1
EEN OMGEKEERDE PELGRIMSTOCHT Verslag van een fietsreis van Rome naar Heemstede/Bennebroek van Aad van Houten en Jos Schabbink van 23 april t/m 24 mei 2010.
Inleiding Nadat we in augustus 2004 van huis naar Santiago de Compostella onze eerste pelgrimstocht ondernamen lonkte de herhaling, maar dan anders. Enkele malen is Rome als doel genoemd, maar voordat het concrete plannen zijn geworden zijn we al in 2009 aanbeland. We vinden aansluiting bij de club van Rome pelgrims en ontvangen voor dat doel een stempelkaart. We bezoeken ook de informatiebijeenkomst in Houten. De plannen nemen vastere vormen aan en in april 2010 is het dan zo ver.
2
Met de perikelen van beschadigde fietsen na de vliegreis terug in 2004 in ons achterhoofd hebben we besloten de route andersom te doen. Fietsen mee in de trein naar Rome en naar huis toe fietsen. We bedenken nog een aantal andere voordelen: windje mee, zon in de rug, mooie belichting van de natuur, gemiddeld aangenaam van temperatuur als je in Italie in de vroege lente begint en dan een maand later in Nederland aankomt met steeds beter wordende weersomstandigheden. Zo wordt het een omgekeerde pelgrimstocht. Jeruzalen, Rome en Santiago de Compostella zijn in die volgorde de belangrijkste pelgrimsplaatsen in het christelijke geloof. Santiago is in 2004 bereikt, Rome komt nu aanbod en al thuis komend zullen we het Nieuwe Jeruzalem ontdekken, een veilige en vertrouwde thuishaven. Met een aantal voorbereidende fietsrondjes van 60 á 70 km in verschillende weersomstandigheden hebben we de noodzakelijke routine opgedaan en de fietsen getest op betrouwbaarheid. Er worden checklijsten gemaakt en uitgewisseld, kampeerspullen gaan mee, we doen een proefrondje met volle bepakking en zo gaan we het avontuur tegemoet, verder te lezen in de hierna volgende dagverslagen.
3
4
5
Dagverslagen Vrijdag 23 april ’s Ochtends vroeg op de fiets, bepakt en bezakt, als een muilezel, op weg naar Schiphol, uitgezwaaid op het treinperron door Gerda en Gerrie, Marcel, Sander en Ruben. De Treinreiswinkel in Amsterdam heeft voor ons uitgezocht dat naar aanleiding van onze wensen de verbinding van Schiphol via Hannover en München naar Rome de meest optimale zou zijn. De wachttijden voor de overstap in zowel Hannover en München zouden voldoende tussenruimte bieden om een rustig verloop met niet al te lange wachttijden te garanderen. In Hannover treedt echter vertraging op en wordt de anderhalf uur wachttijd die we hebben met bijna een uur verlengd. Omdat we maar een uur overstaptijd hebben in München zien we die tijd verdampen en krijgen we zorgen of we de overstap daar wel zullen redden. We zien onze geest al dwalen met een extra nacht in München en mogelijk extra kosten voor een nieuwe treinverbinding naar Rome. Verder is het een mooi traject met glooiend landschap en veel tunnels, een echt “mollentraject” dus. Het eerste stuk naar Hannover wordt de trein steeds voller en er volgt zelfs een waarschuwing, dat er mensen zijn die het op uw spullen hebben voorzien. Dat maakt ons extra waakzaam en omdat de
6
fietsen en bagage twee wagons verder staan loopt een van ons daar bij elke stop even naar toe om te controleren of alles oké is. Onze gereserveerde plaatsen zijn met de rug in de rijrichting, en ik zie vlakbij de fietsen vele vrije plaatsen, zodat we ons uit de drukke cabineplaatsen rukken en alsnog ruim plaats hebben in de buurt van de fietsen. Het uitstappen van de trein in Hannover moet met enige haast gebeuren en in de haast laat Jos zijn spanbanden voor de bagage in de trein liggen. Het is de eerste keer van overladen van fiets en tassen afzonderlijk, en dus nog even wennen. Later gaat het met meer routine en dus zonder problemen. Gelukkig heeft Aad nog twee reserve spanbanden over. Op het traject Hannover-München lopen we de vertraagde tijd behoorlijk in tot maar vier minuten en hebben we ruimschoots de tijd om in alle rust over te stappen. De spanning ebt weer weg. We vinden tijd voor een snelle snack op het station van München, dat aan Den Haag Centraal doet denken, een kopstation, dus van perron naar perron zonder hoogteverschil en roltrappen. Wel zo gemakkelijk met de fietsen. Een stukje pizza met een biertje “fietst” er wel in op deze lange reisdag, waarop we inmiddels vijftien uur in touw zijn. Op schematijd vertrekt de City Night Line Express naar Rome, even over negenen ’s avonds. We laden de fietsen in het daarvoor bestemde gedeelte en een aantal wagons verder zijn onze slaapplaatsen, twee in een couchette van zes.
7
Met nog een biertje sluiten we deze eerste reisdag af in de restauratie van de trein. In het donker vervolgen we onze reis langs Kufstein en bij Innsbruck weet ik al van niets meer. Af en toe geronk van medeslapers, halverwege komen er nog twee mensen bij en is de cabine vol, af en toe stilstaan bij onbekende stations en zo komen we al dommelend en schuddend de nacht door.
8
Zaterdag 24 april. Om half zes wordt ik (Aad), wakker, het is dan nog donker en een plaspauze noopt mij het bed te verlaten. Toch nog maar een uurtje verder slapen, maar als we om zeven uur in Florence zijn is het licht geworden en aanschouwen we Toscane. Een glimp van de beroemde koepelkerk zie ik door het raam. Het heeft vannacht geregend en de lucht breekt weer. Dikke wolken hangen als een lappendeken tegen de bergen aan. Net als in Duitsland kijken we hier uit over het landschap, dat soms abrubt wordt onderbroken doordat de trein een tunnel inraast. Nog twee uur en Rome lacht ons tegemoet. Ben je nou eigenlijk gek om dit te ondernemen, of ben je goed? Of ben je goed-gek? De grens tussen goed en gek blijkt soms heel diffuus. Goed of gek, we doen het toch maar met onderweg het landschap aanschouwend, waar we wellicht doorheen moeten fietsen. Twijfels of dat wel zal lukken moeten we terzijde schuiven en gewoon er voor gaan. Als we op schematijd zijn gearriveerd, zien we Rome in de regen, dat blijft nog even zo tot in de middag. We zoeken ons logeeradres op in de Via Tiburtina Antica, San Lorenzo Dreams, en we vinden dat na enig navragen. Antwoord krijg je in het Italiaans, want Engels spreekt men weinig. We kunnen fietsen en bagage direkt kwijt, de kamer is pas over een uurtje beschikbaar en dat geeft ons de tijd om koffie te gaan drinken in een koffieshop in de buurt, met heerlijke muziek van Lucio Battisti, zo deelt de eigenaar ons mede.
9
Na een uur laden we de fietsen af en nemen de kamer in gebruik. Nog wat opfrissen na deze reisnacht en dan storten we ons in het gedruis van Rome. Om een uur of twaalf zijn we klaar en lopen we de stad in. De fietsen mogen even op stal, die krijgen nog genoeg te doen. Met als leidraad een plattegrond lopen we via Station Termini Rome in en de eerste kerk die we tegenkomen is die van Santa Maria Maggiore. Indrukwekkend van binnen met al z’n kunstuitingen in de gewelven, onderdeel van het Rijke Roomse Leven. Door een park komen we bij het Collosseum uit en het Forum Romanum, het Plaza Venetia, het Pantheon, het Piazza Navona, Castel Sant Angelo, de Sint Pieter, het Campo dei Fiori, de Spaanse Trappen en zo weer terug naar ons hotel. Dit alles tussen 12 en 21 uur met hier en daar een rustpauze en een snack. Het happy hour op de Campo dei Fiori blijkt een andere inhoud te hebben dan bij ons in Nederland. Wij bestellen een bier en we krijgen dan de tweede gratis, denken we. Hier is het bier iets lager geprijsd, maar je hebt er wel vier besteld, dus ook betalen!. Dubbele kosten of nep? Het smaakt in ieder geval wel lekker op het inmiddels zonnige terras en we zouden het niet gemist willen hebben. Met een glaasje wijn op de kamer sluiten we deze eerste dag in Rome af. Welterusten!
10
Zondag 25 april. We krijgen om acht uur ons ontbijt op de kamer, dat bestaat uit een croissant met een kopje thee. We hebben zelf nog sultana’s als aanvulling op ons ontbijt en we starten onze dag met een bezoek aan de Kerk der Friezen, direkt links naast het Sint Pietersplein. Met de metro van omstreeks negen uur gaan we daar naar toe, het is al een drukte van belang met al die mensen die naar het Vaticaan willen. Om half tien gaat de Kerk der Friezen open en om tien uur volgt uitleg over de historie. Half elf begint de mis. Voor die tijd hebben we ons aan diaken Kees van Duin en aan Marc (Jezuït) kenbaar gemaakt als omgekeerde pelgrims en in het vertrouwen dat we die tocht zullen voltooien wordt ons vast de oorkonde, die bij zo’n pelgrimstocht hoort, al tijdens die mis publiekelijk uitgereikt door de Norbertijner pater Brouwer. Na nog wat napraten komen we ruim over twaalf uur terug op het Sint Pietersplein, waar de paus ons vanuit een ver venster een vol plein van luisterende en applaudiserende mensen toespreekt. We gaan de koepel beklimmen van 551 treden en die moeten dus ook weer terug genomen worden! Fantastisch uitzicht bij mooi weer, helder blauw weer vandaag en warm.
Na afloop eten we wat voor de lunch en stappen daarna (we hebben nog een kaartje) op de bus naar de Pyramide (Rome Zuid). Vandaar lopen we verder langs de oude stadsmuur van Rome naar een archeologische plek, de Termen van Caracalla, een onwaarschijnlijk 11
groot badhuis uit de derde eeuw na Christus, waarvan de indrukwekkende ruïnes nog resteren. Het is warm en zonnig en alle indrukken vermoeien ook, tijd voor een uitgestrekte rust in het park op het gras. We lopen weer verder, nu naar de Sint Jan van Lateranen, maar als we daar komen, sluit die net z’n deuren. Morgen met de fiets nog maar even opnieuw proberen. Even verderop is de kerk van het Heilig Kruis Van Jeruzalem nog open en daar wonen we het laatste deel van een mis bij. Zo hebben we ook Jeruzalem betrokken bij onze omgekeerde pelgrimstocht. Ook daar zijn wij de laatste bezoekers, de kerk gaat sluiten en wij vervolgen onze tocht op zoek naar een eetgelegenheid voor ons avondeten in de richting van ons logeeradres. Dan blijkt vlakbij ons om de hoek een goed adres met een specialiteit van het huis een goede keuze. Zo lopend door de woonwijken zien we hoe de stad is verpest door graffiti, die overal op de muren, zo hoog de handen kunnen reiken, is volgespoten, maar ook op voordeuren, zoals van ons hotel, een ramp die volgens de eigenaar van ons domein wordt veroorzaakt door studenten.
