Een Huisverbod in Friesland Kees van der Steen, man, vijfenvijftig jaar, woont sinds vijf jaar samen met Hieke, tweeënveertig jaar, en haar twee kinderen, Kevin en Anouk, van twaalf jaar oud. Samen hebben zij een dochter, Manon, van vier jaar oud.
‘ Het heeft lang geduurd, maar pas nu zie ik weer licht aan de horizon’ Kees, uithuisgeplaatste Kees heeft veel medische klachten en is als gevolg daarvan werkloos. Mede daardoor ervaart hij depressieve klachten, die hun effect hebben op de thuissituatie. Kees botst vooral met Anouk, waar veel conflicten en ruzies uit ontstaan. De situatie escaleert, waarbij Kees dreigementen uit. Er volgt in september een tijdelijk huisverbod. Achtereenvolgens komen de politie, een hulpofficier van Justitie, de gemeente, een casemanager vanuit Fier Fryslân, een onderzoeker vanuit het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), de Reclassering, Ambulant Forensische Psychiatrie (AFP), Algemeen Maatschappelijk Werk en vervolghulpverlening in beeld. ‘Een ophoping van frustraties, medische implicaties en veel onverwachte gebeurtenissen’. Zo beschrijft Kees, terugkijkend op de afgelopen tien jaar, de voorgeschiedenis die heeft geleidt tot het huisverbod, welke hem in september is opgelegd. Mei 2003 meldt Kees zich bij zijn huisarts met pijnklachten op de borst. Dit blijkt een hartinfarct te zijn, met als gevolg dat zijn hart nog slechts voor twintig procent functioneert. ‘Ik ben als gevolg daarvan mijn baan kwijtgeraakt en omdat ik sindsdien veel minder kan bewegen en lopen, ben ik in gewicht ruim veertig kilo aangekomen. Verschrikkelijk vind ik dat! Ik heb hulp gehad vanuit het MCL, eerst met een maatschappelijk werker en later met een psychiater. Het heeft lang geduurd voordat ik kon accepteren dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou worden’. Niet lang daarna wordt Kees ’s ochtends wakker en blijkt zijn vrouw die nacht te zijn overleden aan de gevolgen van een hersenbloeding. Ze wordt tweeënvijftig jaar. ‘Mijn vrouw had een goede vriendin en collega, dat was Hieke. Met haar kreeg ik goed contact en vanuit een mooie vriendschap is een relatie ontstaan. Ik wist toen al wel dat Hieke in haar vorige relatie veel lichamelijk en psychisch geweld had meegemaakt, waar de kinderen ook het nodige van hadden meegekregen’. Kevin had voor klachten als gevolg van die ervaring al hulp gehad, hij was angstig en teruggetrokken in zijn gedrag. Ook liep hij wel eens van huis of verwondde zichzelf. Zowel hij als Anouk hebben een deuk opgelopen in hun zelfvertrouwen. Dat er het afgelopen jaar opnieuw oplopende spanningen waren en mama en Kees vaak ruzie maakten, zorgde dat voor een bekende situatie, waarin Anouk de strijd aanging met Kees.
