1 1 0 2 p o k i l b n e E Suggnomè in de media VOORWOORD
mè gevonden. Wist evenmin niet wat het betekende. Maar goed: hij vroeg het gesprek aan. En zij kwam praten. Waarom?
Beste lezer, Voor u ligt een terugblik op 2011… We hebben er voor gekozen om ons jaarverslag dit jaar wat anders in te vullen. Enerzijds is er het arrondissementele nieuws van de verschillende bemiddelingsdiensten en een uitgebreide bespreking van de jaarcijfers. Veel leesvoer en super interessant, maar ook veel … Daarom verwijzen we u hiervoor door naar onze website - onder het blokje ‘jaarverslag’.
Daarnaast bieden we u een korter, maar niet minder interessant ‘krantje’. Een terugblik door de ogen van verschillende mensen waarmee onze vzw het afgelopen jaar samenwerkte. We proberen u aan de hand van hun pen een overzicht te geven van onze werkzaamheden in 2011. Zo leest u een terugblik van een journalist, die vorig jaar een mooi artikel over bemiddeling schreef, een advocaat-generaal kijkt terug op de werkzaamheden van het expertisenetwerk ‘bemiddeling in strafzaken’. U leest impressies van de regisseur waarmee we samen een theaterstuk maakten over onze visie op bemiddeling en herstelrecht. U vindt hier een bijdrage van een wetenschappelijk onderzoeker die in samenwerking met Suggnomè nadenkt over de mogelijkheden van ‘peacemaking circles’. Ook krijgt u het relaas van de mensen die actief zijn rond het herstelfonds. We lieten een stuurgroepvoorzitter aan het woord en lieten hem terugblikken op 1 jaar voorzitterschap. Eveneens vanuit de stuurgroep blikt een advocaat terug op 10 jaar bemiddeling in Limburg. Daarnaast schreven we ook zelf korte tekstjes over wat ons bijblijft uit 2011. Een nieuw logo en huisstijl, bemiddelaars op missie, werken aan het maatschappelijk draagvlak ,elke dag bemiddelen en werken aan een participatieve en communicatieve justitie … Veel leesplezier!
Soms struikel ik nog over de naam. Suggnomè. Suggnomè. Rik VAN PUYMBROECK - journalist De Morgen
Het was een woord dat me niks zei. Nooit gehoord. Nooit gelezen. Traag tik ik het adres nog eens in: www.suggnome.be. Twee klikken verder staat de uitleg: Suggnomè is afgeleid van het Griekse woord sungnomè. In het hedendaagse Grieks betekent dit "excuseer" of "overeenkomst". De originele betekenis is echter veel ruimer. In het oude Grieks betekent sungnomè namelijk (het proces van) het samen begrijpen van eenzelfde realiteit. Of ik niet eens iets over herstelbemiddeling wilde schrijven? De vraag in de mail was interessant, wie het me mailde wist dat 'neen' zeggen moeilijk was. Je kent mensen. Je weet wat ze doen. En van sommige mensen weet je dat wat ze doen waardevol moet zijn. Dit was zo iemand. Werkte voor Suggnomè. Ja dus. En dus ja, op een dag zit je oog in oog met Rudi. Een dader in de gevangenis van Leuven. Ooit drukte hij een wapen in de nek van Sabine. Zij gaf hem de inhoud van de kassa en hij vertrok. Op weg naar zijn geluk, dacht hij. Met haar 3.000 euro. Zij was alleen blij dat ze nog leefde, vertelde ze later in haar huis. Hij vertelde over haar in Leuven. Maar ooit dus, één keer, hadden ze samen gezeten. In één ruimte. Aan dezelfde tafel. Hier Sabine. Daar Rudi. Hij de man die haar bedreigd had. Zij de vrouw die hem overleefd had. Dàt ze er zaten kwam nog door hem. Hij had in de gevangenis een briefje van Suggno-
Hij: Ik wilde de confrontatie aangaan. Het proces en de straf, waar ik niet over wil klagen, vond ik nog niet genoeg. Een mens probeert zichzelf altijd beter voor te doen dan hij is, maar in de spiegel zag ik geen proper beeld. Misschien vond ik het goed dat het slachtoffer haar gal zou spuwen en wilde ik met mijn eigen ogen zien wat ik had aangericht. En misschien hoopte ik ook dat ze me een beetje zou vergeven. En zij: Alle woede in mijn lijf moest eruit. Het idee: ze hebben me iets aangedaan zonder ook maar een moment te beseffen wát. Het ging om veel meer dan alleen die kassa of dat geld. Het ging om mezelf, mijn gezin, mijn relatie, mijn werk. Wat leverde het op? Zij: Ik denk dat ik Rudi aan het denken heb gezet. En dat ik een invloed op hem heb gehad. Het heeft me rustiger gemaakt te weten dat hij nu beseft wat hij me heeft aangedaan. Hij piekert er nu over. Daardoor heb ik het gevoel dat hij weer op de goeie weg kan gaan. Dat is voor mij het belangrijkste, dat ik hem aan het denken heb gezet. Nu hij: Ze zei: iedereen kan fouten maken, maar dit kan ik je niet vergeven. Toch verwacht je dat ergens. Dat ze me niet alleen als dader zag, maar ook als mens. Of ik op begrip rekende? Dat zou mooi zijn, misschien zou het dat wat makkelijker maken om het los te laten. Maar in de realiteit moet dat niet. Ik heb ongevraagd in haar leven ingegrepen. Van dat gesprek heb ik geen spijt. Voor mij was het van belang dat ik haar kon geruststellen dat ik geen monster ben. Suggnomè: het samen begrijpen van eenzelfde realiteit, ik herlees de woorden. Het lijkt bijna onmogelijk. Lees een verhaal van Cees Nooteboom en je merkt dat hij observeert zoals alleen hij dat kan. Zie dezelfde plek, lees zijn verhaal en dan zie je vaak pas wat hij zag. Of Hans Aarsman, Nederlandse fotograaf en journalist: hij bespreekt foto's en pas als je zijn verhaal erover leest, zie je op de foto details die je eerder over het hoofd zag. Twee keer gaat dat over kijken. Van realiteiten. Zo moeilijk want zo verschillend. Maar herstelbemiddeling gaat om meer dan kijken. Het gaat om begrijpen. Begrijpen van een realiteit die een dader en een slachtoffer verbindt: een misdaad dus. Voor een buitenstaander al een verhaal met twee kanten. Met meningen van jury's en toeschouwers. Met duizend interpretaties. Met oordelen en veroordelen. Maar, terugplooiend op die twee, hun realiteit: die misdaad. Hij de dader, zij het slachtoffer. En die twee mensen moeten die realiteit samen proberen te begrijpen? Het lijkt bijna onmogelijk. De overtreffende trap zit in de herhaling. En toch. Toch zei Sabine: Vandaag ben ik minder kwaad en dat ziet mijn dokter zelfs aan mijn cardiogram. Fysiek gaan het beter en ik sport ook weer. Ik ben alerter. Ik slaap beter, hoewel nog lang niet genoeg. En toch zei Rudi: Het gesprek met Sabine is een sleutel geweest. Dat ik dát gedaan heb, is voor mij al een overwinning. Ik weet niet hoe het met Rudi en Sabine is afgelopen. Ik weet wel dat Suggnomè wonderen doet.
(Rudi en Sabine zijn fictieve namen). 1
Suggnomè en het beleid
Het expertisenetwerk “Bemiddeling in strafzaken” Lucien NOUWYNCK Advocaat-generaal bij het hof van beroep te Brussel, Coördinator van de opleiding georganiseerd door het IGO voor de magistraten en gerechtelijke stagiairs over de plaats van het slachtoffer in het strafrechtelijk bestel. Het expertisenetwerk “Bemiddeling in strafzaken” – thans een afdeling van een expertisenetwerk “Strafrechtelijk beleid en strafprocesrecht” onder voorzitterschap van het parket-generaal van Antwerpen – is een pionier in de filosofie van het horizontaal werk tussen vertegenwoordigers van de vijf parketten-generaal, van de lokale parketten en externe partners. Sedert ongeveer 12 jaar wordt in dit kader op een systematische en structurele manier overleg gepleegd rond de “bemiddeling in strafzaken” tussen magistraten en professionelen van het sociaal werk in een justitiële context, via een delegatie van wat ondertussen het directoraat-generaal Justitiehuizen van het FOD Justitie is geworden. Dit geeft een prachtige gelegenheid om de perspectieven van het Openbaar ministerie uit te breiden naar een criminologische en sociologische benadering van haar actie.
Geen wonder dus dat deze groep gevoelig is voor de herstelrechtsfilosofie en de concretisering van de wet 22 juni 2005 tot invoering van bepalingen inzake de bemiddeling in het Wetboek van strafvordering.
Momenteel legt dit expertisenetwerk de laatste hand aan een ontwerp van omzendbrief van het College van procureurs-generaal over de informatieverplichting inzake bemiddeling in een strafrechtelijke context. Deze omzendbrief streeft twee voorname doelstellingen na, maar er is ook een derde belangrijk aspect.
