familie
-
de oudere belachelijk maken, hem vernederen in het bijzijn van anderen
-
de oudere verbieden om met andere ouderen om te gaan
-
de schuld van iets op hem steken, …
2.2.3
Fysieke of lichamelijke mishandeling
Lichamelijke mishandeling betreft alle handelingen (passief/actief) die bij de oudere ongewenste effecten op het lichaam nalaten. Het is de meest zichtbare en extreme vorm van mishandeling. Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.-Vlaanderen is 48,8 procent nog nooit in contact gekomen met fysieke of lichamelijke mishandeling en is 51,2 procent van de ondervraagde ouderen er in meer of mindere mate mee geconfronteerd geweest.
Voorbeelden van fysieke of lichamelijke mishandeling:
-
hardhandige aanpak: slaan / schoppen / krabben van een oudere
-
een onjuiste dosis medicatie geven aan de oudere (drogeren)
-
de ouderen beperken in hun bewegen, voorbeeld door hen onnodig te fixeren
-
de oudere hard en brutaal aanpakken wanneer men hem verplaatst
-
de oudere snijden met voorwerpen , wonden maken bij de oudere
-
de oudere zijn mond dichtplakken zodat hij zwijgt
-
onvoldoende of geen verwarming op de kamer
-
geen drinken of eten geven
-
niet op tijd verversen van de natte luier bij incontinente ouderen (decubitus), …
13
2.2.4
Schending van de grondrechten
Schending van de grondrechten betekent alle handelingen (passief/actief) die inbreuk maken op de privacy van de oudere. Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.-Vlaanderen is 26.5 procent nog nooit in contact gekomen met schending van zijn/haar grondrechten en is 73.5 procent van de ondervraagde ouderen er in meer of mindere mate mee geconfronteerd geweest.
Voorbeelden van schending van de grondrechten:
-
het ongevraagd openen en lezen van brieven gericht naar de oudere
-
de oudere niet alleen laten wanneer hij bezoek heeft
-
het opleggen van zaken waardoor de vrijheid in beslissingen wegvalt
-
de oudere krijgt weinig respect bij de verzorging
-
geen bezoek toelaten, …
2.2.5
Seksueel misbruik
Seksueel geweld betekent alle seksuele handelingen (passief/actief) die door de oudere niet gewenst worden. In deze situatie is meestal een familielid of een kennis de dader van het seksueel misbruik. Toch is het ook mogelijk dat ouderen worden betast of misbruikt door verzorgers. Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.-Vlaanderen is 78,7 procent nog nooit in contact gekomen met seksueel geweld en is 21,3 procent van de ondervraagde ouderen er in meer of mindere mate mee geconfronteerd geweest.
Voorbeelden van seksueel misbruik:
-
een oudere ongewenst aanraken, betasten, verkrachten
-
een derde toont ongewenst zijn geslachtsdelen aan een oudere
-
een oudere verplichten om porno te bekijken
-
een oudere doen praten over zijn seksleven of seks in het algemeen
-
een oudere verplichten om zich uit te kleden en zich te masturberen, …
14
2.2.6
Sociale mishandeling / verwaarlozing
Sociale mishandeling betreft alle handelingen (passief/actief) die de oudere in een situatie van verwaarlozing brengen. Deze verwaarlozing kan zowel het psychisch of fysiek welzijn van een oudere in het gedrang brengen. Volgens het Rapport van het Provinciaal Steunpunt W.-Vlaanderen is 20,9 procent nog nooit in contact gekomen met sociale mishandeling, 79,1 procent van de ondervraagde ouderen is er in meer of mindere mate mee geconfronteerd geweest.
Voorbeelden van sociale mishandeling / verwaarlozing:
-
de oudere krijgt onvoldoende eten en/of drinken
-
de oudere krijgt geen liefde, warmte, genegenheid, respect, aandacht, …
-
onvoldoende (medische) verzorging aanbieden
-
de oudere geen bezoek brengen
-
geen hulp bij poetsen/wassen/… met gevolg dat de thuissituatie onhygiënisch wordt
-
… Risicofactoren en risicogroepen 1
2.3
Enkele kenmerken van een mogelijks risicoslachtoffer:
1
-
oudere die een leeftijd boven de 75 jaar bereikt
-
een vrouw, een weduwe
-
een oudere samenwonend met kinderen
-
ouderen met een toenemende afhankelijkheid (lichamelijk / cognitief / emotioneel)
-
…
Gebaseerd op: - HOLLANDER, E. / KOOIKER, K. / TERMEER, H. / VAN DER VEEN, R. Signalement: oud en mishandeld (handleiding voor training van maatschappelijke werkers), 2001
15
Enkele kenmerken van een mogelijke dader:
-
zoon of dochter van de oudere
-
echtgenoot van oudere
-
kleinkinderen
-
een dader met een negatief zelfbeeld, samenhangend met een alcohol- of een drugsverslaving, sociale problemen, …
-
…
Enkele kenmerken van een mogelijks risicogezin:
2.4
-
in het gezin is er weinig empathie onder elkaar
-
een te kleine woning voor meerdere generaties
-
een isolement, een gesloten gezin
-
een verstoord evenwicht door een rolomkering in het gezag
-
aanwezige agressie / geweld in het gezin
-
…
Casus
Mevrouw A (78 jaar) verblijft in een rusthuis. Ze is sterk zorgafhankelijk en licht dementerend.
Mevrouw A viel regelmatig uit haar fauteuil of bed in het rusthuis waardoor ze enkele breuken opliep. Wegens valpreventie wordt de vrouw gefixeerd.
De familie van Mevrouw A gaat hiermee niet akkoord, men wenst niet dat hun moeder wordt vastgebonden. Omwille hiervan werd de familie gevraagd om een document te tekenen, zodat de verantwoordelijkheid van het vallen niet bij de instelling zelf ligt. De familie wil het document “weigering fixatie” niet tekenen omdat men de verantwoordelijkheid bij het vallen niet wil laten doorschuiven op hen. De oorzaak van het vallen volgens de familie ligt bij het personeel, men heeft geen tijd voor hun moeder! Als het personeel hun werk doet zoals het hoort dan zou hun moeder niet vastgebonden moeten worden volgens de familie. Het doet
16
pijn hun moeder gefrustreerd te zien. Ze frunnikt constant aan haar fixatieriem. Mevrouw A kan moeilijk overweg met de riem rond haar heupen en voelt zich gevangen.
De familie merkt nog tal van andere klachten op die als een vorm van ouderenmishandeling kunnen beschouwd worden:
-
Mevrouw A drukt op haar alarmbel, omdat ze naar het toilet moet. Dan duurt het soms 30-45 minuten vooraleer er iemand van het verplegend personeel komt. Als ze komen, plaatsen ze haar op de toiletstoel en laten ze haar vaak 30 minuten erop zitten. Het wachten duurt heel lang voor mevrouw A waardoor ze zichzelf probeert te verplaatsen (ook al kan ze niet lopen) van de toiletstoel naar het bed met het gevolg dat mevrouw A valt. Gevolg: fixatie (valpreventie)
-
Wanneer Mevrouw A in bad wil , kan dit pas na lang aandringen.
-
Het eten wordt naast hun moeder geplaatst. Ze kan onmogelijk zelf haar vlees snijden, soms plaatst men ook de eettafel niet voor mevrouw A. Het verplegend personeel komt het eten terug ophalen en vraagt zich niet af waarom ze niet gegeten heeft.
-
Er wordt soms verkeerde medicatie gegeven of zelfs niet gegeven (pillen nog in het medicatiedoosje of op de grond)
-
De bel wordt weggehangen, zodat mevrouw A niet kan bellen. Wat als ze heel dringend personeel nodig heeft op de kamer ?
-
Mevrouw A volgt een diabetesdieet dat voorgeschreven is door de dokter. Toch krijgt ze suiker in haar koffie … ?
-
Het verplegend personeel maakt haar belachelijk en negeert haar (je moet niet naar mevrouw A luisteren, het is een zeurkous, ze vraagt constant aandacht…)
-
…
17
3
Fixatie
3.1
Definitie
Wellicht stellen we ons de vraag wat het begrip fixeren precies inhoudt. In de literatuur tref je tal van diverse definities rond het begrip fixeren aan. Deze definities kunnen enerzijds heel eng zijn en anderzijds zeer uitgebreid. Iedereen die geconfronteerd wordt met fixatie, hanteert een definitie die het dichtst aanleunt bij hun eigen opinies over fixeren.
Inhoudelijk kan men de diverse definities rond fixeren in twee grote groepen opsplitsen. In een eerste groep van definities begrijpt men onder fixatie: “elke handelingsmethode, menselijk of mechanisch middel, materiaal of uitrusting aan of in de buurt van het lichaam van de patiënt dat hij niet eenvoudig kan verwijderen en dat zijn vrijheid van bewegen of zijn normale toegang tot het lichaam beperkt.” 1
In een tweede groep van definities wordt fixeren gezien als een middel met een dubbele functie. “Enerzijds kan het middel tot doel hebben een aantal functies van het menselijk functioneren te belemmeren. Dit stemt ongeveer overeen met de inhoud van de eerste groep. Anderzijds heeft hetzelfde middel een bijkomende functie. Het kan namelijk ook gebruikt worden om het functioneren van de bewoner te bevorderen. Hierbij kan worden gedacht aan een rolstoel of geriatrische fauteuil.” 2
3.2
Fixatiemethoden
Fixatie kan twee vormen aannemen: de fysieke fixatie en de chemische of farmaceutische fixatie.
1
Burton et al., 1992 ; Dodds, 1996 ; Dunbar/Neufeld/White&Libow, 1996 ; Evans et al., 1989; Sullivan-Marx et al., 1999
2
Cohen/Neufeld/Dunbar/Pflug&Breuer, 1996 ; Folmar et al., 1989
18
3.2.1
Fysieke fixatie
Bij een fysieke fixatie maakt men gebruik van fixatiemateriaal of technieken om het lichaam van de bewoner vast te binden. Fixatiemateriaal kan niet gemakkelijk verwijderd worden door de bewoner en beperkt de bewegingsvrijheid. Er bestaan diverse middelen die aangewend kunnen worden als fysiek fixeermateriaal. In de literatuur bestaat er geen eenduidigheid inzake welk fixatiemateriaal al dan niet als een fixeermiddel kan bepaald worden.
Onder diverse fixeermiddelen kan men pols- en enkelbanden, bedsponden, vesten, gordels handschoenen, gesloten afdelingen of kamerdeuren, verpleeglakens, harnassen, voorzettafels, fixatieriemen begrijpen.
De verschillende middelen die in het rusthuis “De Beiaard” te Poperinge worden aangewend:
-
Voorzettafel op rolwagen / fauteuil / stoel
19
-
Polsbanden
20
-
Fixatieriemen
21
-
Fixatieriem (type autogordel)
-
Heupriem
22
-
Fixatievest voor de romp
23
-
Verpleeglaken
-
De bedsponden
24
-
Aangepaste kledij (pyjama’s)
-
Cijferslot
25
Opmerking:
De persoon die fixatie toepast, moet het materiaal of de techniek kiezen naargelang de aard van het aanwezige probleem. Hierbij moet hij rekening houden met het optimale comfort en veiligheid voor de bewoner. Om deze fixatiemiddelen te gebruiken, moet de persoon die deze technieken toepast over een zekere kennis van dit materiaal bezitten.
3.2.2
Chemische fixatie
Bij de chemische fixatie worden farmaca toegediend. De bewegingsvrijheid van de bewoner wordt met sedatie beperkt. Men gebruikt geneesmiddelen om bepaalde gedragingen te voorkomen.
Enkele voorbeelden van zulke geneesmiddelen zijn:
-
neuroleptica; bijv. Dipiperon®, Buronil®
-
benzodiazepines; bijv. Temesta®
-
antidepressiva; bijv. Trazolan®, Prozax®
-
antipsychotica; bijv. Risperdal®
-
hypnotica; bijv. Loramet®, Lormetazepam®
Deze middelen worden frequent gebruikt in rust- en verzorgingstehuizen. Hier is het belangrijk om rekening te houden met mogelijke bijwerkingen van de medicatie.
26
Mythes en feiten over het toepassen van fixatie bij ouderen 1
3.3
Evans L.K. en Strumpf N.E. publiceerden in 1991 een artikel in het tijdschrift Nursing. In dit artikel geven ze verschillende mythes aan, die nadien getoetst werden aan de werkelijkheid. Ze onderzochten of de mythes over een algemene waarheidsgehalte beschikken.
1. “Om te voorkomen dat oudere patiënten vallen en ernstige letsels oplopen, is het nodig hen met dwangmiddelen te fixeren.”
2. “De morele verplichting om mensen tegen schade te beschermen vereist fixeren.”
3. “Het stoort oudere mensen niet om gefixeerd te worden”
4. “Er bestaan geen andere interventies dan gebruik van fixatiemateriaal om tegemoet te komen aan de noden van de bewoners.”
5. “ Het niet-gebruiken van fixatiemateriaal stelt zowel individuen als instellingen bloot aan wettelijke vervolging.”
6. “ Er moet gefixeerd worden omdat er onvoldoende personeel op de afdeling is.
1
Gebaseerd op: -
VAN SLYCKEN, S. Bejaardenmishandeling. Dwangmiddelen in de bejaardenzorg: veiligheidsmaatregel en/of vrijheidsberoving? U. Gent, 1994 (scriptie)
27
Een toelichting van de waarheidsgehaltes/feiten van de mythes:
Mythe 1:
Fixatiemateriaal vergroot juist de kans op kwetsuren tengevolge van een val. Veel rusthuisbewoners slagen erin hun fixatiemiddelen (bijvoorbeeld: fixatieriemen) los te maken en kunnen zo vallen tijdens hun ontsnappingspoging. Wetenschappelijk is bewezen dat er niet meer valpartijen, kwetsuren zijn door niet te fixeren.
Mythe 2:
Als hulpverlener gebruik je fixatiemateriaal om de rusthuisbewoners te beschermen. Je handelt plichtsbewust om het risico op vallen zoveel mogelijk te beperken. Toch kan het fixatiemateriaal dat gebruikt wordt als veiligheidsmaatregel naast de therapeutische voordelen schade berokkenen. Deze schade kan van lichamelijke en/of psychische aard zijn. Het kan ook psychosociale gevolgen hebben op korte en lange termijn.
