Raad van Bestuur
Editoriaal
Voorzitter
Beste orchide vriend,
Paul Noben Kempenstraat 172 3590 Diepenbeek Tel.: 011132 3800
[email protected]
Ondervoorzitter Joris Van der Plaetse Oorlogsvrijwilligerslaan 2A 8200 Sint-Andries Tel.: 050 390996
[email protected]
Secretaris Roland Soens Onderwijslaan 7 3600 Genk Tel.: 089 381061
[email protected]
Na heel wat vergaderen, lange en ernstige besprekingen, veel getob en gestudeer, heeft de raad van beheer -nu Raad van BestllLlr genoemd aan de algemene vergadering een voorstel tot niemve statllten inge diend. Dit voorstel werd met overgrote meerderheid door de werkende leden, die de algemene vergadermg vormen, aangenomen. Op bladzij de 55 doet onze voorzitter Paul Noben een en ander llit de doeken . Omdat voormelde statuten nog niet in 'Het Staatsblad' gepubli ceerd werden -dat dllurt namelijk een tijdje- vermeldt het voorblad nog aLtijd: " ... driernaandeli;ks tijdschrift van De Orchideevriel1d v.z.w... " Uiteraard hebben we het in ons tijdschrift vooral over orchideeen. In Maleisie had ik naa st een gesprek met Prof. Dr. Rapee Sagarik 00 een llitvoerig en aangenaam gesprek met Assistent Prof. Chitrapan Piluek die mij meteen een interessant artikel voor publikatie meegaf. Pnscal Sauvetre uit Parijs, ondertussen voor de meeste lezers geen o nbekende mee r, schreef een mooi artikel over de Pa/jllllls vall
Papliiopedi/ullI.
Penningmeester/ Ledenadministratie Jozef Kerfs Gruitroderbaan 31 3670 Meeuwen-Gruitrode Tel.: 0111 792467
[email protected] Bankrelatie: 738-1120199-65
9
E
Patrick Mannens geeft ons aan de hnnd van vee/vII/dig geste/de V/'n gen (FAQ's) een aantal nuttige tips mee voor het verzorgen \'an onze p lanten en Alain Provist zocht een mooie postzegelserie uit die geza menlijk in Singapore en Allstralie llitgegeven werd. De cultuurkalender en de boekbespreking zijn 'de traditiol1a/s' van Hrt Venu sschoentje geworden.
Redacteur Rik Neirynck Koninging Astridlaan 159 9820 Bottelare Tel.: 09362 7662
[email protected]
We vragen langs deze weg uitdrukkelijk aan al onze lezers om, reeds daags na ontvangst van dit nummer van Het Venus schoentje, hun Iidgelden en de eventuele abonnementsgelden voor 2003 te betalen. Dank. Veel leesgen t'
Bibliotheek Karel Otten PJ.Triesthof 25 9050 Gentbrugge Tel.: 093300698 karel
[email protected]
Rik Neirynck, augustus
200 ~.
Bestuurders Maurice Casteleyn Jean De Schaever Anne Ronse Christian Rooms Dirk Saveries Eric Storme ·Denis Vanderstraeten Johan Vandevoorde Theofile Vreugde
Zend .,rtik els en nuttigl.:' informatie urn in 'Hc t V('nll ssc h oen~€" tt' publicer(:'J1 IM<1I· het secre tJ ria (lt v()6 r: furui.n.ove mb...f.[ v oor publica tie in het nummer \'iln het ccrstc kW(Ut,l11 1 (vcrzL'nding t;\ind mcl< ut). Eind februari voor publicatie in het Ilummer van het tweedp kw art() cll (verzcndinp; eind juni ). .E.ilJ.9......Ll1..ci. voOr pllbli c(ltit..~ in het nummer \1<111 het derde kwart(]()\ (vcrzend ing cind september) .
f ind a u gustus voor publicatie in het nummer van het vierde kwartilill (I'crzending eind december).
Orchideeen Vereniging Vlaanderen vzw
pia Jef Kerfs, Gruitrodebaan 31, 3670 Meeuwen.
- Bankrekening 738.1120199.65
het Venusschoent-e
een
hart
voor
orchid eee n
23° jaargang nr. 3 juli-augustus-september 2002
Ir:l ait nummer... p.50
Regionaal nieuws
p.52
Evenementen
p.53
Cultuurkalender Rik Neirynck
p.55
de O.v.v. vzw Paul Noben
p. 56
Ecotoerisme in Thailand Piluek Chitrapan
p. 63
Wild Orchids of Thailand - boekbespreking Rik Neirynck
p. 64
parfums van Paphiopedi/um Pascal Sauvetre
p.69
FAQ's Patrick Mannens
p. 72
Filatelie Alain Provist
Lidgeld van de
Orchideeen Vereniging Vlaanderen met abonnement op • 'Het Venusschoentje': 15 Euro Leden kunnen zich ook via de O.V.V. abonneren 0p: • ' Orchideeen' (Nederland) • 'Die Orchidee' (Duitsland) • 'The Orchid Review (Gr. Brittanie) Verdere inlichtingen bij de penning meester Iledenadministratie.
Werkten mee aan dit tijdschrift: Piluek Chitrapan, Patrick Mannens, Rik Neirynck, Paul Noben, Alain Provist, Pascal Sauvetre.
Redactie: Marijke Comille, Rik Neirynck, Karel Otten.
inhoud
49
Regio Antwerpen
I
• Verantwoordelijke:
Dirk Saveries, Mazereelstraat 28, 9040 Sint Amandsberg. De bijeenkomsten gaan door elke tweede vrijdag van de maand bij
Orchiflora Duffelsesteenweg 313 te Kontich.
Iedereen is welkom vanaf 20u.
13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.
Regio Brabant I Anne Ronse, Kruisstraat 43, 02-26966 80 1851 Humbeek. De bijeenkomsten gaan door elke derde zaterdag van d e maand in het
Recreatiecenfrum van ltterbeek vanaf 14u.
Neem de Ring rond Brussel (west), neem uitrit 14 en volg richting
Ninove tot Itterbeek. Volg richting Itterbeek centrum. Aan de verkeers
lichten rechtsaf en na tweehonderd meter ben je aan het Recreatie
centrum.
Verantwoordelijke:
Voordracht over ziekten en plagen en bun bestriiding d Ruilbeurs van ' De Orchideevriend' \'.z_ W
Plantenbespreking en tambola.
Grote orchideeenkwis, plantenbespreking en tombola
21 september 190ktober 16 november 21 december
r Anne Roose.
19 oktober: Ruilbeurs van de Ordtideeen Vereniging V1aande in Itterbeek. Organisatie: regio Brabant.
Regio Limburg I Verantwoordelijke:
Paul Noben, Kempenstraat 172 3590 Diepenbeek. tel. 011-32 38 00 De bijeenkomsten gaan door e1ke derde vrijdag van de maand in cafe De Slagmolen, Slagmolenweg 76 te Genk om 19.30u.
Regionaal nieuws
50
•
Regio Oost-Vlaanderen I Verantwoordelijke:
Rik N eirynck, K. Astridlaan 159,
9820 Bottelare. Tel. 09-36276 62 De bijeenkomsten gaan door in het Dienstencentmm van Gentbrugge op de laatste vrijdag van de maand, december uitgezonderd, om 20u. Neem E17 uitrit Gentbrugge, de Brusselsesteenweg oversteken. Volg de Land Van Rodelaan tot op het einde. Volg naar rechts onder de autoweg door. Juist voorbij het verkeersplateau links de parking van het Dienstencentrum oprijden. Het geslacht Lycaste, diavoordracht door Rik Neirynck.
Een impressie van het 17° Woe: in Maleisie.
Kerst- en eindejaarsversieringen met orchideeen door een professioneel
Bemist.
Speciale tombola voor degenen die planten naar de plantenbespreking
meebrachten en speciale eindejaarstombola voor elk lid dat minstens
zes keer aanwezig was op de maandelijkse bijeenkomsten in 2002.
