Artikelen
Mr. dr. A.D.L. Knookl
De modernisering van het staatssteunrecht gevolgen voor de gemeenteltike prakt[ik 74
1.
- de
een onderneming; 3. verleend door de overheid; 4. waardoor de mededinging wordt vervalst; en 5. de tussenstaatse handel wordt beïnvloed. Van belang is dat het begrip
Inleiding
'staatssteun': Het staatssteunrecht is een snel ontwikkelend rechtsgebied.
De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie diverse Verordeningen, Mededelingen, Richtsnoeren, Werkdocumenten en andere documenten op het gebied van staatssteun gepubliceerd die voor de gemeentelijke praktijk vaak van groot belang zijn. Tegelijkertijd is bij gemeenten het besefsterk toegenomen dat de risico's van het niet naleven van het staatssteunrecht aanzienlijk zijn. Zo werd de gemeente Leidschendam op 23 januari 2013 nog door de Europese Commissie opgedragen om € 6,9 miljoen terug te vorderen van twee projectontwikkelaars, omdat de gemeente met de verkoop van gronden in strijd met het staatssteunrecht had gehandeld.'z Een week eerder had de Hoge Raad nog eens herhaald dat overeenkomsten die met het staatssteunrecht strijdige bepalingen bevatten nietig zijn.3 Juist vanwege deze risico's is het positief dat de Europese Commissie nu bijna een jaar geleden een modernisering van het staatssteunrecht heeft aangekondigd, dat, in de woorden van de Europese Commissie zelf 'een duidelijkere en coherente opbouw' van dit rechtsgebied moet opleveren.a De afgelopen maanden heelt de Europese Commissie in het kader van deze modernisering verschillende (voorstellen voor) nieuwe regelgeving gepubliceerd, zoals een nieuwe De-minimisverordening, nieuwe Richtsnoeren voor breedband, een nieuwe Procedureverordening en nieuwe Richtsnoeren voor regionale steun. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wat de modernisering van het staatssteunrecht in het algemeen en deze nieuwe regelgeving meer in het bijzonder zal betekenen voor de gemeentelijke praktijk. Na een korte omschrijving van de systematiek van het staatssteunrecht (paragraaf 2), wordt ingegaan op de doelstellingen en inhoud van het moderniseringsbeleid van de Europese Commissie (paragraaf 3), waarna de verschillende nieuwe staatssteunregelgeving nader worden beschreven
"niet alleen positieve prestaties zoals subsidies, leningen of deelneming in het kapitaal van ondernemingen kan omvatten, maar ook maatregelen die, in verschillende vormen, de lasten verlichten die normaliter op het budget van een onderneming drukken en daardoor, zonder subsidies in de strikte zin van het woord te zijn, van gelijke aard zijn en identieke gevolgen hebben."5 Bij de vraag of er in strijd wordt gehandeld met het staatssteunrecht is van belang dat bij elke staatssteunrechtelijke analyse er sprake is van een drietrapsraket, waarbij: In de eerste plaats dient te worden gekeken in hoeverre
1.
financiële afspraken überhaupt binnen de reikwijdte van het staatssteunrecht vallen. Uit de bovenstaande definitie blijkt alleen al de ruime reikwijdte van het begrip staatssteun. Financiele afspraken tussen een overheid enerzijds en een onderneming anderzijds zullen al snel aan het staatssteunrecht moeten worden getoetst,
2.
heeft geoordeeld.
3.
Europese Commissie zodanig kan worden ingericht dat betoogd kan worden dat deze verenigbaar is, oftewel door de Europese Commissie zou moeten worden goed-
HetEuropesestaatssteunverbod
Het Werkingsverdrag definieert in artikel 107 lid 1 VWEU verboden staatssteun als 1. een selectief voordeel: 2. voor
Allard Knook is advocaatbij CMS Derks Star Busmann. Reacties welkom via
[email protected].
