Internet Inclusief Bespreking toetsen hypothesen ii05 Inleiding Beperkingsgebieden en MMSE/AVI Een volwassene met een verstandelijke beperking heeft problemen met één of meerdere van onderstaande beperkingsgebieden:
Visueel begrip: figuur achtergrond, visueel vervolledigen Verbaal begrip inclusief lezen Rekenbegrip Aandacht Geheugen Probleemoplossend vermogen
De meeste personen met een verstandelijke beperking zullen één van deze domeinen aangeven als zijnde voor hen het meest beperkende, hoewel er altijd sprake zal zijn van een zekere overlapping. Zo zal een persoon met leesproblemen het moeilijk vinden om zijn aandacht te houden bij het doornemen van een lange tekstblok. Anderzijds zal iemand die zijn aandacht niet kan focussen geen lange tekstblokken kunnen doornemen ondanks het feit dat deze persoon geen leesmoeilijkheden heeft. Op basis van een voorgaande test ii03, een uitbreiding op de standaard MMSE, werd niet alleen de doelgroep geselecteerd maar werd er ook per beperkingsgebied een set van hypothesen die de webtoegankelijkheid bevorderen opgesteld.
Toetsen hypothesen De hypothesen afgeleid uit de test ii03 werden bij de doelgroep getoetst via een testsite, nl. http://eduweb.khk.be/IIB Rekening houdend met de diversiteit van de doelgroep op vlak van voorkennis ICT en surfen op internet hebben we volgende beslissingsregel gehanteerd bij het beoordelen van de hypothesen: > 66% : Hypothese bevestigd 50% - 66%: Hypothese onbeslist <50%: Hypothese niet bevestigd
Bespreking toetsen hypothesen ii05
1
Visueel begrip: Figuur achtergrond 1. Over elkaar heen liggende vlakken worden betekenisvol en individueel als geheel waargenomen.
Hypothese testen door o De proefpersoon te laten aanwijzen welke verschillende blokken (navigatie,inhoud) zich op de startpagina bevinden.
Kanttekening bij test o o o
Het begrip „over elkaar heen liggend‟ betekent in bovenstaande pagina dat de 2 navigatieblokken en het inhoudsblok op het blauwe achtergrondvlak liggen. Het begrip „blok‟ werd eerst door de testleider geduid op een vorige pagina van de testsite. Het laten aanwijzen zorgt ervoor dat de opdracht niet interfereert met de leesvaardigheid of taalvaardigheid van de proefpersoon.
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen afzonderlijke blokken op een pagina herkennen.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
2
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat de 3 blokken herkent en dus hypothese bevestigt
35
76%
Aantal dat de 3 blokken niet herkent
11
24 %
Conclusie voor webbouwer o De inhoud van een webpagina mag opgedeeld zijn in duidelijk afgelijnde blokken voor navigatie, nieuwtjes, rss-feed, inhoud, … Tip voor begeleider o Wijs de proefpersoon erop dat verschillende rubrieken van een website zoals navigatie, nieuwtjes en inhoud vaak opgedeeld worden in afzonderlijke blokken
2. Zolang het bovenliggend vlak werken in een lager vlak niet belemmert, is het werken in lagen geen probleem.
Hypothese testen door o De proefleider klikt op de link VTM. Een nieuw venster opent in een kleiner venster dan de startpagina van de testsite. o De proefleider klikt op de link Eén. Een nieuw venster opent op maximale grootte zodat de startpagina van de testsite niet meer zichtbaar is. o De proefpersoon wordt telkens gevraagd hoe er moet teruggekeerd worden naar de startpagina van de testsite. Bespreking toetsen hypothesen ii05
3
Kanttekening bij test o Het werken in een onderliggend vlak belemmeren wordt in deze opdracht als volgt getest. Bij het openen van de site van VTM blijft de startpagina zichtbaar en aanklikbaar zodat het werken in het onderliggende vlak, zijnde de startpagina, niet belemmerd wordt. Bij het openen van de site van Eén, komt deze pagina volledig over de startpagina te liggen zodat deze niet meer zichtbaar is. Het werken in het onderliggend vlak, zijnde de startpagina, wordt dus wel degelijk belemmerd. o Bij 13 proefpersonen kon het terugkeren van de site van Eén niet getest worden omwille van een technische fout. We gaan ervan uit dat de scores van deze groep in de lijn liggen van de overige 33 deelnemers aan de test. o De proefpersoon werd alleen gevraagd aan te geven hoe de proefleider moest terugkeren naar de startpagina van de testsite. De meeste proefpersonen namen spontaan de muis over. Wij veronderstellen dat o De proefpersonen de startpagina van de testsite terugvinden mits deze nog zichtbaar is. De proefpersonen kunnen dus van de VTM-pagina terugkeren, van de Eénpagina niet. o De proefpersonen het geopende venster niet sluiten om terug te keren.
Resultaat: De hypothese wordt niet bevestigd. Resultaten terugkeren vanaf pagina VTM – Testsite zichtbaar Aantal dat kan terugkeren naar testsite en hypothese bevestigt
38
83%
Aantal dat niet kan terugkeren naar testsite
8
17%
Resultaten terugkeren vanaf pagina Eén – Testsite niet meer zichtbaar Aantal dat niet kan terugkeren naar testsite en hypothese bevestigt
5
15%
Aantal dat kan terugkeren naar testsite
28
85%
Aantal waarbij proef niet werd afgenomen
13
Conclusie voor webbouwer o Het werken met over elkaar liggende vlakken zoals popupvensters wordt door de meerderheid van personen met een verstandelijke beperking begrepen. Voorwaarde is wel dat deze popups op een standaardmanier kunnen afgesloten worden. Tip voor begeleider o Trainen in basis computervaardigheden (afsluiten met het kruisje, de werking van de backtoets in de browser) is kennis die blijft hangen en die personen met een
Bespreking toetsen hypothesen ii05
4
verstandelijke beperking in nieuwe situaties zoals bij deze test perfect kunnen toepassen. Info uit observaties o 2 van de 8 proefpersonen die niet konden terugkeren van de site van VTM wisten wel dat je kon afsluiten door te klikken op het kruisje in de rechterbovenhoek van het scherm maar ze klikten op het kruisje van de testsite zelf. o 1 van de 5 proefpersonen die niet konden terugkeren van de site van Eén naar de testsite, zocht naar een kruisje om te sluiten omdat ze de proefleider deze actie had zien ondernemen bij het sluiten van de site van VTM. Het afsluitkruisje werd niet zelfstandig gevonden maar na uitleg door de proefleider lukte het bij vervolgopdrachten wel.
3. Een webpagina mag een beperkt aantal vlakken en achtergrondelementen bevatten maar deze mogen niet afleiden.
Hypothese testen door o De proefleider klikt op de link VT4. o De proefpersoon krijgt de muis en wordt gevraagd door te klikken naar de homepage van VT4. Dit kan via de hotspot “Enter The Hatch – Move to VT4.be”.