28 september 260ktober 29 november 21 december
Regio West-Vlaanderen
I
loris Van Der Plaetse, OOrlogsvrijwilligerslaan 2a 8200 Sint Andries (Brugge). De bijeenkomsten gaan door elke eerste vrijdag van de maand bij Anny Houthooft-Feys Steenovenstraat 4 te Izegem. Verantwoordelijke:
BELANGRIJK BERICHT! Ledenadministratie p I a: Wij vragen met aanruang om
alle adresvelanderingen of
veranderingen aan bet adres zo vlug mogelijk aan deLEDENADNrnNffiTRATIE mee te delen.
Jei Kerfs, Gruitrodebaan 31, 3670 Meeuwen. tel. 011-79 24 67
[email protected]
Regionaal nieuws
51
Orchideeen gezien op
de dag van de orchidee
6 juli 11. 2002
de nieuwe CD-Rom
Flora Malesiana:
Orchids of New Guinea Vol. n
DetulroW"m and allied genera
Nu te koop voor 61 Euro (verzendingskosten inbegrepen).
Info bij de redactie. In het laatste 'Ret Venllssc/loclltje'
van deze jaargang komen we hier
uitgebreid op terng.
Op het oorblad an dit tijdschrift:
DendroW"m drrysopterum uit die nieuwe CD-Rom.
I
2002 29 september - 10 oktober 2002: Binnententoonstelling: Orchideeen op de Floriade (Nederland) door de Nederlandse Orchideeen Vereniging (NOV) te Vijfhuizen - 25 km ten Westen van Amsterdam. Info: www.floriade@nl
5 oktober 2002: Dag van de Nederlandse Orchideeen Vereniginging in de Botanische Tuinen van de Universiteit van Utrecht, Budapestlaan te De Uithof (omgeving Utrecht). Info: fr.debruin®Wanadoo.nl 19 en 20 oktober: Tentoonstelling en ruilbeurs in het ' Com plexe de l'Environnement' te Ransart. • Info: Claudine Dumon t: 071 78 77 64.
2003 12 tot 16 maart: The European Orchid Conference and Show in de RHS Halls te Westminster-Londen. Info: Rik Neirynck
World Orchid Conference
The European
en Show
Orchid Conference and Show
•
10 tot 20 maart 2005
in
Dijon (Frankrijk).
info via hyper link: 12 tot ]6 maart 2003.in de RHS Horticultural
www.w0c2005.org
Halls te Westminster, Londen.
info:
[email protected]
Evenementen
52
Cultwur:Ralenaer
•
Oktober Als het hjdens de maand oktober overdag al eens zonnig en warm is, dan zijn de nachten hoe dan ook alhjd een heel stuk koeler. 's Nachts kan de luchtvoch hgheid zowel buiten als in de serre hoog oplopen. Zolang de buitentemperaturen het toelaten, kan je dus best verluchten. Binnen zal dus zeker voor voldoende luchtcirculahe moeten gezorgd worden zoniet dreigen onze meest tere bloemen door Botryhs besmet te raken. Ze zien er dan zwart bespikkeld tot bevlekt uit en in het ergste geval verrotten ze zelfs. Uiteraard zal ook de temperatuur voldoende hoog moeten zijn. Hou de tem peraturen in de warme serre op ten minste 21 tot 25°C en 's nach ts op minimum 18°e. In de gematigde serre hou je het overdag best op 18 tot 21°C en 's nachts op 16°e. In de koude serre zakt de temperatuur best niet bene den de U OC overdag, 's nachts niet beneden de 100e. Gelukkig heeft verwarmen voar gevolg dat de luchtvochtigh eid niet al te hoog oploopt en dat is dan weer goed voor onze b loemen. Zonnig weer betekent ook meer licht en dat is dan weI weer goed voor de planten want zo doen ze vlak voor de winter nog w at extra zonne-energie op die hen zal helpen om de kom ende zeer donkere dagen zo goed mogelijk te overleven. Het is echter een feit dat het mogelijke aantal uren zonneschijn met de dag afneemt tot eind december. Huiskamerkwekers zullen vooral de lichthoeveel heid en de luchtvochhgheid in de gaten moe ten hou den. Die luchtvochhgheid kan een waar probleem zijn omdat in de meeste huizen al volop verwarmd wordt en juist die verwarming is er de oorzaak van dat de luchtvochhgheid daalt tot bijna ontoelaatbare waarden. Droge lucht zorgt ervoor dat de planten vlugger hun vocht verdampen. Controleer de planten en het pot mengsel zeer regelmahg en in tegenstelling tot serre kwekers zullen de huiskamerkwekers misschien weI twee- tot driemaal per week moeten water geven. Beluister de weersvoorspellingen met zoveel moge hjk aandacht. Niet het weer dat voor de dag nadien wordt voorspeld, is het berangrijkste, weI de interpre tatie die aan de totale weerkaart gegeven wordt van het oostelijk deel van de Atlantische oceaan en geheel West Europa. Hieruit kan men afleiden of er bijvoorbeeld nachtvorst op komst is of het al dan niet veel zal rege nen. Komt er nachtvorst, dan worden alle planten die nog buiten staan het best naar binnen gebracht. Komt er vee I regen, dan zet men best die plan-ten in het droge
die aan de droge kant moeten gehouden worden, enzo voart... De echt koud te kweken planten zoals de Masdevallia-soorten zullen zich vanaf nu beter in hun sas voelen dan tijdens de zomer (lees ook 'Het Venusschoen~e' 20 - 2, p . 37: Herman Ter Borch, het kweken en verzorgen van Masdevallia's). Bij een aantal soorten zoals Phalaenopsis en Calanthe zien we de bloemtakken tevoorschijn komen. Andere soorten zoals Laelia of Cattleya vormen hun bloem knopjes of andere zijn op verre na nog zover niet. De pseudobulben van de meeste Lycaste- en Dendrobium soorten zijn bijna volgroeid . Bij deze die weI al 'rijpe' pseudobulben hebben moe ten de watergiften en het bemesten progressief afgebouwd worden. Over Pleione hebben we het hier nog niet gehad. In de regel mag men aannemen dat de 'knolle~es' van de Pleione-soorten nu volgroeid zijn. Het loof verkleurt geel, er is dus geen vegetatieve groei meer. Pleione prae cox begint nu te bloeien.
November November kan voor een schilder een echte bron van inspirahe zijn. Het speciale licht dat in en tussen de al dan niet dreigende wolken speelt, is samen met de diverse herfstkleuren een ware streling voor het oog . Maar het licht, dat de natuur zo mooi kan rna ken, is amper voldoende om onze planten te bieden wat ze nodig hebben: echt, fel licht. Daarom moet vanaf eind oktober /begin november aUe schermmateriaal verwij derd worden. We moeten onze planten dus de kans geven om van alle beschikbare licht te genieten . In die zin hebben we dus geluk als het open weer is, ook al vriest het buiten. Een nadeel is dan weer dat we moe ten stoken. Hou de minimumtemperaturen in de gaten. In de warme serre's nachts 18°C en overdag 20 tot 22°C, in de gematigde serre 15°C 's nachts en 18°C overdag, in de koude serre 9°C's nachts en overdag 12°e. Hou er rekening mee dat dit echt weI minima zijn. Probeer de luchtvochtigheid aan de lage kant te houden (60% gemiddeld) en zorg voor een goede lucht circulatie. Giet de planten minder (maximum een keer per week in de serre) en besproei noch de paden, noch de tabletten. Dit zal serieus meehelpen om de lucht vochhgheid op een aanvaardbaar niveau te houclen.
Cultuurkalender
53
•
De vensterbankkweker zoekt voor de koud te kwe ken planten best een koel plekje met zoveel mogelijk licht, direct zonlicht zal hier zeker geen zonde zijn. De Pleione-soorten moe ten nu echt koud staan maar pas op: ze kunnen in geen geval tegen de vorst. En ... geen enkele Pleiolle krijgt nog water! Pleione maculata begint te bloeien.
len tegen. De hoeveelheid licht speelt hier geen enkele rol want de plant is in volledige rust. Ze is dus niet tot fotosynthese in staat. Dit betekent echter niet dat de planten zomaar in het donker mogen gezet worden. En vergeet niet ook alle vorige cultuurkalenders te lezen . 5ucces met de kweek!
Rik Neirynck, juli 2002.
