Een browser voor ouderen
Auteurs: Anne Helmond, Heleen van der Klink, Cor Veninga, Gijs van der Zwaag E-mail:
[email protected] Onderdeel: Practicum Nieuwe Media Instelling: Universiteit van Amsterdam, Media Studies Docent: David Nieborg Datum: 9 januari 2006
Inhoudsopgave 1. Inleiding.....................................................................................................................................................3 2. GAS-analyse..............................................................................................................................................5 2.1 Goal ............................................................................................................................. 5 2.1.2 Doel van de productontwikkelaar ............................................................................ 5 2.1.3 Doel van de gebruiker ............................................................................................. 6 2.2 Audience....................................................................................................................... 6 2.3 Scope............................................................................................................................ 6 3. Thema’s .....................................................................................................................................................8 3.1 Iconen .......................................................................................................................... 8 3.2 Kleur ............................................................................................................................ 8 3.3 Typografie en tekst........................................................................................................ 9 3.4 Layout .......................................................................................................................... 9 3.5 Geluid en animatie ........................................................................................................ 9 3.6 Cognitie en gebruikersmodel.......................................................................................... 9 3.7 Context, metafoor, narratief en feedback .......................................................................10 3.8 Structuur......................................................................................................................10 3.9 Navigatie .....................................................................................................................11 4. Ontwerpproces.......................................................................................................................................12 4.1 Het begin.....................................................................................................................12 4.2 De eerste test/concept..................................................................................................13 4.3 De tweede test/concept................................................................................................14 5. Evaluatie ..................................................................................................................................................16 Bibliografie ..................................................................................................................................................18 Appendix I - ‘Pre’gebruikerstest...............................................................................................................19 Appendix II - Gebruikerstest I en II.......................................................................................................21 Appendix III - Gebruikerstest III............................................................................................................26 Appendix IV- Prototype............................................................................................................................30
2
1. Inleiding De sociale en economische vooruitgang in de wereld is een betekkelijk begrip. De wereld verandert steeds sneller en het aantal mensen dat deze veranderingen kan volgen in dit tempo en dus een graantje meepikken, wordt steeds kleiner. De kloof tussen hen en de mensen die dat wél kunnen wordt zodoende steeds groter. Aangezien vandaag de dag het gebruik van ICT (Information and Communications Technology) steeds meer wordt gezien als één van de steunpilaren van de sociale en economische vooruitgang,1 kan gesteld worden dat deze kloofvorming ook zeker van toepassing is in deze wereld. Sterker nog: het voortbestaan van de zogeheten informatie- en netwerkmaatschappijen alsmede kenniseconomieën hangt af van in hoeverre deze digitale kloven - ook wel digital divides -2 gedicht (kunnen) worden. Om dit behoorlijk te kunnen uitvoeren dient men zich te verdiepen in de maatschappij als geheel en bekijken wie van deze maatschappij toegang heeft tot ICT. Hoewel letterlijke toegang (vooral economisch en technisch gezien) grofweg zo’n beetje de belangrijkste graadmeter lijkt voor de mogelijkheid tot progressie van de (informatie) maatschappij, hangt er minstens zoveel af van wat er met deze toegang wordt gedaan, of kan worden gedaan. Als je de middelen hebt, maar je weet niet hoe je er mee om moet gaan, schiet je niets op, en raak je sociaal gezien alsnog buitengesloten, en draag je niet bij aan de kenniseconomie terwijl deze daar wél baat bij heeft. Er zijn een aantal (minderheids)groepen op wie dit van toepassing is. Factoren die hier een belangrijke rol spelen zijn sociaal economische status, inkomen, geslacht, opleidingsniveau, woongebied en vooral ook leeftijd.3 Deze laatste factor speelt een steeds belangrijkere rol aangezien de westerse wereld aan het vergrijzen is. Daarnaast gaat het er ook niet alleen om wíe er precies toegang kunnen, maar vooral wíe dat ook echt hebben en hóe. De kwaliteit van de toegang en het gebruik wordt belangrijker dan de kwantiteit. De steeds groter wordende groep ouderen hebben in principe wel toegang, maar maken er betrekkelijk weinig gebruik van. Dit heeft vooral te maken met het feit dat het te ingewikkeld is voor hen en te weinig geschoeid op zaken waaraan zij gewend zijn en waardoor ze geconditioneerd zijn. De technische vooruitgang gaat steeds sneller en de steeds groter wordende groep ouderen kunnen dit niet of steeds minder bijhouden. Het is dus zaak om hier een brug te slaan en voor deze groep een interface of browser te ontwikkelen die inspeelt op hun behoeften en hen de mogelijheden biedt zich als gebruiker te emanciperen. Hieronder volgt een verslag van de door ons gemaakte eerste mogelijke stappen richting zo’n interface of browser.
1
Selwyn, Neil. ‘Defining the ‘Digital Divide’: Developing a Theoretical Understanding of Inequalities in the Information Age’. 6 januari 2006. http://www.cf.ac.uk/socsi/ict/definingdigitaldivide.pdf: 3 2 Selwyn 2006: 4 (zie noot 1). 3 Selwyn 2006: 5 (zie noot 1).
3
Ten eerste zal door een GAS-analyse een aantal zaken goed vastgesteld worden, die belangrijk zijn voor het onderzoek. Hierdoor wordt namelijk bepaald wie we benaderen en vooral hoe en waarom. Vervolgens zullen bepaalde (visuele) aspecten of thema’s uitgebreid naar voren worden gebracht, die in de browser verwerkt zullen worden. Deze aspecten zijn door verschillende bronnen genoemd én in voorgaande colleges en modules naar voren gekomen als zijnde belangrijk om mee te nemen in het ontwerpproces voor de betreffende doelgroep. Daarna zal dit proces van ontwerpen uitvoerig worden beschreven, gevolgd door een korte evaluatie van onze bevindingen. Veel van de conclusies kunnen namelijk al rechtstreeks uit onze bevindingen worden getrokken, die uitvoerig zullen worden beschreven in het ontwerpproces en de gebruikerstests en zullen in deze evaluatie niet in detail worden besproken. De gebruikerstests zijn te vinden in de eerste drie appendices. Mocht er tijdens het lezen van dit verslag onduidelijkheid ontstaan over visuele aspecten omtrent de browser, dan kan ten allen tijde appendix IV geraadpleegd worden.
4
2. GAS-analyse In dit hoofdstuk zal de GAS-analyse uiteengezet worden. In een GAS-analyse worden de volgende onderwerpen behandelt: •
G= Goal (doel van het product)
•
A= Audience (doelgroep)
•
S= Scope (inhoud)
2.1 Goal Het doel geeft de reden weer waarom het nieuwe media product wordt ontwikkeld. Aan de ene kant heb je het doel van de productontwikkelaar om het product op de markt te brengen en aan de andere kant heb je het doel van de gebruiker om een product te gebruiken. 2.1.2 Doel van de productontwikkelaar In zijn boek bespreekt Barfield verschillende doelen die een productontwikkelaar kan hebben om een nieuw media product op de markt kan brengen. Zo kan een organisatie een product of een website gebruiken om een naam te vestigen, of het nieuwe media product kan een service zijn dat de organisatie levert aan haar klanten.4 De redenen die Barfield noemt zijn niet echt van toepassing op de browser waar wij een prototype van hebben gemaakt. Deze browser wordt vooral om sociale en niet om economische redenen ontwikkeld. Selwyn haalt in zijn artikel Bourdieu aan.5 Hij vertelt dat Bourdieu verschillende soorten kapitaal aanwijst: economisch kapitaal, cultureel kapitaal en sociaal kapitaal. Zelf voegt Selwyn daar nog technologisch kapitaal aan toe. Veel ouderen hebben niet geleerd hoe zij met computers om moeten gaan en hebben daarom hulp nodig als zij met een computer werken. Zij hebben op dit gebied een kleiner technologisch kapitaal dan mensen die jonger zijn en die met computers zijn opgegroeid. De ‘digital divide’ die er daarom is, is dus niet van economische aard, want de (meeste) ouderen hebben voldoende financiële middelen om een computer te kopen en een internetverbinding te betalen. De ‘digital divide’ komt voort uit een gebrekkig technologisch kapitaal. En het doel van de browser is om dit probleem te verhelpen. De browser is een vereenvoudigde versie van de gebruikelijke browsers, om onder andere het gebrekkige technologische kapitaal te compenseren.