Kanttekening bij test o De VT4-startpagina heeft een typische lay-out gericht op de doelgroep jongvolwassenen. We tellen 8 blokken waarvan er verschillende over elkaar werden geschoven.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
5
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen de hotspot niet vinden en de site dus niet kunnen openen. Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat link naar VT4 niet vindt en dus hypothese bevestigt
34
74%
Aantal dat link naar VT4 vindt
12
16%
Conclusie voor webbouwer o Het werken met meerdere, zelfs over elkaar liggende, vlakken wordt door personen met een verstandelijke beperking uitsluitend begrepen wanneer deze vlakken mooi individueel van elkaar waarneembaar zijn en het geheel een rustige lay-out heeft. o Een toegankelijke website bevat geen anderstalige termen. o Een hotspot moet voldoende groot zijn. Tip voor begeleider o Leer aan dat de muiscursor van een pijl in een hand verandert op het moment je op een link terechtkomt. Wanneer de hand verschijnt, kan er doorgeklikt worden. Info uit observaties o Het engelse “Move To …” werd slechts door één van de 46 proefpersonen begrepen en vertaald. o De overige 11 proefpersonen die konden doorklikken vonden de hotspot door systematisch met de muis over de pagina te bewegen en te kijken of de cursor in een „handje‟ veranderde. o Verschillende proefpersonen klikten logischerwijze op het logo van VT4. Hierop was echter door de webbouwer van de VT4-site geen hotspot geplaatst.
Aandacht 1. Combinatie van hypotheses die allen aangeven dat alleen de boodschap die je wil meedelen op een pagina de aandacht mag trekken. Al
het overige moet vermeden worden: Ingewikkelde grafische achtergronden Bewegende, flikkerende delen Sterk contrasterende vlakken Niet boodschapgerichte audio, video, afbeeldingen …
Bespreking toetsen hypothesen ii05
6
Hypothese testen door o De proefleider opent de website van VT4 en vraagt aan proefpersoon wat er nu, op dit moment, uitgezonden wordt. Kanttekening bij test o Bovenstaande schermafdruk toont een momentopname van een fractie van de VT4homepage. Wat niet te zien is dat de 3 blokken met tekeningen om de x-aantal seconden van inhoud wijzigen en dat in het mediaplayer-venster een filmfragment met audio afspeelt. De homepage van de VT4-site is een opeenstapeling van aandachttrekkers. o
Het filmfragment werd omwille van technische beperkingen niet automatisch afgespeeld. Dan nog blijven er voldoende aandachttrekkers actief op de site.
o
Om deze hypothese te testen hebben we ook de factor tijd in rekening gebracht. Er is door de observator geklokt hoeveel seconden de proefpersoon nodig had om een al dan niet correct antwoord te geven.
o
2 proefpersonen hebben voor dit onderdeel van de test geen score gekregen omdat ze het antwoord op de vraag konden geven zonder de site te bekijken.
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen het antwoord niet vinden. Bespreking toetsen hypothesen ii05
7
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat vindt wat er nu op VT4 speelt
19 waarvan binnen de 15 seconden
7
Aantal dat niet vindt wat er nu op VT4 speelt
25
Aantal dat dit juist gokte en niet op site keek
2
Aantal dat hypothese bevestigt
37 (12+25)
16%
84%
Conclusie voor webbouwer o Een website toegankelijk voor personen met een verstandelijke beperking bevat geen ingewikkelde grafische achtergronden bewegende, flikkerende delen sterk contrasterende vlakken niet boodschapgerichte audio, video, afbeeldingen Tip voor begeleider o Verduidelijk dat vele webpagina‟s fondsen werven via reclamebanners. Deze reclameboodschappen moeten in het oog springen en zullen dus flikkeren, bewegen of zelfs ondersteund worden door geluid. Geef aan dat deze afleidende elementen niet de inhoud vormen die de site aanbiedt. Info uit observaties o De bewegende banner bovenaan met reclame voor Tv-programma‟s trekt de aandacht en wordt door verschillende proefpersonen als eerste antwoord gegeven. o
Proefpersonen moeten heel geconcentreerd kijken naar de pagina. Sommigen geven zelf aan dat er teveel info staat en de letters te klein zijn.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
8
Visueel begrip: Visueel vervolledigen 1. Eenvoudig herkenbare elementen die niet volledig zichtbaar zijn, worden in hun betekenis herkend.
Hypothese testen door o De proefleider toont een foto van prinses Mathilde waarop haar schoenen zichtbaar zijn en vraagt naar het type schoen prinses Mathilde draagt (gesloten schoen - sandaal – pantoffel – laars - …) o Vervolgens toont de proefleider opnieuw een foto van prinses Mathilde waarop haar schoenen niet zichtbaar zijn tenzij men de afbeelding naar beneden scrolt. Opnieuw vraagt de proefleider welke schoenen de prinses draagt. De proefleider geeft de muis naar de proefpersoon zodat hij desgewenst kan scrollen. Kanttekening bij de test o Er wordt tegelijkertijd gepeild naar inzicht in visueel vervolledigen en naar het beheersen van de vaardigheid scrollen. Aan de observator en de proefleider werd gevraagd om beide elementen afzonderlijk te scoren. Wij veronderstellen dat: o De proefpersonen bij verplicht scrollen de schoenen niet zelfstandig vinden.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
9
Resultaat: De hypothese blijft onbeslist. Aantal proefpersonen dat ziet dat foto niet volledig is en zelfstandig kan scrollen
Score X
21
Aantal proefpersonen dat NIET ziet dat foto groter is dan zichtbaar gedeelte maar na erop gewezen te worden wel kan scrollen
Score Y
14
Aantal personen die WEL aangeven dat foto moet vervolledigd worden maar NIET kunnen scrollen
Score Z
6
Aantal proefpersonen dat ook na erop wijzen niet ziet dat foto groter kan worden door scrollen
Score 0
5
Aantal dat hypothese bevestigt
25
54%
Aantal dat hypothese niet bevestigt
21
46%
Conclusie voor webbouwer o Wanneer de info op een webpagina volledig toegankelijk moet zijn voor personen met een verstandelijke beperking, moet deze zonder te scrollen onmiddellijk bereikbaar zijn. Tip voor begeleider o Het aanleren van de vaardigheid scrollen alleen volstaat niet. Er moet eveneens getracht worden inzicht in visueel vervolledigen bij te brengen. 14 van de 36 proefpersonen die kunnen scrollen zien immers niet dat de afbeelding kan verschoven worden. Info uit observaties o Vele proefpersonen hebben aanmoediging nodig om te scrollen zelfs als ze weten dat dit hen tot de oplossing brengt. Als deze aanmoediging wegvalt, met andere woorden als deze proefpersonen de opdracht zelfstandig hadden uitgevoerd, zou het aantal dat tot de juiste oplossing komt kleiner zijn.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
10
Visueel begrip: Nabijheid en gelijkaardigheid 1. Een navigatiebalk wordt in zijn geheel herkend.
