HULPMIDDEL WERKEN MET EEN HANDELINGSPLAN Een mogelijke manier om de planmatige aanpak op school efficiënt te organiseren is het werken met een handelingsplan. Dat beschrijft de concrete aanpak en de interventies in de klas en op school voor een bepaalde leerling, zoals afgesproken in de adviesfase. Elke school kan zelf beslissen in hoeverre ze hiermee wenst te werken. In elk geval zal de planmatige aanpak op één of andere manier moeten worden geregistreerd om overzicht te houden en resultaten te kunnen vaststellen. Een doelgericht en efficiënt handelingsplan bevat wenselijk de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5.
1
Beginsituatie Doelstellingen Inhoud en organisatie Termijn Evaluatie
Beginsituatie
Het syntheseverslag op het einde van de adviesfase vormt het uitgangspunt van het handelingsplan. Aansluitend worden concrete afspraken gemaakt om verder doelgericht te werken
2
Doelstellingen
De doelen, zowel tussendoelen als einddoelen, doelstellingen op korte en op (middel-) lange termijn, worden resultaatgericht geformuleerd volgens de SMART principes. De letters staan voor: specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdsgebonden en inspirerend. Het is belangrijk dat alle betrokkenen afstemming bereiken over deze doelen, zodat het handelingsplan motiverend en inspirerend is. Dit kan de kans op haalbaarheid en succes vergroten. Onder realistisch verstaan we ook rekening houden met de context, de beschikbare middelen, de competenties en het welbevinden van alle betrokkenen. Omdat er in veel gevallen niet aan alle doelen tegelijk kan gewerkt worden, is het nodig om te prioriteiten te bepalen. Een belangrijk aspect hierbij is de keuze om in eerste instantie doelen te kiezen met een vrij grote kans op succes op korte termijn. Deze succesbeleving is immers een belangrijke motivatie voor alle betrokkenen. Soms is het realiseren van een eerste doel ook een voorwaarde om het volgende doel te kunnen bereiken. De doelstellingen kunnen zowel gaan over veranderingen in gedrag of leren van kinderen als over de aanpak en werkwijze van leerkrachten (of ouders).
3
Inhoud en organisatie
De inhoud van het handelingsplan sluit best zoveel mogelijk aan bij de aanpak in de klas, de gehanteerde methodes en de stijl en competenties van de leerkracht(en). Bij de organisatie houden we rekening met de beschikbare ondersteuning in mensen en materialen. De inhoud beschrijft niet alleen didactische leermiddelen en materialen, maar ook de pedagogische benadering, zoals de bejegening die deze leerling nodig heeft: welke feedback motiveert dit kind? Inhoud De gekozen interventies en aanpak kunnen zich situeren op verschillende terreinen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: de didactische aanpak bijsturen in de klas; bepaalde materialen introduceren of gebruiken; werken aan het pedagogische klimaat; specifieke differentiatie toepassen; de feedback aanpassen en werken aan de motivatie; medeleerlingen informeren en betrekken; de omgeving verduidelijken; de aanpak afstemmen tussen leerkrachten; aanpassingen in het klassenmanagement. In het handelingsplan worden de positieve aspecten bewust gebruikt: ‘wat werkt’ moet versterkt en uitgebreid worden, maar wordt ook benut bij de aanpak van de problemen. Alle geplande interventies zijn gekaderd binnen de context en zijn op maat van de individuele leerling. Bijvoorbeeld: twee leerlingen met dyslexie kunnen voor een deel gebaat zijn met dezelfde tips en ondersteuning, maar naargelang de context kan de specifieke onderwijsbehoefte erg verschillen, zo ook de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en ouders. Standaardplannen voor bepaalde problemen of stoornissen moeten altijd transactioneel aangepast worden. Voorafgaand aan en/of gelijktijdig met een traject van handelingsgerichte diagnostiek zijn er reeds interventies gerealiseerd (in de fases van de preventieve basiszorg en de verhoogde zorg). Het handelingsplan kan het behoud, de aanpassing, de verdieping en/of de uitbreiding van een aantal van deze maatregelen inhouden. Een aantal van deze interventies kan men ook indelen volgens het STICORDI-model: stimuleren, compenseren, remediëren en dispenseren. Een handelingsplan bevat niet enkel een opsomming van stimulerende, compenserende en dispenserende maatregelen maar een duidelijk plan van aanpak zoals hierboven opgelijst.
Stimuleren Zonder motivatie is er weinig kans tot leren. De sociaal-emotionele component is van cruciaal belang bij de uitvoering van een handelingsplan. Hiermee rekening houden, vergroot de slaagkans. Voorbeelden: gedrag kan beïnvloed worden door het gewenste gedrag positief te bekrachtigen en het ongewenste gedrag zoveel mogelijk te negeren; extra oefening levert meer op als er ook oog is voor het welbevinden. Vele leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben immers al te maken gehad met falen en negatieve reacties uit de omgeving.
Compenseren Compenseren is het aanleren van strategieën om problemen te omzeilen 1. Dit kan onder meer door het aanreiken van hulpmiddelen. Voorbeelden: ICT-hulpmiddelen, spellingcorrectie, rekenmachines, algoritmes, visuele ondersteuning met behulp van pictogrammen maar ook het bieden van meer tijd voor het maken van oefeningen en toetsen of het beperken van de hoeveelheid; naargelang de diagnose kan het ook gaan over specifieke orthopedagogische of orthodidactische hulpmiddelen, zoals aangepaste software voor dyslectische leerlingen.