4 Barfield, Lon, Design for new media: Interaction design for multimedia and the web, Harlow, Engeland: Pearson Education Limited, 2004: 161, 162. 5 Selwyn 2006: 13/15 (zie noot 1).
5
2.1.3 Doel van de gebruiker Barfield geeft in zijn boek enkele doelen aan die een gebruiker kan hebben om een nieuwe media product te gebruiken.6 Uiteraard kun je niet alle mensen in een doelgroep over een kam scheren, maar over het algemeen zal een oudere het internet niet gebruiken voor ‘entertainment’ (bijv. muziek of films downloaden). Zij zullen ook niet geneigd zijn om producten online te kopen, omdat zij dit liever in een gewone winkel zullen doen. Ouderen zullen de computer vooral gebruiken om informatie in te winnen (bijvoorbeeld treintijden bij de NS) en om te communiceren (en dan niet om te chatten, maar eerder een e-mail versturen naar een dochter, een kleinkind, of een vriend die in het buitenland woont). Het is belangrijk om de doelen van de gebruiker te kennen, omdat daar rekening mee gehouden moet worden met het ontwikkelen van je nieuwe media product. Zo heeft het bij onze browser geen zin om een link naar online shops in de browser te verwerken, of links naar websites waar je muziek kunt downloaden. 2.2 Audience Onze primaire doelgroep bestaat uit ouderen in Nederland. De doelgroep ouderen is niet een afgebakende doelgroep. Want wanneer is men een oudere? Als men 55+ is, of als men gepensioneerd is? Als we nu weer de ‘digital divide’ in oogschouw nemen, dan behoort men als 55-plusser tot onze doelgroep als men een ‘have not’ is, zoals Selwyn dit beschrijft.7 We kunnen bij ouderen een tweetal soorten ‘have nots’ onderscheiden: 1. Ouderen die geen financiële middelen hebben om een computer en internetverbinding te veroorloven. (of die geen beschikking tot een computer hebben via bijvoorbeeld het bejaardentehuis waar zij woonachtig zijn). Dit is een gebrekkig economisch kapitaal 2. Ouderen die deze financiële middelen wel hebben, maar die een gebrekkig technologisch kapitaal hebben. De tweede groep is onze doelgroep. Met onze browser kunnen wij er niet voor zorgen dat mensen toegang krijgen tot een computer an sich. Maar wij kunnen het wel vergemakkelijken als zij een computer tot hun beschikking hebben, om toegang te krijgen tot het internet. Verder is onze doelgroep Nederlands, aangezien de browser bewust in het Nederlands is ontwikkeld. (Dit is gedaan om de browser zo eenvoudig mogelijk te houden). 2.3 Scope In een GAS-analyse wordt bij het onderdeel scope uiteengezet welke inhoud het product nodig heeft om aan het doel te voldoen en om aan de wensen, eisen en benodigdheden te voldoen die
6 7
Barfield 2004 : 163 (zie noot 4). Selwyn 2006: 4 (zie noot 1).
6
de doelgroep aan het product stelt. Dit wordt echter uitgebreid behandelt in de volgende hoofdstukken bij de thema’s, het ontwerpproces en de evaluatie, waarbij elke keuze om iets in de browser te plaatsen door ons wordt verantwoordt. Elk onderdeel in de browser heeft een functie; dit was noodzakelijk om de browser zo eenvoudig mogelijk te houden. In deze zal dus niet dieper op de scope/ inhoud van de browser ingegaan worden. Wij hebben ons alleen bezig gehouden met het ontwerpen van een browser. Dus de scope van ons ontwerp behelst enkel de functies en de layout en dergelijk van de browser. Alles wat buiten de browser valt, hebben we buiten beschouwing gelaten. Onze zoekfunctie, bijvoorbeeld, is gekoppeld aan Google, maar binnen onze reikwijdte vallen niet de “onrelevante” zoekresultaten die Google geeft.
7
3. Thema’s In het artikel 'Research-Derived Web Design Guidelines for Older People' van Kumiawan en Zaphiris worden enkele zogenaamde guidelines gegeven voor het ontwerpen voor ouderen. Deze guidelines hebben de auteurs opgesteld na het bestuderen van meer dan honderd papers op het gebied van HCI en ouderen. Tevens is de praktische waarde van deze guidelines onderzocht met behulp van testen bij experts en gebruikers.8 Dit artikel is dan ook een belangrijke bron geweest tijdens het ontwerpproces. 3.1 Iconen Een van de guidelines betreffende iconen is dat deze simpel en betekenisvol moeten zijn. De iconen zijn dus met opzet zeer eenvoudig gehouden en geven slechts de essentie weer. Zoals Barfield stelt hebben iconen een link met de echte wereld, hetgeen ook in onze iconen terug te vinden is. De iconen maken duidelijk deel uit van één icoonfamilie/huisstijl, omdat ze dezelfde kleur, stijl en layout en gewicht hebben.9 De belangrijkste reden om voor iconen te kiezen is omdat ze bij het verwerken ervan de hersenen minder belasten dan tekstuele opties.10 Dit wordt ook ondersteund door Kurniawan en Zaphiris: “...cognitive and motor impairments also prevent older people from interacting with the Web effectively and efficiently”11. Tevens is het goed om iconen met begeleidende tekst te combineren zodat zowel de snelheid van de toegang tot symbolen benut wordt, als de duidelijkheid van de tekstuele ondersteuning.12 3.2 Kleur De basiskleur van de browser is met opzet licht-grijs en niet wit, omdat zoals Barfield stelt: “... care should be taken with large amounts of white space on computer screens as this results in a lot of glare and older users can find it difficult to cope with such high levels of glare”. Kurniawan en Zaphiris ondersteunen dit punt in hun guidelines. Zij stellen tevens dat voor oudere gebruikers blauw en groen vermeden moeten worden, hetgeen in dit ontwerp dan ook gedaan is. Verder is er gekozen voor zwarte tekst op een lichte (gekleurde) achtergrond-, om, door middel van een hoog contrast, de tekst zo leesbaar mogelijk te maken. Dit wordt door zowel 8Kurniawan, Sri en Panayiotis Zaphiris 'Research-Derived Web Design Guidelines for Older People': versie 2005. 30 december 2005. http://portal.acm.org/citation.cfm?id=1090785.1090810: 129 9Barfield 2004: 98 (zie noot 4). 10Barfield 2004: 92 (zie noot 4). 11Kurniawan en Zaphiris 2005: 129 (zie noot 8). 12Barfield 2004: 93 (zie noot 4).
