j e n n u iet z K i g n n g n e i d z an m ee Een
programma va
nD
eM ee z i
1 Alles kan een mens gelukkig maken, René Froger
n g b en
de
www.demeezingb
l ende.n
28
Koos werkeloos, Klein Orkest
en Het Goede Doel
29
Laat me, Ramses Shaffy
2 Annabel, Hans de Booij
30
Malle Babbe, Rob de Nijs
3 Annelies van der Pies, Brigitte Kaandorp
31 Meisje van zestien, Boudewijn de Groot
4 Beestjes, Ronny en The Ronnies
32
M’n opa, Hetty Blok en Leen Jongewaard
5 Belle Hélene, Doe Maar
33
Mexico, Zangeres Zonder Naam
6 De clown, Ben Cramer
34 Omdat ik zoveel van je hou, Henriëtte Davids en
7 Bloody Mary, Tom en Dick 8 Brandend zand, Anneke Grönloh
Sylvain Poons 35 Op een mooie Pinksterdag, André van den Heuvel
9 Daar gaat ze, Clouseau
en Leen Jongewaard
10 Dans je de hele nacht met mij, Karin Kent
36 Op een onbewoond eiland, Kinderen voor kinderen
11 De glimlach van een kind, Willy Alberti
37
Peter, Sweet Sixteen
12
38
Sammy, Ramses Shaffy
39
Rockin’ Billy, Ria Valk
De troubadour, Lenny Kuhr
13 Dokter Bernhard, Bonny St. Claire (en Ron Brandsteder)
40
Sophietje, Johnny Lion
14
De Dodenrit, Drs P
41
Suzanne, v.o.f. de Kunst
15
Flappie, Youp van ’t Hek
42
De vlieger, André Hazes
16
Foxie Foxtrot, Nico Haak en De Paniekzaaiers
43 We benne op de wereld om mekaar te hellepe,
17 Geef mij maar Amsterdam, Johnny Jordaan
nietwaar? Adèle Bloemendaal, Piet Römer, Leen
18
Jongewaard
Het dorp, Wim Sonneveld
19 Het kleine café aan de haven, Vader Abraham
44 Wil u een stekkie, Hetty Blok en Leen Jongewaard
20 Hoe sterk is de eenzame fietser (Jimmy),
45 Willem wordt wakker, The Butterflies
Boudewijn de Groot 21 Huilen is voor jou te laat, Corry en de Rekels 22 Ik ben Gerrit, Gerrit Dekzeil
46
Vuile huichelaar, Renée de Haan
47 Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder, Ramses Shaffy
23 Ik doe wat ik doe, Astrid Nijgh
48 Zij gelooft in mij, André Hazes
24 Ik heb geen zin om op te staan, Het
49 Zeg maar niets meer, André Hazes
25 Ik voel me zo verdomd alleen, Danny de Munk
50 Het land van Maas en Waal, Boudewijn de Groot
26 Je loog tegen mij, Drukwerk
51 Het is een nacht, Guus Meeuwis
27 Kom van dat dak af, Peter Koelewijn
1
Alles kan een mens gelukkig maken Een eigen huis René Froger en Het Goede Doel
Ik kan niet zeggen dat ik iets te kort kom Geen idee, geen benul wat de smaak van honger is Als ik geen zin heb om te koken Dan loop ik even naar de markt Voor een moot gebakken vis Als ik morgen geen zin heb om te werken Dan stel ik al het werk tot overmorgen uit Als de kleuren van m’n huis me irriteren Dan vraag ik of de buurman ’t vandaag nog overspuit Een eigen huis, een plek onder de zon En altijd iemand in de buurt Die van me houden kon Toch wou ik dat ik net iets vaker Iets vaker simpelweg gelukkig was Een eigen huis, een plek onder de zon En altijd iemand in de buurt Die van me houden kon Toch wou ik dat ik net iets vaker Iets vaker simpelweg gelukkig was Ik kan niet zeggen dat ik iets te kort te kom Geen idee, geen benul wat gebrek aan liefde is Vandaag kocht ik m’n derde videorecorder Van nu af aan is er dus geen programma dat ik mis M’n vader en m’n moeder zijn nog allebei in leven Dankzij hun heb ik een fijne jeugd gehad En voordat jij en ik vanavond vroeg onder de wol gaan Gaan we met z’n tweeën drie keer uitgebreid in bad Een eigen huis, een plek onder de zon En altijd iemand in de buurt Die van me houden kon Toch wou ik dat ik net iets vaker Iets vaker simpelweg gelukkig was Ja alles, alles kan een mens gelukkig maken Een zingende merel de geur van de zee Ja alles, alles kan een mens gelukkig maken De zon die doorbreekt Een vers kopje thee!
Een eigen huis, een plek onder de zon En altijd iemand in de buurt Die van me houden kon Toch wou ik dat ik net iets vaker Iets vaker simpelweg gelukkig was © 1988 Tekst: Henk Westbroek Muziek: Henk Temming
2
Annabel
Hans de Booij
Iemand zei: Dit is Annabel Ze moet naar het station Neem jij je wagen dan haalt ze het wel Ik zei: Da’s goed en reed zo stom als ik kon We kwamen aan bij een leeg perron En ik zei: Het zit je niet mee En in de verte ging de laatste wagon En Annabel zei: Oké ik ga met je mee En later lagen we samen zoals dat heet Een beetje moe maar voldaan Er kwam al licht door de ramen ze zei: Ik heb geen tijd voor ontbijt ik moet gaan Ik zei alleen nog tot ziens Annabel En dacht: Ik zie jou nooit meer terug Ik dacht ik draai me om en slaap nog even door Maar twee uur later was ik nog wakker Lag stil op mijn rug Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel
Zo bleef ik twee dagen liggen in bed Ik was totaal van de kaart Toen stond ik op ik moest niet denken maar doen Want zonder haar was ik geen stuiver meer waard Ik liep de stad door op zoek naar een glimp En ik dacht: Ik zie jou nooit meer terug Ik ging zelfs hardop praten in mezelf En iemand zei: Je stond uren met je handen op de leuning van de brug Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel
En bovendien door mijn gebrek Zat in m’n jurkje nog een vlek En op een avond zag ik haar weer Ze stapte net op de tram Ze was nog mooier dan de vorige keer Ik riep haar naam en trapte hard op mijn rem Ik sprong de auto uit en greep haar vast Ze stond stil en keek om Ze keek me aan maar was nauwelijks verrast Ik zei: Hé waar moet je naar toe? Ze zei: Naar het station Ik bracht haar weg, ze kocht een kaartje Parijs Ik zei: Ja, nog één erbij De lokettist gaf tweemaal enkele reis En Annabel keek even opzij Ik zei: Ik heb je gevonden vandaag Ik laat je nooit meer alleen Al reis je door naar Barcelona of Praag Al reis je door naar het eind van de wereld Ik ga met je mee Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel Annabel, het wordt niets zonder jou Annabel © 1982 Tekst: Herman Pieter de Boer Muziek: Boudewijn de Groot
Ze noemen me Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goeie grap Want m’n sluitspier is te slap Ook zijn we laatst een keer op schoolreisje geweest Dat was natuurlijk een enorm feest De speeltuin Kindervreugd zat vol D’r was een wip en een schommol Ellie bleef haken op de glijbaan aan een schroef Peter kwam onder zo’n paardenhoef Jan sloeg Erik een groot blauw oog M’n broekje bleef dus niet lang droog Ze noemen me Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goeie grap Want m’n sluitspier is te slap © 1986 Tekst: Birgitte Kaandorp en K. van der Linden Muziek: Birgitte Kaandorp
4 Beestjes
Ronny en The Ronnies
Weet je wat ik zie als ik gedronken heb? Nou nou?
