MILIEU
1
Een tuin op het dak : daktuin of groendak ? Het idee om een tuin aan te leggen op een dak, is niets nieuws onder de zon. Van de hangende tuinen van Babylon tot de daktuinen in onze moderne steden, is dit idee voortdurend heruitgevonden. Tegenwoordig zijn daktuinen weer helemaal terug van weggeweest, vooral in onze grote steden, waar het gebrek aan groene zones zich heel pijnlijk laat voelen. Onder impuls van Duitsland en de Scandinavische landen heeft het begrip ‘groene dakbedekking’ een veel ruimere betekenis gekregen. Tegenwoordig moeten we namelijk een onderscheid maken tussen enerzijds een daktuin, ontworpen om gebruikt te worden zoals een echte tuin, en dus volledig toegankelijk en anderzijds een groendak, dat niet ontworpen is om op te lopen en dat zelfs op hellende daken kan worden gelegd.
2
Twee concepten, drie technieken... Om een duidelijk onderscheid te maken tussen deze twee opties,
moeten we de technieken die men voor de realisatie van dergelijke concepten toepast, nader bekijken. Zo wordt een daktuin gecreëerd op basis van de zogenaamde intensieve vegetatie of de semi-intensieve vegetatie. Bij een groendak past men de extensieve techniek toe. Deze drie technieken zijn gebaseerd op hetzelfde basisprincipe, maar ze verschillen vooral door hun samenstelling. Voor alle duidelijkheid zullen we deze drie technieken onderscheiden door er de volgende drie benamingen aan te geven: de daktuin (intensieve techniek, ook wel intensief vegetatiedak genoemd), de lichte daktuin (semi-intensieve techniek, het zogenaamde lichte 30
vegetatiedak) en het groendak (extensieve techniek, het extensieve vegetatiedak). 1°. De daktuin Deze techniek is gericht op het creëren van een echte decoratieve groenzone waarbij men het “siertuin” concept toepast op een dakbedekking zoals men dat zou doen op de begane grond, namelijk met een heel dikke laag plantgrond (meer dan 25 cm), grote planten, gazon en bomen. Voor een dergelijke daktuin zijn er uiteraard bepaalde voorzorgen nodig zoals een waterdichte beschermlaag die zo sterk is dat wortels ze niet kunnen doorboren, een afvloeiingslaag, een filterlaag
en een steriele zone langsheen de hele omtrek. En het spreekt vanzelf dat men ook op voorhand bij de architectuur van het gebouw rekening moet houden met de permanente belasting van de zeer zwaar doorwegende aarde (meer dan 400 kg/m2). Het onderhoud van een daktuin is belangrijk, want het omvat minstens het onderhoud van een gelijkaardige tuin op de begane grond, plus de bijzondere regels voor de montage van het materieel en de afvoer van het tuinafval. Een daktuin kan enkel worden aangelegd op een betonnen ondergrond met een helling die kleiner is dan 5 %. Het is bijna onmogelijk om een daktuin op een bestaand gebouw aan te leggen omdat de architectuur speciaal in functie van dit bijzondere daktype ontworpen moet zijn. 2°. De lichte daktuin Dit is de lichtere versie van de daktuin: de teeltmaterialen zijn speciaal gekozen om het geheel lichter te laten wegen. Men gebruikt dan specifieke substraten (onderlagen) die de plantaarde moeten vervangen. Deze substraten zijn 10 tot 25 cm dik en ze wegen tussen 100 en 400 kg/m2. Door minder weelderig groeiende planten en bodembedekkers te planten volgens een bepaald concept, kan men een minder omslachtig onderhoud voorzien. Onder bepaalde voorwaarden kan men een lichte daktuin aanleggen op lichte dragers zoals hout en staal, 1 & 2. Een mooi voorbeeld van een plat dak met extensieve vegetatie. Op de waterdichtingslaag liggen opeenvolgend een drainagematras en een substraatlaag met daarop een voorgeteeld vegetatietapijt met sedumplanten, maar dan wel enkel wanneer deze materialen zo een gewicht toelaten. Dit veronderstelt een grondige voorstudie, vooral wanneer men een dergelijke daktuin op een bestaand gebouw wil aanleggen. 