Bureau Werelderfgoed | Vijzelstraat 32 | www.amsterdam.nl/werelderfgoed | Om de werkzaamheden die de UNESCO-status met zich meebrengt goed te kunnen uitvoeren is het gemeentelijke Bureau
Werelderfgoed opgericht. Dit is een samenwerkingsverband tussen Bureau Monumenten & Archeologie
(BMA) en Stadsdeel Centrum. Dit Bureau houdt zich in de eerste plaats bezig met het behoud van en de ontwikkelingen in het UNESCO-gebied. Daarnaast is het Bureau verantwoordelijk voor (internationale)
voorlichting. Het onderhoudt de contacten met het Rijk en met het hoofdkantoor van UNESCO in Parijs.
Een reis langs de grachten
Inhoud Een reis langs de grachten
2
Monument van wereldformaat
3
Groene longen
5
Route en bezienswaardigheden tijdens de wandeling
7
Waterwegen en waterwerken
9
Immateriële waarden
11
Koopmanspaleizen aan de gracht
13
Beeldverantwoording
Colofon
Coverbeeld: Reproductie uit circa 1876 van de gekleurde kaart van Amsterdam van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1665. Stadsarchief Amsterdam
Tekst: Ellen van Kessel, Auke van Reeuwijk
Pag. 1-2 Gerrit Adriaensz Berckheyde. Gezicht op de Herengracht in aanbouw vanaf de brug aan de Vijzelstraat, 1671. Collectie Rijksmuseum Amsterdam Pag. 3-4 Foto: Han van Gool, Bureau Monumenten & Archeologie Pag. 5-6 Abraham Rademaker. Keizersgracht 668-716. Gezien vanaf de Vijzelstraat naar de Reguliersgracht, circa 1715. Stadsarchief Amsterdam
Eindredactie: Annet Noor Met dank aan: Museum Het Grachtenhuis Vormgeving: Amsterdams Bureau voor Communicatie
Een reis langs de grachten tijdens deze wandeling tegenkomt. Panden die de geschiedenis van de grachten onderstrepen.
Tijdens deze wandeling maakt u een reis langs de Amsterdamse grachtengordel. Een viertal thema’s staat centraal tijdens de wandeling: groene longen, waterwegen en waterwerken, koopmanspaleizen aan de gracht en de immateriële waarden waar Amsterdam zo bekend om staat. En ook trots op is. Korte citaten uit oude reisverslagen verlevendigen elk thema.
In de loop der tijden is er veel geschreven over de geschiedenis van de grachten. Informatie hierover vindt u onder meer terug in het Werelderfgoed Podium. Het Werelderfgoed Podium is voor iedereen dé startplek om kennis te maken met Nederlandse UNESCO Werelderfgoedlocaties. U vindt het Werelderfgoed Podium in gebouw De Bazel in Amsterdam.
Gedurende de wandeling wordt op alle thema’s dieper ingegaan. Het boekje is ook voorzien van suggesties en tips over bijzondere gebouwen en musea die u
Druk: Opmeer B.V.
Pag. 10 Hendrik Keun. Gezicht op de Herengracht bij de Leidsestraat te Amsterdam, 1774. Collectie Rijksmuseum Amsterdam Pag. 11-12 R. Crayevanger. Dam met het stadhuis in aanbouw. Een kopie van een schilderij van J. Lingelbach uit 1656. Tekening circa 1850-1870. Stadsarchief Amsterdam Pag. 13 Museum Het Grachtenhuis, Herengracht 386. Foto: Lonneke Stulen Geraadpleegde literatuur Maarten Hell & Emma Los, Amsterdam voor vijf duiten per dag, Amsterdam 2011 Boudewijn Bakker, Amsterdam en de grachtengordel, Bussum 2009
2
Een reis langs de grachten
Monument van wereldformaat ca. 30.000 vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, Portugal en Spanje naar Amsterdam. Amsterdam groeide na Londen en Parijs in de zeventiende eeuw uit tot derde stad van Europa met 200.000 inwoners. Uitbreiding van de stad was daarom hard nodig. Dat gebeurde in fasen: in 1613 vond de zogeheten Derde Uitleg plaats, de aanleg van de drie hoofdgrachten Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht tot aan de Leidsegracht. In 1663 volgde de Vierde Uitleg, waarbij de drie grachten tot over de Amstel werden doorgetrokken.