Hypothese testen door o De proefleider opent een pagina met ankers naar personages uit “De kampioenen”. Links op de pagina staat de navigatie verticaal in blok, bovenaan de pagina staat horizontaal geordend dezelfde navigatie met witruimte tussen de verschillende ankers. Wanneer in de verticale lijst geklikt wordt, verschijnt een foto van de acteur. Bij klikken in de horizontale lijst verschijnt de bijhorende stripfiguur. o
De proefleider geeft aan dat via deze pagina een beeld van een personage uit de reeks kan gevonden worden. De proefpersoon krijgt eerst de opdracht te zoeken naar Carmen en vervolgens de opdracht te zoeken naar Boma.
Kanttekening bij de test o Het principe gelijkaardigheid wordt getest doordat de navigatieknoppen allen dezelfde lay-out hebben. o
Het principe nabijheid wordt getest doordat de navigatieknoppen verticaal zonder witruimte tussen en horizontaal met beperkte witruimte tussen gepresenteerd worden.
o
De opdracht werd 2 keer uitgevoerd door de proefpersoon om zo na te gaan of onze leesrichting (van links boven naar rechts onder) een effect heeft op de keuze voor de navigatiebalk links of bovenaan. Bij Carmen zou de leesrichting een effect kunnen hebben op de keuze, bij Boma minder.
o
Door het 2 keer uitvoeren van de opdracht treedt er onmiddellijk een leereffect op.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
11
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen één van beide navigatiemogelijkheden spontaan herkennen. o
De proefpersonen de navigatie links onder elkaar sneller vinden omdat deze in blok gepresenteerd wordt.
Resultaat eerste zoekopdracht: Carmen Aantal personen die spontaan beide navigatiebalken herkennen
16
Aantal personen dat bij herkennen beide balken eerst links klikt
6
Aantal personen dat bij herkennen beide balken eerst bovenaan klikt
8
Aantal personen dat bij herkennen beide balken eerst ergens anders klikt
2
Aantal personen die alleen linkse navigatiebalk herkennen
10
Aantal personen die alleen navigatiebalk bovenaan herkennen
16
Aantal personen die geen van beide herkennen
4
Aantal dat hypothese (linkse balk eerst) bevestigt
16
Aantal dat hypothese (linkse balk eerst) niet bevestigt
24
Aantal dat hypothese (navigatie herkennen) bevestigt
42
91%
Aantal dat hypothese (navigatie herkennen) niet bevestigt
4
9%
Resultaat tweede zoekopdracht: Boma Aantal personen die spontaan beide navigatiebalken herkennen
16
Aantal personen dat bij herkennen beide balken eerst links klikt
9
Aantal personen dat bij herkennen beide balken eerst bovenaan klikt
7
Aantal personen die alleen linkse navigatiebalk herkennen
12
Aantal personen die alleen navigatiebalk bovenaan herkennen
16
Aantal personen die geen van beide herkennen
1
Aantal personen die opdracht niet hebben uitgevoerd
1
Aantal dat hypothese (linkse balk eerst) bevestigt
21
Aantal dat hypothese (linkse balk eerst) niet bevestigt
24
Bespreking toetsen hypothesen ii05
12
Aantal dat hypothese (navigatie herkennen) bevestigt
44
98%
Aantal dat hypothese (navigatie herkennen) niet bevestigt
1
2%
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Conclusie voor webbouwer o Wanneer de navigatie op een site consistent en via een eenzelfde methodiek is opgesteld zullen personen met een verstandelijke beperking deze navigatie spontaan vinden en kunnen gebruiken. Met consistent en via een eenzelfde methodiek bedoelen we dat de navigatie op elke pagina van de site identiek is en dat er geen combinatie van knoppen, links, tabbladen, hotspots ,uitklaplijstjes … gebruikt wordt. Deze stelling geldt op basis van het principe van gelijkaardigheid. o
De verschillende knoppen of links die de navigatie uitmaken mogen niet ver uit elkaar getrokken worden. Dit om te vermijden dat personen met een verstandelijke beperking de identiek uitziende knoppen niet meer als samenhorend zouden beschouwen conform het principe van nabijheid.
o
Ter info: Het gebruiken van uitklapbare lijstjes voor de navigatie leidt niet tot een toegankelijke site omwille van de motorische vaardigheden waarover je moet kunnen beschikken om door een dergelijke lijst te navigeren. (conform Anysurfer richtlijnen)
Tip voor begeleider o Elke website voorziet in een navigatiesysteem om door te klikken naar de pagina‟s van de site. Dit navigatiesysteem kan op uiteenlopende manieren gepresenteerd worden. Denk aan een knoppenbalk of een ankerlijst links en/of bovenaan op de pagina, tabbladen, blokken met ankers per onderwerp, … Personen met een verstandelijke beperking begrijpen dat je op een webpagina kan doorklikken naar info en zoeken spontaan naar doorklikmogelijkheden. Een uitleg omtrent de verschillende manieren waarop websites deze navigatie presenteren, kan ervoor zorgen dat de navigatie sneller gevonden wordt. Info uit observaties o Bij de eerste opdracht werd er gevraagd of de proefpersonen lang moesten nadenken alvorens te klikken. De observators antwoordden op eigen aanvoelen bij 20 van de 46 proefpersonen ja. o
Bij de tweede opdracht werd er gevraagd of de denktijd vooraleer de proefpersoon actie ondernam korter was. Bij 30 van de 45 personen die deze opdracht uitvoerden werd de reactietijd inderdaad als korter ervaren door de observator.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
13
2. Tekstblokken met voldoende witruimte tussen worden als samenhorend geheel herkend.
Hypothese testen door o De proefleider opent een pagina met tekst over Clouseau onderverdeeld in 3 paragrafen. o
De proefpersoon moet de tekst niet lezen maar wel aangeven tot waar hij veronderstelt dat de tekst over Clouseau gaat.
Kanttekening bij de test o De proefpersonen moeten de tekst niet lezen maar het niveau van de tekst is wel aangepast. De tekst is immers een extract van een artikel uit de Wablieft-krant. o
De term „Clouseau‟ komt frequent voor in de eerste paragraaf, slechts één keer in de tweede paragraaf en niet meer in de derde paragraaf. De tekst scannen op „Clouseau‟ zonder begrijpend te lezen leidt dus niet tot een correct antwoord.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
14
o
Hoe groter de interlinie tussen de paragrafen, hoe groter de kans dat de doelgroep de 3 paragrafen niet als samenhorend gaat beschouwen op basis van het principe van nabijheid en gelijkaardigheid. Er is gekozen voor interlinie 1.5.
