Een gelukkig huwelijk voor onszelf en onze kinderen
Lesbrief voor ouders of jongvolwassenen over relatievorming en partnerkeuze. Provinciaal Integratiecentrum
1
Inleiding Huwelijksmigratie kent verschillende vormen. Het gaat over allochtonen die hier zijn opgegroeid en trouwen met een partner uit het land van herkomst of over Belgische mannen die hun bruid zoeken in Thailand, Wit-Rusland,… Deze lesbrief spitst zich toe op Marokkaanse en Turkse ouders die betrokken zijn bij het (toekomstig) huwelijk van hun kinderen en op jongvolwassenen die bezig zijn met relatievorming en partnerkeuze. Het is niet de bedoeling om huwelijksmigratie in een negatieve daglicht te stellen en ouders met de vinger te wijzen. Het is wél de bedoeling om ouders en jongvolwassenen aan te zetten tot nadenken over de mogelijke gevolgen. Ook is het de bedoeling om de communicatie over dit thema tussen ouders en hun kinderen te stimuleren en te verbeteren. Deze lesbrief omvat zowel methodieken als achtergrondinformatie. Dit is de ideale mix voor een boeiende en interactieve vorming. In totaal zijn er drie methodieken opgenomen: • Vroeger en nu • Communicatie over partnerkeuze in allochtone gezinnen • Stellingenspel rond partnerkeuze Deze lesbrief sluit af met vier interessante achtergrondteksten: • Huwelijksmigratie belangrijke migratiekanaal • Migratiehuwelijken kennen meer stress • Rol van allochtone ouders bij de partnerkeuze van hun kinderen. • Allochtonen verdeeld over huwelijksmigratie
2
Doel, tips, richtlijnen voor bijeenkomsten en samenstelling van de groep Doelstelling van deze lesbrief Deze lesbrief heeft als doel jongvolwassenen en ouders te laten nadenken over het thema huwelijk en migratie, zodat ze inzicht krijgen in het thema en alle aspecten ervan. Daarbij ligt de klemtoon op het bespreekbaar maken van dit thema binnen het gezin. Doormiddel van de gesprekken krijgen ze ook een beter inlevingsvermogen en zien de deelnemers in dat het mogelijk is om een situatie positief te beïnvloeden.
Tips voor de begeleider •
• • • • • •
Wees goed voorbereid, zorg ervoor dat je een culturele achtergrond hebt. Zodat je weet hoe de mannen en vrouwen zicht verhouden, hoe het gezins- en familieverband een rol speelt e.d. Verder moet je op de hoogte zijn van de gespreksvaardigheden en strategieën die aansluiten bij de achtergronden van de allochtone deelnemers. Stel je open op en laat zien dat je geïnteresseerd bent, toon verder ook begrip. Neem geen duidelijk standpunt in en zorg dat je voorzichtig bent met je uitspraken. Hou er rekening mee dat vrijuit spreken over het thema relatievorming in Islamitische gezinnen niet evident is. De angst voor sociale controle of roddelgedrag kan remmend werken bij het vrijuit spreken over dit thema. Spreek duidelijk af met de deelnemers dat, indien zij dit wensen, hetgeen wordt verteld vertrouwelijk is en dus binnen de groep blijft. De begeleid(st)er moet tijdens de bijeenkomsten de activiteiten duidelijk richting geven en doelgericht werken. Doelgerichtheid en duidelijkheid zijn beiden te bereiken wanneer er op een gestructureerde manier wordt gewerkt. Er wordt ook flexibiliteit gevraagd in het contact met de deelnemers en in het opvangen van allerlei onverwachte gebeurtenissen tijdens de bijeenkomsten. De informatie die hij/zij krijgt van de deelnemers en de denkbeelden die ontwikkeld zijn tijdens de bijeenkomsten, zal zij moeten gebruiken voor een optimaal verloop van de gespreksgroepen.
Richtlijnen voor bijeenkomsten Concreet werken Met sommige groepen kan er niet abstract gewerkt worden. De aan te leren vaardigheden dienen steeds gekoppeld te worden aan concrete probleemsituaties. Er moet bijgevolg een selectie gemaakt worden in functie van de concrete situatie van de deelnemers. Dit betekent dat er weinig theorie mag aan te pas komen en dat er voortdurend moet gewerkt worden met concrete voorbeelden die uit hun leven gegrepen zijn. Doordat de scholingsgraad van de deelnemers te heterogeen is, is het vermijden van oefeningen die veel schriftelijke informatie nodig hebben aangeraden. Verwachtingen realistisch houden Het is belangrijk dat de doelstellingen van de bijeenkomsten voortdurend duidelijk worden gesteld, zodat er geen valse verwachtingen bij de deelnemers ontstaan. Aandacht voor omgeving Dit aandachtspunt is dubbel: enerzijds moet men aandacht hebben voor het milieu van de deelnemers, anderzijds moeten ook de deelnemers rekening blijven houden met hun omgeving. Als begeleid(st)er moet je oog hebben voor de relaties en rollen waarin de deelnemers zijn vervat. Deze maken niet alleen het probleem uit, maar bepalen ook zijn/haar hele bestaan. Tenslotte dient er ook aandacht besteed te worden aan het feit dat er in het migrantengezin verschillende culturen aanwezig zijn (ouders, kinderen, nieuwkomers, tweede generatie...) en er dus ook verschillende communicatieniveaus en -stijlen zijn. Afspraken en regels Gezien de grote, soms beklemmende sociale controle die er binnen de migrantengemeenschappen heerst, is het zeer belangrijk dat deelnemers tijdens de bijeenkomst hun verhaal kunnen doen in een open en veilige sfeer. In alle groepen dienen ten aanzien van geheimhouding, anonimiteit en niet roddelen buiten de groep vanaf de eerste bijeenkomst afspraken gemaakt te worden.
3
Lokaal Het lokaal moet vrij functioneel ingericht zijn, met een tafel waarrond iedereen kan zitten. Het lokaal dient afgesloten te zijn, zodat er geen ruimte is voor nieuwsgierige ogen en oren.
