-
Een gegeven paard niet in de bek kijken Praat met elkaar over de volgende vragen: - Heb je wel eens een cadeau gehad waar je niet blij mee was? - Heb je dat gezegd tegen degene van wie je het kreeg? -Vind je dat je het moet kunnen zeggen als je iets krijgt wat je eigenlijk niet leuk vind? Kan je in je eigen woorden de betekenis van dit spreekwoord vertellen? Bedenk ik tweetallen een situatie waar de betekenis van dit spreekwoord naar voren komt en maak er een rollenspel van wat je uitbeeldt in de klas.
Wist je dat? Dit spreekwoord komt uit het jaar 1753. Ze zeiden het toen wel op een iets andere manier. Men sal ghegheven paert niet zien in den mont, no tusschen die dien. Vertaal dit spreekwoord in het Nederlands zoals je het vandaag zou gebruiken. Doe dit letterlijk woord voor woord. Waar aan de tanden zou je kunnen zien hoe oud het paard ongeveer is?
BETEKENIS VAN HET SPREEKWOORD
VOOR DE LEERKRACHT
Je moet geen negatieve dingen zeggen over iets wat je hebt gekregen.
De kinderen bespreken de vragen. Vertel de kinderen waar de betekenis
VERDIEPING De kinderen leren hoe het spreekwoord in het oud- Nederlands gebruikt werd. De letterlijke vertaling van het spreekwoord is: Men zal gegeven paard niet zien in de mond noch tussen de tanden. Als je tussen de tanden van een paard kijkt, kun je de leeftijd van het paard schatten.
van dit spreekwoord vandaan komt. Aan de tanden van een paard kun je zien hoe oud het paard is. Je kunt dus het paard beoordelen. Als je een paard cadeau krijgt zou je ook blij moeten zijn met een oud paard, omdat het een cadeau is. De kinderen bedenken in tweetallen een rollenspel waarin de betekenis van het spreekwoord naar voren komt. Je kunt denken aan de situatie waarin het ene kind het andere kind iets geeft. - Kijkt het kind het gegeven paard in de bek?
Wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet. Praat in je groepje over de volgende vragen: - Hebben jullie een tuin en hoe ziet die eruit? - Wie werken er allemaal in de tuin? - Welke tuin vind je mooier, die van jullie of van de buren? - Staat er bij jullie onkruid in de tuin? - Wat vind je daarvan? Lees het voorbeeldverhaal voor. - Wat heeft dit verhaal met het spreekwoord te maken? Ontwerp een strip waarin de betekenis van het spreekwoord naar voren komt. Je mag het doen over het voorbeeldverhaal, maar het is ook leuk als je zelf een voorbeeld bedenkt.
Wist je dat? In de Bijbel komt er een ander spreekwoord voor met ongeveer dezelfde betekenis. Lees Mattheüs 7: 3 - 5 Bekijk het spreekwoordenboek en zoek op het trefwoord balk. Welk spreekwoord komt uit het Bijbelgedeelte wat je net hebt gelezen? Praat over dit spreekwoord. - Wat betekent het spreekwoord? - Waarom lijkt de betekenis op het andere spreekwoord?
BETEKENIS VAN HET SPREEKWOORD Het is beter om je eigen werk te verbeteren dan kritiek leveren op het werk van anderen.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met een ander spreekwoord wat uit de Bijbel komt. Kunnen de kinderen het spreekwoord uit de Bijbel halen? Ze mogen hierbij het spreekwoordenboek gebruiken en zoeken op het trefwoord balk. De kinderen kunnen bij het spreekwoordenboek het stappenplan gebruiken. Haal eerst de balk uit je eigen oog voordat je de splinter bij iemand anders er uit kan halen. De overeenkomst van deze spreekwoorden is dat er in de spreekwoorden opgeroepen wordt om eerst naar jezelf te kijken of naar je eigen werk. Het Nederlandse spreekwoord slaat meer op het verrichten van werk (onkruid wieden). En het Bijbelse spreekwoord heeft meer te maken met het beoordelen van elkaar.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen praten over het onderwerp ‘de tuin.’ Lees het voorbeeldverhaal voor. Kunnen de kinderen zelf een link leggen tussen het verhaal en het spreekwoord? Lukt het de kinderen om de betekenis te verwoorden? De kinderen ontwerpen een stripverhaal en verwerken de betekenis van het spreekwoord in een strip. Probeer de kinderen uit te dagen om zelf een situatie te verzinnen.