Wij veronderstellen dat o
De proefpersonen uitsluitend de eerste paragraaf aanduiden en alleen deze blok beschouwen als een samenhorend geheel tekst dat handelt over Clouseau.
Resultaat: De hypothese wordt niet bevestigd. Aantal dat enkel eerste paragraaf aanwijst
3
Aantal dat laatste paragraaf aanwijst
35
Aantal dat fout antwoordt
8
Aantal dat hypothese bevestigt
3
7%
Aantal dat hypothese niet bevestigt
43
93%
Conclusie voor webbouwer o Op elke pagina van een site toegankelijk voor personen met een verstandelijke beperking mag slechts één onderwerp toegelicht worden. Tip voor begeleider o Personen met een verstandelijke beperking gaan er spontaan van uit dat één pagina één onderwerp behandelt. Deze indeling is geen evidentie op websites. Bekijk samen enkele webpagina‟s, geef aan dat een website kan opgebouwd zijn zoals de pagina van een krant. Info uit observaties o Van de 35 proefpersonen die aangaven dat de 3 paragrafen volledig over Clouseau gingen waren er slechts 9 die de tekst of de laatste paragraaf ook effectief lazen of scanden op termen als „Clouseau‟ of „Koen en Kris‟. Het is dus voor de doelgroep een evidentie dat één inhoudsblok één onderwerp behandelt.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
15
3. Opsomminglijsten worden eveneens als groep en samenhorend waargenomen.
Hypothese testen door o
De proefleider opent een pagina met weetjes over Natalia in lijstformaat.
o
De proefpersoon moet de tekst niet lezen maar wel aangeven tot waar hij veronderstelt dat de items over Natalia gaan.
Kanttekening bij de test o De proefpersonen moeten de zinnen niet lezen maar door het opsplitsen in korte zinnen is deze lijst wel eenvoudig om door te nemen. o
Het woord „Natalia‟ staat alleen in het eerste punt vermeldt. De tekst scannen op „Natalia‟ zonder begrijpend te lezen leidt dus niet tot een correct antwoord.
o
Hoe groter de interlinie tussen de items, hoe groter de kans dat de doelgroep de lijst niet als samenhorend gaat beschouwen op basis van het principe van nabijheid en ge-
Bespreking toetsen hypothesen ii05
16
lijkaardigheid. Er is gekozen voor interlinie 1.5. o
De foto bovenaan de opsommingslijst kan sturend gewerkt hebben.
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen zien dat alle items een geheel vormen dat handelt over Natalia. Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat laatste punt aanwijst
34
Aantal dat alleen eerste punt aanwijst
1
Aantal dat fout antwoordt
11
Aantal dat hypothese bevestigt
34
74%
Aantal dat hypothese niet bevestigt
12
26%
Conclusie voor webbouwer o Bij het gebruiken van opsommingslijsten in een tekst of om beknopt info rond een onderwerp weer te geven, moeten al deze items over hetzelfde onderwerp handelen. Tip voor begeleider o Personen met een verstandelijke beperking gaan er spontaan van uit dat één pagina één onderwerp behandelt. Deze indeling is geen evidentie op websites. Bekijk samen enkele webpagina‟s, geef aan dat een website kan opgebouwd zijn zoals de pagina van een krant. Info uit observaties o Van de 34 proefpersonen die aangaven dat alle items over Natalia gingen waren er slechts 7 die de items effectief lazen of scanden op termen als „Natalia‟ Het is dus voor de doelgroep een evidentie dat één lijst één onderwerp behandelt.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
17
4. Bij teksten op een website is het zinvol interlinie 1.5 te gebruiken. Bij interlinie 1 plakken de regels te dicht op elkaar. Bij interlinie 2 worden de zinnen niet meer als samenhorend beschouwd.
Hypothese testen door o
o o
De proefleider toont 2 pagina‟s met telkens 3 mopjes op. De 3 mopjes hebben telkens een andere interlinie. De proefpersoon wordt gevraagd welk mopje hij het beste kan lezen. Pagina 1 krijgt volgende verdeling: mop 1: interlinie 1 ; mop 2: interlinie 1.5; mop 3: interlinie 2. Pagina 2 krijgt volgende verdeling: mop 1: interlinie 2 ; mop 2: interlinie 1; mop 3: interlinie 1.5.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
18
Kanttekening bij test o De proefpersoon voert deze opdracht 2 keer uit. De hypothese wordt bevestigd door de proefpersonen die zowel de eerste als de tweede keer gekozen hebben voor interlinie 1.5. Op deze manier hebben andere factoren zoals leesrichting geen invloed. Wij veronderstellen dat o De proefpersonen moeite hebben met interlinie 1 en de voorkeur geven aan interlinie 1.5 boven interlinie 2.
Resultaat bovenste tekst interlinie 1, middelste tekst interlinie 1.5, onderste tekst interlinie2 Aantal dat kiest voor interlinie 1
15
Aantal dat kiest voor interlinie 1,5
9
Aantal dat kiest voor interlinie 2
21
Aantal onbeslist
1
Aantal dat hypothese bevestigt
9
20%
Aantal dat hypothese niet bevestigt
37
80%
Resultaat bovenste tekst interlinie 2 middelste tekst interlinie 1, onderste tekst interlinie 1.5 Aantal dat kiest voor interlinie 1
11
Aantal dat kiest voor interlinie 1,5
8
Aantal dat kiest voor interlinie 2
26
Aantal onbeslist
1
Aantal dat hypothese bevestigt
8
17%
Aantal dat hypothese niet bevestigt
38
83%
Resultaat over 2 vragen: Hypothese wordt niet bevestigd. Aantal dat 2x kiest voor interlinie 1
10
Aantal dat 2x kiest voor interlinie 1,5
3
Aantal dat 2x kiest voor interlinie 2
18
Bespreking toetsen hypothesen ii05
19
Aantal dat wisselt van 1 naar 2
2
Aantal dat wisselt van 1.5 naar 2
5
Aantal dat wisselt van onbeslist naar 2
1
Aantal dat wisselt van 2 naar 1.5
2
Aantal dat wisselt van 1 naar 1.5
3
Aantal dat wisselt van 1.5 naar 1
1
Aantal dat wisselt van 2 naar onbeslist
1
Conclusie voor webbouwer o Teksten op een toegankelijke website hebben bij voorkeur interlinie 2. o
Zorg er in elk geval voor dat het lettertype van de tekst kan vergroot worden door de klant via de browser. Een groter lettertype geeft ook de indruk dat de interlinie vergroot.