12
Maandag 26 april. Een dagje met de fiets door en om Rome ter voorbereiding op morgen, de dag dat het echt gaat beginnen. We rijden van ons hotel naar Station Termini en beginnen daar de route van Reitsma te volgen door de drukke stad met in de meeste straten eenrichtingsverkeer. Na een paar kilometer bereiken we park Villa Borghese en komen dan bij station Roma Nord, de plek, waar Gerda en ik eerder de stad Rome voor het eerst binnenkwamen. Nog een aantal aanwijzingen verder komen we bij de Tiber, waar een fietspad direct langs loopt. De noordelijke richting is voor morgen, nu rijden we de andere kant op. Bijzonder rustig rijden we, nu zonder helm, op het lage kadeniveau, naar het Vaticaan. Men is in Rome niet erg ingesteld op fietsers, want bij Castel San Angelo moeten we onze fietsen met z’n tweeën drie trappen omhoog sjouwen, gelukkig niet volbepakt. In het zicht van de Sint Pieter maken we met diverse perspectieven foto’s, waarop we met onze “omroep-MAX-jacks” en T-shirts (I am a super senior) te zien zijn. Een vrouw in een kerk leest de tekst op mijn T-shirt en repliceert: Aren’t we all??? Die Max-jacks hebben wij ter leen ontvangen voor onze Romereis om de omroep tot ver over de grenzen uit te dragen. Diverse mensen geven blijkt van hun bewondering, als men hoort dat wij helemaal naar Nederland terug fietsen. Na de fotosessie fietsen we door het drukke Rome, maar proberen een “groene” weg te vinden naar het zuiden.
13
Zo fietsen we door de wijken Gianicolo en Trastevere naar het Isola Tiburtina, naar het Circo Massimo en naar de Via Appia, een vele kilometerslange kaarsrechte weg, waarop men vroeger vanuit het zuiden Rome kon bereiken. Bij vlagen druk met langsrazende auto’s en soms wat rustiger, zeker op het gedeelte waar grote keien van meer dan tweeduizend jaar oud het plaveisel vormen. Langs een andere weg gaan we na de lunch weer terug en komen bij de imposante kerk van Sint Jan van Lateranen, die we gisteren bij sluitingstijd misten, gigantisch groot en overweldigend. De bouwmeesters van die tijd kunnen niet van bescheidenheid worden beticht. Van het beeld van Sint Jacobus de Meerdere, symbool van de pelgrimage naar Santiago, neem ik een foto. Als we in de namiddag de fiets weer thuis brengen hebben we er een rondje van 32 kilometer opzitten. ’s Avonds eten we op een terrasje gevarieerde hapjes, een soort van tapas. Daarna een korte wandeling, die langer blijkt dan we denken omdat we geen oriënterende kaart bij ons hebben. Ruim twee uur hebben we lopen dolen en de stad in ons opgezogen.
14
Dinsdag 27 april. Rome - Fiano Romana De dag van vertrek, zo’n 60 kilometer in het vooruitzicht. Na het ontbijt fietsen we Rome uit op dezelfde manier zoals we gisteren hebben proefgedraaid. Tot aan de Tiber, daar naar beneden om verder te fietsen, onderaan wel te verstaan, langs de lage kade aan de Tiber. Na een aantal kilometers vinden we een blokkade op onze weg: er wordt een nieuwe brug gebouwd. Geen enkele waarschuwing voor fietsers, dus stukje terug en naar boven, het fietspad langs de Tiber verder volgend op hoogte. Pista Ciclable is de aanduiding voor wat een heuse fietsroute moet zijn. Ho, maar! Het eerste de beste poortje is te smal voor onze fietsen met te brede tassen, we moeten ze optillen om erlangs te komen. En tweemaal per dwarsstraat zogezegd. Dat nog zeven keren. Hoezo fietsvriendelijk hier?? Waarschijnlijk bedoeld om de vele scooters hier te weren, maar toch zeker geen pelgrims? Het wordt nog gekker. Bij een brug staat een hek, aan beide kanten van de brug vastgelast, en zo vermoedelijk al vele jaren. Men kan er overheen, maar dan moet de fiets eroverheen worden getild, tweemaal dus en ook de bagage er af en er weer op, ook twee maal. Lekker ingewikkeld. In plaats dat ze nou wat planken repareren?
15
Terug vinden we geen optie, het levert mij wel een gekneusde rib op met het overtillen van de fiets, waar ik de komende twee weken nog last van zal hebben. Zo hebben we de hindernissen van Rome wel gehad. Bij Saxa Rubra eindigt het fietspad en zullen we de beschreven route van Reitsma nauwkeurig in beeld houden. Met nogal wat venijnige klimmetjes valt deze route niet mee, zo op de eerste dag van onze reis. Pittig en bij tijd en wijle zwaar, als de stijging boven de 6% uitkomt is het lopen geblazen. Zijn we soms te zwaar met de bepakking? Om half vijf komen we op de camping I Pini aan bij Fiano Romana en beëindigen we onze fietsdag van zo’n zestig kilometer. In de verte dreigt er ’s middags al onweer, en jawel, hoor, om half zeven barst het los, met daverende klappen en lichtflitsen. Een zware dag geweest met veel te zware bagage. Jos trekt het even niet meer en heeft meer last gekregen van z’n astma-aandoening. Vergeleken met zo’n zes jaar geleden, toen we naar Santiago fietsten hebben we het zwaar en ook ik sta te puffen als een vrouw in barensnood bij een helling van meer dan 6%. Reden voor een besluit: tent en toebehoren terug naar Nederland en beiden circa tien kilo lichter verder, dat moet schelen. Aad’s schoondochter Evelyn wordt ingeschakeld ( werkt bij koeriersdienst Seabourne Express) en zo gaan we de eerste, maar ook de laatste nacht in, in ons tentje.
16
Woensdag 28 april
Fiano Romana - Narni
Ik heb de hele nacht slecht geslapen, steeds wakker en continu geruis van snelwegen in de buurt. De hoge nood ’s nachts kon worden geledigd in een meegenomen plastic fles met wijdere opening. Dat scheelde twee keer opstaan en naar het toilet lopen. ’s Ochtends alles kleddernat buiten, gras zompig en vieze drek in de inloop van de tent. Ik weet niet waar ik moet beginnen en start behoorlijk chagrijnig. Wat een zooi om op te ruimen. Nooit meer kamperen, denk ik! We moeten eerst de was nog laten drogen in de droger en in die wachttijd droogt ook de tent in het schrale zonnetje. Dan selecteren welke bagage wordt achtergelaten en we berekenen dat we ieder zo ongeveer tien kg lichter verder kunnen. Later blijkt dat achtentwintig kilo samen te zijn. Van de receptie horen we dat we ook een stacaravan voor de prijs van een biertje meer hadden kunnen huren! Dat had een hoop nattigheid gescheeld. Spijt dat we dat niet eerder hadden besloten. Als het telefoontje van Evelyn komt dat het geregeld is valt ook deze (te zware) last van onze fietsen. Pas om kwart voor elf vertrekken we van de camping, terwijl dat idealiter half negen zou moeten zijn. We hebben al die tijd nog niet ontbeten, dat doen we in Fiano Romana bij een barretje met broodje en koffie in de zon.
17
Daarna gaan we op weg met soms nog venijnige klimmetjes. Jos heeft duidelijk ademhalingsproblemen en komt maar niet van de slijmproppen af. Als het echt niet meer gaat, hebben we afgesproken, zal hij dat aangeven, ik wil niet dat we extra risico lopen. Het landschap dat we doorrijden van de provincie Lazio Roma met z’n hoge bergruggen verandert langzaam in dat van Umbrië met een vriendelijker heuvellandschap. Narni is vandaag het doel, ruim zestig kilometer fietsen, maar omdat we laat zijn vertrokken is de vraag of we dat wel zullen halen. Doelstelling is dat we zeker om zes uur onderdak gevonden moeten hebben. Als we om half zes in Narni arriveren blijkt dat we aan het eind van ons latijn zijn. We schakelen een lokale barkeeper in om voor ons te bellen naar een kloosteradres en dat lukt. Die hebben plaats voor ons. Na even uitpuffen op het gezellige pleintje van Narni met natuurlijk een biertje koersen we naar het klooster Centro Speranza. Waar onze komst al aangekondigd is. Na het inchecken blijkt dat we daar ook onze avondmaaltijd kunnen gebruiken. Dat komt goed uit, want we hebben geen energie meer om weer naar het dorpscentrum te lopen. De rest van de avond uitrusten.
18
Terug naar onze kamer lopen we in de donkere gangen van het klooster en kunnen het lichtknopje maar moeilijk vinden. Zie je het voorje? Twee in het duister tastende mannen op zoek naar hun kamerdeur! Voor volgende trajecten spreken we af, dat we uiterlijk vier uur stoppen en zoeken naar zich voordoende adressen in de buurt van waar we dan zitten. Onderweg krijgen we soms ter aanmoediging een zgn “toetgroet” van auto’s die ons inhalen of fietsers groeten ons met ciao of va bene. Een vraag aan een bewoner naar water wordt beantwoord met het vullen van twee maal twee bidons en nog een extra fles erbij!, zo maar. We hebben het nogal druk met onze activiteiten. Er blijft weinig tijd over voor SMS-en en over internet voor publieke doeleinden beschikt dit klooster niet. Op tijd naar bed dus.
19
Donderdag 29 april
Narni - Assisi
Jos is jarig en krijgt van mij een muzikale aubade om zeven uur ’s ochtends. Vanuit Californië heeft hij rond zes uur in de ochtend een felicitatiebericht ontvangen van Ans, Paul, Wil en Peter. Als we om acht uur ontbijten laat ik aan zuster Marisa weten dat Jos vandaag z’n verjaardag viert en hij krijgt van haar een gemeende en spontane wangdruk. Voor vertrek ontvangt hij nog een telefoontje van tante Dora uit Borne van 94 jaar. Achteraf blijkt dat een laatste contact geworden, zij overlijdt op 21 juni te Hengelo. Ongeveer half negen bestijgen we de fiets. We rijden naar Assisi met mooi weer, dat is ons doel vandaag. Vier uur blijkt niet haalbaar, we gaan door “in blessure-tijd”. De hele weg is ons vandaag eigenlijk wel meegevallen, lange afdalingen van 10 á 12 kilometer was prettig, maar lange stijgingen van net zulke afmetingen zitten er ook in, en dat valt soms niet mee. Gemiddeld was het vandaag 14,1 km per uur, 8 voor het stijgen en 22 voor het dalen (soms wel harder). In Bevagna denken we op 20 km van Assisi een stop te houden, maar er is niet veel soeps. De laatste twintig kilometer lijkt wel aardig en haalbaar, maar het venijn zit hem hier in de staart, omhoog naar Assisi met 12 á 13 % stijging over een afstand van twee kilometer,
20
lopen dus in de brandende zon met af en toe een rustpauze in de schaduw van een boom. Een ware boetedoening om boven te komen. We zoeken een gerefereerd klooster op, maar weten dat consumpties daar niet altijd te verkrijgen zijn. Dus eerst maar een biertje elders nuttigen. Het klooster heeft voldoende plaats, we krijgen allebei een eenpersoonskamer. De maaltijd kunnen we hier vanavond niet gebruiken dus wijken we uit naar een restaurant dichtbij, dat een tuinterras heeft. Daar laten we ons met wijn en aqua de maaltijd goed smaken en scoren onderweg terug nog een ijsje toe. Douchen en slapen is wat volgt.