VOORBEELDVERHAAL De kinderen van groep 6 zijn aan het schilderen. Ze schilderen op een groot blad hun lievelingsdier. David is net begonnen met zijn koe. Ondertussen kijkt hij naar Maaike. ‘Wat maak jij nou weer?’ vraagt hij. ‘Dit is een vlinder, mooi hé?’ antwoord Maaike. ‘Nee, ik vind die kleuren niet mooi en de vleugels lijken wel vierkant’. Maaike kijkt sip maar dan zegt ze: ‘Oh, kijk eens naar je eigen werk!’ David kijkt op zijn blad en ziet dat zijn kwast is gaan druipen. Overal ligt zwarte verf. ‘Jammer voor je’ zegt Maaike. ‘Als je niet zo op mijn tekening was gaan letten, had je zelf door kunnen verven en was dat niet gebeurd.’
Iemand onder de duim houden Praat in je groepje over de volgende vragen: - Heb je deze uitdrukking wel eens gehoord? - Wat is je eerste idee van de betekenis van deze uitdrukking? Vergelijk de ideeën met elkaar. Zat de goede oplossing erbij? Bedenk een situatie waarbij de betekenis van deze uitdrukking naar voren komt, maak hier een tekening van.
Wist je dat? In Engeland kennen ze een andere uitdrukking gaat. Dit spreekwoord heeft weer een hele andere betekenis. Thumbs up Wat betekenen deze Engelse woorden? Gebruik zonodig een Engels Nederlands woordenboek. Beeld de uitdrukking uit. Als je dit gebaar maakt in Nederland wat betekent dat dan? - Wat zou deze uitdrukking betekenen? - Welk (fantasiewoord) woord gebruiken wij vaak bij dit gebaar?
BETEKENIS VAN HET SPREEKWOORD De baas over iemand spelen.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met de uitdrukking ‘Thumbs up’. De betekenis van de Engelse woorden kunnen de kinderen opzoeken in het woorden boek. De betekenis van de uitdrukking is ongeveer hetzelfde als de betekenis van het een gebaar, namelijk iemand aanmoedigen en benoemen dat iets goed gaat. In Nederland wordt daar vaak het woord picobello voor gebruikt.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen bespreken in een groepje wat de betekenis van de uitdrukking zou kunnen zijn. Bespreek de ideeën en leg de betekenis van de uitdrukking uit. Weten de kinderen een voorbeeld waarbij de betekenis van deze uitdrukking naar voren komt? De kinderen verwerken de betekenis van de uitdrukking in een tekening.
Hij is een vreemde eend in de bijt. Praat in je groepje over de volgende vragen: - Wie van de eenden is de vreemde eend en waarom? - Heb jij wel eens een situatie meegemaakt waarbij jij als enige anders was dan de rest? - Hoe voelde je, je toen? Wat betekent deze uitdrukking? Bedenk een situatie waarbij een persoon de vreemde eend in de bijt is. Maak hier een tekening van. Wissel de tekeningen uit en bespreek van elkaar wie de vreemde eend in de bijt is.