Eerste doelstelling: de wet van 22 juni 2005 bepaalt o.a. dat het openbaar ministerie, de onderzoeksrechter, de onderzoeksgerechten en de rechter erop toezien dat de personen die betrokken zijn in een gerechtelijke procedure, ingelicht worden over de mogelijkheid een bemiddeling te vragen. Tot nu toe werd deze verplichting op lokaal niveau op een informele en niet uniforme manier nageleefd, in functie van de kwaliteit van de samenwerking tussen de parketten en de erkende bemiddelingsdiensten (Suggnomè in Vlaanderen, Médiante in Wallonië, beide diensten in Brussel). Sedert 2009 bestaat er een omzendbrief die voorziet dat op het ogenblik van de klachtneerlegging, informatie wordt gegeven over de bemiddeling. De toekomstige omzendbrief over de informatieverplichting zal een systematische informatie op verschillende sleutelmomenten van de procedure verplichten. Deze informatie zal ook naar beide partijen (slachtoffer en verdachte/dader) gericht worden, wat niet het geval is voor een informatie die op het moment van de klachtneerlegging wordt verstrekt. Momenteel onderzoekt het expertisenetwerk vooral de praktische mogelijkheid om een omvangrijke uitbreiding van de informatie te veralgemenen, gezien middelen van de parketten op het vlak van informatica en administratief personeel beperkt zijn.
Een tweede doelstelling is het uitstippelen van een procedure waarbij de onderlinge verhouding tussen de “bemiddeling in strafzaken”, geregeld bij artikel 216ter van het Wetboek van Strafvordering, en de “herstelbemiddeling” wordt vastgelegd (wat gebeurt er als b.v. de procureur des Konings een dossier wenst te behandelen via de “bemiddeling in strafzaken”, terwijl ondertussen een slachtoffer of een verdachte reeds Suggnomè zou gecontacteerd hebben), alsook het ver-
duidelijken van de bestaande of nog te ontwikkelen verhoudingen tussen enerzijds de parketten en anderzijds de door de minister van Justitie erkende bemiddelingsdiensten (o.a.,wat kan gecommuniceerd worden en wanneer, zonder, vanzelfsprekend, de vertrouwelijkheid van de bemiddelingsproces in het gedrang brengen).
Ten slotte, last but not least, zie ik een onrechtstreeks – maar dit betekent niet minder belangrijk – voordeel in een omzendbrief van het College van procureursgeneraal: een formele en officiële erkenning van de legitimiteit van de samenwerking met de erkende bemiddelingsdiensten en van de plaats van “herstelbemiddeling” in ons strafrechtelijk bestel.
De benadering restorative justice is nog ver van “verankerd” in ons systeem. De filosofie van de wet van 22 juni 2005 druist tegen enkele traditionele aspecten van de rol van de magistraten in. In de traditionele gerechtelijke cultuur worden de beslisingen door de magistraten genomen en willen de magistraten alles onder controle houden. Met de “herstelbemiddeling” wordt deze traditionele visie in vraag gesteld: Slachtoffers en verdachten/daders beslissen zelf of ze zich willen engageren in een bemiddelingsproces en zoeken zelf een oplossing voor hun conflict. Daarenboven wordt de vertrouwelijkheid wettelijk “gebetonneerd”, wat soms als frustrerend ervaren wordt door sommige magistraten. Doch is de vertrouwelijkheid onontbeerlijk om een volwaardige vrije ruimte te waarborgen waarin de betrokkenen in alle vrijheid kunnen communiceren.
De officiële erkenning van de plaats van “herstelbemiddeling” in ons systeem, dankzij een circulaire van het College van procureurs-generaal, zal dus, laat ons hopen, de weerstand die zich soms nog ten opzichte van deze vernieuwde visie op Justitie manifesteert, doen verminderen.
Bemiddelingsdienst Leuven Open monumentendag in Leuven
2011 in de achteruitkijkspiegel, blik op 2012 !
1 van de kijkdozen
Tien vragen.
Thema: wat valt er dan nog te zeggen...
1. Hoe kunnen we onze doorverwijzingspartners telkens opnieuw warm maken voor bemiddeling? 2. Wordt het een trend dat we meer en meer bemiddelen na vonnis i.p.v. voor vonnis? 3. Zullen slachtoffers van misbruik in de kerk de weg vinden naar onze bemiddelingsdienst? 4. Kunnen we creatiever zijn in onze bemiddelingen? 5. In welke “taal” vinden we het best aansluiting met de burger? 6. Geven we het herstelrechtelijk gedachtegoed een vaste waarde binnen onze lokale forensische samenwerking? 7. Breekt het herstelfonds in elke gevangenis door? 8. Moet bemiddelen in intrafamiliaal geweld meer gepromoot worden? Open monumentendag 2011 - kijkdozen in Leuven Thema: bemiddeling en vrijwilligers
9.Wordt de methodiek van de “Peace making circles” een vast begrip binnen Suggnomè? 10. Houdt de bemiddelaar stand in dit alles?
2
Uiteraard is er veel meer te zeggen over peacemaking circles, maar het bestek van deze bijdrage is hiervoor te beperkt. Ik verwijs degene die hier graag meer over lezen, graag door naar bv.: K. Pranis, B. Stuart & M. Wedge (2003). Peacemaking circles: from crime to community. St. Paul: Living Justice Press.
Suggnomè en het wetenschappelijk onderzoek
Peacemaking circles Davy DHONDT—bemiddelaar en onderzoeker KULeuven
Peacemaking circles en Suggnomè: de eerste stappen
Een bemiddeling met meer mensen, of toch net iets anders?
Begin oktober 2011 verhuisde één van de bemiddelaars, Davy Dhondt, van stoel: voor de duur van het onderzoek zou hij in opdracht van de KU Leuven het actieonderzoek in België uitvoeren. Tegelijk uiten een aantal bemiddelaars de wens om met de PMC aan de slag te gaan. Drie bemiddelaars (Bram Van Droogenbroeck, Evelyn Goeman en Ingrid Marit) namen deel aan een vierdaagse training in Leuven, waar ook de andere bemiddelaars uit de overige deelnemende landen aanwezig waren. De training zelf werd verzorgd door twee “First Nation”-leden uit Canada, de broers Phil en Harold Gatensby.
Suggnomè vzw – Forum voor Herstelrecht en Bemiddeling werd een tijd geleden gevraagd door de KU Leuven om mee te werken aan een Europees onderzoek, dat wou nagaan of het mogelijk was om “peacemaking circles” (PMC) te implementeren in een Europese context. (Het onderzoek wordt in drie landen uitgevoerd: België, Duitsland en Hongarije. De coördinatie van het onderzoek gebeurt door de universiteit van Tuebingen.) Na enige bedenktijd en onderhandelingen werd beslist om in te gaan op deze vraag.
Opvallend aan deze training was dat er geen les werd gegeven; gedurende vier dagen
Wat zijn peacemaking circles? Peacemaking circles, georganiseerd n.a.v. een misdrijf, trachten om het misdrijf te bekijken vanuit een allesomvattende benadering. De idee is dat er slechts een goede oplossing kan komen, als elk onderdeel van het conflict is bekeken. Vandaar dat niet enkel slachtoffer en dader betrokken worden, maar ook anderen die geraakt zijn door het misdrijf: de onmiddellijke omgeving van beide partijen en (vertegenwoordigers van) de ruimere gemeenschap waarin het misdrijf is (en kon) gebeuren. Ook de gerechtelijke instanties, waarvan vaak de verwachting is dat zij met de oplossing komen, kunnen actief betrokken worden. Hiermee wordt niet geopperd dat PMC altijd tot een beter resultaat zou leiden dan bemiddeling, maar het uitgangspunt is wel anders. Elk van deze partijen neemt immers bij een PMC niet enkel deel ter ondersteuning van dader en slachtoffer, maar ook om te duiden waar hun eigen schade ligt en wat zij kunnen doen om tot een oplossing te komen. Het herstel van de gemeenschap is evenwaardig aan het herstel voor en tussen slachtoffer en dader. Hierbij kunnen alle betrokken partijen engagementen opnemen om dit te bereiken; om het herstel te bevorderen en oorzaken van de feiten weg te nemen om zo nieuwe feiten in de toekomst te vermijden. Vandaar dat er soms naar PMC wordt verwezen als “community-building”.
werd de cirkel-ervaring echter beleefd, waarbij de trainers aan de hand van verhalen trachten over te brengen wat een PMC nu precies inhoudt. Ik kan deze training niet beter samenvatten dan één van de deelnemers het deed: It was a journey into the hearts and minds of the people who were privileged to spend these four days with Harold and Phil. What we experienced was the opportunity to examine our deepest values and hopes for restorative justice and community building. […] It was through their storytelling each of us better understood “the power of the circle” and its potential in our various countries and communities.
Dit alles gebeurt op een specifieke manier van communiceren met elkaar; waarbij de focus heel sterk ligt op het respectvol luisteren naar elkaar en waarbij elke stem gehoord kan worden en even belangrijk is. Twee opvallende elementen hierbij zijn het cirkelgesprek en de “talking piece” (TP). Het eerste behoeft niet veel uitleg: alle deelnemers zitten in een cirkel; er is geen tafel die hen van elkaar scheidt. Het tweede, de TP, is een voorwerp die het verloop van het gesprek mee stuurt. De TP gaat immers (meestal in wijzerszin) de cirkel rond zonder iemand over te slaan en enkel degene die de TP vasthoudt, mag spreken. Dit ondersteunt de idee dat iedere stem even belangrijk is en gehoord moet worden.
Met de ervaring van deze training en verdere ondersteuning vanuit de KU Leuven, zal Suggnomè vzw in 2012 experimenteren met het uitvoeren van een beperkt aantal PMC. Op basis van deze ervaringen (en deze uit het buitenland) zal er dan door het onderzoeksteam (KU Leuven, universiteit van Tuebingen en Foresee) getracht worden om een antwoord te bieden op de vraag of het mogelijk is om PMC toe te passen in een Europese context, en zo ja, op welke manier dit dan het beste gebeurt. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd!
Doordat iedereen op deze manier zijn vragen, verwachtingen en voorstellen kan uitspreken, kan er in consensus gezocht worden naar een oplossing.