3
Annelies van der Pies
Brigitte Kaandorp
Ik ben een meisje van negen jaar Ik draag altijd twee staarten in m’n haar Ik ben een heel erg vrolijk kind Ik lach al om een goeie wind Valt m’n zusje zich soms een breuk Lig ik onmiddellijk in een deuk Helaas heb ik een groot gebrek Dat is dat ik nogal eens lek Ze noemen me Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goeie grap Want m’n sluitspier is te slap
Allemaal beestjes Nou nou nou Zowel beestjes, om me heen Oh, ik weet wel dat ik nou mezelf nep Nou nou
Want er zijn geen beestjes Nou nou nou Maar ik zie beestjes, om me heen Beestjes, beestjes Op m’n dekens, in m’n kussen, kijk maar Beestjes
In m’n oren, in m’n neus en in m’n haar Beestjes
En ze lopen steeds door elkaar Beestjes, beestjes Hele legers lopen daar over de grond Beestjes
Kijk, ze rukken op langs het plafond Beestjes
Ook zijn we laatst een keer uit eten gegaan Lakschoentjes en een nieuwe jurk had ik aan De ober komt met jus en spruit…jes Vlak voor ons gaat-ie onderuit… dus Wij zaten allen onder d’ appelmoes De karbonaden zaten in m’n moeders blouse
En de kamer draait maar in het rond, oho Weet je wat ik zie als ik gedronken heb? Nou nou
Allemaal beestjes Nou nou nou Zoveel beestjes, om me heen
Beestjes, beestjes Langs de drempel in een hele lange rij Beestjes
Door de sleutelgaten komen zij erbij Beestjes
En ze kijken allemaal naar mij Beestjes, beestjes Blauwe, gele, rooie, alles zit erbij Beestjes
Zo als je naast me ligt te slapen Zo had ik jou nog niet gezien Je lijkt ineens geen kind meer Maar zo mooi en minstens zeventien Oe, belle Hélène, Hélène ma belle Oe, belle Hélène, Hélène ma belle © 1984 Tekst en muziek: Henny Vrienten
Likkebaardend komen zij steeds dichterbij Beestjes
En zo loeren allemaal op mij, oho Weet je wat ik zie als ik gedronken heb Ja ja Allemaal beestjes Ja ja ja Zowel beestjes, om me heen Ze komen zelfs als ik om me heen mep Ja ja Duizend beestjes Ja ja ja Allemaal beestjes, om me heen Beestjes, beestjes… Beestjes, beestjes… Beestjes, beestjes… © 1967 Tekst en muziek: Peter Koelewijn
Belle Hélene 5 Doe Maar
Het is dus toch zo ver gekomen Dat jij hier naast me ligt In de schemer van de ochtend Kijk ik naar je gezicht Je bent dezelfde maar toch anders Ik heb je zolang niet gezien Je bent ineens geen kind meer Maar zo mooi, en minstens zeventien Oe, belle Hélène, Hélène ma belle Oe, belle Hélène, Hélène ma belle Ik weet niet of het goed of slecht is Dat ik met je vrijen wou En wat een ander ook mag zeggen Ik vond het fijn bij jou Zo als je naast me ligt te slapen Zo had ik jou nog niet gezien Je lijkt ineens geen kind meer Maar zo mooi en minstens zeventien Oe, belle Hélène, Hélène ma belle Oe, belle Hélène, Hélène ma belle
6 De clown
Ben Cramer
Hij was maar een clown, in ’t wit en in ’t rood Hij was maar een clown, maar nu is hij dood Hij lachte en sprong in ’t felgele licht Maar onder die lach zat een droevig gezicht De herinnering blijft Aan die clown met z’n lach Hij heeft alles gegeven Tot de laatste dag Niemand kende de pijn Van zijn stille verdriet Want er was op het einde Niemand die hij verliet Hij woonde alleen, in een wagen van hout Hij was maar een clown, en zo werd hij oud Z’n hoed was te klein, en z’n schoenen te groot Hij was maar een clown, maar nu is hij dood De herinnering blijft Aan die clown met z’n lach Hij heeft alles gegeven Tot de laatste dag Niemand kende de pijn Van zijn stille verdriet Want er was op het einde Niemand die hij verliet Op een avond, hij viel, net als elke keer Het publiek lachte luid Maar voor hem was het uit Hij was maar een clown, in ’t wit en in ’t rood Hij was maar een clown, maar nu is hij dood De herinnering blijft Aan die clown met z’n lach Hij heeft alles gegeven Tot de laatste dag
Niemand kende de pijn Van zijn stille verdriet Want er was op het einde Niemand die hij verliet
Zwarte Dino, jij wou Nina Die met Rocco was verloofd En toen Rocco werd gevonden Werd jouw onschuld niet geloofd
© 1971 Tekst: Pierre Kartner Muziek: Georges Chatelain
7
Bloody Mary
Tom en Dick
Steeds zie ik in gedachten weer mijn Mary Vloekend en vechtend gelijk een man Overal waar ze kwam schopte ze herrie Ze kon zeilen, zoals nu nog niemand kan Ze heette Bloody Mary En was de schrik der zee Dus drink op Bloody Mary En op alles wat ze dee Waar haar schip verscheen was ’t erg gauw knokken En niemand ontsnapte levend aan ’t gevecht Beloningen konden helaas geen mens meer lokken Want iedereen was aan ’t leven zeer gehecht Ze heette Bloody Mary En was de schrik der zee Dus drink op Bloody Mary En op alles wat ze dee
Maar op zekere dag ’t was net na het eten Viel Mary overboord en ging toen heen Ze kon niet zwemmen, dat was ze vergeten Daarom zonk ze naar de diepte, gelijk een steen Dat was dan Bloody Mary Zij was de schrik der zee Dus drink op Bloody Mary En op alles wat ze dee © 1969 Tekst en muziek: J. Pijper, P. Pluister, Dick Swaneveld en Tom Poederbach
8 Brandend zand Anneke Grönloh
Brandend zand en een verloren land En een leven vol gevaar Brandend zand berooft je bijna van ’t verstand En dat alles komt door haar
Brandend zand en een verloren land En een leven vol gevaar Brandend zand berooft je bijna van ’t verstand En dat alles komt door haar Brandend zand
In de haven van Marseille Danst jou Nina nu voor geld Slechts de golven zingen zachtjes Wat van Dino wordt verteld Brandend zand en een verloren land En een leven vol gevaar Brandend zand berooft je bijna van ’t verstand En dat alles komt door haar © 1962 Tekst: Kurt Feltz Muziek: Werner Scharfenberger, Nederlandse tekst: Johnny Hoes
9 Daar gaat ze Clouseau
Daar gaat ze En zoveel schoonheid heb ik nooit verdiend Daar staat ze En zoveel gratie heb ik nooit gezien Soms praat ze Terwijl ze slapend met m’n kussen speelt Ik laat ze Zolang ze maar met mij m’n lakens deelt En zelfs de hoeders van de wet Kijken minzaam als ze fout parkeert En zelfs de flikken hebben pret Als ze sensueel voorbij marcheert Ongegeneerd Ik weet wel Dat zij waarschijnlijk niet lang bij me blijft Ik weet wel Dat zij met anderen haar tijd verdrijft Zij heeft soms Geheimen waar ik liever niets van weet Zij zweeft soms En droomt zodat ze soms ook mij vergeet
En zelfs de hoeders van de kerk Kijken minzaam op haar schoonheid neer De bisschop zegt: Dit is Gods werk Buigt z’n grijze hoofd en dankt de Heer Nog eens een keer Dank U meneer
Zij heeft soms Geheimen waar ik liever niets van weet Zij zweeft soms En droomt zodat ze soms ook mij vergeet En zelfs de hoeders van dit land Zouden liever in m’n schoenen staan Ja de premier dingt naar haar hand En biedt mij zijn portefeuille aan Maar ik denk er niet aan Loop naar de maan Daar gaat ze Daar gaat ze © 1989 Tekst en muziek: Jan Savenberg
Dans je de hele nacht met 10 mij Karin Kent
Dans je de hele nacht met mij Ik dans het liefste met jou maar wat doe jij Dit moet het feest zijn wat ik graag vieren wou Alleen, alleen met jou En daarom dans toch de hele nacht met mij Als dit een droom is dan droom ik jou erbij En voor de zon komt heb jij allang gezegd Die droom van jou is niet zo slecht Ja, die droom van jou en mij is echt
Dans je de hele nacht met mij Want de muziek brengt de liefde dichterbij Met jou te dansen vind ik een zaligheid ’k Heb maling aan de tijd En daarom dans toch de hele nacht met mij Als dit een droom is dan droom ik jou erbij En voor de zon komt heb jij allang gezegd Die droom van jou is niet zo slecht Ja, die droom van jou en mij is echt
En daarom dans toch de hele nacht met mij Als dit een droom is dan droom ik jou erbij En voor de zon komt heb jij allang gezegd Die droom van jou is echt © 1965 Oorspr. Dance Mama, dance papa, dance. Tekst: Hal David Muziek: Burt Bacharach Nederlandse tekst: John van Olten
11
De glimlach van een kind
Willy Alberti
Jij bent zo wijs, dat zegt een kind Jij bent zo grijs, dat zegt een kind Jij bent getrouwd, dat zegt een kind Jij bent al oud, dat zegt een kind Dan denk je: Ja, een rimpel meer Je wordt al echt een ouwe heer Maar voor je denkt: Hoe moet dat nou Pakt ze je hand en lacht naar jou De glimlach van een kind Doet je beseffen dat je leeft De glimlach van een kind Dat nog een leven voor zich heeft Dat leven is de moeite waard Met soms wel wat verdriet Maar met liefde, geluk en plezier in ’t verschiet De glimlach van een kind Dat met een trein speelt of een pop Zo’n glimlach maakt je blij Daar kan geen feest meer tegenop Wat geeft het of je ouder wordt Dat maakt toch niks meer uit Want je voelt je gelukkig al heb je geen duit De glimlach van een kind Doet je beseffen dat je leeft De glimlach van een kind Dat nog een leven voor zich heeft Dat leven is de moeite waard Met soms wel wat verdriet Maar met liefde, geluk en plezier in ’t verschiet Lalala lalalaa lalalalalalalala Lalala lalalaa lalalalalalalala Lalala lalalaa lalalalalalalala Lalala lalalaa lalalalalalalala
© 1968 Tekst en muziek: J. Kluger, J. Brousolle, G. Thibault. Nederlandse tekst: L. Post
12
De troubadour
Lenny Kuhr
Hij zat zo boordevol muziek Hij zong voor groot en klein publiek Hij maakte blij, melancholiek De troubadour Voor ridders in de hoge zaal Zong hij in stoere sterke taal Een lang en bloederig verhaal De troubadour Maar ook het werkvolk in de schuur Hoorde zijn lied vol avontuur Hoorde bij ’t nachtelijk keukenvuur De troubadour, de troubadour En in de herberg van de stad Zong hij een drinklied op het nat Voor wie nog staan kon en wie zat De troubadour, de troubadour Lai lala, lai lala, lai la la, lai la la lai lala, lai la la la... Hij zong in kloosters stil zijn lied Van een mirakel dat geschiedt Ook als geen mens het wonder ziet De troubadour Van vrouwen in fluweel of grijs Bracht hij de harten van de wijs Zijn liefdeslied ging mee op reis De troubadour
13
Dokter Bernhard
Bonny St. Claire en Ron Brandsteder
Dokter Bernhard, u moet me zeggen Hoe gaat het met hem nu? Dokter Bernhard, ik kan alleen maar bidden voor hem en u Elke keer denk ik weer: Hij ligt daar zo alleen Dokter Bernhard, help me Breng hem door het ergste heen Zeg me alleen de waarheid maar Is hij nu niet meer in gevaar? Dokter... ik ben zo bang Heel mijn leven was altijd alleen voor hem Heel mijn leven is niets meer zonder hem Alles geven wil ik ’m houwen bij mij Oh, ik mis hem Ik hou zo van hem en ik mis hem... Heren:
Maakt u zich niet zo veel zorgen Net was ik nog bij hem Hij slaapt nu zeker door tot morgen En de zuster blijft bij hem Dames:
Maar gisteravond was hij op Hij heeft me zelfs gekust... Heren:
Hij zong voor boeren op het land Een kerelslied van eigen hand Hij was van elke rang en stand De troubadour, de troubadour Zo zong hij heel zijn leven lang Zijn eigen lied, zijn eigen zang Toch gaat de dood gewoon zijn gang De troubadour, de troubadour Toen werd het stil, het lied was uit Enkel wat modder tot besluit Maar wie getroost werd door zijn lied Vergeet hem niet Want hij zat zo boordevol muziek Hij zong voor groot en klein publiek Hij maakte blij, melancholiek De troubadour Lai lala, lai lala, lai la la, lai la la lai lala, lai la la la... © 1969 Tekst: David Hartsema Muziek: Lenny Kuhr
Er is ook niets bijzonders nu Maar ’t is beter dat hij rust Zeg me alleen de waarheid maar Is hij nu niet meer in gevaar? Dokter... ik ben zo bang Heel mijn leven was altijd alleen voor hem Heel mijn leven is niets meer zonder hem Alles geven wil ik ’m houwen bij mij Oh, ik mis hem Ik hou zo van hem en ik mis hem... Telefoongerinkel Hallo... Nee..., nee..., nee...! © 1976 Oorspr. Sister Mary. Tekst en muziek: P. Yellowstone, R. Danova en S. Voice. Nederlandse tekst: Peter Koelewijn
14
Dodenrit Troika
Drs P
Wij rijden met de troika door het eindeloze woud. Het vriest een graad of dertig het is winter en vrij koud De paardenhoeven knersen in de pas gevallen sneeuw. ’t Is avond in Siberië en nergens is een leeuw We reizen met de kinderen al zijn ze nog wat jong. Door ’t eindeloze woud waarover ik zoëven zong Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein. Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn We zijn op weg naar Omsk maar de weg daarheen is lang. En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond. Iets donkers en iets talrijks en dat lijkt me ongezond Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel. Het is een hele massa en ze lopen nogal snel En door ons achterna te lopen halen zij ons in. Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been. Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien. Het zijn waarschijnlijk wolven en kwaadaardig bovendien Al is de toestand zorgelijk ik raak niet in paniek. Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek We kennen onze bundel en we zingen heel wat af. Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst. ’t Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst Maar jammer dat de wolven ons nu hebben ingehaald. Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt We doen heel onbekommerd en we zingen continu. Toch moet er iets gebeuren onder
moeders paraplu En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw: Wie moet er aan geloven? vraag ik, toe bedenk eens gauw! Moet Igor het maar wezen? Nee want Igor speelt viool Wat vind je van Natasja? Maar die leert zo goed op school En Sonja dan? Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet. Daar vliegt hij uit de troika met een griezelige kreet De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij. Nog vierentachtig werst en oh, wat zijn we heden blij We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid. Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom. Ajo ajo ajo, al in die hoge klapperboom Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd. De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt Daar gaat het arme kind; zij was zo vrolijk en zo braaf. Nog achtenzestig werst en in Den Haag daar woont een graaf Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort meen’ge traan. En kijk daar komen achter ons die wolven al weer aan Dus Igor ’t is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos. Nog tweeënvijftig werst en daar was laatst een meisje loos Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust. Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een prak belust De doodskreet van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel. Nog zesendertig werst en in een blauwgeruite kiel Mijn vrouw en ik zijn over dus we zingen een duet. En als het even mee wil zitten halen wij het net Helaas ik moet haar afstaan aan de hongerige troep. Nu nog maar twintig werst en hoeperdepoep zat op de stoep
Ik zing nu weer wat lustiger, want Omsk komt in zicht. Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht Terwijl de wolven mij verslinden denk ik: Dat is pech. Ja Omsk dat is een mooie stad maar net iets te ver weg Troika hier troika daar Ja, je ziet er veel dit jaar Troika hier troika daar Overal zit paardenhaar Troika hier troika daar Steeds uit voorraad leverbaar Troika hier troika daar Zachtjes snort de samovar Troika hier troika daar Met een slavisch handgebaar Troika hier troika daar Doe het zelf met naald en schaar Troika hier troika daar Is dat nu niet wonderbaar Troika hier troika daar Twee halfom en één tartaar Troika hier troika daar Eén liefdadigheidsbazaar Troika hier troika daar Hulde aan het gouden paar Troika hier troika daar Foei! hoe suffend staat gij daar Troika hier troika daar Moeder is de koffie klaar Troika hier troika daar Kijk daar loopt een adelaar Troika hier troika daar Is hier ook een abbatoir Troika hier troika daar Basgitaar en klapsigaar Troika hier troika daar Flink gebouwde weduwnaar Troika hier troika daar Leve onze goede tsaaaaaaaar
Dat ik dan wat lekkers kreeg Zij wist ook niet waar Flappie uit kon hangen Ze zou het papa vragen Maar omdat hij bezig was In het fietsenschuurtje Moest ik maar een uurtje Goed naar Flappie zoeken Hij liep vast wel ergens op het gras Maar ik had het hok toch goed dichtgedaan Zoals ik dat elke avond deed Ik was de vorige avond zelfs nog teruggegaan Ik weet ook niet waarom ik dat deed Ik had heel lang voor het hok gestaan Alsof ik wist… wat ik nu weet
Het was eerste kerstdag 1961 Wij naar Flappie zoeken, vader… Die zocht gewoon mee Bij de bomen en het water Maar niet in dat fietsenschuurtje Want daar kon ie toch niet zitten… En ik schudde nee We zochten samen, samen tot de koffie De familie aan de koffie Maar ik hoefde niet Ik dacht aan Flappie En dat het ’s nachts heel koud kon vriezen Mijn hoofdje stil gebogen Dikke tranen van verdriet Maar ik had het hok toch goed dichtgedaan Zoals ik dat elke avond deed Ik was de vorige avond zelfs nog teruggegaan Ik weet ook niet waarom ik dat deed Ik had heel lang voor het hok gestaan Alsof ik wist… wat ik nu weet
© 1974 Tekst en muziek: Drs. P Heinz Polzer
15
Flappie
Youp van ’t Hek
Het was kerstochtend 1961 Ik weet het nog zo goed Mijn konijnenhol was leeg En moeder zei dat ik niet In de schuur mocht komen En als ik lief ging spelen
Het was eerste kerstdag 1961 Er werd luidruchtig gegeten… Maar dat deed me niet zoveel Ik dacht aan Flappie Mijn eigen kleine Flappie Waar zou ie lopen Geen hap ging door mijn keel Toen na de soep het hoofdgerecht zou komen Sprak mij vader uiterst grappig: Kijk Youp daar is Flappie dan Ik zie de zilveren schaal nog
En daar lag hij in drie stukken Voor het eerst zag ik mijn vader Als een vreselijke man Ik ben gillend en stampend naar bed gegaan Heb eerst een uur liggen huilen op de sprei Nog een keer scheldend boven aan de trap gestaan En geschreeuwd: Flappie was van mij Ik heb heel lang voor het raam gestaan Maar het hok stond er maar verlaten bij
Het was tweede kerstdag… 1961 Moeder weet dat nog zo goed… Vaders bed was leeg En ik zei… dat zij… Niet in de schuur mocht komen En als ze lief ging spelen dat ze… Dan wat lekkers kreeg © 1981 Tekst: Joep van ’t Hek Muziek: Jan Kokken
16
Foxie Foxtrot
Nico Haak en De Paniekzaaiers
En ze noemen me Foxie Foxtrot Wrijf de dansvloer effe op Want als de band begint te spelen Nou dan hou ik nooit meer op Dan begint mijn bloed te krieb’len En mijn benen staan niet stil Is hier soms een mooi meissie Dat effe dansen met me wil? O Foxie Foxtrot met je elastieken benen Die wil elke avond naar een dancing toe Zeg jongeman, mag ik je meissie effe lenen ’k Wil met haar swingen Want ik ben nog lang niet moe En wil je vrijer dan niet even met je dansen Dan roep ik: Quick quick slow Want Foxie grijpt z’n kansen O Foxie Foxtrot met je elastieken benen Die wil elke avond naar een dancing toe
Ja, zo dans ik heel mijn leven In elke discotheek of zaal Ik hoop nog één ding te beleven Dat ik de honderd nog eens haal Dan zal het dansen van zo’n foxtrot Niet zo één-twee-drie meer gaan
Maar dan dans ik wel een Engels walsje met mijn eigen Sjaan O Foxie Foxtrot met je elastieken benen Die wil elke avond naar een dancing toe Zeg jongeman, mag ik je meissie effe lenen ’k Wil met haar swingen Want ik ben nog lang niet moe En wil je vrijer dan niet even met je dansen Dan roep ik: Quick quick slow Want Foxie grijpt z’n kansen O Foxie Foxtrot met je elastieken benen Die wil elke avond naar een dancing toe Die wil elke avond naar een dancing toe © 1975 Tekst en muziek: Peter Koelewijn, Nico Haak en Jan Eland
17
Geef mij maar Amsterdam
Johnny Jordaan
Geef mij maar Amsterdam Dat is mooier dan Parijs Geef mij maar Amsterdam Mijn Mokums paradijs Geef mij maar Amsterdam Met zijn Amstel en het IJ Want in Mokum ben ik rijk En gelukkig tegelijk Geef mij maar Amsterdam Klaverjasclub ’schoppen Negen’ Was een weekje in Parijs Om de contributie te verteren Ome Piet de secretaris Had al maanden voor die tijd In z’n eentje Frans zitten leren Maar toen niemand hem verstond deed hij mal Want hij zong op de Place Pigalle: Geef mij maar Amsterdam Dat is mooier dan Parijs Geef mij maar Amsterdam Mijn Mokums paradijs Geef mij maar Amsterdam Met zijn Amstel en het IJ Want in Mokum ben ik rijk En gelukkig tegelijk Geef mij maar Amsterdam Op de hoge Eiffeltoren Ging de bakker haast om zeep Van de hoogte kreeg ie het te pakken Als de slager niet toevallig
Net zijn lange stelten greep Had ie nooit geen brood meer gebakken Van de schrik gingen ze gauw naar benee En toen klonk op de Champs Elysées: Geef mij maar Amsterdam Dat is mooier dan Parijs Geef mij maar Amsterdam Mijn Mokums paradijs Geef mij maar Amsterdam Met zijn Amstel en het IJ Want in Mokum ben ik rijk En gelukkig tegelijk Geef mij maar Amsterdam Ook al was de Seine prachtig En de Eiffel manjefiek En die Franse smik-smak best te eten Ook al kostte daar de fijnste wijn maar anderhalleve piek Toch kon niemand Mokum echt vergeten Want haast ieder uur dan zongen ze weer En naar huis toe wel negentig keer: Geef mij maar Amsterdam Dat is mooier dan Parijs Geef mij maar Amsterdam Mijn Mokums paradijs Geef mij maar Amsterdam Met zijn Amstel en het IJ Want in Mokum ben ik rijk En gelukkig tegelijk Geef mij maar Amsterdam Liever in Mokum zonder poen Dan in Parijs met een miljoen Geef mij maar Amsterdam © 1955 Tekst en muziek: Pi Vèriss en Harry de Groot
18 Het Dorp
Wim Sonneveld
Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop ’n kerk en kar met paard Een slagerij J. van der Ven ’n Kroeg ’n juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar ’t is waar ik geboren ben Dit dorp ik weet nog hoe het was De boerenkind’ren in de klas ’n Kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor Een zandweg tussen koren door Het vee, de boerderijen
