E W O U D
Nieuwe
en
S A N D E R S
woorden
uitdrukkingen
Carrièrepil, deukdij, doggy dancing, evenementenbier,
privé-
surfen, slangenkop, UMTS-veiling,
rijk-
weeralarm, zinloos
ieder jaar levert nieuwe woorden op. In dit boekje vertelt journalist en historicus Ewoud Sanders het verhaal achter ruim 400 woorden en uitdrukkingen die in het jaar 2000 debuteerden. Doordat hij uitvoerig beschrijft onder welke omstandigheden woorden als medisch asieltoerisme, sexchatten, vandalenzone, websupermarkt
en Zalmkitop
het
toneel verschenen, geeft dit neologismenwoordenboekje meteen een overzicht van de meest markante gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Een selectie van De taal van het jaar verscheen in verkorte vorm in N R C Handelsblad. Ewoud Sanders (1958) is taalhistoricus en journalist. Hij is vaste medewerker van o.a. NRC Handelsblad en Onze Taal en heeft verschillende taalboeken op zijn naam staan, waaronder Jemig de pemig! De invloed van Van Kooten en De Bie op het Nederlands, het Eponiemenwoordenboek, Geoniemenwoordenboek Krijg de vinkentering!
het
en (samen met Rob Tempelaars) 1001 Nederlandse en Vlaamse
verwen-
singen.
[UVTËN
De taal van het jaar
De taal van het jaar Nieuwe woorden en editie 2001 Ewoud Sanders
2001 Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen
uitdrukkingen,
© Ewoud Sanders Eindredactie: Jaap Engelsman Omslagontwerp: Zeno, Amsterdam Typografie: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam Alle rechten voorbehouden I S B N 90 2 0 4 5 7 1 6 0
D/2001/0108/539 N U G I 943/925
Inhoud Woord vooraf 9 Verantwoording 17 Van aanwezigheid tot ziuemluier 19 Bijvoegsel: De nieuwe woorden thematisch 126 Literatuur 130 Alfabetisch register 133
Woorden zijn de kerstballen aan de kerstboom. Ze trekken enorm de aandacht en je kijkt er heel graag naar, maar ze zijn ook inwisselbaar, veel inwisselbaarder dan de takken en de stam van de boom die het zaakje staande houden. De kracht van die boom zorgt ervoor dat het Nederlands aldoor maar blijft overleven. Liesbeth Koenen Onze Taal jrg. 69, nr. 2/3 (februari/maart 2000), p. 45
De architect van het belastingstelsel, staatssecretaris Vermeend van Financiën, en zijn kleine leger van beleidsambtenaren dat het overleg in de aanpalende vergaderzaal op een televisiescherm volgt, strooien met begrippen als combinatiekorting, antischuifmaatregelen, boxhoppen, boxdrainage en meesleep- en meetrekregelingen. Dat maakt het voor de argeloze toehoorder moeilijk te geloven dat het belastingstelsel er eenvoudiger op wordt. Het Financieele Dagblad 22 januari 2000, p. 4
Een aantal jaren geleden was alles cool. Ik heb getracht om dit woord over te nemen, met als enig gevolg dat als ik onder collega's iets cool noem, men denkt dat ik het koud heb. Dus daar ben ik mee gestopt. Nadien was alles vet. Inmiddels (anno 2000, misschien eerder gestart, maar nu heel nadrukkelijk op 1) is alles - volgens mijn jongste zoon - hard. Wij zouden vroeger op school gezegd hebben: link. 'René uit Haarlem', geciteerd door Jan Kuitenbrouwer in de Volkskrant 20 december 2000, p. 29
Woord vooraf Dit boek gaat over de nieuwe woorden en uitdrukkingen van het jaar 2000. Het bevat honderdtachtig stukjes, waarin het debuut wordt besproken van ruim vierhonderd neologismen. Daarnaast wordt het doopceel gelicht van enkele tientallen oudere woorden, merendeels uit de jaren negentig. Dat is om verschillende redenen gedaan. Bijvoorbeeld omdat een nieuw woord is samengesteld uit oudere woorden, zoals websuyer. Of om de context van een nieuw woord te verduidelijken. Zo staat bij druktetarief dat dit slechts het zoveelste wapen is in de heroïsche strijd tegen de Nederlandse file, een strijd die het afgelopen decennium veel nieuwe woorden heeft opgeleverd. We doen een greep: rekeningrijden, prijsrijden, spitstoeslag, spits heffing, toeritdosering sinds het eind van de jaren tachtig, antifileplan sinds 1996, kilometerheffing sinds 1997, benuttingsvariant, plusstrook en spitsteam sinds 1999. En nu dus druktetarief (plus autoritadvies, bereikbaarheidsoffensief, congestie-uur, filezwaaien, spitssnelheid en van-pool). Nog even en er valt een apart Nederlands jïlewoordenboek samen te stellen. Vorig jaar verscheen de eerste editie van dit boekje en de opzet is sindsdien niet ingrijpend veranderd. Aan woorden en uitdrukkingen is toegang verleend als ze in 2000 voor het eerst zijn gezien of gehoord. Ik ben iets minder streng geweest dan vorig jaar, want ook aan woorden die in de tweede helft van 1999 opkwamen en die vervolgens in 2000 doorbraken, is hier onderdak verleend. Vorig jaar zag ik ze over het hoofd en ik vond het zielig om ze buiten te laten staan, alleen maar omdat ze voor een jaarboekje een paar maanden te oud zouden zijn. Bij een geleidelijke opkomst lag de grens bij juni 1999 - jammer voor de bioterroristen, buurtvaders, eermoordenaars en veelplegers - maar je kunt niet bezig blijven. Bij woorden als evenementenbier en slangenkop ligt dat weer een beetje anders. Euenementenbier is precies één keer aangetroffen in 1997 en daarna twee jaar lang helemaal niet, tot het in 2000 algemeen bekend werd. Dat maakt het voor mij een neologisme, al laat ik de voorgeschiedenis natuurlijk niet onvermeld. Iets vergelijkbaars is er aan de hand met slangenkop. Aan ieder nieuw woord heb ik vervolgens gevraagd: word jij vaak [9]
gebruikt? (dan altijd opgenomen) of kom je niet zo vaak voor maar zeg jij veel over de tijd waarin we leven? (dan ook opgenomen). Nietszeggendheid in combinatie met een lage frequentie was een onverbiddelijke reden om woorden de deur te wijzen. Vaak ging het dan trouwens om eendagsvliegen of gelegenheidssamenstellingen, zoals taalkundigen ze noemen. Ook verandering of uitbreiding van betekenis was een criterium voor opname. Aanwezigheid is al een oud woord, maar in 2000 werd het geregeld gebruikt in een nieuwe betekenis, namelijk 'positie (van een bedrijf), marktaandeel'. Topdomein kreeg er eveneens een betekenis bij. Dat was al een 'domein of château dat goede wijn opbrengt', nu werd het gebruikt in verband met domeinnamen op internet. Tellen Hoe kijk je de leeftijd en de frequentie van woorden na? Voor de leeftijd beschikken we - behalve over internet - over digitale historische woordenboeken, over digitale historische tekstbestanden en over grote digitale bibliografieën. Wat dit laatste betreft is vooral Picarta zeer waardevol. Aan dit bibliografische bestand worden wekelijks de inhoudsopgaven van ruim twaalfduizend tijdschriften toegevoegd. Bovendien kun je de ouderdom van woorden nazoeken in een stapel neologismenboeken. Zie voor een overzicht van de belangrijkste publicaties de literatuurlijst achterin. Voor de frequentiegegevens heb ik mij vorig jaar beperkt tot de Nederlandse Persdatabank. In dat bestand zijn de digitale leggers te doorzoeken van 27 kranten die tussen 1989 en gisteren zijn verschenen (zie verder de Verantwoording). Dit jaar heb ik de frequentie in de Persdatabank gecombineerd met de frequentie op internet. Voor internet is gebruikgemaaktvan Google (www.google.com), een uitstekende zoekmachine, die relatief diep de webgeschiedenis induikt en die ook aangeeft hoe vaak woorden op een pagina voorkomen (een zogenoemde concordantiefunctie). Vanzelfsprekend heb ik alleen de frequentiegegevens van Nederlandse websites verzameld, het gaat hier immers om nieuwe woorden in het Nederlands. De internetgegevens over de woordfrequentie waren tamelijk onthutsend. Kwam de afkorting B2B (business-to-business) in de
[10]
Persdatabank zeventig maal voor, Google gaf maar liefst 3810 vindplaatsen. Op basis van het aantal vindplaatsen in kranten zou je denken dat seruiceability een obscuur woord is, want het bleek in 2000 slechts in één krant voor te komen. Volgens de regel lage frequentie + nietszeggendheid zou het zijn gesneuveld, ware het niet dat Google 39 vindplaatsen opleverde, plaatsen waaruit bovendien bleek hoe belangrijk dit woord in sommige kringen is. Zulke verschillen kwamen veel vaker voor, en niet alleen voor woorden die betrekking hebben op het net zelf, zoals weblog (7 maal in de Persdatabank, 4290 maal bij zoeken via Google). De conclusie moet zijn dat kranten en tijdschriften hun positie als voornaamste podium voor taalvernieuwing echt aan het verliezen zijn. Eeuwenlang waren de nieuwste woorden, uitdrukkingen, betekenissen en zinswendingen voor het eerst te lezen in kranten, tijdschriften en - in mindere mate - boeken. Het afgelopen decennium heeft de overheid tientallen miljoenen guldens besteed aan de aanleg van corpora (grote digitale tekstbestanden) om een kleine selectie van dat soort bronnen te ontsluiten. Die corpora zijn niet waardeloos geworden (hoewel ze vanwege auteursrechtelijke problemen nooit voor iedereen toegankelijk zijn geweest), maar inmiddels is internet de voornaamste bron voor het onderzoek van de levende taal geworden. Nooit in de geschiedenis van het Nederlands is er zoveel geschreven en nooit was er zoveel geschreven tekst toegankelijk. En nog nooit was er zo'n grote voorraad informeel Nederlands beschikbaar, want de stijl van internet is informeel, dichter bij de spreektaal. Voor de jager op neologismen is internet dan ook een ware goudmijn. Bij het nazoeken van woorden op internet kom je trouwens soms toch weer bij kranten terecht - bij webedities van dagbladen maar veel vaker bij pagina's van bedrijven, belangengroeperingen, scholieren, padvinders, in discussiegroepen, in advertenties, bij de overheid, je kunt het zo gek niet verzinnen. Als het om kleine, specifieke groepen gaat, zou dat een reden kunnen zijn om het nieuwe woord niet in een boekje als dit op te nemen, maar dat was bijna nooit het geval. Integendeel, de verbreiding van een woord is op internet vaak beter te volgen dan in een krant, want die wordt door een veel kleinere groep mensen gemaakt.
[11]
In totaal zijn zo'n elfhonderd woorden en vaste verbindingen die mij en mijn medeverzamelaars nieuw leken, nagezocht. Net als vorig jaar viel zeventig procent af wegens ouderdom. Kennelijk duurt het doorgaans een flinke tijd voor taalvernieuwingen ons opvallen. Dat komt ook door de manier waarop nieuws wordt gepresenteerd. Er ontstaat een discussie over de armoedeval en opeens duikt dat woord in krantenkoppen op. Daardoor lijkt het nieuw, terwijl het minstens zeven jaar oud is. Bij de NS breekt een wilde staking uit omdat het personeel geen rondjes om de kerk wil rijden, een uitdrukking die binnen een paar dagen vleugels krijgt. Maar zes jaar geleden protesteerden NS-ers ook al tegen rondjes om de kerk, en in wielrennerskringen wordt die uitdrukking nog veel langer gebruikt. En dan zijn er nog de instinkers:family filter lijkt nieuw - en is inderdaad voor 2000 niet in het Nederlands aangetroffen - maar familiefilter debuteerde in 1998, voor precies dezelfde zaak. In dat soort gevallen zijn we streng geweest: een nieuw jasje alleen was niet voldoende om een woord toegang te verlenen. Topveertig Sommige nieuwe woorden worden slechts een paar keer gebruikt, andere honderden keren. Hier volgt de topveertig van de meest gebruikte nieuwe woorden en uitdrukkingen van het jaar 2000. Het aantal vindplaatsen in de Persdatabank + Google staat tussen haakjes: I.
2. 345-
weblog (4297) B2B (3880) GPRS (2291) UMTS-veiling (1024) bereikbaarheidsoffensief
(390) e-government (359) 7- leugen regeert, de - (335) 8. voice portal (324) 9- domeinmakelaar (283) 10. copyleft (235) 11. T M T (230) 6.
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
combinatiekorting (219) chatboard (218) i-mode(2ii) eventing (206) persoonsdomeinnaam (196) meesleepregeling (190) co-buying (176) bestuurlijke ophouding (163) 20. bamamodel (151) 21. slangenkop (136) 22. verzamelinkomen (130)
[12]
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
m-business (115) evenementenbier (104) vergelijkingssite (96) watertoets (91) slijtersziekte (90) Crusoe-chip (85) sign-in-bonus (82) dieplinken (71) sms-en (70) contentleverancier (59)
33. 34. 35. 36.
overbruggingszorg (58) Zalmkit(57) computeragressie (56) zorgidentificatienummer
37. 38. 39. 40.
(55) scriptkiddie (54) beleveniseconomie (53) vondelingenschuif (52) privésurfen (50) weeralarm (50)
Thematisch Dat er bij de eerste tien woorden uit deze topveertig veel woorden staan die te maken hebben met de (nieuwe) economie, is geen toeval, want ook vorig jaar was dat het toneel voor de meeste debutanten. In 1999 waren de grootste leveranciers: 1. economie en financiën (met 25 nieuwe woorden); 2. nieuwe media (met 20 nieuwe woorden); 3. oorlog en politiek (met 18 nieuwe woorden); 4. geneeskunde en gezondheidszorg (met 16 nieuwe woorden); 5. sport en verkeer (met elk 11 nieuwe woorden). De rubrieken zijn dit jaar iets verfijnd en uitgebreid, hoewel verdubbelingen niet te voorkomen zijn. De thematische toptien van 2000 ziet er als volgt uit (zie ook het bijvoegsel achter in dit boek): 1. economie (met 30 nieuwe woorden, zoals combinatiekorting en hypotheekziekte); 2. computer en internet (met 28 nieuwe woorden, zoals co-buying en vergelijkingssite); 3. politiek en werkgelegenheid (met 21 nieuwe woorden, van beleidsporno tot watertoets); 4. geneeskunde en gezondheidszorg (18 nieuwe woorden, van aquabalancing tot zorgidentificatienummer); 5. verkeer en vervoer (met 17 nieuwe woorden, van autoritadvies tot uan-pool); 6. misdaad, politie, rechtspraak (met 15 nieuwe woorden, van bengelaar tot snelrechtbus); [13]
7- mobiele telefonie (met n nieuwe woorden, van chatboard tot wegwerptelefoon); 8. sport en seks (met n nieuwe woorden, zoals evenementenbier en sexchatten); 9. 'dieren' (met 9 nieuwe woorden, zoals agroproductiepark en slijtersziekte). 10. voedsel (met 7 nieuwe woorden, zoals schooljrtrit en tarwekauwgom). Engelse invloed In 1999 kwam dertien procent van de nieuwe woorden uit het Engels, dit jaar is dat 16,6 procent. Dat wil zeggen: van de 180 woorden die als ingang dienen, komen er 30 uit het Engels. Hoewel die stijging van 13 naar 16 procent niet betekent dat we steeds sneller overspoeld raken door het Engels - een jaar is te kort om daar iets over te zeggen - is er dit jaar een nieuw clubje opgericht dat zich tegen de 'Engelse ziekte' keert. Het gaat om de Werkgroep Taalverdediging, gevestigd in Amsterdam. Eerste zin uit het persbericht: 'Het Nederlands is in gevaar! Onze taal wordt geteisterd door een bombardement van Engelse woorden. Vrijwel alles wat nieuw is, krijgt een Engelse naam en zelfs oude en vertrouwde Nederlandse woorden worden vervangen door Engelse.' Helemaal ongelijk heeft de werkgroep trouwens niet, lees bijvoorbeeld het lemma contentleuerancier. En wellicht is het ook goed om voor het nageslacht eens een fragment hedendaags Nederlands vast te leggen uit een advertentie voor een computer. Het gaat om een advertentie die op 30 november 2000 in NRC Handelsblad stond. Te koop wordt aangeboden een: Bijzonder snelle Supertower computer met Intel© 111 processor 1 Ghz. 133 Mhz Front Side Bus en 128 Mb SDram 133 Mhz werkgeheugen. Grote en snelle vaste harde schijf: 40 Gb; 7200 rpm. Deze Multimedia gigant heeft zowel een iox Max DVD-speler als een CD-ReWriter ingebouwd, tevens is een ¡Link aansluiting aanwezig voor digitale beeldbewerking. GeForce2 grafische kaart met 32 Mb videogeheugen. Ethernet 10/100 Mbps netwerkkaart en 56 kbps V.90 modem. Soundblaster Live geluids[14]
systeem met JBL Virtual Theatre en JBL Pro basreflex luidsprekers. Easy Access Internet toetsenbord, Internet scroll muis en 17" kleurenmonitor. Er komt een tijd dat wij onze kleinkinderen moeten uitleggen wat hier staat ('en dat voor slechts 5959 gulden!'). Er kwamen niet alleen Engelse woorden bij, maar ook woorden waarin een Nederlands woorddeel wordt gecombineerd met een Engels woorddeel (zoals bijvoorbeeld taaibuddy, soepshop en dieplinken). In 1999 gold dat voor 13 procent van de nieuwe woorden, in 2000 is dit percentage 12 procent (23 van de 180 woorden die als ingang dienen). Medewerkers Jagen op nieuwe taal is leuk, maar nog leuker is het om dat samen met anderen te doen. De meeste steun kreeg ik van Jaap Engelsman, die me bijna dagelijks vondsten mailde. Zonder hem had ik veel gemist. Ook Mare De Coster, Leen de Bruijn en Rob Tempelaars leverden me veel materiaal. Daarnaast kreeg ik met enige regelmaat woorden en/of knipsels toegestuurd van Ellen de Bruin, Joop van der Horst, Koos Metselaar, Tracy Metz, Geert Van Overwalle, Jan Posthumus en Jos Paardekooper. Verder ben ik dank verschuldigd aan Ludo Permentier, Beatrijs Ritsema, Mandy Roos en Marianne Vermaak. Tot slot nog dit: er is veel werk verzet om alle puntjes op de i te krijgen, maar de ervaring leert dat geen boek foutloos is. Ik houd mij dan ook aanbevolen voor aanvullingen, correcties en commentaar. Ewoud Sanders 4 januari 2000
[is]
Verantwoording Zoals gezegd was de Nederlandse Persdatabank (NPD) een van de belangrijkste bronnen voor dit boek. In deze digitale databank waren in 2000 de volgende titels beschikbaar: de Aalsmeerder Courant, het Algemeen Dagblad, het Amstelueens Weekblad, het Amsterdams Stadsblad, het ANP, De Nieuwe Bijlmer, de Buitenueldertse Courant, Cobouw, De Dordtenaar, de Diemer Courant, de Economisch Statistische Berichten, Elle, het Haarlems Dagblad, Het Financieele Dagblad, hetLeidsch Dagblad, het Nieuwsblad Gaasperdam, NRC Handelsblad, Het Parool, Quote, de Rijn en Gouwe, het Rotterdams Dagblad, de Staatscourant, Trouw, de Uithoornse Courant, De Ronde Vener, de Volkskrant en het Zandvoorts Nieuwsblad. In totaal gaat het om 27 titels. Dat lijkt meer dan het is, omdat er verschillende zogenoemde kopbladen tussen zitten (bladen met een andere 'kop' of titel maar met nagenoeg dezelfde inhoud). Desalniettemin blijft de Persdatabank het grootste uniform gestructureerde tekstbestand dat er voor het Nederlands voorhanden is. Hoeveel woorden deze databank bevat weet niemand, maar het moeten er honderden miljoenen zijn. Zeer spijtig is dat in het afgelopen jaar niet alle artikelen in de Persdatabank te raadplegen waren. Artikelen van freelancers waarmee nog geen auteursrechtelijke overeenkomst is gesloten, zijn op slot gezet. De zoekmachine geeft wel aan dat in zo'n artikel iets van je gading staat, maar je mag het niet openen. Hoewel duizenden artikelen daardoor onbereikbaar zijn geworden, heeft een en ander voor dit boekje weinig effect gehad. Het is wel een paar keer voorgekomen dat ik zo'n artikel moest raadplegen, maar óf ik had het al uit de krant gescheurd óf ik heb bij de krant een papieren kopie opgevraagd. Een enkele keer heb ik de freelancer persoonlijk benaderd. Als een dergelijk afgeschermd stuk de vroegste vindplaats van een woord bevatte, heb ik het altijd achterhaald, maar andere stukken in het NPD-archief die vanwege de auteursrechtenkwestie geblokkeerd zijn, heb ik helaas niet kunnen raadplegen. Dit boek bevat veel citaten uit kranten en tijdschriften. Het is niet moeilijk om de gevonden informatie in eigen woorden na te vertellen, maar een aanhaling vormt in dit geval het meest spreken[17]
de bewijs dat een woord of betekenis op die en die dag in een bron is aangetroffen. Letterlijk aanhalen heeft bovendien het voordeel datje kunt zien hoe zo'n nieuwkomer werd gepresenteerd: tussen aanhalingstekens of niet, al dan niet voorafgegaan door zogenoemd of zogeheten, werden er meteen samenstellingen mee gemaakt, lag de spelling al vast, moest de betekenis tussen haakjes worden toegevoegd? - doordat een citaat dergelijke informatie kan bevatten, verdient het bijna altijd de voorkeur boven een parafrase. Meestal had ik een overdaad aan vindplaatsen, een paar keer had ik weinig keuze. In die gevallen heb ik zwaar op een beperkt aantal bronnen moeten leunen. Bij langere citaten heb ik altijd de bron genoemd. Bij korte citaten soms niet, dit vanwege de leesbaarheid. Om taalhistorische redenen had de vroegste vindplaats doorgaans de voorkeur. Er is minder uit Vlaamse bronnen dan uit Nederlandse bronnen geciteerd. Dat komt doordat de Vlaamse digitale krantenarchieven voor mij online niet beschikbaar zijn. In 1999 maakte De Morgen nog deel uit van de Persdatabank. Dat was in 2000 helaas niet meer het geval, andermaal vanwege auteursrechtelijke problemen. Vlaamse woorden waarover ik onvoldoende informatie kon vinden op internet, zijn op mijn verzoek nagezocht in de digitale archieven van De Standaard (met dank aan Ludo Permentier). Redactionele toevoegingen in citaten staan tussen vierkante haken. Inkortingen zijn aangegeven met [...]. Evidente taalfouten in citaten zijn stilzwijgend verbeterd. Dat geldt ook voor de interpunctie.
[18]
aanwezigheid Aanwezigheid is al een oud woord, maar in 2000 werd het geregeld gebruikt in een nieuwe betekenis, namelijk 'positie (van een bedrijf), marktaandeel'. Zo schreef NRC Handelsblad op 7 september 2000: 'Het conglomeraat [...] krijgt met de nieuwe aanwinst ook een sterke aanwezigheid in Japan en Europa'. Waarschijnlijk ontleend aan een jonge betekenis van het Engelse presence, die zelf nog geen halve eeuw geleden is ontleend aan het Frans. agressieverzekering Verzekering tegen zinloos geweld en andere vormen van agressie. Het eerst gesignaleerd in het Vlaamse blad De Bond: 'Toen een verzekeringmaatschappij onlangs met het nieuwe product agressieverzekering uitpakte, kreeg ik het toch even koud.' De Leuvense taalkundige Joop van der Horst vindt het een woord met toekomst. Op 8 april 2000 schreef hij in het Haarlems Dagblad: 'Het woord zit onberispelijk in elkaar; het valt te vrezen dat agressie [...] nog zal toenemen, en als mensen daartegen een verzekering afsluiten, dan zullen we die wel een agressieverzekering noemen.' In november 2000 maakte TNO bekend dat het samen met een particulier bedrijf in Breda werkt aan een detectiesysteem dat agressie in openbare ruimten en op straat registreert. In de media leidde dit tot het debuut van de woorden agressiecamera, agressiedetector en agressiemelder. agroproductiepark Groot industrieel gebouwencomplex waar verschillende landbouwbedrijven in nauwe samenwerking hun geld verdienen, met gebruikmaking van eikaars afvalstoffen en andere restproducten, zoals warmte. Het woord is bedacht door J.G. de Wilt en H.J. van Oosten, samenstellers van het rapport Agroproductieparken: perspectieven en dilemma's. In de pers debuteerde agroproductiepark op 3 oktober 2000, toen de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek het rapport aanbood aan minister Brinkhorst van Landbouw. Brinkhorst zei bij die gelegenheid dat hij wel een proef wilde doen met een agroproductiepark in de Rotterdamse haven. 'In het opmerkelijke concept zouden verschillende soorten boeren moeten samenwerken', aldus het ANP. 'Denkbaar is een flat met gestapelde fokkerijen en kwekerijen: kippen, varkens en zal[19]
men eten het tuinafval en planten groeien op de dierenmest. [...] De plannenmakers gaan uit van een gebouw van iooo bij 400 meter in zes verdiepingen. Hier is ruim plek voor 300.000 varkens, 1,2 miljoen kippen en 0,5 hectare zalmkwekerij. Bovenop komen kassen.' Al tijdens de presentatie zei Brinkhorst dat het idee om 'varkens in flats' te gaan houden op veel weerstand zou kunnen stuiten. Daar kreeg hij gelijk in. Cabaretier Youp van 't Hek stelde voor om topsporters onder te brengen in een epodrome en ouderen in dementenstallen. In de berichtgeving over een en ander werd varkensflat min of meer synoniem met agroproductiepark. Een en ander leverde koppen op als 'Brinkhorst wil proef doen met varkensflats', 'Kamer tegen "varkensflats'" en 'CDA fel tegen "varkensflats'" - waarbij dus steeds het 'agroproductiepark' werd bedoeld. Overigens is varkensjlat geen nieuw woord. Het bestaat al sinds 1997. Indertijd werd het gebruikt voor 'varkensstal met twee of meer verdiepingen'. In 1999 kwam daar de betekenis 'hightech varkensstal op een industrieterrein' bij, aangezien de zogenoemde 'Denktank Varkenshouderij' toen plannen voor zo'n soort stal presenteerde, waarbij varkens zouden worden voorzien van een chip. Het agroproductiepark is een nadere uitwerking van dit plan. Het woord is een samentrekking van productiepark, dat al zeker tien jaar bestaat, en agroproduct, dat in 1992 voor het eerst is opgetekend. antennewimpel Hoes van oranje plastic die over een autoantenne kan worden geschoven om uiting te geven aan het oranjegevoel dat Nederland overvalt tijdens internationale voetbaltoernooien. In mei 2000, voorafgaand aan het EK, deelde autofabrikant Hyundai gratis i miljoen antennewimpels uit. De Volkskrant vergeleek ze met condooms en constateerde dat er op de snelweg maar weinig te zien waren. 'Of Hyundai had het niet erg druk de afgelopen maand', aldus de krant, 'óf de klanten vonden zo'n hoesje over hun antenne toch iets te lullig.' aquabalancing Lichaamstherapie die gebruikmaakt van iemands gewichtloosheid in het water. Aquabalancing wordt vooral toegepast in Duitsland en Zwitserland. De Engelsen kennen het woord niet,
[20]
wij namen het over uit het Duits. In Nederland en België wordt deze watertherapie nog nauwelijks toegepast. 'Oorzaak is de wetgever', meldde De Morgen op 16 mei 2000 onder de kop 'Aquabalancing haalt gehandicapte uit verkrampt isolement'. 'De patiënten worden behandeld in een zwembad met water tot 35 graden Celsius, maar de wettelijke limiet voor de temperatuur van zwembadwater ligt bij ons op 32 graden.' asobot Nieuw type robot. 'Gisteren presenteerde de gezamenlijke Japanse robotindustrie', aldus NRC Handelsblad op 24 november 2000, 'de nieuwste speeltjes op de eerste beurs die specifiek aan nutteloze robotten is gewijd, de Robodex 2000 in Yokohama die vanaf vandaag voor het gewone publiek is geopend. Nutteloos is natuurlijk een waardeoordeel, maar de industrie werkt hard mee aan dit oordeel. Zo werd de nieuwe categorie "asobot" geïntroduceerd. De naam staat voor association robot, ofwel "gezelschapsrobot" maar tevens betekent asobo in het Japans simpelweg "laten we spelen".' Volgens Sony moet de asobot een partner van de mens worden, geen werkslaaf. In het Nederlands zal de naam asobot trouwens niet veel kans maken, vanwege de associaties met aso (als verkorting van asociaal in 1986 voor het eerst opgetekend) en bot ('ongevoelig'). Irobot (een samentrekking van intelligente robot) maakt dan een grotere kans. Ook dat woord debuteerde in 2000. Op 9 december schreef de Volkskrant: Als er toch gezeur van komt, van die nieuwe robothobby, overweeg dan de aanschaf van de Irobot, de eerste robot met huishoudelijk nut. Hij is uitgerust met een camera, een microfoon en speakers, en als zodanig 'de man in huis' als de man in huis zelf of het hele gezin afwezig is. Hij is op afstand aan te sturen via een webbrowser, weet obstakels te vermijden en kan zelfs trappen lopen. Nog twee nieuwe samenstellingen met -robot: robotkat en nanorobot. De robotkat werd in februari 2000 door het Japanse bedrijf Omron op de markt gebracht en moet een concurrent worden van Aibo, de
[21]
robothond, die in 1999 het levenslicht zag. De nanorobot (ook verkort tot nanobot) bestaat nog niet echt, maar zou er ooit kunnen komen. Op 30 september 2000 schreef NRC Handelsblad: 'Ook voorspelde Drexler de opkomst van de nanobot, minuscule robotjes die zichzelf in elkaar zetten en bijvoorbeeld in een bloedbaan levensbedreigende ongerechtigheden uit de weg ruimen.' De in augustus 2000 gepresenteerde Roboguard is geen robot, maar een via internet bestuurbare videocamera met een pistool, bedoeld om mee op inbrekers te schieten. autoritadvies Per personal computer of mobiele telefoon verstrekt advies om files te omzeilen. Het idee is afkomstig van ir. Harry Halleriet. Hij verzon het toen hij in de file stond. 'Het plan is eenvoudig', meldde NRC Handelsblad op 6 januari 2000. 'Geen enkele automobilist mag de snelweg op zonder dat hij eerst een advies heeft aangevraagd voor het tijdstip van vertrek en de route. Wie geen advies aanvraagt of het advies negeert, betaalt voor het gebruik van de snelweg.' In kranten is het woord niet vaak gebruikt, op internet wel. Er is zelfs een autoritadvies-website. Vergelijk bereikbaarheidsoffensief, druktetarief, fïlezwaaien en plusstrook. B2B In november 1999 dook deze 'afkorting' voor 'business-to-business' voor het eerst in de landelijke dagbladen op, te beginnen in Het Financieele Dagblad van 3 november: 'Volgens de premier [Blair] liggen de kansen vooral in business-to-business (B2B in jargon).' Aanvankelijk had men nog moeite met deze afkorting, die wordt uitgesproken als bietoebie. Zo schreef het Haarlems Dagblad op 11 november, over Roel Pieper: En veelvuldig haakt zijn gehoor af omdat het eigen jargon van de elektronische handel niet wordt verstaan. Zo beschrijft Pieper [...] een typisch scenario in de zogeheten B2B-handel, het business to business-verkeer - in normaal Nederlands: het zakenverkeertussen twee of meerdere ondernemingen.