Mythe 3:
Over het algemeen uiten rusthuisbewoners die gefixeerd zijn negatieve gevoelens. Enkele negatieve gevoelens die geuit werden door gefixeerde ouderen:
-
“Ik kan me niet herinneren wat de verpleegkundige mij vertelde (dat ze niet uit bed mocht komen), ik was alleen maar bezig met het feit dat ik vastgebonden was. Ik voelde mij helemaal niet verward, maar de verpleegkundige bleef maar vragen of ik mij verward voelde. Ik denk dat zij dacht dat des te langer ik wachtte om te antwoorden, des te verwarder ik was.”
-
“Het is lastig om in bed te liggen (gefixeerd), je kan niet bewegen. Het is vreselijk, je weet niet wat er aan het gebeuren is. Je kijkt rond en je weet niet waar je bent.”
-
“Ik voel me net als een vastgeketende hond”.
1
1
VAN WESENBEECK, A. Fixatiearme zorg: een praktijkvoorbeeld, 2001
28
Belangrijk is dat de hulpverleners de redenen van het fixeren begrijpbaar kunnen overbrengen naar de ouderen, want sommige ouderen zijn zich heel bewust van de fixatie. Bepaalde bewoners stemmen na deze informatie in met de fixatie en ondervinden geen ongemak. Andere ouderen hebben dan weer emoties van woede, angst, weerstand, ontmoediging, ongemak, vernedering, …
Mythe 4:
Zorgverleners zijn soms vlug geneigd om te fixeren omdat zij niet over voldoende alternatieven beschikken. Nochtans bestaat er een breed veld van mogelijkheden die het toepassen van fixatie onnodig maakt. Deze alternatieven kunnen onderverdeeld worden in lichamelijke en psychosociale alternatieven, activiteiten en oefeningen, aanpassingen van de context/omgeving. In de Verenigde Staten werd aangetoond dat er minder letsels voorkwamen tengevolge van valincidenten in instellingen waar men niet fixeerde dan in instellingen waar wel gefixeerd werd. Er bestaan met andere woorden wel degelijke interventies die het gebruik van dwangmiddelen elimineert.
Mythe 5:
In de Verenigde Staten wordt de OBRA (The Omnibus Budget Reconcilitation Act van 1987) wetgeving toegepast. Hierin staat dat fixatiemateriaal enkel mag gebruikt worden onder een beperkt aantal omstandigheden. Een onderdeel van deze wet richt zich op het doen dalen van het toepassen van fixatiemiddelen.
In België bestaat er geen specifieke wetgeving in verband met fixatie. “In het Belgisch Staatsblad van 28.10.2004 spreekt het Koninklijk Besluit dat de normen voor de rust- en verzorgingstehuizen en de centra voor dagverzorging vastlegt, enkel onder Norm B2a over: “Het rust- en verzorgingstehuis moet over de noodzakelijke middelen beschikken om een familiale sfeer, de verzorging, de bewaking, de activiteiten en de vrijetijdsbezigheden van de bewoners te waarborgen”, en onder Norm B4d: “…de bewoners zoveel mogelijk vrijheid te laten, op voorwaarde dat die verenigbaar is met het gemeenschapsleven”. Dit zijn heel vage normen. Een wet zou een patiënt of een bewoner kunnen beschermen tegen de macht van de deskundige zorgverleners. De wettelijke omkadering valt, gezien het ontbreken aan specifieke wettelijke richtlijnen, binnen het medisch recht en de aansprakelijkheid hiervan. Het K.B. laat 29
persoonlijke interpretatie toe! Rusthuizen voeren best een geschreven beleid over fixatie, wetende dat de maatregelen ingaan tegen de grondwettelijke beginselen als het recht op autonomie en het recht op onaantastbaarheid van het eigen lichaam.” 1
Uiteindelijk doet de rechtspraak geen vonnis over het wel of niet moeten/mogen fixeren van de ouderen. De rechtspraak onderzoekt of de hulpverleners in de specifieke omstandigheden hebben opgetreden als een secure hulpverlener. Deze manier van zorgvuldig werken kan men nagaan in het verpleegdossier en in het medisch dossier. Deze documenten zijn veel belangrijker dan de verklaring van de aanklager en beklaagde. Het is belangrijk te noteren in het dossier welke informatie rond de fixatie er aan de rusthuisbewoner is bekendgemaakt, welke fixatiemaatregelen er werden doorgevoerd en om welke redenen men de oudere fixeert. Tevens is het belangrijk om het verloop van de fixatie en de huidige toestand van de oudere te evalueren en te vermelden in het dossier.
Mythe 6:
In sommige gevallen wordt fixeren toegepast om kwalitatief of kwantitatief het personeelsgebrek te compenseren.
Enkele studies toonden echter aan dat het verwijderen of beperken van het toepassen van fixatiemiddelen is geslaagd zonder een toename van het aantal hulpverleners. Dit verwijderen of beperken is pas mogelijk mits voldoende opleiding en deskundigheid.
Uit onderzoek is ook naar voor gekomen dat het fixeren van ouderen meer personeel vraagt, omdat gefixeerde rusthuisbewoners meer aandacht, toezicht en controle behoeven dan nietgefixeerde ouderen.
1
HOLVOET, L. Onder Ons: Fysieke fixatie van zorgbehoevende personen, juni 2005
30
Eigen mening rond deze toelichting van de waarheidsgehaltes/feiten van de mythes
Het artikel gepubliceerd door Evans L.K. en Strumpf N.E. (1991) drukte me nogmaals met de neus op de feiten.
Ouderen worden niet altijd waardevol en doordacht behandeld. Vanuit het zorgbeleid worden geen risico’s genomen, men stapt meteen over tot fixatie maar staat niet stil bij de morele gevolgen van de fixatiemaatregel. Maatschappelijk advies ontbreekt!
De toelichting van de waarheidsgehaltes bewijst dat het handelen, behandelen anders kan en moet. Volgens mij is er nog veel werk rond het thema fixatie bij ouderen. Vooral rond de visie en de ethiek moet nog heel wat besproken worden.
Instanties moeten geadviseerd en begeleid worden om het functioneren te optimaliseren. Het personeel moet gesensibiliseerd worden om doordacht te handelen en procedures te volgen.
Het bewustmaken dat het fixatiebeleid een evoluerend beleid is en dat de gedachtegang van deze mythes niet zomaar voor waar mag aangenomen worden is noodzakelijk binnen een instelling.
3.4
Redenen tot fixatie 1
In vele, zo niet in alle, rusthuizen waar ouderen opgenomen zijn, is fixeren een dagelijkse maatregel bij een aantal rusthuisbewoners. “Niet - fixeren roept vragen op en stuit op ongeloof bij zorgverleners.” 2
Vaak worden ouderen om vage redenen en zonder fatsoenlijk overleg met toestemming van een arts, familie of de oudere gefixeerd. De redenen tot fixatie kunnen betrekking hebben op de eigenschappen van de oudere zelf of op de kenmerken van het personeel/de betreffende
1
Gebaseerd op: GOEMINNE, L. / DE RIDDER, D. / LIÉGEOIS A. Cahier ouderenzorg, fixeren of niet fixeren.
Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2003 2
GOEMINNE, L. / DE RIDDER, D. / LIÉGEOIS A. Cahier ouderenzorg, fixeren of niet fixeren. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2003
31
instantie. Meestal gaat het om een combinatie van diverse redenen die de aanzet vormen om tot fixeren over te gaan.
3.4.1
Het vallen voorkomen bij de oudere
Vallen voorkomen is één van de meest gehoorde redenen voor het gebruiken van fixatiemateriaal. Door hun slechtere mobiliteit ligt het risico op vallen hoger bij de ouderen. Zowel de hulpverlener en/of de familie en/of de oudere zelf vrezen voor de gevolgen bij het vallen van de oudere. Om het vallen te vermijden gaan de hulpverleners preventief te werk.
Een voorbeeld: een oudere viel onlangs uit haar bed en liep een zware heupfractuur op. Om het herhalen van vallen uit het bed te voorkomen, worden de bedsponden benut. Wanneer men vreest dat de oudere ook over de bedsponden zou klauteren, kan men indien nodig, na overleg, een fixatieriem hanteren.
3.4.2
Het probleemgedrag aanpakken bij de oudere
Sommige ouderen worden gefixeerd om hun probleemgedrag aan te pakken. De hulpverleners fixeren wegens vrees voor ongevallen en/of verlies van controle over de gehele situatie.
Dit probleemgedrag kan verschillende vormen aannemen:
-
rondzwerven/dwalen in de gangen van het rusthuis
-
de oudere stelt gedrag om weg te lopen of lijkt verloren te lopen
-
agressiegedrag
-
verstoorde cognitie
-
motorische onrust, …
3.4.3
Het fixeren op vraag van de familie
Een vaak gehoorde reden is dat het gebruik van fixatiemateriaal op vraag is van de familie. De familie wenst veiligheid voor hun familielid. Men wil niet dat er iets gebeurt met hun vader of moeder. Wat ook opvallend is, is wanneer de bedsponden in het ziekenhuis omhoog waren, dat de familieleden verwachten dat dit ook gebeurt binnen het rusthuis. Ook indien de
32
oorzaken van het gebruik ervan niet meer bestaan of wanneer men in het ziekenhuis onnodig die besponden gebruikte (ervaring of gewoonte bij de familie).
3.4.4
De oudere heeft incontinentieproblemen
Ouderen met incontinentieproblemen worden gefixeerd wanneer men de stoelgang rondsmeert. Het plukken van het incontinentiemateriaal kan ook een reden zijn om over te gaan tot fixatie.
3.4.5
Fixatie voor positionering van de oudere
Fixeren kan ook worden toegepast om mensen te positioneren. De hulpverleners gebruiken fixatiemateriaal om de oudere in een goede, aangepaste, gemakkelijke houding te plaatsen zodat ze niet doorzakken (in fauteuil/bed/…) of om drukletsels te vermijden, dit bijvoorbeeld bij halfzijdige verlamming.
3.5
Gevolgen van het fixeren
3.5.1 Gevolgen voor de rusthuisbewoner Het fixeren van een oudere kan heel wat negatieve gevolgen voor de gefixeerde persoon meebrengen. Vaak is men zich onvoldoende bewust van deze gevolgen voor de oudere. Het gebruiken van fixatiemateriaal kan zowel lichamelijke als psychologische gevolgen hebben.
Fysieke gevolgen:
Psychische gevolgen:
-
decubitus
-
sociale isolatie
-
huidletsels door wrijvingen
-
frustratie/agressie
-
cardiale stress door wijzigingen in
-
woede
bloeddruk en polsslag
-
paniek
infecties van de luchtwegen en de
-
schrikreacties
urinewegen
-
apathie
incontinentie
-
weerstand
-
-
33
-
obstipatie
-
depressie
-
verminderde eetlust
-
gevangen gevoelens
-
hogere mortaliteit
-
verlies van het zelfrespect
-
spieratrofie en verminderde conditie
-
verlies van autonomie en het
-
contracturen
-
overlijden door wurging
-
toenemende afhankelijkheid voor
hulpverlener en de oudere wordt op
ADL
de proef gesteld
-
vermogen om zelf te beslissen -
…
-
vertrouwensrelatie tussen de
…
1
3.5.2 Gevolgen voor de hulpverlener/zorgverstrekker
Het fixeren kan bij de hulpverlener verschillende negatieve gevoelens opwekken. De hulpverlener kan psychologisch nadelen ervaren, onder andere schuldgevoelens, frustraties, …
Opmerking:
Fixatie is in bepaalde gevallen niet nodig. Daarentegen wordt in die bepaalde situaties toch fixatie toegepast, omdat de zorgverstrekkers niet de nodige tijd nemen om te bezinnen over mogelijke alternatieven of wanneer andere oplossingen ontbreken.
Wanneer een instelling een fixatiearm beleid wil voeren, is het belangrijk om hieraan aandacht te schenken.
1
GOEMINNE, L. / DE RIDDER, D. / LIÉGEOIS A. Cahier ouderenzorg, fixeren of niet fixeren. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2003
34
3.6
Gevolgen van het niet - fixeren
Wanneer de ouderen niet gefixeerd worden, hebben ze een betere mobiliteit. Men kan aan meerdere activiteiten deelnemen in het rusthuis. De oudere zit niet opgesloten in zijn kamer. De bewoner voelt zich rustig in de huiselijke sfeer binnen het rusthuis wanneer men fixatie minimaal toepast.
Voor het personeel kent het ook enkele voordelen. Wanneer er minder wordt gefixeerd, loopt de communicatie vlotter, spontaner met de bewoner en zijn familie. De familie en de kennissen van de oudere die op bezoek komen, voelen zich meer welkom op een dienst waar men een huiselijke, flexibele, open sfeer creëert.
3.7
Alternatieven
Om alternatieven voor fixatie te zoeken is het belangrijk om eerst het gedrag van de rusthuisbewoner dat als probleem ervaren wordt te bestuderen. Het bestuderen van dit gedrag bestaat vooral in het gericht observeren en rapporteren.
Voorbeelden:
-
Is er een verborgen aandoening aanwezig bij de rusthuisbewoner?
-
Heeft de rusthuisbewoner koorts?
-
Welke aanpak kende succes waardoor fixatie niet nodig is?
-
Probeer het gedrag dat als probleem ervaren wordt te begrijpen
-
In welke omstandigheden stelt de rusthuisbewoner het probleemgedrag?
-
Kan de rusthuisbewoner zich moeilijk uitdrukken?
-
…
Wanneer men deze dergelijke zaken, situaties observeert en bestudeert, kan men belangrijke gegevens bekomen. Met deze gevonden gegevens kan men dan zoeken naar mogelijke alternatieven.