En langs het tuinpad van mijn vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat ’t nooit voorbij zou gaan Wat leefden ze eenvoudig toen In simpele huizen tussen groen Met boeren, bloemen en een heg Maar blijkbaar leefden ze verkeerd Het dorp is gemoderniseerd En nu zijn ze op de goede weg Want zie hoe rijk het leven is Ze zien de televisiequiz En wonen in betonnen dozen Met flink veel glas dan kun je zien Hoe of het bankstel staat bij Mien En d’r dressoir met plastic rozen En langs het tuinpad van mijn vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat ’t nooit voorbij zou gaan De dorpsjeugd klit wat bij elkaar In minirok en beatle-haar En joelt wat mee met beatmuziek Ik weet wel ’t is hun goede recht De nieuwe tijd, net wat u zegt Maar ’t maakt me wat melancholiek Ik heb hun vaders nog gekend Ze kochten zoethout voor een cent Ik zag hun moeders touwtje springen Dat dorp van toen het is voorbij Dat is al wat er bleef voor mij Een ansicht en herinneringen Toen ik langs het tuinpad van m’n vader De hoge bomen nog zag staan Ik was een kind hoe kon ik weten Dat dat voorgoed voorbij zou gaan © 1969 Oorspr. La Montagne Tekst en muziek: Jean Ferrat Nederlandse tekst: Hugo Verhage Friso Wiegersma
19
Het kleine café aan de haven
Vader Abraham
De avondzon valt over straten en pleinen De gouden zon zakt in de stad De mensen die moe in hun huizen verdwijnen Ze hebben hun dag weer gehad De neonreclame die knipoogt langs ramen Het motregent zachtjes op straat
De stad lijkt gestorven Toch klinkt er muziek Uit een deur die nog wijd open staat Daar in dat kleine café aan de haven Daar zijn de mensen gelijk en tevree Daar in dat kleine café aan de haven Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee De toog is van koper, toch ligt er geen loper De voetbalclub hangt aan de muur De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox Een pilsje dat is er niet duur Een mens is daar mens, rijk of arm ’t Is daar warm Geen ’monsieur’ of ’madame’ maar wc Het glas is gespoeld in het helderste water Ja, ’t is daar een heel goed café Daar in dat kleine café aan de haven Daar zijn de mensen gelijk en tevree Daar in dat kleine café aan de haven Daar telt je geld of wie je bent Niet meer mee De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of… Je staat in het krijt Het enige wat je aan eten kunt krijgen Dat is daar een hardgekookt ei De mensen die zijn daar gelukkig gewoon Ja, de mensen die zijn daar nog blij Daar in dat kleine café aan de haven Daar zijn de mensen gelijk en tevree Daar in dat kleine café aan de haven Daar telt je geld of wie je bent Niet meer mee © 1975 Tekst en muziek Pierre Kartner
20
Hoe sterk is de eenzame fietser (Jimmy) Boudewijn de Groot
Hoe sterk is de eenzame fietser Die kromgebogen over zijn stuur Tegen de wind Zichzelf en weg baant Hoe zelfbewust de voetbalspeler Die voor de ogen van het publiek
De wedstrijd wint Zich kampioen waant Hoe lacht vergenoegd de zakenman Zonder mededogen Die ’n concurrent verslagen vindt Zelf haast failliet gaat En ik zit hier tevreden Met die kleine op m’n schoot De zon schijnt; er is geen reden Met rotweer en met harde wind Te gaan fietsen met dat kind
Als-ie maar geen voetballer wordt Ze schoppen ’m misschien halfdood Du du doedubdu doedubdu doebudoebudoe bu Du du doedubdu doedubdu doebudoebudoe bu Als-ie maar geen voetballer wordt Ze schoppen ’m misschien halfdood Maar liever dat nog Dan het bord voor z’n kop van de zakenman Want daar wordt-ie alleen maar slechter van © 1973 Tekst: Ruud Engelander Muziek: Boudewijn de Groot
21
Huilen is voor jou te laat
Corry en de Rekels
Huilen is voor jou te laat ik kom niet meer Wacht maar niet op mij het is de laatste keer Dat je me bedrogen hebt het is te laat Want mijn liefde voor jou dat is nu toch enkel haat Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen Maar je ging tocht steeds weer naar die ander heen Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer Huilen is nu voor jou te laat nee ik kom niet meer Ik hoop dat jij gelukkig met die ander bent Ik heb die mooie uren ook met jou gekend Maar eens dan komt de dag voor haar net als voor mij Want wat jij liefde noemt dat gaat ineens voorbij
Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen Maar je ging tocht steeds weer naar die ander heen Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer Huilen is nu voor jou te laat nee ik kom niet meer © 1970 Tekst en muziek: Pierrre Kartner
22
Ik ben Gerrit
Gerrit Dekzeil
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven Ben een boef in de ogen der braven Maar wat moet je nou als je niks hebt In deze wereld waar je steeds wordt genept Bij ons thuis was vroeger Geen brood op de plank Moeder kon dat niet betalen Mijn vader ging dood Ja dat kwam door de drank Ik liep door de straten te dwalen De bakker die keek niet Ik pikte een brood En heb dat mijn moeder gegeven Het was wel gestolen Maar ’t smaakte ons goed Zo zijn we in leven gebleven
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven Ben een boef in de ogen der braven Maar wat moet je nou als je niks hebt In deze wereld waar je steeds wordt genept Zo groeide ik op ja voor galg en voor rad Het stelen dat kon ik niet laten Ik heb in m’n leven al heel wat gejat En ik zit nooit zonder dukaten Ik ben nu beroemd en berucht in het land Een brandkast die kan je me geven ’t Begon met een broodje nu zit ik geramd En zo blijft het de rest van m’n leven
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven Ben een boef in de ogen der braven Maar wat moet je nou als je niks hebt In deze wereld waar je steeds wordt genept © 1973 Tekst en muziek: Jaques Plafond Wim T. Schippers en Gied Jaspars
23
Ik doe wat ik doe
Astrid Nijgh
Nou doe je jas uit En warm maar eerst je handen Want kouwe jatten aan m’n lijf Daar ril ik van Het lijkt wel winter ’k Heb de kachel laten branden Die regen hè, daar vind ik ook niks an Zeg wees eens lief Wil je niet effe langer blijven? Dan leg je er gewoon ’n meier bij Wees maar gerust Ik ben niet als al die wijven Die veel beloven en niks doen Da’s niks voor mij Ik doe wat ik doe En vraag niet waarom Ik doe wat ik doe En misschien is dat dom Maar ik vraag toch ook niet aan jou Waarom jij het hier doet En niet bij je vrouw Ach kom nou We doen wat we doen Ik heb mijn moeder laatst een reis cadeau gegeven Anders had ze d’r eigen zus nooit gezien Die tien jaar terug naar Canada ging voor het leven ’k Mag die ziel nou eenmaal graag gelukkig zien En met m’n zussie ben ik kleren wezen kopen Ze is pas twaalf, die kleine meid Ik hoop niet dat zij net zoals ik erin zal lopen Want kerels, da’s niks als rottigheid Ik doe wat ik doe En vraag niet waarom Ik doe wat ik doe En misschien is dat dom Maar ik vraag toch ook niet aan jou Waarom jij het hier doet en niet bij je vrouw Ach kom nou We doen wat we doen Nee ’t is niet druk, je bent vandaag de tweede Ach, het einde van de maand hè, altijd stil Nou ja, ik ben vandaag al weer tevreden Vooral wanneer je nog iets extra’s wil
Wat doen we? Op z’n Frans of plaatjes kijken? Toe, wees eens tof, of heb je al niets meer Nou ja, vooruit, wat kan het me ook schelen Toe kom maar hier en geniet maar eens ’n keer Ik doe wat ik doe En vraag niet waarom Ik doe wat ik doe En misschien is dat dom Maar ik vraag toch ook niet aan jou Waarom jij het hier doet en niet bij je vrouw Ach kom nou We doen wat we doen Ach kom nou We doen wat we doen © 1973 Tekst: Lennaert Nijgh Muziek: Astrid Nijgh
24
Ik heb geen zin om op te staan Het Het is weer tijd, om op te staan Maar ik heb geen zin Hij heeft geen zin Om naar m’n baas te gaan Met m’n blote voeten op het kouwe zeil Met z’n grote blote voeten op het kouwe zeil
Ik heb geen zin om op te staan Ik heb geen zin om op te staan Wa jij maar hier, was jij maar hier Want het is zo fijn Het is zo fijn Om hier met jou te zijn Met m’n voeten tegen je pyama aan Met z’n grote voeten tegen je pyama aan
Ik heb geen zin om op te staan Ik heb geen zin om op te staan
25
Ik voel me zo verdomd alleen Danny de Munk Krijg toch allemaal de kolere Val voor mijn part allemaal dood Ik heb geen zin om braaf te leren Ik eindig toch wel in de goot Kinderen willen niet met me spelen Noemen me ‘Rat’ en wijzen me na De enige, die me wat kan schelen Die is er nooit, dat is m’n pa Mijn moeder kan me niet verdragen Nooit doe ik iets voor haar goed Om liefde hoef ik ook al niet te vragen Schelden is alles, wat ze doet Geen wonder dat mijn pa is gaan varen Ik mocht niet mee, ik ben te klein Ik moet het in mijn eentje klaren Tot ie ooit weer terug zal zijn Had ik maar iemand om van te houden Twee zachte armen om me heen Die mij altijd beschermen zouden Ik voel me zo verdomd alleen Misschien als vaders schip er is Als ie weer terug is van de zee Zegt ie nog es: Luister Cis Waarom ga je niet met me mee? Ik ben toch ook nog maar een kind Kan het niet helemaal alleen Misschien dat ik ooit het geluk nog vind Maar hoe, dat is een groot probleem Had ik maar iemand om van te houden Twee zachte armen om me heen Die mij altijd beschermen zouden Ik voel me zo verdomd alleen © 1984 Uit de film: Ciske de Rat Tekst: Karin Loomans Muziek: Herman van Veen
Ik blijf in bed, de hele dag Want ik heb geen zin Hij heeft geen zin Om d’r nou nog uit te gaan Met m’n blote handen naar m’n baas te gaan Met z’n grote blote handen naar z’n baas te gaan
Ik heb geen zin om op te staan Ik heb geen zin om op te staan © 1965 Tekst en muziek: Bob Bouber
Je loog tegen mij 26 Drukwerk
Toen ik thuis kwam Was jouw deur voor mij op slot En je deed of je niets had gehoord Nu zeg je: M’n lief, het slot was kapot Nu zeg je: Kom binnen, loop door Maar ik ben nu bang dat ik stoor
Je loog tegen mij alsof ik ’n kind was Geloof dat jij dacht Dat ik helemaal blind was Zeg schat, denk je dat je me aan kan Zeg schat, je bent heel wat van plan dan Toen ik thuis kwam Was er geen brood meer in de kast En je zei: Ik kan niets voor je doen Nu heb je dan zelfs je ringen verpatst En komt mij vragen om poen Je bent zeker vergeten van toen Je loog tegen mij alsof ik ’n kind was Geloof dat jij dacht Dat ik helemaal blind was Zeg schat, denk je dat je me aan kan Zeg schat, je bent heel wat van plan dan Oh, je bent nu jezelf niet Je hebt last van verdriet En je zegt dat je toch van me houdt Je zegt, je bent toch nog m’n vrouw Maar je liet me mooi staan in de kou Toen ik thuis kwam Was er geen plaats meer in je bed En je zei: Ach, slaap jij op de bank Nu heb je je vriend uit je kamer gezet En mix je m’n lievelingsdrank Maar ik denk dat ik dit keer bedank bekijk ’t maar!
