Zorgplan 2012-2013
Locatie Buitenpost Prof. Wassenberghstraat 3 9285 PS Buitenpost 0511-541598
Zorgplan
Inhoudsopgave Woord vooraf
3
Uitgangspunten en visie
4
Toelatingsbeleid
5
Werkwijze in de onderbouw
7
Zorgteam
9
Leerlingbegeleiding
13
Zorgleerlingen
21
Zorgaanbod
23
Cognitieve begeleiding
24
Sociaal emotionele begeleiding
28
Samenwerkingsverband
32
Bijlagen
34
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9
Locatie Buitenpost
overzicht aanname criteria en de checklist aanmelding klas 1 inbrengformulier zorgteam procedure leerlingbegeleiding dyslexieprotocol zorgkaart cognitieve begeleiding zorgkaart sociaal emotionele begeleiding pluskaart meldprotocol schoolverzuim meldprotocol leerplichtambtenaar
2
Zorgplan
Woord vooraf Voor u ligt het zorgplan leerjaar 2012-2013 van het Nordwin College, locatie Buitenpost. In dit plan vindt u de uitgangspunten en concrete uitvoering van de leerlingenzorg die we bieden binnen deze locatie. Dit schooljaar zijn we gestart met een gedeeltelijke nieuwe opzet van de leerlingenzorg. Er is gekozen om binnen de leerlingenzorg een meer preventief en planmatig aanbod te doen aan al onze leerlingen, van klas 1 t/m 4, door het uur “Studiebegeleiding” in te voeren. Hierbij is er ook voor gekozen om, naast een aantal specialisten, al onze docenten in te zetten bij de concrete leerlingenzorg. Hierdoor wordt de leerlingenzorg breed gedragen in het team en voor een ieder inzichtelijk waar hiaten liggen en welke begeleiding nodig is. “Inzicht is het begin van goede uitvoering” is ons devies. Met het uitbreiden van ons zorgaanbod met het aanbieden van het uur “Studiebegeleiding” kunnen we onze uitgangspunten en visie nog beter gestalte geven. A.S. Dantuma-Zuidersma Zorgcoördinator Nordwin College, locatie Buitenpost
Locatie Buitenpost
3
Zorgplan
Uitgangspunten en visie De algemene uitgangspunten van het Nordwin College zijn als volgt omschreven: Het Nordwin College Buitenpost… o Stelt de individuele leerling centraal o Wil uit de leerling halen, wat erin zit o Wil iedere leerling een succesvolle schoolloopbaan garanderen o Biedt elke leerling de zorg waar hij om “vraagt” o Doet recht aan verschillen tussen leerlingen o Streeft middels flexibele groepsgrootten, binnen een groter geheel, naar een betekenisvolle, contextrijke en uitdagende leeromgeving. Visie op zorg Met deze uitgangspunten wil het Nordwin College, locatie Buitenpost, streven naar zorg op maat, waarbij de mogelijkheden van de individuele leerling het beginpunt vormt. De leerling heeft recht op ondersteuning die nodig is om zijn schoolloopbaan op een prettige, veilige en succesvolle wijze te doorlopen. Einddoel hierbij is altijd gediplomeerde toeleiding tot een passende vervolgopleiding. De optimale cognitieve- en persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen vormt de basis van ons gehele onderwijsaanbod en dus ook van de leerlingenzorg.
Locatie Buitenpost
4
Zorgplan
Toelatingsbeleid Er zijn 4 mogelijkheden tot toelating op het Nordwin College, locatie Buitenpost 1) toelating aan het begin van het cursusjaar in klas 1 zonder LWOO aanvraag (onderinstroom) 2) Toelating aan het begin van het cursusjaar in klas 1 met LWOO aanvraag ( onderinstroom) 3) Toelating aan het begin van het cursusjaar in een hoger leerjaar dan klas 1 (zij-instroom) 4) Toelating in de loop van een cursusjaar (zij-instroom) Algemeen: De toelating klas 1 aan het begin van het schooljaar gaat altijd via de toelatingscommissie van school. Deze toelatingscommissie bestaat uit 4 personen:
1) 2) 3) 4)
Directeur Teamleider Zorgcoördinator/PCL-lid Docent en zorgmedewerker
C. Fransooijs L.Lap A. Dantuma - Zuidersma L. Durkstra
Alle andere toelatingen gaat meestal via de teamleider (onder- en/of bovenbouw). Tussentijdse toelating en toelating van een zorg leerling worden met de zorgcoördinator/PCL-lid besproken. Deze maakt de afweging of de leerling in de PCL besproken moet worden voor de officiële toelating doorgang kan vinden.
Aannamecriteria Uitgangspunten bij aanname: De leerling is gezien intelligentie, schoolvorderingen en gedrags- en/of persoonlijkheidsaspecten, in staat een diploma op minimaal Basisberoepsgerichte leerweg- niveau te behalen. Hierbij zal worden afgewogen dat de hulpvragen van de leerling de handelingsbekwaamheid van de school op gebied van begeleiding niet overvraagd en deze vanuit de wettelijk toegekende financiële middelen kan worden bekostigd. Wanneer de toelatingscommissie tot de afweging komt dat aan bovenstaande uitgangspunten niet kan worden voldaan kan de school weigeren toe te laten. Wel zal er advies gegeven worden over een passende onderwijs plaats
Een overzicht van de aanname criteria en de checklist zijn te vinden in de bijlage
Locatie Buitenpost
5
Zorgplan
Mogelijkheden tot toelating Een overzicht van de procedure aanmelding in klas 1 is opgenomen in de bijlage Toelating aan het begin van het cursusjaar in klas 1 zonder LWOO aanvraag (onderinstroom) Leerlingen worden aangemeld d.m.v. het daarvoor ontworpen aanmeldingsformulier. De aanmelding moet voor 1 april plaatsvinden. Het formulier bestaat uit twee gedeelten:
1) het algemene deel (blad 1 en 2)
Dit deel wordt door de ouders ingevuld (of onder verantwoordelijkheid van de ouders) ondertekenen dit deel en geven daarmee tevens te kennen, kennis hebben genomen van het ingevulde tweede deel. Dit deel is het onderwijskundig rapport.
2) Het onderwijskundig rapport (blad 3 en 4)
Dit deel wordt door de toeleverende school ingevuld. De leerling wordt ruim voor de zomervakantie (april) uitgenodigd om deel te nemen aan een screeningstest. Aan de hand van deze screeningstest in combinatie met de aanbevelingen (onderwijskundig rapport) van de toeleverende school wordt de leerling in een niveaugroep van het eerste leerjaar geplaatst. Wanneer de toelatingscommissie (bv. op grond van uitslag van deze screeningstest) van oordeel is, dat een leerling in aanmerking komt voor een nader onderzoek i.v.m. een eventuele LWOO aanvraag, dan wordt contact opgenomen met de toeleverende school, met het verzoek de leerling aan te melden voor dit onderzoek en de ouders hiervan in kennis te stellen. Voor deze leerling geldt verder de procedure als beschreven staat bij toelating klas 1 met LWOO. De vereiste tot nadere toetsing van de toelatingscommissie kan tot stand komen door: een Cito-score lager dan 521 een drempeltoetsscore lager dan 69 Instroom vanuit groep 7 uitslag van de screeningstest een disharmonisch profiel verzoek van de ouders of huidige leerkracht Toelating aan het begin van het cursusjaar in klas 1 met LWOO aanvraag, (onderinstroom) Leerlingen worden aangemeld d.m.v. het daarvoor ontworpen aanmeldingsformulier. Deze aanmelding moet plaatsvinden voor 15 maart (dit is 14 dagen voor anderen aanmeldingen) het formulier bestaat uit twee gedeelten:
1) het algemene deel (blad 1 en 2)
Dit deel wordt door de ouders ingevuld (of onder verantwoordelijkheid van de ouders) ondertekenen dit deel en geven daarmee tevens te kennen, kennis hebben genomen van het ingevulde tweede deel. Dit deel is het Locatie Buitenpost
6
Zorgplan onderwijskundig rapport. Op dit deel geven de ouders aan dat zij hun zoon of dochter aanmelden voor LWOO.
2) Het onderwijskundig rapport (blad 3 en 4) Dit deel wordt door de toeleverende school ingevuld. Het is in dit geval van groot belang dat dit deel van het aanmeldingsformulier zorgvuldig en compleet wordt ingevuld. In het bijzonder bij de aangegeven toetsen en testen ook de versie vermelden en de datum van afname. Voor zover aanwezig wordt het meezenden van (kopieën van) zorgdossiers rapporten van andere deskundigen op prijs gesteld. De desbetreffende leerlingen worden eind maart uitgenodigd voor het maken van een nader onderzoek. Dit is een onderzoek wat door een extern bureau wordt uitgevoerd (bv. Compaz) en wat de volgende gegevens oplevert: Een IQ getal DLE-getal voor de volgende 4 gebieden: technisch lezen (TL) Begrijpend lezen (BL) Spelling (SP) Inzichtelijk rekenen (IR) problematiek op sociaal emotioneel gebied (voor zover aanwezig) De toelatingscommissie bekijkt aan de hand van de verkregen gegevens of de leerling voldoet aan de wettelijk vastgestelde criteria voor LWOO- aanvraag. Wanneer dit niet het geval is, omdat de leerling te laag scoort, dan zullen ouders en de afleverende school het advies krijgen de leerling aan te melden bij een school voor praktijkonderwijs. In dit geval is er altijd overleg. Scoort de leerling te hoog, dan zal de leerling worden ingedeeld in het eerste leerjaar in een niveaugroep op basis van de bekende gegevens. Valt de leerling wel in de criteria, of is het een grensgeval, dan wordt met behulp van de verkregen gegevens uit testen en onderwijskundig rapport van de leerling een dossier samengesteld. Dit dossier bevat minimaal: aanvraagformulier RVC voor LWOO onderwijskundig rapport formulier zienswijze wettelijke vertegenwoordiger leerling (niet altijd meer nodig) Het dossier gaat naar de PCL. Hier wordt de leerling besproken en wanneer de PCL kan instemmen met de aanvraag, dan gaat het dossier naar de RVC. Indien de RVC positief oordeelt over de aanvraag en een beschikking afgeeft, dan stelt de school de ouders hiervan in kennis. De school plaatst de leerling in een passende niveaugroep en spant zich maximaal in er voor te zorgen dat de leerling die extra zorg en begeleiding krijgt welke nodig is om zich optimaal te kunnen ontplooien. Voor een leerling met een LWOO- indicatie moet in een handelingsplan aangegeven worden op welk gebied extra hulp geboden wordt waardoor de leerling in staat wordt gesteld het diploma te behalen. Locatie Buitenpost
7
Zorgplan De leerling wordt ruim voor de zomervakantie (mei) ook nog uitgenodigd om deel te nemen aan een screeningstest. Mocht de RVC negatief oordelen en dus geen beschikking afgeven, dan wordt de leerling wel geplaatst als de leervorderingen en capaciteiten in het VMBO gebied vallen. De plaatsing vindt dan plaats zoals hiervoor beschreven. Vallen de leervorderingen en capaciteiten in het gebied van Praktijkonderwijs, dan zullen de toeleverende school en de ouders bericht krijgen dat de leerling niet toegelaten kan worden.