Besluit van 23 januari 2013, Vermeende verkoop van grond onder de marktprijs door de gemeente Leidschendam-Voorburg, Brussel, C(2013) 87 final. 3
4
HR 18 januari 2013, LIN 8Y0543. De Hoge Raad herhaalde daarmee zijn Residex-uitspraak uit 2010 (HR 28 mei 20'IO,LlNBL4082). Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch & Sociaal Comité en het Comitê vãn de Regio's, 'De modernisering van het EU Staatssteunbeleid', COM/2012/O2Og final.
de G€meentestem
In de derde plaats moet, indien de staatssteun inderdaad moet worden gemeld bij de Europese Commissie, vanzelfsprekend worden gekeken hoe de melding bij de
(paragrafen 4-7).
2.
waarbij bovendien het begrip onderneming ruim moet worden opgevat en ook bijvoorbeeld sportverenigingen of gemeenschappelijke regelingen kan omvatten. In de tweede plaats moet worden onderzocht of er een reden is om tot aanmelding bij de Europese Commissie over te gaan. Dat is van belang, aangezien, op het moment dat de staatssteun bij de Europese Commissie wordt aangemeld, dit op grond van het zogenoemde 'standstill'-beginsel van artikel 108 lid 3 VWEU tot gevolg heeft dat geen van de desbetreffende financiële afspraken of toezeggingen kunnen worden uitgevoerd totdat de Europese Commissie positief over de steun
gekeurd.
ln de praktijk is het derhalve van essentieel belang om te bezien in hoeverre financiële afspraken tussen gemeenten
5
HvJ EU 16 december 2010, nr. C-2391O9, r.o.28 (Seydølandvereinigte Agrorbetriebe GmbH vco. I(G). Ditis vastejurisprudentie van hetHofvânJusritie van de Europese Unie, zie o.a. arresten van HvJ EG 19 september 2000, nr. C-l56/98 Jur. p. I-6852 r.o.25 (Duitslandlcommissie): HvJ EG 1 juli 2008,
nr. C-341/06 P en C-342lO6P,Jur.p,l-4777,r.o.123 (Chronopost en Lapostel UFEX e.c.) en HvJ Ec 17 november 2009, nr. C-l69/08,Jur. p. I-10821, ¡.o. 56 (Presidente del Consiglio dei Ministri).
4f1.7391 - september 2013
403
DE MODERNISERING
VAN HET STAATSSTEUNRECHT
-
DE GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTELIJKE PRAKTIJK
enerzijds en ondernemingen (in de ruime betekenis van het
pese Commissie. De sterke toename van het aantal klachten
woord) anderzijds moeten worden gemeld bij de Europese Commissie. Indien de conclusie inderdaad is dat een melding moet plaatsvinden betekent dit dat geen uitvoering mag worden gegeven aan de desbetrelfende afspraak totdat
is voor de Europese Commissie zelfs reden om in haar moderniseringsbeleid aan te kondigen dat het met een filtersysteem zal komen, omdat het in de toekomst alleen nog
de Europese Commissie hierover positief heeft geoordeeld.
Dat betekent met andere woorden dat een voorgenomen lening vooralsnog niet mag worden verstrekt, een garantie niet mag worden gegeven, de grond nog niet mag worden uitgegeven, de subsidie nog niet mag worden verleend, het glasvezelnetwerk nog niet mag worden aangelegd, etc. Verschillende regelgeving van de Europese Commissie voorziet er echter juist in om van melding af te kunnen zien, mits de voorwaarden die door de Europese Commissie in de desbetreffende regelgeving worden gesteld, correct worden toegepast. Een van de in de praktijk meest bekende regelgevende instrumenten is bijvoorbeeld de Mededeling van de Europese Commissie over staatssteunelementen bij verkoop van gronden en gebouwen.6 Deze Mededeling schrijft voor dat transacties met grond of gebouwen niet hoeven te worden gemeld indien een van de twee door de Europese Commissie gedetailleerd omschreven procedures wordt gevolgd. De eerste methode die de Mededeling beschrijft, is die van een open en onvoorwaardelijke biedprocedure die voldoende openbaar is gemaakt. De tweede mogelijkheid die de Mededeling biedt, is om gebruik te maken van een taxatie door een onafhankelijke deskundige. Indien de voorwaarden die de Mededeling ten aanzien van deze twee methoden stelt worden nageleeld hoeft er geen melding plaats te vinden bij de Europese Commissie.i Het nagaan of aan de vereisten van het staatssteunrecht wordt voldaan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en de onderneming die de steun ontvangt.
