he t va k bl a d ov er c l ou d c omp u t ing
w w w.c l ou dwor k s .n u
Jaargang 4, nr. 9 / 2013
Onderzoek Research in Action/Compuware:
‘Cloud vraagt om andere monitoring tools’ Hybride cloud-omgeving vereist teamwerk Edwin de Ron van IGEL Technology:
‘Een goede werkplek op kantoor blijft onontbeerlijk’
En verder Cloud Readiness Assessment | Cloud Benchmark Compuware/CloudWorks | NEN normeert computerruimtes en datacenters | Digital Realty Trust: Digital Open Internet Exchange | NetApp en Amazon Web Services bieden hybride cloud | Driekwart van software-uitgevers wil naar de cloud | www.cloudworks.nu
Cloud talk
Rogue Clouds Is de BYOD-trend alweer voorbij voor deze goed en wel op gang is gekomen? Wie een recent gepubliceerd onderzoek leest van PMG, een aanbieder van cloud tools voor het verbeteren van business processen, kan bijna geen andere conclusie trekken. Dit in Nederland niet zo heel erg bekend bedrijf heeft 234 Amerikaanse IT-managers en IT-professionals ondervraagd en komt tot de conclusie dat de zorgen over publieke cloud-diensten die gebruikt worden zonder toestemming van IT-afdelingen inmiddels zo groot zijn, dat ingrijpen onvermijdelijk lijkt. De reden: compliance. De onderzoekers spreken van ‘the use of rogue clouds’. Dat klinkt behoorlijk dreigend als we bedenken dat men het heeft over het gebruik van diensten als Dropbox, Skype en social media-sites. Veel eindgebruikers passen deze toe, omdat men behoefte heeft aan snelle en makkelijke oplossingen. Hun IT-afdelingen kunnen deze kennelijk niet bieden, dus neemt men zelf accounts bij sites die op het eerste gezicht prima functioneren, maar - en daar hebben de onderzoekers natuurlijk een punt - lang niet altijd mee kunnen komen als het gaat om tools die het mogelijk maken om te voldoen aan wet- en regelgeving. Een consumentenproduct ombouwen naar B2B is bovendien niet eenvoudig. Kijk alleen al naar Amazon - toch geen kleine jongen op public cloud-gebied - dat pas na een langdurig traject groen licht kreeg van De Nederlandse Bank om zijn cloud-diensten aan financiële bedrijven in ons land aan te bieden. Wie als financieel bedrijf in zee gaat met cloud-aanbieders die niet zijn geaccrediteerd, kan een stevige straf tegemoet zien. Het verlies van de bankvergunning bijvoorbeeld.
Alle reden dus om het gebruik van ‘zomaar’ een cloud-dienst aan banden te leggen. Bring Your Own Application is nu eenmaal een ‘liability’ als hiermee het voldoen aan wet- en regelgeving in gevaar komt. Maar BYOA is natuurlijk ook nauw verbonden aan BYOD. Het is niet zelden de App Store van het apparaat dat de eindgebruiker heeft gekozen die bepaalt welke handige apps - en dus cloud-diensten - men kiest. Betekent een ‘crack down’ als het gaat om publieke cloud-diensten ook dat Bring Your Own Device aan banden gaat? De onderzoekers van PMG vrezen daar wel een beetje voor. Tenzij we besluiten om flexibiliteit in het gebruik van apparatuur en applicaties te combineren met compliance. Natuurlijk kan dat. Analisten pleiten al jaren voor een aanpak waarbij ‘IT’ een catalogus met ondersteunde publieke cloud-diensten aanlegt. Dan kunnen kaf en koren op dat gebied prima van elkaar gescheiden worden. Op de mobiele apparaten van de eindgebruikers kan met mobiel device management bovendien zonder problemen een splitsing aangebracht worden tussen een zakelijke omgeving die beheerd wordt door de IT-afdeling en een privé-gedeelte waar de gebruiker zelf mee werkt. Goed gescheiden van elkaar. Het kan allemaal. Maar het gebeurt in de praktijk nog relatief weinig. De vraag is waarom. Ligt het probleem bij CIO’s en IT-managers die ‘wel iets anders te doen hebben’ dan een BYOD/BYOA-beleid te formuleren? En daarmee grote kansen voor het vergroten van de productiviteit over het hoofd zien? Of zijn het de aanbieders die er maar niet in slagen om de voordelen van hun mobility/cloud-oplossingen in zakelijke termen duidelijk te maken? De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Maar één ding is duidelijk: het wordt tijd dat er iets gaat gebeuren. Want zowel business-organisaties als aanbieders lopen momenteel flinke kansen mis. Robbert Hoeffnagel
Colofon CloudWorks maakt onderscheid tussen feit en fictie op het gebied van cloud computing en helpt organisaties om cloud computing optimaal in te zetten. Toezending van CloudWorks vindt plaats op basis van abonnementen en controlled circulation. Vraag uw abonnement aan via
[email protected] Uitgever: Jos Raaphorst
[email protected] Hoofdredacteur: Robbert Hoeffnagel
[email protected] +31 (0)6 51 28 20 40
Redactie: Hans Lamboo
De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties
Advertentie-exploitatie: Will Manusiwa, senior accountmanager
[email protected] + 31 (0)6 38 06 57 75
en de juistheid van genoemde data en prijzen. Het kopiëren of overnemen van artikelen, geheel of gedeeltelijk, wordt aangemoedigd, maar is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit
Vormgeving: Studio Kees-Jan Smit BNO
CloudWorks, de publicatie over cloud computing’, plus jaargang en nummer. © Copyright 2013 FenceWorks BV.
Druk: Control Media Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen vertegenwoordigen
CloudWorks is een uitgave van FenceWorks BV Beatrixstraat 2 2712 CK Zoetermeer
niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie.
CloudWorks - nr. 9 / 2013
3
Inhoud
6
Cloud Benchmark Compuware/CloudWorks: media
7
Column Gregor Petri: Travelling Without Moving
17
NEN normeert computerruimtes en datacenters
18
“Een goede werkplek op kantoor blijft onontbeerlijk”
23
Groeiende invloed van Intel op datacenterinfrastructuur
26
Alleen doordachte hybride clouds lossen belofte in
28
Digital Realty Trust lanceert Digital Open Internet Exchange
30
NetApp en Amazon Web Services bieden hybride cloud
Hybride cloudomgeving vereist teamwerk
32
Nieuw cloud-platform Groupon geeft impuls aan klantenservice
36
Driekwart van software-uitgevers naar de cloud om nieuwe omzet te genereren
38
De toekomst van de werkplek
CIO’s die gebruikmaken van een hybride cloud-oplossing verlangen van de IT-dienstverlener actieve en intensieve samenwerking. De dienstverlener moet het bedrijf wijzen op alle aspecten die een veilige en flexibele bedrijfsvoering vereisen. Het is een leerschool voor beide partijen, maar een recent onderzoek van Wakefield Research laat zien dat een meerderheid van de CIO’s een hybride toekomst onvermijdelijk vindt.
40
Neem best practices op in de ‘acceptable use policy’
46
Nieuws van DHPA
48
EurcloudNL-nieuws
50
The Legal Look
Cloud Readiness Assessment Steeds meer organisaties onderzoeken de mogelijkheden die cloud computing hen biedt. Maar wat is nu precies de impact van cloud computing op een organisatie en is deze daar wel op voorbereid en toegerust? Quint ontwikkelde een Cloud Readiness Assessment dat op deze vragen antwoord geeft. In een drieluik wordt deze ‘cloud checklist’ verder besproken. Dit is het derde en laatste deel.
12
‘Cloud vraagt om andere monitoring tools’ Het overgrote deel van de organisaties gebruikt al op cloud gebaseerde digitale handelsplatformen of is van plan daarmee dit jaar aan de slag te gaan. Daarmee stijgt het onbehaaglijke gevoel bij CIO’s dat er iets mis kan gaan en reputatieschade kan optreden. Niettemin gebruikt 73 procent van de bedrijven niet de juiste monitoring tools om de prestaties van cloudapplicaties in kaart te brengen.
20
www.cloudworks.nu Go! 4
CloudWorks - nr. 9 / 2013
CloudWorks - nr. 9 / 2013
5
Onderzoek
Column
De Cloud Benchmark – Powered by Compuware
Media: op vakantie gaat de (online) krant mee Met behulp van een panelonderzoek kijkt Zoover in de koffers van 6000 Nederlanders. Naast kleding neemt dit jaar 65 procent een tablet of laptop mee in zijn bagage. Vorig jaar was dit nog 54 procent. Er gaan dit jaar vooral veel meer tablets mee. Waar vorig jaar nog in 25 procent van de koffers een tablet zat wordt hij dit jaar in 44 procent van de gevallen ingepakt. Dat we graag met tablet, laptop en telefoon online zijn blijkt uit de het aantal mensen dat WiFi dit jaar zeer belangrijk vindt op de camping of in het hotel. Maar liefst 75 procent let op de aanwezigheid van draadloos internet bij het boeken. De internetverbinding wordt veelal gebruikt om te bepalen wat we die dag gaan doen. Dit wordt door 68% grotendeels pas op vakantie bepaald. Ook bekijken we vaak de laatste weersverwachting en lezen we het nieuws.
Back Bone
Avg Response Time Availab. (sec) (%)
http://ad.nl/ http://fd.nl/ http://nos.nl/ http://nrc.nl/ http://nu.nl/ http://parool.nl/ http://rtlnieuws.nl/ http://telegraaf.nl/ http://trouw.nl/ http://volkskrant.nl/
3,188 17,15 0,749 1,704 6,381 2,265 3,006 0,678 2,288 2,524
100 84,89 100 100 99,36 100 99,52 99,84 100 100
De Cloud Benchmark De Cloud Benchmark is een gezamenlijk initiatief van CloudWorks en Compuware en wordt maandelijks gepubliceerd. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de technologie van Compuware voor ‘application performance monitoring‘ (APM). APM-tools maken het mogelijk om een goed inzicht te krijgen in de prestaties van cloud services zoals deze door de gebruiker worden ervaren. Niet de beschikbaarheid of prestaties van de individuele 6
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Kortom, de verschillende media mogen tijdens de vakantieperiode hun aandacht online niet laten verslappen. Een positieve ervaring nu kan immers leiden tot een potentiele vaste lezer later. In deze benchmark zijn de websites, zowel de Back Bone als de Last Mile, van verschillende kranten en tv-zenders met elkaar vergeleken over de periode van 23 juli tot en met 20 augustus 2013. Uiteraard is de beschikbaarheid van de website het belangrijkste, gevolgd door de response tijd. De ondergrens van de gemiddelde laadtijd van een site is 2 seconden, vanaf dan beginnen bezoekers een pagina te verlaten met de daarmee gepaard gaande potentiële omzet. Wat opvalt is dat de prestaties van het FD extreem onder de maat zijn. Zowel op beschikbaarheid als laadtijd laat men het afweten. Daar staat tegenover dat de NOS en de Telegraaf duidelijk wel zijn ingesteld op de vraag naar online nieuws met acceptabele beschikbaarheid- en laadtijdcijfers.
Last Mile
http://ad.nl/ http://fd.nl/ http://nos.nl/ http://nrc.nl/ http://nu.nl/ http://parool.nl/ http://rtlnieuws.nl/ http://telegraaf.nl/ http://trouw.nl/ http://volkskrant.nl/
Avg Response Time Availab. (sec) (%) 9,146 21,454 1,113 3,74 6,943 7,6 6,714 2,762 7,381 7,818
89,6 72,69 97,59 97,2 96,8 97,2 97,19 100 96,4 96
systemen en componenten die bij het gebruik van een cloud-dienst worden toegepast staan hierbij centraal, maar de ervaring van de eindgebruiker die deze volledige keten - inclusief de ‘last mile’ - benut. Kijk voor meer informatie op www.compuware.com/apm.
Travelling Without Moving door Gregor Petri Continu op reis zijn, zonder ooit ergens aan te komen of zelfs maar weg te komen van waar je vandaag bent. Dat klinkt best lekker als album (Jamiroquai, 1996*), maar is in de praktijk niet echt prettig. Iedereen die op Zwarte Zaterdag in Frankrijk uren in de file naar hetzelfde kilometerpaaltje heeft zitten staren, kan zich goed inleven in ‘Virtual Insanity’ (de enige hit van dit album). In mijn persoonlijke beleving komt Private Cloud aardig in de buurt van dit gevoel. Het opzetten van een private cloud kost immers evenveel of meer moeite, dan gebruikmaken van een echte (publieke) cloud, maar of je er nu echt verder mee komt is maar de vraag. Veel van de bekende cloud-voordelen zoals elasticiteit, het delen van capaciteit, het niet hoeven te investeren en de levering ‘as a service’ zijn immers beperkt. Thuis krijgt u misschien ook uw eten op tijd en worden uw kleren gewassen, maar zodra u dit met ‘as a service’ gaat vergelijken zal uw wederhelft heel snel uitleggen dat het thuis toch echt geen hotel is en dat deze regeling meer als taakverdeling dan als dienstverlening moet worden begrepen. Dat cloud een nieuwe manier voor het leveren van IT-diensten is, wil nog niet zeggen dat dit voortaan de enige manier zal zijn. Op reisgebied zagen we dat bij de introductie van supersonisch vliegen met de Concorde (1976) veel mensen dachten dat dit de toekomst van reizen zou zijn. In de praktijk viel dit tegen. De Concorde was namelijk niet echt comfortabel (de stoelen waren bijvoorbeeld erg krap), om over het geluidsniveau nog maar te zwijgen. Als men ergens echt snel moest zijn, was het zeker het geld waard, maar voor veel reguliere bestemmingen was de traditionele manier toch echt goedkoper. En dat geldt ook voor cloud. Als men honderd miljoen gebruikers moet bedienen of 20.000 processors voor een uur wil gebruiken, is de cloud een ideale oplossing. Maar daarom hoeft nog niet alles altijd met de cloud. BA had dat indertijd al begrepen met de Concorde. Een van hun meest geliefde aanbiedingen was dat je voor regulier business class-tarief (in die tijd vlogen de meeste zakenreizigers immers nog business class) razendsnel heen vloog met de Concorde en uitermate comfortabel terugkwam met de QE2 (Her Majesties Steam Ship Queen Elisabeth the 2nd) in vijf dagen van onbeperkte luxe. Ook in de cloud zien we dergelijke extreme
verschillen in snelheid en prijs. Zo schakelt de ene storage service over op razendsnel SSD Flash-geheugen, terwijl de andere dienst je meerdere uren laat wachten terwijl je diepgevroren bestand uit kruiend ijs wordt gepeuterd. Aan supersonisch reizen voor consumenten kwam een einde in 2003, een paar jaar na het tragisch ongeluk op de Parijse luchthaven Charles de Gaulle. Dit eerste ongeluk gebeurde vreemd genoeg pas tegen het einde van de economische levenscyclus van de Concorde. Bij de meeste innovaties treden grote calamiteiten juist rondom of vlak na de introductie op. Ook bij de cloud zijn we tot nu toe van echt grote calamiteiten verstoken gebleven. Wellicht omdat veel van de huidige cloud-applicaties zich in de consumenten- en entertainmentsfeer bevinden (video, games, social networks, customer service-websites, etc.). Nu steeds meer kritische bedrijfsapplicaties de weg naar de cloud gaan vinden, wordt service en betrouwbaarheid wel steeds belangrijker. En laten we hopen dat cloud-serviceverlening beter gewaardeerd zal worden dan de bekende BA-reclame op Heathrow, die de snelheid van de Concorde in grote letters aanprees met: Breakfast in London Lunch in New York Waarna een gefrustreerde reiziger eronder schreef: Luggage in Tokio Soms is een rustgevend deuntje wachtmuziek namelijk niet voldoende om klanten tevreden te houden. *’Travelling without Moving’ (1996) met de hit single ‘Virtual Insanity’ leidde tot de doorbraak van de Britse band Jamiroquai in de Verenigde Staten. De Concorde had toen nog zeven jaar te gaan van haar 27-jarige commerciële levenscyclus.
CloudWorks - nr. 9 / 2013
7
Strategie
Drieluik over cloud checklist van Quint voor organisaties: deel 3
Cloud Readiness Assessment door Alfred de Jong Steeds meer organisaties onderzoeken de mogelijkheden die cloud computing hen biedt. Maar wat is nu precies de impact van cloud computing op een organisatie en is deze daar wel op voorbereid en toegerust? Quint ontwikkelde een Cloud Readiness Assessment dat op deze vragen antwoord geeft. In een drieluik wordt deze ‘cloud checklist’ verder besproken. Dit is het derde en laatste deel.
Het Cloud Readiness Assessment geeft inzicht in de (on)mogelijkheden van de organisatie waar het om cloud computing gaat. De cloud checklist van Quint kijkt naar sourcingstrategieën vanuit zes perspectieven: de HR-aspecten, ICT-services, Legal & Inkoop, Finance, Architectuur en Security, en het Besturingsmodel. In deel 1 zijn de HR-aspecten, ICT-services en Legal & Inkoop besproken, in deel 2 Finance en Architectuur & Security; in dit artikel wordt nader ingegaan op het laatste punt, het Besturingsmodel.
Regieorganisaties In de klassieke hybride omgeving, waarin sprake is van een mix van IT op locatie en ingekochte IT, is een sterke regiefunctie noodzaak. Bij de afnemer is een inkoper actief en er is een service delivery manager nodig - of in ieder geval iemand die de geleverde diensten ontvangt en beoordeelt. Bovendien moet aan beide zijden relatiemanagement gepleegd worden. In een cloud-omgeving - als we even uitgaan van een dedicated cloudomgeving - ligt dat allemaal veel eenvoudiger. Het enige dat de gebruiker afneemt is een dienst, door hem zelf geselecteerd en gecontracteerd op basis van een soort afnameprotocol. Daarbij spreekt hij af hoeveel eenheden (bijvoorbeeld licenties, hoeveelheid storage) hij kan gaan gebruiken. De dienst is vrijwel altijd standaard en gebruiksklaar ingekocht. Bij organisaties die volledig zijn overgestapt naar de cloud krijgt dus ook de regie een geheel ander karakter.