Werkwijze in de onderbouw De onderbouw (klas 1 en 2), op het Nordwin College, locatie Buitenpost is een systeem dat veel vereist van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen. De leerlingen krijgen een weekkaart waar het werk voor de hele week opstaat. Op het Nordwin College in Buitenpost is gekozen voor heterogene groepen. De leerlingen zitten in een grote groep van ongeveer 40 leerlingen heterogeen, door elkaar. Sociaal gezien levert deze groepering een aantal voordelen op. Cognitief worden de leerlingen vooral individueel begeleid. De LWOO-leerlingen hebben een aan het begin van klas 1 een eigen groep binnen deze groep, zodat er extra aandacht een begeleiding gegeven kan worden. De begeleiding die het Nordwin College biedt sluit goed aan bij deze groep leerlingen. Ook wordt instructie van de zaakvakken homogeen gegeven. Daarnaast is het voor leerlingen die moeilijk zelfstandig kunnen plannen en de verantwoordelijkheid van het werk op zich te nemen, extra begeleiding mogelijk. De extra hulp die deze groep krijgt is: - hulp bij de planning van de weekkaart - extra begeleiding bij cognitieve problemen - extra begeleiding bij sociaal emotionele problemen - extra inzet van hulpmiddelen bij cognitieve en sociaal emotionele problemen - studiebegeleiding - 1 begeleider die de groep goed blijft volgen Voornamelijk op het gebied van technisch/begrijpend lezen zullen leerlingen goed moeten kunnen functioneren omdat hierop een groot beroep wordt gedaan in het huidige systeem. Leerlingen die hiermee moeite hebben komen in aanmerking voor een hulpprogramma binnen de lessen studiebegeleiding of remediale hulp. De begeleiders zijn meer coachend bezig, zodat leerlingen gestuurd worden zelfstandig te werken en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Doordat het team van begeleiders/leerkrachten nauw samenwerkt, kunnen ze de groep leerlingen beter in de gaten houden en zijn de lijnen naar hulp korter. Als dit nodig is kan er hulp van het zorgteam ingeroepen worden. Ook is het mogelijk om preventief te begeleiden. Als vanuit de basisschool al duidelijk is dat er een cognitief of sociaal emotioneel probleem aanwezig is, kan er vooraf al een plan voor de leerling opgesteld worden. Op deze manier kan het Nordwin College, locatie Buitenpost goed inspelen op de behoeftes van de leerlingen. Locatie Buitenpost
8
Zorgplan
Het zorgteam Nordwin College– locatie Buitenpost, heeft een zorgteam bestaande uit mensen met een specifieke deskundigheid in het omgaan met jongeren. Zij delen de zorg over jongeren met vragen of problemen. In overleg bekijkt het zorgteam wie het beste het contact met de jongere of eventueel het gezin kan onderhouden. De gesignaleerde vragen of problemen waarmee het zorgteam te maken krijgt, kunnen onder andere zijn: zwakke leerprestaties; problemen in de relatie met ouders/verzorgers; pestgedrag; spijbelen; agressie; mishandeling etc. Leden Leden van het zorgteam zijn: De zorgcoördinator (A.Dantuma-Zuidersma) Teamleider (L. Lap) Vertrouwenspersonen ( M. IJzer, A. v.d. Veen) de sociaal verpleegkundige van de GGD; ( B. Nijenhuis) de leerplichtambtenaar (A. Mosma) de schoolmaatschappelijk werker (A.J. Kleinhout) Ambulant begeleider Renn4 (A. v.d. Wal) Op verzoek kan het zorgteam bijgestaan worden door: de directie; mentoren; docenten; onderwijsondersteunend personeel; ouders; Een wijkagent Een coördinator Centrum van jeugd en gezin Uitgangspunten Het zorgteam van locatie Buitenpost heeft de volgende uitgangspunten: Eén centraal punt voor zorg; één loket met korte lijnen naar de externe en interne hulpverlening; Het bieden van op de schoolsituatie en de leerling afgestemde hulp; Korte lijnen tussen de leerling, de school en instellingen onderling. Doel: Het doel van het zorgteam is om op basis van gesignaleerde vragen/problemen bij jongeren op school, waarvoor specifieke deskundigheid voor nodig is, een plan van aanpak formuleren. Dit zodanig dat er in een vroeg stadium hulp kan plaatsvinden. Het werken aan vragen/problemen dient zo kort mogelijk te duren, zo vroeg mogelijk te beginnen en zo dicht mogelijk bij huis plaats te vinden. Als de vraag/probleem complex is, zal er adequate doorverwijzing plaatsvinden naar een hulpverleningsinstelling. Locatie Buitenpost 9
Zorgplan
De werkwijze van het zorgteam Het zorgteam bestaat uit mensen met een specifieke deskundigheid in het omgaan met jongeren. Samen kunnen zij een vollediger beeld van een jongere krijgen dan alleen. Samen delen zij de zorg over jongeren met vragen/problemen op school. Basis voor de werkwijze van het zorgteam zijn: signalering – diagnose – eventueel doorverwijzen naar externen – plan van aanpak formuleren – wie wordt betrokken bij het plan van aanpak – wie is verantwoordelijk voor de uitvoer – communicatie – evaluatiemoment vaststellen. De gesignaleerde vragen/problemen lopen uiteen van kleine vragen/problemen tot moeilijk oplosbare problematische situaties. Het kan gaan om bijvoorbeeld zwakke leerprestaties, relatie met ouders/verzorgers, vrienden/vriendinnen, treiteren, pesten, spijbelen, agressie, gebruik van middelen, mishandeling, etc. Alle teamleden zijn direct aanspreekpunt voor leerlingen, mentoren, docenten, onderwijsondersteunend personeel, ouders/verzorgers, etc. die vragen/problemen willen inbrengen bij het zorgteam. Aanmelding gebeurt via een aanmeldformulier in de week voorafgaand aan de bespreking van het zorgteam. Aanmelding gaat via de mentor of in samenspraak met de mentor ( zie bijlage voor procedure aanmelding zorgteam) De mentor krijgt terugkoppeling uit het zorgteam. Een andere inbrenger kan bij de mentor terecht voor informatie over de gevolgde (te volgen) stappen. De leden van een zorgteam hebben een duidelijk beeld van het concrete zorgaanbod in het samenwerkingsverband en externe instanties. Zij kunnen (voorlopige) conclusies trekken over aanmelding voor leerwegondersteunend onderwijs. Zij hebben een goed beeld van geldende indicatiecriteria Zij hebben organisatorische vaardigheden: leerlingbespreking, screeningsonderzoeken coördineren en externe contacten onderhouden. Stappen: 1. Leerlingen worden vooraf aangemeld voor bespreking (schriftelijk via aanmeldformulier door mentor of na overleg door zorgcoördinator, teamleider, directie, vertrouwenspersoon.) 2. Alle besproken informatie in het zorgteam is vertrouwelijk en blijft binnen de beslotenheid van het zorgteam. 3. De individuele deelnemer aan het zorgteam is persoonlijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn/haar inbreng. 4. Van de ingebrachte jongere wordt een schaduwdossier aangelegd, hierin komt het intakeformulier en de voortgangsrapportage. Afspraken rond het dossier: a) De dossiers komen in het beheer van de zorgcoördinator. b) De dossiers worden na 4 jaar vernietigd. c) Wet op de privacy waarborgen
Inbrengformulier zorgteam is opgenomen in de bijlage Locatie Buitenpost
10
Zorgplan
Werkwijze van het zorgteam schematisch De werkwijze van het zorgteam is als volgt:
Intakefase:
Strategiefase: Onderzoeksfase:
Hulpvraag
Zorgteam Nordwin College Locatie Buitenpost
Integratie- en indicatiefase:
Adviesfase:
Advisering
Bij het zorgteam komt een hulpvraag binnen. Dit is vaak via docenten of leerlingen. Het team gaat vervolgens te werk: Het hulptraject begint met de intakefase. De probleemsituatie wordt geïdentificeerd en verhelderd om de situatie zo goed mogelijk te kunnen overzien. Hierbij spelen de aanwezige leden een grote rol. Door de kennis van ieder lid, wordt het probleem breed bekeken. Vervolgens komt de strategiefase. Belangrijk hierbij is het stellen van de vragen: - Hoe gaan we te werk? - Welk traject moeten we volgen? - Welke personen zijn daarbij nodig? - Welk onderzoek moeten we verrichten? - Wat is de indicatie? Deze fase wordt meteen gevolgd door de onderzoeksfase. Hierbinnen worden diverse factoren binnen de probleemsituatie onderzocht. Te noemen valt: - thuissituatie - schoolprestaties - informatie van derden In de integratie- en indicatiefase kijkt het team naar de factoren die van invloed zijn op de hulpvraag. De mogelijkheden worden hier weergegeven en besproken. De laatste fase is de adviesfase. De informatie die gedurende de voorgaande fasen worden overgedragen en er volgt een concreet advies. Er wordt eerst altijd intern naar een oplossing gezocht, eer er externe instanties aan te pas komen. De gemaakte afspraken worden genoteerd. De volgende keer volgt de evaluatie: - zijn alle stappen ondernomen? - Hoe is het nu met de leerling? - Welke traject volgen we nu? De bespreking begint dan weer van voor af aan. Locatie Buitenpost
11
Zorgplan
Leerlingbegeleiding De leerlingbegeleiding op het Nordwin College is weergegeven in het onderstaande 3 lijnen model. Lijn 1: directe en brede begeleiding Lijn 2: indirecte en meer gespecialiseerde begeleiding Lijn 3: gespecialiseerde professionele begeleiding
Leerplicht ambtenaren Sociaalverpleegkun dige
Decaan
Intern begeleider
Orthope dagoog
Maatschappelijk werk Rh-docent
Mentor/
CJG Vertrouwens persoon Teamleider
Zorgcoördinator
Leerling
Vertrouwenspersoon
Ambulante begeleiders
P.C.L.
Conciërge Schoolarts
Dyslexiecoach Expertise centrum samenwerkingsver band
Vakdocent Counselor
Wijkagent
Locatie Buitenpost
Directie GGZ Regionaal Meld- en coördinatiepunt
12
Zorgplan Toelichting: De leerling: Ook leerlingen die geen ernstige problemen hebben, moeten aandacht kunnen krijgen. Juist in de jaren waarin een kind zich begint los te maken van de ouders en zelfstandig probeert te gaan leven, kan begeleiding nodig of weldadig zijn. Begeleiding mag niet worden opgedrongen. Wel zou de school de begeleiding zo kunnen opzetten dat elke leerling die er behoefte aan heeft inderdaad kan worden opgevangen. Dat betekent dat er veel leraren voor begeleiding beschikbaar moeten zijn.
De mentor vormt het hart van de begeleiding. Hij/zij begeleidt, althans in eerste instantie, elke leerling afzonderlijk en de klas als geheel. De 1e lijn:
De mentor/coach
De mentor is bij uitstek de eerste aangewezen 1e lijnsbegeleider voor de leerlingen van zijn klas. Hij fungeert als het eerste aanspreekpunt voor leerlingen, leerkrachten, ouders, directie en specialisten. Daarnaast fungeren in de 1e lijnsbegeleiding ook de (vak)docenten en de vertrouwenspersoon. Het 1e aanspreekpunt voor leerlingen tijdens de lessen is de docent Het 1e aanspreekpunt les overstijgend is de mentor
De 2e lijn:
RH-docent, counselor, dyslexiecoach, directie, conciërge, teamleiders, zorgcoördinator, decaan, vertrouwenspersoon. Deze lijn bestaat uit gespecialiseerde begeleiders binnen de locatie. Ze hebben als eerste taak het adviseren van de mentor en als tweede taak het begeleiden van de naar hen doorverwezen leerlingen. Verder zijn ze op de hoogte van het werk van externe deskundigen en instellingen. De 3e lijn:
Orthopedagoog, maatschappelijk werk, sociaal verpleegkundige, Expertise centrum samenwerkingsverband, Regionaal Meld- en coördinatiepunt, schoolarts, P.C.L, ambulant begeleiders, Wijkagent, CJG, Kinnik In de derde lijn hebben we te maken met deskundigen van buiten de locatie, maar binnen het samenwerkingsverband. Leerlingen kunnen - op advies van begeleiders uit de tweede lijn- door de mentor daar naar toe verwezen worden. Een aantal vertegenwoordigers uit de 3e lijn maken deel uit van de zorgstructuur op school en zijn op vaste momenten in de school aanwezig. Ze hebben ook zitting in het zorgteam van de school.