Je loog tegen mij alsof ik ’n kind was Geloof dat jij dacht Dat ik helemaal blind was Zeg schat, denk je dat je me aan kan Zeg schat, je bent heel wat van plan dan Van plan dan, van plan dan © 1981 Tekst: Nico van Apeldoorn Muziek: Casper Peterson
27
Kom van dat dak af
Peter Koelewijn
Hé… Héé… Héééé… Kom van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Néé, néé, néé, néé, néé, néé van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Kom van dat dak af Dat was de laatste keer
Janne Jansen z’n vrouw Was een koorddanseres Maar bij gebrek aan een touw Klom zij op het bordes Het eten werd koud En Janne Jansen werd heet En in de straat weerklonk z’n kreet: Kom van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Néé, néé, néé, néé, néé, néé van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Kom van dat dak af Dat was de laatste keer Janne Jansen werd kwaad En hij zei: Aan is de boot Kom van dat dak af Of je gaat in de goot Maar zijn vrouw schrok zich wild En was ten einde raad Weer klonk het in de straat: Kom van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Néé, néé, néé, néé, néé, néé van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Kom van dat dak af Dat was de laatste keer
Janne Jansen z’n vrouw Was een koorddanseres Maar bij gebrek aan een touw Klom zij op het bordes Het eten werd koud En Janne Jansen werd heet En in de straat weerklonk z’n kreet: Kom van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Néé, néé, néé, néé, néé, néé van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Kom van dat dak af Dat was de laatste keer Jeeh, van dat dak af Oho oh van dat dak Van dat dak af Héé, kom van dat dak af Van dat dak af ’k Waarschuw niet meer Kom eraf!! © 1960 Tekst en muziek: Peter Koelewijn
28
Koos werkeloos
Klein Orkest
M’n naam is Koos en ik ben werkeloos De mensen zeggen ga toch werken Koos Nou ik wil er best wel tegenaan Maar dan wel een leuke baan Want anders hoeft het niet voor Koos Laat Koos maar vissen aan de waterkant Mij niet gezien achter de lopende band En Koos gaat ook geen vakken vullen Zeker om de zak te vullen van de fabrikant Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos jawel Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos Mijn zwager Jan die spreekt er schande van die zegt Koos gebruik je handen man Maar hij werkt met z’n ellebogen Heeft z’n schapen op het droge Nou verbrandt maar Jan Die politieke Haagse maffia Die blijft maar korten op de minima Nou laat ze zelf maar betalen Want bij Koos valt niets te halen Sorry dat ik besta! Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos jawel Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos Parlando Maatje, je hoort vaak zeggen: Waar moet dat heen Straks doen computers al ’t werk alleen Maar mensen het gaat toch prima zo Gratis vrije tijd kado En dat is voor Koos geen probleem Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos jawel
Werkeloos Laat mij voorlopig lekker werkeloos Al dat gezeur van ga toch werken Koos Koos werkeloos © 1982 Tekst en muziek: H. Jekkers / C. Prins / N. Nieuwenhuijsen / L. Smit / K. Meinderts
29 Laat me
Ramses Shaffy
Ik ben misschien te laat geboren Of in een land met ander licht Ik voel me altijd wat verloren Al toont de spiegel mijn gezicht Ik ken de kroegen, kathedralen Van Amsterdam tot aan Maastricht Toch zal ik elke dag verdwalen Maar dat houdt de zaak in evenwicht Dus laat me, laat me Laat me m’n eigen gang maar gaan Laat me, laat me Ik heb het altijd zo gedaan Ik zal mijn vrienden nooit vergeten Want wie mij lief is, blijft mij lief Maar waar ze wonen moest ik weten Maar ’k verloor hun laatste brief Ik zal ze heus wel weer ontmoeten Misschien vandaag, misschien over een jaar Ik zal ze kussen en begroeten ’t Komt vanzelf weer voor elkaar Dus laat me, laat me Laat me m’n eigen gang maar gaan Laat me, laat me Ik heb het altijd zo gedaan
Ik ben gelukkig niet verankerd Soms woon ik hier soms leef ik daar Ik heb mijn leven niet verkankerd Ik heb geen bezit, en geen bezwaar Ik hou van water en van aarde Ik hou van schamel maar ook van duur Er is geen stuiver die ik spaarde Ik leef gewoon van uur tot uur Dus laat me, laat me Laat me m’n eigen gang maar gaan Laat me, laat me Ik heb het altijd zo gedaan
Ik zal heus wel ’ns een keertje sterven Daar kom ik echt niet onderuit En ik laat mijn liedjes nou maar zwerven En verder zoek je ’t maar uit Voorlopig blijf ik nog jouw zanger Jouw zwarte schaap, jouw trouwe fan Ik blijf nog lang en liefst nog langer Maar laat mij nou maar blijven wie ik ben Dus laat me, laat me Laat me m’n eigen gang maar gaan Laat me, laat me Ik heb het altijd zo gedaan Dus laat me, laat me Laat me m’n eigen gang maar gaan Laat me, laat me Ik heb het altijd zó gedaan © 1978 Oorspr. La dernière volonté. Muziek: S. Lebel / A. Dona Nederlandse tekst: Herman Pieter de Boer
30
Malle Babbe
Rob de Nijs
Je schuimt de straten af En volgt het dievenspoor Met schooiers en soldaten Hun petten op één oor Je tilt je rokken op En lacht naar iedere man Die in het donker wel durft Wat overdag niet kan En bij nacht, in de kroegen hier Gaat je naam in ’t rond Bij het blond schuimend bier: Ik ken ze één voor één De heren van fatsoen Ik zal ze nooit vergeten Zoals ze jou wel doen Hoe vaak heb jij zo’n kop Bezopen, stom en geil Niet aan de borst gedrukt Je lijf nat van z’n kwijl En bij nacht, in de kroegen hier Gaat je naam in ’t rond Bij het blond schuimend bier: Malle Babbe kom Malle Babbe kom hier Lekker stuk, malle meid Lekker dier van plezier Malle Babbe is rond
Malle Babbe is blond Een zoen op je mond Malle Babbe je lekkere kont La la lala la la la lala la la La la lala lala En ’s zondags in de kerk Dan zit daar zo’n meneer Stijf als een houten plank Met spijkers in z’n kop Te kijken in z’n bank Een zwart lakens pak aan z’n zondige lijf Bang voor de duivel en bang voor z’n wijf En zuinig een cent in het zakje doen Zo koopt ie z’n ziel weer terug En z’n fatsoen En jij moet achteraan In het donker ergens staan Zoals het hoort
Maar eens dan komt de dag Dan luiden ze de klok Dan draag jij witte bloemen En linten aan je rok Wanneer we met elkaar gearmd de kerk uitgaan Wat zullen ze dan kijken Daar denk ik altijd aan Als bij nacht, in de kroegen hier Ik je naam weer hoor Bij het blond schuimend bier: Malle Babbe kom Malle Babbe kom hier Lekker stuk, malle meid Lekker dier van plezier Malle Babbe is rond Malle Babbe is blond Een zoen op je mond Malle Babbe je lekkere kont La la lala la la la lala la la La la lala lala © 1970 Tekst: Lennaert Nijgh Muziek: Boudewijn de Groot
31
Een meisje van zestien
32
M’n opa
Boudewijn de Groot
Hetty Blok en Leen Jongewaard
Ze woonde in een villawijk Haar ouders waren stinkend rijk Toch was daar niets meer dat haar bond Ze gaf zich aan een vagebond Die sprak van liefde, ’t oud verhaal En zij geloofde ’t allemaal Zo ging ze weg, ze nam niets mee Alleen haar jeugd en het idee Dat hij haar man was, zij zijn vrouw En het altijd zo blijven zou
Elke zondagmiddag bracht ie toffies voor me mee Ik weet nog de spelletjes die opa met me dee Restaurantje spelen en m’n opa was de kok Bokkenwagen spelen en m’n opa was de bok
Arm kind, zestien lentes zo pril Ach, wat lig je hier stil Langs de kant van de weg Zij trokken voort van stad tot stad Omdat hij ruimte nodig had Het zwerversleven was te zwaar Niets voor een kind van zestien jaar Haar liefde was haar levenslot Ze ging er langzaam aan kapot Zij kon de hartstocht niet weerstaan Moest tot het einde verder gaan Ze was geen kind, maar ook geen vrouw En wist niet wat er komen zou
Arm kind, zestien lentes zo pril Ach, wat lig je hier stil Langs de kant van de weg Zij werd vermoeid, zag bleek en vaal Verloor haar jeugd, haar ideaal Alleen haar liefde bleef bestaan Toen ging hij weg bij haar vandaan Toch had ze kunnen weten dat Hij niet genoeg aan liefde had Dat op een dag hij weg zou zijn En zij alleen met spijt en pijn Dat hij zolang een meisje had Als stormwind speelt met een enkel blad
Arm kind, zestien lentes zo pril Ach, wat lig je hier stil Langs de kant van de weg © 1965 Oorspr. Une enfant de 16 ans Muziek: Charles Aznavour & R. Chauvigny Nederlandse tekst: Lennaert Nijgh