Samenstelling van de groep Er kunnen bepaalde keuzes worden gemaakt op vlak van groepsindeling, deze worden gemaakt door de begeleid(st)er. Homogeniteit versus heterogeniteit Een heterogene samenstelling van (vrouwen)groepen met name als het gaat over de aard van de problematiek, leeftijd, klasse, positie en persoonlijkheid, kan het een werkzame spanning aan de groep geven. Dit is zeker het geval wanneer er een zekere schroom bestaat t.a.v. het te bespreken thema, zoals relatievorming. Maar soms verkiest men toch beter een homogene samenstelling omdat de deelnemers hierdoor een veilig en vertrouwd gevoel krijgen en waardoor ze makkelijker zullen praten. Eveneens aan te bevelen is ervoor te zorgen dat schoonzussen niet in éénzelfde groep komen te zitten. Sociale controle, de eer van het gezin en hiërarchie spelen hier een té belangrijke rol. Veiligheid kan onder deze omstandigheden moeilijk worden gegarandeerd. Open versus gesloten groep Wanneer er meerdere bijeenkomsten gepland worden, moet er ook een keuze gemaakt worden voor een open of gesloten groep. Een gesloten groep houdt in dat de groepsleden gezamenlijk starten, terwijl er tot het beëindigen van de groep geen nieuwe leden worden aangenomen. Een gesloten groep is beter werkbaar maar moeilijk te realiseren omdat het begrip 'gesloten groep' bij de doelgroep niet is ingeburgerd. Vandaar dat het in de praktijk vaak een combinatie van beide soorten groepen zal worden. Hou hiermee rekening als begeleider dat je bij de start van de tweede bijeenkomst terug een aantal afspraken rond veiligheid expliciteert en dat je ook aandacht besteedt aan de mogelijke nieuwe samenstelling van de groep. Taal Bij de samenstelling van de groep kan men ook de taal waarin het groepsgebeuren zal plaatsvinden, centraal stellen. Het is aangewezen dat er voor één voertaal wordt gekozen omdat dit het groepsproces bevordert. Het werken met vertaling is niet onmogelijk, maar vertraagt en verstoort de groepsdynamiek. Het is echter niet altijd evident welke taal als voertaal zal worden gekozen. Gespreksgroepen voor deelnemers die enkel hun moedertaal spreken zouden bij voorkeur in deze taal moeten kunnen doorgaan, indien mogelijk. Bij groepen die bestaan uit deelnemers van de tweede generatie is het niet altijd duidelijk welke taal te verkiezen valt. Sommigen beheersen beter het Nederlands dan hun moedertaal.
4
Methodieken Voor dat je aan één van de methodieken begint, stel je je eerst zelf voor en daarop volgens laat je de mensen van je groep zich zelf voorstellen. Op deze manier zijn ze niet meer zo vreemd van elkaar en creëer je een eerste vertrouwen. De begeleider krijgt hierdoor ook een zicht op de groep.
1
Vroeger en nu
De deelnemers zijn op een bepaalde manier opgevoed door hun ouders maar op hun beurt zullen zij hun kinderen opvoeden en nemen zij de opvoedende rol over. Hoe denken zij over de opvoeding van hun ouders? Welke rol speelde hun ouders bij hun partnerkeuze? Zouden zij in de voetstappen van hun ouders stappen of willen zij het anders doen? Met dit groepsgesprek maakt men het enerzijds mogelijk om de verschillende visies van de deelnemers bespreekbaar te maken. En anderzijds kan dit beschouwd worden als een kennismakingsronde voor de introductie van het thema. Je gaat in een kring zitten met de deelnemers. Eerst en vooral laat je iedere deelnemer zich voostellen, opdat de deelnemers elkaar beter leren kennen en het groepsgesprek gemakkelijk kan verlopen. Daarna stel je een vraag dat te maken heeft met de rol van hun ouders bij hun partnerkeuze, laat daarna ruimte voor de deelnemers om te reageren en te antwoorden op de vragen. Probeer iedereen aan het woord te laten zodat iedereen erover kan nadenken, maar verplicht niemand! Vragen die jou hierbij kunnen helpen: • Welke rol hadden jouw ouders bij jou partnerkeuze? • Was de goedkeuring van jouw ouders belangrijk voor jouw relatie? • Vertelde je alles aan jouw ouders? • Heb je moeten kiezen tussen jouw ouders en jouw partner of waren jouw ouders akkoord met jouw keuze? • … Deze rondvraag opent vaak de ogen van de deelnemers. Maar hier bovenop kan je deze visies vergelijken met nu. Dit door elk gestelde vraag te koppelen met de volgende vraag: ‘Zou jij hetzelfde doen bij jouw kinderen?’
2
Communicatie over partnerkeuze in allochtone gezinnen
Samen met het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen (SAMV) heeft het Provinciaal Integratiecentrum een reeks scènes in beeld gebracht over partnerkeuze en huwelijk in allochtone gezinnen. Er zijn twee versies: een Marokkaanse en een Turkse. De volgende thema’s komen aanbod. • Gemengde relaties: hoe reageren allochtone ouders als hun kind een relatie heeft met een autochtoon? • Rol ouders bij de partnerkeuze: welke impact hebben ouders op de partnerkeuze van hun kinderen? Op welke manier houden kinderen daar rekening mee? Hoe wordt hierover gecommuniceerd? • Pro en contra huwelijksmigratie: voor- en nadelen van een partner uit het herkomstland versus een partner die hier is opgegroeid. Het eerste thema is interessant voor een etnisch gemengde groep omdat ook autochtone ouders hiermee geconfronteerd worden. Het tweede en derde thema leeft vooral bij allochtone ouders en is minder interessant voor Vlaamse ouders. De scènes zijn beschikbaar op DVD en staan ook online. De beste aanpak is één of meerdere scènes in groep te bekijken en ze dan te becommentariëren. Dat kan middels volgende vragen: • Is dit een reële situatie? Gaat het er in het echt ook zo aan toe?
5
• •
Ga je akkoord met de standpunten die de personages innemen? Heb je begrip voor hun motieven? Hoe communiceren de personages met elkaar? Zou dat anders en beter kunnen?