3°. Het groendak Het opvallende verschil tussen deze techniek en de twee vorige is dat het siertuinconcept hier volledig wordt vervangen door een veel beperkter begrip: het natuurlijk ogende groentapijt. Daar komt nog bij dat een beperkt onderhoud hier een prioriteit wordt. De middelen die men voor de teelt van de planten inzet, worden tot een minimum herleid door het gebruik van een heel dunne substraatlaag
3
4
5
mossen en laaggroeiende vaste planten. De enige voorwaarden: minstens 3 u zon per dag in de zomer, een normale blootstelling aan regen en men mag er niet op lopen. Realisatie: Tecmat
3 tot 5. Met het intensieve vegetatieconcept kan men echt hangende tuinen creëren met heesters, struiken en zelfs kleine bomen. Omdat dergelijke daktuinen zwaarder wegen door de grote behoefte aan water,
substraten en het gebruik van zwaarder ematerialen, moeten ze gedragen worden door een structuur die op een dergelijke belasting is afgestemd. Realisatie: Van Vlierden Groenbedrijf
(minder dan 10 cm, 30 tot 100 kg/m2). Daardoor kan men slechts een beperkt aantal planten uit een heel beperkte lijst kiezen. Deze groenlagen noemt men extensief. Omdat het gewicht van een groendak beperkt is, kan men het op alle dragers leggen, in heel wat gevallen zelfs op bestaande daken. Het onderhoud is meestal beperkt tot één of twee beurten per jaar en er komen geen ingewikkelde werkzaamheden bij te pas. Extensieve groenlagen voor dakbedekkingen kunnen zelfs geplaatst worden op hellende daken met een helling van 20 % en zelfs meer.
Concept van de dakbedekking Voordat u zelfs maar kunt overwegen om de verschillende lagen te leggen die er nodig zijn voor de plantengroei, dient u eerst na te gaan of de betreffende dakbedekking in aanmerking komt voor de techniek die er zal worden toegepast. De vereisten verschillen namelijk al naargelang u een ingewikkelde daktuin of een eenvoudig groendak wenst te plaatsen. Omdat bij een dergelijke dakbedekking heel wat technische kennis komt kijken, doet u uiteraard best beroep op een architect en een gespecialiseerde aannemer. Zij zullen zeker alle nodige voorzorgen nemen. We gaan hier
niet uitweiden over de ingewikkelde technieken die men voor dergelijke dakbedekkingen moet toepassen. We zullen onze aandacht enkel richten op enkele aspecten van tuinen op platte daken.
31
1°. De draagstructuur Wanneer men in het kader van een renovatieproject een daktuin of groendak wenst aan te leggen, is het altijd van cruciaal belang dat men eerst nagaat of de structuur van het gebouw in staat is om zo een permanente belasting te dragen. Groendaken kunnen meestal op alle ondergronden worden aangelegd. Voor daktuinen echter, moet men de structuur van het gebouw meestal
gaan aanpassen. Een dergelijke realisatie blijkt vaak praktisch onmogelijk in het kader van een renovatieproject. Het best worden de funderingen en de structuur van het gebouw al van bij het ontwerp van het gebouw zodanig uitgemeten zijn dat ze rekening houden met deze zware belastingen.
plantenwortels voedt, is uitgedroogd, dan gaan de wortels op zoek naar water en is het risico reëel dat ze de waterdichte laag op haar zwakste plaatsen doorboren en zo doordringen tot in het dakcomplex. Dat is de reden waarom de waterdichte beschermlaag absoluut perfect moet zijn.
