2.14.1 Een pakhuis uit de twintigste eeuw Een fourniturenwinkeltje. Een keuken uit de jaren vijftig. De allereerste televisie. De bekende trapnaaimachine. Blikken speelgoed. Een vitrine vol stofzuigers. Wat hebben ze gemeen? Ze zijn uitgevonden, ontworpen en gebruikt in de twintigste eeuw, die eeuw zo vol ontwikkelingen die de samenleving drastisch heeft veranderd. Juist daarom is er voor iedereen veel te zien en te (her)beleven in het Museum van de Twintigste Eeuw. “O ja, die had mijn moeder ook.” “Zo heb ik mijn oma nog de was zien doen.” “Dat we dat oranje toen móói vonden!” Bij de winkeltjes zijn reclameborden, weegschalen, kassa’s en verpakkingen voor volwassenen een feest der herkenning. Terwijl kinderen zich verwonderen over die oude schoolklas met houten bankjes en een strenge juf. Het begon allemaal in de jaren negentig, toen journalist Hans Stuijfbergen, samen met vriend Harry van Lunteren, het idee opvatte om een museum over de twintigste eeuw in te richten. “Ik realiseerde me dat Nederland helemaal geen museum over onze recente geschiedenis bezat. Ik vond het een uitdaging dat te proberen, in mijn geboortestad Hoorn.” Hij had het geluk dat een verzamelaar, Bob Cohen, bereid was om zijn uitgebreide collectie van de meest uiteenlopende voorwerpen uit de afgelopen eeuw in bruikleen te geven. Daarmee was een solide basis gelegd. Een locatie kwam eveneens in beeld, aan de Bierkade nummer 4: een dubbel kaaspakhuis uit 1903. De namen Alkmaar en Gouda op de gevel geven de plaatsen aan waar de kaas werd verhandeld. Hans herinnert zich nog goed hoe het pakhuis er toen uitzag. “Dikke balken en vloeren, overal palen die tezamen maar liefst tien kilometer aan kaasplanken ondersteunden, in smalle gangetjes. En naar boven moest je met houten ladders.
54
Het róók er ook naar kaas, vanwege het vet dat
statisch is. Voortdurend worden vitrines aan-
Een klank- en lichtspel vertelt de groei van de
in de planken en in de vloeren was getrokken.
gepast, vernieuwd en verbeterd. Museumbe-
voormalige VOC-stad tot aan de jaren tachtig
Al dat vet hebben we er van afgeschraapt. Het
zoekers, “ervaringsdeskundigen” immers, wor-
van de twintigste eeuw. Hans Stuijfbergen:
vele hout hebben we overal in het museum ver-
den van harte uitgenodigd hun opmerkingen
”Vaak is een museumbezoek onderdeel van een
werkt. Dat was toen uit geldnood, maar nu vin-
en aanvullingen door te geven. Stuijfbergen:
arrangement waarin een stadswandeling is op-
den we het mooi om het hout terug te zien, in
“Onze collectie wordt voortdurend verrijkt met
genomen, en zo sluit het een op het ander aan.
bijvoorbeeld de balie of vitrines.”
giften van particulieren. Soms zit daar iets bij
Er is in Hoorn veel meer moois te zien.”
dat wij echt niet kunnen thuisbrengen. Dan stelMede dankzij subsidies, bijdragen van fondsen,
len we het object ten toon met daarbij de vraag:
Het museum biedt met het sfeervolle Museum-
sponsors en vele hardwerkende vrijwilligers kon
rara, wat is dit?”
Café ook gelegenheid voor een hapje en een
het gebouw van onder tot boven worden opge-
drankje. In de MuseumShop worden artikelen
knapt en “museum-fähig” worden gemaakt. Zo
Op de derde verdieping worden de wisselexpo-
verkocht die aansluiten bij de exposities en
werden twee trappenhuizen ingebouwd en in
sities ingericht. Die kunnen over alles gaan, als
andere nostalgische producten. “Dat zorgt ui-
1996 kwam er dankzij een gift zelfs een lift zodat
dat maar betrekking heeft op de vorige eeuw:
teraard voor extra inkomsten, maar we doen
ook invaliden ontvangen konden worden.
Sesamstraat, de Beatles, maar ook Barbie, de
de bezoekers er ook een plezier mee”, aldus
Hongerwinter en the Seventies. Dikwijls trekken
directeur Stuijfbergen. Als om dit te illustreren,
Het Museum van de Twintigste Eeuw is sinds
deze exposities uit het hele land belangstelling.
vertrekt op dat moment een vrolijk gezelschap,
1994 open. De eerste en tweede verdieping to-
Het museum biedt onderdak aan een grote ma-
dat het museum heeft bekeken en aansluitend
nen de vaste collectie. Dat wil niet zeggen dat zij
quette die Hoorn anno 1650 laat zien.
genoten heeft van een heerlijke lunch.
