Een planning maken Informatie voor leerlingen 2de en 3de graad
Auteur: werkgroep Leren Leren, Emmaüs secundaire school Versie: 15 januari 2013
Deze brochure is een verzameling van informatie over leren, motivatie en planning maken enz. Deze informatie is gebaseerd op bestaande lectuur (zie bronnenlijst) of komt rechtstreeks uit onze schoolpraktijk.
1
Inhoud Deel 1: Ik wil studeren 1.1
Wat is leren voor jou?
3
1.2
Waarom leren en studeren?
3
1.3
Hoeveel studeren?
4
1.4
Om te studeren heb je een goede tafel nodig
4
1.5
Studieritme
5
1.6
Elk zijn stijl
5
Deel 2: Plannen is ontspannen 2.1
Kenmerken van een goede planning
7
2.2
Kies je planningsinstrument
9
2.3
Aan de slag met je planning
9
Bijlagen Bijlage 1: test heb ik grip op mijn tijd Bijlage 2: weekrooster
11
2
Deel 1. Ik wil studeren 1.1
Wat is leren voor jou?
1.2
Waarom leren en studeren?
Je kan studeren om: • te slagen in de examens • iets te kennen / iets te kunnen • van een lange vakantie te kunnen genieten • het diploma te behalen dat je dichter bij een aantrekkelijke job brengt … Dit zijn mijn redenen om te studeren: …. …. ….
Wanneer het even wat minder gaat, kan het bekijken van dit lijstje je helpen om terug aan de slag te gaan. Dit kan je motiveren. Een sterke motivatie biedt je de energie die nodig is om een taak uit te voeren. Het is het ‘waarom’ van wat we doen. Niet gemotiveerd zijn bestaat niet. Iedereen is wel ergens voor gemotiveerd. We zijn gewoon gemotiveerder (of minder gemotiveerd) voor de ene taak dan voor de andere. Zonder enige motivatie is het onmogelijk om iets voor school te doen! Als dat bij jou zo is raden we je aan contact op te nemen met de leerlingbegeleider (meneer De Roo) of het CLB.
3
1.3
Hoeveel studeren?
Dé gouden regel: regelmatig werken tijdens het jaar biedt de beste kansen op succes in de studie. Vraag je niet telkens af of je het wel leuk vindt, maar ga gewoon aan de slag. Het is een kwestie van je studiemotor draaiende te houden. Zo word je het gewoon om regelmatig eens iets te doen voor school. Veel leerlingen (en hun ouders) stellen de vraag hoeveel uren per week je moet studeren. Het antwoord is onder meer afhankelijk van: • je studierichting ; • wat je (goed) kan ; • wat je wilt (ambitie): wie een 'grote onderscheiding' wil zal waarschijnlijk harder moeten werken dan iemand die met een 'voldoening' tevreden is. Hoeveel studeer ik? Hoeveel uren per week werk ik thuis voor school?: ____. Weet je het niet? Schrijf het dan eens op gedurende één week Ma:___ u; Di: ___ u, Woe: ___u, Do: ___ u; Vr: ___ u, Za: ___ u, Zo: ___ u Is dit voldoende om mijn Indien mijn antwoord nee is, ben ik bereid om meer te studeren: ja/nee? hoeveel uren wil ik dan studeren per week?:____ 1.4
Om te studeren heb je een goede tafel nodig, met 4 stevige poten Jouw 4 stevige poten: 1. Inspanning: ‘ervoor gaan’ vergt energie. Hoe en wanneer presteer je goed? Leer jezelf kennen. 2. Ontspanning: laad tijdig je batterijen terug op, ook in een drukke examenperiode. Dit is een noodzaak om te kunnen presteren. 3. Fysieke conditie: bewegen, slapen, gezonde voeding. 4. Sociale contact: met vrienden en familie. Zoek een goed evenwicht tussen deze vier poten zodat je een stabiele tafel krijgt om aan te werken.