M’n opa, m’n opa, m’n opa In heel Europa was er niemand zoals hij M’n opa, m’n opa, m’n opa En niemand was zo aardig voor mij In heel Europa, m’n ouwe opa Nergens zo iemand als hij In heel Europa, m’n eigen opa Niemand zo aardig voor mij M’n ouwe opa Als ik me verveelde ging ik altijd naar hem toe Hij verzon een spelletje en nooit was hij te moe Van de dijk afrollen en m’n opa was de dijk Detectiefie spelen en m’n opa was het lijk M’n opa, m’n opa, m’n opa In heel Europa was er niemand zoals hij M’n opa, m’n opa, m’n opa En niemand was zo aardig voor mij In heel Europa, m’n ouwe opa Nergens zo iemand als hij In heel Europa, m’n eigen opa Niemand zo aardig voor mij M’n ouwe opa Samen naar de apies kijken Samen naar het strand En als je geluk had ging je samen naar de brand Samen op het ijs en met een sleetje in de sneeuw Leeuwentemmer spelen en m’n opa was de leeuw Altijd als we samen waren hadden we plezier Stierenvechter spelen en m’n opa was de stier M’n opa, m’n opa, m’n opa In heel Europa was er niemand zoals hij M’n opa, m’n opa, m’n opa En niemand was zo aardig voor mij
In heel Europa, m’n ouwe opa Nergens zo iemand als hij In heel Europa, m’n eigen opa Niemand zo aardig, niemand zo aardig, niemand zo aardig, voor mij M’n ouwe oooooooooooooopa © 1967 Tekst: Annie M.G. Schmidt Muziek: Harry Bannink
33 Mexico
Zangeres Zonder Naam
Ik ben naar Mexico gekomen Het land van liefde en van zon ’t Was in de schaduw van de bomen Dat net als in dromen Een sprookje begon Ik was daar op een groot fiesta En zag een caballero staan We dansten samen toen een rumba En ja bij die rumba is alles onstaan Gitaarmuziek Klonk door de Mexicaanse nacht Gitaarmuziek Heeft liefde voor ons meegebracht Ik zal er altijd blijven wonen Geef andere landen graag cadeau Ja, het blijft me steeds bekoren Want ik heb mijn land verloren In het mooie Mexico Mexico, Mexi-i-i-i-i-co! Oh land van al mijn dromen Met je gitaarmuziek Bracht je de romantiek Voor hem en mij Mexico, Mexi-i-i-i-i-co! Ik blijf er altijd wonen Je bent me alles waard Een paradijs op aard Ja dat ben jij
Gitaarmuziek Klonk door de Mexicaanse nacht Gitaarmuziek Heeft liefde voor ons meegebracht Ik zal er altijd blijven wonen Geef andere landen graag cadeau Ja, het blijft me steeds bekoren Want ik heb mijn land verloren In het mooie Mexico
Mexico, Mexi-i-i-i-i-co! Oh land van al mijn dromen Met je gitaarmuziek Bracht je de romantiek Voor hem en mij Mexico, Mexi-i-i-i-i-co! Ik blijf er altijd wonen Je bent me alles waard Een paradijs op aard Ja dat ben jij Mexico, Mexico Mexico, Mexicooooo! Oleé! © 1951/1969 1986 Tekst en muziek: Raymond Vincy en Francis Lopez Nederlandse tekst: Johnny Hoes
34 Omdat ik zoveel van je hou Henriëtte Davids en Sylvain Poons
Je bent niet mooi Je bent geen knappe vrouw Je nagels zijn voortdurend in de rouw Toch wil ik van geen ander weten Omdat ik zoveel van je hou Al ben je ook een beetje vreemd van ras Toch ben ik danig met je in m’n sas ’k Wil van een ander nooit iets weten Omdat ik zoveel van je hou Wat verdriet, mooi ben je niet Vooral wanneer je kijft Al ben ’k geen plaat, schoonheid vergaat Maar weet je lelijkheid die blijft Daar moet je maar aan wennen Al zijn je kleren ook niet van satijn En doe je niet mee aan de slanke lijn Toch wil ik van geen ander weten Omdat ik zoveel van je hou Al zijn je haren niet gepermanent En is ’t gebruik van zeep je onbekend Toch zou ik jou niet willen ruilen Voor zo een maag’re modeprent Al heb j’ een ongeschoren apensnoet Waar j’ als fatsoenlijk mens aan wennen moet Ik wil je met geen ander ruilen Omdat ik zoveel van je hou
Lief en leed, zoals je weet Tesamen deelden wij ’t Lief o vrouw, dat was voor jou En al het leed dat was voor mij Dat heb je toch geweten Maar al liet jij me dikwijls in de kou Al sloeg je mij ook dikwijls bont en blauw Toch kan slechts maag’re Hein ons scheiden Omdat ik zoveel van je hou © 1934 Tekst: Rido Philip Pinkhof Muziek: J. Brookhouse
Vader is een hypocriet, vader is een nul Vader is er enkel en alleen maar voor de centen En de rest is flauwekul Ik wou dat ik nog één keer met mijn dochter Aan het handje lopen kon Op een mooie Pinksterdag Samen in de zon Op een mooie Pinksterdag Samen in de zon Samen in de zon © 1967 Tekst: Annie M.G. Schmidt Muziek: Harry Bannink
35 Op een mooie Pinksterdag André van den Heuvel en Leen Jongewaard
36
Op een onbewoond eiland
Kinderen voor kinderen
Op een mooie Pinksterdag Als het even kon Liep ik met mijn dochter aan ’t handje in het parrekie Te kuieren in de zon Gingen madeliefjes plukken eendjes voeren… eindeloos ’kijk nou toch je jurk wordt nat je handjes vuil’… en papa boos Vader was een mooie held Vader was de baas Vader was een duidelijke mengeling van Onze Lieve Heer en Sinterklaas ‘Ben je bang voor ’t hondje? Hondje bijt niet, papa zegt dat hij niet bijt’ Op en mooie Pinksterdag Met de kleine meid Als het kindje groter wordt Roossie in de knop Zou je tegen alle grote jongens willen zeggen: Handen thuis en lazer op Hebbu dat nou ook meneer? Jawel meneer, precies als iedereen Op een mooie Pinksterdag Laat ze je alleen Morgen kan ze zwanger zijn ’t Kan ook nog vandaag ’t Kan van de behanger zijn of van een Franse zanger zijn Of iemand uit Den Haag Vader kan gaan smeken en gaan preken tot hij purper ziet Vader zegt: Pas op m’n kind dat hondje bijt… ze luistert niet
Op een onbewoond eiland Loopt niemand voor je neus Ja je voelt je er blij want Lekker leven is de leus Geen pietsie pech Want je hoeft er niets Valt er niet van je fiets Ligt op die luie haidewiets Drinkt met je billen bloot Melk uit de kokosnoot Je wordt vanzelf groot Op een onbewoond eiland Zijn alle dagen fijn Op een onbewoond eiland Daar zou ik willen zijn Ik had vanmorgen al voor dag en dauw Een punaise in m’n voet Marmelade op mijn linkermouw Ei te zacht ik wor’ niet goed En toen ik m’n fiets besteeg Je raadt het reeds Mijn beide banden lek en leeg En de tram, die ik toen nam Bleef steken in de steeg Op een onbewoond eiland Loopt niemand voor je neus Ja je voelt je er blij want Lekker leven is de leus Geen pietsie pech Want je hoeft er niets Valt er niet van je fiets Ligt op die luie haidewiets Drinkt met je billen bloot Melk uit de kokosnoot
Je wordt vanzelf groot Op een onbewoond eiland Zijn alle dagen fijn Op een onbewoond eiland Daar zou ik willen zijn Ik moest vanmiddag bij de dokter zijn Spuitje antigriep gehaald Nou die vogel deed me reuze pijn En natuurlijk brak de naald En toen ik douchen zou Je raadt het reeds Stond ik te krijsen van de kou Nooit geluk de geiser stuk Je weet wel wat ik wou Op een onbewoond eiland Loopt niemand voor je neus Ja je voelt je er blij want Lekker leven is de leus Geen pietsie pech Want je hoeft er niets Valt er niet van je fiets Ligt op die luie haidewiets Drinkt met je billen bloot Melk uit de kokosnoot Je wordt vanzelf groot Op een onbewoond eiland Zijn alle dagen fijn Op een onbewoond eiland Daar zou ik willen zijn © 1981 Tekst Herman Pieter de Boer Muziek: Tonny Eyk
37 Peter
Sweet Sixteen
Wie maakt dat ik niets meer lust Wie verstoort mijn rust? Ja dat is Peter, ja dat is Peter Waarom doe ik alles fout Ben ik warm of koud? Dat komt door Peter Dat komt door Peter Peter is mijn ideaal Grijze trui en rode sjaal Blauwe ogen donker haar Groot en knap en achttien jaar Peter vindt de meisjes dom Kijkt niet naar ze om Want zo is Peter, want zo is Peter Peter, Peter zie je niet dat ik ziek ben van verdriet Peter, ik ben verliefd
Peter zit in de hoogste klas Ik wou dat ik zover al was Maar als hij dan eens naar mij keek Was ik totaal van streek Wie maakt dat ik niets meer lust Wie verstoort mijn rust? Ja dat is Peter, ja dat is Peter Waarom doe ik alles fout Ben ik warm of koud? Dat komt door Peter Dat komt door Peter Peter is mijn ideaal Grijze trui en rode sjaal Blauwe ogen donker haar Groot en knap en achttien jaar Peter vindt de meisjes dom Kijkt niet naar ze om Want zo is Peter, want zo is Peter Peter, Peter zie je niet dat ik ziek ben van verdriet Peter, ik ben verliefd © 1959 Tekst en muziek: Mies Karsemeyer-Spruit
38 Sammy
Ramses Shaffy
Sammy loop niet zo gebogen Denk je dat ze je niet mogen Waarom loop je zo gebogen, Sammy Met je ogen, Sammy op de vlucht? Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Want daar is de blauwe lucht Sammy loop niet zo verlegen Zo verlegen door de regen Waarom loop je zo verlegen, Sammy Door de stegen, Sammy van de stad Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Want dan wor’ je lekker nat Sammy, kromme kromme Sammy Dag, Sammy, domme domme Sammy Kijkt niet om zich heen Doet alles alleen En vindt de wereld heel gemeen Sammy wil bij niemand horen Zich door niets laten verstoren Toch voelt hij zich soms verloren, Sammy Hoge toren, Sammy kan ’t niet aan Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Want daar boven lacht de maan