55
2.14.2 “Er is hier zó veel te zien”
Toen de Fransen het in 1795 hier voor het zeg-
voorop staan, vindt de directie. “Juist vanwege
“Laatst hoorde ik een bezoekster tegen haar
gen kregen, werd er een rechtbank in onderge-
de veelheid hebben we structuur aangebracht,
man zeggen: ‘Wat een enig museum is dit!’
bracht. In 1877 werd een deel als museum inge-
in tijd en qua thema, zodat de mensen kunnen
Mijn dag was helemaal goed. ” Carel de Jong,
richt; vanaf 1931 werd het hele gebouw als zo-
kiezen wat ze willen zien”, verklaart De Jong.
hoofd educatie en presentatie van het Westfries
danig in gebruik genomen. Het schitterende hek
Vijfentwintig zalen en kamers tonen een zeer ge-
Museum in Hoorn, glundert. “Natuurlijk is de
dat de toegang tot het museum begrenst, werd
varieerde en rijk gevulde collectie, die veel laat
historisch-wetenschappelijke waarde van onze
in 1729 door de Amsterdamse siersmid Uljee
zien over de geschiedenis van de stad Hoorn,
collectie belangrijk, maar in de eerste plaats wil-
gemaakt. In het bovenste gedeelte van de gevel
de kunstnijverheid, de schutterij, de Verenigde
len wij een toegankelijk museum zijn, waar van
prijkt het wapen van Oranje, boven het wapen
Oostindische Compagnie, de handel en arche-
alles te zien is. En hopelijk krijgen mensen af en
van Westfriesland. Op de geveltrappen houden
ologie. Er zijn curiosa te zien, zilverwerk, oude
toe een flashback naar de geschiedenislessen
leeuwen de wapens van de zeven steden vast.
torenuurwerken, veel Westfriese kostuums.
op school. Meer pretenderen we niet.” Het is een middelgroot museum in een kleine
De collectie naïeve schilderijen is te bezoeken
Het Westfries Museum is gevestigd in een ge-
stad met veel geschiedenis, dat met zoveel mo-
vanuit de antieke tuin. Ook is er hedendaagse
bouw dat dateert van 1632 en is gebouwd in Hol-
gelijk objecten de geschiedenis van Hoorn en
kunst. De kelders met archeologische vondsten
landse renaissancestijl. Het domineert met zijn
Westfriesland wil laten zien. ‘t Is er dan ook vól.
zijn pas in 1953 ontdekt en daarna gerestau-
schoonheid en zijn kleuren de hele Roode Steen.
Je kunt er uren ronddwalen. Het genieten moet
reerd. Hier zijn skeletten van nonnen te zien,
56
tegeltjes, maquettes van de stadspoorten, een
Het doel is om het museum te optimaliseren en
bleef staan. En hij noemt het voorbeeld van
leren wambuis en nog veel meer. Bezoekers
zoveel mogelijk bezoekers te trekken, graag ook
de mensendiecktherapeute die meende via in-
die vaker komen, weten het: twee keer per jaar
degenen die normaal gesproken musea schu-
ternet aan een plastic skelet te komen om in
wisselen drie à vier kamers van collectie en er
wen. Dit wordt geprobeerd door vliegensvlug
haar praktijk te gebruiken, maar een écht skelet
zijn wisseltentoonstellingen. Zo blijft het mu-
een extra expositie in te richten als een actuele
kreeg, van tweehonderd jaar oud. Het museum
seum verrassen. “En daar vergaderen we niet
gebeurtenis daarom vraagt, door aansprekende
nam het graag aan.
eindeloos over, we besluiten het snel en doen
thema’s te kiezen, of door activiteiten te organise-
het snel. We doen niet ingewikkeld, we zijn een
ren, zoals het bekende Westfriese papierknippen.
werkmuseum.” Die “we”zijn behalve de onmis-
Een grote zaal is ingericht die de geschiedenis van de VOC laat zien, met modellen van de sche-
bare vrijwillige krachten de directeur, de conser-
“We willen dat de mensen grappige en gekke er-
pen waarmee werd gevaren, navigatie-instru-
vator en het hoofd educatie en presentatie, hun
varingen opdoen. Een schuttersstuk is natuurlijk
menten, kaarten, schilderijen van de bewind-
drie assistenten en twee man technische dienst.
belangrijk, maar doet wat ons betreft niet onder
hebbers en handelaren. De Jong: “Natuurlijk, de
voor bijvoorbeeld een eeuwenoude schoen.”