4
1.5
Studieritme
Studeren is vermoeiend. Het is heel normaal dat na een tijdje je gedachten afdwalen, dat je er je hoofd niet meer kan bijhouden. Mensen die elk uur een pauze van tien minuten nemen, houden het studeren langer vol en werken sneller dan mensen die zonder pauze doorwerken. Tijdens de pauze is het belangrijk van de studieplek weg te gaan en iets ontspannend te gaan doen. Let erop dat je pauzes niet uitlopen. Dat gebeurt wel eens bij bijvoorbeeld computerspelletjes spelen, TV kijken … Onderstaand schema geeft een voorbeeld van een goed studieritme. Merk op dat je concentratie (0 tot 10) daalt, maar als de pauze in zicht komt, terug stijgt.
1.6
Elk zijn stijl
Ben je opgelucht als je veel multiplechoicevragen op het examen ziet. Of wil je net de kans krijgen om uit te leggen hoe je de oplossing gevonden hebt? Misschien behoor je wel tot het groepje leerlingen dat hoopt dat de antwoorden op de vragen letterlijk in het handboek of in je notities staan… Of ga jij vooral voor de toepassingen en baal je van theorievragen? Leerwetenschappers ontdekten dat we elk onze eigen leervoorkeur hebben. Er zijn leerlingen die vertrekken uit de ervaring: door iets te doen snappen ze het. Anderen moet het eerst langs alle kanten bestuderen: door erover na te denken leren ze… Wetenschappers zien 4 stijlen: 1. 2. 3. 4.
doener: concreet ervaren ('sensing/feeling') observeerders / bezinner: waarnemen en overdenken ('watching') denkers / theoreticus: analyseren en abstract denken ('thinking') beslisser: actief experimenteren ('doing')
5
Mensen hebben een voorkeurstijl, waarmee ze het liefst beginnen en waaraan ze de meeste tijd besteden. Maar het is belangrijk alle leerstijlen te verkennen. Zo leer je meer en beter. Besteed dus ook aandacht aan de leerstijlen waarbij jij je minder goed thuis voelt. Hieronder een paar praktische tips om te werken aan je verschillende leerstijlen: 1. Doener • • •
Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak.
2. Bezinner/observeerder • • •
Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken.
3. Denker / theoreticus • • • •
Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen.
4. Beslisser / pragmaticus • • •
Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren.
PIEKEREN EN FAALANGST
6
Deel 2. Plannen is ontspannen! Een goede planning is misschien wel de belangrijkste sleutel tot een succesvolle studie. Zo blijf je gemotiveerd tijdens je studies en verlies je je einddoel niet uit het oog. Een juiste planning geeft je het gevoel meer vrije tijd te hebben. Ze zorgt er voor dat je je gedurende die vrije tijd niet schuldig hoeft te voelen omdat je niet aan het studeren bent. Opdracht – heb ik grip op mijn tijd? Om het antwoord te weten te komen doe je de zelftest (bijlage 1). Wat doe je reeds goed?
Waar wil je aan werken?
2.1
Kenmerken van een goede planning
Niet alles in één keer Eddy Merckx reed in de ronde van Frankrijk elke dag maar één rit. Ook als je gaat plannen splits je grote taken op in verteerbare schijfjes, die je dan spreidt over een langere periode.