8
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Zover is het bij de meeste organisaties echter nog niet: in de praktijk is in 99 procent van de gevallen sprake van een hybride omgeving, bestaande uit een mix van traditionele infrasourcing, hosting, SaaS-contracten, of een deel dat al ondergebracht is in een platform-omgeving. Die diversiteit maakt het qua beheer en bestuur natuurlijk wel erg interessant. Elke vorm vraagt zijn eigen wijze van management; een gesloten SaaS-contract bijvoorbeeld behoeft nauwelijks aandacht en het beheer beperkt zich feitelijk tot het controleren of de ingekochte dienst daadwerkelijk geleverd is en of de factuur van de leverancier een correcte weergave is van het daadwerkelijke gebruik van de dienst. Zolang er sprake is van hybride omgevingen, zullen regieorganisaties nodig blijven. Er is immers altijd een bepaalde controlefunctie nodig die regelmatig actuele contracten tegen het licht houdt en controleert of de overeengekomen updates en upgrades ook zijn doorgevoerd door de leverancier. In een vorige deel van dit drieluik is onder meer geconstateerd dat veel leveranciers geen software meeleveren dat de gebruikers in staat stelt de geleverde diensten en werkelijk gebruik te controleren. Daar komt inmiddels verandering in: een groeiend aantal cloud-aanbieders geeft de gebruikers toegang tot een customer portal waarop de gecontracteerde diensten en de wijze waarop die worden afgenomen worden weergegeven, zodat de gebruiker real-time kan monitoren. Dat gebeurt vooral in cloudstorageomgevingen, waar de regievoerder op een dashboard kan
zien welke laag is afgenomen, en wat daarvan de bijbehorende kosten zijn. Het inzichtelijk maken van de geleverde diensten inclusief licentiebeheer en de financiële afhandeling - wordt dus al een stuk eenvoudiger en inzichtelijker.
Cruciale rol architectuur Binnen het gehele domein van regie, beheer, management en besturing speelt architectuur, of de architect zo u wilt, een cruciale rol. Dat komt door de noodzaak om de verschillende ingekochte diensten te integreren met de verschillende systemen en mogelijk ook diverse pakketten in de organisatie. Vooral in organisaties waar ook informatiestromen geïntegreerd moeten worden is dat van zeer groot belang. De architect zal zijn aanpak en werkwijze beter moeten laten aansluiten op de eigenschappen van clouddiensten en een stuk specialisme opbouwen om cloud-integratie te kunnen bewerkstelligen. Integratie is onontbeerlijk om cloud computing tot een succes te maken. Mocht een organisatie die de stap naar de cloud wil zetten nog geen keuze gemaakt hebben voor een architectuur-framework, dan luidt het advies meestal TOGAF als framework te gebruiken en Archimate als modelleer- en visualisatietool. Beide zijn open systemen, benaderbaar via The Open Group en redelijk gestandaardiseerd. Daarbij moet aangetekend worden dat cloud-architectuur in beide omgevingen nog in de kinderschoenen staat, zeker in vergelijking tot bijvoorbeeld Microsoft, Google CloudWorks - nr. 9 / 2013
9
Strategie en Amazon. Zij ontwikkelden eigen open source-achtige methodes, waar ze steeds meer publiciteit aan geven en waar de ervaren architect direct mee aan de slag kan. Ook op het gebied van informatie-integratie doen zich steeds meer ontwikkelingen voor. Via de cloud komt een veelheid aan informatiebronnen beschikbaar, waar op een slimme manier mee om moet worden gegaan. Dat begint een belangrijk aandachtsgebied te worden. Jammer genoeg focussen veel architecten vooral op veiligheid en security – en niet op de mogelijkheden die de cloud biedt. Men denkt in die zin toch heel snel aan allerlei beperkingen, wat leidt tot een geheel andere discussie. Dat klassieke denken is met de komst van de cloud niet op stel en sprong verdwenen. Onlangs had een groot bedrijf een revolutionair project ontworpen, waarbij alle facetten door hun geleverd moesten worden: ICT, maar ook wegen, gebouwen, interne voorzieningen, catering – te veel om op te noemen. Om dat te bewerkstelligen wilde men een zeer groot datacenter gaan inrichten. Een typisch voorbeeld van traditioneel denken: de ICT-diensten die voor het project nodig zijn, zijn standaardoplossingen. Wat is dan de business case om zelf een enorme investering te gaan doen in standaardapplicaties? Dat kan immers vele malen goedkoper en bovendien gemakkelijker uit de cloud. Ook hier brachten architecten en security-verantwoordelijken direct de veiligheid en continuïteit van de cloud te berde. Op zich goed dat de vragen gesteld worden, maar het is beter eerst de architectuur te ontwerpen en te zien tegen welke beperkingen dat aanloopt. Hun houding is vaak te wijten aan een gebrek aan kennis en marktervaring, iets waar echt meer aandacht aan gegeven moet worden.
Flexibel? In het algemeen kan gesteld worden dat de bestuurbaarheid van cloud-diensten toeneemt als zo veel mogelijk diensten bij één leverancier of cloud broker worden betrokken. Voor grote organisaties is dat meestal geen realistisch scenario, voor de wat kleinere wordt dat al veelvuldig toegepast. Bij grotere organisaties kan de dienstverlening zo complex zijn, dat niet met een standaard kantooromgeving kan worden volstaan. Het is dan onontkoombaar om met meerdere partijen in zee te gaan. Een juristen-, advocaten- of notariskantoor kan en moet gewoon kiezen voor één partij, maximaal drie. De infrastructuur en de standaardapplicaties kunnen bij één partij worden ondergebracht en eventuele specialistische applicaties kunnen via een SaaS-omgeving worden ontsloten op die standaardinfrastructuur. Een absoluut realistisch en logisch scenario, dat het mogelijk maakt het management vanuit één omgeving te doen. Het ligt voor de hand te denken dat het besturen van een hybride omgeving ingewikkelder is dan een omgeving of helemaal on premise, of helemaal uit de cloud. Het zijn immers juist vaak de monolithische en inflexibele systemen zoals ERP die organisaties het liefst op locatie houden. Die systemen moeten dan gecombineerd worden met de zeer flexibele diensten uit de cloud. Dat lijkt een uitdaging. De sleutel ligt in het woord ‘flexibel’. In de eerste plaats zijn bijvoorbeeld ERP-systemen lang niet zo inflexibel als tien jaar geleden. De meeste worden inmiddels zelfs als cloud-dienst aangeboden. Ten tweede blijken cloud-diensten in de praktijk lang niet zo gemakkelijk op- en af te schalen als in de folder wordt beweerd. Ten derde zit de afnemer in een cloud-omgeving vast aan het standaard leveringsmodel van de leverancier. Als een organisatie bijvoorbeeld Microsoft Office 365 wil gaan gebruiken is dat geen probleem. Maar als men graag de Sharepoint-omgeving iets anders wil hebben ingericht, dan is dat wél een probleem. De keuze voor Office 365 van Microsoft is de keuze voor een standaardproduct, waarin geen ruimte is voor technische customizing. Salesforce is een bekende standaard CRM-omgeving in de cloud. Daarmee is het wél mogelijk een eigen omgeving te creëren, waarbij alleen de opslag nog bij Salesforce plaatsvindt. Niet elke cloud-dienst kan dus zo maar het etiket ‘flexibel’ opgeplakt krijgen. Het is belangrijk dat de kandidaat-afnemer zich daar tevoren goed in verdiept.
Veel bedrijven houden vast aan hun eigen ERP-omgeving. Er is vaak al een decennium in geïnvesteerd en het systeem is het hart van de organisatie. Op zich is er geen bezwaar om daar omheen een hybride omgeving te bouwen. Dat maakt op zich het besturingsmodel niet lastiger, maar zeker wel het licentiemodel – en het beheer en onderhoud. Er vinden dan ook wel transities plaats van on premise naar het datacenter van een system integrator die de maatwerkomgeving gaat beheren en onderhouden. Het wordt zo meer een hostingmodel in een private cloud. Dat kan een keuze zijn, als de organisatie zich op het standpunt stelt dat de gesynchroniseerde omgeving die elke drie jaar een upgrade moet ondergaan een te zware last is. De stap naar de cloud is dan een logische. Die transitie van ERP on premise naar private cloud vindt nu nog mondjesmaat plaats, maar dat zal naarmate de tijd verstrijkt steeds vaker gebeuren.
De CIO In dit krachtenveld beweegt de CIO zich steeds meer in de richting van de bedrijfsvoering. En dat moet ook, want hij moet zo dicht mogelijk tegen de business aan zitten. De rol van de CIO zal veranderen, maar zeker niet verdwijnen. Vanuit de besturingsoptiek wordt de rol van de CIO zelfs belangrijker, vooral als hoofd van de CIO Office waar meerdere disciplines, competenties en kennisbronnen samenkomen en waar meer planning en strategie worden bepaald en vastgesteld. De CIO zal in toenemende mate adviseur van de Raad van Bestuur of de CFO zijn. Om het voorzichtig te zeggen: niet alle CIO’s zijn blij met de huidige ontwikkelingen. Daar komt veel weerstand vandaan. Sommigen trekken hun consequenties en stappen op, anderen zijn zich sterk op hun eigen functie aan het oriënteren en vragen adviesbureaus ze te helpen hun job, portfolio en de CIO Office slimmer in te richten. Ze gaan ook dichter op de projectportfolio zitten, om daar ook meer grip op te krijgen en te houden. Maar
10
CloudWorks - nr. 9 / 2013
hoewel de functie aan het veranderen is, is hij nog steeds traditioneel ingesteld, té traditioneel. De reden daarvoor ligt in het bestaan van de hybride omgevingen, immers nog steeds erg klassieke vormen van dienstverlening, zeker bij de grote organisaties. IT-organisaties in de bankensector zijn in grote mate bezig hun afdelingen lean te maken. De CIO pakt daar een dubbelrol op in het beter inrichten van het CIO Office en het naar zich toetrekken van sourcing gerelateerde diensten. Het traditionele ICTwerk, zoals het technisch beheer, is met rappe schreden aan het verdwijnen. De CIO zal zich ontwikkelen tot een soort interne broker van cloud services, met een app store als instrument. De verantwoordelijkheid ligt intern bij de CIO Office, waar dan architectuur, informatiemanagement en security in geïntegreerd zit – die met de business consultants in gesprek is over aanpassingen. Tactische en strategische functies worden gebundeld. Dat is de trend.
Nawoord In dit drieluik is dieper ingegaan op de verschillende aspecten van het Cloud Readiness Assessment van Quint. Het Assessment is een checklist aan de hand waarvan organisaties kunnen bepalen of en zo ja in welke mate ze zijn voorbereid en toegerust om clouddiensten te gaan integreren in hun business systemen. Belangrijk te weten, omdat onvoorbereidheid kan leiden tot valse verwachtingen, onnodige kosten, en verspilde tijd en moeite. Elke organisatie zal zichzelf de komende tijd aan deze test moeten onderwerpen. Want het is niet de vraag of, maar wanneer de stap naar de cloud wordt gezet. Doe dat in elk geval weloverwogen, goed doordacht en wel voorbereid. Alfred de Jong (
[email protected]) is Managing Consultant Architectuur & Innovatie en verantwoordelijk voor de Security Advisory van Quint Wellington Redwood, een adviesbureau dat zich richt op het grensvlak van organisatie en IT. CloudWorks - nr. 9 / 2013
11
Performance Onderzoek Research in Action:
‘Cloud vraagt om andere monitoring tools’ door Teus Molenaar Het overgrote deel van de organisaties gebruikt al op cloud gebaseerde digitale handelsplatformen of is van plan daarmee dit jaar aan de slag te gaan. Daarmee stijgt het onbehaaglijke gevoel bij CIO’s dat er iets mis kan gaan en reputatieschade kan optreden. Niettemin gebruikt 73 procent van de bedrijven niet de juiste monitoring tools om de prestaties van cloudapplicaties in kaart te brengen.
Dat cloud computing in tamelijk korte tijd aan een geweldige zegetocht is begonnen, blijkt duidelijk uit het feit dat 81 procent van de CIO’s al op cloud gebaseerde eCommerce-platformen gebruikt of van plan is dat in 2013 te gaan doen. Dit blijkt uit het onderzoek dat Research in Action eind 2012 heeft uitgevoerd onder 468 IT-beslissers in Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Azië, verdeeld over een breed scala aan branches. Het onderzoek is gedaan in opdracht van Compuware, producent van software om de prestaties van applicaties te meten (Application Performance Management ofwel APM). De algemene uitkomst van de studie is dat cloud computing bovenaan het investeringslijstje staat van de IT-beslissers. Het is belangrijk om te weten hoe deze vorm van automatisering ingang vindt bij organisaties, omdat daarmee is vast te stellen hoe groot de afhankelijkheid is van clouddienstverleners en van de achterliggende infrastructuur. Dat geldt zowel voor de private, publieke als hybride cloud.
{
‘Wie de resultaten van het onderzoek in ogenschouw neemt, ziet dat cloud computing tegenwoordig ‘mainstream’ is’
liteit, en time-to-value die cloud computing met zich meebrengt. Het is duidelijk dat organisaties flink investeren in cloud, en dat het scala aan diensten dat zij op deze manier afnemen sterk uitbreidt. Bedrijven bewegen naar een gemengd cloudplatform (privaat, publiek en hybride) en brengen steeds meer bedrijfskritische applicaties naar de clouddienstverleners.
Investeren in cloudtoepassingen staat dus bovenaan. Gevolgd door het opnieuw onderhandelen over outsourcingcontracten, en op de derde plaats big data en bijbehorende analysemogelijkheden. Een nadere blik op de cloudinvesteringen laat zien dat een kwart van de CIO’s geld steekt in test- en back-uptoepassingen, gevolgd door de implementatie van private clouds. Op de derde plaats komen investeringen in publieke en hybride clouds.
Volledige integratie Gevraagd naar het investeringsbeleid voor de komende vijf jaar geeft het merendeel van de ondervraagden aan dat cloud computing nog steeds op nummer één staat. Gevolgd door mobiele IT, business analytics, big data en interngeheugen-computing.
24,1 procent van de bedrijven neemt zich voor te investeren in de cloud voor testen en back-up; 17,1% in private cloud, en 15% in publieke en hybride cloud.
Een logisch gevolg is dat de CIO’s veel belang hechten aan het afsluiten van end-to-end SLA’s en de nadruk leggen op de kwaliteit van de dienstverlening.
Complexiteit neem toe Voor de eindgebruiker lijkt het allemaal eenvoudiger te worden, maar die eenvoud is bedrieglijk. De onderliggende structuren worden steeds complexer. Met applicaties die zelf verspreid zijn over on premise en cloudvarianten, dan wel hun data moeten opslaan of ophalen van de verschillende platformen. 12,5 procent van de bedrijven neemt voor te investeren in de cloudinfrastructuur in 2013; 9,6% heronderhandelt outsourcingcontracten, en 9,2% investeert in big data en analytics.
Onderverdeling naar cloudtoepassingen leert dat een kwart van de CIO’s gaat investeren in volledige cloudintegratie (privaat, publiek en hybride). Op de tweede plaats staat het op orde brengen van end-to-end cloud SLA’s (Service Level Agreement). Daarna komen Quality of Service, en het inschakelen van cloud service brokers. Wie de resultaten van het onderzoek in ogenschouw neemt, kan niet aan de conclusie ontkomen dat cloud computing tegenwoordig ‘mainstream’ is. Bedrijven begrijpen de voordelen van flexibi-
12
CloudWorks - nr. 9 / 2013
78 procent van de bedrijven gebruikt clouddiensten voor eCommerce; 50% voor publieke SaaS, en 50% voor social media. CloudWorks - nr. 9 / 2013
13
Ongeveer de helft van de ondervraagden overweegt de komende twee jaar hybride clouddiensten te gaan afnemen. En circa een derde gaat advertentiediensten als Google Adwords toepassen, evenals Infrastructure as a Service.
Wat zijn de grootste zorgen bij het beheren van cloud-diensten?
64 procent is bang voor slechte gebruikerservaring als gevolg van perfor47 procent overweegt binnen twee jaar hybride clouddiensten te gaan
mance bottlenecks; 51% vreest verlies aan merkbeleving en klantloyaliteit,
gebruiken; 34% overweegt advertentiediensten af te nemen, en 34% wil
en 44% is bang voor omzetverlies omdat de beschikbaarheid niet voldoet, en
publieke IaaS benutten.
vanwege hersteltijden.
Door de samenvoeging van de verschillende platformen neemt de complexiteit toe. Daarbij komt dat de IT-afdeling niet meer alleen verantwoordelijk is voor de automatisering waarin zij zelf alleen de hand in heeft, maar ook voor diensten die van derden afkomstig zijn. Dit brengt een beheeruitdaging met zich mee. Hoe houd je IT-diensten in de gaten en hoe beheer je die, terwijl je niet zelf verantwoordelijk bent voor de instandhouding van die diensten? Met de groei van de verschillende soorten diensten die een organisatie toepast, groeit de ingewikkeldheid om ze te monitoren en te beheren. Dit vergroot niet alleen de kans op het falen van een applicatie, omdat het aantal knooppunten waarlangs die toepassing zijn diensten verleent is toegenomen, maar maakt het ook lastig om problemen op te lossen, omdat je met meerdere partijen te maken hebt. Die vervolgens met de vinger naar elkaar kunnen gaan wijzen.
door trage laad- en reactietijden als gevolg van ‘performance bottlenecks’. De angst bestaat dat dit een negatief effect heeft op de merkbeleving en klantloyaliteit. Inkomstenverlies ontstaat dan door klanten die afhaken; daarbij komen de kosten die moeten worden gemaakt om voor herstel te zorgen.
Geen actie Hoewel de IT-beslissers zich bewust zijn van de risico’s die het afnemen van clouddiensten met zich meebrengt, blijkt slechts een minderheid proactief maatregelen te treffen om het gevreesde prestatieverlies tegen te gaan, dan wel adequaat te kunnen herstellen. Het blijkt dat 73 procent nog steeds ouderwetse methoden gebruikt voor het vaststellen en beheren van applicatieprestaties. Zij vertrouwen daarbij op tactieken als beschikbaarheid/ uptime en resonsetijd, in plaats van het echt in kaart brengen van de tevredenheid van eindgebruikers. Sterker nog: de meest gebruikte methode om applicatieprestaties in de cloud te meten, is eigenlijk gewoon de beschikbaarheid van de applicatie vaststellen. De wat meer verfijnde tactiek voor het meten van responsetijd, paginawisseltijd, en het tijdverloop van gebruikersinteractiviteit wordt veelal achterwege gelaten. Daarmee ontbeert de IT-afdeling inzicht in de gebruikerservaringen. Want de beschikbaarheid van een applicatie zegt niets over het gebruik ervan.
79 procent van de bedrijven heeft zorgen over de verborgen kosten van clouddiensten.
Meer kopzorgen Als gevolg van deze ontwikkelingen heeft 79 procent van de CIO’s meer kopzorgen. Zij zijn bang voor de verborgen kosten die gepaard gaan met het gebruik van cloud computing. Dan gaat het vooral over slecht presterende clouddiensten die uiteindelijk kunnen leiden tot verminderende inkomsten. 64,3 procent vindt dat het grootste risico ligt bij slechte gebruikerservaringen van clouddiensten. Die worden dan veroorzaakt
14
CloudWorks - nr. 9 / 2013
33,3 procent meet de prestaties van de applicatie via beschikbaarheid/uptime; 23,7% meet de responsetijd, en 18,2% achterhaalt de gebruikerservaring. CloudWorks - nr. 9 / 2013
15
De meeste IT-afdelingen ondernemen geen actie om het nieuwe applicatielandschap adequaat te beheren. Ze wachten tot het fout gaat en reageren dan door in den blinde herstelwerkzaamheden uit te voeren. De reactieve maatregelen zijn immers gebaseerd op onderbuikgevoelens en nattevingerwerk. Het is namelijk niet bekend wat de problemen veroorzaakt. Dat kan de eigen infrastructuur zijn, dat kan de eigen applicatie zijn, maar ook de infrastructuur van één van de leveranciers van de clouddienst, of de dienst zelf. Bedenk daarbij dat de meeste bedrijven – om het risico op leveranciersafhankelijkheid te verminderen – met meerdere clouddienstverleners zaken (gaan) doen.