Locatie Buitenpost
13
Zorgplan De mentor/coach: De mentor/coach heeft als belangrijke taken: Zorgen voor welbevinden van de leerling Signaleren van studie/leerproblemen Signaleren aanpassings- en/of gedragsproblemen Coachen van de individuele leerling op bovenstaande punten Signaleren van absentie Bij langdurig ziekte leerling (meer dan een week) contact opnemen met ouders Zoveel mogelijk aanspreekbaar zijn Vervult in de begeleiding van de leerlingen een centrale rol als aanjager, aanspreekpunt en intermediair. Basistaken van de mentor zijn gericht op invalshoeken als welzijn, studieprestaties en toekomstperspectief De eerst aangewezene vraagbaak voor de leerlingen en ouders en stelt de leerlingen op de hoogte van veranderingen op de school Vertegenwoordigt zijn/haar klas tijdens leerlingenbesprekingen en verzorgt de communicatie richting docenten Is in staat via heldere communicatie, vragen bij leerlingen helder te krijgen Is in staat de beginsituatie van de leerling in kaart te brengen Brengt bij alle nieuwe leerlingen een bezoek thuis Is in staat via coaching samen met leerlingen naar oplossingen te zoeken en betrekt leerlingen bij de keuze van oplossingen Is in staat evaluaties en vervolgafspraken met leerlingen/ouders uit te voeren Orde- en of aanpassingsproblemen worden in eerste instantie door de mentor aangepakt. De mentor neemt bij de orde- en/of aanpassingsmoeilijkheden contact op met de betreffende onderwijscoördinator. Zorgt voor het bijhouden van leerlingendossiers/examendossiers Verzamelen gegevens die nodig zijn bij niveau- en klassenindeling. Aan de hand van deze informatie geven zij advies of maken een voorlopige indeling Zorgt samen met de coördinator voor een ‘leerweg adviesrapport’ aan het einde van klas 2. De vakdocent De vakdocenten hebben als belangrijke taken: Zijn eerst verantwoordelijken voor lesgeven, zodat de leerlingen aan het einde van de opleiding voldoen aan de exameneisen. Leert de leerling hoe hij het beste een leertaak moet aanpakken, welke leersstrategieën hij kan kiezen, hoe hij vaststelt of resultaat voldoende is en hoe hij het zijn leren bijstelt. Het deelnemen aan relevante overlegsituaties m.b.t. leerlingbegeleiding Het signaleren van leerproblemen en melden aan de mentor Het signaleren van problemen op sociaal- emotioneel terrein en melden aan de mentor Het coachen van leerlingen bij vakoverstijgende vaardigheden Locatie Buitenpost
14
Zorgplan Leerstof helder aanbieden, zodat er een klimaat ontstaat waarin leerlingen en docent goed kunnen functioneren. Het kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen Het registreren en doorgeven van absentisme De vertrouwenspersoon Landelijk is er sinds een aantal jaren een verplichting om binnen het instituut gekwalificeerde vertrouwenspersonen te benoemen. Ze zijn er niet alleen om te bemiddelen bij problemen op het gebied van ongewenste seksuele intimidatie, maar ook bij problemen op het gebied van discriminatie, racisme, agressie en geweld. Nordwin College heeft op dit moment op alle locaties vertrouwenspersonen. Allen hebben ze een scholing gevolgd voor deze taak. Verder is het Nordwin College aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (BVE): “De Commissie neemt kennis van klachten over een gedraging of beslissing van iemand die betrokken is bij de desbetreffende school. De Commissie onderzoekt de klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de ontvankelijkheid van de klacht en over de het al dan niet gegrond zijn van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen.”
In het kort Een klacht op dit gebied dient altijd (al of niet via een derde) gemeld te worden bij het bevoegd gezag Het bevoegd gezag verwijst de klager naar de vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt, of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de Landelijke Klachtencommissie BVE verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie
De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht Taken en aandachtspunten van de vertrouwenspersoon: Het ontvangen van klachten van diegene die zich slachtoffer voelt van machtsmisbruik door een medeleerling of personeelslid De melding m.b.t. machtsmisbruik wordt adequaat behandeld. Hij/zij onderneemt eigenhandig actie als dit nodig wordt geacht. Deze actie houdt onder meer in dat er contact opgenomen wordt met de Landelijke Klachtencommissie BVE Het betrachten van grote zorgvuldigheid in alle handelingen Voorlichting geven over machtsmisbruik en het voorkomen daarvan Vertrouwenspersonen: Mevr. A. van der Veen Dhr. M. IJzer
Locatie Buitenpost
15
Zorgplan De Teamleiders en coördinatoren Teamleider algemeen T. Jansen op de Haar Teamleider L. Lap Zorgcoordiantor A. S. Dantuma - Zuidersma Coördinator PAS-groen/VM2 T. Jansen op de Haar
Teamleider
L. Lap
De teamleider/coördinator is een functionaris die werkzaamheden verricht die nodig zijn voor de algemene schoolorganisatie. Taakomschrijving: Bemiddelen, adviseren bij problemen: docenten leerlingen leerlingen leerlingen docenten ouders Aanspreekpunt – wegwijzer voor zowel docenten, mentoren als leerlingen Verzorgt de algemene begeleiding van de nieuwe docenten Controle op de absentie en uitvoering van het absentiebeleid (3e lijn) actie ondernemen door: conciërge mentorcoördinator Coördinatie tussen mentoren en decanen Het voorzitten van leerlingbespreking en mentorenoverleg Organisatie van ouderinformatie-avonden in samenwerking met mentoren en eventueel decanen. Toelating leerlingen Beleidsondersteunende taak (onderwijscommissie) Geeft uitvoering aan het strafprotocol. Het strafprotocol is toegevoegd. Zorg coördinator (A.M. Dantuma-Zuidersma) Taakomschrijving: Coördineert het gehele zorggebeuren op de locatie en is hiervoor verantwoordelijk Is het eerste aanspreekpunt voor alles wat met leerlingenzorg te maken heeft Coacht docenten bij problemen met zorgleerlingen Verzorgt de coördinatie tussen mentoren, decaan en begeleiders Coördineert het zorgteam en is voorzitter Coördineert de gehele LWOO aanvraag Houdt regionale en landelijke ontwikkelingen bij t.a.v. zorg Coördineert toelating; bewaakt procedure Is lid van de werkgroep van het samenwerkingsverband Heeft zitting in de PCL Is lid van het overkoepelend ZAT Onderhoudt contacten met externe hulpverleners Coördineert het zorgbeleid
Locatie Buitenpost
16
Zorgplan Taken en aandachtspunten: Het verstrekken van zorginformatie over leerlingen naar docenten Planning en afstemming begeleiding Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen met begeleiders Het afnemen van eventuele toetsen/testen Het coachen van intern begeleiders, R.H. docenten, studiebegeleiders bij de uitvoer van handelingsplannen Aansturen studiebegeleiding Het adviseren naar een eventueel externe deskundige RH-docenten: Het begeleiden van leerlingen met cognitieve problemen; dit zijn leermoeilijkheden en leerstoornissen. De RH- docent verricht eventueel nader onderzoek, interpreteert resultaten en maakt op basis daarvan een individueel handelingsplan. De RH-docent beschikt over kennis op het gebied van specifieke leer- en hulpmiddelen en specifieke leerstrategieën. Zij krijgt leerlingen aangemeld via de zorgcoördinator Taken en aandachtspunten: Helpen van leerlingen met leerproblemen Kunnen diagnosticeren van leermoeilijkheden Analyseren van deze gegevens Kunnen opstellen van een handelingsplan Kennis van de hulpmaterialen en methoden Zelf handelingsplannen kunnen uitvoeren Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Het afnemen van eventuele toetsen/testen Het coachen van mentoren/vakdocenten bij de uitvoer van handelingsplannen Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Contact met ouders onderhouden over begeleiding
Locatie Buitenpost
17
Zorgplan Counselor: Het begeleiden van leerlingen met sociaal emotionele en /of gedragsproblemen. De counselor formuleert n.a.v. dossieronderzoek en gesprekken, observaties e.d. een aantal hulpvragen en maakt op basis daarvan een individueel handelingsplan. De counselor beschikt over kennis op het gebied van specifieke gedragsproblemen/stoornissen en sociaal emotionele problematiek. Zij krijgt leerlingen aangemeld via de zorgcoördinator Taken en aandachtspunten: Helpen van leerlingen met gedrags- en sociaal emotionele problemen Kunnen formuleren van hulpvragen Kunnen observeren en analyseren Kunnen opstellen van een handelingsplan Zelf handelingsplannen kunnen uitvoeren Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Het toepassen van de juiste gesprekstechnieken Het kiezen van passende hulpmaterialen en methoden Het coachen van mentoren/vakdocenten bij de uitvoer van handelingsplannen Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Contact met ouders onderhouden over begeleiding Dyslexiecoach: T. Kamstra De dyslexiecoach is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het dyslexiebeleid van de school. Taken en aandachtspunten: Docenten informeren over dyslectische leerlingen Kennis hebben van het “Landelijk protocol dyslexie”, en ontwikkelingen rondom dyslexie Kennis van hulpmiddelen en materialen voor dyslexie Opstellen van dyslexiepaspoorten en toezien op uitvoering Examenfacilitering voor dyslectische leerlingen regelen en toe zien op uitvoering Verzorgen van faciliteiten en compenserende mogelijkheden voor dyslectische leerlingen Begeleiden van leerlingen met dyslexie Kunnen diagnosticeren van vermoedens dyslexie Afnemen van en analyseren van de toetsen van het vooronderzoek Onderzoek dyslexie regelen Kennis van de hulpmaterialen en methoden Het coachen van mentoren/vakdocenten bij de uitvoer van dyslexiemaatregelen Aanspreekpunt voor docenten, leerlingen en ouders met vragen over dyslexie Contact met ouders onderhouden over dyslectische leerlingen
Locatie Buitenpost
18
Zorgplan Intern begeleider De intern begeleider is de eerste aanspreekpunt voor de LGF leerling, de ouders en docenten op school. Zorgt voor opstellen en uitvoeren van zaken waardoor de leerling goed binnen de school kan functioneren. Het begeleiden van leerlingen met een LGF indicatie. De intern begeleider stelt n.a.v. dossieronderzoek en gesprekken met de leerling, ouders en vooral de ambulant begeleider, observaties e.d. een aantal hulpvragen en een uitgebreid individueel handelingsplan, specifiek gericht op de problematieken en hulpvragen van de leerling. De intern begeleider beschikt over kennis op het gebied van specifieke gedragsstoornissen en sociaal emotionele problematiek. Zij krijgt leerlingen aangemeld via de zorgcoördinator. Taken en aandachtspunten: Intensief begeleiden van LGF leerling Toezien op uitvoering en afspraken Facilitering van materialen verzorgen Kunnen formuleren van hulpvragen Kunnen opstellen van een handelingsplan Zelf handelingsplannen kunnen uitvoeren Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Het toepassen van de juiste gesprekstechnieken Het kiezen van passende hulpmaterialen en methoden Het coachen van mentoren/vakdocenten bij de uitvoer van handelingsplannen Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Contacten onderhouden met ambulant begeleiders Contacten onderhouden met externe hulpverleners Contact met ouders onderhouden over begeleiding Studiebegeleider De studiebegeleider geeft studiebegeleiding aan een kleine groep leerlingen op gebied van Taal en rekenen met als doel de bestaande achterstanden in de basisvaardigheden weg te werken. Zij krijgt leerlingen aangemeld via de zorgcoördinator. Helpen van leerlingen met leerproblemen Inzicht in leerprocessen van de basisvaardigheden Kunnen diagnosticeren van leermoeilijkheden Analyseren van deze gegevens Kennis van de hulpmaterialen en methoden Zelf handelingsplannen kunnen uitvoeren Het evalueren van de opgestelde handelingsplannen Het afnemen van eventuele toetsen/testen Doorverwijzen van leerlingen naar Remediale hulp
Locatie Buitenpost
19
Zorgplan
Zorgleerlingen Per 1 augustus 1999 kunnen leerlingen die extra begeleiding of onderwijs nodig hebben om een van de leerwegen af te sluiten, toegelaten worden tot Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). Het doel daarbij is de leerling zo te ondersteunen dat deze in staat is, zijn of haar opleiding in het secundair beroepsonderwijs voort te zetten. Het LWOO is bestemd voor leerlingen voor wie vast staat dat zij ortho-didactische of orthopedagogische hulp nodig hebben. Om Leerweg Ondersteunend Onderwijs te mogen ontvangen, moet er voor de leerling altijd een beschikking worden afgegeven door de Regionale VerwijzingsCommissie (RVC). Daarvoor zijn ‘harde gegevens’ nodig. Om leerlingen voor het LWOO te kunnen onderscheiden wordt er bij aanmelding een test gedaan. Deze test meet de eventuele leerachterstanden, het IQ en de indicaties voor eventuele sociaal emotionele problemen. Veelal wordt deze aanvraag gescreend door de Permanente Commissie Leerlingenzorg; in Friesland zijn er momenteel nog 4 samenwerkingsverbanden waarvan er in de toekomst waarschijnlijk nog 3 zullen zijn door de herinrichting. In september 2013 zullen de bestuurlijke veranderingen van start gaan en gaat Nordwin College locatie Buitenpost naar Samenwerkingsverband Zuid- Oost Friesland. De PCL heeft een adviserende rol naar scholen, vooral wanneer verwijzing naar een andere school (Plaatsing REC’s) buiten het samenwerkingsverband aan de orde is. Ook is het aannemelijk dat meer leerlingen uit zogenaamde clusterscholen (1 t/m 4) via Leerling Gebonden Financiering (‘het rugzakje’) aanspraak gaan maken op een plek binnen de school. De specifieke problemen die deze leerlingen met zich mee kunnen brengen, zal een extra beroep doen op docenten en begeleiders. Om zorgleerlingen goede ondersteuning te geven is er op het Nordwin College, locatie Buitenpost een zorgteam samengesteld. Dit zorgteam heeft extra zorg voor deze leerlingen en waakt voor hun schoolprestaties en schoolloopbaan. Wat zijn onze zorgleerlingen op het Nordwin College: Leerlingen met een LWOO-indicatie op basis van cognitieve leerachterstanden; Leerlingen met een LGF op basis van een gedragsstoornis of handicap; Dyslectische leerlingen; Leerlingen met sociaal emotionele en/of gedragsproblemen
Leerlingen met een LWOO-indicatie: Op basis van IQ en mate van leerachterstanden (eventueel veroorzaakt door een sociaal emotionele problematiek) wordt er extra geld toegekend aan deze leerlingen. Het geld dient ten goede te komen aan de leerling en moet als doel hebben de leerachterstanden van de leerlingen binnen het VO zodanig te verkleinen dat ze het reguliere VMBO- diploma kunnen halen. Binnen het Nordwin College, locatie Buitenpost is er voor gekozen de nadruk te leggen op specifieke begeleiding binnen de eerste twee jaar van de opleiding. Hierdoor kan de leerling in de daarop volgende leerjaren optimaal profiteren van de aangeboden leerstof. Locatie Buitenpost
20
Zorgplan Kenmerken van deze leerlingen (kunnen) zijn: Korte spanningsboog (taakgerichtheid) Niet structureel kunnen werken Moeite met plannen van taken Moeite met zelfstandig werken Veel persoonlijke aandacht nodig Veel extra uitleg van lesstof nodig Motivatie laag; positieve aansporing nodig Negatief zelfbeeld/faalangst/sociaal emotionele problematiek Wat hebben deze leerlingen nodig: Structuur in leesstof, aanpak, benadering Begeleiding in aanpak lesstof/taak (korte taken) Specifieke uitleg; extra hulp Persoonlijke contacten/aandacht Succeservaringen Het Nordwin College biedt het volgende voor deze leerlingen: Persoonlijk betrokken docenten Mentoren met hart voor deze leerlingen Extra cognitieve begeleidingsmogelijkheden (Studiebegeleiding/ Remediale hulp) Extra sociaal emotionele begeleiding ( Coachgesprekken/ counseling) Leerstof op niveau Methoden met duidelijke structuur en werkwijze Zorgen voor succes ervaringen Structuur brengen in het werken(bv. dagtaken i.p.v. weektaken) Opstellen van handelingsplannen individueel/groepsniveau Begeleiding van fundamentele processen en basisvaardigheden Beperkt aantal leerlingen in de groep
LGF-leerlingen Op basis van een vastgestelde gedragsstoornis of handicap wordt er extra geld toegekend aan de leerling(Leerling Gebonden Financiering/Rugzak). Dit geld moet worden besteed aan extra begeleiding van en/of hulpmaterialen voor de leerling binnen de school. De leerling krijgt ambulante begeleiding van een externe begeleider. De ouders vragen LGF aan voor hun kind. In een handelingsplan moet worden vastgelegd wie de leerling begeleid en wat er wanneer en door wie wordt gedaan. Een interne begeleider maakt en bewaakt het handelingsplan, voert overleg met de ambulant begeleider, ouders, leerling en mentor.