8
Barfield als Kurniawan en Zaphiris aangeraden. 3.3 Typografie en tekst Kurniawan en Zaphiris raden aan om een sans-serif font van grootte 12-14 te gebruiken. In de eerste versie van de browser is gebruik gemaakt van een 14-punts serif font. De reden dat geen enkel testpersoon een opmerking maakte over de leesbaarheid van de tekst, is waarschijnlijk omdat het een paper-test betrof. En serif-fonts staan juist bekend om hun goede leesbaarheid op papier. Het font zal dus in een volgende versie aangepast moeten worden. Er is weinig gebruik gemaakt van tekst, maar de tekst die er is, is kort en bondig. De toon van het taalgebruik is neutraal en consistent. 3.4 Layout De layout van de browser is met opzet vrij sober om zo de cognitieve belasting te verlagen. Tevens is er sprake van een vrij simpele en consistente layout, zodat er geen verwarring ontstaat. 3.5 Geluid en animatie Kurniawan en Zaphiris geven een goede reden om geen gebruik te maken van animatie: “on-screen animations can distract the older user, placing too much strain on their cognitive capabilities”13
Het zo laag mogelijk houden van de cognitieve belasting blijkt een van de belangrijkste principes te zijn voor het ontwerpen voor ouderen. Tevens raden ze ook af om tekst te vervangen door spraak: The use of sound as an output device can potentially resolve issues surrounding ageing-related visual impairment. However, many older people are also hard of hearing, thus the benefits of audio output are lost. Moreover, they may be operating the computer in a noisy environment, or one in which sound output would be disruptive such as in a computer centre of an elderly organizations. 14
3.6 Cognitie en gebruikersmodel Zoals hierboven beschreven is het nodig om de cognitieve belasting van de oudere gebruiker zo laag mogelijk te houden. Wij hebben dit getracht op twee manieren te doen: door bepaalde interface keuzes en door de keuze voor een flatscreen: “Touchscreens are often integrated into applications directed at novice users in which the keyboard can be eliminated and touch is the main interface mechanism”15
Door middel van de bestudering van relevante literatuur en interviews met onze doelgroep 13Kurniawan
en Zaphiris 2005: 129 (zie noot 8). en Zaphiris 2005: 129 (zie noot 8). 15Schneiderman, Ben & Catherine Plaisant. Designing the user interface. Strategies for effective human-computer interaction. Londen, Engeland: Pearson Education Inc, 2005: 361 14Kurniawan
9
hebben we geprobeerd een goed inzicht te krijgen in het gebruikersmodel van de potentiële gebruiker onze browser en naar aanleiding van dat model een ontwerpmodel opgesteld. De literatuur die we gebruikt hebben, bestaat uit enkele papers over oudere gebruikers van interfaces en gebruikers met zogenaamde disabilities. Deze disabilities spelen een grote rol in zowel het gebruikersmodel als het ontwerpersmodel, of zoals Zajicek stelt: Impairment of short-term memory causes problems in developing conceptual models at the interface and in developing strategies for software use.16
3.7 Context, metafoor, narratief en feedback De context waarin onze browser geschikt is, is zowel thuis, als in een verpleegtehuis of verzorgingstehuis. Een touchscreen is vrij robuust en kan goed functioneren op plekken waar veel gebruikers zijn. Zoals Barfield stelt worden metaforen gebruikt om “using something that people are already familiar with to describe something that they are not familiar with”, waardoor de leercurve verlaagd wordt.17 De print-metafoor uit ons ontwerp werd door één testpersoon niet goed begrepen, dit kwam door het feit dat deze persoon nog niet bekend was met een printer. Een uitgebreidere test zou moeten uitwijzen of het een geschikt metafoor is, aangezien de overige testpersonen geen probleem hadden met deze metafoor. Twee andere metaforen die problemen opleverde waren het vergrootglas voor de opdracht zoeken en de plus- en mintoetsen voor in- en uitzoomen. Bij navraag bleek dat het meer aan het ontwerp dan aan de metaforen zelf lag. Deze metaforen zullen dus opnieuw ontworpen moeten worden in een volgende versie. De overige metaforen, huis voor thuis en toetsenbord voor tekst typen werden goed begrepen. Er is niet echt sprake van een uitgebreid narratief, maar er is wel sprake van een bepaalde flow in het gebruik van de interface. Er is immers sprake van continuïteit door de gebruiker altijd te laten weten wat het systeem aan het doen is (AUB even wachten, de pagina laadt). Dit hangt samen met de gebruikte feedback in het systeem. Tijdens het eerste gebruik van de interface wordt door het systeem op elke actie feedback gegeven als een soort van introductie. Deze feedback is later altijd weer op te vragen door middel van de help-knop. 3.8 Structuur In eerste instantie is er sprake van een structuur voor verschillende gebruikers. De optimale uitvoering van de browser zal namelijk verschillende modi bezitten, afhankelijk van de ervaring
16 Zajicek,
Mary. 'Interface Support for Elderly People with Impaired Sight or Memory' 6th ERCIM Workshop “User
Interfaces for All”. 4 januari 2006. http://ui4all.ics.forth.gr/UI4ALL-2000/files/Short_papers/Zajicek.pdf. 17 Barfield
2004: 303 (zie noot 4).
10
en de wensen van de gebruiker. Wij hebben echter de basis modes uitgewerkt, deze bezit de basisfuncties en heeft dan ook een vrij eenvoudige structuur. Er is sprake van een zogenaamde boomstructuur, waarvan de structuur oppervlakkig is. Er zijn op het hoofdniveau slechts enkele mogelijkheden met weinig tot geen sub-mogelijkheden. We hebben de structuur met opzet zo oppervlakkig mogelijk gehouden, om de oudere gebruikers niet te veel keuzes te geven en niet te diep in een structuur te laten geraken, waarbij ze de weg zouden kunnen kwijtraken. 3.9 Navigatie Een duidelijke navigatie is zeer belangrijk om tot de inhoud te komen en dit geldt met name voor oudere gebruikers. Één van de veertien guidelines voor algemene toegankelijkheid die het Web Accessibility Initiative heeft opgesteld, is dan ook: “Provide clear navigation mechanisms.” 18 Een belangrijke reden waarom een goede navigatie van belang is voor ouderen, is omdat [...] These include a decline in working memory, which was evidenced from the problems older Web users had remembering which pages they have seen, or how they arrived at the current page.19
Dit probleem hebben wij proberen te ondervangen door rechts-bovenin aan te geven waar de gebruiker zich bevindt. Tevens hebben wij het “gebruik” van pop-ups en scrollbars verhinderd, zodat alle informatie zich altijd op één en dezelfde pagina bevindt, hetgeen aangeraden wordt door Kurniawan en Zaphiris.
18McCracken,
Daniel D. and Rosalee J. Wolfe, User-centered website development: A human-computer interaction approach, Upper Saddle River, NJ: Pearson Prentice Hall, 2004: 224 19 Kurniawan en Zaphiris 2005: 130 (zie noot 8).
11
4. Ontwerpproces Wij vinden het relevant om, naast het theoretiseren van ons uiteindelijke prototype, te laten zien hoe wij tijdens het ontwerpen van de browser voor ouderen te werk zijn gegaan. Daarom volgt hier een kort verslag over het proces dat wij hebben doorlopen om tot ons eindresultaat te komen. Binnen deze paragraaf willen we met name de nadruk leggen op de verantwoording voor onze designkeuzes vanuit onze eigen ervaring en beleving. De theoretische verantwoording van het uiteindelijke prototype komt in de paragraaf 'Thema's' aan de orde. 4.1 Het begin Aan het begin van ons ontwerpproces hebben we een brainstormsessie gehouden, waarin we zonder grondige theoretische onderbouwing enkele functies van en vereisten aan onze browser op papier stelden. Tijdens de allereerste brainstormsessie kwam als voornaamste punt naar voren dat we onze interface wilden baseren op een touch screen interface. Ons argument destijds was dat het gebruik van een toetsenbord en muis voor ouderen wellicht verwarrend was en uit ervaring met eigen grootourders wisten we dat het indrukken van toetsen op een toetsenbord voor sommige ouderen lastig was.