{
‘Moderne APM-software stelt je in staat om zicht te krijgen op de bron van mogelijke prestatie- en beschikbaarheidsperikelen door de bril van de bedrijfstransacties’
Normering Informatiedag op 9 oktober over NPR 5313
NEN normeert computerruimtes en datacenters
Dynamische omgeving De meeste traditionele monitoring tools voor het meten van applicatieprestaties werken gewoon niet in een cloudomgeving. De dynamiek en de fysieke afstand van cloudgebaseerde applicaties vereisen een nieuwe, slimme en geautomatiseerde benadering van het proactief monitoren van applicaties die zich bewegen over meerdere platformen heen. Dan gaat het niet alleen om het kunnen vaststellen van de eindgebruikerservaring, maar ook om de mogelijkheden om snel te kunnen vinden wat het probleem veroorzaakt en hoe dat is op te lossen. Bedrijven zouden zich op de hoogte moeten stellen van de oplossingen die er zijn en daarin moeten investeren. De dynamische omgeving van clouddiensten vraagt om de modernste tools voor Application Performance Management.
Automatische baselines Waar letten die nieuwe tools dan wel op? Moderne APMsoftware stelt je in staat om zicht te krijgen op de bron van mogelijke prestatie- en beschikbaarheidsperikelen door de bril van de bedrijfstransacties. Daarbij bieden zij zicht op de prestaties van applicaties en infrastructuur om eventuele problemen uit te lichten. Moderne applicaties zijn zeer complex. Daarom heb je automatische multi-variant baselines nodig. De baseline beschrijft de huidige systeemopbouw van zowel hardware (onder meer systemen, schijven, netwerken en werkplekken), de gebruikte software en applicaties, evenals via gesprekken met gebruikers verkregen informatie over het gebruik ervan. Het opstellen van een baseline is een arbeidsintensieve handeling; daarom is het nodig dat dit automatisch gebeurt; zeker als er meerdere baselines in het geding zijn. Voorts zijn er direct beschikbare dashboards nodig voor IT-operations en business managers. De dashboards moeten heel snel kunnen aangeven hoe de time to value is te verkorten, en ze moeten meteen kunnen aangeven of een probleem zich in de interne en/of externe systemen voordoet. De time to value in dit geval is de tijd die verstrijkt voordat een gebruiker van een webapplicatie daadwerkelijk krijgt waarnaar hij op zoek was. Dus de tijd dat een pagina laadt, hoe vaak hij ergens op moet klikken, de reactietijd en dergelijke.
Geïntegreerd beheer Moderne APM behoort inzicht te geven in de ervaring van de eindgebruiker over de gehele applicatieketen heen (inclusief betrokken clouddiensten), waarbij proactieve synthetic monitoring
16
CloudWorks - nr. 9 / 2013
een rol speelt. Dit is een vorm van monitoring die gebruikmaakt van webbrowser emulatie. Gedragsscripts beschrijven welke acties en paden een eindgebruiker zou ondernemen en volgen op een website. Die patronen worden dan steeds gecontroleerd op waarden als functionaliteit, beschikbaarheid en responsetijd. Die oplossing moet trouwens werken over het web, mobiele web, en mobiele native applicaties; een geïntegreerd beheer dus. Zo kun je zien wat de gevolgen zijn voor de bedrijfsvoering van een probleem, en hoeveel mensen daardoor worden geraakt. Het is nodig moderne SLA’s af te sluiten met clouddienstverleners, en tegelijkertijd te beschikken over APM-gereedschap dat in staat is na te gaan of de afgesproken waarden wel worden gehaald. Het handmatig configureren van applicaties is tijdrovend en foutgevoelig. De nieuwe APM-tools zorgen ervoor dat dit automatisch gebeurt. Bovendien zijn ze zelflerend, zodat ze configuratiesettings aanpassen aan de hand van geconstateerde problemen en gevonden oplossingen. Dat doen zij in de meest dynamische en elastische cloudomgevingen. Let er ten slotte op dat je een APM-tool kiest die in staat is automatisch en real-time een grafische weergave te maken van de applicatie en haar afhankelijkheden; inclusief de diensten van een derde partij. Daarmee visualiseert de tool de transactieflows.
Over Research In Action Het Duitse onderzoeksbureau Research in Action is opgericht door dr. Thomas Mendel. Hij heeft meer dan negen jaar gewerkt bij Forrester Research alvorens zijn eigen bedrijf te beginnen. In zijn laatste functie daar had hij de wereldwijde verantwoordelijkheid voor advisering aan professionals die verkoopstrategieën ontwikkelen bij IT-bedrijven. Tevens stuurde hij het team aan dat onderzoek doet naar onderwerpen die dergelijke professionals bezighouden. Research in Action paart het doen van kwalitatief goed onderzoek aan het geven van uitvoerbare adviezen. Mendel treedt regelmatig op als spreker bij evenementen als de Cebit en HP Universe.
gaan worden voor computerruimtes en datacenters. Computerruimtes en datacenters hebben zich ontwikkeld tot kleine of grote bedrijf-kritische ruimtes. Te stellen fundamentele eisen zoals ‘beschikbaarheid’, ‘fysieke beveiliging’ en ‘energie-efficiëntie’ betreffen o.a. de energievoorziening, klimaatbeheersing, bouwkundige voorzieningen, datacommunicatie-kabelinfrastructuur, en fysieke beveiliging. Afhankelijk van zelf doen, eigen beheer of uitbesteden, bestemming van het vastgoedobject en groeiscenario kunnen aanvullende eisen worden gesteld zoals aan ‘duurzaamheid’, ‘flexibiliteit’ en ‘schaalbaarheid’.
NEN organiseert op woensdag 9 oktober 2013 een bijeenkomst over de nieuwe Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) 5313 ‘Computerruimtes en datacenters’. NPR 5313 is gericht op het specificeren, ontwerpen, bouwen, inrichten en opleveren van computerruimtes en datacenters. De praktijkrichtlijn is ontwikkeld om alle betrokken partijen dezelfde taal en concepten aan te reiken, en met modellen, documentatie en voorbeelden van keuzes op weg te helpen en te ondersteunen bij projecten en bedrijfsvoering. Door NPR 5313 te gebruiken wordt generieke kennis ontsloten, relevante normen en publicaties zichtbaar, en kunnen offertes, investeringen in en kosten en prestaties van een computerruimte of datacenter, eenduidig met elkaar worden vergeleken.
Energie-efficiëntie en MJA3 Het Ministerie van Economische Zaken – Agentschap NL nodigt bedrijven, brancheorganisaties, instellingen en gemeenten uit, op een vrijwillige basis, om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. Dit gebeurt in de vorm van een convenant met een verwijzing naar de MJA3:2008. Vanuit het activiteitenbesluit en handhaving wet milieubeheer en informatieblad voor provincies en gemeenten wordt o.a. verwezen naar NPR 5313 ‘Computerruimtes en datacenters’.
NPR 5313 Niet alleen voor grote organisaties, maar in sterk toenemende mate ook voor het MKB moet er op grotere schaal beter gezorgd
NPR 5313 omschrijft 23 onderwerpen voor agenda’s op strategisch, tactisch en operationeel managementniveau. Deze onderwerpen zijn relevant voor het sturen en beheersen van zowel primaire als ondersteunende processen. Sommige onderwerpen zijn alleen relevant gedurende één specifieke levensfase, andere onderwerpen zijn relevant voor de gehele levensduur van een computerruimte of datacenter. NPR 5313 is geen kookboek maar heeft de intentie alle ingredienten te omvatten voor het specificeren, ontwerpen, aanbieden, bouwen, inrichten, opleveren en documenteren van een computerruimte of datacenter. Het vervolg van NPR 5313 zal bestaan uit aanvullende delen opgesteld samen met andere normcommissies, voor gedetailleerde uitvoeringsaspecten.
Normcommissie De normcommissie ‘Computerruimtes en datacenters’ is het nationale platform voor normalisatiewerk op het gebied van bouwen en inrichten van computerruimtes en datacenters. Generieke kennis en praktische ervaring met computerruimtes en datacenters is geconsolideerd, gestructureerd, gedetailleerd, en is geheel of gedeeltelijk gebaseerd op het werk en publicaties van partijen, zoals Europese als mondiale normalisatie-instituten, consortia en brancheorganisaties. De informatiedag wordt gehouden bij TNO, De Uijthof, Princetonlaan 6, 3584 CB, op de campus van universiteit Utrecht. Aan deelname van deze informatiedag zijn voor de deelnemers geen kosten verbonden. Kijk voor meer informatie: http://www.nen.nl/NEN-Shop/ Vakgebieden/ICT/ICTnieuwsberichten/Informatiedag-NPR5313-Computerruimtes-en-datacenters-2.htm CloudWorks - nr. 9 / 2013
17
BYOD Edwin de Ron van IGEL Technology over de ideale combinatie van BYOD, de cloud en thin clients
“Een goede werkplek op kantoor blijft onontbeerlijk”
{
“BYOD is een heel schaalbaar concept, je geeft gebruikers snel en gemakkelijk toegang tot applicaties en data. Diezelfde schaalbaarheid bieden thin clients. Bedrijven kunnen zo heel snel schakelen.”
“Steeds meer gebruikers willen de flexibiliteit om zelf te bepalen waar, wanneer en op welk device ze werken. BYOD en de cloud maken dit mogelijk. Daarmee kan bijvoorbeeld een salesmedewerker de dag thuis beginnen, terwijl hij ook daarna onderweg of bij de klant toegang heeft tot de nodige applicaties. Wil hij echter aan een grote spreadsheet of presentatie werken, dan heeft hij toch een ander systeem nodig dan zijn smartphone of tablet. Bovendien blijven er natuurlijk altijd mensen die het merendeel van hun werk vanaf kantoor doen. Bedrijven zullen dan ook nooit volledig op BYOD en de cloud overgaan. Ze zullen kiezen voor een hybride omgeving, waarin ze via diverse mobiele en vaste apparaten gebruikmaken van cloud services en eigen netwerkservers met bedrijfskritische toepassingen”, zo schetst De Ron.
Altijd op dezelfde manier werken
door de redactie
{
“Zelfs over de beveiliging hoef je niet na te denken, ook die is centraal geregeld. Het is echt ‘plug and play’.”
18
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Overstappen op Bring Your Own Device (BYOD) om medewerkers waar en wanneer dan ook in de cloud te laten werken met hun persoonlijke apparatuur? Prima, maar een goede werkplek op kantoor blijft onontbeerlijk. Dat stelt Edwin de Ron, Sales Manager Nederland van IGEL Technology. Voorwaarde is wel dat die werkplekken net zo kostenefficiënt en flexibel zijn en zich samen met de personal devices gemakkelijk laten beheren. Volgens De Ron bieden thin clients de oplossing.
Binnen zo’n hybride infrastructuur ziet De Ron thin clienttechnologie als het ideale verlengstuk van eigen, mobiele devices. “Voordeel van thin clients is dat ze in iedere omgeving passen, of die nu gebaseerd is op server based computing, virtuele desktops, cloud computing of een combinatie daarvan. Ze vormen simpelweg een doorgeefluik dat toegang biedt tot applicaties en data op een centraal systeem. Belangrijk is dat gebruikers overal op dezelfde manier kunnen werken, met dezelfde set software en dezelfde instellingen. Bijvoorbeeld altijd de muis rechts of een bepaalde instelling van de beeldschermresolutie. Bij onze aanpak is het bovendien mogelijk om te werken met gebruikersprofielen die losstaan van het device dat je gebruikt en centraal worden beheerd. Het maakt niet uit of je op kantoor op je thin client inlogt of op je eigen device: je krijgt altijd de software en instellingen die voor jou geoptimaliseerd zijn zodat de gebruikerservaring steeds dezelfde is. Dat werkt wel zo effectief.”
Klaar voor multimediatoekomst Ook de multimedia-ervaring van de gebruiker blijft dezelfde, ongeacht met welk device er wordt gewerkt. De Ron: “Het apparaat dat je gebruikt mag geen beperking vormen bij multimediatoepassingen. Smartphones en tablets bieden een hoge kwaliteit op dit gebied. Wij hebben veel geïnvesteerd om die kwaliteit te evenaren met onze thin clients, zodat bedrijven alle multimedia-ontwikkelingen kunnen volgen. Denk bijvoorbeeld aan samenwerken via sociale softwaretools of video conferencing. Doordat de thin clients data op een slimme manier verwerken, kunnen bijvoorbeeld alle medewerkers tegelijk naar een filmpje op een centrale server kijken, zonder dat dit problemen oplevert.
Bedrijven zijn zo klaar voor de multimediatoekomst en hoeven geen hoge investeringen te doen om hun traditionele desktopapparatuur op te waarderen of te vervangen.”
TCO met 70% omlaag Thin clients zijn sowieso veel goedkoper in aanschaf en gebruik dan traditionele desktopsystemen. Uit een recent onderzoek van het Duitse Fraunhofer Instituut voor Milieu, Veiligheid en Energie Technologie* blijkt dat bedrijven hun total cost of ownership (TCO) met wel 70 procent kunnen verlagen door over te gaan op thin clients. De Ron: “Een thin client heeft niet alleen een veel lagere aankoopprijs dan een desktop-pc, maar ook een langere levensduur. Daarnaast kun je bestaande desktops voor een gering bedrag omzetten in thin clients, zodat je eerdere investeringen beschermt en nieuwe investeringen kunt spreiden.”
Minder beheerkosten, minder milieubelasting Eveneens debet aan de forse TCO-verlaging is de mogelijkheid om alle clients centraal en op afstand te beheren vanuit één omgeving. “Daarvoor bieden we een speciale beheertool. Updates, patches: het gaat allemaal veel sneller en gemakkelijker. Je kunt als bedrijf beter gebruikmaken van je resources”, zegt De Ron. Tot slot is ook het energiegebruik van thin clients veel lager. “Met 10W per apparaat gebruiken ze maar een fractie van de energie van pc’s. Dat scheelt niet alleen in de kosten, maar is ook goed voor het milieu. In totaal kunnen thin clients de CO2-uitstoot zelfs met meer dan 77 procent verminderen”, verklaart De Ron.
Snel en gemakkelijk uitbreiden Behalve dat bedrijven hun kosten verlagen, kunnen ze ook hun flexibiliteit vergroten met thin clients – zeker in combinatie met BYOD en werken in de cloud. De Ron: “BYOD is een heel schaalbaar concept, je geeft gebruikers snel en gemakkelijk toegang tot applicaties en data. Een link naar je cloud- of serveromgeving, inloggen en ze kunnen aan de slag. Diezelfde schaalbaarheid bieden thin clients. Wil je bijvoorbeeld een nieuw kantoor openen, dan hoef je alleen maar thin clients neer te zetten en te zorgen voor een verbinding met de centrale omgeving. Zelfs over de beveiliging hoef je niet na te denken, ook die is centraal geregeld. Het is echt ‘plug and play’. Bedrijven kunnen zo heel snel schakelen.” * Economische Evaluatie van de PC versus TC, Fraunhofer Instituut voor Milieu,Veiligheid en Energie Technologie (UMSICHT) CloudWorks - nr. 9 / 2013
19
Strategie Hij staat nog in de kast: die dubbelelpee Umma Gumma van Pink Floyd, uitgebracht in 1969. De achterkant van de cover laat de roadies Alan Styles en Peter Watts zien met voor en achter zich het complete instrumentarium van de band, uitgestald op de landingsbaan van Biggin Hill Airport bij Londen. Een indrukwekkende uitstalling, waarmee de Britse band destijds pochte. Een paar jaar later was die verzameling instrumenten wel het minste dat een beginnend bandje in het huurbusje stopte. “Aan die back cover moest ik denken toen ik de recente studie van analistenbureau Wakefield over de volgende generatie cloud las”, zegt Mark Raben, director Innovation & Product Strategy bij SAP Nederland. “Eén van de ondervraagde CIO’s zegt dat cloud-technologie op dit moment zijn bedrijf een concurrentievoordeel biedt. Maar dat zij over drie tot vijf jaar een minimale vereiste is om gewoonweg mee te kunnen komen in het bedrijfsleven.” Raben heeft het over ‘Hybrid: The Next Generation Cloud. Interviews Among CIO’s of the Fortune 1000 and Inc. 5000’, de studie die Wakefield in april 2013 in opdracht van SAP heeft uitgevoerd. Wakefield is een marktonderzoeksbureau uit de Verenigde Staten. Het bureau heeft 52 CIO’s geïnterviewd over hun houding ten opzichte van de hybride cloud. Onder hen 22 van Fortune 1000 bedrijven, en 30 van ondernemingen uit de Inc. 5000 Fast Growing Companies in Amerika.
Vereenvoudiging IT
Hybride cloud-omgeving vereist teamwerk Figuur 1: Top cloud-diensten
door Teus Molenaar
20
CloudWorks - nr. 9 / 2013
beheer: 55%
Personeels-
catie: 57%
Klant communi-
Medewerker /
Marketing: 60%
Verkoop &
76%
Klantbeheer:
CIO’s die gebruikmaken van een hybride cloud-oplossing verlangen van de IT-dienstverlener actieve en intensieve samenwerking. De dienstverlener moet het bedrijf wijzen op alle aspecten die een veilige en flexibele bedrijfsvoering vereisen. Het is een leerschool voor beide partijen, maar een recent onderzoek van Wakefield Research laat zien dat een meerderheid van de CIO’s een hybride toekomst onvermijdelijk vindt.