Gouden Eeuw is de basis van de collectie, maar
Carel de Jong investeert al een kwart eeuw in re-
er is veel méér te zien. Zo hebben wij van de re-
laties en contacten met allerlei maatschappelijke
Altijd weer blij is het museum met particuliere
gentenfamilies van toen, die in de negentiende
geledingen, scholen, verenigingen en collega’s,
schenkingen. De Jong herinnert zich die paar-
eeuw zijn weggetrokken, het huisraad overgeno-
in Hoorn, in Westfriesland en ook daarbuiten.
denharen koetsiersjas, zó stug dat-ie gewoon
men. Dat vinden de mensen óók heel boeiend.”
57
2.14.3 Kunst lenen, geen kunst
De formule werkt. Kunstuitleen West-Friesland
Kenter onder meer door het grote en brede
Olieverfschilderijen, gouaches, aquarellen, et-
telt tweeduizend klanten en het worden er steeds
aanbod: zo’n vijfduizend werken, waarvan ruim
sen, tekeningen, maar ook beelden, objecten en
meer, bijvoorbeeld op hun beurt de kinderen
achthonderd “in huis”. De kleine duizend kun-
keramiek. Dat alles is te “halen” bij Kunstuitleen
van trouwe abonnees.
stenaars met wie Kunstuitleen zaken doet, ko-
West-Friesland in Hoorn. Dit bedrijf leent kunst
men uit het hele land, uit heel Europa en soms
uit aan particulieren, bedrijven, scholen en in-
De stichting van toen is een zelfstandig bedrijf
stellingen op basis van een abonnement.
geworden, maar de geest van Pieter Kooistra,
zelfs van verder weg.
geestelijk vader van de kunstuitleen in Neder-
Zo’n groot aanbod vraagt om een goede en hel-
In het te betalen maandbedrag, vanaf 7 euro
land, waart er nog rond. “Ons doel was, is en
dere ontsluiting. Daarom is in het recente verle-
voor particulieren, is een spaargedeelte opge-
blijft: mensen laagdrempelig en betaalbaar in
den veel tijd gestoken in het digitaliseren en op
nomen. Zo kan men van het begin af aan van
aanraking brengen met kunst.” Dat zegt direc-
de website plaatsen van de totale collectie.
kunst genieten en komt geleidelijk aan het be-
teur Marc Kenter.
zit binnen bereik. Dé oplossing voor zoekers en
Zo wordt kiezen voor de consument nog makke-
voor wie van afwisseling houdt. Maximale leen-
Kunstuitleen West-Friesland onderscheidt zich
lijker. “Veel mensen komen graag even snuffe-
tijd is een half jaar.
van andere bedrijven die kunst uitlenen, volgens
len”, verklaart Marc. “Dat is ook wat wij aanra-
58
den: vaak komen om te zien wat er weer voor
ook in opdracht, , kunstwerken of bijvoorbeeld
bedienen. Dat laatste maakt de grens tussen
moois staat of hangt. Geregeld omwisselen be-
relatiegeschenken
Een
wat kunst is en wat niet, soms wat vaag. “Ik
tekent een voortdurende verversing van het aan-
bekend voorbeeld hiervan is het zogenaamde
vind computerdrukken, waarbij ook nog eens in
bod en dat is aantrekkelijk voor alle partijen.”
Millenniummeisje in Wervershoof.
grote aantallen geprint wordt, te veel op posters
De Kunstuitleen-medewerkers staan de mensen
Kenter vertelt dat hij alle ontwikkelingen in
graag terzijde met raad en informatie. Dat geldt
de kunst en in de gebruikte technieken goed
Selectiecriteria zijn kwaliteit en “verhuurbaar-
ook voor bedrijven als zij een collectie willen le-
bijhoudt, juist ook om de klanten goed te kun-
heid”. “Het moet immers bij de mensen thuis of
nen. In een speciaal voor dit doel ingerichte vra-
nen informeren.
op kantoor terechtkomen”, aldus Kenter. Grens-
laten
vervaardigen.
gaan lijken. Dus die nemen we niet.”
chtwagen wordt de collectie gebracht, opgehan-
gevallen, bij kunst die als “moeilijk” te boek kan
gen, in vitrines of op sokkels gezet, en later weer
Geregeld gaat hij bij kunstenaars in hun atelier
staan, geeft hij echter graag het voordeel van de
omgeruild Kunstuitleen West-Friesland kan
kijken, die zich van steeds modernere technieken
twijfel: ”Dat vind ik wel weer onze taak.”
59