Een IJstijdmuseum in de Kruidhof te Buitenpost Waarom een museum? Er zijn verschillende redenen waarom het initiatief is genomen om tot de oprichting van een IJstijdmuseum bij de Kruidhof in Buitenpost te komen. In de eerste plaats ligt de Kruidhof in een geologisch gezien interessant gebied, n.l. een uitloper van het Fries-Drents-plateau. Dit plateau is gevormd in de Saale- en Weichsel-ijstijd. Tijdens de Saale-ijstijd heeft het landijs o.a. zwerfstenen meegenomen en achtergelaten. Deze zwerfstenen, onder andere afkomstig uit verschillende gebieden uit Zweden, Noorwegen en Finland, zijn verzameld en bestudeerd door verschillende (amateur)petrologen en in collecties ondergebracht. Gezien de leeftijd van deze petrologen wordt de vraag urgent hoe deze collecties voor het nageslacht kunnen worden behouden en toegankelijk gemaakt. Een ander punt is dat de zwerfstenen door de mens in de loop der tijden op verschillende manieren zijn gebruikt. Bijvoorbeeld door er werktuigen van te maken, ze te gebruiken als bouwmateriaal en als ballast in schepen. Dus prehistorisch en historisch gezien valt er veel over de zwerfstenen te vertellen. Verder heeft de kruidentuin de Kruidhof te Buitenpost, geen slechtweer accomodatie. Dit wordt vaak gemist bij minder prettige weersomstandigheden en wordt ook als gemis ervaren. Ook is een belangrijk punt dat in het gebied rond Buitenpost ook andere initiatieven zijn om musea op te richten. In Harkema is het initiatief genomen om een zogenaamd archeologisch stipepunt in te richten dat zich richt op het midden Paleolithicum en het jong Paleolithicum. Menselijke steentijd culturen gedurende de weichsel-ijstijd waarin het gebruik van zwerfstenen, vooral in de vorm van vuursteen, een dominante rol speelde. In Veenklooster is ook het initiatief genomen om een stipepunt in te richten dat vooral zal gaan over geologische aspecten van het landschap, zoals zandkoppen, uitwaaikommen en Pingoruines. De bedoeling is dat de stipepunten en musea in een fietsroute, wandelroutes en andere toeristische routes, zullen worden opgenomen, met daarbij behorende boekjes voor de verschillende musea. Ook zullen andere interessante objecten en plaatsen, die te maken hebben met het landschap, de historie, geologie en prehistorie van het gebied, in de fietsroute worden opgenomen en in de verschillende boekjes worden beschreven. De fietsroute zal een onderdeel vormen van een uitgebreid netwerk van fiets- en wandelpaden –een toeristische en recreatieve infrastructuur- dat in Noord-oost-Fryslan reeds voor een groot deel gestalte heeft gekregen, o.a. via de uitvoering van verschillende landinrichtingsprojecten in het gebied. De ontwikkeling en inrichting van de verschillende musea, zie ook het streekmuseum en in te richten stipepunt in Burgum (over het Mesolithicum) en in Eernewoude (over de veenontginningen), zal de recreatieve en toeristische functies van het gebied moeten versterken.
Het concept van het ijstijdenmuseum in Buitenpost Het concept van een museum omschrijft waarop men zich baseert bij de inrichting en vormgeving van een museum. Het gaat om een antwoord op de vraag wat men in essentie aan de bezoeker wil overbrengen. Het concept van het ijstijdmuseum in is: duidelijk maken wat zwerfstenen zijn, hoe ze in ons gebied terecht zijn gekomen, wanneer dat was, hoe en waar ze in de bodem zitten en waar ze vandaan zijn gekomen. Verder willen we ingaan op de vraag hoe in prehistorische en historische
tijden de mens gebruik heeft gemaakt van zwerfstenen. Het zal duidelijk zijn dat bij de uitwerking van een concept gebruik kan worden gemaakt van verschillende didactische principes gegeven de doelstellingen en de doelgroep van het museum. Zo zal het ijstijdmuseum naast een tentoonstelling ook een sterke informatieve en educatieve functie moeten hebben over de historie met name die van de ijstijden.