‘ Beide kinderen zijn door de wol geverfd’ Wolter, casemanager
‘Beide kinderen zijn door de wol geverfd,’ aldus Wolter Postma, casemanager huisverbod bij Fier Fryslân, ‘ze hebben acht jaar lang ellende met hun eigen vader meegemaakt. En nu moesten ze opnieuw een staaltje huiselijk geweld ervaren. Dat vormt een kind’. Lisa von Mantsfeldt was als onderzoeker vanuit het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling betrokken bij het gezin. Zij beschrijft dat ‘de kinderen steeds op hun tenen moesten lopen. Anouk was voortdurend het mikpunt van Kees, wat voor Kevin natuurlijk ook heel erg was om te zien: zijn stiefvader die zijn zusje constant sart. Het was ontzettend duidelijk: dat moest stoppen’. ‘Er slopen steeds meer conflicten in het contact tussen Anouk en mij’ vervolgt Kees. ‘Het boterde al langere tijd niet tussen ons. Ik had bepaalde opvattingen over de opvoeding en het reilen en zeilen in huis, en vond dat Anouk daar niet goed aan meehielp. Vaak was het zo dat we uiteindelijk allemaal aan het schreeuwen waren en ruzie maakten’. Kees kan er inmiddels overstijgend op terugblikken. ‘Wolter noemde dat (escalaties van) ruzies wederzijds kunnen zijn. En dat er een grens is in wat je van je kinderen accepteert, en dat je het daar als ouders over eens moet zijn. Dat Hieke het altijd voor Anouk opnam, snap ik nu ook wel. Want, wanneer ze aan Manon komen, tja... dan word ik ook boos. Dus, dat snap ik nu wel. Ik zat fout: ik had nooit zo boos moeten worden. Ik heb geleerd dat ik een kort lontje heb en daar toen niets mee aankon, behalve dan exploderen en akelige dingen zeggen’.
‘ Altijd dacht ik: ik los het zelf wel op’ Hieke, achterblijver Anja Hummel van de Politie Fryslân, herinnert zich nog de eerste melding van het gezin. ‘Moeder was met de drie kinderen gevlucht naar het MCL, waar ze een maatschappelijk werker hadden. Kees had gedreigd zichzelf van kant te maken, maar eenmaal ter plaatse bleek het mee te vallen. Hij wist vooral niet hoe hij om moest gaan met de kinderen van Hieke en maakte ook onderscheid tussen haar kinderen, Kevin en Anouk, en hun gezamenlijke dochter, Manon. Daarnaast was er sprake van een depressie, waar de rest van het gezin rekening mee moest houden. Kees was de wanhoop nabij en zei ons dat hij dan maar dood moest gaan’. De politie neemt vervolgens contact op met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, waarna een ambulant hulpverlener het gezin bezoekt. Maar niet lang daarna gaat het weer mis. Deze tweede gewelddadige uitbarsting is aanleiding voor Hieke om de politie te bellen. ‘Het klopt, ik had mezelf niet meer in de hand,’ aldus Kees. ‘Ik heb jaren in de beveiliging gewerkt, waar ik allemaal cursussen heb gevolgd over conflictbeheersing en omgaan met agressie, maar er was al teveel gebeurd. Ik trok het niet meer, en dat is geen excuus, want ik had nooit zo mogen uitvallen. En ik had dat mes ook niet mogen pakken en daarmee mogen dreigen’. Kees dreigt alle messen uit het messenblok naar zijn vrouw toe te willen gooien. Voor Hieke is dit niet de eerste keer. In haar vorige relatie, waar ook sprake was van geweld, zette haar ex-partner zijn woorden kracht bij door met van alles te gooien en smijten, ook naar haar. ‘De situatie met mijn ex-partner was heel anders. Hij heeft me wel eens letterlijk en figuurlijk bij mijn