Wist je dat? In Denemarken kennen zij deze uitdrukking ook. Er is daar zelfs een sprookje overgeschreven. De schrijver Hans Christian Andersen heeft zichzelf altijd een beetje een vreemde eens in de bijt gevoeld. Bekijk een filmpje met platen van dit verhaal op schooltv.nl. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/200 81106_hetlelijkejongeeendje01 Wat vond je van de platen bij het verhaal? Wat vond je mooi en wat zou je anders doen? Maak samen met je groepje tekening bij dit sprookje. Zorg dat jullie allemaal een ander deel van het verhaal uitbeelden.
BETEKENIS VAN DE UITDRUKKING Hij hoort niet bij de groep
VERDIEPING De kinderen maken kennis met het sprookje ‘Het lelijke jonge eendje’. Ze proberen de link te leggen tussen het sprookje en de uitdrukking. Ze bekijken een filmpje waarin dit sprookje naar voren komt. Tot slot werken zij zelf het verhaal uit door er afbeeldingen bij te maken.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen bespreken naar aanleiding van de foto de vragen over de uitdrukking. Leg de betekenis van het spreekwoord uit en probeer een koppeling te maken naar een ervaring van jezelf of een kind in de klas. De kinderen beelden deze uitdrukking uit. In tweetallen bekijken ze elkaars tekeningen en benoemen zij wie er in de tekening de vreemde eend in de bijt is.
Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Lees het spreekwoord en bespreek in de klas de volgende vragen: - Zijn er woorden die je niet begrijpt in dit spreekwoord? -Weet iemand anders de betekenis? Zoek woorden waar jullie niet uitkomen op in het woordenboek. Ga in een kring zitten. Vier kinderen krijgen een kaartje met daarop een rol. De kinderen spelen het rollenspel uit. Wat viel op aan het rollenspel? -Hoe waren de karakters van de personen? - Waar kon je dit aan merken? Wat heeft het rollenspel met het spreekwoord te maken? Vertel de betekenis van het spreekwoord in je eigen woorden.
Wist je dat? Er zijn meerdere spreekwoorden die gaan over mensen die bij jou op visite komen en dus je gasten kunnen zijn. In het land Birma in Azië kennen ze het volgende spreekwoord: Het leven van een gast duurt zeven dagen Dit spreekwoord heeft weer een andere betekenis. Wat zou dit spreekwoord betekenen? - Wat gebeurt er als een gast langer dan zeven dagen blijft logeren? - kan je een situatie noemen waarbij dit spreekwoord van toepassing is?
VOOR DE LEERKRACHT
BETEKENIS VAN DE UITDRUKKING Je vergelijkt je eigen karakter vaak met het karakter van iemand anders en beoordeeld mensen op dezelfde manier. Voorbeeld: Jij liegt weleens en gaat er van uit dat andere dat ook wel eens doen.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met een ander spreekwoord uit Birma. Dit spreekwoord gaat over het thema ‘gasten’. De betekenis van dit spreekwoord is dat na zeven dagen de gast niet meer als bijzonder gezien wordt en deel uitmaakt van het huishouden. Hij/ zij krijgt dan geen speciale behandeling meer. De kinderen delen of zij ook wel eens zo’n situatie hebben meegemaakt.
De kinderen bespreken klassikaal of zij de woorden uit het spreekwoord kennen. Als zij er met elkaar niet uitkomen zoeken zij het op in het woordenboek. Kies vier kinderen uit die willen mee spelen in een ondersteunend rollenspel. Bereid het spel eventueel kort met hen voor. Het doel van het spel is dat naar voren komt dat de baas zelf niet eerlijk is en daardoor de anderen ook niet vertrouwt. Hebben de kinderen de boodschap van het rollenspel opgepakt? Vraag of de kinderen de betekenis van het spreekwoord al kunnen benoemen en vul dit zo nodig aan.