LGF leerlingen zijn leerlingen met visuele problematiek, auditieve- of taal/spraakproblematiek, fysieke problematiek of gedragsstoornissen. Deze leerlingen kunnen binnen elke leerweg aanwezig zijn. Er is dus geen concentratie van leerlingen met gedragsproblematieken binnen een bepaalde groep. Deze leerlingen worden het volgende geboden: Locatie Buitenpost
21
Zorgplan
Docenten die kennis hebben van de specifieke problematiek van de leerling en hier in de lessituatie op in kunnen spelen. Een mentor/coach welke frequent een gesprek met de leerling heeft. Een intern begeleider die een gesprek/begeleidingsmoment met de leerling heeft. (Afhankelijk van de geldelijke toekenning;1 of 2 uur per week) Specifieke aanpassingen e/ of afspraken die zijn opgesteld in een persoonlijk handelingsplan
Bij toelating van leerlingen met een LGF zullen de hulpvragen van de leerling geïnventariseerd moeten worden. Hierna zal een afweging volgen of en hoe de specifieke zorg geboden kan worden.
Zorgaanbod Alle leerlingen die instromen (voornamelijk in klas 1) worden met behulp van de beschikbare gegevens geselecteerd in niveau groepen. De niveaugroepen worden samengesteld door de teamleider en de zorgcoördinator. De gegevens hiervoor zijn: Gegevens toeleverende school; LVS, onderwijskundig rapport, toegegeven, informatie schoolbezoek) Gegevens LWOO test Screeningsgegevens Aanvullende testen Advies toeleverende school, ambulant begeleiders Informatie ouders Op basis hiervan worden aandachtspunten geformuleerd of worden er aanvullende toetsen uitgevoerd om tot een nadere selectie van risicoleerlingen te komen. Een risicoleerling (een leerling waarbij met grote waarschijnlijkheid al vast staat dat deze specifieke problemen heeft) komt terecht in de leerlingenzorg. Er wordt een klassikaal handelingsplan gemaakt waarin staat aangegeven welke hulp elke individuele leerling nodig heeft. Voor elke leerling wordt een individueel plan gemaakt. De leerling kan worden ingedeeld bij: Studiebegeleiding, Remediale hulp (RH), Dyslexiehulp, Counseling, Interne begeleiding ( LGF begeleiding) extra hulp door de coach, extra hulp door de docenten. Specifieke training
Procedure leerlingbegeleiding is opgenomen in de bijlage.
Locatie Buitenpost
22
Zorgplan
Cognitieve begeleiding: Studiebegeleiding Voor alle leerlingen wordt er op het Nordwin College een reteachings of verdiepingsprogramma aangeboden. We noemen dit studiebegeleiding. Het is een ingeroosterd uur waarbij aan een groep specifieke, individueel gerichte, hulp geboden wordt. Er zijn tijdens studiebegeleiding drie aandachtspunten Aandachtspunt 1. Werken aan achterstanden in basisvaardigheden Aandachtspunt 2. Werken aan vakspecifieke achterstanden Aandachtspunt 3. Plustaken De leerkrachten bieden gedurende een lesuur efficiënte begeleiding bij het werken aan de individuele – en/of groepshiaten. Dit zijn telkens blokken van acht weken. In de groepsplannen staan de leerlingen aangegeven die SB krijgen. Ook staat er een handelingsplan SB voor de leerling in ditzelfde overzicht. De vorderingen worden geëvalueerd tijdens de leerlingbespreking.
Screening In mei van ieder schooljaar vindt er een screening plaats voor de leerlingen die in het eerste jaar van het AOC willen instromen. Deze screening is bedoeld om als school zicht te krijgen op het cognitieve vermogen van de basisvaardigheden van de leerling, op het gebied van Nederlands en rekenen/wiskunde. De resultaten geven onder andere weer in welke klas de leerlingen ingedeeld moeten worden. Maar het voornaamste van de screening is dat hiaten zichtbaar worden. Deze toets bestaat uit de onderdelen: Dictee (uit het landelijk protocol voor Dyslexie) Begrijpend lezen Woordenschat Technisch lezen (Aarnoutsen) Rekentoets (Bekada Met behulp van de losse toets onderdelen van de screeningstoets worden de vorderingen gemeten. Wanneer de leerling een boekje heeft doorlopen wordt hij/zij afgetoetst. Gegevens worden ingevuld in het schema van de screening. Het de leerling boven de norm gescoord dan gaat de leerling door met het volgende onderwerp uit het handelingsplan. Wordt er onder de norm gescoord, dan wordt de leerling aangemeld bij de zorgcoördinator voor verder onderzoek bij Remediale hulp Alleen bij het onderdeel spelling wordt tijdens de SB –lessen nader onderzoek gedaan. Er wordt een analysedictee gehouden waarop de oefeningen worden afgestemd. Evaluatie gebeurd door afname van een onderdeel van het analysedictee. De aandachtspunten van studiebegeleiding zijn als volgt uitgewerkt: Aandachtspunt 1. Werken aan achterstanden in basisvaardigheden Locatie Buitenpost
23
Zorgplan • • • • • • •
N.a.v. toets-gegevens Reken- , taal- , hulp bij Engels, werkhouding- en sociaal emotionele hulp Kleine groep met dezelfde problematiek Specifieke leerstof/methoden Specifieke deelgebieden opnieuw aanbieden Individuele- en groepsactiviteiten Dyslexieonderzoek/begeleiding
Aandachtspunt 2. Werken aan vakspecifieke achterstanden • N.a.v. behaalde resultaten en leerling besprekingen • Door vakdocent Aandachtspunt 3. Plustaken • N.a.v. behaalde resultaten/ leerling besprekingen • Vaardigheden en praktische toepasbaarheid van leerstof oefenen in Projecten De modulen die aangeboden kunnen worden bij elk aandachtspunt zijn Aandachtspunt 1 Taal • Spelling/technisch lezen ( ook dyslexietraject) • Begrijpend lezen/woordenschat • Grammatica • Werkwoordspelling Rekenen • Automatiseren • Metriek • Breuken • Procenten Engels • Woordenschat/ Leesvaardigheid
Aandachtspunt 2 • Vakspecifieke hulp Aandachtspunt 3 •
Plustaken: opstellen en uitvoeren van praktische projecten in groepsverband met een zelfreflectie opdracht
Dyslexietraining • Coaching • Taakaanpak • Gebruik compensatiematerialen Zelfstandig werken Sociaal emotioneel • Mission Possible • Sterke Yerke • Examenvrees reductie
Locatie Buitenpost
24
Zorgplan
Remediale Hulp Een intensievere vorm van begeleiding is de remediale hulp, in de wandelgangen ook wel RH genoemd. Bij deze vorm van begeleiding wordt er aan de leerling intensieve individueel hulp geboden. Leerlingen die voor deze hulp in aanmerking komen zijn meestal leerlingen waarvan gebleken is dat ze op een bepaald gebied een flinke achterstand hebben of dat ze kampen met een specifiek probleem. Tijdens de Remediale hulp wordt voornamelijk hulp geboden op gebied van technisch lezen en de zeer basale rekenvaardigheden optellen en aftrekken. Technisch lezen Doel bij technisch lezen is leerlingen op minimaal AVI 9 (8) te laten lezen zodat ze tijdens het begrijpend lezen geen hinder ondervinden van hun lage tempo en beter tot begrip van de tekst komen. Methode die gebruikt wordt is: specifieke leesbegeleiding van Luc Koning. Ook het computerprogramma Flits wordt ingezet. Procedure: Er worden eerst AVI toetsen afgenomen om het huidige niveau te meten. Er wordt dan ook gelet op leestempo, fouten, begrip, melodisch aspect e.d. Deze gegevens worden genoteerd opeen diagnoseformulier dat tevens als handelingsplan wordt gebruikt. Hierop kan namelijk worden aangegeven welk leespakket de leerling nodig heeft en welke lees strategieën aangeboden moeten worden. Hierna kan de begeleiding starten. Vorderingen worden getoetst met d AVI-toetsen en worden bijgehouden in het mapje van de leerling. Rekenen De toets die gebruikt wordt om meer inzicht te krijgen in de denk- en oplossingsstrategieën bij het rekenen de leerling komt uit de methode Bakker/Rennes. Hierdoor wordt duidelijk op welk niveau de begeleiding kan starten. Ook wordt er een rekendictee gegeven waaruit strategieën duidelijk worden. Met behulp van het programma “Rekenwerk” en ”Met sprongen vooruit” worden leerlingen handigere rekenstrategieën aangeleerd. Ook het splitsen van getallen wordt aangeboden met splitskaarten. Evaluatie van de rekenhulp wordt gemeten met de losse onderdelen van de onderdelen van de screeningstoets (Bekada) Tijdens de leerlingbespreking wordt de RH geëvalueerd. Er wordt gekeken naar de vooruitgang. Als er leerlingen zijn die blijven hangen, hun doel hebben bereikt of toch iets anders nodig hebben, wordt er geëvalueerd en een (eventueel) nieuw plan opgesteld. Materialen die gebruikt worden staan in de orthotheek (bij het zorgkantoor)
Een matrix voor de indeling studiebegeleiding is opgenomen in de bijlage
Locatie Buitenpost
25
Zorgplan
Dyslexie Voor leerlingen met een dyslexieverklaring zijn diverse faciliteiten en compensatiemogelijkheden beschikbaar. Gewerkt wordt volgens de uitgangspunten die in het dyslexieprotocol te vinden zijn. P.c. Samenwerkingsverband Noordoost- Friesland, in 2002 opgesteld door een werkgroep o.l.v. Pyt Nauta. De individuele aanpassingen staan vermeld in het dyslexiepaspoort van iedere dyslectische leerling. Er is een dyslexiecoach aangesteld die zorg draagt voor het toekennen en uitvoeren van de nodige facilitering. Voor een aantal van deze leerlingen is extra begeleiding gewenst, omdat het werken in heterogene groepen veel extra inzicht en vaardigheid vergt van het zelfstandig (technisch)lezen en begrijpen van teksten en opdrachten (ook bij andere talen). Alle dyslectische leerlingen krijgen een dyslexiepaspoort waarop de specifiek geldende faciliteiten en compenserende middelen voor leerling genoemd zijn. Begeleiding is afhankelijk van de hulpvraag van de leerling en de mate van belemmering die de leerlinge ondervindt door de dyslexieproblematiek. Afwegingen op dit gebied worden gedaan door de dyslexiecoach in overleg met de zorgcoördinator.