keel vastgegrepen en weet ik ’t allemaal. Maar altijd dacht ik: ik los het zelf wel op. Met Kees was het anders, het was een schreeuw om hulp’. Hendrik Scholten, hulpofficier van Justitie, kwam ter plaatse nadat Kees al was gearresteerd. ‘Het was vrij duidelijk dat er een huisverbod opgelegd kon worden: er waren bedreigingen geuit naar vrouw en stiefdochter, er was gedreigd met een mes en er was sprake van een recidive.’ Op advies van de politie heeft Hieke besloten aangifte te doen. ‘Klopt,’ zegt Hieke, ‘alleen heb ik een nare bijsmaak overgehouden aan het verloop van die eerste dag. Ik wilde hulp voor ons gezin, maar had het gevoel dat het hele huisverbod ons werd opgelegd, zonder dat ons werd gevraagd wat we daarvan vonden’. Maureen de Boer heeft als beleidsadviseur bij de gemeente Leeuwarden nauw overleg met de burgemeester omtrent het intrekken of verlengen van huisverboden. Zij benadrukt dat een huisverbod nooit zonder gegronde reden wordt opgelegd. ‘Een huisverbod wordt niet voor niets opgelegd: het is een boodschap dat het nu echt menens is en dat er wat moet veranderen. Dat geldt ook voor Kees en Hieke. Gelukkig willen zij, zoals Hieke aangeeft, hulp. Alleen de vraag is of wij als gemeente erop kunnen vertrouwen dat zij niet opnieuw vervallen in “oud” gedrag. Het huisverbod aan Kees moest daar een antwoord op geven’. Ondertussen werd Kees meegenomen. ‘Het overviel me ontzettend. Ik wilde in bijzijn van de politie wat drinken uit de koelkast pakken, maar gelijk werd gezegd dat ze peperspray zouden gaan gebruiken als ik nog een stap zou zetten. Op het bureau werd ik gefouilleerd en moest ik met mijn benen wijd gaan staan en mijn armen gespreid gehouden... dat hakt er wel in’. Die avond licht de politie de bereikbaarheidsdienst van casemanagers in, waarna Wolter de volgende ochtend als casemanager voor alle gezinsleden wordt aangesteld. Die avond zag hij nog Hieke en de kinderen en de maandag na het weekend bezocht hij Kees.
‘Het was een ware schreeuw om hulp’ Hendrik Scholten, Hulpofficier van Justitie Voor Hieke was het heel fijn dat ze eindelijk iemand zag, ‘dat heeft lang geduurd voor mijn gevoel. Ik had zoveel vragen en wist niet waar ik aan toe was. De hulpofficier heeft wel een vragenlijst afgenomen bij mij, maar ik was door alle emoties niet goed in staat tot antwoorden. Ik kon soms niet stoppen met huilen en had niet het gevoel dat daar ruimte voor was. Daarom was ik blij dat er iemand mijn verhaal kon en wilde aanhoren. Bah, wat een verschrikkelijke dag was dat…’. ‘Toch,’ beschrijft Lisa von Mantsfeldt, ‘is het huisverbod ontzettend belangrijk geweest om rust te creëren in de thuissituatie van dit gezin. Voor de kinderen waren de ruzies en spanningen ondraaglijk geworden. In het bijzonder voor Anouk’. Kees voelt zich echter door de politie beschouwd als een ‘zware crimineel’. ‘Tja,’ verklaart Anja Hummel ‘op het moment dat iemand aangeeft zichzelf en zijn gezin van kant te maken, dan nemen wij alle mogelijke voorzorgsmaatregelen. Ook wanneer iemand naar de keuken loopt, waar bijvoorbeeld een messenset staat. Wij namen op dat moment zijn dreigementen uiterst serieus, al was het alleen al omdat het de tweede keer was dat hij dit deed’. Hendrik Scholten vult aan, ‘Ik heb de zaak echt bestempeld als een “schreeuw om hulp”, omdat beide mensen niet bij elkaar weg wilden, maar het op dat moment ook niet met elkaar konden vinden.’ In overleg met de burgemeester heeft hij een huisverbod uitgereikt aan Kees: tien dagen geen contact met Hieke en de kinderen. ‘Nadat ik de gevangenis mocht verlaten, heeft de politie me naar het GGZ gebracht, waar ik een gesprek kreeg met een psychiater. Deze man vond mij echter niet geschikt om naar een kliniek te gaan,