ROLLENKAARTEN Rol1: Een baas van een café. Karakter: Vaak oneerlijk en hij/zij liegt veel. Rol2: Een mevrouw die een kopje thee komt drinken. Karakter: Eerlijk en netjes Rol3: Een jongen die een glas cola drinkt met zijn vader. Karakter: Altijd eerlijk en verlegen Rol 4: Vader van de jongen Karakter: beleeft en vriendelijk. Situatie (voorgelezen door de leerkracht) Er was eens een cafébaas. Het was een oudere man/vrouw. De baas was niet vriendelijk en ook niet altijd eerlijk. Soms gaf hij stiekem te weinig geld terug als de klanten betaalden. En als de klanten dan zeiden dat het niet eerlijk was en dat zij nog geld zouden krijgen, dan loog hij en zei hij dat hij het geld allang had gegeven. Op een dag had de baas tien euro op de tafel gelegd. Hij schonk net een kopje koffie in en toen hij weer om keek was het geld weg. De baas dacht: ‘Dat hebben vast die oneerlijke klanten gedaan’. Hij ging alle tafeltjes langs en vroeg waar het geld gebleven was. De kinderen spelen de gesprekken na. De klanten hadden het geld niet. Toen de baas later zijn café aan het vegen was vond hij onder de tafel het briefje van tien euro….
QUIZ Elk groepje heeft een pen en papier. Kies iemand uit het groepje die schrijft. Luister eerst goed naar de quizvraag. Overleg met elkaar over het goede antwoord. Als iedereen het met elkaar eens is dan schrijft de schrijver het antwoord op. Als alle groepjes het antwoord hebben wordt er gekeken naar het goede antwoord. Het juiste antwoord is twee punten waard. Een half antwoord is een punt waard Voor een fout antwoord krijg je geen punten.
VRAAG 1: Welk spreekwoord hoort bij de plaat van het paard?
VRAAG 2: Waar of niet waar: Als je de baas over iemand speelt houd je iemand onder de duim.
VRAAG 3: Bedenk een voorbeeld bij de uitdrukking een vreemde eend in de bijt. VRAAG 4: Maak het spreekwoord af: Wie zijn eigen tuintje wiedt…………………………………………
VRAAG 5: Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten Dit spreekwoord heeft te maken met: A. Beoordelen van iemand B. Liegen tegen iemand C. Roddelen over iemand
ANTWOORDEN Vraag 1: Een gegeven paard niet in de bek kijken Vraag 2: waar Vraag 3: Meerdere antwoorden mogelijk Vraag 4: Wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet. Vraag 5: A
Los de rebus op Bespreek de volgende vragen: - Heb je dit spreekwoord weleens gehoord? - Wat zou dit spreekwoord betekenen? - Heb je verschil in klokken? Wat betekent dit spreekwoord? Luister naar het liedje. - Wat heeft dit liedje met het spreekwoord te maken? Bespreek de volgende vragen in je groepje: - Ben jij het eens met het spreekwoord? - Heb jij wel eens heimwee gehad? - Op welke plek voel jij het meeste thuis, waarom juist daar?
Wist je dat ? In Turkije kennen ze veel spreekwoorden die met huizen te maken hebben. Heb je wel eens van dit spreekwoord gehoord? Het huis van een vernieler zal afgebroken worden. Wat is een vernieler? - Wat betekent dit spreekwoord? Lees de stelling en bespreek met elkaar of je het hiermee eens bent of niet. Ik vind het eerlijk dat het huis van een vernieler afgebroken zal worden. Ik vind dit wel/niet omdat…….
