Een archeologische begeleiding op het Marktplein te Geldermalsen, briefrapport. valentijn van den brink met een bijdrage van Gerard Boreel
Zuidnederlandse Archeologische Notities
327
Amsterdam 2014 VUhbs Archeologie
De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs Archeologie
Colofon Opdrachtgever: Project: Objectcode: CIS-code: Coördinaten:
Gemeente Geldermalsen Geldermalsen Marktplein GELM-MP-11 44681 148.200 / 432.800
Status: Auteurs: Met bijdragen van: Illustraties: Omslagontwerp:
Definitief V.B. van den Brink drs. G.L. Boreel V.B. van den Brink en W.J.M.M. Jozen Mikko Kriek
Autorisatie:
drs. G.L. Boreel
ISBN
978-90-8614-282-8
©VUhbs Amsterdam, november 2014 VUhbs Archeologie De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
inhoud 1 inleiding 2 onderzoeksmethode 3 resultaten 4 conclusie literatuur bijlagen 1 Locatie rioolsleuf en archeologische verwachting. 2 Positie van de profielen (1:1.000) en detail vlak (1:100). 3 Profielen P1 tot en met P6, schaal 1:40. 4 Profiel P7, schaal 1:40. 5 Profiel door een kade ter hoogte van gemaal Hoekpolder te Rijswijk. Schaal 1:40.
1 1 2 3 4
1
inleiding
In januari en maart 2011 heeft VUhbs in opdracht van gemeente Geldermalsen een Archeologische Begeleiding uitgevoerd bij de aanpassing van de riolering op het Marktplein te Geldermalsen.1 De te begeleiden werkzaamheden bestonden uit het uitgraven van een rioolsleuf van ca. 3 m diep en het verplaatsen/verwijderen van een aantal bomen. Het doel van de begeleiding bestond uit het vastleggen van onverstoorde archeologische lagen en het verzamelen van vondsten hieruit. Gezien de aard en omvang van de werkzaamheden is er slechts een vlak onderzocht en zijn er voornamelijk profielen gedocumenteerd. De aanleiding tot dit onderzoek is het herinrichten van het Marktplein en het aanpassen van de bestaande riolering. Een aantal bomen zijn verwijderd en in bovengrondse bakken geplaatst. Deze bakken zijn ingegraven tot ca. 40 cm onder het maaiveld. Bij het aanpassen van de riolering is een sleuf gegraven tot ca. 3 m onder het maaiveld. Bij een eerdere begeleiding van een rioolsleuf langs de zuidelijker gelegen Herman Kuijkstraat zijn onverstoorde lagen uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd aangetroffen.2 Het is mogelijk dat hier restanten van de gracht van de burcht van Geldermalsen zijn aangetroffen. Dit kon echter niet met zekerheid vastgesteld worden.3 De verwachting voor het Marktplein was dat ofwel de gracht zelf, ofwel een actief watervoerende geul van de Linge, in verbinding stond met deze gracht, aangetroffen zou kunnen worden (zie bijlage 1). Tijdens het booronderzoek in 2009 is het niet mogelijk gebleken de oostelijke grens van de gracht eenduidig vast te stellen.4 De hoop was dat dit wel mogelijk zou zijn bij de begeleiding op het Marktplein. Hieronder volgen de definitieve resultaten van deze begeleiding.
2
onderzoeksmethode
Op de eerste dag van de civieltechnische werkzaamheden waarbij, een gat voor een eerste rioolput was gegraven, werd snel duidelijk dat op het terrein een 50 tot 80 cm dikke laag egalisatiezand was aangebracht. Dit werd keer op keer bevestigd in het profiel van de rioolsleuf. Het begeleiden van het herplaatsen van de bomen werd daarmee zinloos en is verder achterwege gelaten. Het graven van de rioolsleuf gebeurde in fasen. Na het uitgraven van een eerste gat waarin de geprefabriceerde rioolput geplaatst werd is de sleuf in segmenten aangelegd telkens met een lengte van ca. 5 m. In de gegraven sleuf werd een vleilaag bouwzand aangebracht waarop de rioolbuis met het gewenste verval werd neergelegd. Tenslotte werd de sleuf gedicht met bouwzand terwijl de uitgegraven grond werd afgevoerd. De uitvoerders hebben aangegeven een à twee segmenten per dag te kunnen aanleggen. Hierop is besloten gedurende de verdere werkzaamheden telkens om ca. 12:00 uur ’s middags een archeologische inspectie uit te voeren. Het voordeel van deze werkwijze is dat het documenteren van profielen tijdens de lunchpauze van de uitvoerders kon plaatsvinden. De civieltechnische werkzaamheden konden hiermee zonder vertraging uitgevoerd worden.5 Een nadeel van deze methode is de ‘gok’ die genomen werd wat de voortgang betreft. Dit is zichtbaar in de onregelmatige afstanden tussen de gedocumenteerde profielen (zie bijlage 2).