Bemiddelingsdienst Dendermonde Voor het 10e jaar op rij stijgen de cijfers voor het arrondissement Dendermonde! In 2011 werden opnieuw een heleboel slachtoffers en daders geïnformeerd over bemiddeling en werden er een hoop bemiddelingsdossiers opgestart. Ook het aantal gezamenlijke gesprekken en het aantal schriftelijke overeenkomsten gaat in stijgende lijn. Eén en ander heeft te maken met de zeer goede samenwerking met een aantal partners. Gevangenis, forensisch welzijnswerk, onderzoeksrechters en politieparket verwijzen hun cliënten als vanzelfsprekend door naar de bemiddelingsdienst. Bovendien zorgt de unieke samenwerking van alle forensische diensten binnen het IFW (Informatiepunt Forensisch Welzijnswerk) voor een degelijke inbedding van de bemiddelingsdienst in het gerechtelijk arrondissement Dendermonde. Elke burger die in aanraking komt met politie of justitie kan naar het IFW bellen voor vragen of doorverwijzing.
3
Van de mens niets dan slechts?
Suggnomè en het maatschappelijk draagvlak
Van de mens niets dan slechts? Stefan BOONEN - Auteur en regisseur Als het over onthouden gaat, werkt elk stel hersens anders. De een is gevoelig voor getallen, de andere voor beelden of geuren. Als er maar iets is waaraan we onze herinneringen kunnen ophangen. En nee, ik heb dit niet zelf bedacht. Het komt uit een (zeer boeiend) boek: Het geheugenpaleis van Joshua Foer. Om volledig te zijn moet ik zeggen dat ook Foer dat van die geheugenkapstokken niet zelf heeft ontdekt. Zijn informatie komt van wetenschappers. Net zoals bij van de mens niets dan slechts? Een voorstelling die mogelijk werd dankzij de getuigenissen, inzichten, gesprekken, vaardigheden, kennis en het vertrouwen van een hele resem anderen. Mijn geheugen werkt als een soort van polaroid. Ik koppel beelden aan verhalen. Fragmenten zijn het meestal. Soms vertellen ze iets over een groter geheel, net zo vaak spartelen ze in de marge. Dus. Ik heb willekeurig tien beelden uit mijn hoofd geplukt.
Beeld 1: De koer van Suggnomè. We zitten met zijn allen rond een lelijke witte tafel. Het is warm. We luisteren naar de verhalen van enkele bemiddelaars. Beeld 2: Een koude dag. Het heeft lichtjes gesneeuwd. Yves, Martje en ik fietsen over het Duivelswegje richting Bierbeek. Martje trapt altijd te groot. Beeld 3: Reconstructie. Verkrachting na verkrachting in de flat van Nancy. Geen van de andere bewoners komt vragen wat er aan de hand is. Ik had het thans graag uitgelegd. “Theater, mevrouw.” “Voor een schoon foto, meneer.” Beeld 4: De lange stilte aan het eind van een gesprek met een slachtoffer in Genk. Beeld 5: Wandelen, in een wijde boog om ‘cc de borre’ heen. De kragen opgezet, handen in de zakken. Tijdens de pauze hebben we boterhammen en daglicht nodig. Beeld 6: Het einde van een doorloop in fitness ‘the Body & Soul’ (uitgebaat door M. & M.) Even zwijgen, knikken. Het komt goed. Beeld 7: In bed, de donkerste uren van de nacht, wroeten en piekeren. Het komt niet goed. Beeld 8: Een gesprek in Leuven Centraal. Met een dader. Vriendelijk en vreselijk. Beeld 9: Het einde van een geweldige en gewelddadige voormiddag. Blitscursus stage-fighting . Trappen, wringen, vallen, wurgen. Onder begeleiding van een enthousiaste trainer. Uiteindelijk doen we er niks mee. Beeld 10: Een kaal zaaltje in ‘de borre’. Sam klapt zijn laptop open. ‘Luister eens,’ zegt hij.
En op een dag is het zover. Vanaf ’s morgens wacht je op de avond. Tot de mensen toestromen. En dan wacht je tot het licht uit gaat, tot het geroezemoes wegsterft, tot de spots aangaan, tot Yves opkomt. Wacht je tot Martje opkomt, tot de volgende scène, tot de volgende overgang. Wacht je tot de laatste zin, tot het applaus, het dankwoord. Wacht je op reacties, op een glas wijn. Wacht je tot het laatste woord gezegd is, voorlopig. Wacht je tot je je eigen straat inwandelt en in je bed gaat liggen. En je wacht tot het rustig wordt in je hoofd. En denk je; dat was ook snel voorbij.
www.vandemensnietsdanslechts.be
4
Suggnomè en het maatschappelijk draagvlak
Bemiddelingsdienst Gent Bemiddelingsdienst Gent, anno 2011
(Voor)recht van spreken: vroeger en nu… Op 11 september’11 gingen we naar de roots van onze nieuwe baseline. Of hoe een Vlaams initiatief als de Open Monumentendag de Gentse dienst de unieke kans bood om in te spelen op hun thema (‘conflict’) en de slachtoffer-daderbemiddeling voor te stellen aan een breed publiek op een ongedwongen en ludieke wijze. Met de medewerking van de Stad Gent (Kunsthal Sint -Pietersabdij) kon de Gentse Bemiddelingsdienst zich voor een dag vestigen in de Middeleeuwse burcht het Gravensteen. In de Audiëntiezaal werd, samen met de collega’s van de bemiddelingsdienst voor minderjarigen, de geschiedenis van de verhouding tussen slachtoffers en daders ‘van duel naar dialoog’ voorgesteld… aan 2931 bezoekers!
De Middeleeuwse burcht, het Gravensteen, stond eeuwenlang symbool voor machtsmisbruik, onderdrukking en een gruwelijke strafrechtspleging. Tussen de 14e en de 18e eeuw zetelde hier het opperste gerechtscollege van het Graafschap Vlaanderen en was er een gevangenis ondergebracht. Na het eerlang gebruik waarbij het slachtoffer of diens familie wraak nam voor het aangedane leed, was immers stilaan het besef gegroeid dat vervolging van daders niet alleen aan de benadeelde kon worden overgelaten. Vorsten stelden zich, ter versterking van hun eigen macht, steeds meer in de plaats van de benadeelde om de schuldige te straffen. Ze gingen bemiddelend optreden rond de afkoopsom om de weerwraak van het slachtoffer te ontlopen. Aanvankelijk ging de som volledig naar het slachtoffer. Later werd ook een gedeelte opgeëist door de overheid voor haar tussenkomst.
In het oude strafrecht was een veroordeling slechts mogelijk op basis van een bekentenis. De beschuldigde werd via foltering gedwongen verantwoordelijkheid op te nemen en te bekennen. Op basis van deze bekentenis werd een vonnis geveld : een boete, de verbanning of het vragen van vergiffenis voor een klein misdrijf. Schandstraffen, lijfstraffen en de doodstraf, uitgevoerd met wrede middelen, voor zware overtredingen. Onder invloed van de Franse Revolutie en nieuwe visies op mens en maatschappij, kwam een einde aan de willekeur uit de Middeleeuwen. Een nieuw, rationalistisch strafrecht vond zijn neerslag in een wetboek van Strafvordering (1808) en een Strafwetboek (1867) : misdrijven en straffen moeten in de wet zijn opgenomen, de staat mag alleen optreden daar waar het nodig is en de straf moet in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf.
De meest ingrijpende wetswijziging in het Belgisch Strafprocesrecht sinds Napoleon, was de wet Franchimont (1998) ter verbetering van de strafrechtspleging in het onderzoek : de publieke verontwaardiging over de gebrekkige werking van het gerecht vormde de onmiddellijke aanleiding voor de hervormingen, met meer aandacht voor de slachtoffers. Binnen dezelfde tijdsgeest dient ook de invoering van de slachtoffer-daderbemiddeling begrepen (in 1994 : Wet op de Bemiddeling in Strafzaken in parketzaken; in 2005: Wet op de slachtoffer-daderbemiddeling, zowel voorals na een gerechtelijke uitspraak; in 2006: hervorming van de Jeugdbeschermingswetgeving met invoering van bemiddeling en herstelgericht groepsoverleg).
Bij onze geschiedeniszoektocht stootten we op de treffende afbeelding van twee vrouwen, gekluisterd in een zgn. schandplank : de straf die ze kregen omdat ze elkaar publiekelijk hadden uitgescholden. Of hoe eertijds mensen bij elkaar werden gebracht om hun conflict uit te praten… Wij hanteren uiteraard deze ‘houten’ dwang niet, maar ergens blijft de bedoeling wel dezelfde…
Bemiddelingsdienst Oudenaarde De organisatie van de Open Monumentendag was het orgelpunt van het voorbije werkjaar voor de bemiddelingsdienst Oudenaarde. De bemiddelaars namen samen met het provinciebestuur Oost- Vlaanderen, afdeling Welzijn, hiertoe het voortouw. Niet enkel het bemiddelen en het structureel scheppen van de noodzakelijke voorwaarden hiertoe behoren tot het takenpakket van de bemiddelingsdienst; maar ook het streven naar een breder draagvlak voor slachtoffer-dader bemiddeling in Vlaanderen behoort tot onze taak. Groot was onze vreugde toen we vaststelden dat ook onze lokale stuurgroeppartners wensten aan te sluiten bij ons initiatief. Zo onderschreven onze partners door hun deelname aan de Open Monumentendag het streven naar een mentaliteitswijziging bij de burger: “ bij het overtreden van de wet moet naast de straf(maat), het herstel van de aangerichte schade bij de partijen en de bredere samenleving centraal staan!” Dit naast de engagementen die elke stuurgroeppartner dagelijks individueel voor zijn rekening neemt betreffende het thema herstel. Het gerechtsgebouw en de directeurswoning van de strafinrichting werden dan ook opengesteld voor het brede publiek. Het was de bedoeling om in beide gebouwen de geschiedenis van de monumenten te schetsen en nadien de bezoekers uit te nodigen tot het afleggen van een vast parcours in bepaalde ruimtes waar een korte uitleg gegeven werd over de werking van justitie, welzijn en bemiddeling. Bovendien wilden we zoals reeds vermeld het publiek uitnodigen om anders te kijken naar criminaliteit en straf. Daarom werd eveneens een cultureel luik gekoppeld aan het gebeuren en konden de verschillende justitiële en para- justitiële diensten zichzelf voorstellen. Onze deelname aan de Open Monumentendag werd enorm gesmaakt; zo konden wij ongeveer 2000 bezoekers verwelkomen!