35
Enkele voorbeelden van mogelijke alternatieven:
-
Het gebruik van een babyfoon, zo kan men horen wat er precies gebeurt in de kamer van de oudere
-
De sfeer in het rusthuis omzetten in een huiselijke sfeer (bloemen, foto’s, tv’s, eigen meubels, vogel …)
-
Huisdieren toelaten in het rusthuis. Ouderen krijgen en geven veel aandacht aan huisdieren. In het rusthuis De Beiaard is er een hond, Ceasar. Huisdieren kunnen een zinvolle betekenis hebben in het leven van de oudere.
3.8
-
Gezichtsbehandelingen, voetbaden, relaxatiebaden, relaxatietherapieën, …
-
Zinvolle dagtaken (koken, tuinieren, kippen voeren, …)
-
…
Ethische aspecten: waarden en normen 1
In de hulpverlening kunnen we vier waarden en normen onderscheiden die belangrijk zijn bij de ethische afweging omtrent omgaan met fixatiemaatregelen in de ouderenzorg namelijk:
WAARDEN EN NORMEN
1) Waarde: Het is belangrijk dat de oudere tot het einde van de behandeling wordt behandeld als een menswaardig persoon. Het vrij zijn / het vrij handelen van de betreffende persoon zelf, binnen zijn/haar mogelijkheden, is een kenmerk dat we zeker niet uit het oog mogen verliezen! Vrij zijn is eenstemmig met het mogen zijn van een unieke persoon.
Norm: Als hulpverlener moet je de vrijheid van de oudere op het hoogste niveau plaatsen. Dit is essentieel, prioritair om een goede hulpverlening te kunnen bieden!
1
Gebaseerd op: APPELTANT, D. / BAEYENS, J.P. / BOESMAN, E. Bejaardenzorg:Wetgeving en praktijk.
Actuele voorinformatie. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2005
36
2) Waarde: Zolang de oudere een wilsdaad kan stellen, dan moet men de oudere zijn verantwoordelijkheid laten behouden. De oudere persoon moet de mogelijkheid krijgen om vrij, bewust en verantwoord te kunnen handelen en keuzes te kunnen maken.
Norm: Hulpverleners moeten de wilsbekwame persoon en zijn familie, wanneer men overweegt om over te gaan tot fixatie, informeren over de diverse mogelijkheden. Het fixeren zonder de toestemming van de wilsbekwame persoon en/of familie is ethisch onverantwoord.
3) Waarde: Het welzijn van de oudere staat centraal in de hulpverlening. Prioritair aandacht hebben voor het psychosociale welzijn bij de oudere is noodzakelijk binnen de hulpverlening.
Norm: Hulpverleners moeten, in geval van fixatie, naast de aandacht voor het lichamelijk welzijn zich evenzeer richten op het ethisch, relationeel, psychisch welzijn van de oudere.
4) Waarde: Maximaal de zelfredzaamheid bij de oudere ondersteunen en stimuleren zorgt voor een menswaardige behandeling van de oudere. Deze waarde acht het zoeken naar alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen essentieel. Dit is de eerste opdracht vooraleer men stappen onderneemt tot fixatie.
Norm: Het gebruiken van fixatiemateriaal kan uitzonderlijk worden bekeken wanneer het gedrag van de persoon een risico inhoudt voor zichzelf als voor een ander of indien de alternatieven voor fixatie ontbreken, onvoldoende blijken te zijn, falen...
37
BESLUIT
Wanneer men een correcte beslissing wil nemen inzake fixeren of niet - fixeren dan is zowel een zorgtechnische als een ethische afweging nodig. Wanneer men tot fixatie overgaat, moeten de voordelen opwegen tegen de nadelen. Iedere overweging om over te gaan tot fixatie moet van persoon tot persoon bekeken worden, want iedere persoon is uniek. Tevens is een goede communicatie nodig tussen de verschillende partijen, een goed open overleg is onmisbaar tussen de diverse betrokkenen. Centraal blijft het zoeken naar alternatieven waardoor de oudere enerzijds wordt beschermd tegen onnodige schade (welzijn) en anderzijds zijn vrijheid maximaal wordt gerespecteerd.
3.9
Nood aan een fixatiebeleid Vaak worden ouderen in rusthuizen om vage redenen en zonder fatsoenlijk overleg met en toestemming van een arts, familie of de oudere gefixeerd. De belangrijkste redenen van het fixeren zijn namelijk het vallen voorkomen (veiligheid) en stoorgedrag van de oudere aanpakken/vermijden.
Fixatiemiddelen toepassen, kunnen heel wat negatieve gevolgen met zich meebrengen. Deze negatieve gevolgen kan je opdelen in twee groepen: fysieke en psychische.
Het streven naar een menswaardige en respectvolle hulpverlening staat de laatste jaren centraal. Belangrijk hierbij is dat de autonomie/wilsbeschikking van de bewoners wordt beschermd. Inspraak van de oudere is van belang.
Wanneer men in de hulpverlening fixatiemateriaal gebruikt, moet het de kwaliteit van de zorg voor de bewoner bevorderen. Indien dit niet het geval is, moet men een alternatief overwegen.
Het toepassen van fixatiemiddelen in een instelling kan onmogelijk volledig vermeden worden. Daarentegen mag men niet zomaar fixeren. Het fixeren moet op een zorgvuldige, doordachte, efficiënte manier gebeuren. Dit kan pas wanneer er een goede, doordachte en
38
kwaliteitsvolle procedure is opgesteld binnen de instelling. Tevens is een goede communicatie en overleg tussen de personeelsleden zeer belangrijk.
Link tussen ouderenmishandeling en fixeren
4
Het fixeren van een oudere kan leiden tot een vorm van ouderenmishandeling. De nadelen van het fixeren sluiten nauw aan bij de psychische en/of fysieke mishandeling.
Hierbij spelen verschillende factoren een rol:
-
slechte procedure
-
slechte communicatie, gebrek aan overleg
-
geen rekening houden met de autonomie, zelfredzaamheid van de oudere
-
onvoldoende evaluaties
-
de nadelen worden niet afgewogen ten opzichte van de voordelen
-
het niet correct gebruiken van de fixatiemiddelen
In een voorziening is het belangrijk dat er een eenduidige, duidelijke procedure bestaat. Zo handelt iedereen volgens de vaste stappen die beschreven zijn in deze procedure waardoor onenigheden worden vermeden. Een procedure die de menswaardigheid van de oudere beschermt en behoudt is van belang. Alternatieven zijn cruciaal in een procedure, zo wordt er niet onmiddellijk overgegaan tot fixatie.
Het opstellen van een procedurebeleid waarin elk personeelslid zich kan terug vinden, waardoor er een open communicatie ontstaat rond het onderwerp al dan niet fixeren. Slechte communicatie brengt een niet te verantwoorden schade toe bij de oudere in kwestie.
Wanneer het team wil of wordt genoodzaakt om over te gaan tot fixatie is het belangrijk om hier ook de keuze van de oudere of zijn familie te laten gelden. Zij hebben immers het recht om hun eigen beleving hierover te uiten. Er moet rekening gehouden worden met de persoonlijke waarden en overtuigingen van de oudere of zijn familie. Het is belangrijk de
39
oudere of zijn familie te benaderen op een wijze dat je hen de mogelijkheid biedt om autonoom te handelen.
Wanneer men overgaat tot fixatie is het belangrijk om vooraf de voordelen en nadelen van de fixatie weldoordacht te bespreken. De voordelen moeten opwegen ten opzichte van de nadelen. De fixatie zou geen schade mogen brengen bij de oudere in kwestie. De fixatie moet het goede bevorderen. Het personeel gaat er te vaak vanuit dat fixatie de beste oplossing is voor de oudere. Het gebruik van het fixatiemateriaal lijkt in hun ogen voor het eigen goed van de rusthuisbewoner. Men staat niet altijd stil bij de morele en fysieke gevolgen van deze maatregel.
Het is eveneens belangrijk om de wijze van het fixeren te bespreken. De ene manier is veel drastischer dan de andere. Met gevolg dat bepaalde middelen ook moeilijker te aanvaarden zijn voor de oudere of zijn familie. Het is van belang de gepaste fixatiemiddelen en methode te handhaven bij de juiste persoon. Een cijferslot of een voorzettafel heeft niet dezelfde impact als een fixatieriem (type Zweedse band, autogordel, …).
Wanneer er uiteindelijk toch beslist wordt dat fixatie de beste oplossing biedt voor het aanwezige probleem dat zich voordoet, is het eveneens belangrijk om tijdig deze fixatiemaatregel te evalueren. Wanneer men niet tijdig evalueert, kan de oudere onnodig lang gefixeerd worden. Vaak brengt dit naast fysische ook psychische problemen met zich mee. Het personeel dient tijdig na te gaan of het fixatiemiddel nog zijn nut heeft voor het probleem. Ook is het belangrijk zich af te vragen of er nog andere alternatieven kunnen aangeboden worden.
Per slot van rekening is het heel moeilijk om zwart op wit te kunnen zeggen of fixatie verantwoord is of niet. Daarom is het heel belangrijk om rekening te houden met de menswaardigheid, autonomie van de oudere. Het team moet rekening houden met de beleving van de oudere of zijn familie. De wensen van de oudere moeten de bovenhand krijgen in zo’n beslissingsmaatregel.
40
Praktisch gedeelte
1
Doelstelling
In het rusthuis De Beiaard bestaat er een fixatieprocedure sinds januari 2005. Een procedure is echter nooit afgewerkt. In een instelling is het belangrijk om de procedure geregeld te bespreken en indien nodig bepaalde leemtes in te vullen. Eens er bepaalde problemen of leemtes opgevuld zijn, rijzen er steeds nieuwe leemtes/vragen/opmerkingen/problemen. Het is een blijvend noodzakelijk evoluerend proces.
In het praktijkgedeelte zal ik een poging ondernemen om de procedure zo concreet mogelijk aan te vullen waarbij de huidige noden/leemtes van het rusthuis ingevuld worden met het oog op het centraal staan van de rusthuisbewoner. De fixatieprocedure wordt bijgestuurd om een zo kwaliteitsvol mogelijke zorg aan te bieden.
Onder het personeel bestaan er verschillende visies tegenover fixatie. Het ene personeelslid wil geen enkel risico nemen (bijvoorbeeld het vallen vermijden bij een oudere, zodat de oudere geen breuken oploopt) en gaat over tot fixatie terwijl een ander personeelslid er de voorkeur aan geeft om de rusthuisbewoner zich zo vrij mogelijk te laten bewegen. Vandaar dat
de
visie
van
personeelsleden
een
belangrijke
rol
speelt
bij
het
opstellen/bijsturen/aanvullen van een fixatiebeleid. Hun visie zal ik dan ook in m’n praktijkgedeelte nader bestuderen om zo de procedure zo goed mogelijk aan te vullen in het rusthuis De Beiaard. Het is de bedoeling om op deze manier een aangevulde procedure te verkrijgen die consensus bereikt bij alle personeelsleden.
Tevens moet de procedure zo dicht mogelijk aansluiten bij de missie van het rusthuis. Het geloof in de unieke persoonlijkheid, de competenties en de aanwezige levenskracht van de oudere staat centraal. Eveneens staat het welzijn van de bewoners centraal. Als instelling en als personeelslid respect hebben voor de nog aanwezige capaciteiten, voor hun wil tot autonomie en zelfbeschikking. De oudere veiligheid en geborgenheid bieden in een huiselijke omgeving, hen de nodige ruimte voor privacy en kansen tot ontmoeting waarborgen. De autonomie van de bewoner primeert op de afhankelijkheid ervan. Inspraak van de oudere is heel belangrijk! Een belangrijke waarde binnen het rusthuis is de totale levenskwaliteit
41
bevorderen, waarbij de gezondheid slechts een klein onderdeel is naast het sociaal en emotioneel welbevinden, de eigen autonomie van de oudere bewaren, de nuttige dagbesteding, een aanbod van gezonde en gevarieerde voeding, een comfortabele huiselijke omgeving…
In het rusthuis streeft men naar een fixatiearm beleid. In zo’n beleid is het belangrijk om te zoeken naar alternatieve mogelijkheden waardoor men niet altijd moet overgaan tot fixatie. Op deze manier kan fixatie beperkt worden. Het zoeken naar de meest humane oplossingen die het respect, de autonomie, zelfbeschikking van de oudere bewaren staat centraal in het beleid.
Vaak ondervinden de rusthuisbewoners problemen omdat ze gefixeerd zijn. De fixatie is irriterend voor hen. Ze hebben pijn door het gebruikte fixatiemiddel, het stoort hen in hun zelfstandig zijn. De familie kan hiermee ook problemen ondervinden. Het doet pijn om hun moeder/vader vastgebonden te zien. Sommige familieleden gaan niet akkoord met deze aanpak van hulpverlening en willen alternatieven zien. Tevens kunnen er hieromtrent problemen ontstaan onder het personeel: men kan het onderling oneens zijn over het al dan niet fixeren.
De fixatieprocedure moet de instelling/personeelsleden/familie/oudere aanzetten tot denken om zo op een acceptabele, uniforme, eenduidige en weldoordachte manier de rusthuisbewoner al dan niet te gaan fixeren.
2
Situering van het rusthuis “De Beiaard”
RVT “De Beiaard” is gelegen in Poperinge. “De Beiaard” is een rustverzorgingstehuis dat wordt beheerd door het OCMW van Poperinge.
Het rustverzorgingstehuis is erkend voor tachtig woongelegenheden, waarvan negenentwintig plaatsen met een bijzondere erkenning als rust – en verzorgingstehuis.
“De Beiaard” is organisatorisch onderverdeeld in vier afdelingen. Iedere afdeling telt maximum twintig bewoners. Tevens heeft elke afdeling een vast personeelsteam.
42
De ligdagprijs voor een eenpersoonskamer bedraagt dertig euro, voor een kamer met meerdere personen krijgt men een korting van twee euro.
Het rusthuis “De Beiaard” wil “een open huis zijn met veel partners in de zorg voor een eigen thuis”. De professionelen en vrijwilligers van het rusthuis trachten ervoor te zorgen dat iedere oudere met zijn familie zich in het rustverzorgingstehuis thuis voelt en de gepaste kwaliteitsvolle zorg krijgt.