•
December December is voor de meeste orchideeenliefhebbers een maand om naar uit te kijken, niet omdat het een donkere maand is, nee, het is een maand waarin heel wat planten zullen bloeien. December is misschien weI de start van het orchideeenbioeiseizoen. Maar .. . Het gebeurt zeer dikwijls dat december een mjezerige, donkere maand is, donkerder kan haast niet en tegen de jaarwisseling is het helemaal hopeloos wat het licht betreft. Een serrekweker zal een zo perfect mogelijke balans moeten zien te vinden tussen het iso leren van zijn serre (wat het licht dreigt buiten te hou den) en het aanbieden van alle beschikbare licht. (n.v.d .r.: Tiens, wie schrijft hier nu eens een artikel~e over?) In de warme serre zorgen we voor minimumtempe raturen van 17 tot 18°C en maxima van 20 tot 25°C, in de gematigde serre 13 tot 15°C minimum en 16 tot18°C maximum en in de koude serre ten minste 8°C en maxima van 10 tot13°C. Nooit verluchten als het te koud is, tenzij heel kort. Deze maand moeten we wat meer dan gewoonlijk aandacht schenken aan het gieten van de planten. Hun metabolisme is trager dan 's zomers tijdens de groeipe riode zodat ze ook minder water verbruiken. Minder gieten is dus de regel. AIleen de echt koud te kweken soorten vormen hierop een uitzondering. De meeste Masdevallia- en Dracula-soorten zijn hiervan een heel goed voorbeeld. Deze planten mogen zelfs nu verpot worden. Blijf de planten goed observeren. Ais er hier en daar wat verschrompeling opgemerkt wordt, moet er wat gegoten worden. Planten zonder pseudobulben zoals bijvoorbeeld PIUllaenopsis-soorten moeten altijd een zekere vochtigheidsgraad in de pot hebben maar ook voor hen is nu een teveel aan vochtigheid zeker te mijden. En de Pleione-planten? WeI die zijn nu volle dig in rust. Hou ze droog en zet ze in een koude omgeving maar weet dat de omgevingsluchtvochtigheid hoog moet zijn. Dit gaat het schrompelen van de schijnknol
Cultuurkalender
54
Pleione praecox
tekening uit Caesiana 14,2000 door R. Grossi
Gte (i).VI.V. vzw
Beste orchideeenvrienden , Waarschijnlijk heeft u al vemomen op de regiover gaderingen da t onze vereniging Orchideeen Vereniging Vlaanderen, OVV afgekort, zal heten van zodra onze nieuwe Statuten in het Belgisch Staatsblad verschenen zijn . Met deze naam volgen we de andere grote orchi deeverenigingen die hun land vertegenwoordigen. Denk maar aan Nederland met de NOV of aan Duitsland met hun DOG enzovoort. De naam 'De Orchideevriend' behoort dus tot het verleden. Wij, d e nieuwe raad van bestuur, hebben vele avon den gewerkt om de inhoud van de nieuwe statuten aan te passen en in de juiste vorm te gieten. Bij de opstelling van de teksten hebben we rekening gehouden met aile p roblemen die in het verleden rezen en die te wijten waren aan tekortkomingen of verkeerd interpreteerba re artikels in onze oude statu ten. Elk woord en elke zin is nu zorgvuldig afgewogen en besproken door de bestuursleden. Het resultaat mag dan ook gezien wor den. In een bijgevoegd organogram kan u zien hoe Onze nieuwe structuur eruit ziet. De raad van bestuur is evenwichtig samengesteld uit de vijf regio's: de vijf regiovoorzitters en 2 bestuursleden per regio. Oat maakt dat ons bestuur uit 15 leden bestaat. De algemene vergadering wordt samengesteld uit werkende leden die de regio's vertegenwoordigen. Per vier leden kan de regio een werkend lid afvaardigen. nit is dan ook de reden waarom we u in het bijgevoeg de betaaldocument vragen de Regio van uw keuze aan te duiden. Het is immers perfect mogelijk dat u in de ene provincie woont maar zich beter thuis voelt in een andere regio. Deze keuze neemt echter met weg dat u als lid van de OVV naar de vergaderingen van elke regio kan gaan. Onze volgende taak is het huishoudelijk reglement aan te passen aan de meuwe statu ten. Tezelfdertijd gaan we hierin nog wat onduidelijkheden wegwerken en verbeteringen aanbrengen. Zodra de statu ten gepu bliceerd zijn, wordt aan aile leden een exemplaar bezorgd. We houden jullie op de hoogte.
O.v.v. VZW
ORCHIDEEEN VERENIGING VLAANDEREN VZW
Maatschappelijke zetel:
K L. Ledeganckstraat 35, B-9000 Gent
de OVV bestaat uit vlJf regio's: VL-Brab
Antw
O-VL
W-VL
Limb
Vier leden binnen een regio geven recht op een zetel in de Algemene Vergadering ALGEMENEVERGADERING regelgevend orgaan van de OVV dat onder andere
de statu ten bepaalt en
de raad van bestuur aanstelt
VL-Brab
Antw
O-VL
W-VL
Limb
elke regio beschikt over drie zetels in de raad van bestuur RAAD VAN BESTUUR
Voorzitter Noben Paul
Secretariaat Soens Roland
(voor coordinaten zie binnenkant cover) Paul Noben Voorzitter
• Orchideeen Vereniging Vlaanderen
55
Ecotoeri
Over het in stand houden van wilde orchideeen in functie van het ecotoerisme in Thailand.
Het onderzoek naar en het in stand houden van wilde orchideeen kan de lokale dorps bewoners ten goede komen omdat ze door het organiseren van ecotoerisme een inkomen kunnen verdienen.
_.. .
-
'"
~--~--~--~~~--~--~
I
kaart van Thailand
Korte inhoud. Maehongson, de mooie heuvelachtige provincie met een aantrekke lijke biodiversiteit van planten en meer specifiek orchideeen, paalt ten noordwesten van Chiang Mai aan de grens met Myanmar. Oit is de beste plaats voor het biologisch instandhouden en bewonderen van orchideeen. Het onderzoek naar en het in stand houden van wilde orchi deeen kan de lokale dorpsbewoners ten goede komen omdat ze door het organiseren van ecotoerisme een inkomen kunnen verdienen. In de dor pen Ban Huay Hi en Ban Huay Suato, beide in het Muang district en Ban Tamlod in het Pangmapa district, leidde het project tot samenwerking hlssen de onderzoekers en de dorpsb WOneTS. De biologische observa ties werden uitgevoerd met de bedoeling de wilde orchideeen in het tro pische regenwoud te onderzoeken met de hulp an de genoemde dorpsbewoners. Ook de stammen die de heuvels bewonen hebben van ganser harte meegewerkt. Er werden 172 soorten in 61 geslachten gem specteerd en geidenti£iceerd. De meeste zijn epifyten en ze bloeiden van januari tot meL In functi van het onophoudelijk in stand houden, werd ook gewerkt met gemakkelijk toepasbare media om orchideeenzaden aseptisch te laten ontkiemen. Die media bevatten voedingsstoffen voor orchideeen, verschlllende vitaminen, gewone tafelsuiker, banaan en agar. Oit gaf goede resultaten hij zaden an Dendrobium chrysotoxu m. Het verspeen medium had dezelfde samenstelling m aar bevatte ook aardappelmeeL In vergelijking met de aang paste Vacin-Went bodem, gaven beide media goede resultaten zowel wat ontkierning als groei van de zaailin gen betrof. Oeze technologie zal nU de dorpsbewoners eigen gemaakt worden zodat z.e m staat zijn hun eigen orchideeen te vermeerderen. Een volgende tap bestond uit een praktische training van de dorps bewoners in het opkweken en verzorgen van zaailingen. Ten huize van een aantal medewerkers werden als eerste les grote, z s maanden oude zaailingen van Rhyrrchostylis gigantea 'uit de fles' opgekweekt. Nadat er enige ervaring was opgedaan werden duizenden vanuit zaad verkregen zaailingen van Delldrobium chrysotoxum op dezelfde manier opge kweekt. De best groeiende zaailingen werden dan in het woud op bomen geplant langs een toeristische weg, met de bedoeling deze met bloemen aantrekkelijker te maken.