Dit is niet alleen een juridische verplichting, maar in
de
praktijk ook de meest wenselijke situatie gelet op de risico's van het niet naleven van het staatssteunrecht. Zoals al bleek uit het voorbeeld van de gemeente Leidschendam is een van die risico's dat de Europese Commissie kan verlangen dat
de desbetreffende financiële afspraken worden teruggedraaid in de vorm van (bijvoorbeeld) de terugvordering van de steun. Bovendien kan handelen in strijd met het staatssteunrecht leiden tot aansprakelijkheid voor de gemeente met de plicht tot het betalen van een schadevergoeding, alsook, zoals gezegd, tot nietigheid van de overeenkomsten waarin de steun is vastgelegd. Dergelijke risico's kunnen optreden als gevolg van zowel een gerechtelijke uitspraak als van een uitspraak van de Europese Commissie. Op dit moment is een sterke toename te zien van het aantal rechtszaken dat wordt gestart door - bijvoorbeeld - concurrenten die op staatssteunrechtelijke gronden trachten gemaakte financiële afspraken terug te draaien. Ook het aantal klachten bij de Europese Commissie neemt aanzienlijk toe, mede als gevolg waarvan door gemeenten gemaakte afspraken steeds vaker worden onderzocht door de Euro-
6 7
404
PbEC't997,C2O913. Meer uitgebreid: Allard Knook, Vastgoedtransacties sneller staatssteunproof,8R2011 182.
klachten van belanghebbenden in behandeling wil nemen. I(ort samengevat zijn als gevolg van al deze ontwikkelingen bovengenoemde risico's materiëler dan ooit.
3.
De Mededeling
Op 8 mei 2012 publiceerde de Europese Commissie de Mededeling betreffende de modernisering van het Eu-staatssteunbeleid aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch & Sociaal Comité en het Comité van de Regio's (hierna: 'de Mededeling'). Ondanks het ieit dat de Europese Commissie in deze Mededeling in vrij algemene
bewoordingen schetst hoe het de toekomst van het staatssteunbeleid ziet, geeft de Mededeling niettemin een goed beeld van wat de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de huidige situatie zouden kunnen zijn. I(ort gezegd komen deze veranderingen op het volgende neer: a.
Aansluitíng bij EU 2020 -b eleid
In de eerste plaats stelt de Europese Commissie dat het nieuwe staatssteunbeleid goed moet passen in het EU2020beleid. Dit beleid, dat hoogstwaarschijnlijk bekend zal zijn, is de langetermÜngroeistrategie van de Europese Unie, en heeft als voornaamste doel de Europese economie te ontwikkelen tot een concurrerende en groene markteconomie. In de Mededeling van de Europese Commissie uit 2010 over het EU202O-beleid werd al in belangrijke mate vooruitgelopen op de modernisering van het staatssteunbeleid. In die Mededeling uit 2010 werd namelijk al aangekondigd dat de Europese Commissie een nieuw kader zou scheppen voor het gebruik van marktinstrumenten, zoals voor emissiehandel, herziening van de energiebelasting, staatssteun en bevordering van het gebruik van groene overheidsopdrachten. Ook werd in die Mededeling reeds gesteld dat het nieuwe beleid inzake staatssteun erop zou toezien: "de doelstellingen van Europa 2020 dichterbij [te] brengen door initiatieven voor innovatievere, efficiëntere en groenere technologie te stimuleren en ondersteunen." Zo moest het eenvoudiger worden om:
"overheidssteun te krijgen voor investeringen, durfkapitaal en financiering voor onderzoek en ontwikkeling."s Het was dan ook te verwachten dat de modernisering van het EU-staatssteunbeleid in belangrijke mate zou aansluiten bü het Eu20z0-beleid. In de Mededeling (uit 2012) wordt benadrukt dat als 'goede steun' wordt beschouwd staatssteun die bijdraagt aan:
8
Mededeling van de Commissie van 3 maart 2010, 'Europa 2020': een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, COMi2010/2020 DEF.