om opgenomen te worden. Ik wist echter niet waar ik naartoe moest gaan. Uiteindelijk kon ik terecht bij mijn schoonzus’. In de tussentijd maakte Hieke zich daar ook zorgen over, ‘met name omdat Kees zwaar hartpatiënt is. Ik kon die gedachten niet echt los laten en me overgeven aan de rust. Want voor mijn gevoel was er geen rust: ik wilde weten hoe het verder zou gaan en wat er zou gaan gebeuren’. Kees krijgt pas na een aantal dagen het eerste contact met hulpverlening. ‘Ik kan me niet herinneren dat er in het begin van het huisverbod met mij contact is opgenomen, door wie dan ook. Ondanks het feit dat ik alle vrijheid had, voelde ik me nog steeds opgesloten. Opgesloten in mijn gedachten, in mijn hoofd, in mezelf. Ik heb zoveel gehuild die dagen en ik kon het nergens vinden. De pijn op mijn borst werd erger, wat het ook letterlijk beklemmend maakte’. Na het eerste gesprek met Wolter Postma, volgt een gesprek bij de Reclassering, waar Kees wordt doorverwezen naar de Ambulante Forensische Psychiatrie. Inmiddels volgt hij hier de groep voor plegers van huiselijk geweld. Op dag zeven van het huisverbod vindt er een zogenaamd viergesprek plaats met betrokken hulpverleners en beide partners, om te bespreken hoe zij verder willen gaan na de periode van het huisverbod. ‘Het was na een aantal dagen héél goed om mijn vrouw tijdens het viergesprek weer te zien. Ik vond het een heel positief gesprek en in dat gesprek hebben we beiden het vertrouwen weer wat terug gekregen. Wel gek: voor het gesprek zaten de zenuwen echt in mijn keel, ik vond het zo spannend!’. Hieke vond het ook best eng en spannend: ‘Ik vroeg me met name af wat instanties voor ons zouden gaan bepalen en of we zelf een stem hadden in het wel of niet verlengen van het huisverbod. Voor mij was dat erg belangrijk om te weten… ik wilde gehoord worden’. Wolter zag dit terug in het gesprek: ‘Beiden waren zeer emotioneel. Waar Kees veel constructieve ideeën had om problemen op te lossen, was Hieke wat meer op haar hoede. Toch was het mooi om te zien dat ze beiden verder wilden met elkaar en daar hard aan willen werken’. Lisa benoemt eveneens dat het een goed gesprek is geweest. ‘Het was al vrij snel duidelijk dat beide ouders met elkaar verder wilden gaan. Hoewel de kinderen de eerste dagen van het huisverbod aangaven dat ze er verwachtten dat alles bij hetzelfde zou blijven, gaven ze de laatste dagen aan dat ze Kees nog wel een kans wilden geven. Ze hadden wat meer vertrouwen gekregen. Om dat te kunnen voelen, vinden en zeggen waren die dagen zonder Kees écht nodig’. Kwam het viergesprek op een goed moment voor jullie? Kees: ‘Ik denk wel dat het goed is geweest dat ik een huiverbod heb gehad, want het was belangrijk dat Hieke en de kinderen tot rust konden komen. En zodoende konden we apart van elkaar nadenken over wat er was gebeurd en hoe het verder zou moeten gaan. Maar tien dagen waren wel erg lang. Voor ons was het beter geweest wanneer we sneller een viergesprek hadden gehad en ik daarna eerder naar huis had kunnen gaan’. Hieke: ‘Dat ben ik inderdaad met Kees eens. We zaten maar te wachten tot het moment van dat viergesprek, om te horen hoe de ander in de situatie staat, om te bespreken hoe we verder zouden kunnen gaan, en ga zo maar door’.