BETENENIS VAN HET SPREEKWOORD Je voelt je het meest thuis op de plek waar je woont.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met een ander spreekwoord uit Turkije. Dit spreekwoord heeft hetzelfde thema maar een andere betekenis. Het betekent namelijk dat wat jij iemand aandoet ooit bij jou zelf wordt aangedaan. De kinderen bespreken de betekenis van dit spreekwoord en discussiëren over de stelling. Een aandachtspunt daarbij is dat zij verwoorden, waarom zij iets vinden. LIED THUIS VAN ELLY EN RIKKERT Thuis, dat is een schone onderbroek, of lezen in een spannend boek. Een grote pan met erwtensoep op het fornuis. Thuis, een plek waar iedereen je kent, daar mag je wezen wie je bent, dat is thuis. Thuis, in Amsterdam of Appelscha, daar staat de warme chocola, daar woont je eigen cavia, je konijn of je muis. Thuis, dat is waar iemand van je houdt daar is het veilig en vertrouwd, dat is thuis. Thuis, is meer dan een huis, Zoveel meer dan een huis
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen lossen de rebus op. De kinderen praten over het onderwerp van het spreekwoord, de klok. Lees het liedje van Elly en Rikkert voor. Leg een link tussen het liedje en het spreekwoord. De kinderen bespreken het onderwerp. De kinderen delen de ervaringen die zij gehad hebben met heimwee. Je kunt dit uitbreiden naar een onderwijsleergesprek over het onderwerp ‘thuis’. Stel vragen als: - Waar voel jij je het meeste thuis, waarom? - Voel jij je thuis in het huis/ gezin waar je woont? - Wanneer voel jij je thuis?
Als de katten muizen, mauwen ze niet Bespreek de volgende vragen in tweetallen: - Wat wordt er bedoeld met het eerste stukje van deze uitdrukking, als de katten muizen? - Waarom muizen katten? Los het geheimschrift op
Vertel in je eigen woorden wat de uitdrukking betekent.
A:J: T: B:K: U: C:L: V: x D:M:W: E:n: X: F: P: Y: G:Q: Z: H:R: I: S:
Wist je dat? In het westen van het werelddeel Afrika ligt Senegal. Ze kennen daar verschillende uitdrukkingen die met dieren te maken hebben. Dit spreekwoord gaat ook over katten en muizen: Wanneer een muis een kat uit lacht, is er altijd nog zijn hol. Waarom is het belangrijk dat een muis zijn holletje heeft als hij een kat uitlacht? - Wat betekent dit spreekwoord? Bedenk een reden waarom een muis een kat uitlacht. Schrijft het op en maak er een tekening bij. Je kunt ook een spreekwolk gebruiken.
BETEKENIS VAN DE UITDRUKKING Als mensen eten, praten zij niet.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met het land Senegal en een spreekwoord uit dit land. De kinderen bespreken wat de betekenis zal zijn van dit spreekwoord. Zij verwerken dit in een tekening, waarbij zij verwoorden waarom een muis een kat kan uitlachen. Hierbij moeten de kinderen zich inleven in het spreekwoord.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen bespreken de letterlijke betekenis van de zinnen. Als de katten muizen: wanneer de katten jagen op muizen De oplossing is de letterlijke betekenis van de uitdrukking. De kinderen verwoorden wat deze uitdrukking betekent. Kunnen zij een koppeling maken naar een situatie in de praktijk? - Wordt er bij de kinderen thuis veel gepraat onder het eten? Waarom wel/ niet?
Het zwarte schaap Bespreek de volgende vragen in je groepje: - Is dit een spreekwoord of een gezegde? - Wat denk je? Zou je graag het zwarte schaap willen zijn, of liever niet? - Waarom wel of niet? Wat betekent spreekwoord/ gezegde? - Ben jij wel eens het zwarte schaap geweest? Bedenk een strip verhaaltje over het zwarte schaap. Je mag het over schapen doen maar je kunt ook kiezen om een situatie te nemen waarbij de betekenis naar voren komt.
Wist je dat ? In het Arabisch kennen zij veel spreekwoorden over schapen. Dit is de Engelse vertaling van het spreekwoord: An army of sheep led by a lion would defeat an army of lions led by a sheep. Vertaal het spreekwoord in het Nederlands. Gebruik eventueel een woordenboek. Bespreek de volgende vragen in je groepje: Wat betekent dit spreekwoord? Zal het schaap de kudde leeuwen echt leiden? Waarom wel of niet?
BETEKENIS VAN HET GEZEGDE Iemand in een groep die overal de schuld van krijgt.