Illustratie 1: Een van de eerste brainstormsessies
Een touch screen waarbij de toetsen zo groot gemaakt kunnen worden als men wenst kan hierbij een oplossing bieden. Deze keus zorgde er bovendien voor dat vrijwel alle designkeuzes die we hierna op basis van dit uitgangspunt zouden maken, softwareafhankelijk zouden zijn, aangezien ons ontwerp op deze manier vrijwel onafhankelijk is van randapparatuur van derden, zoals het toetsenbord en een muis. Ons prototype is door deze designkeuze enkel nog afhankelijk van een beeldscherm, waarbij we rekening zouden moeten houden met verschillende groottes en resoluties van computerschermen. Een scherm dat als ‘input device’ wordt gebruikt, zo bleek uit de door ons gebruikte literatuur, dient een redelijk grote afmeting te hebben. Hierdoor lopen oudere gebruikers niet het gevaar per ongeluk een andere toets dan bedoeld in te drukken doordat die door de afmeting van het scherm te dicht bij elkaar komen te staan.20 Een designkeuze die ook tijdens deze brainstormsessie naar voren kwam, en die
20
Umemuro, H., ‘Lowering Japanese elderly users' resistance towards computers by using touchscreen technology’, Universal Access in the Information Society, 3(3), 2004: 286.
12
samenvalt met onze keuze voor een touchscreen, was de keus voor een 'on-screen' toetsenbord. Aangezien we het conventionele toetsenbord wilden laten vervallen vanwege de reeds genoemde afhankelijkheid van ontwerpkeuzes van derden, moesten we deze wel in ons ontwerp opnemen. Indien we dit niet zouden doen had de gebruiker immers geen manier om tekst in te voeren in de browser. Optioneel hadden we ook voor spraakherkenning kunnen kiezen binnen ons ontwerp. De moeilijkheid daarbij is echter dat ouderen vaak een andere woordenschat hebben dan de jeugdigere gebruikers waar deze software doorgaans op is afgestemd. Bovendien spreken veel ouderen een bepaalde vorm van dialect, waar spraakherkenningprogramma’s niet op gemaakt zijn. Daarnaast levert het gebruik van spraakherkenning mogelijk problemen op in openbare ruimtes zoals computerzalen in bejaardentehuizen: wanneer veel personen in een besloten ruimte door elkaar spreken kan het spraakherkenningprogramma in de war raken. Vandaar onze initiële keus voor een 'on-screen' toetsenbord, wat deze problemen omzeilt. De laatste keuzes die we tijdens deze brainstormsessie hebben gemaakt omvatten een aantal knoppen die in de interface terecht zouden komen. De belangrijkste daarvan was de 'help' knop in de vorm van een groot vraagteken, wat contextgerelateerde hulp moest bieden aan de gebruiker van de browser. Context gerelateerd wil zeggen dat de browser bijvoorbeeld herkent dat oma een document probeert af te drukken, en daarbij op help drukt. Het helpsysteem reageert daarop met de vraag 'heeft u hulp nodig met afdrukken', enzovoorts. Het idee hierachter was om het de oudere gebruiker gemakkelijk te maken om hulp te zoeken, zonder dat hij/zij eindeloos binnen een handleiding hoeft te bladeren of zoeken. Ten slotte kwam uit deze eerste brainstormsessie naar voren dat onze browser in elk geval de knoppen 'afdrukken', 'vorige' en 'volgende' diende te hebben, net zoals andere browsers. 4.2 De eerste test/concept Naar aanleiding van de keuzes zoals gemaakt tijdens de eerste brainstorm hebben we een aantal concept browsers gemaakt op papier, zoals te zien in illustratie 2. Hiervan hebben we er één getest op een potentiële gebruiker. Zie voor een samenvatting van deze test en een schets van de eerste versie in appendix I. Zoals in de appendix valt te zien bevatte deze eerste Illustratie 2: Concepten browser
13
geteste browser alle uit de brainstorm naar voren gekomen onderdelen en een aantal extra knoppen, zoals 'instellingen', de navigatieknop in het midden en de 'pagina x van x' melding rechts bovenin het scherm. Ook de – en + iconen, gebruikt om in en uit te zoomen, waren nieuw. Uit de test bleek dat met name de navigatieknop in het midden van de browser een aanwinst was, en dat we iconen zo veel mogelijk moesten ondersteunen door tekst om hun betekenis duidelijk te maken. Ook Barfield maakt hier in zijn boek melding van.21 Daarnaast werd de 'pagina x van x' melding als zeer prettig ervaren. Hiermee brengen we het concept van bladeren door een boek terug in de browser. De browser onthoudt op welke sites de gebruiker is geweest en met behulp van de 'vorige' en 'volgende' knoppen kan hij/zij door zijn bezochte pagina's bladeren. 4.3 De tweede test/concept Nu de eerste usertest was gedaan, hebben we gezamenlijk de uitkomsten daarvan besproken. Hieruit kwam een aangepast concept, waarbij de voornaamste verandering lag in de tekstuele ondersteuning van de iconen. Daarnaast hebben we er in dit tweede concept voor gekozen om overbodige informatie uit het eerste uiteindelijke concept weg te laten zoals de titel van de pagina, aangezien het nut hiervan niet duidelijk naar voren kwam uit de eerste usertest. Voor dit twee concept hebben we ook voor het eerst gebruik gemaakt van kleur. Zie de paragraaf 'Thema's' voor een theoretische toelichting van de kleurenkeuze. Ons tweede concept valt te zien in illustratie 3. De belangrijkste toevoeging aan het tweede concept van de browser is dat we de manier van navigeren van door de browser nader gedefinieerd hebben. Het browsen naar websites zou werken door middel van Google Suggest: men typt een zoekwoord in op het onscreen toetsenbord en men gaat direct naar een webpagina die met dat woord te maken heeft. Als alternatief kan men een URL (webadres) intypen, waarop men
Illustratie 3: Tweede concept
direct naar dat adres gaat. Dit alles zou moeten werken via de knoppen toetsenbord en zoeken, 21
Barfield 2004: 93 (zie noot 4).
14
links bovenin het scherm. Naast deze manier van browsen moest de gebruiker ook een startpagina ter beschikking hebben, waar functies op zijn ondergebracht die niet gedurende de hele browsersessie zichtbaar in beeld hoeven te zijn. Hiertoe behoort de 'mijn 10 meest bezochte pagina's' functie, vergelijkbaar met een favorietenoptie bij een gewone browser. Middels de knop 'home' kan men te allen tijde terugkeren naar deze pagina. Ook de werking van de knop 'afdrukken' hebben we voor het tweede concept verder uitgewerkt. Na het drukken op deze knop zou een klein schermpje moeten verschijnen met een afdrukvoorbeeld. Met behulp van de navigatieknop in het midden zou men kunnen in en uitzoomen op dit voorbeeld en het geheel kunnen verplaatsen, zodat precies dat deel van de pagina kan worden afgedrukt dat zichtbaar is in het voorbeeld. Dit leek ons nuttig, aangezien er bij veel programma's vaak verwarring ontstaat tussen het user model van de gebruiker en de ontwerper als het gaat om afdrukken. De fout die vaak gemaakt wordt is dat de uiteindelijke afdruk er niet uit ziet zoals op het scherm.22 Nadat de 'look and feel' van ons tweede concept was vastgesteld, hebben we ook deze op papier getest met behulp van potentiële gebruikers. Dit maal wat uitgebreider dan de eerste keer. Hieruit bleek uiteindelijk dat we veel juiste designkeuzes hadden gemaakt. Met name het gebruik van Google Suggest voor het zoeken naar webpagina's en het concept 'pagina x van x' viel goed in de smaak bij de testpersonen. Daarnaast werd het contextgevoelige hulpsysteem ook al prettig ervaren. Wat soms minder duidelijk was, waren de metaforen van de iconen. Zo was niet duidelijk dat + en – gebruikt konden worden om in te zoomen. In plaats daarvan werd het vergrootglas van de zoekknop aangezien voor inzoomknop. Zie voor een uitgebreid verslag van de tweede reeks gebruikerstesten in appendix II en III. Uiteindelijk hebben we de ervaringen uit beide user tests meegenomen in het ontwerp van het uiteindelijke prototype, welke nader besproken wordt in de paragraaf 'Thema's' en deel II van dit concept designdocument.