‘De kinderen dachten dat het huisverbod niets zou veranderen’ Lisa von Mantsfeldt, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling ‘Met de ouders,’ vervolg Lisa, ‘hebben we de patronen die de kinderen hebben ontwikkeld besproken. Anouk geeft flink tegengas om, om te gaan met geweld in het gezin: ze bijt van zich af en komt in
verzet. Kevin lijkt zijn gedachten en gevoelens voor zich te houden, hij past zich veel meer aan, aan de situatie en zorgt er daardoor voor niet de zondebok te worden. Deze patronen moeten weer genormaliseerd worden’. Beide partners hebben punten op papier gezet en samen met de betrokken hulpverleners is een behandelplan opgesteld. ‘Voor het huisverbod was er altijd gebekvecht en ruzies, die vaak uit de hand liepen. Maar nu is er een ontspannen sfeer in huis. We praten weer met elkaar, luisteren naar elkaar en kunnen elkaar aanspreken’. Wolter beschrijft die verandering ook, want ‘tijdens het viergesprek hebben we anderhalf uur de tijd uitgetrokken om met Kees en Hieke de spiraal van geweld door te nemen. Beiden herkennen de patronen, waarbij het voor Hieke ook veel herinneringen opriep uit de relatie met haar ex-partner. Voor Kees was het belangrijk om te weten waarom Hieke ervoor had gekozen om nu wel aangifte te doen, wat zij niet in de relatie met haar ex-partner had gedaan. We hebben door het bespreken van de spiraal van geweld, inzichtelijk kunnen maken waarom Hieke nooit in opstand is gekomen ten opzichte van haar ex-partner en welke patronen ze heeft herhaald in het contact met hem, met Kees dus’. Kees vertelt dat er sindsdien meer begrip is voor elkaar, ‘we praten veel meer met elkaar, ook met de kinderen We vragen aan elkaar hoe we vinden dat het gaat, wat er goed gaat en wat verbeterd kan worden. Dat maakt de sfeer ontspannen, waardoor we niet meer op onze tenen hoeven lopen’. Hoe verander je de situatie? ‘Een heel simpel voorbeeld,’ aldus Kees ‘ik… uhh, wij hebben de tafelschikking aangepast. Daardoor zit ik niet langer tegenover Kevin en Anouk, maar zitten zij naast me. We hoeven elkaar daardoor niet langer voortdurend aan te kijken, wat veel ergernissen en conflicten helpt voorkomen. We hebben tegen de kinderen gezegd dat we dat niet hebben gedaan om hen te straffen, maar omdat we het gezelliger aan tafel willen maken’. Wolter vindt dat ook opvallend. ‘Zonder al te veel bemoeienis van mijn kant, verzinnen ze zelf heel constructieve oplossingen om het frustratiepeil laag te houden. Daar schuilt ook een valkuil in,’ behoedt Wolter ‘want, het kan soms makkelijk zijn om te denken dat alles nu weer koek en ei is. Het is daarom belangrijk dat zaken worden geproblematiseerd, waarmee ik bedoel dat ze heel reëel blijven kijken naar hun eigen gedrag, patronen en manieren van reageren’. Naast de groep bij de AFP, volgt Kees samen met Hieke het programma ‘All in the Family’, een nieuw aanbod bij Fier Fryslân. Doel van het programma is om zicht te krijgen op de intergenerationele overdracht, familiepatronen met als uitgangspunt je eigen gezin. Hoewel het gebruikelijk is om de achterblijver aan te melden voor het Algemeen Maatschappelijk Werk, is daar bij Hieke niet voor gekozen. Er was al ambulante hulpverlening aanwezig voor Hieke en daarnaast wilde zij graag hulp samen met Kees.