Sammy wil met niemand praten Maar toch voelt hij zich verlaten Waarom voel je je verlaten, Sammy Op de straten, Sammy van de stad? Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Want dan wor’ je lekker nat Sammy, kromme kromme Sammy Dag, Sammy, domme domme Sammy Kijkt niet om zich heen Doet alles alleen En vindt de wereld heel gemeen Sammy wil heus wel verand’ren Maar is zo bang voor de and’ren Waarom zou je niet verand’ren, Sammy Want de and’ren, Sammy zijn niet kwaad Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Anders is het vast te laat Sammy loopt maar door de nachten Op ’n wondertje te wachten Wie zal dit voor jou verzachten, Sammy Want jouw nachten, Sammy zijn zo koud Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy Er is één die van je houdt © 1966 Tekst en muziek: Ramses Shaffy
39 Rockin’ Billy Ria Valk
Hou je echt nog van mij, Rockin’ Billy Of is nu al jouw liefde voorbij? Heus ik twijfel nou toch wel een beetje ’t Is zo eenzaam op de boerderij Waarom schrijf je me nooit Rockin’ Billy Sinds je naar dat Amerika ging? Want je zei dat ik over mocht komen Als je eenmaal daar was lieveling ’k Heb nu in geen twee jaar een brief meer gezien Heb je geen pen en papier daar misschien? Hou je echt nog van mij, Rockin’ Billy Of is nu al jouw liefde voorbij? Heus ik twijfel nou toch wel een beetje ’t Is zo eenzaam op de boerderij In Amerika zou je beginnen Een fabriekje in leverpastei Jij had daarvoor geen money Rockin’ Billy
Dus dat leende je even van mij ’k Heb eerst nog geaarzeld omdat ik niet wou Maar jij beloofde me liefde en trouw Hou je echt nog van mij, Rockin’ Billy Of is nu al jouw liefde voorbij? Heus ik twijfel nou toch wel een beetje ’t Is zo eenzaam op de boerderij Je nam ook al mijn meubels en kleren Naar dat verre Amerika mee Want je zou vast ons huis in gaan richten En dus zei ik maar zuchtend oké Stuur me alsjeblieft weer m’n mooie matras Want daarin zit m’n geld en m’n pas Hou je echt nog van mij, Rockin’ Billy Of is nu al jouw liefde voorbij? Heus ik twijfel nou toch wel een beetje ’t Is zo eenzaam op de boerderij © 1959 Tekst en muziek: Stig Anderson Ned. tekst: Willy Rex
40
Sophietje
Johnny Lion
Zij dronk ranja met een rietje Mijn Sophietje Op een Amsterdams terras Zij was Hollands als ’t gras Als de molens aan een plas Ik wist niet wat ik moest zeggen Uit moest leggen Iets wat Cupido wel weet Dat ze mij meteen iets deed Meteen iets deed Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn In Helsinki, in Londen en Berlijn Waar ik op de wijde wereld kwam Zij mochten er wel zijn Maar de mooiste van de mooiste is Sophie In de liefde is ze zeker een genie Want een meisje als Sophietje Is een lente symphonie In haar stem hoor ik een liedje Melodietje ’t Is een liedje met een lach Dat ik hoor sinds ik haar zag Sinds ik haar zag
Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn In Helsinki, in Londen en Berlijn Waar ik op de wijde wereld kwam Zij mochten er wel zijn Maar de mooiste van de mooiste is Sophie In de liefde is ze zeker een genie Want een meisje als Sophietje Is een lente symphonie Zij dronk ranja met een rietje Mijn Sophietje Op een Amsterdams terras Toen wist ik dat mijn Sophie de liefste was © 1965 Tekst en muziek: Thore Skogman Nederlandse tekst: Lodewijk Post
41
Suzanne
v.o. f. de Kunst We zitten samen in de kamer En de stereo staat zacht En ik denk, nu gaat het gebeuren Hierop heb ik zo lang gewacht Niemand in huis, de deur op slot Mijn avond kan niet meer kapot Suzanne, Suzanne Suzanne, ik ben stapelgek op jou Ik leg mijn arm op haar schouder Streel haar zachtjes door haar haar ’k Kan het bijna niet geloven Voorzichtig kussen wij elkaar En opeens gaat de telefoon En een vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn Verontschuldigt zich voor verkeerd verbonden zijn En ik denk bij mezelf: Waarom nu? Waarom ik? Waarom? Suzanne, Suzanne Suzanne, ik ben stapelgek op jou Suzanne, Suzanne Suzanne, hij is stapelgek op jou ’k Ga maar weer opnieuw beginnen ’k Zoen haar teder in haar nek Maar de hartstocht is verdwenen En ze reageert zo gek Ze vraagt of er nog cola is En ik denk: Nu is het mis...
Suzanne, Suzanne Suzanne, ik ben stapelgek op jou
Aaha – aaha – aahaha – haa
We zitten nog steeds in de kamer Met de stereo op tien ’t Zal nu wel niet meer gebeuren Dus ik hou het voor gezien Ze zegt: Ik denk dat ik maar ga... Ze zegt: Tot ziens En ik zeg: Ja... Suzanne, Suzanne Suzanne, ik ben stapelgek op jou Suzanne, Suzanne Suzanne, hij is stapelgek op jou Suzanne, Suzanne Suzanne, hij is stapelgek op jou Ik ben stapelgek op jou © 1983 Tekst en muziek: F. Lancee en Bochman
42 De vlieger André Hazes
M’n zoon was gister jarig Hij werd acht jaar oud die schat Hij vroeg aan mij een vlieger En die heeft hij ook gehad Naar zijn bal, zijn fiets, zijn treinen Nee, daar keek hij niet meer om Want zijn vlieger was hem alles Alleen wist ik niet waarom Maar toen op zekere morgen Zei hij: Vader, ga je mee De wind die is nu gunstig Dus ik neem m’n vlieger mee In zijn ene hand de vlieger In de andere de brief Ik kon hem niet begrijpen Maar toen zei m’n zoontjelief: Ik heb hier en brief voor m’n moeder Die hoog in de hemel is Deze brief bindt ik vast aan m’n vlieger Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis En als ze dan leest hoeveel ik van haar hou Dat ik niet kan wennen aan die andere vrouw Ik heb hier een brief voor m’n moeder Die hoog in de hemel is © 1977 Tekst en muziek: A.W. Le Roy, A.G. Hazes en N.O. Haak
43
We benne op de wereld om mekaar te hellepe, nietwaar? Adèle Bloemendaal, Piet Römer, Leen Jongewaard
Vriendschap, liefde, broederschap Komen nader stap voor stap Ja, dat is waar. Inderdaad
Vriendschap, liefde, broederschap Het zijn geen loze kreten We leven echt niet voor de grap Dat mag je nooit vergeten Neee! We benne op de wereld om mekaar
Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe nietwaar Jaaa! We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar Help de Spanjaard en de Turk Die tussen ons verblijven Naastenliefde is de kurk Waarop we allen drijven
Jaaa! We benne op de wereld om mekaar
Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar In de plaats van haat en nijd Vrijheid vrede en menselijkheid En een beetje warmte
Ziet reeds gloort de dageraad Die ons ’t licht gaat brengen De zon die aanstonds alle kwaad Op aarde zal verzengen Want… we zijn toch op de wereld Om mekaar Om mekaar om mekaar Om mekaar te hellepe nietwaar Jaaa! We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe nietwaar Jaaa! We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar © 1969 Tekst: Eli Asser Muziek: Harry Bannink
En… We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe nietwaar Jaaa! We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar Mensen deelt tesamen brood Helpt elkander in de nood: Amen
Als de buurman armoe lijdt In stilte zit te treuren Probeer ’m dan met wat menselijkheid Een beetje op te beuren Ooh… We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe nietwaar Jaaa! We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe niewaar Leeft een vrouw in eenzaamheid Dan moet ge wel bedenken Welk een vreugd’ je haar bereidt Door haar een kind te schenken En… We benne op de wereld om mekaar Om mekaar om mekaar om mekaar Te hellepe nietwaar
Wil u een stekkie? 44 de fuchsia
Hetty Blok Zuster Klivia en Leen Jongewaard Gerrit
Wil u een stekkie een stekkie een stekkie Wil u een stekkie van de fuchsia? Heb u een plekkie een plekkie een plekkie Heb u een plekkie voor de fuchsia? Het is een makkelijke plant Hij eet als ’t ware uit de hand Een beetje mest, een beetje zon Hij doet het best op het balkon Ik geef een stekkie een stekkie een stekkie En als ik ’s avonds op visite ga Dan breng ik overal geluk Ik geef een stekkie van de fuch Ik geef een stekkie van de fuchsia Van de fuch-fuch-fuchsia Iedereen in de stad Heeft al een stekkie van de fuchsia gehad Meneer De Wacht op nummer acht Heeft al drieëntwintig stekkies grootgebracht Wil u een stekkie een stekkie een stekkie Wil u een stekkie van de fuchsia?