22
Barfield 2004: 180 (zie noot 4).
15
5. Evaluatie Zoals is gebleken uit de diverse gebruikerstesten en brainstormsessies is het zaak om bruggen te slaan op verschillende manieren met deze steeds groter wordende groep (potentiële) gebruikers. Het is aan de ene kant een steeds groter wordende groep (vergrijzing), en dus voor de commercie een interessante markt en aan de andere kant een groep waar men omzichtig mee om dient te gaan. Je kunt ouderen niet zomaar van alles aanbieden en ervan uitgaan dat ze zonder hulp leren om met computerhardware en software om te gaan. Er zijn bijvoorbeeld al grote verschillen tussen de media waar ouderen grotendeels mee zijn grootgebracht en het medium waar nu mee gewerkt dient te worden. Ouderen zijn daar zonder meer door geconditioneerd, maar daar dient men zich ook weer niet geheel blind op te staren. Er bleek onder meer uit de gebruikerstests dat de meeste ouderen toch niet een geheel onbeschreven blad zijn wat betreft nieuwe technieken. Het is meer de hoeveelheid informatie en het complexe uiterlijk van de meeste media en browsers dat hun hoofd doet tollen. Vandaar dat het zaak is om zo simpel mogelijk te beginnen, met de mogelijkheid om zelf meer toe te voegen. Zo vormt het (meervoudige) gebruik als het ware ook een soort interface met betrekking tot de emancipatie van de gebruiker, in dit geval dus de ouderen. Door het gebruik van in beginsel een soort browser als de onze, zouden ouderen stukje bij beetje, op hún eigen tempo en hún eigen niveau, bekwamere gebruikers kunnen worden, toegang kunnen krijgen tot meer informatie en hier op de door hen gewenste manier mee omgaan. Dit hele proces is uiterst belangrijk om deze grote groep in de (informatie-) maatschappij, of kennis-economie deel te laten nemen, zonder dat iemand continu hun handje vast hoeft te houden. Dit proces begint al bij het testen van de eerste schetsen; laat de gebruiker zélf denken en interpreteren en de feedback die wij als onderzoekers daardoor krijgen is de meest nuttige. Zo krijg je van meet af aan een soort cyclus van ‘trial, error and feedback’, een principe van user testing dat essentiëel is voor het behoorlijk op maat maken van een interface voor de betreffende doelgroep.23 Wat dat betreft zijn de papieren protoypes die werden getoond tijdens de tests vóórdat de daadwerkelijke browser werd getoond al een zeer goed begin geweest. Gezien het feit dat het ook voor ons aanvankelijk nog lang niet meeviel om ons effectief in te leven in deze gebruikersgroep - eenvoudiger in onze ogen bleek niet altijd efficiënter, belevingswereld-aspecten etc. - kan er gesteld worden dat vroege feedback door middel van tests onmisbaar is. Zo’n cyclus kan niet vroeg genoeg in werking worden gezet en zal in principe ook nooit eindigen. In dit oogpunt willen we dan ook benadrukken dat meer en uitgebreider testen in
Heleen van der Klink 8-1-06 23:35 Opmerking: Hier is een spatie verwijderd
23Zie
de site van Jakob Nielsen: http://www.useit.com, m.b.t. o.a. user & usability testing, paper prototyping
etc.
16
de toekomst van zeer groot belang is en dat wij hiermee in onze ogen een vrij goed begin hebben gemaakt. De verschillende aspecten die door ons onderzoek naar voren zijn gekomen, in de browser zijn toegepast, getest, en allen eerder in dit verslag uitvoerig zijn beschreven, zijn zeer nuttig gebleken. Zowel de reeds in eerdere colleges en modules gebruikte literatuur als de literatuur die tijdens het proces ‘van buiten’ is gekomen was zeer bruikbaar. Verder dient nog de nadruk gelegd te worden op het feit dat dit een concept, of liever een begin, is en dat veel praktische aspecten, vooral met betrekking tot de hardware – o.a. het touchscreen idee - nog uitgewerkt dienen te worden. Hierbij is het echter van cruciaal belang bij deze (potentiële) gebruikersgroep te benadrukken dat er eerst goed nagedacht dient te worden over wat belangrijk is en wat op het tweede plan komt te staan. Als er een goed concept ontwikkeld wordt, en uiteindelijk dus ook een verkoopbaar concept, dan zullen de eventuele ‘hardwareissues’ vanzelf verdwijnen. Met de ontwikkeling van (het concept van) deze browser hopen wij een nuttige stap te hebben gezet in deze richting, en daarmee de emancipatie te hebben bevorderd van een in de westerse wereld steeds groter wordende, maar relatief achtergestelde, gebruikersgroep.
17
Bibliografie Barfield, Lon, Design for new media: Interaction design for multimedia and the web, Harlow, Engeland: Pearson Education Limited, 2004. Kurniawan, Sri en Panayiotis Zaphiris 'Research-Derived Web Design Guidelines for Older People'. Versie 2005. 30 december 2005. http://portal.acm.org/citation.cfm?id=1090785.1090810. McCracken, Daniel D. and Rosalee J. Wolfe, User-centered website development: A humancomputer interaction approach, Upper Saddle River, NJ: Pearson Prentice Hall, 2004. Nielsen, Jakob. 16 december 2005. http://www.useit.com. Schneiderman, Ben & Catherine Plaisant. Designing the user interface. Strategies for effective humancomputer interaction. Londen, Engeland: Pearson Education Inc, 2005. Selwyn, Neil. ‘Defining the ‘Digital Divide’: Developing a Theoretical Understanding of Inequalities in the Information Age. 6 januari 2006. http://www.cf.ac.uk/socsi/ict/definingdigitaldivide.pdf. Umemuro, H., ‘Lowering Japanese elderly users' resistance towards computers by using touchscreen technology’, Universal Access in the Information Society, 3(3), 2004: p. 276-288 Zajicek, Mary. 'Interface Support for Elderly People with Impaired Sight or Memory' 6th ERCIM Workshop “User Interfaces for All”. 4 januari 2006. http://ui4all.ics.forth.gr/UI4ALL-2000/files/Short_papers/Zajicek.pdf.