optreedt doordat er op het dak wordt gelopen, doordat allerlei materialen op het dak komen te liggen, en door het heen en weer geloop en de activiteiten tijdens de plaatsing van de dakbedekking en door het gebruik van werkgerei voor het onderhoud. Volgens de gewenste beschermingsgraad kan men hiervoor uit meerdere materialen kiezen (rubber,
modernere materialen drainagelagen leggen die veel minder wegen. Om er enkele te noemen: geribbelde panelen van geëxtrudeerd polystyreen, composietmatrassen van kunststof, geëxpandeerde kleikorrels of speciale platen met uitstulpingen gemaakt van synthetische materialen. Meestal wordt de drainagelaag gecombineerd met een filterlaag die
1
2 2°. De dakhelling Op het eerste gezicht zouden we kunnen denken dat een daktuin of groendak geen helling mag hebben. Kwestie van een waterlaag te creëren die de planten moet voeden. Dat is helemaal niet zo, want in geval van lekkage van de waterdichte laag van het dak zou het insijpelende water heel wat schade aanrichten. Daarom moet men vermijden dat er water in de lagen van het groendak stagneert. In het algemeen moet er een helling van minimum 2 % (1°) worden gecreëerd. 3°. De waterdichtheid Het grote verschil tussen een gewoon plat dak en een daktuin of een groendak is dat de waterdichte beschermlaag bij deze laatsten veel minder bereikbaar is. Het zoeken naar een eventuele lek zal dan ook des te moeilijker zijn wanneer grondlaag dik is. Reden te meer dat men de grootste zorg besteedt aan het waterdicht maken van het dak en aan de verbindingen van naden, die bij de minste verzwakking vanzelf door de plantenwortels worden doorboord. Dit is namelijk het grootste risico. Als het waterwerende systeem van het dak dat de
3
Concept en samenstelling Onafgezien van de techniek die men toepast, extensief of intensieve vegetatie, moet zo een dak bestaan uit een bepaald aantal elementen, om zeker te zijn van een goede werking. Laten we de verschillende lagen nader bekijken. 1° Extra mechanische bescherming (beschermdoek) Op intensieve vegetatiedaken moet men een bijkomende mechanische bescherming voorzien bovenop de waterdichte beschermlaag. Dit om te voorkomen dat er schade
geotextiel, gegoten asfalt, polyethyleen of polypropyleen...). 2°. Draineren en filteren De drainagelaag moet zorgen voor de afvoer van het overtollige regenwater waarvan de plasvorming zou kunnen leiden tot insijpelingen in het gebouw en/of schadelijk zou kunnen zijn voor de vegetatie. De drainagelaag wordt gekozen volgens het type tuin en volgens de hoeveelheid water die men erin wenst te accumuleren. Traditioneel bestond de drainagelaag meestal uit een grindlaag. Vandaag kan men met
moet voorkomen dat de drainagelaag verstopt geraakt door deeltjes uit de bovenliggende substraatlaag. In de meeste gevallen is dit een niet geweven geotextiel van synthetisch materiaal. We voegen hier nog aan toe dat alle drainage- en filtermaterialen vorst- en rotbestendig moeten zijn. 3°. Waterretentie De waterhoudende laag ligt onder de substraatlaag. Ze moet zodanig ontworpen zijn dat ze voor de vegetatie voldoende waterreserve biedt om te overleven en te groeien. Meestal is dit een aparte laag die
voorgekweekte bak met waterreservoir: Hydropack
Geprofileerde plaat. Verdura
4 32
5
enkel dient om water vast te houden, zoals geëxpandeerde kleikorrels die tussen de filter- en de drainagelaag worden gelegd. Sommige materialen die men voor drainage gebruikt, zoals de platen met uitstulpingen, kunnen eveneens dienst doen als waterretentielaag. 4°. De bewortelingslaag (substraat) De vegetatie wordt geplant in een
van substraatmengelingen voor daktuinen of groendaken. Daarom is het raadzaam advies te vragen aan gespecialiseerde firma’s. Kwestie van het gepaste substraat voor de gekozen vegetatie te kiezen. De ervaring leert dat teelaarde alleen meestal niet voldoet, want deze wordt compact en verzuurt gemakkelijk, waardoor haar vermogen om water en lucht op te