Inleiding.
uit A Field Guide to the Wild Orchids of Thailand (zie bespreking oruniddellijk na dit artikel)
Thailand is een trop isch land met een zeer aantrekkelijke biodiver siteit van planten waaronder vele orchldeeen. Tot nu toe werden 1125 soorten ontdekt en beschreven in 177 geslachten (Nanakom W. en Indhamusika, 2000). Vooral in de noordelijke provincies gebruikt de Thaise bevolking orchideeen om gas ten te verwelkomen, om ontspan ningsgelegenheden op te smukken en tijdens religieuze activiteiten. De vraag naar deze mooie bloemen zette de lokale bevolking ertoe aan om orchideeen in de natuur te gaan verzamelen om ze in steden te koop aan
Ecotoerisme in Thailand
56
te bieden of om ze naar andere landen te exporteren. ln 1994 werden vanuit Thailand 24.137 wild verzamelde planten Dendrobium chrysotoxum geexporteerd, 25219 planten Dendrobium lindleyi (CITES Thailand 1994). Vanaf 1998 ontstond een CITES-wet met de bedoeling
een rol te spelen bij het in stand houden van de orchi deeen in Thailand. Sindsdien mogen aileen gekweekte of kunstmatig vermeerderde orchideeen nog geexpor teerd worden. Jam merlijk genoeg zijn er van langsom minder en minder orchideeen in h un na hlUrlijk habitat. Dit is zeker het geval bij soorten met mooie bloemen. Het is d us nodig m hun aantal te stabiliseren en zelfs uit te breiden. ill de natuUT worden de wilde b)oemen door insec ten bestoven en ze produceren meer dan een vnlcht op een bloemstengel. Elke vrucht kan vele duizenden tot miljoenen uiterst kleine zaden be ratten. Dergelij k zaadje kan 1,15 tot 6 m m groot njn, het bestaat uit een vliesachtige zaadhuid die een klein 'embryootje' bevat (Dressler 1993). In de natuur komen sl chts een miniem aantal zaadjes tot ontkieming en daarvan overleven slechts enkele zaailingen. In een aseptisch Vacin-Went medium kunnen echter 1000 zaailingen voortkomen uit een vruch t van Va nda coerulea en wel t OO.OOOper vrucht van gelijk welke Dendl'obiu111-soort (Piluek C. 1995, Piluek C. en Kako 1996). De ervaring leert ons d at soor ten zoals RhYl1chostylis gigantea en Ascocentrum minia tum tamelijk rap groeien en reed s in h u.n derde jaar tot bloei kunnen kom en . De meeste wild soorten echter vertonen een trager groeiproces, ze hebben minder weerstand en hebben de neiging om in het begin af te sterven. Onderzoek naar gepaste technieken om zaad te laten ontkiemen en om zaailingen op te kweken zal nuttig zijn voor de opleiding van de 10kale bevolking om deze wilde orchideeen te laten overleven, ze te ver meerderen en hun aantallen te verhogen of het voor komen te herstellen.
MateriaJen en methodes. In 1998-1999 werd een tweejarig onderzoeksproject opgestart in drie dorpen van de provincie Maehongson om kennis over te dragen betreffende orchideeenbiot open, het vermeerderen en in stand houden van orchi deeen. In elk dorp werden twee medewerkers aange steld om met de onderzoekers samen te werken. Het eerste dorp is Ban Huay Hi van de Pageryor heuvel starn op 27 kilometer van de stad, dit is op twee uur rei zen met een terreinwagen. Het tweede dorp van de Red Karen starn ligt dichtbij de stad en is bij toeristen
Dendrobillm chrysotoxllm wordt ook op de daken van de huizen gekweekt © Kurt Ke lle r
bekend als het dorp van de Karen met de lange ne'kken. Het de-rde dorp is dat van de Thai Yai Heuvel starn, het ligt in de buurt van de Coffin Cave. De planning was als voIgt: 1. Om de twee maand de diversiteit aan wilde orchi deeen in de omgeving van de dorpen vaststellen en catalogeren. 2. In de omgeving van elk dorp een toeristische weg, waarlangs een overvloed aan mooie orchideeen groeit, uitstippelen. 3. In de omgeving van elk dorp de vruchten van de mooiste orchideeen verzamelen om de zaden in een steriel milieu te zaaien om dan de zaailingen naar de betreffende dorpen terug te brengen, zodat de dorpsbe-
Ecotoerisme in Thailand
57
Paphiopedilum villo5u1/I (Lindl. ) Stein © Ku rt k.dl ' r
woners ze verder zouden opkweken in hun origmeel habitat langs die toeristische weg. 4. Gemakkelijk toepasbare media voor asephsche ontkieming van orchideeenzaden zoeken die gesehikt zijn om zaden van wilde orchideeen te ontkiemen in een afgelegen landelijke omgeving. Om het ook moge lijk te maken dat de lokal bevolking de zaden thuis tot ontkieming kan brengen, zal voor de nodige technolo gieen gezorgd worden. 5. Opleidingen orgaruseren in het kweken en ver zorgen van orchideeenzaailingen voor de m dewer kers.
2. De toeristische weg. In het woud waren al heel wat wegeltjes die door de lokale bevolking voora! gebruikt w erden tijdens en voor hun dag lijkse aetiviteiten. De onderzoekers en lokale m dewerkers besloten om e n weg met vee! orchideeen als toeristische we te kiezen. Terwijl ze die weg 'afliepen' leerden de onderzoekers aan de mede werkerH de lokale namen an de orchi deeen kennen. Ze leerden hen oak hoe de biotoop functioneert, welke bomen de orchideeen verkiezen, op welke ho gte ze groeien, hoeve 1 heht en schaduw ze vragen en andere milieuom tandigheden. De levenscyclus van de orchi deeen werd aangeleerd begmnend vanaf de bloei, de bestuivmg en de zaadvonning, de vet preiding van het zaad en de ontkieming van het zaad aan de basis van de moederplant, de ontwikkeling van de zaailingen tot een volgroeide, bloeibare plant. Op d ie m anier realiseerden de lokale medewerkers zich dat de natuur Hjke zaailingen in fei te eigendom zijn van hun dorp en dat ze deze in stand Dloesten zien te h ouden ter wille \"an het ecotoeri me. In de natuur bloeit elke soort lechts eenm.aal per jaar maar de toeristen kwmen het jaar rond bloe.iende pI nten bewonderen omdat er, dank zij de veelheid aan soorten, altijd orchideeen in bloei zijn . Het bloeiseizoen bi; uitstek echter spreidt zich uit over de maanden januari tot mei (tabell). Ban Huay Hi, het dorp van de Pageryor heuvel starn, ligt op 1000 meter boven de zee p iegel. De inwo ners voorzien in opvang van toeristen voor de prijs van
Resultaten en discussie. 1. Het in kaart brengen en identificeren. De onderzoekers en de lokale medewerkers door zochten elke twee maand en gedurende twee jaar h t woud in de omgeving van de dorpen. Ged urende deze 'field trips' werden de medewerkers gestimuleerd om de orchideeennamen te leren kennen aan de hand van een orchideeengids (hoek). Na het eerste jaar waren 150 soorten ge·identificeerd en na het tweede jaar waren 175 soorten binnen 61 geslachten geidentificeerd . Daaronder waren 2 Paphiopedilum-soorten, 29 terrestri sche orchideeen en 141 epifyten.
Ecotoerisme in Thailand
58
Bu/bophyl!um morphologlorum Krzl. © Kurt Keller
Een overzicht van de orchideeensoorten en de maanden waarin ze bloeien.
Rhynclzostylis giga ntea (Lindl.) RidJ. © Kurt Kd ler
100 bath p er n acht, dit is ongeveer 5 Euro. Voor een gids betaalt men nog eens 100 bath per dag surpJu . Dit kleine dorp ligt midden in het woud en wordt 's nachts niet veL toord door 'lichtvervuiling' zodat d sterren. hemel onovertroffen i . De toenstische weg naar d heuveltop is zeer 'toerist vriendeJijk' en gemakkelijk te bewandelen. Om de tweehonderd meter is er een rust plaats voorzien zodat de bezoekers al zittend de orchi deeen kunnen bewondcren. In januari en februari bloeien meerdere plan ten Dendrobium scrabrilingue die een sterk parfum verspreiden . In maart tot mei zijn v eel zoetgeurende Dendrobium trigonopus en D. senile te bewonderen . De maanden november tot februari zijn het aangenaamst om te reizen en orchideeen te zien omdat dit koele en droge maanden zijn. Ook het warme seizoen is hiertoe zeer geschikt. Gedurende de andere maanden is het op zijn zachtst gezegd regenachtig zodat de te bezoeken paden modderig en glibberig zijn. De medewerkers leerden hun mededorpsbewoners de technieken van het opkweken van zaailingen aan maar ook aan de inwoners van naburige dorpen. Ze beschermen hun wilde orchideeen en houden ze in stand . Ze beletten aldus het wild verzamelen van orchideeen maar ook het vangen, v~~r verzamelaars, van wilde dieren en vogels.