21
Vrijdag 30 april
Assisi
We gaan om half negen ontbijten en hebben vandaag een rust- en kijkdag, even niet fietsen. De ophangbeugel van mijn fietstas is kapotgegaan in Fiana Romana en moet gerepareerd worden. Even provisorisch hersteld met een ijzerdraadje, maar naar een nieuwe moer en bout moeten we op zoek voor een betere bevestiging. De accu van mijn telefoon is op en ik moet een nieuwe zoeken. Bezoek aan de kapper is nodig en we willen een internetcafé opzoeken om het thuisfront te informeren over onze gebeurtenissen.
We starten met een bezoek aan de bovenkerk en de onderkerk van Sint Franciscus, indrukwekkend om de eeuwenoude rijkdom te zien in tegenstelling tot de leefwijze van Franciscus die het met de armen voor had… We lopen verder door de straten van Assisi en zien vooral veel schooljeugd voorbij trekken en hordes toeristen. Met de bus gaan we naar de benedenstad Santa Maria dell Angeli en bezoeken de enorme kerk die daar is gebouwd, met een klein kerkje midden daarin en een kapel, die aangeeft dat dat de plek is, waar Franciscus is gestorven in 1226.
22
We zoeken naar een telefoonwinkel en vinden die ook, maar we moeten ivm siesta wel nog een uur wachten. De batterij die wordt vervangen geeft niet het gewenste resultaat en ik besluit dan maar meteen een nieuwe mobiel te kopen. Met de bus nemen we het hoogteverschil naar Assisi weer en stappen nu een halte verder uit. Daardoor zien we ook een ander deel van de stad. ’s Avonds hebben we de maaltijd gereserveerd in het klooster Papa Giovanni in de Via San Paolo. Na afloop lopen we nog even de stad in voor een heerlijke gelati grande en op onze weg terug volgen we de geluidsgolven van een feest dat ergens wordt gevierd. We dalen straatjes en trappen af en komen in een lange straat, waar aan een lange tafel door de hele straat een groot middeleeuws volksfeest aan de gang is met muziek, zang, drank, eten en in het rood geklede jongelui, die dansen en feesten. Leuk om zo even de sfeer te proeven van deze feestende jongelui. Het verlangen naar huis begint hier al een beetje vorm te krijgen en we moeten nog zo’n eind! We zijn inmiddels een week van huis.
23
Zaterdag 1 mei
Assisi – San Giustino
Na een rustdag is het weer fietsen geblazen. Een prachtige dag voor ons en omdat op 1 mei iedereen vrij is, is het over het algemeen zeer rustig op de weg, zeker in vergelijking met andere dagen. We fietsen er lustig op los met een enkele klim, maar overigens goed te doen. Omstreeks het middaguur zijn we al in Umbertide, waar we even tevoren weer in het dal van de Tiber stroomopwaarts fietsen. Trek in tomatensoep doet ons besluiten dat daar te bestellen en we nemen er even de tijd voor. Wat we krijgen voorgeschoteld is een soort warm gemaakte dikke tomatensap, maar smaken doet het! Onderweg moeten we even aan de kant voor een wielerronde (van Umbrië?) die ons tegemoet rijdt. Als Jos opzij moet met z’n fiets aan de hand valt hij en bezeert/beschadigt zijn scheenbeen, maar de schade valt mee. Een pleister doet wonderen. Een weids dal van de Tiber trekt aan ons voorbij met weer mooie uitzichten en decors op achtergelegen bergen. In Citta Castello zijn we al om drie uur en we besluiten om gezien het tijdstip nog tien kilometer verder te rijden. Om vier uur is de afspraak om te stoppen, dus die ruimte is er wel. Als we dan op zoek gaan naar een hotel blijkt die volgeboekt. We proberen bij een bar een andere mogelijkheid en die regelen voor ons een slaapplaats bij een agriturismo, Il Barbarosso, wel twee kilometer terugrijden, maar dat moeten we er maar voor over hebben. Hebben we het eindelijk na wat zoeken gevonden, blijkt er niemand thuis, terwijl er wel een kwartier eerder telefonisch kontakt is geweest. We dolen wat rond, maar krijgen geen respons, geen “warme” ontvangst dus, en we besluiten er geen gebruik van te maken.
24
We rijden verder en opnieuw bij een volgende bar vragen we naar onderdak. Die verwijzen ons naar een hotel weer vijf kilometer verder en afwijkend van onze route. Het aangekondigde hotel Asso Cuori (Harten Aas) blijkt wederom bezet en we laten de eigenaar voor ons verder zoeken. Alle hotels die in ons boekje staan zijn vol, waarschijnlijk als gevolg van het lange weekend. Nog een extra poging bij een kamerverhuurster blijkt succesvol. We rijden achter haar aan en in het centrum van San Giustino vinden we onderdak. Al met al is het kwart voor zes als we een en ander geregeld hebben. We wijten het aan de meerdere vrije dagen, die de Italianen nu hebben en zo zorgen voor volgeboekte hotels. Ook restaurants zijn hier met een lampje te zoeken en we komen terecht in een pizzarestaurant. Daar laten we ons de pizza weer lekker smaken en met een wandelingetje door de dorpskern komen we via de ijssalon weer thuis. De fietsen mogen op de kamer slapen, maar moeten wel naar boven worden gesjouwd. Zo staan ze toch veilig op de eerste etage.
25
Zondag 2 mei
San Giustino – Turrito
Dit wordt een dag van buffelen, dat weten we. We moeten de Apennijnen over, op het hoogste punt 865 meter. Daar zien we niet echt tegenop, want we worden beloond met prachtige plaatjes en
vergezichten, eerst nog in weidse dalen, later als we moeten klimmen en de weidsheid verdwenen is, is het eveneens genieten van het uitzicht inclusief de door dit traject getrokken autosnelweg op palen en door tunnels. Dankzij deze snelweg zijn de naastliggende fietswegen over het algemeen rustig, maar misschien mede doordat het zondag is. Daar waar het dal het smalst is en ook over de pas is er wel heel veel verkeer dat elkaar nauwelijks kan passeren en daarom bij vlagen drukte veroorzaakt. De dag begint overigens slecht in drievoud. Een slecht bericht krijgen we doorgeseind dat het met ons familielid van de Goossenstak, Hans Knuvers, een slechte ontwikkeling te zien geeft, hij blijkt een niet operabele leveraandoening te hebben. Tweede is dat het behoorlijk bewolkt is en halverwege de regen inzet. Derde dat Jos zijn portemonnee, een erfenis van wijlen zijn schoonvader, kwijt is, gelukkig zonder pasjes, die hij gescheiden bewaart, maar wel met zo’n zestig euro’s erin en wat minder belangrijke documenten. Dat blijkt bij onze koffiestop na twee uurtjes rijden. Een poging naar de hoteleigenaar te bellen van onze laatste overnachting loopt op niets uit en dus moet het geld en de portemonnee als verloren worden beschouwd.
26
Reactie van Gerrie: Pa heeft hem gejat, had zeker geld nodig, daarboven! De weg naar de top was dus regenachtig en gedurende een aantal kilometers een zeer slecht wegdek, met gaten in de weg en stenen te omzeilen, zelfs een weggeslagen stuk weg. Wordt niet meer onderhouden. We nemen een stop om 13 uur in een eetcafé en gebruiken een diepvriesmaaltijd van pasta, die naar karton smaakt. Tagliatelle bolognese, niet echt aan te bevelen. Drie kwartier later is het droog en kunnen we vertrekken naar het laatste stukje van de top, alvorens we in een dalend feest weer verder trekken met wederom een fantastisch beeld van het landschap, dat je aan je voorbij ziet trekken. Overigens moet je wel opletten op het vaak slechte asfalt met veel gaten en scheuren in de weg. Regelmatig in de rem dus. Sarsina is ons einddoel voor vandaag. Doel is om om vier uur te stoppen en een hotel of overnachtingsadres te vinden. Dus rijden we het centrum van Sarsina in met een groot plein en vragen aan willekeurige voorbijgangers naar een slaapplaats. Iemand rijdt ons met z’n glimmende Mercedes voor naar een B&B, dat hijzelf heeft voorgesteld, maar er is niemand thuis. Dat hebben we meer meegemaakt. Telefonisch kontakt geeft info over prijs en
27
mogelijkheid, maar weer geen warme ontvangst doet ons besluiten een andere optie te kiezen. Hoewel we niet graag terug rijden hebben we drie kilometer eerder al een hotel gepasseerd, die plaats blijkt te hebben en zo kiezen we eieren voor ons geld. Een mooie kamer in een hotel, waar we ook ’s avonds kunnen eten. Dat is het plaatsje Turrito. We hebben een gezellige avond samen en we laten ons verrassen met een onleesbaar Italiaans menu, dat werkelijk niet tegenvalt. Door alle drukte kom ik de eetzaal binnen en merk dat mijn trui binnenstebuiten zit. Toch maar even omdraaien!
28
Maandag 3 mei
Turrito – Ravenna
Even voor achten fietsen we weer verder, nu de vlakte tegemoet. Grotendeels dalen en af en toe nog een klein klimmetje brengt ons in de uitlopers van de Apennijnen in de streek Emilia Romagna. Het landschap doet op het laatst Limburgs aan. Bij onze koffiepauze zijn we de bergen uit en komen we in vlak gebied. In een dorpje kopen we een bout voor de fietstas, die daarmee van zijn tijdelijke ijzerdraadjes verlost kan worden. Ten westen van Cesena voeren rustige weggetjes ons verder naar ons doel Ravenna. Na 73 km zijn we gearriveerd en zoeken het centrum van de stad op. Na een dubbele hap pasta, we hebben beste trek en nog niet genoeg, reserveren we een hotelkamer in het centrum van de stad, hotel Centrale Byron. De middag besteden we aan cultuur, er is hier van alles met mozaïek te doen, taferelen in oude basilieken en recente fabricage, een publiekstrekker. ’s Avonds trekken we nog even de stad in om de sfeer te proeven in deze eeuwenoude stad, die een heel andere uitstraling heeft als bijvoorbeeld Assisi. De stad oogt doods, niet echt gezellig, zeker geen wereldstad. We hebben trek in friet en we zoeken naar McDonalds. Op het eerste gezicht is die er niet, maar wel Chef’s Express, die is gelieerd aan McDonalds, is een variant en daar kunnen we onze honger stillen.