De doelstellingen Gegeven het voorgaande hebben we de volgende doelstellingen voor ogen: 1. Het gaat om de inrichting van een laagdrempelig museum waarin vondsten en collecties van amateur geologen , petrologen en archeologen worden ondergebracht en tentoongesteld. De nadruk zal komen te liggen op zwerfstenen en het gebruik daarvan in prehistorische en historische tijden. Het gebruik van de in de prehistorische tijden van stenen werktuigen zal een wezenlijk onderdeel van het museum vormen. Bij de presentatie zal dan ook aandacht zijn voor zwerfstenen, fossielen, mineralen en gebruiksvoorwerpen.. 2. Het museum moet een integraal onderdeel vormen van de Kruidhof, dit ter versterking van de recreatieve, toeristische en financiële mogelijkheden van de Kruidhof. Ook bij minder gunstige weersomstandigheden een plaats waar het goed toeven is en de kennis van de regionale geologische historie op een prettige en deskundige wijze kan worden vergroot. 3. Er moet worden aangesloten op de activiteiten welke in het themapark de Spitkeet te Harkema en in het museum en het stipepunt te Veenklooster worden ontwikkeld. De drie musea met de eventueel daarbij behorende stipepunten belichten op integrale wijze diverse aspecten die met de ijstijden te maken hebben: archeologie, geologie en petrologie. Dit wordt ook tot uitdrukking gebracht in de verschillende fietsroute kaarten. 4. Het doel is regelmatig (bijzondere) exposities te verzorgen en regelmatig informatie- en determinatiedagen te organiseren, speciaal voor de jongere amateur. 5. Een educatief doel is activiteiten te organiseren voor scholen, verenigingen en groepen om de kennis van de regionale geologie, petrologie, prehistorie en historie, met name die van de ijstijden, te vergroten en bij te dragen aan de bewustwording daarvan. 6. De verzamelingen van de stenenzoekers uit de Friese Wouden en de archeologische vondsten in dit gebied in collecties onder te brengen en voor het nageslacht te bewaren.
Punten voor concrete uitwerking De volgende punten stellen we aan de orde: 1. De doelgroep. Er wordt uitgegaan van een zo breed mogelijke doelgroep. Dit betekent dat de presentaties beknopt, helder en begrijpelijk moeten worden gehouden. Het gaat hierbij niet om specialistische presentaties. Er moet sprake zijn van korte en begrijpelijke teksten en aansprekend en functioneel beeldmateriaal. Daarbij kan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de computer biedt. Ook zullen diverse concrete objecten aanwezig moeten zijn, die door het publiek kunnen worden aangeraakt, teneinde de beleving van de inhoud van het museum een extra dimensie te geven. De nadruk zal naast een tentoonstelling van voorwerpen komen te liggen op informatie en educatie. 2. Ontwerp van het gebouw Er moet sprake zijn van een gebouw dat een goede integratie met de openheid van de tuinen van de Kruidhof en de reeds aanwezige gebouwen heeft, waardoor de functies van alle gebouwen in onderlinge samenhang worden versterkt (situering). De noordwand van het museum, die aan de kruidentuinen grenst zal om een goede overgang en een goede integratie te verkrijgen van
begroeiing met klimplanten worden voorzien. De zuidzijde van het museum die grenst aan de verkoopruimten zal een meer open karakter moeten krijgen. Verder zal het gebouw een verbinding vormen tussen de entreepartij en het restaurant. Van verlichting in het museum door inval van licht van buiten zal minimaal gebruik worden gemaakt.. Het uitlichten van de objecten in de vitrines met spotjes blijkt zeer goed te werken, gezien de objecten waar het om gaat. Het moet gaan om een gebouw dat er van buiten strak uitziet, een goede museale functie heeft en niet opvalt in de omgeving van de tuinpartijen. Verder zal in het gebouw ,behalve een museum,ook een ruimte voor een archief functie moeten worden ingericht . 