Het is Raben opgevallen dat 75 procent van de CIO’s die werken met een hybride oplossing zegt dat de IT-processen na de migratie naar hybride cloud-diensten minder complex zijn. “Daarmee lost de hybride cloud één van zijn beloftes in”, aldus Raben. “De winst van cloud computing zit in kostenvermindering en die bereik je onder meer door het geheel minder ingewikkeld te maken.” Zelfs hun ‘niet-hybride’ collega’s geven aan dat er voordelen zijn. Vijftig procent meldt dat cloud-oplossingen beter aansluiten op de bedrijfsbehoeften dan on premisetoepassingen. Als de integratie tussen cloud en on premise goed is uitgevoerd, is zij het antwoord op de vraag naar flexibiliteit. Er is vrijwel nooit één eenvoudige oplossing voor alles. Net als de consument tegenwoordig tal van apparaten gebruikt, benutten organisaties een veelheid aan technische hulpmiddelen: een mengsel van cloud-oplossingen, mobiele en smartphone-toepassingen, eigen datacenter, en sociale netwerken. De mix is oké als zij het gewenste resultaat oplevert voor de eindgebruiker.
cloud te integreren langer heeft geduurd dan was gepland. Om het integratieproces te optimaliseren, zeggen de ondervraagden dat een partnerschap tussen de dienstverlener en de eigen IT-afdeling cruciaal is. “De CIO’s willen dat de leverancier trainingen geeft voordat een project ten uitvoer komt. En ze vinden dat de dienstverlener de requirements van de onderneming moet begrijpen. De vereisten voor een goede integratie moeten van tevoren helder zijn gedefinieerd. De interne medewerkers én de dienstverlener moeten precies weten wat ze moeten doen als ze worden geconfronteerd met technische problemen.” Een succesvol partnerschap is alleen mogelijk als de leverancier snapt hoe de IT-omgeving van de organisatie in elkaar steekt en welke doelen die organisatie nastreeft. Eén van de deelnemers stelt het erg boud en legt daarmee de vinger op de zere plek: “Als wij niet snappen welke requirements we nodig hebben voordat we het project beginnen, dan is dat ons probleem. Maar het is tegelijk het probleem van de dienstverlener doordat hij niet van tevoren de goede vragen heeft gesteld.” Als een integratieproject achterloopt op schema, dan is dit meestal te wijten aan een gebrekkige planning.
Beveiliging Uit de studie blijkt bovendien dat beveiliging een van de belangrijkste barrières is bij de overgang naar een hybride cloudomgeving. Meer dan de helft (52%) van alle geïnterviewde CIO’s vindt dat over het algemeen on premise-oplossingen veiliger zijn dan cloud-gebaseerde toepassingen. Daar staat tegenover dat de rest (48%) vindt dat de cloud minstens net zo veilig is of zelfs nog beter beveiligd dan in het eigen datacenter. “Simpel gezegd: elke CIO wil voordat een integratieproject start, tot op nanoniveau weten hoe het met de beveiliging zit”, verklaart Raben. “En dat is speciaal het geval bij financiële instellingen. Eén van hen zegt dat beveiliging het belangrijkste onderwerp is.” 64 Procent zegt dan ook dat de overgang naar een hybride omgeving over het algemeen meer risico’s met zich meebrengt. Bij de mensen die aan het onderzoek meededen, zegt 40 procent dat beveiliging hun grootste zorg is. Daarna komen pas integratie (31%) en kosten (17%). Met andere woorden, zoals een van de deelnemers aangeeft: ‘Als je geen veilige oplossing
Figuur 2. Verloop van het integratieproces
Communicatie De CIO’s vinden dus in ruime meerderheid dat een gemengde aanpak de beste resultaten geeft. “Dat klinkt goed”, reageert Raben, “maar zoals we zien in het tennis dubbel, betekent dit wel dat de spelers vaardig moet zijn, dezelfde spelstrategie volgen en bovenal onderling optimaal communiceren. Als die communicatie niet deugt, is het spel verloren.” Dat die communicatie niet altijd even soepel gaat, blijkt uit het feit dat een kwart van de CIO’s die de overstap al hebben gemaakt, aangeeft dat het proces om alle diensten in de hybride
29%
71%
Achter op schema: 29% Volgens schema: 71% CloudWorks - nr. 9 / 2013
21
Technologie
Strategie kunt garanderen, maakt het geen barst uit hoe kosteneffectief de aangedragen oplossing is’. “Naarmate cloud computing meer ingang vindt, zullen de dienstverleners hun uiterste best moeten doen om het vertrouwen te winnen van de CIO’s dat het met de beveiliging wel snor zit”, constateert Raben.
Figuur 3. Top hybride cloud-diensten
Het wordt beter
De CIO’s spreken de verwachting uit dat zij sneller overgaan naar een hybride cloud-configuratie als er meer applicaties beschikbaar komen die aan hun behoeften voldoen. Het blijkt dat vooral medewerkers met mobiele computers (laptops, tablets en/of smartphones) vaak applicaties krijgen aangeboden in een hybride cloud-omgeving. Op die manier kunnen zij namelijk eenvoudig en veilig toegang krijgen tot data terwijl ze niet ‘op kantoor’ zijn. Medewerkers die vaak onderweg zijn of thuis werken hebben het meeste voordeel bij deze oplossing. De hybride tools helpen declareerbare uren bij te houden en dagelijkse processen te versnellen. Samenwerken met de aanbieder van een hybride cloud-omgeving geeft organisaties precies die capaciteit die ze op een bepaald moment nodig hebben. De aanbieder moet dan wel in staat zijn hieraan te kunnen voldoen, anders draait het op een ramp uit. “Ook hier zien we de noodzaak om tot een goede planning te komen bij het integratieproject en van tevoren alle mogelijke onderwerpen nauwkeurig met elkaar te bespreken en de uitkomst daarvan vast te leggen. Een dergelijke project vereist teamwerk tussen organisatie en dienstverlener”, besluit Raben. Teus Molenaar is freelance journalist
22
CloudWorks - nr. 9 / 2013
beheer: 24%
Pesoneels-
25%
Projectbeheer:
Marketing: 29%
Verkoop &
ment: 29%
Maar het blijkt dat nu al 81 procent van de ondervraagden heeft geïnvesteerd in cloud-technologie. De meesten nemen een mix-and-match benadering als het om de cloud gaat: een balans tussen on premise en cloud-oplossingen. 87 Procent vindt dat cloud computing belangrijk is voor hun organisatie. Bijna een zelfde aantal (83%) kent soortgelijk belang toe aan on premise computing. “Een teken dat er een zonnige toekomst is voor hybride cloud-oplossingen”, concludeert Raben. De meest gebruikte toepassing in de cloud is klantrelatiebeheer (76%), gevolgd door verkoop- en marketingprocessen (60%), communicatie met medewerkers of klanten (57%) en personeelsbeheer (55%).
Nieuwe Atom-chips bedoeld voor microservers Data manage-
Met de ogen op de toekomst gericht, verwachten de CIO’s dat de kwaliteit en de variatie van in hybride cloud-oplossingen alleen maar beter worden. Net zoals elke technologie is hybride cloud computing aan verandering onderhevig. Zelfs de definities kunnen veranderen.
Hybride cloud Een hybride cloud is een samenstelling van een of meerdere cloud-oplossingen (private dan wel public met het ITplatform dat in het eigen datacenter van een organisatie (on premise) draait. Er zijn meerdere mogelijkheden. Bepaalde applicaties in de cloud, andere in eigen huis. Of ‘cloud bursting’. In dat geval draait een applicatie in het eigen datacenter en vloeit over naar een cloud-toepassing in het geval de workload van de applicatie de on premise capaciteiten overstijgt. De infrastructuur dient dan zo te zijn ingericht dat dit automatisch gebeurt. Deze oplossing geeft betaalbare flexibiliteit.
Voorbereid zijn Uit de gesprekken met de CIO’s komt naar voren dat de deelnemers aan een integratieproject voor een hybride oplossing voorbereid moeten zijn op optredende technische problemen. Hoe goed je ook een project plant, er kunnen zich altijd onverwachte knelpunten voordoen. Het is immers erg lastig te voorzien hoe een hybride applicatie zich gaat gedragen, aldus veel IT-beslissers. Soms is het nog nodig om na afloop van het project het ontwerp te herzien. Applicaties kunnen als een zonnetje draaien in een niet-cloud omgeving, maar tijdens het integratieproces hinder ondervinden. Des te belangrijker is het om de cloud-dienstverlener van tevoren goed door te lichten.
Over Wakefield Research Wakefield Research, met kantoren in Washington en New York, is een marktonderzoeksbureau, gespecialiseerd in strategische en tactisch onderzoek voor bedrijven en organisaties in Amerika, Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. De medewerkers hebben de klassieke onderzoeksopleiding, maar hebben ook gewerkt in pr-bureaus, of marketing, reclamebureaus, nieuwsorganisaties of nonprofit organisaties.
Groeiende invloed van Intel op datacenterinfrastructuur door Robbert Hoeffnagel Intel heeft een nieuwe serie Atom-processoren uitgebracht die speciaal ontwikkeld zijn voor gebruik in datacenters en computerruimtes. Of beter gezegd: voor toepassing in een nieuwe generatie servers en andere hardware die geoptimaliseerd zijn voor specifieke applicaties. Daarmee geeft het concern een interessante impuls aan een trend die wel eens zou kunnen leiden tot ingrijpende wijzigingen in het datacenter.
Met de komst van de 64 bits Intel Atom Processor C2000 - voorheen bekend onder de codenaam ‘Avoton’ en de opvolger van de C1000/Centerton - brengt Intel processoren naar het datacenter die voorheen vooral bedoeld waren voor gebruik in mobiele apparaten. Deze chips kunnen weliswaar niet uit de voeten met ‘workloads’ waar bijvoorbeeld een highend Xeon-processor zijn hand niet voor omdraait, maar daar staat een veel lager energieverbruik tegenover.
Inspelen op trends Daarmee speelt Intel in op een aantal zeer actuele trends. Ten eerste is dat uiteraard de wens van exploitanten van datacenters om het energieverbruik in hun faciliteit omlaag te brengen. Die ontwikkeling staat op gespannen voet met de almaar stijgende behoefte van organisaties om meer applicaties en meer services vanuit hun datacenter aan te bieden. De vraag naar verwerkings-
capaciteit stijgt nog altijd fors, maar het energieverbruik moet uit financiële en maatschappelijke overwegingen omlaag. Daarnaast speelt nog een tweede trend. Traditionele server-hardware is opgebouwd uit zogeheten ‘general purpose‘ componenten. Terwijl steeds meer datacenters behoefte hebben aan hardware die geoptimaliseerd is voor specifieke applicaties of - zoals tegenwoordig de meer gangbare term is - ‘workloads’. “Met de introductie van de Atom C2000 geven wij een duidelijk signaal af dat Intel steeds meer overstapt van general purpose-oplossingen naar producten die geoptimaliseerd zijn voor specifieke taken of workloads. Hierdoor kan het datacenter veel efficiënter worden”, verklaarde Diane Bryant, senior vice president en general manager van Intel’s Datacenter and Connected Systems Group, bij de lancering van de nieuwe processoren. CloudWorks - nr. 9 / 2013
23
Technologie Die ontwikkeling vereist echter meer dan enkel een nieuwe generatie chips. Daarom werkt Intel ook al geruime tijd aan een eigen visie op de manier waarop de technische infrastructuur van een datacenter dient te worden ingericht. De volgende stap in het realiseren van die visie is de lancering van een nieuw type racks waarin servers op basis van Intel’s nieuwe chiptechnologie gecombineerd worden met door het concern zelf ontwikkelde high-speed communicatietechnologie. Intel maakt hierbij onder andere gebruik van technologie die het heeft ontwikkeld in onder andere het Open Compute-project dat door Facebook is geïnitieerd en een enigszins vergelijkbare samenwerking met een aantal Chinese internet-giganten als Baidu, Alibaba en China Telecom. Dit heeft Intel aangevuld met eigen R&D en productontwikkeling. Hierdoor is een nieuw type rack ontstaan dat een geheel andere opbouw en indeling kent dan traditionele kabinetten. De nieuwe racks bieden datacenter-ontwerpers geheel nieuwe mogelijkheden om systeemcomponenten en daarmee dus ook workloads in racks te plaatsen.
Microservers Maar eerst terug naar de Atom-processoren. De nieuwe C2000-lijn wordt door Intel gepositioneerd als ‘low-power’ en geoptimaliseerd voor specifieke applicaties. De C2000 is een 64-bits ‘system on a chip’ en is gebaseerd op Intel’s Silvermont-architectuur. Afhankelijk van de toepassing bestaat de chip uit meerdere kernen (‘cores’). Het energieverbruik varieert dan ook per type processor.
Atom C2000 geven wij een duidelijk signaal af dat Intel steeds meer overstapt van general purpose-oplossingen naar producten die geoptimaliseerd zijn voor specifieke taken of workloads”, zegt
Abonnementsmodel
Diane Bryant van Intel’s
Het rack kan dankzij deze tools een volledig nieuwe indeling krijgen. Componenten die voorheen verbonden dienden te zijn aan een en hetzelfde moederbord, kunnen nu los van elkaar worden geplaatst of gecombineerd worden tot - bijvoorbeeld - voedingen met een grotere capaciteit die meerdere apparaten van energie voorzien. Componenten worden in zogeheten ‘trays’ gegroepeerd. Deze trays zijn weer met elkaar verbonden via ‘photonics‘ ofwel koppelingen op basis van onder andere glasvezel waarbij de data via lichtpulsen worden getransporteerd. Hierdoor kunnen de gewenste grote hoeveelheden data om applicaties in bijvoorbeeld een voor cloud services gebruikt datacenter te kunnen ‘draaien’ met de gewenste snelheid worden verplaatst van de ene component naar de andere. Hierbij zijn snelheden van 100 gigabits per seconde haalbaar. Componenten kunnen hierdoor met elkaar samenwerken op een manier die vergelijkbaar of beter is dan we gewend zijn van traditionele serverarchitecturen.
Datacenter and Connected Systems Group.
De Atom C2000 is een 64-bits ‘system on a chip’ en is gebaseerd op Intel’s Silvermont-architectuur.
Een voorbeeld is de Intel Atom Processor C2350 met twee cores die 6 watt verbruikt en bedoeld is voor entry-level webhosting. Een andere variant telt vier cores en kent een energieverbruik van 9 of 14 watt. Deze is bedoeld voor zogeheten ‘cold storage’. Er is ook een C2000processor beschikbaar met acht cores, die 12 tot 20 watt verbruikt. Deze is bestemd voor front-end webhosting. Aan deze verschillende varianten wordt op maat van de applicatie een bepaalde hoeveelheid geheugen toegevoegd. Standaard is een netwerkinterface, een USB-poort en een SATA-interface aanwezig. Het energieverbruik is ten opzichte van de vorige generatie Atom’s met circa 65 procent teruggebracht, claimt Intel.
Datacenter managers zijn weliswaar zeer geïnteresseerd in dit soort ontwikkelingen, maar kopen in de regel zelf geen processoren. Zij investeren in kant-en-klare server-systemen. Twee partners van Intel - SuperMicro en Penguin Computing introduceerden daarom tegelijk met de formele lancering van de C2000-reeks hardware die gebaseerd is op deze nieuwe processoren. Penguin demonstreerde een nieuw microserver-platform dat geheel is gebaseerd op de specificaties die het Open Compute-project voor de processorkaart heeft opgesteld. Deze processorkaart is gebaseerd op de Atomchip. Het platform is modulair van structuur, waardoor het kan worden aangepast aan een
bepaald type workload. Dit gebeurt door processorkaarten bij te plaatsen. Super Micro heeft op zijn beurt een nieuwe 6U Microblade gelanceerd die eveneens op de Atom C2000 is gebaseerd. Ook dit is een microserver-platform, maar dan eentje die 112 servers omvat die ieder op zich weer gebaseerd zijn op de acht cores-variant van de C2000-processor. Deze 112 servers zijn gegroepeerd in 28 hot-swappable microblades. Het platform omvat tevens storage, waardoor een kanten-klare ‘compute and storage’-oplossing is ontstaan die weinig ruimte in beslag neemt. De systemen zijn via zogeheten ‘blade trays’ van de voorzijde toegankelijk en delen aan de achterzijde faciliteiten voor networking, power en koeling.
Nieuwe rack-opbouw Om optimaal van dit soort microservers gebruik te kunnen maken toonde Intel eerder dit jaar al een prototype van een rack dat is gebaseerd op de concepten van het Open Compute-project. Parallel hieraan heeft het concern met de Chinese internet-bedrijven Tencent, Baidu, Alibaba en China Telecom een enigszins vergelijkbaar project opgezet voor de Chinese markt (Project Scorpio). In beide projecten is het doel het ontwikkelen van een nieuw type rack. In traditionele kabinetten zijn de servers en andere elektronische apparatuur als individuele systemen opgenomen. Ieder systeem kent
24
CloudWorks - nr. 9 / 2013
geheten) terwijl de gebruikte glasvezelbekabeling (ClearCurve) is ontwikkeld in samenwerking met Corning. MXC is wat wel genoemd wordt ‘protocol-agnostic’ en is dus in staat om voor meerdere communicatietaken binnen het datacenter te worden gebruikt.
“Met de introductie van de
hierbij eigen voorzieningen voor power, voor networking, met eigen ventilatoren en dergelijke. Nu de plaatsing van componenten in servers steeds meer lijkt te gaan wijzigen, is echter ook de tijd gekomen om de indeling van het rack te optimaliseren. De traditionele indeling van kabinetten is namelijk weinig efficiënt. Door ontwikkelingen als microservers en het ontkoppelen van voorheen direct aan het moederbord verbonden componenten, ontstaan nu geheel nieuwe architecturen waarbij bijvoorbeeld - meerdere apparaten in een rack gebruikmaken van een en hetzelfde voedingssysteem. In jargon heet dat dan een ‘power zone’ in een rack waarin dubbel uitgevoerde voedingen worden geplaatst die in staat zijn een variatie aan apparaten van stroom te voorzien. Ook ten aanzien van koeling en bijvoorbeeld networking bestaan nieuwe ideeën die de ruimte in het rack efficiënter benutten. De lancering van de Atom C2000 gaat dan ook vergezeld van demonstraties van het eerste op basis van de zogeheten ‘Intel Rack Scale Architecture’ (RSA) ontwikkelde rack. Dit kabinet is voorzien van een door het concern zelf ontwikkelde communicatietechniek die ‘Silicon Photonics Technology’ heet. Deze verzorgt de verbindingen tussen de diverse systeemcomponenten op basis van glasvezel en lichtpulsen. Voor het aansluiten van de diverse componenten is een nieuwe connectortechniek ontwikkeld (MXC
Deze nieuwe manier van werken kent nogal wat voordelen. Een daarvan is dat hardware in de toekomst gemoderniseerd kan worden zonder dat het complete server-systeem vervangen behoeft te worden. Komt bijvoorbeeld een nieuwe generatie processoren beschikbaar, dan kan het datacenter besluiten om simpelweg de trays met processorkaarten te vervangen, waarmee de gewenste upgrade is uitgevoerd. Minstens zo interessant echter is wat deze aanpak kan betekenen voor de manier waarop datacenters compute and storage aanschaffen. Is het bij gebruik van deze nieuwe architecturen eigenlijk nog wel interessant om fysieke hardware aan te schaffen? Of ontstaat hiermee ook de mogelijkheid om een abonnement te nemen op een bepaalde hoeveelheid verwerkingscapaciteit? Dat is een vraag waar specialisten als Facebook’s hardware-guru Frank Frankovsky inmiddels hardop over nadenken. CloudWorks - nr. 9 / 2013
25
Visie
Het beste van twee werelden?
Alleen doordachte hybride clouds lossen belofte in door Michiel van den Assem Steeds meer bedrijven zien de hybride cloud als dé oplossing. Het combineert immers de voor sommige core applicaties gewenste beveiliging en controle van de private cloud met de flexibiliteit, schaalbaarheid en het kostenvoordeel van de publieke cloud. De realiteit is echter dat het aan elkaar koppelen van publieke en private clouds nog een flinke uitdaging inhoudt. Het succes van een hybride cloud is dan ook afhankelijk van een groot aantal factoren.