De discussie kan ook aanleiding zijn om zelf een rollenspel op te zetten met de leerlingen. Een bepaalde scène kan daarvoor als uitgangspunt dienen of men kan er een vervolg aanbreien. De scènes kunnen ook een aantal keren opnieuw gespeeld worden met telkens andere, mogelijke reacties, op die manier biedt men jongeren inzicht in verschillende communicatiestrategieën en verschillende visies. DVD Turkse Scènes 1. Turkse jongen. Een Turks meisje werd verliefd op een jongen van Turkije. Het meisje neemt het initiatief om hierover te praten met haar ouders maar deze verzetten zich hiertegen. De reden van hun weerstand is dat dit huwelijk verschillende problemen met zich zal meebrengen op vlak van taal, werk,… 2. Een junk. Een jongen van Turkse afkomst stelt zich op verschillende gebieden onverantwoordelijk op. De ouders willen dat hij zijn verantwoordelijkheid gaat opnemen en willen dat hij trouwt met een meisje van het land van herkomst. De ouders zijn er van overtuigd dat hun zoon, op basis van een huwelijk, structuur zou krijgen in zijn leven en verantwoordelijkheid leert opnemen. De zoon echter vindt zijn levenswijze goed en wilt absoluut niet trouwen. 3. Kevin. Een Turks meisje is verliefd op een Belgische jongen. Ze heeft trouwplannen en maakt dit bekend aan haar ouders. De vader wordt razend en de moeder is het ook een smet de beslissing van haar echtgenoot. 4. Bahar. Dit fragment gaat over een verwend, modern Turks meisje. Haar ouders willen haar uithuwen met een jongen van Turkije maar zij ziet dit niet zitten. Ze maakt dit duidelijk op een speelse maar spottende manier. Trouwen met een jongen van Turkije is volgens haar een schande. 5. Ali. Een meisje wat ongelukkig getrouwd is, doet haar beklag bij haar moeder. Ze werd uitgehuwelijkt en heeft ondertussen een klein kind waardoor ze zich verplicht voelt om haar huwelijk in stand te houden. Ze maakt haar probleem bekend bij haar moeder, maar zij toont geen interesse voor de toestand van haar dochter. Ze vertelt aan haar ongelukkige dochter dat ze haar zusje zullen uithuwelijken met iemand van Turkije. Haar oudste dochter wordt heel kwaad en zegt dat ze dit niet zal toelaten. Interviews Als laatste volgt er een reeks interviews met alle figuranten. Waardoor je meer zicht krijgt over hoe zij denken en waarom ze zo handelen. DVD Marokkaanse Scènes 1. Een Marokkaans meisje heeft een relatie met een Belgische jongen, Mark. Zij wilt nu met hem trouwen en bespreekt het met haar zus. Haar zus probeert haar te overtuigen dat een Marokkaanse jongen beter is. 2. Deze scène is een vervolg van de eerste scène. Het meisje bespreekt haar relatie met haar ouders. De ouders laten de relatie echter niet toe en willen dat ze met een Marokkaanse jongen trouwt in plaats van met Mark. 3. Een Marokkaanse jongen gedraagt zich volgens zijn moeder onverantwoordelijk. Zijn moeder heeft dan ook voor hem de perfecte oplossing, in haar ogen, trouwen met een meisje uit Marokko. Zij heeft al een vrouw voor hem gevonden en hij moet met haar trouwen. 4. Een Marokkaanse jongen heeft een meisje gevonden in het land van herkomst, waar hij mee wilt trouwen. Zijn moeder vindt dit geweldig maar zijn vader is er absoluut niet mee akkoord. Volgens hem brengt dit alleen maar problemen mee. Wie gaat er naar het oudercontact bijvoorbeeld, zij kent de taal niet. Interviews Als laatste volgt er een reeks interviews met alle figuranten. Waardoor je meer zicht krijgt over hoe zij denken en waarom ze zo handelen.
6
3
Stellingenspel rond partnerkeuze
Het doel bij deze methodiek is inzicht verwerven in diverse aspecten van relatievorming (kennismakingsfase, partnerkeuze, rolpatronen, inspraak ouders, wederzijdse verwachtingen, biculturele relaties, …). Op een genuanceerde manier hun mening laten horen maar tegelijkertijd leren ze luisteren en respect opbrengen voor andere meningen. Je kan hier op twee manieren te werk gaan. Ofwel overloop je een aantal stellingen en laat je de volwassen hierover nog niet in discussie gaan. Nadien kan je dan bij de thema’s waarvan je merkt dat deze leven, een discussie of nabespreking houden. Ofwel groepeer je je stellingen per thema en is er ruimte om na elke stellingen (of groepje van stellingen) een discussie aan te gaan. De stoelen worden in een U vorm geplaatst. De deelnemers die het met een stelling/spreuk eens zijn (of voor wie de stelling klopt), gaan aan de rechterkant zitten. Wie het er niet mee eens is, gaat aan de linkerkant zitten. De stoelen die de linker- en rechterkant verbinden, zijn voor degenen die twijfelen of het niet weten. Je kan best de stellingen geleidelijk aan opbouwen; Je kan beginnen met eerst feitelijke gegevens vast te stellen, waarover geen discussie mogelijk is. Maak gebruik van de discussiemomenten om ook kaders aan te reiken en bepaalde onwaarheden of fabeltjes de wereld uit te helpen. Bijvoorbeeld: Ik heb bruin haar – bruine ogen Ik woon in Gent Ik verjaar in februari En dan geleidelijk overgaan naar vragen/stellingen m.b.t. relatie Probeer vooral verdiepend te werken tijdens de discussie en de mensen uit te nodigen om hun mening duidelijk te verwoorden. Maak gebruik van de discussiemomenten om ook kaders aan te reiken en bepaalde onwaarheden of fabeltjes de wereld uit te helpen.Vraag ook het nodige respect en aandacht van de rest van de groep. Vragen die je hierbij kunnen helpen: - Waarom spreekt deze stelling je aan? - Heb je er altijd zo over gedacht? - Leg eens uit wat je bedoelt? - Kan je je voorstellen dat mensen hier anders over denken? De stellingen staan hier gegroepeerd per thema. Het eerste thema (huwelijksmigratie) spitst toe op allochtone leerlingen en is daardoor minder interessant in gemengde klassen. Volgende stellingen kan je gebruiken: Huwelijksmigratie • Een partner uit het land van herkomst heeft meestal grote aanpassingsproblemen in België. • Een partner zoek je best in je land van herkomst. • Als ik trouw dan zal dit met een jongen/meisje van mijn land van herkomst zijn, want jongens/meisjes die hier opgevoed zijn, zijn niet te vertrouwen. • Jongeren die hier opgevoed zijn, zijn losbandiger. Rolpatronen in een relatie • Ik verwacht (van mijn partner) dat huishoudelijke taken gedeeld worden en dat ieder evenveel doet. • Jongens moeten altijd de eerste stap zetten in een relatie. • Jongens denken sneller aan plezier, terwijl meisjes eerder liefde en romantiek willen. • Jongens zien liefst volgzame meisjes. • Een jongen heeft andere verwachtingen dan een meisje op het vlak van relaties. • Binnen een huwelijk moeten man en vrouw gelijke rechten en plichten hebben. • Een meisje moet maagd blijven tot haar huwelijk. • Een jongen moet maagd blijven tot zijn huwelijk. • Meisjes zien graag stoere jongens. • Kleine kinderen opvoeden gebeurt best door de moeder.