Tip voor begeleider o Toegankelijke websites laten toe dat de teksten op de site via de browser of een sneltoetsencombinatie kunnen vergroot worden. Door het vergroten van het lettertype krijg je als extra effect dat de interlinie tussen de regels groter lijkt. Wanneer personen met een verstandelijke beperking de werkwijze voor vergroten aangeleerd hebben, kiezen zij zelf de voor hen meest gemakkelijke instelling om teksten op de site te kunnen lezen. Info uit observaties o Van de 15 proefpersonen die bij elke opdracht een andere interlinie gekozen hebben, zijn er 8 die bij de 2de opdracht gekozen hebben voor de grootste interlinie nl 2. In de tweede opdracht stond de tekst met interlinie 2 bovenaan en viel het misschien meer op dat deze tekst makkelijker te lezen was. o
De 10 proefpersonen die over beide opdrachten telkens kozen voor interlinie 1, hebben volgende AVI-leesniveau‟s: 1 proefpersoon AVI 1 1 proefpersoon AVI 4 2 proefpersonen AVI 6 1 proefpersoon AVI 7 5 proefpersonen AVI 9
o
De 3 proefpersonen die over beide opdrachten telkens kozen voor interlinie 1.5, hebben volgende AVI-leesniveau‟s: 1 proefpersoon AVI 6 2 proefpersonen AVI 9
Bespreking toetsen hypothesen ii05
20
o
De 18 proefpersonen die over beide opdrachten telkens kozen voor interlinie 2, hebben gekozen hebben sterk uiteenlopende AVI-leesniveau‟s.
o
1 proefpersoon vertelde spontaan dat de tekst met de regels en de letters verder uit elkaar het gemakkelijkst te lezen is omdat ze anders niet goed kan zien waar ze gebleven is.
Rekenbegrip 1. Personen hebben notie van de grootteorde van het aantal teruggevonden items na bijvoorbeeld een zoekoperatie.
Hypothese testen door o De proefleider zegt dat een aantal van de foto‟s die getrokken werden op 15 juni via deze pagina kunnen opgeroepen worden en vraagt of de proefpersoon ziet hoeveel foto‟s er kunnen bekeken worden. Kanttekening bij test o Het aantal foto‟s is binnen het getalbegrip van de proefpersonen gehouden. o
Voor de presentatie in reeksen is gekozen omdat deze manier van weergeven van teruggevonden resultaten bij een zoekactie frequent voorkomt op websites.
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen merken dat er 20 foto‟s in 2 reeksen van 10 getoond worden. Resultaat: Hypothese wordt niet bevestigd. Aantal dat merkt dat er 20 foto‟s zullen getoond worden
11
Aantal dat niet merkt dat er 20 foto‟s zullen getoond worden
35
Bespreking toetsen hypothesen ii05
21
Conclusie voor webbouwer o Het weergeven van de resultaten van een zoekactie in reeksen, is op een website geschikt voor personen met een verstandelijke beperking geen goed idee. Tip voor begeleider o De personen uit de doelgroep hebben vaak een zeker getalbegrip. Getallen worden bij de navigatie op een website hoofdzakelijk gebruikt om aan te geven dat een zoekactie meerdere resultaten heeft opgeleverd. Het werken met deze weergave in reeksen kan aangeleerd worden. Dit leiden we niet uit deze opdracht af maar wel uit de 2 vervolgopdrachten. Info uit observaties o Het is hoofdzakelijk de presentatie in reeksen die verwarring schept. Verschillende proefpersonen zien de reeks als een rekenopdracht „1 min 10‟.
2. Toepassen van paginering bij zoekresultaten kan op voorwaarde dat het aantal teruggegeven resultaten beperkt is tot de ordegrootte dat het getalbegrip van de proefpersoon reikt.
Hypothese testen door o De proefleider vraagt de proefpersoon volgende getallen op papier te zetten: 7- 13 – 18
Bespreking toetsen hypothesen ii05
22
o
Vervolgens toont de proefleider de pagina met de links “foto‟s : 1-10 11-20”
o
Afhankelijk van het getalbegrip van de proefpersoon wordt deze gevraagd om foto 6 en/of foto 15 te bekijken. Dit gebeurt door te klikken op de juiste link en vervolgens op de juiste foto.
Kanttekening bij de test o Er werd bewust niet gevraagd om het getal 15 te noteren vermits dit op de pagina met de links te lezen stond, ‟15 juni‟. Hetzelfde geldt voor de getallen 1,10,11 en 20. o
De proefpersonen met een getalbegrip tot 20 voeren de opdracht 2 keer uit. Op deze manier kunnen we nagaan in welke mate het werken met de presentatie in reeksen aanleerbaar is.
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen onderscheid kunnen maken tussen groepen en symbolen binnen hun getalbegrip
Bespreking toetsen hypothesen ii05
23
Resultaat noteren getallen 7 13 18 7
13
18
Aantal juist
46
45
45
Aantal fout
0
1
1
Resultaat openen foto nummer 6: Hypothese blijft onbeslist maar neigt naar bevestigd. Aantal dat zelf reeks en foto vindt
30
65%
Aantal dat wordt geholpen bij reeks maar dan zelf foto vindt
14
30%
Aantal dat foto niet vindt
2
5%
Aantal dat zelf reeks en foto vindt
39
85%
Aantal dat wordt geholpen bij reeks maar dan zelf foto vindt
5
10 %
Aantal dat foto niet vindt
2
5%
Resultaat openen foto nummer 15: Hypothese wordt bevestigd.
Conclusie voor webbouwer o Het weergeven van de resultaten van een zoekactie in reeksen, is op een website geschikt voor personen met een verstandelijke beperking geen goed idee. o Een reeks van teruggevonden resultaten mag genummerd zijn op voorwaarde dat het aantal teruggevonden items op een pagina beperkt blijft tot maximum 20. Tip voor begeleider o Zoals gesteld bij vorige de vorige opdracht kan het werken met reeksen aangeleerd worden op voorwaarde dat deze reeksen binnen het getalbegrip van de persoon ligt. Bij de eerste opdracht weten 30 proefpersonen spontaan dat 6 in de reeks 1 tot 10 ligt. Wanneer dit niet gevonden werd, gaf de proefleider uitleg terwijl hij zelf de reeks 1-10 aanklikte. Na deze uitleg vonden 9 extra proefpersonen dat 15 in de reeks 1 tot 20 ligt. Er moesten na aanleren bij opdracht 1 nog slechts 5 personen geholpen worden bij het aanklikken van de reeks.
Info uit observaties o Uit de observaties blijkt dat het uitvoeren van de tweede opdracht aanzienlijk sneller gaat.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
24
Verbaal begrip 1. Lezen ondersteunen door audio: Bij korte instructies is er geen audio nodig
Hypothese testen door o De proefpersoon krijgt een instructie te lezen en wordt gevraagd deze uit te voeren. o
Wanneer de proefpersoon dit wenst, kan de instructie worden voorgelezen
Kanttekening bij de test o Het onderscheid tussen links en rechts is niet bij elke proefpersoon gekend. De opdracht werd als correct uitgevoerd beschouwd wanneer er een arm gestrekt werd. o
Wanneer een proefpersoon owv een motorische beperking niet in staat was een arm te strekken werd hem gevraagd of hij wist wat er van hem verwacht werd.