29
Dinsdag 4 mei
Ravenna – Ferrara
Om 8 uur na een riant ontbijt vertrekken we met regen de stad uit, en dat blijft zo ‘n uur of vier doorgaan. We hebben wat moeite de route weer op te pakken, en weldra buffelen we in het vlakke land over merendeels boerenweggetjes. Met lange pauze’s om weer droog te worden wisselen we onze fietssessies af. We komen door plaatsjes, waar een strafkamp niet zou misstaan, zo troosteloos. De horizon is de eerste uren in wolken gehuld. Later trekt de mist wat op en blijft het nog steeds regenen. We nemen ergens een langere lunchpauze en daar ontmoeten we soort- en landgenoten, een paar uit Hazerswoude, die van Verona naar Rome fietsen. Zij tippen ons over een goede jeugdherberg in Montagnana. Na het eten is het droog en kunnen we met windje mee weer flink wat kilometers maken. Even na vieren bereiken we Ferrara en zoeken in de stad naar het VVV. Die gaat ons voor met het per computer boeken van een kamer in het centrum, maar als we daar komen zijn de mensen er niet. Weer geen warm onthaal. Als we even later weglopen, zien we een vrouw hijgend aankomen lopen, die ons moet mededelen, dat de door ons gereserveerde kamer net vijf minuten eerder aan een ander is vergeven. Ze uit zich in duizend excuses, maar daar schieten we niets mee op. We zoeken zelf een ander hotel en boeken daar een kamer in Hotel Corte Estensis. Een warme douche doet wonderen en voor de was spant Jos een lijn in de hotelkamer. Zo kan de was weer drogen als wij uit eten gaan.
30
We lopen de stad door, maar kunnen nauwelijks een behoorlijk restaurant vinden. Wel allerlei tapas-achtige inrichtingen, waar je aan de bar naast de drank nog wat kleine hapjes kunt nuttigen, maar dat is niet wat we willen. Het centrum van de stad heeft naast een indrukwekkende kerk een kasteel als bijzonder object. Tussen de regenbuien door lopen we weer terug naar ons hotel en als we daar eenmaal zijn, barst het onweer los. De regenprognose voor de komende drie dagen is er de oorzaak van dat we besluiten de route te verleggen. We kiezen niet voor Venetië, maar zullen aankoersen op Verona, dat is tevens 65 km korter. Met een internetberichtje aan beider familie vanuit het hotel besluiten we deze avond. Overigens blijkt dat de berichtgeving via internet niet de hoogste prioriteit heeft en het effekt van informeren van het thuisfront aldus weinig doel treft.
31
Woensdag 5 mei
Ferrara – Montagnana
We vertrekken met kleine spatjes, niet echt de moeite om de regenbroek aan te trekken. We volgen de veel te lange omweg van Reitsma (zeker tien km extra) en komen dan in een landschap van rustige boerenweggetjes met af en toe een (doods) dorpje. Schitterende landhuizen met veranda’s worden afgewisseld met ineenstortende bouwvallen. De wegen zijn slecht onderhouden en je moet laveren tussen de gaten. Als het dan echt begint te regenen, doen we een koffiepauze bij een chinese barkeepster, die nog nooit van café Americano heeft gehoord en zet dus een espresso neer. Dat is voor ons te sterk, we vragen er een grotere kop met warm water bij en zie: de americano is daar! Een eindje verderop laten we, nadat we verkeerd zijn gereden, ons weer een bar inregenen om daar dan maar gelijk de lunch te gebruiken. Nu we definitief de keuze hebben verlegd naar Verona weten we zeker dat het de juiste keuze is geweest. Een stormwind waait vanuit Venetië landinwaarts. De rest van de middag blijft redelijk droog en we fietsen door het boerenland wat soms veel weg heeft van de Beemster met z’n onafzienbare akkers en rechte wegen. Als we ergens moeten stoppen voor een spoorwegovergang zie ik daar een trein aankomen. Even speel ik met de gedachte om verder maar
32
de trein te nemen, maar ik kan mijzelf nog bedwingen. Gewoon verder fietsen dus. Het laatste stuk nekt ons, want we krijgen een geweldige regenbui over ons heen en kunnen nergens schuilen. Alle Italianen sluiten hun grondeigendom af met hoge hekken en poorten. Zo komen we als verzopen katten aan in de jeugdherberg van Montagnana, krijgen een kamer met zes bedden voor z’n tweeën. Na het opfrissen en de was ons dagelijks ritueel nog even de stad verkennen. Ook hier zijn er maar moeizaam restaurantjes te vinden. We lopen de hele stad door met kerk en kasteel en komen terecht bij Aldo Moro, een chique hotel, die ons een prima dagmenu te bieden heeft en waar we aanvankelijk de enige dinerende gasten zijn en bediend worden door een heuse ober. Een hele fles wijn wordt meester gemaakt en het eten smaakt in ieder geval voortreffelijk. Voldaan verlaten we dit etablissement weer. Tijd om te slapen. Welterusten! Onze routewijziging verleggen we verder via Verona naar het Gardameer, in afwijking van Reitsma, waar we dan langs de oostoever van het meer in noordelijke richting gaan als het weer meezit.
33
Donderdag 6 mei
Montagnana – Lazise
Een frisse start van de dag zonder ontbijt in de jeugdherberg. Zelf een kopje thee zetten met behulp van een dompelaar is eenvoudig te doen en een yoghurt van gisteren smaakt nog uitstekend. Eerst een uurtje fietsen en dan een stop met koffie en een broodje. Nog geen kilometer na ons vertrek merk ik dat mijn teller niet werkt, draadje gebroken. Gelukkig kan Jos dat herstellen en fietsen we met gecontroleerde kilometers weer verder. Dochter Monique van Aad is vandaag tien jaar geleden getrouwd met lief Evert. Een memorabele dag destijds omdat ik destijds de dag tevoren uit het ziekenhuis kwam, herstellend na een hartinfarct. Tijdens de koffie hebben we telefonisch kontakt gehad om hen te feliciteren met deze mijlpaal, vanuit welke actie toch maar twee mooie kleinkinderen zijn voortgekomen! Wessel en Tysa, nu 9 en bijna 8 jaar oud. We hebben wederom een vlak gedeelte af te leggen, nu met windje tegen en als we Verona in beeld krijgen tekenen ook de bergen zich weer af tegen de horizon. De route volgend komen we terecht bij de rivier de Adige, die we al eerder gekruisd hebben en die zich hier als een wilde rivier door de stad wringt. Over de Sint Pietersbrug komen we in het oude centrum, waar we na wat geslinger de Arena bereiken.
34
Daar vinden we een terras om onze lunch te gebruiken “in het zicht van”. Na de lunch verlaten we de stad, maar blijken niet de juiste richting te hebben gekozen. Het gevoel laat ons even in de steek, en als we na een aantal kilometers weer de route proberen op te pikken zijn we opeens verder dan gedacht, wel met die extra kilometers dus. Langs een kanaal fietsend, lekker vlak, komen we op een punt dat de route van Reitsma anders gaat lopen, dan wij voor ogen hebben. Wij willen naar het Gardameer en komen via wat klimwerk en weer dalen terecht in het stadje Lazise. We zoeken het VVV op en laten ons informeren over de mogelijkheid van een stacaravan op een camping. De eerste heeft wel plaats maar geen bedlinnen en we zoeken verder naar een camping die wel aan onze eisen tegemoet komt. Camping Du Parc is de naam. Daar installeren we ons, drinken nog wat, doen boodschappen voor de komende twee dagen en zullen morgen genieten van even een dag niet fietsen. Was het verlangen naar huis na ongeveer een week reizen in Assisi begonnen, nu neemt dat verlangen toe, terwijl we slechts op een derde van de gehele reistijd zitten.. Het is dus nog een lange weg te gaan, zo te leven uit je tassen en dagelijks je keuze te maken uit beperkte kleding. Het weer is vandaag redelijk geweest, de zon heeft zich af en toe laten zien en doet zijn best het wolkendek op te lossen. Van mensen, die hier vakantie houden horen we dat het weer de afgelopen twee dagen bar en boos is geweest. We mogen dus niet klagen.
35
Vrijdag 7 mei
Lazise rustdag
Eitje bij het ontbijtje en rustig aan de dag beginnen. Het dorp verkennen, we kunnen langs de rand van het meer naar het dorp lopen. Een kapper is in de buurt en ik laat mijn haar daar kortwieken. Met de allures van Rob Peetoom knipt hij mij prima naar de zin voor maar € 15. We lopen nog even rond en gaan dan weer terug naar de camping. Dromen doe ik vannacht over het werk bij (Moret) Ernst & Young. Over een collega, die het niet goed doet en ik probeer de draad van hem op te pakken en het wel goed te regelen. Dan realiseer ik me dat ik gepensioneerd ben en laat zo de hele boel vallen. Zou het komen van de Birra Moretti? Vanmiddag blijven we bij de caravan, de was hangt te drogen, maar het is nog te koud, het droogt slecht en af en toe krijgen we nog druppels, tussen een schraal zonnetje door. Eten doen we ‘s avonds in een druk restaurant bij de ingang van het dorp op een terras buiten, grenzend aan het kasteel. Met een wijntje erbij keren we voldaan weer terug naar onze slaapplek ter voorbereiding voor morgen. Inpakken en weer verder.
36
Zaterdag 8 mei
Lazise – Trento
Na een rustdag krijgen de fietsen weer een kans om te presteren. Eerst langs de oostkant van het Gardameer naar het noorden, met prachtige vergezichten over het meer en dikke wolkenpartijen tegen de bergen aan. Wijzelf rijden grotendeels in de schaduw van de bergen ten oosten van ons, omdat de zon daar in de ochtenduren nog niet overheenkomt. We passeren een aaneenschakeling van hotels die in deze tijd weinig bezet lijken te zijn. Koffie drinken we halverwege onze reis langs het meer op een terras in de zon in Castelette. Waar het meer 6,8 km breed is, zo vertelt de eigenaar van het hotel. De koffie wordt geserveerd in soepkommen, zo lijkt het, en de prijs is er dan ook naar, € 5,50, waar we elders € 2 betalen. Er komen daar waarschijnlijk veel Duitsers en de koffieprijs is daarop kennelijk aangepast. Dan rijden we het laatste stuk met gele hesjes aan en helm op door zeven tunnels en een lawinegalerij naar Torbole, het noordelijkste puntje van het Gardameer.
We zoeken daar aansluiting op een fietspad, maar die blijkt er volgens de plaatselijke fietsenmaker niet te zijn. Dan maar naar boven via een zeer drukke autoweg. Twee kilometer stijgen met 12 %, om de zevenhonderd meter stoppen en uitpuffen.
37
Daarna begint het feest van de daling met stukjes van 10% over 10 kilometer. In Mori zoeken we de aansluiting van het fietspad met de Reitsma route en ik vraag op een cruciaal punt in mijn beste Italiaans naar de weg. Antwoordt het vriendelijke meisje in het Nederlands en blijkt zij de coach te zijn van een groep Fitalfietsers, die vanaf de Resiapas in stukjes heel comfortabel dalend naar het Gardameer fietsen. We maken een uitgebreid praatje met deze vrouw, die Wendela blijkt te heten, zo horen we later van een groepje ouderen, die juist die Fitalreis doen in deze streek. Het prachtige fietspad langs de Adige, of Etsch in het Duits, volgen we tot Trento, soms links, dan weer rechts van de rivier, maar vlak met windje in de rug en af en toe een zonnetje. Tijdens een pauze nuttigen we nog een van gisteren overgebleven biertje en wat chips. Jos vindt dat zijn fietshandschoentjes, die hij nu aanheeft veel lekkerder zitten dan de recent gekochte bij de Aldi. Als ik even later kijk, zie ik dat hij die handschoentjes verkeerd om aan heeft, dat deel dat in de handpalm hoort te zitten, zit nu bovenop. Hoezo zit dat lekker??? Om een uur of vier is het tijd om te stoppen en koersen we aan op de jeugdherberg van Trento. Daar krijgen we een kamer met zeven bedden. Zoek maar uit! Na het opfrissen en de noodzakelijke rustpauze lopen we de stad Trento in en kiezen een zeer bevolkt restaurant uit, waar een paar honderd man tegelijk in kan. Onder het motto: waar het druk is, is het goed, weten we net op tijd een tafeltje te bemachtigen en
38
bestellen de specialiteit van het huis. De Italiaanse benaming klinkt wel aantrekkelijk. Omdat we niet precies weten wat we bestellen laten we ons verrassen, het blijkt een varkenspoot met toebehoren. Wel een lekker stuk vlees, gegrild aan de poot. Met een sorbet toe besluiten we onze maaltijd, dat blijkt een champagneglas met een citroenachtige vloeistof te zijn (met rietje). Heel wat anders dan we in gedachten hadden, maar wel lekker!