1. Inrichting van de ruimte In het museum wordt een routing aangebracht door middel van in de breedste geplaatste schotten waardoor de bezoeker eigenlijk “zigzag”door de ruimte wordt geleid. Dit heeft als voordeel dat de ruimte in compartimenten kan worden ingedeeld waarbij in elke ruimte een thema aan bod komt. Thema,s die ons voor ogen staan zijn : a. expositie van zwerfstenen uit de ijstijden die zijn aangetroffen in het noorden van Nederland; b. expositie van mineralen uit verschillende gebieden; c. expositie van fossielen uit verschillende landen d. expositie van gebruiksvoorwerpen uit en rond de ijstijden e. tijdelijke thema exposities De vitrines worden niet langs wanden opgesteld maar dwars op de wanden waardoor de beleving wordt vergroot. De te exposeren voorwerpen worden via kunstlicht in de vitrines “uitgelicht” waardoor een sterker accent wordt verkregen en de belevingswaarde groter wordt. Tussen de vitrines in kunnen bijvoorbeeld grote zwerfstenen worden opgesteld, waarop men eventueel kan gaan zitten en die men ook ‘met de vingers kan bekijken’. Dit kan ook gelden voor kaarten en schema’s en het gebruik van computers of door andere elektronische mogelijkheden bij deze kaarten en schema’s. Verder stellen wij ons voor om buiten het museum gebouw door middel van aanleg en opstelling van zwerfstenen een overgang te creëren van het buiten en het binnen beleven van het museum. In het door de heer van der Meer geleverde ontwerp is geen rekening gehouden met een archiefruimte. Deze ruimte achten wij nodig voor opslag van stukken, archivering van stukken en ruimte voor wisselingen van stukken in het museum d. Informatiemateriaal Naast de reeds genoemde fietsroutekaart waarin het museum en de Kruidhof worden opgenomen, moet er ook een folder komen en een boekje met beeldmateriaal dat een beschrijving van het museum en het daarin tentoongestelde geeft.. Ook is het de bedoeling lesbrieven voor scholen te laten ontwikkelen door studenten van een pabo. Lesmateriaal, folders en boekjes moeten de informatiewaarde en de educatieve waarde extra benadrukken. Naast informatie biedt het museum ook de mogelijkheid tot verkoop van producten die een afgeleide zijn van het tentoongestelde zoals mineralen, kettingen met mineralen, afbeeldingen enz.
De rechtspersoon en andere juridische zaken (Een paar voorlopige opmerkingen) Naar onze mening moet een eigenstandige stichting het museum, inhoudelijk gezien, exploiteren en beheren. Het gebouw waarin het museum wordt ondergebracht wordt eigendom van de gemeente Achtkarspelen.
Met de Kruidhof zal een samenwerkingsovereenkomst gesloten moeten worden voor wat betreft de exploitatie, het beheer en de inhoudelijke samenwerking en de daarbij behorende beleidsvoering. De stichting wordt door het stichtingsbestuur en door vrijwilligers gerund. Verder zal er samengewerkt worden met de stichting GEA Friesland en andere musea. Ten aanzien van verdere bekendheid staat ons een samenwerking met de VVV,s en met scholen en bibliotheken voor ogen. De financien De dekking van de bouwkosten van het museumgebouw zal gedragen moeten worden door: a. subsidies van de provincie Fryslan b. subsidies van de gemeente Achtkarspelen c. subsidies uit doelfondsen Ten aanzien van de inrichting van het museum stellen wij ons voor gelden te verwerven: a sponsorgelden b. contributies d. donaties c schenkingen In het bijgeleverde ontwerp van het museum door de heer van Meer wordt uitgegaan van een totaal bedrag aan bouwkosten van het museum van 100.000,-- tot 120.000,-- Euro. In het ontwerp is echter niet een ruimte ingepland voor de inrichting als archief en administratieruimte. De kosten daarvan worden geschat op ongeveer 30.000 ,-- Euro. De totale kosten van het gehele project zouden daarmee begroot moeten zijn op een bedrag dat ligt tussen de 130.000,- en 150.000,-Euro. De kosten voor de inrichting worden begroot op 25.000,-- tot 35.000,-- Euro, zijnde de kosten van schildering, verlichting en expositiematerialen zoals vitrines en audiovisie. Stichting IJstijdmuseum