Wij veronderstellen dat: o Het voorlezen niet nodig is en de proefpersonen spontaan na lezen de arm strekken.
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat geen audio nodig heeft om opdracht uit te voeren
32
70%
Aantal dat wel audio nodig heeft om opdracht uit te voeren
14
30%
Aantal dat opdracht niet uitvoert
0
Conclusie voor webbouwer o Korte teksten of instructies op een website hebben geen audio nodig om begrepen te worden.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
25
o
Het voorzien van audio-ondersteuning zorgt er voor dat de instructies begrepen worden door de meerderheid van personen met een verstandelijke beperking. Het is weliswaar aan te raden om het al dan niet gebruiken van audio-ondersteuning over te laten aan de persoon met een verstandelijke beperking zelf.
Tip voor begeleider o De wijze waarop een voorleesfunctie op een site geactiveerd wordt, dient aangeleerd te worden. Vaak wordt deze functie voorgesteld via een symbool zoals een micro of een oortje. Info uit observaties o De knop „Voorlezen‟ werkt blijkbaar aantrekkelijk. Uit een aantal observaties blijkt dat de proefpersoon het niet kan laten de extra hulp te gebruiken, hoewel uit vorige opdrachten reeds gebleken was dat zijn leesvaardigheid voldoende ontwikkeld was. 2. Lezen ondersteunen door audio: bij langere tekst helpt audio-ondersteuning
Hypothese testen door o De proefleider vraagt de proefpersoon de tekst te lezen en geeft aan dat hij over de tekst een vraag gaat stellen. o Nadat de tekst gelezen werd, stelt de proefleider de vraag. De observator start op dat moment de chronometer en klokt hoelang het duurt tot het antwoord gegeven wordt. o Wanneer de proefpersoon binnen de 20 seconden geen antwoord geeft, laat de proefleider de tekst voorlezen. o Na het voorlezen stelt de proefleider de vraag opnieuw en start de observator de chronometer.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
26
o
Kanttekening bij test We gaan ervan uit dat de proefpersoon de inhoud van de tekst bij het zelf lezen niet heeft opgenomen. Wanneer de vraag gesteld wordt, zal hij dus spontaan de tekst opnieuw beginnen lezen. Na 20 seconden zou hij het antwoord dan moeten tegenkomen.
Wij veronderstellen dat o Bij een uitgebreide tekst de boodschap beter begrepen wordt indien deze ook beluisterd kan worden. Resultaat: Hypothese wordt bevestigd. Aantal dat na zelf lezen tekst antwoord weet
8
17%
Aantal dat na zelf lezen en daarna voorlezen antwoord weet
28
61%
Aantal dat antwoord ook na voorlezen niet weet
10
22%
Conclusie voor webbouwer o De eigenlijke inhoud van de site wordt beter begrepen wanneer deze eveneens kan beluisterd worden. o
Het is weliswaar aan te raden om het al dan niet gebruiken van een voorleesfunctionaliteit over te laten aan de persoon met een verstandelijke beperking zelf.
o
Bij het inbouwen van voorleesfunctionaliteit is het ideaal wanneer niet de volledige inhoud wordt voorgelezen maar de persoon met een beperking zelf in deze inhoud de lijnen die hij graag beluistert, kan selecteren.
Tip voor begeleider o De wijze waarop een voorleesfunctie op een site geactiveerd wordt, dient aangeleerd te worden. Vaak wordt deze functie voorgesteld via een symbool zoals een micro of een oortje. o
De meeste websites voorzien geen voorleesfunctie. Er zijn echter heel wat pakketten op de markt die op de PC kunnen geïnstalleerd worden en zo toelaten om de info niet alleen op websites maar ook in worddocumenten, pdf‟s te laten voorlezen. Pakketten met een eenvoudige interface kunnen aangeleerd worden aan personen met een ver
standelijke beperking. Voor meer uitleg of een op maat van de persoon met een verstandelijke beperking afgestemd pakket, kan je terecht bij de VZW MODEM. Info uit observaties o Opvallend is dat slechts 2 van de 28 personen die de tekst laten voorlezen en dan het antwoord op de vraag correct geven, reageren op het moment dat het antwoord wordt voorgelezen.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
27
3. Lezen ondersteunen door afbeeldingen: Voor korte instructies zijn geen ondersteunende afbeeldingen nodig
Hypothese testen door o De proefleider geeft aan dat de proefpersoon de opdracht mag lezen en uitvoeren. Indien gewenst kan hij ondersteunende afbeelding zien. Kanttekening bij test o In de ondersteunende afbeelding is de naam rood omcirkeld. Een proefpersoon merkt op dat het zo dus niet moet want rood betekent fout. Wij veronderstellen dat o Het tonen van de extra afbeelding niet nodig is Bespreking toetsen hypothesen ii05
28
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat geen afbeelding nodig heeft om opdracht uit te voeren
44
96%
Aantal dat wel afbeelding nodig heeft om opdracht uit te voeren
1
2%
Aantal dat opdracht niet uitvoert
1
2%
Conclusie voor webbouwer o Indien instructies kort en eenduidig omschreven worden is er geen extra hulpfunctionaliteit in de vorm van ondersteunende afbeeldingen noodzakelijk. Tip voor de begeleider Info uit observaties o 8 personen hebben extra aanmoediging nodig door de proefleider vooraleer ze hun naam invoeren.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
29
4. Lezen ondersteunen door afbeeldingen: Bij een langere tekst wordt de inhoud beter begrepen wanneer er ondersteunende afbeeldingen getoond worden. Met ondersteunend wordt bedoelt dat de afbeelding direct een duidelijk beeld geeft van de inhoud van de tekst.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
30
Hypothese testen door o De proefpersoon krijgt een tekst met bijhorende afbeelding en wordt gevraagd waarover deze tekst gaat. De tekst gaat over appels en wordt ondersteund door een afbeelding van konijnen. o
Vervolgens krijgt de proefpersoon een tweede tekst en vraagt de proefleider opnieuw waarover deze tekst gaat. De tekst gaat over een nieuw type paraplu en wordt ondersteund door 2 afbeeldingen van een paraplu: een kapotte klassieke paraplu en een paraplu in nieuwe vormgeving die windbestendig zou zijn.
Kanttekening bij de test o De beide teksten zijn opgesteld conform de regels van Wablieft en bijgevolg aangepast aan de doelgroep.
Wij veronderstellen dat o Het onderwerp van de tekst waarbij de afbeelding effectief ondersteunend is sneller gevonden wordt.
