Een studie over de nieuwtestamentische gave van profetie op basis van 1 Korinte 14:1-5 en 23-33
Hans Euser April 2010
Voorwoord Jaren geleden kwam er na afloop van een serie Bijbelstudies die ik had gegeven iemand naar mij toe die vroeg of ik vertrouwd was met het thema profetie. “Eerlijk gezegd niet”, liet ik hem weten. “Maar als je wat op je hart hebt, deel het dan!” En hij vertelde dat hij mij tijdens de studie zag als een visser die bezig was met het herstellen van een net. Maar dat net bestond niet uit touw, het bestond uit jongeren vanuit allerlei verschillende soorten kerken. En ik bracht die bij elkaar in een soort netwerk. “Wat je er verder mee aanmoet weet ik niet, maar ik geloof dat God dit aan jou wil laten weten” en weg was de vreemde vogel. Daar stond ik dan met iets dat ‘een woord van de Heer’ werd genoemd, een profetie. Wat moest ik daar nu mee?
Aanleiding De aanleiding voor het schrijven van deze studie is gelegen in vragen van gemeenteleden over het onderwerp profetie. Wat is dat precies? Komt het nog steeds voor? Met welk doel dan? En hoe moet je met een profetie omgaan als die is uitgesproken? Op verzoek ben ik me in het onderwerp gaan verdiepen en werd blij verrast: er staat zoveel over profetie in de bijbel en heden ten dage komt het veelvuldig voor.
Doel Deze studie vormt een weergave van mijn zoektocht. Die is niet afgerond. Sommige vragen blijven (nog) onbeantwoord. Maar ondanks de onvolledigheid zijn de uitgewerkte gedachten die er wel in staan goed overdacht. Ik hoop dat de studie een aanzet vormt voor verdere bezinning.
Opzet Allereerst geef ik in dit boekje een definitie van profetie: wat is het nu eigenlijk? Daarna volgen er allerlei vragen rondom het thema die kort worden beantwoord. De studie sluit af met een literatuurlijst, zodat degenen die meer willen lezen weten waar ze terecht kunnen. Ik heb erg veel gehad aan W. Grudem, The gift of prophecy. In the New Testament and today, Eastbourne 1988.
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 1.
Wat is profetie? ............................................................................................................................... 3 1.1. De oorsprong van een profetie: het is gebaseerd op een spontane, persoonlijke openbaring van de Heilige Geest. ........................................................................................................................... 4 1.2. Het doel van profetie: het is tot opbouw, bemoediging, vertroosting, overtuiging en leiding van mensen. ........................................................................................................................................ 4 1.3. De waarde van profetie: de boodschap is niet noodzakelijk vrij van menselijk falen en misinterpretatie en moet daarom worden getoetst aan de bijbel vanuit een geestelijk volwassen houding................................................................................................................................................ 5
1
2.
1.4.
Een illustratie van profetie uit het leven van Paulus ............................................................... 5
1.5.
Een paar eigentijdse voorbeelden........................................................................................... 6
1.6.
Wat moeten we hier nu mee aan? .......................................................................................... 7
Belangrijke vragen ........................................................................................................................... 9 2.1.
Waar komt profetie vandaan? ................................................................................................ 9
2.2.
Hoeveel weet de profeet? ....................................................................................................... 9
2.3.
Komt de profetie tijdens een extase? ................................................................................... 10
2.4.
Wat is de inhoud van een profetie? ...................................................................................... 10
2.5.
Kan iedereen profeteren? ..................................................................................................... 11
2.6.