[22]
NRC Handelsblad noemde B2B een voorbeeld van Virtuele dieventaal', maar in 2000 werd de afkorting zo vaak in landelijke dagbladen gebruikt, dat men een toelichting op het laatst niet meer nodig vond. Dat is nog wel het geval voor afgeleiden als B2C (business to consumer), B2E (business to employee), C2C (consumer to consumer) en izi (industry to industry), maar mogelijk is dat slechts een kwestie van tijd. B2B komt inmiddels in allerlei samenstellingen voor: BiB-communicatiekanaal, B2B-markt, B2B-site, B2B-sojtware, B2B-toepassing enzovoorts. Op Nederlandse websites was B2B ruim 3800 maal te vinden. Daardoor kwam het op de tweede plaats van meest gebruikte neologismen van het jaar 2000. bamamodel Samentrekking van bachelor/mastermodel. Volgens dit (Angelsaksische) onderwijsmodel volgen studenten drie a vier jaar een brede bachelorfase, eventueel gevolgd door een meer specialistische masterfase van een a twee jaar. In de landelijke dagbladen dook het woord voor het eerst op in een column van Elsbeth Etty in NRC Handelsblad van 17 juni 2000: 'Ik zal er niet raar van opkijken als over een paar jaar het hbo een bachelors en de universiteit een masters bloemschikken verzorgt. Dat past perfect in het "bama-model" dat minister Hermans in het hoger onderwijs wil invoeren.' Ook aangetroffen in samenstellingen als bamaopleiding, bamaproject, bamastructuur en bamasysteem. Het is de bedoeling het bamamodel in 2003 in te voeren. beleidsporno Munting van Ankie Verlaan, voormalig plaatsvervangend directeur voortgezet onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Op 14 april 2000 meldde NRC Handelsblad dat dit ministerie worstelt met leegloop en gebrek aan visie. Volgens Verlaan kwam dit onder meer door de grote productie van beleidsporno: stukken Vol bureaucratische polonaise, maar zonder inhoud'. Als voorbeeld noemde zij de zogenoemde achterstandennotitie van staatssecretaris Adelmund. Krap een maand later gebruikte Joost Zwagerman beleidsporno in de Volkskrant in een heel andere context, namelijk in een column over een vraaggesprek van Maartje van Weegen met koningin Beatrix: [23]
Maar in plaats van therapeutenpoëzie was het interview met Maartje van Weegen alleen maar protocollaire beleidsporno - ik bedoel: een heel uur lang was het schreeuwend duidelijk dat vorstin en royalty-welp hier een tot in detail geënsceneerde publiciteitsstrategie zaten in te vullen en uit te werken. beleveniseconomie Het jaar 1999 had al twee nieuwe samenstellingen met economie gebracht, namelijk weggeefeconomie en piranha-economie. Aan het eind van het jaar kwam er nog eentje bij, beleueniseconomie, een woord dat in 2000 meer dan tien keer in kranten werd gebruikt. De Volkskrant had het op 18 november 1999 als eerste, in de kop: 'Beleveniseconomie maakt kopen tot ervaringssafari' (ook ervaringssafari is trouwens nieuw). Beleueniseconomie is een vertaling van experience economy, een verbinding die is verzonnen door de Amerikaanse economen Joseph Pine en James Gilmore. In 1998 schreven zij het boek The Experience Economy: Work Is a Theatre & Every Business Is a Stage. Volgens de auteurs verandert de moderne technologie de aard van wat bedrijven willen verkopen en van wat klanten willen kopen. 'De beleveniseconomie is een economie die belevenissen verkoopt', aldus NRC Handelsblad op 22 juli 2000. 'Die economie, die blijkbaar de toekomst heeft en het heden, zegt: wij vinden alles even mooi, zolang het maar een ervaring biedt.' Er wordt in dit verband ook wel gesproken over beleveniscommunicatie (dat in 1999 debuteerde) en emotiemarketing (nieuw in 2000). Vergelijk bezorgeconomie en emotiemarketing. bengelaar Iemand die aan een brug gaat hangen om zich vervolgens in het water te laten vallen. Op 10 juni 2000 kondigde De Dordtenaar aan dat het Openbaar Ministerie had besloten bengelaars harder te gaan aanpakken. 'Volgens de provincie zijn de veelal jeugdige bengelaars niet alleen een gevaar voor zichzelf,' aldus de krant, 'maar ook voor het weg- en scheepvaartverkeer. Ze hinderen de doorstroming van verkeer op weg en water en bezorgen automobilisten, schippers en brugwachters de schrik van hun leven.' Volgens de krant zijn vooral draaibruggen bij bengelaars in trek. 'Hoewel de overtreders zich vaak pas net voor een aanvarende boot [24]
in het water laten vallen, hebben zich volgens de provincie nog geen ongelukken voorgedaan. [...] Als een bengelaar wordt betrapt krijgt hij een transactie van honderd gulden aangeboden. Als die niet direct betaald kan worden, stelt het OM vervolging in.' Op de een of andere manier heeft bengelaar een antieke klank, mogelijk omdat bengel zo'n versleten jongensboekenwoord is. Toch is bengelaar vóór 2000 niet aangetroffen. bereikbaarheidsoffensief Het woord debuteerde in maart 2000 en drong met 390 vindplaatsen door tot de topvijf van de meest gebruikte neologismen van het jaar. Op 29 maart 2000 presenteerde minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat in hotel Des Indes in Den Haag een plan getiteld Bereikbaarheidsoffensief Randstad. Als titel van een rapport had Bereikbaarheidsoffensief een eigennaam kunnen blijven, maar daar stak Netelenbos zelf meteen een stokje voor, want het eerste wat zij zei, was: 'Wij praten hier vandaag over een bereikbaarheidsoffensief voor de Randstad.' Een bereikbaarheidsoffensief dus, net alsof het woord - een broertje van onder meer beschavingsoffensief en publiciteitsoffensief - allang bestond. Bereikbaarheidsoffensief Randstad is een uitgebreid actieplan dat in overleg met stadsregio's en maatschappelijke organisaties is opgesteld om de files te verkorten en de Randstad 's ochtends en 's avonds voor auto's beter bereikbaar te maken. Niet iedereen was overigens van de plannen van de PvdA-bewindsvrouwe onder de indruk. 'Als het bereikbaarheidsoffensief van minister Netelenbos doorgaat', schreef Cobouw op 11 mei, 'staat PvdA voortaan voor Partij van de Asfaltering. Dat schrijft Milieudefensie in een open brief aan de PvdA-bewindslieden.' Vergelijk autoritadvies, druktetarief, filezwaaien en plusstrook. bestuurlijke ophouding Wettelijke maatregel die het burgemeesters mogelijk moet maken groepen relschoppers een paar uur vast te houden. De maatregel is vooral bedoeld om voetbalgeweld te voorkomen. In januari 2000 werd in Rotterdam een symposium over bestuurlijke ophouding belegd. Kop in het Rotterdams Dagblad van 22 januari: 'Bestuurlijke ophouding gaat de politie nog niet ver genoeg'. Tijdens het EK werd in Amsterdam een zoge[25]
noemde bestuurlijke ophoudingsplaats ingericht. Het ging om een veehal in het Westelijk Havengebied voorzien van grote televisieschermen en ecotoiletten (een woord uit 1996). Het Nos-journaal sprak van een ophoudingsruimte; kranten maakten vervoegingen als bestuurlijk opgehouden en bestuurlijk aangehouden en in Het Parool schreef iemand: Ik ben jarig gedurende het EK voetbal, maar uit voorzorg laat ik diverse familieleden die van buiten de stad moeten komen, maar na 2 juli langskomen. Ik wil en kan geen enkel risico nemen dat mijn familie terechtkomt in schoonveegacties, hooliganrellen of bestuurlijke-ophoudingsacties. Overigens mag Oranje van mij best kampioen worden, maar liever niet in Nederland. De politie trad de supporters tijdens het EK tegemoet volgens een zogenoemd bejegeningsprofiel (een woord uit 1999). Hierin was vastgelegd wat nog wel en wat niet meer was toegestaan. NRC Handelsblad nam het woord op 10 juni 2000 op de hak in een Eioalfabet: 'Bejegeningsprofiel. Goedemorgen, zegt een agent als een hooligan op hem afkomt. Althans, dat is de instructie in het bejegeningsprofiel. Gaat over de omgang met voetbalsupporters. Vierduizend politieagenten volgden de cursus, met België werd overlegd over een "binationaal bejegeningsprofiel". Echt waar. Het motto was: "Onze mond is nog steeds het beste wapen.'" bezorgeconomie In 2000 werd een nieuwe consument ontdekt: de zelfbewuste, alleenstaande vrouw met een goede baan. Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau The Intelligence Factory wil 'the Single Female Consumer' vooral veel geld uitgeven aan luxeartikelen en gemaksdiensten (een woord uit 1997). Toppunt van gemak: alles thuis laten bezorgen. De Volkskrant zocht een vrouwelijke big spender, en vond een Elle-redactrice. 'Ilonka Leenheer (34) [...] wil de spaarzame vrije tijd die ze heeft zo plezierig mogelijk invullen. Daarom is ze voorstander van de "bezorgeconomie". Ze maakt nu regelmatig gebruik van pizza- en sushi-lijn, maar als het aanbod voor online-shoppen groter wordt, is ze zo overstag.' Online shoppen [26]
kennen we trouwens sinds 1997 voor 'winkelen via internet'; pizzalijn sinds het eind van de jaren tachtig, sushilijn sinds 1994. Vergelijk beleveniseconomie en bezorgtraiteur. bezorgtraiteur 'Eens bezorgde hij kant-en-klaar maaltjes tot diep in Australië - desnoods per vliegtuig. Nu begint chef-kok Chris Beverwijk als ecologische bezorgtraiteur in Nederland', aldus de Volkskrant op 29 januari 2000. Beverwijk, chef-kok en eigenaar van Easy-Chef in Groningen, staat te boek als de eerste kant-en-klaarmaaltijdbezorger in Nederland die uitsluitend met biologische producten kookt. Zijn maaltijden worden online aangeboden en door een koeriersdienst in heel Nederland aan huis bezorgd. Vergelijk bezorgeconomie. Bikbus Mobiel restaurant waar daklozen voor drie gulden een tweegangenmenu kunnen krijgen, samen met informatie over hulp, zorg en verblijf. De Bikbus (een eigennaam) is bedacht door studenten van de Haarlemse Small Business School. De bus stopt elke dag op vijf plaatsen in Amsterdam. Een en ander wordt bekostigd door het Nederlandse Rode Kruis, het Leger des Heils, Maatwerk Amsterdam, Vrije Vogels en het bedrijfsleven. Woordspelige kop van het ANP (5 maart 2000): 'Amsterdam krijgt Bikbusiness-project'. bloeddatabank Databank bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), met een grote verzameling bloedmonsters afkomstig uit het bloed dat bij de hielprik van pasgeborenen wordt afgenomen. In mei 2000 ontstond onrust over deze databank, want de (privacygevoelige) gegevensverzameling was niet aangemeld bij de Registratiekamer. Op 23 mei debuteerde het woord in de Tweede Kamer, in een vraag van Groenlinks aan minister Borst: 'Is de Kamer tijdens de invoering van de hielprik, dan wel in de periode daarna, geïnformeerd over het feit dat deze bloeddatabank zou worden aangelegd?' NRC Handelsblad kopte de dag daarop: 'Vraagtekens bij bloed-databank'; Trouw schreef op 26 mei 'Borst wil meer weten over bloed-databank'. Sommige kranten noemden het databestand een bloedbank, maar dat woord staat al sinds 1961 in de Grote Van Dale in de betekenis 'depot van voor transfusie af[27]
gestaan bloed, om dit te allen tijde beschikbaar te hebben'. De Volkskrant sprak in haar berichtgeving van bloeddata - eveneens een nieuw woord. boerenkoolpsycholoog Een slechte psycholoog, een psycholoog van de koude grond. Het woord is verzonnen door cabaretier Youp van 't Hek. Op 18 november 2000 schreef hij in NRC Handelsblad: Toen ze na de pauze terugkwamen was de motivatietrainer zogenaamd boos dat iedereen weer op zijn oude plek was gaan zitten. Dat was te voorspelbaar gedrag. Waarom ze dat deden? De jongen antwoordde dat zijn trui op de stoel lag en dat zijn tas daar nog stond. Het leek hem redelijk raar om bij een ander zijn tas te gaan zitten! Dat leek hem zelfs onbeschoft. Hier had de boerenkoolpsycholoog uiteraard geen antwoord op. Boerenkool heeft de laatste decennia in onze taal een slechte naam gekregen. We hadden al Boerenkoolstronkeradeel voor 'gehucht, gat van niks'. Slecht voetbal wordt wel boerenkoolvoetbal of boerenkoolspel genoemd. Dit woord zou in 1977 zijn verzonnen door voetbaltrainer Fritz Korbach. Een Bargoens woordenboekje uit 1937 vermeldt boerenkoolslijpen voor 'knoeien' en boerenkoolslijper voor 'knoeier, iemand die zijn werk niet verstaat'. Breurram Een door de Nederlander Gert Breur ontworpen waterpomp. Een hydraulische pomp wordt ook wel een waterram genoemd, vandaar Breurram. De Breurram is zeer eenvoudig in elkaar te zetten, hij is nauwelijks kapot te krijgen en kan water meters hoog oppompen zonder brandstof, elektriciteit of spierkracht. De pomp is bedoeld voor gebruik in ontwikkelingslanden. Breur heeft zijn uitvinding niet juridisch beschermd. 'Gert Breur wil juist dat de allerarmsten in deze wereld ermee geholpen zijn en weigert daarom geld voor zijn idee', aldus NRC Handelsblad op 2 september 2000. bridge job Haags jargon voor een 'lichtere baan voor ouderen om de tijd naar het pensioen te overbruggen'. 'De PvdA wil bekijken of het [28]
mogelijk is zogenoemde bridge-jobs in het leven te roepen', aldus het Rotterdams Dagblad op 14 februari 2000. 'Met deze banen kunnen ouderen in een lager tempo gaan werken zonder dat hun pensioen wordt aangetast.' De PvdA stelde een en ander voor in een nota getiteld De kleur van grijs, die in februari aan premier Kok werd aangeboden. De definitie van bridge job in deze nota luidt 'baan met werkzaamheden die zijn aangepast aan de levensfase van de oudere werknemer'. carbonneutraal Lichte vernederlandsing van het Engelse carbon-neutral, dat ook nieuw is. Het gaat hier om carbon in de betekenis 'kooldioxide'. Als je iets produceert waarbij kooldioxide vrijkomt, kun je dat effect compenseren door bomen te laten planten, die kooldioxide omzetten in zuurstof. Daarmee ben je carbonneutraal. Het ANP gebruikte het woord op 22 april 2000 als eerste: De documentaire over de legendarische punkband The Sex Pistols die volgende maand uitkomt, wordt 'carbonneutraal'. De makers laten vijfhonderd bomen planten om de uitstoot van schadelijke gassen die met het maken van de film gepaard gaat, teniet te doen. Het initiatief om bomen te planten om de schade die menselijke activiteit met zich meebrengt te beperken, is afkomstig van de actiegroep Future Forests. Inmiddels zijn via de organisatie al bijna 150.000 bomen geplant. car dropping 'Gisteren maakte Hilversum voor het eerst een "cardropping" mee', meldde Trouw op 26 januari 2000. 'Aan vier stukken elastiek liet een Belgisch bedrijf, dat zelf spreekt van een wereldprimeur, in het kader van de Staatsloterijshow van zestig meter hoogte een auto naar beneden vallen.' In de auto kan één persoon plaatsnemen. De vallende auto komt op vijftien meter boven de grond tot stilstand en stuitert daar nog een tijdje door. Het Algemeen Dagblad kopte de volgende dag: 'Welke malloot heeft dit nu weer bedacht?' Dat bleek Stefan Kerkhofs te zijn, eigenaar van het Vlaamse Benji-Fun. Kerkhofs zou later dat jaar een nationale bekendheid worden als de aanvankelijk anonieme miljonair in het veelbekeken tv-programma 'Ja, ik wil... een miljonair'. [29]
De Volkskrant schreef: 'De kick van car dropping duurt niet meer dan een seconde, maar volgens het Belgische bedrijf Benji-Fun wordt het de nieuwste rage.' carrièrepil 'Het farmacieconcern Organon doet onderzoek naar een pil die de vruchtbaarheid van de vrouw jaren zou kunnen uitstellen. Het gaat om een nieuw soort anticonceptiepil, waarbij de eitjes in de eierstokken niet verouderen. Nu gebeurt dat wel wanneer vrouwen de pil slikken. Die veroudering is vaak het probleem als zij op latere leeftijd kinderen willen. De pil wordt binnen Organon al gekscherend de carrièrepil genoemd', aldus de Rijn en Gouwe op 30 juni 2000. De pil riep veel weerstand op. In Trouw zei iemand 'Ik vind het bijvoorbeeld waanzinnig dat er nu een carrièrepil is voor vrouwen die eerst carrière willen maken', en het Algemeen Dagblad voerde iemand op die zei: 'De hele gedachte achter de carrièrepil staat me tegen. Omdat het zo "onhandig" is dat de ideale leeftijd voor het krijgen van kinderen samenvalt met de leeftijd van carrière maken, moet het vrouwenlichaam maar aangepast worden.' Vergelijk pilabonnement. Catch-Ken Bijnaam voor een filmcamera waarmee de politie nummerplaten van alle langsrijdende auto's kan controleren, dit vooral om gestolen en onverzekerde auto's op te sporen. 'Het systeem, dat Catch-Ken heet, is getest op de A12', aldus Het Parool op 9 mei 2000. 'De camera kan twee rijstroken tegelijk filmen. De informatie gaat naar een mobiele computer met een cd-rom die ongeveer één miljoen kentekens bevat. Dit bestand wordt dagelijks ververst. Als een kenteken wordt herkend, gaat direct een signaal af, waarna agenten de auto van de weg kunnen halen.' Van het Engelse catch 'vang(en)' + leen, waarschijnlijk een verkorting van kenteken. In ieder geval zal catch-as-catch-can van invloed zijn geweest, een stijl van worstelen waarbij alle handgrepen toegelaten zijn. Het apparaat, dat met gemak enkele duizenden wagens per uur kan controleren, terwijl een postende politieagent hooguit één kenteken per minuut kan opvragen, wordt ook wel kentekenpakker genoemd.
[30]
cd-marker Sinds de uitvinding van de compact disc, in 1980, komen er geregeld samenstellingen met cd bij. De Grote Van Dale (1999) vermeldt er een handvol, het Groene Boekje ruim twintig. Nieuw in 2000 zijn cd-pen, cd-marker en cd-stift voor een pen of stift (marker in het Engels) om een cd of dvd (een digital versatile disc of digitale videodisk, op de markt gebracht in 1997) mee te beschrijven. Cd-marker komt het vaakst voor, zonder twijfel omdat sommigen denken datje een marker sneller verkoopt dan een pen. De behoefte aan cdpennen is ontstaan doordat het thuis branden van cd's zo'n hoge vlucht heeft genomen. Vergelijk cd on demand. cd on demand Er ontstaan steeds meer mogelijkheden voor klanten om hun eigen product samen stellen. In 1995 leidden nieuwe digitale druktechnieken tot printing on demand, oftewel 'drukwerk op bestelling' (in het boekenvak afgekort tot POD). In oktober 2000 kwam daar de cd on demand bij. 'Vol trots presenteerde Free Record Shop gisteren in Almere zijn eerste cd on demand, een compact disc die de consument in de winkel kan samenstellen. Een nummer kost ongeveer een rijksdaalder, consumenten moeten er minimaal vijfkopen', meldde NRC Handelsblad op 4 oktober. Met de cd on demand wil Free Record Shop de strijd aanbinden met de illegale verspreiding van muziek via internet, maar vooralsnog is het muziekaanbod beperkt. 'Doordat slechts vier kleine platenmaatschappijen meewerken kan Free Record Shop niet meer dan 2.500 - overwegend gedateerde - nummers aanbieden', aldus NRC Handelsblad. De proef duurt driejaar. De cd's worden gebrand (een betekenisuitbreiding van branden die nog niet tot de woordenboeken is doorgedrongen; men spreekt ook van cd-branden of inbranden) op een zogenoemde brandzutl, ook een nieuw woord. Vergelijk cd-marker. chatboard Nieuw in 2000 en meteen met twee verschillende betekenissen. Toevallig stonden die op dezelfde dag in één krant. Op 4 augustus 2000 schreef de Volkskrant op de voorpagina: 'Ook SBS 6 verwerkt dagelijks duizenden sms'jes op haar tekstpagina's, terwijl [31]
concertorganisatoren jongeren lokken met metershoge chatboards waarop zij elkaar de groeten kunnen doen.' Achttien pagina's verder stond: 'Ericsson kwam onlangs met het chatboard, een mini-toetsenbord dat aan een mobieltje geklikt kan worden.' co-buying Samen met anderen via internet iets kopen kan als voordeel hebben dat je bij de verkoper een flinke korting kunt bedingen. Dit wordt co-buying, co-shoppen of co-shopping genoemd. Co-buying debuteerde op i januari 2000 in het tijdschrift Quote, coshoppen volgde pas in oktober en wordt minder vaak gebruikt. Men spreekt ook wel van samenwinkelen. Het idee is afkomstig van de Zweedse internetgoeroe Johan Staël von Holstein. Die richtte, in Amsterdam, het bedrijfje Letsbuyit op. Later volgden andere bedrijven. De leveranciers waren niet enthousiast. 'We kijken wel naar cobuying', vertelde een handelaar op 7 juli in het bouwtijdschrift Cobouw, 'maar zijn daar heel voorzichtig in. Als je met de complete branche de leveranciers gaat afknijpen, snijd je jezelf uiteindelijk ook in de vingers.' Een Duitse rechter vond het principe zelfs onrechtmatig. 'Een rechtbank in Keulen', aldus het ANP op 12 oktober, 'heeft donderdag het internetbedrijf PrimusOnline verboden surfers te laten "co-shoppen". Bij dit "samenwinkelen" krijgen internet-gebruikers korting als ze in groepen producten kopen op internet. Volgens de rechters in Keulen is dit een "overdreven lokmethode".' cold case squad Eind 1999 formeerde de politie in Groningen naar Amerikaans voorbeeld een zogenoemd cold case squad, een team van ervaren rechercheurs dat afgesloten, onopgeloste moordzaken opnieuw onderzoekt. Begin 2000 werd de groep operationeel. Hoewel cold case squad weieens in kranten was gebruikt voor Amerikaanse teams, brak deze benaming pas eind 1999, begin 2000 goed in het Nederlands door, samen met cold case voor 'onopgeloste zaak'. Daarnaast was er sprake van 'koude zaak'. Zo kopte Trouw op 20 juni 2000: 'Hoe een "koude zaak" toch werd opgelost'. Het grote succes van het Groningse team leidde binnen een paar maanden tot de oprichting van cold case squads in Utrecht en Amster[32]
dam. De berichten spraken van cold cast-aanpak en cold cases-teams. De uitspraak van cold case op de hak nemend schreef H.J.A. Hofland op 30 juni in NRC Handelsblad: Een paar dagen geleden, door de radio gehoord: een berichtje, ingeklemd tussen nieuws over de heropening van het onderzoek in een oude moordzaak (kooltkees), een vers neergestoken hooligan, een stille tocht, de voetbaluitslagen en de filemeldingen: een miljoen Nederlanders kan niet of nauwelijks lezen en schrijven. Vergelijk DNA-hit en mengprofiel.
combinatiekorting Fiscale korting voor mensen die arbeid en de zorg voor kinderen combineren. Een Kamermeerderheid van PvdA, CDA en D66 deed in januari een voorstel om in het nieuwe belastingstelsel een korting voor kinderen op te nemen. Het woord debuteerde op 14 januari 2000, in een berichtvan het ANP: D66 zal maandag een amendement op de belastingherziening indienen dat voorziet in een zogeheten 'combinatiekorting', bedoeld voor mensen die arbeid en de zorg voor kinderen combineren. Werkende mensen met kinderen onder de twaalf jaar kunnen meteen of meer kinderen onder de twaalfjaar dan onafhankelijk van het aantal kinderen maximaal 400 a 450 gulden aftrekken. Als in een huishouden met kinderen onder de twaalf jaar beide volwassenen werken, kunnen zij allebei in aanmerking komen voor die combinatiekorting. Men sprak ook wel van kinderkorting, maar dat woord bestaat al langer, in de betekenis 'korting voor kinderen'. Eind januari nam staatssecretaris Vermeend, de architect van het nieuwe belastingstelsel, het voorstel van de Kamer over. Vergelijk meesleepregeling en verzamelinkomen.
combiroes Roes die ontstaat door gecombineerd gebruik van alcohol en drugs. Het woord is gevormd door Ton Nabben en Dirk J. [33]
Korf, samenstellers van De combiroes. Gecombineerd gebruik van alcohol met cannabis, cocaïne, XTC en amfetamine, een onderzoeksrapport dat in mei 2000 werd gepresenteerd. Enkele conclusies: agressief gedrag bij mensen die alcohol met softdrugs combineren, wordt veroorzaakt door de drank. Ook bij agressieve cocaïnegebruikers is alcohol de belangrijkste boosdoener. De oppeppende drugs zorgen ervoor dat het agressieve gedrag langer duurt. In het onderzoek naar de gevolgen van de combinatie van cannabis met alcohol kreeg het oude woord stronken (boomstronken) een nieuwe betekenis. Wie blowt wordt stoned, wie drinkt wordt dronken, wie beide doet wordt stronken. Voorzover bekend debuteerde deze nieuwe betekenis op 26 mei 2000 in het Haarlems Dagblad: De gevaarlijke toestanden met alcohol en drugs, die de politie voornamelijk in de weekeinden aantreft, vereisen een eenduidige aanpak. Daarover waren de aanwezigen het eens. Wethouder Nagtegaal van Alkemade had toen al uitgelegd wat stronken betekent: stoned en dronken. communitycaster Community caster lijkt een Engels woord, maar is het niet. Het is bedacht door de AVRO en afgeleid van het Engels broadcasting. De AVRO meldde in augustus 2000 geen omroep meer te willen zijn. 'Met ingang van komend winterseizoen', aldus het ANP op 23 augustus, 'beschouwt de AVRO zich als "communitycaster"; een organisatie die de communicatie tussen diverse stromingen in de maatschappij stimuleert en via tv, radio en internet beheert.' Als het aan de AVRO ligt, gaan kijkers, luisteraars en AVRO-leden op internet eigen gemeenschappen oprichten, zogenaamde tribunes. 'Wie lid wordt van zo'n tribune', aldus het persbureau, dat hiermee een nieuwe betekenis van tribune introduceerde, 'wordt op de hoogte gehouden over dat onderwerp, hoort welke radio- en tv-programma's erover worden uitgezonden, krijgt antwoord op vragen en wordt uitgenodigd voor activiteiten en evenementen.' computeragressie Op de computer gerichte agressie. Ook wel TRA ofwel Technology Related Anger ('met technologie samenhangende [34]
woede') genoemd, een naam die is verzonnen door de Britse psycholoog Robert Edelmann. De afkorting TRA debuteerde eind 1999 in het Nederlands, maar brak in 2000 door. Computeragressie debuteerde op 4 februari 2000 in het Algemeen Dagblad: FNV Bondgenoten is gisteren begonnen met een onderzoek naar computeragressie in het bedrijfsleven. 'Mensen zijn afhankelijk geworden van computers en moeten steeds sneller werken. Door computerstoringen beleven zij veel meer stress', zegt Saskia Lieon van de vakbond. Bondgenoten wil kijken of de computeragressie net zulke vormen aanneemt als in Engeland. Daar onderzocht computerbedrijf Compaq het verschijnsel. Het frustratiegehalte bleek hoog. Een enkeling gooide zelfs zijn computer het raam uit. De Engelsen bedachten al een term voor computeragressie: Technology Related Anger ofwel TRA. Men heeft nog geen oplossing bedacht voor computeragressie. Psycholoog Edelmann stelde voor een schreeuwlijn te openen waar mensen hun frustraties kwijt kunnen. Het FNV zag hier niet veel in: 'Wij kijken meer naar extra computeropleidingen of het verstrekken van gebruiksaanwijzingen.' Ook schreeuwlijn is trouwens een nieuw woord. computerkleding Er zijn verschillende namen voor in omloop: behalve computerkleding ook intelligente kleding, slimme kleding, wearable electronics, i-weax en Industrial Clothing Design (ICD+). Sommige namen doken eind 1999 op, de meeste in de loop van 2000, zoals computerkleding, dat op 25 augustus debuteerde in de Volkskrant: 'Broeken die waarschuwen als je je sleutels vergeet. Sport-bh's die aanmoedigen als de spieren dreigen te verzuren. De mode-industrie verwacht veel van computerkleding.' De belangrijkste pionier op het gebied van i-wear is het Brusselse informaticabedrijf Starlab. In november 1999 presenteerde Starlab plannen voor een digitale ouerjas of telejoonjas. Die jas is voorzien van een microfoon in de kraag, een antenne op de rug en een toetsenbord op de mouw. Daarnaast werkt Starlab aan een trainingspak met een klein beeldscherm met informatie over hartslag, [35]
luchtzuiverheid, lichaamstemperatuur en zweetafscheiding. Bovendien denkt men aan jassen die met behulp van het Global Positioning System (GPS) de weg wijzen in een vreemde stad. Het is allemaal geen grap: het onderzoek van Starlab wordt mede gefinancierd door Adidas, France Telecom, KPN, Levi's, Nokia, Samsonite en Seiko. De eerste slimme jas kwam in september 2000 op de markt en is gemaakt door Levi's en Philips. Het gaat om een winterjack met ingebouwde mobiele telefoon en een mp3-speler (een woord dat we sinds 1998 kennen). De lCD+-jas kost tweeduizend gulden. Er zijn er 600 gemaakt, waarvan 48 voor de Nederlandse markt. Starlab was niet erg onder de indruk van deze jas. Een woordvoerder zei tegen de Volkskrant: 'De telefoon en de mp3-speler staan via draden met elkaar in verbinding. Dat zou beter draadloos kunnen. Bovendien heeft de jas nog geen contact met internet.' conflictdiamant In mei 2000 kondigde mijnontginningsbedrijf Oryx Diamonds aan dat het in juni naar de Londense beurs zou gaan. De Britse regering en mensenrechtenorganisaties waren tegen, vanwege winstdelingsregelingen van het bedrijf met 'conflictgebieden' in Afrika. 'Ontginner "conflictdiamanten" wil naar Londense beurs', kopte het ANP op 26 mei 2000. Het persbureau introduceerde daarmee een woord dat het in 2000 opvallend goed zou doen - in digitale krantenbestanden komt het bijna veertig maal voor. Het ZuidAfrikaanse bedrijf De Beers, het grootste diamantenconcern ter wereld, besloot diamanten uit Afrikaanse oorlogsgebieden te boycotten. De Verenigde Naties en vier Antwerpse 'diamantbanken' sloten zich later bij deze boycot aan. In de vele berichten over de conjlictdiamantenkwestie viel geregeld het woord bloeddiamant, maar aangezien dit ook zou kunnen worden opgevat als 'diamant met een bloedrode kleur' (in plaats van het beoogde 'diamant waar bloed aan kleeft'), koos men vaker voor conjlictdiamant. Hiervoor werd ook gepleit door de diamanthandelaren, aldus een bericht in het Rotterdams Dagblad van 5 augustus: De diamant sponsort oorlogen. De brave, vaak orthodox joodse handelaren in het Antwerpse diamantkwartier slaat de schrik [36]
om het hart als het onderwerp ter sprake komt. De meeste met vele camera's bewaakte deuren in de diamantkantoren blijven dicht. Wie wel open doet, poogt vooral het woord 'bloeddiamant' te vervangen door 'conflictdiamant', en als het even kan zelfs door 'illegale diamant'. NRC Handelsblad introduceerde het woord oorlogsdiamant, maar na één optreden verdween dat woord weer van het toneel. contentleverancier Aan het eind van de veertiende eeuw leenden wij uit het Frans het woord content (spreek uit: contént). De afgelopen zeshonderd jaar is dat in het Nederlands gebruikt in de betekenis 'tevreden, voldaan'. Daar kwam in 1994 een aanvulling op. Dat wil zeggen: toen leenden wij een van de betekenissen van het Engelse content (spreek uit: content), namelijk 'inhoud, vulling'. Aanvankelijk werd die betekenis vooral in kringen van televisiemakers gebruikt. Zo stond op 5 april 1995 in de Economisch Statistische Berichten: 'Schaalvergroting van de media wordt mede veroorzaakt doordat telecommunicatie-ondernemingen verticaal integreren met de aanbieders van, wat zij met een Engels woord noemen, de content.' Maar binnen een paar jaar groeide content uit tot hét toverwoord van de Nieuwe Economie (een aanduiding die wij sinds 1998 kennen). Dit volgens de formule: Nieuwe Economie = internet = content = kassa. Een en ander leverde verschillende nieuwe samenstellingen en verbindingen op, zoals content owner (1994), content-iprovider (1996), contentmanagement (1997), contentbedrijf (1999) en content engineer (eveneens in 1999, het betekent 'samensteller en ontwerper van internetpagina's'). Nieuw in 2000 waren onder meer internetcontent (plus de afkorting ICP voor internet content provider), contentdienst, contentsermce en contentleverancier. Dit laatste woord, waarin het Engelse content een relatie aanknoopt met een begrip dat we ook alweer eeuwen geleden uit het Frans leenden, was onder meer te vinden in het Het Financieele Dagblad van 14 november 2000: 'Op het moment dat een content-leverancier merkt dat er echt veel belangstelling bestaat voor zijn product, zal hij dat steeds meer rechtstreeks proberen te leveren aan websites, met zijn eigen verkoopapparaat.' [37]
copyleft Het recht om software aan te passen en verder te distribueren met de verplichting de oorspronkelijke makers te vermelden. Aldus het digitale Internetwoordenboek van Furore Informatica. Het woord copyleft is verzonnen door de Free Software Foundation. Het is vanzelfsprekend gevormd naar het voorbeeld van copyright. Van de Nederlandse dagbladen gebruikte NRC Handelsblad het als eerste, op 15 juli 2000: General Public License: iedereen auteur. Een verbod om zich het recht opeen uitvinding toe te eigenen. Geen copyright genoemd maar copyleft. Dat is tegen de tijdgeest. Het zou toegepast kunnen worden op de ontwikkeling van nieuwe medicijnen of op de beschrijving van onze genen. [...] Bij copyleft hoeft de medicijnman niet plotseling auteursrecht te betalen voor de uitoefening van zijn praktijk. Bij copyleft corresponderen geleerden via internet enthousiast over wat ze gevonden hebben, ongehinderd door farmaceutische belangen. Ze toetsen eikaars resultaten. Met zoveel hoofden over een probleem gebogen moet het snel gaan. Vorige eeuw heette dat academische vrijheid. Vooral op internet is copyleft vaak te vinden - ook op Nederlandse websites. cosmocraat Variant van kosmopoliet. Ook wel wereldburger of ubiquist genoemd. Het gaat om iemand die, aldus de Grote Van Dale (1999), 'de gehele wereld als zijn vaderland beschouwt, die geen nationale bekrompenheid, voorliefde of vooroordelen heeft'. Op 17 juni 2000 stelde Peter Brusse in de Volkskrant de vraag: bent u ook een cosmocraat? Hij gaf zelf het antwoord: 'Vermoedelijk niet, want cosmocraten lezen de Wall Street Journal voor de aandelen en het trendy Wallpaper voor lifestyle en restaurants in Miami, Beijing en Parijs. Cosmocraten zijn overal en nergens thuis. Zij vormen de nieuwe elite, de heersende klasse die de wereld nog sneller laat draaien.' Brusse schreef een en ander naar aanleiding van het boek Future Perfect, waarin de Amerikaan Adrian Wooldridge het verschijnsel van de cosmocratie analyseert (een woord dat in het Nederlands in [38]
1997 v o o r het eerst is gesignaleerd en dat geregeld in het Frans voorkomt). crush-video Pornovideo waarin kleine dieren, zoals muizen of hamsters, worden verpletterd. Op 27 augustus 1999 schreef het ANP, onder de kop 'Vrouw voor rechter wegens doodslaan muis in pornofilm': Volgens stukken van de rechtbank vonden rechercheurs diverse levende dieren en zogenoemde 'crush-video's' in het huis van Thomason. In crushvideo's worden dieren vermoord door naakte mannen en vrouwen, meestal tijdens seksscènes. Volgens de politie zijn 2000 van dergelijke banden via internet verkrijgbaar. In december 1999 nam het Amerikaanse Congres een wet aan waarin de productie van dit soort video's wordt verboden (kop in NRC Handelsblad 'Clinton verbiedt crush-video's'). Ook in de loop van 2000 werd het nieuwe woord nog verschillende malen in kranten gebruikt. Crusoe-chip Computerchip die buitengewoon weinig energie verbruikt en daarom zeer geschikt is voor mobiele computers. De chip is ontwikkeld door Linus Torvalds, de 'vader' van het snel populair geworden pc-besturingssysteem Linux. 'De processor heet Crusoe', aldus Het Parool op 18 januari 2000, 'omdat hij net als Robinson Crusoe vrijwel geheel zonder energie van buiten kan. De Crusoe gebruikt slechts eentiende van de hoeveelheid stroom die de huidige generatie Intel Celeron-chips slurpt. De chip kan toe met minder dan één watt, wat gunstig is voor draagbare elektronische apparaten. Deze kunnen straks na één keer opladen acht uur werken.' In juni werd de eerste laptop - een woord dat in 1986 debuteerde - met een Crusoe-chip erin op een beurs in New York gepresenteerd. 'Zuinige laptop heeft een Crusoe binnenin', kopte de Volkskrant. En NRC Handelsblad schreef: 'Hele wereld aast op Crusoe'. De chip wordt gemaakt door IBM en moet een concurrent worden van Intel, dat de afgelopen twintig jaar de chipmarkt domineerde. [39]
delisting Als bedrijf vertrekken van de beurs. Dit aan het Engels ontleende woord is medio 1999 voor het eerst aangetroffen in een Nederlandse krant, maar het economische verschijnsel werd volgens Het Financieele Dagblad pas in 2000 belangrijk. Toen Norit, een bedrijf dat sinds 1918 aan de Amsterdamse beurs genoteerd staat, in maart 2000 aankondigde de beursnotering te zullen opheffen, schreef Het Financieele Dagblad: '"Delisting" lijkt daarmee een trend geworden. Gisteren verklaarde een andere investeerder, Alpinvest, in deze krant met meerdere kleine en middelgrote beursgenoteerde bedrijven te praten over een vertrek van het Damrak.' dennenhoutaaltje Vertaling van het Engelse pine wood nematode. De wetenschappelijke naam van dit microscopisch kleine diertje luidt Bursaphelenchus xylophilus. Het gaat om een draadvormig, doorzichtig diertje, behorend tot de draadwormen. 'Vervoerdersorganisatie EVO heeft gisteren de noodklok geluid over het microscopisch kleine dennenhoutaaltje', meldde hetLeidsch Dagblad op 22 december 2000 onder de kop 'Houtaaltje duur voor vervoerders'. Het beestje verspreidt zich, meeliftend met andere insecten, via het hout van pallets en kisten. Eenmaal in de nieuwe omgeving, nestelt het aaltje zich in harskanalen van bomen en laat die verdorren. De Europese Commissie werkt aan maatregelen om de import van al het houten verpakkingsmateriaal uit China, Japan, de vs en Canada extra te controleren. Het ANP was nog stelliger en kopte 'Microscopisch aaltje bedreigt internationale handel'. Maar volgens de Plantenziektenkundige Dienst (PD) hoeven we ons in Nederland voorlopig geen zorgen te maken. De Nieuws brief PD meldde in november dat er in Nederland geen dennenhoutaaltjes voorkomen. 'In de maanden juli en augustus 2000 is in Nederland een survey uitgevoerd naar mogelijke aanwezigheid van het dennenhoutaaltje [...]. Op 60 locaties verspreid over het land zijn 108 monsters genomen; er werd geen [dennenhoutaaltje] gevonden. De survey is uitgevoerd naar aanleiding van de vondst van PWN in 1999 in bossen van Pinus in Portugal.' Het is overigens goed mogelijk dat het dennenhoutaaltje in de vak[40]
literatuur een oude bekende is, maar in de dagbladen debuteerden woord en dier in 2000. De Grote Van Dale (1999) vermeldt wel al azijnaaltjes, bladaaltjes, cysteaaltjes, stijfselaaltjes en luortelaaltjes. depletielamp 'Op de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) is een nieuwe fluorescentielamp ontwikkeld waarvan de kleur-"temperatuur" is in te stellen. Deze zogeheten depletielamp is ontwikkeld door ir. Leon Bakker', aldus de Volkskrant op 2 december 2000. De kleur van de lamp kan worden bijgesteld door de kwikdamp in de buis te mengen met de wat rodere straling van het edelgas neon. 'Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Philips, dat het octrooi op de depletielamp van de TUE heeft overgenomen', aldus de krant. deukdij In mei 2000 meldde het FNV Magazine dat in België bij vrouwen die achter een pc werken een nieuw verschijnsel was gesignaleerd: deukdijen. Het ANP verspreidde het bericht op 17 mei: De aandoening is bij medici bekend als Upoatrofia semicircuiaris. Ze uit zich door een soort deuk aan de voorkant van de bovenbenen. In België hebben bedrijfsartsen in korte tijd vierhonderd gevallen vastgesteld, bijna alleen bij vrouwen. Aan de huid zeifis niets te zien, maar op de plekken van de deuken is het onderhuidse vet verdwenen. Het vreemde is dat dit verschijnsel zich vooral voordoet bij mensen die werken in nieuwe gebouwen met nieuw meubilair en nieuwe computersystemen. Onderzoekers van de Vlaamse instelling voor Technologisch onderzoek denken dat elektromagnetische velden rond de pc's de deuken veroorzaken. Slecht geleidende bureaubladen zouden elektrostatisch worden geladen. En daar waar de dijen de bureaurand raken, zouden door ontlading de onderhuidse vetcellen worden aangetast. De deukdij is in Nederland wetenschappelijk nog niet gesignaleerd, TNO Arbeid hoort er voor het eerst van en gaat op onderzoek uit. Hoewel het bericht een hoog broodje-aapgehalte had, werd het door veel Nederlandse kranten overgenomen. Dit leidde tot kop[41]
pen als 'Deukdijen door beeldschermwerk', '"Ribbeldij" risico voor computerwerkers' en 'Deukdijen in België door beeldscherm'. Ribbeldij debuteerde in Trouw en werd daarna nog een paar keer gebruikt, maar het allitererende deukdij had duidelijk de voorkeur. Eind 2000 deed het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten diepgravend onderzoek naar de deukdijen van twee Nederlandse vrouwen. Conclusie: de deuken waren ontstaan doordat de ene vrouw tegen een balie en de andere te veel tegen een bureau leunde. Vergelijk pinarm. dieplinken Een hyperlink maken die niet naar de openingspagina van een website verwijst, maar direct tot een dieper niveau toegang geeft. Het woord kwam in het nieuws door een rechtszaak die PCM, de grootste krantenuitgever van Nederland, in augustus 2000 aanspande tegen Kranten.com, een bedrijfje van twee Rotterdamse studenten dat per e-mail een overzicht geeft van krantenkoppen op de webedities van enkele titels van PCM. Klik op zo'n hyperlink - een woord dat we sinds 1991 kennen - en je komt meteen bij het artikel uit. Omdat op de openingspagina's, die door dieplinken worden gepasseerd, advertenties staan, was PCM bang inkomsten mis te lopen. De rechtszaak leidde tot grote verontwaardiging bij internetjournalisten (een woord dat in 1997 debuteerde, samen met webjournaHst). 'PCM snapt weinig van internet', kopte NRC Handelsblad op 14 augustus. De krantenreus verloor de rechtszaak. 'In de Verenigde Staten hebben bij vergelijkbare zaken bedrijfjes gelijk gekregen', aldus het ANP, 'en werd het argument dat deeplinken een inbreuk is op het auteursrecht verworpen. Amerikaanse rechters menen dat linken en dieplinken de hoeksteen vormen van het internet.' Dit citaat maakt meteen duidelijk dat de spelling van dit neologisme nog niet vastligt: naast elkaar komen we tegen deep linken, deep-Hnken, deeplinken, diep linken, diep-linken en dieplinken. DNA-hit Sinds het midden van de jaren tachtig maken politie en justitie in toenemende mate gebruik van DNA-onderzoek bij ernstige misdrijven. Dit heeft het afgelopen decennium tot een reeks nieu[42]
we samenstellingen geleid, waarvan er - vreemd genoeg - nog maar weinig in onze woordenboeken te vinden zijn. Terwijl sommige toch zeer geregeld worden gebruikt. Nieuw in 2000 waren DNA-hit en DNA-match. Beide debuteerden in mei in het Algemeen Dagblad en ze betekenen hetzelfde: identificatie van bij een slachtoffer gevonden DNA-materiaal in een DNA-bank (een woord uit 1991) of DNA-databank (nieuw in 1992). Andere samenstellingen met DNA uit het afgelopen decennium zijn: DNA-projiel (honderden malen gebruikt sinds 1991), DNA-beunjs (1992), DNA-patroon (1993) en DNAspoor (sterk in opkomst sinds 1999). DN A-vingerafdruk (een vertaling van het Engelse DNAfingerprint) dateert al van omstreeks 1985. Vergelijk cold case squad en mengprofiel.