Het dyslexieprotocol waarmee op het Nordwin College wordt gewerkt is opgenomen in de bijlage Dyscalculie Dyslcalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen berekenen’. Het is net als bij Dyslexie in feit een andere term voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden, die niet worden veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. Bij dyscalculie gaat het om ernstige en hardnekkige problemen met het leren en vlot en accuraat toepassen van reken- en wiskundekennis. Op het Nordwin College zijn de docenten rekenen en wiskunde en de remediale hulpverleners op de hoogte van de problemen van dyscalculie. Er is alleen een mogelijkheid de leerling te begeleiden binnen de remediale hulp. Er is nog geen protocol ten aanzien van dyscalculie, binnen het huidige samenwerkingsverband wordt er gewerkt aan een dyscalculie protocol
Locatie Buitenpost
26
Zorgplan
Sociaal emotionele begeleiding: De afgelopen jaren is er op het Nordwin College, locatie Buitenpost een toename te zien van leerlingen waarbij sociaal emotionele problematiek een rol speelt binnen het cognitief en sociaal functioneren. Hoewel er geen specifieke gelden toegekend worden aan deze leerlingen wordt er vanuit het zorgbudget een investering gedaan om deze leerlingen de nodige hulp te bieden binnen de school. Te denken valt aan extra coachgesprekken, begeleiding door een counselor, sociale vaardigheidstranig, faalangstreductie training /examenvrees training. Meest voorkomende sociaal emotionele problemen op het Nordwin College zijn ADHD, Autisme en aan autisme verwante stoornissen, ODD, Eetproblemen, Agressie, Faalangst, Kindermishandeling Voor leerlingen met sociaal emotionele problematieken werkt het Nordwin college met het volgende stappenplan. Stappenplan sociaal emotionele problematiek 1) Direct aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt een zorgvergadering per leergroep gehouden waarin alle leerlingen worden besproken en specifieke afspraken worde gemaakt voor leerlingen met S.E.prolemen. 2) Iedere leerkracht heeft het boekje: “leerlingen met een specifieke hulpvraag” in bezit. Ze worden geacht dit boekje bij zich te hebben en bij problemen zelf dit boekje ook te raadplegen. 3) Leerlingen waarvan het bekend is dat ze S.E. problemen hebben(zie dossier), extra in de gaten houden 4) Gesignaleerd gedrag door leerkrachten/begeleiders noteren 5) Leerlingen met problemen in en vanuit leerlingbespreking noteren: wat valt er concreet op? 6) Deze genoteerde leerlingen worden besproken in het zorgteam. Dit is eerst in het kleine zorgteam. Als deze hulp nodig heeft van de externe deskundigen worden de leerlingen in het grote zorgteam besproken. 7) Zorgdossier van de besproken leerlingen aanmaken. 8) Notities altijd in het zorgdossier van de leerling opbergen, zodat alles is beschreven/concreet is gemaakt. 9) Zorg uitspreken naar de ouders. Komen met concrete voorvallen. Eventueel het gemaakte dossier laten lezen. Ouders altijd betrekken bij problemen, zodat zij niet overgeslagen worden. 10) Eventueel worden de leerlingen doorverwezen naar vertrouwenspersoon/counselor (zorgcoördinator) voor gesprek 11) vertrouwenspersoon/counselor (zorgcoördinator) stelt eventueel hulpvragen op en indien nodig geeft hij/zij aanwijzingen voor begeleiding 12) Opstellen van een handelingsplan door counselor/zorgcoördinator 13) Uitvoeringen en de evaluatie handelingsplan wordt gecoördineerd door de zorgcoördinator 14) Verslag evaluatie in zorgteam door de zorgcoördinator 15) Vervolgtraject opstellen door counselor 16) Alle genomen stappen komen terecht in het (schaduw) dossier van de leerling. Dit is nodig voor een goede overdracht.
Locatie Buitenpost
27
Zorgplan De manieren van begeleiding van een leerling met sociaal emotionele problematieken, waarmee op het Nordwin College wordt gewerkt, staan hieronder beschreven Coachgesprekken De mentor heeft extra tijd om met leerlingen die dat nodig hebben extra individuele gesprekken te voeren. Afweging ligt hierbij bij de mentor zelf, al kan het ook op verzoek van de zorgcoördinator of het zorgteam plaatsvinden. Counseling: Een leerling die hulp nodig heeft op sociaal emotioneel gebied kan op basis van de verkregen informatie door de zorgcoördinator ingedeeld worden voor counseling. Het gaat dan om tijdelijke begeleiding op sociaal emotionele of gedragsmatige aspecten. Gedurende het jaar kunnen leerlingen in aanmerking komen voor counseling door bespreking en verwijzing vanuit het zorgteam. LGF begeleiding Een leerling met een LGF toekenning krijgt aan het begin van een schooljaar een intern begeleider toegewezen. Deze begeleider is eerste aanspreekpunt voor leerling. Ook is zij aanspreekpunt voor docenten en ouders in de school voor wat betreft de LGF leerling. Voor elke LGF leerling wordt een uitgebreid specifiek handelingsplan geschreven. Dit gebeurt in overleg met de ambulant begeleider en ouders. Leerlingen met een rugzak/LGF hebben een ambulant begeleider. Ambulant begeleiders helpen leerlingen, hun ouders en hun leerkrachten bij de onderwijssituatie van het kind, zoals het omgaan met de beperking en het deelnemen aan de lessen. De ambulant begeleider kan ook het team leerkrachten en eventueel de klasgenoten voorlichten over de beperking en hoe daarmee om te gaan. Daarnaast geeft de ambulant begeleider advies aan de leerkracht over bijvoorbeeld zichtbaar spreken in de klas en denkt hij mee over zaken die het voor de leerling makkelijker maken om de lessen te volgen. Ook adviseert hij de leerkracht bij het opstellen van een handelingsplan. De ambulant begeleider omschrijft, in overleg met ouders en school, in een apart begeleidingsplan hoe de ambulante begeleiding voor de leerling eruit gaat zien. De begeleiding is structureel en navenant de bekostiging voor de leerling (1 of 2 uur per week; afhankelijk van LWOO toekenning) Sociale vaardigheidstraining De sociale vaardigheidstraining “Sterke Yerke” wordt gegeven aan leerlingen die weinig zelfvertrouwen hebben en op sociaal gebied weinig vaardigheden bezitten. Leerlingen die hiervoor in aanmerking komen worden geselecteerd door de mentoren en doen dit in overleg met de leerkrachten en begeleiders. Leerlingen worden gesignaleerd, geobserveerd en daarna vindt er een gesprek plaats met de ouders. Deze herkennen veelal het probleem bij de leerlingen. Tevens wordt er uit de SVL (schoolvragenlijst) informatie gehaald en hieruit wordt een diagnose gesteld. Locatie Buitenpost
28
Zorgplan Bij SVT zijn de volgende punten van belang: 1) vertrouwen 2) bewustwording 3) gevoelens 4) weerbaarheid Examenvreesreductietraining Examenvreestraining wordt gegeven aan leerlingen uit klas (3 en ) 4. Deze training richt zich op het verminderen van de angsten ten aanzien van de naderende examens. Deze training wordt jaarlijks gedaan met leerlingen die zijn opgegeven door ouders, leerkrachten of de leerlingen zelf. Binnen het Nordwin College zijn een aantal externe hulpverleners die ook sociaal emotionele hulp verlenen. Dit zijn de sociaal verpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker, de onderwijsassistente Renn4 en de ambulant begeleider Renn4. Gespreksvoering met externen gaat via het zorgteam en in overleg met ouders.
In de bijlage is de zorgkaart opgenomen waarbij in het kort wordt weergegeven hoe de sociaal emotionele begeleiding vorm krijgt op het Nordwin College, locatie Buitenpost. Pluskaart Op de school is een pluskaart systeem opgezet voor leerlingen met storend gedrag. Algemeen uitgangspunt en doelstelling Bij de aanpak van storend gedrag gaan wij uit van een positieve benadering van de leerling. We proberen het negatieve gedrag te specificeren en het tegenovergestelde gewenste gedrag te bewerkstelligen. Dit door een kind er op aan te spreken wanneer hij/zij het gewenste gedrag laat zien en dit te noteren op een PLUS-kaart. Met de leerling wordt afgesproken welk specifiek gedrag extra aandacht zal krijgen, gedurende een bepaalde periode. Door een zelfcontrolesysteem (de Pluskaart) zal de leerling zich bewust worden van de positieve gedragingen welke hij/zij laat zien. Door deze ervaringen en de positieve feedback van de leerkracht wordt positief gedrag bij de leerling bevorderd. Werkwijze PLUS kaart Vanuit de leerlingbespreking, het zorgteam of via de mentor kan een leerling naar voren worden gebracht die in aanmerking zou kunnen komen voor het werken met de PLUS-kaart. Het gaat hierbij dan om leerlingen met urgente problemen die zich voordoen bij diverse situaties. Met de mentor van de betreffende leerling zal worden doorgesproken welk specifiek storend gedrag de leerling laat zien en welk gedrag wenselijk is. Gedurende een week zal een bepaald positief gedrag het aandachtspunt vormen waar de leerling extra op moet letten en waar de leerling extra op moet letten en waar de leerling zich extra voor in moet zetten. Met de leerling wordt dit punt Locatie Buitenpost
29
Zorgplan duidelijk besproken. Op de PLUS-kaart die de leerling mee neemt naar elke les, staat dit aandachtspunt ook genoteerd. Ook de betreffende vakdocenten moeten op de hoogte worden gebracht van de aandacht die aan bepaald gedrag zal worden besteed. Het is de bedoeling dat de leerkracht, tijden de les, de leerling er op wijst wanneer dit positieve gedrag zich voordoet. De leerling mag dan een “plus” noteren op de pluskaart, op de dag en het uur dat er les gegeven wordt. Aan het einde van de les geeft de docent een beoordeling over het vertoonde gedrag en de inzet die getoond is om het afgesproken aandachtspunt te behalen. Dit gebeurt door het omcirkelen van een cijfer (1-slecht t/m 5- goed) op de PLUS-kaart en ook wordt er een paraaf gezet. Er is ook plaats om aan te geven of er verder overleg met de begeleiders nodig is. Aan het einde van elke lesdag zal de PLUS-kaart worden besproken met de leerling. Wanneer een leerling toch storend gedrag laat zien, direct corrigeren en wijs hem/haar direct op het gewenste gedrag. Consequent blijven en proberen de aanpak door te zetten.
De PLUS-kaart is te vinden in de bijlage. Pestprotocol Het Nordwin College is momenteel druk bezig om het bestaande pestprotocol te actualiseren. Er zijn momenteel veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van pesten denk aan cyberpesten. Het pestprotocol is daarom niet meegenomen in de bijlage maar ligt op school ter inzage. Het Nordwin College werkt met het handboek samen leven, samen doen.