Afl. 7391 - september 2013
de G€meentestem
DE MODERNISERING VAN HET STAATSSTEUNRECHT
"innovatie, groene technologie en ontwikkeling van het menselijk kapitaal, schade aan het milieu helpt te voorkomen en uiteindelijk bijdraagt aan groei, banen en het concurrentievermogen van de EU." I(ort gezegd betekent dit dat het in de toekomst waarschijn-
lijk eenvoudiger zal worden voor gemeenten om steun
te verlenen voor projecten die op enigerlei wijze bijdragen aan
één van deze doelstellingen zonder dat hiermee in strijd wordt gehandeld met het staatssteunrecht, bijvoorbeeld door deze uit te sluiten van de meldingsplicht aan de Europese Commissie - waarover hieronder meer.
c.
de:
1.
steuntoezicht. De modernisering van het toezicht heeft vol-
2.
2.
het bevorderen van duurzame. slimme en inclusieve groei; het concentreren van het onderzoek naar verboden staatssteun op zaken die de grootste impact op de interne markt hebben, waarbij tegelijkertijd de samenwerking met de lidstaten versterkt wordt op het gebied
Algemene beginselen
ln de derde plaats beoogt de Europese Commissie om door middel van het nieuwe staatssteunbeleid tot een algemeen juridisch kader te komen. Concreet betekent dit het volgen-
Moderniseringvanhettoezicht In de tweede plaats zal de modernisering van het staatssteunbeleid leiden tot een modernisering van het staats-
1,
DE GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTELIJKE PRAKTUK
cedureverordening zijn reeds gepubliceerd, ook hierop zal hieronder nader worden ingegaan.
b.
gens de Europese Commissie drie doelstellingen, te weten:
-
De Europese Commissie zal nieuwe algemene beginse-
len formuleren die van toepassing zijn op de beoordeling van de verenigbaarheid van alle steunmaatregelen. De Europese Commissie kondigt hiermee met andere woorden een algemeen toetsingskader aan dat het zal hanteren bij alle staatssteun die wordt gemeld aan de Europese Commissie. De eerste contouren hiervan zijn reeds bekend (zie paragraaf4), Een herziening en stroomlijning van de Richtsnoeren, onder andere de Richtsnoeren voor O&O&1, voor milieusteun, voor risicokapitaal en voor de uitvoering van breedband.e
3.
Verduidelijking en betere toelichting van het begrip 'staatssteun'. De Europese Commissie beschrijft haar rol in dit verband als:
van de handhavende staatssteunregels;
3.
"het verschaffen van duidelijkheid over de wijze waarop zij de Verdragsbepalingen begrijpt en toe-
het stroomlÜnen van de staatssteunregels om sneller tot beslissingen te kunnen komen.