Januari en februari, het koele seizoen: Dendrobium scrabrilingue, D. infundibulum, D. thyrsiflo rUlli, D. heterocarpum, D. fimbriatum, Bulbophyllum-soor ten, C/eisostoma-soorten, Diplora-s orten, TricllOstosia soorten en terrestrische orchideeen zoals Cheirostylis soorten n Goodyera procera . Ma art tot mei het warme seizoen: Dendrobium aphyllunt, D. capillipes, D. carilliferum, D. tor tile, D. chrysanthulfI, D. chrysotoxul11, D. crepidatum, D . cl'istaliin uln , D. jinlayanUIn, D. gra tiotissimum, D . lindleyi, D. pendulu111 , D. secundu m, D. sen ile, D. signatul/l, Eria soorten, Aerides falcata, A . crassifolia, A. IIlIllt(florll, A. .f7a bellafa, Vandll testacea, Luisia-soorten, Rhynchostylis retu sa, Trichoglotti -soorten, Paphiapedilum be/liltuium . Juni tot september, het regenseizoen: Dendrobiuln dixan tJmm, D . brymerial1ufn, Chilocllista soorten, Eria-soorten, Pholidota-soorten, terrestrische orchideeen soorten uit volgende ges lachten: Bmchycorytll is, Pecteilis, HabenaTia, Geodorum en ook Eulophia spectnbilis. Oktober tot december, het koele seizoen:
Habenaria rhodocheila Hance © Kurt Keller
Dendrobiwn christyal1um, Epigenium amplum, Omithocheillls difformis, ACllmpe lOllgifolia, Acampe papi/ losa, Vanda coerulea, Vanda denisoniana, Schoenorchis sei denfadenii, Bulbophyllum-soorten, Coelogyne-soorten, Drymoda-soorten, Pelatal1theria-soorten, Lipal'is-soorten,
Ecotoerisme in Thailand
59
•
• Paphiopedilum villosum en de terrestrische orchideeen Calanthe cardioglossa en Nervillea-soorten.
Samenstelling van de zaaimedia (1 liter, PH gecorrigeerd tot 4.8 - 5.2).
Gecorrigeerd Vacin-Went medium
chemicalien Tricalcium fosfaat Potassium nitraat Ammonium sulfaat Monopotassium fosfaat Magnesium sulfaat Manganese sulfaat Ferric tartrate
0.20 g 0.525 g 0.50 g 0.25 g 0.25 g 0.0075 g 0.028 g
suikers
BRTl
BRT2
medium voor ontkieming
medium voor zaailingen
chemicaHen
chemicalien
2 gram orchideeenvoeding (21 - 21 - 21)
2 gram orchideeenvoeding (21 - 21 - 21)
1 capsule diverse vitaminen 'Viterra' in heet water
1 capsule diverse vitaminen 'Viterra' in heet water
suikers
tafelsuiker
20 g
toevoegsels
suikers
tafelsuiker
20 g
toevoegsels
kokosmelk banaan 'Hom'
150 ml 100 g
diversen
plaatselijke banaan
5g 2g
agar houtskool peeder
20 g
toevoegsels 50 g
diversen
agar houtskool poeder
Tafelsuiker
plaatselijke banaan aardapp Is mengsel
50 g 50 g
diversen 5g 2g
agar houtskool poeder
5g 2g
medium voor 1 verspenen 0
aardappelextract
100 g
3. Ret zoeken naar gemakkelijk toepasbare media voor aseptische ontkieming van orchideeenzaden. Het was de bedoeling dat de lokale stammen, die de heuvels bewonen, deze media zouden gebruiken. Hun dorpen bevinden zich tamelijk ver van de steden en het is dus moeilijk om de nodige chemicalien aan te kopen of laboratoriumweegschalen en ook kokosmelk want die is niet voorhanden in die dorpen. De gemakkelijk toepasbare media bevatten orchi deeenvoedseL verschillende vitaminen, lokale bana nen, aardappeL gewone tafelsuiker, agar en houtskool poeder. De 'Namwa' banaan wordt in de streek van het project gekweekt en wordt dan ook in het zaaimedium gebruikt in plaats van de 'Gros Michel' banaan die gewoonlijk voor dergelijke toepassingen aangeraden wordt. Aardappelen worden in de heuvels gekweekt en zijn dus gemakkelijk ter beschikking. Zaden van Dendrobium chrysotoxum ontkiemen en de zaailingen
ontwikk len zich goed in dit medium en ook in het Vacin-Went medium. Media met orchideeenvoedsel werden systematisch aangepast tot m en enerzijds het BRT 1 medium voor de ontkieming van de zaden bekwam en anderzijds het BRT 2 medium voor het opkweken van de kleine zaailingen. 4. Het vanuit zaad kweken van attractieve soorten. Het project startte met het stimuleren van de lokale be olking om zaad van aantrekkelijke en bedreigde soorten in de natuur te oogsten en die aan de onder zoeke • te bezorgen. Er werden aldus meer dan hen soorten verzameld en onder steriele omstandigheden uitgezaaid in h et labo van de Kasetsart Universiteit: Dendrobium chryso tOXU 1n, D . findleyi, D. gratiotissimum, D. crystallinum, D. pulchelluln, D. pendulum, D. cariniferum, D. draconis, D. scrabriling ue, Vanda coerulea, V. denisoniana en V. testa cea.
Ecotoerisme in Thailand
60
•
Eens de zaailingen groot genoeg waren zouden ze naar de streek van origine teruggestuurd worden waar ze langs de toeristische weg bij de woonsten van de lokale medewerkers zouden verder gekweekt worden. 5. Opleidingen in het opkweken van zaailingen. We stelden vast dat de orchideeensoorten, eens ze uit het steriele medium verwijderd waren, zwakker waren en trager groeiden dan de commerciele hybriden die op dezelfde manier behandeld werden. Om die reden kost het de lokale bevolking ook meer inspan ning om de zaailingen op te kweken. Het was dus nodig om hen stap voor stap deze kunst bij te brengen. Een eerste stap omvatte het leren kennen van de soorten die in hun directe omgeving groeien aan de hand van de prenten in het boek 'Thai Orchid Species' om deze soorten daama in stand te kunnen houden. Het in stand houden van deze orchideeen en de ver meerdering ervan om ze door toeristen te laten bewon deren (ecotoerisme) zou hen profijt bijbrengen. Als al1ereerste test schonken de onderzoekers twee planten van de 500rt Rhynchostylis gigantea aan elke medewer ker om ze thui te kweken. Als d medewerkers bewe zen goed te zijn in het op kweken van zaailingen zou den ze nog meer zaailing n krijgen. Gedurende de volgende hvee maanden stelden de onderzoekers een groeiende interesse vast en goede resultaten in de kweek. Daarom schonken de onder zoekers nog vijftig zaailingen van Rl1ynchostilis gigantea aan de medewerkers samen met allerhande nodige materialen zoals mandjes, potmaterialen, plantenvoe ding, ... De zaailingen groeiden goed in de dorpen. In de maand november van het eerste jaar kreeg elke medewerker een bloeibare plant van de soort Rhynchostylis gigantea afkomstig van weefselcultuur. Iedere plant bloeide reeds in december. Dit betekende voor de lokale bevolking een enorme stimulans om ver der te gaan met het kweken van orchideeen vanuit zaad. Naarmate de bewoners zich het kweken van kleine zaailingen beter eigen hadden gemaakt, kregen ze ook steriele tlessen met zaailingen om deze in hun dorpen verder te kweken. Ze kweekten die zaailingen onder de bomen naast hun huizen en ze gebruikten mos en bam boepo~es . De zaailingen groeiden goed. Gedurende het n.veede jaar van het project kregen de dorpsbewoners in het totaal ongeveer tienduizend zaailingen van de soort Dendrobium chrysotoxum zodat ze deze ter plaatse konden verder kweken en op de bornen planten langs de toeristische weg. Ongeveer vijftig procent van de zaailingen overleefde en groei den goed in hun natuurlijke habitat.