Locatie Buitenpost
30
Zorgplan
Samenwerkingsverband
De situatie die hieronder is beschreven is de situatie zoals er nu wordt gewerkt op het Nordwin College. Per schooljaar 2013-2014 zit het Nordwin College in een ander samenwerkingsverband. Dit zal inhouden dat er eventueel veranderingen zijn ten aanzien van onderstaande informatie. Te zijner tijd passen wij deze informatie aan.
Nordwin College, Buitenpost werkt nauw samen met andere scholen voor voortgezet onderwijs uit de regio. Men werkt samen op het gebied van de leerlingenzorg, in een zogenaamd Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs. Toekennen van zorggelden, opstellen van regionale zorgplannen, afstemming van afspraken binnen de regio, samenwerken op gebied van toetsen, aanmelden en verwijzen en volgen van landelijke en provinciale zorgontwikkelingen zijn de kern activiteiten. De directeur heeft zitting in de stuurgroep en de zorgcoördinator in de werkgroep van het samenwerkingsverband. De deelnemende scholen aan het SWV Noordoost Friesland zijn: 1. J.J. Bouwmanschool te Dokkum, praktijkonderwijs 2. C.S.G. Lauwerscollege te Buitenpost, Grijpskerk, Kollum en Surhuisterveen 3. Insp. Boelensschool te Schiermonnikoog 4. Burgemeester Waldaschool te Ameland 5. Dockinga College te Dokkum en Ferwert 6. Nordwin College te Buitenpost 7. Chr. MAVO de Saad te Damwoude Coördinator is Pyt Nauta Expertiseteam
Het expertiseteam van het samenwerkingsverband bestaat uit: Carla Duineveld orthopedagoge Marjan Bode; orthopedagoge/psychologe Vanuit de school kan een beroep worden gedaan op de expertise van de orthopedagogen. De zorgcoördinator verzorgt de contacten en kan via het aanvraagformulier een consult aanvragen. Rebound Het samenwerkingsverband beschikt over een reboundvoorziening. Deze is gevestigd in Zwaagwesteinde. De Rebound is een tijdelijke time-out situatie voor leerlingen van de scholen van het samenwerkingsverband. De leerling krijgt gedurende een periode van maximaal 12 weken zeer intensieve begeleiding en onderzoeken, waarbij terugplaatsing naar de school van herkomst het doel is. De leerling krijgt door deze time-out de kans op een nieuwe start. Bij de Rebound wordt ook een traject vanuit schoolmaatschappelijk werk en jongerenwerk aangeboden. Hierdoor spreken we van een Rebound- plus situatie De verwijzing naar de rebound gaat via de PCL.
Locatie Buitenpost
31
Zorgplan
Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)
Elke school heeft een vertegenwoordiger in het samenwerkingsverband en samen vormen ze de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) De groep is medeverantwoordelijk voor de indicatie en toelating van leerlingen tot extra zorg(leerwegondersteuning), en de besteding van het zorgbudget. De PCL geeft adviezen en zet trajecten uit voor zorgleerlingen. Belangrijke taak is ook verwijzing naar de reboundvoorziening. Evaluatie van trajecten van verwezen leerlingen is een vast onderdeel van de besprekingen. De voorzitter van de PCL heeft teven zitting in het RMC consultatieteam. De zorgcoördinator is lid van de PCL De PCL vergadert 2 keer per maand; 1 keer PCL, 1 keer PCL + zorgpartners (ZAT) De PCL bestaat uit: Coördinator SWV Zorgcoördinatoren scholen Coördinator Rebound Orthopedagoge Aanmelding van een leerling voor de PCL gebeurt met standaardformulier door de zorgcoördinator. Overkoepelend ZAT 1 keer per maand overlegt de PCL met vertegenwoordigers van zorgpartners uit de regio. Er wordt informatie uitgewisseld en trajecten ingezet, versneld of op elkaar afgestemd. Hierdoor wordt de doelstelling “1 leerling, 1 plan” geprobeerd te verwezenlijken. Het ZAT bestaat uit vertegenwoordigers van):
PCL Jeugdgezondheidszorg (schoolarts) Kinnik ( GGZ) Ambulant begeleider Renn4 /Sensor Jeugdpolitie Leerplichtambtenaar Schoolmaatschappelijk werker GGD
Locatie Buitenpost
32
Zorgplan
Locatie Buitenpost
33
Zorgplan
Bijlage 1 VMBO LWOO
LWOO 90+
LWOOtegenstrijdige criteria PRO
overzicht aanname criteria en de checklist Schoolvorderingen; geen leerachterstanden BL/RE IQ hoger dan 90 Schoolvorderingen; 2 leerachterstanden waarvan minimaal 1 inzichtelijk IQ tussen 90 en 80 IQ hoger dan 90 Schoolvorderingen; 2 leerachterstanden waarvan minimaal 1 inzichtelijk Sociaal emotionele belemmeringen op 2 gebieden blijkend uit 2 verschillende toetsen of testgegevens; totaalverklaring soc. emot. Belemmering door orthopedagoog. IQ tussen 75-80 Schoolvorderingen op LWOO gebied IQ lager dan 80/75 + Schoolvorderingen LWOO/PRO IQ hoger dan 80 + PRO leerachterstanden
Checklist aannamecriteria /afwegingen: Schoolvorderingen Te compenseren Te remediëren Extra hulpmogelijkheden Belemmeringen testsituatie Intelligentieniveau Extra gegevens Discrepantie Belemmeringen in testsituatie Werkhouding Coachbaar Basis thuiswerken Compensatie mogelijkheden Gedag coachbaar veiligheid lln. Veiligheid groep Extra middelen Extra Motivatie Thuissituatie Coöperatie ouders
Conclusie Locatie Buitenpost
34
Zorgplan
Bijlage 2
aanmelding klas 1
De leerlingen van groep 8 maken in januari of februari de Cito-toets of de drempeltoets op de basisschool. Als bij een leerling de score van de Cito-toets onder de 521 uitvalt of bij de drempeltoets onder de 69, dan wordt de leerling aangemeld voor de LWOO-test (Compaz-test). Belangrijk is dat de leerling voor 15 maart via het aanmeldingsformulier
aangemeld wordt voor deze test
Aan de hand van de LWOO-test wordt bepaald of de leerling in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Op ……………….wordt deze LWOO-test bij ons op het AOC gehouden. De opgegeven leerling wordt hiervoor persoonlijk uitgenodigd. Tevens gaat er een brief met de nodige informatie naar de desbetreffende basisschool. De uitslagen van de afgenomen LWOO-testen komen in de maand mei binnen op het AOC. Naast de LWOO-test worden alle aangemelde leerlingen getest door middel van de zogenaamde screenings-test. Deze test is bedoeld om te zien welke leerlingen eventueel in aanmerking komen voor extra hulp binnen het AOC. Aan de hand van alle testuitslagen en de informatie van de basisscholen wordt door de toelatingscommissie van het AOC gekeken welke leerlingen in aanmerking komen voor toelating. Aan de hand van de aannamecriteria wordt gekeken of de leerling wordt aangenomen of moet worden afgewezen. Met de ouders van de leerlingen die worden afgewezen, wordt contact opgenomen. Er wordt met ouders gekeken naar andere mogelijkheden. Ook met de school van herkomst van deze leerling wordt contact opgenomen. De ouders ontvangen aan brief met daarin vermeld de reden van afwijzing. De ouders van de toegelaten leerlingen ontvangen een brief De niveaubepaling van de toegelaten leerlingen, plaatsing op het niveau van de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg*, vindt plaats in overleg met de basisschool. Kort voor de zomervakantie krijgen de ouders bericht over het niveau waarop de leerling geplaatst wordt. Ook worden de leerlingen op school uitgenodigd om kennis te maken met de mentor en de klasgenoten. * NB. Het niveau van de gemengde leerweg is gelijk aan het niveau van de theoretische leerweg.
Locatie Buitenpost
35
Zorgplan
Bijlage 3 School: Naam inbrenger: Functie: Datum:
Inbrengformulier Zorgteam Nordwin College Buitenpost
Naam: Geb. datum: Adres +woonplaats Klas: Mentor:
1. Verduidelijking situatie (Omschrijving van: schoolsituatie, thuissituatie, informatie van derden, eigen indrukken, concreet waarneembare aspecten, vaststelling stoornissen etc.)
2. Overzicht ondernomen acties
(Wat is er tot nu toe gedaan en door wie. Informatie uit dossier.)
3. Vraag aan het zorgteam (Wat is de specifieke hulpvraag? Waar moet het zorgteam naar kijken?)
Locatie Buitenpost
36
Zorgplan
4. Procedure (wat zijn de te nemen stappen? Wie doet wat? Wie is eindverantwoordelijk? Wat zijn afspraken? Welk tijdsbestek?)
Wie:
Wat:
Verantwoordelijkheid:
Tijdsbestek:
Locatie Buitenpost
37
Bijlage 4 Zorgplan
Locatie Buitenpost
procedure leerlingbegeleiding
38
Zorgplan
Bijlage 5
dyslexieprotocol Inleiding.
Voor u ligt het dyslexieprotocol van het AOC Buitenpost. In het eerste gedeelte vindt u algemene informatie over dyslexie. Het tweede gedeelte, vanaf hoofdstuk 4, laat zien hoe AOC Buitenpost omgaat met dyslexie. Dyslexie bestaat in verschillende gradaties. Sommige leerlingen zullen alle faciliteiten nodig hebben die voorhanden zijn, andere zullen zonder al te veel problemen hun schoolloopbaan afronden. Veel leerlingen willen ook niet opvallen t.o.v. hun medeleerlingen doordat zij het etiket “dyslectisch” hebben gekregen. Het is daarom belangrijk dat leerlingen niet voortdurend met hun handicap geconfronteerd worden. Een positieve benadering van de leerling staat bij het Nordwin college VMBO-groen Buitenpost voorop, onder het motto: de hulpmiddelen zijn beschikbaar, maar gebruik ze alleen als het echt nodig is. De docenten spelen een belangrijke rol bij de begeleiding van de dyslectische leerling. Het ene vakgebied zal tegen andere problemen aanlopen dan het andere. Zo heeft AOC Buitenpost verschillende handleidingen beschikbaar voor docenten Nederlands, vreemde talen en wiskunde met tips hoe om te gaan met de dyslectische leerling. AOC Buitenpost gaat bij de begeleiding van dyslectische leerlingen ervan uit, dat het niet gaat om het verlenen van een gunst, maar om iets waar deze leerlingen recht op hebben. Voor de totstandkoming van dit protocol heb ik gebruik gemaakt van het dyslexieprotocol pc Samenwerkingsverband Noord Oost- Friesland, in 2002 opgesteld door een werkgroep o.l.v. Pyt Nauta. Buitenpost, juni 2012 Tjitske Kamstra
Locatie Buitenpost
39
Zorgplan
Inhoudsopgave Pagina 2 3 4 5
Inleiding Inhoudsopgave 1. Wat is dyslexie? 2. Kenmerken van dyslexie 3. Waar zijn dyslectische leerlingen aan te herkennen?