De Amsterdamse grachtengordel is in 2010 aangewezen als Werelderfgoed en heeft daarmee een plek gekregen op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Vanwege de uitzonderlijk universele erfgoedwaarden verkreeg de grachtengordel dit eervolle predicaat. De architectuur, de stedenbouwkundige structuur, de waterwegen met bruggen en sluizen en de groene longen van de grachten waren belangrijke redenen. Daarnaast wogen ook immateriële waarden mee zoals tolerantie en vrijheid van meningsuiting. De grachtengordel werd aangelegd in de zeventiende eeuw als een grootschalige stadsuitbreiding. Dat was hard nodig want eind zestiende eeuw kwamen er
panden waren. De Prinsengracht was vooral een werkgracht en doorvaarroute, waar ook veel pakhuizen te vinden zijn, net als aan een aantal dwarsgrachten, zoals de Brouwersgracht. Overigens hebben de meeste pakhuizen in de twintigste eeuw hun opslagfunctie verloren en werden verbouwd tot appartementen.
groen langs de grachten, de bijzondere architectuur, maar ook over de gewoonten van de Amsterdammers en de vrijheid van meningsuiting en tolerantie in de stad. De hoofdstructuur van de grachtengordel is goed uitgedacht. Zo werd een verschil in woon- en werkverkeer aangelegd. De Herengracht en Keizersgracht werd beschouwd als de stijlvolle grachten, waar voornamelijk gewoond werd. De Prinsengracht was meer een woon- en werkgracht. Bij de aanleg van de grachten werd nagedacht over onderscheid in prijzen. Men kocht een kavel en bebouwde deze zelf. Een kavel aan de Herengracht was beduidend duurder dan een kavel aan de Prinsengracht. Het uitgangspunt hierbij was, dat hoe dichter men bij het centrum woonde - het eigenlijke zakencentrum met beurs en stadhuis - hoe hoger de status en hoe duurder en groter de
In de dwarsstraten waren vooral ambachtelijke bedrijfjes en winkeltjes gehuisvest. Eigenlijk is dat in de afgelopen vierhonderd jaar nauwelijks veranderd. Voor het afwikkelen van verkeer zoals koetsen, karren en sleden werd in de laatste uitbreiding een achterstraat toegevoegd, die parallel liep aan de gracht. De Kerkstraat is hier een goed voorbeeld van. In deze straat waren voorheen veel koetshuizen, die nog steeds aan de hoge en brede toegangsdeuren herkenbaar zijn en nu vaak als parkeergarage dienen.
De stadsuitbreiding trok vanaf de aanleg veel bezoekers uit binnen- en buitenland. Reizigers verbaasden zich over het
3
Een reis langs de grachten
4
Een reis langs de grachten
Groene longen
en nauwelijks bruikbaar. De iep was een betere keuze, die waren sterker, gaven veel schaduw en bleken zeer geschikt als stadsboom. Het hout was sterk en buigzaam, het loof kon in tijden van nood dienst doen als voer. De wortels van de bomen zorgden voor versteviging van de kades. De bomen boden bovendien ‘soete lucht, cieraet en plaisantie’. Ook reizigers roemden deze kwaliteiten!
Tijdens de stadsuitbreidingen van de Derde en de Vierde Uitleg werden langs bijna alle grachten op regelmatige afstand bomen aangeplant. Voor een stadsuitbreiding in de zeventiende eeuw was dit een bijzonder gegeven. Het was de grootste stedelijke aanplant van bomen in Europa uit de geschiedenis. Systematische boombeplanting langs de grachten werd een standaardonderdeel van de inrichting van de openbare ruimte. In eerste instantie koos men voor lindebomen, maar dat hout was te zacht
Ter hoogte van de huidige Bosboom Toussaintstraat en de Eerste Constantijn Huygenstraat werd een stadsboomkwekerij aangelegd. Een stadsgaardenier moest bomen aankopen en opkweken in de boomkwekerij. De eerste gaardenier werd al in 1625 aangesteld. De boompjes werden van de kwekerij via de Leidsegracht
kwam ook een verbod op het aanleggen van stegen. Zo kwamen er keurtuinen in de grachtengordel, de groene longen van de binnenstad. Deze privé-tuinen werden volgens de mode ingericht als siertuinen. Achterin de tuin stond vaak een tuinhuis, meestal in de stijl van het hoofdhuis, die meestal dienst deed als washok, secreet of zomerkeuken.