39
Zondag 9 mei
Trento – Merano
Vandaag de trouwdag van Aad en Gerda, 41 jaar geleden. Nu tijdelijk zonder haar, wel even bellen en feliciteren tijdens de koffiepauze onderweg, we hebben er dan al 30 km opzitten. De weg is een herhaling van wat we gisteren het tweede deel van de dag hadden. Het fietspad loopt langs het water en dorpjes kom je bijna niet door. Zo is de weg dus ook een beetje saai aan het worden als we al weer 50 km verder zijn. Maar daaraan komt vanzelf een eind als we onbewust verkeerd rijden. Door verschillende oorzaken zijn we soms niet oplettend genoeg. Rond het middaguur zoeken we wat te eten en rijden van de route af Bolzano in, op zoek naar eten, op zondag niets te doen in een doodse stad, alles gesloten. Uiteindelijk vinden we zeven kilometer verder een snackbar voor aanvulling van onze calorieën. Terug naar de route blijkt lastiger dan gedacht en met een omweg van 15 km zijn we weer terug op het vervolg van de route. Dat maakt ook het volgen van de route gecompliceerder omdat de routeteller vanaf dat moment op elk punt 15 km verschilt. Rekenen dus! We rijden dus fout en stijgen en stijgen, er komt geen eind aan. Vijf kilometer verder toch maar vragen naar de weg naar Merano, zitten we hoog en verkeerd. Hup, weer terug naar beneden, nu de (snelste) autoweg en tien km verder hebben we de route weer te pakken. We volgen het fietspad verder naar Merano en over vieren komen we aan bij de jeugdherberg, die voor ons een kamer met twee bedden en een badkamer heeft. ’s Avonds lopen we het stadje in, waar we lekker eten in hotel Central.
40
We zijn inmiddels in Duitstalig gebied van Zuid Tirol terecht gekomen wat de communicatie en de inhoud van menukaarten al wat eenvoudiger maakt. Het verlangen naar huis begint iedere dag een klein beetje toe te nemen, maar we zijn nog niet op de helft, het duurt dus nog even. De komende dagen volgen zwaardere etappes.
41
Maandag 10 mei
Merano – Glurns
De kerkklok in de buurt wekt ons met het melodietje van “Te Lourdes op de bergen verscheen in een grot” enz. Ave, ave, ave, Maria! Toch nog een beetje pelgrimsgevoel! Het regent een beetje als we vertrekken, na een voor jeugdherbergbegrippen uitgebreid ontbijt. De route leidt ons snel de stad uit en weldra moeten we twee kilometer flink stijgen, tussen de 4 en 10%. Daarna komen we op een redelijk vlak gedeelte en fietsen nu droog door een uitgebreid tuinbouwgebied, hoofdzakelijk op rustige fietspaden, soms links, dan weer rechts van de Adige. Taalkundig moeten we overschakelen van Italiaans naar Duits, de hele sfeer ademt Tirol uit. Na zo’n anderhalf uur fietsen nemen we een koffiepauze en ook daaraan merk je dat je niet echt meer in Italië bent, maar in Zuid Tirol. Een Americano kennen ze hier niet en ik moet uitleggen hoe ik de koffie wil. Ook de prijzen zijn niet meer Italiaans, hier bijna verdubbeld. De dorpjes van het Vinschgau zijn lieflijk tegen de bergwanden gedrapeerd met altijd een kerktoren in het midden. Halverwege de dag nemen we een lunchpauze in een restaurant en komen we even bij van de soms forse stijgingen, die we moeten wegtrappen, zo’n 650 meter hoogteverschil wordt vandaag overbrugd. We zijn bijtijds in Glurns, waar we een overnachtingsadres opzoeken, twee aparte kamers voor elk van ons in Gasthof “Glurnser Hof”.
42
De forse stijging naar de Reschenpas doen we morgen. Eerst nog even uitrusten van ook deze pittige dag. De eigenaar van het gasthof biedt ons een biertje aan ter ontvangst en ik vraag hem of hij zich Italiaan voelt; nee, hoor, Tiroler. Eerder op de dag zie ik een bord met de tekst ”Römer, Germaner Tiroler. Treffender kan het gevoel van de Tiroler niet verbeeld worden. We lopen na onze dagelijkse opfrisbeurt en rustpauze een rondje in het dorp Glurns, een ommuurd stadje, drinken wat in een lokaal café en zoeken een gelegenheid om wat te eten. Een restaurant op de eerste etage biedt ons in een gemoedelijke sfeer de mogelijkheid om te eten. Naast ons zit een paar uit Nuenen, waar we na het eten in gesprek mee raken. Zij zijn op weg naar Rome. We wisselen onze verhalen uit en zij laten ons weten, hoe moeilijk wij het nog zullen krijgen. Nou, dat zullen we nog wel eens zien! We hebben al wat voor onze kiezen gehad, laat nou de rest ook maar komen! We drinken nog een drankje bij de eigenaar van het gasthof en die biedt ons als we willen gaan slapen zelfs nog een slaapmutsje aan. Hij heeft een Nederlandse oorkonde gekregen van een wedstrijd in barbequen, uitgegeven in Raalte. Hij blijkt kok van beroep, maar nu niet meer praktiserend, resp niet meer gemotiveerd.
43
Dinsdag 11 mei
Glurns - Landeck
Een prima ontbijt is de basis voor een goede dag. We moeten vandaag flink omhoog. De Resiapas (of zoals ze hier in Zuid Tirol zeggen de Reschenpas) ligt zeshonderd meter hoger dan het niveau van Glurns. Dat wordt dus werken, trappen, versnellen, afstappen en lopen op steile stukken. Bij Burgeis zijn we halverwege en daar is café Gerda. Ik voel mij daardoor aangetrokken, de naam van mijn echtgenote, en we drinken daar koffie. De vrouw achter de bar blijkt ook werkelijk zo te heten en ik vraag of een jong meisje achter de bar ook zo heet. Nee, dus! Na de koffie nemen we afscheid en ik groet haar namens mijn Gerda. En verder stijgen over rustige fietspaadjes, waarbij we soms de hele breedte nodig hebben. Even worden we van de wijs gebracht door een plumpudding in een Piaggia, een klein vehikel, waar alleen de bestuurder in kan, met daarachter laadruimte. Ze is zo dik, dat de hele ruimte gevuld is, waarop we tegen elkaar zeiden: Ga toch fietsen! En dat brengt ons tegelijkertijd van de wijs. We wijken van de route af en stijgen almaar verder, terwijl we enkele kilometers verder een fietspas onderlangs het meer bij de Reschenpas zien liggen. Van teruggaan geen sprake, dus moeten we klimmend verder op een hoger niveau onze weg voortzetten, met als enig voordeel dat we mooier uitzicht op de omgeving hebben, o.a. de
44
kerktoren, die van het verdronken dorp nog boven het meer uittorent. Het meer, dat trouwens voor het grootste deel droog ligt. Vandaag rij ik op de Auweg, (de Via Ora). Dat roept natuurlijk associaties op met zadelpijn. Ik moest daar dan ook even “verzitten”. In Reschen aangekomen begint de afdaling door glooiende alpenweiden. Tijd voor een lunchstop in Nauders rond het middaguur. Nog een klein stukje klimmen en dan een riante afdaling van zeven kilometer met haarspeldbochten naar het Inndal. De dan nog resterende veertig kilometers kunnen grotendeels dalend naar Landeck worden afgelegd, hoewel er in het heuvellandschap dat het dal flankeert, toch best nog pittige stijgingen te doen zijn. Halverwege maken we nog een drinkstop bij een Konditorei, waar we onszelf op gebak trakteren vanwege de behaalde duizend kilometer vanaf Rome. In Landeck is het even zoeken naar onderdak, maar uiteindelijk bij de vierde is het raak. Allebei een eenpersoonskamer voor enkele euro’s meer. In pension CAN installeren we ons en werken ons dagelijks ritueel af. Een warme maaltijd doen we elders en met nog een ommetje door het lege Landeck, na half negen ’s avonds uitgestorven, zelfs geen kans meer om een ijsje te scoren. Dan maar terug naar het pension en ons voorbereiden op een zware dag, de beklimming van de Arlberg. Voor dit moment: welterusten!
45
Woensdag 12 mei
Landeck – Bregenz
Het regent deze ochtend, en we moeten een besluit nemen. Samen vormen we “Het Concilie Van Landeck” en besluiten als er voor tien uur vanochtend geen verbetering komt we de trein naar Bludenz nemen, zeventig kilometer verderop. En derhalve de Vorarlbergpas aan ons voorbij moeten laten gaan. Met al die nattigheid is het zeker geen pretje en bovendien gevaarlijk bij het afdalen. Al direct bij het ontbijt blijken de vooruitzichten niet rooskleurig en rijden we in de regen naar het station, waar de trein een uur later zal vertrekken. Een weloverwogen besluit dat we als het “Concilie van Landeck” hebben genomen om maar te zien hoe het verder gaat in Bludenz. Na een uur reizen is het in Bludenz droog en besluiten we alsnog de etappe naar Bregenz maar meteen te doen. Zo fietsen we door Vorarlberg op prachtige fietspaden door alpenweiden en bossen langs de rivier de Ill op weg naar Feldkirch. Een lunchstop om weer op krachten te komen en daarna weer verder. Feldkirch herinnert mij nog even aan de jaren 70 of 80 dat we met de kinderen daar vakantie hebben gehouden in een gehuurde vakantiewoning. Het centrum zag er nog ongeveer hetzelfde uit. Verder gaat het door een uitgebreid bosgebied richting Rijn en Zwitserland, waar we steeds langs de grens fietsen, maar wel in Oostenrijk blijven.