6
4.1 Signalering en onderzoek
7
4.2 De 3 fasen van signalering en onderzoek
8
5. De dyslexieverklaring 6. Regelingen 7. Dyslexie en de visie van Nordwin College Buitenpost
10
Bijlage 1: signaleringslijst dyslexie voortgezet onderwijs
11
Bijlage 2: De Tien “Geboodenlijst”
12
Bijlage 3: Dyslexiepaspoort
13
Bijlage 4: tijdplan dyslexiecoach
Locatie Buitenpost
40
Zorgplan
1. Wat is dyslexie? Een centrale vraag bij onderzoek en begeleiding van leerlingen met een lees/spellingachterstand is wanneer gesproken kan en mag worden van dyslexie. Zowel de ernst van de problemen als de intensiteit en duur van de begeleiding, die geboden zal moeten worden, zijn hierbij aan de orde. De commissie van de gezondheidsraad heeft dyslexie als volgt gedefinieerd: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of de schriftbeeldvorming (spellen). Aanvullende opmerkingen: a) De definitie staat in het teken van de classificatie, ofwel onderkenning van de stoornis. Daarmee wordt nog niets gezegd over mogelijke oorzaken. b) De definitie heeft uitsluitend betrekking op de stoornis zoals die zich manifesteert op vaardigheids- en procesniveau. Objectief waarneembaar gedrag in lezen en spelling staat centraal. c) Voor een stoornis in overwegend de spelling wordt geen aparte term gebruikt. d) De definitie beperkt zich expliciet tot het technisch lezen en spellen op woordniveau. Er wordt nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen technisch en begrijpend lezen. Problemen met het begrijpen van (schriftelijke) taal kunnen zich onafhankelijk van dyslexie voordoen. Problemen op beide fronten kunnen elkaar wel versterken. e) De nadruk wordt gelegd op de automatisering van de woordidentificatie en schriftbeeldvorming. Het hier bedoelde automatische proces kenmerkt zich door een grote snelheid en nauwkeurigheid, onbewuste uitvoering, minimale beslaglegging op de aandacht, moeilijk beïnvloedbaar zijn (bv. Door spanning). Dit centraal stellen van het automatiseringsproces in de definitie impliceert, dat er geen sprake kan zijn van een specifiek foutenprofiel. f) Zoals voor alle cognitieve vaardigheden, dient ook voor de ontwikkeling van de leesvaardigheid aan een aantal voorwaarden te worden voldaan: o Voldoende biologische rijping, mentale ontwikkeling en zintuiglijke mogelijkheden o Voldoende aanbod en instructie op het gebied van gesproken en geschreven taal g) De definitie richt zich op het problematisch verlopende automatiseringsproces. Is er uiteindelijk een redelijk niveau van lees- en spellingvaardigheid bereikt, dan is de moeizame ontwikkeling vaak nog herkenbaar bij taken, die nieuwe en complexe eisen stellen, zoals het lezen van nonsens- woorden. De lees- en spellingvaardigheid zijn geautomatiseerd wanneer de uitvoering ervan: o (nagenoeg) zonder bewuste controle verloopt o Slechts weinig verwerkingscapaciteit (aandacht) vraagt o Niet significant beïnvloed wordt door bemoeilijking van de taak (interferentie)
Locatie Buitenpost
41
Zorgplan o Kan steunen op kennis van het lange termijngeheugen, die snel en foutloos kan worden opgeroepen. Mensen met dyslexie bereiken het stadium van automatisering niet. De uitvoering verloopt bij hen moeizaam en traag. Wanneer de taak moeilijker wordt, bijvoorbeeld door tijdsdruk of toename van de complexiteit, leidt dit tot problemen. In plaats van de directe beschikking over kennis uit het lange termijngeheugen, is een omzetting nodig, die tijd kost en fouten uitlokt. 2. Kenmerken van dyslexie. De volgende kenmerken zijn uit de definitie af te leiden: a) Ernstige lees- en spellingachterstand: De prestatie ligt ruim onder de norm, zowel in de klassensituatie als bij geobjectiveerd lees- en spellingonderzoek. b) Hardnekkigheid of didactische resistentie: De in het onderwijs gebruikelijke didactische maatregelen en remediëringsinspanningen hebben zeer gering resultaat. c) Zeer trage en/of onnauwkeurige en snel verstoorde woordidentificatie: Bij geobjectiveerd diagnostisch onderzoek op het gebied van de ontwikkeling van de automatisering van woordherkenning en schriftbeeldvorming ligt de score ver onder de norm. Bij het vaststellen van dyslexie dienen deze drie kenmerken aanwezig te zijn. Het moge duidelijk zijn, dat de mate van dyslexie erg verschillend kan zijn. De grens tussen taalzwakte en dyslexie is nog niet zo gemakkelijk te trekken. Een nauwkeurige diagnosestelling is dan ook beslist noodzakelijk! Als officiële diagnose formuleert een psycholoog of orthopedagoog, met een bevoegdheid tot het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek, een rapport, waaruit de aard en de omvang van de dyslexie blijkt. 3. Waar zijn dyslectische leerlingen aan te herkennen? Taalontwikkelingsproblemen: laat met praten begonnen, moeite met de uitspraak, problemen met het ontwikkelen van de woordenschat, begrippen als links/ rechts verwarren, problemen met het leren van liedjes en het onthouden van namen, moeite met het benoemen van kleuren, moeite met rijmen, vaker problemen met het vinden van de juiste woorden. Problemen met leren lezen: langzaam/ spellend lezen en/of andere woorden lezen dan er staan (radend lezen), moeite met het onthouden van de klank van de letters, letters omdraaien (b/d – ei/ie), vaak kleine “gemakkelijke” woorden en de woordjes “de/het/een” fout lezen en/of overslaan, bij lange woorden haperend en/of herhalend in stukjes lezen, een bepaald woord op een bladzijde willekeurig goed en fout lezen. Problemen met de spelling: soms een slecht handschrift (zwakke fijne motoriek), moeite met overschrijven, veel verbeteringen aanbrengen, veel spellingfouten als letters/ lettercombinaties omdraaien/ vergeten en Locatie Buitenpost
42
Zorgplan toevoegen, willekeurig gebruik van ei/ij (“mein”) of f/v (“flek”), vaak woorden fonetisch schrijven (“wirberigt”i.p.v.)“weerbericht”), bij toetsen meestal betere resultaten halen dan bij het dagelijks schoolwerk, zelf weinig fouten zien. Problemen met rekenen: vooral moeite met het automatiseren van de tafels (vooral het snel achter elkaar beantwoorden van verschillende keersommen), soms getallen omdraaien, rekenfouten in verhaalsommen, moeite met klokkijken en soms een slecht ontwikkeld tijdsbegrip. Problemen voortgezet onderwijs: vooral veel problemen met de spelling van de vreemde talen, nog steeds moeite met het schrijven van werkwoordsvormen, inprentwoorden en goed lopende zinnen. Problemen met het stilleestempo (te laag, waardoor het te veel tijd kost om de stof/ de toets te lezen en te begrijpen), problemen met woordjes leren in de vreemde talen. Mogelijke gevolgen van dyslexie: faalangst, concentratieproblemen, negatief zelfbeeld, stress bij leesbeurten en dictees, soms gedragsproblemen, motivatieproblemen, onderpresteren en afstromen. Om docenten te ondersteunen bij het kunnen signaleren van dyslexie is een signaleringslijst voor het VO opgenomen (Bijlage 1). 4.1 Signalering en onderzoek. Het proces van signalering en onderzoek kan worden verdeeld in drie fasen, waarin drie vormen van diagnose aan de orde komen: 1. De onderkennende diagnose. Hierbij gaat het om het toewijzen van het individu aan de categorie “dyslexie”(classificatie) op basis van objectief waarneembare kenmerken van het probleem. Er moet voldaan zijn aan vijf criteria: 1. Significante achterstand t.o.v. een relevante vergelijkingsgroep. 2. Gebrek aan snelheid en/of accuratesse. 3. Voldoende gelegenheid tot leren: het verschijnsel treedt op ondanks voldoende, normaal gesproken tot beheersing leidende, instructie en oefening. 4. Hardnekkigheid: het verschijnsel treedt op ondanks extra instructie en oefening. 5. Tekort in de automatisering. 2. De handelingsgerichte diagnose. Deze heeft tot doel om aangrijpingspunten vast te stellen voor een behandeling of interventie, die leidt tot een oplossing of vermindering van de onderwijsbelemmering. Hierbij kan gedacht worden aan keuzes met betrekking tot remediëren, compenseren en dispenseren. 3. De verklarende diagnose. Deze heeft tot doel een samenhangend beeld van factoren te schetsen die de stoornis kunnen oproepen of ermee samenhangen (verklaring) en inzicht te geven in de hardnekkigheid van de stoornis. Cognitieve factoren die momenteel veelvuldig in verband worden gebracht met het ontstaan van dyslexie zijn: o Tekorten in de fonologische klankverwerking Locatie Buitenpost
43
Zorgplan o Tekorten in toegankelijkheid van taalkennis in het bijzonder en de kennis t.a.v. symbolen (bijv. natuur- en scheikunde). Aangegeven wordt dat de stoornis niet het gevolg mag zijn van omgevingsfactoren, zoals een tekort aan onderwijs of van onderwijs op een te hoog niveau. 4.2 De 3 fasen van signalering en onderzoek. Fase 1. Signalering a. Aan het begin van het eerste schooljaar worden alle leerlingen van de eerste klassen gescreend d.m.v. een toets, waarin lees- en spellingvaardigheden zijn opgenomen. Deze worden door leden van het zorgteam nagekeken en verwerkt in een overzicht. b. De zorgcoördinator inventariseert bij de intake en bij het bestuderen van de leerling dossiers en de overzichten van de screeningslijsten bij welke leerlingen sprake zou kunnen zijn van dyslexie en bij welke leerlingen dit al is vastgesteld. Dit wordt besproken met de dyslexiecoach. c. Van de leerlingen bij wie al dyslexie is vastgesteld worden de mentoren op de hoogte gesteld door de dyslexiecoach. Alle docenten die les geven aan deze leerlingen ontvangen de “Tien geboodenlijst” met daarin tips hoe om te gaan met leerlingen met dyslexie (bijlage 2) d. De dyslexiecoach overlegt met de leerlingen bij wie dyslexie is vastgesteld over de hulpmiddelen, die zij nodig hebben. Op basis van de uitkomst van dit gesprek ontvangen zij een dyslexiepaspoort (bijlage 3). Zij worden geacht dit paspoort bij zich te hebben en te tonen, indien nodig. Fase 2. Vervolgonderzoek. a. De leerlingen bij wie een vermoeden bestaat van dyslexie, worden acht weken extra begeleid bij spelling en lezen. Gedurende deze tijd wordt er door de docenten rekening mee gehouden, dat deze leerlingen misschien dyslectisch zijn. b. Hierna wordt de screening van de lees- en spellingvaardigheid herhaald. c. Als er een duidelijke verbetering wordt gesignaleerd, voldoet de leerling niet aan de criteria voor dyslexie. Het kenmerk: “hardnekkigheid” kan dan niet worden aangetoond. De leerling en de ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht door de dyslexiecoach. Fase 3. Dyslexieonderzoek. a. Als blijkt, dat er weinig tot geen verbetering is, is er sprake van “hardnekkigheid” en komen deze leerlingen in aanmerking voor een dyslexieonderzoek door de orthopedagoog. Dit onderzoek vindt spoedig na het vervolgonderzoek plaats. b. De orthopedagoog stelt op basis van de uitkomsten dyslexieverklaringen op, die vergezelt gaan van begeleidingsadviezen. c. De leerlingen en de ouders worden door de dyslexiecoach schriftelijk op de hoogte gebracht van de uitslag. Locatie Buitenpost
44
Zorgplan d. De dyslexiecoach volgt dan dezelfde procedure als genoemd onder punt d. van fase 1. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van fase 1, 2 en 3 ligt bij de dyslexiecoach en de zorgcoördinator. 5.De dyslexieverklaring. Wanneer de indicatie “Dyslexie” is afgegeven door de daartoe bevoegde orthopedagoog, wordt de opgestelde dyslexieverklaring opgenomen in het leerling dossier. Deze verklaring is onbeperkt geldig en geeft de leerling recht op een aantal faciliteiten tijdens de schoolloopbaan, bijvoorbeeld op het gebied van toetsing, schoolexamens en landelijke examens. Ook de faciliteiten, zoals vermeld in het dyslexiepaspoort, worden opgenomen in het leerling dossier. 6. Regelingen. Vrijstellingsregelingen. Als het gaat om een eventuele vrijstelling van het volgen van onderwijs in een bepaalde vreemde taal, dan komen we terecht bij de Wet op het Voortgezet Onderwijs, artikel 11, en bij het Inrichtingsbesluit Wet op het Voortgezet Onderwijs, artikel 26. Het Nordwin College VMBO- groen Buitenpost heeft in klas 1 Nederlands, Engels en Fries op de lessentabel staan, in klas 2 Nederlands, Engels en Duits. Voor het VMBO geeft de wet aan, dat in de onderbouw, behalve Nederlands en Engels, tenminste nog één andere moderne taal verplicht is. Onze school voldoet dus aan deze eis. Examenregeling. Voor dyslectische leerlingen van het VMBO, die in het bezit zijn van een dyslexieverklaring, zijn er extra faciliteiten bij de examens. Dit is wettelijk geregeld in artikel 55 van het Eindexamenbesluit. Voor de leerlingen van het Nordwin College VMBO-groen Buitenpost geldt deze regeling in klas 3 en 4, zowel voor de schoolexamens als de centrale examens. De dyslexiecoach overlegt met de dyslectische leerlingen in klas 4 aan het begin van het cursusjaar welke faciliteiten nodig zijn bij de centrale examens. Zij hebben de keuze uit (een combinatie van): groot lettertype, examentijdverlenging van een half uur, voorlezen van toetsen, een gesproken computerexamen, examen op de computer maken met spellingcontrole. De examensecretaris meldt ruim van te voren aan de inspectie voor het onderwijs dat de school op basis van de dyslexieverklaring leerlingen bepaalde faciliteiten wil verlenen. 7. Dyslexie en visie Nordwin College VMBO-groen Buitenpost. Dyslectische leerlingen hebben het fundamentele recht om onderwijs te volgen dat past bij hun cognitieve mogelijkheden. Hieruit vloeit voort, dat een leerling met dyslexie niet in een lager niveau wordt geplaatst alleen vanwege de aanwezigheid van deze handicap. Het AOC Buitenpost heeft het principe, dat de zorg voor de individuele leerling primair in de klas plaats moet vinden. Locatie Buitenpost
45
Zorgplan Bovendien kan men stellen, dat bij gediagnosticeerde dyslectische leerlingen het rendement van remedial teaching niet erg hoog is. Zij hebben meer profijt van de al genoemde faciliteiten. Daarom wordt er op AOC Buitenpost gekozen voor compensatie in plaats van remedie. Binnen het AOC Buitenpost is een dyslexiecoach aangesteld. Deze is contactpersoon binnen de school voor alle zaken die met dyslexie te maken hebben. Deze heeft recht op extra scholing en het bijwonen van samenwerkingsbijeenkomsten tussen scholen op het gebied van dyslexie. De inzet van de dyslexiecoach richt zich bij de begeleiding op het gebied van dyslexie op zes punten: 1. Regelmatig contact met de dyslectische leerlingen. 2. Communiceren naar de ouders van de dyslectische leerlingen. 3. De begeleiding en coaching van docenten, die met de dyslectische leerling werken. 4. De dyslectische leerlingen voorzien van de faciliteiten die zij nodig hebben. 5. Het begeleiden van de leerlingen bij wie een vermoeden van dyslexie bestaat tot aan de tweede screening. 6. Het zich op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het gebied van hulpmiddelen voor dyslectici. 7. De taken van de dyslexiecoach liggen bij benadering vast in de takenlijst (bijlage 4).