7
• Een meisje die veel vriendjes heeft, is een hoer. • Van een jongen wordt getolereerd dat die veel vriendinnen heeft voor het huwelijk. • Eens getrouwd, is het beter dat de vrouw thuisblijft. Betrokkenheid ouders bij partnerkeuze • Je vertelt best alles tegen je ouders. • De beste partner is diegene die de goedkeuring heeft van je ouders. • Het belangrijkste in een relatie is de goedkeuring van de ouders. • Als ik moet kiezen tussen mijn ouders en mijn partner, dan kies ik voor mijn ouders • Mijn ouders hebben het best zicht op wie een goede partner is voor mij. • Als ik getrouwd ben, dan ga ik bij mijn ouders wonen. Zo kunnen mijn kinderen een betere opvoeding krijgen. • Als ik getrouwd ben, zal ik nooit bij mijn ouders blijven wonen, want zij controleren mij teveel. Ik wil binnen mijn relatie doen waar ik zin in heb. • Ik trouw met een man/vrouw naar mijn keuze (Belgisch, Islamitisch, …) en ga ver van mijn familie wonen. Zo is er geen sociale controle en zal ik mijn leven zelf kunnen organiseren • Indien mijn ouders een huwelijkspartner voorstellen, dan kan ik deze moeilijk weigeren. • Ik kies mijn partner zelf en hoef daarbij met niemand rekening te houden. • Tips over relaties krijg je het best van je vrienden of vriendinnen. Interculturele thema’s • Gemengde huwelijken zijn gedoemd om te mislukken. • Trouwen is een zaak van de hele gemeenschap. • Als je trouwt heb je ook best kinderen. • Je moet eerst de tijd nemen om elkaar goed te leren kennen vooraleer je trouwt. • Het is geen probleem om samen te wonen zonder gehuwd te zijn. • Allochtone jongens gebruiken Belgische meisjes enkel en alleen voor de seks. Daarna trouwen ze toch met een allochtoon. • Broers moeten zussen altijd beschermen. • Als je een relatie hebt, moet je partner ook alleen op stap kunnen gaan. • Als ze willen trouwen kiezen Islamitische jongens uiteindelijk voor een traditioneel meisje dat maagd is. • Scheiden van je partner is een schande voor de familie. • Een schoondochter moet luisteren naar haar schoonmoeder. • Als je verloofd bent, ben je verplicht om met die jongen/meisje te trouwen. • Een gemengd huwelijk zorgt voor problemen bij de opvoeding van de kinderen. Ze weten niet goed wie ze eigenlijk zijn. • Het uiterlijk van een meisje/jongen is niet zo belangrijk. Het belangrijkste is zijn/haar karakter. • Thuis praten over seksualiteit kan niet. • Enkel omwille van de omgeving zijn de meeste ouders streng voor hun kinderen. • Islamitische jongens mogen verkeren met Belgische meisjes, dus mogen ook Islamitische meisjes een relatie hebben met Belgische jongens. • Vakantieliefdes zijn wel tof. Eens je terug thuis bent, heb je er geen last meer van. • Zonder een officiële aanzoek kan er geen verloving plaatsvinden. • Je moet de tijd nemen om elkaar te leren kennen voor je trouwt, anders is het huwelijk gedoemd om te mislukken. • Internet is een goed kanaal om een partner te zoeken.