1
Bezoekdata: 17, 18, 19, 20, 21, 24, 25 en 26 januari, 18, 21 en 22 maart.
2
Tops 2010, 2-3.
3
Tops 2010, 2.
4
Boreel 2009, 18.
5
De uitvoerders hadden ervaring met een archeologische begeleiding en stonden in dat opzicht niet negatief tegenover het
stilleggen van de werkzaamheden mocht dat noodzakelijk zijn. De samenwerking is bijzonder prettig verlopen.
1
De eerste dag is naast het documenteren van profielen P1 en P2 een ronde gemaakt langs de buizen van de aangelegde bronbemaling. Bij het plaatsen hiervan worden de buizen met waterkracht de bodem in gedreven waarbij aanwezig vondstmateriaal, samen met de grond uit onderliggende bodemlagen, afgezet wordt rond de bronbemalingsbuis. Het is onmogelijk af te lezen uit welke laag deze vondsten afkomstig zijn maar het geeft wel een indicatie van het vondstenspectrum dat in de onderliggende lagen te verwachten is. De positie van de profielen is opgemeten ten opzichte van een meetlijn parallel aan de aan te leggen rioolsleuf. Deze meetlijn is door middel van een Sokkia GRX-1 GPS gerelateerd aan het rijksdriehoeksnet. Dit apparaat is ook gebruikt om de sporen in het enige gedocumenteerde vlak in te meten.
3
resultaten
Valentijn van den Brink en Gerard Boreel De begeleiding is het beste samen te vatten in de gedocumenteerde profielen (bijlagen 3 en 4). De profielen worden waar mogelijk in samenhang besproken en overige observaties zullen, daar waar relevant, worden aangehaald. Bij de inspectie van de bronbemalingsbuizen is, naast een aantal pijpestelen en een scherf roodbakkend aardewerk, één scherf handgevormd aardewerk aangetroffen (bijlage 2). De scherf is erg klein, sterk gesleten en niet nader te dateren dan in de IJzertijd of de Romeinse Tijd. Samen met een scherf gladwandig Romeins aardewerk uit spoor 32 vormt het de enige aanwijzing voor bewoning vóór de Middeleeuwen.6 Beide scherven zijn echter niet uit primaire context afkomstig en kunnen dus niet gekoppeld worden aan bewoning ter plaatse. Profielen P1 en P2 zijn opgenomen in de oostelijke en zuidelijke wand van de eerst gegraven rioolput. Profiel P2 is gedocumenteerd omdat hier, in tegenstelling tot in profiel P1, de sporen 1 en 12 zichtbaar werden. Uit deze sporen en spoor 2 zijn vondsten afkomstig die te dateren zijn in de 17de tot en met de 19de eeuw. De scherp te dateren vondsten uit spoor 2 zijn 17de eeuws, bijzondere vermelding verdient een zeeuwse duit uit 1609. De sporen die onder deze lagen zijn aangetroffen, sporen 9, 10 en 11, zijn dus te dateren in de Late Middeleeuwen of de Nieuwe Tijd. Spoor 9 lijkt dit te bevestigen, uit dit spoor is naast een aantal baksteenfragmenten een randfragment afkomstig van een grape, geproduceerd te Bergen op Zoom vóór 1550.7 De overgang van het gebruik van de grape naar het gebruik van de kachelpot, samen met de duit, maakt een datering van deze sporen in de vroege Nieuwe Tijd het meest waarschijnlijk. Profiel P1 is dwars op een restgeul van de Linge tot de Late Middeleeuwen gezet, de overige profielen parallel aan deze restgeul (vergelijk bijlagen 1 en 2). In profiel P1 zijn de aflopende oeverafzettingen van deze restgeul herkenbaar, sporen 3, 4 en 5. Deze liggen op en snijden in in oudere afzettingen van de meandergordel van de Linge, sporen 6, 7 en 8. De restgeul zelf heeft, tot het opbrengen van ophogingslagen, een laagte in het landschap gevormd. Tussen profielen P2 en P3 is de insnijding van een watergang waargenomen (bijlage 2). De positie van de insteek is ingemeten ten opzichte van profiel P2. De volgende dag was het gedeelte van de rioolsleuf waar deze watergang zichtbaar was tijdens het bezoek reeds gedicht waardoor het niet mogelijk was de watergang over de volledige breedte te documenteren. De watergang wordt afgedekt door spoor 2, de watergang is dus gelijktijdig met of ouder dan sporen 9. 10 en 11. Profiel P3 bevestigt de aanwezigheid van een laagte in het landschap ter hoogte van de restgeul. Sporen 1 en 2 liggen hier lager ten opzichte van NAP dan in profiel P2. Er zijn geen vondsten uit spoor 18 afkomstig die de datering van sporen 9, 10 en 11 kunnen ondersteunen of weerleggen.