DE BODEM VAN FRYSLAN. De gegevens van de geschiedenis worden in de bodem bewaard als een soort van archief. Op grond van dat archief kunnen geologen een beeld samenstellen van de ontwikkeling van die bodem. De geschiedenis van het bodemoppervlak speel zich in Fryslan hoofdzakelijk af tengevolge van de ijstijden die hier hebben geheerst. De ontwikkeling van de Friese boden begint ongeveer 200.000 jaar geleden tijdens de Salienijstijd. In die ijstijd waren grote delen van Europa en ook een groot deel van ons land bedolven door ijsgletsjers. Tot de lijn Den Helder via de Veluwe tot Nijmegen was ons land met een grote ijskap bedekt. De bodem voor de ijskap werd omhoog gedrukt en daarvan zijn de restanten nu nog zichtbaar in de vorm van de heuvels van de Veluwe en de heuvels bij Rhenen. Toen het klimaat milder werd, smolt het ijs en trok de ijskap zich terug. Het ijs liet grote en kleine rotsblokken achter van stenen die door de gletsjers over honderden kilometers vanuit het hoge noorden naar hier waren aangevoerd samen met veel zand en leem. Het kenmerkende landschap dat tevoorschijn kwam na het smelten van de ijsgletsjers liet ook in Fryslan duidelijke sporen na die tot op vandaag nog steeds zijn te herkennen in bijvoorbeeld het landschap rondom Jistrum naar de Burgumermar en Gaasterland bij het IJsselmeer. Buitenpost ligt op het uiteinde van een zandplateau, dat uitsteekt boven het omringende lager gebied.Aan de westkant wordt het plateau waarop Buitenpost ligt, begrenst door de Zwemmer die
uitmondt in de Burgumermar. Het oude rivierdal waarin de Zwemmer ligt, loopt door tot de Leijen. De verbinding tussen de Burgumermar en de Leijen wordt gevormd door de Lits. Ten zuiden van de lijn Buitenpost – Kootstertille ligt het dal van de oude Ried. In dit dal is het Prinses Margrietkanaal voor een deel uitgegraven. Dit oude rivierdal loopt vanaf de Burgumermar. Ten zuiden van het dal van de Oude Ried ligt parallel hieraan nog een rivierdal. In dit oude rivierdal is de Bouke Wijk uitgegraven . De drie genoemde rivierdalen monden uit in het dal van de Lauwers, dat de oostkant van het deel van het plateau waarop Buitenpost ligt, begrenst. Dit plateau vormt een uitloper van het Drents plateau. De bovenste lagen of afzettingen zijn tijdens de laatste en voorlaatste ijstijden gevormd. Deze afzettingen bestaan uit potklei, keileem, keizand en dekzand. In deze afzettingen worden veel stenen aangetrofffen die met de ijskap in de beide ijstijden naar dit gebied zijn gevoerd. De stenen die tijdens deze ijstijd door de gletsjers hier naartoe werden gevoerd worden ook wel zwerfstenen genoemd. Dit omdat ze een hele lange weg hebben afgelegd in de ijskap van de gletsjers De stenen vinden hun oorsprong in de rotsen van de Skandinavische landen of de bodem van de Oostzee en zijn zwervend onder de ijskap uiteindelijk in Fryslan of andere gedeelten van noord Nederland terecht gekomen. Daarna hebben die stenen allerlei bestemmingen gekregen en zijn ze voor allerlei doeleinden gebruikt. De Hunebedden bestaan uit grote zwerfkeien en werden door onze verre voorouders al gebruikt voor hun grafkamers. De meeste hunebedden zijn gevonden in Drente maar ook in Gaasterland bij Rijs is een hunebed aangetroffen dat jammergenoeg volkomen is vernietigd. Wie tegenwoordig nog wel eens op een begraafplaats ronddwaalt zal zien dat er eigenlijk niets is veranderd. Op de Friese begraafplaatsen komt men geregeld grote zwerfstenen tegen als grafsteen of grafmonument. Ook bij de zeevaart werden keien gebruikt als ballast in de schepen. In de kiel van de schepen die de zeeen bevoeren werden ten behoeve van een goede stabiliteit van de schepen, grote keien als ballast gebruikt. Ook de beroemde vloot van de Vrouwe van Stavoren gebruikte keien die bij de toenmalige Zuiderzee werden aangetroffen als ballast voor haar koopvaardijschepen. Omdat bij de bewerking van het landschap de zwerfstenen of zwerfkeien vaak werden aangetroffen en als materiaal zeer bruikbaar bleken voor allerlei zaken zien we daar ook nu nog verschillende invullingen van. Zwerfkeien als bouwmateriaal. Veel oude gebouwen, kerken en boerderijen blijken gefundeerd te zijn op keien. Bij veel grote gebouwen werden grote keien gebruikt als hoekfundament. Daar worden ze nu ook vaak teruggevonden. Bij de Friese boerderijen, vooral die welke in de Friese wouden zijn gelegen werden de kleinere keien gebruikt als verharding van het achtererf . Ook werden de keien gebruikt als straatmateriaal. Vooral in onze buurprovincie Drente is tegenwoordig daar nog veel van terug te vinden in de oude dorpsbrinken. Maar ook voor andere doeleinden zijn zwerfkeien veelvuldig gebruikt. In de prehistorie werden de keien gebruikt als maalsteen en ook uit latere tijden zijn er ons voorbeelden over gebleven dat de zwerfstenen zodanig werden bewerkt dat ze ook mechanisch bij het malen gebruikt konden worden.