8
Achtergrondtekst 1
Huwelijksmigratie belangrijk migratiekanaal
(Deze tekst was oorspronkelijk opgenomen in het jaarboek 2010 van het Provinciaal Integratiecentrum.) Huwelijksmigratie is een belangrijk migratiekanaal. Er zijn geen harde cijfers over omdat de migratiegrondslag als dusdanig niet gehanteerd wordt in statistieken, maar 85 procent van de inburgeraars in Vlaanderen en Brussel behoort tot deze categorie. Het gaat ook niet alleen over Turkse en Marokkaanse huwelijksmigranten, ook veel Belgische vrijgezellen gaan op zoek naar een geschikte partner in de zogenaamde bruiddonorlanden. Welke dat zijn blijkt uit het recente jaarrapport migratie van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding: er zijn drie landen waarvan meer dan tachtig procent van de migranten naar België van het vrouwelijk geslacht zijn: WitRusland, de Filippijnen en Thailand. De cijfers zijn ook ontoereikend om te bepalen hoe het fenomeen evolueert. Wordt er nu meer of minder over de grens getrouwd? De Meest recente cijfers dateren uit 2004 en gingen toen over alle gehuwde koppels in Vlaanderen met minstens één allochtone partner. Hieruit blijkt dat huwelijksmigratie hoger ligt bij Turken dan bij Marokkanen. Bij Marokkanen komen dan weer meer gemengde huwelijken voort. Marokkanen Vrouw kiest voor een partner uit herkomstland Man kiest voor een partner uit het herkomstland Vrouw kiest voor autochtone partner Man kiest voor autochtone partner
51% 43% 5% 10%
Turken 67% 65% 2% 6%
Verder blijkt uit sporadische cijfers afkomstig van een aantal Limburgse lokale integratiediensten dat huwelijksmigratie in dalende lijn zou zitten, maar we zijn er nog niet in geslaagd om deze trend met nieuw en hard cijfermateriaal te onderbouwen. Huwelijksmigratie is een complex fenomeen. Factoren op allerlei niveaus spelen een rol en beïnvloeden elkaar. Op een studiedag van het Limburgse Onthaalbureau samen met het Huis van het Nederlands en het Provinciaal Integratiecentrum op 15 oktober 2010 werden tijdens een workshop over huwelijksmigratie al deze factoren op een rij gezet en becommentarieerd. Dat leverde het volgende resultaat op. Factoren die huwelijksmigratie bevorderen. 1. Huwelijksmigratie verbreedt de huwelijksmarkt. Allochtone jongeren die hier zijn opgegroeid hoeven zich niet te beperken tot de potentiële partners hier, ze kunnen ook op zoek in hun land van herkomst. Uit getuigenissen die het Provinciaal Integratiecentrum verzamelde op gespreksgroepen met allochtone ouders en jongeren en ook uit de recente educatieve box ‘Verliefd, verloofd, getrouwd’ over huwelijksmigratie van het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen (SAMV) blijkt dat partners uit het herkomstland dikwijls hoger aangeslagen worden dan die van hier. Veel allochtone meisjes die hier zijn opgegroeid geven de voorkeur aan jongens van ginder omdat die serieuzer zijn, meer verantwoordelijkheid aankunnen en zich meer volwassen gedragen. Jongens die hier zijn opgegroeid vinden ze te speels, ze hebben te weinig ‘karakter’. Omgekeerd vinden allochtone jongens die hier zijn opgegroeid de meisjes van hier te vrij, te ‘westers’, niet respectvol genoeg, niet ‘bekwaam voor een, huwelijk’. Ook Belgische vrijgezellen die hier geen geschikte partner vinden verbreden hun huwelijksmarkt richting buitenland, met name de al genoemde bruiddonorlanden. 2. Huwelijksmigratie wordt mogelijk door transnationale contacten. Des te sterker of des te makkelijker deze contacten zijn, des te realistischer wordt een huwelijk over de grens. Huwelijksmigratie komt meer voor bij Turken dan Marokkanen, reden hiervoor is dat Marokkanen minder sterke banden onderhouden met hun herkomstland. Ook binnen de
9
groepen zijn er verschillen. De Vlaamse cijfers van hierboven zijn ook beschikbaar per provincie en daaruit blijkt dat Turken uit provincies waar veel Turken wonen meer kiezen voor een partner uit Turkije. Waarschijnlijk doen ze dat omdat Turken die meer geconcentreerd bij elkaar wonen sterkere contacten blijven houden met hun herkomstland. In allochtone gezinnen hebben de ouders doorgaans nog altijd redelijk wat impact op de partnerkeuze. Dit kan huwelijksmigratie bevorderen omdat ouders meestal nog sterke banden hebben met het herkomstland. Uit getuigenissen die het Provinciaal Integratiecentrum verzamelde op gespreksgroepen met allochtone ouders en jongeren blijkt dat gearrangeerde huwelijken waarbij ouders het voortouw nemen bij de partnerkeuze nog slechts heel beperkt voorkomen. Maar allochtone ouders voelen zich nog wel verantwoordelijk voor het huwelijksgeluk van hun kinderen en dat uit zich in subtielere vormen van invloed en lichte vormen van druk, bijvoorbeeld door een ontmoeting met geschikte kandidaten te organiseren tijdens een reis naar het buitenland en daarbij een sfeer te creëren die ontvankelijk is voor romantiek. 3. Migratiedruk in landen van herkomst maakt huwelijksmigratie aantrekkelijk. Huwelijksmigratie is in vele gevallen de enige legale weg om te migreren naar Europa, en dat maakt partners uit België extra aantrekkelijk: behalve een echtgenoot of echtgenote krijgen ze ook de optie mee om te emigreren. Maar met name hoger opgeleide Turkse jongeren in Turkije aarzelen steeds meer om van deze optie gebruik te maken: de economische ontwikkeling gaat dusdanig hard in Turkije dat er zelfs sprake is van een omgekeerde huwelijksmigratie, zo werd aangegeven tijdens de workshop. 4. Internationale verdragen garanderen het recht op huwelijksmigratie, met name artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert het recht op gezinsleven. De Europese richtlijn 2003/86 werkt dit specifiek uit inzake het recht op gezinshereniging. Factoren die huwelijksmigratie beperken 1. In huwelijken met een partner uit het buitenland kan er meer stress optreden. In een vorige editie van dit jaarboek heeft psychologe Sultan Balli dit uitvoerig beschreven, met name hoe rolpatronen onder druk komen te staan en partners uit het buitenland in een geïsoleerde en afhankelijke positie komen te staan. Echtscheidingscijfers liggen hoger bij huwelijken met een partner uit het buitenland (bron nog vermelden). Dit kan ook veroorzaakt worden doordat de partners minder tijd en mogelijkheden hebben om elkaar beter te leren kennen voor het huwelijk. Naarmate in de omgeving van kandidaat-trouwers meer negatieve ervaringen de ronde doen wordt een migratiehuwelijk minder aantrekkelijk. 2. Hierbij aansluitend loopt ook de integratie van de huwelijkspartner in de Vlaamse samenleving niet altijd vlot. Dit werd dikwijls aangehaald in gespreksgroepen met ouders en jongeren. Partners uit het buitenland vinden moeilijk geschikt werk omdat ze onvoldoende Nederlands kennen en diploma’s en competenties uit hun herkomstland niet de verwachte waardering krijgen. Dat zet een rem op de ambities van een jong gezinnen, in Vlaanderen is het tweeverdienersgezin de norm. Een buitenlandse partner wordt minder aantrekkelijk naarmate in de omgeving van kandidaat-trouwers zich steeds meer van dit soort moeilijkheden aandienen. 3. Het recht op gezinshereniging is niet absoluut, de Europese richtlijn uit 2003 laat landen toe voorwaarden te stellen. In België blijft dat vooralsnog beperkt: de leeftijdsgrens van de buitenlandse partner ligt op 21 jaar en de partner hier moet beschikken over een ziekteverzekering en voldoende huisvesting. Maar deze beperkingen blijven deels dode letter omdat oude bilaterale akkoorden tussen België en Marokko en België en Turkije nog steeds gelden en hierin is afgesproken dat er geen beperkingen gesteld worden. Nederland maakt wel ten volle gebruik van de mogelijke beperkingen: er geldt een inkomenseis (de partner in Nederland moet minstens 120 procent van het minimumloon verdienen), ook hier ligt de leeftijdseis op 21 jaar en de Wet Inburgering Buitenland (WIB) bepaalt dat de buitenlandse partner in zijn of haar herkomstland eerst moet slagen in een toets gesproken Nederlands en een toets kennis van de Nederlandse samenleving. Deze beperkingen worden wel deels ondergraven door kandidaat gezinsvormers die (tijdelijk) naar een ander Europees land verhuizen (in vele gevallen België) omdat ze daar als EU-onderdaan niet onderworpen zijn aan deze beperkingen, dit staat bekend als de ‘Belgiëroute’). De beperkende maatregelen
10
lijken wel effectief: Nederlandse cijfers laten tussen 2003 en 2007 een daling zien van het aantal Turkse huwelijksmigranten met 71 procent en van het aantal Marokkaanse huwelijksmigranten met 76 procent. Maar het effect ebt na een tijd weg, kandidaten passen zich blijkbaar aan: tussen 2007 en 2008 steeg het aantal Turkse huwelijksmigranten weer met 43 procent en het aantal Marokkaanse huwelijksmigranten met 26 procent.