Directeur rusthuis “De Beiaard”: Jo Craeymeersch Ligging: Gasthuisstraat 3, 8970 Poperinge
3
Gegevensverzameling
Het is niet vanzelfsprekend een beleid aan te vullen zonder literatuur grondig door te nemen. Het is belangrijk dat ik over interessante achtergrondinformatie beschik. Hiervoor nam ik heel wat documentatie en literatuurlijsten door. Het ging om verkregen informatie in bibliotheken, rusthuizen en documentatie van diverse contactpersonen. Ook raadpleegde ik het internetmedium.
Tevens nam ik contact op met enkele rusthuizen waardoor ik zicht kreeg op de procedure die bij hen wordt toegepast. Deze rusthuizen schreef ik willekeurig aan. Vijftien rusthuizen kregen een brief. Van 7 rusthuizen kreeg ik respons. Daarnaast heb ik nog drie rusthuizen gecontacteerd om een gesprek te voeren rond hun fixatiebeleid.
In Brugge bracht ik een bezoek aan het documentatiecentrum foton. Het foton beschikt over interessante literatuur rond ouderen. Dit documentatiecentrum bezocht ik in de maand februari. Hier kon ik vooral terecht voor informatie rond mogelijke alternatieven in de hulpverlening.
Na het doornemen van de grote hoeveelheid informatie en de adequate gesprekken met diverse personen kon ik starten met het opstellen van mogelijke aanvullingen voor een kwaliteitsvolle procedure binnen het rusthuis “De Beiaard” te Poperinge.
43
4
4.1
Ondernomen stappen
Het soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal binnen het rusthuis “De Beiaard”
In onderstaande tabel en grafiek schep ik een beeld van het soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal in het rusthuis De Beiaard. Hierbij moet rekening gehouden worden dat deze gegevens berusten op een momentopname!
Bovendien worden niet alle opgesomde middelen als fixatiemiddel toegepast. Soms kan een middel dienen voor het geven van comfort aan een rusthuisbewoner, zoals bijvoorbeeld een rolwagen met een voorzettafel. Tevens worden bedsponden vaak gebruikt op vraag van de bewoner zelf, waardoor je de bedsponden niet als fixatiemiddel mag bekijken.
Tabel 1: het soort en totaal aantal gebruikt fixatiemateriaal in “De Beiaard” op 17/03/2006
Fixatiemiddel Autogordel Bedsponden Cijferslot Fixatieriem Fixatievest Heupriem Polsbanden Toegediende medicatie Verpleeglaken Voorzettafel op rolwagen Voorzettafel op stoel Voorzettafel op zetel
Aantal
Totaal
44
1 21 2 6 2 1 0 9 4 4 1 1 52
Grafiek 1: soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal
Soort en aantal gebruikt fixatiemateriaal
25
Aantal
20 15 10 5
A ut o
go rd e
l Be ds po nd en Ci jfe rsl ot Fi xa tie rie m Fi xa tie ve st H eu pr ie m Po To lsb eg ed an ie de nd n em ed ic at V ie V e oo rp le rz eg et ta la ke fe lo n p ro V lw oo ag rz et en ta fe V lo oo p rz sto et el ta fe lo p ze te l
0
Soort fixatiemiddel
Uit deze momentopname kan men afleiden dat het rusthuis “De Beiaard” het fixeren zo minimaal mogelijk wil houden. De meest gebruikte fixatiemiddelen zijn de bedsponden, fixatieriemen en de toegepaste medicatie.
4.2
Indeling licht versus zwaar fixatiemiddel
Om een zicht te krijgen op de visie rond licht versus zwaar fixatiemateriaal van enkele personeelsleden in het rusthuis “De Beiaard” stelde ik een tabel op met de diverse toegepaste fixatiemiddelen in het rusthuis.
Willekeurig duidde ik vijftien personen van de 38 personeelsleden (hoofdverpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundigen) aan. Allen waren bereid om mee te werken. De tabellen werden anoniem ingevuld. De meeste personeelsleden ondervonden het als een moeilijke opdracht. Het fixatiemateriaal als licht of zwaar beschouwen hangt af van persoon tot persoon
45
en van situatie tot situatie. De vijftien personeelsleden schetsten een algemeen beeld rond licht versus zwaar fixatiemateriaal. Resultaten:
Fixatie = zware impact Fixatieriem (Zweedse banden, autogordels, heupriemen, …) Cijferslot Voorzettafel op een geriatrische fauteuil, rolwagen, bed om de mensen te laten eten, om hen te positioneren, … Toedienen van medicatie Kantelbare zetels/rolwagens zodat de oudere niet kan ronddwalen in de gangen… Bedsponden Voorzettafel op een geriatrische fauteuils, rolwagen, bed om de vrijheid van de oudere te beperken door bijv. plukgedrag, motorische onrust, … Wielen van een rolwagen vastzetten Pyjama, verpleeglaken Kantelbare zetels, rolwagens voor het rust/slaapcomfort van de oudere Fixatievest Aanvulling:
Fixatie = lichte impact
15
0
4
11
0
15
12
3
5
10
0
15
11
4
4
11
5
10
0
15
15 /
0
Uit de resultaten kan men afleiden dat de ondervraagden de fixatieriemen en de fixatievest als zwaarste fixatiemiddel beschouwen. Het toedienen van medicatie en het gebruiken van een voorzettafel om de vrijheid van de oudere te beperken acht men als een zware fixatievorm. Opvallend was dat de ondervraagde personeelsleden de bedsponden een lichte fixatievorm vonden. Naar mijn mening is dit een fixatie met een zware impact op de vrijheid van de rusthuisbewoners. Toen ik mijn mening aanbracht, kreeg ik de opmerking van de ondervraagde personen dat vele bewoners zelf vragen om de bedsponden te gebruiken, dit uit
46
gewoonte van in het ziekenhuis. Tevens vraagt de familie aan het verplegend personeel om de bedsponden te gebruiken uit veiligheid voor hun ouders.
4.3
Visie van anderen rond het procedurebeleid
Om de visie van andere rusthuizen te kennen rond het procedurebeleid hield ik een interview met de volgende drie rusthuizen:
Veurne: Huize Maria Troost Elverdinge: Home Vrijzicht Poperinge: O.L.V. - Gasthuis
Volgende vragenlijst hanteerde ik tijdens de gesprekken met de verantwoordelijken van het fixatiebeleid:
1) Wat houdt de fixatieprocedure in uw instelling exact in? 2) Bestaan er affiches met richtlijnen en/of informatie betreffende fixatie voor het personeel of de cliënt of de familie? 3) Hoe betrekt de instelling de gefixeerde ouderen in de sociale omgeving waardoor ze minder hun onvrijheid ervaren? 4) Hoe informeert de directie het personeel over deze procedure? 5) Werken jullie met een stroomdiagram om de procedure duidelijk weer te geven? 6) Vermelden jullie de chemische fixatie binnen de procedure? Indien ja, hoe? 7) Wat zijn mogelijke alternatieven binnen het rusthuis?
Alle vragen werden daarentegen niet door deze drie rusthuizen beantwoord. De gesprekken liepen los in de drie rusthuizen. Het was interessant om hun opinie rond een fixatieprocedure te kennen.
47
Verslag interviews
Van deze drie rusthuizen kreeg ik de uitgeschreven fixatieprocedure die eigen is aan hun rusthuis. Ik kreeg een goede toelichting bij de gehanteerde procedure. In hun procedure valt het op dat ze de chemische fixatie theoretisch vermelden. In “De Beiaard” wordt dit niet in de procedure vermeld.
Deze rusthuizen werken niet met een affiche of infobrochure rond fixatie voor het personeel en/of de cliënt en/of de familie.
Eén van de drie rusthuizen werkt met een stroomdiagram. Voor de andere twee rusthuizen lijkt dit zeer handig. Ze zijn dan ook van plan om in de toekomst zo’n stroomdiagram, eigen aan de instelling, op te maken.
De meest gehoorde en toegepaste alternatieven waren: ergotherapie, animatie, baden, toezicht houden, huiselijke sfeer.
Het rusthuis “Huize Maria Troost” is momenteel bezig met een experiment. Ze hebben een werkgroep fixatie opgestart. Deze werkgroep komt maandelijks bijeen. In deze bijeenkomst wordt iedere bewoner besproken. Dit multidisciplinair team overlegt of ze eventueel naar een fixatiearmere zorg kan overstappen, indien het mogelijk en verantwoord is bij bepaalde ouderen. In deze werkgroep houden ze ook een inventaris van het fixatiemateriaal bij, ze registreren per bewoner de opmerkingen in verband met fixatie van de voorbije maand en ze informeren het team over de aangebrachte wijzigingen in het fixatieplan. Eveneens worden er fixatiekaarten bij het medisch dossier gevoegd.
Het rusthuis “Home Vrijzicht” startte een werkgroep rond ethiek op. Zij vinden dit noodzakelijk binnen een rusthuis. Zonder zo’n werkgroep kan je volgens hen geen ethisch verantwoorde procedure opstellen en ethisch handelen binnen de instelling. Geregeld volgen de personeelsleden ook bijscholing rond het thema ethiek.
Het rusthuis “O.L.V. - Gasthuis” wil alle fixatiemiddelen zoveel mogelijk vermijden en alternatieven als ergotherapie en animatie uitwerken. Fixatie vraagt uiteindelijk meer toezicht dan niet - fixeren. 48
5
5.1
Concreet
Huidige bestaande procedure
Kwaliteitshandboek De Beiaard Eigenaar : de kwaliteitscoördinator
Geldig : 01/01/05 – 31/12/07 Versie : 1 – 5p
Procedure met betrekking tot het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen
1. Doelstelling procedure
a. duidelijke afspraken maken m.b.t. het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen b. een fixatiearm beleid aanmoedigen c. steeds zoeken naar de meest humane begeleidingsmethode d. open dialoog met diverse zorgverleners en familie als partner stimuleren
2. Definitie vrijheidsbeperkende middelen
Onder fixatie, of gebruik van fysieke vrijheidsbeperkende middelen, verstaan we ‘het op enigerlei fysiek beperken van de bewegingsvrijheid van de bewoner’. M.a.w. middelen die:
a. aan of in de buurt van het lichaam van de bewoner worden aangebracht b. verhinderen dat de bewoner zich vrij kan bewegen zoals hij wil (zelfstandig opstaan, stappen, draaien, zitten ) c. de bewoner niet zelf kan verwijderen en niet zelf onder controle heeft d. als doel hebben de veiligheid/het welzijn van de bewoner ( of zijn medebewoners of personeel ) te garanderen.
49
3. Een fixatiearm beleid
a. omdat vrijheidsbeperkende middelen niet echt passen in een kwaliteitsvolle zorgverlening ( zich vrij kunnen bewegen is voor ieder van ons een van de basisvoorwaarden voor kwaliteit van leven ) b. omdat fixeren veel negatieve effecten heeft waarvan wij ons onvoldoende bewust zijn : -
lichamelijk : ontwikkeling decubitus, huidletsels t.g.v. wrijving, incontinentie, obstipatie, spieratrofie en minder goede conditie, contracturen en toenemende afhankelijkheid…
-
psychologisch : sociale isolatie, frustratie/agressie, verlies van zelfrespect, apathie, depressie, verlies van autonomie en vermogen om invloed uit te oefenen …
c. omdat we onszelf willen opleggen te zoeken naar de meest humane oplossingen ( huiselijke sfeer, dagschema, kennis en houding van personeel, correct medicatiegebruik, aangepaste infrastructuur..)
4. Gebruikte Fixatiemiddelen
voorzettafel op rolwagen/zetel/stoel; fixatieriemen voor pols, enkel of heup ( type Zweedse banden, autogordel ) ; fixatievest voor de romp ; verpleeglaken ; onrusthekkens ; aangepaste kleding ( handschoenen, pyjama’s, broeken, vesten…) ; (af ) sluiten van deuren/vensters
5. Gedeelde verantwoordelijkheid voor het fixeren
In aansluiting op onze missie/visie (o.a. open huis met veel partners in de zorg ) hanteren we als algemene benadering het overlegmodel tussen de betrokken partners dwz : zorg is een gedeelde en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor vele partners ( de bewoner zelf, de diverse professionele hulpverleners en de familie ).
50
Met andere woorden geen individuele verantwoordelijkheid van de professioneel opgeleide verzorger, doch ook geen zaligmakend zelfbeschikkingsrecht of autonomie van de bewoner of zijn familie.
6. Werkwijze
Een fixatie verloopt slechts verantwoord en doelmatig nadat de volgende criteria toegepast worden :
a. De bewoner als uitgangspunt: •
is niet in staat zijn eigen risicovolle situatie in te schatten en/of te beoordelen ( de bewoner is gedesoriënteerd in tijd en ruimte en scoort minimaal 3 op de Katz - schaal voor dit criterium )
•
en/of hij verricht handelingen waardoor hij zichzelf of een ander in gevaar brengt
b. Multidisciplinair overleg o.l.v. de coördinator bewonerszorg om : •
een grondige analyse te maken van de (probleem)situatie
•
de voor- en nadelen van mogelijke fixatie én alle mogelijke alternatieven grondig af te wegen
•
de mening van de huisarts ook formeel mee te nemen in dit overleg – o.a. via notitie op het formulier communicatie huisarts / verpleegkundige )
•
concrete afspraken onder de betrokken zorgverleners te maken m.b.t. middelen, duur, locaties/situatie van de fixatie
c. Overleg met de betrokken contactpersonen : •
over de ‘probleemsituatie’ en ‘voorstel tot fixatie’ met coördinator bewonerszorg/maatschappelijk werker
•
het principe van geïnformeerde toestemming is een minimum
51
•
indien mogelijk ( voorwaarde : een betrokken familie ) beogen we een open en eerlijk overleg, een gemotiveerde en gedragen beslissing bij alle betrokken partners ( zorgverleners en familie)
De hoofdverpleegkundige maakt een beknopt verslag op van dit overleg en voegt dit toe aan het verzorgingsdossier.