Besluit. Het project 'Conservation of Wild Orchids for Ecotoerism in Maehongson, Thailand' identificeerde in 1998-1999172 orchideeensoorten in het gebied van het project. Er waren zowel terrestrische orchideeen als epifyten. De lokale bevolking stond grotendeels in voor het instandhouden en het herstellen van deze planten soorten in hun onmiddellijke omgeving. Ze zorgen ook voor het voortbestaan van wilde dieren en vogels van hun streek. Ze maakten de toeristische weg naar de heuveltop toegankelijker. Het droge, koele en het warme seizoen zijn de meest comfortabele om de plan ten te bewonderen (november tot juni). Gemakkelijk toepasbare media voor aseptische ont kieming van orchideeenzaden bestaan uit orchideeen voeding, verschillende vitaminen met toevoeging van een lokale bananen- en aardappelsoort. Dit bleek zeer bruikbaar bi) het kweken van bedreigde soorten in veraf gelegen gebieden. Opleidingen in de technieken van het 'in vitro' ontkiemen van zaden resulteerden in een groter aantal zaailingen die in hun oorspronkelijk habitat overleefden. Aile activiteiten om de orchidee ensoorten in stand te houden, hadden als resultaat dat de diversiteit aan wilde orchideeen in het woud weer toenam en dat de lokale bevolking er 'zijn boterham aan verdiende'.
Bibliografie. • CITES Thailand 1994, ANNU AL REPORT 1993. Plant introduction and conservation of Wild Flora Sub Division, Department of Agriculture, Ministery of Agriculture and Cooperation. • Dressler R.L.,
PHYLOG ENY AND
LASSIFIC ATION O · THE
O RC HID FAMILY.
• Nanakom W. & Indhamusika S., Q ueen Sirikit Botanic Garden (Vol. 6) Bangkok, 291 pp. 2000. • Piluek c., ORCHID SEEDS TUR E (in Thai), 1995.
GERMI NATIO N AND TISSUE C UL
• Piluek C. & Shunji Kako, ORCHIDACEAE AS FLORICULTU RE PLANTS: Conservation of Endangered Species. Joint study on the utilisation of biological resources. Report of university-to-university cooperation research. Faculty of Agriculture, Yamaguchi University and Kasetart University, p. 24 - 53.
Ecotoerisme in Thailand
61
,
• Vacin E.F. & Went F., SOME pH CHANGES SOLUTION, Bot. Gaz. 110: 605 - 613.
IN
UT RIEl\.TT
Piluek Chitrapan et all,
H orticulture Department,
Faculty of Agriculture, Kasetsart University,
Bangkok 10900, Thailand.
...co UI 01
•o o
~
BlIlbophylllml kan bllriense Seidenf. © Ku rt Keller
• We danken de auteurs omdat ze welwillend hun tekst voor publikatie in 'Het Venusschoentje' ter beschikking stelden. • We danken Kurt Keller uit Zwitserland voor het gra tis ter beschikking stellen van zijn dia's ter illustratie van bovenstaand artikel. Kurt Keller gaf op de laatste 'dag van de orchidee' een fel gesmaakte voordracht met driedimensionale dia's. Bijna alle dia's waren in de natuur genomen zonder hulpmiddelen, met de vrije hand. Voor de redactie, Rik Neirynck .
• Ecotoerisme in Thailand
62
...
Wild
rcHids of tlailand
•
A field guide to the wild orchids of thailand
Nantiya Vaddhanaphuti tudeerde aan de Kasetsart Universiteit van Bangkok en aan de Universiteit van Gu Ip in Ontario, Canada . Ze was lector p lantenvenneerdering en bloementeelt aan het departement tuin bouw van d e Chiang Mai Universitejt 'an 1972 tot 1995. Ze verzam Ide en bestudeerde de orchideeen van Thailand gedurende vele jaren. Samen met vrienden zet ze deze werkzaamheden met veel enthousias me voort.
door
Nantiya Vaddhanaphuti Silkworm Books, Thailand. 2001, derde, uitgebreide editie. 224 bladzijden 464 soorten 554 kleurenfoto's index met wetenschappelijke
em
Thaise namen van de orchideeen. ISBN
974-7551-36-5
Het boekje d at we hier bespr ken is inhoudelijk zeker wat een 'veld gids' moet zijn : i ota 's van orchideeen en weinig tekst. Het product boek op zich is voor een 'veldgids wat aan de gr te kant (228 mm op 150 mm) en niet a1 te stevig in elkaar gezet. De kwaliteit van de druk en van de kleuren is zond er m er prima. Het boekje past d us beter in. een biblio theek dan in een rugzak. Maar .niet getreurd : wie in Thailan d de orchl deeen in de natuur wil observeren zal aan dit boekje, ook al is het wat gro t, zeker een goede h ulp hebben bij het determineren van de bloei ende p lanten . De inleiding beslaat niet meer d an drie bladzij den, twee bladzijden Engelse tekst en een bladzijde met de kaarl van Thailand. Dan worden de orchideeen alfabetisch voorge teld. Van elk van de 464 soorten is er ten minste een kleurenioto. Naast die foto staat de Thaise naam in het Romaans schrift en het Thaise schrift. Dit is zeer be\angrijk omd at op die manier de Thaise bevolking die het Engels wet machtig is, toch ook 'hun' orchideeen kan Leren kennen. Verder is aIle tekst in het Engels maar zeer omvangrijk is dit tekstgedeelte niet. D verspreiding van de soort wordt vermeld, dit is eigenlijk een verwijzing naar d reeds venneIde kaart an Thailand. D bloeiperiod e en de belangrijkste kenmerken, de grootte van en h t aantal bloemen is gena teerd. En daar houdt het mee op. Dit boekje is d us een kijkboekje dat alleen de hoogstnodige informa tie tekstueel meegeeft. Oak al valt het v~~r een 'veldgids' w at te groot uit en is het voor een 'veldgids' een beetje 'slapjes' geproduceerd, toch z I h t zek r zijn nut hebben bij de woudlopers die orchide en in d e natuur willen zien en deterrnmeren. Het z 1 dus een rap verslijtend maar nuttig gebruiksboekje blijken te zijn. Het boekje werd opgedragen aan Dr. Gunnar Seidenfaden, de wereldberoem de Deense 'orchideeenonderzoeker' die vorig jaar op zeer hoge leeftijd overleden is na een voor de orchideeenkunde uiterst actie ve en lange loopbaan.
Rik Neirynck, juli 2002.
• Boekbespreking
63
• Elke orchideeenliefhebber kent zeker en vast het geslacht Paphiopedi/um Sinds de ontdekking in 1812 van Paphiopedi/um insigne in noordoost India werden over dit geslacht vele werken geschreven en gepubliceerd Het valt nochtans op dat een meerderheid van auteurs zich erop toegelegd heeft de planten en de bloem in detail te beschrijven en dat slechts een minderheid aandacht had voor het bestaan van parfums bij sommige Paphiopedilum-soorten.
We vinden aldus slechts enkele zeldzame vaststellingen van een zekere geur bij planten van dit geslacht. Het zijn vooral de soorten dele natii en malipoense die regelmatig geciteerd worden als de meest geu rende Paphiopedilum-soorten . Maar, naast die twee merkwaardige soor ten mag men de andere soorten niet vergeten die ook wei ens een intens en delicaat parfum kunnen hebben. Ze zijn in d ie zin dus zowel voor de liefhebber als voor de nieuwsgierige zeer interessant.