18
Appendix I - ‘Pre’gebruikerstest Notulen gebruikerstest Mevrouw C. Versluis, 67 jaar Datum gebruikerstest: 28 november 2005 Aanpak: We hebben voor deze user test een schets op papier gemaakt van de concept browser, zoals te zien in illustratie 4. Vervolgens gingen we met de proefpersoon alle knoppen van de browser af en vroegen we of ze wilde raden wat de knoppen inhielden. De proefpersoon heeft ooit een computercursus gevolgd, maar zegt zich er weinig meer van te herinneren, en kan naar onze mening als redelijk onervaren worden beschouwd. De browser(concept): De concept browser zoals gebruikt in deze user test bevat de volgende functionaliteiten: middels de linker en rechter pijlen in het scherm kan de gebruiker door verschillende webpagina’s bladeren, waarbij rechtsboven wordt bijgehouden op welke pagina
Illustratie 4: Eerste concept
binnen een bepaalde website de gebruiker zit. Naar de grote pijl naar links zit een knop om de huidige webpagina af te drukken, daarnaast een navigatiegedeelte om omhoog, omlaag, naar links en naar rechts te navigeren over de site en in te zoemen op de tekst. Het vraagteken staat voor 19
hulp. Het toetsenbord links bovenin het scherm doet een toetsenbord in beeld verschijnen, aangezien dit ontwerp is gebaseerd op een volledige touch screen interface. Bovenaan het scherm in de titel van de pagina te bewonderen, gevolgd door de reeds genoemde pagina zoveel van zoveel functie, een kruisje om het venster af te sluiten en een knop om de instellingen van de browser aan te passen. Midden in het scherm is de ‘home pagina’ van de gebruiker te zien, met links naar voor de gebruiker relevante webpagina’s. In dit verslag zal ik verder niet ingaan op de ontwerpkeuzes die wij hebben gemaakt, aangezien het hier om een concept gaat en dit later door ons wordt uitgewerkt. Resultaten test: Na ondervraging van de proefpersoon bleken een aantal knoppen erg duidelijk te zijn, maar ook een aardig aantal niet. Wat direct opviel als zijnde zeer duidelijk was de navigatieknop in het midden van de browserbalk. Op de vraag ‘Wat zou u met deze knop kunnen doen’ werd direct geantwoord dat ‘die knop’ was om de pagina heen en weer te bewegen. De zoomknopjes werden echter niet opgemerkt. De printerknop werd voor een doos aangezien, waarschijnlijk omdat de proefpersoon nog nooit met een printer had gewerkt. Het vraagteken was vrij duidelijk bedoelt voor ‘als je een vraag hebt’ en werd dus gezien als een middel om hulp in te roepen. De pijlen links en rechts van de browserbalk werden niet direct herkend als zijnde bruikbaar om door de verschillende webpagina’s te bladeren, maar na een korte uitleg leek de functie ervan voor de proefpersoon volstrekt duidelijk. Knoppen waarvan de betekenis totaal niet doordrong waren de toetsenbord knop en het sluiten knopje ‘dat kruisje stond ergens voor, maar ik weet niet meer wat’. De knop instellingen was wel direct duidelijk, vooral omdat dit tekstueel weergegeven was. Hetzelfde gold voor de homepagina met links naar allerhande websites. Conclusies: Gezien het feit dat tekstuele knoppen eerder begrepen werden, doen we er verstandig aan iedere icoon ook van tekst te voorzien. Barfield raadt dit overigens ook aan. Verder zouden we er rekening mee moeten houden dat ouderen niet alle metaforen van iconen vatten, simpelweg omdat ze nog nooit eerder met een bepaald verschijnsel in aanraking zijn gekomen. Een voorbeeld binnen deze test is het printicoon. Naast dit dienen we ook rekening te houden met de grootte van iconen. De zoomfunctie werd bijvoorbeeld over het hoofd gezien. Verder werd er weinig aandacht besteed aan de titel van de pagina, wellicht dat deze uit het uiteindelijke prototype verwijderd dient te worden. Er dient een tweede, uitgebreidere user test uitgevoerd te worden, waarbij het design is aangepast op de aanbevelingen gebaseerd op conclusies van deze eerste test.
20
Appendix II - Gebruikerstest I en II Notulen gebruikerstest Mevrouw O. Onderweegs, 84 jaar en de heer A. Helmond, 87 jaar Datum gebruikerstest: 1 december 2005 We beginnen de gebruikerstest door uit te leggen dat onze browser werkt op een nieuwe manier. Men heeft alleen een scherm en geen muis of toetsenbord. Alles op het scherm is aan te klikken door het aan te raken. (We maken dus gebruik van een “touch screen”). •
Mevrouw Onderweegs geeft als eerste aan dat zij moeite heeft om dingen te vinden op het internet. Bij Google (bekend bij haar en bij de heer Helmond) geeft zij als zoekterm “spoor” op om de spoortijden op te zoeken. Mevrouw Onderweegs en de heer Helmond vinden het beiden moeilijk om de juiste zoekterm te gebruiken om bij de juiste informatie/ website te komen.
•
Als eerste hebben wij uitgelegd wat het papieren vel is, dat wij aan beiden tonen. Het was hen niet meteen duidelijk dat wat er op het A4 vel vermeld stond, hetzelfde was als er op de computer zou komen te staan.
•
De heer Helmond maakte de vergelijking met de folder voor de bustijden die door de busmaatschappij verspreid was. Hij vond dit overzicht te klein weergegeven en gaf aan dat het belangrijk is voor ouderen om alles groter af te beelden. De grootte van de tekst en de knoppen is dus erg belangrijk.
•
Daarnaast maakte de heer Helmond ons erop attent dat deze folder heel veel kleuren bevatte. Hij vond dit onduidelijk. Voor de duidelijkheid zou men een beperkt aantal kleuren moeten gebruiken en ook letten op de kleurcombinaties (tekst en achtergrond).
•
Mevrouw Onderweegs gaf aan dat zij bij haar huidige browser de optie van favorieten vaak gebruikt. Zij vond het dan ook prettig dat wij deze optie aanboden op onze browser.
•
Ook vertelde mevrouw Onderweegs dat zij geen moeite had met het uitprinten van documenten op de computer.
21
•
Het vergrootglas op de door ons ontworpen browser was niet duidelijk. De heer Helmond vond dat het meer op een tennisracket leek. (hij vertelde dat hij snapte dat dit niet zo was, omdat het iets met de computer te maken zou moeten hebben, maar wat het wel was vond de heer Helmond onduidelijk).
•
De knoppen in het midden van de onderste balk waren duidelijk. De heer Helmond en mevrouw Onderweegs vertelden dat dit duidelijk knoppen waren om te navigeren op de pagina.
•
Maar, de + en – knop waren helemaal niet duidelijk. Wij hebben hen geen hint gegeven en vroegen wat de knoppen zouden kunnen betekenen en beide deelnemers konden niet bedenken wat de knoppen zouden doen. Het is dus erg belangrijk om dit onderdeel in ons ontwerp aan te passen, zodat het duidelijker is in het eindontwerp.
•
Om naar de startpagina te komen, hebben wij een huisje afgebeeld met daaronder de tekst “begin”. De heer Helmond vindt het duidelijk dat je dan op de startpagina terecht komt. Mevrouw Onderweegs heeft wat meer moeite om dit te begrijpen. Maar na het goed uitgelegd te hebben, begrijpt zij ook wat de knop betekent.
•
De heer Helmond vindt het belangrijk dat er aangegeven wordt op welke pagina men zich bevindt. (De browser geeft rechtsboven aan dat men zich op pagina 1 van 3 bevindt, bijvoorbeeld). Hij geeft aan dat het binnen onze cultuur past, omdat dit principe ook wordt gehanteerd bij bankafschriften.
•
De buttons links en recht onder (pagina terug en pagina vooruit) worden duidelijk bevonden door zowel de heer Helmond als door mevrouw Onderweegs.
•
Ook de button voor afdrukken is bekend en duidelijk.
•
De + en – knoppen blijven onduidelijk. Maar nadat we bij deze buttons hebben stilgestaan wordt het de deelnemers wel duidelijk waar de knoppen voor dienen. De deelnemers aan de gebruikerstest blijven van mening dat deze buttons moeten veranderen, omdat ze nu niet duidelijk zijn.
•
Wel geven de heer Helmond en mevrouw Onderweegs aan dat de knoppen om tekst 22
groter en kleiner te maken wel heel belangrijk is. “Nu zit deze functie niet op de computer”, is het antwoord. Deze functie zit wel op de computer, maar is niet op een manier weergegeven in de huidige browser dat de functie bekend is bij de deelnemers. Men kan dus concluderen dat deze functie een meer prominente plek in de browser verdient. Ook omdat de deelnemers beiden van mening zijn dat de grootte van de tekst (en buttons) belangrijk is voor ouderen. (Dit wordt ondersteund door de literatuur die wij over het onderwerp hebben gelezen). •
De heer Helmond geeft aan dat hij buttons uitprobeert als hij niet weet wat ze doen. Het is daarom heel belangrijk dat alle acties terug te draaien zijn. Een actie kan dus niet definitief zijn en als een actie veel impact kan hebben op het gebruik van de browser, dan moet een gebruiker gewaarschuwd worden d.m.v. een pop-up, zodat de actie niet definitief is en men gewezen is op het resultaat van de handeling. De heer Helmond maakt hierbij de vergelijking met zijn nieuwe DVD speler, die ook kan opnemen. Het boekje bij de DVD- speler vindt hij onduidelijk, dus toetst hij een knop in om te kijken wat deze knop doet.