vervoerd naar de hoofdgrachten. Ook werden stadshoutvesters benoemd, die verantwoordelijk waren voor de aanplant van bomen aan de grachten en het onderhoud. Eveneens bijzonder zijn de particuliere keurtuinen achter de grachtenpanden in het bouwblok. De woningen aan de grachten moesten gegarandeerd worden van een groen uitzicht aan de achterzijde. Niet alleen fijn voor het oog, maar het zou ook de waarde van de huizen ten goede komen. Dus werden er zogenoemde keurregels opgesteld over de maximale bebouwing van de kavels en over de grootte van tuinhuizen. Er
De keurtuinen van de Amsterdamse grachtengordel genieten nog steeds bescherming. Bij veel grachtenmusea en tijdens de jaarlijkse Open Tuinen Dagen zijn deze te bezoeken.
“Vanaf de Westertoren is het uitzicht over de stad zo mooi een oogstrelend als ik nooit in een andere stad heb aanschouwd. Zoals de voornaamste straten en grachten daar open voor ons liggen, naast aangename tuinen: de straten en grachten zijn zo lang, zo recht; de gebouwen zo fraai en gelijkvormig, met rijen bomen van één soort aan weerszijden van de grachten voor hun deur, zodat het eerder plezierige wandelpaden lijken dan stadsstraten”.
Peter Mundy Engelse wereldreiziger (1640) 5
Een reis langs de grachten
6
Een reis langs de grachten
Route
en bezienswaardigheden tijdens de wandeling A
Werelderfgoed Podium
B
Museum Van Loon
C
G
Gebouw De Bazel - Vijzelstraat 32 Geopend op di. t/m vrij. 10:00-17:00 uur Zat./zo. 12:00-17:00 uur
H
Keizersgracht 672 Keurtuin en koetshuis Dagelijks geopend van 11:00-17:00 uur Di. gesloten
F
I
Amstelkerk
Amstelveld 10 juli-augustus op zat. en zo. geopend
A
D De Duif
Prinsengracht 756 Geopend: elke 1ste wo. en 3e zo. van de maand tussen 11:00-16:00 uur
E
Tassenmuseum Hendrikje
F
Koningsplein
E
De Bazel
Werelderfgoed Podium
B
Herengracht 573 Dagelijks geopend van 10:00-17:00 uur
C
Op deze locatie zat een sluis tussen 2 waterpeilen
G Cromhouthuizen
Bijbels Museum Herengracht 366-368 Geopend di. t/m zat. 10:00-17:00 uur zo. 11:00-17:00 uur
D
H Museum Het Grachtenhuis
Herengracht 386 Dagelijks geopend van 10:00-17:00 uur
I
Leidse-/Prinsengracht
Aanvoerroute van bomen van de stadskwekerij en zicht op iepenbomen op de Prinsengracht
7
Een reis langs de grachten
8
Een reis langs de grachten
Waterwegen en waterwerken Door de zeventiende-eeuwse uitbreidingen van Amsterdam werd de waterhuishouding steeds ingewikkelder. Binnen de stad bestonden zeven verschillende waterpeilen, die van elkaar gescheiden werden door sluizen en andere waterwerken. De sluizen overbrugden voor boten de waterpeilen van de Amstel buiten de stad en de ‘groene’ waterboezem, het watergebied dat gelegen was tussen Koningsplein, de Nieuwmarkt, de Plantagebuurt en een gedeelte van de Amstel (grofweg). Een nadeel van al deze sluizen was dat het veel tijd kostte om door de stad te varen. Bij elke sluis moest men wachten totdat het schip geschut was.
De grachtengordel heeft een oppervlakte van 160 hectare en bestaat voor achttien procent uit water. Tientallen kilometers kademuren en tachtig bruggen maken ook onderdeel uit van het geheel. Al bij aanleg was het grachtenstelsel een ingenieus waterbouwkundig systeem, dat door de jaren heen verder werd verbeterd. De grachten hadden vele functies. Zo waren ze belangrijk als waterwegen voor goederen- en personenvervoer. Lokale producten voor de dagelijkse levensbehoeften, bouwmaterialen en handelswaar werden via de waterwegen getransporteerd. Goederen uit de hele wereld werden opgeslagen in de pakhuizen, die vooral aan de Brouwersgracht en Prinsengracht gelegen waren. Deze grachten waren net als het Singel verkeersgrachten, in tegenstelling tot de stijlvolle Herengracht en Keizersgracht, waar vooral gewoond werd.