‘Ik vroeg mij af of er genoeg voorwaarden waren om het huisverbod te voortijdig te beëindigen’ Maureen de Boer, beleidsadviseur gemeente Leeuwarden Tijdens het viergesprek wordt de mogelijkheid besproken het huisverbod eerder te beëindigen. ‘De bevoegdheid voor het uitspreken van een huisverbod, is die van de burgemeester. Je kunt daartegen in beroep of bezwaar gaan, maar ze trekken er niet zomaar een dag vanaf. Daar moeten goede argumenten voor zijn’, aldus Wolter. ‘Voor ons gold dat Manon jarig zou zijn op de tiende dag van het huisverbod, en ik haar graag zelf die dag van school wilde halen om samen daarna haar verjaardag te kunnen vieren’ aldus Kees. Lisa von Mantsfeldt ziet dat een huisverbod aan één van beide ouders vaak zorgt voor vragen om het huisverbod eerder in te trekken. ‘Hoewel ik
me over het algemeen wel afvraag of ouders goed genoeg beseffen hoe belangrijk de periode van het huisverbod is voor kinderen, los van hun eigen gevoelens daarover, vond ik het in deze casus belangrijk voor Manon dat haar vader op haar verjaardag zou zijn. Zij kan het namelijk niet helpen dat haar verjaardag in die periode valt’. Wolter dient een verzoek in bij de gemeente. ‘Wat heeft meegespeeld, is dat iedereen hulp zou krijgen en ook aanvaardde. En, de kans (daardoor) klein was dat er op korte termijn een nieuw incident zou plaatsvinden’. Maureen de Boer ontvangt een beargumenteerd verzoek van de casemanager, maar had twijfels. ‘Kijk,’ vertelt Maureen, ‘ik ben geen hulpverlener. Op basis van een schriftelijk verzoek baseer ik mijn advies. Ik vond de verjaardag van Manon minder belangrijk dan het feit dat het thuis veilig zou zijn. Ik vroeg mij af of er genoeg voorwaarden waren gesteld, om het thuis weer veilig te maken’. De burgemeester volgt echter het advies op van de casemanager en honoreert daarmee de vraag van Kees en Hieke. ‘Wat ook een belangrijke meerwaarde was, was het feit dat de kinderen ook graag wilden dat Kees weer naar huis kwam. Ik heb het besluit van de burgemeester met Kees en Hieke gedeeld, en van hen gehoord dat ze veel baat hebben gehad bij het huisverbod. Dat stelde me wel enigszins gerust’. Uiteindelijk gaat Kees een dag eerder terug naar huis. ‘Dat was echt geweldig. Ik was met opzet een beetje terughoudend, omdat ik niet wist hoe de kinderen op me zouden reageren. Ik verwachtte niet dat ze heel enthousiast zouden zijn, maar ik werd blij verrast. Ik kreeg een kus van Manon en ze zei: “Papa, ik ben blij dat je er weer bent”…’, aldus Kees. Kees vertelt dat het die tiende dag nog lang onduidelijk is geweest waar mijn huissleutel was opgeborgen.‘Dat zorgde voor een toestand om niks. Maar waar ik wel de hele dag nog mee bezig ben geweest. Ik vind dat jammer, want het demotiveert’. Tips voor de hulpverlening, zijn er volgens Kees ook. ’Ik had graag gewild dat de politie wat meer had geluisterd naar onze wensen. En dat zij direct de hulpverleners hadden ingeschakeld. Een betere samenwerking daartussen had ons geholpen’. De politie geeft aan dat zij de zaak direct hebben overgedragen aan Fier Fryslân, waar men aangeeft dat Kees inderdaad te laat is bezocht door de casemanager: ‘dat had inderdaad eerder gemoeten’. Toch, benoemt Kees dat ‘we heel blij zijn met de gesprekken die we sindsdien voeren met onze hulpverlener. Daar voel ik me heel goed bij’. De kinderen zijn door het AMK aangemeld voor de psycho-educatieve groepen ‘Let op de Kleintjes’ (voor 0 tot 4 jarigen) en ‘Herrie in Huis’ (voor 12 tot 16 jarigen), en kunnen daar binnenkort mee beginnen. Kevin en Anouk maken zich een beetje zorgen of het wel te combineren valt met school, aldus Hieke. ‘Vorige week hadden ze allemaal vragen of ze door de groepen niet veel stof zouden missen, wel genoeg tijd zouden hebben om huiswerk te maken en dergelijke. We hebben ze gezegd dat we zullen zien hoe het gaat. Wat je vooral merkt, is dat het bij de kinderen heel diep zit en dat ze het er niet voortdurend over willen hebben. Ze willen graag verder gaan en het vergeten’.