46
De Rijn is ter plekke gekanaliseerd en wij fietsen over fietspaden, die in de uiterwaarden liggen en dus bij hoog water onder komen te staan. Aan de Bodensee stikt het van de zwermen muggen en pluisjes, die van de bomen komen. Mondje stijf dicht dus! Jos heeft last van een loopneus, ik meer van een fietsneus. Hetzelfde effect, veel water er uit, of is het dan een waterneus? Op sommige plaatsen staan van die pesterige borden, waar je niet harder dan vijftig km mag, terwijl wij niet eens de vijf km halen! Hatelijk. Om ongeveer half vijf bereiken we Bregenz en zoeken we slaapgelegenheid. Die vinden we in het veel te dure Jufa Youth Hostel, maar anderen hebben geen plek vanwege Hemelvaart. We zoeken niet verder en accepteren deze plek. Bij een biertje raken we in gesprek met ene Ton uit IJsselstein, die ook , maar dan in z’n eentje van Rome naar huis fietst. Na wat heen en weer gepraat besluiten we gedrieën wat te gaan eten in de stad. Voor Jos een heerlijke forel en bij mij kunnen de schnitzels niet stuk. Een fles wijn erbij maakt de maaltijd compleet. Gezamenlijk raakvlak van Jos en Ton is de hond., resp hebben zij een Rhodesian Ridgeback en een Labrador. En praten daar nog even over door. Ton is van plan om kwart voor acht alweer te vertrekken. Wij iets later, dus nemen we afscheid van elkaar. Door de situatie van de regen zijn we een dag extra ingelopen. Morgenavond komt Wim van de Meer in Bregenz aan voor zijn fietstraject naar Rome. Daar willen wij niet op wachten, dus SMS ik hem dat dat niet gaat lukken. Via Monique hoor ik dat morgen neef Jeroen Bakker in Bregenz is, maar ook die ontmoeting zal lastig worden. Wij willen op relaxte wijze verder zonder nog dagen te verliezen Morgen op naar Sigmaringen, stad aan de Donau.
47
Donderdag 13 mei
Bregenz – Hefigkofen
Hemelvaartsdag begint met regen. We gaan wat in de vertraging en wachten tot het droog wordt. Maar het wordt niet droger. Even lijkt het er op, maar al gauw moet de regenbroek weer aan tegen de grens met Duitsland. En het zal niet ophouden vandaag. Soms wat meer, dan pauzeren we uitgebreid, dan weer even minder en weer gaan met die banaan. De slechtste dag tot nu toe, soms zien we door de regen de aanwijzingen niet goed en rijden we verkeerd, komen we daar later achter en proberen dat te herstellen. Na twintig km verlaten we de Bodensee, maar landinwaarts wordt het niet beter. Hotels aan het meer zijn erg duur dus hopen we van het meer af onderdak te vinden. Na vijfendertig km zijn we het zat en stoppen bij een hotel. Die blijkt volgeboekt, geen plaats dus voor ons in de herberg. Ze doen wel hun best om elders onderkomen te vinden. Dat lukt acht km verderop. Nog een keer in de nattigheid en dan komen we in Hefigkofen aan. We zijn nu veertig km van Bregenz af en ons doel Sigmaringen wordt dus niet gehaald. De ontvangst in hotel Adler is warm, ze willen al onze natte kleren voor ons in de droger doen en de nat gesopte schoenen gaan naar de verwarmingskelder. Wij frissen ons op met een warme douche en besluiten deze dag met een heerlijk avondmaal in het restaurant van ons gasthof. Een worm plakt onder het bord salade van Jos. Zijn klacht hierover levert Jos een lekkere schnapps op. De saladeteller smaakte er niet minder om. Na het eten een “Damengedeck” voor de twee heren, ijs met likeur. De vrouwen zijn ons later beloofd??
48
Het was vandaag zo koud dat toen Jos moest plassen hij zijn uitgang nauwelijks kon vinden! Ikzelf had soortgelijke ervaringen met al die lagen kleding. Bij het dorpje Tunau dacht ik: laat die regen nou eens ophouden, toe nou! Dankbaar zijn? Hou toch op! Een schietgebedje als volgt schiet door me heen: Onze lieve Heertje, geef mooi weertje, geef een mooie dag, dat het zonnetje weer schijnen mag. Maar het schiet niet op, mijn gebed wordt niet verhoord.
49
Vrijdag 14 mei Hefigkofen – Gammertingen De dag begint met ontbijt. Iets vroeger dan normaal, want we hebben er zin in. Als we vertrekken met droge kleren, dient de eerste regen zich alweer aan. Het is koud en we hebben wel vier lagen kleding aan om warm te fietsen. Gelukkig is de regen niet intensief en houdt ie na een uurtje op. De rest van de dag blijft het droog maar koud. Wat een verschil met Santiago, niet even lekker op een terrasje zitten, nee, warm worden in een bar met koffie, niet even uitpuffen in het gras na een behoorlijke inspanning, niet even een ontbijt op een kerkpleintje in de zon; nostalgische gevoelens die langskomen. In de streek die we doorrijden met hopvelden als bijzonderheid en lieflijke rivierdalen met een prachtig decor van bergen, bomen en bossen kan het zoveel mooier zijn, wanneer ook de zon nog schijnt. We moeten het zonder doen en spreken onszelf moed in, om gemotiveerd te blijven. Koffie na een uur of anderhalf, onze standaardgewoonte, lukt niet, omdat er in geen velden of wegen een geschikte locatie is. Als we die wel vinden in Mengen, combineren we die met een lekkere lunch in een Italiaans restaurant. De schoenen uit en zo komen we weer even bij van de kou. We hebben inmiddels vijftig km gefietst en stellen ons ten doel om in Melchingen te overnachten, waarbij we vanwege het lange weekend alvast telefonisch reserveren. Dat nu blijkt te ambitieus als we tegen vieren in Gammertingen arriveren en dan nog twintig kilometer verder moeten (anderhalf uur). Teveel voor deze dag.
50
De route naar ons doel leidt langs een riviertje de Lauchert met een onverhard pad, wat best zwaar rijdt. We laten ons verleiden om het naastgelegen asfalt te befietsen, hetgeen een goede keuze is. Niet druk en minder bulten dan de bosweg variant. De aankondiging dat een gedeelte van de weg is geblokkeerd moedigt ons juist aan deze hindernis wel te nemen, omdat bij gebrek aan autoverkeer de weg nog rustiger is. De oorzaak van de stremmingen blijken mee te vallen en ons doel wordt simpeler bereikt. Op weg naar Sigmaringen rijden we langs de Donau, niet zo schön en blau als in het liedje wordt beschreven, maar wel behoorlijk stromend met vele watervalletjes. Ook een stuk fietspad dat door de Donau onder water is gezet onder een brug moeten we door in de hoop dat we geen gaten in de weg tegenkomen en over de kop slaan. Gelukkig blijkt alles goed te gaan. We vinden daar een bord met een fietsroute die in onze richting wijst, maar al na twee kilometer raken we de draad kwijt. Alsnog maar Reitsma volgen met de nodige bulten en hindernissen. Een flinke stijging van 9% laat ons puffen als een zwangere vrouw, voorwaar geen sinecure. Bij een klein stationnetje worden we geleid naar een lieflijk rivierdalletje van de Lauchert, En zo vinden we in Gammertingen na enig speurwerk onze overnachting in hotel Kreuz. Dat blijkt weer een goede combinatie van rusten, eten en slapen met een warm welkom in een Doppelzimmer met getrente Bette! Weer een beetje dichter bij huis. Maar de limiet van om vier uur stoppen blijkt toch weer een goede beslissing. De hospita in Melchingen is even gebeld omdat we dat niet zouden redden, maar die werd nota bene boos dat we afmelden, terwijl wij dat nou juist zo netjes vinden. Doel van morgen is Weil der Stadt.
51
Zaterdag 15 mei
Gammertingen – Weil der Stadt
De volgende ochtend zijn we de eerste voor het ontbijt in de dependance van het hotel. Ik wil van de regen niks horen en trek dus niet mijn regenbroek aan, maar zachtjes aan begint het toch en het miezert maar door in de richting van Melchingen, zelfs zo dat we met vals plat de wolken in worden gedreven. Ik voel mij daar een wolkenfietser, dus zonder uitzicht naar links of naar rechts met een weg voor mij met vijftig meter zicht, troosteloos. Is dat nou pelgrimeren of afzien, terwijl fietsen een feestje zou moeten zijn! Na Melchingen is ons een forse daling beloofd van acht procent over zeven kilometer en dat is nou precies de oorzaak van die nattigheid. We fietsen in de wolken en beneden is het droog, maar zo koud, dat we eerder dan gepland een koffiestop maken in Mössingen om even bij te komen. Schoenen uit en met de sokken op de verwarming tijdens het koffiedrinken. Als we weer onderweg zijn begint het verderop toch weer te regenen en we schuilen even onder een afdak van een sportzaak. Van die gelegenheid maak ik meteen gebruik om een windstopper te kopen, die de ergste kou moet tegenhouden. We rijden verder richting Tübingen, maar interpreteren Reitsma verkeerd en maken een lus van zes kilometer, tot we weer bij hetzelfde punt aankomen en onze weg voort kunnen zetten tot aan Tübingen, een stadje aan de Neckar. Even buiten Tübingen houden we een lunchstop bij een Italiaan en laten ons de tagliatelle goed smaken. Even verderop worden we een natuurpark ingeleid en ook hier geeft de interpretatie van Reitsma weer andere uitkomsten dan die van onszelf. We blijken verkeerd te rijden. Een te nemen afslag blijkt
52
niet op acht km maar twee kilometer eerder te liggen. Zo rijden we in een onbekend terrein zonder veel aanwijzingen en zelfs passanten weten niet goed aanwijzingen te geven of we goed zitten. We gokken erop dat we ergens uitkomen, maar op een traject van twintig km kan dat behoorlijk fout gaan. Met verder stijgen zal er ook wel weer een daling komen. We hebben het gevoel dat we in de goede richting fietsen, maar zijn toch wat onzeker. De weinige aanwijzingen met plaatsnamen in de omgeving brengen ook geen vertrouwen. Uiteindelijk vinden we een aanwijzing op het goede spoor en komen we er tenslotte wel uit. Een verademing als we dit bosgebied achter ons kunnen laten. Nattigheid is er de oorzaak van dat we de asfaltweg kiezen voor de soms onverharde fietspaden met al hun extra hobbels op de flanken van de heuvels. En zo bereiken we in blessuretijd Weil der Stadt, onze doelstelling van vandaag met negentig km op de teller. Van tevoren hebben we gereserveerd, zodat we verzekerd zijn van een plek
Een wandeling door dit leuke ommuurde stadje geeft ons een indruk van deze vestingstad en we besluiten de avond met een heerlijke maaltijd.
53
Zondag 16 mei
Weil der Stadt – Weiher
Op tijd weer op en nu gewekt door het zware klokgelui van de kerk in dit stadje met nog heel oude vestingmuren. Een stevig ontbijt vormt de basis om kilometers weer weg te trappen. Het profiel van de route geeft aan, dat we niet zoveel klimpartijen hebben, maar dat blijkt al niet te gelden voor de eerste vijftien kilometers, die we over de flanken van de heuvels moeten afleggen met dus af en toe een venijnige klim erin. Dalen is natuurlijk altijd een feest, maar heeft ook zo z’n nadelen. Mijn remblokjes zijn versleten en moeten voor en achter vervangen worden. Morgen langs een fietsenmaker om dat te regelen. De voortzetting van de fietstocht gaat langs een riviertje en soms neig je naar het kiezen van de plaatselijke aanduidingen, die net even afwijken van Reitsma. We komen terecht op een fietsroute van het kronkelende riviertje de Wilm met een onverhard pad, zompig van de nattigheid in prachtig bosgebied en als ik goed kijk zie ik aan de overkant de asfaltweg langs dezelfde rivier kronkelen. We weten niet hoe gauw we daarop terecht moeten komen en na een kilometer of vier lukt dat ook. Zo rijden we nog vijftien kilometer verder tot we Pforzheim bereiken na een bosgebied met het prachtige hoge decor van bomen met ontelbaar vele kleurschakeringen van groen. In Pforzheim zijn we nog te vroeg voor koffie Een rokerige ruimte waar men op dat tijdstip al bier drinkt, laten we aan ons voorbijgaan. In het volgende plaatsje Ispingen vinden we wel een moment voor koffie. De waardin informeert naar onze reis en laat weten dat hier veel pelgrims langskomen. “Die Meisten fahren nach Rom”, zegt ze, waarop ik antwoord: “Aber wir sind die Meisten nicht!”.