Locatie Buitenpost
46
Zorgplan Bijlage 1.
Signaleringslijst dyslexie Voortgezet onderwijs VMBO Buitenpost Naam leerling:………………………………………………………………… Klas:……………………………………………………………………………….. Geboortedatum:……………………………………………………………. Naam docent:…………………………………………………………………. Datum:…………………………………………………………………………….. a. Problemen met automatiseren. o Moeite met de directe woordherkenning o Moeite met het onthouden van woordbeelden o o o o
Moeite met het onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens Moeite met begrippen en formules bij exacte vakken Moeite bij informatieverwerking Moeite met twee dingen tegelijk, zoals schrijven en luisteren
b. Moderne vreemde talen. o o o o o
Moeite met het horen van verschillen tussen de klanken in woorden Moeite met woorden uiteen rafelen Moeite met klanken samenvoegen Moeite met de uitspraak Slordig of onduidelijk articuleren
c. Verbale vaardigheden. o Moeite met het vinden van de juiste woorden o Moeite om zelf een verhaal onder woorden te brengen o Moeite met het mondeling formuleren
Locatie Buitenpost
47
Zorgplan Bijlage 2.
De “Tien Gebooden” kaart
Tips en adviezen om een dyslectische leerling te helpen De “Tien gebooden” zijn: 1. Geduld en begrip zijn het belangrijkste. 2. De leerling moet zich niet gaan schamen, geef aan dat je hem/haar een kanjer vindt die gewoon wat meer tijd nodig heeft om dingen te leren. 3. Zet dyslectische leerling vooraan ( grote gevoeligheid voor achtergrond geluiden) 4. Zet huiswerk altijd op het bord, maak het niet te snel schoon en licht het huiswerk mondeling toe. 5. Typ de toetsen in een duidelijk lettertype (Arial 12) of maak een vergrote kopie (A-3). 6. Houd rekening met het gegeven dat het schrijf- en leestempo over het algemeen wat lager ligt. 7. Aantekeningen maken (tegelijk luisteren en schrijven) is voor deze leerlingen een moeilijke opgave. 8. Vermijd zoveel mogelijk twee of meer toetsen op een dag. 9. Geef leesbeurten alleen in overleg. 10. Geef een extra herkansing bij onvoldoende resultaat na hard leren. Dit laatste in overleg met de dyslexiecoach.
Locatie Buitenpost
48
Zorgplan Bijlage 3.
Dit paspoort is van : Klas : School : AOC Buitenpost ………………………….
is dyslectisch en heeft recht op de volgende faciliteiten:
20% extra tijd bij toetsen of verkorting van de toets met 20%. Bij leesteksten extra tijd. Bij zowel toetsen als oefeningen extra tijd bij luistervaardigheid. Herkansing bij onvoldoende resultaat na hard leren. Schriftelijke beurten zo mogelijk vervangen door mondelinge beurten. Gebruik maken van hulpmaterialen, zoals de computer, cassettebandjes, Cdroms, leespen, ingesproken boeken/teksten/luisterboeken. Vergroot de teksten van A4 naar A3. Aantekeningen en dictaat zoveel mogelijk beperken of op papier aanleveren. Buiten Nederlands en vreemde talen worden spellingfouten niet meegerekend. Bij een geschreven tekst kunnen spelfouten een maximale aftrek van 2 (van de 10) punten krijgen. Verdraaiingen in vaste combinaties worden niet fout gerekend. Herhaalde fouten worden 1 keer fout gerekend. Grammaticale fouten tellen volledig mee. Bij vreemde talen worden fonetisch goed geschreven woorden niet fout gerekend. Bij vertalingen vanuit een vreemde taal naar het Nederlands worden spellingfouten niet meegerekend. …………………………………………….. (persoonlijke aanvulling)
Handtekening dyslexiecoach: T. Kamstra
Locatie Buitenpost
49
Zorgplan
Bijlage 6
zorgkaart cognitieve begeleiding
Zorgkaart AOC Friesland- locatie Buitenpost -
Welke begeleiding?
Cognitieve begeleiding Welke hulp kan verkregen worden? Individueel of in groepjes krijgen leerlingen extra begeleiding op het gebied van taal en rekenen.
Wie verzorgt de begeleiding? Studiebegeleider 1 uur per week
Hoe komen leerlingen in aanmerking? Naar aanleiding van de screening in de onderbouw wordt gewerkt aan de hiaten die hieruit voortkomen. LWOO-L werkt individueel in groepsverband met
Remediale hulp
Leerlingen werken individueel aan een opgesteld handelingsplan.
RH docent
Dyslexie
Leerlingen worden gecoacht en leren omgaan met compensatiemiddelen
dyslexiecoach
Door de zorgcoördinator wordt bepaald welke leerlingen extra individuele remediale hulp nodig hebben. Als er bij een leerling vermoeden van dyslexie is of als er een dyslexieverklaring is afgegeven aan de leerling
Studiebegeleiding Ingeroosterd
Locatie Buitenpost
50
Zorgplan
Bijlage 7
zorgkaart sociaal emotionele begeleiding
Zorgkaart NORDWIN COLLEGE locatie Buitenpost -
Sociaal emotionele begeleiding -
Welke begeleiding? Extra coachgesprekken
Counselor
Sociale vaardigheidstraining “sterke Yerke”
Gesprekken met de vertrouwenspersoon
Locatie Buitenpost
Welke hulp kan verkregen worden? Leerlingen met lichte problematiek kunnen een extra individueel gesprek voeren met de mentor Specifieke begeleiding voor een korte periode
Wie verzorgt de begeleiding? Mentor/coach
Leerlingen met een geringe mate van zelfvertrouwen enof sociale vaardigheidsproblemen leren zich beter ontwikkelen. Leerlingen met problemen op sociaal/ en of emotioneel gebied kunnen gesprekken voeren met de vertrouwenspersoon.
counselor
Counselor
De vertrouwenspersonen - A. v.d. Veen (v) - M. IJzer (m)
51
Hoe komen leerlingen in aanmerking? Leerling doet verzoek aan mentor of mentor doet verzoek aan leerling. Ook via de zorgcoördinator of zorgteam Bij aanmelding selectie dor zorgcoördinator. Bij verwijzing door zorgteam Aangemeld door docenten, het zorgteam, de ouders van de leerling of de leerling zelf.
Na doorverwijzing door de mentor of op eigen initiatief.
Zorgplan Gesprekken met de Schoolmaatschappelijk werkster
Gesprekken met de sociaal verpleegkundige
Schoolarts Faalangstreductievrees training
Locatie Buitenpost
Leerlingen met problemen op sociaal/ en of emotioneel gebied met een medische achtergrond kunnen gesprekken voeren met de sociaal verpleegkundige Leerlingen met problemen op sociaal/ en of emotioneel gebied kunnen hier terecht voor een gesprek.
De schoolmaatschappelijk werkster - B. Nijenhuis
2 keer per maand is er een spreekuur. Leerlingen kunnen hier zelf met hun vragen terecht. Eventueel doorverwezen door de mentor of zorgteam
De sociaal verpleegkundige - A.J. Kleinhout
Preventief onderzoek op medisch gebied. Leerlingen met een geringe mate van zelfvertrouwen enop het gebied krijgen handreikingen om zich rustig voor te bereiden op de examens
Schoolarts
Leerlingen kunnen op afspraak gesprekken voeren met de sociaal verpleegkundige. Eventueel op verwijzing van de mentor en zorgteam. Onderzoek in klas 1, klas 3 d.m.v. een vragenlijst. Aangemeld door docenten, het zorgteam, de ouders van de leerling of de leerling zelf.
trainer
52
Zorgplan
Bijlage 8 Naam leerling Klas
pluskaart : :
Begeleider : Aandachtspunt van deze week is …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Lesu ren Plussen: 1. 2.
Plussen:
3.
Plussen:
4.
Plussen:
5.
Plussen:
6.
Plussen:
7.
Plussen:
8.
Plussen:
Maandag Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Locatie Buitenpost
Dinsdag Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Woensdag
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
Plussen:
53
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht: Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Zorgplan Lesuren 1.
Donderdag Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
2.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
3.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
4.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
5.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
6.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
7.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
8.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
9.
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Plussen:
Beoordeling : 1 2 3 4 5 Overleg nodig: ja / nee Paraaf leerkracht:
Locatie Buitenpost
Vrijdag
54
Zorgplan
Contact ouders Contact
Bijlage 9:
Meldprotocol schoolverzuim: onderwijs zelden
Notatie absentiesysteem
vaak
Notatie absentiesysteem
Contact ouders
Te laat Verzuim met
terecht
Notatie absentiesysteem
ziekmelding twijfel
bericht
afwijzing
Contact thuis
Contact ouders Melding leerplichtambtenaar
Notatie absentiesysteem
toestemming Aangevraagd verlof
Melding leerplichtambtenaar
Notatie absentiesysteem
< 3 dagen: aanspreken ouders ≥ 3 dagen: melding leerpl.ambtenaar
Notatie absentiesysteem
terecht
Notatie absentiesysteem
Onterecht
Notatie absentiesysteem
< 3 dagen: aanspreken ouders ≥ 3 dagen: melding leerpl.ambtenaar
Meldprotocol: leerplichtambtenaar Leerplichtambtenaar:
Spreekt met ouders, leerlingen en school Bemiddelt Overlegt in netwerken van onderwijs en zorg
Adviseert i.o.m. school
* Alternatief traject· * RMC/consultatieteam * Schoolarts/verpleegkundige * Andere scholen en/of opleidingen * Ontheffing leerplicht · * Melding AMK
Verwijst naar:
* Stichting Verslavingszorg Noord Nederland * Huisarts * Maatschappelijk werk·· * Bureau Jeugdzorg
Zoekt naar passende voorzieningen en trajecten.
Locatie Buitenpost
HALT strafmaatregel
Meldt bij:
* anders…
Zorgmelding
55
Proces Verbaal voor ouders of jongere
Raad voor de kinderbescherming
Locatie Buitenpost
56