Heb u een plekkie een plekkie een plekkie Heb u een plekkie voor de fuchsia? Het is een makkelijke plant Hij eet als ’t ware uit de hand Een beetje mest, een beetje zon Hij doet het best op het balkon Ik geef een stekkie een stekkie een stekkie En als ik ’s avonds op visite ga Dan breng ik overal geluk Ik geef een stekkie van de fuch Ik geef een stekkie van de fuchsia Van de fuch-fuch-fuchsia Geen huis in de straat Waar niet de fuchsia te bloeien staan Juffrouw Bet, uit de flat Heeft een roze fuchsia op haar toilet Wil u een stekkie een stekkie een stekkie Wil u een stekkie van de fuchsia? Heb u een plekkie een plekkie een plekkie Heb u een plekkie voor de fuchsia? Het is een makkelijke plant Hij eet als ’t ware uit de hand Een beetje mest, een beetje zon Hij doet het best op het balkon Ik geef een stekkie een stekkie een stekkie En als ik ’s avonds op visite ga Dan breng ik overal geluk Ik geef een stekkie van de fuch Ik geef een stekkie van de fuchsia Van de fuch-fuch-fuchsia Van de fuch-fuch-fuchsia Van de fuch-fuch-fuchsia © 1967 Uit: Ja zuster, nee zuster Tekst: Annie M.G. Schmidt Muziek: Harry Bannink
45 Willem, wordt wakker The Butterflies
Willem, wordt wakker, Willem! Willem, wordt wakker, Willem! Zo klonk ’t vannacht om één uur Aan de andere kant van de muur Het was de bange stem van de vrouw van onze linkerbuur Toe Willem, wordt wakker! Toe Willem, wordt wakker! Wat is dat voor een vreemd geluid Willem, kom je bed toch uit
’k Hoor gestommel in de gang Ik ben zo vrees’lijk bang Toe Willem, wordt wakker! Toe Willem, wordt wakker! Daarna was ’t een kwartier benauwend stil Maar plots klonk door de nacht een rauwe gil Toe Willem wordt wakker! Toe Willem wordt wakker! Ik hou het niet uit Willem, wordt wakker, Willem! Willem, wordt wakker, Willem! Maar Willem gaf geen draad De buurt was ten einde raad Men sprong uit bed en weldra klonk het door de hele straat Toe Willem, wordt wakker! Toe Willem, wordt wakker! En van de hele trammelant Kwamen stukken in de krant Willem werd beroemd Want nu zingt heel het land Toe Willem, wordt wakker! Toe Willem, wordt wakker! Toe Willem, wordt wakker! © 1957 Oorspr. Wake up, little Susie. Tekst en muziek: Boudleaux Bryant & Felice Bryant Nederlandse tekst: Pierre Wijnnobel
46 Vuile Huichelaar Renée de Haan
Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m’n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven Op zoek naar geluk vond ik jou in die kroeg Je hebt me die nacht zo bemind Ik dacht: ’t is voorbij al die nachten alleen Ik heb weer een vent en een vrind Het feest duurde kort Want al binnen een maand Had jij weer een nieuwe vriendin Maar ik heb je door en ik gooi je d’r uit Je komt er bij mij nooit meer in Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m’n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven
Jij speelt met gevoelens En je lacht om verdriet Jij gaat steeds opnieuw weer op jacht Jij liegt en bedriegt elke weerloze vrouw Jij steelt als een dief in de nacht Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m’n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Niet zonder ons Voor degene met het open gezicht Voor degene met het naakte lichaam Voor degene in het witte licht Voor degene die weet: We komen samen
© 1987 Tekst en muziek: Aad Klaris
Zing, vecht, huil, bid, 47 lach, werk en bewonder Ramses Shaffy
Voor degene in z’n schuilhoek achter glas Voor degene met de dichtbeslagen ramen Voor degene die dacht dat hij alleen was Moet nu weten: We zijn allemaal samen
Voor degene met het dichtgeslagen boek Voor degene met de snel vergeten namen Voor degene met ’t vruchteloze zoeken Moet nu weten: We zijn allemaal samen Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Niet zonder ons Voor degene met de slapeloze nacht Voor degene die ’t geluk niet kan beamen Voor degene die niets doet, alleen maar wacht Moet nu weten: We zijn allemaal samen
Voor degene met z’n mateloze trots In z’n risicoloze hoge toren Op z’n risicoloze hoge rots Moet nu weten: Zo zijn we niet geboren Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Niet zonder ons Niet zonder ons Niet zonder ons Niet zonder ons Niet zonder ons © 1971 Tekst en muziek: Ramses Shaffy
48 Zij gelooft in mij André Hazes
Ze lag te slapen Ik vroeg haar gisterenavond: Wacht op mij Misschien ben ik vanavond eerder vrij Ze knikte wel van ja: maar zij kent mij Nu sta ik voor je Ik ben weer blijven hangen in de kroeg Zo’n nacht, ze weet het heb ik nooit genoeg Hoe was ’t, dat was alles wat ze vroeg Want zij gelooft in mij Zij ziet toekomst voor ons allebei Ze vraagt nooit: Maak je voor mij eens vrij Want ze weet, dit gaat voorbij Ik schrijf m’n eigen lied Totdat iemand mij ontdekt en ziet Dat een ieder van mijn songs geniet Ze vertrouwt op mij Ze gelooft in mij Ik zal wachten Tot de tijd dat ieder mij herkent
En je trots kan zijn op je eigen vent Op straat zullen ze zeggen: Hij is bekend Zolang we dromen Van ’t geluk dat ergens op ons wacht Dan vergeet je snel weer deze nacht Jij vertrouwt op mij, dat is mijn kracht Mijn kracht Want zij gelooft in mij Zij ziet toekomst voor ons allebei Ze vraagt nooit: Maak je voor mij eens vrij Want ze weet, dit gaat voorbij Ik schrijf m’n eigen lied Totdat iemand mij ontdekt en ziet Dat een ieder van mijn songs geniet Ze vertrouwt op mij Ze gelooft in mij © 1978 Oorspr. She Believes In Me Tekst en muziek: Steve Gibb en Jan van Kraeydonck Nederlandse tekst: A.G. Hazes
49
Zeg maar niets meer
André Hazes
Zeg maar niets meer Ik ga wel weg, als je dat wilt Zeg maar niets meer Laat me maar gaan, wees nu maar stil Maar dit is de laatste keer Ik weet: Jij kijkt nu op me neer maar straks als het beter gaat Hoop ik dat je voor me staat Zeg maar niets meer Ik ga wel weg, dan ben je vrij Zeg maar niets meer Jij was al maanden niet van mij Maar dit is de laatste keer Ik weet: Jij kijkt nu op me neer maar straks als het beter gaat Hoop ik dat je voor me staat En dan zie ik jou niet staan En zeg dat je beter kunt gaan Je zei: Ik blijf je trouw Ik heb nooit geloofd in jou
Ooh, dit is de laatste keer Ik weet: Jij kijkt nu op me neer maar als het mij straks beter gaat Hoop ik dat je voor me staat
Maar dan zie ik jou niet meer staan En zeg dat je beter kunt gaan Je zei: Ik blijf je trouw Ik heb nooit geloofd in jou © 1963/1981 Tekst en muziek: John Madara en Dave White Nederlandse tekst: André Hazes
50 Het land van Maas en Waal Boudewijn de Groot
Onder de groene hemel In de blauwe zon Speelt het blikken harmonie-orkest In een grote regenton Daar trekt over de heuvels En door het groene bos De lange stoet de bergen in Van het circus Jeroen Bosch En we praten en we zingen En we lachen allemaal Want daar achter de hoge bergen ligt Het land... van Maas en Waal
Ik loop gearmd met een kater voorop Daarachter twee konijnen Met een trechter op hun kop En dan de grote snoeshaan Die legt een glazen ei Wanneer je ’t schudt dan sneeuwt het Op de Egmondse abdij Ik reik een meisje mijn koperen hand Dan komen er twee Moren Met hun schepen in de hand Dan blaast er de fanfare Ter ere van de schaar Die trouwt met de vingerhoed Ze houden van elkaar En onder de purperen hemel In de blauwe zon Speelt nog steeds het harmonie-orkest In een grote regenton Daar trekt over de heuvels En door het grote bos De lange stoet de bergen in Van het circus Jeroen Bosch En we praten en we zingen En we lachen allemaal Want daar achter de hoge bergen ligt Het land... van Maas en Waal
We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt Die had ons in zijn bed en de provisiekast betrapt We staken alle kerken met brandewijn in brand ’t Is koud vuur, dus het geeft niet En het komt niet in de krant Het leed is geleden De horizon schijnt Wanneer de doden dronken zijn En pierlala verdwijnt Dan steken we de loftrompet En ook de dikke draak En eten ’s avonds zandgebak op het feestje bij Klaas Vaak En onder de gouden hemel In de zilveren zon Speelt altijd het harmonie-orkest In een grote regenton Daar trekt over de heuvels En door het grote bos De stoet voorgoed de bergen in Van het circus Jeroen Bosch En we praten en we zingen En we lachen allemaal Want daar achter de hoge bergen ligt Het land... van Maas en Waal Van Maas en Waal Van Maal en Waal Van Maal en Waal Van Maal en Waal © 1966 Tekst: Lennaert Nijgh Muziek: Boudewijn de Groot
51 Het is een nacht
Guus Meeuwis en Vagant
Je vraagt of ik zin heb in een sigaret ’t Is twee uur ’s nachts, we liggen op bed In een hotel in een stad waar niemand ons hoort Waar niemand ons kent en niemand ons stoort Op de vloer ligt een lege fles wijn En kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn Een schemering, de radio zacht En deze nacht heeft alles Wat ik van een nacht verwacht
Het is een nacht die je normaal alleen in films ziet Het is een nacht die wordt bezongen in het mooiste lied Het is een nacht waarvan ik dacht dat ik ’m nooit beleven zou Maar vannacht beleef ik ’m met jou Oohoho… Ik ben nog wakker en ik staar naar het plafond En ik denk aan hoe de dag lang geleden begon Het zomaar ervandoor gaan met jou Niet wetend waar de reis eindigen zou Nu lig ik hier in een wildvreemde stad En ik heb net de nacht van mijn leven gehad Maar helaas, er komt weer licht door de ramen Hoewel voor ons de wereld Vannacht heeft stil gestaan Het is een nacht die je normaal alleen in films ziet Het is een nacht die wordt bezongen in het mooiste lied Het is een nacht waarvan ik dacht dat ik ’m nooit beleven zou Maar vannacht beleef ik ’m met jou Oohoho… Maar een lied blijft slechts bij woorden Een film is in scène gezet Maar deze nacht met jou is levensecht Het is een nacht die je normaal alleen in films ziet Het is een nacht die wordt bezongen in het mooiste lied Het is een nacht waarvan ik dacht dat ik ’m nooit beleven zou Maar vannacht beleef ik ’m met jou Oohoho… Ja vannacht beleef ik ’m met jou Oohoho… En ik hou alleen nog maar van jou! © 1995 Tekst en muziek: Guus Meeuwis
Kun jegniet z in zin dan gen mee Tel. 06 16190874 / 020 7797008 www.demeezingbende.nl