Resultaat tekst over appels ondersteund door afbeelding konijnen: Hypothese wordt bevestigd. Aantal dat stelt dat tekst over konijnen gaat
21
46%
Aantal dat stelt dat tekst over appels gaat
12
26%
Aantal dat ander antwoord geeft
13
28%
Resultaat tekst over nieuw ontwerp paraplu ondersteund door correcte afbeeldingen Aantal dat stelt dat tekst over nieuw ontwerp paraplu gaat
7
15%
Aantal dat stelt dat tekst over gewone paraplu gaat
21
46%
Aantal dat ander antwoord geeft
18
39%
Conclusie voor webbouwer o Afbeeldingen die gebuikt worden bij teksten mogen alleen inhoudsondersteunend zijn. Wanneer dit niet het geval is, leidt de afbeelding de aandacht van de boodschap af en is de verwarring groot. o
De kern van de boodschap moet in de eerste alinea van de tekst zitten.
Tip voor de begeleider
Bespreking toetsen hypothesen ii05
31
Info uit observaties o Ook de tweede opdracht bewijst de hypothese niet zwart op wit alhoewel uit de antwoorden die teruggebracht zijn tot een gewone paraplu blijkt dat de tekeningen toch wel hielpen om de paraplu te specifiëren. De proefpersonen geven antwoorden als kapotte paraplu, rare paraplu, parachuteparaplu, …
o
Verschillende proefpersonen die een ander antwoord geven, zeggen dat de tekst over regen, wind, herfst of slecht weer gaat.
5. Taal op een website voor de doelgroep moet geschreven zijn vanuit de “Tips van Wablieft”
Hypothese testen door o De proefleider vraagt aan de proefpersoon om de tekst over het PAB te lezen. o
Vervolgens vraagt de proefleider of de proefpersoon de voordelen van een dergelijk PAB kent of dat hij kan aanduiden waar in de tekst de voordelen staan opgesomd.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
32
o
Kanttekening bij test De officiële tekst ter verduidelijking van het PAB zoals deze te lezen is op de website van de Vlaamse Gemeenschap werd door Karine Nicolaï herschreven conform de regels van Wablieft.
o
Het antwoord wordt als correct beschouwd wanneer de proefpersoon zelfs alleen maar de subtitel voordelen kan aanduiden. We willen immers testen of de indeling die Wablieft promoot ook effectief vruchten afwerpt.
o
Ondanks het feit dat de gepresenteerde tekst al sterk vereenvoudigd werd, ervaren 29 proefpersonen de tekst als moeilijk.
o
Alhoewel de inhoud van de tekst de doelgroep aanbelangt, zullen zij de tekst niet als interessant ervaren. Het gebrek aan interesse is een factor die de motivatie om de vraag correct op te lossen negatief beïnvloedt.
o
Voorkennis omtrent het PAB was aanwezig bij 15 van de 46 proefpersonen. Deze voorkennis heeft echter geen invloed op de behaalde score. De proefleiders gaven ook aan dat ze niet altijd konden inschatten of de proefpersonen die zeiden het PAB te kennen dit inderdaad ook echt kenden.
We veronderstellen dat: o De voordelen door de lay-out met subtitels gevonden worden. Resultaat: De hypothese wordt bevestigd Aantal dat 1 of meerdere voordelen uit tekst kan halen
27
59%
Aantal dat geen voordelen uit tekst kan halen
19
41%
Avi-niveau 27 personen die voordelen uit de tekst kunnen halen AVI 1
2
AVI 3
1
AVI 4
4
AVI 5
2
AVI 6
5
AVI 7
1
AVI 9
11
Onbeslist (wel MMSE 30)
1
Bespreking toetsen hypothesen ii05
33
Conclusie voor webbouwer o Respecteer bij het opstellen van teksten de regels van Wablieft. o
Op een ideale site die eveneens toegankelijk is voor personen met een verstandelijke beperking, zou de introductietekst omtrent een bepaald onderwerp opgesteld kunnen zijn conform de regels van Wablieft. Onderaan de tekst plaats je dan een anker „verder lezen‟ om de uitgebreide versie van het onderwerp op te roepen.
Tip voor begeleider o Zoek bij het begeleiden van de personen met een verstandelijke beperking op het internet steeds naar sites waar het taalniveau niet te moeilijk. Krantenberichten uit het Laatste Nieuws zullen waarschijnlijk door de doelgroep sneller begrepen worden dan berichten uit De Standaard. Info uit observaties o Slechts 1 proefpersoon heeft de 4 voordelen uit de lijst zelf verwoord. Wel hebben 4 proefpersonen direct de kern van de zaak „thuis blijven wonen‟ als voordeel aangehaald. Slechts 1 proefpersoon kon zelf de eerste 2 voordelen verwoorden. o
De overige 18 proefpersonen wiens antwoord correct gerekend werd, verwezen naar de subtitel voordelen of duiden de lijst of enkele van de voordelen met de vinger aan maar hebben deze niet verwoord.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
34
Geheugen 1. Een website moet consistent opgebouwd zijn: Een consistente manier van navigeren wordt begrepen.
Hypothese testen door o Tot op dit moment heeft de proefleider telkens de verschillende testen opgeroepen. De proefleider heeft telkens verwoord welke actie hij ondernam. o
De proefleider vraagt na afwerken van oefening 6c of de proefpersoon oefening 7 wil oproepen.
o
Nadien vraagt de proefleider of de proefpersoon oefening 7a wil oproepen.
Kanttekening bij de test Wij veronderstellen dat o De proefpersonen de navigatie op de site op dit moment onder de knie hebben.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
35
Resultaat: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat zelf kan navigeren op site en hypothese bevestigt
44
96%
Aantal dat zelf tot oefening 7 kan maar niet 7a
1
1%
Aantal dat opdracht niet uitvoert
2
3%
Conclusie voor webbouwer o Wanneer de navigatie op een site consistent en via een eenzelfde methodiek is opgesteld zullen personen met een verstandelijke beperking deze navigatie spontaan vinden en kunnen gebruiken. Met consistent en via een eenzelfde methodiek bedoelen we dat de navigatie op elke pagina van de site identiek is en dat er geen combinatie van knoppen, links, tabbladen, hotspots ,uitklaplijstjes … gebruikt wordt. Tip voor begeleider o Wijs de persoon op dezelfde wijze van navigeren op verschillende pagina‟s Info uit observaties o Verschillende proefpersonen hebben al eerder tijdens de test het navigeren overgenomen van de proefleider.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
36
Probleemoplossend vermogen 1. Knoppen waarop moet geklikt worden, moeten groot genoeg zijn en ver genoeg uit elkaar staan.
Hypothese testen door o De proefpersoon moet 5 iconen van verschillende grootte aanklikken. o
De proefleider plaatst bij elke deelopdracht de muiscursor op de lijn midden onder het aan te klikken icoon.
o
De observator zegt start en klokt het aantal seconden dat de proefpersoon nodig heeft om het icoon aan te klikken.