In detail Wat je gaat doen schrijf je zo concreet mogelijk op. Bepaal ook hoe lang je aan een taak wilt werken. Zeg niet “ik ga een beetje wiskunde studeren”, maar wel: “van 17 tot 18 u ga ik mijn definities leren 7
en de eerste 10 oefeningen maken” Je weet dan ook precies wanneer je klaar bent, en of de tijd die je hebt voorzien voldoende was. Aantrekkelijk Als je een opdracht niet ziet zitten is de kans klein dat je ze spontaan uitvoert. Zorg daarom voor een goede afwisseling tussen dingen die je graag doet en zaken waarmee je het moeilijk hebt. Beloon jezelf als je de tussenstappen van je planning hebt afgewerkt. Beloon jezelf extra goed als je iets gedaan hebt wat je echt niet zag zitten. Opdracht: kies een beloning voor jezelf! Iets lekkers: Een boek of tijdschrift: Een lekker warm bad? Een avondje TV kijken? Een uurtje op facebook? … …
Realistisch “Ik heb dadelijk nog een uurtje tijd. Ik ga een boek van 80 blz. schrijven over de eindeloze mogelijkheden van facebook”. Misschien ben je eigenlijk wel geïnteresseerd en gemotiveerd om dit te doen, maar sta je nog wel met beide voeten op de grond? Leg de lat dus niet te hoog (en niet te laag). Probeer jezelf goed in te schatten. Stel je zelf de vraag: wat ga ik precies doen en is dat haalbaar in de tijd die ik ervoor heb? Laat je hierbij niet te veel beïnvloeden door wat anderen doen of wat ze beweren te doen. Jezelf hierin leren kennen en de benodigde tijd kunnen inschatten leer je maar al doende… Niet volgepropt Zorg dat er in je planning plaats is voor extra taken (die je er nog bij krijgt), of een extra herhaling voor Wiskunde omdat je eigenlijk te weinig tijd had voorzien… Aan het uithangbord! Vertel een vriend, je ouders of een leerkracht over je plannen en beschouw het als een uitdaging je voornemens ook te realiseren.
8
2.2
Kies een planningsinstrument (kalender)
Er bestaan verschillende mogelijkheden. Kies wat best bij je past Digitaal: • de agenda van je e-mailprogramma • de agenda van je gmail (google) account • gratis planningssoftware • de juiste app • … Op papier: • een (plannings)agenda • het weekrooster dat als bijlage bij deze brochure zit • … Al deze ‘instrumenten’ hebben hetzelfde doel: ze geven je een overzicht van de tijd (jaren, maanden, weken, dagen, uren). Aan jou om vast te leggen wat je met die beschikbare tijd gaat doen.
2.3
Aan de slag met je planning
2.3.1
Wat komt er allemaal in mijn planning?
Minstens je schooltaken (én je pauzes). Daarnaast ook al je terugkerende (bv. wekelijkse) activiteiten in je vrije tijd: training, muziekschool, jeugdbeweging enzoverder. En, je kan zo ver gaan als je zelf wilt: ontbijt, middagmaal, slapen, familiebezoek … alles kan en mag in je planning. Even focussen op die schooltaken. Als school verwachten we veel van jou: • Je krijgt taken die in je agenda moet noteren. Er wordt verwacht dat je alles tijdig afgeeft. • Je krijgt aangekondigde toetsen: we verwachten dat je goed voorbereid naar de toets komt. • Je krijgt natuurlijk ook les. Wat je daar leert moet je thuis nog eens verwerken. Af en toe herhalen helpt je om alles goed te onthouden! • Ben je ziek geweest dan moet je nota’s kopiëren en verwerken, taken en misschien ook toetsen inhalen… We proberen het werk voor jullie wat te spreiden, maar sommige weken, maanden zijn extra druk voor jullie. Toch verwachten we dat jij in staat bent om je werk te organiseren zodat je alles klaar krijgt. Een goede planning zal je daar zeker bij helpen! Als je overdrukke avonden wil vermijden kijk je verder dan alleen de opdrachten van vandaag. Zeker op minder drukke avonden is het een goed idee om toch te studeren (ook al heb je de dag erna geen toets of zo…). Het is het moment om te werken aan je minder dringende opdrachten. Denk niet dat het verloren werk is, denk niet dat je het allemaal weer zult vergeten zijn. Over enkele dagen ben je jezelf dankbaar dat je zo slim bent geweest wat voorsprong te nemen. 9
2.3.2
Mijn planning invullen
1. Maak een lijst met alle taken. Zet de zaken die het dringendst zijn bovenaan. Maak een onderscheid tussen schooltaken en andere zaken zoals hobby’s. 2. Kijk of alle taken die op je lijstje staan concreet genoeg omschreven zijn om aan de slag te kunnen gaan. Deel grote taken op. 3. Bepaal hoe lang de verschillende taken op je lijstje ongeveer zullen duren. 4. Plan de taken in je kalender. Vul eerst terugkerende activiteiten in zoals je hobby’s. Gebruik eventueel verschillende kleuren voor hobby’s, schooltaken… Vul de daarna de schooltaken in. Begin met de zaken waar je het meest tegenop ziet. Wissel denk- en doeactiviteiten voldoende af. Bouw ook voldoende afwisseling van leerstof in. 5. Als je merkt dat er onvoldoende tijd overblijft om alle schooltaken in je planning te zetten, bepaal dan of je eventueel wat minder tijd aan andere activiteiten kunt spenderen. Durf “neen” te zeggen tegen anderen, maar ook tegen jezelf. Of beter, zeg “later”.