drie doelstellingen slaat vanzelfsprekend terug op het Eu202O-beleid. Wat betreft de tweede doelstelling dient te worden opgemerkt dat dit niet zal betekenen dat de Europese Commissie minder toezicht zal houden op de naleving van het staatssteunrecht. Wel betekent het concentreren van het toezicht dat de Europese Commissie het aantal situaties waarin steun niet langer hoeft te worden gemeld zal vergroten, terwijl het tegelijkertijd scherper zal toezien op naleving van de regels waarin deze zogenoemde vrijstellingen zijn opgenomen. Concreet zal dit, vertaald naar de gemeentelijke praktijk, naar alle waarschijnlijkheid betekenen dat het enerzijds eenvoudiger zal worden om (vastgoed)projecten, subsidies, regelgeving etc. staatssteunproof in te richten, doch dat tegelijkertijd de Europese Commissie er scherper op zal toezien dat de verschillende criteria die hiervoor gelden strikt worden nageleefd. Tot slot kan, wat betreft de derde doelstelling, worden opgemerkt dat de Europese Commissie een modernisering van de Procedureverordening heeft aangekondigd, met als voornaamste doel meldingen van staatssteun sneller te kunnen afhandelen. Ook dit is voor de gemeentelijke praktijk niet onbelangrijk, nu er na een melding, zoals reeds aangegeven, vaak een lange periode overheen gaat voordat de Europese Commissie duidelijkheid verschaft. Celet op het hierboven beschreven standstill-beginsel, op grond waarvan er aan financiële afspraken geen uitvoering mag worden gegeven totdat de Europese Commissie haar goedkeuring heeft verleend, zal het sneller afhandelen van meldingen in de praktijk een zeer wenselijke verandering zijn. Voorstellen voor deze nieuwe Pro-
past, in het licht van de uitlegging daarvan door het Hof vanJustitie. Binnen die marges zal de Commissie
De eerste van deze
de Gemeentestem
meer duidelijkheid geven over de sleutelbegrippen met betrekking tot het begrip 'steun' om deze makkelijker in de praktijk te helpen brengen." Zoals gezegd, is afgelopen maanden de Europese Commissie al met diverse (voorstellen voor) nieuwe regelgeving gekomen die nadere uitwerking geven aan deze drie doelstellingen. De Europese Commissie beoogt om de geleidelijke
'herziening en stroomlijning van de belangrijkste wetgevingshandelingen en richtsnoeren'tegen eind 2013 al te hebben afgerond. Dit betekent dat de belangrijkste wijzigingen van het staatssteunrecht al op korte termijn in de praktijk merkbaar kunnen zijn. In de navolgende paragrafen zal op de nieuwe, recent gepubliceerde staatssteundocumenten worden ingegaan.
4.
De
Machtigingsverordening
Zoals hierboven aangegeven wordt in de eerste plaats het aantal situaties waarin de staatssteun niet hoeft te worden gemeld aan de Europese Commissie uitgebreid. Dat betekent concreet dat er in de praktijk vaker van kan worden afgezien om tot melding bij de Europese Commissie over te gaan,
9
De vernieuwde Richtsnoeren voor
wat betreft b¡eedband zijn inmiddels
op 26 januari 2013 gepubliceerd. Bovendien keurde op 19 december 2012 de Europese Commissie haar MededelingCOMI2O7219609/2 goed over de
toepassing vãn de Eu-regels inzake staatssteun op de snelle ontwikkeling van breedbandnetwerken. Het voert te ver om in het kader van dit artikel op deze regelgeving nader in te gaan.
4f1.7391 - september 2013
405
DE MODERNISERING
VAN HET STAATSSTEUNRECHT
-
DE GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTETIJKE PRAKTUK
mits, zoals reeds aangegeven, de voorwaarden die door de Europese Commissie in de desbetreffende regelgeving worden gesteld, wel correct worden toegepast. Om uitbreiding van het aantal situaties waarin de staatssteun niet hoeft te worden gemeld mogelijk te maken moet onder andere de zogenoemde Machtigingsverordening worden aangepast (Verordening (EC) nr. 994198 van 7 mei 1998), die de Europese Commissie de bevoegdheid geeft om Verordeningen op te stellen voor bepaalde categorieën steun die niet hoeven te worden gemeld. Indien de staatssteun dus voldoet aan de in de desbetreffende Verordening gestelde criteria hoeft geen melding aan de Europese Commissie plaats te vinden. In de Machtigingsverordening is vastgesteld voor welke categorieën steun de Commissie dergelijke Verordeningen kan vaststellen. Op 5 december 20"12 heeft de Commissie haar voorstellen voor de nieuwe Machtigingsverordening gepubliceerd. De Commissie stelt voor om de volgende categorieën op te nemen in de Machtigingsverordening. Alhoewel enkele van de categorieën die de Commissie voorstelt minder van belang zijn voor de gemeentelijke praktijk, kunnen andere categorieën wel degelijk interessant zijn: 1. steun om de cultuur en instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen;
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
steun in verband met natuurrampen; steun voor de visserijsector in verband met bepaalde ongunstige weersomstandigheden ; steun voor innovatie; steun voor de bosbouw en voor de afzetbevordering van bepaalde producten van de voedingssector; steun voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee; steun voor amateursporten; sociale steunvoor vervoert.b.v. van bewoners van afse-
legen gebieden; steun voor de vervoerssector op grond van artikel 93 VWEU: 10. steun voor bepaalde breedband infrastructuur.