5
Suggnomè en de bemiddelingspraktijk
Ik ben nochtans de overtuiging toegedaan dat vanuit de advocatuur geen weerstand bestaat tegen de herstelbemiddeling. Het is eerder een situatie van “ onbekend is onbemind”.
10 jaar herstelbemiddeling
Twee. Aangaande de rol van de advocatuur bij de herstelbemiddeling. Vraag is of er een paradox bestaat tussen het uitgangspunt van de bemiddeling m.n. het conflict teruggeven aan dader en slachtoffer, die eigenaar zijn van het conflict, en dit onder leiding van de bemiddelaar enerzijds en de bijstandsrol van de advocaat optredend voor dader of slachtoffer anderzijds ? Deze mogelijke paradox vindt zijn oorsprong in het feit dat de advocaat partijdig is, soms gebaat is bij verdere polarisering van het conflict hetgeen haaks staat op de bemiddeling die gericht is op toenadering. Het is een moeilijke maar allicht niet onmogelijke evenwichtsoefening. Dat de advocaat zijn cliënt in het kader van de bemiddeling prominent bijstaat in het kader van de schadeafwikkeling staat buiten kijf. Dat deze bijstandsrol minder prominent is bij de bemiddeling zelf wordt spijtig genoeg vaak verkeerd begrepen door de advocaat. Besprekingen waarop hij niet is uitgenodigd en waarvan hij geen weet heeft worden weinig gesmaakt door de advocaat die dan soms kribbig reageert . Ook hier pleit ik ervoor de wijze van werken en methodiek van bemiddeling beter bekend te maken bij de advocatuur. Voor zover het de bedoeling is om de strafrechtelijk herstelbemiddeling verder te intensifiëren ben ik ervan overtuigd dat de advocatuur uw beste partner is in de mogelijke groei van het uw conflictbeheersingsmodel.
in Limburg 14 oktober 2011 Mr. Jan SWENNEN—Advocaat Balie Hasselt en lid stuurgroep Limburg Toespraak uitgesproken naar aanleiding van de viering van 10 jaar herstelbemiddeling in Limburg.
Namens de advocatuur in deze provincie wens ik de jubilaris vooreerst oprecht van harte proficiat. Ik dank de organisatoren ook de balie in de gelegenheid te stellen vandaag hun bijdrage te leveren tijdens dit officiële gedeelte. Dit toont aan welk belang uw organisatie hecht aan de advocaat als partner in herstelbemiddeling. Zo meteen daar iets meer over.
Tot slot wens ik onze tiener nog vele jaren. Tegelijkertijd mag hij of zij niet vergeten dat zijn oudere broer, het inquisitoriale model meer dan 200 jaar oud is, geboren is uit het model van thesis en antithesis , leeft van het conflict en zoektocht naar evenwicht, geboren werd in de nasleep van de Franse revolutie dat rechten en vrijheden waarborgt en in beginsel een maatschappelijke orde nastreeft op grond van het repressieve model, geblinddoekt maar met een zwaard in de hand.
Op een viering zoals deze past het even in de spiegel te kijken en een blik op het verleden te werpen. Allicht vallen mijn verste herinneringen aan herstelbemiddeling samen met de eerste stappen die Suggnomè in onze provincie zette. Het moet ergens medio jaren negentig geweest zijn dat de Heer Van Garsse het project van de herstelbemiddeling kwam voorstellen aan de Hasseltse actoren van justitie, in het kabinet van de toen nog niet zo lang benoemde Procureur, de Heer Marc Rubens. De Procureur des Konings en ikzelf namens de commissie strafrecht luisterden geboeid naar een man met een visie over iets waar wij tot dan toe weinig of niets over hadden gehoord, behalve dan als theoretisch model of een geslaagd project in Canada. De ene was enthousiast, de andere had zijn reserves, het is zo gebleven. Zijn bezoek had ook iets van een missie naar het verre Oosten van Vlaanderenland.
Deze oudere en machtige broer heeft je toegelaten in zijn wetboek met amper 2 artikels waar hij duizenden bladzijden wetteksten opeist. Tracht uit zijn schaduw te treden en hijs je ideologisch op gelijke hoogte. Na tien jaar ben je, ook in Limburg op goede weg. Houd vol , het ga je goed, ad multos annos.
Nog voordat in Limburg op structurele wijze aan herstelbemiddeling voor meerderjarigen werd gedaan ontstond er een prachtig project voor minderjarigen in de schoot van BAAL en dit in samenwerking met de Provincie Limburg. Ik had jarenlang het voorrecht deel te mogen uitmaken van het zgn. comité V, dat toewijzingsbeslissingen nam over concrete jeugddossiers. Op uitermate precieze wijze werden de dossiers voorgebracht door de bemiddelaars waarna collegiaal een beslissing werden genomen over de toebedeling van gelden aan slachtoffers met als verplichte tegenprestatie maatschappelijke dienstverlening te verrichten door de minderjarige dader.
Het echte werk kon beginnen na invoering in 2005 van een nieuw artikel in de Voorafgaande Titel van het W. Sv. m.n. art 3 ter. Ook al werkte men al jaren op het terrein van de herstelbemiddeling, toch bood de wettelijke omkadering voor alle actoren van justitie meer garanties en houvast.
Quote van een cliënt:
Namens de advocatuur zou ik graag even blijven stilstaan bij 2 aspecten die de aandacht van de jubilaris verdienen m.n. 1. De vertrouwdheid van de advocaat met herstelbemiddeling en 2. De rol van de advocaat in het bemiddelingsproces. Als men vraagt of de stelling “ Advocaten weten niet wat herstelbemiddeling is ” juist of fout is, is het antwoord zonder twijfel dat deze stelling “ juist “ is. Helaas maar waar. Als men een enquête zou houden onder advocaten en zou vragen naar het verschil tussen strafbemiddeling en herstelbemiddeling zal de overgrote meerderheid het antwoord schuldig blijven of nog , antwoorden dat dit hetzelfde is. Een en ander spruit deels voort uit het feit dat slechts een fractie van de conflicten binnen het bestek van het herstelrecht kunnen worden behandeld en dat dientengevolge de advocatuur deze vorm van conflictbeheersing niet in de vingers heeft. Gevolg is dat de reflex beroep te doen op de dienst herstelbemiddeling al te weinig bij de advocaat ontstaat. De cijfers opgenomen in uw jaarverslagen bevestigen dit. Kan dit anders en is het wenselijk dat dit anders is ? Het antwoord is ongetwijfeld JA. Ik pleit ervoor op een blijvende en gestructureerde wijze de herstelbemiddeling bij de advocaten te promoten. Schuw hierbij niet de middelen van studiedagen en waarom niet, publiciteit. De sessies van verplichte beroepsopleiding van de advocaten die in Limburg in de schoot van het CBLA worden georganiseerd vormen bijvoorbeeld een uitstekend forum om in een voordracht van pakweg een uur een tweehonderdtal advocaten te bereiken. Die vorming aan de advocatuur zou U tevens de gelegenheid bieden de advocaat vertrouwd te maken met de specifieke methodiek van de herstelbemiddeling die thans al te vaak niet wordt begrepen en het voorwerp is van zure oprispingen. Dit is te merken aan de commentaren te horen op bijv de vergaderingen van de Raden van de Orde bij de bespreking van de modelbrieven die tot voor kort gevoegd werden bij de oproepingen voor regelingen rechtspleging voor het onderzoeksgerecht.
“ik was je nummer kwijt, wist niet meer waar ik hem had opgeslagen, vond hem terug onder de naam ‘bijleg- assistente’”
6
Suggnomè en het herstelfonds
Herstelfonds bekeken vanuit trajectbegeleiding Annemie VAN HEES - Trajectbegeleidster JWW Hulpgevangenis Leuven
Naast het herstel naar het slachtoffer toe en het betalen van een burgerlijke partij heeft het herstelfonds heel wat meer potentieel. Het kan ook een unieke kans zijn om opnieuw werkervaring op te doen, terug te wennen aan het werkritme, het inoefenen van sociale vaardigheden,… of trots te kunnen vertellen aan familie en vrienden dat er goed nieuws is, de gedetineerde komt in the picture maar ditmaal op een positieve manier. Anderzijds is herstelfonds niet evident : tijdelijk van de buitenwereld proeven en elke dag weer naar binnen moeten gaan,… Als trajectbegeleider is het niettemin een zeer intensieve maar boeiende opdracht om mee te zoeken met de gedetineerde en de wereld van justitie en hulpverlening een klein beetje op elkaar af te stemmen.
“Ik zou graag starten met het herstelfonds, denk jij dat ik hiervoor in aanmerking kom?” vraagt m’n client, maar hoe begin je eraan als trajectbegeleider? Hieronder kort wat impressies over het herstelfonds in de praktijk.