{
Providers kunnen de rol van ‘cloud migration agents’ aannemen
26
68 procent van de ondernemingen zal de komende twee jaar een vorm van hybride cloud gebruiken, zo berekende 451 Research onlangs na een onderzoek dat in opdracht van Microsoft werd uitgevoerd onder vijftienhonderd bedrijven in tien landen. Volgens de onderzoekers wint de hybride cloud duidelijk terrein op zowel publieke als op ‘on-premise’ en gehoste private clouds. Waar de adoptie van de hybride cloud de komende twee jaar met negentien procent stijgt, moeten de andere cloud-varianten genoegen nemen met groeipercentages van rond de tien procent. De cijfers van 451 Research komen overeen met de bevindingen van andere onderzoekers. Zo kwam het bureau Vanson Bourne, na een onderzoek uitgevoerd onder vierhonderd IT-beslissers, tot de conclusie dat zestig procent van de grote bedrijven in de Verenigde Staten en Europa de voorkeur geeft aan een hybride cloud. De hybride cloud lijkt het daarmee definitief te hebben gewonnen van de ‘pure varianten’. Of de hybride cloud ook daadwerkelijk de gedroomde voordelen gaat opleveren, is echter van een groot aantal factoren afhankelijk.
Latency Een eerste belangrijk aandachtspunt is de verbinding tussen de private IT-infrastructuur en de publieke clouddienst. Meestal gaat dan alle aandacht uit naar de bandbreedte, terwijl de tijd die nodig is om een datapakketje op de plaats van bestemming af te leveren (de latency) minstens zo belangrijk is. Een hoge latency wordt vooral als hinderlijk ervaren bij het gebruik van real-time applicaties zoals VoIP, chatten en gamen. Het lijkt dan alsof je in een oldtimer over een driebaansweg rijdt. CloudWorks - nr. 9 / 2013
Latency is vooral typerend voor een verbinding via internet. Aangezien de hoogte van de latency mede wordt bepaald door de lengte van de verbinding en het aantal routers dat een datapakketje moet passeren, kan het binnen een hybride cloud verstandig zijn om een publieke cloud-dienst te kiezen die zich zo dicht mogelijk bij de private infrastructuur bevindt. Een overweging kan dan zijn om de private infrastructuur te plaatsen binnen een datacenter waar ook de leveranciers van publieke cloud-diensten aanwezig zijn. Een dergelijk datacenter doet dan dienst als ‘Cloud Hub’. Ook is het raadzaam om gebruik te maken van een directe verbinding zoals een huurlijn of een dienst zoals ‘AWS Direct Connect’ waarbij een privéverbinding wordt opgezet tussen de eigen infrastructuur en in dit geval Amazon Web Services. Een dergelijke optie wordt ook geboden met Windows Azure. Een directe verbinding biedt een aantal voordelen, waaronder een gegarandeerde bandbreedte en hoge snelheden. IP-gebaseerde varianten bieden al snel snelheden tot 32 Mbps of zelfs 1 Gbps. In enkele steden is zelfs 10 Gbps beschikbaar waardoor de verbinding even snel is als de datacenter-backbone. De verbinding is dan niet langer de zwakste schakel in een cloud-ontwerp. Een directe verbinding biedt naast een hogere snelheid ook de mogelijkheid om grotere hoeveelheden data te verplaatsen. Het gebruik van versleutelde verbindingen verhoogt bovendien de beveiliging van de data. Door de private IT-infrastructuur onder te brengen bij een leverancier van colocatiediensten kunnen de prestaties van een hybride cloud-omgeving nog verder worden opgeschroefd. Een carrier-neutraal datacenter biedt daarbij bovendien de mogelijkheid om de directe verbindingen van meerdere telecompartijen (carriers) samen te voegen. Dit zorgt niet alleen voor nog hogere snelheden, maar ook voor de zekerheid dat er in het geval van een storing bij een van de carriers altijd nog een verbinding beschikbaar is.
Cloud-aware software Als de verbindingen zijn geregeld, is het vervolgens zaak om ervoor te zorgen dat de publieke cloud-infrastructuur ‘synchroon werkt’ met de IT-infrastructuur on-premise of in de private cloud. Een eerste aandachtspunt is de software die ‘cloud-aware’ moet zijn. De meeste softwarefabrikanten hebben hun software inmiddels geschikt gemaakt voor de cloud, of zijn daar mee bezig. Maar ook in huis ontwikkelde software moet geschikt worden gemaakt voor de cloud door het gebruik van asynchrone messaging en ondersteuning voor multi-user en multi-tenancy. Voor het herschrijven van de software kan het beste gebruik worden gemaakt van moderne ontwikkeltools die de cloud ondersteunen als implementatieplatform en van de API’s die ook worden gebruikt door de cloud providers. Aangezien zeker niet iedere applicatie geschikt is voor de cloud, is de stap naar de cloud het ideale moment om het applicatielandschap eens kritisch tegen het licht te houden. Binnen alle organisaties is sprake van een mix van oude, nieuwe, ongebruikte en zelfs ongeautoriseerde applicaties die zonder medeweten van IT zijn binnengebracht. Door de verscheiden-
{
Een eerste belangrijk aandachtspunt is de verbinding tussen de private IT-infrastructuur en de publieke clouddienst
heid aan applicaties terug te brengen, beperk je de risico’s van software die niet up-to-date is en bespaar je op licentiekosten. Ook biedt een ‘rationalisatie’ de mogelijkheid om te bepalen welke applicaties bedrijfskritisch zijn en in een private omgeving moeten blijven en welke applicaties naar de publieke cloud mogen. Om ervoor te zorgen dat identiteiten worden uitgewisseld tussen de verschillende domeinen binnen een hybride cloud-omgeving, is het belangrijk aandacht te besteden aan een aanpak voor federated identity en security. Daarmee kan worden voorkomen dat er een ‘schaduw-IT’ ontstaat op het moment dat data naar een publieke cloud verhuizen en gebruikers andere inloggegevens nodig hebben om de data te benaderen.
Test the Cloud Het ontwerpen en bouwen van een hybride cloudomgeving is kortom nog niet zo eenvoudig als op het eerste gezicht lijkt. Hier ligt dan ook een belangrijke rol weggelegd voor providers die de rol van ‘cloud migration agents’ kunnen aannemen en bedrijven op weg kunnen helpen naar de cloud. Voor bedrijven die een cloudoplossing eerst in een realistische omgeving willen testen biedt Interxion in samenwerking met Amsio, Microsoft en HP een gratis betrouwbare testomgeving in Amsterdam. Deze kant-en-klare cloud stelt bedrijven in staat snel een cloudomgeving te bouwen. Met name de mogelijkheid om de hardware en software te testen in een datacenter met zeer hoge connectiviteit geeft bedrijven een beter en realistischer beeld dan wanneer deze wordt getest op lokale hardware. Michel van den Assem is algemeen directeur van datacenterexploitant Interxion Nederland
{
Vervolgens is het zaak om ervoor te zorgen dat de publieke cloudinfrastructuur ‘synchroon werkt’ met de IT-infrastructuur on-premise of in de private cloud CloudWorks - nr. 9 / 2013
27
Technologie Connectiviteitsplatform voor datacenters
Digital Realty Trust lanceert Digital Open Internet Exchange
door de redactie Digital Open Internet Exchange is de eerste wereldwijde open interconnect- en internet peeringomgeving. De omgeving speelt in op de vraag binnen de internet-gemeenschap naar meer onafhankelijke en kosteneffectievere exchange-opties. Het initiatief versterkt naar verwachting het wereldwijde ecosysteem van het bedrijf. De exchange is als eerste in Noord-Amerika beschikbaar.
“De Digital Open Internet Exchange zorgt voor nieuwe spelregels voor de volledige IP- en netwerkgemeenschap en voor onze klanten”, zegt Michael Foust, Chief Executive Officer van Digital Realty. “Door het creëren van een echte open internet exchange-omgeving ondersteunen we de behoefte binnen de internet-gemeenschap aan neutrale exchanges die efficiënter en kosteneffectiever zijn dan het huidige aanbod. Het eindresultaat voor de klant is directe toegang tot betere interconnectiviteit en internet-peering-mogelijkheden binnen de meer dan dertig markten in ons wereldwijde portfolio.”
Succesvol in Europa De Digital Open Internet Exchange is een kritisch onderdeel van het Digital Realty-ecosysteem. Het biedt de internet-gemeenschap de vereiste datacenterinfrastructuur die nodig is voor wereldwijde initiatieven rond echt neutrale en door leden bestuurde internet-exchanges. Dit model is al succesvol in Europa. Digital Realty verwacht als officieel erkende datacenterpartner samen te werken met de bestuurslichamen en de officieel erkende internet exchange providers (IXP’s) van internet exchanges in elk van de belangrijke exchange-locaties in Noord-Amerika, Europa, Azië en Oceanië. De initiële uitrol vindt plaats in de grootstedelijke New York-regio en in Noord-Virginia. Daarna volgen verschillende andere markten in de Verenigde Staten.
28
CloudWorks - nr. 9 / 2013
“Wij erkennen dat de kosten en beperkingen van het verbinden aan bestaande internet-exchanges in de Verenigde Staten te hoog zijn. Dat geldt ook voor peer-to-peer interconnecting”, zegt John Sarkis, vicepresident Connectivity & Carrier Operations van Digital Realty. “Dit initiatief creëert een optimale exchange-omgeving. Het stelt internet service providers, Content Delivery Networks en contentproducers in staat om vanuit onze datacenters verbinding te maken met peers en andere exchanges. Dat is mogelijk tegen aanzienlijk lagere kosten dan de kosten die ze nu maken. Tegelijkertijd verbetert de kwaliteit van de dienstverlening voor hun klanten. Door de internetgemeenschap controle te bieden over de manier waarop de bedrijfsvoering van exchanges plaatsvindt, stellen we organisaties binnen zakelijke ecosystemen – zoals onderling vergelijkbare of verticale sectoren – in staat om verbinding met elkaar te leggen via onze meer dan 120 locaties.” Het Digital Realty-ecosysteem biedt klanten een neutrale, efficiënte en verbindingrijke omgeving voor connectiviteit met carriers, businesspartners en serviceproviders. Het biedt tevens een onderliggende, redundante infrastructuur voor carriers en serviceproviders die hun volledige portfolio van producten en diensten aan klanten kunnen leveren vanuit elk Digital Realtydatacenter. Dit zonder kostbare investeringen.
Connectiviteitsplatform Het bedrijf heeft daarnaast een netwerkpartnerovereenkomst gesloten met Epsilon, een niet-beursgenoteerde service provider van communicatieverbindingen. Samen bieden zij cloud- en content providers een dynamische bandbreedteoplossing voor naadloze backbone-connectiviteit. De oplossing maakt gebruik van de uitgebreide ervaring die Epsilon heeft met het bieden van stedelijke connectiviteitsplatforms met een hoge dichtheid. Het nieuwe platform biedt cloud- en contentproviders betere verbindingen tussen de datacenters van Digital Realty in en rondom Londen en meer
dan 65 datacenters wereldwijd. Het vestigen van points of presence in twee van de datacenterlocaties van Digital Realty in het Verenigd Koninkrijk staat voor de eerste fase van het implementatieplan. Het bedrijf verwacht dit uit te breiden in heel Europa. “Ons doel is om flexibele oplossingen te bieden die tegemoet komen aan de steeds veranderende behoeften van onze klanten, nu en in de toekomst”, zegt Bernard Geoghegan, Managing Director EMEA van Digital Realty: “Onze klanten in en rondom Londen vragen om on-demand en snel schaalbare automatisering van hun bandbreedtes als onderdeel van hun datacenteroplossingen. We zijn verheugd dat we dit platform kunnen aanbieden tijdens onze uitbreiding van het Digital Realty-ecosysteem in ons portfolio in Europa en wereldwijd.”
Dark fibre Dit uitgebreide verbindingsplatform wordt gebaseerd op een grote dark fibre-ring, die in opdracht van Digital Realty is gebouwd. De eerste implementatie daarvan verbond de datacenters van Digital Realty in Chessington en Woking met 22 belangrijke internet- en stedelijke gateways in en rondom Londen. Dit partnership maakt het mogelijk een slimme, applicatiebewuste netwerk-fabric te creëren. Klanten profiteren van connectiviteit met 25 extra stedelijke gateways in Londen en van interconnectiviteit met meer dan vijfhonderd providers op het gebied van carrierdiensten, services, internet exchange, OTT, cloudservices, content en lokale toegang, die momenteel verbonden zijn met de exchange van Epsilon. “De wereldwijde netwerkcentrale van Epsilon, mogelijk gemaakt door de Cloud Networking Solutions van BTI, biedt het platform dat ons zal helpen onze visie op gedistribueerde clouddatacenters praktisch vorm te geven”, zegt Robert Bath, vicepresident Engineering bij Digital Realty: “We verwachten dat de oplossing nieuwe, wereldwijde cloud- en contentproviders naar onze datacenters trekt.”
Epsilon beheert de grootste wereldwijde netwerk-exchange, mogelijk gemaakt door de slimme netwerksoftware en -systemen van BTI, om de levering van on-demand stedelijke connectiviteitsdiensten mogelijk te maken binnen een aantal dagen in plaats van weken. BTI ondersteunt dit met zijn Cloud Networking Solutions, zoals het Intelligent Cloud Connectedplatform, dat de eerste was in de sector. Epsilon creëerde een applicatiebewust netwerk om snel capaciteit uit te breiden en zo 100G-connectiviteit te ondersteunen en on-demand wisselen van cloud-gebaseerde applicatiecapaciteit tussen datacenters mogelijk te maken.
Samenwerking met BTI “We zien een groeiende vraag van datacenterklanten naar ons connectiviteitsmodel. Deze overeenkomst met Digital Realty bevestigt opnieuw onze inzet voor het ondersteunen van de ontwikkeling van cloud- en contentconnectiviteit”, zegt Andreas Hipp, CEO van Epsilon: “Als wereldwijd provider worden wij gedreven door uitstekende service- en flexibele operationele doelstellingen. De samenwerking met BTI helpt ons ons tweeledige doel te bereiken door het netwerkbeheer te vereenvoudigen en de snelheid van de dienst te verhogen en tegelijkertijd de introductie van nieuwe cloudconnectiviteitsdiensten mogelijk te maken.” “Het moderne datacenter- en cloudecosysteem wordt gedreven door service-innovatie en partnerships”, zegt Steven Waszak, president en CEO van BTI Systems: “Digital Realty, Epsilon en BTI vertegenwoordigen een aantrekkelijke, cloud-gerichte samenwerking die gebruikmaakt van toonaangevende technologieën, strategieën en oplossingen. Samen hebben we een applicatiebewuste, gedistribueerde cloud-connectiviteitsoplossing voor datacenters ontwikkeld om de wereldwijde cloud- en contentproviders van Digital Realty van dienst te zijn.” CloudWorks - nr. 9 / 2013
29
Service delivery Met goedkeuring voor De Nederlandse Bank
NetApp en Amazon bieden hybride cloud voor financiële sector door de redactie De meeste bedrijven in de financiële sector zijn bekend met de voordelen van cloud computing, maar wanneer zij voor de keuze staan om publieke cloud diensten af te nemen (in feite een vorm van uitbesteding), hebben zij twijfels over de veiligheid van de diensten en vraagt men zich af of deze wel voldoen aan alle wet- en regelgeving. Amazon Web Services en NetApp bieden nu een hybride cloud-omgeving die is geaccrediteerd door De Nederlandse Bank.
De Nederlandse Bank heeft deze zomer groen licht gegeven aan financiële instellingen in Nederland om Amazon Web Services (AWS) te gebruiken. Dit betekent dat wettelijke eisen geen belemmering meer hoeven te zijn om van AWS gebruik te maken. AWS mag vanaf nu ingezet worden voor bijvoorbeeld websites, mobiele applicaties, particulier bankieren, high performance computing en kredietrisico-analyse.
Beveiligde koppeling
Private cloud
Een IT-afdeling kan dezelfde NetApp replicatietechnologie gebruiken die ook intern wordt gebruikt om data over een beveiligde link naar het NetApp storage-systeem in het AWS Connect-datacenter te sturen. Deze omgeving is volledig afgeschermd en verbonden met de AWS virtual private cloud (VPC) via een door een firewall beveiligde connectie. Op die manier behoudt de organisatie volledige controle over alle bedrijfsgegevens.
NetApp en Amazon Web Services bieden een hybride cloudinfrastructuur voor zowel bedrijven als de financiële sector. NetApp Private Storage (NPS) voor AWS combineert de voordelen van publieke clouds met de veiligheid en controle van een privaat datacenter. Dit gebeurt door bedrijfsgegevens veilig op te slaan op een gecertificeerde Amazon Direct Connect-faciliteit. Zo worden de mogelijkheden van de private cloud van het bedrijf uitgebreid met de efficiëntie en elasticiteit van de AWS-cloud. Het bedrijf blijft eigenaar van de hardware waarop gegevens staan opgeslagen, maar hier wordt een on-demand, cloud-based opex (operational expenses) model aan toegevoegd. Met NetApp Private Storage voor AWS behoudt een bedrijf de volledige controle over de eigen data. Dankzij data-encryptie wordt voldaan aan de regels voor databehoud (back-up). Indien nodig, kunnen gegevens eenvoudig worden teruggezet naar de private cloud van NetApp die on-premise staat. Dit gebeurt met NetApp SnapMirror-technologie. Veel bedrijven beschikken over onvoldoende back-up en hebben bovendien geen disaster recovery-plan vanwege de kosten die daarmee gepaard gaan. Met NetApp storage in de AWS Direct Connect datacenter zijn gegevens beschermd in het geval van uitval of een ramp, dankzij replicatie en back-ups van lokaal opgestelde NetApp storage. Bovendien kunnen op die kosten worden bespaard door AWS Elastic Compute Cloud (EC2) alleen in test- en failover scenario’s te activeren.
30
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Deze dienst maakt een beveiligde koppeling tussen NetApp storage en applicatie integratie aan de AWS Elastic Compute Cloud (EC2) voor on-demand compute vermogen. Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid om de AWS Simple Storage Service (S3) te gebruiken in combinatie met back-up software oplossingen van andere leveranciers voor een tiered disk-based back-up en recovery.
