EEN GROENTE IN HET DAGLICHT De teelt van wortelen 1.
Inleiding
De wortel is een inheemse plant, die in het wild wordt aangetroffen langs dijken en in bermen. Uit deze wilde peen is onze rode cultuurpeen ontstaan. Het is een zeer gezonde groente, vooral vanwege het hoge gehalte aan caroteen. Deze stof voorkomt nachtblindheid en oogaandoeningen. (pro- vitamine A) 2.
Rassen
2.1 Vroege rassen (voor de vroege en zomerteelt) -
Amsterdamse bak en selecties: vroeg ras van zeer goede kwaliteit, dat ikzelf sedert vele jaren teel. Het wordt zowel voor de serre, als voor de volle grond gebruikt. -
Nantese
en
selecties:
vooral
geschikt
voor
de
zomerteelt, is beter bestand tegen de droogte. Is iets langer en groffer dan de Amsterdamse bak. -
Parijse Broei: voor de vroege teelt en zware gronden. Heeft een lekkere zoete smaak.
2.2 Late rassen -
Flakkese en selecties: fors gewas met lange en dikke rode wortelen, die in de winter een lange tijd houdbaar
zijn. -
Berlicumer: een fijne winterwortel, die echter minder goed bewaart. Zelf geef ik de voorkeur aan laatstgenoemde.
3.
Teeltwijzen
3.1 Vroege teelt De allereerste wortelen worden bij mij in de serre gezaaid vanaf begin februari op rijen. Hiervoor wordt de grond goed losgemaakt en overvloedig gebroest. Het ras Amsterdamse bak is zeer geschikt. Het wortelzaad wordt zeer dun gezaaid en goed aangedrukt. Op die plaats in de serre strooi ik een weinig hout as, wegens de kaliumbehoefte. De bodem wordt goed vochtig gehouden, gedurende gans de groeiperiode. Aantasting in de serre is nihil en zo kan men zeer vroeg over verse worteltjes beschikken.
Jos Van Hoecke teelt ui & wortelen
1
Dezelfde werkwijze kunnen we toepassen voor een platte bak. In de maand maart zaaien we buiten in volle grond, op het perceel van de knolgewassen. Dit perceel wordt niet bemest. De
gewassen profiteren van de oude kracht, nog aanwezig van de bladgewassen. Zeer goed verteerde kompost of een minerale meststof kan wel worden toegediend.
Zaaien: Wortelzaad kiemt zeer traag (25 à 28 dagen), vandaar dat we de bodem zeer goed voorbereiden. Tussen twee teelten moet zeker vier jaar liggen. De zaaidiepte is een halve cm. In de fijn verkruimelde grond, welke goed gebroest is, worden vier rijen voorzien op een perceel van 1m20 (30 cm tussen de rijen). Belangrijk: zeer dun zaaien is hier de boodschap, om niet te moeten wieden en zo de wortelvlieg aan te trekken. Moet dit toch gebeuren, dan in een zo vroeg mogelijk stadium. Na het zaaien de bodem goed aandrukken en broezen. Teeltzorgen: De weken voor de opkomst, regelmatig wieden om het onkruid weg te houden. Radijs in de rij mee zaaien is gemakkelijk om de rijen te markeren. Eenmaal de worteltjes een hoogte hebben van een drietal cm dek ik de grond af met gazonmaaisel. Dit herhaal ik om de 3 à 4 weken. Zo blijft de grond langer vochtig en wordt tevens aan onkruidbestrijding gedaan. Schoffelen doe ik in dit stadium niet meer en wieden doet u ook zo min mogelijk, om de wortelvlieg niet aan te trekken.
Jos Van Hoecke teelt ui & wortelen
2
Als de wortelen een hoogte hebben van een 15tal cm, neem ik even de bedekking weg en trek met een vorentrekker de wortelen aan. Dit geeft een bijkomende bescherming tegen de wortelvlieg en de wortelkraag kan ook niet groen worden. Nu breng ik terug de bodembedekking aan. Het keukenkruid “basilicum”, ook peperplantje genoemd, is niet alleen een waardevol kruid in de keuken, bovendien is het een goede beschermer tegen de wortelvlieg. Het perceel wordt hiermee afgezoomd. Als er wortelen geoogst worden, moeten de wortelgaten goed worden toegestopt en afgedekt worden met gazonmaaisel. Tevens houd ik de oogstperiode zo kort mogelijk en leg ik de worteltjes in zand, na het afknippen van het loof. Op deze manier wordt de wortel nauwelijks aangetast door de wortelvlieg. Deze vroege zaai heeft ook het voordeel dat de wortelvlieg nog niet erg actief is. Als het weder wat meezit, heeft u begin juni goede wortelen uit volle grond. Tijdens koude en natte perioden is het goed om gaatjesplastiek over het perceel aan te brengen, zeker tijdens de periode van opkomst.