dodehoekspiegel Spiegel aan een vrachtwagen die zicht geeft in de dode hoek. Jaarlijks vinden in Nederland ongeveer dertig mensen, vooral fietsende kinderen, de dood doordat ze onder een vrachtwagen komen die rechtsaf slaat zonder dat de chauffeur hen heeft gezien. Eind 1999 testte TNO drie systemen die de dode hoek opheffen: een extra bolle spiegel, een klapspiegel en een camerasysteem. Een en ander leverde verschillende nieuwe woorden op. Klapspiegel (een spiegel die in een fractie van een seconde in de dodehoelcstand kan worden geklapt) debuteerde eind 1999, samen met dobli-spiegel en breedzichtspiegel (voor de extra bolle spiegel). Dobli is een samentrekking van 'dode en blinde' (hoek). De dobli-spiegel is ontworpen door W. van Waes uit Bussum. Van Waes verloor zijn 13-jarige zoon door een ongeluk dat te voorkomen was geweest als de chauffeur zo'n spiegel had gehad. De plannen tot invoering van de dobli-spiegel leidden in 2000 tot onrust in de vervoerssector. In de berichtgeving hierover debuteerde het woord dodehoekspiegel, dat door zijn duidelijkheid kans maakt om de andere benamingen te verdringen. Het dook op 15 september 2000 voor het eerst op, in het Haarlems Dagblad: Minister Netelenbos (Verkeer) zou ze maandag allemaal ontmoeten in Hilversum: Transport en Logistiek Nederland (TLN), de Bovag, Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en nog veel [43]
meer organisaties uit de transportsector. Maar ze komt niet. De minister is bang voor acties. In Hilversum zou de officiële presentatie zijn van de dodehoekspiegel, die in samenwerking met de sector is ontwikkeld. De spiegel verbetert het zicht van de chauffeur, waardoor ongelukken kunnen worden vermeden. Netelenbos zal nu later, als de gemoederen tot rust zijn gekomen, het actieplan dodehoek met de sector ondertekenen. Eind september besloot Netelenbos de dodehoekspiegel zo snel mogelijk te laten invoeren op alle bedrijfsauto's zwaarder dan 3500 kilo. doggy dancing 'Binnenkort vindt in het Martin Gaus Gedragscentrum in Lelystad de eerste wedstrijd doggy dancing in Nederland plaats', aldus Het Parool op 27 oktober 2000. Doggy Dancing, op muziek dansen met je hond, komt uit Canada en wordt daar al een jaar of tien beoefend. In België werd in augustus de eerste wedstrijd gehouden, Nederland volgde in oktober. De belangstelling was groot. 'De eerste wedstrijd doggy dancing in Nederland', aldus het ANP op 3 december, 'heeft ruim achthonderd belangstellenden getrokken. In het Martin Gaus Gedragscentrum in Lelystad streden zondag ruim veertig honden aan de zijde van hun baasje om de prijzen.' domeinmakelaar Handelaar in domeinnamen (webadressen). Dit succesvolle woord is hoogstwaarschijnlijk bedacht door G. Graafland, directeur van het Amstelveense bedrijf NameSpace. NameSpace kwam in juli 2000 in het nieuws vanwege een rechtszaak die door 159 bekende Nederlanders en bedrijven was aangespannen. Het Amstelveense bedrijf, dat zichzelf domeinmakelaardij noemt, had maar liefst 45.000 domeinnamen laten registreren die eindigen op .ril, variërend van ahbonuskaart.nl en opelkadet.nl tot jaapstam.nl en pietueerman.nl. Het bedrijf bood de adressen te koop aan, de meeste voor 11.000 gulden per stuk. NameSpace verloor de rechtszaak en moest de domeinnamen teruggeven, maar het woord domeinmakelaar was toen al zo vaak gebruikt dat NRC Handelsblad het in november in een heel andere context toepaste, namelijk in een bericht over nieuwe achtervoegsels [44]
(extensies) in webadressen. Op 16 november besloot de ICANN (de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) om zeven nieuwe extensies beschikbaar te stellen, waaronder .biz (voor bedrijven), .name (voor personen) en .in/o (voor algemeen gebruik). 'Zeven "domeinmakelaars", voor elke nieuwe domeinnaam één, hebben voor 50.000 dollar het recht gekregen de nieuwe extensies te verkopen aan geïnteresseerde partijen', schreef NRC Handelsblad. In de berichtgeving over de nieuwe extensies - een woord dat sinds 1995 in deze betekenis wordt gebruikt - debuteerden ook de woorden domeinextensie en navigatienaam ('Nog niet besloten is wanneer organisaties de nieuwe navigatienamen mogen invoeren.') Daarnaast werd gesproken van topdomein ('Op topdomeinen als .info en .name kan vrijwel iedereen inschrijven, ook particulieren'), een nieuwe betekenis van een woord dat eerder werd gebruikt in de betekenis 'domein, chateau dat goede wijn opbrengt'. Domeinmakelaar is de zoveelste nieuwe samenstelling met domein-. Domeinnaam debuteerde in 1995, domeinkaping in 1999. Vergelijk persoonsdomeinnaam en puntnl. druktetarief Tarief dat automobilisten moeten gaan betalen als ze tijdens de spits op filegevoelige trajecten rijden. Minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat introduceerde het tarief in het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan, dat in oktober 2000 werd besproken in het kabinet. Het gaat hier om een zogenoemde congestieheffing, een woord dat in 1996 voor het eerst is opgetekend. Het is de bedoeling het druktetarief in 2010 in te voeren, als de proef met het spitstarief (een woord uit 1990) is afgerond. Het spitstarief blijft beperkt tot de Randstad, Netelenbos wil het druktetarief ook daarbuiten gaan heffen. Vooral in Brabant en rond Nijmegen, Apeldoorn en Zwolle verwacht het kabinet een toenemende druk op de wegen als gevolg van grote economische groei. 'Het kabinet wil de motorrijtuigenbelasting koppelen aan het gewicht en de brandstofsoort van de auto', aldus de Volkskrant op 13 oktober 2000. 'Dat geldt ook voor een kwart van de belasting op het aankoopbedrag. Daarbovenop komt het druktetarief. De hoogte van die heffing kan bijvoorbeeld twintig cent per kilometer worden op tijdstippen en trajecten waar veel files staan, schrijft Ne[45]
telenbos. Ze benadrukt dat de nieuwe heffing niet mag leiden tot een gemiddelde verhoging van de kosten van het autorijden; de heffing moet differentiëren naar gebruik.' De rampzalige Nederlandse verkeerssituatie heeft het afgelopen decennium veel nieuwe woorden opgeleverd. Rekeningrijden, prijsrijden, spitstoeslag, spitsheffing, en toeritdosering kennen we sinds het eind van de jaren tachtig, antifileplan sinds 1996 (Trouw op 3 september 1996: 'Het kabinet Kok-Dijkstal presenteert zijn anti-fileplan'), kilometerheffing sinds 1997, benuttingsuariant ('het beter benutten van het beschikbare asfalt') en spitsteam in 1999. De bedoeling van al deze maatregelen is dat we in 2020 op de meeste wegen een gemiddelde spitssnelheid van 70 kilometer per uur kunnen halen. Spitssnelheid debuteerde in 2000, net als congestie-uur ('Het criterium dat zal worden gehanteerd zijn de zogenoemde congestie-uren: één auto één uur in de file is één congestie-uur', aldus Het Financieele Dagblad op 7 december 2000). Vergelijk autoritadvies, bereikbaarheidsoffensief, filezwaaien en plusstrook. dumpkind Kind dat door de ouders bij het zwembad wordt gedumpt. Het woord maakte tijdens de zomermaanden van 2000 opgang. 'Zwembaden worden steeds vaker gebruikt als goedkoop alternatief voor de kinderopvang', meldde het Haarlems Dagblad op 10 augustus 2000. 'De zwemwereld heeft er zelfs al een term voor: dumpkinderen. Het gaat om jonge kinderen die 's ochtends door hun vaak werkende ouders worden afgezet bij het zwembad en 's avonds pas weer worden opgehaald.' Het Rotterdams Dagblad gebruikte het woord tweemaal in een kop: "'Dumpkind" vernikkelt in zwembad' en 'Dumpkinderen vooral door te weinig opvang'. In het tweede bericht gaf een pedagoog van de Universiteit Utrecht een verklaring voor het verschijnsel: 'Het fenomeen "dumpkinderen" doemt op doordat er te weinig kinderopvang is of doordat werkende ouders hun sociale achtervang niet goed regelen.' EDGE Zonder twijfel is de mobiele telefonie de laatste jaren een van de grootste leveranciers van nieuwe woorden, waarschijnlijk nog meer dan internet. Dat komt doordat de technieken in deze bran[46]
che elkaar zo snel opvolgen. En dat komt weer doordat de producenten allemaal één ding willen: de snelste zijn. De klant is ongeduldig, is de gedachte, dus hoe sneller de verbinding, hoe meer klanten. Het gevolg is dat de ene techniek nog niet half is ingeburgerd, of de volgende is al weer in aantocht. Taalkundig gezien is het gevolg dat de mobiele telefonie een lawine van nieuwe afkortingen over ons uitstort, met EDGE als een van de nieuwste. EDGE staat voor 'Enhanced Data rates for Global Evolution' (met een knipoog naar het woord edcje in de betekenis 'factor of eigenschap die een voorsprong geeft op rivalen'; to have the edge over one's rivals). Even een mopje mobiele telefoontaal, geplukt van de website van Mobile Telephone Consultancy: EDGE is een radio gebaseerde high-speed mobiele data standaard. Deze techniek stelt het GSM netwerk in staat [...] om transmissie snelheden te halen van 384 kbps indien alle 8 tijdsloten worden gebruikt. Eigenlijk werd EDGE ooit in het begin GSM384 genoemd. Dit houdt een maximale bit snelheid in van 48 kbps per tijdslot en zelfs hogere snelheden zijn mogelijk bij goede ontvangst condities, EDG E was in eerste instantie ontwikkeld (door Ericsson) voor Mobiele Netwerk Operators die niet in staat waren om licenties te verschaffen voor Universal Mobile Telephone System (UMTS). EDG E stelt GSM operators in staat om data snelheden te bieden die in de buurt komen van die op het UMTS netwerk, EDGE biedt ook de mogelijkheid voor een evoluerend migratie pad van GPRS naar UMTS, door veranderingen te implementeren in de modulatie technieken die noodzakelijk zijn voor UMTS later. De kranten waren in 2000 terughoudend in hun berichtgeving over EDGE, maar op 30 augustus liet Roel Pieper er toch even zijn licht over schijnen in Het Finanrieele Dagblad: Volgend najaar wordt GPRS nog eens uitgebreid met EDGE, een techniek die dertig keer sneller is dan GSM. In theorie is het dan al mogelijk om videoclips op de mobiele telefoon te ontvangen. [47]
Op voorwaarde natuurlijk dat de gebruiker zijn GPRS-telefoon inruilt voor een EDGE-toestel. In het beste geval kan hij daar dan nog een dik jaar gebruik van maken, totdat het eerste echte UMTS-netwerk goed en wel functioneert. Behalve over een EDGE-toestel sprak Pieper ook over een EDGE-netwerk. Hij raadde KNP aan om 'EDGE maar gewoon over te slaan en met spoed een nationaal UMTS-netwerk op te bouwen', al was het maar 'om zijn miljoenen trouwe klanten in Nederland te vriend te houden'. Want klanten willen weliswaar snelheid, maar ze hebben geen zin om ieder jaar een nieuwe mobiele telefoon aan te schaffen voor de zoveelste nieuwe supersnelle techniek. Vergelijk GPRS en UMTS-veiling. eenliterauto Auto die niet meer dan een liter benzine per honderd kilometer verbruikt. Sinds 1995 is er veel geschreven over de drieliterauto (ook wel 3-liter-auto of drie-liter-auto), in 1996 doken de eerste berichten op over de tiueeliterauto (dan wel 2-liter-auto of twee-liter-auto), en het jaar 2000 bracht het debuut van de eenliterauto (nee, niet aangetroffen als i-liter-auto maar wel als een-liter-auto). In augustus 2000 maakte de Koreaanse autobouwer Hyundai bekend samen met Mitsubishi een eenliterauto te willen ontwikkelen bij Nedcar. Voorlopig bestaat de auto alleen nog op de tekentafels, maar hij heeft al een toepasselijke naam: de Liter Car. Overigens zijn drieliterauto's inmiddels wel in gebruik. De eerste in serie geproduceerde drieliterauto ter wereld, de Volkswagen Lupo, is sinds juli 1999 te koop. Sindsdien brachten onder andere Audi, DaimlerChrysler, Fiat en Nissan concurrenten op de markt. e-government De overheid van de toekomst heet e-government. NRC Handelsblad maakte er op 16 maart 2000 melding van, onder de kop 'Blair geeft Kok een e-lesje': En passant kreeg hij [Wim Kok] een lesje e-government. Niet alleen de chips worden in hoog tempo beter. Europese politici zitten ook in een technologische versnelling. Hoe kort is het nog maar geleden dat premier Kok een muis oppakte en naar het [48]
beeldscherm wees, omdat hij dacht datje ermee kon zappen? En toch sprak hij gisteren met nauwelijks waarneembare inspanning tegen zijn Britse ambtgenoot Blair over e-commerce en de risico's van de dotcom-zeepbel. Twee maanden later meldde dezelfde krant: 'De kloof tussen burgers en politiek, zo die bestaat, krijgt een stevige brug: e-government. Waar de pijlsnelle ontwikkeling van e-commerce vrijwel dagelijks de economische berichtgeving beheerst, ontwikkelt egovernment zich nog in de schemering van relatief kleine groepen politici en ambtenaren die nota's schrijven en stuurgroepen oprichten.' In de loop van 2000 trad het woord uit de schemering. In diverse Nederlandse en Vlaamse kranten werd de geboorte van de e-democracy en de e-bureaucracy (ook nieuwe woorden) voorspeld. NRC Handelsblad sprak in dit verband van een glasvezeldemocratie: Geen loketten meer, maar'interactieve besluitvorming'. Burgers kunnen zich aansluiten bij uirtual communities, bij netwerkorganisaties waarin nieuwe woonwijken, nieuwe bestemmingsplannen, nieuwe maatregelen tegen wachtlijsten in de gezondheidszorg tot stand komen. Het gebeurt al, her en der, nog versnipperd. Talloze nieuwe vormen van e-government zullen in hoog tempo verder om zich heen grijpen, buiten het logge vergadercircuit van ambtenaren en politici om. E-government is de zoveelste nieuwvorming met e + koppelteken. Meestal gaat het overigens om eendagsvliegen. Een kleine greep uit de oogst van 2000: e-bestuur, e-consument, e-ctivist, e-handtekening, e-moeder ('Iedereen in Engeland spreekt over de e-moeder. De emoeder kan alles, zoals alle woorden met "e" tegenwoordig grenzeloze mogelijkheden betekenen'), e-omslag ('Fortis laat managers e-omslag maken'), e-prayer ('De e-prayer is geheel gratis, de negentien nonnen die in het klooster leven, vragen alleen even te mailen als het gebed is verhoord'), e-priester, e-tijd en e-vangelisatie ('E-vangelisatie staat voor de mogelijkheden om via internet de boodschap van het evangelie te verkondigen'). [49]
In combinatie met het koppelteken is de e de laatste jaren zo vaak misbruikt als symbool van alles wat snel, digitaal, modern & de toekomst moet zijn, dat in de Verenigde Staten een 'Genootschap tot Behoud van de Andere 25 Letters van het Alfabet' is opgericht. De strijdkreet luidt: 'E-nough is E-nough.' EK-parket Voetbal is niet alleen een lolletje en daarom werd, tijdens het Europees Kampioenschap voetbal, in Rotterdam een speciaal EK-parket ingericht. Twaalf officieren van justitie, 23 secretarissen en zeven rechters-commissarissen stonden in de penitentiaire inrichting Noordsingel paraat om, in twee zittingen per dag, raddraaiers 'efficiënt justitieel te kunnen afwerken', zoals de Volkskrant het formuleerde. In hetzelfde gebouw waren honderd cellen vrijgemaakt. Een en ander leidde ook tot gelegenheidssamenstellingen als EK-magistraat en EK-officier van justitie. emotiemarketing Zeventig procent van de klanten stapt een boekwinkel binnen zonder te weten wat ze gaan kopen. Winkelen is voor hen recreatie en ontspanning. Door hierop in te spelen kun je uitgroeien tot een megastore, zo ontdekte boekhandel Donner in Rotterdam. 'Het succes van Donner', berichtte de Volkskrant op 13 november 2000, 'is te danken aan de alerte reactie op de ontwikkelingen als jimshoppen, beleueniscommunicatie en emotiemarketing.' Emotiemarketing debuteerde in 2000, Junshoppen dateert al van 1988. Zie verder bij beleveniseconomie. emotiemuis Computermuis die reageert op emoties van de gebruikers, zoals stress. Het ANP meldde op 21 januari 2000, onder de kop '"Emotiemuis" maakt computergebruik nog persoonlijker', dat IBM hard werkt aan een zogenoemde Emotion Mouse die de gemoedstoestand van de gebruiker registreert. 'Deze emotietechniek is ook bruikbaar in allerlei andere toepassingen, zoals auto's, videospelletjes en telefoons. In het stuur van de auto kan het gebruik van deze techniek cruciaal zijn wanneer de bestuurder bijvoorbeeld in slaap dreigt te vallen. Een simpel muziekje dat dan gaat spelen moet de bestuurder weer volledig bij zijn positieven brengen.' Ook emotietechniek is een nieuw woord. [50]
Euronext-index Beursindex van de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel en Parijs. De beurzen besloten in maart 2000 tot een fusie. Toen werd ook de naam Euronext bekend gemaakt. In Nederland had het ANP het nieuws als eerste. Op 19 maart 2000 meldde het persbureau: De fusie van de effectenbeurzen van Amsterdam, Parijs en Brussel is rond. Aan de Belgische minister van Financiën Reynders viel zondag de eer te beurt bekend te maken, dat er een intentieverklaring op tafel lag. 'We zijn eruit', zei even later ook een woordvoerder van de Amsterdamse beurs AEX. Details worden pas maandag op neutraal terrein, in Londen, gegeven. Zondagskranten in Parijs wisten echter al te melden dat het nieuwe beurslichaam Euronext zou gaan heten. In juli maakte Euronext bekend wie er in haar indices zit. 'De Euronext-index moet de tegenhanger van de Dow worden', meldde Het Parool op 4 juli. evenementenbier Voorzover bekend werd het eerste evenementenbier geschonken in 1997. Op 25 november 1997 meldde het ANP: 'Fans van de Stones kunnen tijdens de concerten in de ArenA zogenaamd evenementenbier tot zich nemen, met 2,5 procent alcohol. Tot op heden schonk de ArenA bij grote evenementen geen alcohol in verband met de openbare orde en veiligheid. Het speciale bier stroomt vanaf 1 januari in de ArenA uit de tap. Volgens directeur J. Gaasterland is het bier bij risicowedstrijden niet verkrijgbaar.' Of ArenA dit bier is blijven schenken is niet bekend, maar na die ene keer verdween het woord evenementenbier geheel uit het zicht, tot de gemeente Amsterdam in april 2000 besloot om tijdens het Europees Kampioenschap voetbal alleen bier met maximaal 2,5 procent alcohol te schenken, in plaats van vijf procent. Het Parool kopte op 19 april: 'Tijdens EK speciaal "evenementenbier'". In de maanden daarna werd het woord ruim zeventig maal in Nederlandse dagbladen gebruikt. Tijdens het EK (en later tijdens andere evenementen) waren er twee soorten evenementenbier te koop, van een groeiend aantal brouwers: alcoholvrij bier en bier met maxi[51]
maal 2,5 procent alcohol. In de volksmond wordt evenementenbier wel braaf bier genoemd; de pers sprak tevens van stadionbier, eveneens een nieuw woord. Overigens leidde het taalkundige succes van evenementenbier tot gelegenheidssamenstellingen als evenementenpubliek, euenementenuoetbal enzovoorts. eventing Een tamelijk onverwachte leverancier van nieuwe Nederlandse woorden is de military van Boekelo. Een military is een driedaagse wedstrijd voor paarden die bestaat uit dressuurproeven, uithoudingsproeven en een springconcours. Omdat er bij deze sport geregeld paarden - en ruiters! - omkomen, introduceerden de organisators van de military van Boekelo in 1999 een nieuwe hindernispaal: de breekboom, een paal die breekt als er een ruiter op knalt. Bovendien bedacht de internationale hippische federatie een nieuwe naam voor de sport: eventing. In het Engels is dit woord, dat is afgeleid van (three-day) euent, al langer in gebruik, maar in de loop van 1999 werd het internationaal ingevoerd, in de hoop af te komen van het negatieve imago van het soldateske military. In 1999 werd eventing een paar keer gebruikt in Nederlandse kranten, maar in 2000 brak het echt door (in digitale krantenbestanden was het ruim vijftig keer te vinden). Op 9 oktober 2000 besteedde de Volkskrant uitvoerig aandacht aan de naamsverandering: Aanvankelijk zullen vrienden van het paard opgelucht kennis hebben genomen van de wonderbaarlijke verdwijning van een in Engeland, Australië, Nieuw-Zeeland en het Nederlandse gebiedsdeel Twente populair tijdverdrijf. Onlangs bleek ineens de military niet meer te bestaan, het woord geschrapt uit alle hippische vocabulaires. De opluchting was groot, totdat bleek dat alleen maar de naam verdwenen was en niet de sport. Het jakkeren op paarden zou voortaan, zo hadden de hoge heren van de internationale hippische federatie (FEI) in hun studeerkamertjes bedacht en bedisseld, Euenting heten. Een neutraal, onbekend en onbeladen woord, een woord dat heel wat minder bloed aan de paal doet vermoeden dan military. Vergelijk paardenpaspoort. [52]
extensiveringszone Landbouwgebied waar varkens- en kippenhouderijen niet mogen uitbreiden of zich niet mogen vestigen. Extensiveringszorie is een begrip uit de zogenoemde 'Reconstructiewet Concentratiegebieden', die in december 2000 door de Tweede Kamer werd aangenomen. Het gaat om een wet die de intensiteit van de kippen- en varkenshouderij wil verminderen. Men spreekt in dit verband ook over veearme gebieden. Veearm, dat in 1997 voor het eerst was gesignaleerd, brak door in 2000. Een citaat uit NRC Handelsblad van 12 december 2000: De veearme gebieden zijn bedoeld ter voorkoming van vermesting, verzuring en verdroging en tegen stank. Ook moet het landschap er mooier van worden. Maar de Tweede Kamer bleek het oneens met het kabinet over de omvang van de veearme gebieden. Een ruime meerderheid vindt een zone van 250 meter rondom natuurgebieden genoeg. fietsknooppuntensysteem Het Belgische fietsknooppuntensysteem is aan een snelle opmars in Nederland bezig, meldde de Volkskrant op 29 januari 2000. Nederlands-Limburg is al bijna geheel veroverd en Brabant volgt, aldus de krant, die als volgt toelichtte wat er onder fietsknooppuntensysteem moet worden verstaan: Fietsknooppuntensysteem [...] is een ingewikkeld woord voor een simpele Belgische vinding die routebeschrijvingen en een deel van de huidige bewegwijzering overbodig maakt. De recreatieve fietser kan volstaan met het noteren of onthouden van een aantal getallen. Routes worden verbonden door knooppunten die herkenbaar zijn aan een rechthoekig bord - blauw in België, groen in Nederland - met een omcirkeld cijfer. De knooppunten vormen de basis van een bewegwijzering waarmee de fietser alle kanten op kan. In Belgisch-Limburg bestaat het fietsknooppuntensysteem sinds 1997. Een Vlaamse website geeft de volgende toelichting: 'Dit systeem gaat niet uit van rondgaande routes die bewegwijzerd worden, maar vormt een stelsel van knooppunten op regelmatige af[53]
stand van elkaar, waardoor gebruikers zelf de lengte en route voor hun fietstocht bepalen en waarbij zij deze onderweg eenvoudig kunnen wijzigen.' filezwaaien Bericht in het Algemeen Dagblad van 9 maart 2000: Agenten die proberen files te verhelpen door langs de weg armgebaren te maken, boeken lang niet altijd succes. Dat blijkt uit proeven op de A12 en de Ai. Tussen Gouda en Voorburg namen de files af, maar tussen Gouda en De Meern werden de opstoppingen juist erger. Ook bij Den Bosch was het resultaat wisselend. De politie wil het filezwaaien nog vijfjaar uittesten.' Hoewel er sinds 1998 wordt geëxperimenteerd met agenten die met armbewegingen files proberen te voorkomen, debuteerde het woord filezwaaien in 2000. NRC Handelsblad gebruikte het woord op 31 maart. De krant voerde een verkeersdeskundige op, die zei: 'Filezwaaien is niet dé oplossing, het bevordert alleen de maximale benutting van het wegdek.' Tot 2005 staan dienders op zes plaatsen in Nederland langs de weg te zwaaien. Het project kost zo'n 58 miljoen gulden. Vergelijk autoritadvies, bereikbaarheidsoffensief, druktetarief en plusstrook. filterblokkade Door protesterenden opgeworpen wegblokkade, waarbij vrachtauto's worden tegengehouden, maar personenauto's mogen doorrijden. Het woord is alleen in Vlaamse kranten en op Vlaamse websites aangetroffen. Zo schreef De Standaard op 21 september 2000: Tn Limburg komt er onder meer een filterblokkade op de steenweg Diest-Hasselt en zijn er acties op de ring van Tongeren.' Een paar dagen later wijdde taalkundige Joop van der Horst, columnist bij De Standaard, een artikel aan het nieuwe woord. 'De afgelopen week', aldus Van der Horst, 'hebben allerlei mensen me voorgesteld dat ik eens zou schrijven over het woord "filterblokkade". Dat is nu eens helemaal nieuw. [...] Ik weet niet of er een Frans woord model heeft gestaan. Wel meen ik te weten dat het woord "filterblokkade" in Nederland niet werd gebruikt, ofschoon ook daar ijverig geblokkeerd werd.'