Voor de trajectbegeleider komen er 2 stukken op de voorgrond : de uitvoering van het herstelfonds mee voorbereiden, zowel praktisch als emotioneel. Het praktische heeft onder andere betrekking op zoeken naar een geschikte werkplek, contacten leggen met werkgevers, contacten leggen met collega’s van PSD die er op hun beurt voor zorgen dat de gedetineerde op geregelde tijdstippen de gevangenis mag verlaten, contacten leggen met collega’s van de bemiddeling,… maar evengoed het laten ondertekenen van de “contracten”, meegaan met de gedetineerde op kennismaking bij de werkgever,… De emotionele voorbereiding is samen met de cliënt een stuk op weg gaan. Op zoek gaan naar een goeie match. Waar is hij goed in? Wat zijn zijn interessevelden? Met welk soort werk is de kans het grootst dat de gedetineerde een succeservaring kan boeken? Je luistert naar de cliënt zijn bedenkingen en leert hem omgaan met gedachten en gevoelens. Bedenkingen, of eerder reflecties zijn bijvoorbeeld: “het is toch vreemd dat ik als gedetineerde iets goeds ga doen?” “Is dat hypocriet, de mensen moesten eens weten !” Of “ Ik wil zeker niets met geld te maken hebben, als ze weten dat ik uit de gevangenis kom, ga ik sowieso opdraaien als er problemen zijn!” Je zet de gedetineerde mee op weg om opnieuw een plaats te krijgen in de samenleving, met een verleden dat deel zal uitmaken van het heden. Als trajectbegeleider leer je de gedetineerde omgaan met onzekerheden en het afhankelijk zijn van de beslissingen die justitie neemt, het mee wachten op een antwoord,…want een goedkeuring voor uitgangen voor het herstelfonds is geen recht.
Je probeert beslissingen mee te plaatsen in een bredere context “Gezien de maatschappelijke situatie, kan er momenteel geen beslissing genomen worden over uw uitgang, we maken het over aan het kabinet”. (Verwijzend naar de situatie in Luik, waar een ex gedetineerde plots een aantal dodelijke slachtoffers heeft gemaakt) Je probeert te differentiëren en op zoek te gaan naar de persoon achter “de gedetineerde”. Je leert de gedetineerde omgaan met frustraties die zich voordoen in het dagelijks leven, en leert hen zoeken naar een constructieve oplossing ipv te hervallen in een oud patroon. Je probeert de gedetineerde mee het gevoel te geven dat hij zelf invloed heeft op de situatie.
Bemiddelingsdienst Limburg 10 jaar samenwerking met het Parket in Tongeren.
Het begon in Tongeren op 24 januari 2001 met de ondertekening van het protocol en de installatie van de stuurgroep. Tongeren was hiermee het vijfde gerechtelijke arrondissement in Vlaanderen waar de implementatie afgerond werd met een protocol. Op 1 maart start de bemiddelaar. Vanaf de eerste dag was het parket actief mee zoekend naar een werkbare manier om rechtzoekende burgers te informeren over de mogelijkheid tot bemiddeling en dit nog voor de zaak behandeld wordt voor de correctionele rechtbank. Permanent overleg, evaluatie en bijsturing resulteerde in een jaarlijkse stijging van dossiers. In 2004 was het nodig om bijkomende selectiecriteria te hanteren om de instroom van dossiers te kanaliseren. Met de intrede van de Wet van 22 juni 2005 waren bijkomende criteria niet langer te verantwoorden. Het parket kiest namelijk voor een snelle en maximale toepassing van de wet onder de vorm van lineair informeren. Het maximaal toepassen van de
7
wet heeft tot gevolg dat er nog meer dossiers de weg naar herstelbemiddeling vinden. Een wachtlijst wordt een noodzaak in afwachting van bijkomend personeel. In 2008 wordt met de opstart van Hasselt gekozen voor een Limburgse bemiddelingsdienst. Einde 2008 neemt het parket opnieuw initiatief om lineair te informeren, nu in dossiers van dodelijke verkeersongevallen. Net zoals de dossiers op correctioneel niveau gaan ook deze al snel in stijgende lijn. Met de komst van het Gesloten Federaal Centrum in Tongeren in 2009 wordt ook dit werkingsgebied voor de Tongerse bemiddelingsdienst. De tendensen van 2010 en 2011 lijken aan te geven dat men vanuit het parket wel degelijk geslaagd is in het “aanbieden van bemiddeling aan personen die een direct belang hebben in het kader van de gerechtelijke procedure” zoals omschreven in art2 van de Wet van 22 juni 2005. Na 10 jaar durven we stellen in ons opzet geslaagd te zijn, het plafond bereikt te hebben met rechtsgelijkheid als inzet. Dit neemt niet weg dat we in Tongeren optimaal zullen blijven samenwerken met het parket en nieuwe terreinen blijven verkennen. De plannen zijn nog pril, het enthousiasme is groot … u zult snel van ons horen. Op naar een volgend decennium.
Suggnomè en het herstelfonds
aantal denkpistes uitgezet, dewelke het voorwerp uitmaken van verdere bespreking en uitwerking op het niveau van de Centrale Stuurgroep. Belangrijke algemene vaststelling is dat de overtuiging groeit dat de tijd rijp is om de loutere projectfase te verlaten, en om te komen tot een “volwassen” fonds waarin duidelijke keuzes werden gemaakt.
Een bondig jaaroverzicht van de werking van het Comité Herstelfonds
Teneinde het contact met de bemiddelaars te bevorderen, werd op 27 oktober 2011 een overleg tussen de bemiddelaars en het Comité georganiseerd. Dit overleg werd als uiterst nuttig, en zelfs noodzakelijk ervaren. Het gevaar bestaat immers dat bemiddelaars en Comité enigszins uit elkaar groeien, hetgeen onbegrip langs beide zijden doet ontstaan. Geregeld overleg kan hieraan verhelpen. Het is alleszins de bedoeling om minstens één maal per jaar zulk een overleg te organiseren, waarbij gehoopt wordt dat zoveel mogelijk bemiddelaars tijd kunnen vrijmaken om hierop aanwezig te zijn.
Philip DAENINCK—Advocaat Balie Hasselt en voorzitter comité herstelfonds
In het verlengde hiervan werd vanuit het Comité een richtlijn verspreid aangaande de informatie die gewenst is in een aanvraag bij het Comité, werden op basis van een analyse van de genomen beslissingen de beleidslijnen van het Comité op papier gezet en werd een draaiboek voor de interne werking van het Comité opgesteld. Op deze manier wordt getracht een zo groot mogelijke transparantie over de beslissingswijze binnen het Comité te bekomen.
Wellicht ten overvloede, weze kort herinnerd aan de basisprincipes van het Herstelfonds. Met het Herstelfonds wordt getracht om gedetineerden de mogelijkheid te bieden om gedurende hun detentie al iets te doen voor hun slachtoffer, dit middels het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Communicatie staat hierbij centraal: indien een bemiddelaar van mening is dat de tussenkomst van het Herstelfonds een meerwaarde kan bieden in het kader van een bemiddeling, kan hij of zij een aanvraag indienen bij het Comité. Wanneer de procedure een gunstig verloop kent en het vrijwilligerswerk wordt uitgevoerd, zal het Herstelfonds een vooraf vastgelegd bedrag overmaken aan het slachtoffer in ruil voor het geleverde vrijwilligerswerk.
Er kan dus gesteld worden dat er -uiteraard naast de beslissingen die genomen worden in dossiers tijdens de maandelijkse vergaderingen- een reeks initiatieven in gang werden gezet. Benieuwd tot welk moois dit alles zal leiden!!
In zekere zin vormde eind 2011 een (zoveelste?) doorstart voor het Herstelfonds. Vanuit de praktijk klonken er immers soms ietwat neerslachtige geluiden. Blijkbaar loopt één en ander niet zo snel, of zo vlot, of zo succesvol als men had gewild of had gehoopt. De “Denkdag Herstelfonds” van 13 oktober 2011 vormde de gelegenheid bij uitstek om de puntjes op de i te zitten en om een balans op te maken. Uiteraard werd ook herinnerd aan, en gedebatteerd over de basisprincipes van het Herstelfonds. Opvallend was de vaststelling dat er nog steeds een groot enthousiasme bestaat over de basisidee van het Herstelfonds zelf. De kerngedachte op zich, werd niet wezenlijk in vraag gesteld. Ook binnen het Comité leeft nog steeds de rotsvaste overtuiging dat het Herstelfonds iets wezenlijk goeds is, en dat dit een zinvol en waardevol project is, dat de moeite waard is om tijd en energie in te steken.
Bemiddelingsdienst
Ingevolge de bedenkingen en bevindingen geformuleerd op deze denkdag werden een
Antwerpen Antwerpen in 2011
Bemiddelingsdienst Turnhout Minder alleen met z’n tweeën…
Iedereen die zich de beginjaren herinnert van opstartende bemiddelingsdiensten weet wellicht nog hoe eenzaam het soms kon zijn op zo’n eenmanspost in een of ander gehuurd pand, of een door een partnerorganisatie ter beschikking gesteld kantoor. En dit ondanks de regelmatige terugkomdagen van destijds of veelvuldige telefonische contacten met collega’s. In Turnhout zaten we sinds begin 2005 met 2 bemiddelaars afzonderlijk in een voormalige slaapkamer en gewezen keukentje op de eerste verdieping van een appartement. Sinds september vorig jaar delen we er samen een ruimer lokaal en nu pas beseffen we hoe onwaarschijnlijk comfortabel dit is voor een aangename en gezonde werkomgeving, en hoe dit kan bijdragen tot zoiets onbestemds als jobsatisfactie. We kunnen er elk apart werken aan onze eigen opdrachten, maar door het simpele feit van tegenover elkaar te zitten in dezelfde fysieke ruimte is er vrijwel constant gelegenheid tot desgewenst quasi-permanent cliëntoverleg of gedachtenwisselingen over van alles en nog wat dat de dienst aanbelangt.