Workload efficiency Door te werken met deze hybride cloud-vorm kan een IT-afdeling profiteren van de snelheid en betrouwbaarheid van NetAppstorage en de schaalvoordelen van AWS EC2. Hierdoor kunnen capaciteitsintensieve workloads - denk aan kredietrisico-analyses of Monte Carlo-simulaties - in de cloud worden gedraaid. In plaats van eigen servercapaciteit aan te schaffen kunnen nu petabytes aan datasets op de storage-systemen worden gezet, waarbij Amazon’s Elastic MapReduce (EMR) analytics toegepast kan worden wanneer dit nodig is. Interessant hierbij is ook dat “oude’ data niet langer op tape opgeslagen behoeft te worden, maar verplaatst kan worden naar S3/Glacier, de op disk-gebaseerde back-up en recovery-oplossing van Amazon. Hierbij kan via NetApp’s SnapVault-technologie een back-up van de data op lokale storage naar het AWS Direct Connect-datacenter worden gemaakt. Daarna kan ieder gewenst backup-product worden gebruikt om oudere data te archiveren naar Amazon S3/Glacier. Hierdoor ontstaat een robuuste, tiered oplossing voor back-up en recovery. CloudWorks - nr. 9 / 2013
31
Casestudy
door de redactie Groupon, het internationale bedrijf dat potentiële klanten en lokale bedrijven bij elkaar brengt door het aanbieden van dagelijkse deals, besloot met CloudVPS in zee te gaan voor de migratie van haar diensten naar een flexibel cloud platform. Tot grote tevredenheid van alle betrokken partijen*.
Nieuw cloud platform Groupon geeft boost aan klantenservice
Vanaf november 2008 biedt Groupon dagelijkse deals op de beste dingen die te doen, te eten of te kopen zijn. Dit kan nu in 48 landen en dat worden er snel meer. Groupon heeft ongeveer 10.000 werknemers, die werken in het hoofdkantoor in Chicago, een groeiend kantoor in Palo Alto (California), en in lokale markten in Noord Amerika en de rest van de wereld. De filosofie van het bedrijf is simpel: behandel de klanten op de manier waarop je zelf behandeld zou willen worden. Hier hoort natuurlijk een snelle dienstverlening en responstijd bij, want vele miljoenen mensen kijken dagelijks naar de aanbiedingen.
Uitdaging: Een flexibele cloud met meer capaciteit Partners en klanten managen hun aangeboden deals en aangeschafte Groupon deals via een CRM systeem, dat voor de Benelux door Neacon is ontwikkeld en werd geoptimaliseerd door SupportDesk. Dit is een belangrijk systeem waar inmiddels meer dan vijf miljoen orders van meer dan één miljoen klanten in
32
CloudWorks - nr. 9 / 2013
zijn verwerkt. Eén van de verbeteringen die Groupon nog door moest voeren, was een migratie naar een snel en flexibel cloud platform. Het platform wat tot dan toe werd gebruikt, bood te weinig flexibiliteit en capaciteit. Groupon was bovendien van mening dat de geboden service en support van de toenmalige partner voor significante verbetering vatbaar was. “Omdat de performance en de support van CloudVPS goed uit verschillende tests naar voren was gekomen, zijn wij gekozen als cloud provider voor dit project. Groupon heeft hierbij eerst anoniem producten bij verschillende providers besteld, om een eerlijke indruk van de performance en support te kunnen krijgen. Bij het opzetten van de vereiste infrastructuur stonden we voor een flinke uitdaging, want door externe omstandigheden moest de migratie van het systeem al binnen enkele dagen plaatsvinden. Wij kunnen met trots melden dat we binnen één dag de complexe omgeving hebben opgezet, waarna de migratie snel en met minimale downtime kon worden uitgevoerd,” aldus Lennard Zwart, Algemeen Directeur CloudVPS.
Samenwerking met SupportDesk en Neacon “De configuratie werd in samenwerking met SupportDesk verzorgd. SupportDesk is een partner van CloudVPS waarmee wij vaak samenwerken om belangrijke sites en applicaties te optimaliseren. Hierbij werden al veel van de verbeteringen geïmplementeerd die SupportDesk had voorgesteld. Op de webserver is nginx (een open source, high performance HTTP server) ingezet, ter vervanging van Apache. Verder zijn de webserverprocessen (door middel van PHP-FPM) gescheiden van de applicatiegerelateerde processen wat de performance nog verder heeft verhoogd. De MySQL configuratie op de database servers is ook meteen geoptimaliseerd.”
{
Omdat de performance en de support van CloudVPS goed uit verschillende tests naar voren was gekomen, zijn wij gekozen als cloud provider voor dit project.
De migratie zelf is vervolgens binnen drie dagen door Neacon uitgevoerd. De maatwerkengineers van CloudVPS waren hierbij continu beschikbaar om eventuele problemen te ondervangen. Uiteindelijk bleef de totale downtime beperkt tot één enkel uur op Paaszondag. CloudWorks - nr. 9 / 2013
33
Casestudy Supersnel en flexibel De migratie is soepel verlopen en alle betrokken partijen zijn tevreden met de snelle en professionele uitvoering van dit complexe traject. Sinds het Groupon CRM cluster naar CloudVPS is verhuisd, is de laadsnelheid van de pagina’s met 3 tot 4 keer toegenomen. De dagelijkse onbereikbaarheid tijdens piekmomenten is ook geheel verdwenen. Joris Vanderlinden, Projectmanager bij Groupon Benelux over het traject: “Sinds het Groupon CRM cluster naar CloudVPS is verhuisd, is het systeem beduidend sneller en flexibeler geworden, wat direct heeft geresulteerd in een verbeterde service voor onze klanten. Bovendien denkt CloudVPS erg goed mee met onze engineers en de betrokken externe partijen.”
De toekomst Het nieuwe cluster is significant sneller en stabieler dan de oude oplossing gebleken. Maar daar stoppen de ontwikkelingen niet. Vanaf deze stabiele basis kan aan verdere verbeteringen gebouwd worden. Zo zal er extra redundantie in het systeem worden ingebouwd en zal er message queuing in het cluster worden opgenomen, waarschijnlijk met behulp van Redis. Message queuing zorgt ervoor dat activiteiten afgehandeld kunnen worden wanneer een bepaalde server of dienst hier tijd voor heeft. Dit zorgt ervoor dat deze servers of diensten moeilijker overbelast kunnen worden en daardoor stabieler zijn. Redis is een zogenaamde keyvalue store waar data gemakkelijk kan worden opgeslagen totdat het gebruikt wordt.
* Betrokken partijen: Groupon Vanaf november 2008 biedt Groupon dagelijkse deals op de beste dingen die te doen, te eten of te kopen zijn. Dit kan nu in 48 landen en dat worden er snel meer. Groupon heeft ongeveer 10.000 werknemers, die werken in het hoofdkantoor in Chicago, een groeiend kantoor in Palo Alto (California), in lokale markten in Noord Amerika en in regionale kantoren in Europa, Latijns Amerika en rond de wereld. De filosofie van het bedrijf is simpel: behandel de klanten op de manier waarop je zelf behandeld zou willen worden. www.groupon.nl
CloudVPS CloudVPS loopt op cloud gebied in Nederland voorop. Het bedrijf werd in 2006 opgericht door een groepje avonturiers dat software wilde maken om clusters van servers gemakkelijk aan te kunnen sturen. De zelfontwikkelde programmatuur bleek uitermate geschikt voor het aanbieden van cloud diensten en inmiddels bedient CloudVPS een imposante lijst bedrijven vanuit een netwerk dat over drie A-klasse datacentra is verspreid. CloudVPS heeft een grote public cloud waar flexibel capaciteit kan worden afgenomen. Daarnaast heeft het bedrijf een groot aantal private clouds en maatwerk clusters geïmplementeerd. CloudVPS loopt voorop met betrekking tot cloud gerelateerde certificering en open source cloud technieken zoals OpenStack. Ondanks het behaalde succes rusten de pioniers van CloudVPS niet op hun lauweren. Lennard Zwart, CEO van CloudVPS, heeft zichzelf tot missie gesteld de publieke cloud de basis van elke IT infrastructuur te maken. Cloud computing kan volgens hem net zo veilig zijn als de server in je eigen kelder en omdat CloudVPS zich strikt aan de Europese privacywetgeving houdt, zal data nooit zomaar met derden worden gedeeld.” www.cloudvps.nl Neacon Neacon maakt software op maat. Het gewenste bedrijfsproces is daarbij altijd leidend. Neacon inventariseert eerst het huidige proces en aan de hand daarvan wordt een plan van aanpak gemaakt: het proces wordt uitgetekend, de afhankelijkheden inzichtelijk gemaakt, en waar mogelijk berekenen de ROI berekend. Neacon is ervan overtuigd dat automatiseren alleen zin heeft als het de efficiency van de bedrijfsvoering ten goede komt en het werk van medewerkers gemakkelijker wordt. Deze aanpak blijkt vooral heel goed te werken bij bedrijven met complexe (logistieke) processen. www.neacon.eu SupportDesk B.V. SupportDesk BV zorgt voor een professionele ondersteuning op de Magento en Joomla! platforms. Door het inzetten van standaardisatie en geconsolideerde werkprocessen worden klanten geholpen bij het ondersteunen, onderhouden en optimaliseren van hun Magento webshop of Joomla! website. SupportDesk verzorgt ook veel Magento en Joomla! gerelateerde trainingen. Naast de specialisatie in Magento en Joomla! wordt er tevens maatwerk advies gegeven over complexe opstellingen. SupportDesk is de ideale partner voor website eigenaren, systeembeheerders, webhosters, webdesigners en programmeurs. www.supportdesk.nu
34
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Onderzoek Driekwart van software-uitgevers naar de cloud om nieuwe omzet te genereren
Go West! door de redactie Tweederde van software-uitgevers heeft het voornemen om komend jaar software via de cloud aan te bieden om klantervaring te verbeteren, operationele kosten te verlagen en nieuwe markten aan te boren. Dat blijkt uit onderzoek van SafeNet en de Software & Information Industry Association. SafeNet en de Software & Information Industry Association (SIIA) presenteren nieuwe resultaten van een gezamenlijk onderzoek onder meer dan zeshonderd softwareontwikkelaars en tweehonderd zakelijke softwaregebruikers. De resultaten tonen de huidige trends op het gebied van cloud-toepassingen en de redenen om software via de cloud aan te bieden.
Belangrijke uitkomsten van het onderzoek · Driekwart van de software-uitgevers is van plan om eind 2013 actief te zijn in de cloud. Hybride modellen domineren naar verwachting tot en met 2017 de markt. Meer dan de helft van de software-uitgevers verwacht dat de operationele kosten dalen dankzij de cloud. Toch noemt 25 procent kosten en complexiteit nog steeds als de grootste barrières voor een overstap naar de cloud. · 35 procent van de zakelijke eindgebruikers noemt inflexibele licentieverlening als het belangrijkste pijnpunt bij gebruik van software. Bijna de helft van de
36
CloudWorks - nr. 9 / 2013
software-uitgevers verwacht dat de eindgebruikerservaring verbetert in de cloud.
Trends in cloud-adoptie Op dit moment zegt 65 procent van de software-uitgevers dat zij het softwareaanbod geheel of gedeeltelijk aanbieden als een cloud-service. Gemiddeld zijn cloud-services goed voor 24 procent van het doorsnee softwareaanbod van een bedrijf. Hoewel ongeveer een derde van de software-uitgevers nog moet starten met cloud-gebaseerde diensten, zegt 75 procent van plan te zijn om ten minste een deel van de producten volgend jaar als dienst te willen leveren. Bij de uitgevers met een gemengd aanbod (dat wil zeggen: zowel cloud als non-cloud) blijft het percentage van cloud-services naar verwachting gelijk op 25 procent. In de komende vijf jaren zal het softwareaanbod via de cloud volgens het onderzoek groeien als percentage van het complete aanbod van uitgevers, ondanks dat het aantal uitgevers dat geen gebruikmaakt van de cloud, stabiel blijft op 25 procent. “Software leveren via de cloud is aantrekkelijk voor software-uitgevers en eindgebruikers, vooral vanwege de belofte van meer transparantie, flexibeler businessmodellen en de operationele eenvoud”, zegt Michelle Nerlinger, vice president van SafeNet. “De mate van profijt van deze voordelen hangt sterk af van de mogelijkheden van de uitgever om zijn applicaties effectief te tracken, te controleren en
te beheren op een geautomatiseerde en operationeel effectieve manier. Dat betekent dat de implementatie van effectieve technieken voor licentieverlening en entitlement management cruciaal is voor succesvolle softwarecommercialisering in de cloud. Voor uitgevers die de transitie maken of een hybride aanpak hebben, is een platform voor het gelijktijdige beheer van lokaal geïnstalleerde en cloud-applicaties essentieel.”
Redenen voor adoptie De meest genoemde reden voor softwareuitgevers om cloud-gebaseerde diensten te leveren, is het terugdringen van de operationele kosten die verband houden met productlevering, -activatie en -ondersteuning (door 62 procent van de respondenten genoemd). Andere motieven zijn onder meer het verbeteren van de gebruikerservaring door het verminderen van problemen bij eindgebruikers (46 procent), de mogelijkheid om nieuwe en nichemarkten te betreden (48 procent), beter volgen van gebruik (33 procent) en snellere time to market (32 procent).
61 procent van de software-uitgevers die al via de cloud leveren, bevestigt dat deze verwachtingen worden waargemaakt. Zij spreken over een positief financieel resultaat dankzij lagere operationele kosten of een hogere omzet. Dat beeld wordt bevestigd doordat er bij slechts zes procent van de respondenten sprake is van een negatief resultaat of een beveiligingsrisico na introductie van het aanbieden van software via de cloud.
via de cloud is veranderd en blijft veranderen”, zegt Rhianna Collier, vice president van de Softwaredivisie van de SIIA. “Wij verwachten een groei in de adoptie van Software as a Service nu ontwikkelaars en gebruikers willen profiteren van de voordelen van de cloud.”
Obstakels voor overstap naar de cloud
Software-uitgevers staan niet alleen in hun behoefte aan flexibiliteit en transparantie door softwarelevering via de cloud. 35 procent van de zakelijke eindgebruikers noemt inflexibele licenties die niet inspelen op de eisen van de organisatie, als belangrijkste pijnpunt bij softwaregebruik. Daarnaast noemt veertien procent van deze groep cloud-gebaseerde diensten als voorkeursmodel voor de licentieverlening van software. Zestien procent noemt specifiek pay-per-use als voorkeursmodel voor facturering.
Meer dan de helft (55 procent) van de softwareontwikkelaars beschouwt zijn organisatie als ‘niet klaar voor de cloud’. De grootste zorgen bestaan rond de beveiliging van data in de cloud (36 procent) en de verwachte kosten en complexiteit van de overstap van lokaal geïnstalleerde software naar een cloudmodel. Volgens respondenten zal het gemiddeld zestien maanden duren om hun volledige of gedeeltelijke softwareaanbod geschikt te maken voor de cloud. Niettemin geeft 26 procent aan dat zijn oplossingen nooit naar de cloud zijn over te brengen.
“Bij het SIIA kijken we met belangstelling naar de manier waarop softwarelevering
Voor meer informatie: http://www2. safenet-inc.com/smsurvey/index.html.
SECURE DATA TRANSFER / TOTAL SECURITY / CLOUD PERFORMANCE
84@'514FSWFSXJUI44) 4JNQMF4FDVSF.BOBHFE t 44-44)TVQQPSU t 1$*%44$PNQMJBODF t '*147BMJEBUFE$SZQUPHSBQIZ t 4FDVSF$PQZ 4$1
t 44),FZ.BOBHFNFOU
.07&JU4FDVSF .BOBHFE'JMF5SBOTGFS t #VJMUJOFOEUPFOE FODSZQUFEUSBOTGFSBOETUPSBHF t &ODSZQUFEUSBOTGFSPWFS44 '514)5514
44) 4'51
BOE&%**/5"4Y t /POSFQVEJBUJPOBOEHVBSBOUFFEEFMJWFSZ t '*14WBMJEBUFEDSZQUPHSBQIZ /*45BOE$4&
t )BSEFOFEQMBUGPSNBOE04TFDVSJUZJOEFQFOEFODF
Quick Heal Endpoint Security 5.0
$MPVE"QQMJDBUJPOBOE /FUXPSL1FSGPSNBODF PathView Cloud
Multi-layered security for your critical enterprise infrastructure.
/FUXPSLCBTFE"QQMJDBUJPO1FSGPSNBODF
Superior Endpoint Protection to Secure Data and keep Daily
*OTJHIU1BUI 1BDLFU 'MPX %FWJDF
Workflows Smooth.
1MVT&OE6TFS&YQFSJFODF
t 1FFSMFTTWJTJCJMJUZ DPOUSPMBOESFTQPOTFUPUISFBUT
TraceView
t )PTUPGQPXFSGVMUFDIOPMPHJFTUIBUDBOCFEFQMPZFE
4FSWFSCBTFE"QQMJDBUJPO1FSGPSNBODF*OTJHIU
BOENBOBHFEGSPNBTJOHMFBEWBODFEHSBQIJDBMDPOTPMF
3FBM6TFS.POJUPSJOH
%JTUSJCVUJF4$044PGUXBSFCWtXXXTDPTOMtJOGP!TDPTOMtUFM
network and security solutions CloudWorks - nr. 9 / 2013
37
Visie Is muziekindustrie voorland van kantoorsoftware?
De toekomst van de werkplek
door Reno van der Looij De muziekwereld is door de komst van het internet behoorlijk op zijn kop gezet. Na een periode van illegaal downloaden, zijn er nu business modellen als iTunes en Spotify waarbij muziek via verschillende applicaties op allerlei apparaten te beluisteren is. Zien we deze zelfde trend nu ook terug in de zakelijke wereld als het gaat om onze kantoorapplicaties?
Aanbieders van applicaties bieden nu vaak al een mobiele app voor tablets en smartphones aan, met al dan niet beperkte functionaliteit. De stroom aan web- en SaaS-applicaties groeit gestaag. Consumerization van IT en oplossingen voor followme-data doen nu ook de intrede in de zakelijke omgeving. Volgt de zakelijke markt de consumenten op de voet en gaan we ook helemaal over? Of zijn er vertragende elementen die de overstap naar een cloud-werkplek in de weg staan?
Argusogen Waar de consumentenmarkt al een tijdje het internet in de armen heeft gesloten om dit soort diensten en applicaties af te nemen, kijkt de zakelijke markt (en de IT-afdeling) langzaam maar zeker iets minder met argusogen naar deze ontwikkeling. We zien dan ook steeds meer succesverhalen als het gaat om het migreren naar bijvoorbeeld Microsoft Office in de cloud (Office 365) en een applicatie als Salesforce presenteert zich alweer een tijdje succesvol als webapp. We kunnen dus stellen dat de werkplek van de toekomst steeds meer verandert in een werkplek uit de cloud. Door het huidige landschap aan legacy-applicaties is een volledige cloud-werkplek voor de ene organisatie echter nog verder weg dan voor de andere. Zoals vaak met dit soort ontwikkelingen is het voor ITafdelingen een trend die niet valt tegen te houden, maar waarbij men de regiefunctie wel tot de eigen verantwoordelijkheid moet blijven rekenen. Dat deze ontwikkeling niet te houden is, heeft te maken met de vele voordelen die een cloud-aanpak biedt. De keerzijde is dat het vraagstukken oplevert als het gaat om het eenvoudig koppelen van de eigen datacenters en private clouds met de externe cloud diensten. Hoe word ik ‘cloud ready’? Het bieden van een portal of ‘voordeur’ voor de eigen traditionele applicaties in combinatie met de levering van SaaS, web en Windows-applicaties levert ook authenticatie-uitdagingen op, waarbij we het voor de gebruiker ook nog eens zo vriendelijk mogelijk willen houden.