[54]
filtratiekamp Vernederlandsing van het Engelse filtration camp, een eufemisme voor 'gevangenkamp'. Het woord dook eind 1999 voor het eerst op in berichten over de oorlog in Tsjetsjenië en is kennelijk aan het Russisch ontleend. Op 17 november meldde het Algemeen Dagblad: 'Memorial-voorzitter Oleg Orlov zei gisteren in Moskou dat het Russische leger ten minste twee zogeheten "filtratiekampen" heeft ingericht voor vluchtelingen uit Tsjetsjenië.' In de loop van 2000 werd het woord minstens 30 maal in Nederlandse dagbladen gebruikt, aanvankelijk met aanhalingstekens, later meestal zonder. Het woord kwam ook in diverse koppen voor, zoals 'Tsjetsjenen in "filtratiekamp'" (Haarlems Dagblad), 'Russen zetten Tsjetsjenen in "filtratiekampen'" (Rotterdams Dagblad) en 'Russisch leger zet in Tsjetsjenië "filtratiekamp" op' (de Volkskrant). flitsstep Het zal niemand zijn ontgaan: het opklapbare zilverkleurige stepje met skatewielen was dé rage van 2000. Leuk voor de fabrikanten, leuk voor de gebruikers, maar taalkundig gezien leverde het vooral verwarring op. Dat komt met name doordat alleen de vormgeving nieuw was. Het leek een nieuw product, maar dat is het niet, want de eerste step - toen nog autoped geheten - werd omstreeks 1918 in Frankrijk uitgevonden. Wij kennen het woord autoped sinds 1920; step en scooter (waaronder wij tegenwoordig iets anders verstaan) zijn in 1935 voor het eerst opgetekend. Autoped vinden wij inmiddels oubollig, en step is sommigen niet snel genoeg voor zo'n flitsend nieuw ding. Daarom introduceerde NRC Handelsblad op 10 augustus 2000 het woord flitsstep (kop boven het artikel 'Flitsstep verovert de stad'). 'Oorspronkelijk komt de flitsstep uit Duitsland', aldus de krant. 'Afhankelijk van het type en de producent wordt hij Kickboard, Micro Skate Scooter of Ciro genoemd, wat een verkorting is van cityroller.' Maar er kwamen nog meer namen in omloop, waaronder kickbike, ministep, miniscooter, tretroller, trotti, skatescooter en uouiustep. Alleen skatescooter en uouiustep werden ook als soortnaam gebruikt, maar skatescooter is eigenlijk een merknaam (Micro Skate Scooter) en uouiustep dateert al uit 1998. Dus als nieuwe soortnaam blijft alleen flitsstep over. Het zal zijn gevormd naar het voorbeeld van flitstrein. Dat woord debuteerde in 1990 en is sindsdien zeer wijd[55]
verbreid. Flitsstep verdween echter na een paar optredens weer van het toneel. De meeste mensen noemen het opklapbare zilverkleurige voertuigje met skatewielen gewoon een step. En dat is het ook. Free Willy-syndroom Drang bij mensen om gestrande walvissen te redden. Het woord maakte z'n entree op 7 december 2000 in de Volkskrant: 'Ieder najaar nemen sommige potvissen bij Schotland een verkeerde afslag in hun trektocht naar de Azoren en lopen vast in de ondiepe Noordzee. En ieder jaar raken sommige mensen bevangen door het zogeheten Free Willy-syndroom: een diepgevoelde wens om gestrande walvissen te redden.' Het syndroom is genoemd naar Free Willy, een film uit 1993 van Simon Wincer, waarin een twaalfjarige jongen alles op alles zet om een met de dood bedreigde walvis te redden. -gate Sinds de Watergate-affaire is het vooral in de Engelstalige journalistiek mode om voor grote, geruchtmakende schandalen een naam te verzinnen die eindigt op -gate. Nederlandse en Vlaamse kranten hebben deze gewoonte overgenomen. In 2000 kwamen er weer een paar gates bij: Cronjegate of Hansiegate voor een omkoopschandaal rond de Zuid-Afrikaanse cricketaanvoerder Hansie Cronje; Ninagate voor een schandaal rond de beursgang van World Online onder Nina Brink, en Kohlgate, volgens sommigen het grootste politieke schandaal in Duitsland sinds 1945, met in de hoofdrol Helmut Kohl. Ach, het zijn eendagsvliegen, maar ze laten zien dat het achtervoegsel -gate nog steeds aliue and kicking is. geluidsjaar Periode van twaalf maanden waarin Schiphol zich aan een bepaalde geluidsnorm moet houden. Het woord debuteerde in september 1999 in het Haarlems Dagblad, leek daarna in het niets te verdwijnen, maar werd tussen september en november 2000 opeens zeker tienmaal in landelijke dagbladen gebruikt, eerst - zoals gebruikelijk met nieuwe woorden - door aanhalingstekens omgeven, maar vervolgens zonder. Zo schreef NRC Handelsblad op 4 november: 'Een zachte landing op Schiphol. Zonder boetes nu op woensdag het nieuwe geluidsjaar is ingegaan. Dan mogen de vlieg[56]
tuigen het maagdelijke lawaaiquotum vol maken.' Ook lawaaiquotum is een nieuw woord. Het debuteerde een paar dagen eerder in dezelfde krant, eveneens in een bericht over Schiphol, in de zin: 'Vanaf vandaag is het nieuwe gebruiksplan van kracht. De luchthaven begint nu weer met een nieuw lawaaiquotum.' generatiefonds Beleggingsfonds voor achttienjarigen. In deze betekenis gemunt door Pieter Korteweg, voorzitter van het Beleidscomité van de Robeco Groep. Op 3 juni 2000 schreef Korteweg in NRC Handelsblad dat de opbrengst van de veiling van GSM-frequenties wat hem betreft niet in de staatskas zou moeten verdwijnen. Het zou dan worden uitgegeven aan een aantal openstaande goede doelen, zoals zorg en onderwijs, aan aflossing van de staatsschuld, of aan alle twee. Maar, schreef Korteweg: Er is een vierde weg, een weg die we ook al hadden moeten volgen toen we indertijd de aardgasbel tot onze beschikking kregen. We vormen van de opbrengst van de GSM-frequenties een Generatiefonds. Dat fonds wordt belegd, deels in overheidsobligaties en deels in aandelen, ledereen die 18 jaar wordt krijgt een aandeel van zeg 10.000 gulden in dat fonds. De beleggingsopbrengsten van het fonds worden bij het kapitaal bijgeschreven. Eenieder kan zijn aandeel gebruiken om zijn belastingschuld of hypotheek af te lossen, een opleiding te betalen, een huis of aandelen te kopen, een onderneming te starten, of om gewoon te consumeren. Er wordt een markt georganiseerd waarop de aandelen in het Generatiefonds verhandelbaar zijn. leder die geld wil zien kan zijn aandeel verkopen. Iemand anders moet het dan kopen, moet dus hetzelfde bedrag sparen. Dus tegenover consumptie van de één staat een besparing van de ander. Aldus blijft het kapitaal intact. Anderen noemden het fonds een snotaipenfonds en een decjeneratiefonds. Generatiefonds werd steeds meteen hoofdletter geschreven, als een eigennaam dus, maar op 1 juli stond in NRC Handelsblad: 'En er is aan alle kanten creatieve ruimte om nieuwe investeringen te bedenken in de vorm van generatiefondsen voor jongere mensen [57]
en vergrijzingsfondsen voor ouderen.' Vexgxijzingsfonds
is overigens
niet nieuw; dat woord is in 1996 voor het eerst gesignaleerd. GPRS Afkorting van General Packet Radio Service. Net als bij UMTS gaat het om een techniek waarmee internet op een snelle manier draadloos kan worden benaderd. In de Nederlandse dagbladen debuteerde het woord in november 1999. Op 6 november voerde het Algemeen Dagblad
een deskundige op die zei: 'Over ongeveer vier jaar
is hopelijk de derde generatie mobiele telefonie, met de naam UMTS, op de markt. Op dit moment kunnen er slechts 9,6 Kilobytes per seconde worden verstuurd. Met UMTS wordt die snelheid 2 Megabytes per seconde. Eerst krijgen we nog een tussenvorm, GPRS genaamd, met een snelheid van 144 Kilobytes per seconde.' Het ging nog sneller dan deze deskundige had gedacht, want krap zes maanden later meldde dezelfde krant: 'Voor het einde van het jaar wordt GPRS geïntroduceerd, een gsm-systeem dat de snelheid van het verzenden van informatie via de gsm verzesvoudigt. Met GPRS is het mogelijk plaatjes of geluidsbestanden te versturen. Bovendien is de gebruiker altijd online, waardoor inbellen niet meer nodig is. En dan volgt in 2002 het supersnelle internet UMTS, dat staat voor het Universele Mobiele Telefonie Systeem.' De afkorting GPRS stond in 2000 ruim honderd keer in de landelijke dagbladen (met koppen als 'Telfort gaat GPRS leveren' en 'Ook KPN komt met GPRS-dienst'), en is ruim tweeduizend keer op Nederlandse websites te vinden. Veel voorkomende samenstellingen zijn GPRS-dienst, GPRS-infiastructuur, GPRS-systeem en GPRS-telefoon ('Wie net een nieuwe WAP-telefoon heeft gekocht is alweer ouderwets. Binnenkort liggen GPRS-telefoons in de schappen', aldus NRC Handelsblad op 23 december 2000). Een belangrijk aspect van GPRS is dat het pakketgeschakeld is. Voor de technische uitleg van dit begrip moet u elders zijn; hier kunnen we volstaan met de mededeling dat dit woord in 1998 voor het eerst in de dagbladen is aangetroffen. De afleiding pakketschakelingen debuteerde in 2000, in NRC Handelsblad: 'Het gewone telefoonnetwerk - ons terrein - gaat steeds meer over van circuitschakelingen naar pakketschakelingen via het IP, bijvoorbeeld voor internettelefonie.' Vergelijk EDGE en UMTS-veiling. [58]
griepremmer Begin 2000 waren ze even in het nieuws: de griepremmers zanamavir en oseltamivir. Het ANP meldde op 21 januari dat de nieuwe griepremmers wel het ziektegevoel verminderen, maar niet de verspreiding van het virus remmen. Een en ander bleek uit een publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. In navolging van het ANP behandelden alle kranten griepremmer als een ingeburgerd begrip, maar toch lijkt het erop dat het een neologisme is. Althans, in de Nederlandse Persdatabank, een digitaal bestand met ruim twintig kranten, bleek het de afgelopen tien jaar niet te zijn gebruikt. En het was ook niet te vinden in bibliografische bestanden, in woordenboeken of op internet - dat wil zeggen: niet voor het jaar 2000. Wel waren daar allerlei andere remmers te vinden, zoals aids-remmer, cholester oir emmer, eetlustremmer, groeiremmer, maagzuurremmer, ontstekingsremmer, ovulatieremmer, weeënremmer en zuurremmer. Mocht er dus nog eens een griepremmer gevonden worden die echt goed werkt, dan zal het woord pijlsnel écht ingeburgerd raken. halsbandbom Band met explosieven die om iemands hals wordt gelegd. 'Een 52-jarige Colombiaanse vrouw en een politieman zijn gisteren om het leven gekomen door een halsbandbom', aldus NRC Handelsblad op 16 mei 2000. 'De vrouw werd slachtoffer van deze nieuwe vorm van terreur omdat ze weigerde afpersgeld aan de linkse guerrillabeweging FARC te betalen. Guerrillastrijders overvielen haar 's morgens op haar ranch in de provincie Boyaca en plakten de bom met siliconenkit om haar nek. Zes uur later explodeerde de bom terwijl bomexperts hem trachtten te verwijderen.' Hoewel chantage in Colombia bijna dagelijks voorkomt, is daarbij niet eerder gebruik gemaakt van een halsbandbom. hamzuil Het Groene Boekje vermeldt acht samenstellingen met -zuil, van aanplakzuil tot vuurzuil. In maart 2000 dook een nieuwe samenstelling op: hamzuil. Voor de tentoonstelling 'Over the Edges' pakte de Antwerpse kunstenaar Jan Fabre de zuilen van een gebouw van de Gentse universiteit in met 8000 plakjes - zo'n 629 kilo - gerookte ham. De ham werd omwikkeld met plastic. Het kunstwerk viel niet in goede aarde bij dierenbeschermers en moest door de politie [59]
worden beschermd. Bovendien bleek het kunstwerk niet zo praktisch. De ham verrotte en begon hevig te stinken. Koppen in de kranten: 'Stank van hamzuilen niet meer te harden' en 'Hamzuilen in Gentse universiteit verwijderd'. homecoach Hulpverlener die langdurig werkloze aan een baan probeert te helpen. De eerste Nederlandse homecoaches gingen in Leeuwarden aan de slag. 'Voor sommige werklozen is wel heel veel begeleiding nodig', aldus HP/DeTijd op 24 november 2000. 'Daarom zet Leeuwarden nu ook "homecoaches" in, hulpverleners die een klein aantal [...] mensen onder hun hoede nemen. Hun bemoeienis gaat ver. Ze adviseren mensen hun haar te kammen of schone kleren aan te trekken, gaan mee naar sollicitatiegesprekken en halen mensen op als die voor het eerst om acht uur op hun werk moeten verschijnen.' Men spreekt in dit verband ook wel van een arbeidsmarkttoeleider, een woord uit 1998. hyperadaptivity 'De nieuwste term op internet is hyperadaptivity, sites die zich aan het gebruik van de lezer aanpassen. Een aantal nieuwssites past bovendien open sourcejournalism toe - de journalist schrijft een onaf verhaal en de lezer breit er een eind aan. De gebruiker is, kortom, medeproducent van nieuws geworden.' Aldus NRC Handelsblad op 29 juni 2000. De krant introduceerde daamee hyperadaptiuity in het Nederlands, maar op Engelse webpagina's komt het al zeker sinds 1995 voor. hypotheekziekte Tedere tijd kent zijn eigen ziekten. De nieuwste is gesignaleerd in jonge gezinnen: de hypotheekziekte', aldus de Volkskrant op 23 november 2000. Een onderzoek had aangetoond dat een kwart van de vrouwen tussen de 25 en 35 die in 1999 voor het eerst een WAO-uitkering had gekregen, ziek was geworden na het zwangerschapsverof. Een deskundige zei hierover tegen de Volkskrant: Twintig jaar geleden was het normaal om te zeggen: ik red het niet, ik houd op met werken, we gaan van één salaris leven. Nu is [60]
het normaal geworden om te zeggen: ik ben ziek, want ik red het niet. Ik krijg regelmatig te horen dat ze zelf liever niet meer buitenshuis werken, maar zich gedwongen voelen. [...] Daarnaast is er de gewenningaan luxe die zondereen tweede inkomen niet haalbaar is. Vrouwen die weinig verdienen, zeggen: dan kunnen we niet met vakantie. Maar bij de hogere inkomens horen we regelmatig dat ze wel moeten blijven werken, omdat ze anders de hypotheek niet meer kunnen betalen. In ons vakjargon heet die materiële druk de hypotheekziekte. Het artikel leidde tot enkele ingezonden brieven en een boze reactie op de opiniepagina (kop: 'Voor bestaan van hypotheekziekte ontbreekt bewijs'). De discussie bereikte ook de Tweede Kamer. 'Het Kamerlid Van Dijke (Christenunie) sprak naar aanleiding van de grote instroom van vrouwen in de WAO over de "hypotheekziekte"', meldde NRC Handelsblad op 8 december. 'Vrouwen zouden aan het werk moeten blijven om de hypotheek te kunnen betalen, maar door de dubbele belasting van zorg voor kinderen en het werk, kunnen zij dit niet aan. Volgens Hoogervorst [staatsecretaris van Sociale Zaken] is echter nog nooit aangetoond dat de hoge WAO-instroom van vrouwen wordt veroorzaakt door dubbele belasting.' i-mode Techniek die het mogelijk maakt om met behulp van een (speciale) mobiele telefoon te e-mailen en te surfen op internet. Voorzover bekend maakte Het Financieele Dagblad in november 1999 als eerste melding van i-mode. Op 19 november schreef de krant: 'Wel kijkt KPN met een schuin oog naar Japan. Daar is begin dit jaar i-mode gelanceerd, een dienstvergelijkbaar metwap. Volgens het Japanse telecombedrijf NTT Docomo is het een hit. Binnen een halfjaar hebben een miljoen Japanners zich als abonnee gemeld. Ruim honderd bedrijven in het land bieden inmiddels i-modediensten aan, waaronder elektronisch bankieren en aankomst- en vertrektijden voor het openbaar vervoer.' Vervolgens bleef het een paar maanden stil, maar tussen maart en december 2000 kwam i-mode alleen in de digitale krantenleggers al ruim honderd keer voor. Zoals te verwachten was ontston[61]
den er ook diverse nieuwe samenstellingen, zoals i-modeabonnement, i-mobiel, i-modetelefoon, i-modetoepassing en i-modesite. De grote belangstelling in de Nederlandse pers voor i-mode werd mede ingegeven door het enorme succes ervan. Had KPN in een halfjaar tijd 'enkele tienduizenden' abonnees weten te werven voor WAP (Wireless Application Protocol, een eind 1999 geïntroduceerde techniek voor mobiel internetten), in Japan meldden zich in 2000 op een gegeven moment zo'n 280.000 nieuwe abonnees per week. Aanvankelijk ging het vooral om jongeren, maar algauw schaften ook ouderen zich een speciaal telefoontje met uitschuifbare antenne en een vergroot schermpje aan. Daarmee kun je, tegen relatief lage kosten, inmiddels surfen naar zo'n vijftienduizend speciale i-modesites. Die sites zijn qua formaat aangepast aan het afleesscherm van de telefoon. Vooral mobiel bankieren is geliefd, maar ook nieuws, horoscopen, reserveringen en speeltjes. Wanneer i-m ode naar Europa komt is nog niet bekend. In mei nam NTT Docomo voor 5 miljard euro een belang van 15 procent in KPN om een goede uitvalsbasis te hebben. inbel-spelletje 'Staatssecretaris Cohen van Justitie laat onderzoeken of de zogeheten inbel-spelletjes op de televisie verslavend zijn', aldus het Rotterdams Dagblad op 2 februari 2000. 'Mede op basis van dat onderzoek zal hij bepalen of ze in strijd zijn met de Wet op de kansspelen. Aan die tv-spelletjes kan iemand meedoen door, meestal tegen betaling van een gulden per minuut, te bellen.' Slechts een op de tien bellers dringt uiteindelijk door tot het programma waarin prijzen te winnen zijn, zo blijkt uit onderzoek. info-abri Informatiehokje op een onbemand treinstation. Ook wel service-abri genoemd. Afgelopen zomer plaatste de NS, bij wijze van proef, op twaalf onbemande stations een info-abri. 'Ze hebben een kaart- en geldwisselautomaat en beschikken over vertrekstaten, een telefoonverbinding en een alarmknop. De "info-abri's" en perrons krijgen extra verlichting en er staan camera's op gericht. De proef duurt zeven maanden en de bedoeling is eind 2001 ongeveer 100 kleine stations van deze service te voorzien', aldus het Algemeen Dagblad op 22 april 2000. [62]
internettippelen Prostitutie via internet. 'Internettippelen', zo meldde een digitale nieuwsbrief op n november 2000, 'wint aan populariteit onder Amerikaanse prostituees, onder meer omdat het een betere planning en werken in verschillende gebieden mogelijk maakt.' Internetprostituees (ook een nieuw woord) worden in het Engels onder meer cyberhookers genoemd. Cyberhoer is nog niet in het Nederlands gesignaleerd, maar prostitutie via internet komt ook in Nederland en Vlaanderen steeds vaker voor, dus dat is een kwestie van tijd. juniorenpolitieagent Jongere tussen de 15 en 18 jaar die de politie assisteert. De eerste juniorenpolitieagenten gingen in april 2000 in Utrecht aan de slag. In december volgde de evaluatie van deze proef. Koppen in de kranten: 'Juniorenpolitie succesvol' en 'Utrechts experiment juniorenpolitie succesvol'. Na een cursus van twee dagen mogen de jongeren een aantal uren in de week surveilleren of administratief werk doen. Op straat lopen zij altijd met een toezichthouder mee. Zij hebben alleen een portofoon. Het Algemeen Dagblad liep een dagje met een juniorenpolitievrouw (ook een nieuw woord) mee. Conclusie: 'Juniorenpolitie gaat ver boven schappen vullen'. kickback fee 'Gratis providers verdienen nu hun geld voor een groot deel met de kickback fee op telefoontikken', aldus de Volkskrant op 28 september 2000. Het gaat om een winstdeling die een telefoonbedrijf aan een internetaanbieder uitkeert over de inbelkosten (een woord uit 1995) van de consument. Het Tinancieele Dagblad gebruikte de uitdrukking, die ook op Nederlandse websites geregeld te vinden is, op 5 oktober 2000: 'Voor de mobiele verbinding is afgesproken dat Libertel de eerste twee jaar geen zogeheten "kickback-fee" aan Vizzavi betaalt.' Men spreekt ook van kickback-vergoeding. kilometeronderbreker Voorziening die de kilometerteller in een taxi stopzet, terwijl de taximeter doorloopt. Het woord debuteerde op 21 januari 2000 in de Volkskrant, in een bericht over nieuwe vormen van fraude met taximeters. 'Vanuit de Taxicentrale Amsterdam, waarbij tweeduizend chauffeurs zijn aangesloten, komen berichten over gesjoemel. Een chauffeur die anoniem wil blijven, vertelt dat colle[63]
ga's zwart bijverdienen met een kilometeronderbreker. Veel taxi's hebben een knopje waarmee de kilometerteller kan worden stopgezet, terwijl het tarief doorloopt. Zo draait de auto voor de fiscus minder kilometers dan werkelijk het geval is.' In december werd een bestuurslid van de Taxicentrale Amsterdam aangehouden. Hij zou een bedrijf hebben dat kilometeronderbrekers bouwt. klapracket Tennisracket met een verdikt handvat en een uitsparing die een grotere vrijheid voor de pols toelaat. Woord en racket zijn bedacht door Taco Veldstra, een sportleraar uit Katwijk. Volgens hem kan er met het klapracket twintig procent harder worden geserveerd. En ballen kunnen met meer effect worden geslagen. Over de herkomst van de naam zei hij op 14 april 2000 tegen de Volkskrant: 'Je kunt je pols omklappen, op een natuurlijke manier. Je slaat harder en de kans op blessures wordt veel kleiner. Dit racket zal net zo'n impact hebben als de klapschaats.' Vooralsnog bleek geen enkele racketfabrikant geïnteresseerd, en Nederlandse profs reageerden lacherig, maar dat was bij de klapschaats net zo. Uiteindelijk bleek die schaats niet alleen technisch en commercieel, maar ook taalkundig een succes. Het woord klapschaats, dat is verzonnen door Gerrit Jan van Ingen Schenau, uitvinder van de schaats, kreeg in 1996 algemene bekendheid en is sindsdien in vele talen doorgedrongen: in het Engels als klapskate, in het Duits als Klappschlittschuh en in het Noors als klappsk^yte. kooploze zondag Zondag waarop de winkels dicht zijn. Kooploze zondag is gevormd naar het voorbeeld van autoloze zondag, een verbinding uit 1973 die daarna nog vaak van stal is gehaald, in verschillende varianten. In november 2000 stelde H. Bakker van de Amsterdamse fractie van de Socialistische Partij voor om in de hoofdstad één keer per jaar een kooploze zondag in te stellen. 'De kooploze zondag moet een moment van bezinning over het eeuwige kopen, kopen, kopen worden', zei Bakker op 23 november in NRC Handelsblad. De kop boven het artikel luidde 'Koopzondag Amsterdam terugdringen'. Het woord koopzondag is in 1991 voor het eerst opgetekend; in 1999 kreeg het een plaatsje in de Grote Van [64]
Dale. Men spreekt ook wel van een niet-unnkeldacj. Dat woord is in 1996 in het Nederlands opgenomen. Het gaat om een vertaling van de Engelse Buy Nothing Day die in 1992 is geïntroduceerd door de Canadees Ted Dave. kraamsuite De eerste Nederlandse kraamsuite werd eind augustus 2000 geopend in het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. 'De kraamsuite', aldus het ANP op 25 augustus, 'is gebaseerd op het Amerikaanse concept "Single Room Maternity". Baanbrekend in dit concept is onder meer dat een eventuele reanimatie van de pasgeborene kan geschieden in dezelfde ruimte, in aanwezigheid van de ouders. Nu gebeurt dit in een speciale ruimte, buiten het zicht van de ouders.' De kraamsuite is voorzien van een televisie, stereotoren, een slaapbank waarop de partner kan overnachten en een 'compleet ingerichte badkamer'. De noodzakelijke medische apparatuur is weggewerkt in schuifkasten. Vader, moeder en kind mogen 48 uur blijven. Het gaat om een proef. Het is de bedoeling dat het ziekenhuis in 2005 twaalf kraamsuites telt. labrahuahua Kruising tussen een labrador en een chihuahua. In deze naam komen twee geografische gebieden samen, want de Labrador is genoemd naar Labrador, een schiereiland in het oosten van Canada, en de chihuahua naar de gelijknamige Mexicaanse staat. Beide honden hebben een scherp gehoor, en hun kruising moet de ideale hond voor doven opleveren, zo meldde de Volkskrant op 20 mei 2000 onder de kop 'Wat is een labrahuahua?': De Britse vereniging Hearing dogs for deaf people is opgetogen met
de zes eerste puppies die nu vijf maanden oud zijn, maar de club van chihuahua-bezitters is diep verontwaardigd en spreekt van dierenmishandeling. Een klein chihuahua-mannetje moest op twee dozen hondenbrokken staan om het labrador-vrouwtje te kunnen berijden. 'Dat is', aldus de chihuahua-club, 'onnatuurlijk. Een wonder dat het lieve dier het overleefd heeft.'
[65]
laserecho Elektronisch apparaat in een auto dat de meetapparatuur voor snelheidscontroles verstoort door het lasersignaal terug te kaatsen (te echoën). Laserecho debuteerde in mei 2000 als soortnaam (het jaar daarvoor is Target Laser Echo' als merknaam aangetroffen). Op 3 mei 2000 schreef de Volkskrant: 'Ook de zogenoemde laserecho's [...] moeten volgens officier van justitie J. Spee, hoofd van het landelijk Bureau Verkeershandhaving, worden aangepakt. Hij acht daarentegen het gebruik van radardetectors niet strafbaar, omdat automobilisten daardoor hun rijgedrag aanpassen. Dat is bij de lasershields en laserecho's niet het geval.' Laserecho is een variant van lasershield. De eerste lasershields kwamen in april 1999 op de markt. Bij dit soort zaken is het Engelse woord er meestal eerder dan het Nederlandse, maar in dit geval niet, want laserschild is al in 1994 voor het eerst aangetroffen, en wel in het Leidsch Dagblad van 5 augustus 1994: Zelfs tegen de meest geavanceerde apparatuur om de snelheid van auto's te meten, blijkt alweer een afweersysteem te bestaan. Juichte de Alphense firma Optilas deze week nog dat zij meetapparatuur kon verstrekken waar geen radarverklikker tegen bestand is, Singer Electronics uit Lisse drukt de Alphense vreugde snel de kop in. Singer heeft inmiddels een prototype gereed van een soort laserschild dat snelheidsduivels beschermt tegen de apparatuur van Optilas. De Lissese producent van radarverklikkers was de eerste in Nederland die in Alphen het nieuwste meetapparaat aanschafte. Meteen begon het bedrijf met de ontwikkeling van een tegenmiddel, gebaseerd op de Amerikaanse laserschilden die de soldaten in de Golfoorlog moesten beschermen tegen laserwapens. In juli 2000 verbood een rechtbank in Middelburg het gebruik van lasershield en laserecho. Dat maakte vooral lasershield een bekend woord, dat in tientallen krantenkoppen opdook. Een kleine greep: 'Justitie begint proefproces tegen lasershield', 'Gebruik lasershields in auto's is strafbaar', 'Politie vindt lasershield' enzovoorts. Men sprak soms ook van Iaserjammer (van Engels jammer 'stoorzender'), dat in juli 2000 voor het eerst is aangetroffen. Het [66]
enigszins vergelijkbare radarverklikker dardetector.
dateert van 1992, net als ra-
leugen regeert, de Of ons koningshuis veel woorden aan het Nederlands heeft toegevoegd, is niet bekend. Het zou kunnen, want vooral wetten leveren vaak nieuwe woorden op en er was een tijd dat onze vorsten en vorstinnen zich intensief met de wetgeving bemoeiden. Zeker is dat zij aan de wieg hebben gestaan van enkele uitdrukkingen. Zoals Mon Dieu, ayez pitiéde mon ame; mon Dieu, ayez pitié de ce pauvre peuple (toegeschreven aan Willem van Oranje) en to die in the last ditch, woorden van stadhouder-koning Willem i n die voortleven in het Engels. Koningin Wilhelmina gaf haar memoires in 1959 de titel Eenzaam maar niet alleen, woorden die sindsdien vaak zijn herhaald. Op zaterdag 27 november 1999 deed koningin Beatrix een duit in het zakje. Tijdens de viering van het veertigjarig jubileum van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren zei Hare Majesteit dat in de vaderlandse journalistiek 'de leugen regeert'. Zij zei dit in een gesprek met de journalisten Frènk van der Linden, Hans Nijenhuis en Margriet Oostveen. In een verslag van dit gesprek schreven Nijenhuis en Oostveen op 29 november in NRC Handelsblad: Tegenwoordig overheerst in de pers het populariseren, meent de koningin. 'Hoe verklaart u dat?', vragen wij. Beatrix: 'Door de commercialisering.' Zij heeft de indruk dat een aantal journalisten niet correct wíl zijn. De majesteit vertelt over een zaak die iemand in haar kennissenkring heeft beziggehouden: een verslaggever die niet wenste in te gaan op een uitnodiging zich nader te komen informeren nadat hij 'eenzijdig' had bericht. Het staatshoofd concludeert over de vaderlandse pers: 'De leugen regeert.' Beatrix zei ook nog dat de Nederlandse journalistiek wordt ontsierd door 'slordigheden', 'spelfouten' en 'onzorgvuldigheden'. Nijenhuis en Oostveen: 'De koningin lijkt echt boos. Daar vragen we naar. "U bent hier echt boos over?" De koningin beaamt dat: "Het raakt mij en het emotioneert mij. En dat merkt u wel.'" [67]
Bij de Nederlandse pers sloegen de uitspraken van Beatrix in als een bom. Niet alleen omdat men het zware aantijgingen vond, maar vooral omdat NRC Handelsblad brak met een traditie door informele uitspraken van het staatshoofd woordelijk aan te halen. Nijenhuis en Oostveen waren zich hier goed van bewust: Na het gesprek, dat ongeveer tien minuten duurde, vragen we ons af waarom de majesteit zonder enige aarzeling of terughoudendheid haar mening te kennen gaf in een zaal vol journalisten. Wilde zij bewust een boodschap kwijt? Of heeft zij zich even laten gaan? En: kunnen wij dit citeren? Nee, vindt de één, omdat de status van het gesprek niet duidelijk was. Wel, vindt de ander, juist omdat de status van het gesprek niet duidelijk was. Tevoren zijn we per brief geïnformeerd over de wens van de koningin om ons te spreken, maar daarin stond niets over vertrouwelijkheid. Evenmin is ons daar later nog om gevraagd. En de hoofddirecteurvan de Rijksvoorlichtingsdienst, Brouwers, had het gesprek zonder ingrijpen op zijn beloop gelaten. De koninklijke uitspraken werden dus wél gepubliceerd, de kranten stonden er vol van, en de uitdrukking de leugen regeert raakte in no time algemeen bekend. Het werd zelfs de titel van een televisieprogramma waarin de kwaliteit van de pers wordt getoetst. Inmiddels is een beetje weggezakt door wie koningin Beatrix zich bij dit alles liet inspireren. Toch werd dit wel degelijk ter sprake gebracht, en wel door premier Wim Kok. Op 4 december 1999 schreef NRC Handelsblad: Kok bestrijdt overigens dat de koningin met de term 'de leugen regeert' doelde op de Nederlandse media. Volgens de premier refereerde de koningin aan een niet nader genoemde column uit 1996. Het betreft hier een column van Hugo Brandt Corstius onder het pseudoniem Maaike Helder uit de Volkskrant getiteld 'Leve de leugen'. De hoofdredactie van NRC Handelsblad stelt dat dit verband door de koningin in het gesprek met de journalisten niet is gelegd, maar dat de uitlatingen in algemene zin waren bedoeld. [68]