9.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 11 januari 2013 in een brief aan de Tweede l(amer benadrukt dat hij positief staat tegenover deze voorstellen.ro In deze brief wordt bovendien voorgesteld om aan deze categorieën ook de categorie'steun voor kleine luchthavens'toe te voegen,tt
De minister pleit er in het bijzonder voor om de bouw en het onderhoud van de benodigde infrastructuur voor dergelijke luchthavens vrij te stellen van melding aan de Europese Commissie. De aanpassing van de Machtigingsverordening zal uiteindelijk leiden tot aanpassing van de Algemene Groepsvrij-
mogelijkheid biedt om belangrijke steuncategorieën vrij te stellen van het aanmelden van staatssteun. te weten: 1. regionale steun; 2. steun voor het MKB ten behoeve van investeringen en werkgelegenheid;
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
steun voor vrouwelijk ondernemerschap; steun voor milieubescherming;
steun voor het MKB ten behoeve van advisering en deelneming aan beurzen; steun in de vorm van risicokapitaal; steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie;
opleidingssteun; steun voor kwetsbare gehandicapte werknemers.
Het voert te ver om in dit artikel in te gaan op de diverse voorwaarden die in acht moeten worden genomen om gebruik te maken van de AGVV. De voorstellen voor de nieuwe AGVV zijn nog niet gepubliceerd.
5.
De Ontwerp-richtsnoeren regionale steun
Wel al gepubliceerd zijn de voorstellen voor de nieuwe Ontwerp-richtsnoeren inzake regionale steun 2014-2020. I(ort gezegd zijn in de (huidige) AGVV en de (huidige) Richtsnoeren regionale steunmaatregelen de regels voor steun aan achterstandsregio's opgenomen. Op grond van artikel 13 en artikel 14 AGVV kan als verenigbare steun worden beschouwd regionale investerings- en werkgelegenheidssteun en regionale steun voor nieuw opgerichte kleine ondernemingen. De steun moet aan een aantal voorwaarden voldoen, waaronder de voorwaarde dat de steun wordt verleend aan de gebieden genoemd in de zogenoemde regionale steunkaart.l2 Het voert te ver om in dit kader uitgebreid op de verschillende voorwaarden in te gaan. Van belang is dat de voorstellen voor de nieuwe Richtsnoeren eveneens voorzien in een uitbreiding van het aantal situaties waarin niet langer aan de Europese Commissie hoeft te worden gemeld, te weten: 1. Ad-hocsteun onder de aanmeldingsdrempel. Op dit moment is het nog zo dat steun die wordt gegeven op basis van een bepaalde regeling en die valt onder de zogenoemde aanmeldingsdrempel, niet hoeft te worden gemeld aan de Europese Commissie, terwijl adhocsteun die valt onder de aanmeldingsdrempel wel moet worden gemeld. De nieuwe Richtsnoeren beogen
2.
dit onderscheid op te heffen. Steun voor nieuw opgerichte kleine ondernemingen. De Europese Commissie beoogt met de nieuwe Richtsnoeren steun voor nieuw opgerichte kleine ondernemingen volledig onder de AGW te laten vallen.
stellingsverordening (hierna: AGVV') die gemeenten de Van belang is dat in de nieuwe Richtsnoeren ook de algeme10
Briefvan
1'l
januari 2013 van de Minister van Builenlandse Zaken, Kst.
22'172, v er gader jaar 2012-2013, 11
n,
1 5
47.