2
Migratiehuwelijken kennen meer stress
(Deze tekst was oorspronkelijk opgenomen in het jaarboek 2008 van het Provinciaal Integratiecentrum.) Als psychologe en therapeute komt Sultan Balli vaak in contact met moeilijke migratiehuwelijken. In gezinnen waar het goed gaat komt ze niet. Dat geeft misschien een vertekening. “Daarom zeg ik nooit: begin er niet aan. Wel zeg ik: hou rekening met de stressfactoren.” Assepoester Om die stressfactoren in beeld te brengen bekijkt Sultan Balli het huwelijk vanuit het standpunt van de nieuwkomer, de partner van ginds. Eerst de importbruid. Geen mooie term, vindt Sultan. Maar zelfs de Turkse media gebruiken die nu. Sultan Balli: ”Zij wordt dikwijls gezien als een arm dutske, een assepoester die uit haar vertrouwde omgeving wordt weggerukt en op de onderste sport van de hiërarchie in de familie van haar man terecht komt. Dat is uiteraard een clichébeeld. Maar in elk cliché zit een grond van waarheid. Allochtone gezinnen zitten in een overgangsfase van grootfamilie naar kerngezin. In Turkije en Marokko heeft die evolutie zich al verder doorgezet dan hier. Wat daar al grotendeels achterhaald is, gaat hier nog door.” Bruidegom Ook over de importbruidegom doet er een cliché de ronde. Sultan Balli: “Hij trouwt met een meisje van hier voor de papieren. Hij is niet verliefd op haar maar wel op het ticket naar Europa. Maar vanuit psychologisch oogpunt heeft hij het niet gemakkelijk. Ook hij is afhankelijk van zijn vrouw en zijn schoonfamilie. En ook in zijn geval is dat een stressfactor voor de relatie.” Sultan Balli: "Importbruiden kunnen meestal makkelijker omgaan met hun afhankelijke positie dan de mannen. Als schoondochter hebben zij een typische vrouwenrol, en door hun zorgtaken op een goede manier op te pakken kunnen ze hun positie verbeteren. Voor mannen is het moeilijker. Hun positie en de waardering die ze krijgen hangt af van het inkomen dat ze kunnen verwerven. En daar hebben ze het als nieuwkomer moeilijk mee. Hun diploma en ervaring worden hier niet gewaardeerd en ze moeten eerst nog Nederlands leren. De druk op deze mannen is zo hoog dat ze Nederlandse taallessen laten vallen voor laagbetaald werk of zwartwerk.” Maar hier nuanceert Sultan Balli. “Nieuwkomers zijn dikwijls wel erg gemotiveerd, en kunnen zo voor een positieve dynamiek zorgen. Ze popelen om aan te slag te gaan en willen vooruit. Meer dan de tweede generatie die hier is opgegroeid. Maar het kan snel omslaan als succes uitblijft. De Belgische samenleving zit niet echt op hen te wachten. Die zegt: achteraan aanschuiven. Gevolg is stress die de relatie onder druk zet.” Navelstreng Ook de meisjes van hier zijn dikwijls teleurgesteld in hun echtgenoten uit het moderne Turkije. Ondanks dat die echtgenoten geëmancipeerder lijken dan de jongens die hier zijn opgegroeid en ondanks dat hun schoonmoeders ver weg zitten en zich daardoor niet kunnen moeien met hun huishouden. De reden is dat hun mannen met een stevige navelstreng vast blijven zitten aan verwanten ginds. En die vragen geld, ze willen naar hier komen voor een geneeskundige ingreep, ze zoeken een huwelijkspartner voor een achtergebleven neef of broer,… Te veel druk van ginds is een bron van stress voor de relatie hier. Stress en spanningen tussen partners zijn op te lossen door communicatie: problemen op tafel leggen en er als gelijkwaardige partners over onderhandelen. Sultan Balli: “Alle koppels hebben het daar moeilijk mee. Allochtone koppels kampen met de handicap dat ze dat in hun traditionele familie niet geleerd hebben. Ze kunnen niet op een constructieve manier ruzie maken.”
11
3
Rol van allochtone ouders bij de partnerkeuze van hun kinderen.