teelaarde, mest, organische meststoffen), mineralen (rivierzand, geëxpandeerde klei, lavasteen, grind, verbrijzelde terracotta) of chemische stoffen (polystyreenvlokken, polymeren, chemische meststoffen). Bij extensieve vegetatie is het de bedoeling dat de ontwikkeling van de vegetatie wordt beperkt. Daarom kiest men meestal substraten die
4 & 5. Dit concept van een groendak voor hellende daken (van 9 tot 60%) bestaat uit een geprofileerde plaat van vezelcement (waterdicht) waarop voorgekweekte bakken met een waterreservoir (Hydropack) worden gezet. Deze bak bevat 1 vegetatiecomplex bestaande uit meerdere lagen (drainage, filtering, substraten, sedumplanten of andere doorlevende planten). De bakken worden bevestigd op een houten of metalen gebinte waarbij ze onderling dankzij in elkaar grijpende verbindingen aan elkaar worden geklikt. Verdura van Eternit 6 tot 8. Derbisedum is bestemd voor groendaken (die niet worden bewandeld) met een helling tot 25%. Het bestaat uit een wortelwerend waterdichtingscomplex (met één- of twee lagen) en een extensief vegetatiecomplex met een drainagelaag (of niet), een filterlaag en voorgeteelde kunststoftegels die men aan elkaar kan vastklikken. Derbigum-Imperbel
6 substraat. Dit is een laag waarin de planten kunnen wortel schieten en groeien. De meest gebruikte substraten wegen lichter dan teelaarde om de permanente belasting van de dakconstructie te beperken. Het substraat moet het voor de planten mogelijk maken om zich te hechten en het moet water, lucht, minerale en organische stoffen en oligo-elementen opslaan die de planten nodig hebben om te kunnen leven. De keuze van de substraatlaag is dus doorslaggevend. Toch bestaat er geen regel voor de samenstelling
slaan mettertijd vermindert. Bovendien is ze te zwaar. De vegetatie die u wenst aan te planten, zal dus in grote mate de aard en de dikte van de substraatlaag bepalen. Zonder in detail te treden, kunnen we een onderscheid maken tussen substraten voor intensieve vegetatie en substraten voor extensieve vegetatie. Bij intensieve vegetatie heeft het substraat een basis van teelaarde die verbeterd is door toevoeging van verschillende organische elementen (turf, compost,
7 1 tot 3. Claustra’s begroeid met klimplanten, een houten terras en plantenbakken, bomen waarvan de groei gecontroleerd is: dat alles maakt deze daktuin bijzonder geslaagd. Dit harmonieuze geheel werd gecreëerd aan de hand van opeenvolgende etappes zoals het leggen van de dichtingslaag, de drainagematras of de montage van de bakken voor de aanplantingen. Realisatie: Van Vlierden Groenbedrijf
9 33
9.
Wie kiest voor een groendak, kiest voor een milieuvriendelijke aanpak waaraan nog andere voordelen verbonden zijn: absorptie van het regenwater, thermisch comfort, bescherming tegen UV-stralen. Graviland-Pack is een kant-enklaar dichtingprocedé op basis van bitumen dat wortelwerend is en dat bestaat uit voorgeteelde bakken met een waterreserve (Hydropack op een cellenbodem). De vegetatielaag is samengesteld uit streng geselecteerde decidua planten. Siplast
8
In het algemeen zijn planten op daken verboden of sterk af te raden wanneer ze een heel dicht en/of heel wijd vertakt wortelstelsel ontwikkelen waarvan de wortels de waterdichtingslaag doorboren bij het minste gebrek dat ze vertoont. Andere planten zoals bamboe en riet die sterk doorborende wortels hebben, zijn eveneens te mijden. We onderscheiden drie vegetatiesystemen: 1°. Intensieve vegetatie Bij deze optie stelt men meestal oppervlakken samen met gazon, planten in groepjes en struiken, eventueel aangevuld met heesters en kleine bomen. Men kan er ook aromatische planten, kruiden of groenten of zelfs kleine fruitbomen aan toevoegen.