‘ Geweld moet niet de rode draad van ons leven zijn’ Hieke, achterblijver Mariet Smid is projectleider huisverbod bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Zij vindt de inzet die door alle partijen in dit huisverbod is getoond, stimulerend. ‘Ondanks dat, willen we de hulp voor cliënten en de samenwerking en afstemming tussen instanties verbeteren. Wat ik daarin ga doen is het pleiten voor het eerder inzetten van casemanagement: voordat er
daadwerkelijk een huisverbod wordt uitgereikt. Je zou daarmee de situatie hebben voorkomen waarbij Kees en Hieke pas vrij laat een casemanager zien’. Het ASHG heeft een visiedocument ontwikkeld waarin zij met alle ketenpartners overeenkomt, dat het casemanagement een goede interventie is om in te zetten, wanneer er sprake is van huiselijk geweld. ‘Om dit goed uit te kunnen voeren, zijn we intern bezig met het verder vormgeven, opleiden en ontwikkelen van een stevig team casemanagers’. En de huissleutel waarover onduidelijkheid bestond? ‘Ja, vervelend! Ik ga zorgen dat er een duidelijke afspraak komt tussen politie, gemeente en casemanager, om ervoor te zorgen dat bij afronding duidelijk is wáár de huissleutel door de uithuisgeplaatste af te halen is. De gemeenteambtenaar kan dat dan meenemen in haar besluit over het intrekken van het huisverbod’. Mariet wil in huisverboden ook meer aandacht voor het opheffen van het contactverbod in plaats van het eerder intrekken van het huisverbod, want ‘dat kan de behoefte van cliënten en hulpverleners stillen, zonder dat men meteen weer thuis bij elkaar op de lip zit. Ik blijf vinden dat het huisverbod pas kan worden afgerond, wanneer we weten wat, in dit geval Kees en Hieke, anders gaan doen, om te zorgen dat het niet weer gebeurd. Dat moet de randvoorwaarde blijven: kent iemand bijvoorbeeld de time-out en is gewerkt aan inzicht in de geweldspiraal?’. Maureen de Boer onderschrijft deze visie en wil ten behoeve van haar besluiten over het (voortijdig) beëindigen of verlengen van huisverbod graag deskundigheidsbevordering. ‘Zoals ik al aangaf zijn wij geen hulpverleners, maar beleidsadviseurs. Het is soms een ingewikkelde klus om op basis van een rapport binnen een kort tijdbestek een besluit te nemen. Ik ben van nature wel een persoon die doorvraagt en iemand uithoort over zijn of haar ideeën over de toekomst, wat er is gebeurt, enzovoorts. Echter,’ benadrukt Maureen, ‘dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend’. De samenwerking is goed en moet goed blijven, aldus Maureen. ‘Ja, dat blijft voor de gemeente zeer belangrijk. Wolter was voor mij een belangrijke sparringpartner om te besluiten het huisverbod wel of niet in te trekken. Bij een ander huisverbod heb ik ervaren dat de korte lijntjes met het Veiligheidshuis belangrijk waren om tot een goede afweging te komen. Mooi vind het wanneer we op die manier van elkaar gebruik kunnen maken!’. De politie besluit dat zij blij is met de hulp die is geboden aan Kees, Hieke en de kinderen. ‘Fantastisch dat er zo snel hulp van de grond is gekomen en dat als gevolg van onze meldingen direct actie is ondernomen,’ aldus Anja Hummel, ‘gevolg van een goede samenwerking!’. En de toekomst? Kees: ‘Nooit meer een huisverbod. De kinderen hebben al te veel meegemaakt aan slechte ervaringen. We willen dat niet meer. We willen dat de kinderen thuis relaxt en zichzelf kunnen zijn’. Hieke besluit, ‘We willen niet dat het huisverbod en het geweld als een rode draad door ons leven gaat lopen. Daarvoor moeten we het eerst een plekje gaan geven en erop gaan vertrouwen dat het nooit meer gebeurt’. ‘Een huisverbod in Friesland’ is gebaseerd op een werkelijke casus, waarbij de namen van de cliënten vanwege privacy zijn gefingeerd. De interviews zijn gehouden door Kris van der Veen, medewerker bij Fier Fryslân (november 2009).