(Deze tekst was oorspronkelijk opgenomen in de trainersmap huwelijksmigratie die samengesteld werd door het Provinciaal Integratiecentrum in 2007. Deze tekst is opgesteld door het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen.) Hoe het vroeger was… In de landen van herkomst, resp. Turkije en Marokko, heerst de culturele vanzelfsprekendheid dat de relatievorming zowel een overeenkomst betreft tussen twee familiegroepen als een verhouding tussen twee individuen. Zo worden de meeste huwelijken gesloten tussen personen wiens families reeds verbonden zijn door bijvoorbeeld verwantschap, residentiële nabijheid, vriendschap of zakenrelatie. Bovendien worden huwelijken vaak door de ouders van bruid en bruidegom geregeld en niet door henzelf, en wordt dit voorafgegaan door veel formele en informele onderhandelingen. Grosso modo waren er twee huwelijksvormen gangbaar: uithuwelijking (gedwongen huwelijk) en het gearrangeerde huwelijk. Men spreekt van een uithuwelijking wanneer het meisje of de jongen gedwongen wordt te trouwen met een partner die ze niet willen. Van gearrangeerde huwelijken is er sprake wanneer ouders zelf een kandidaat voordragen en jongeren het recht hebben te weigeren. Wanneer de Turkse en Marokkaanse migranten hier ongeveer veertig jaar geleden aankwamen, waren bijna alle huwelijken gearrangeerd tot stand gekomen. Een klein percentage daarvan was gedwongen. We dienen hier ook in rekening te brengen dat het door vroegere generaties normaal werd bevonden dat de ouders voorstellen deden, dit werd niet aanzien als gedwongen. Relatievorming en partnerkeuze bij allochtone jongeren hier Hoe verloopt het proces van partnerkeuze bij allochtone jongeren? Welke factoren zijn van belang en wat is precies de rol van de familie in dit proces? Belangrijk bij deze vragen is om de cultuurspecificiteit van de relatievorming bij allochtone jongeren niet te veralgemenen. Er moet in de eerste plaats rekening gehouden worden met de diversiteit in de groep allochtone jongeren, ook met betrekking tot partnerkeuze en relatievorming. Goede inzichten in deze diverse processen maken het aanbieden van een vormingsaanbod op maat mogelijk. Daarom gaan we dieper in op de mechanismen die spelen bij de partnerkeuze van allochtone jongeren. Theoretisch gezien kan het huwelijk op vier verschillende manieren totstandkomen. De ouders stellen de huwelijkskandidaat voor en het huwelijk vindt plaats ongeacht de instemming van de zoon of dochter (gedwongen huwelijk). Uithuwelijking komt meestal voor op jonge leeftijd en het betreft vaak neef/nicht-huwelijken. Economische motieven, familieverbanden en angst voor het verwesteren van de dochter, spelen bij dit soort huwelijken vaak een rol. Deze huwelijksvorm komt het minst voor (hoewel de westerse hulpverlener hiermee het meest wordt geconfronteerd), doch de gevolgen ervan zijn meestal traumatisch. In de periode voor het huwelijk verzetten de jongeren zich tegen uithuwelijking. Ze reageren met verzet, weglopen of zelfs suïcidepogingen. Als een gedwongen huwelijk desondanks toch doorgaat, zijn de problemen groot. De verwerking van deze traumatische ervaring verloopt doorgaans in twee fasen. In de eerste fase van het huwelijk is bij de uitgehuwelijkte de wanhoop, de woede en het gevoel van machteloosheid groot. Vrouwen reageren vaak met lichamelijke klachten, weigeren seks en hebben het gevoel niets meer waard te zijn. Enkele vrouwen doen ook in deze fase suïcidepogingen. Mannen reageren deze gevoelens af door veel buitenshuis te verkeren. In de tweede fase is er een categorie partners die zich neerlegt bij de situatie en het gebeuren toeschrijft aan zijn/haar lot. Een andere categorie gaat scheiden. Tenslotte is er een gering percentage dat toch nog gelukkig wordt met de partner die ze oorspronkelijk niet wilden. De ouders stellen de huwelijkskandidaat voor en het huwelijk vindt plaats met instemming van de zoon of dochter (gearrangeerd huwelijk). Bij het gearrangeerd huwelijk, vooralsnog de meest voorkomende manier bij migrantenjongeren, hebben de jongeren het recht om te weigeren. Hoewel de meeste jongeren aangeven het gevoel te hebben zelf voor deze partner te kiezen, dienen bij deze 'vrije keuze' enkele kanttekeningen geplaatst:
12
• • •
er zijn jongeren die instemmen in zo'n huwelijk omdat ze vertrouwen hebben in de wijsheid van hun ouders en ervan uitgaan dat ouders weten wat goed voor hen is veel jongeren voelen zich nog niet rijp voor een huwelijk, maar stemmen er toch mee in omdat ze denken dat het zo hoort en om hun ouders ter wille te zijn in ongeveer negentig procent van de gevallen gaat het om een partner uit het thuisland. Dit betekent dat de jongere de huwelijkskandida(a)t(e) tijdens een korte vakantie moet leren kennen. Veelal gaan jongeren dan voort op uiterlijkheden om haar/hem te beoordelen als geschikte partner. Soms worden huwelijkskandidaten enkel beoordeeld op basis van een foto.