Bij een acute situatie:
die de onmiddellijke invoering van een fixatiemaatregel vereist ( volgens behandeld team ) én in afwachting van een overleg met de betrokken contactpersonen kan fixatie reeds opgestart worden. De contactpersoon wordt evenwel onmiddellijk op de hoogte gebracht van deze situatie ( door coördinator bewonerszorg of de maatschappelijk werker )
d. Formulier gebruik vrijheidsbeperkende middelen bevat: -
de bedoeling van de fixatie ( de beoogde bescherming )
-
de fixatiemiddelen die gebruikt worden
-
de tijdstippen en de duur van de fixatie
-
de evaluatietijdstippen ( na 1 dag, 1 week, 1 maand )
-
de evaluatiecriteria ( wordt beoogde effect bereikt ? welke zijn de negatieve neveneffecten? zijn er nog steeds geen alternatieve handelingsmogelijkheden ?)
Op het zorgenplan wordt verwezen naar dit formulier m.b.t. gebruik vrijheidsbeperkende middelen ( dat eraan toegevoegd is ).
52
FORMULIER MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG MBT VRIJHEIDSBEPERKENDE MIDDELEN
NAAM BEWONER:
DATUM OVERLEG:
PROBLEEMSTELLING: •
Overdag:
•
’s Nachts:
DOELSTELLING FIXATIE:
ACTIES:
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL OVERDAG IN Toilet:……………………………. Stoel:…………………………….. Bed:……………………………… Fauteuil:…………………………. Rolwagen:……………………….. Andere:…………………………..
Akkoord familie,
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL NACHT IN Bed:………………………………………... Toilet:……………………………………… Fauteuil:…………………………………… Andere:…………………………………….
Akkoord huisarts,
53
Namens MDT,
FORMULIER MBT GEBRUIK VRIJHEIDSBEPERKENDE MIDDELEN Bewoner
:………………………………………………………………..
Startdatum : ……………………
Doel van de fixatie : …………………………………………
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL OVERDAG IN Toilet : Rolwagen : Stoel : Bed : Fauteuil : Andere :
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL NACHT IN Bed : Toilet: Fauteuil : Andere :
Evaluatie na 1 dag Evaluatie na 1 week Evaluatie op iedere teamvergadering aan de hand van onderstaande criteria : Wordt doel bereikt ?? Wegen de voordelen op tegen de nadelen ( lichamelijk/psychisch) ?? Nog echt geen alternatieven ??
54
5.1.1
Eigen bevindingen over de huidige procedure
Persoonlijk vind ik dat de procedure in een eenvoudige en duidelijke taal is geschreven. Het is in een begrijpbare taal opgesteld waardoor het mogelijk wordt dat ieder personeelslid in staat is om de procedure toe te passen.
Toch bevinden er zich nog enkele belangrijke leemtes in de fixatieprocedure. Een procedure is echter nooit afgewerkt. Daarom is het noodzakelijk om een opgestelde fixatieprocedure tijdig te evalueren en bij te sturen. Het is een blijvend evoluerend proces.
In het onderdeel “5.2 aanvullingen” zal ik een poging ondernemen om de procedure zo concreet mogelijk aan te vullen waarbij de huidige noden/leemtes van het rusthuis ingevuld worden met het oog op het centraal staan van de rusthuisbewoner.
Vanuit mijn standpunt vind ik het belangrijk dat de procedure ingeleid wordt met de visie en ethiek van de instelling rond fixatie. Eveneens vind ik het belangrijk om de mogelijke alternatieven duidelijk weer te geven in de fixatieprocedure. Deze lijst alternatieven biedt een hulp om niet direct over te stappen tot het fixeren van de oudere.
In de procedure zal ik ook een flowchart ontwerpen. Dit biedt een duidelijk overzicht van de te ondernemen stappen indien men wordt geconfronteerd met een mogelijke fixatie.
Persoonlijk vind ik het ook essentieel om een chemische fixatie te vermelden in de procedure. Theoretisch werd dit niet in de huidige procedure vermeld terwijl dit toch een belangrijke vorm is van fixatie.
55
5.2
Aanvullingen
5.2.1
Visie en ethische aspecten
Vanuit het standpunt maatschappelijk werk vind ik het belangrijk dat ieder rusthuis zijn eigen visie en ethiek vermeld in zijn fixatieprocedure. Ethiek hoort in een goed fixatiebeleid. In de procedure van het rusthuis “De Beiaard” staat niets vermeld over hun visie en ethiek. Daarom wil ik zeker dit thema toevoegen aan hun bestaande procedure.
Het is belangrijk om ons af te vragen wat de fixatiemaatregel bijbrengt aan de kwaliteit van onze rusthuisbewoner. De beslissing om een bewoner te fixeren moet eerder een uitzondering dan regel zijn. Degelijk afwegen is van uiterst belang! Als instelling maximaal de vrijheid van de rusthuisbewoner respecteren is cruciaal. Wat is het leven waard als de vrijheid ontbreekt? We horen de oudere te behandelen als een menswaardig persoon.
Als hulpverlener moeten we oog hebben voor het algemeen welbevinden van de oudere. We mogen ons niet beperken tot het fysieke. Naast het fysieke moeten we ook rekening houden met het ethisch, relationeel, sociaal en psychisch welbevinden. Het welzijn van de oudere staat centraal in de hulpverlening.
Als hulpverlener moeten we de ouderen individueel benaderen. Ieder mens is uniek. Ieder oudere beleeft iedere situatie anders. Fixatie zal op de ene oudere een grotere impact hebben dan op de andere. Vandaar dat het belangrijk is om die beleving bij de oudere te toetsen, hun ervaringen te laten uiten. Met welk gevoel worden ze geconfronteerd? Wat denken zij over de fixatie? Wat wensen zij? Wanneer de oudere niet in staat is om dit zelf te uiten of de situatie niet kan inschatten, kan je informeren bij de familie. Via de familie vragen wat de bewoner zelf zou gewild hebben. De familie kent goed de oudere met zijn verlangens en kan rekening houden met zijn verleden. Ruimte laten voor een open communicatie en overleg is noodzakelijk.
Wanneer een team zich afvraagt of een fixatie vereist is of niet, moet het team de bewoner en/of zijn familie erbij betrekken. De bewoner moet zijn verantwoordelijkheid kunnen behouden. Het is belangrijk om zijn autonomie en zelfbeschikkingsrecht te laten behouden, dit binnen zijn mentale mogelijkheden. De oudere moet de kans krijgen om zelf een beslissing
56
te nemen om al dan niet gefixeerd te worden. Wanneer de oudere nog wilsbekwaam is, dan moet het personeel als het ware de toestemming krijgen van de oudere.
Uiteindelijk mogen fixatiemaatregelen slechts bij uitzonderingen overwogen worden. Het vermijden van fixatie moet op de eerste plaats komen. Het beperken van de vrijheid vormt een bedreiging voor de persoonlijke waardigheid. Het is belangrijk om eerst te zoeken naar de meest humane alternatieven. Dit is de eerste vereiste opdracht vooraleer het team overgaat tot een fixatiemaatregel. Met de verschillende betrokken partijen de meest humane alternatieven analyseren , die de veiligheid van de oudere garanderen.
Een fixatiemaatregel mag enkel worden toegepast wanneer het gedrag van de oudere een ernstig risico voor zichzelf of een ander betekent. Of wanneer de alternatieven ontbreken, onvoldoende aanwezig zijn of falen. Als een oudere door deze redenen gefixeerd wordt, na een open overleg met alle betrokkenen, is het belangrijk dat er evaluatiemomenten worden gehouden. We moeten de vrijheid niet meer en niet langer beperken dan nodig. Zo’n maatregel heeft immers grote impact op de oudere zijn beleving, dus is het noodzakelijk om deze regel regelmatig te herzien en/of te evalueren. Op deze evaluatiemomenten is het noodzakelijk om stil te staan of -
de fixatiemaatregel nog zijn nut heeft,
-
een volledige fixatie niet kan worden herleid tot een gedeeltelijke fixatie,
-
het fixatiemiddel niet kan vervangen worden door een alternatief,
Respect,
open
het fixatiemiddel afgeschaft kan worden.
communicatie,
overleg,
individuele
benadering,
autonomie
en
menswaardigheid van de cliënt behouden, zijn belangrijke begrippen waarmee rekening moet gehouden worden bij het opstellen van een fixatieprocedure!
57
5.2.2
Flowchart
Persoonlijk nam ik het initiatief om de stappen van de procedure uit te werken in een stroomdiagram. Een stroomdiagram stelde ik op om de huidige situatie in verband met fixatie weer te geven. Zo ziet men in een diagram hoe de procedure in de instelling moet gevolgd worden.
In de procedure werd een onderscheid gemaakt tussen een acute en een niet - acute situatie. In het stroomdiagram hield ik hier tevens rekening mee. Ik probeerde op een duidelijke manier de verschillende stappen in een proces aan te geven. Een stroomdiagram vind ik overzichtelijker dan een doorlopende tekst. Zo lijkt de situatie minder complex voor de personen die de fixatieprocedure moet toepassen.
Het stroomdiagram kan toegepast worden bij iedere persoon waar er twijfel van fixatie opduikt na observatie van die persoon.
Een korte verklaring van de gebruikte symbolen in het stroomdiagram:
=
begin, einde
=
formulier, document, rapport
=
beslissing
=
ondernomen actie, stap
1
1
VOCA TRAINING & CONSULT, Totaal kwaliteitsmanagement. Handleiding voor het systematisch werken aan kwaliteit in gezondheids – en welzijnsvoorzieningen, Leuven: uitgeverij Garant, 2000
58
Om het stroomdiagram op te stellen, plande ik verschillende afspraken met de kwaliteitscoördinator van het rusthuis “De Beiaard”.
De kwaliteitscoördinator legde me de bestaande fixatieprocedure uit aan de hand van de geschreven procedure in het kwaliteitshandboek. Ze vond het een goed idee om de procedure uit te werken in een stroomdiagram.
Het stroomdiagram werd uitgewerkt op een A3-formaat. De affiche kan op de verschillende verpleegposten worden uitgehangen. Het kan op verschillende plaatsen opgehangen worden op momenten wanneer men opmerkt dat er te veel of te weinig wordt gefixeerd. Men kan de affiches ook uithangen op het ogenblik dat er zich verschillende probleemsituaties voordoen. Of wanneer een familie niet akkoord gaat met de fixatie van hun ouders.
Het stroomdiagram is als het ware een opfrissing voor het personeel. Het doet hen stilstaan bij de aanwezige procedure in het rusthuis “De Beiaard”. Met het stroomdiagram is het personeel zich bewust van de stappen die men onderneemt.
De affiche werd diverse keren aangepast in overleg met de kwaliteitscoördinator en de directie. Het was belangrijk om de stappen in een duidelijke taal weer te geven. Tevens moest er gelet worden op de juiste vakterminologie. Na goedkeuring van de kwaliteitscoördinator en de directie werd de affiche afgedrukt op A3-formaat.
Na de volledige correcte afwerking van de affiche kreeg ik de toestemming van de hoofdverpleegkundige en de directie om het stroomdiagram te presenteren en om de nodige informatie rond de huidige fixatieprocedure te verstrekken in een eerstvolgende teamvergadering.
Belangrijk is dat de personeelsleden een goed beeld krijgen van de fixatieprocedure die momenteel van kracht is in het rusthuis De Beiaard.
Het resultaat hiervan ziet u op de volgende pagina’s:
59
1. Acute / kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
ACUTE PROBLEEMSITUATIE Bespreken of informeren van de bewoner (indien mogelijk)
Geen multidisciplinair overleg, directe fixatie
Probleemomschrijving, fixatiemiddel noteren in het zorgenplan
Bespreking in team of bewonersbespreking
Verdere fixatie
Stop fixatie
Familie/huisarts en bewoner worden ingelicht
Invullen formulier m.b.t. gebruik vrijheidsbeperkende middelen
EVALUATIE SITUATIE
60
2. Niet - acute / niet kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
NIET- ACUTE PROBLEEMSITUATIE Bespreking in team of bewonersbespreking (analyse, oorzaken)
Zoeken naar alternatieven in team of bewonersbespreking Wel alternatief
Geen alternatief
Alternatief noteren in het zorgenplan
Voorstel fixatie (gedeeltelijk/volledig)
Uittesten alternatief Overleg met bewoner, familie, huisarts door hoofdverpleeg(st)er
Observaties noteren in het zorgenplan Tijdig evalueren
Niet akkoord
Akkoord
Verder overleg, eventueel met directie
Niet akkoord
Akkoord
Opmaak formulier fixatie, ondertekening door verschillende partijen De aanwezige partijen en de familie het formulier fixatie laten ondertekenen met een duidelijke vermelding: NIET AKKOORD
EVALUATIE SITUATIE 61
Een toelichting van de weergegeven procedure:
Eerst en vooral wordt er rekening gehouden met een opsplitsing tussen een acute en een niet acute knelsituatie. Het is belangrijk om hierin een duidelijk onderscheid te maken. Voor de twee verschillende mogelijke probleemsituaties wordt er een andere procedure gevolgd.
Een acute situatie is een situatie waarbij er zich plots een onverwachte, ernstige probleemsituatie voordoet. Op het ogenblik van zo’n acute situatie wordt de oudere meteen gefixeerd. Een kritieke situatie vereist een directe invoering van de fixatiemaatregel. Bij een niet - acute situatie is het fixeren minder dringend. Er is niet direct een reëel gevaar aanwezig.
Aan de hand van observatie stelt men (verpleegkundige, verzorgende, hoofdverpleegkundige, directie, familie, maatschappelijk werker …) de onveilige situaties vast. Wanneer men onveilige situaties opmerkt, is het van uiterst belang zich af te vragen of de fixatie een mogelijk actie wordt naar de toekomst toe. Tevens is het belangrijk om rekening te houden of het een acute of een niet - acute situatie is.