6
Determinatie Drs. M. Magneé.
7
De aanwezigheid van baksteenfragmenten heeft vanwege de vroege ‘verstening’ van Geldermalsen geen daterende waarde.
2
Profiel P4 toont een uitbraaksleuf, spoor 23, met resten van muurwerk uit de Nieuwe Tijd. Het baksteenformaat hiervan, 25 bij 12 bij 6 cm, heeft geen daterende waarde. De aanwezigheid van de bestaande Korenbeurs uit ca. 1880 is een aanwijzing dat dit gebouw ouder moet zijn. Op 3,5 m ten westen van profiel is de overgang naar de natuurlijke oeverafzettingen van de Linge waargenomen op een hoogte van 2,08 m +NAP. Vanaf profiel P4 was het niet meer mogelijk eerder aangetroffen lagen te herkennen. Het feit dat er in profiel P5 enkel ophogingslagen aangetroffen werden benadrukt nog eens de natuurlijke laagte van dit gebied. Profielen P6 en P7 laten op ca. 2 m +NAP oeverafzettingen zien van de Linge. Greppel S32 volgt de oude loop van de Linge (bijlagen 1 en 2) en wordt, net als paalkuil spoor 33, afgedekt door delen van een dijklichaam. De relatie tussen de paalkuil en de greppel is onbekend. De vondst van een stuk tufsteen met kalkmortel doet vermoeden dat de greppel dateert van na de afbraak van de burcht van Geldermalsen in de tweede helft van de 12de eeuw of in het begin van de 13de eeuw.8 Het dijklichaam is een aantal keren opgehoogd (bijlage 4). De dijk is aangelegd langs de laagte in het landschap ter hoogte van de restgeulafzettingen (bijlage 1). De greppel kan oorspronkelijk aan de voet van de dijk gelegen hebben en bij het ophogen van de dijk naar het noorden verlegd zijn. Dit is waargenomen in een vergelijkbaar profiel door een dijk, eigenlijk kade, in Rijswijk (bijlage 5).9 Daar is de dijk steeds opgehoogd om gelijke tred te houden met de daling van het landschap als gevolg van het oxideren van de veenafzettingen in de bodem.10 Dit is niet het geval in Geldermalsen. Hier lijkt de dijk te zijn opgehoogd als gevolg van het opvullen van de laagte waarlangs deze was aangelegd.
4
conclusie
Bij de begeleiding op het Kerkplein te Geldermalsen zijn sporen uit de Late Middeleeuwen of vroege Nieuwe Tijd aangetroffen. Er zijn aanwijzingen voor bewoning in de prehistorie of Romeinse tijd, deze kunnen echter niet hard gemaakt worden voor de locatie Marktplein. De gracht van de burcht van Geldermalsen is niet aangetroffen. Van de voormalige geul van de Linge die met de gracht in verbinding stond zijn oeverafzettingen aangetroffen. De oostelijke oever van de gracht ligt waarschijnlijk westelijker dan verwacht werd op basis van de resultaten van het booronderzoek ten behoeve van de herinrichting van de dorpskern (Bijlage 1). Na opvulling vormde de voormalige geul een laagte in het landschap. Langs deze laagte is een dijk aangelegd, waarschijnlijk met bijbehorende sloot aan de voet van de dijk. De laagte is daarna opgevuld waarbij de dijk is opgehoogd.
8
Boreel 2009, 15.
9
Dorenbos/Koot 2011, 25-26.
10
Dorenbos/Koot 2011, 89-90.