1 1.
Dit tuinterras in het hartje van de stad is aangelegd op de zevende verdieping. Het bestaat uit een vloer van tropisch hout en grote bakken met licht substraat waarin taxussen, buksboompjes en lavendel groeien. Realisatie: Fyto bureau voor tuinarchitectuur
2.
Dankzij het gebruik van Argex korrels die in feite geëxpandeerde kleikorrels zijn, kan men zowel voor de drainagelaag als voor een mengeling met substraat, het gewicht van daktuinen of groendaken beperken.
3.
Het substraat (kleikorrels) wordt meestal onder druk vanuit een tankwagen op het dak geblazen (of in zakken geleverd). Realisatie: Van Vlierden
3
2 vooral bestaan uit mineralen die, in tegenstelling tot organische stoffen, de ontwikkeling van ongewenste planten niet bevorderen. Deze minerale materialen zijn lavasteen, puimsteen, geëxpandeerde klei, geëxpandeerde schist en rivierzand. Nadat het substraat gelegd is, zal het een beetje krimpen en 10 tot 15 % (bij intensieve vegetatiedaken) en ongeveer 20 % (bij extensieve vegetatiedaken) van zijn dikte verliezen. Daarom is het aangeraden om de nodige extra
en aan de wind, de dikte van de substraatlaag) en de levenscyclus van de planten (de snelheid van hun ontwikkeling en hun levensduur). De vegetatie Men kiest best planten die goed De vegetatie is het zichtbare deel van de tuin en ze bepaalt voor welk ‘samenleven’ en houdt ook rekening met het onderhoudsgemak, de systeem men kiest. De planten productie van bladeren, het risico worden gekozen naargelang het gebruik van de tuin en het gewenste voor het ontstaan en het uitbreiden van brand, de technische en de esthetische effect (vorm, grootte, ecologische impact op het gebouw kleur, bloeiwijze van de planten). en de bewoners en ten slotte de Vervolgens onderzoekt men de omgeving (blootstelling aan de zon ecologische invloed op de flora en de fauna in de omgeving. dikte te voorzien die dit inkrimpen compenseert.
34
2°. Minder intensieve of semi intensieve vegetatie Deze optie is minder omslachtig dan de vorige wat het substraat en het onderhoud aangaat, maar daarentegen is de plantenkeuze beperkter. De gekozen vegetatie moet snel en mooi kunnen dichtgroeien op de oppervlakken. Hier beperkt men zich tot lage beplantingen die snel groeien. 3°. Extensievee vegetatie De extensieve vegetatiesystemen , de groendaken dus, die men heeft uitgevonden om de twee grote ongemakken van daktuinen (gewicht en veel onderhoud) te omzeilen, zijn geïnspireerd op de spontane plantengroei op oude muren of op oude landelijke gebouwen. Deze vegetatie wordt “kunstmatig” gecreëerd. Ze is in zekere zin een imitatie van de spontane plantengroei en ze moet gedurende tientallen jaren kunnen overleven zonder de tussenkomst van mensen. Kenmerkend voor een dergelijke vegetatie is dat één soort overheerst (vetplant, aromatische plant of een grasachtige) terwijl de andere soorten minder duidelijk te zien zijn. Tot de planten die goed blijken te gedijen op daken, behoren de korstmossen en de algen, de mossen, de vetplanten, de grassoorten en veel aromatische planten. Het onderhoud Elke daktuin en elk groendak moet eerst een minimaal onderhoud krijgen zoals bij een normaal dak: de dakgoten en de aflopen ervan moeten gecontroleerd worden en alle dode bladeren, mossen en vreemde voorwerpen moeten worden verwijderd. Bij een groendak met extensieve