Hoe kun je hiernaar streven? ................................................................................................ 11
Literatuur ............................................................................................................................................... 12
2
1. Wat is profetie? De bijbel spreekt veelvuldig over profetie. Het is de meest genoemde en besproken gave van de Geest. Paulus schrijft erover in 1 Tessalonicenzen 5:20, 1 Korinte 11:4-5 en 12:1014:40, Romeinen 12:6, Efeze 2:20, 3:5 en 4:11 en 1 Timoteüs 1:18 en 4:14 (en waarschijnlijk ook in 2 Tessalonicenzen 2:2 en Galaten 2:2). Lukas maakt duidelijk dat het in de nieuwtestamentische gemeenten regelmatig voorkwam (bijvoorbeeld in Handelingen 2:18, 11:27-28, 13:1, 21:4 en 9-11). In dit hoofdstuk vind je een door mij gehouden en bewerkte preek waarin de vraag wordt beantwoord wat profetie nu eigenlijk is. En als je dat goed inziet, dan worden er waarschijnlijk al heel veel andere vragen beantwoord. 1 Korinte 14:1-5 en 23-33 1 Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie. 2 Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God. Niemand kan hem verstaan, want door toedoen van de Geest spreekt hij onbegrijpelijke taal. 3 Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. 4 Iemand die in klanktaal spreekt is daar alleen zelf bij gebaat; iemand die profeteert doet dat ten bate van de gemeente. 5 Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken, maar ik wil nog liever dat u profeteert. Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat de gemeente er baat bij heeft. 23 Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent? 24 Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. 25 Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: ‘Werkelijk, God is in uw midden.’ 26 Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. 27 Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft. 28 Is er niemand die dit kan, dan moeten ze zwijgen en alleen voor zichzelf tot God spreken. 29 Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. 30 Wanneer aan iemand die nog op zijn plaats zit iets geopenbaard wordt, moet degene die op dat moment spreekt verder zwijgen. 31 U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd. 32 En wie profeteert heeft macht over zijn geest, 33 want God is niet een God van wanorde maar van vrede. Zo is het in alle gemeenten van de heiligen.
3
1.1.
De oorsprong van een profetie: het is gebaseerd op een spontane, persoonlijke openbaring van de Heilige Geest.
In de gelezen verzen beschrijft Paulus een samenkomst van de eerste christelijke gemeente; één van de weinige keren dat we een inkijkje krijgen in hun eredienst. Uit vers 26 kun je opmaken dat iedereen in die huiskamerkerk wel iets bijdroeg: een lied, onderwijs, klanktaal met uitleg, of een openbaring, waarmee Paulus profetie bedoelt; verderop gebruikt hij hetzelfde woord. In vers 29 staat dat er hooguit 2 of 3 profeten mogen spreken. En als er één profeet aan het woord is, maar, vers 30, “aan iemand die nog op zijn plaats zit wordt iets geopenbaard, (dan) moet degene die op dat moment spreekt verder zwijgen.” Met andere woorden: de één spreekt, een ander luistert, en ineens komt hem iets in het hart of in de gedachten op dat hij of zij als een openbaring van de Geest aanmerkt. Dan steekt hij zijn hand op, of hij geeft het op een andere manier aan, en dan moet de eerste spreker zwijgen zodat de tweede het woord kan voeren. Het profeteren gaat dus wel volgens bepaalde afspraken, maar het is toch ook spontaan: de Geest openbaart het aan iemand persoonlijk. En dat woord openbaring – er staat in het Grieks apokaluptoo, waar ons woord Apocalyps vandaan komt – dat duidt op iets dat je niet uit jezelf zou kunnen weten. De basis van de boodschap moet wel vanuit God komen die alles weet en iedereen kent.
1.2.
Charles Haddon Spurgeon, de opwekkingsprediker uit Engeland in de 19de eeuw, sprak vaak profetisch. Tijdens één van zijn preken wist hij zich door de Geest geleid om iemand in de samenkomst aan te spreken die hij niet kende, maar waarvan hij toch een zeer nauwkeurige beschrijving gaf: “Er zit hier iemand die afgelopen zondag zijn schoenmakerswinkel heeft opengehouden. Hij berekende iemand een woekerprijs van 9 penny’s in plaats van de gebruikelijke 5 penny’s. Voor 4 penny’s verkocht hij zijn ziel aan de duivel.” De man om wie het ging werd er zo door in zijn hart getroffen, dat hij berouw kreeg en tot bekering kwam!
Het doel van profetie: het is tot opbouw, bemoediging, vertroosting, overtuiging en leiding van mensen.
Waarom zou er zoiets bestaan als profetie? Omdat God niet alleen in algemeenheden wil spreken – bijvoorbeeld dat hij de wereld liefheeft – maar ook persoonlijk – hij kent jouw naam, hij weet van je worstelingen, hij proeft je twijfel en je angst. En om daar uiting aan te geven gebruikt de Here het profetische woord dat vaak verrassend actueel is en jou persoonlijk of de gemeente als geheel opbouwt, troost, bemoedigt, overtuigt en de weg wijst. Vers 3 zegt: “iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend.” En vers 24: “Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: ‘Werkelijk, God is in uw midden.’” Zoals die schoenmaker in de tijd van Spurgeon.
4
1.3.