VERDIEPING De kinderen maken kennis met een Arabisch spreekwoord. De kinderen vertalen eerst het spreekwoord in het Nederlands. Een kudde schapen die geleid wordt door een leeuw, zal spoedig een kudde leeuwen zijn, geleidt door een schaap. De betekenis van het spreekwoord is dat een slechte/ gevaarlijke leider een groep kan veranderen en dat deelnemers ook slecht of gevaarlijk kunnen worden. In feite leidt het schaap de kudde leeuwen niet maar is het schaap de laatst overgeblevene.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen bespreken of dit een gezegde of een spreekwoord is. Gebruik hierbij het stappenplan. Weten de kinderen zelf al wat dit gezegde betekent? Leg het eventueel duidelijker uit aan de hand van een voorbeeld. U kunt ook verwijzen naar de uitdrukking: Hij is een vreemde eens in de bijt. De kinderen verwerken het gezegde door hier een strip over te maken. Ze kunnen zelf voor een situatie kiezen of het letterlijk bij het gezegde houden.
Voor een appel en een ei Waar heeft dit gezegde mee te maken? A. Gezond eten B. De boerderij C. Iets kopen Wat betekent dit gezegde? Misschien ken je het spel ‘Voor een appel en een ei’. Je kunt dit spel spelen op een feestdag van de school of bij jou in de buurt. Verdeel de klas in groepjes. Iedereen krijgt een appel een ei. Je probeert de appel en het ei te ruilen, totdat je steeds meer krijgt. Bijvoorbeeld je ruilt het ei voor drie pennen, een van de drie pennen ruil je voor een vaas enz. Na een uur komen de groepjes bij elkaar. Wie heeft de meeste spullen? Wat is het meeste waard? Dat groepje heeft gewonnen.
Wist je dat ? In Turkije kennen zij veel spreekwoorden die met geld te maken hebben. Geld is vuil aan je handen Bespreek de volgende vragen in je groepje: Je hebt een uitdrukking in Nederland: Geld maakt gelukkig. Dit spreekwoord heeft juist een andere betekenis. Kan jij uitleggen wat het betekent? - Ben jij het met het spreekwoord eens? - Waarom wel of niet? Bedenk drie regels die je helpen om goed met geld om te gaan. Presenteer ze aan de klas.
BETEKENIS VAN HET GEZEGDE Iets kopen voor heel weinig geld.
Verdieping De kinderen maken kennis met een Turks spreekwoord. De kinderen vergelijken een Nederlandse uitdrukking en de Turkse uitdrukking met elkaar. Ze bespreken met elkaar of geld je juist gelukkig maakt of niet. Samen bedenken ze regels om met geld om te gaan. Deze kunnen ze presenteren in de klas. Motiveer de kinderen om uit te leggen waarom ze voor die regel gekozen hebben. Voorbeelden van regels zouden kunnen zijn: - Leg de helft van je zakgeld apart zodat je kunt sparen voor iets leuks. - Geef af en toe wat geld aan een goed doel, of doe klusjes om geld op te halen voor een goed doel. - Als je iets wilt kopen doe het dan niet gelijk maar denk er een dag over na, zodat je kunt kijken of je het echt wel wilt.
VOOR DE LEERKRACHT Waar heeft dit gezegde mee te maken? A. Gezond eten B. De boerderij C. Iets kopen Wat betekent dit gezegde? De kinderen spelen het spel voor een appel en een ei. Ze gebruiken de appel en het ei letterlijk als ruilmiddel. Na het spel wisselen de kinderen hun ervaringen uit en presenteren zij de voorwerpen waarzij aan gekomen zijn.
Zoals de ouden zongen, piepen de jongen Lees het spreekwoord. Bespreek met elkaar wat er bedoeld wordt met de woorden ‘jongen’ en ‘ouden’ in deze zin. - Wat heeft de foto met het spreekwoord te maken? Wat betekent dit spreekwoord denk je? Luister naar het voorbeeld. Bedenk een toneelstukje waarin de betekenis naar voren komt. Het toneelstukje moet gaan over ouders en kinderen.