vegetatie is er heel weinig onderhoud nodig; het beperkt zich meestal tot het verwijderen van parasietplanten die in het substraat groeien. Bij daktuinen met een intensieve vegetatie komt er veel meer onderhoud kijken. Dit onderhoud omvat specifieke taken zoals het bemesten, het maaien, het snoeien, het schoffelen, het eventuele gebruik van pesticiden en onkruidverdelgers en het besproeien. Kortom, de klassieke onderhoudskarweien van elke tuin. Voor- en nadelen... Groendaken en daktuinen zijn tegenwoordig weer heel erg ‘in’, wat eigenlijk vanzelfsprekend is als we zien welke troeven zo’n tuin biedt op het vlak van esthetiek, isolatie, het leefmilieu... Esthetisch gezien vormen deze ‘tuinen’ een levend oppervlak dat er telkens anders uitziet volgens de seizoenen en de bloeiperiodes. Vooral in de steden worden ze gewaardeerd want ze bevorderen de integratie in een omgeving waarin men meer en meer streeft naar het natuurlijke dat men toch onder controle houdt. Dat is de reden waarom bijvoorbeeld een stad zoals Parijs het ‘groene’ dakenconcept in haar lokale urbanisatieplan heeft opgenomen. Op het gebied van isolatie leveren deze daken ook heel efficiënte resultaten. De aanleg van vegetatie zorgt namelijk voor een duidelijk voelbare verbetering van de warmte-inertie van het dak. Dit komt door de massa van een dergelijk dak en vooral door de zonwerende werking ervan. Zo heeft een Amerikaans onderzoek aangetoond dat groendaken en daktuinen zorgden voor een besparing van 20 tot 40 % op de werkingskosten van de klimaatregeling van gebouwen. Nog een grote troef is de waterretentie. Door de sterke aangroei van onze verstedelijkte gebieden zijn er veel ondoordringbare oppervlakken bijgekomen en krijgen de ondergrondse waterlagen te weinig watertoevoer omdat er te weinig water in de grond kan sijpelen. Het water dat veel te snel via goten en riolen wordt afgevoerd, krijgt zelfs niet de tijd om te verdampen. Een groendak bv. absorbeert water zoals een spons en een deel van dit water wordt door de planten opgenomen. Een ander deel verdampt en de rest wordt met wat vertraging via de dakgoten afgevoerd, wat een goede afvloeiing bevordert.
4
5
Tenslotte bieden de ‘groene’ daken nog andere voordelen: een natuurlijke filtering van regenwater dat men kan opvangen en opslaan voor huishoudelijk gebruik, een mechanische bescherming van het dak die de levensduur van de waterdichte laag verlengt, geluidsisolatie omdat de vegetatie het buitenlawaai absorbeert, het absorberen van omgevingsstof en het opnemen van CO2 door de planten.
Naast deze voordelen hebben ze ook enkele nadelen die we niet mogen negeren: het extra gewicht van een dergelijk dak dat men voor het gebouw perfect moet inschatten en beheersen. Bovendien moet het onderhoud altijd stipt en correct gebeuren, vooral bij een intensief vegetatiedak. En het gevaar voor beschadiging van de waterdichte laag door wortels, is niet gemakkelijk op te sporen en tegen te gaan. 7
6
4 tot 6. Argex korrels (natuurlijk granulaat van geëxpandeerde Boomse klei) wegen licht, zijn niet samendrukbaar, zijn rotvrij en hebben een constant drainagevermogen. Bovendien hebben ze een onbeperkte levensduur en zijn ze perfect geschikt voor de aanleg van groendaken met een extensieve vegetatie. In deze gevallen worden het substraat en de drainagelaag vermengd en plant men de planten rechtstreeks in deze Argex laag. 7.
Men past hetzelfde principe toe bij het Sopranature vegetatiesysteem. Het gaat hier om een compleet waterdicht, wortelwerend systeem waarop drainagematerialen, een filter en een substraat zijn gelegd zodat er op de daken een extensieve of halfintensieve vegetatie kan groeien. Soprema 35