De niet nader genoemde column van Hugo Brandt Corstius stond op 20 september 1996 in de krant. Brandt Corstius schreef dat minister Van Mierlo de Tweede Kamer had voorgelogen over de reden voor de overplaatsing van de toenmalige ambassadeur in ZuidAfrika. Volgens Brandt Corstius was dit gebeurd op verzoek van koningin Beatrix, omdat zij er bezwaar tegen had dat de ambassadeur 'met een vriendin hokte'. Maar komt in deze column ook de uitdrukking de leugen regeert voor? Niet woordelijk. Maar de beginzinnen luiden: 'Koning Leugen regeert Nederland. Dat is geen literaire leus, maar een bittere waarheid.' Kennelijk is die column Beatrix zo in het verkeerde keelgat geschoten, dat hij ruim vier jaar later leidde tot de boze samenvatting: de leugen regeert (in de journalistiek). De koningin introduceerde daarmee een nieuwe uitdrukking in het Nederlands, die in het jaar 2000 ruim driehonderd maal te vinden was op internet en in de digitale krantenleggers. Véél vaker dan eenzaam maar niet alleen, de uitdrukking waarmee haar grootmoeder het Nederlands verrijkte. Overigens liet ook Wilhelmina zich door iemand anders inspireren, namelijk door Lodewijk van Deyssel, die in een sonnet had geschreven: 'Ik ben in eenzaamheid niet meer alleen'. marathonmethode Methode om een echtscheiding binnen 24 uur af te handelen. De methode is bedacht door Loes Gijbeis, advocaat en scheidingsbemiddelaar (een woord dat we sinds 1990 kennen). 'De marathonmethode [...] werkt als een hogedrukpan voor echtscheidingszaken, die vaak al jaren slepen. De zitting mag hooguit 24 uur duren, in de praktijk kost het gemiddeld veertien uur. Dit moet resulteren in een echtscheidingscontract dat Gijbeis in de loop van de dag op haar laptop tikt', aldus NRC Handelsblad op 2 december 2000. Wie de marathonmethode wil toepassen, moet wat te besteden hebben. De scheidingsbemiddelaar vraagt vijfhonderd gulden per uur en soms zijn bij de zittingen ook twee advocaten, twee fiscalisten en twee accountants aanwezig: drie adviseurs voor de man en drie voor de vrouw. Ook zij moeten betaald worden, zodat de rekening kan oplopen tot zo'n 20.000 gulden. Volgens Gijbeis wordt de methode nu vooral gebruikt door cliënten die in de loop van het hu[69]
welijk een bedrijf hebben opgebouwd. Ze zijn gemiddeld tussen de 50 en 60 jaar oud. m-business Handel via de mobiele telefoon. In kranten debuteerde deze zoveelste loot aan de stam van de Nieuwe Economie in augustus 2000. In de digitale krantenleggers was de aanduiding in de maanden daarna slechts vier keer te vinden, maar op Nederlandse websites ruim honderd maal. Bijvoorbeeld in de advertentie van een bedrijf dat M-business consultants zoekt: 'De ontwikkelingen op het gebied van e-business volgen elkaar in razend snel tempo op. Toch denken wij dat we door de komst van m-business-toepassingen pas aan de vooravond staan van een gigantisch groeiproces.' Dit wordt ook voorspeld in het boek M-business: ondernemen op mobiel internet met WAp en verder van Pieter de Klein en Ingrid Vos, waarin driehonderd pagina's lang wordt uitgeweid over de zegeningen van m-business (we hadden al e-business, een woord uit 1998, en m-commerce, dat eind 1999 debuteerde). Vanzelfsprekend is the sky the limit bij m-business. Alles kan via de mobiele telefoon worden verkocht, zelfs nederuriet. Althans, de webkrant Café Digital schreef onder de kop 'M-business in hogere sferen': Als het van twee Amsterdammers afhangt, hoefje binnenkort niet meer naar de coffeeshop vooreen portie marihuana. Vanaf 1 september zal je met een wap-gsm of via het internet weed kunnen bestellen. Wie een bestelling plaatst via de website of via wap, krijgt het spul binnen het half uur bij hem thuis geleverd. Betalen kan je met speciale herlaad kaarten. Herlaadkflflrt, ook dat is een nieuw woord, dat vooral in Vlaanderen wordt gebruikt. Zo'n kaart is ideaal bij GSM-shoppincj en ja, ook dat is een nieuwkomer. medisch asieltoerisme Het woord asieltoerisme wordt al zeker sinds 1992 in het Nederlands gebruikt. Van Dale (1999) geeft als definitie 'het reizen naar een land om er asiel te vragen van mensen die geen politieke vluchteling zijn'. Nieuw in 2000 was de verbinding medisch asieltoerisme. Het gaat daarbij om asielzoekers die naar een [70]
westers land komen in de hoop er een betere geneeskundige behandeling te krijgen. 'Medisch asieltoerisme beperkt tot tientallen' kopte NRC Handelsblad op 8 januari 2000. Toch besloot de immigratiedienst een Somalische asielzoekster met aids uit te wijzen. meesleepregeling Wetgeving is vaak goed voor nieuwe woorden, en dat geldt met name voor belastingwetten. In september 1999 debuteerde het boxenstelsel, het door staatssecretaris Willem Vermeend uitgedokterde stelsel waarin verschillende inkomsten worden belast tegen verschillende tarieven in (tarief)boxen. Al in november 1999 voorspelde het Financieele Dagblad: 'Nieuwe begrippen gaan ontstaan, zoals boxen, boxhopping en meesleepregeling.' Boxhopping heeft het niet gehaald, maar boxhoppen en meesleepregeling wel. Ze ontstonden eind 1999 en braken in 2000 door. Op 21 januari 2000 schreef Het Financieele Dagblad: Gegeven het verschil in effectieve lastendruk tussen de boxen wordt het boxhoppen een profijtelijke, en daarom ook populaire, tak van sport. De regels zijn eenvoudig te doorgronden. Hoge vermogensrendementen moeten zoveel mogelijk worden gedropt in de box met de laagste belastingdruk. Meestal is dat box 3. Daarin wordt een rendement, fictief vastgesteld op netto 4 procent, belast tegen 30 procent. Het ondernemingsvermogen valt daarentegen onder box 1, waarin het werkelijk genoten inkomen wordt belast tegen een tot 52 procent oplopend tarief. De meesleepregeling is ongeveer even interessant. Deze regeling treft ondernemers die een bedrijfspand verhuren aan hun eigen bedrijf en ondernemers die van familieleden een pand huren. De benaming meesleepregeling lijkt het inmiddels af te leggen tegen meetrekregeling (dat als nadeel heeft dat het kan worden gelezen als meetrek-regeling). In plaats van boxhoppen spreekt men ook wel van boxtoerisme en boxdrainage. Vergelijk combinatiekorting en verzamelinkomen. mengprofiel Bij een misdrijf gevonden DNA-materiaal dat sporen van zowel de dader als het slachtoffer bevat. Ook wel sporenprofiel [71]
genoemd, maar dat woord werd minder vaak gebruikt. In juni en juli 2000 waren deze neologismen in verschillende kranten te lezen, in berichten over het succes van de cold case squad (zie aldaar). Zo schreef NRC Handelsblad op 20 juni: Dankzij nieuwe onderzoekstechnieken kon uit de DNA-sporen op een sigarettenpeuk, die op de plek van het misdrijf werd aangetroffen, nu een zogenoemd mengprofiel worden gemaakt. Dit bevat de DNA-profïelen van zowel de dader als het slachtoffer. Dankzij geavanceerde technieken konden nu meer DNA-kenmerken (tien in plaats van zes) worden zeker gesteld. Dit is volgens directeur L.P. de Waal van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een voordeel bij het analyseren en interpreteren van DNA-sporen. Het zoeken met een mengprofiel in de DNA-databank moet evenwel nog met de hand gebeuren. Eind dit jaar krijgt het N FI de beschikking over een databank waarmee automatisch met mengprofielen kan worden gezocht. Trouw en Het Paroól schreven mengprofiel
aanvankelijk met aanha-
lingstekens - een gangbare manier om aan te geven dat het geen algemeen bekend begrip is - , maar de Volkskrant en NRC
Handelsblad
behandelden het woord vrijwel van meet af aan als een oudgediende. Vergelijk DNA-hit. modemall Groot winkelcentrum waar alleen kleding te koop is. 'Piet Zoomers heeft in Wilp, aan de snelweg bij Deventer, de eerste modemall van Nederland laten bouwen. Viereneenhalfduizend vierkante meter businesspakken, jassen, hemden en broeken, elf speciale merkenshops en veertien lifestyle-afdelingen, kinderentertainment, bonuspunten, een loterij met een Landrover als hoofdprijs en de komende weken een gratis kerstboom voor iedere klant die wat bij hem koopt', aldus NRC Handelsblad op 7 december 2000. Modemall
is de eerste Nederlandse samenstelling met het En-
gelse mail 'voetgangersgebied, winkelcentrum'. Oorspronkelijk werd er een straat mee aangeduid waar een bepaald spel, pall-mall, werd gespeeld. [72]
moparm Een van de succesvolste nieuwe woorden van het afgelopen decennium is muisarm. Volgens sommigen is het verzonnen door Jan Warning, hoofd Kwaliteit van de Arbeid van de Dienstenbond FNV, maar zelf ontkent hij dit. Bovendien houdt Warning zich 'pas' sinds 1996 bezig met RSI - een van succesvolste afkortingen van de afgelopen tien jaar - , terwijl het woord muisarm al in 1994 is gesignaleerd. Op 12 januari 1994 schreef het Algemeen Dagblad onder de kop 'Computer leidt nu ook tot muisarm': 'Zo heeft de muis van de computer al een nieuwe naam in het rijtje RSI-aandoeningen opgeleverd: de muisarm.' Hoe het ook zij, succes werkt als een magneet, vandaar dat er steeds nieuwe samenstellingen met arm bijkomen, zeker als er een verband wordt verondersteld met Repetitive Strain Injury (RSI). Het jaar 2000 bracht de pinarm (zie aldaar) en de moparm. De moparm debuteerde op 15 juli in de Rijn en Gouiue. Onder de kop 'Moparm en wringpols pijnigen de schoonmaker' schreef deze krant: De mop-arm is eigenlijk een nieuwe vorm van RSI. Doordat schoonmakers steeds op eenzelfde manier met hun mop [zwabber, ES] de vloeren boenen, krijgen ze last van stijfheid en pijn in hun polsen en armen. Hoe groot het probleem is, is niet onderzocht. Het net opgerichte Bureau Beroepsziekten van de FNV, dat financiële schadeclaims indient bij de verantwoordelijke werkgever, ziet het als een serieus probleem. 'Van de honderd schadezaken die wij nu behandelen, gaan er nu twee over de mop-arm. Dat zijn er best veel als je bedenkt dat deze ziekte nog tamelijk nieuw is en dat ons bureau pas sinds mei bestaat', aldus Paul Ulenbelt. Ook wringipols is een nieuw woord. Het zal duidelijk zijn dat het hier gaat om pijn aan de pols als gevolg van het wringen van de mop. muizen Niet veel mensen zullen het weten, maar muizen is een werkwoord met vele betekenissen. De Grote Van Dale (1999) geeft er vijf: muizen vangen, jacht op muizen maken; stilletjes smakelijk zitten te eten; ongemerkt weggaan; (bij metselaars) bouwmateriaal van hand tot hand gooien; (bij zeelieden) touwwerk voorzien van een bindsel [73]
dat verhindert dat een haak uit een oog schiet. In 2000 kwam er een betekenis bij, namelijk: de muis van een computer bedienen. Het kan zijn dat die betekenis in de spreektaal al veel langer bestaat, maar voorzover viel na te gaan dook zij in 2000 voor het eerst in de kranten op. Zo schreef Sandra Heerma van Voss op 15 juni in NRC Handelsblad: 'Aan het spelen met de "Evolution Software" in een aparte computerkamer ben ik niet eens begonnen, maar de door hun ouders naar het museum meegesleepte kinderen zaten er overgelukkig in plastic kuipstoeltjes te muizen, net als thuis.' En in het Haarlems Dagblad stond op 14 oktober: 'De Strategie Commander is bedoeld als de ideale partner van de echte muis, die in de rechterhand zit. Wie linkshandig is heeft dus gewoon pech of moet leren met de rechterhand te muizen.' Overigens is de computermuis - een woord uit 1986 - in 1963 uitgevonden door Douglas Engelbart van het Stanford Research Institute. De eerste was van hout. nanocopter 'Amerikaanse wetenschappers hebben microscopisch kleine helikopters gebouwd en beproefd. Deze zogenoemde nanocopters kunnen medische taken in het lichaam uitvoeren', aldus het ANP op 24 november 2000. Volgens het persbureau worden de metalen schroeven van de apparaatjes aangedreven door natuurlijke brandstof in het lichaam. 'Bij het testen van de biomotoren slaagden de onderzoekers erin de propellers twee en een half uur te laten werken. De propeller maakt acht omwentelingen per seconde.' Het woord biomotor is in 1999 voor het eerst gesignaleerd. Vergelijk onderwaterhelikopter. netstatuut 'Om de Vara tegemoet te komen wil de PvdA een zogenoemd netstatuut opnemen in de wet, dat de werkverhouding regelt tussen de netcoördinator en de netbespelers: de omroepverenigingen', aldus Het Finanneele Dagblad op 19 januari 2000. Netcoördinator bestaat al sinds 1992 en netbespeler is in 1998 voor het eerst opgetekend, maar netstatuut is nieuw. Als er inderdaad zo'n statuut in de wet wordt opgenomen - zoals de PvdA wil - is het een woord met toekomst, maar vooralsnog is het alleen in de maanden januari en februari 2000 in de kranten aangetroffen. Daarna viel [74]
het stil rond het netstatuut, wat voor een zonnige toekomst van een nieuw woord een veeg teken is. nichezender Zendgemachtigde die zich richt op een bepaald deel van de markt. Op 7 september 2000 schreef het Algemeen Dagblad: 'De Vereniging van Commerciële Radio (VCR) wijst er in een brief aan de Kamer op dat zogeheten nichezenders (klassiek, nieuws) slechts kunnen overleven dankzij de samenwerking met grotere zenders.' NRC Handelsblad maakte een paar maanden eerder, op 29 juli, melding van een koerswijziging bij Net5. 'Van alle op Nederland gerichte televisiestations laat Net5 dit najaar de meeste ambitie zien. Het kleine zusje van SBS 6 - nu een nichezender die zich speciaal richt op jonge vrouwen tot 34 jaar - moet gaan uitgroeien tot een middelgrote zender voor een breder publiek.' In de kop boven het artikel - 'Verjongen, ontnichen en nog meer docusoap' debuteerde het neologisme ontnichen (docusoap dateert al van 1993). Overigens is niche (Engels voor 'nis') in het Nederlands een jong woord. Sinds het eind van de jaren zeventig wordt het in de biologie gebruikt voor 'natuurlijk leefmilieu van een organisme', sinds ongeveer 1990 voor 'eigen terrein op de markt'. Sindsdien zijn er talloze samenstellingen mee gesmeed, in 1990 onder meer nichemarketing, in 1991 nichemarkt en nichespeler, in 1992 nicheproduct en zo verder. nurk Volgens de Grote Van Dale (1999) is een nurk een brompot, een knorrig mens. Maar in bepaalde kringen in het Nederlandse leger blijkt nurk in een andere betekenis gebruikt te worden. Zo schreef het ANP op 3 juli 2000, in een bericht over rechts-extremisme in het Nederlandse leger: 'Ook is in Schaarsbergen, en kortgeleden in Bosnië bij Nederlandse NAVO-troepen, een zogeheten nurk gevonden. Dat is een honkbalknuppel waarop afgekort "neger uitroeiknuppel" staat.' Later die maand meldde het persbureau dat minister De Grave (Defensie) sneller en harder gaat optreden tegen wangedrag en rechts-extremisme binnen de krijgsmacht: De maatregelen van De Grave volgen op berichten vorige week dat enkele officieren van de landmacht ontslag hadden ge[75]
nomen omdat hun bevelhebber [...] hun klachten over rechtsextremisme niet zou hebben willen aanhoren. De officieren hadden zich gestoord aan foto's van Hitier in een onderofficierskamer van de luchtmobiele brigade in Schaarsbergen. Ook waren honkbalknuppels gevonden met de afkorting 'nurk' er op. Dat zou staan voor 'neger uitroeiknuppel'. onderwaterhelikopter Bijnaam voor de kleine wendbare onderzeeër, de LR5, die in augustus 2000 werd ingezet om de verongelukte Russische onderzeeër Koersk te bereiken. Het woord debuteerde op 17 augustus in NRC Handelsblad: De LR-5 zou, aldus een Britse marinewoordvoerder 'als een onderwaterhei i kopte r' rond de gezonken onderzeeër kunnen cirkelen en precies bovenop een van de ontsnappingsluiken kunnen landen. De LR-5 beschikt voor dit soort manoeuvres over een handvol draaibare propellers. De kop boven het artikel luidde: 'Laatste troef is een "onderwaterhelikopter"'. Ook het Algemeen Dagblad, Het Parool, de Volkskrant en het ANP gebruikten het woord, soms mét en soms zonder aanhalingstekens, zoals in een persbericht van het ANP van 19 augustus: 'De Brits-Noorse reddingsploeg met de onderwaterhelikopter LR5 arriveert tegen 17.00 uur Nederlandse tijd bij de Koersk en en moet enige uren later afdalen naar de onderzeeër op de bodem van de Barentsz-zee.' Vergelijk nanocopter. overbruggingszorg Zorg die wordt ingezet ter overbrugging van de wachttijd. Op 11 juli 2000 meldde Trouw dat in Nederland ruim 100.000 mensen op de wachtlijst staan voor het verpleeg- of verzorgingshuis of voor thuiszorg. Zo'n 2300 mensen krijgen helemaal geen zorg: ze wonen thuis zonder enige ondersteuning, terwijl ze eigenlijk thuishoren in het verpleeghuis. Maar, zo schreef het dagblad: Bijna 58000 wachtenden hoeven het niet helemaal zonderzorg [76]
te stellen. Zij krijgen overbruggingszorg. Dit betekent dat ze wel zorg krijgen, maar niet de zorg waarvoor ze eigenlijk geïndiceerd zijn. Ze krijgen bijvoorbeeld wel thuiszorg, maar minder uren dan ze nodig hebben. In deze categorie vallen ook de 8600 mensen met een indicatie voor het verpleeghuis die nu in het verzorgingshuis verblijven of thuiszitten, met ondersteuning van de thuiszorg. Overbruggingszorg wordt verder geleverd door het ziekenhuis. Ruim 2200 mensen liggen daar in een 'verkeerd bed' te wachten tot er een bed vrijkomt in het verpleeg- of verzorgingshuis, of de thuiszorg weer een gaatje heeft. Hoewel overbruggingszorg hier werd opgevoerd als een gangbaar begrip, is het niet eerder aangetroffen. Het woord deed het wel opvallend goed, en was in de maanden daarna nog zeker twintig maal in kranten te lezen. Opmerkelijk is dat Trouw het een paar maanden later wel als een onbekend woord behandelde. Op 20 september schreef dit dagblad: 'Zo neemt de thuiszorg een belangrijk deel van de zorgtaken over van de verpleeg- en verzorgingshuizen. "Overbruggingszorg", heet dat in jargon.' De Grote Van Dale (1999) kent elf samenstellingen met overbrugging, van overbruggingsfase tot overbruggingstoelage. overgangsconsulente Nieuwe Nederlandse beroepsnaam: de overgangsconsulente. Het woord, dat in 2000 bijna dertig maal in kranten te lezen was, is verzonnen door Catherine Martens. Zij is directeur van Care For Women, een bedrijf dat overgangsconsulentes opleidt. Het woord debuteerde in januari, toen Martens de finale bereikte van een Leidse wedstrijd voor beginnende ondernemers. Het Haarlems Dagblad schreef op 14 januari: Care For Women geeft onder meer een zelfhulpcursus voor thuis, verkoopt medisch verantwoorde producten voor vrouwen in de overgang en leidt overgangsconsulenten op. 'Een verpleegkundige moet tien jaar ervaring hebben voordat ze aan de halfjaardurende opleiding kan beginnen.' Na de opleiding kunnen ze zich vestigen als zelfstandig overgangsconsulent. [77]
Hoewel er toen al vier overgangsconsulenten aan het werk waren, meldde het ANP op I september 2000, dus ruim acht maanden later: 'Nederland krijgt er vanaf woensdag een nieuw beroep bij: de overgangsconsulente. Het is een verpleegkundige of arts die zich heeft gespecialiseerd in de overgangsjaren van de vrouw en haar met advies kan bijstaan.' Het bericht verscheen naar aanleiding van 'het landelijke startsein voor de eerste twintig consulenten met een eigen praktijk' door Tweede-Kamerlid Van Vliet (D66). Maar was de overgangsconsulente wel zo nieuw? Niet volgens een schrijfster van een ingezonden stuk in de Volkskrant: Een nieuwe organisatie, Care for Women, heeft Nederland bestormd met berichten overeen nieuw fenomeen: De Overgangsconsulente. Care for Women is echter niet de enige organisatie die actiefis op het gebied van de overgang, en de overgangsconsulente is bepaald niet nieuw. De stichting Vrouwen In De Overgang (vi DO) Nederland houdt zich al meer dan 25 jaar met de overgang bezig en valt al meer dan 25 jaar te consulteren over alles wat met de menopauze te maken heeft. Tienduizenden vrouwen hebben de weg naar vi DO weten te vinden voor informatie en advies, voor voorlichtingsbijeenkomsten en zelfhulpgroepen, en voor het melden van allerlei klachten. Ongetwijfeld is dit juist, maar kennelijk worden de consulenten van de VIDO geen overgangsconsulenten genoemd. Vóór 2000 is dat woord in ieder geval niet aangetroffen. overhypen Nu ook als onbepaalde wijs: overhypen. Het was op 22 januari 2000 te lezen in de Volkskrant in het zinnetje: 'Als hij [de topman van Ahold] bedoelt dat er mensen zijn die e-commerce overhypen, dan heeft hij gelijk.' Het voltooid deelwoord overhyped bestond al langer, dat is in 1994 voor het eerst opgetekend, in een vergelijkbare bewering in NRC Handelsblad: 'Natuurlijk is de elektronische supersnelweg overhyped, maar dat neemt niet weg dat de computerindustrie voortmarcheert en telefoon- en kabelbedrijven verder gaan met de aanleg van glasvezel.' Het woord hype is in 1976 voor het eerst in het Nederlands gesignaleerd. In het Winkler[78]
Prinsjaarboek schreef de redactie, onder het kopje 'Nieuwe woorden in het Nederlands': 'hype (uitspraak: haip) overdreven aanprijzingvan een middelmatige of slechte popmuzikant of popgroep.' paardenpaspoort Paspoort waarin het nummer van een paardenchip wordt geregistreerd. Dat is een microchip die in de hals van een paard wordt aangebracht. De chip bevat een nummer dat met speciale apparatuur kan worden afgelezen. Onder dat nummer wordt in een databank bijgehouden welke medicijnen het paard toegediend heeft gekregen. Een en ander moet paardenvlees opleveren dat veilig is voor de consument. Het woord paardenchip dateert van 1995 (maar werd pas in 2000 volop gebruikt); paardenpaspoort debuteerde op 30 juni 2000. Dit gebeurde in een bericht van het ANP over de presentatie van 'de eerste toekomstvisie paardenhouderij' door de Productschappen Vee, Vlees en Eieren. 'Staatssecretaris Faber (Landbouw) zei dat registratie met microchips haar aanspreekt. Ze benadrukte dat het zogeheten "paardenpaspoort" nodig is voor voedselveiligheid', aldus het A N P . In december gaf het kabinet het productschap Vee en Vlees in Rijswijk de bevoegdheid om alle 200.000 a 400.000 paarden, pony's en ezels in Nederland van een paardenchip te voorzien. Nederland is daar volgens Europese voorschriften vanaf 1 januari 2001 toe verplicht. Maar omdat er te weinig paardenpaspoortconsulenten zijn opgeleid (ook een nieuwkomer), kopte het Algemeen Dagblad op 4 december: 'Paardenpaspoort op 1 januari onhaalbaar'. Adjuncthoofd J. Klaver van het Productschap Vee en Vlees in Rijswijk legde de krant uit dat het nog een hele heisa zal worden met de invoering van chip en paspoort: De chip wordt nu nog niet bij elk dier op dezelfde plaats aangebracht, zegt Klaver. Bij het ene paard zit het ding twee vingers onder de rand van de manen, bij het andere is dat drie vingers en bij weer een ander zit de chip boven in de nek. 'Eigenlijk moeten we in Europees verband een vaste plek afspreken, zodat ze de chip in het slachthuis onmiddellijk kunnen terugvinden. Nu bestaat het risico dat een slachter denkt dat een paard geen chip [79]
heeft, waardoor het dier in de voedselketen terechtkomt.' De diverse paardenstamboeken en sportverenigingen chippen tot nog toe op verschillende manieren. De gegevens zijn bij verschillende databanken ondergebracht. Ook zijn niet alle chips met standaardapparatuurafte lezen. Paard en paardensport leveren onverwacht veel nieuwe woorden in het Nederlands. In 1998 debuteerde paardencrematorium, in 1999 paardenbecjraa/plaats. Zie ook eventing.
papizza Pizza met witte schijfjes courgette en gele paprika, de kleuren van het Vaticaan. Paus Johannes Paulus 11 kreeg de eerste papizza - een samentrekking van papa 'paus' en pizza - aangeboden op 25 oktober 2000, de Jubeldag der Pizzabakkers. Ruim tweeduizend pizzabakkers uit de hele wereld waren hiervoor samengekomen op het Sint-Pietersplein. Daar werden zij door de paus gezegend. Na afloop deelden de pizzabakkers, van wie sommigen helemaal uit Japan waren gekomen, 50.000 stukken papizza uit aan liefhebbers. Er zijn overigens wel vaker pizza's naar hoogwaardigheidsbekleders genoemd. De margherita is in 1889 genoemd naar de Italiaanse koningin Margherita (1851-1926). Het is een pizza met tomaat, mozzarella en basilicum, dus in de nationale kleuren van Italië. persoonsdomeinnaam 'Particulieren kunnen vanaf 15 november een eigen Nederlandse domeinnaam laten registreren. Tot nu toe mochten alleen bedrijven en instellingen dit. De zogenoemde persoonsdomeinnaam krijgt de extensie nl, met daarvoor een combinatie van drie cijfers. Een voorbeeld is www.jansen.222.nl. De toevoeging van cijfers is nodig om personen te onderscheiden van bedrijven', aldus het ANP op 27 oktober 2000. De persoonsdomeinnaam moest worden geregisteerd bij de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland, maar de belangstelling bleek klein. In de eerste week meldden zich slechts enkele tientallen particulieren aan. De meest populaire cijfercombinatie was 100. Vergelijk domeinmakelaar. [80]
pilabonnement Abonnement op toezending van de anticonceptiepil. 'De internetapotheek Diane', aldus NRC Handelsblad op 18 mei 2000, 'brengt sinds vandaag de pilservice, een abonnement op de anticonceptiepil. Klanten sturen eenmaal een recept op en krijgen dan automatisch elk halfjaar de pil toegezonden, zonder nieuw recept.' Volgens de internetapotheek - een woord uit 1999 - kan de pilservice (ook een nieuw woord) jaarlijks tientallen miljoenen guldens schelen, omdat er geen herhalingsrecepten meer hoeven te worden uitgeschreven. De anticonceptiepil werd in 1956 uitgevonden door de Amerikaanse bioloog Gregory Pincus; in februari 1962 werden in Nederland de eerste orale ovulatieremmers getest, zoals ze toen heetten. De aanduiding 'de pil' dateert van 1964. Vergelijk carrièrepil. pinarm Het FNV Magazine heeft een zekere reputatie als het gaat om het signaleren van nieuwe beroepsziektes. Begin mei 2000 signaleerde het magazine een mysterieuze ziekte bij beeldschermwerksters in België: de deukdij of ribbeldij. Begin juli kwam daar nog een mogelijke beroepsziekte bij: de pinarm. 'Ook zo blij dat uw gezonde werklust nog niet ondermijnd wordt door muis-arm en ribbeldij?', schreef Het Parool op 1 juli. 'Juich niet te vroeg, want FNV Magazine signaleert deze week een nieuwe beroepsziekte: de pin-arm. Olieimperium BP wist ternauwernood de dreigende primeur ervan af te wenden door de pompbedienden te verbieden de tankpassen van de klanten nog langer door de gleuf te halen.' Begin september begon BP met de plaatsing van betaalapparaten waar de klanten zelf hun pinpas doorheen moeten halen, 'BP stapt de komende maanden over op de nieuwe betalingsmethode', meldde het ANP. 'Volgens een woordvoerder van BP Nederland is er nog niemand echt ziek of arbeidsongeschikt geworden door het voortdurende pinnen. "Maar wij willen deze klachten serieus nemen", aldus de woordvoerder.' Vergelijk deukdij en moparm.
pitbullen Ergens de tanden inzetten. Ook: een en ander scherp bewaken. De eerste betekenis is nog niet op schrift gesignaleerd, [81]
maar wel gehoord ('We moeten even pittbullen'). De tweede betekenis werd onder meer aangetroffen op internet, in een sportcolumn van iemand die zich Züghod Bibbelbröks noemt: 'Flarden van de wedstrijd speelden door mijn beschaamde hoofd... zie weer die ballen afketsen op de lat en paal... weer Van de Sar een doelpunt van de lijn afgrabbelen en weer Kluivert als een koe zonder kont rondhobbelen... en Davids poedelen in plaats van Pitbullen...'. Hoewel de pitbull, een kruising van een buldog en een terriër die wordt gefokt en getraind voor de vechtsport, een slechte naam heeft, wordt het woord pitbull geregeld overdrachtelijk gebruikt voor 'waakhond, doordouwer, doorzetter, fel en onverzettelijk persoon'. Enkele vindplaatsen uit 2000: Het Parool schreef op 26 februari: 'We hebben een minister nodig die als een pitbull de integriteit van de overheid bewaakt en de corruptie te lijf gaat'. De Volkskrant noemde Edgar Davids op 6 maart: 'de pitbull op het middenveld', Quote had het op 1 april over 'een juridische pitbull', en op 31 maart schreef NRC Handelsblad: 'Frits van Egters mag dan een sympathieke antiheld zijn, hij is een pitbull in het diepst van zijn gedachten.' Opmerkelijk genoeg is dit overdrachtelijk gebruik nog in geen enkel woordenboek vastgelegd. Wel pitbullsmoking - een woord uit 1990 - als schertsende benaming voor 'trainingspak'. piassticker Sticker met een afbeelding die van uiterlijk verandert als erop wordt geplast. De sticker moet mannen ertoe bewegen bij het plassen beter te richten. Woord en sticker zijn bedacht door Guus Welling uit Utrecht. In juni 2000 bracht hij zes verschillende piasstickers op de markt. Ze zijn bedrukt met inkt die door warmte van kleur verandert. Zo verandert een zwart kikkervisje onder een straal plas in een groene kikker met een gele paraplu. Je kunt ook het zwarte badpak van een blonde dame wegplassen. De stickers zijn 6 x 4 cm en minstens drie maanden houdbaar. Het woord debuteerde op 24 juni in Trouw en begon daarna aan een zegetocht door de Nederlandse media. Het Parool de Volkskrant, het Rotterdams Dagblad, het Algemeen Dagblad, het Haarlems Dagblad ze schreven allemaal over de piassticker, onder koppen als 'Piassticker moet de netjes plassende man belonen'. Ook commercieel was de sticker een succes. Een basisschool in Alphen aan den Rijn [82]
begon een proef met de piassticker; daarna volgden andere basisscholen. Citaat uit Trouw van 9 november: 'De zure lucht van school-wc's heeft zijn langste tijd gehad: de piassticker is bezig aan een zegetocht door de Nederlandse basisscholen. In vier maanden tijd zijn er tienduizenden van verkocht. En als het aan uitvinder Guus Welling ligt, volgt na Nederland de wereld.' Het idee van een 'doel' in de wc-pot is niet nieuw. Begin jaren negentig introduceerde keramiekfabriek Sphinx een urinoir met een bij (geen vlieg, de Latijnse naam voor'bij' is apis watje ook kunt lezen als a pis(s) 'een plas'). Welling spreekt zelf van jïinsticker, eveneens een nieuw woord. Dat geldt ook voor miksticker, dat in oktober in het Algemeen Dagblad debuteerde. plofzone Gebied waar in verband met ontploffingsgevaar van opgeslagen munitie geen woningbouw of grootschalige recreatie is toegestaan. Voorzover bekend maakte het woord op 14 juni 2000 z'n entree in het Nederlands, in een bericht van het ANP met als kop 'Woonwagenkamp in plofzone van munitieopslag in Den Helder'. 'In Den Helder staan zo'n dertig mensen met hun woonwagens in de zogenoemde plofzone van de munitiebunkers van de Koninklijke Marine. [...] De vestiging van de mensen in het risicogebied is ontdekt door het VARA-radioprogramma Binnenlandse Kwesties. Burgemeester W. Hoekzema van de marinestad bevestigde woensdag in de uitzending dat de situatie niet in de haak is. Hij ontdekte de vestiging van de woonwagens in de plofzone vorige week zaterdag, nadat het radioprogramma met de research was begonnen.' Het woord haalde in de weken daarna nog diverse krantenkoppen. Zo schreef Trouw 'Woonwagens in plofzone munitie' en NRC Handelsblad kopte 'Wonen in de plofzone: onveilig maar goedkoop'. plusstrook Extra rijstrook die wordt gemaakt door bestaande rijstroken te versmallen. Het woord debuteerde in de tweede helft van 1999 en was ook in 2000 geregeld te lezen. Op 19 augustus 1999 schreef Het Parool: De A27 krijgt van Utrecht-Oost tot voorbij de afrit Houten een derde rijstrook. Deze zogenaamde plusstrook wordt alleen tij[83]
dens de avondspits geopend. Het gaat om een proef van Rijkswaterstaat die eind november ingaat. De werkzaamheden beginnen maandag. Tussen knooppunt Lunetten en Everdingen worden van de twee huidige rijstroken drie smallere gemaakt. De bedoeling is de files te verminderen. Een en ander leverde koppen op als 'Deel A27 's nachts dicht door aanleg plusstrook' en 'Proef met plusstrook tussen Utrecht en Houten'. De plusstrook is 2,75 meter breed en wordt alleen opengesteld tijdens de spits. Je mag er maximaal 80 km per uur rijden. In 1995 werd besloten op sommige wegen tijdens de spits de vluchtstrook voor het verkeer open te stellen; dit leidde tot het woord spitsstrook. Vergelijk autoritadvies, bereikbaarheidsoffensief, fïlezwaaien en druktetarief.