Tot die tijd geldt voor dergelijke kleine luchthavens de Mededeling van de Commissie inzake commanditaire richtsnoeren voor financiering van luchthavens en aanloopsteun van de overheid voor luchtvaartmaatschappijen met een regionale luchthaven als thuishaven (2005/C 312/01. PbEU C 312 van 9 december 2005).
in de toekomst staatssteun zal worden getoetstr Het gaat om zeven algene voorwaarden worden genoemd waaraan
12
Steunmaatregel N 24912007
-
Nederlând Regionale-steunkaarl 2007-
2013, Brussel, 27 juni 2007 C(2007) 3036 def.
4f1.7391 - september 2013
de G€meentestem
DE MODERNISERINC VAN HET STAATSSTEUNRECHT
mene 'toetsingscriteria' die de Europese Commissie bij alle aangemelde staatssteun zal hanteren: de desbetreffende steunmaatregelen moeten bijdragen aan een duidelijk omschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang;
1.
-
DE GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTELIIKE PRAKT¡IK
Onder de voorstellen voor de nieuwe De-minimisverordening zal het algemene plafond van € 200.000 gehandhaafd blijven. Volgens de toelichting van de Europese Commissie
bij de nieuwe Ontwerp-verordening zijn er geen aanwij-
wel weer per onderwerp verschillen. Interessant is dat de Europese Commissie hieraan toevoegt dat zelfs indien aan alle toetsingscriteria wordt voldaan er toch nog een afwe-
zingen die een hoger plafond rechtvaardigen, De nieuwe De-minimisverordening bevat ook verder geen opmerkelijke wijzigingen, met uitzondering van het feit dat er een zogenoemde safe-harbour-bepaling wordt voorgesteld voor leningen tot € 1.000.000 met een looptijd van vijf jaar. Op basis van de huidige De minimisverordeningen moet voor leningen een zogenoemde berekening worden gemaakt van het brutosubsidie-equivalent op basis van toepasselijke referentiepercentages teneinde te beoordelen in hoeverre het totale voordeel onder de € 200.000 blijft. De nieuwe Ontwerp-de minimisverordening stelt voor om voor leningen tot € 1.000.000 met een looptijd van vijf jaar niet langer te vereisen dat een dergelijke berekening behoeft te worden gemaakt. De Europese Commissie stelt verder voor om een centraal register voor alle de minimismaatregelen te introduceren, alsook andere maatregelen die erop gericht zijn om de huidige controle op de De minimisverordening te
ging door de Europese Commissie zal plaatsvinden:
vergroten.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
de rechtvaardigheidsdoelstelling wordt niet door de markt verwezenlijkt; de steunmaatregel is een geschikt instrument; de desbetreffende maatregelen stimuleren de effecten van steun; de steun is beperkt tot het minimum; buitensporige negatieve effecten worden vermeden; de steunverlening moet transparant zijn.
In de toelichting bij de nieuwe Richtsnoeren benadrukt de Europese Commissie dat deze beginselen door de Commissie zullen worden gehanteerd bij alle aangemelde steunmaatregelen, al zal de uitwerking hiervan vanzelfsprekend
6.
"lndien aan één van de bovenstaande criteria niet is voldaan, bijvoorbeeld omdat duidelijk wordt dat de inves-
7.
tering op dezelfde locatie had plaatsgevonden zonder
Op grond van de Procedureverordening kunnen concurren-
steun (ontbreken van een stimulerend effect) of omdat er een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de steunmaatregel en een vergelijkbare activiteit in een ander gebied (de aanwezigheid van een buitensporig negatiefeffect), zal de steunmaatregel niet als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd. Daar tegenover staat dat de Commissie in gevallen waarin al deze criteria zijn vervuld, een afwegingstoets zal uitvoeren, waarbij de positieve gevolgen van de maatregelen voor wat betreft de bijdrage ervan aan de ontwikkeling van het gebied worden afgezet tegen de mogelijke concurrentiedistorsies die de steun kan veroorzaken."
ten en burgers een klacht indienen over staatssteun bij de Europese Commissie. Er geldt geen belanghebbendebegrip.