Door de geringe watercirculatie was stankoverlast een groot probleem. Men loosde niet alleen het huishoudelijk afval, maar ook sterk vervuilende bedrijfjes als ververijen en leerlooierijen gebruikten de grachten als vuilstortplaats. Het slachtafval van de markten kwam ook standaard in de grachten terecht. De grachten gingen op den duur steeds meer op een open riool lijken. De stadsreiniging kon deze mate van vervuiling niet aan. De stad werd in een achttiende-eeuws geschrift dan ook “een schone maagd met een stinkende adem” genoemd.
Personenvervoer vanuit Amsterdam naar andere plaatsen ging per veerdienst. Bij de Brouwersgracht vertrokken veren richting het noorden, zoals Ilpendam en Purmerland, terwijl aan de Prinsengracht tussen de Amstel en Utrechtsestraat de veren naar Weesp, Naarden en Muiden voeren. Rijke Amsterdammers hadden bovendien eigen “speeljachten” voor recreatief gebruik. 9
Een reis langs de grachten
“Deze stad lijkt dubbel te zijn: men ziet haar ook in het water en de weerspiegeling van de voorname huizen in de grachten maakt van deze plek een toverland.”
Jean Francois Regnard Franse dichter (1681)
“Niets is gerieflijker dan de trekschuit… Je zit (…) even comfortabel als wanneer je thuis bent, en beschut tegen regen en wind. Zo kun je (…) reizen bijna zonder te merken dat je van huis bent.”
Maximilian Misson Franse reiziger (1687)
10
Een reis langs de grachten
In 1578 werd het katholieke Amsterdamse stadsbestuur afgezet en kwam er een nieuw protestants bestuur voor in de plaats. Amsterdam werd daardoor al snel een toevluchtsoord voor immigranten vanuit heel Europa. De stad hanteerde een tolerant beleid voor buitenlanders, met andere geloven en gebruiken. De toestroom van nieuwe bewoners was voor Amsterdam belangrijk vanuit het oogpunt van kennis, handel en economie. Het aantal bewoners groeide in die periode explosief. Vanuit Antwerpen, dat in 1585 in Spaanse handen viel, kwamen veel protestantse Vlamingen en Brabanders
naar Amsterdam. Onder hen waren ook welgestelde kooplieden en bankiers. Vanuit Spanje en Portugal kwamen rijke joodse vluchtelingen met een uitgebreid handelsnetwerk. Vanuit Midden- en OostEuropa kwamen na 1620 ook armere joden naar de stad. Later die eeuw, rond 1690 kwamen daar zo’n twaalfduizend Franse Hugenoten bij. Velen van hen waren boekverkopers of uitgevers. Zij vluchtten naar Amsterdam omdat uitgaven die elders verboden werden, hier in alle talen gedrukt konden worden. Tot ver in de achttiende eeuw bleef Amsterdam het commerciële middelpunt van de internationale Republiek der Letteren.
Immateriële waarden
De Amstelkerk, aan de Prinsengracht, oogt als een eenvoudige kerk, heel anders dan de imposante Westerkerk. Dat komt omdat deze houten kerk als noodkerk in 1670 aan de rand van het plein was gebouwd. Deze “preekschuur” is ontworpen door de stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Het was de bedoeling om ooit op het midden van het plein een stenen kerkgebouw te plaatsen, maar daar is het nooit van gekomen. Tegenwoordig is het kantoor van Stadsherstel Amsterdam hier gehuisvest.
Het Amsterdams stadsbestuur had in de zeventiende eeuw een pragmatische houding tegenover andere godsdiensten dan het protestantse geloof. De verschillende godsdiensten, zoals de katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten mochten hun godsdienst belijden in zogenaamde huiskerken. De bekendste huiskerk van Amsterdam is te vinden op de Wallen: Ons’ Lieve Heer op Solder, tegenwoordig een museum. Aan de grachtengordel waren ook enkele huiskerken gesitueerd waarvan de bekendste aan de Keizersgracht 102. Daar zat een remonstrantse huiskerk. In dat pand zit tegenwoordig het cultureel debatcentrum De Rode Hoed.