Remediëren Remediëren is het geven van effectieve, aangepaste en individuele hulp om het probleem op te lossen of tot het minimum te beperken. Dit kan men doen door evidence-based te werken, met gebruik van goede methodes en materialen. De reële aanpassing gebeurt steeds op het niveau van de individuele leerling en vertrekt van zijn onderwijsbehoeften. Remediëren gebeurt op school. Indien buitenschools wordt geremedieerd is de afstemming tussen de verschillende actoren en niveaus cruciaal voor een optimaal rendement van deze interventies.
1
Bron: ‘Preventief en remediërend vermogen van scholen in de eerste graad van het secundair onderwijs’, OBPWO 99.04, Tussentijds rapport september 2000. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Departement Pedagogische Wetenschappen, Centrum voor Onderwijsbeleid en -vernieuwing i.s.m. Afdeling Orthopedagogie KU Leuven. Promotoren: Prof. dr. R. Vandenberghe en prof. dr. P. Ghesquière. o.c., p. 18
Dispenseren Dispenseren is het vrijstellen van bepaalde activiteiten, vakonderdelen, vakken of doelen en de vervanging ervan door evenwaardige activiteiten en doelen. Binnen de grenzen van de regelgeving2 kan dispenseren tot op het niveau van de leerplandoelstellingen. Het voorstel tot dispenserende maatregelen wordt geformuleerd in de adviesfase. Het is de klassenraad die nadien autonoom bepaalt in hoeverre het curriculum kan of mag aangepast worden, omdat dit ook consequenties heeft voor evaluatie, clausulering en overgangen naar andere onderwijsniveaus of naar een andere school. Voorbeelden: een leerling kan op de eindproeven worden vrijgesteld van het onderdeel spelling, maar moet wel in staat zijn om met behulp van aangepast materiaal (schema’s, software,enz.) de proef succesvol af te ronden; een leerling in een rolstoel zal niet alle eindtermen LO kunnen halen, maar kan wel leren om zich sportief te gedragen en te ontwikkelen en op zijn niveau deelnemen aan de activiteiten. Organisatie Om het plan transparant te maken en de samenwerking te verhogen, is een goede organisatie nodig. Het onderdeel organisatie geeft - indien relevant - antwoord op de volgende vragen: wie coördineert? wie werkt aan welke doelen, wanneer, waar, met welke frequentie en gedurende welke periode? welke rol wordt opgenomen door de leerkracht(en)? wat is de rol en de verantwoordelijkheid van de leerling? welke rol wordt opgenomen door zorgteam en CLB? wat is het aandeel van de ouders? hoe verloopt de communicatie tussen de betrokkenen? hoe verloopt de afstemming met externen zoals logopedisten, therapeuten, centra voor leermoeilijkheden? worden bepaalde interventies klassenintern, klassenextern of schoolextern uitgevoerd? welke materialen worden gebruikt (gemaakt of aangekocht)? moeten er maatregelen op klas- of schoolniveau worden genomen om de ondersteuning van deze leerling te kunnen organiseren (speelplaatswerking, lessen L.O., afspraken voor extra handen in de klas, klasdoorbrekend werken, enz.) hoe gebeurt de procesbewaking en mogelijke bijsturing?
2
Zie Onderwijsdecreet XV, en verder: MO SO/2005/05 van 22.06.2005, punt 5
4
Termijn
Er wordt aangegeven op welke termijn de doelen bereikt moeten worden. Korte termijnplanning zal het vaakst voorkomen : het streefdoel is om zo snel mogelijk (geheel of gedeeltelijk) terug te kunnen aansluiten bij de werking en het niveau van de groep. Dit kan met verschillende vormen van tijdelijke of langdurige ondersteuning. Voor een aantal leerlingen zal langdurige en structurele ondersteuning nodig blijven. De timing kan ook anders zijn voor de verschillende adviezen en wordt o.a. bepaald door de prioriteitsregeling van de doelstellingen. Een duidelijke en transparante timing is ook een noodzakelijk element om tot goede evaluatie te kunnen komen. Elk handelingsplan is een dynamisch en contextueel gegeven dat dan ook nooit langer dan één schooljaar kan doorlopen zonder evaluatie, overleg en bijsturing.
5
Evaluatie
Om een goede evaluatie mogelijk te maken worden vooraf (d.i. bij het opstellen van het handelingsplan) duidelijke evaluatiecriteria bepaald en afgesproken. Ze kunnen betrekking hebben op resultaten, tijdstip, hoeveelheid en/of kwaliteit van de interventies. Ook de evaluatiemethode wordt bepaald: bijvoorbeeld gebruik van toetsen, bevraging of observaties. Zowel het product (resultaat) als het proces (werkwijze) worden geëvalueerd, om gepaste conclusies te kunnen trekken en eventueel bij te sturen. Vooraf worden tussentijdse evaluatie(s) voorzien. Na een inloopperiode bij alle betrokkenen informeren hoe het loopt, kan zeer belangrijk zijn voor tijdige bijsturing van het handelingsplan. Na evaluatie van de resultaten van het handelingsplan, zijn er verschillende besluiten mogelijk: het handelingsplan is succesvol voor een aantal maatregelen die kunnen worden afgebouwd of stopgezet. Het doel is bereikt, de leerling wordt verder begeleid binnen de fase van de preventieve basiszorg; het handelingsplan is succesvol, maar een aantal maatregelen moeten worden volgehouden om aan de specifieke onderwijsbehoeften te blijven voldoen; een aantal maatregelen heeft niet het beoogde resultaat. Na evaluatie wordt vastgesteld hoe dit komt. De maatregelen kunnen worden aangepast en verbeterd, of vervangen door andere na overleg. Soms is het nodig om (een deel van) het traject van HGD opnieuw te doorlopen om de onderwijsbehoeften scherper te stellen.
www.prodiagnostiek.be