polderoplossing Compromis die het gevolg is van uitvoerig overleg, waarbij alle partijen hun zegje hebben mogen doen. De polderoplossing is, met andere woorden, het gevolg van polderoverleg, een woord dat in juli 1999 debuteerde, en dat sindsdien zeker honderd keer is aangetroffen. Voorzover bekend debuteerde polderoplossing op 8 december 1999 in het Rotterdams Dagblad: Vandaar dat er een kabinetsbeslissing uit de bus is gerold die alle kenmerken van een typische Nederlandse polderoplossing bevat. Er mag weliswaar nu niet worden geboord door de NAM , maar het besluit sluit niet uit dat het in de toekomst, als de laatste spoortjes twijfel over eventuele natuurschade zijn weggenomen, wél wordt toegestaan. Geen afstel dus maar uitstel. In de loop van 2000 werd het woord onder meer gebruikt in Trouw ('Met een echte polderoplossing maakt De Waal een eind aan deze discussie: "Wij zorgen dat het loon zo hoog is dat iedereen een afwasmachine kan kopen'") en in de Volkskrant ('Het was een echte polderoplossing. Baan gered, ING 150 miljoen gulden minder verlies en de overige aandeelhouders buitenspel.') [84]
De enorme populariteit van samenstellingen met polder- gaat terug op het poldermodel, de als typisch Nederlands beschouwde bestuurlijke en politieke cultuur, gericht op consensus tussen overheid, werkgevers en werknemers, die economische ontwikkeling mogelijk zou maken, onder meer door loonmatiging. Het woord poldermodel debuteerde in december 1996 en wordt toegeschreven aan mr. Evert Rongen, vice-voorzitter van de CDA-fractie in de Eerste Kamer. polscamera Polshorloge met ingebouwde camera. Het woord was er eerder dan de camera. Dat wil zeggen, de camera werd in mei 2000 gepresenteerd, maar al op 8 januari 2000 schreef het Haarlems Dagblad: 'De liefhebber moet tot mei wachten. Dan gaat deze polscamera van Casio wereldwijd in de verkoop. Volgens het Japanse bedrijf gaat het om een wereldprimeur. Naast de gewone horlogefuncties kan het apparaatje honderd zwartwitfoto's maken en opslaan in de ingebouwde chip. Vervolgens kan de digitale informatie met de juiste kabeltjes naar een andere polscamera of PC worden getransporteerd en vervolgens worden geprint. Het cameraatje, dat 32 gram weegt en in twee uitvoeringen op de markt komt, kost omgerekend tussen de 450 en 510 gulden.' In 1999 verrijkte de Japanse fabrikant Casio het Nederlands al met het woord polsnavigator: een polshorloge met een ingebouwd Global Positioning System (GPS, een afkorting uit 1990). Eerder brachten Japanse fabrikanten al een polstelejoon en een polscomputer op de markt, in respectievelijk 1993 en 1998. privésurfen Voor eigen gebruik internetten in de tijd van de baas. Van de kranten en tijdschriften had Quote het woord als eerste. Op 1 juni 2000 schreef dit blad: 'Privé surfen in de baas z'n tijd? Het gebeurt veel. Volgens een recent onderzoek van KPMG gaat het om ongeveer vijf procent van de totale werktijd, maar wij hebben al een voorbeeld gezien waarbij het personeel meer dan de helft van de tijd privé zat te surfen.' Niet alleen KPMG deed onderzoek naar dit verschijnsel, maar ook het Duitse softwarebedrijf Sterling Commerce. Conclusie: 'Privé-surfen kost Duitse bedrijven miljarden' (aldus de kop in [85]
Trouw van 26 augustus). Nog geen week later werd een Amerikaans onderzoek naar privésurfen gepresenteerd. Daaruit bleek dat dit juist stimulerend en productieverhogend werkt. Al die tegenstrijdige berichten waren goed voor de verbreiding van privésurfen en van zijn iets oudere broertje priue-internetten, een woord dat in augustus 1999 debuteerde. Surfen in de betekenis 'informatie zoeken op het internet' is voor het eerst opgetekend in 1994. Overigens kan privésurfen verstrekkende gevolgen hebben. Bij het Britse telecombedrijf Orange werden tientallen mensen ontslagen omdat ze in werktijd porno hadden bekeken. productvalidatie Ook woordenboekmakers introduceren soms nieuwe woorden of betekenissen. Bijvoorbeeld uitgeverij Van Dale. In september 2000 verscheen de Grote Van Dale op cd-rom. Die cd is beschermd. Je kunt de inhoud ervan op je harde schijf zetten, maar ter controle moet om de zoveel tijd de originele cd in de cdspeler worden geplaatst. In de handleiding staat hierover: 'Om niet plotseling overvallen te worden door de melding terwijl u de schijf niet bij de hand hebt, wordt u enkele weken van tevoren gewaarschuwd dat de productvalidatie zal plaatsvinden.' In de afgelopen tien jaar is productvalidatie niet aangetroffen in de beschikbare digitale krantenleggers. Het ontbreekt in Koenen, Kramers en Verschueren. En het ontbreekt in Van Dale, dat helemaal geen samenstellingen met validatie kent. Wel is het aangetroffen op drie websites, in een iets andere betekenis, namelijk 'de legalisering, het geldig laten verklaren van een product'. Het gaat om een vernederlandsing van het Engelse product ualidation. puntnl 'Waarschijnlijk kunnen particulieren echter vanaf 1 november een eigen puntnl registreren', aldus Het Financieele Dagblad op 21 augustus 2000. Puntnl werd hier gebruikt in de betekenis '(Nederlandse) domeinnaam op internet'. Geen onlogische naam, want zoals bekend eindigen Nederlandse domeinnamen met de extensie .nl. Maar vier dagen later schreef NRC Handelsblad: 'Toch is collectieve inkoop [van stroom] niet exclusief voorbehouden aan de hippe dotcoms en puntnl's...'. Hier werd puntnl in een heel andere be[86]
tekenis gebruikt, namelijk voor 'internetbedrijf'. Het gaat om een verkorting van punt.nl-bedrijf, dat in iggg debuteerde (samen met puntcombedrijf, dotcombedrijƒ en dotcom). Aangetroffen in de spreektaal: punt-nl-en (of puntenellen), als werkwoord dus, voor 'surfen, internetten'. Vergelijk domeinmakelaar. rampcommissie Permanente onafhankelijke commissie die rampen en zware ongevallen onderzoekt. Het kabinet maakte in juni 2000 bekend zo'n commissie te willen instellen. NRC Handelsblad maakte hiervan op 13 juni melding onder de kop 'Kabinet wil rampcommissie'. Hoewel zich in het verleden al heel wat commissies met rampen hebben beziggehouden, is de samenstelling rampcommissie niet voor 2000 aangetroffen. Aanleiding tot het oprichten van zo'n commissie was de vuurwerkramp in Enschede. Ook die werd onderzocht door een commissie. Dat leidde in Vrij Nederland tot de kop: 'Rampcommissie. Suffe ambtenaren laten Enschede ontploffen'. Het is de bedoeling dat de permanente rampcommissie gaat werken naast de al bestaande advies- en onderzoekscommissies. Vergelijk tocht van medeleven. regelvrije school School is een heel oud woord, regelvrij gaat ook al een tijdje mee, maar de combinatie regelvrije school debuteerde in 2000. En wel op 13 november, in een kop van het ANP: 'CDA wil "regelvrije" scholen'. Bij monde van Tweede-Kamerlid Ross stelde het CDA voor om scholen de kans te geven zonder de gebruikelijke lastige regeltjes eigen beleid te voeren. Zij pleitte voor een experiment met een stuk of 25 regelvrije scholen die elk een ambtenaar van het ministerie van Onderwijs 'adopteren'. Die zou dan één dag in de week op school komen om te kijken hoe het proces van meer autonomie door het departement kan worden ondersteund. Tot verrassing van de Tweede Kamer omarmde minister Hermans van Onderwijs twee dagen later het CDA-voorstel. NRC Handelsblad kopte op 16 november: 'Hermans wil proef "regelvrije scholen'". Maar de volgende dag schreef Trouiu: 'Regelvrije scholen? Niemand lijkt te weten wat ze zijn. Minister Hermans (onder[87]
wijs), die woensdag een proef aankondigde, sprak gisteren van "regelarme scholen". Hij is er duidelijk nog niet uit. Het onderwijs is vooral verbaasd.' riaggisering 'Er is een eindeloze behoefte aan hulpverlening. We kunnen spreken over de "riaggisering" van de samenleving. Voor ieder probleempje een psychotherapeut en volgens onderzoek is een psychotherapie van honderd zittingen geen uitzondering', aldus J.A.M. Winnubst begin 2000 in het Tijdschrift voor psychosomatischejysiotherapie. Het woord riaggisering, dat niet voor 2000 is aangetroffen, was ook buiten de vakpers te lezen. NRC Handelsblad gebruikte het op 25 februari 2000 in een kop ('De riaggisering van de samenleving') boven de bespreking van een aantal boeken waarin de toenemende psychische hulpverlening wordt gesignaleerd. En op 24 juli schreef Louis Ferron in het Haarlems Dagblad: Door de riaggisering van de samenleving is bespreekbaarheid het hoogste goed geworden: een handelsgoed. We nemen dus graag kennis van eikaars wedervaren in de hoop dat ons eigen wedervaren daar interessanter dan wel tragischer bij afsteekt. En hebben we bij het RIAGG ook niet geleerd dat gevoel belangrijker is dan, pakweg, kunde, inzicht, kennis of noem nog maar een paar eigenschappen die de ene mens per definitie van de andere onderscheiden? Riagg is een afkorting van Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg. rollersneaker Sportschoen met ingebouwde wieltjes. Ook wel wandelskate genoemd, wat eveneens een nieuw woord is. 'Alles waarop mensen zich tegenwoordig kunnen laten "voortrollen" is populair: skaters, steps en skateboards. Nieuw in deze serie is de rollersneaker, een sportschoen om op te rollen of mee te lopen', aldus Trouw op 17 november 2000. De rollersneaker - een samentrekking van roller skate 'rolschaats' en sneaker 'sportschoen die veel voetsteun geeft' - komt uit de Verenigde Staten. De wieltjes onder de schoenen kunnen worden ingeklapt. Daarom heeft de schoen een [88]
4,5 centimeter dikke zool. Een verslaggever van het Rotterdams Dagblad probeerde een paar uit, en was matig enthousiast: Aan de Rollersneaker valt wel het een en anderte verbeteren. De wieltjes zijn klein. Kleine oneffenheden in het wegdek hebben hierdoor grote gevolgen. Je kan overeen lullig richeltje al ten val komen, want de wieltjes blokkeren. Ook zijn de wieltjes te breed. Door de breedte zijn de Rollersneakers star. Een bocht rijden is een hele kunst. Met wielen die groter en smaller zijn, zoals skeelerwieltjes, zou de Rollersneaker stukken beter rijden. De Rollersneakers zijn ook niet geschikt om mee te stunten. scanpen Pen waarmee een streepjescode kan worden afgelezen. Eind augustus 2000 bracht De Telegraaf een nieuwe gratis middagkrant op de markt, News.nl. 'Bij de artikelen in News.nl komt een barcode die met een speciale scanpen is te lezen. Als mensen deze pen in hun pc stoppen, komen zij automatisch uit bij nieuwsachtergronden of andere informatie', aldus de Volkskrant op 18 augustus. Het Parool berichtte later over de nadelen van de pen: Met het hebbedingetje wordt een heus privacypaard van Troje binnengehaald - zeggen Amerikaanse consumentengroeperingen, die ervaring met de scanpen hebben. Daar wordt een variant op de scanpen onder meer gebruikt voor het zakenblad Forbes. De organisaties eisen een verbod op het gebruik van de persoons- en surfgegevens die met de pen worden verzameld. Ook News.nl kan via de pen precies bijhouden waarheen zijn lezers surfen. Omdat iedere gebruiker persoonsgegevens moet achterlaten, ontstaat een waardevolle combinatie waarmee geld te verdienen valt. Vergelijk sensorpen. schalenmast 'Het botert niet meer tussen KPN Telecom en het Delftse architectenbureau Cepezed. Beide bedrijven beweren de bedenker te zijn van de zogeheten schalenmast, een enorme "paal" met zenders voor mobiele telefonie (gsm's)', aldus het Haarlems [89]
Dagblad op 13 januari 2000. Het conflict leidde tot een rechtszaak. Uitkomst: 'KPN Telecom mag toch "schalenmast" bouwen' (aldus de kop in het Rotterdams Dagblad). De grote behoefte van aanbieders van mobiele telefonie aan zendmasten heeft de afgelopen jaren diverse nieuwe woorden opgeleverd: in 1995 GSM-zendmast, in 1996 GSM-mast, in 1999 zendkraan (voor een bouwkraan vol zendapparatuur) en boommast (voor een als boom gecamoufleerde GSM-mast). schiettelefoon Vuurwapen dat eruitziet als een mobiele telefoon. De eerste schiettelefoons werden in oktober 2000 bij enkele huiszoekingen in Amsterdam ontdekt. Het gaat om een apparaatje dat in twee delen kan worden gesplitst. In het onderste deel bevinden zich vier .22 patronen. Met een druk op een van de toetsen wordt een kogel afgevuurd. De vondst werd breed uitgemeten in de pers, in koppen als 'Politie treft voor het eerst schiettelefoons aan' (Haarlems Dagblad), 'Mobieltje als moordwapen' (Rotterdams Dagblad) en 'Nieuwste geheime wapen heet schietmobieltje' (Trouw). NRC Handelsblad schreef op 27 oktober: De politie is vooral verbaasd over de schiettelefoons die voor het eerst werden aangetroffen. Deze vormen volgens het korps een groot gevaar, omdat ze niet van echte GSM-telefoons zijn te onderscheiden. De antenne op het apparaat is in feite een lange loop. In het toestel zelf bevinden zich nog drie kortere lopen. Door een cijfertoets in te drukken, wordt een kogel afgevuurd. De schiettelefoon kan in totaal vier kogels afvuren die van dichtbij dodelijk kunnen zijn, aldus een politiewoordvoerder. Wegens het grote gevaar door de goede camouflage van het wapen zijn gegevensoverdeschiettelefoonsaan collega's van andere korpsen verstrekt. Dat wapens worden gecamoufleerd als dagelijkse gebruiksvoorwerpen is overigens niet nieuw. Aan het eind van de negentiende eeuw doken de eerste schietumndelstokken op. In 1995 debuteerde het woord schietkoffer; schietparaplu is in 1999 voor het eerst aangetroffen, maar het wapen is al ouder. Dat geldt ook voor de schietbalpen. [90]
Dat woord is in 1992 voor het eerst te vinden in de digitale krantenleggers (de Grote Van Dale voegde het in 1999 toe aan het woordenboek), maar als wapen is de schietbalpen al decennia in gebruik. schoolfruit Op school aan de leerlingen verstrekt fruit. In april 1999 stelde het Groenten & Fruit Bureau voor om vanaf 1 januari 2000 op honderd Nederlandse basisscholen schoolfruit ter beschikking te stellen. Het vond toen geen gehoor. Tussen oktober en december 2000 laaide de discussie over het schoolfruit weer op, ditmaal in de Tweede Kamer, waardoor het woord frequent in Nederlandse kranten te lezen was. 'Nieuwe kans voor schoolfruit', 'Europa moet schoolfruit redden', 'CDA wil subsidie voor schoolfruit', 'Schoolfruit oogst bijval', 'Schoolfruit een stap dichterbij', 'Minister Borst vindt schoolfruit noodzaak' en 'Borst: liever schoolfruit dan schoolmelk' kopten de kranten, waarbij schoolfruit werd behandeld alsof het al jaren bestaat. Vanzelfsprekend is het gevormd naar het voorbeeld van de schoolmelk, die in 1937 voor het eerst op Nederlandse scholen werd verstrekt. Jan Mulder, die een goed oog heeft voor neologismen, schreef op 2 december in dzVoXkskxanX: 'Schoolfruit. Het woord zit me niet echt lekker. Schoolfruit. Het roept alles bij me op, behalve peren en kersen.' schrikkelbug Fout in een computerprogramma die optreedt in een schrikkeljaar. Schrikkelbug is de opvolger van millenniumbug, een woord dat in 1997 debuteerde (met als eerste veelzeggende kop in mei 1997: 'Millennium-bug voor experts ware goudmijn'). Omdat het met de millenniumbug met een sisser was afgelopen, was de angst dat het schrikkeljaar computers overhoop zou gooien, veel kleiner. Het crisiscentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de strijd tegen de millenniumbug had gecoördineerd, was wel bijeengebleven, maar al op 13 januari 2000 meldde het Rotterdams Dagblad: 'Schrikkelbug niet aanwezig'. Vervolgens werd er begin maart nog iets van de schrikkelbug vernomen. Zo kopte de Volkskrant op 1 maart 'Schrikkelbug-angst heerst alleen in Japan', een bericht dat diezelfde dag in het Haarlems Dagblad werd weersproken onder de kop 'Ook schrikkelbugje bij NS'. [91]
Een echt lelijke bug trof de gecomputeriseerde wereld in mei 2000. Toen verspreidde het zogenoemde I Love You-virus zich razendsnel over de hele wereld. In de kranten kreeg het virus de naam liefdesvirus (al eerder gebruikt voor aids) en lovebug. Zo schreef HP/De Tijd op 5 mei: 'Het beste aan de Lovebug, de e-mailbom die zich gisteren ontwikkelde tot een ware plaag voor bedrijven en particulieren, is natuurlijk de naam. Want wie laat een anonieme liefdesbrief, misschien wel dé ware, ongeopend? Zeker 350.000 computeraars konden gisteren geen weerstand bieden en verspreidden daarmee ongewild een van de meest destructieve computervirussen ooit.' scriptkiddie Jonge computerkraker die gebruikmaakt van een bestaand programma om in te breken in een computersysteem. Van script 'serie computerinstructies', en kiddie, een neerbuigend woord voor 'snotaap, jochie'. In de dagbladen debuteerde het woord in maart 2000 in het Rotterdams Dagblad. Ook NRC Handelsblad en het Algemeen Dagblad gebruikten het in de loop van het jaar. Op 6 september zei een computerdeskundige tegen de Volkskrant: Er speelt nog een derde groep een rol: de scriptkiddies. Jongetjes van 12 tot 15 jaar met weinig verstand van computers, maar met machtige tools die ze van internet afplukken en waarmee ze hun eigen oorlogjes voeren. Ethiek bestaat niet voor hen. Netwerken van bedrijven worden platgelegd, digitaal verkeer afgesloten. Die gastjes moeten worden opgepakt. Politie en cameraploegen moeten hun kamers binnenstormen. Gezichten op tv. Die jongetjes richten veel schade aan. Op Nederlandse websites is het woord tientallen malen te vinden. Eén voorbeeld, uit een discussiegroep: 'Maar er is niemand zo dom om onder Linux een office-pakket uit te rusten met een macrotaai die aan alle systeemresources kan prutsen, zodat elke scriptkiddie het hele systeem kan ondermijnen...'. sensorpen Pen die waarschuwt als de gebruiker de spieren te veel spant. Wie de pen te krampachtig vasthoudt, hoort een piepje. Pen [92]
en woord zijn bedacht door R. Krullaards, een fysiotherapeut uit Leidschendam. De pen moet RSI voorkomen. 'Volgens [de fabrikant]', aldus het ANP op 17 april 2000, 'kan de pen gebruikt worden als "learning tooi": door het voorwerp een half uur per dag te gebruiken, kan een minder krampachtige houding geleerd worden. Daarnaast is de sensor gekoppeld aan een computer die de handelingen gedurende een hele dag registreert. Achteraf kan in samenwerking met een fysiotherapeut gezien worden waar de knelpunten zitten en bekeken worden hoe daar verandering in gebracht kan worden.' Belangrijke onbeantwoorde vraag: wie schrijft er nog teksten van enige lengte met een pen? Vergelijk scanpen. serviceability 'De Nederlandse bedrijfscultuur', aldus Trouw op 25 november 2000, 'kan niet zonder - wat met een vreselijk woord genoemd wordt - serviceability, en wat je met een even vreselijk, negentiende-eeuws Nederlands woord "dienstbaarheid" kunt noemen.' Nu is dienstbaarheid geen negentiende-eeuws woord - het is in 1580 voor het eerst opgetekend - maar serviceability wel. Althans in het Engels. In het Nederlands is het nieuw. In de digitale krantenleggers is het slechts eenmaal aangetroffen, maar op Nederlandse websites komt het inmiddels tientallen keren voor, wat weer eens illustreert dat kranten en tijdschriften niet langer de voornaamste podia voor taalvernieuwing zijn. sexchatten Zoals bekend is chatten: rechtstreeks met elkaar schrijfbabbelen via internet. We kennen dat woord, dat is afgeleid van het Engelse to chat 'kletsen', sinds 1993. De ervaring leert dat chatten vaak binnen de kortste keren over seks gaat. Sterker nog: er zijn ook speciale chatrooms (een woord dat in 1996 in het Nederlands debuteerde, twee jaar na chatbox) waar je alleen maar naartoe gaat om over seks te praten, en dat heet dan sexchatten (formeel zou het sekschatten moeten zijn, maar internet is nu eenmaal bij uitstek informeel). Zo was er een chatbox (inmiddels weer opgeheven) die zichzelf [93]
als volgt aankondigde: 'Sexchatting sexchat sex chatten sexchatten. Welkom bij sexchatting, de geilste chatbox van Nederland.' Sexchatten kan ook worden gebruikt in de betekenis 'een heet telefoongesprek met iemand voeren'. Zo schreef de Volkskrant op i november 2000: 'De beller krijgt snel twee nieuwe 0906-nummers voorgeschoteld voor het geval men nog live wil seks-chatten.' En ergens op internet lazen we: 'Gratis sexchat met hete meiden.' Overigens is sexchatten niet de eerste samenstelling met -chatten. Sinds 1998 speekt men van sollichatten voor 'een sollicitatiegesprek voeren via internet'. Nieuw in 2000 is eveneens videochatten. Op 16 februari 2000 schreef Het Parool: 'Je kunt tegenwoordig helemaal hip videochatten en -mailen met een design webcam op je hoofd.' sign-in-bonus Premie die een werkgever eenmalig geeft aan iemand die bereid is een arbeidscontract aan te gaan. Men kent ook de signon-bonus, een premie die iemand krijgt als hij toezegt bijvoorbeeld drie jaar te blijven. 'Is het voor veel bedrijven al moeilijk om op de krappe Nederlandse arbeidsmarkt geschikt personeel te vinden', aldus NRC Handelsblad op 10 januari 2000, 'helemaal lastig is het vacante topfuncties te vervullen, zegt topheadhunter Berry Nijsse. De schaarste leidt tot noviteiten als sign-in en sign-on bonussen.' En De Financiële Telegraaf schreef in januari: 'Een nieuwe trend is dat managers die aangezocht worden voor schaarse banen een "signin bonus" krijgen. Of ze vragen simpel om een aanblijfpremie. Vooral in de financiële wereld zou de schaarste aan bepaalde managers hiertoe aanleiding geven.' Het woord aanblijfpremie is in 1990 voor het eerst opgetekend. slachtofferloket Loket bij het openbaar ministerie in Amsterdam waar slachtoffers van een misdrijf informatie kunnen krijgen over hun zaak. Het eerste loket werd op 1 december 2000 geopend, maar het woord debuteerde in september, in een advertentie van het openbaar ministerie. Daarin werd een (enthousiaste) medewerker Slachtofferloket gevraagd: 'Uw functie bestaat uit het verstrekken van informatie aan slachtoffers over de stand van de zaak, het onderzoek in de zaak, de te verwachten procedure, mogelijkhe[94]
den van voeging in het strafproces, datum van de zitting en de executiefase. Indien er vragen gesteld worden die niet direct uit de geautomatiseerde systemen te beantwoorden zijn of geen nadere informatie wordt verstrekt door het slachtoffer, neemt u contact op met politie of parket en koppelt u dit direct terug naar de betrokkene. Voorts behoort verwijzing naar hulpverlenende instanties tot uw takenpakket.' Het slachtofferloket - in NRC Handelsblad abusievelijk éénslachtofferloket genoemd - maakt deel uit van een pakket maatregelen van Justitie om meer aandacht aan de slachtoffers van misdrijven te besteden. Hiertoe behoort ook de herstelbemiddeling (een woord uit 1997): bemiddeling door de overheid om slachtoffers en daders 'nader tot elkaar' te brengen. slangenkop In China is een smokkelaarsbende actief die She Tou ('slangenkop') wordt genoemd. De bende heet zo omdat 'de kop', de organisatie die smokkelt, ervoor zorgt dat Chinese immigranten zich 'als een kronkelende slang' naar het buitenland verplaatsen. Jaarlijks smokkelt de bende duizenden voornamelijk jonge Chinezen naar Europa. Per vluchteling incasseert de organisatie dertig- tot vijftigduizend gulden. De helft moet worden aanbetaald voor vertrek, de rest betaalt de migrant achteraf, tegen woekerrentes. Als de vluchteling in gebreke blijft, is zijn in China achtergebleven familie aansprakelijk. In Nederlandse kranten wordt sinds 1996 over deze smokkelbende geschreven. Soms heeft slangenkop in die berichten de betekenis 'mensensmokkelaar', of zelfs 'migratiebemiddelaar, reisagent', soms wordt er een lid van She Tou ('de Chinese maffia') mee aangeduid. Tot voor kort waren deze betekenissen van slangen kop slechts in kleine kring bekend, maar dat veranderde in juni 2000. De Britse douane vond toen in Dover de lijken van 58 Chinezen uit de provincie Fujian in een Nederlandse vrachtwagen. De vrachtwagenchauffeur had de laadruimte zo hermetisch afgesloten dat de illegalen op twee na de verstikkingsdood stierven. Internationaal leidde dit tot grote verontwaardiging. In de jaren daarvoor hadden [95]
kranten het woord slangenkop slechts in de lopende tekst gebruikt, nu verscheen het in tientallen koppen. Een kleine greep: 'Vlucht uit Fujian begint bij gevreesde slangenkop', 'Huis van "slangenkop" belaagd door boze Chinezen', 'Premier China: smokkelaars zijn slangenkoppen', '"Slangenkoppen" Dover in China opgepakt', 'De slangenkop zei: Zhu's reis is ongevaarlijk'. Slangenkop was opeens een algemeen bekend begrip. Terecht schreef NRC Handelsblad op 14 november: Sinds deze zomer weet iedereen in Nederland wat een slangenkop is. Een slangenkop is een schakel in een Chinese mensensmokkelorganisatie. Hij laat mensen grof betalen vooreen illegale reis naar een buitenland. Hij regelt in ruil daarvoor visa, paspoorten, tickets en vervoer. Hij gaat vaak in zee met malafide transporteurs, die de passagiers beschouwen als "vracht". Met die vracht worden grote risico's genomen uit angst voor de hoge boetes die bij ontdekking worden opgelegd. De tragedie in Dover leidde ook tot een aantal gelegenheidssamenstellingen, zoals Doverdoden, Dover-Chinezen en wegwerparbeiders. Die zullen geen lang leven beschoren zijn, maar de kans is groot dat slangenkop er in het Nederlands definitief een betekenis heeft bijgekregen. slijtersziekte Ziekte bij koeien die gepaard gaat met spontane ontstekingen, sterke vermagering, verminderde melkproductie en kreupelheid. De koeien lijken last te hebben van versnelde slijtage, vandaar de naam. Voorzover bekend debuteerde het woord - dat ook aangetroffen is in de vorm slijterziekte - begin 2000 in een bericht van het ANP. Op 18 februari schreef dit persbureau: De Zelhemse dierenarts T. Oranje heeft mogelijk een oorzaak gevonden van een ernstige koeienziekte. Volgens hem kan een mineralentekort de oorzaak zijn van de zogeheten slijtersziekte, waardoor koeien op driehonderd melkveebedrijven momenteel ernstig verzwakt zijn. [...] De slijtersziekte wordt door sommige veehouders in verband gebracht met besmette vaccins van Bay[96]
er. Ruim 7000 koeienhouders in Nederland claimen schade te hebben geleden door deze vaccins: variërend van verminderde melkproductie tot plotselinge sterfte. De slijtersziekte veroorzaakte grote onrust onder veeboeren en kwam geregeld in de Tweede Kamer ter sprake. Een oorzaak is nog niet gevonden. In december 2000 eiste een Kamermeerderheid dat het ministerie van Landbouw een onafhankelijk onderzoek instelt naar deze 'mysterieuze aandoening'. sms-en Tekstberichten versturen met een mobiele telefoon. Als werkwoord voor het eerst aangetroffen in de tweede helft van 1999 ('Jongeren SMS-en veel', schreef NRC Handelsblad op 10 juli 1999), maar in 2000 brak dit nieuwe werkwoord pas echt door. SMS staat voor 'Short Message Service'. Voorzover bekend maakte Trouiu op 30 juni 1994 als eerste melding van deze nieuwe dienst: Een belangrijk voordeel van GSM is verder dat het digitaal is. Dat maakt het aantal mogelijke toepassingen van het GSM-toestel bijna onbeperkt. Zo biedt PTT Telecom vanaf augustus de bijkomende dienst van SMS (short message services): het intoetsen van een tekst van maximaal 160 tekens, die dan draadloos kan worden verzonden naar een computer. Zes jaar later, in 2000, werd SMS een rage, vooral onder de jeugd. Werden er in 1999 'slechts' 300.000 SMS-berichten per maand verstuurd, in mei 2000 gaf alleen telefoonaanbieder Ben maandelijks al vijf miljoen SMS-jes door. Telecomgigant KPN meldde in oktober dat het aantal SMS-berichten in een halfjaar tijd met 550 procent was gestegen tot ruim 114 miljoen. Her en der werd gesignaleerd dat dit ook taalkundig geen onbelangrijk verschijnsel is. Zo schreef de Staatscourant op 21 november: De essentie van SMS is dat het allemaal heel kort moet. Je hebt maximaal 160 tekens tot je beschikking. Vaak is dat genoeg. 'Ga je zaterdag mee naar de film?', 'Waar ben je nu?', 'Wil je dit voor [97]
me meenemen als je boodschappen gaat doen?', enzovoorts. Maar omdat er geregeld meer te vertellen valt, en omdat het nogal een tijdrovend werkje is om de berichten letter voor letter in te tikken met behulp van je telefoontoetsen, is er een nieuw soort Nederlands aan het ontstaan. Het gaat om het ultra-korte Nederlands. Het SMS-lands. Het Nederlands van nieuwe afkortingen, samentrekkingen en klinkerweglatingen. Je zou dit kunnen afdoen als een ondergeschikt verschijnsel, maar niet als je beseft dat er in een half jaartijd ruim honderd miljoen berichten zijn verzonden. Er is nog geen standaard; binnen groepen oftussen individuen worden doorlopend nieuwe afkortingen en samentrekkingen bedacht, maar sommige aspecten van het SMSNederlands zijn wel algemeen. Bijvoorbeeld een samentrekking als hoestie? (lees: 'hoe is tie?'). Effe (even) wordt ff, 'vieren' wordt 4en of 48c. 'Moest ik erg om lachen' wordt LOL (Laughing Out Loud, een afkorting uit de chatrooms). De SMS-rage leverde ook verschillende nieuwe samenstellingen op, zoals SMS-college (ook GSM-college genoemd, het gaat om een hoorcollege waarbij de antwoorden op een meerkeuzetoets via SMS worden aangeleverd), ramadan-SMS ('De websites Maghreb.nl en Maroc.nl hebben in twee dagen vastenmaand al 10.000 aanmeldingen gekregen voor de ramadan-SMS, het bericht op hun mobiele telefoon met de juiste tijd van zonsondergang, wanneer zij de vasten mogen verbreken'), SMS-seks (en seks-sms-je), SMS-uerkeer enzovoorts. snelrechtbus Snelrecht bestaat al minstens twintig jaar, en het woord supersnelrecht kennen we sinds 1993 (hoewel het pas echt doorbrak in 1997), maar de snelrechtbus is kakelvers. De bus werd in juni 2000 in gebruik genomen op het Pinkpopfestival. 'Justitie in Maastricht gaat bezoekers van Pinkpop die zich schuldig maken aan lichte vergrijpen lik-op-stuk geven vanuit een speciale snelrechtbus', meldde het ANP op 9 juni 2000. 'Pinkpopgangers die in de snelrechtbus belanden moeten wel genoeg geld op zak hebben. Pinnen is er namelijk niet bij. Wie de boete niet kan voldoen heeft geen keuze en krijgt een dagvaarding uitgereikt.' [98]
De bus is eigendom van het parket in Middelburg. Voor snelrecht in de bus komen in aanmerking vergrijpen als diefstal, zakkenrollerij, mishandeling en bedreiging. soepshop Winkel waar je allerlei soorten soep kunt eten. In New York en Londen bestaan ze al langer, maar in april 2000 ging in Amsterdam de eerste soepshop open. De kranten zagen er het begin van een trend in. Vandaar koppen als 'Soepshop begint aan zijn opmars' en 'Soepshops rukken op'. 'De klantenkring', relativeerde het Algemeen Dagblad op 18 september, 'bestaat vooral uit jongeren. Zij kunnen er een snelle, goedkope, voedzame en gevarieerde maaltijd krijgen. De speciale soepshop begint in Nederland voorzichtig aan zijn opmars. Nederland is van oudsher een soepland, maar loopt niet erg voorop bij deze trend. Japan kent al jaren de traditie van counters waar noedelsoep wordt gelepeld.' Volgens de Rotterdamse krant waren er tussen de beide wereldoorlogen in Nederland ook al soepshops. Dat kan zo zijn, maar ze heetten toen kennelijk anders, want het woord soepshop is niet eerder in het Nederlands gesignaleerd. Het is de zoveelste samenstelling met -shop. Het Groene Boekje vermeldt er zes, de Grote Van Dale (1999) vijftien. sorrycultuur Cultuur waarin een politicus (of een ander) zich al te gemakkelijk verontschuldigt voor een verkeerde beslissing, zonder aan die fout consequenties te verbinden. Het woord maakte op 8 januari 2000 z'n entree, in het Leidsch Dagblad: In plaats van een sorry-cultuur, kunnen we mischien beter spreken van een afschuif-cultuur. De politiek verantwoordelijken vertoonden de neiging de schuld af te schuiven op hun ambtenaren. Dat is een ernstige ontwikkeling, want daarmee wordt de kern van ons democratische staatsbestel aangetast. In de maanden daarna was het onder meer te lezen in NRC Handelsblad, Trouw ('Hoe ongrijpbaarder en meer hightech onze samenleving wordt, des te makkelijker kunnen wij ons verschuilen achter [99]
een "sorry cultuur"'), het Algemeen Dagblad en de Volkskrant ('Het eindrapport van de commissie-Bakker, vermoedt hij, zal dan ook een product worden van de "Haagse sorry-cultuur'"). SorrycuItuur is een opvolger van sorry democratie, een woord dat op 5 november 1997 werd gemunt door Jan Marijnissen van de Socialistische Partij. In 1998 gebruikte Ed van Thijn het in een boektitel: De sorry-democratie: recente politieke affaires en de ministeriële verantwoordelijkheid. strandvertentie Advertentie die met een wals in het strandzand wordt gedrukt. Het verschijnsel komt uit de Verenigde Staten, waar men spreekt van beachprints. In maart 2000 kondigde het Brabantse bedrijf SandCast aan met de gemeenten Renesse en Den Haag in gesprek te zijn over de plaatsing van strandvertenties. Het ANP schreef op 22 maart: Het is de bedoeling dat mensen van de reinigingsdienst na het schoonmaken van het strand er met de wals overheen gaan rijden. Over twee kilometer strand ontstaan zo over de hele breedte 3500 advertenties die per dag opnieuw worden aangebracht. In Amerika is gebleken dat badgasten door de advertenties minder troep achterlaten. Volgens de SandCast-directeur geven de prints het strand een minder rommelige indruk. Niet alleen daardoor vervuilen mensen minder, ook gaat elke advertentie gepaard met de mededeling het strand niette vervuilen. In juni waren de eerste strandvertenties in Scheveningen te zien. streetcarver 'Bijzonder luxe skateboard dat alleen te betalen is voor mensen die het nooit zullen gebruiken. Dat weerhoudt ze er vanzelfsprekend niet van het te kopen.' Aldus de definitie van streetcarver in het digitale Woordenboek uan de 21e eeuw dat is samengesteld door het Writers Block magazine. Het gaat om een driewielig hightech skateboard, ontwikkeld door autofabrikant BMW. Het rijden erop heet streetcarven of carven, aldus het 'cross cultural lifestyle magazine' Röo/in oktober 2000.
[100]
superkoelkast Er zijn al langer koelkasten op de markt die - zeker in de ogen van de fabrikant - super zijn. In die betekenis is superkoelkast dan ook zeker geen nieuw woord. Maar wel in de betekenis 'hightech koelinstallatie met een lcd-scherm in de deur en permanente internetaansluiting'. In die zin debuteerde het woord op 14 november 2000 in de Volkskrant. 'Eindelijk gearriveerd: de superkoelkast die je kunt bellen vanaf kantoor.' Het gaat om een product van Electrolux en telefoonaanbieder Ericsson. Zij presenteerden hun koelkast - merknaam Screenfridge - op een beurs in Amsterdam. 'In hun scenario', aldus de Volkskrant, 'haalt de moderne consument zijn drinkontbijt uit de koelkast en raakt daarna het scherm in de deur aan. Bijvoorbeeld om het ochtendnieuws op te vragen, of weers- en verkeersinformatie, of e-mails. Via de breedbandige internetaansluiting kunnen ook boodschappen worden besteld of de hulpkok op video worden geactiveerd. Wie bovendien een WAP-telefoon heeft, kan vanuit een supermarkt de boodschappenlijst opvragen of de gezinsagenda checken alvorens een afspraak te maken. Prijs: ergens tussen de vijf- en tienduizend gulden.' In een buitenwijk van Kopenhagen hebben inmiddels vijftig gezinnen een superkoelkast op proef. taaibuddy Iemand die een allochtoon helpt Nederlands te leren. De eerste taaibuddy's gingen op 1 mei 2000 aan de slag. Het ging om een proefproject in Veendam, met duizend Turkse inwoners één van de grootste Turkse gemeenschappen in de provincie Groningen. Uit onderzoek was gebleken dat veel Turken die in de jaren vijftig en zestig naar Veendam kwamen, nauwelijks Nederlands spreken. 'Turkse deelnemers kunnen met hun taaibuddy allerlei activiteiten ondernemen, samen eten of naar de film gaan. Ze worden zo op natuurlijke manier gestimuleerd Nederlands te spreken', verklaarde een woordvoerder van de gemeente Veendam op 31 maart 2000 in NRC Handelsblad. Sinds ongeveer 1984 wordt het Engelse buddy ('maatje, makker') in het Nederlands gebruikt voor een 'vrijwilliger die een aidspatiënt in een terminaal stadium praktisch en moreel steunt'. tarwekauwgom Uit tarwe gemaakte kauwgum. 'Tarwe kan het ant-
[101]
woord vormen op het kauwgomprobleem op straat', aldus het Algemeen Dagblad op 13 oktober 2000. 'Gom gemaakt van tarwe is biologisch afbreekbaar en binnen 40 dagen verdwenen. Het vormt een goed alternatief voor de gangbare variant. Dit is de kern van een plan dat de directie Noord van het ministerie van Landbouw in Groningen heeft gelanceerd. Een speciale fabriek voor tarwekauwgom kan een nieuwe bron van inkomsten betekenen voor de Groningse akkerbouwers. Volgens het ministerie van Landbouw kan uit 20.000 hectare tarwe 18.000 ton kauwgom worden gemaakt. Daarmee kan 40 procent van de Nederlandse markt worden bediend.' Kauwgum is een vertaling van het Engelse chewing gum. Het Groene Boekje kent twee samenstellingen met dit woord: klaykauwgom en kauwgombal. De Grote Van Dale (1999) vermeldt tevens nicotinekauwgum, een woord uit 1991. TMT Afkorting van Technologie, Media en Telecom. De afkorting debuteerde in februari 2000 in Het Financieele Dagblad en verspreidde zich daarna als een olievlek (het staat in de toptien van meest gebruikte neologismen van 2000). De afkorting komt inmiddels in diverse samenstellingen voor, zoals TMT-aandeel, TMT-bedrijf, TMTfonds, TMT-sector en TMT-waarde. TMT-aandeel en TMT-fonds kwamen in 2000 het vaakst voor, samen minstens 140 keer. Althans in de ruim twintig kranten die in de Nederlandse Persdatabank zijn na te zoeken. Een vroeg voorbeeld uit Het Parool van 20 maart 2000: Zijn de sectoren van de 'nieuwe economie' die ook wel met TMT (Technologie, Media en Telecom) worden aangeduid nu wel of niet overgewaardeerd? Met de (voorlopige) koersflop van het bedrijfvan Nina Brink lijkt het erop dat het laatste inderdaad het geval is. Maar niet alle TMT-bedrijven zijn over één kam te scheren. tocht van medeleven Tocht die werd gehouden uit medeleven voor de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. De (stille) tocht, die werd gelopen op 19 mei 2000, bracht ruim honderdduizend mensen op de been. Er waren vijftienduizend belangstellenden verwacht. Een verslaggever van de Volkskrant schreef:
[102]
Zo lief is Enschede vanavond: iedereen is er, niemand ontbreekt. Vijftienduizend zwijgende lopers waren verwacht, honderdduizend zijn er gekomen. De regen valt hard uit de hemel vandaag, maar niemand die het deert. De mensen van Enschede zijn toch al doorweekt van het verdriet. Vanuit de kronkelstraten van de stad komen ze bijeen, in stilte, schuifelend door de natte straten. De schoolkinderen dragen witte lelies. De brandweermannen dragen rode rozen. Twee dagen later werd in de Grote Kerk in Enschede de eerste van een reeks troostconcerten gehouden. Het ging er uiterst sober aan toe. Men kreeg niet te horen welke muziekstukken werden gespeeld en door wie. Ook troostconcert is een nieuw woord, net als verwantennummer voor de telefonische hulplijn voor verwanten van de slachtoffers van de vuurwerkramp. Vuurwerkramp zeifis zeker geen nieuw woord, hoewel het in 2000 wel zeer vaak werd gebruikt. Maar er zijn eerder vuurwerkrampen geweest. Zo kopte het Algemeen Dagblad in december 1991: 'Verzekeraar dekt schade vuurwerkramp Culemborg'. Vergelijk rampcommissie. toppie joppie Iets kan top zijn, maar wat is daarvan de overtreffende trap? Sinds een paar jaar wordt hiervoor toppie gebruikt. Zo zei een meisje op een houseparty in 1998 tegen het Haarlems Dagblad: 'Het is toppie, toppie, toppie.' Quote schreef een jaar later 'Het was weer toppie vanavond', en in oktober 1999 meldde Het Parool: 'Rick Engelkes maakte een opgeruimde indruk. "Alle biertjes oppie de poppie, en ik voel me tip tap toppie.'" Van tip tap toppie is daarna niet veel meer vernomen, maar dat ligt anders met toppie joppie, de rijmende uitbreiding van toppie die wellicht is ontstaan onder invloed van het veel oudere popie jopie. In 2000 kreeg toppie joppie twee belangrijke impulsen. De uitdrukking lag een omstreden maar populaire deelnemer van het SBS 6-programma 'De Bus' in de mond bestorven. Bij sportliefhebbers kreeg de uitdrukking algemene bekendheid tijdens de Olympische Spelen. Toen zwemster Inge de Bruijn op 17 september haar eerste gouden plak haalde, zei ze voor de camera's: 'Toppie joppie, die is [103]
binnen!' Via De Bruijn kwam de uitdrukking in verschillende kranten en tijdschriften terecht, waar ook varianten zijn aangetroffen als toppie-oppie en toppie top. Allemaal in 2000. Overigens kan toppie ook worden gebruikt in de betekenis 'in orde, onbeschadigd, in goede conditie'. Zo zei John de Mol, producent van Big Brother, in januari 2000 tegen het Algemeen Dagblad: 'Ze moesten het Big Brotherhuis toppie-toppie weer uit. Dat hebben we bereikt.' troostkoper Iemand die ziekelijk veel koopt omdat dit een troostend gevoel geeft. 'Door de florerende economie', meldde de Volkskrant op 21 november 2000, 'kunnen Nederlanders steeds gemakkelijker hun onlust wegkopen. Troostkopers, heten ze in de psychologie, de groep die geen andere manier ziet om een gemis in het leven te compenseren.' Navraag leert dat troostkoper in de psychologie zeker geen algemeen bekend begrip is, maar ach, het is een mooi en beeldend woord en die moeten een kans krijgen om zich te bewijzen. uitschuifurinoir Nieuwste wapen in de strijd tegen het wildplassen: het uitschuifurinoir. 'Uitschuifurinoir wereldprimeur tegen wildplassen', kopte het ANP op 13 januari 2000. Het gaat om een roestvrijstalen cilindervormige constructie met drie plaspalen van twee meter hoog op een plateau van 1,20 meter breed. Door middel van een op afstand bestuurbaar hydraulisch systeem kan het gevaarte wegzinken in de grond. Het urinoir is uitgevonden door de Apeldoorner Marco Schimmel, eigenaar van een sanitairverhuurbedrijf. 'Het idee is ontstaan in de praktijk', aldus het ANP. 'De gemeente Apeldoorn huurt bij Schimmel al zeven gangbare urinoirs, die in drukke periodes zeshonderd liter urine per week oogsten. De urinoirs worden in het belang van het straatbeeld 's avonds geplaatst en 's morgens weer weggehaald.' Dat is bij het uitschuifurinoir dus niet meer nodig. In maart 2000 werden de eerste vier exemplaren in gebruik genomen. Kosten: 75.000 gulden per stuk. Ze zitten onder een putdeksel en worden alleen op uitgaansavonden, door een ambtenaar met een afstandbe[104]
diening, naar boven gehaald. Commentaar van Schimmel: 'Het kan ook met een tijdschakelaar, maar dat lijkt me te gevaarlijk.' De officiële naam van het uitschuifurinoir is urilijt. De media spraken tevens van plaslijt en volgens het Haarlems Dagblad wordt het urinoir in de volksmond pisseria genoemd. Ook dat zijn nieuwe woorden. In december besloot ook Wijk aan Zee twee uriliften te plaatsen. Andere Nederlandse steden, waaronder Breda, Amsterdam en Almere, hebben al interesse getoond. Ook daar is het wildplassen - een woord dat we sinds 1995 kennen - een groot probleem. uitwenkooi Kooi waarin vogels die tijdelijk in gevangenschap hebben geleefd, kunnen wennen aan het buitenleven. 'Een zogeheten uitwenkooi voor vogels in het Lauwersmeergebied moet de overlevingskans van Franse olieslachtoffers vergroten', meldde het ANP op 5 januari 2000. 'Vogelopvangcentrum De Fügelpits in Anjum begint donderdag in samenwerking met Staatsbosbeheer met de bouw van de tien bij veertig meter grote kooi.' Het idee is dat vogels veel beter herstellen in een kooi in de buitenlucht dan binnen in het opvangcentrum. Met het wegwassen van de olie verliezen ze ook het vet uit het verenpak. In de kooi kunnen ze weer voorzichtig zwemmen en nieuw vet aanmaken. De Fügelpits is het eerste vogelopvangcentrum in Nederland dat met de uitwenkooi experimenteert. UMTS-veiling Nee, de afkorting UMTS dateert niet van 2000. Al op 16 januari 1990 schreef NRC Handelsblad: 'Rond de eeuwwisseling moet alles volgens een Universeel Mobiel Telecommunicatie Systeem (UMTS) gaan werken, maar in al die internationale commissies moet nog heel wat getouwtrekt worden om iedereen over de streep te trekken.' Het was dat jaar de enige keer dat die afkorting werd gebruikt, en dat gold ook voor 1991. Daarna bleef het maar liefst zes jaar stil rond het Universal Mobile Telecommunications System, een techniek waardoor de mobiele telefoon behalve voor bellen ook gebruikt kan worden voor mobiel internetten en video-ontvangst. Althans, in de ruim 20 kranten in de Nederlandse Persdatabank kwam de afkorting van 1992 tot en met 1997 precies nul keer [105]
voor. Daarna kwam het aarzelend op gang: n vindplaatsen in 1998 (met samenstellingen als UMTS-netwerk, UMTS-standaard en UMTStoepassing), via 20 vindplaatsen in 1999 (met als enige nieuwe samenstellingen UMTS-systeem en UMTS-teleJoon), naar ruim 1950 'hits' in 2000. Er ontstonden ook diverse nieuwe samenstellingen, zoals UMTS-jrequeritie, UMTS-Iicentie, UMTS-techniek en UMTS-vergunning. Debutant UMTS-ueiling haalde met ruim zeshonderd vindplaatsen in kranten en meer dan 400 vindplaatsen op Nederlandse websites de vierde plaats in de topveertig van meest gebruikte neologismen in 2000. De veiling, die plaatshad in het Kurhaus in Scheveningen, begon op 6 juli en eindigde op 21 juli. In navolging van Engeland en Duitsland, waar de veilingen respectievelijk 85 miljard (1400 gulden per hoofd van de bevolking) en i n miljard gulden (1300 per hoofd) hadden opgebracht, dacht men ruim 20 miljard gulden te kunnen binnenhalen (de enorme opbrengst van de Britse veiling leidde tot een nieuwe verklaring voor de afkorting, namelijk 'Unlimited Money to Spend'). Maar in Nederland leverden de vijf UMTSfrequenties de staat 'slechts' 5,9 miljard op, ofwel 373 gulden per hoofd van de bevolking. Dit leidde tot gelegenheidssamenstellingen als UMTS-debacle, UMTS-blunder en UMTS-onderzoek, want in september kondigden de Europese Commissie en de Tweede Kamer aan de veiling te gaan onderzoeken. De veilingen van telefoonvergunningen en telefoonfrequenties - woorden die respectievelijk in 1995 en 1997 debuteerden - leverden de afgelopen jaren veel nieuwe woorden op. Zo spreken we sinds 1996 van frequentieveiling, sinds 1997 van GSM-ueil ing en sinds 1998 van telecomveiling. Net als UMTS-ueiling dook telefonieveüing in 2000 voor het eerst op. Ookfrequentieblok is nieuw. Vergelijk EDGE en GPRS. uurgeldrestaurant Restaurant waar je een uur onbeperkt kunt eten voor een vast bedrag. 'Eten op uurgeld nieuwe trend in Amsterdam', kopte het ANP op 22 oktober 2000. Volgens het persbureau waren in de hoofdstad binnen een jaar tijd minstens drie restaurants geopend waar je 'een uur lang relatief luxueus kunt schranzen voor 15 gulden'. Het bericht vervolgde: [106]
De nieuwe restaurants, onder meer aan de Zeedijk, Rokin en Van Baerlestraat, richten zich op consumenten met weinig tijd en weinig geld. Met name toeristen weten de weg naar de uurge ld restaurants inmiddels te vinden. In de eetgelegenheden koopt de klant een bonnetje - vooraf betalen - waarna die zich onbeperkt kan bedienen van een buffet. De restaurants voeren gemiddeld zo'n twintig gerechten, die wekelijks verschillen. De uurgeldrestaurants zijn in andere wereldsteden als Londen en New York al langer een bekend verschijnsel. Het persbureau gebruikte uurgeldrestaurant alsof het een algemeen bekend begrip is, maar voorzover bekend is het nooit eerder aangetroffen. Samenstellingen met uurgeld- zijn sowieso zeldzaam. Het enige andere voorbeeld is uurgeldberekening, dat voorkomt in een boektitel van omstreeks 1900. vadercentrum Centrum dat hulp biedt aan vaders in een moeilijke situatie. Het woord, dat is gevormd naar het voorbeeld van moedercentrum, debuteerde in februari 2000. De gemeente Den Haag besloot toen twee vadercentra te openen, in de wijken Laak en Escamp. Tot 2003 stelt de gemeente daartoe jaarlijks driehonderdduizend gulden beschikbaar. Initiatiefnemer tot het vadercentrum is E. Moutahid, PvdA-raadslid in Den Haag. 'De centra zijn bedoeld voor vaders met weinig perspectieven', aldus het ANP op 7 februari. 'Het gaat zowel om mannen met een gezin als alleenstaande vaders. Volgens [...] Moutahid komt het er in de praktijk op neer dat vooral allochtone vaders naar de vadercentra komen.' De eerste centra openden in oktober hun deuren. Ze bieden niet alleen hulp bij de opvoeding, maar proberen ook werkloze vaders aan een baan te helpen. Moutahid liet zich inspireren door de moedercentra, die sinds 1992 bestaan. Hoewel er in de afgelopen acht jaar- van Groningen tot Heerlen - 21 moedercentra zijn geopend en er momenteel vijftien in oprichting zijn, is er nog geen woordenboek dat moedercentrum vermeldt.