2011 werd vooral gekleurd door de opstart van het “lineair informeren” van partijen vanuit het parket. Sinds januari 2011 kregen burgers die als slachtoffer of als verdachte betrokken waren bij feiten van diefstal met geweld of opzettelijke slagen en verwondingen een brief van de procureur des Konings met een verwijzing naar de mogelijkheid van bemiddeling. In totaal kregen 1134 personen op die manier een brief over de mogelijkheid van bemiddeling in de bus. Het resultaat was vaak een roodgloeiende telefoon op de bemiddelingsdienst én een duidelijke stijging van het aantal bemiddelingen in de loop van 2012. Daarnaast bleven we ook heel wat verwijzingen krijgen vanuit de gevangenis van Antwerpen, waar de medewerkers van Justitieel Welzijnswerk in hun onthaal systematisch de mogelijkheid van bemiddeling ter sprake brengen. Via deze weg konden we toch ook een aantal bemiddelingen realiseren. Het Europees onderzoek rond de implementatie van Peacemaking Circles in de strafrechtelijke context wist ons enthousiasme te wekken. De idee om de gemeenschap ook actiever te betrekken bij de maatschappelijke reactie op criminaliteit sluit naadloos aan bij onze visie op herstel. We hebben dan ook niet lang geaarzeld om mee op de kar te springen. In 2011 konden we al eventjes proeven van de methodiek via de 4-daagse training door Phil en Harold Gatensby, twee Canadese broers die ruime expertise hebben op dit vlak in hun lokale gemeenschap. De vonk die daar ontstond willen we in 2012 aanwakkeren en brandend houden.
Klara rustig op de achtergrond reduceert mogelijke stress en klassiek blijft vooralsnog uitstekend muzikaal behang.
Meer info:
www.suggnome.be 8
Getuigenis “Begin vorig jaar werden wij met 2 personen het slachtoffer van opzettelijke slagen en verwondingen in een discotheek. De 'aanvaller' was onder invloed van alcohol en bracht de slagen toe zonder enige aanleiding. We dienden klacht in tegen deze persoon. Nadien kwamen wij te weten dat hij gekend was in onze vriendengroep en met ons contact wilde opnemen. Wij gingen hierop in. Hij wenste deze zaak echter niet meteen in der minne te regelen en het vervolg van onze aanklacht af te wachten.
Bemiddelingsdienst Brussel Wat springt er uit voor Brussel in 2011. Een aantal ervaringen:
Samen met de bemiddelaars voor minderjarigen op “sensibiliseringsronde” naar de 14 politiezones van Brussel Halle Vilvoorde. Wat een avontuur.
De Brusselse gevangenissen een wereld apart!
De samenwerking met het parket een weg van vallen en opstaan.
De stuurgroep van Brussel doet zijn eigen ronde.
Wissel van de wacht bij de verbindingsmagistraten. Welkom aan substituut Kristel Bruyninckx!
Bemiddelingsdienst Brussel bemiddelt het meest van heel Vlaanderen in zedendelicten. Waarvoor dank aan de trajectbegeleiders, Iter en slachtofferhulp.
In 2012 samen met Médiante en de bemiddelaars minderjarigen van Brussel op zoek naar een nieuwe locatie voor één Brusselse bemiddelingsdienst?
Met veel dank nemen we afscheid van Hilde De Voghel en verwelkomen we Bart Claes terug!
Al snel werden wij gecontacteerd door jullie dienst. Er werd een afspraak vastgelegd om de zaak, in het bijzijn van de 'aanvaller' en een bemiddelaar, te bespreken. Door middel van open vragen werd een beeld geschetst van het gebeurde en werd aan beide partijen de kans gegeven om hun relaas van de feiten uit de doeken te doen. Zo werd er o.a. teruggeblikt op hoe het voorval een invloed op ons had meteen na de feiten (en nu) en konden we onze eigen vragen aan de tegenpartij stellen. Tevens werd er nagegaan welke regeling er diende te worden getroffen tussen de verschillende partijen om de zaak op een duidelijke en zinvolle manier af te sluiten. De 'aanvaller' kreeg de tijd om over het voorstel na te denken en de bemiddelingsdienst deed de verdere afhandeling voor ons (opstellen van een overeenkomst en zorgen dat deze overeenkomst daadwerkelijk werd nageleefd).
Wij hebben de bemiddeling zeker als nuttig ervaren. Hierdoor kregen we de kans om het voorval op een positieve manier te verwerken en dit zonder een (lange) procedure voor de rechtbank. Op enkele uren tijd werd onze zaak zo goed als helemaal geregeld en dit door een opbouwend gesprek tussen beide partijen. Indien de bereidheid wordt gevonden tussen dader en slachtoffer om naar elkaar te luisteren, helpt de tussenkomst van een bemiddelaar zeker om het gesprek in goede banen te leiden en een positieve uitkomst te bieden.
Nogmaals bedankt voor jullie tussenkomst. MVG, T & J.”
Suggnomè en het forumwerk
Studie– en ontmoetingsdag Het was dit jaar een bijzondere trefdag, daar we de organisatie deelden met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en de Inspectie Maatschappelijk werk van de FOD Justitie. Het thema van de dag was: ‘Schuldhulpverlening en werken aan de burgerlijke partij in het werken met gedetineerden’. Het werd een boeiende dag, met veel uitwisseling en ontmoeting, 8 workshops, verschillende perspectieven en invalshoeken en een divers publiek! Wat ons betreft, zeker voor herhaling vatbaar. Meer info hierover en verslagen van de verschillende workshops vind je in de tweede nieuwsbrief van 2011, ook raadpleegbaar via onze website www.suggnome.be/documentatie_nwsbrf.php.
Vorming BemiddeLINK kreeg vorm. De vormingspool wordt nu veel meer dan voorheen gedragen door de drie betrokken bemiddelingsvormen. Herstelbemiddeling minderjarigen, Bemiddeling in strafzaken en Slachtoffer—dader bemiddeling meerderjarigen zetten samen hun schouders onder een vormingsprogramma op maat en uitgewerkt voor en door de bemiddelaars. Dit resulteerde in een zeer aantrekkelijk jaarprogramma, met uiteenlopende inhoudelijke thema’s en methodiektrainingen.
Nieuwsbrief Ook met de redactie van de nieuwsbrief zitten we terug op een positief spoor. Actieve betrokkenheid van zowel de FOD Justitie, als van de bemiddelaars minder– en meerderjarigen leidde tot een aantal mooie en interessante publicaties met betrekking tot bemiddeling en herstelrecht. In de toekomst zal verder bekeken worden hoe dit tijdschrift, nog meer dan nu het geval is, breder gedragen en gepositioneerd kan worden. Hopelijk kan het dan ook terug in grotere oplage en gedrukt verspreid worden…?? De nieuwsbrieven kan u ook steeds nalezen via onze website, of in je mailbox ontvangen als je je inschrijft op onze nieuwsflash. (http://www.suggnome.be/actueel_nwsflsh.php)
9
Suggnomè en de stuurgroep bemiddeling en herstelrecht
Een stuurgroepvoorzitter aan het woord... Steven VAN DE WOESTYNE - medewerker Povincie OostVlaanderen en stuurgroepvoorzitter te Oudenaarde
We kijken als stuurgroep in Oudenaarde terug op 2012 als een jaar met enkele mooie verwezenlijkingen. Verwezenlijkingen die er steeds kwamen vanuit een – als ik het zo mag noemen – "no-nonsense aanpak". De stuurgroep in Oudenaarde is niet de stuurgroep van de grote woorden. Als kersverse voorzitter zie ik op de eerste plaats een zeer diverse groep mensen die op een respectvolle manier met elkaar omgaat en elkaar weet te vinden wanneer nodig. Over welke mensen spreken we concreet : rechters, directie en andere werknemers van de strafinrichting van Oudenaarde, advocaten, hulpverleners van slachtofferhulp, medewerkers van justitieel welzijnswerk, de inhoudelijke trekkers van vzw Suggnomè en ondergetekende voorzitter; werknemer van het Oost-Vlaams provinciebestuur en dus een ietwat vreemde eend in deze bijt. ¹
De grootste meerwaarde van het samenbrengen van al deze verschillende rationaliteiten lijkt me op de eerste plaats het feit te zijn dat mensen, die anders vaak elk op hun eigen eiland bezig zijn met de omgang van wat heet 'normafwijkend' of 'normoverschrijdend gedrag' met elkaar in dialoog gaan vanuit de invalshoek "herstel". Juist dit samen kijken naar “herstel” brengt een unieke meerwaarde binnen een arrondissementeel samenwerkingsverband. Het mag echter gerust wat meer zijn. In de ideale wereld zie ik een stuurgroep waar nóg meer in dialoog wordt gegaan over bepaalde thema's. Thema's die bij voorkeur ook door alle stuurgroep-leden worden aangebracht. Of daar per se altijd een consensus uit moet voortkomen weet ik niet. Het beluisteren en eventueel proberen weerleggen van elkaars argumenten lijkt me op zich al iets waardevol. Of we daar nu al zijn betwijfel ik sterk. Of verschillen in kijk voldoende op tafel komen eveneens. Maar ik voel alleszins een sterke betrokkenheid bij alle aanwezigen.
aarde aan de slag te gaan. In geen tijd werd een programma uitgestippeld met een bezoek aan het op dezelfde historische site gelegen Gerechtshof en de directeurswoning van de Strafinrichting van Oudenaarde. Dankzij de steun van de voorzitter van het gerechtshof en de directeur van de strafinrichting, de leden van de stuurgroep, leden van de balie en tientallen andere vrijwilligers kon een mooi programma worden aangeboden waar een grote schare bezoekers gretig gebruik van maakte. Honderden mensen konden op 11/09/2011 op een laagdrempelige manier kennismaken met de werking van o.a. de correctionele rechtbank, verschillende vormen van herstelbemiddeling, hulpverlening bij intrafamiliaal geweld, hulpverlening aan gedetineerden en dies meer. Het niet zonder enige trots dat we als stuurgroep op dit gebeuren terugkeken.