In sommige gevallen gebeurt het dat de jongere algauw spijt krijgt dat hij/zij heeft ingestemd met dit huwelijk. Maar aangezien een huwelijk een familieaangelegenheid is en er dikwijls wederzijdse afspraken en beloften tussen de betrokken families werden gemaakt, kan men zelden zonder eer- en gezichtsverlies een huwelijksbelofte tenietdoen. In sommige gevallen kan dit uitdraaien op een 'gedwongen huwelijk' met alle bovengenoemde gevolgen van dien. De zoon of dochter stelt zelf de huwelijkskandidaat voor en het huwelijk vindt plaats met toestemming van de ouders. De zoon of dochter stelt zelf de huwelijkskandidaat voor en het huwelijk vindt plaats ongeacht de toestemming van de ouders. Uit kwantitatief onderzoek (Lievens, 1997; Esveldt, 1998) blijkt dat allochtone jongeren van Marokkaanse en Turkse origine over een grotere persoonlijke keuzevrijheid beschikken in vergelijking met hun ouders die in Marokko/Turkije zijn opgegroeid en gehuwd. Tegelijkertijd hechten tweedegeneratiemigranten nog veel belang aan de goedkeuring en aanvaarding van het huwelijk door hun ouders. Het huwelijkstype dat het meest voorkomt, is een huwelijk dat door de zoon of dochter zelf geïnitieerd wordt en waarbij de ouders hun toestemming geven (50%). Gedwongen huwelijken komen zelden voor (3%) en gearrangeerde huwelijken komen in 40% van de gevallen voor. Een huwelijk waarbij tweede-generatiemigranten zich niets aantrekken van het oordeel van de ouders komt in 7% van de gevallen voor (Lievens, 1997:4). In de praktijk zijn er echter allerlei tussenvormen. Een toenemend aantal meisjes en jongens ‘kiest’ voor een middenweg waarbij men het huwelijk gearrangeerd laat lijken. Het meisje of de jongen kiest zelf de partner en zorgt ervoor dat door bemiddeling een aanzoek wordt gedaan aan de ouders van het meisje (het aanzoek wordt steeds aan de ouders van het meisje gedaan, of het meisje nu de jongen heeft gekozen of omgekeerd, het aanzoek is naar het meisje gericht). De ouders weten soms niet dat de jongeren elkaar kennen en denken dat ze het huwelijk zelf arrangeren. Binnen het huwelijk als eigen keuze zijn ook tussenvormen te onderscheiden. Er zijn jongeren die hun ouders vertellen dat ze een vriend(in) hebben en hen op de hoogte stellen van hun wensen. Ouders kunnen dan onderling op de traditionele manier het huwelijk regelen. Er zijn ook jongeren, vooral meisjes, die niets vertellen aan hun ouders maar weglopen met hun vriend zonder dat de ouders weet hebben van hun trouwplannen. Zij gaan er dan al bij voorbaat van uit dat hun ouders toch geen toestemming zullen geven. Meestal betreft het een jongere die reeds ‘beloofd’ is aan een partner of gaat het om een Belgische vriend of vriendin.
4
Allochtonen verdeeld over huwelijksmigratie
(Deze tekst was oorspronkelijk opgenomen in het jaarboek 2009 van het Provinciaal Integratiecentrum.) Huwelijksmigratie staat onder druk. Politici en beleidsmakers spreken harde taal. ‘Importhuwelijken nefast voor integratie.’ ‘Nederlands gaat achteruit.’ ‘Ticket voor kansarmoede.’ Maar wat vinden de allochtonen zelf? Het Provinciaal Integratiecentrum ontwikkelde de methodiek ‘Huwelijk en migratie’ om met allochtonen over partnerkeuze te praten. De meningen zijn verdeeld. Volgende uitspraken komen uit een sessie in het buurthuis Berensheuvel in Maasmechelen.
13
Pro importhuwelijken Een jonge moeder: “Mijn man is zelf van Turkije. In het begin had ik ook problemen in mijn huwelijk maar deze hebben we kunnen overbruggen door te communiceren. Ik heb begrip moeten tonen omdat hij een aanpassingsfase heeft moeten doorlopen. Nu zijn we heel gelukkig. Toen ik vrijgezel was, wilde ik absoluut geen jongeren vanuit België. Ik vertrouw hen niet en ze beantwoorden niet aan mijn verwachtingen.” Een moderne moeder: “Ik hoop dat mijn zoon zijn partner uit Turkije laat overkomen. Ik ben ook zelf van Turkije en ik ben heel gelukkig met mijn man. Ik denk niet dat mijn zoon zijn leven zou kunnen doorbrengen met een Belgisch meisje. Ze zijn te speels en niet bekwaam om een huwelijk in stand te houden. De meisjes van Turkije daarentegen zijn volwassen en intellectueel. Ze zijn beleefd en respectvol.” Een werkende jonge dame: “Ik ben geen tegenstander van importhuwelijken. Ik heb een relatie met een Turkse jongen uit Turkije. In de zomervakantie gaan we trouwen. Als het eenmaal zover is, sta je niet stil bij de mogelijke problemen van zo’n huwelijk. Ik weet dat het moeilijk zal zijn voor hem maar dat weet hij zelf ook. Hij weet dat hij niet onmiddellijk werk zal vinden. Hij is nu al bezig met Nederlands leren. Hij is ook bereid om zich aan te passen en een nieuw leven op te bouwen in België.” Contra importhuwelijken Een 40-plusser: “Partners die overkomen vanuit Turkije hebben te hoge verwachtingen. Ze denken bijvoorbeeld dat de Belgische inwoners niet hoeven te werken of dat ze veel geld hebben. Ook zijn de Turken van Turkije anders opgevoed dan de Turken van België. Hun waarden en normen komen niet volledig overeen met onze waarden en normen. Vaak vinden ze onze kinderen onbeleefd of niet modern. Ze zitten niet op dezelfde golflengte en hierdoor ervaren ze problemen in hun huwelijk. Ik heb liever dat mijn kinderen met een Belg trouwen en gelukkig zijn, dan met iemand uit Turkije waarmee ze niet kunnen opschieten.” Een jonge moeder: “Ik kwam naar België en vond de levenswijze van mijn man en zijn familie heel anders. Ik ben nu zes jaar gehuwd en woon nog steeds in bij mijn schoonouders. Mijn man is onverantwoordelijk en staat zelden in voor de gemeenschappelijke taken. Voor mijn schoonouders is het heel normaal dat hun zoon op stap gaat terwijl ik thuis met de kinderen zit. Ik heb geen ruimte voor ontspanning. Ik ben absoluut geen voorstander van importhuwelijken. Ik vind dat iedereen de partner uit de eigen gemeenschap moet kiezen.” Een hogeschoolstudente: “Ik ben tegen importhuwelijken. Als ik mijn partner uit Turkije zou laten overkomen moet ik ook de mannelijke rol opnemen. Ik moet werken terwijl hij sukkelt om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Als hij geïntegreerd is, zijn er enkele jaren voorbij. Daar heb ik geen tijd en geen goesting voor. Ik trouw liever met een Belg die de taal goed beheerst en zelfstandig is. Dan heb ik minder problemen en meer rust”.
14