Jaren te gaan Gelukkig zijn de ontwikkelafdelingen van een aantal vendoren hierop ingesprongen. Het aanbieden van één controlepunt voor het beheer van alle applicaties, veilige toegang, single sign-on en gebruikers-autorisatie zorgt dat de stap naar een volledige cloudwerkplek geleidelijk zal worden geadopteerd. Als organisatie zal je er ook bewust mee bezig moeten zijn om een ‘applicatie-oerwoud’ te voorkomen. Uiteindelijk ontstaat dan vanzelf een landschap waar traditionele applicaties zullen uitfaseren en de online variant zal worden geadopteerd. Voordat de muziekindustrie zover was, waren we behoorlijk wat jaren verder. De volledige ‘cloud-werkplek’ zal er niet veel sneller over gaan doen. Reno van der Looij is Accountmanager De Ictivity groep
38
CloudWorks - nr. 9 / 2013
CloudWorks - nr. 9 / 2013
39
Datacentermanagement zekeringautomaten beschikbaar heeft door het gebruik van lowdensity racks; • er is voldoende vloercapaciteit beschikbaar, maar er kan onvoldoende energie worden geleverd om alle IT-apparatuur aan te drijven; • airconditioners die op de verkeerde positie zijn geplaatst; • een aantal PDU’s is overbelast, terwijl andere capaciteit over hebben; • sommige gebieden in het datacenter zijn te warm, terwijl andere locaties koel zijn; • klanten willen de dichtheid van racks vergroten, maar de benodigde stroomvoorziening of het koelvermogen om dit mogelijk te maken is niet beschikbaar.
Voorkom dat capaciteit verloren gaat
Neem best practices op in de ‘acceptable use policy’
Oorzaken verloren capaciteit Capaciteit kan door allerlei redenen verloren gaan. De meeste colocatiedatacenters ondervinden hinder van één of meer van de volgende oorzaken van verloren capaciteit: • het niet volledig kunnen verhuren van alle beschikbare colocatieruimte; • een snelle toename van het aantal lowdensity racks; • beperkingen voor de koelcapaciteit in het ontwerp; • mixen van koude en warme luchtstromen.
Niet volledig kunnen verhuren van alle beschikbare colocatieruimte
door Wouter Hoeffnagel Colocatieproviders leggen klanten weinig regels op. De klant bepaalt doorgaans zelf op welke wijze IT-apparatuur wordt geïnstalleerd, zonder dat hiervoor richtlijnen of best practices worden gegeven. De klant is in veel gevallen dus volledig vrij de apparatuur naar eigen inzicht te plaatsen. Door deze werkwijze zien colocatieproviders echter vaak een flinke hoeveelheid capaciteit verloren gaan. Het opnemen van best practices over de stroomverziening en koeling van geïnstalleerde IT-apparatuur biedt uitkomst.
40
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Niet iedere klant hanteert dezelfde werkwijze, richtlijnen en best practices bij het inrichten van de gehuurde ruimte. Huurders slaan niet altijd voldoende acht op de balans tussen de beschikbare vloer- of rackruimte, de hoeveelheid geïnstalleerde IT-apparatuur, het koelvermogen en de stroomvoorziening. Dit terwijl een goede balans tussen deze onderdelen noodzakelijk is om de IT-apparatuur optimaal te laten presteren.
De vertrouwde werkwijze Klanten hebben hiervoor allerlei redenen. Zo is het voor hun ITafdeling erg aantrekkelijk de IT-apparatuur op een vertrouwde manier te installeren. Het IT-personeel is deze werkwijze immers gewend, wat tijd scheelt en fouten voorkomt. Daarnaast hebben huurders zich vaak bij andere colocatieproviders allerlei ontwerpregels en -principes aangeleerd. Klanten willen deze regels en principes eveneens in de nieuwe ruimte toepassen, ook al zijn deze regels en principes in sommige gevallen simpelweg verouderd. Huurders zijn vaak niet happig op het hanteren van best practices, aangezien zij niet overtuigd zijn dat dit een goede of snelle return on investment oplevert. Veel klanten onderschatten daarnaast de impact die hun eigen keuzes hebben op andere huurders of het volledige datacenter. Huurders denken, ten onterechte, nauwelijks invloed te hebben op de prestaties van IT-apparatuur van andere klanten.
Verloren capaciteit Het ontbreken van een goede balans tussen de beschikbare vloerof rackruimte, de hoeveelheid geïnstalleerde IT-apparatuur, het koelvermogen en de stroomvoorziening kan voor colocatieproviders tot lastige situaties leiden. Zo kunnen providers worden geconfronteerd met ‘verloren capaciteit’. Verloren capaciteit is capaciteit die wel in het datacenter aanwezig is, maar door het ontwerp of de configuratie van het systeem niet kan worden gebruikt. Deze capaciteit kan bestaan uit: • vloer-/rackruimte; • energie om IT-apparatuur aan te drijven; • energiedistributie; • koelvermogen; • distributie van het koelvermogen. Elk apparaat in een datacenter heeft van de vijf bovenstaande elementen voldoende nodig. Opvallend genoeg zijn deze elementen in de praktijk echter nagenoeg nooit in balans met de maximale IT-belasting. Door het ontbreken van deze balans gaat in bijna alle datacenters capaciteit verloren, waardoor de aanwezige ITapparatuur niet optimaal kan presteren. Een aantal veel voorkomende voorbeelden van verloren capaciteit: • een airconditioner die voldoende capaciteit levert, maar de lucht niet goed kan verspreiden over de aanwezige IT-apparatuur; • een PDU die voldoende vermogen levert, maar onvoldoende
Colocatieproviders verhuren doorgaans ruimte aan verschillende klanten, die allen een verschillende hoeveelheid ruimte afnemen. Veel huurders hebben een langlopend contract, waardoor allerlei stukken van de colocatieruimte voor langere tijd niet kunnen worden verhuurd. Tussen deze verhuurde ruimte blijven kleinere stukken vloeroppervlak over, die nog wel kunnen worden verhuurd. Deze beschikbare ruimte is echter gefragmenteerd en hierdoor niet aantrekkelijk voor klanten. De ruimte is hierdoor in de praktijk moeilijk te verhuren, terwijl colocatieproviders vaak een overvloed aan energie en koelvermogen beschikbaar hebben. Door de gemiddelde rackdichtheid te vergroten is het mogelijk deze verloren energie en het koelvermogen toch te gebruiken.
Een snelle toename van het aantal lowdensity racks Lowdensity racks hebben weliswaar een laag energiegebruik, maar nemen wel een eigen zekeringautomaat in de PDU in beslag. Een snelle toename van het aantal lowdensity racks kan er dan ook toe leiden dat alle beschikbare zekeringautomaten in korte tijd in beslag worden genomen, waardoor beschikbaar vermogen van de transformator niet kan worden verdeeld door de PDU. Dit vermogen gaat dus verloren. Door de gemiddelde rackdichtheid te vergroten, kan dit verloren vermogen in de PDU worden vrijgemaakt.
Beperkingen voor de koelcapaciteit in het ontwerp Colocatiedatacenters zijn over het algemeen ontworpen voor ongeveer 4 kW per rack. IT-apparatuur is echter steeds kleiner geworden, waardoor de dichtheid van racks is toegenomen. Zowel de PDU als de koelinstallatie moet in staat zijn deze hogere dichtheid te ondersteunen. Is dit niet het geval? Dan gaat rackruimte verloren, aangezien niet alle beschikbare ruimte in het rack kan worden benut. Door gebruik te maken van schaalbare CloudWorks - nr. 9 / 2013
41
Datacentermanagement oplossingen voor de distributie van energie en koelvermogen, kan deze verloren rackruimte worden teruggewonnen.
Mixen van koude en warme luchtstromen Door allerlei oorzaken kunnen koude en warme luchtstromen mixen, waardoor koelvermogen verloren gaat. Zo is het mogelijk dat het datacenter niet is uitgerust met een koude en warme gang, waardoor de luchtstromen ongehinderd kunnen mixen. Ook worden afdekpanelen vaak niet gebruikt om open U-ruimten af te sluiten of zijn gaten voor kabels in verhoogde vloeren en gaten tussen racks aanwezig. Beide kunnen een flinke lekkage van koude lucht opleveren. De kabels die onder de verhoogde vloer lopen fungeren daarnaast als een soort luchtdam, die de verspreiding van de lucht naar de voorzijde van de IT-racks onmogelijk maakt. Hierdoor kunnen hotspots ontstaan.
{
Huurders zijn vaak niet happig op het hanteren van best practices
Voorkom het mixen van koude en warme luchtstromen
Colocatieproviders zouden meer aandacht moeten besteden aan het informeren van klanten over best practices en hen motiveren deze best practices na te leven. Providers hebben op dit moment nauwelijks de mogelijkheid huurders tot veranderingen te bewegen. De acceptable use policy (AUP) die veel colocatieproviders hanteren, biedt niet de mogelijkheid klanten te verplichten best practices na te leven of IT-apparatuur op een specifieke wijze in de beschikbare ruimte te installeren. Verloren capaciteit kan hierdoor niet worden aangepakt. De AUP biedt echter wel degelijk mogelijkheden om huurders efficiënter en slimmer met de beschikbare capaciteit om te laten gaan. Colocatieproviders kunnen in hun AUP best practices opnemen, waardoor zij de mogelijkheid creëren klanten te sturen in de manier waarop zij IT-apparatuur installeren. Zo kunnen richtlijnen worden gegeven over de manier waarop huurders met koeling omgaan, wat kan voorkomen dat hotspots ontstaan en dat de prestaties van andere klanten hinder ondervinden van de keuzes van een andere klant. Schneider Electric adviseert colocatieproviders de volgende best practices op te nemen in hun AUP: • gebruik overheadbekabeling; • gebruik brede racks om highdensity kabelmanagement mogelijk te maken; • voorkom het mixen van warme en koude luchtstromen; • gebruik aanvullende koelcomponenten voor highdensity racks.
Een effectieve AUP verplicht klanten warme en koude gangen te gebruiken. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat warme lucht terugstroomt naar de inlaat van de IT-apparatuur, wat hotspots kan veroorzaken. In bestaande datacenters worden luchtstromen gescheiden door oplossingen die de luchtstromen in warme en koude gangen leiden. Deze oplossingen zijn doorgaans per gang geïmplementeerd. Daarnaast wordt vaak gebruikgemaakt van luchtmanagementapparaten die op individueel rackniveau zijn geïnstalleerd. Dit is niet voldoende. Allerlei aanvullende maatregelen die het mixen van koude en warme lucht voorkomen worden vaak vergeten. Denk hierbij aan afdekpanelen om lege ruimten in racks af te dichten, het afsluiten van gaten en kieren in racks of apparatuur voor de luchtdistributie. De AUP zou dan ook altijd het gebruik van afdekpanelen en tules moeten verplichten om zowel ongewenste gaten als uitsparingen in verhoogde vloeren af te dichten. Deze best practice is noodzakelijk om hotspots te voorkomen.
Verhoogde vloeren in datacenters zijn doorgaans voorzien van grote kabelgaten in de vloer. Deze uitsparingen zijn vaak bij nagenoeg elk rack aanwezig. De grote hoeveelheid kabelgaten in de vloer zorgen ervoor dat een grote hoeveelheid koude en warme lucht kan mixen. Door kabels voortaan door het plafond te laten lopen wordt het mixen van luchtstromen voorkomen, worden luchtdammen opgeheven en wordt kabelmanagement verbeterd.
Datacenter-event 12 november in de Kuip
Keuzes maken tijdens IT Room Infra 2013
mm) worden geplaatst in plaats van de standaardracks (600 mm). Een hogere rackdichtheid zorgt ervoor dat ook als in eerste instantie voor 600 mm brede racks is gekozen, uiteindelijk racks van 750 mm noodzakelijk zijn om de extra bekabeling op te kunnen vangen.
‘Acceptable use policy’
Gebruik overheadbekabeling
Beurs & congres
Gebruik aanvullende koelcomponenten voor highdensity racks Datacenters met verhoogde vloeren hebben doorgaans dynamische variaties in de druk, die afhankelijk is van de hoeveelheid bekabeling onder de vloer, de diepte van de vloer en het algemene ontwerp van de verhoogde vloer. Door deze variabele druk kan de hoeveelheid lucht die door de geperforeerde tegels stroomt op sommige plaatsen hoger of juist lager zijn dan op andere locaties. Dit leidt tot een onvoorspelbaar koelvermogen. Een ruimte met een volledig of gedeeltelijk afgedicht luchtmanagementsysteem kan deze drukvariaties voorkomen, waardoor zeker wordt gesteld dat op elk moment het gewenste koelvermogen beschikbaar is. Dit is extra van belang bij highdensity racks of racks waarvan de IT-apparatuur een hoger vermogen heeft dan het vermogen waarvoor het datacenter is ontworpen.
Energiezuinig, betrouwbaar, voldoende capaciteit, schaalbaar. Enkele termen die bij het (ver)bouwen van een computerruimte/datacenter standaard terugkomen. Overal moeten keuzes gemaakt worden en in veel gevallen ook concessies worden gedaan. Maar welke concessies? Worden onderdelen een sluitpost of is het belang toch te groot? Zijn de doelstellingen vanuit het management haalbaar of moeten de verwachtingen gemanaged worden? Het maken van goede beslissingen is moeilijk. De technieken, regelgeving en het (eigen) datagebruik veranderen snel en de materie is voor veel belanghebbenden geen dagelijkse kost. Het IT Room Infra event heeft als doel de bezoekers te voorzien van de juiste informatie om goede keuzes te maken. Het uitgebreide programma bestaat uit 27 lezingen. In het parallelle programma gaan 24 sprekers dieper in op de techniek. De plenaire sprekers geven de bezoekers een breder beeld en spreken hun verwachtingen uit over de toekomst.
Kansen en uitdagingen door energie en veiligheid IT-infrastructuur heeft zich ontwikkeld tot iets dat de levens van iedereen in de westerse wereld raakt. Beslissingen over IT-infrastructuren verschuiven van
technisch-operationeel naar politiekstrategisch. Cybersecurity is een zaak van nationaal belang geworden, waarbij controle over fysieke toegang tot infra cruciaal is. Ondanks een stagnerende economie blijft de vraag naar betrouwbare reken- en opslagcapaciteit groeien. Het bieden van betrouwbare infradiensten in een wereld waar energiezekerheid ter discussie staat, betekent een enorme uitdaging waar oplossingen voor ontwikkeld moeten worden. Het leek er de afgelopen jaren even op dat IT-infra door virtualisatie een wereldwijde markt zou worden, maar de recente onthullingen over inlichtingenprogramma’s zullen die trend afremmen of omdraaien. Dit geeft ruimte voor een stevige lobby om in Europa veel meer onze eigen informatiemanagement lokaal te regelen en daarmee ontstaat een enorme zakelijke kans.
Gaming, datacenters en voldoen aan milieunormen SmartDC evalueert jaarlijks hoe zaken beter en efficiënter kunnen. Een ‘Hot Topic’ is koeling, essentieel voor een datacenter en tevens de grootste kostenpost voor het bedrijf. Een spagaat tussen beschikbaarheid, continuïteit en efficiëntie, PUE. Sinds 2010 hebben zij ervaring met adiabatische koeling, dat wil zeggen, koeling op basis van verdamping. Voorde-
len van deze vorm van koeling zijn; geen gebruik van chemische koudemiddelen zoals R407C/R410A en ook geen energieverslindende compressor. Moderne datacenters accepteren 24-25 ºC in de koude gang waardoor deze vorm van koeling heel goed toepasbaar is onder de Nederlandse weercondities. Resultaat, minder energieverbruik voor koeling, minder CO2 uitstoot en geen gebruik van chemische koudemiddelen. De spreker laat zien dat deze nieuwe manier van koeling goed toepasbaar is in huidige datacenters. Het ‘spel’ voor datacenterbeheer is te komen tot een optimum in performance, continuïteit en kostenbeheersing.
Positionering en praktische toepassing van de NPR 5313 ‘Computerruimte en Datacenters’ Recentelijk is Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) voor Computerruimte en Datacenters door het Nederlands Normalisatie Instituut geïntroduceerd. Tijdens deze plenaire sessie wordt inhoud gegeven aan de positionering van de NPR 5313 ten opzichte van andere (internationale) normen, richtlijnen en documenten. Daarnaast wordt antwoord gegeven op de vraag, welke handvatten de NPR u als gebruiker kan aanreiken en hoe u deze kunt toepassen in praktijksituaties.
Verloren capaciteit Gebruik brede racks om highdensity kabelmanagement mogelijk te maken Door de dichtheid van racks te vergroten kan een klant zijn gehuurde ruimte gebruiken om piekbelasting in de vraag op te vangen en in te spelen op de nog onbekende toekomstige vraag naar capaciteit. Deze strategie werkt echter alleen als brede racks (750-800
42
CloudWorks - nr. 9 / 2013
Door best practices voor de stroomvoorziening en de koeling van IT-apparatuur op te nemen in de AUP kunnen colocatieproviders de efficiëntie van hun datacenter aanzienlijk vergroten. De richtlijnen helpen zeker te stellen dat alle beschikbare capaciteit ook daadwerkelijk kan worden gebruikt en dus kan worden verhuurd. Verloren capaciteit behoort hierdoor tot het verleden. CloudWorks - nr. 9 / 2013
43
Column
Location analytics wordt real-time door Frits van der Schaaf Big Data mag dan volop in de belangstelling staan, in de praktijk valt het nog niet mee om daadwerkelijk voordeel te behalen met het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden gegevens. Eén van de lastigste problemen is antwoord vinden op de vraag hoe de resultaten van een analyse van al die data het beste gepresenteerd kunnen worden. Zeker als we ook nog eens streven naar real-time Big Data.
You’re thinking, should we go private or public cloud? We’re guiding... De keuze voor het juiste cloud-model is niet altijd eenvoudig. Zowel publieke als private cloud-modellen kunnen een plek hebben in uw strategie. Daarom is het zinvol om samen te werken met een cloud-serviceprovider die u kan adviseren over de beschikbare opties. Dimension Data helpt u bij elke stap die u neemt op weg naar een cloud-architectuur – publieke, private of een combinatie van beide. Dimension Data biedt u ook cloud enablement- en cloud-integratiediensten om uw huidige datacenter voor te bereiden op uw reis naar de cloud. Neem contact met ons op of bezoek onze website voor meer informatie over onze cloud-services.