Laat het ons toch maar blijven proberen! Hoe kun je dit thema beter bij het brede publiek bespreekbaar maken dan door gebruik te maken van een massa-event als open monumentendag. Het thema van de open monumentendag van 11 september 2011 was "conflict"... Een uitmuntende gelegenheid om met dit thema in Ouden-
-------¹ Het provinciebestuur Oost- Vlaanderen neemt momenteel enkel een formele rol op in het kader van vereffeningsfonds voor minderjarigen. ² Hiervoor worden vanuit het provinciebestuur twintig vrijkaarten ter beschikking gesteld aan van de leden van de stuurgroep en hun partners.
Voorts werden in 2011 al enkele aanzetten gegeven voor initiatieven zoals de theatervoorstelling "Van de mens niets dan slechts" die op 21/02/2012 is gepland in de strafinrichting van Oudenaarde² en een formeel schrijven namens de stuurgroep aan de nieuwe minister van justitie Annemie Turtelboom. Vaak komen in een platform waar mensen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten, signalen naar boven soms over zaken die minder goed lopen of toch minstens voor verbetering vatbaar zijn. Vaak blijven deze signalen steken en geraken ze niet op het niveau waar er iets mee kan worden gedaan. Een stuurgroep-lid bond op zo'n moment de kat de bel aan en stelde onomwonden "ofwel doen we iets met deze signalen ofwel heeft het geen zin erover uit te wijden en kunnen we onze tijd beter voor andere dingen gebruiken"! Een zeer terechte opmerking die zoals gezegd leidt tot een door de hele stuurgroep onderschreven brief aan de minister. Wat vragen we daarin ?
‘Van de mens niets dan slechts?’ in Oudenaarde
Pleidooien voor …
de implementatie van de aanbevelingen van de Centrale Werkgroep Informatieplicht o.a. voor wat betreft het consequent en expliciet aanbieden van de mogelijkheid tot herstelbemiddeling in elke fase;
het verder werk maken van het uitklaren van de verhouding tussen bemiddeling in strafzaken en herstelbemiddeling;
de uitbreiding van de werking naar alle Vlaamse strafinrichtingen zodat voor alle gedetineerden een gelijke toegang tot dit fonds ontstaat maar zodat ook in geval van overplaatsing de tewerkstelling niet dient te worden stopgezet;
Het blijft (gelukkig) niet enkel bij woorden. De stuurgroep is ook een platform waar plannen voor gerichte acties worden gesmeed. Acties die er bijvoorbeeld kunnen naar streven om een breder maatschappelijk draagvlak te creëren voor herstelgericht werken. Vaak zijn het in de (nieuwe) media toch vooral de "andere stemmen" die worden gehoord. Stemmen die oproepen tot een strengere en repressievere aanpak lijken sneller gehoor te krijgen dan de aanpak die wij, als stuurgroep, trachten te promoten : een aanpak die vertrekt van de dialoog, die naast de straf vooral ook het herstel t.a.v. het slachtoffer en de bredere samenleving centraal stelt.
en blijven het ook in 2012 nastreven.
de spoedige installatie van een deontologische commissie zoals voorzien in de wet van 22 juni 2005.
Algemeen bepleiten we een overheidscampagne om het begrip herstelbemiddeling beter bekend te maken bij het brede publiek.
Wat het deel uitmaken van een stuurgroep en het deelnemen aan de hierboven genoemde acties nu in de praktijk in beweging brengt in de hoofden en de harten, daar hebben we toch een beetje het raden naar. We merken dat het in een zeer diverse groep bespreken van herstelgerichte thema's bij meerdere mensen prikkelend werkt. Haalt men er energie uit om in deze zo belangrijke sector aan de slag te blijven? Gaat men op een andere manier naar de eigen praktijk kijken hetzij als rechter, advocaat, werknemer van een strafinrichting, slachtofferhulp, justitieel welzijnswerk ? We hopen het 10
Bemiddelingsdienst Mechelen Parket grootste dossieraanmelder in Mechelen Slachtoffer-daderbemiddeling Mechelen is grotendeels afhankelijk van het Parket. Het parket Mechelen steekt qua verwijzingen met kop en schouder uit boven de collega-parketten in andere arrondissementen! De dossierselectie van individuele parketmagistraten bepaalt in welke strafdossiers er bemiddeld wordt. Uit het jaaroverzicht 2011 blijkt dat wij een ruim contingent van dossiers bestrijken: van meer zakelijke schadedossiers tot meer gevoelsgeladen persoonsdossiers. Bemiddeling kan in elk van die dossiers wat betekenen, afhankelijk van de verwachting van de partijen. Zo treffen wij in eigendomsdossiers voornamelijk schaderegelingen waar vaak ook een overeenkomst wordt rond opgemaakt. In persoons- en verkeersdelicten maken partijen vaak gebruik van de bemiddeling om het misdrijf te kunnen begrijpen en verwerken. Ontmoetingen zijn hier vaak een zinvol instrument.
In 2012 blijven wij ons inzetten om zoveel mogelijk partijen in zo divers mogelijke dossiers te informeren over het bestaan van bemiddeling.
voorrecht van spreken Pieter VERBEECK—stafmedewerker Suggnomè
Een nieuwe huisstijl gingen we ontwikkelen, eerst alleen een vast lettertype en een aantal gestandaardiseerde documentjes, zodat we wat eenvormiger naar binnen en buiten konden treden, maar al snel werd het toch wat ambitieuzer. Het oude logo had na tien jaar dienst nood aan wat opfrissing, de naam stond niet ter discussie, want eindelijk kreeg die wat voet aan grond, als het ging over slachtoffer-dader bemiddeling, herstelbemiddeling zo u wil. Probleem met een Griekse naam en een abstract logo is dat onwetenden, agnosten en zoekenden niet onmiddellijk de link maken met bemiddeling en herstelrecht als ze onze organisatie ergens tegenkomen. Eerder was het … ‘heeft het iets met exotische dieren te maken?’, of ‘maken jullie houten tafels?’, … een probleem als je werk wil maken van een breder maatschappelijk draagvlak voor bemiddeling en herstelrecht, zeg nu zelf?! We moesten dus op zoek naar een beeld dat de naam ‘Suggnomè’ wat kon verduidelijken, en misschien ook wel een baseline, die het plaatje compleet maakt, u weet wel de ‘connecting people’s van deze wereld, of praten helpt, … helaas waren andere snoodaards reeds met deze meesterlijke vondsten gaan lopen. Na menig brainstormavond, ronde tafel en baseline-wedstrijd, kwamen we uiteindelijk bij het even simpele als geniale (ja, we zeggen het zelf) ‘voor recht van spreken’, waarbij de voor en de recht iets dichter bij elkaar staan dan de rest van de woorden. U kan het dus enerzijds lezen als Suggnomè, een organisatie die staat voor het recht van spreken van eenieder die een direct belang heeft in een strafrechtelijke procedure en die via bemiddeling zijn recht van spreken wil uitoefenen, niet alleen ten aanzien van de andere partij betrokken in het conflict, maar mogelijks ook samen met die partij ten aanzien van de gerechtelijke actoren. Anderzijds kan u onze baseline ook lezen als voorrecht van spreken. Suggnomè beschouwt het immers als een voorrecht, dat mensen die in een conflict betrokken zijn, hierover met elkaar kunnen spreken…het conflict mogelijks zelf in handen kunnen nemen, complementair aan de strafrechtelijke afhandeling, en hierbij gebruik maken van hun eigen capaciteiten om te communiceren en zich uit te drukken over wat zij belangrijk vinden(verbaal en nonverbaal) en hierbij ondersteund worden door vele hulp- en dienstverleners. Tot slot verwijst de recht in voor recht van spreken ook naar het straf- en herstelrecht waarbinnen onze organisatie zich beweegt. Samen met grafisch vormgeefster, Ymke Smets, ontwikkelden we een fris beeld van communicerende en deels overlappende tekstballonnen, waarmee we onze naam in beeld proberen te brengen. Als Suggnomè staat voor het ‘samen begrijpen van een zelfde realiteit (vanuit verschillende standpunten)’, dan duiden de tekstballonnetjes op de zoektocht naar dat samen begrijpen. Dan duidt dit op de eigenheid van elk verhaal, maar ook op het mogelijks begrip, het mogelijks gemeenschappelijke dat op tafel komt tijdens een bemiddeling en dat weerspiegeld wordt in het overlappen van de tekstballonnetjes.
gezinde slachtoffers. We hebben daarentegen zelfs goede ervaringen met ‘minimaliserende’ daders en ‘kwade’ slachtoffers. Ook opportunisme komt bij ons op tafel te liggen en wordt bespreekbaar gemaakt. We starten niet enkel op vraag van het slachtoffer. We zijn niet neutraal maar meerzijdig partijdig. En vooral dat dit alles juist resultaat oplevert, spreekt tot de verbeelding.
Suggnomè internationaal Suggnomè wordt jaarlijks meermaals uitgenodigd om ook internationaal haar expertise te delen. Bemiddelaars nemen deel aan internationale ontmoetingsmomenten en ook in België ontvangen we regelmatige geïnteresseerde buitenlandse studenten, wetenschappers en bemiddelaars.