De waarde van profetie: de boodschap is niet noodzakelijk vrij van menselijk falen en misinterpretatie en moet daarom worden getoetst aan de bijbel vanuit een geestelijk volwassen houding.
Met andere woorden: de inhoud van de profetie kan wel helemaal verkeerd worden gecommuniceerd of voor een deel worden misverstaan. Anders zou de apostel ook niet zo duidelijk zijn in zijn oproep om profetieën te toetsen. Vers 29: “Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen.” In het Oude Testament zeiden de profeten: “Zo spreekt de Heer.” Hij legde zijn woorden in hun mond en niemand mocht daaraan twijfelen; hun woord moest gehoorzaamd worden, anders was je ongehoorzaam aan God! Maar in het Nieuwe Testament hebben de profeten niet dat grote, goddelijke gezag. Hun woorden zijn wel gebaseerd op een openbaring van de Geest, maar er kunnen zoveel menselijke elementen in de uiteindelijke boodschap vermengd worden, dat elke profetie moet worden getoetst. Daarom is het beter dat een nieuwtestamentische profeet zoiets zegt als “Ik denk dat de Heer dit tegen je wil zeggen.” Of “Ik heb sterk het gevoel om dat met jou te delen.” En dan zal wel blijken of het gesproken woord daadwerkelijk van de Heer komt na toetsing aan de bijbel vanuit een geestelijk volwassen houding. Want ja, een profetie kan nooit ingaan tegen de bijbel. In 1 Korinte 14:37 schrijft Paulus: “Wie van u denkt te kunnen profeteren of in het bezit van de Geest te zijn, dient te erkennen dat wat ik u schrijf een bevel van de Heer is. Doet hij dat niet, dan wordt hij zelf niet erkend.” Met andere woorden: elke profeet moet zich onderwerpen aan het gezag van Jezus en zijn apostelen. Een profetie kan nooit ingaan tegen hun onderwijs dat je in de bijbel vindt.
1.4.
Een illustratie van profetie uit het leven van Paulus
Een illustratie uit het leven van Paulus zelf. Tijdens één van zijn reizen besluit hij om naar Jeruzalem te gaan. Onderweg komt hij in Tyrus, waar hij de christelijke gemeente opzoekt. Handelingen 21:4. “We gingen op zoek naar de leerlingen en bleven een week bij hen.” En dan komt het: “Geïnspireerd door de Geest zeiden ze tegen Paulus dat hij niet moest doorreizen naar Jeruzalem.” Een profetie! De Heilige Geest heeft iets aan de christenen aldaar geopenbaard en ze delen dat met de apostel, die zich erdoor zou kunnen laten leiden. Maar het gaat heel anders. “Toen ons oponthoud ten einde liep, vertrokken we weer!” En
Profetie bestaat dus volgens het Nieuwe Testament uit een boodschap 1. gebaseerd op een spontane, persoonlijke openbaring van de Heilige Geest, 2. met als doel opbouw, bemoediging, vertroosting, overtuiging en leiding, 3. maar die niet noodzakelijk vrij is van menselijk falen en misinterpretatie en daarom moet worden getoetst aan de bijbel vanuit een geestelijk volwassen houding.
5
waarheen denk je? Naar Jeruzalem! Paulus legt de profetie naast zich neer! Hoe kan dat nou? De christenen waren toch geïnspireerd door de Geest? Ze hadden toch een openbaring gehad? Ja, maar ze hadden ook hun eigen emoties, hun persoonlijke interpretatie, vermengd met het woord van God. Waarschijnlijk had de Geest hen laten zien dat Paulus in Jeruzalem zou worden opgepakt. Dat was de openbaring. Maar in de profetie die ze uitspraken klonk ook hun eigen angst mee. “God verhoedde het dat je daar wordt opgepakt. De Geest zegt dat je niet moet gaan!” En dat doorzag Paulus. Hij wist al wat de christenen in Tyrus geopenbaard hadden gekregen, namelijk dat hij in Jeruzalem veel te verduren zou krijgen. In Handelingen 20:22 zegt hij zelf: “Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest (de Geest leidde hem!), zonder te weten wat me daar te wachten staat, behalve dan dat de Heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en vervolging mijn deel zullen zijn.” Agabus, de profeet, had het beter begrepen. Ook hij had een openbaring ontvangen voor Paulus en hij geeft die nauwkeurig door zonder daar perse een negatief reisadvies aan te verbinden. Handelingen 21:10. “Na enkele dagen kwam er een profeet uit Judea, die Agabus heette. Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: Dit zegt de Heilige Geest: Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door de joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen zullen uitleveren.” Opnieuw een profetie. Nauwkeurig beschreven. In hoofdlijnen ook zo uitgekomen volgens Handelingen 21:27-36. En toch zitten er twee foutjes in. Paulus werd namelijk niet vastgebonden door de joden, maar bijna gelyncht! En zij leverden hem niet uit aan de Romeinen, maar de Romeinen pakten Paulus op. Uit deze geschiedenis wordt duidelijk dat nieuwtestamentische profetie gebaseerd is op een openbaring van de Geest, maar niet noodzakelijk vrij is van misinterpretatie en soms zelfs misleidend kan zijn (in het geval van de profetie in Tyrus). Maar zelfs al is een profetie niet helemaal correct, dan nog kan die enorm bemoedigend zijn. Paulus zal achteraf geconstateerd hebben dat de Geest wel degelijk gesproken had door Agabus. Wat een troost en houvast zal dat hem geboden hebben toen hij door de tribuun werd opgepakt! Hij wist dat God zijn situatie al van tevoren kende; het loopt hem niet uit de hand!