3
literatuur Boreel, G.L., 2009: Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen ten behoeve van de herinrichting van de dorpskern van Geldermalsen, gemeente Geldermalsen, Amsterdam (Zuidnederlandse Archeologische Notities 196). Dorenbos, O./J.M. Koot, 2011: Over de kade. Een archeologisch onderzoek naar een kade en een windas bij de bouw van het gemaal Hoekpolder (Rijswijk), Rijswijk (Rijswijkse Archeologische Rapporten 32). Tops, B., 2010: Briefrapport archeologische begeleiding rioleringswerkzaamheden Herman Kuijkstraat, gemeente Geldermalsen, Amsterdam (Zuidnederlandse Archeologische Notities 238).
4
B
A C
A dal van Linge, weinig tot geen indicatoren; B dal van Linge, veel bouwpuin Nieuwe Tijd; C dal van Linge, niet bemonsterd vanwege recente puinlagen; D meandergordel Linge, enkele indicatoren; E meandergordel Linge, zandopduiking met mogelijk rivierduin in ondergrond; F (deels) verspoeld rivierduin; G oever op meandergordel Linge, binnendijks, veel indicatoren; H restgeul van sroomgordel Erichem; I restgeulen Linge tot Late Middeleeuwen; J restgeul Linge tot begin 20e eeuw; K huidige Linge en open water; L 20e eeuwse loshaven; M globale begrenzing cultuurlagen tot waarschijnlijk Late Middeleeuwen; N lokatie boring met volgnummer; O begrenzing gracht o.b.v. stratigrafie; P waarneming van tufstenen muurwerk of uitbraaksleuf; Q begrenzing burchtterrein o.b.v. stratigrafie; R waarneming van tufsteen in boring; S archeologische structuur (kademuur); T archeologische structuur (grafmonument); U globale begrenzing concentratie fosfaat en versinterd materiaal; V meest waarschijnlijke begrenzing kerkhof; W schematische begrenzing van de zones A, B en C; X Begeleiding rioolsleuf Herman Kuijkstraat; Y Begeleiding rioolsleuf Marktplein.
at
stra
Kerk
Herman Kuijkstraat
Bijlage 1. Geldermalsen-Marktplein. Locatie rioolsleuf en archeologische verwachting (naar Boreel 2009, bijlage 12).
A
B
C
D
K
L
M
N
U
V
W
A
B
X
101
E
F
G
H
I
J
O
P
Q
R
S
T
Y
148.150
148.200
148.250
P5
P4
P3
g
432.750
P6
we aat sstr
P7
Kerkstraat
148.150
148.200
148.250
S31
S32
S33
S31
A
P4
B
C
D
Bijlage 2. Geldermalsen Marktplein. Positie van de profielen (1:1.000) en detail vlak (1:100). A: Profiel met profielnummer; B: Scherf handgevormd aardewerk; C: Insteek watergang; D: Archeologisch spoor.
432.750
Rijk
Achter ‘t Veer P1 P2
P1 P2
3
1
2 3
9
12 3
2
2
5
4
10
4
11
6
6 7
8
P4
4
P3
23 17
3
16
22
20
24
15 13 1
18
2
1 2
2
14
P6 P5
4 25
19
26
3 27
20
28 21
29
2
A
B
C
D
E
31
32
F
G
H
3
I
18
Bijlage 3. Geldermalsen-Marktplein. Profielen P1 tot en met P6, schaal 1:40. A: Recente verstoring; B: Cultuurlaag/ophogingslaag; C: Muurwerk; D: Puinlaag/uitbraaksleuf; E: Dijklichaam; F: Archeologisch spoor; G: Natuurlijke laag; H: Hoogte in meters +NAP; I: Spoornummer.
5 P7
4
4
43
42
41
3 29
40
40
39 38
35
38
31
2
A
37
32
31
B
C
D
3
E
F
G
3
H
38
2
I
Bijlage 4. Geldermalsen-Marktplein. Profiel P7, schaal 1:40. A: Recente verstoring; B: Dijklichaam; C: Archeologisch spoor; D: Natuurlijke laag; E: Reductiegrens; F: Baksteen; G: Hoogte in meters +NAP; H: Spoornummer; I: Niet waar te nemen.
eerste fase tweede fase
0m
derde fase
10m
Natuurlijk laagpakket Ophogingspakket eerste aanleg kade tot einde 16e eeuw Ophogingspakket einde 16e eeuw tot 1923 Ophogingspakket 1923 Ophogingspakket 1923 - 2010 Grens van fase van sloot aan voet van de kade
Bijlage 5. Geldermalsen-Marktplein. Profiel door een kade ter hoogte van gemaal Hoekpolder te Rijswijk (Dorenbos/Koot 2011, fig. 19). Schaal 1:40.