•
De symbolen die wij op de browser hebben gebruikt vinden de heer en mevrouw Onderweegs duidelijk (NB: dus niet ons vergrootglas en de + en – button, zoals hierboven al is beschreven)
•
De knop met het toetsenbord is ook duidelijk. Zonder uit te leggen wat het symbool voorstelt op de button, geeft mevrouw Onderweegs aan dat zij het logisch vindt dat je een toetsenbord te zien krijgt als je op de knop drukt. Deze button is dus heel duidelijk.
•
Vervolgens stellen we vragen over de zoekfunctie. Zoals hierboven al is vermeld, is Google bekend bij zowel mevrouw Onderweegs als bij de heer Helmond. Ook weet men wat een zoekmachine is. Beiden geven aan dat het lastig is om een zoekterm in te voeren om bij de juiste informatie te komen. Zij vinden het lastig dat je zoveel resultaten krijgt als je een zoekterm invult. Zonder precies te vermelden wat Google “ik doe een gok” is, maar door alleen te vertellen dat men maar een resultaat krijgt, waardoor het misschien overzichtelijker is, dat werd goed ontvangen. Dat leek beide deelnemers een goede oplossing. (Bij “Google ik doe een gok”, krijgt men maar 1 resultaat, het resultaat dat het beste past bij de zoekterm)
23
•
Vervolgens komt het gesprek weer over kleuren. Mevrouw Onderweegs vindt dat veel websites zulke rare kleuren gebruiken. Het is belangrijk dat men de juiste kleuren gebruikt, omdat een website anders onleesbaar is. De gebruikte kleuren voor onze browser vonden beiden heel geschikt. Deze kleuren waren duidelijk leesbaar.
•
De help button was ook duidelijk. De heer Helmond gaf aan dat hij weet hoe de helpfunctie werkt. Je moet namelijk eerst het probleem kenbaar maken. Beiden vonden het een hele goede oplossing dat een slim systeem precies weet met welke handeling een gebruiker bezig is, en dat de helpfunctie dan precies hulp kan bieden bij het goed verlopen van deze handeling. Dit werd door beiden als zeer nuttig bevonden.
•
Het systeem onthoudt in dit geval precies wat je doet en weet ook wat je voor het laatst gedaan hebt en kan je dus mogelijkheden bieden die met de laatste handeling te maken heeft. Zo gaf de heer Helmond het voorbeeld dat er iets mis was met zijn dvd-speler. Bij het opnemen van een programma verliep het beeld. Hij is toen heel lang bezig geweest om te achterhalen wat er mis was en uiteindelijk bleek dat iemand per ongeluk een knopje had aangeraakt. Een smart system zou dit meteen geregistreerd hebben en zou de gebruiker meteen de oplossing geboden hebben, waardoor men niet zo lang had hoeven zoeken naar de oplossing.
•
De heer Helmond geeft aan dat het belangrijk is dat alles terug te draaien is. Als je niet weet wat iets is, druk je erop en kijk je wat het doet. Alles moet dus omkeerbaar zijn.
•
Seniorenweb is bij beiden bekend.
Tijdens de gebruikerstest geven de heer Helmond en mevrouw Onderweegs beiden aan dat zij het belangrijk vinden dat er oplossingen komen voor ouderen. Zij vinden de door ons ontworpen browser dan ook een goed initiatief en hopen dat de browser ooit op de markt gebracht zal worden, zodat ouderen er gebruik van kunnen maken.
Conclusie: de heer Helmond en mevrouw Onderweegs zijn zeer positief over onze browser. De kleuren zijn goed en duidelijk leesbaar. De buttons zijn groot genoeg en duidelijk. De functies 24
zijn duidelijk. En de mogelijkheid om teksten groter en kleiner te maken wordt ook zeer op prijs gesteld. Twee kleine kanttekeningen: het vergrootglas moet duidelijker afgebeeld worden, of een ander symbool moet bedacht worden. En de + en – button moeten duidelijker worden gemaakt. Het is dus beter om andere en duidelijkere symbolen te kiezen, waardoor sneller duidelijk wordt wat de functie van de buttons is.
Illustratie 5: Beeldverslag user test
25
Appendix III - Gebruikerstest III Notulen gebruikerstest Mevrouw A.M. Veerman, 67 jaar Datum gebruikerstest: 3 december 2005 Hier wordt ook op dezelfde manier begonnen: het touch-screen-principe, zonder muis of (extern) toetsenbord. Hierbij is het handig om paper-prototypes bij de hand te hebben, om de persoon in kwestie een beetje een idee te geven hoe zoiets zou werken en hoe groot het ongeveer zou zijn. Daarnaast is haar toch nog even uitgelegd dat het een concept is en dat nog niet álles is aan te klikken, maar dat ze zich in eerste instantie met de eerste pagina en de daarop werkende elementen mag concentreren. •
Mevrouw Veerman vertelt dat haar zoon haar al aardig wegwijs had gemaakt en dat ze ook al een cursus had gevolgd, maar dat dat al een tijdje geleden was. Zij zweert bij een handleiding die naast de computer lag. De manier waarop alles in dit boek aan bod komt vind ze prettig en begrijpelijk.
•
Ze vertelt tevens dat ze het ‘vertikt’ om te gaan e-mailen, omdat ze daar geen behoefte aan heeft. Ze gebruikt het internet voornamelijk voor het verkrijgen van informatie en voor recreatief surfen (plaatjes kijken).
•
Als ze het idee heeft vast te komen te zitten, drukt ze op het kruisje rechts bovenin en begint ‘gewoon’ opnieuw. Dit dient uiteraard voorkomen te worden.
•
Na een korte uitleg aan de hand van de papieren, laden we de browser. Ze vind de kleuren meteen al prettig. Er wordt uitgelegd dat ze vooral zélf aan de slag moet.
•
De iconen echter zijn haar een aantal keren niet duidelijk. Alleen het toetsenbord-icoon is begrijpelijk en ze snapt het idee dat het dan in beeld komt.
•
Bij het zien van het vergrootglas, zei ze dat ze dacht aan een zoekfunctie met betrekking tot ‘sport’, waaruit blijkt dat de tekstuele ondersteuning van het icoon wenselijk en nuttig is, maar dat het icoon zelf zijn doel mist.
•
De iconen in het midden van de pagina zijn voor haar niet helemaal duidelijk, maar 26
opvallend is dat ze ook het begrip van de ‘tien meest bezochte pagina’s’ niet begreep. Het ‘ik zoek iets’-tekstje vond ze een beetje kinderachtig. De lettergrootte daarvan vond ze wél prettig en ondanks het feit dat ze zelf nog wél goed kan zien, vond ze het zeer belangrijk dat het lezen ervan zoveel mogelijk dient te worden gefaciliteerd voor ouderen. Zeer opvallend was het feit dat ze zelf begon over uitvergrootmogelijkheden voor grotere stukken tekst op webpagina’s die in haar ogen vaak te klein weergegeven werden. Er wordt nog even niets gezegd over de eventuele mogelijkheid daartoe binnen onze browser. •
De ‘begin’-knop was voor haar niet duidelijk, maar om omgekeerde redenen dan eerder in de test. Dit keer snapte ze het icoon wel enigszins, maar door de tekst ‘begin’ werd ze verward. Na te hebben gerefereerd aan de ‘home’-knop op de Explorer browser die ze zelf gebruikt, vertelde dat ze dat in eerste instantie ook dacht. Dit keer was dus de tekst verwarrend.
•
Het ‘instellingen’-knopje werd meteen begrepen als iets van jezelf dat je kon aanpassen, maar wat daar dan onder kon vallen, daar kon ze zich geen voorstelling van maken. Ze gaf zelf aan dat dat waarschijnlijk door gebrek aan routine kwam.