1.5.
Een paar eigentijdse voorbeelden John Piper vertelt dat hij tijdens een preek, hoewel hij zich daar niet zo op had voorbereid, het volgende zei: “Een Bijbelstudie op de 36ste verdieping van de IDS toren met belangrijke zakenmensen is cruciaal, waardevol en nodig.” Na afloop van die preek kwam er en vrouw naar hem toe met een stralend gezicht om te vertellen dat zij in die week op de 36ste verdieping van de IDS toren een Bijbelstudie had belegd met belangrijke zakenmensen!
6
Het kan gebeuren dat je op een nacht wakker wordt en heel sterk het gevoel hebt dat je voor iemand uit je straat of uit je familie of uit de gemeente moet bidden. En je maakt je man of vrouw wakker om het te vertellen: “Ik heb het idee dat er iets is met die en die, alsof God het me duidelijk maakt. Laten we er samen voor bidden.” En de volgende dag hoor je dat die persoon jouw gebed juist nodig had omdat hij op dat moment naar het ziekenhuis werd gebracht.
Er zijn zusters en broeders die weleens een tekst of een lied in gedachten hebben gekregen om dat speciaal met iemand te delen en toen ze dat deden was er herkenning en dankbaarheid aan God omdat dat woord precies op het juiste moment bij de juiste persoon kwam.
Dat is allemaal profetisch spreken, of profetisch bidden, of profetisch zingen. Je ontvangt iets, je deelt dat in alle bescheidenheid en je ontdekt dat het de ander bemoedigt, opbouwt en vertroost. Het juiste woord op het juiste moment voor de juiste persoon. Het gebeurt nog steeds!
1.6.
Wat moeten we hier nu mee aan?
Als je de gave van profetie herkent in je eigen leven Ontwikkel dat dan verder, maar in alle bescheidenheid. Paulus gruwt van de trots waarmee sommigen in Korinte hun gaven etaleren. Jaag de liefde na en zoek de opbouw van de gemeente. Geef anderen gelegenheid tot reageren. Sta open voor toetsing. Gebruik niet te grote woorden als “Dit zegt de Heer”, maar liever “Ik denk dat de Heer dit of dat wil zeggen”. Zo geef je veel meer ruimte aan je zusters en broeders om te beoordelen of dat wat je zegt ook echt van God komt. Als je de gave van profetie niet hebt ontvangen
Stel je ervoor open. Paulus schrijft aan de Korintiërs in vers 1: “Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie.” Door ervoor te bidden, door erover te lezen én door te erkennen dat de Geest vrij is om zijn gaven uit te delen hoe en aan wie hij wil. Dat is het tweede:
Realiseer je dat de verschillende gaven in de gemeente elkaar juist aanvullen. Je kan en hoeft niet alles zelf te doen. De één klust graag, de ander is gastvrij, een derde zingt en de volgende geeft onderwijs. We hebben elkaar nodig! Niet iedereen ontvangt de gave van profetie. “Dit geldt ook voor u”, schrijft Paulus in vers 12, “als u zo graag geestelijke gaven bezit, moet u ernaar streven uit te blinken in de opbouw van de gemeente.” Dáár gaat het om bij de gaven van de Geest, 1Korinte 14:12!