Opmerking: De eerste drie stappen lijken heel wat werk, maar ze zijn wel heel belangrijk. Naarmate je een betere planner wordt kan je die stappen ‘in je hoofd’ uitvoeren en kan je direct je taken in je planning zetten. Zo kan een planning er uit zien:
10
Bijlagen Bijlage 1: Test – heb ik grip op mijn tijd? Bijlage 2: Weekrooster Bijlage 1: Zelftest – heb ik grip om mijn tijd? Geef punten op onderstaande vragen… 0 = nooit of eerder weinig op mij van toepassing 1 = soms op mij van toepassing 2 = eerder vaak of (bijna) altijd op mij van toepassing
Ik begin steeds op het allerlaatste nippertje te werken aan een taak. Ik heb zoveel andere dingen te doen dat ik nauwelijks aan studeren toekom. Ik breng heel wat uren achter mijn studeertafel door maar ik heb altijd te weinig gedaan. Ik droom weg en zit te prutsen. Ik besteed tijd aan het maken en opnieuw maken van studieplanningen waar ik me niet aan houd. Ik voel me schuldig als ik ontspanning neem. In het weekend kom ik ondanks mijn voornemens niet aan studeren toe. Ik studeer een dag (of twee) heel hard en doe daarna een week bijna geen cursus open. Ik heb de druk van de examens nodig om te kunnen studeren. Ik verknoei tijd met onbelangrijke zaken. Als iemand me uitnodigt om mee uit te gaan, kan ik geen neen zeggen. Mijn leven verloopt ongeorganiseerd. Zelfs tijdens ontspanningsmomenten blijf ik denken aan wat ik nog allemaal moet doen. Hoewel ik gepland had om te studeren, blijf ik babbelen met iemand. Tijdens het studeren ben ik snel afgeleid. TOTAALSCORE • Heb je een totaalscore van 5 of minder, dan heb je voldoende grip op je tijd. Veel kans dat je al een planning maakt. • Scoor je tussen 5 en 15, dan kan je zeker geholpen zijn met een goede studieplanning. • Scoor je hoger dan 15: studieplanning is voor jou uitermate aanbevolen.
11
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
8-9 uur 9-10 uur 10-11 uur 11-12 uur 12-13 uur 13-14 uur 14-15 uur 15-16 uur 16-17 uur 17-18 uur 18-19 uur 19-20 uur 20-21 uur 21-22 uur
12
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Bronnen / boekenlijst Studieplanning. Doelgericht studeren. Brochure Katholieke Universiteit Leuven, Dienst Studieadvies, Van Dalecollege, Naamsestraat 80 bus 5415, 3000 Leuven, Tel. 016 32 43 11,
[email protected], www.kuleuven.be/studieadvies. Dit is een brochure uit de reeks Doelgericht studeren. Januari 2008. Breintrein. Zet je leren op het goede spoor. Marcella Deneve en Ludwig Peeters. Uitgeverij Averbode, 2007. www.averbode.be/solerenleren. Gericht naar 2de graad. Leerbeest. Leren Leren 12+. Marcella Deneve, m.m.v. Ludwig Peeters. Uitgeverij Averbode, 2010. www.averbode.be/solerenleren. Gericht naar 1de graad. Mijn masterplan. Leren Leren 16+. Ludwig Peeters m.m.v. Marcella Deneve. Uitgeverij Averbode, 2010. www.averbode.be/solerenleren. Gericht naar 2de graad. www.teleblok.be/themas/plannen
13