Kanttekening bij de test o Niet het aantal seconden per icoon bepaalt de eindscore maar wel of de totale tijd nodig om de boekentas aan te klikken kleiner is dan deze nodig om de smiley aan te klikken. o
Alle opdrachten zijn uitgevoerd zonder aangepaste muis.
o
De grootte van de iconen uitgedrukt in pixels is de volgende: Boekentas: 99*110 Regen:48*48
Vergrootglas:32*32 Afsluitkruisje:24*24 Smiley:15*15
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen moeite hebben met het aanklikken van iconen kleiner dan 48 X48 pixels.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
37
Resultaat: De hypothese blijft onbeslist. Aantal proefpersonen dat minder tijd nodig heeft om op groot dan op klein icoon te klikken
24
52%
Aantal proefpersonen waarbij kleine iconen niet moeilijker aan te klikken zijn dan grote iconen
20
44%
Onbeslist owv motorische beperking of gebrek aan oog hand coördinatie
2
4%
Gemiddelde tijd in 100ste seconden nodig om iconen aan te klikken: Boekentas
485
Regen
608
Vergrootglas
334
Stop
376
Smiley
521
Conclusie voor de webbouwer o Het aantal seconden nodig om een icoon aan te klikken is bij personen met een verstandelijke beperking vrij hoog. Maak iconen dus voldoende groot. Tip voor begeleider o Geef de persoon voldoende tijd om de verschillende (psycho)motorische handelingen uit te voeren. Info uit observaties o Er treedt een leereffect op. Bij de eerste opgave weet de proefpersoon niet altijd wat er van hem verwacht wordt. Dit zou kunnen verklaren waarom het aantal benodigde seconden toch zakt bij kleinere iconen. o
Bij het aanklikken van het kleinste icoon de smiley (15*15) zijn er toch een aantal uitspringers: 48 seconden, 32 seconden, 29 seconden en 28 seconden.
o
Wanneer aan de proefpersonen gevraagd wordt welk icoon het gemakkelijkst aan te klikken is, antwoorden 28 van de 46 proefpersonen het grootste icoon nl de boekentas.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
38
2. Alle links en knoppen moeten werken om geen frustratie op te wekken.
Hypothese testen door o De proefleider vraagt de proefpersoon oefening 7b op te roepen. Deze pagina bestaat echter niet dus “Page Not Found” verschijnt. o
De observator noteert de reacties en acties van de proefpersoon.
Kanttekening bij de test
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen geïrriteerd raken omdat de link niet werkt en niet direct een idee hebben hoe zelfstandig terug naar de oefensite te navigeren.
Resultaat: De hypothese blijft onbeslist. Aantal dat niet zelfstandig kan reageren op foutieve link
27
59%
Aantal dat zelfstandig terugkeert naar vorige pagina
19
41%
Bespreking toetsen hypothesen ii05
39
Conclusie voor webbouwer o De site moet uiteraard perfect werken. Niet werkende elementen geven aanleiding tot frustratie en maken dat de persoon met een verstandelijke beperking afhaakt.
Tip voor de begeleider o 19 van de 46 proefpersonen herkenden de „page not found‟-pagina en wisten dat ze dan in de browser op het pijltje (vorige) konden klikken. Deze vaardigheid is dus aanleerbaar. Info uit observaties o De „page not found‟ pagina verschijnt in het Engels. De proefpersonen merken deze taal op en zeggen dat ze het niet verstaan. o
De meeste proefpersonen die er niet in slagen terug te keren naar de testsite ondernemen zelf geen actie. Ze vragen om hulp bij de proefleider.
3. Bij formulieren moeten alle invoeropdrachten in aparte schermen opgevraagd worden. Een formulier waarop teveel input gevraagd wordt, kan de proefpersoon niet zelfstandig invullen.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
40
Hypothese testen door o De proefpersoon opent een formulier waarop alleen zijn geslacht gevraagd wordt. o
De proefpersoon opent een tweede formulier waarop 4 vragen moeten beantwoord worden.
o
Bij beide opdrachten wacht de proefleider in eerste instantie af. Indien nodig moedigt hij de proefpersoon aan. De proefleider geeft alleen instructies wanneer de proefpersoon deze uitdrukkelijk vraagt.
Kanttekening bij de test o Er wordt tegelijkertijd nagegaan welke invoermogelijkheden de proefpersonen kennen: tekstvakken, aankruisvakjes, keuzerondjes, uitklaplijsten, …
Wij veronderstellen dat o De proefpersonen aanzienlijk meer moeite hebben met het tweede formulier. Ze slagen vragen over, werken het geheel niet systematisch af van A tot Z. Resultaat formulier met één instructie: De hypothese wordt bevestigd. Aantal dat zelfstandig antwoord kan aanvinken
37
80%
Aantal dat na voorlezen of aanmoediging antwoord kan aanvinken
5
11%
Aantal dat niet weet hoe vraag moet beantwoord worden
4
9%
Bespreking toetsen hypothesen ii05
41
Resultaat formulier met meerdere instructies: De hypothese wordt niet bevestigd. Aantal dat zelfstandig de 4 vragen beantwoordt
28
61%
Aantal dat er niet in slaagt de 4 vragen te beantwoorden
18
39%
Resultaat aanvinken van meerdere opties
Aankruisvakjes
Keuzelijst
Aantal dat principe kent
34
12
Aantal dat principe niet kent
11
33
Onbeslist
1
1
Conclusie voor webbouwer o Wanneer de invoerschermen volledig toegankelijk moeten zijn, stel je best slechts één vraag per formulier. o
Tekstvakken mogen gebruikt worden voor eenvoudige invoer als naam, leeftijd, ...
o
Gebruik zoveel mogelijk keuzevragen. Werken met keuzerondjes en aankruisvakjes is voor personen met een verstandelijke beperking geen probleem.
o
Uitklaplijsten kunnen maar het principe van uitklaplijsten is minder gekend.
o
Wanneer er meerdere keuzes kunnen geselecteerd worden, kies dan voor aankruisvakjes boven een keuzelijst.
Tip voor begeleider o Bij invoerformulieren waarop meerdere vragen op moeten beantwoord worden, hebben de personen uit de doelgroep ondersteuning nodig. o
De proefpersonen vertrouwd maken met de verschillende mogelijkheden die je krijgt voor invoer van gegevens leidt tot resultaat.
Info uit observaties o Van de 18 proefpersonen die er niet in slagen de 4 vragen op het tweede formulier zelfstandig af te werken, zijn er 9 die wel opmerken dat er 4 vragen gesteld worden en 7 proberen deze ook systematisch af te werken. Deze proefpersonen hebben echter geen idee hoe de besturingselementen voor invoer werken.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
42
o
Dat bij aankruisvakjes meerdere opties kunnen aangevinkt worden is gekend. Dat dit vaak ook kan in keuzelijsten is niet gekend door de doelgroep.
o
Uit testopdracht 6a blijkt dat het invoeren van gegevens in een tekstvak voor de doelgroep geen probleem vormt.
Bespreking toetsen hypothesen ii05
43