7
Als jij weleens een profetie hebt gehad Toets die. Neem het niet zomaar voor waar aan. Baseer je leven er niet op, want je zou weleens een misstap kunnen begaan. Anderzijds: laat je erdoor bemoedigen. God kent jouw situatie als geen ander. Hij weet wat goed en nodig is, niet alleen in algemene zin, maar ook persoonlijk en voor de gemeente. In mijn geval, ik kreeg jaren geleden te horen dat iemand mij zag als een visser van jonge mensen. Toen heb ik niet meteen mijn baan opgezegd om interkerkelijk jeugdwerker te worden, maar ik heb dat woord gewoon in mijn hart bewaard. En toen 3,5 jaar geleden de vraag kwam of ik in de Regenboog als voorganger wilde aantreden met als speciaal aandachtsveld het jeugdwerk, toen viel er een puzzelstukje op zijn plaats als een bevestiging en een bemoediging. En nog steeds spoort het mij aan om ook over de Regenboogmuren heen te kijken en samenwerking te zoeken met andere kerken. Tenslotte, God spreekt nog steeds door Woord en Geest. Hij heeft niet alleen de wereld lief in algemene zin, maar jou persoonlijk. Hij verafschuwt niet alleen de zonden van anderen, maar ook de zonden van ons. Psalm 32:8 zegt “Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog.” En elke keer als dat Woord van God door de Heilige Geest in je leven wordt binnengedragen – je ráákt en aanspreekt – , dan is dat profetisch spreken, dan is dat de stem van de Here zelf! Het juiste woord op het juiste moment voor de juiste persoon!
8
2. Belangrijke vragen In dit tweede hoofdstuk komen enkele vragen aan bod rondom het thema profetie. Ik behandel ze hier kort.
2.1.
Waar komt profetie vandaan?
De bron van ware profetie is God zelf. 29 Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. 30 Wanneer aan iemand die nog op zijn plaats zit iets geopenbaard wordt, moet degene die op dat moment spreekt verder zwijgen. Vijf zaken vallen op: 1. De openbaring komt spontaan op, anders dan een voorbereide preek. 2. De openbaring komt op bij een individu. Dus het is niet slechts iets dat opkomt uit het betoog van de eerdere spreker; dan zou iedereen het wel kunnen aanvullen. 3. De openbaring komt bij God vandaan. Het woord apokaluptoo wordt alleen gebruikt voor Goddelijke openbaring. 4. De openbaring geeft inzicht vanuit Gods perspectief en is dus niet magisch, zoals bij veel heidense profeten. Ze moet in overeenstemming zijn met Gods Woord en de gemeente opbouwen (1 Kor. 14:3). 5. De openbaring wordt door de profeet opgemerkt. Het komt zelfs zo sterk op hem af dat hij de vorige spreker kan onderbreken.
2.2.
Hoeveel weet de profeet? 1 Kor.14:8 Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. … 12 Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.
Profetie is onvolledig. Het geeft slechts een kleine glimp op de werkelijkheid (beperkt, vs. 9). De openbaring komt indirect bij de profeet (via een spiegel, vs. 12). En ze is vaak moeilijk te begrijpen of interpreteren (wazig, vs 12).
9
2.3.
Komt de profetie tijdens een extase? 31 U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd. 32 En wie profeteert heeft macht over zijn geest, 33 want God is niet een God van wanorde maar van vrede.
De profeet spreekt niet tegen zijn eigen wil, hij verliest geen zelfcontrole en heeft oog voor zijn omgeving. Hij spreekt dus niet tijdens of vanuit een extase. Uit de Studiebijbel: Orde en harmonie zijn mogelijk omdat de christelijke profetie wezenlijk verschilt van de heidense vormen van ‘openbaring’. In heidense religies heeft de mens die in een toestand van trance, extase (1Kon. 18:28,29) of bezetenheid verkeert, zichzelf niet meer onder controle (12:2) en wordt hij gedwongen te roepen of te schreeuwen (Marc.1:13; Luc.8:28v.). Boze geesten bedienen zich dan van hun mond. De gelovigen echter die de gave van profetie hebben, kunnen zichzelf (en hun spreken) te allen tijde onder controle houden (vs.32). Zij kunnen zelf bepalen óf en wanneer zij de ontvangen openbaring uitspreken. De regel om ook de ander aan het woord te laten en om de beurt te profeteren (vs.30,31), berust op het feit dat ‘de geesten van de profeten aan de profeten onderworpen zijn’.