Wist je dat ? Dit is al een heel oud spreekwoord. In het oude Nederlands schreven ze het spreekwoord zo: "Soo voer gesongen, so na gepepen" Vertaal de woorden van het spreekwoord letterlijk: Soo………………………………………….. Voer…………………………………………. Gesongen………………………………….. So…………………………………………….. na…………………………………………….. Gepepen…………………………………… Ga naar www.google.nl zoek op afbeeldingen op de woorden: zoals de ouden zongen. Kies het tweede plaatje van een schilderij. Jan Steen heeft een schilderij gemaakt van dit spreekwoord. Hij wilde laten zien dat kinderen gewoontes van hun ouders overnemen. Wat leren de kinderen allemaal op dit schilderij? - Zijn dit goede gewoontes? - Waarom wel of niet?
BETEKENIS VAN HET SPREEKWOORD Kinderen doen vaak de dingen op dezelfde manier als hun ouders dit deden.
VERDIEPING De kinderen verdiepen zich in de OudNederlandse uitdrukking Soo voer gesongen, so na gepepen. Ze vertalen letterlijk de woorden van die uitdrukking. Je krijgt dan de zin: zoals vroeger gezongen, zo nu gepiept Vervolgens zoeken de kinderen het schilderij van Jan Steen op. Op dit schilderij zijn een aantal ‘slechte’ gewoontes uitgebeeld die kinderen na zouden kunnen doen. - Een vader leert zijn kind roken - Er wordt veel wijn gedronken.
VOOR DE LEERKRACHT
De kinderen bespreken de woorden uit het spreekwoord en vergelijken de foto met het spreekwoord. Weten de kinderen zelf al wat dit spreekwoord betekent? Lees het voorbeeld verhaaltje voor. De kinderen bedenken een toneelstukje. Eerst bedenken ze een situatie waarin kinderen het gedrag van hun ouders overnemen. Je kan denken aan, hard/ zacht praten, opruimen, te laat komen, veel snoepen enz. De kinderen spelen de toneelstukjes uit. Kunnen de andere kinderen verwoorden waarom dit toneelstukje bij het spreekwoord past?
VOORBEELD De vader en moeder van Janneke houden niet van opruimen. Overal slingeren spullen door het huis. Op het aanrecht staat de vaat van de hele week. In de slaapkamer liggen overal kleren. Janneke zelf houdt ook niet van opruimen en heeft dit nooit geleerd. Op de grond van haar kamer ligt overal speelgoed, kleren en schoolspullen.
QUIZ Elk groepje heeft een pen en papier. Kies iemand uit het groepje die schrijft. Luister eerst goed naar de quizvraag. Overleg met elkaar over het goede antwoord. Als iedereen het met elkaar eens is dan schrijft de schrijver het antwoord op. Als alle groepjes het antwoord hebben wordt er gekeken naar het goede antwoord. Het juiste antwoord is twee punten waard. Een half antwoord is een punt waard Voor een fout antwoord krijg je geen punten.
VRAAG 1: Welk gezegde hoort bij deze plaat?
VRAAG 2: Wat is de betekenis van het spreekwoord: Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens? VRAAG 3: Welk spreekwoord hoort bij deze plaat?
VRAAG 4: Waar of niet waar? Het zwarte schaap is een uitdrukking.
VRAAG 5: Als de katten muizen, mauwen ze niet. Wat wordt er bedoeld met het eerste stukje van deze uitdrukking, als de katten muizen?
ANTWOORDEN Vraag 1: Voor een appel en een ei Vraag 2: Je voelt je het meest thuis op de plek waar je woont. Vraag 3: Zoals de ouden zongen piepen de jongen Vraag 4: Niet waar een gezegde Vraag 5: als de katten op muizen jagen