Nieuwe De-minimisverordening
Op 20 maart
jl. is de Ontwerp-de-minimisverordening
ge-
publiceerd op de website van de Europese Commissie. Op grond van de (huidige) de-minimisregeling mogen gemeenten kort samengevat over een periode van drie belastingjaren een onderneming tot € 200.000 staatssteun verlenen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Voor de landbouw-, visserij- en vervoerssector gelden lagere drempels. Voor steun aan Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) bestaat sinds 2012 een aparte de-minimisvrijstelling, die, onder bepaalde voorwaarden, voorziet in een mogelijkheid om over een periode van drie belastingjaren een onderneming die een DAEB verricht tot een bedrag van € 500.000 te steunen.l3
13
Meer uitgebreid: Allard Knook, Nieuwe Regelgeving Diensten van Algemeen en Economisch Belang, BR 2012 113,nr,2,p.66-70.
de G€meentestem
NieuweProcedureverordening
Het is derhalve voor eenieder mogelijk om een klacht in te dienen. Met de voorstellen voor de nieuwe Procedureverordening wil de Europese Commissie in de Procedureverordening een klachtenfilter introduceren, zodat de Europese Commissie klachten van niet-belanghebbenden en onvoldoende onderbouwde klachten niet meer in behandeling hoeft te nemen. Daarnaast wil de Europese Commissie de bevoegdheid creëren om informatie aangaande (voorgenomen) steunverlening rechtstreeks op te vragen bij marktpartijen, zonder tussenkomst van de lidstaten (oftewel buiten'Den Haag'om). Tot slot wil de Europese Commissie het recht krijgen om in nationale staatssteunprocedures mondelinge en schriftelijke opmerkingen te maken en daarbij nationale rechters verzoeken aan de Europese Commissie informatie door te (laten) geleiden.
8.
Conclusie
De gevolgen van de modernisering van het staatssteunrecht zullen voor de gemeentelijke praktijk zeker niet onbelangrijk zijn. Wat betreft de vraag in hoeverre er aan het staatssteunrecht moet worden getoetst is het positief dat de Europese Commissie in de Mededeling heeft aangekondigd dat het met nieuwe algemene beginselen zal komen, waardoor het hopelijk in de gemeentelijke praktijk eenvoudiger zal worden om vast te stellen in hoeverre bepaalde overeenkomsten, subsidieregelingen of andere financiële afspraken of toezeggingen als staatssteun moeten worden gekwalificeerd. Voor de vraag of er vervolgens ook sprake is van meldingsplichtige staatssteun is het, mede gelet op
Nl.73S7 - september 2013
407
DE MODERNISERING
VAN HET STAATSSTEUNRECHT
-
DE GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTELUKE PRAKTIJK
de standstill-verplichting, positief dat het aantal situaties waarin de staatssteun niet hoeft te worden gemeld bij de Europese Commissie flink wordt uitgebreid. Dat betekent concreet dat gemeenten minder vaak tot melding bij de Europese Commissie hoeven over te gaan, mits de voorwaarden die worden gesteld, correct worden toegepâst. Tot slot is het positief dat, op het moment dat er wel sprake is van meldingsplichtige staatssteun, de zeven door de Europese Commissie geformuleerde algemene beginselen die het zal hanteren bij aangemelde steun goede handvaten bieden om een melding zodanig in te richten dat de desbetreffende steunmaatregel door de Europese Commissie als verenigbare steun kan worden beschouwd. Al met al zal de gemeentelijke praktijk vooral gebaat zijn bij uitbreiding van het aantal situaties dat melding aan de Europese Commissie dient plaats te vinden, oftewel, in meer algemene zin, met een verruiming om overeenkomsten, subsidieregelingen of andere financiële afspraken of toezeggingen staatssteunproof vorm te geven. Van belang is wel dat de Europese Commissie nadrukkelijk hierbij aangeeft dat het scherper zal gaan toezien op naleving van de voorwaarden voor deze vrijstellingen voor melding aan de Europese Commissie. Om risico's als terugvordering ofnietigheid van overeenkomsten te voorkomen, blijft het dus ook in de toekomst van essentieel belang de meest actuele ontwikkelingen op het gebied van staatssteunrecht nauwgezet te blijven volgen.
408
Afl. 7391 - september 2013
de Gemeentestem