Enkele mogelijke oorzaken om fixatie te overwegen zijn: -
valpreventie
-
wegloopgedrag
-
positionering
-
plukgedrag
-
dwalen van de oudere in de gangen
-
onrustige bewoner
-
agressie tegenover anderen
-
…
62
Proces bij een acute situatie:
Wanneer er zich een acute situatie voordoet, informeert of bespreekt men (verpleegkundige, verzorgende, hoofdverpleegkundige) met de bewoner dat een fixatiemaatregel zal toegepast worden. Informeren is niet gelijk aan bespreken! Men informeert de bewoner van de fixatiemaatregel indien de situatie niet bespreekbaar is met de bewoner. In de meeste gevallen in het rusthuis “De Beiaard” worden de bewoners geïnformeerd want meestal is de bewoner niet in staat om de situatie te bespreken.
In een acute situatie is er geen multidisciplinair overleg, met andere woorden: men komt niet samen met de teamleden. Er wordt meteen overgegaan tot directe fixatie nadat men de bewoner informeerde. De directe fixatie moet genoteerd worden in het zorgenplan. Belangrijk hierbij is dat een duidelijke weergave schetsen van het probleem, de doelstelling van de fixatie en dat het gebruikte fixatiemiddel wordt vermeld.
Het personeelslid die de oudere fixeerde, brengt de andere personeelsleden zo snel mogelijk op de hoogte, zodat dit kan besproken worden in team of op de bewonersbespreking. Op deze bijeenkomst wordt er overleg gepleegd onder leiding van de hoofdverpleegkundige. Men gaat na of een verder fixatie of een stop van fixatie vereist is. Men beslist hierover gezamenlijk in team. Indien men onder het personeel niet tot een akkoord komt, neemt men de keuze van de familie voorop. Hun beslissing is dan bindend.
Indien een verdere fixatie vereist is, worden de familie van de bewoner en de huisarts ingelicht over de gemaakte afspraken rond de fixatie.
Wanneer de voorgaande stappen volbracht zijn, vult de hoofdverpleegkundige het formulier m.b.t. gebruik vrijheidsbeperkende middelen in. Hierop wordt de reden van de fixatie, het fixatiemiddel, de tijdstippen en duur van de fixatie, de momenten en criteria van evaluatie vermeld.
De gehele situatie wordt tijdig geëvalueerd. De evaluatietijdstippen zijn terug te vinden op het formulier
m.b.t.
vrijheidsbeperkende
middelen.
teamvergaderingen, dit is een vast agendapunt.
63
De
evaluatie
gebeurt
ook
in
Proces bij een niet - acute situatie:
Wanneer er zich een niet - acute situatie voordoet, bespreekt men de situatie op de eerstvolgende bewonersbespreking of teamvergadering. Volgende personen zijn aanwezig op een
bewonersbespreking:
hoofdverpleegkundige,
verpleegkundigen,
verzorgenden,
ergotherapeut, animator. In een teamvergadering is de directie ook aanwezig. Deze teamvergadering gaat één keer per maand door terwijl een bewonersbespreking minimaal twee keer per week doorgaat.
In het multidisciplinaire overleg of in de teamvergadering analyseert men grondig de probleemsituatie. Waar knelt het bij deze bewoner? Men gaat na wat een mogelijke oorzaak kan zijn van het gedrag. Men bespreekt de mogelijke voor- en nadelen van de fixatie voor deze bewoner.
In deze bewonersbespreking of teamvergadering gaat men op zoek naar mogelijke alternatieven. Het rusthuis wil de meest humane oplossing bieden voor de rusthuisbewoner. Men zoekt alternatieven vermits voor het rusthuis “De Beiaard” fixatiemiddelen niet thuishoren in een kwaliteitsvolle zorgverlening. De oudere moet zich vrij kunnen bewegen, dit is immers een basisvereiste voor een kwaliteitsvol leven. Tevens brengt het fixeren heel wat negatieve effecten met zich mee. Wanneer fixatie vermeden kan worden, dan vermijd je deze maatregel ook!
Wanneer er een alternatief voorhanden ligt, wordt dit genoteerd in het zorgenplan. Men test het alternatief gedurende enkele weken uit (afhankelijk van situatie tot situatie). De bewoner wordt op verschillende tijdstippen geobserveerd, zo kan men nagaan of het alternatief een nuttige oplossing biedt voor de bewoner. De verschillende observaties worden genoteerd in het zorgenplan. Tijdig wordt het alternatief geëvalueerd. Is het alternatief nog voldoende nuttig, is het alternatief nog noodzakelijk, biedt het alternatief een oplossing… ?
Wanneer er geen alternatief voorhanden ligt, stelt men een gedeeltelijke of volledige fixatie voor. Dit voorstel wordt besproken met de bewoner, de familie en de huisarts. Dit overleg gebeurt onder leiding van de hoofdverpleegkundige.
64
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gedeeltelijke en volledige fixatie. Een gedeeltelijke fixatie betekent dat er op bepaalde tijdstippen niet wordt gefixeerd (voorbeeld ’s nachts, over de middag, …). Een volledige fixatie wil zeggen dat de persoon altijd gefixeerd wordt, er is altijd een fixatiemiddel aanwezig. De persoon is altijd en volledig vrijheidsbeperkt.
Wanneer de familie akkoord gaat met de fixatiemaatregel en het voor hen ook de beste oplossing voor hun moeder of vader lijkt, dan wordt hen gevraagd het document fixatie te ondertekenen. Tevens wordt het document ook ondertekend door de andere aanwezige partijen.
Indien de familie niet akkoord gaat met de fixatie, dan wordt er verder overlegd, eventueel met directie indien dit noodzakelijk wordt geacht. Wanneer men na het verder overleg tot consensus komt om over te gaan tot fixatie, wordt tevens van de familie verwacht het document fixatie te ondertekenen. De andere aanwezige partijen ondertekenen ook het document (= gedeelde verantwoordelijkheid).
In beide situatie komt men tot een akkoord om over te gaan tot fixatie. Belangrijk is dat tijdig de fixatie geëvalueerd wordt. Het is belangrijk om zich af te vragen hoe de persoon omgaat met het fixatiemiddel. Er wordt naar een antwoord op volgende vragen gezocht: Is het fixatiemiddel uiteindelijk een oplossing voor het probleem? Is de fixatie nog noodzakelijk? Kan men eventueel van een volledige fixatie overstappen naar een gedeeltelijke fixatie?
Wanneer men na verder overleg niet tot een akkoord komt, wordt er gevraagd aan de familie om het document fixatie te ondertekenen met de duidelijke vermelding: “niet akkoord”. De andere aanwezige partijen ondertekenen ook het document, dit als bevestiging voor wat er werd besproken tijdens het overleg. Door dit document wordt de oudere niet gefixeerd omwille het respect van de keuze van de familie. Indien er dan iets gebeurt met de oudere, dan ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de instelling, maar ook bij de familie (= gedeelde verantwoordelijkheid).
65
5.2.3
Alternatieven
In dit onderdeel zoek ik samen met het personeel naar mogelijke humane alternatieven of oplossingen om de fixatieprocedure aan te vullen, zodat de kwaliteit van de rusthuisbewoner verhoogt.
In een fixatiearm beleid is het de bedoeling om het fixeren zoveel mogelijk te beperken. Het zoeken naar een alternatieve oplossing kan ertoe leiden dat het beperken van de vrijheid van de oudere onnodig is. Het rusthuis “De Beiaard” wil alternatieven aanbieden ter ondersteuning van het fixatiearm beleid binnen de voorziening.
Ik knoopte een gesprek aan met vijftien personeelsleden (bestaande uit verzorgend en verplegend personeel). Deze vijftien personen werden willekeurig aangeduid. Hun toestemming tot medewerking werd gevraagd. Iedereen was bereid om mee te werken.
De vijftien personen splitste ik op in vijf groepen van telkens drie personen. Met hen hield ik een uitgebreide brainstorming over mogelijk alternatieven die in de toekomst gebruikt kunnen worden.
Bij de aanvang van het gesprek gaf ik een korte inleiding waarbij ik het doel van de brainstorming uitlegde. Ik vermeldde dat ik het belangrijk vond om hun mening te kennen, omdat ze belangrijke actoren zijn voor het aanvullen van de fixatieprocedure. Zij hebben ervaring op de werkvloer. Zij staan het dichtst bij de rusthuisbewoners.
Vooraleer te starten met de effectieve brainstorming kregen de personeelsleden eerst tien minuten tijd om individueel enkele ideeën op papier uit te werken. Zelf gaf ik enkele voorbeelden aan om hen op weg te helpen. Vervolgens mochten ze hun ideeën in de groep uiten en hun gedachten wisselen over deze verschillende alternatieven.
Uit deze brainstorming kwamen er heel wat creatieve mogelijke alternatieven aan bod.
66
Volgende alternatieven kwamen aan bod: -
aromabad met lichte rustgevende muziek
-
een oudere krijgt veel medicatie, door de medicatie is de oudere versuft en is de kans groter tot vallen bij deze persoon oplossing: medicatie geleidelijk verminderen waardoor het risico tot vallen vermindert
-
een babyfoon
-
een oudere gedraagt zich lastig, hier kunnen we ons afvragen wat het dagschema bij de oudere thuis was, dan kunnen we dit dagschema eventueel toepassen in het rusthuis waardoor de oudere rustiger wordt en meer kan genieten van z’n verblijf in het rusthuis
-
gezichtsbehandeling
-
ouderen stimuleren om deel te nemen aan de activiteiten van ergotherapie en animatie
-
voetbad
-
voorzettafel na het eten tijdig wegnemen
-
de oudere een bad geven, 1 verpleegkundige in plaats van 2 zodat men meer tijd kan maken om de oudere een rustig bad te geven met een rustige babbel indien de oudere dit wenst
-
stressbal of stressbeer
-
knuffelbeer
-
het stimuleren om samen in groep te eten
-
wanneer de oudere zich lastig gedraagt, gesprek aangaan met de oudere en vragen wat er aan de hand is
-
snoezelruimte
-
oudere stimuleren tot zelfredzaamheid
-
gefixeerde ouderen tijdig evalueren; is fixatie niet meer nodig, stoppen met fixeren
-
wanneer er een persoon wordt gefixeerd, pauzes inlassen zodat de persoon niet constant gefixeerd zit, voorbeeld 4x per dag 15
67
minuten de oudere laten opstaan.. de volgende week 30 minuten … -
speuren naar de oorzaak van de onrust bij de oudere (ziek, voorwerpen die te ver liggen voor de oudere voorbeeld kadertje met foto van man)
-
meepraten in de fictieverhalen van de oudere
-
duidelijke afspraken maken met een bewoner omtrent tijdstippen, zodat er structuur bijgebracht wordt voor de oudere
-
de oudere betrekken bij beslissingen, informatief tewerkgaan, de bewoner niet uitsluiten
-
knuffelen
-
de oudere handdoeken laten plooien, zo heeft de oudere iets om handen
-
de oudere afleiden door een lichte achtergrondmuziek te laten afspelen (geen te luide muziek, want dit wekt irritatie en onrust in de hand, sommige ouderen worden geënerveerd)
-
intensieve massage
-
muziektherapie
-
vaste verzorgende/verplegende (vertrouwenspersoon) voor de oudere
-
nachtlampje
-
hekjes plaatsen aan de traphallen, zodat het naar beneden vallen wordt vermeden en waardoor de oudere niet gefixeerd moet worden in zijn/haar fauteuil
-
warme melk met honing voor het slapengaan
-
poging oudere te bedaren met een rustig gesprek (voorbeeld iets waarover de rusthuisbewoner graag praat, zo kan de persoon afgeleid en rustig worden)
-
de bewoner in een rustige omgeving brengen, niet in de drukke zithoek of cafétaria
-
rustige, aangename en huiselijke sfeer creëren (schilderijen, huisdieren, muziek, tv, eigen meubels, plantjes…)
68
-
familie stimuleren om hun familielid op een regelmatige basis te bezoeken (bewoners zijn vaak onrustig wanneer ze langere tijd zoon of dochter niet gezien hebben en roepen dan constant hun naam)
-
aromatherapie op kamer (verstuivers)
-
positioneringkussens gebruiken in bed in plaats van fixatieriemen zodat de oudere zich geen pijn kan doen wanneer hij zich beweegt
-
in plaats van medicatie bewoner in bed stoppen
-
sensors bij kamerdeur plaatsen
-
maximale begeleiding in de leefruimte, zodat bijvoorbeeld voorzettafels achterwege gelaten kunnen worden
-
de oudere helpen bij het eten
-
…
Dit is een overzicht van mogelijke alternatieven die personeelsleden, directie, familie, huisartsen en derden kunnen hanteren om de kwaliteit van de zorg voor de rusthuisbewoner te bevorderen. Hierbij moet rekening gehouden worden dat deze alternatieven niet voor iedere oudere een oplossing zijn voor het beperken van fixatie.
Het personeel vond het interessant dat ze hierbij betrokken werden. Men stond stil bij zaken waarbij men vooraf niet stilstond. Het zet de personeelsleden aan tot nadenken.
Het personeel voelde zich duidelijk aangesproken en meer betrokken bij de fixatieprocedure. Teamgeest is belangrijk voor teamwork.
5.3
Resultaat : aangevulde fixatieprocedure
Hieronder zie je het resultaat van de aangevulde vernieuwde fixatieprocedure. Volgende onderdelen zijn nieuw:
“Visie en Ethiek”, “Alternatieven”, “Verwante documenten: Flowchart”
69
F i x a t i e p r o c e d u
Fixatie van een bewoner Rust- en verzorgingstehuis
“De Beiaard”
r e
Gasthuisstraat 3 8970 Poperinge
057/ 33 40 30
70
V
isie en ethiek
___________________________________________________________________
Wij, directie en personeelsleden verkiezen een fixatie - arm beleid. We streven ernaar om de levenskwaliteit van onze rusthuisbewoners maximaal te bevorderen. Het gebruik van fixatiemateriaal gaat meestal gepaard met inbreuk op het respect voor de autonomie, de waardigheid en het algemeen welbevinden van de oudere. Vandaar is fixatie in onze instelling eerder een uitzondering dan regel! Slechts in uitzonderlijke situaties, wanneer de voordelen van het fixeren opwegen tegen de nadelen en de mogelijke humane alternatieven ontbreken of falen, gaat onze instelling over tot fixatie. Deze beslissing gebeurt in overleg met alle betrokken partijen! We hebben oog voor open communicatie binnen de instelling. Eveneens wordt iedere situatie individueel benaderd want iedere persoon is uniek en beleeft fixatie op een andere manier. Voor de ene oudere kan het een grotere impact hebben dan voor de andere. Met een goede grondhouding proberen we onze rusthuisbewoner op deze manier te beschermen tegen mogelijke schade van zijn algemeen welbevinden (fysiek, psychisch, relationeel en ethisch) en anderzijds willen we hun persoonlijke vrijheid maximaal respecteren.