[107]
vandalenzone Vandalenzone debuteerde op 3 januari 2000. Het is bedacht door burgemeester B. van Wouwe van Katwijk, die in zijn nieuwjaarstoespraak pleitte voor de instelling van een zone op het strand waar baldadige jongeren hun agressie kunnen uitleven, in plaats van op het straatmeubilair in Katwijk. 'De Katwijkse burgemeester kreeg met het voorstel de lachers op zijn hand', meldde het Haarlems Dagblad de volgende dag, 'maar hij bezwoer zijn publiek het serieus te menen. [...] Rond oud en nieuw sneuvelden in het badcentrum onder andere winkelruiten, telefooncellen en postbussen door vuurwerkbommen.' Het idee vandalen op een deel van het strand hun gang te laten gaan, vloeit voort uit het geslaagde graffiti-project in het centrum van Katwijk. Door het plaatsen van een graffiti-gedoogmuur op het parkeerterrein in de Noordduinen is het aantal illegale graffitiuitingen elders in de badplaats drastisch teruggelopen. Het woord gedoogmuur kennen we sinds 1993, graffiti-gedoogmuur sinds 1996. van-pool Regeling om in het woon-werkverkeer te carpoolen met een personenbusje (van in het Engels). 'Ondernemingen is er alles aan gelegen om hun werknemers te stimuleren vooral níet met de auto naar het werk te komen', aldus de Volkskrant op 3 maart 2000. 'Het nieuwste idee om het parkeerprobleem op te lossen is uit de vs overgewaaid: de van-pool.' Fokker Services in Woensdrecht maakte als eerste Nederlands bedrijf gebruik van de van-pool (spreek uit venpoel). Vervoersmanagement Nederland beloonde het initiatief in maart met een prijs. 'Werknemers die bij elkaar in de buurt wonen, worden verdeeld in groepjes van negen. Een van de negen rijdt tegen een vergoeding de uan, een luxe busje waarmee hij of zij de rest ophaalt. Het lijkt oude wijn in nieuwe zakken, want groepjes bouwvakkers gaan zo al jaren van klus naar klus', aldus de Volkskrant. verantwoordingsdag De derde woensdag in mei, de dag waarop het kabinet aan de Tweede Kamer moet uitleggen wat er terecht is gekomen van alle plannen die op prinsjesdag, de derde dinsdag in september, zijn gepresenteerd. Het woord dook in mei 1999 voor het eerst op, toen minister Gerrit Zalm bij wijze van voorproefje [108]
een nepverantwoording aflegde aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Maar in mei 2000 werd de eerste echte verantwoordingsdag gehouden, wat een doorbraak voor dit nieuwe woord betekende. De kranten spraken ook van a/rekendag (dat in een andere context al eerder was gesignaleerd), van dag der verantwoording en van gehaktdag (Trouw op 26 mei: 'Het doel van deze verantwoordingsdag is een scherpere controle van de regering door de Tweede Kamer. Hoewel ik daar een warm voorstander van ben, zie ik geen enkel heil in deze "gehaktdag".') Een echt succes was het niet. 'Door een gebrek aan informatie', aldus de Volkskrant, 'kwam de eerste Verantwoordingsdag in de Tweede Kamer gisteren slechts moeizaam van de grond.' Het Algemeen Dagblad was nog stelliger: 'Het resultaat van deze eerste nationale afrekendag was bedroevend.' vergelijkingssite Website waar je prijzen voor diensten of producten kunt vergelijken. Vergelijkingssite is zo'n helder en vanzelfsprekend woord datje zou verwachten dat het al jaren bestaat, maar in digitale krantenbestanden is het niet voor 2000 aangetroffen. En op internet evenmin, voorzover valt na te gaan. De vroegste vermelding dateert van 3 februari 2000, in Het Financieele Dagblad. 'Ex-bankiers lanceren vergelijkingssite', kopte de krant toen. 'De site moet naar Amerikaans model de consument in de gelegenheid stellen het doorgaans ondoorgrondelijke en weinig transparante aanbod aan financiële producten, beter te doorzien, zonder tussenkomst van tussenpersonen of aanbieders met wellicht uiteenlopende belangen. In internetkringen, en ook in de vs waar het model al werkt, wordt een dergelijke vergelijkende site als belangrijke dreiging gezien voor de gevestigde orde in de financiële wereld.' In mei gebruikten NRC Handelsblad en het Algemeen Dagblad het woord, en daarna volgden veel andere kranten en tijdschriften. Inmiddels is het ook tientallen malen op internet te vinden. Overigens hebben vergelijkingssites vaak opmerkelijke domeinnamen, zoals kijkenvergeIijk.nl, geencentteueel.nl en elcheapo.nl. verthemaparkisering Het verworden tot een themapark. Het woord debuteerde op 2 februari 2000 in Het Parool. Volgens deze krant zijn grote delen van het stadshart aan het veranderen in 'een pretpark [109]
met als belangrijk thema drugs en seks'. De krant was daar geen voorstander van, vandaar de kop: 'Krachtig nee tegen de verthemaparkisering'. Op 29 juni was het woord nogmaals te lezen in deze Amsterdamse krant: Geef binnenstadbewoners de ruimte en ze gaan los. Vol overgave kankeren ze op de verloedering van Nieuwendijk, Leidsestraat, Rembrandtplein of Kalverstraat, het nieuwe favoriete stokpaardje. Men heeft zelfs een diagnose voor de slepende ziekte die het hart van de stad heeft getroffen: verthemaparkisering, of disneyficering. Verthemaparkisering is een enigszins moeizame variant van verpretparkisering, dat we sinds 1998 kennen. Ouder zijn: verpretparking (1991), verpretparken (1994) en disneyficering (1997). Nieuw in 2000 was verpretten. Op 17 juli dook dit op in een hoofdartikel in NRC Handelsblad: Nederland is bezig op grote schaal te verpretten. De Amsterdamse effectenbeurs staat internationaal bekend als een financieel casino waar een uitglijer zoals de introductie van World Online mogelijk is en waar twijfelachtige bedrijven een notering aanvragen omdat ze elders geweerd worden. Het straatbeeld in Nederlandse uitgaanscentra is van een treurigmakende onverzorgdheid, waarbij de openbare ruimte ten prooi is gevallen aan commerciële schreeuwerigheid. Iedere stad heeft zo ongeveer zijn eigen evenementenfestival, iedere provincie zijn pretpark. verzamelinkomen Net als combinatiekorting en meesleepregelincj is uerzamelinkomen een woord uit het nieuwe belastingstelsel. En dus een blijvertje. In kranten was het in 2000 nog niet vaak te lezen, maar op internet is het op minstens 70 websites te vinden. Daar kan men ook de definitie vandaan plukken, uit de Wetstekst Inkomstenbelasting 2001: Artikel 2.5.1 Verzamelinkomen Verzamelinkomen is het gezamenlijke bedrag van:
[110]
a. het inkomen uit werk en woning; b. het inkomen uit aanmerkelijk belang en c. het belastbare inkomen uit sparen en beleggen. Voor de liefhebbers van belastingproza hier nog een paar citaten: 'Elke box heeft een belastbaar inkomen en het totale inkomen in de drie boxen vormt het verzamelinkomen. Tussen de boxen onderling is géén verrekening mogelijk: een verlies in één van de drie boxen kan uitsluitend verrekend worden met positieve inkomsten in diezelfde box.' En: 'De kinderkorting geldt voor de belastingplichtige indien: [...] het gezamenlijke verzamelinkomen van de belastingplichtige en zijn partner niet hoger is dan EUR 52 642 (ƒ 116 008).' Maar dit is echt de mooiste: 'De omvang van de aansprakelijkheid hangt af van de verhouding tussen de aan de belastingschuldige toegerekende inkomensbestanddelen van het minderjarige kind en de verschillende componenten van het verzamelinkomen van de belastingschuldige dat heeft geleid tot een door de belastingschuldige te betalen bedrag aan belasting.' Houd daar rekening mee! Vergelijk combinatiekorting en meesleepregeling.
Viagragrafiek Grafiek die net zo snel stijgt als het mannelijk lid na inname van het erectiebevorderende pilletje Viagra. 'Voorspellingen over mobiel internetgebruik', schreef de Volkskrant op 6 mei 2000, 'worden steevast uitgedrukt in steil oplopende lijnen, ook wel "Viagra-grafieken" genoemd.' De introductie van Viagra, in 1998, heeft verschillende nieuwe woorden opgeleverd, zoals erectiepil, impotentiepil, anti-impotentiepil en potentiepil. De meeste samenstellingen met Viagra- zijn eendagsvliegen gebleken, behalve wellicht Viagrapil. Of Viagragrafiek een lang leven beschoren is, staat nog te bezien - het is in ieder geval beeldend genoeg. De Volkskrant maakte op 29 maart 2000 melding van de Viagra-politicus, een woord dat evenmin eerder is aangetroffen. 'Een heel ander soort landschap is aan het ontstaan in de landen waar het einde van het communisme het begin was van een vrije val richting armoede en wetteloosheid. [...] Het type macht-
[111]
hebber dat hierdoor de afgelopen jaren opgang heeft gemaakt, laat zich niet al te vleiend typeren als "Viagra-politicus". Hij presenteert zich niet zozeer als autoritair, maar vooral als krachtdadig en "werkzaam". Aan ideologie doet hij niet.' vliegtuigtrombose Eind oktober 2000 ontstond in Engeland grote beroering door de plotselinge dood van de fitte 28-jarige Emma Christofferson. 'De vrouw stortte in bij aankomst in Londen na een vlucht uit Australië en overleed kort daarna aan wat artsen nu "vliegtuigtrombose" noemen. In de luchtvaartwereld spreekt men al van het "economy class syndrome'", aldus NRC Handelsblad op 24 oktober. 'Vliegtuigtrombose', vervolgde de krant, 'heeft te maken met de krappe zitplaatsen van passagiers die een lange vlucht maken. De kans op trombose aan boord van een vliegtuig, waarbij een bloedpropje ontstaat in de benen dat vervolgens stolt in de aderen, wordt vergroot door de cabinedruk in het vliegtuig en door urenlang noodgedwongen eenzelfde houding aan te nemen. Als een bloedpropje los raakt en hart of longen bereikt, kan dat fatale gevolgen hebben.' Het artikel verscheen onder de kop 'Eerste slachtoffer van vliegtuigtrombose'. In andere kranten stonden koppen als 'Tumult na dood passagier door vliegtuigtrombose', 'Dood door vliegtuigtrombose' en - een dag later in Trouw - 'Wat te doen tegen "vliegtuigtrombose"?' De krant legde deze vraag voor aan dr. R. Simons van het Aeromedisch Instituut in Soesterberg: Betrouwbare cijfers over 'vliegtuigtrombose' zijn er niet, zegt Simons. Maar dat het vaker gaat voorkomen, staat voor hem vast. 'De lange-afstandsvluchten worden langer en er gaan meer mensen vliegen die niet in een goede conditie zijn.' De beste manier om trombose in het vliegtuig te voorkomen, is regelmatig bewegen met voeten en tenen, zegt hij, en dat moeten luchtvaartmaatschappijen stimuleren. Maar het is de vraag of het economy class syndrome - door één krant vertaald als het toeristenklassesyndroom - eigenlijk wel bestaat. Onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam
[112]
denken van niet. Zij onderzochten het reisgedrag en de gezondheid van achthonderd mensen bij wie trombose werd vermoed. In een artikel in The Lancet concludeerden zij dat vliegtuigtrombose niet bestaat. Maar omdat anderen het hiermee oneens zijn, zal vliegtuigtrombose op termijn mogelijk worden toegevoegd aan de samenstellingen die de Grote Van Dale (1999) nu vermeldt, te weten: hersentrombose, kuittrombose en netvliestrombose. vlinderbiljet Voorzover bekend hebben de dramatisch verlopen presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten slechts twee nieuwe Nederlandse woorden opgeleverd: ponsstemkaart en vlinderbiljet Beide debuteerden in NRC Handelsblad. Het gebruik van ponsstemkaart bleef beperkt tot die krant, maar vlinderbiljet werd door velen overgenomen. Zoals bekend gaat het om een vlindervormig formulier de Engelse naam is Butterfly Ballot - dat zo onduidelijk is vormgegeven dat veel kiezers het verkeerd invulden, waardoor hun stem ongeldig werd. Het biljet was ontworpen door Theresa LePore, een Democratische functionaris van Palm Beach County. Op 10 november 2000 schreef NRC Handelsblad, onder de kop 'Vlinderbiljet ontketent slag om kiesmannen': Om er voor te zorgen dat de letters op het formulier niette klein zouden worden ontwierp LePore het 'vlinderbiljet', met links en rechts pagina's met de namen van de kandidaten en in het midden de rondjes waarde kiezers een gaatje konden prikken. Hier beging zij een blunder: volgens de regels van de staat Florida moeten de eerste twee kandidaten die van de grootste partijen zijn. Op de linker pagina klopte dat: eerst de namen van Bush en Cheney en vervolgens die van het duo Gore/Lieberman. Maar op de rechterzijde staat de naam van Reformparty kandidaat Buchanan tussen die van Bush en Gore aan de linkerzijde. En: het tweede cirkeltje op het formulier is niet dat van Gore maar van Buchanan. Het gevolg was dat bijna 20.000 kiezers per ongeluk Buchanan prikten, hun fout inzagen, een tweede keer prikten en zo hun biljet ongeldig maakten.
[113]
Het formulier maakte LePore, die onmiddellijk de bijnaam Madame Butterfly kreeg, op slag wereldberoemd. Computerfabrikant Apple plaatste meteen een paginagrote advertentie waarop het omstreden biljet werd afgebeeld, met daaronder de slogan 'onderschat nooit de kracht van design'. Plus de tekst: 'Een goede vormgeving is geen luxe. Wij maken al instrumenten voor grafische ontwerpers sinds president Carter in het Witte Huis zat.' Het vlinderbiljet haalde verschillende keren de koppen van Nederlandse kranten. Zo meldde de Volkskrant 'Nature: "vlinderbiljet is uiterst verwarrend'" en Trouw kopte '"Vlinderbiljet" zorgt inderdaad voor fouten'. Een en ander zou blijken uit een onderzoekje van de Canadese psycholoog Robert Sinclair. Maar volgens Het Parool deugde dat onderzoek van geen kanten. Hoe dan ook kregen boze kiezers die eisten dat de vlinderbiljetten ongeldig werden verklaard en dat zij opnieuw mochten stemmen, bij de rechters geen voet aan de grond. Kaartleesmachine, dat eveneens tijdens de verkiezing opgang maakte, is niet kakelvers, maar dateert van 1998. voice portal 'Het Philips-onderdeel Speech Processing en het Amerikaanse Brooktrout Software gaan het Britse 365 Corporation ondersteunen bij het ontwikkelen en lanceren in het Verenigd Koninkrijk van een zogenoemde voice portal. Via deze portal kunnen abonnees telefonisch toegang verkrijgen tot informatie- en bedrijfsforums op internet door middel van stemherkenning', aldus het Haarlems Dagblad op 11 december 2000. De kranten hadden in 2000 weinig aandacht voor voice portals, maar op internet komt de verbinding alleen op Nederlandse websites al ruim driehonderd maal voor. Overigens is stemherkenning in 1992 voor het eerst opgetekend. vondelingenschuif Vroeger werden vondelingen vaak op de trap van de kerk gelegd. En sommige kloosters hadden er zelfs een aparte nis voor. Maar de meeste kloosters zijn verdwenen en vondelingen belanden tegenwoordig steeds vaker op straat en komen zelfs bij het huisvuil terecht. In Duitsland werden in 1999 maar liefst 30 baby's dood op straat aangetroffen - eenderde van alle vondelingen. [114]
Om hier een eind aan te maken besloot een kinderdagverblijf in Hamburg in maart 2000 in de voordeur een Baby-Klappe aan te brengen: een luik van 30 bij 72 centimeter waar vrouwen hun ongewenste baby's dag en nacht kwijt kunnen. In Nederland berichtte Het Parool er als eerste over. Op 7 maart 2000 schreef de krant: De baby die door het luik wordt geschoven, belandt op een verwarmd kinderbed dat door videocamera's in de gaten gehouden wordt. 'De moeder wordt in geen geval gefilmd', verzekert sociaal pedagoog Gisela Schlosser. Tegelijkertijd wordt via een elektronisch signaal personeel gewaarschuwd, dat binnen enkele minuten ter plekke kan zijn. Als de moeder acht weken niets van zich laat horen, wordt het kind ter adoptie aangeboden. De Amsterdamse krant vertaalde het Duitse neologisme Baby-Klappe als babyluik, maar de Vlaamse krant De Morgen voegde daar de volgende dag vondelingenschuif aan toe. Babyluik en vondelingenschuif werden in de loop van het jaar nog verschillende keren gebruikt, vondelingenschuif het frequentst en het prominentst. Dat kwam doordat de stichting Moeders voor Moeders in september een uondelingenschuif opende in Antwerpen. Een en ander leidde tot koppen als 'Vondelingenschuif in Antwerpen', 'België boos over vondelingenschuif' en 'Vondelingenschuif wekt verbijstering'. In Vlaanderen is een schuiflade' om vondelingen in te leggen overigens geen nieuw verschijnsel. Een en ander wordt al vermeld in een woordenboek uit 1901 en het gebruik zal nog wel ouder zijn. De samenstelling vondelingenschuif is echter niet vóór 2000 aangetroffen. NRC Handelsblad sprak in haar berichtgeving over de Hamburgse Baby-Klappe over kleppenbaby ('De eerste zogeheten "kleppenbaby" van Hamburg is inmiddels bij haar pleegouders'), maar het is onwaarschijnlijk dat dat neologisme zal beklijven. watertoets Onderzoek dat moet voorkomen dat nieuwbouwplannen worden gemaakt voor gebieden waar eigenlijk het water vrij spel moet hebben. Het woord debuteerde medio 1999 en brak door in 2000. Voorzover bekend was het voor het eerst te lezen in een streekkrant, namelijk de Rijn en Gouwe. Op 3 juni 1999 schreef deze krant: [115]
Bij nieuwbouwplannen in de provincie Utrecht moet meer rekening gehouden worden met het natuurlijke peil en de loop van het water. Gedeputeerde Kamp (CDA), verantwoordelijk voor alles wat met water te maken heeft, wil dat er bij de opstelling van bestemmingsplannen standaard een soort 'water-toets' plaatsvindt. Het begrip werd overgenomen door de zogenoemde 'Commissie waterbeheer 21ste eeuw'. Die adviseerde staatssecretaris De Vries van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in augustus 2000 om zo'n toets wettelijk vast te leggen. In december 2000 berichtte de Volkskrant hierover: Om de bestaande opvangcapaciteit voor bescherming tegen overstromingen te waarborgen, voert het kabinet een 'watertoets' in. In bestemmingsplannen, streekplannen, bij woningbouw, aanleg van bedrijventerreinen en nieuwe wegen moet vanaf nu worden afgewogen of hoog water overlast kan opleveren of een veiligheidsrisico vormt. Het is echter niet duidelijk hoe dwingend dat voorschrift wordt. De provincie bepaalt volgens De Vries uiteindelijk of een project de 'watertoets' doorstaat. Het rijk blijft op afstand en haalt geen streep door het plan als het in zijn ogen wel een groot risico op wateroverlast loopt. weblog Soort digitaal dagboek met korte recensies van bezochte websites. 'Hoeveel weblogs er zijn, is onbekend. Vermoedelijk tienduizenden. In Nederland houden minstens enkele tientallen surfers een weblog bij', aldus NRC Handelsblad op 21 april 2000. Internetjournaliste Marie-José Klaver verduidelijkte dat webloggen geen 'volkomen nieuw verschijnsel' is. 'Weblogs zijn zo oud als het web. De eerste zoekmachine Yahoo! is in 1994 begonnen als een weblog, een verzameling leuke sites die de promovendi David Filo en Jerry Yang op hun homepage aan de universiteit van Stanford zetten. [...] Nieuw is wel de subcultuur van het webloggen. Wereldwijd zijn er dagelijks tienduizenden mensen bezig met het schrijven van stukjes over websites en internetnieuws op hun eigen homepage.' Hoewel het verschijnsel dus ouder is, debuteerde het [116]
woord weblog pas in 2000 in de Nederlandse dagbladen, samen met de verkorte vorm blog (in vakbladen zal het eerder zijn gebruikt). Het stootte meteen door naar de eerste plaats in de topveertig van meest gebruikte neologismen van het jaar 2000, vooral door de hoge freqentie op internet. Overigens worden samenstellers van weblogs wel webloggers genoemd. websuper Supermarkt op internet. Websuper is een verkorting van websupermarkt, dat eveneens in 2000 debuteerde. De verkorte vorm kwam echter (iets) vaker voor. Het idee zal duidelijk zijn: je geeft je boodschappen online door en daarna worden ze aan huis bezorgd. Bij de Nederlandse websupers hapert er nog wat, zo bleek in september 2000 uit een onderzoek van Distrifood, het vakblad voor de supermarktsector. Op 4 september schreef het Algemeen Dagblad: Distrifood liet mensen bij 5 websupers boodschappen doen: bij C1000, Plusmarkt, Boodschappenlijn, Wehkamp en Albert Heijn. Verse producten bestellen via internet bleek kwetsbaar. Door een fout in de bezorging kreeg de testpersoon bij een Plusmarkt brood van een dag oud. Vis en groente waren door dezelfde fout enkele keren in en uit de koeling geweest, waardoor ze er bij aflevering allerminst vers uitzagen. Wehkamp en Boodschappenlijn doen nog niet aan vers. De Boodschappenlijn leverde houdbare producten waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum was verlopen. De veelal lange tijd (minimaal 2 uur) die de klanten kwijt waren met het thuis wachten op de spullen, werd eveneens als bezwaarlijk ervaren. De Nederlandse websuper is nog in opkomst. In Engeland en de Verenigde Staten is het echter een bekend verschijnsel. Het Britse Tesco is met ruim 250.000 klanten (in 2000) een van de grootste. De oudste websuper, het Amerikaanse Peapod, ging al in 1989 online. In 2000 werd het bedrijf voor 180 miljoen gulden overgenomen door Ahold, dat een wereldwijde websupermarkt wil gaan openen. Het verwante webwinkel dateert van 1995, webwinkelen van 1999 (kop in de Volkskrant van 26 juni 1999 'Web-winkelen veiliger met nieuw keurmerk'). [117]
weeralarm 'Het KNMI geeft sinds zondagochtend acht uur een zogeheten weeralarm', aldus het ANP op 28 mei 2000. Behalve een weeralarm kan het KNMI ook een weeralert uitgeven, eveneens een nieuw woord. Dergelijke waarschuwingen worden gegeven als er in de ogen van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut maatschappij-ontwrichtend weer dreigt (een nieuwe vaste verbinding). Een weeralert ('een meteorologisch overzicht met nauwkeurige omschrijving van het te verwachten (nood)weer') wordt op zijn vroegst 24 uur tevoren uitgegeven, uiterlijk 12 uur later gevolgd door het weeralarm. Er wordt gewaarschuwd voor zaken als zware tot zeer zware storm, orkanen, zeer zware windstoten, aanhoudend zware regen op grote schaal, aanhoudend zware sneeuwval, ijzel op grote schaal of zwaar onweer op grote schaal. Trouw verbaasde zich in juli 2000 over de plotselinge opkomst van maatschappij-ontwrichtend weer: De vraag blijft waar die term opeens vandaan komt. Daarvoor moeten we bij het KNMI zijn. Sinds 1 april is het beleid van het instituut om bij dreigend noodweer in 'krachtiger bewoordingen' te waarschuwen. Druk verkeer en een toename van recreatie maken de samenleving kwetsbaarder voor extreme situaties. Bovendien bleek dat mensen zich amper een voorstelling kunnen maken van termen als 'zware storm' of'orkaan' en zich er niet veel van aantrekken. Daarom vond het KNMI het nodig om niet alleen weer te voorspellen, maar ook mogelijke gevolgen aan te geven. Bij onrustbarende ontwikkelingen zendt het KN M i eerst een 'weeralarm' uit naar de media. Op hun internetpagina (www.knmi.nl) knippert een zwaailicht en is meer informatie te vinden. De criteria voor het weeralarm, waarvan de term 'maatschappij-ontwrichtend weer' een onderdeel is, zijn zo vastgesteld dat niet gauw een overbodige, paniekerige waarschuwing wordt afgegeven. wegwerptelefoon Telefoon die na gebruik kan worden weggegooid. 'Nog even', aldus het ANP op 2 november 2000, 'en dan ligt na de wegwerpcamera en de wegwerpaansteker ook de mobiele wegwerptelefoon in de winkel.' Volgens het persbureau kwam een [118]
Amerikaanse speelgoedontwerpster op dit idee 'nadat ze met pech langs de weg had gestaan en haar telefoon uit het raam wilde gooien. Een paar jaar en twee dozijn patentaanvragen later, is de wegwerptelefoon klaar voor productie. Het gaat om een kartonnen toestel met lichtgewicht elektronica dat een beltegoed van ongeveer vijftig gulden krijgt.' In 2001 moet de wegwerptelefoon - het Algemeen Dagblad sprak van een wegwerp-GSM - in de winkel liggen. Samenstellingen met wegwerp- dateren overigens uit het begin van de jaren zeventig. Voorzover bekend was wegwerpondersteek in 1971 de eerste. De Grote Van Dale (1999) vermeldt nu onder meer: wegwerpartikel, wegwerpbatterij, wegiuerpbestek, wegwerpjles, wegwerpkleding, wegwerpluier, wegwerpservies, wegwerpspuit, wegwerptextiel en wegwerpverpakking. Al in 1972 is het woord wegwerpcultuur gesignaleerd. wiebellicht Mountainbikers rijden vaak rond zonder bel of fïetslamp. 'Wie toch legaal heuvels wil slechten en de fiets stevig op de proef wil stellen, kan een wiebellicht kopen', aldus NRC Handelsblad op 24 januari 2000. 'Dit is een lamp waarbij het lamphuis vrij in een houder hangt en dientengevolge de al dan niet schokkende bewegingen van de mountainbiker volgt. Het wiebellicht wordt vastgeklikt in een houder en kan op de helm, het stuur of de zadelpen worden bevestigd.' De verlichting bestaat uit drie LED-lampjes een woord uit de jaren zeventig - gevoed door een batterijtje van 1,5 volt. Overigens vermelden onze woordenboeken opmerkelijk weinig samenstellingen met wiebel-. Van Dale en het Groene Boekje kennen alleen wiebeltaks voor 'belasting waarvan het tarief tijdelijk gewijzigd kan worden naar de schommeling van de conjunctuur'. Wiebelkont voor 'iemand die niet stil kan zitten' is nog nergens vastgelegd, hoewel dit al decennialang voorkomt. yettie Letterwoord uit Young Entrepreneurial Technocrat. Het woord is gemunt door de Amerikaanse journalist Sam Sifton, schrijver van het boek A Field Guide to the Yettie: America's Young, Entrepreneurial Technocrats (1999). Hij vormde het naar het voorbeeld van yuppie, dat sinds 1982 in omloop is (en dat weer is gekneed naar het voorbeeld van hippie). Voorzover bekend gebruikte Elsevier het woord als eer[119]
ste, op 5 augustus 2000, in een artikel over cabrioletten. Tn de jaren tachtig reed de cabrio via een tussenstop bij menig Bijlmerboefje onlangs rechtstreeks de natte dromen binnen van menig yettie.' Op 18 november ging Victor Frölke in Het Parool wat dieper in op Siftons boek. Een yettie is 'een werknemer bij een internetbedrijf die niet kan uitleggen aan zijn moeder wat hij precies doet\ Hij [Sifton] onderscheidt 21 subtypen. Onder hen niet alleen die website-ontwerper die tot diep in de nacht achter zijn ¡Mac zit, maar ook die bijdehante internet-ondernemer die weigert een stropdas te dragen, die smoezelige man op gympies die 'in de games' zit, het bebrilde meisje op de scooter dat voor een webzine schrijft en haarvriend, de kromlopende, zwijgzame programmeur. Yetties vormen de digitale klasse en die dijt uit. Steeds meer moeders blijven in verwarring achter. Generatie Y: dotcommers, digirati, nerds of geeks - allemaal termen die in de buurt komen, maar yettie is beter. Het bevat precies de drie noodzakelijke eigenschappen: jong, ondernemend, en technocratisch. Voor wie denkt dat yettie een obscuur woord is: op internet komt het op vele honderden pagina's voor. Zalmkit Proefsetje met acht euromunten. Het setje wordt twee weken voor de officiële introductie van de euro op 1 januari 2002 aan iedereen boven de zes jaar toegestuurd. Het bevat de munten van een, twee, vijf, tien, twintig en vijftig eurocent en van een en twee euro. Het woord Zalmkit debuteerde in september 1999, nadat de EU-ministers van Financiën tijdens een informeel overleg hadden ingestemd met de verstrekking van zo'n proefset. Op 11 september meldde het ANP: Consumenten moeten wel zelf betalen vooreen proefpakketje. 'Als overheid gaan wij hiervoor niet betalen', aldus minister Zalm van Financiën, die het pakketje zaterdag zelf al 'Zalmkit' doopte.