•
‘Dat kruis ken ik maar al te goed’, zei mevrouw Veerman met een grijns.
•
Het hartje snapte ze na een tijdje wel, maar had daar zelf een andere voorstelling van.
•
De pijlen aan weerszijden onderin begreep ze meteen en associeerde dat ook heel duidelijk met het omslaan van bladzijden. De grootte ervan vond ze erg prettig omdat ze meende dat die toch wel héél veel gebruikt zullen worden door ouderen.
•
In deze context kaartte ze ook aan dat ze het heel vervelend vind dat je te vaak bepaalde acties niet meer ongedaan lijkt te kunnen maken, of niet duidelijk terug kunt stappen in je proces. Vandaar dat ze ook vaak het kruisje gebruikt.
•
Afdrukken was duidelijk.
•
De scroll-functie van de pijltjes in het midden waren haar duidelijk, maar de ‘plus’ en de ‘min’ sloegen volledig de plank mis. Toen haar verteld werd waarvoor ze waren, moest ze 27
lachen en zei dat we dáárvoor juist de vergrootglas-iconen hadden moeten gebruiken. •
De ‘help’-knop was duidelijk en werd als noodzakelijk ervaren, maar ze mopperde over het feit dat deze hulp vandaag de dag in haar ogen via het internet niets voorstelt, en dat dit dus voor verbetering vatbaar is.
•
Ook de trefwoorden waarmee ze wel eens zoekt, leveren te vaak niet relevante zaken op, maar dit vond ze wel een prettige manier van plaatsen op onze browser.
•
Het zandlopertje was duidelijk, ook vanwege het feit dat ze dat al kende van haar computer.
•
Toen vroeg mevrouw Veerman ineens waar het ‘beeldscherm’ dan zou zijn, als het toetsenbord het leeuwendeel in beslag lijkt te nemen. Na een korte uitleg over het formaat van de hardware (iets groter) en meer ruimte boven het toetsenbord voor het weergeven van tekst (in het geval van bijvoorbeeld chatten) was ze zeer tevreden.
•
Het Seniorenweb is bij haar bekend, maar ze is er niet echt in geïnteresseerd, naar eigen zeggen.
•
Ze vind het een prettig idee dat er niet te veel mogelijkheden zijn, aangezien die op haar huidige browser lang niet allemaal duidelijk zijn. Ze durft ze moeilijk uit te proberen uit angst om er een rotzooi van te maken. Ze geeft zelf aan dat je in beginsel misschien beter bepaalde functies kunt weglaten maar wel de mogelijkheid bieden deze toe te voegen naarmate de gebruiker vorderingen maakt.
•
Het kleurgebruik vindt ze prettig, niet te druk en dus geen onnodige afleiding of desoriëntatie. Ook al surft ze graag om kleurrijke foto’s en afbeeldingen te bekijken en heeft ze nu een prachtige screensaver van een vaas met zonnebloemen uit eigen tuin (foto zelf gemaakt met de digitale camera van haar zoon!), ze is het wel degelijk eens met ons kleurbeleid in de browser.
Conclusie: mevrouw Veerman vond de browser er over het algemeen prettig en toegankelijk uitzien, maar had moeite met het begrijpen van bepaalde iconen en/of de tekst erbij. Hier zal nog eens naar gekeken moeten worden, want ook bij de andere gebruikerstest kwam dit naar voren als 28
één van de knelpunten. Er kan gesteld worden dat ze redelijk geconditioneerd was door oudere media maar ook door eerder(e) gebruik(spatronen) van haarzelf. De knoppen mogen zo groot blijven en ook de kleuren hoeven niet ‘drukker’, zeker wat betreft de basis (navigatie-) functies van de browser. Er lijkt een goed begin gemaakt. Nu de bijbehorende hardware nog…
29
Appendix IV- Prototype Het prototype van onze browser is te vinden op: http://www.annehelmond.nl/uva/nmp/index.html
Illustratie 5: Enkele screenshots van onze browser interface
Hier volgt een korte omschrijving van de werking van het prototype. Het toetsenbord en zoeken Deze browser voor ouderen bevat een ‘on-screen’ toetsenbord omdat de gehele browser via een touch screen bediend kan worden. Het toetsenbord bevindt zich onder de ‘toetsenbord’ en ‘zoeken’ knoppen. Wanneer men op ‘toetsenbord’ klikt kan men tekst invoeren in de website zelf. Wanneer op ‘zoeken’ wordt geklikt kan men tekst invoeren in het zoekveld boven het toetsenbord. Optioneel klikt men hiervoor op toetsenbord en vervolgens op het zoekveld.
30
Begin, pagina x van x en afsluiten Door op ‘begin’ te klikken keert men terug naar het beginscherm zoals te zien in de figuur linksboven in illustratie 5. Naast deze knop bevindt zich een balk die bijhoudt op welke pagina de gebruiker zich bevindt. Bij elke nieuwe pagina die bezocht wordt verschuift dit aantal naar een hoger getal. Als iemand bijvoorbeeld van site A naar site B gaat, gaat hij van pagina 1 van 1 naar pagina 2 van 2. Reeds bezochte pagina’s retourneren de gebruiker naar bijvoorbeeld pagina 64 van 73. Een klik op de ‘begin’ knop brengt de gebruiker naar pagina 1 van x. Door middel van deze optie willen wij een soort van boekmetafoor in de browser brengen, die oudere gebruikers meestal goed kennen. Door op de ‘afsluiten’ knop te drukken wordt de browser, logischerwijs, afgesloten. Hiermee worden ook de geschiedenis van het ‘pagina x van x’ balkje gewist, zodat de gebruiker de volgende keer weer op pagina 1 van 1 begint. Instellingen Onder de instellingen knop bevinden zich de geavanceerde instellingen, die de gemiddelde gebruiker niet direct nodig zal hebben voordat hij/zij meer bekend is met de werking van het internet. Hierbij kan men denken aan verschillende privacy instellingen (acceptatie van cookies, het automatisch invullen van formulieren enz.) en optioneel zelfs geavanceerdere weergave modi van de browser. Om dit prototype niet te uitgebreid en ingewikkeld te maken hebben we deze knop niet verder uitgewerkt. Vorige en Volgende Links- en rechtsonder in de browser bevinden zich de ‘vorige’ en ‘volgende’ knoppen. Hiermee kan de gebruiker door zijn bezochte webpagina’s bladeren. De getallen in de balk ‘pagina x van x’ veranderen daarbij. Indien de gebruiker zich op pagina 1 van 1 bevindt, en er dus weinig valt te bladeren, dienen deze knoppen grijs en niet klikbaar te zijn. Dit laten we over aan een echt werkende versie (mocht die er ooit komen) en is niet in ons prototype verwerkt. Het ‘navigatiecentrum’ De pijltjesknoppen en de + en - knoppen middenonder in de browser dienen om webpagina’s omhoog, omlaag, naar links en naar rechts te scrollen. Met de + en – knoppen kan worden in- en uitgezoomd indien men de inhoud van de websites niet goed kan zien.
31
Afdrukken Middels de ‘afdrukken’ knop kan men de pagina afdrukken. Met het ‘navigatiecentrum’ kan het deel van de pagina dat men wilt afdrukken geselecteerd worden. Dit is het WYSIWYG principe (what you see is what you get). Help De ‘help’ knop levert contextgerelateerde hulp aan de gebruiker. Als men bijvoorbeeld op de afdrukknop heeft gedrukt, en vervolgens op de help knop klikt, krijgt men als eerste meer informatie te zien over hoe men een website dient af te drukken. Men dient ook vragen te kunnen stellen aan het helpsysteem via het on-screen toetsenbord. Dit is niet geïmplementeerd in het prototype.
32