54
We zijn een beetje uit de bergen en komen in het Rheintal terecht net boven Karlsruhe. Na Pforzheim is zelfs de zon gaan schijnen, nog een beetje schraal met 18 graden, maar zo is het een stuk aangenamer fietsen. Enkele dagen geleden had ik nog zoiets van een volgende regendag erbij en ik overweeg de trein naar huis te nemen. Maar nu is alles weer anders. We hebben nog acht fietsdagen te gaan voor we thuis zijn. Volgens planning moet dat gaan lukken op tweede Pinksterdag. Even boven Karlsruhe buigen we af richting Bruchsal en bij Grötzingen kunnen we bij een restaurant van een tennisvereniging lunchenop een buitenterras in een schraal zonnetje. Andere restaurants blijken op zondag gesloten. Het traject naar Bruchsal wordt in de vlakte afgelegd en het zou mooi zijn als we daar kunnen stoppen. We komen daar om half vier aan en de hotels die we zouden willen kiezen zijn gesloten tot 17 uur. Daarop willen wij niet wachten, met de kans dat er geen plaats is en dat we dan alsnog verder moeten. Dan maar naar een klein plaatsje verderop om opnieuw onderdak te vinden. Om vijf uur hebben we die gevonden in Weiher bij Gasthof Ritter in de Ritterstrasse, het kan niet mooier. Een eerdere poging bij een ander Gasthof stuitte af op de onsympathieke uitstraling van de waardin. Het avondeten was in dit hotel ook weer prima en na een rondwandeling door het dorp, waarbij ook nog een fietsenmaker werd gesignaleerd voor het vervangen van mijn remblokjes morgenochtend, konden we ook deze avond weer besluiten. De prognose is nog acht fietsdagen naar huis, ofwel nog zeven nachtjes slapen voor we de meisjes weer in de armen kunnen nemen.
55
Maandag 17 mei
Weiher – Gernsheim
Wakker word ik door het zingen van de vogels, die een mooie dag voorspellen. Ons doel is vandaag Gernsheim, een dorpje aan de Rhein. Maar eerst na het ontbijt naar de fietsenmaker. Om tien voor half negen staan we voor de deur en we worden direct geholpen . Bij mij moeten beide remblokjes voor en achter worden vernieuwd en de ketting worden bijgesteld en gesmeerd. Jos heeft alleen voor remblokjes te vervangen. Even over negenen gaan we op pad in een vlak agrarisch landschap met veel akkers, fruitteelt en rustige boerenweggetjes. Het lijkt wel of ik vleugeltjes heb, de fiets rijdt als een speer. Komt zeker omdat de ketting is gesmeerd en beter afgesteld. We hebben even wat moeite om de aansluiting met Reitsma weer te vinden maar ook dat lukt uiteindelijk weer en na zo’n twee uur bereiken we Heidelberg, een drukke stad, waar we tegenover het station een koffiepauze houden. Dan moeten we de brug over de Neckar passeren om de route weer op te pakken. Verder in vlak gebied richting Ladenburg. Even denken we slim te zijn om een stukje af te snijden, maar uiteindelijk doen we dat niet bij nader inzien. Maar goed ook, want anders zouden we Ladenburg missen en dat is nou juist zo’n mooi stadje met vakwerkhuizen en een leuk pleintje met
56
terrasjes. Het zonnetje doet de hele dag al z’n best om de temperatuur te laten stijgen, maar de terrasjes blijven nog leeg. Een leuk restaurantje lonkt ons voor de lunchpauze. ’s Middags neemt de bewolking toe en volgt er zelfs een regenbui, waarvoor we moeten schuilen.
Lorsch is nog een ander aardig stadje waar we een drinkpauze houden terwijl de zon daar heerlijk schijnt. Nog geen tien minuten later weer op weg moeten we schuilen voor een forse regenbui. Grote contrasten op weergebied. De laatste etappe is er weer iets mis in de route aanduiding en is Reitsma over onverharde bospaden met deze regenachtige situatie geen optie. We kiezen voor het asfalt en koersen zo op Gernsheim aan. Tegen vijf uur hebben we na wat zoekwerk onderdak gevonden en kan het dagelijks ritueel van opfrissen, was doen, rusten, eten, ommetje maken, en slapen weer beginnen. In een café annex Fremdemzimmer, hotel kan ik het niet noemen, wordt in de naastgelegen winkel een bakkerijzaak gehouden. De taarten liggen in de vitrine en in de naastgelegen zitruimte zitten een groep oudere dames met elkaar gezellig te converseren. Zijn dat de taarten die de bakker achter de hand heeft? We zijn blij met wat we aangeboden krijgen en willen ook niet verder zoeken. Accepteren op z’n pelgrims. Eten doen we vanavond buiten de deur bij Italiaan Da Guglio in Gernsheim. Een wandelingetje en een ijsje als toetje voor deze mooie gezegende fietsdag.
57
Dinsdag 18 mei
Gernsheim – Bacharach
Vandaag vroeg wakker en opgestaan om na het ontbijt om acht uur te vertrekken. Eerst de route weer vinden, wat gemakkelijk was, daarna door akkerland verder naar de pont over de Rijn naar het dorpje Nierstein. Maar voor we daar zijn leidt de route over een vochtige kleiweg, waarbij alles zo’n beetje aan wielen en spatborden blijft plakken. Als je Jos chagrijnig wilt krijgen moet je zo’n pad zien te vinden. Het duurt even voor hij dat kwijt is. Vanaf Nierstein trekken we door het gebied van Rheinhessen, hèt wijngebied van Duitsland, waar wel wijnboeren maar bijna geen koffieboeren te vinden zijn. Een prachtig heuvellandschap trouwens met de nodige bulten, die natuurlijk voor vertraging zorgen, maar wat is het lekker om daarna weer naar beneden te suizen. Wel op tijd in de remmen voor mogelijke gaten in de weg of andere ongeregeldheden. Koffiepauze in Niederolm, waar we onszelf op een aardbeigebakje trakteren. Ingolheim is de volgende stad, waar we een lunch gebruiken in een restaurant waar het hele interieur blauw is, alleen wij niet! Nog te nuchter op dit uur van de dag, 13.00 uur. Met veel moeite zoeken we de aansluiting met de route naar Bingen, eerst in de verkeerde richting, mijn gevoel bedriegt me niet, corrigeren en uitkomen op een te drukke verkeersweg. Dat dus maar niet, extra km’s maken en weer terug op de oude route naar Bingen, als je een zandweg tenminste een route kunt noemen. Eenmaal in Bingen aangekomen zie je indrukwekkend aan de overkant Rüdesheim liggen, een monument bovenop een helling en een leuk gesitueerd dorpje langs de oever van de Rhein.
58
Zo volgens er trouwens meer en we genieten van de route, de uitzichten, de ruïnes op hoogten en van de stromende Rijn, niet van de tegenwind die we ervaren. Even voor Bacharach verlaten we de Rijnoever om rechtstreeks het stadje in te rijden en zo de sfeer te proeven van dit toeristisch fenomeen. Met z’n vakwerkhuizen ziet het er erg leuk uit en de veelheid van hotels dient zich aan.
Wij hebben bedacht de jeugdherberg te nemen, die twee km van de route afligt. Maar de klim van 16% is niet voorzien, zodat we maar voor een hotel in het stadje zelf kiezen zonder nog te hoeven klimmen. Na het installeren in onze kamer in Gelber Hof en alle rituelen even een rondje ter kennismaking door het stadje en een klim via een voetpad naar de burcht Stahleck, de bewuste jeugdherberg. Het bevestigt ons vermoeden dat we de juiste keuze hebben gemaakt om beneden te blijven. Wel een prachtig uitzicht over het Rijndal. Toeristen zijn verdwenen, restaurants slecht bezet. We eten als enigen nog wat in restaurant Kupfernkettel en laten het ons lekker smaken. Het lijstje van adressen in Nederland van o.a. Vrienden op de fiets hebben we niet bij ons en ik bedenk een adres in Beesel, waar ik eerder heb gelogeerd. Gerda gebeld en gevraagd om dat te reserveren. Dat lukt.
59
Woensdag 19 mei
Bacharach – Remagen
Wat zal ik vandaag weer eens aantrekken? Keuze maken uit beperkte kleding, die gesorteerd in plastic tassen voor het bed is uitgestald. En dan inpakken, ontbijten en wegwezen. Op naar Remagen, ons volgende reisdoel, net onder Bonn. Een afstand van om en nabij de negentig kilometer is haalbaar, vandaag een kleine plus en daarom iets vroeger op, kortere pauze’s en op tijd aankomen. De streeftijd van vier uur wordt “blessuretijd”. Het hele traject volgt de Rijn in een afwisselende structuur. Na ons vertrek uit Bacharach volgen enkele onbelangrijke / oninteressante plaatsjes, maar Boppard klinkt weer erg bekend. Daar maken we een koffiepauze (met gebak, ja!). De volgende belangrijke plaats is Koblenz en alles daar is gericht op Die Deutsche Ecke, een groot monument op de plaats waar de Moezel de Rijn instroomt en dat veel toeristen trekt. De weg ernaar toe wordt geblokkeerd door werkzaamheden, we moeten door de stad en zonder veel aanwijzingen weet ik de weg feilloos te vinden. We zoeken de brug over de Moezel op om van daaruit verder te gaan, wederom langs de oever van de Rijn, met af en toe een uitwijk van een binnenhaven en/of industrieterrein. Een lunchadres vinden we na enig zoeken aan de Rijn met uitzicht op de vele scheepvaart. De schepen die stroomafwaarts gaan gaan harder dan wij met onze sterke tegenwind. Na de lunch begint het te regenen en het houdt niet meer op voor we in Remagen zijn. Het is een dag van hard werken om verder (en dichterbij huis) te komen. Uiteindelijk hebben we achtennegentig km op de teller staan als we goed en wel ons hotel Pinger in Remagen hebben bereikt.
60
Na het dagelijks ritueel doen we een rondje door de verlaten stad en eten wat in een restaurant op een lege boulevard. Troosteloos, zoals het erbij ligt met al die kou en lege terrasjes. Even had ik nog de gedachte, kon ik maar met zo’n schip mee naar Rotterdam, er varen er hier genoeg! Nog 421 km. Maar waar blijf je dan met je Rome-verhaal? Toch maar verder fietsen, waar het eigenlijk een feestje had moeten zijn.