De grachtengordel met de (huis) kerken, burgerlijke architectuur, koopmanshuizen, pakhuizen en bedrijvigheid van allerhande soort staat symbool voor een egalitaire en tolerante traditie.
“Het is bijna even erg om in het gezicht van een Nederlandse vrouw te spugen als op haar vloer”
Engelsman (1682)
11
Een reis langs de grachten
12
Een reis langs de grachten
“Amsterdam is de mooiste stad van alle steden die ik heb gezien. De huizen zijn allemaal van één model, en midden in de straten lopen kanalen omzoomd met bomen, waar grote schepen heel makkelijk kunnen komen; de kooplieden hebben daar grote paleizen met brede stoepen van marmer, en grote pakhuizen waar ze hun koopwaar direct uit de schepen kunnen opslaan.”
Francois de la Boulay le Gouz, Franse wereldreiziger (1657)
Koopmanspaleizen aan de gracht 13
Een reis langs de grachten
gebouwd werd door middel van een stedelijke bepaling, een zogenaamde keur, vastgesteld in Amsterdamse voet. Een Amsterdamse voet is 0,2831 meter. De breedte van een perceel aan de Herengracht werd gesteld op 30 Amsterdamse voet, dus bijna 8,5 meter. Langs de veel minder elegante Prinsengracht moesten de kavels smaller zijn: 22 voet, ongeveer 6,20 meter.
Lange tijd werd gedacht dat de zeventiende-eeuwse stadsuitbreidingen gebouwd waren op basis van één uitgedacht stedenbouwkundig plan. In recentere literatuur wordt aan dit idee getwijfeld: waarschijnlijk was er sprake van elkaar opvolgende plannen, die aansloten op de vorm en plattegrond van de bestaande stad. Het eerste plan, de zogenaamde Derde Uitleg werd vanaf 1613 uitgevoerd, de Vierde Uitleg volgde vijftig jaar later, in 1663.
De nieuw gebouwde panden werden verdeeld in een voor- en achterhuis en hadden gemiddeld vier of vijf verdiepingen. Ieder pand had een eigen voordeur, of eigenlijk twee: een ingang in het souterrain voor het personeel en de deftige hoofdingang, te bereiken via de verhoogde stoep, voor de bewoners en het bezoek. De verdiepingen van het huis namen in hoogte af: vooral de bel-etage had hoge plafonds, de hoger gelegen verdiepingen namen af in hoogte. Bij de dubbele grachtenpanden is meestal sprake van een voorgevel van vijf ramen breed, of soms zelfs zeven.
Het resultaat van deze plannen is de typerende halvemaanvorm rondom het middeleeuws centrum van de stad. Een halve maan waarvan de drie hoofdgrachten niet rond zijn, maar elk bestaan uit vijf, door middel van vier knikken verbonden rechte stukken. De vele regels en uitgangspunten die men bij de uitleg van de grachtengordel opstelde, getuigen wel van een langetermijnvisie. Het uitbreidingsplan bestond, naast de drie hoofdgrachten, uit een aantal dwarsgrachten, een planmatig aangelegde industrie en openbare groenvoorzieningen aan de stadsranden. Men dacht na over de waterhuishouding, de inrichting van de openbare ruimte, het verkeer en de verschillende functies van de bebouwing. De manier waarop gebouwd werd was vastgelegd in strenge regels. De rooilijnen (bebouwinggrens) aan de vooren achterkant van een nieuw gebouwd pand werden streng gecontroleerd door de zogeheten rooimeesters.
Het Grachtenhuis aan de Herengracht 386 is een mooi voorbeeld van een dubbel grachtenpand. Het pand is in 1663-1665 gebouwd naar een ontwerp van de bekende Amsterdamse architect Philips Vingboons voor de succesvolle koopman Karel Gerards. Het huis heeft een pilaster-lijstgevel in de stijl van het Hollands classicisme. Sinds april 2011 is hier Museum Het Grachtenhuis gehuisvest, waar bezoekers onder meer via een 3D presentatie de uitbreiding van de grachtengordel kunnen ervaren.
Om verschil in status tussen de grachten te realiseren waren de breedte- en dieptematen van de percelen waarop 14
Een reis langs de grachten