Bloemen, geuren en bestuivers De bloemen van de Paphiopedilum-soorten zijn op zijn DUnst'curieus' te noemen. Ze hebben als het ware van de insecten een harde textu ur: overgenomen die wei op chitin lijkt Er zijn de soms tameHjk lange ha rtjes, de wra~es, het felle, vreemd kakelbonte koloriet en dan .is er ook nog die opgeblazen lip. Die zakvonnige lip schonk de plant haar Chinese naam: zakbloem (do-lin). Voor de bestuivers is ze een uitzon derlijke val. Dat alles is 'ontworpen om het insect naar het pollen t lei den w aar:mee het, zonder het zelf te weten, naar een andere bloem zal vertrekken. Bij het mechanisme an insectenbestuhing wordt h et insect door bepaalde bloemen aangetrokken om aan zijn primaire behoeften van voeding en vermerugvuldiging te voldoen. De bloem trekt, dank zij haar vorm of textuur: oj kleur of geur, de aandacht yan het insect omdat ze ofwel voedsel simuleert of een ek.spartner f een pJaa am de eieren te leggen. P. Cribb (1998) vermeldt dat de zeldzame be-tuiYers, die in de natuur: werden waargenomen, liegen waren of Z\.... eefdi gen. Dit wa het geval bij P. rotsclzildianum en P. 'i.'illosu1II die een kruidige, weinig aange name geur erspreiden. Bij de soorten van de subgenus Brachypetalul11, sectie PnrvisepaluT1l, dIe fel 01' CypripeJiuJtl gelijken, daarentegen denkt Cribb d at ze bestoven worden door bijen of vliesvleugeligen. De par fu ms die we bij deze groep waargenomen hebben, zijn gesuikerd en fruitig en be estigen deze hyp these.
Op jacht naar geuren In de tweede uitgave van Tile Genus Paphiopedilum beschrijft P.Cribb 69 soorten n verschillende varieteiten en natuurlijke hybriden. Op van daag zijn daar nog een aantal nieuwe soorten bijgekomen zoals P. cocci neum of P. vietnamen e dank zjj verhoogde exploratie van bepaalde stre ken in zuidoo t Azie die vroeger weinig of ruet toegankeIijk waren. De orchideeenverzameling van de Jardin du Luxembourg bestaat nu al honderd drie€ nveerti g jaar. In 1995 werd ze erkend ais Nationale Collectie (C.c.V.S.) voor het gesiacht Paphiopedilum. Er worden 62 bota nische soorten en 540 hybrid en verzorgd in de collectie. Sommige pIan ten zijn reeds meer dan honderd jaar oud: de hybride P. Harrisianum en de soort P. insigne. Met de meerdere duizenden planten die we in d e col Iectie hebben, was het ons, ikzelf en mijn collega's, m gelijk de minste geur waar te nemen. Het is duidelijk dat de Paphiopedilum-soorten niet tot de rijkst gepar
parfums van Paphiopedilum
64
•
fumeerde orchideeen behoren. Maar toch zijn sommige P. delenatii-planten geuriger dan een groot aantal rozensoorten. De geuren die Paphiopedilum-soorten ver spreiden zijn meestal zwak met enige nuances al naar gelang de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur is, hoe groter de geurintensiteit zal zijn. Onder een groep van dezelfde soort zullen niet aile planten geparfu meerd of geurend zijn. Zo heb ik in een lot van 68 plan ten P. delenatii slechts 15 geurende planten ontdekt, dat is slechts 22% procent, waarbij de intensiteit van de geur van plant tot plant sterk verschilde. Om de geuren goed waar te nemen moet men met de neus, bij voorkeur 's namiddags, diep in de plant 'duiken'. En het is heel goed mogelijk dat een 'mede geurenjager' ontgoocheld is omdat hij helemaal niets ruikt! Waarom? WeI het aantal geurstoffen dat een bloem produceert is soms zo miniem dat je best enkel minuten wach t eer iemand zich aan een tweede 'ruik beurt' waagt. Daarbij komt nog dat een bloem slechts zal geuren al ze in de ideale temperatuursomgeving staat met een ideal luehtvochtigheid en liehtinten siteit. Met andere woorden: de eultuur moet de natuur lijke omgeving extreem dicht benaderen. Een plant die verplaatst werd en dus n iet in haar optimale omgeving staat, zal helemaal geen geur verspreiden. Om die reden waren 'geurtesten' d ie we op tentoonstellings standen deden altijd zond r resultaat. We hebben ook niet aBe soorten kunnen testen omda t we ofwel die soorten niet in onze collectie hebben of omdat de con dities niet ideaal waren. We deden dezelfde vaststeIIin gen ook bij ons eigen planten 'op verplaatsing'. Bij slechts 14 soorten en een hybride uit onze collectie heb ben we echt een geur kunnen waamemen. Sornrnige hybriden die voortkwamen uit een kruising met geu rende ouders bleken ook geurend te zijn en dat was soms heel verrassend zoals bijvoorbeeld P. LynIeight Koopowitz. De seeties Parvisepalum, met vier soorten op vjjf, n Brachypetalum, met drie soorten op vier, zijn de 'geurkampioenen' van het geslacht Paphiopedilum. Z zijn allen afkomstig uit China, Vietnam en Thailand. De gelijka rd igheid van de geuren binnen die secties is m erkwaa rdi g . De planten binnen de subgenus Brachypetalultl, sec tie Parvisepalum hebben vooral suike rige enfruitige parfums terwijl die binnen de subgenus Brachypetalum, seetie Brachypetalum eerder zure, seher pe en enigszins kruidige geuren verspreiden. De par fum van een plant is gewoonlijk niet het element waar mee de ene oort van de ander onderseheiden wordt. Nochtans kan de an lyse van de mogelijke emissies met een m assaspectrograaf, de wetenschapper erbij helpen de morfologische en genetische studie van een
soort te vervolledigen en de soorten onderling te onderkennen.
Geparfumeerde soorten en hybriden Zoals ook in de colleetie van de Jardin du Luxembourg volg ik ook hier de taxonomie van P. Cribb. We verwijzen dan ook naar The Genus Paphiopedilwn als leidraad bij deze tekst.
Subgenus Brachypetalum, sectie Parvisepalum: Paphiopedi/um armeniacum S.C.Chen & EY.Liu We hebben geen geuren waargenomen maar TF.Kalina (1992) vermeld het parfum van en wilde paaslelie die hij in een in een kloon van dez prachtige Chinese 500rt heeft waargenomen. Paphiopedilum de/enatii Guillaumin Deze mooie soort bloeit van februari tot juni. Ze kan twee tot drie bloemen hebben op dezelfde bloemtak De geur is fruitig en zoet, licht en zeer aangenaam en doet denken aan framboos of aardbei. Beneden de 18°C is het parfum zeer zwak m aar rond 22°C is het duide lijker merkbaar. Paphiopedilum malipoense S.C.Chen & Z.H.Tsi Naast de vorige soort is dit de meest merkwaardige omwille van zijn d elicaat parfum dat fruitig is en zoet maar weI een beetje zwaar. Oak dit parfum heeft iets van frambo s en aardbei maar bij sornrnige bloemen er is ook wat noot. De planten bloeien van december tot maart. Paphiopedilum malipoense var jackii (H .S.Hua) Averyanov Deze in 1995 beschreven varieteit bloeit van februa ri tot maart en haar groene bloemen zijn minder inte ressant. Ze verspreiden een zwakke geur die geduren de de gehele dag even sterk (zwak) is. De geurig is bloemig, klUidig en eigenlijk moeilijk te beschrijven maar is toch enigszins rubberachtig. Paphiopedilum micranthum TTang & F.TWang Deze soort bloeit gewoonlijk tijdens de lente maar sommige exemplaren bloeien reeds in december. Slechts weinig planten zijn echt geurend maar in onze
parfums van Paphiopedilum
65
schillen. Beneden de 18°C is de geur eerder hooiachtig, zeer zwak met een neiging naar specerijen en groene kool. Als de temperatuur boven de 25°C stijgt, steBen we een eerder zure geur vast, scherp en onaangenaam, die doet denken aan gestremde melk.
Paphiopedilum niveul11 (Rchb.f.) Stein. Het parfum van deze soort blijft de heIe dag egaal. Het is zoet en fruitig, aan genaam en doet denken aan zoethout. De planten bloeien in juni en julio
Paphiopedilum micranthum T.Tang & FT.Wang © Ku rt Ke lJer
collectie is er een exemplaar met een suikerig en fruing parfum dat ook wat aan framboos doet denken.