Dit alles overgoten met een saus van verhalen uit de praktijk, maakt dat onze inbreng zeer geapprecieerd wordt. Het was een boeiende inspirerende dag die zeker navolging zal krijgen. Duitsland heeft ons ontdekt want in mei gaan we nà Keulen, nu ook Münster veroveren.
Keulen Kristel BUNTINX - Bemiddelingsdienst Leuven
Bemiddelingsdienst Brugge
De federale staat Noordrijn-Westfalen (Duitsland) wil een slachtoffergericht gevangenisbeleid uitbouwen en ‘Restorative Justice’ implementeren in de gevangenis.
– Opvallende vaststelling: dalende interesse
Er werd een ronde tafel georganiseerd om na te gaan hoe dit best aan te pakken. Aan tafel zaten ondermeer mensen vanuit de universiteit, het Ministerie van Justitie, diverse gevangenisdirecties, een lokale bemiddelingsdienst die nog niet bemiddelt in de gevangenis en een organisatie die opkomt voor de rechten van gedetineerden.
De tendens is er al een tijdje, maar was nooit zo zichtbaar als in het voorbije jaar. Vooral aan de slachtofferzijde wordt de respons op een bemiddelingsaanbod steeds minder of negatiever. Zelfs een schitterend concept als het herstelfonds slaat bij slachtoffers nauwelijks aan. Het is ons niet duidelijk waar de oorzaken moeten gesitueerd worden.
Men wilde vooral leren van de expertise van anderen en had daarom een recent bemiddelingsproject in de context van de gevangenis van de deelstaat Bremen uitgenodigd. Dit project was zijn licht vorig jaar komen opsteken bij de Bemiddelingsdienst Leuven en deed reeds enkele malen een beroep op onze deskundigheid.
Aan onze methodiek werd niets gewijzigd, en als bemiddelaar zijn we wellicht weinig veranderd. Is er een toenemende onverschilligheid? Of zijn de burgers teveel in beslag genomen door de “crisis”? Of is er eerder verontwaardiging? Als gevolg van een aantal misdrijven en de justitiële reactie waarover de media uitvoerig en gekleurd berichten? Of slagen we er niet in de beeldvorming rond bemiddeling te corrigeren, niettegenstaande nieuwe toegankelijke folders? Blijven slachtoffers bij hun overtuiging dat bemiddeling er vooral is ten gunste van de daders? Of geven ze liever hun zaak uit handen omdat dit gemakkelijker, comfortabeler lijkt?
We werden dan ook samen met de universiteit Leuven gevraagd om het project ‘herstelgerichte detentie en bemiddeling fase strafuitvoering’ te komen toelichten. Samen met Katrien Mestdagh van de K.U.L. en Slachtoffer in Beeld gingen we op pad naar Keulen om ons verhaal te brengen. Het werd een boeiende uitstap, niet alleen omwille van ons bezoekje aan de Dom en de kerstmarkt, maar vooral omwille van de interesse in ons verhaal. We hebben dan ook iets te vertellen. Er wordt op weinig plaatsen in Europa zoveel bemiddeld in ernstige feiten in de gevangeniscontext als in Vlaanderen. Zelfs in absolute cijfers breken we verschillende records en dat voor zo’n kleine regio.
Aan daderkant zien we in de gevangeniscontext vernieuwde pogingen om “herstel” opnieuw op de agenda te zetten. De herstelidee was op structureel vlak even ver weg, maar vindt nu opnieuw wat ingang. Als bemiddelaar komt het erop aan niet bij de pakken te blijven zitten en op zoek te gaan naar methodieken om toch bij de slachtoffers te geraken, in een poging om bemiddeling toch een kans te geven.
Ook hebben we een zeer uitgesproken visie over bemiddelen in ernstige dossiers in de gevangeniscontext. We werken niet met enkel de berouwvolle daders en de vergevings-
11
Bemiddelingsdienst Ieper
Jaarcijfers 2011 Suggnomè:
Veurne
kort samengevat
Kortrijk
DE AANVRAGEN TOT BEMIDDELING
2011 voor de regio Ieper-Veurne-Kortrijk? Een jaar van ups en downs; van (enorm) stijgende doorverwijzingen in het ene arrondissement tot het quasi volledig stilvallen van het andere. Een jaar van nieuwe deuren die opengaan, soms op een kier, soms wagenwijd, terwijl andere die ogenschijnlijks op een kier stonden nu duidelijk dicht zijn. En dit alles, zowel de obstakels als de kansen, creëert nieuwe uitdagingen, die we met ons team (de nestor met haar 3 musketiers) met beide handen zullen aangrijpen. Of om het met de woorden van Steve Jobs te zeggen:
Here's to the crazy ones, the misfits, the rebels, the troublemakers, the round pegs in the square holes... the ones who see things differently -- they're not fond of
In 2011 ontvingen onze diensten 1860 aanvragen tot slachtofferdaderbemiddeling. 1685 van de aanvragen werden ook effectief opgenomen. Dit is een stijging tegenover de vorige jaren (meer aanvragen, en ook meer opgenomen aanvragen dan de laatste jaren, resp. 1329 en 1191 in 2009 en 1316 en 1196 in 2010). Het grootste deel, 66 % (1105), van deze opgenomen aanvragen betrof zoals ook de vorige jaren aanvragen op het niveau van het opsporingsonderzoek. Het percentage stijgt echter wel gevoelig van 57 % van geheel tot 66% in 2011. In totaal werden vorig jaar 5054 mensen via verschillende wegen geïnformeerd over de mogelijkheden van slachtoffer-daderbemiddeling. Ook hier merken we een sterke stijging in vergelijking met de voorbije jaren (3861 in 2010). De introductie van een lineair systeem van informeren in het arrondissement Antwerpen zal hier zeker een beïnvloedende factor zijn. Het gaat voor 2011 om 3002 slachtoffers en 2052 verdachten en daders. 2907 van hen waren ook effectief geïnteresseerd en kregen na contact te hebben opgenomen met een bemiddelaar de nodige informatie en uitleg over het bemiddelingsaanbod. Dit laatste cijfer steeg de afgelopen twee werkingsjaren met 900 stuks.
rules... You can quote them, disagree with them, glorify or vilify them, but the only thing you can't do is ignore them because they change things... they push the human race forward, and while some may see them as the crazy ones, we see genius, because the ones who are crazy enough to think that they can change the world, are the ones who do.
BEMIDDELINGSDOSSIERS
De 1685 opgenomen aanvragen resulteerden in 3634 potentiële bemiddelingsdossiers (aantal slachtoffer-dader relaties). In 1202 ‘relaties’ resulteerde dit ook in een bemiddelingsdossier, waarbij beide partijen interesse betoonden in het bemiddelingsaanbod en contact hadden met een bemiddelaar. In 1022 bemiddelingsdossiers was er ook effectief sprake van informatie-uitwisseling tussen de betrokken partijen, hetzij direct, hetzij indirect via de bemiddelaar. Als we dit vergelijken met 2010, zien we hier een lichte stijging. In 2010 waren 1060 bemiddelingsdossiers en werd er in 935 dossiers ook effectief bemiddeld. Percentueel is dat ongeveer een status quo: in 2010 werd er in 88% van de bemiddelingsdossiers ook effectief bemiddeld, in 2011 is dat in 85% van de bemiddeleingen het geval. In het overgrote deel van de 1202 bemiddelingsdossiers waren de betrokkenen onbekenden voor elkaar (nl. in 468 dossiers.) De 1202 bemiddelingsdossiers omvatten in hoofdzaak eigendoms- (408) en persoonsdelicten (468). Grote uitschieters blijven zoals de voorgaande jaren de diefstallen en opzettelijke slagen en verwondingen dossiers. Wat daarnaast wel opvalt is deverdere stijging van het aantal verkeers- en zedendossiers, dit jaar waren dat er respectievelijk 171 en 141, tegenover 139 en 109 vorig jaar.
Rondpunt vzw verwoordt in de nota “Aanbevelingen voor bijstand en aanpak van veroorzakers van verkeersongevallen” d.d. september 2011 heel mooi waar wij voor staan met onze organisatie:
Op het einde van 2011 waren nog 339 bemiddelingsdossiers lopende.
RESULTAAT VAN DE BEMIDDELING
“… bemiddeling probeert zo tegemoet
In 2011 werden 1264 bemiddelingsdossiers afgesloten, waarvan er 1083 (86%) ook effectief opgestart waren. Van deze 1083 dossiers werden 653 bemiddelingen volledig doorlopen en afgerond (60%). Deze percentage zijn vergelijkbaar met het vorige werkingsjaar.
te komen aan de behoeften van de partijen en biedt hen mogelijk erken-
Dit resulteerde in 330 overeenkomsten (+ nog 18 overeenkomsten in dossiers die niet volledig werden doorlopen, maar waarin de partijen toch gezamenlijk besloten schriftelijk iets terug te koppelen tav de Hiermee zitten we, na een jaar met iets minder overeenkomsten, terug op het niveau van 2009.
ning. Op die manier kan ze ook een tegengewicht bieden voor de banalisering van de feiten en de al te zakelij-
433 bemiddelingsdossiers werden om verschillende redenen voortijdig gestopt, voornamelijk omdat één van de partijen of beiden afhaakten.
ke (juridische en/of technische) af-
Van de 1083 afgesloten effectief opgestarte bemiddelingsdossiers vond er in 215 dossiers minstens één face-to-face gesprek plaats. Dit is in 20 % van de gevallen. Ook dit percentage ligt helemaal in de lijn van de voorbije jaren.
handeling van het dossier.”
12