D
oelstelling fixatieprocedure
___________________________________________________________________
- duidelijke afspraken maken m.b.t. het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen - een fixatiearm beleid aanmoedigen - steeds zoeken naar de meest humane begeleidingsmethode - open dialoog met diverse zorgverleners en familie als partner stimuleren - centraal houden van de levenskwaliteit van de bewoner
71
T
ermen en definities
___________________________________________________________________ 9 Vrijheidsbeperkende middelen: Onder fixatie, of gebruik van fysieke vrijheidsbeperkende middelen, verstaan we ‘het fysiek beperken van de bewegingsvrijheid van de bewoner’. Met andere woorden middelen die : -
aan of in de buurt van het lichaam van de bewoner worden aangebracht
-
verhinderen dat de bewoner zich vrij kan bewegen zoals hij wil (zelfstandig opstaan, stappen, draaien, zitten )
-
de bewoner niet zelf kan verwijderen en niet zelf onder controle heeft
-
als doel hebben de veiligheid/het welzijn van de bewoner ( of zijn medebewoners of personeel ) te garanderen.
Chemische fixatie is een andere vorm van vrijheidsbeperkende middelen. Bij deze fixatie wordt de bewegingsvrijheid ingeperkt door het toedienen van farmaca. Het voorschrijven van medicatie valt onder de bevoegdheid van de dokter en wordt toegediend door de verpleegkundige. 9 Een fixatie – arm beleid -
omdat vrijheidsbeperkende middelen niet echt passen in een kwaliteitsvolle zorgverlening (zich vrij kunnen bewegen is voor ieder van ons een van de basisvoorwaarden voor kwaliteit van leven)
-
omdat fixeren veel negatieve effecten heeft waarvan wij ons onvoldoende bewust zijn * lichamelijk: ontwikkeling decubitus, huidletsels ten gevolge van wrijving, incontinentie, obstipatie, spieratrofie en minder goede conditie, contracturen en toenemende afhankelijkheid… * psychologisch: sociale isolatie, frustratie/agressie, verlies van zelfrespect, apathie, depressie, verlies van autonomie en vermogen om invloed uit te oefenen …
-
omdat we onszelf willen opleggen te zoeken naar de meest humane oplossingen
72
9 Gebruikte fixatiemiddelen Het gebruik van volgende middelen wordt beschouwd als een fixatiemiddel:
- voorzettafel op rolwagen / zetel/ stoel - fixatieriemen voor pols, enkel of heup (type Zweedse banden,autogordel) - fixatievest voor de romp - verpleeglaken - onrusthekkens - aangepaste kleding (pyjama’s, broeken, vesten…) 9 Gedeelde verantwoordelijkheid In aansluiting op onze visie (onder andere een open huis met veel partners in de zorg) hanteren we als algemene benadering het overlegmodel tussen de betrokken partners dit wil zeggen : zorg is een gedeelde en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor vele partners (de bewoner zelf, de diverse professionele hulpverleners en de familie). Met andere woorden: geen individuele verantwoordelijkheid van de professioneel opgeleide verzorger, doch ook geen zaligmakend zelfbeschikkingsrecht of autonomie van de bewoner of zijn familie
A
lternatieven
___________________________________________________________________
In een fixatiearm beleid is het de bedoeling om het fixeren zoveel mogelijk te beperken. Het zoeken naar een alternatieve oplossing kan er toe leiden dat het beperken van de vrijheid van de oudere onnodig is. Het rusthuis “De Beiaard” wil alternatieven aanbieden ter ondersteuning van het fixatiearm beleid binnen de voorziening.
73
Overzicht van mogelijke aanwendbare humane alternatieven: 9 aromabad met lichte rustgevende muziek 9 een oudere krijgt veel medicatie, door de medicatie is de oudere versuft en is de kans groter tot vallen bij deze persoon oplossing: medicatie geleidelijk verminderen waardoor het risico tot vallen vermindert 9 een babyfoon 9 een oudere gedraagt zich lastig, hier kunnen we ons afvragen wat het dagschema bij de oudere thuis was, dan kunnen we dit dagschema eventueel toepassen in het rusthuis waardoor de oudere rustiger wordt en meer kan genieten van z’n verblijf in het rusthuis 9 gezichtsbehandeling 9 ouderen stimuleren om deel te nemen aan de activiteiten van ergotherapie en animatie 9 voetbad 9 voorzettafel na het eten tijdig wegnemen 9 de oudere een bad geven, 1 verpleegkundige in plaats van 2 zodat men meer tijd kan maken om de oudere een rustig bad te geven met een rustige babbel indien de oudere dit wenst 9 stressbal of stressbeer 9 knuffelbeer 9 het stimuleren om samen in groep te eten 9 wanneer de oudere zich lastig gedraagt, gesprek aangaan met de oudere en vragen wat er aan de hand is 9 snoezelruimte 9 oudere stimuleren tot zelfredzaamheid 9 gefixeerde ouderen tijdig evalueren; is fixatie niet meer nodig, stoppen met fixeren 9 wanneer er een persoon wordt gefixeerd, pauzes inlassen zodat de persoon niet constant gefixeerd zit, voorbeeld 4x per dag 15 minuten de oudere laten opstaan.. de volgende week 30 minuten … 9 speuren naar de oorzaak van de onrust bij de oudere (ziek, voorwerpen die te ver liggen voor de oudere voorbeeld kadertje met foto van man) 9 meepraten in de fictieverhalen van de oudere
74
9 duidelijke afspraken maken met een bewoner omtrent tijdstippen, zodat er structuur bijgebracht wordt voor de oudere 9 de oudere betrekken bij beslissingen, informatief tewerkgaan, de bewoner niet uitsluiten 9 knuffelen 9 de oudere handdoeken laten plooien, zo heeft de oudere iets om handen 9 de oudere afleiden door een lichte achtergrondmuziek te laten afspelen (geen te luide muziek, want dit wekt irritatie en onrust in de hand, sommige ouderen worden geënerveerd) 9 intensieve massage 9 muziektherapie 9 vaste verzorgende/verplegende (vertrouwenspersoon) voor de oudere 9 nachtlampje 9 hekjes plaatsen aan de traphallen, zodat het naar beneden vallen wordt vermeden en waardoor de oudere niet gefixeerd moet worden in zijn/haar fauteuil 9 warme melk met honing voor het slapengaan 9 poging oudere te bedaren met een rustig gesprek (voorbeeld iets waarover de rusthuisbewoner graag praat, zo kan de persoon afgeleid en rustig worden) 9 de bewoner in een rustige omgeving brengen, niet in de drukke zithoek of cafétaria 9 rustige, aangename en huiselijke sfeer creëren (schilderijen, huisdieren, muziek, tv, eigen meubels, plantjes…) 9 familie stimuleren om hun familielid op een regelmatige basis te bezoeken (bewoners zijn vaak onrustig wanneer ze langere tijd zoon of dochter niet gezien hebben en roepen dan constant hun naam) 9 aromatherapie op kamer (verstuivers) 9 positioneringkussens gebruiken in bed in plaats van fixatieriemen zodat de oudere zich geen pijn kan doen wanneer hij zich beweegt 9 in plaats van medicatie bewoner in bed stoppen 9 sensors bij kamerdeur plaatsen 9 maximale begeleiding in de leefruimte, zodat bijvoorbeeld voorzettafels achterwege gelaten kunnen worden 9 de oudere helpen bij het eten 75
W
erkwijze
___________________________________________________________________
Een fixatie verloopt slechts verantwoord en doelmatig nadat de volgende criteria toegepast worden: 9 De bewoner als uitgangspunt: -
is niet in staat zijn eigen risicovolle situatie in te schatten en/of te beoordelen (de bewoner is gedesoriënteerd in tijd en ruimte en scoort minimaal 3 op de Katz-schaal voor dit criterium)
-
en/of hij verricht handelingen waardoor hij zichzelf of een ander in gevaar brengt
9 Multidisciplinair overleg onder leiding van de coördinator bewonerszorg om: -
een grondige analyse te maken van de (probleem)situatie
-
de voor- en nadelen van mogelijke fixatie én alle mogelijke alternatieven grondig af te wegen
-
de mening van de huisarts ook formeel mee te nemen in dit overleg (onder andere via notitie op het formulier communicatie huisarts / verpleegkundige)
-
concrete afspraken onder de betrokken zorgverleners te maken met betrekking tot middelen, duur, locaties/situatie van de fixatie
9 Overleg met de betrokken contactpersonen -
over de ‘probleemsituatie’ en ‘voorstel tot fixatie’ met coördinator bewonerszorg/maatschappelijk werker
-
het principe van geïnformeerde toestemming is een minimum
-
indien mogelijk (voorwaarde :een betrokken familie) beogen we aan de hand van een open en eerlijk overleg
76
een gemotiveerde en gedragen beslissing bij alle betrokken partners (zorgverleners en familie) De hoofdverpleegkundige maakt een beknopt verslag op van dit overleg en voegt dit toe aan het verzorgingsdossier. Bij een acute situatie: die de onmiddellijke invoering van een fixatiemaatregel vereist (volgens behandeld team) én in afwachting van een overleg met de betrokken contactpersonen kan fixatie reeds opgestart worden. De contactpersoon wordt evenwel onmiddellijk op de hoogte gebracht van deze situatie (door coördinator bewonerszorg of de maatschappelijk werker) 9 Formulier gebruik vrijheidsbeperkende middelen bevat: -
de bedoeling van de fixatie (de beoogde bescherming)
-
de fixatiemiddelen die gebruikt worden
-
de tijdstippen en de duur van de fixatie
-
de evaluatietijdstippen ( na 1 dag, 1 week, 1 maand )
-
de evaluatiecriteria (wordt het beoogde effect bereikt? welke zijn de negatieve neveneffecten? zijn er nog steeds geen alternatieve handelingsmogelijkheden ?)
Op het zorgenplan wordt verwezen naar het formulier met betrekking tot het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen (dat hieraan toegevoegd is).
77
V
erwante documenten
___________________________________________________________________ FORMULIER MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG MBT VRIJHEIDSBEPERKENDE MIDDELEN
NAAM BEWONER:
DATUM OVERLEG:
PROBLEEMSTELLING: •
Overdag:
•
’s Nachts:
DOELSTELLING FIXATIE:
ACTIES:
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL OVERDAG IN Toilet:……………………………………………. Stoel:…………………………………………….. Bed:………………………………………………. Fauteuil:…………………………………………… Rolwagen:………………………………………. Andere:…………………………………………..
Akkoord familie,
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL NACHT IN Bed:…………………………………… Toilet:………………………………… Fauteuil:………………………………… Andere:…………………………………
Akkoord huisarts,
78
Namens MDT,
FORMULIER MBT GEBRUIK VRIJHEIDSBEPERKENDE MIDDELEN Bewoner:……………………………………………………………….. Doel van de fixatie: …………………………………………
Startdatum : ……………………
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL OVERDAG IN Toilet : Rolwagen : Stoel : Bed : Fauteuil : Andere :
GEBRUIKT FIXATIEMIDDEL NACHT IN Bed : Toilet: Fauteuil : Andere :
Evaluatie na 1 dag Evaluatie na 1 week Evaluatie op iedere teamvergadering aan de hand van onderstaande criteria : Wordt het doel bereikt ? Wegen de voordelen op tegen de nadelen (lichamelijk/psychisch)? Nog geen alternatieven mogelijkheden?
79
1. Acute / kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
ACUTE PROBLEEMSITUATIE Bespreken of informeren van de bewoner (indien mogelijk)
Geen multidisciplinair overleg, directe fixatie
Probleemomschrijving, fixatiemiddel noteren in het zorgenplan
Bespreking in team of bewonersbespreking
Verdere fixatie
Stop fixatie
Familie/huisarts en bewoner worden ingelicht
Invullen formulier m.b.t. gebruik vrijheidsbeperkende middelen
EVALUATIE SITUATIE
80
2. Niet - acute / niet kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
NIET- ACUTE PROBLEEMSITUATIE Bespreking in team of bewonersbespreking (analyse, oorzaken)
Zoeken naar alternatieven in team of bewonersbespreking Wel alternatief
Geen alternatief
Alternatief noteren in het zorgenplan
Voorstel fixatie (gedeeltelijk/volledig)
Uittesten alternatief Overleg met bewoner, familie, huisarts door hoofdverpleeg(st)er
Observaties noteren in het zorgenplan Tijdig evalueren
Niet akkoord
Akkoord
Verder overleg, eventueel met directie
Niet akkoord
Akkoord
Opmaak formulier fixatie, ondertekening door verschillende partijen De aanwezige partijen en de familie het formulier fixatie laten ondertekenen met een duidelijke vermelding: NIET AKKOORD
EVALUATIE SITUATIE
81
5.4
Presentatie en bespreking van de nieuwe fixatieprocedure
Na de volledige afwerking van de fixatieprocedure kreeg ik de toestemming van de directie en de verantwoordelijke hoofdverpleegkundige van het rusthuis “De Beiaard” om deze procedure te presenteren en te bespreken. Per afdeling werd een teamvergadering gehouden.
Bij de aanvang van de presentatie schetste ik een duidelijk beeld van de doelstelling van mijn scriptie. Nadien lichtte ik de essentie van mijn praktijkgedeelte toe.
Daaropvolgend lichtte ik de verschillende onderdelen van de procedure toe. Ik gaf uitgebreid uitleg bij de nieuwe onderdelen. Ik duidde het nut van een goede fixatieprocedure aan en gaf ook aan dat fixatie eerder een uitzondering dan regel moet zijn.