2.4.
Wat is de inhoud van een profetie?
Er staan niet veel profetieën in de bijbel, maar we kunnen wel letten op het doel en de functie ervan.
1 Kor. 14:3. iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend.
Profetie is een betere gave dan tongentaal (1 Kor. 14:1-5) omdat profetie meer tot opbouw is van de gemeente. Zij is opbouwend, troostend en bemoedigend. Paulus gebruikt deze drie woorden ook voor veel andere zaken (onderwijs, het elkaar in liefde behandelen, etc.). Wat maakt profetie dan zo waardevol? Dat het gesproken woord is gebaseerd op een openbaring! In de profetie worden dingen gezegd die op geen andere manier naar voren zouden kunnen komen, dan alleen door goddelijke openbaring. Er moet dan wel in liefde gesproken worden, anders is profetie ‘niets’. Dus de profeet: a. b. c. d. e.
wacht op zijn beurt (1 Kor. 14:31, 1 Kor. 13:5), spreekt tot opbouw van anderen (14:3 en 13:5), is graag bereid zijn profetie te laten toetsen (14:29 en 13:4), geeft ruimte aan een ander om te profeteren (14:30 en 13:4-5) en spreekt zo over de zonde dat het mensen niet afstoot, maar uitnodigt om God te aanbidden (14:24-25 en 13:5-6).
10
Teksten die deze functie van profetie nog illustreren:
Hand. 15:32 Agabus in Hand. 11:27-30 en 21:11. Het voorspellende element staat niet op zichzelf, maar bemoedigt en bouwt op. 1 Tim. 1:18 1 Tim. 4:14 Het boek Openbaring
Profetie kan zeker ook tijdens lofprijzing of gebed en voorbede ontstaan.
2.5.
2.6.
Kan iedereen profeteren? Iedereen die een openbaring ontvangt en de regels voor orde in aanmerking neemt die heeft toestemming om te profeteren. Dat Paulus iedereen aanspoort om naar deze gave te streven (1 Kor. 14:1,39) impliceert dat er voor iedereen de mogelijkheid bestond om deze gave te ontvangen. Toch is het duidelijk dat niet alle gelovigen elke gave ontvangen (1 Kor. 12:810,12,14,17,19-20,29-30). En dat geldt ook voor profetie (1 Kor. 12:29). Maar omdat niemand van tevoren weet welke gave hij of zij zal ontvangen, roept de apostel iedereen op ernaar te streven, speciaal naar de hoogste gave, de profetie. Een profeet kan niet spreken wanneer hij of zij maar wil, omdat alles afhangt van de openbaring die God al dan niet geeft. Daar moet op gewacht worden.
Hoe kun je hiernaar streven? Bid (zie ook 1 Kor. 14:13 t.a.v. het uitleggen van tongentaal). Wees tevreden met de gaven die je hebt (niet trots volgens 1 Kor. 12:20-24, noch jaloers volgens 1 Kor. 12:14-19). Groei naar geestelijke volwassenheid. Paulus laat zien dat de gave van profetie met name wordt geschonken aan geestelijke mensen (in 1 Kor. 14:37; zie ook 1 Kor. 2:6 en 14). Zoek ernaar vanuit het juiste motief: liefde voor (1 Kor. 14:1) en opbouw van de gemeente (1 Kor. 14:12). Het is niet voor ‘persoonlijk gebruik’. Gebruik je gaven. Het gaat er niet om wat goed is voor jou, maar de vraag is wat de gemeente nodig heeft. Draag daaraan bij.
11
Literatuur M.D. Geuze, Profetie. Onmisbaar voor de christelijke gemeente, Hoornaar 2004. Zie ook het interview met Geuze in CV·Koers, juni 2005. Op de website van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE) staat een uitgebreid artikel. Ga naar www.vpe.nl en tik de zoekterm ‘profetie’ in of klik de volgende link aan: http://www.vpe.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=368&Itemid=94. Drie artikelen in CV·Koers, maart 2004: M. Helmus, “Luisteren naar Gods stem” R. Westerbeek, “De Bijbel over de gave van profetie” R. Doornenbal, “De gave van profetie in de kerkgeschiedenis” W. Grudem, The gift of prophecy. In the New Testament and today, Eastbourne 1988. Op www.desiringgod.com staan verschillende artikelen en preken van John Piper. Via de zoekterm ‘prophecy’ kom je op prachtige materialen.
12