61
Donderdag 20 mei
Remagen – Düren
De dag begint bewolkt. Na het ontbijt rijden we voor de laatste keer langs de Rijn, om drie kilometer verder landinwaarts te gaan. Nog een paar hobbels, met een lange stijging van 5 á 7 procent voor een intensieve inspanning. Maar dan hebben we het nagenoeg gehad, denken we. Nee dus, het hele verdere traject met de wind op kop, vanuit het noord westen. We mogen niet klagen, het is tenminste droog en de zon schijnt! Een koffiepauze na twee uurtjes fietsen volgt in Kottenforst en nog twee uurtjes verder komen we langs Euskirchen. Mijn voorstel om van de route af te wijken en en centrum in te gaan blijkt top, want in het hart van de stad wacht ons een zonnig terras, waar we de lunch nemen. We vervolgen onze tegenwindse weg onverdroten, pikken de route van Reitsma weer op en rijden op Düren aan. Als op zes kilometer van Düren een verleidelijk bord ons attendeert op de kortste weg en Reitsma er nog tien aangeeft, nemen we toch de langste route en ook dat blijkt een schot in de roos. Geen tegenwind meer, een behoorlijke daling en verder door een bosgebied waar van wind nauwelijks nog sprake is. Zo zeilen we Düren binnen op zoek naar een hotel in het centrum. De eerste poging loopt op niets uit, maar de man is ons behulpzaam bij het vinden van een alternatief en reserveert voor ons in een buitenwijk een hotel. Dat vinden we bij gebrek aan andere mogelijkheden dan ook acceptabel en aan het einde van de dag staat ruim tachtig km op de teller. Het heen en weer bewegen op het zadel veroorzaakt bij mij een wondje op mijn bips. Ik vraag aan Dokter Jos een pleister en hij begint te zoeken in zijn arsenaal zonder naar mijn wondje te kijken.
62
Hoe groot moet die pleister dan zijn? Hij weet het nog niet. Ik spoor hem aan om even te kijken, dat kost moeite! De onhandige plaats noodzaakt mij hem te vragen de pleister aan te brengen. Heel zedig trek ik de pijp van mijn broek iets opzij, zodat hij erbij kan. Dat brengt verlichting! Na het avondeten lopen we nog een rondje om ons te oriënteren op de route en al snel zullen we morgen daar de draad weer oppakken langs de RUR, de Ruhr Ufer Radweg.
63
Vrijdag 21 mei
Düren – Beesel
De blauwe hemel van gisteren is er even niet, maar toch wordt het een mooie dag. Na een uurtje komt de zon door en volgen we de Ruhr grotendeels over onverharde paden, soms links , dan weer rechts van de oever en hier en daar een ommetje door een dorpje. Mooie decors
van bomen en weilanden op de achtergrond in een verder vlak landschap. Koffiestop in Zinnick en lunchen in Vlodrop. De laatste mogelijkheid in Duitsland is een viersterren restaurant met aspergemenu en een plek in de schaduw, terwijl de zon op dat moment zo heerlijk schijnt. Die wijs ik af. We verplaatsen ons naar Vlodrop en vinden daar een zonnig terras, waar alles weer goed komt. Goed om weer terug te zijn in Nederland, hoewel de Duitse biefstuk voor Jos nog niet te verkrijgen is, trouwens ook in heel Duitsland geen “Duitse biefstuk” te verkrijgen. We rijden verder naar Roermond en kiezen van daaruit de weg naar Asselt en vervolgens naar Beesel. We hebben gereserveerd bij ’t Hoes van Neske, een adres van Vrienden op de fiets, waar ik al eerder ben geweest. Als ik op het centrale dorpsplein vraag, waar ik precies zijn moet, blijkt dat ik de eigenaar zelf aanspreek, wat een toeval! Maar toeval bestaat toch niet? We drinken eerst een biertje en komen dan aan bij ons logeeradres. Voor het avondeten gaan we terug naar het dorpsplein en eten bij “Herberg De Bongerd”. Een prima avondmaal. Slapen en morgen gezond weer op.
64
Zaterdag 22 mei
Beesel – Groesbeek
De dag begint fris, maar wel zonnig. Dat belooft wat voor dit traject langs de Maas, soms rechts, dan weer links en tenslotte weer rechts van de Maas. Met pontjes over bij Kessel en later na Venlo bij Broekhuizen. In Arcen stoppen we voor de koffie op een zonnig terras bij een oude graanmolen. Door het bosgebied van de Maasduinen rijden we noordwaarts en stoppen in Afferden voor een snack. Daarna rijden we naar Gennep en komen in bekend gebied van de Vierdaagse. Langs de grens van het bosgebied van Duitsland rijden we met tegenwind, maar we mogen niet klagen. De Sint Jansberg, vijfhonder meter stijgen met 7 % is berucht van de Vierdaagse, maar die nemen we probleemloos en we korten de Reitsma-route in naar Groesbeek, waar we wat drinken bij De Oude Molen. Eigenaar Vincent komt even een praatje met ons maken en slapen doen we in een B&B er tegenover, De Twee Gezusters, gereserveerd door Gerda. Vroeger woonden hier twee oude dames, tantes van de buurman. De ene heette Dora, de andere Mimi. Wij slapen bij tante Dora, althans in de naar haar vernoemde kamer.
65
Een tweepersoons buitenechtelijk bed met een roos op een witte sprei, waarin De Twee Gebroeders moeten slapen. Wat een romantiek! Geen gescheiden bedden, wel apart opgemaakte matrassen. Jos bedenkt zich en vindt een matras op de grond oké. Als jij dat wil, ook goed! Chinese restaurants zijn er in het buitenland maar weinig te vinden, maar hier in Groesbeek wel. Met een lopend buffet hebben we een keur aan gerechten, waar we uit kunnen kiezen en laten we ons het goed smaken. Nog twee nachtjes slapen. Gerda heeft inmiddels ook contact gelegd met het Nivonhuis in Lage Vuursche, waar we morgen terecht kunnen
66
Zondag 23 mei
Groesbeek – Lage Vuursche
Een dag met een gouden randje. Begint de dag nog met enige mist, voorbij Lent trekt ie op en het wordt een zonnige dag zonder veel wind. Na het ontbijt van de twee gebroeders bij De Twee Gezusters rijden we rechtstreeks op Nijmegen aan en volgen van daar uit het fietspad langs de spoorbrug naar Lent. Dan over de Oosterhoutse dijk tot voorbij Dodewaard. Daarna buigen we af richting Kesteren en passeren de snelweg en de Betuwelijn. In Kesteren willen we koffie drinken maar er is niets te vinden op de route, Onze dames bellen ons allebei tegelijkertijd op om ons te verrassen met hun komst naar Lage Vuursche, waar we dan met z’n vieren kunnen bijpraten tijdens een gezellig etentje. Een prima gedachte die in goede aarde valt, wat wil je na ruim vier weken! Een mooie route over dijken en langs wielen in de Betuwe. De route gaat verder naar Elst, met het pontje over de Nederrijn en ook daar is geen koffie te krijgen. We moeten doorrijden tot Overberg, waar we bij “De Holle Boom” onze eerste rustpauze kunnen nemen, maar wel op een zonnig terras, en iets langer dan gepland. Via Scherpenzeel fietsen we langs het Valleikanaal op Leusden aan en al snel komt Amersfoort in beeld. Bij het station nemen we nog een rustpauze en kopen ons ontbijt voor de volgende morgen in op het station bij AH To Go.. We hadden ook een fles wijn in de planning, maar bij gelegenheid van de komst van onze echtgenotes, we gaan uit eten, wordt hiervan afgezien. Even na vieren komen we aangefietst bij het Koos Vorrinkhuis (Nivon), waar de dames al op ons staan te wachten voor een warme en innige omhelzing. Na inchecken en opfrissen, ja, de dames maken voor ons de bedden op, ieder op een eigen kamer, zoeken we met de auto een geschikte gelegenheid om bij voorkeur op een buitenterras samen wat te eten. Na het bijpraten en eten worden we teruggebracht naar ons slaapadres en we zwaaien onze dames weer uit.
67
Maandag 24 mei
Lage Vuursche – Heemstede/Bennebroek
Alles zit mee vandaag, de afstand, de zon, het traject, behalve de wind, maar we mogen niet klagen! Na ons zelf geregelde ontbijt nemen we afscheid met een foto van de vriendelijke mensen van het Nivonhuis en zetten we onze route voort, nu op eigen koers. We verlaten Reitsma en volgen de weg naar Hollandsche Rading, langs de Tienhovense Plas naar Breukelen, dan op Wilnis aan, maar nergens koffie. Wel weer leuke Hollandse weggetjes met slootjes aan beide kanten van de weg in steeds maar westelijke richting. Staat midden in de natuur op een landweggetje een bestelauto van Seabourne Express, de koerier, die onze bagage via Evelyn heeft teruggehaald. Toeval? In Mijdrecht hebben we een koffiestop en bij de Beurs in Hoofddorp een rekpauze. Voor de Grande Finale zullen we even na tweeën bij restaurant De Molenplas in Schalkwijk aankomen. Maar eerst rijden we langs aan de overkant zodat men ons kan zien rijden langs de Ringvaart en gaan we over de brug op het restaurant aan.
68
Omstreeks twee uur bellen we onze dames tegelijkertijd op om te melden dat we met enkele minuten aan de overkant langs zullen komen. En jawel, hoor, daar staan onze beide families te zwaaien en ze kunnen ons lange tijd volgen als we fietsend over de brug weer terugrijden naar de Molenplas. Zo wordt ons een warm welkom bereid met alle kinderen en kleinkinderen met ballonnen, oorkondes, drankjes en gebak op een speciaal voor ons gereserveerd deel van een overvol en zonovergoten terras. Beiden hebben we een oranje petje op en een T-shirt met daarop de tekst “I am a Super Senior”. Gerrie neemt het woord en reikt ons de oorkonde uit, die we vanuit de Kerk Der Friezen hebben meegekregen, in het vertrouwen dat we onze (kr) (th)uistocht zal worden voltooid. Met nog wat verhalen over en weer besluiten we de bijeenkomst na anderhalf uur en begeleiden wij Jos en Gerrie met de fiets naar Heemstede. Zelf gaan we verder naar Bennebroek, waar een warme ontvangts wordt herhaald in een zonnige en fleurige tuin met drankje en hapje. Fijn om weer thuis te zijn en iedereen weer in der armen te kunnen sluiten.
69
Tenslotte Eens een pelgrim, altijd een pelgrim. In dankbaarheid aanvaarden van wat je aangeboden wordt. Van het echte pelgrimeren zijn in deze reis niet veel ervaringen te melden, anders dan naar Santiago, waar ontmoetingen met medepelgrims veel duidelijker een stempel op de reis drukten. Een mooie fietstocht met vele barre momenten van kou, regen en tegenwind, facetten die we tijdens de voorbereidingen juist hoopten niet tegen te komen. Trots dat we in staat zijn zes jaar later opnieuw de uitdaging aan te gaan en fysiek in staat te zijn om deze tocht te volbrengen. Dank aan beide echtgenotes, zonder wier steun we dit niet hadden kunnen ondernemen. Dank aan elkaar dat we deze tocht in elkaars gezelschap hebben mogen uitvoeren en voltooien.
70