De personeelsleden waren heel opgetogen met de flowchart. Ze vonden het een duidelijk, overzichtelijk schema van de fixatieprocedure. Het is gemakkelijker om de procedure op deze manier te begrijpen. Zo weten ze concreet welke stappen ze moeten ondernemen wanneer er zich een acute of niet – acute situatie van fixatie voordoet.
Eveneens waren ze verwonderd over de uitgebreide opsomming van de alternatieven. Ik vernam dat ze het aangenaam vonden dat ze bij de brainstorming betrokken waren. Dit zette hen aan het denken. Velen brachten ook aan dat ze nu meer stilstonden bij de morele gevolgen voor de ouderen en zo onnodige fixatie proberen te vermijden. Ze vonden de lijst met alternatieven heel bruikbaar binnen de instelling.
Het team beschouwde de presentatie en bespreking een goede opfrissing. Het was reeds drie jaar geleden dat dit onderwerp aangebracht werd in een vergadering.
Mijn doelstelling werd gerealiseerd, ik voelde me geslaagd in mijn opdracht.
82
Besluit Het onderwerp: “een weldoordachte fixatieprocedure: een recht voor ouderen” is en blijft een boeiend thema om rond te lezen, te denken en te schrijven.
Vaak worden ouderen in rusthuizen om vage redenen gefixeerd. Het gebeurt zonder grondig overleg en toestemming van de arts, de familie of de oudere. Nochtans kunnen fixatiemiddelen heel wat negatieve gevolgen met zich meebrengen zowel fysiek en/of psychisch.
Om het onnodig fixeren te minimaliseren en te vermijden is het noodzakelijk dat er een eenduidige fixatieprocedure aanwezig is in het rusthuis. Een procedure die tot stand komt in overleg met directie, personeelsleden, familie en oudere. Een open communicatie speelt een belangrijke rol bij het opstellen van een procedure. Op deze manier wordt onderlinge onenigheid vermeden. Het welzijn van de oudere, het streven naar een menswaardige en respectvolle hulpverlening staat centraal.
Deze procedure is noodzakelijk om preventief mogelijke schade (fysiek en/of psychisch) te voorkomen en om de menswaardigheid van de oudere te behouden. Het is de bedoeling om als maatschappelijk werker het personeel aan te zetten tot nadenken om op een acceptabele, uniforme, eenduidige en weldoordachte manier de oudere al dan niet te fixeren. Het personeel gaat er te vaak vanuit dat fixatie de beste oplossing is. Men staat niet altijd stil bij de morele en fysieke gevolgen. Anderzijds is het ook de bedoeling om de instelling te stimuleren om maatschappelijke verantwoording te dragen. De procedure reikt als het ware een gemotiveerd advies aan om het welzijn van de oudere te bevorderen en kwaliteitsvolle zorg aan te bieden.
Persoonlijk vind ik het cruciaal om alternatieven in een procedure te vermelden, zo wordt er niet zomaar overgestapt naar een fixatiemaatregel. Alternatieven verhogen de kwaliteit van de zorg. Het zoeken naar alternatieven kan ertoe leiden dat het beperken van de vrijheid van de oudere onnodig is.
83
Aan zo’n
fixatieprocedure kan men blijven sleutelen. Daarom is het belangrijk om de
bestaande procedure regelmatig te bespreken, te evalueren en de nodige leemtes of problemen in te vullen. Eens er bepaalde leemtes of problemen aangevuld zijn, rijzen er steeds nieuwe vragen, opmerkingen, leemtes, problemen. Het is een blijvend noodzakelijk evoluerend proces.
Per slot van rekening is het moeilijk om zwart op wit te kunnen zeggen of fixatie verantwoord is of niet. Daarom is het belangrijk dat de instelling rekening houdt met de beleving van de oudere en/of zijn familie. De wensen van de ouderen moet de bovenhand krijgen in zo’n beslissingsmaatregel.
Pleiten voor hun rechten, hun belangen behartigen, inspraak van de oudere laten gelden, zorgadvies geven en maatschappelijke problemen signaleren zijn talrijke opdrachten binnen onze functie.
Als maatschappelijk werker wil ik de autonomie, menswaardigheid, wilsbeschikking, inspraak en het algemeen welbevinden van de oudere respecteren en behouden. Ik wil eveneens de rechten van de oudere laten gelden. Ze hebben recht op een leven dat nog het leven waard is.
Adviesnota
Doorheen m’n stageperiode kreeg ik een duidelijk zicht op de werking rond het fixatiebeleid van het rust – en verzorgingstehuis “De Beiaard”.
Graag geef ik nog enkele nuttige tips mee om de werking rond het fixatiebeleid te optimaliseren.
Om de huidige fixatieprocedure goed te laten evolueren, te bespreken en aan te vullen raad ik aan om te werken met een werkgroep fixatie en een werkgroep ethiek.
Op deze manier worden verschillende personen bij de fixatieprocedure betrokken en wordt een open communicatie en overleg mogelijk. Deze werkgroepen kunnen bestaan uit directie,
84
hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen, maatschappelijk werker, verzorgenden, animators, ergotherapeuten… (= multidisciplinair team)
Een werkgroep ethiek is interessant om collectief na te denken en stil te staan bij de ethische achtergronden van fixatie. Waar is in de instelling de ethiek nog niet verantwoord? Hoe kan men de levenskwaliteit van de oudere nog optimaliseren?
Een werkgroep fixatie vind ik persoonlijk noodzakelijk in een rusthuis of in een ziekenhuis. In deze werkgroep kan de bestaande fixatieprocedure regelmatig worden opgefrist bij het personeel. Eveneens kan men stilstaan bij de gebruikte fixatiemiddelen binnen het rusthuis. Men kan zich de vraag stellen of men nog bepaalde fixatiemiddelen verder wil hanteren of niet. In zo’n werkgroep is het ook aan te raden een lijst bij te houden van de gefixeerde ouderen. Aan de hand van deze lijst kan men overleggen of fixatie bij deze personen nog zijn nut heeft, of indien het mogelijk is om over te stappen van een volledige fixatie naar een gedeeltelijke fixatie, of indien het mogelijk is om het fixatiemiddel te vervangen door een humaan alternatief.
Als studente maatschappelijk werk startte ik een actief denkproces rond fixatie op. Dit met een positieve invloed op de werking binnen het rusthuis “De Beiaard”. Nu is het belangrijk dat dit denkproces blijvend wordt ondersteund. De actieve deelname zal verder gevoed worden mits de oprichting van een werkgroep ethiek en fixatie. Als maatschappelijk werker zou dit een belangrijke taak kunnen zijn om werkgroepen te ondersteunen en te begeleiden, dit wel in samenwerking met de directie en het multidisciplinair team.
Het is van belang dat de nieuwe aangevulde fixatieprocedure op proef wordt gesteld. Tijdens deze proefperiode is het goed om enkele evaluatiemomenten te houden. Het is belangrijk na te gaan hoe de kwaliteit en de werking van de nieuwe procedure is. Iedereen die met vragen, bemerkingen of problemen geconfronteerd wordt, kan dit uiten in het open overleg binnen het team. Indien nodig wordt de fixatieprocedure vernieuwd …
Het denkwerk rond de ethische achtergrond van fixatie is en blijft een kernopdracht om de belangen van de rusthuisbewoner te behartigen en te respecteren.
85
In Vlaanderen is er nood aan vaste en eenduidige richtlijnen, waardoor de instellingen op deze manier in staat worden gesteld om een goede fixatieprocedure op te stellen. Dit om alle mogelijke vormen van verwarring binnen het werkveld te vermijden.
86
Bibliografie
BOEKEN
APPELTANT, D. / BAEYENS, J.P. / BOESMAN, E. Bejaardenzorg:Wetgeving en praktijk. Actuele voorinformatie. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2005
BAKKER, H. / BEELEN, J. / NIEWENHUIZEN, C. De au van ouderdom. Ouderenmishandeling, perspectieven voor hulpverlening. Utrecht: uitgeverij NIZW, 1999
DEWACHTERE, D. / JANSSENS, A. Waarom vallen ouderen? Een zoektocht naar antwoorden en oplossingen. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2003
GASTMANS, C. / VANLAERE, L. Cirkels van zorg. Ethisch omgaan met ouderen. Leuven: uitgeverij Davidsfonds, 2005
GASTMANS, C. / DIERICKX, K. Ethiek in witte jas. Zorgzaam omgaan met het leven. Leuven: uitgeverij Davidsfonds, 2002
GOEMINNE, L. / DE RIDDER, D. / LIÉGEOIS A. Cahier ouderenzorg, fixeren of niet fixeren. Mechelen: uitgeverij Kluwer, 2003
LIÉGEOIS, A. Begrensde vrijheid: ethiek in de geestelijke gezondheidszorg. Kapellen: uitgeverij Pelckmans, 1997
SMET, M. Geweld en onveiligheidsgevoelens bij ouderen. Prevalentie en gevolgen. Brussel: verantwoordelijke uitgever Katrien Raeymaekers, 1998
SMET, M. Oud worden in een rusthuis: rust of onrust. Brussel: verantwoordelijke uitgever Katrien Raeymaekers, 1998
87
VOCA TRAINING & CONSULT Totaal kwaliteitsmanagement. Handleiding voor het systematisch werken aan kwaliteit in gezondheids – en welzijnsvoorzieningen, Leuven: uitgeverij Garant, 2000
TIJDSCHRIFTARTIKELS
CHRISTIAN, B. Nursing: Het gebruik van Zweedse banden en andere dwangmiddelen is voor zorgverleners soms emotioneel beladen, 2002
DROST-PLEGT, T.A. Verpleegkundig perspectief: Wat vinden ouderen van vrijheidsbeperkende maatregelen in het ziekenhuis?, 2002
HOLVOET, L. Onder Ons: Fysieke fixatie van zorgbehoevende personen, juni 2005
HOUWELING, H. Denkbeeld: Het gebruik van fixatiemiddelen in de psychogeriatrie: zweedse banden? Verzin iets beters!, 2002
JASPERS, M. / MUTSCHELLKNAUSS, M. Nursing: Als vrijheid en veiligheid botsen, oktober 2005
VANDEVEEGAETE, K. Visie: Ouderenmishandeling krijgt meldpunt, 2005
WWW - SITES
www.seniorennet.be
www.meldpuntouderenmishandeling.be
www.ortec-orthopedie.be
www.cbgs.be
88
POWERPOINTS
DENDOOVEN, M. Powerpoint: Vrijheidsbeperkende maatregelen in de ouderenzorg, 2003
VAN WESENBEECK, A. Powerpoint: Fixatie bij personen met dementie, 2004
VAN WESENBEECK, A. Powerpoint: De zin en onzin van fixatie bij valrisico. Valpreventie bij ouderen: een droom of werkelijkheid?, 2002
RAPPORTEN EN ONDERZOEKEN
KRIEK, F. / OUDE OPHUIS, R.J.M. Een verkennend onderzoek naar ouderenmishandeling, oktober 2003
PROVINCIAAL STEUNPUNT OUDERENMISHANDELING W.-VLAANDEREN Rapport: een verkennend onderzoek bij professionele zorg- en dienstverleners in W.-Vlaanderen, 2004
VANDEN BOER, L. / PAUWELS, K. Onderzoek CBGS: Oud zijn en zich oud voelen, 2003
VAN HEERWAARDEN, Y. / SCHAAFSMA, K. Je ziet het pas als je het gelooft. Preventie en bestrijding van ouderenmishandeling, 2005
ANDERE
HET PROVINCIEHUIS BOEVERBOS Vorming huisvestingsconsulenten, 2005 (vorming)
GASTMANS, C. Omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen in de zorg voor ouderen, 2004 (visietekst)
HOLLANDER, E. / KOOIKER, K. / TERMEER, H. / VAN DER VEEN, R. Signalement: oud en mishandeld (handleiding voor training van maatschappelijke werkers), 2001 89
TALLOEN, T. Opvattingen van verantwoordelijken voor het inhoudelijk zorgbeleid rond fysieke fixatie in Vlaamse rusthuizen. KUL, 2003 (scriptie)
VAN SLYCKEN, S. Bejaardenmishandeling. Dwangmiddelen in de bejaardenzorg: veiligheidsmaatregel en/of vrijheidsberoving? U. Gent, 1994 (scriptie)
VAN WESENBEECK, A. Het gebruik van een beslissingsboom voor fixatie bij dementerende rusthuisbewoners. KUL, 2001 (scriptie)
VAN WESENBEECK, A. Fixatiearme zorg: een praktijkvoorbeeld, 2001
VLAAMS MELDPUNT OUDERENMISHANDELING, Ouderenmishandeling, vroegdetectie. Alert zijn en geen spoken zien, 2004 (leidraad ouderenmishandeling)
90
1. Acute / kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
2. Niet - acute / niet kritieke situatie Observatie van een "onveilige" situatie
° fysiek: vallen ° psychisch: rondlopen, wegloopgedrag,…
ACUTE PROBLEEMSITUATIE
NIET- ACUTE PROBLEEMSITUATIE
Bespreken of informeren van de bewoner (indien mogelijk)
Bespreking in team of bewonersbespreking (analyse, oorzaken)
Geen multidisciplinair overleg, directe fixatie
Zoeken naar alternatieven in team of bewonersbespreking
Probleemomschrijving, fixatiemiddel noteren in het zorgenplan
Wel alternatief
Geen alternatief
Alternatief noteren in het zorgenplan Bespreking in team of bewonersbespreking
Voorstel fixatie (gedeeltelijk/volledig)
Uittesten alternatief Observaties noteren in het zorgenplan
Overleg met bewoner, familie, huisarts door hoofdverpleeg(st)er
Tijdig evalueren Verdere fixatie
Stop fixatie Niet akkoord
Akkoord
Familie/huisarts en bewoner worden ingelicht
Verder overleg, eventueel met directie
Invullen formulier m.b.t. gebruik vrijheidsbeperkende middelen
EVALUATIE SITUATIE
Niet akkoord
Akkoord
Opmaak formulier fixatie, ondertekening door verschillende partijen De aanwezige partijen en de familie het formulier fixatie laten ondertekenen met een duidelijke vermelding: NIET AKKOORD
EVALUATIE SITUATIE
E