3.2 Zomerteelt Vanaf april worden de zomerwortelen gezaaid en dit kan tot juli geschieden. Ook hier is bescherming aangewezen bij koud en nat weder. Gordijngaas is een effectieve bescherming voor de teelt van wortelen in de zomer. De verdere teeltzorgen zijn dezelfde als bij de vroege teelt.
3.3 Late teelt Zaaien vanaf half april tot half juni is hier het best aangewezen. Als ras neem je een berlikumer of een flakkese. Zo een late zaai is erg interessant omdat je hiervoor een reeds vrijgekomen perceel kunt nemen en omdat aantasting minder voorkomt later op het jaar. Het lijkt misschien raar dat zomerwortelen langer kunnen gezaaid worden dan de late of
Jos Van Hoecke teelt ui & wortelen
3
winterwortelen. Toch is dit logisch, daar de groeiperiode van de vroege teelt en de zomerteelt veel korter is dan deze van de winterrassen, welke een langere groeiperiode hebben. 4.
Bodem en bemesting
Zoals vroeger reeds vermeld, komt dit gewas op het perceel van de knolgewassen en is verse of halfverteerde kompost uit den boze. Dit trekt de wortelvlieg aan, bovendien zullen de wortels gemakkelijker splitsen. Stikstof is bij wortels niet nodig, ze leveren alleen een weelderige kruin en dit ten koste van de wortelontwikkeling. Ze teren op de oude kracht van het vorige jaar, dat bemest is geweest met kompost. Kalium hebben de wortelen wel nodig, dit om de kleuring en de bewaring te bevorderen. Hout as of patentkali (mineraal) kan hier uitkomst brengen. Let wel op de Ph die rond het neutrale moet liggen (Ph 7). Magnesiumgebrek kan voorkomen op lichte gronden en kan vermeden worden door serpentine, lavameel of basaltmeel te gebruiken. De bodem wordt diep bewerkt en de bovenlaag wordt fijn verkruimeld. Het zaaien gebeurt in een niet te vochtige bodem. Het diep bewerken van de bodem moet een tijdje op voorhand gebeuren, zodat de bodem voldoende kan bezakken. 5.
Gewasbescherming
Voorkomen is hier terug beter dan genezen. Bij de vroege teelt is de kans op aantasting veel minder groot dan bij de zomerteelt. Het is vooral de wortelvlieg die veel schade toebrengt aan het gewas. De eerste generatie verschijnt einde april, begin mei. De larven zijn werkzaam tot in juli. De tweede generatie is actief van eind juli tot ongeveer eind september. Veel hangt natuurlijk af van de weersomstandigheden. Wanneer het lang droog en warm blijft, zal de vlieg ook langer toeslaan. Dan is er zelfs nog een derde generatie actief!
Een aantal punten die de aantasting verminderen: •
Zaai op een open en winderige plaats, rijen 30 cm van elkaar en zeer dun zaaien in de rij.
•
Maak gebruik van de vroege teelt en zaai zeer vroeg, begin maart of vroeger.
Jos Van Hoecke teelt ui & wortelen
4
•
Voor de zomerteelt is gordijngaas een effectieve bescherming indien goed aangebracht.
•
Dek de grond af met gazonmaaisel.
•
Gebruik geen verse kompost of mest.
•
De wortelen aanaarden.
•
Niet na andere schermbloemigen zaaien.
•
Maak gebruik van kruiden en sterkgeurende planten. Om die reden plant ik veel basilicum uit bij mijn wortelen.
•
Gesnipperd boerenwormkruid en lavas regelmatig tussen de rijen brengen.
•
Het wortelbed omzomen met een plastiek van een 50tal cm. De wortelvlieg vliegt lager en kan het gewas minder makkelijk bereiken.
•
Zo min mogelijk wieden of schoffelen. Moet dit toch gebeuren, dan bij regenachtig weder en wind.
•
Het gebruik van geperforeerde plastiek is ook bijzonder aan te bevelen. Een snellere vorming van het loof heeft een gunstige invloed, alsmede sterke schommelingen in de temperatuur en de vochttoestand.
6. -
Andere ziekten en plagen Loofbrand: zwarte bladpunten en het algemeen zwart worden van het loof, oorzaak is een schimmel; preventie: zaadontsmetting; richt niet veel schade aan.
-
Wortelrot: verschillende verrottingsverschijnselen, oorzaak is een schimmel; preventie: zo dun mogelijk zaaien, een evenwichtige bemesting toepassen; opletten voor te veel stikstof in de bodem. De bewaarwortelen zo laat mogelijk inkuilen.
-
Bladluizen: vooral in droge periodes actief; preventie: bij droogte af en toe broezen, bespuiten met een aftreksel van water van 30 graden (5 liter), twee soeplepels azijn en evenveel vloeibare zeep.
-
Gebarsten wortelen: bij veel regen na een droogteperiode; ook bij teveel aan stikstof en een te vroege zaai buiten met aanhoudende lage temperaturen.
-
Kaligebrek: onvoldoende kleuring en naar beneden hangende omgekrulde bladeren.
Jos Van Hoecke Voordrachtgever
Jos Van Hoecke teelt ui & wortelen
5