[120]
In 1999 werd niet veel meer van de Zalmkit vernomen, maar in 2000 des te meer, want toen brak over dit proefpakket een hevige discussie los in de Tweede Kamer. Inmiddels was namelijk niet duidelijk wie de Zalmkit zou gaan betalen. De kosten werden geschat op 120 miljoen gulden voor de setjes, en 80 miljoen voor de distributie. Zalm vond dat De Nederlandsche Bank de Zalmkit moest betalen, De Nederlandsche Bank vond dat het Rijk voor de kosten moest opdraaien en de Kamer vond de Zalmkit hoe dan ook te duur. 'De euro-omwisseling is een geldoperatie zonder precedenten', schamperde NRC Handelsblad op 21 juni 2000. 'En de kamer en de minister houden zich uitputtend bezig met een setje van 3,88 euro. Nederland blijft onovertroffen als kruidenier die op de kleintjes past maar de grote risico's niet ziet.' Tijdens de vele discussies over de Zalmkit dook geregeld het woord euroset op, eveneens een nieuwkomer. Daarnaast sprak men van Zalmzakje en Zalmset, ook debutanten. Maar Zalmkit werd verreweg het vaakst gebruikt, ruim 40 keer. Daarmee is Gerrit Zalm voor de zoveelste keer vernoemd, ditmaal kennelijk door hemzelf. Eerder werd hij vereeuwigd in de Zalmnorm (1995), de Zalmsnip (1997) en de Zalmstrook (eveneens in 1997). Er zijn wel vaker Nederlandse politici vernoemd - denk aan belubberen, boer-Koekoekejfect, Dreestrekker, Lucaskind, het kwartje van Kok, Lubberiaans, Rudinomics en Vredelingbuwelijk - maar in taalkundig opzicht is Zalm verreweg de succesvolste politicus van na de Tweede Wereldoorlog. Zappi Glas met de mechanische eigenschappen van aluminium, transparant en sterk genoeg om constructief toe te passen in gebouwen. Het glas is in opdracht van Mick Eekhout, hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft, ontwikkeld door Fred Veer, onderzoeker bij de Delftse subfaculteit Technische Materiaalwetenschappen. Opmerkelijk genoeg was de naam er al jaren voor het glas. De geschiedenis van de naam werd op 19 augustus 2000 uit de doeken gedaan door NRC Handelsblad: In januari 1992 werd in Amsterdam een publieke discussie gehouden tussen Eekhout en zijn promotor Oosterhof, over de cul-
[121]
turele betekenis van ijzer. DiscussieleiderThijs Asselbergs, voormalig bouwmeester van Haarlem, vroeg hun de eigenschappen te omschrijven van het ideale bouwmateriaal. Aan dit nog onbekende materiaal had hij de werknaam 'Zappi' gegeven. Eekhout beschreef toen een materiaal dat de mechanische eigenschappen van aluminium (of staal) verenigt met de transparantie van glas. Transparant aluminium of buigzaam glas - Mick Eekhout had vanaf dat moment een naam voor het materiaal van zijn dromen: Zappi. Eekhout besloot zijn inaugurele rede in 1992 met de uitspraak 'Vir prudens non exspectat dum alii Zappi inveniant', ofwel: een verstandig man wacht niet tot anderen Zappi uitvinden. Acht jaar later ontwikkelden Fred Veer en zijn studenten de eerste zogenoemde Zappi-elementen. NRC Handelsblad maakte er als eerste melding van, gevolgd door Cobouu; ('De afdeling Bouwtechnologie van de TU Delft gaat nieuwe proeven doen met het belasten van liggers, platen en kolommen van "zappi", een transparant materiaal van chemisch gehard glas, polycarbonaat en een onder invloed van blauw licht verhardende lijm.') Daarna volgden diverse andere tijdschriften en kranten. Een en ander leverde meteen enkele samenstellingen op, zoals Zappi-element, Zappiglas, Zappikolom, Zappiplaat en Zappisteunbalk. Omdat Zappi bestaat uit een 'sandwich' van chemisch gehard glas en polycarbonaat, wordt het soms sandimchcjlas genoemd. Ook dat is een nieuw woord. zinloos rijk Onmetelijk rijk. Deze nieuwe verbinding - die is gevormd naar het voorbeeld van zinloos geweld - werd op 1 april 2000 door Joost Ramaer gemunt in de Volkskrant. In een stuk over Nina Brink en World Online schreef Ramaer: 'Nina Brink trekt al twaalf jaar lang een spoor van verliezen en niet nagekomen beloften. [...] Maar hoe groter haar verliezen, hoe hoger Nina stijgt in de besloten wereld van de zinloos rijken.' Zes weken later berichtte dezelfde krant: 'De wereld telt nu 55 duizend "zinloos rijken'". Het gaat om mensen met een vermogen van meer dan zeventig miljoen gulden, vooral verdiend aan de beursgang van technologiebedrijven.
[122]
Naar aanleiding van dit bericht schreef H.J.A. Hofland in NRC Handelsblad: In de Volkskrant las ik een kop waarin sprake was van 'zinloos rijken'. Niet eerder had ik deze twee woorden achter elkaar gezien. Ik maak de maker erop attent: leg het copyright vast opdat het u straks niet kan worden betwist. [...] Zinloos rijk is een analogie van zinloos geweld, dat is het plegen met geen ander doel dan de geweldplegingzelf, geweld kortweg, ongeacht de gevolgen. Zinloos rijk zijn is het rijk zijn om het rijk zijn, en niets anders. Er is nog een overeenkomst. De pleger van zinloos geweld moedigt zich, al plegend tot meer geweld aan. Hij wordt meegesleept in zijn eigen razernij. De zinloos rijke wordt op overeenkomstige manier het object van zijn eigen heblust. Hij wil, zou Céline hebben gezegd, tien armen hebben om meer zakken vol goud te kunnen omvatten, en aan iedere hand drie wijsvingers en drie duimen om de goudstukken te kunnen tellen. Overigens is het geen sinecure om zinloos rijk te zijn. Zinloos rijken (ook wel dotcom-yuppen genoemd) kunnen te maken krijgen met het zogenoemde sudden-wealthsyndroom, een verschijnsel dat in 1999 werd vastgesteld door Amerikaanse psychologen en dat kan leiden tot slapeloosheid, drankmisbruik, onverzadigbaarheid en complete instorting. In Nederland debuteerde de naam van het syndroom op 3 juni 2000, in NRC Handelsblad, in de kop: 'Jonge miljonairs zuchten onder sudden wealth-syndroom'. zorgacademie Door uitzendbureau Randstad bekostigde opleiding voor uitzendkrachten bij een van de 46 regionale opleidingscentra (ROC) in Nederland. NRC Handelsblad meldde de oprichting van de academie op 10 mei 2000, onder de kop 'Randstad start zorgacademie': Volgens projectleider Murk Westerterp van Randstad Gezondheidszorg is de constructie voor alle partijen aantrekkelijk. De zorginstellingen krijgen de beschikking over een reservoir van goed opgeleid personeel, waarvoor Randstad de werving en se[123]
lectie heeft gedaan. De ROC'S die nu zorgopleidingen aanbieden, krijgen een instroom van nieuwe leerlingen en daarmee meer inkomsten. Het oude probleem van ROC'S om leerlingen stageplaatsen te bieden is ook opgelost, omdat de leerlingen al als uitzendkracht werken en die uren als stage kunnen gelden. Volgens het bericht konden de uitzendkrachten zich op de zorgacademie onder meer laten opleiden tot thuiszorgassistent, ook een woord dat in 2000 voor het eerst is gesignaleerd. zorgidentificatienummer Identificatienummer waarmee hulpverleners medische informatie via de computer kunnen opvragen. Ook gespeld als Zorg-ldentificatie-Nummer en afgekort tot ZIN. In september 2000 tekende het 'ICT Platform in de Zorg', de bedenker van het zorgidentificatienummer, een intentieverklaring met de betrokken organisaties over de elektronische uitwisseling van medische informatie. 'In de verklaring spreken zorgverleners, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de overheid af dat zij gaan werken aan een infrastructuur die het mogelijk maakt gegevens onderling uit te wisselen. [...] Het unieke patiëntennummer komt te staan op een zorgpas, die mensen krijgen als ze in aanraking zijn geweest met medische behandelaars', aldus het ANP op 9 september. Veel kranten verkortten zorgidentificatienummer tot zorgnummer (ook een nieuwkomer), wat leidde tot koppen als 'Invoering zorgnummer laat op zich wachten' en 'Betrouwbaarheid zorgnummer niet bij voorbaat gewaarborgd'. Zorgpas bestaat al sinds 1993 en ook patiëntennummer was al in gebruik, maar door zorgidentificatienummer kreeg het er even een betekenis bij. zwemluier Waterafstotende luier die speciaal is bedoeld voor in het zwembad of aan het strand. De eerste zwemluiers kwamen in april 2000 op de markt. Het gaat om een product van Kimberly-Clark, leveranciervan Huggies. De merknaam is 'Little Swimmers'. 'De luiers moeten een einde maken aan onhygiënische toestanden in zwembaden. Ook hoeven ouders zich niet meer te schamen voor ontlasting die plotseling boven komt drijven tijdens het uurtje ba[124]
byzwemmen.' Aldus het Rotterdams Dagblad op 9 maart 2000. De kop boven het artikel luidde: 'Zwemluier maakt einde aan schaamte voor poep en plas'.
[125]
Bijvoegsel: De nieuwe woorden thematisch Beroepen (4) bezorgtraiteur 27 boerenkoolpsycholoog 28 overgangsconsulente 77-78 yettie 119-120
yettie 119-120 Dieren (9)
Computer en internet (28) cd on demand 31 co-buying 1 2 , 1 3 , 32 computeragressie 13, 34-35 computerkleding 35-36 contentleverancier 13,14, 37 copyleft 12, 38 Crusoe-chip 13, 39 dieplinken 1 3 , 1 5 , 4 2 domeinmakelaar 12, 44-45 emotiemuis 50 hyperadaptivity 60 internettippelen 63 muizen 73-74 persoonsdomeinnaam 12, 80 pilabonnement 81 privésurfen 13, 85-86 puntnl 86-87 scanpen 89 schrikkelbug 91-92 scriptkiddie 13, 92 sensorpen 92-93 sexchatten 14, 93-94 superkoelkast 101 vergelijkingssite 13,109 voice portal 1 2 , 1 1 4 weblog 1 1 , 1 2 , 1 1 6 - 1 1 7 websuper 9,117 [126]
agroproductiepark 14,19-20 dennenhoutaaltje 40-41 doggydancing 44 extensiveringszone 53 Free Willy-syndroom 56 labrahuahua 65 paardenpaspoort 79-80 slijtersziekte 13,14, 96-97 uitwenkooi 105 Economie en financiën (30) aanwezigheid 10,19 agressieverzekering 19 agroproductiepark 14,19-20 B2B 10,12, 22-23 beleveniseconomie 13, 24 bezorgeconomie 26-27 combinatiekorting 1 2 , 1 3 , 33 conflictdiamant 36-37 contentleverancier 1 3 , 1 4 , 3 7 cosmocraat 38-39 delisting 40 domeinmakelaar 12,44-45 emotiemarketing 24, 50 Euronext-index 51 generatiefonds 57-58 hypotheekziekte 13, 60-61 kooploze zondag 64-65 meesleepregeling 12, 71 modemall 72 productvalidatie 86
serviceability ii, 92 sign-in-bonus 13, 94 soepshop 15, 99 TMT 12, 102 troostkoper 104 verzamelinkomen 12,110-111 Viagragrafiek 111-112 websuper 9,117 Zalmkit 13,120-121 zinloos rijk 122-123 Geneeskunde, gezondheidszorg (18) aquabalancing 13, 20-21 carrièrepil 30 deukdij 41-42 griepremmer 59 kraamsuite 65 medisch asieltoerisme 70-71 moparm 73 nanocopter 74 overbruggingszorg 13, 76-77 pilabonnement 81 pinarm 73, 81 piassticker 82-83 riaggisering 88 sensorpen 92-93 vliegtuigtrombose 112-113 vondelingenschuif 13, 114-115 zorgacademie 123-124 zorgidentificatienummer 13, 124 Misdaad, politie, rechtspraak (15) bengelaar 13, 24-25 [127]
bestuurlijke ophouding 12, 25-26 Catch-Ken 30 cold case squad 32-33 combiroes 33-34 DNA-hit 42-43 E K-parket 50 halsbandbom 59 juniorenpolitieagent 63 marathonmethode 69-70 mengprofiel 71-7 2 schiettelefoon 90-91 slachtofferloket 94-95 slangenkop 9,12, 95-96 snelrechtbus 13, 98-99 Mobiele telefonie (11) chatboard 12,14, 31-32 EDGE 46-48 GPRS 12, 58
i-mode 12, 61-62 kickback fee 63 m-business 13,70 schalenmast 89-90 sms-en 13, 97-98 UMTS-veiling 12,105-106 voice portal 1 2 , 1 1 4 wegwerptelefoon 14,118-119 Onderwijs en opvoeding (5) bamamodel 12, 23 dumpkind 46 regelvrije school 87-88 schoolfruit 14, 91 taaibuddy 15,101
Politiek en werkgelegenheid (21) beleidsporno 13, 23-24 bridge job 28-29 carbonneutraal 29 conflictdiamant 36-37 e-government 12,48-50 extensiveringszone 53 filtratiekamp 55 -gate 56 homecoach 60 kooploze zondag 64-65 leugen regeert, de 12, 67-69 medisch asieltoerisme 70-71 polderoplossing 84-85 rampcommissie 87 sorrycultuur 99-100 tocht van medeleven 102-103 vadercentrum 107 vandalenzone 108 verantwoordingsdag 108-109 vlinderbiljet 113-114 watertoets 13,115-116 Sporten seks (11) antennewimpel 20 car dropping 29-30 crush-video 39 doggy dancing 44 evenementenbier 9 , 1 3 , 1 4 , 51-52 eventing 12, 52 internettippelen 63 klapracket 64 rollersneaker 88-89 sexchatten 14, 93-94 streetcarver 100
Televisie (5) communitycaster 34 crush-video 39 inbel-spelletje 62 netstatuut 74-75 nichezender 74 Verkeer en vervoer (17) autoritadvies 9 , 1 3 , 2 2 bereikbaarheidsoffensief 9, 12,25,46 Bikbus 27 dodehoekspiegel 43-44 druktetarief 9, 45-46 eenliterauto 48 fiets knooppuntensysteem 53-54 filezwaaien 9, 54 filterblokkade 54 flitsstep 55-56 geluidsjaar 56-57 info-abri 62 kilometeronderbreker 63-64 laserecho 66-67 onderwaterhelikopter 76 plusstrook 9, 83-84 van-pool 9,13,108 Voedsel (7) bezorgtraiteur 27 Bikbus 27 paardenpaspoort 79-80 papizza 80 schoolfruit 14, 91 tarwekauwgom 14,101-102 uurgeldrestaurant 106-107
[128]
Wetenschap en techniek (6) asobot 21-22 bloeddatabank 27-28 Breurram 28 depletielamp 41 polscamera 85 Zappi 121-122
[129]
Literatuur 'Nieuwe woorden in onze taal', in: Winkler Prins Boek van het jaar (Amsterdam/Brussel 1958,1959,1960,1961,1962,1966,1969, 1976,1980). John Ayto Twentieth century words (Oxford 1999) W. Th. De Boer (red.) Koenen woordenboek Nederlands (Utrecht/Antwerpen 199930) Ton den Boon Taal van het jaar nul. Kroniek van het Nederlands in 2000 (Utrecht/Antwerpen 2001) Rouke G. Broersma Recht voor z'n raap.Jargonboek voor hippe en andere vogels (Leiden 1970) Jef Coeck Nieuwsspraak: een zakwoordenboekje (Antwerpen 1994) Mare De Coster Woordenboek van jargon en slang (Amsterdam 1992) Mare De Coster Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (Den Haag/Antwerpen 1998) Mare De Coster Woordenboek van neologismen. 25 jaar taaiaanwinsten (Amsterdam/Antwerpen 1999) Rob Doeve Onder de pet. En ander modern taalgebruik (Den Haag/Antwerpen 1999) Hans Ferrée In en uit: statusvijzel voor de halfwas-intellectueel en zijn tegendraadse amateur (Amsterdam 19642) Hans Ferrée Het trendletter ABC (z.pl. 1983) Guido Geerts & Ton den Boon (red.) Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal (Utrecht/Antwerpen 199913) Cor Hoppenbrouwers Jongerentaal. De tipparade van de omgangstaal (Hoogezand 1991) Joop & Kees van der Horst Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw (Den Haag/Antwerpen 1999) Frank Jansen & Hubert Roza Het laatste woord (Amsterdam 1993) Frank Jansen & Hubert Roza Nieuwlands. De jongste taaiaanwinsten (Amsterdam/Antwerpen 1995) Wim de Jong & Henrico Prins Kantoortaal. Zakwoordenboek voor op het werk (Amsterdam 1997) Elizabeth Knowles & Julia Elliott (red.) The Ox/ord dictionary ojnew words (Oxford 1997)
[130]
Liesbeth Koenen & Rik Smits Peptalk. De Engelse woordenschat uan het Nederlands (Amsterdam 19922) Jan Kuitenbrouwer Turbo-taal. Van socio-babble tot yuppie-speak (Amsterdam 1987) Jan Kuitenbrouwer Neo-turbo: van yuppie-speak tot crypto-mumble (Amsterdam 1993) Jan Kuitenbrouwer Hedenlands. Klein lexicon van het gaande en komende taaijaar (Amsterdam 1996) Frans van Lier Jaartaai: de debuutwoorden van 1992 (Amsterdam 1993) Frans van Lier Jaartaai: de debuutwoorden van 1993 (Amsterdam 1994) Frans van Lier Jaartaai: de debuutwoorden uan 1994 (Amsterdam 1995) Maarten van Nierop Nieuwe woorden. Verklarend en verhalend woordenboek van modern taalgebruik (Hasselt 1975) Maarten van Nierop Nieuwe-woordenboek (Hasselt 1976) Maarten van Nierop Verklarend lexicon van nieuwe woorden (Hasselt 1979) J. Posthumus A description of a corpus of anglicisms (Groningen 1986) Riemer Reinsma Signalement van nieuwe woorden. W.P. Woordenboek uan 2000 neologismen (Amsterdam/Brussel 1975) Riemer Reinsma Neologismen (Utrecht/Antwerpen 1984) Riemer Reinsma Neologismen (Den Haag/Antwerpen 1999) Ewoud Sanders De taal van het jaar. Nieuwe woorden en uitdrukkingen, editie 2000 (Amsterdam/Antwerpen 2000) Nicoline van der Sijs Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands (Den Haag/Antwerpen 1996) Nicoline van der Sijs Geleend en uitgeleend. Nederlandse woorden in andere talen & andersom (Amsterdam 1998) Nicoline van der Sijs & P.A.F. van Veen Van Dale etymologisch woordenboek. De herkomst uan onze woorden (Utrecht/Antwerpen 19972) Rik Smits & Liesbeth Koenen Peptalk & Pumps (Amsterdam 1989) P.G.J. van Sterkenburg Taal uan het journaal. Een momentopname uan hedendaags Nederlands (Den Haag/Antwerpen 1989) P.G.J. van Sterkenburg & M.C. van den Toorn Veertig jaar journaal veertig jaar taal (Den Haag/Antwerpen 1997) [131]
Eric Tiggeler & Mieke Vuijk Nu nog smeuïger! Reclametaal en ander trendy taalgebruik (Amsterdam/Antwerpen 2000) Sarah Tulloch The Oxford dictionary of new words (Oxford 1992) P. Wijnands & J.M. Ost Woorden van deze tíjd (Amsterdam/Antwerpen 19802)
[132]
Alfabetisch register De nieuwe woorden en uitdrukkingen waaraan afzonderlijke gewijd, zijn ín het alfabetisch register vet gezet. 4& 98 aanblijfpremie 94 aanwezigheid 10,19 afrekendag 109 agressiecamera 19 agressiedetector 19 agressiemelder 19 agressieverzekering 19 agroproduct 20 agroproductiepark 14,19-20 aids-remmer 59 antennewimpel 20 antifileplan 9, 6 anti-impotentiepil i n aquabalancing 13,20-21 arbeidsmarkttoeleider 60 armoedeval 12 asieltoerisme 70 aso 21 asobot 21-22 association robot 21 autoloze zondag 64 autoped 55 autoritadvies 9,13, 22 azijnaaltje 41 babyluik 115 bachelor/mastermodel 23 B2B 10,12, 22-23 B2B-communicatiekanaal 23 B2B-handel 22 B2B-markt 23 B2B-site 23 [133]
artikelen zíjn
B2B-software 23 B2B-toepassing 23 B2C 23 B2E 23 bamamodel 12, 23 bamaopleiding 23 bamaproject 23 bamastructuur 23 bamasysteem 23 beachprint 100 bejegeningsprofiel 26 beleidsporno 13, 23-24 beleveniscommunicatie 24, 50 beleveniseconomie 13, 24 belubberen 121 bengelaar 13, 24-25 benuttingsvariant 9, 46 bereikbaarheidsoffensief 9, 12,25,46 beschavingsoffensief 25 bestuurlijk aanhouden 26 bestuurlijk ophouden 26 bestuurlijke ophouding 12, 25-26 bestuurlijke-ophoudingsactie 26 bestuurlijke ophoudingsplaats 26 bezorgeconomie 26-27 bezorgtraiteur 27 Bikbus 27
biomotor 74 bioterrorist 9 bladaaltje 41 bloedbank 27 bloeddata 28 bloeddatabank 27-28 bloeddiamant 36 blog 117 boerenkoolpsycholoog 28 boerenkoolslijpen 28 boerenkoolslijper 28 boerenkoolspel 28 Boerenkoolstronlceradeel 28 boerenkoolvoetbal 28 boer-Koekoekeffect 121 boommast 90 boxdrainage 71 boxenstelsel 71 boxhoppen 71 boxhopping 71 boxtoerisme 71 braaf bier 52 branden (van cd's) 31 brandzuil 31 breedzichtspiegel 43 breekboom 52 Breurram 28 bridge job 28-29 buddy 101 business-to-business 22 business to business-verkeer 22 business to consumer 23 buurtvader 9 Buy Nothing Day 65 car bonneutraal 29 car dropping 29-30
carpoolen 108 carrièrepil 30 carven 100 Catch-Ken 30 C2C 23 cd-branden 31 cd-marker 31 cd on demand 31 cd-pen 31 cd-stift 31 chatboard 12,14, 31-32 chatbox 93 chatroom 93 chatten 93 chewing gum 102 cholesterolremmer 59 circuitschakeling 58 Ciro 55 cityroller 55 co-buying 1 2 , 1 3 , 32 co-shoppen 32 co-shopping 32 cold case 32 cold case-aanpak 33 cold case squad 32-33 cold cases-team 33 combinatiekorting 1 2 , 1 3 , 3 3 combiroes 33-34 communitycaster 34 compactdisc 31 computeragressie 13, 34-35 computerkleding 35-36 computermuis 74 conflictdiamant 36-37 conflictdiamantenkwestie 36 congestie-uur 9,46 congestieheffing 45 [134]
consumer to consumer 23
digital versatile disc 31
content 37
disneyficering 110
contentbedrijf 37
DNA-bank 43
contentdienst 37
DN A-bewijs 43
content engineer 37
DNA-databank 43
contentleverancier 1 3 , 1 4 , 37
DNA-hit 42-43
contentmanagement 37
DNA-match 43
content owner 37
DNA-patroon 43
content-provider 37
DNA-profiel 43
contentservice 37
DNA-spoor 43
copyleft 12, 38
DNA-vingerafdruk 43
cosmocraat 38-39
dobli-spiegel 43
cosmocratie 38
docusoap 74
Cronjegate 56
dodehoekspiegel 43-44
crush-video 39
doggy dancing 44
Crusoe-chip 13, 39
domeinextensie 45
cyberhoer 63
domeinkaping 45
cysteaaltje 41
domeinmakelaar 12, 44-45
dag der verantwoording 109
domeinmakelaardij 44
deep linken 42
domeinnaam 44
deep-linken 42
dotcom 87
deeplinken 42
dotcombedrijf 87
degeneratiefonds 57
dotcommer 120
delisting 40
dotcom-yup 123
dementenstal 20
dotcom-zeepbel 49
dennenhoutaaltje 40-41
Dover-Chinees 96
depletielamp 41
Doverdode 96
derde generatie mobiele
Dreestrekker 121 drie-liter-auto 48
telefonie 58 deukdij 41-42
drieliterauto 48
dienstbaarheid 93
druktetarief 9, 45-46
diep linken 42
dumpkind 46
diep-linken 42
dvd 31
dieplinken 1 3 , 1 5 , 4 2
e- 49
digirati 120
e-bestuur 49
digitale overjas 35
e-bureaucracy 49
digitale videodisk 31
e-business 70 [135]
economy class syndrome
evenementenbier 9 , 1 3 , 1 4 ,
112
51-52
e-consument 49
evenementenpubliek 52
ecotoilet 26
evenementenvoetbal 52
e-ctivist 49
eventing 12, 52
e-democracy 49
extensie 45
EDGE 46-48
extensiveringszone 53
EDGE-netwerk 48
familiefilter 12
EDGE-toestel 48
family filter 12
een-liter-auto 48
f f 98
eenliterauto 48
fïetsknooppuntensysteem
éénslachtofferloket 95 eermoordenaar 9
53-54 filezwaaien 9, 54
eetlustremmer 59
filterblokkade 54
e-government 12, 48-50
filtratiekamp 55
e-handtekening 49 EK-magistraat 50 EK-officier van justitie 50
flitsstep 55-56 flitstrein 55 Free Willy-syndroom 56
EK-parket 50 e-lesje 48
frequentieblok 106 frequentieveiling 106
e-mailbom 92
funshoppen 50
e-moeder 49
funsticker 83
emotiemarketing 24, 50
-gate 56
emotiemuis 50
gedoogmuur 108
emotietechniek 50
geek 120
4en 98
gehaktdag 109
E-noughisE-nough 50
geluidsjaar 56-57
e-omslag 49
gemaksdienst 26
epodrome 20
General Packet Radio Service
e-prayer 49 e-priester 49
58 generatiefonds 57-58
erectiepil HI
generatie Y 120
ervaringssafari 24
glasvezeldemocratie 49
e-tijd 49
Global Positioning System
Euronext-index 51
36, 85
euroset 121
GPRS 1 2 , 5 8
e-vangelisatie 49
GPRS-dienst 58 [136]
GPRS-infrastructuur 58
inbelkosten 63
GPRS-systeem 58
inbel-spelletje 62
GPRS-telefoon 58
inbranden 31
GPS 36, 85
Industrial Clothing Design
graffiti-gedoogmuur 108 griepremmer 59
35 industry to industry 23
groeiremmer 59
info-abri 62
GSM-college 98
intelligente kleding 35
GSM-mast 90
internetapotheek 81
GSM-Shopping 70
internetcontent 37
GSM-veiling 106
internet content provider 37
GSM-zendmast 90
internetjournalist 42
halsbandbom 59
internetprostituee 63
hamzuil 59-60
internettelefonie 58
Hansiegate 56
internettippelen 63
herlaadkaart 70
Irobot 21
hersentrombose 113
i-wear 35
herstelbemiddeling 95
juniorenpoli tie 63
hippie 119
juniorenpolitieagent 63
hoestie 98 homecoach 60
juniorenpolitievrouw 63 kaartleesmachine 114
hype 78
kauwgum 102
hyperadaptivity 60
kauwgombal 102
hyperlink 42
kentekenpakker 30
hypotheekziekte 13, 60-61 ICD+ 35
kickback fee 63 kickback-vergoeding 63
iCD+-jas 36
kickbike 55
ICP 37
Kickboard 55
i2i 23
kilometerheffing 9,46
I Love You-virus 92
kilometeronderbreker 63-64
i-mobiel 62
kinderkorting 33
i-mode 12, 61-62
klapkauwgom 102
i-modeabonnement 62
klapracket 64
i-modesite 62
klapschaats 64
i-modetelefoon 62
klapspiegel 43
i-modetoepassing 62
kleppenbaby 115
impotentiepil i n
Kohlgate 56 [137]
meesleepregeling 12, 71
kooploze zondag 64-65 koopzondag 64
meetrekregeling 71
kosmopoliet 38
mengprofiel 71-72
koude zaak 33
Micro Skate Scooter 55
kraamsuite 65
miksticker 83
kuittrombose 113
military 52
kwartje van Kok 121
millenniumbug 91
labrahuahua 65
miniscooter 55
laptop 39
ministep 55
laserecho 66-67
modemall 72
laserjammer 66
moedercentrum 107
laserschild 66
moparm 73
lasershield 66
mp3-speler 36
Laughing Out Loud 98
muizen 73-74
lawaaiquotum 57
nanobot 22
leugen regeert, de 12, 67-69
nanocopter 74
liefdesvirus 92
nanorobot 21, 22
linken 42
navigatienaam 45
lipoatrofia semicircularis 41
neger uitroeiknuppel 75
2-liter-auto 48
nerd 120
3-liter-auto 48
netbespeler 74
Liter Car 48
netcoördinator 74
LOL 98
netstatuut 74-75
lovebug 92
netvliestrombose 113
LR 5 76
niche 74
Lubberiaans 121
nichemarketing 74
Lucaskind 121
nichemarkt 74
maagzuurremmer 59
nicheproduct 74
maatschappij-ontwrichtend
nichespeler 74 nichezender 74
weer 118 marathonmethode 69-70
nicotinekauwgum 102
margherita 80
niet-winkeldag 65
m-business 13, 70
Nieuwe Economie 37
M-business consultant 70
Ninagate 56
m-business-toepassing 70
nurk 75-76
m-commerce 70
onderwaterhelikopter 76
medisch asieltoerisme 70-71
online-shoppen 26 [138]
ontnichen 75
pitbullsmoking 82
ontstekingsremmer 59
pizzalijn 27
oorlogsdiamant 37
pizza margherita 80
open source journalism 60
plaslift 105
ophoudingsruimte 26
piassticker 82-83
oppie de poppie 103
plofzone 83
orale ovulatieremmer 81
plusstrook 9, 83-84
oseltamivir 59
POD 31
overbruggingsfase 77
polder- 85
overbruggingstoelage 77
poldermodel 85
overbruggingszorg 13,
polderoplossing 84-85
76-77
polderoverleg 84
overgangsconsulente 77-78
polscamera 85
overhyped 78
polscomputer 85
overhypen 78-79
polsnavigator 85
ovulatieremmer 59
polstelefoon 85
paardenbegraafplaats 80
ponsstemkaart 113
paardenchip 79
popiejopie 103
paardencrematorium 80
potentiepil i n
paardenpaspoort 79-80
prijsrijden 46
paardenpaspoortconsulent
printing on demand 31
79 pakketgeschakeld 58
privé-internetten 86
pakketschakeling 58
productiepark 20
papizza 80
productvalidatie 86
patiëntennummer 124
publiciteitsoffensief 25
persoonsdomeinnaam 12,
puntcombedrijf 87
privésurfen 13, 85-86
80
puntenellen 87
pil 81
puntnl 86-87
pilabonnement 81
punt.nl-bedrijf 87
pilservice 81
punt-nl-en 87
pinarm 73, 81
PWN 40
pine wood nematode 40
radardetector 67
piranha-economie 24
radarverklikker 67
pisseria 105
ramadan-SMS 98
pitbull 82
rampcommissie 87
pitbullen 81-82
regelarme school 88 [139]
regelvrije school 87-88
skatescooter 55
rekeningrijden 46
slachtofFerloket 94-95
Riagg 88
slangenkop 9 , 1 2 , 95-96
riaggisering 88
slijtersziekte 1 3 , 1 4 , 96-97
ribbeldij 42
slimme jas 36
Roboguard 22
slimme kleding 35
robotkat 21
SMS 97
rollerskate 88
SMS-bericht 97
rollersneaker 88-89
SMS-college 98
rondje om de kerk 12
sms-en 13,97-98
Rudinomics 121
SMS-je 97
samenwinkelen 32
SMS-lands 98
sandwichglas 122
SMS-seks 98
scanpen 89
SMS-verkeer 98
schalenmast 89-90
sneaker 88
scheidingsbemiddelaar 69
snelrecht 98
schietbalpen 90
snelrechtbus 13, 98-99
schietkoffer 90
snotapenfonds 57
schietmobieltje 90
soepshop 1 5 , 9 9
schietparaplu 90
sollichatten 94
schiettelefoon 90-91
sorrycultuur 99-100
schietwandelstok 90
sorrydemocratie 100
schoolfruit 14, 91
spitsheffing 9,46
schoolmelk 91
spitssnelheid 9,46
schreeuwlijn 35
spitsstrook 84
schrikkelbug 91-92
spitstarief 45
scooter 55
spitsteam 9,46
scriptkiddie 1 3 , 9 2
spitstoeslag 9,46
seks-sms-je 98
sporenprofiel 71
sensorpen 92-93
stadionbier 52
serviceability 11, 92
stemherkenning 114
service-abri 62
step 55
sexchatten 14, 93-94
stijfselaaltje 41
-shop 99
strandvertentie 100
Short Message Service 97
streetcarven 100
sign-in-bonus 13,94
streetcarver 100
sign-on-bonus 94
stronken 34 [140]
sudden-wealthsyndroom 123
twee-liter-auto 48
superkoelkast 1 0 1
tweeliterauto 48
supersnelrecht 98
ubiquist 38
surfen 86
uitschuifurinoir 104-105
sushilijn 27
uitwenkooi 105
taaibuddy 1 5 , 1 0 1
UMTS 105
tarwekauwgom 1 4 , 1 0 1 - 1 0 2
UMTS-blunder 106
Technology Related Anger
UMTS-debacle 106 UMTS-frequentie 106
34 telecomveiling 106
UMTS-licentie 106
telefonieveiling 106
UMTS-netwerk 106
telefoonfrequentie 106
UMTS-onderzoek 106
telefoonjas 35
UMTS-standaard 106
telefoonvergunning 106
UMTS-systeem 106
thuiszorgassistent 124
UMTS-techniek 106 UMTS-telefoon 106
tiptaptoppie 103
UMTS-toepassing 106
TMT 1 2 , 1 0 2
UMTS-veiling 12,105-106
TMT-aandeel 102
UMTS-vergunning 106
TMT-bedrijf 102
urilift 105
TMT-fonds 102 TMT-sector 102
uurgeldberekening 107
TMT-waarde 102
uurgeldrestaurant
tocht van medeleven 102-103
toeristenklassesyndroom 112
106-107 vadercentrum 107
toeritdosering 9, 46
vandalenzone 108
top 103
van-pool 9 , 1 3 , 1 0 8 varkensflat 20
topdomein 1 0 , 4 5
veearm 53
toppie 103 toppiejoppie 103-104
veelpleger 9
toppie-oppie 104
verantwoordingsdag
108-109
toppie top 104
vergelijkingssite 1 3 , 1 0 9
TRA 34 tretrolier 55
vergrijzingsfonds 58
tribune 34
verpretparken 110
troostconcert 103
verpretparking 110
troostkoper 104
verpretparkisering 110
trotti 55
verpretten 110 [141]
verthemaparkisering
wegwerpbestek 119
109-110
wegwerpcultuur 119
verwantennummer 103
wegwerpfles 119
verzamelinkomen 1 2 , 1 1 0 - 1 1 1
wegwerp-GSM 119
Viagragrafiek 111-112
wegwerpkleding 119
Viagrapil i n
wegwerpluier 119
Viagra-politicus i n
wegwerpondersteek 119
videochatten 94
wegwerpservies 119
virtual community 49
wegwerpspuit 119
vliegtuigtrombose 112-113
wegwerptelefoon 14,
vlinderbiljet 113-114
118-119
voice portal 1 2 , 1 1 4
wegwerptextiel 119
vondelingenschuif 1 3 , 1 1 4 -
wegwerpverpakking 119 wereldburger 38
vouwstep 55
wiebellicht 119
Vredelinghuwelijk 121
wildplassen 105
wandelskate 88
wortelaaltje 41
wap-gsm 70
wringpols 73
WAP-telefoon 58
yettie 119-120
waterram 28
yuppie 119
watertoets 1 3 , 1 1 5 - 1 1 6
Zalmkit 1 3 , 1 2 0 - 1 2 1
wearable electronics 35
Zalmnorm 121
webjournalist 42
Zalmset 121
weblog 1 1 , 1 2 , 1 1 6 - 1 1 7
Zalmsnip 121
webloggen 116
Zalmstrook 121
weblogger 117
Zalmzakje 121
websuper 9 , 1 1 7
zanamavir 59
websupermarkt 117
Zappi 121-122
webwinkel 117
Zappi-element 122
webwinkelen 117
Zappiglas 122
weeënremmer 59
Zappikolom 122
weeralarm 1 3 , 1 1 8
Zappiplaat 122
weeralert 118
Zappisteunbalk 122
weggeefeconomie 24
zendkraan 90
wegwerparbeider 96
ZIN
wegwerpartikel 119
zinloos rijk 122-123
wegwerpbatterij 119
zorgacademie 123-124 [142]
124
zorgidentificatienummer 13, 124 zorgnummer 124 zorgpas 124 zuurremmer 59 zwemluier 124-125