Een van de meest interessante aspecten aan Big Data is de presentatie van de resultaten. Klassieke systemen voor managementinformatie of business intelligence geven vaak lange lijsten met cijfers, adresgegevens of klantnamen. Niet direct iets waar een business manager meteen mee aan de slag kan. Een business manager heeft namelijk heel snel overzicht én inzicht nodig. Overzicht zodat hij weet welke resultaten de analyse in grote lijnen geeft. Zodat hij vervolgens snel kan zien waar de grootste kansen liggen. Het direct weten waar die kansen liggen, vereist daarnaast inzicht: om welke klanten en producten of diensten gaat het en hoe kunnen we die kansen het beste grijpen? Digitale kaarten blijken in de praktijk een van de beste manieren te zijn om al dit soort gegevens snel te presenteren. Dat is ook wel logisch als we ons realiseren dat aan vrijwel ieder gegeven dat we als organisatie vastleggen op een of andere manier wel een locatiegegeven vast zit. Een klant heeft op een bepaalde locatie een product gekocht. Of gebruikt dat product op een bepaald adres. Een aanvraag voor onderhoud is gekoppeld aan een locatie. Een schademelding ook en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Maar denk ook aan verkeersdata, informatie afkomstig van sensoren, videobeelden en dergelijke. In een kaart kunnen we dus gegevens weergeven aan de hand van hun locatie. Digitale kaarten kunnen bovendien opgebouwd worden uit verschillende lagen. Per laag kunnen we een bepaald type data weergeven. Door meerdere lagen in een kaart over elkaar heen te projecteren, gaan we verbanden zien. In een bepaalde stad of wijk blijken opmerkelijk veel schademeldingen op te treden. Aanvragen voor
onderhoud blijken zich vooral te concentreren op die locaties waar een bepaald type machine is geleverd. Of een bepaalde wederverkoper actief is. Deze aanpak noemen we ook wel ‘location analytics’: het analyseren van grote hoeveelheden gegevens aan de hand van hun locatiekenmerken. Daarmee zetten we ten aanzien van Big Data een grote stap vooruit. Weg zijn de lange lijsten met statische output-gegevens. We kunnen nu via het ‘aan’ of ‘uit’ zetten van bepaalde lagen in de kaart heel snel overzicht en inzicht krijgen in grote hoeveelheden data. Maar zou het niet mooi zijn als we hier nu ook nog eens real-time-gegevens aan kunnen toevoegen? HERE, een onderdeel van het Finse Nokia, levert real-time gegevens over verkeerssituaties. Deze informatie kan sinds kort real-time ingevoerd worden in de digitale kaartsystemen van Esri, een aanbieder van geografische informatiesystemen (GIS) en location analytics-oplossingen die zowel on-premise als vanuit de cloud worden geleverd. Dat levert natuurlijk een zeer interessante situatie op. Niet alleen kunnen we dan grote gegevensverzamelingen analyseren en de resultaten daarvan in een digitale kaart presenteren, maar we kunnen deze resultaten ook nog eens koppelen aan de lokale verkeerssituatie. Op die manier weten we hoe lang het duurt voordat een onderhoudsmonteur ter plekke kan zijn. Maar we zien ook ineens een relatie tussen bepaalde verkopen en de bereikbaarheid van een winkel op dit moment. Vergelijkbare projecten zijn ook mogelijk via informatie die geleverd wordt door TomTom. Location analytics is een relatief nieuwe discipline die bedrijven en overheidsorganisaties grote voordelen kan bieden. Het zou zelfs wel eens een van de belangrijkste technologieën kunnen worden om tot business-innovatie te komen. Zeker nu we hier ook nog eens real-time informatie aan toe kunnen voegen. Frits van der Schaaf is directeur business development, Esri Nederland CloudWorks - nr. 9 / 2013
45
Nieuws
Nieuws van DHPA
online ‘e’-conomie. Die kansen moeten veel meer worden benut nu er door de dubieuze rol van de Amerikaanse overheid mogelijkheden zijn voor Nederland als een aantrekkelijke plek voor hosting.
achtergronden van regels, governance en de zaken die de overheid zou moeten aanpakken op nationaal en internationaal niveau. Wij zijn blij met deze gelegenheid voor interactie met de overheid. Het kan altijd beter. Maar wel blijkt dat de Nederlandse online sector steeds vaker wordt gezien als een zelfstandige en kansrijke bedrijfstak – met een eigen stem en met een eigen visie, die op veel punten afwijkt van de traditionele kijk op telecom, media en ICT in het algemeen.
Belangrijke data: 1 oktober 2013 – NLIGF: Geen cyberveiligheid zonder opgelegde regulering van de overheid 14 november 2013 - ECP Jaarcongres met o.a. presentatie van DHPA-onderzoek 28 november 2013 - Vierde DHPA-deelnemersbijeenkomst
Toetreding Shopping2020 De overheid en onze data
Datacenter failliet: welke rechten heeft een hoster?
Er is in de afgelopen periode veel te doen geweest over de toegang van de overheid tot onze data. De DHPA heeft zich hierover in diverse media uitgelaten, onder meer in de vorige uitgave van dit blad. Een samenvatting van onze standpunten. - Vertrouwen De manier waarop de overheid met de materie omgaat schaadt het vertrouwen van consumenten en bedrijven. Dat de overheid kan tappen en gegevens kan opvragen, is een in de wet verankerd gegeven. Maar wat ontbreekt, is degelijk beleid en toezicht op het proportioneel gebruik en de inzet van deze middelen. Burgers en bedrijven mogen van de overheid dezelfde kwaliteit en zorgvuldigheid verwachten met betrekking tot het beschermen van privacy en vertrouwelijkheid als de wet eist van leveranciers. - Kamer en politiek De Tweede Kamer is zich onvoldoende bewust van de schade aan het vertrouwen, die het resultaat is van het gebrekkig uitvoeren van een van haar primaire taken: gericht toezicht houden op de uitvoering van het beleid door de overheid. In het algemeen moet de politiek zich meer realiseren dat de Nederlandse infrastructuursector een economische factor van betekenis is, en dat het ongegrond snuffelen in data schadelijk is voor het vertrouwen en dus voor de sector. - Promotie De Nederlandse online sector - datacenters, exchanges, hosters en cloud-providers - hebben goede kansen in de internationale
We worden regelmatig benaderd met vragen over toegang tot data bij een faillissement. In een tweetal zaken eiste de curator toegang tot administratieve gegevens bij de hoster of saas-provider. De uitspraak van het hof in Den Bosch afgelopen maart verschafte duidelijkheid. De rechter sprak zich uit in het voordeel van de hoster: de curator zal, als hij gebruik wil maken van de diensten van de hoster, moeten betalen voor die dienstverlening. Daarbij is het uiteraard niet zo dat de betreffende provider betaling kan afdwingen of voorrang krijgt bij zijn openstaande vorderingen tot het moment van faillissement. De provider is wat die vordering betreft gewoon één van de handelscrediteuren. De kwestie geeft wel het belang aan van het inzetten van escrowen continuïteitsopties. Het is niet ondenkbeeldig dat de curator een bestuurder aanspreekt op zijn verzuim om voorzieningen te treffen voor het toegankelijk maken van zijn administratie .
46
CloudWorks - nr. 9 / 2013
De DHPA is toegetreden tot de werkgroep ‘fraude en veiligheid’ van het programma Shopping2020 van de Thuiswinkel organisatie. Het doel van het programma is om een toekomstvisie, en op basis daarvan een actieplan, te ontwikkelen over de toekomst van online verkoop van producten en diensten. In de werkgroep ‘fraude en veiligheid’ wordt fundamenteel nagedacht over de manier waarop in de nabije en verdere toekomst moet worden omgegaan met de diverse dreigingen in de online wereld. Meer informatie is te vinden op: www.shopping2020.nl.
“De politiek is zich veel te weinig bewust van de internationale kansen die de Nederlandse datacenter en hosting sector heeft, want anders zou ze haar verantwoordelijkheid in kwesties als de controle op toegang tot tapdata serieuzer nemen.” Michiel Steltman, directeur DHPA
Overleg sector met de overheid In het kader van het overleg tussen bedrijfsleven en overheid organiseert het ECP (Electronic Commerce Platform Nederland) regelmatig brainstormsessies over uiteenlopende onderwerpen in de online wereld, zoals wet- en regelgeving en de toekomst van de interneteconomie. Op 20 augustus was DHPA aanwezig op een sessie met het ECP, het Ministerie van Economische Zaken en andere genodigden uit de online sector. Er werd gesproken over uiteenlopende onderwerpen, zoals het economisch model, de
Van 1 tot 100 m2 Gegarandeerd klaar voor de cloud! www.profitbox.nl CloudWorks - nr. 9 / 2013
47
Nieuws
Nieuws
van EuroCloud
EuroCloud NL Public Briefing Trust & Security 2013
EuroCloud Nederland congrespartner Digitalisering van de Overheid Op 12 december vindt in Ede het congres Digitalisering van de Overheid plaats. Om invulling te geven aan het regeringsakkoord, waarin staat dat burgers en bedrijven uiterlijk in 2017 hun zaken met de overheid digitaal moeten kunnen doen, hebben veel gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsorganisaties nog een flinke slag te maken. Uiteraard speelt ‘de cloud’ in alle plannen een belangrijke rol. Leden van de EuroCloud Nederland community kunnen zich
als expert presenteren aan de doelgroep, bestaande uit CIO’s en IT-professionals, maar ook op concerncontrollers, managers concernzaken, bestuurders, procesverantwoordelijken en managers klantcontactcentra bij overheden en instellingen. Interesse? Neem contact op met Gerrit Klanderman via e-mail
[email protected] of telefonisch: 06 55 33 11 76 Voor meer informatie over het congres: www.i-br.nl
1 oktober – Jachthuis Beukenrode – Doorn – 14:00 uur Onder leiding van bestuurslid Hans Timmerman heeft EuroCloud Nederland twee roundtables gehouden over ‘Trust & Security’. Hans Timmerman zal de uitkomsten van het onderzoek presenteren. Vertegenwoordigers van CloudCon, PricewaterhouseCoopers (PwC) en Verdonck, Klooster & Associates (VKA) zullen hun visie op het thema Trust & Security delen. We sluiten af met een forumdiscussie en een netwerkborrel. Onze community is van harte welkom, vanaf 14:00 uur in Jachthuis Beukenrode, Beukenrodelaan in Doorn.
Programma • 14.00 uur: ontvangst met koffie/thee • 14.30 uur: welkom, Bestuur EuroCloud Nederland • 14.35 uur: Trust, de basis voor elke
Cloud, Hans Timmerman, Bestuurslid EuroCloud Nederland • 15.00 uur: Een CloudSecurity Beslismodel, Vincent Jentjens, CloudCon B.V. • 15.25 uur: Gouvernance in de Cloud, Johan van den Bosch, Verdonck, Klooster & Associates • 15.50 - 16.10 uur: Pauze • 16.10 uur: Trust in de praktijk, Lolke Reinstra, PwC • 16.35 uur: Forumdiscussie • 17.00 uur: Afsluiting en borrel Let op: aanmelding is gratis maar niet vrijblijvend, wij rekenen op uw komst! Afzeggen kan kosteloos tot 24 uur voor aanvang van het evenement. Bij afzeggen daarna of no-show zien we ons genoodzaakt € 25,- p.p. in rekening te brengen. Kijk op www.eurocloudnl.eu of op http://ecnltrustsecurity.eventbrite.nl/ voor aanmelding.
Lloyd’s Register QA en Schuberg Philis Nieuwe partners Met genoegen melden we twee nieuwe partnerships. LRQA is een vooraanstaande aanbieder van onafhankelijke “Assurance Services”. Meer dan 45 accreditatieinstanties erkennen het werk van LRQA. Dit omvat gebieden zoals kwaliteit, milieu, gezondheid, veiligheid en informatiebeveiliging.
Schuberg Philis neemt 100% verantwoordelijkheid voor de integratie en het beheer van complete bedrijfkritische systemen. Ook in de cloud! Een schaalbaar consumentenplatform, een bank, een hybride omgeving tussen oud en nieuw. De cloud maakt het mogelijk.
EuroCloud Congress & Awards Meld u nu aan als partner of sponsor, en blijf op de hoogte! 2013 Met een aantal inspirerende bijeenkomsten in Nederland en andere landen, en een groeiende Europese organisatie met een vertegenwoordiging in meer dan 25 landen, is EuroCloud binnen twee jaar een belangrijk kennisnetwerk geworden op het gebied van Cloud Computing en Software as a Service. Daarnaast biedt EuroCloud een uitstekend platform voor netwerken met zowel leveranciers als gebruikers van Cloud Computing. Naast een actief bestuur hebben inmiddels al meerdere bedrijven zich ingezet voor EuroCloud door een financiële bijdrage te geven of middelen beschikbaar te stellen.
Zet maar vast in uw agenda: het jaarlijkse EuroCloud Congres en de uitreiking van de EuroCloud Awards 2013 vinden plaats in Luxemburg, op 15 en 16 oktober 2013. Dit jaar zal het evenement het grootste zijn tot dusverre, met topsprekers. een galadiner en een vol tweedaags programma over onderwerpen zoals strategieën, innovaties en overheidsbeleid. Potentiële sprekers, sponsors en deelnemers kunnen zich aanmelden op de speciale congreswebsite: www.eurocloudcongress.org
Heeft u vragen of – nog beter – wilt u zich aanmelden als Partner, stuur dan een mail naar
[email protected] +31 87 87 65 65 6
[email protected] www.eurocloudnl.eu
www.eurocloudnl.eu 48
CloudWorks - nr. 9 / 2013
CloudWorks - nr. 9 / 2013
49
30 - 31 OKT 2013 JAARBEURS UTRECHT
Advies
VAKBEURZEN, SEMINARS EN ONLINE MATCHMAKING VOOR IT-MANAGERS EN IT-PROFESSIONALS
IT SECURITY
The Legal
STORAGE
IT MANAGEMENT SOLUTIONS
Look
door mr. Victor A. de Pous > Ontstaat er nu rechtspraak over cloud computing? Jurisprudentie is naast wet- en regelgeving de belangrijkste rechtsbron. Maar in het kader van cloud-diensten schiet het niet op. De reden daarvoor blijft gissen, maar valt waarschijnlijk in dezelfde categorie als software bugs. Gebruikers accepteren kennelijk fouten en problemen. Toch ligt er op grond van het Nederlandse recht een aardig vonnis – nu zelfs in hoger beroep – waaruit we lering kunnen trekken, maar op andere wijze dan op het eerste oog gedacht. Let op. Een SaaS-leverancier stopt met de levering van de boekhoudsoftware als dienst via Internet, omdat zijn klant failliet is gegaan. De curator heeft vervolgens geen toegang tot dit, overigens overgrote, deel van de financiële administratie van de gefailleerde. De cloud serviceprovider is alleen bereid om haar dienstverlening aan de curator voor te zetten tegen betaling van een eenmalig 3.000 euro aan opstartkosten een plus een maandelijkse vergoeding van 1.000 euro. De curator gaat hiermee niet akkoord en vordert op grond van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in rechte onbelemmerde toegang tegen ten hoogste minimale kosten.
> Wat vindt de rechter hiervan? Volgens de rechter is onweersproken dat het inzichtelijk maken van de administratieve data van het gefailleerde bedrijf aanzienlijke inspanningen van de zijde van de leverancier vereist. Het is niet simpelweg een kwestie van het verstrekken van een inlogcode. Zo moet een nieuwe server-omgeving worden opgezet en moet die omgeving vervolgens ook weer draaiend gehouden worden. Dat daarmee voor de leverancier aanzienlijke kosten zijn gemoeid, is voldoende aannemelijk. Nu de leverancier zich bereid heeft verklaard alle administratieve gegevens van zijn klant die failliet ging - naar schatting enkele
50
CloudWorks - nr. 9 / 2013
tienduizenden pagina’s - op een harddisk te zetten en deze aan de curator te overhandigen, voldoet de ICT-leverancier aan zijn wettelijke plicht. Hiermee krijgt de curator waar hij recht op heeft, namelijk een ‘digitale schoenendoos met bonnetjes’. De gegevens zijn op deze wijze gewoon leesbaar en toegankelijk zonder de software van de leverancier. Dat deze financiële informatie feitelijk onbruikbaar is, omdat de gegevens niet geordend zijn en dus alles door elkaar staat, maakt dat niet anders, aldus oordeelde de Bossche voorzieningenrechter (2012) en Gerechtshof (2013).
> Wat betekent dit vonnis voor klanten? Het gaat om tenminste twee onderwerpen. Blijvend voldoen aan fiscale verplichtingen en de continuïteit van het uitbestede bedrijfsproces. Voor gebruikers van cloud computing, vooral bij software-als-dienst, staat vast dat zij ten opzichte van de fiscus te allen tijde zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor hun administratie en fiscale verplichtingen. Wanneer hun leverancier omvalt, ontstaat er dus een probleem, zeker wanneer de eigen administratie uit de spreekwoordelijke schoenendoos bestaat. Niet doen dus. Ten aanzien van de bedrijfscontinuïteit weegt mee dat op grond van een arrest van de Hoge Raad (2006) de curator mogelijk niet verplicht is om bij een leveranciersfaillissement een (software)licentie door te laten lopen. Daarvan is mede bij SaaS sprake. Hier helpt een open data format, zoals (b)xml en waarschijnlijk ook een SaaS-escrow constructie. Mr.V.A. de Pous is bedrijfsjurist en industrie-analist. Hij houdt zich sinds 1983 bezig met de juridische aspecten van digitale technologie en informatiemaatschappij en is medewerker van uitgeverij FenceWorks.
REGISTRATIE VANAF 1 SEPTEMBER OPEN
WWW.INFOSECURITY.NL | WWW.STORAGE-EXPO.NL | WWW.THETOOLINGEVENT.NL
KEYNOTES | SEMINARS | CASE STUDIES | RUIM 150 EXPOSANTEN
EUROCLOUD NEDERLAND EN EXACT FELICITEREN
MORE APPS & ALPHAPLAN EN
EUROCOM GROUP & STADLANDER
MET HET WINNEN VAN DE EUROCLOUD NEDERLAND AWARDS 2013
Uit het juryrapport: “Door het toepassen van Cloud in combinatie met de mobiele toepassing via tablet of smartphone is er een business proces innovatie bewerkstelligd voor Alphaplan en haar klanten in de bouwsector. MORE Apps heeft een applicatie gebouwd die flexibel, innovatief en direct bijdraagt aan de bedrijfsdoelstellingen van Alphaplan om efficiënt en effectief gebouwinventarisaties uit te voeren.” “Door de combinatie van domotica en het toepassen van Cloud zijn EuroCom Group en Stadlander erin geslaagd bewoners een betere en veiliger woon- en zorgervaring te bieden. Het centraal stellen van de bewoner heeft innovatie in het zorgproces bewerkstelligd en door toepassing van Cloud technologie kunnen de laatste wet- en regelgeving ook direct in het platform worden ingevoerd. Kortom een zeer maatschappelijke en relevante case.”
www.eurocloudnl.eu
www.moreapps.nl
www.alphaplan.nl
www.eurocom-group.eu
www.stadlander.nl