Paphiopedilum x ang-tJlOng Fowlie Deze natuu rhyb ride tussen P.god efroyae t P. niveum, is van de eilanden Ang-Thong bij Thailand ' afkomstig. Ze heeft een onduidelijke geur d ie, naarge lang de omgevingstemperatuur, doet denken aan de schiI van aardappelen of zure kaas. De plan ten bloeien hoofdza eHjk in januari-februari. Subgenus Paphiopedi/um I sectie Coryopedi/um:
Paphiopedilum emersonii Koop. & P.J.Cribb De gem is, gedurende de namiddag als de tempera tuur de 25°C bereikt heeft, zeer zwak en nauwelijks aantoonbaar. Ze is bloemig, licht maar ook wat peperachtig en doet denken aan de geur van lelies maar natuurlijk heel wat zachter. Deze soort bloeit in april en oktober. Subgenus Brachypetalum, sectie Brachypetalum:
Paphiopedilum concolor (Bateman) Pfitzer Deze zeer interessante soort bloeit van maart tot julio De jongste bloemen verspreiden een geur die aan hooi en aarde doet denken, een beetje zoals het loof van aardappelen en wortelen. De oudere bloemen die al wat donkerder geel verkleurd zijn, verspreiden daaren tegen een geur van knolselder. We kunnen hier dus spreken van een evoluerende geur. De intensiteit blijft gedurende de gehele dag gelijk. Het merkwaardigst is weI dat ook de verwelkte bloemen duidelijk blijven geuren. Ze hebben een geur van specerijen die zeer dicht die van curry benadert.
Paphiopedilum rotschildianum (Rchb.f.) Stein. Deze spectaculaire Pahiopedz7l1m die in mei en juni bloeit, ontwikkelt een peperachtige geur die bijna niet waar te nemen is. De hybtide l.ady Isabel, een kruising russen P. stollei (Hook.) Stein en Paplriopedilum rotschil dianum (Rchb.f.) Stein, heeft dezelfde geurkarakteristie ken. Eens de omgevingstemperatuur boven de 27°C komt, kan die geur beter waar genomen w orden. Wat deze sectie betreft, signalee:rt T.F.Kalina de merkwaardige geur van kamp rioelie die door P. kolo pakingii Fowlie geproduceerd wordt en die aldus vele bijen aantrekt. sectie Pardalopetalum:
Paphiopedilum parishii (Rchb.f.) Stein. Bij deze soort die in juli en augustus bloeit, hebben we slechts een zeer zwakke hooiachtige geur vastge steld die een beetje aan wortelloof doet denken. Paphiopedilum dian th wn T.Tang & T.F.Wang Men kan bij deze soort, vooral bij de jonge bloemen, een heel lichte, hooiachtige geur vaststellen die wat doet denken aan de reuk van peu len van bonen.
Paplziopedilum godefroyae (God.-Leb.) Stein. In juni-juli kunnen we bij deze soort emissies vast stellen die afhankelijk van de temperaturen sterk ver
parfums van Paphiopedllum
66
•
sectie eoch/opeta/urn: In deze sec tie hebben we niets vastgesteld . Nochtans signaleert Edna Ratcliffe (1977) dat P. primu linurn M.W.Wood & P.TayJor geparfumeerd is.
sectie Paphiopedi/urn: Paphiopedilum gratrixianurn (Masters) Guillaumin Deze Paphiopedilurn bloeit in februari en april. De bloemen hebben een subtiele geur die toch tamelijk sterk en dierlijk kan zijn en die de reuk van een paard benadert die elke ruiter weI zal kennen. p. Cribb citeert Delpino (1873) die beweert dat de verwante P. villosurn (Lindl.) Stein. naar sperma en urine ruikt. P. primulinum M.W.Wood & PTaylor
Paphiopedilurn spicerianum (Rchb.f.) Pfitzer Deze soort bloeit in december en januari. Haar geur heeft veel weg van die van P. niveum met een noot van suiker, een beelje kruidig, die doet denken aan zoet hout. Het is een aangenaam parfum dat de hele dag te genieten v It. Paphiopedilum fai rrieanum (Lind!.) Stein. Het parfum van deze soort is zeer licht en vluchtig. De toets is bloemig, zoet en doet aan aardbei en rozen denken. Het parfum kan 's namiddags waargenomen worden eens de temperatuur boven de 17°C stijgt. De planten bloeien in november en december.
sectie Barbata: In deze sectie hebben wij niets vastgesteld ook al zijn vele interessante soorten in deze sectie geklasseerd Delpino, door Cribb geciteerd, vermeldt hetzelfde geurtype bij zowel P. purpuratum (Lindl.) Stein. als bij P. villosum.
©
Kurt Kelle r
P Lynleight Koopowitz Is het resultaat van een kruising tussen P. malipoense en P. delenatii. Deze zeer mooie hybride bloeit in mei en juni. Zeer verschillend van plant tot plant, is de toets over het aJgemeen licht, fruitig en zoet, gelijkend op die van zijn ouders: doet denken aan framboos en bosaardbeien met bij sommige planten een fond van nooljes. P S. Gratrix Een kruising tussen P. godefroyae en P. bellatulum die in juli bloeit. De geur is diskreet, tamelijk scherp en doet denken aan gestremde melk P. Armeni White Deze hybride is het resultaat van een kruising tus sen P. delenatii en P. armeniacum. Ze produceert een delicieus p arfum met een duidelijk fruitige en zurige toets die de geur van citroen sterk benadert. De planten bloeien in juni en julio
De hybriden Een kruising van twee geurende soorten leidt tot een geurende hybride terwijl een kruising tussen een gem nde soort en een niet geurende soort een zeer ver scheiden resultaat heeft. Sommige hybriden blijken heel merkwaardig te zijn zoals bijvoorbeeld P. Joyce Hasegawa. Groepjes van vijf, zes planten geuren vol doende am van op afstand te kunnen waargenomen worden.
P. conco-bellatulum Een oude kruising tussen P. concolor en P. bellatulum die een grondachtige, ranzige geur verspreidt die karakteristiek is voor het subgenus Brachypetalum. Deze hybride bloeit in januari en februari.
P. Joyce Hasegawa Is een kruising tussen P. delenatij en P. emersonii. Deze onvergetelijke hybride bloeit in mei en juni. De geurtoets is kruidig en bJoemig, een beelje zwaar maar
parfums van Paphiopedilum
67
zeer aangenaam en hij benadert de reuk van cosmeti sche producten.
Ben t u gelnteresseerd in exclusieve orchidee6n?
Wij bieden ruim 300 sooyten exelusieve orehidee~n
Besluit Het waamemen van parfums moet in principe met voorzorg geschieden, zeker bij Papl1iopedilum. Het is een feit dat afhankelijk van de plant, de omgevingsfac toren en de waarnemende persoon, de resultaten zeer varia bel kmmen zijn. Zo noteert T.E Kalina in verband met P. Armeni White dat hij geen enkele geur waar neemt ook al is deze hybride afkomstig van geurende ouders terwijl wij in onze collectie verbaasd waren van zijn citroenachtige parfum. lets gelijkaardigs gebeurde bij P. prinzulinum waar E.Ratcliffe weI een parfum vast stelde terwijl wij in onze collectie bij verschillende planten niets konden waamemen. Anderzijds is ieder een het erover eens dat P. malipoense een geur van fram boos verspreidt. Dif is werkelijk een zeer interessant, passioneel onderwerp en zoals Kalina het stelt, zou het zoeken naar nieuwe, geparfumeerde hybriden een objectief kunnen zijn voor degenen die kruisingen maken. We mogen ook de recentst ontdekte soorten niet vergeten. Van enkelen is reeds geweten dat ze geurend zijn. Zo is er sprake van d at h et parfum van de in 1999 beschreven Chinese en Vietnamese Papl1iopedilunz l1an gianum Pemer & Gruss uit de sectie Parvisepalum sterk en zoet is. Hoeveel jaren zullen wij nog moeten wach ten om op onze beurt ook van deze schoonheden te kunnen genieten?
tIIIe,tanl.lche 800rten en exelusieve p rimaiTa hybrlden
"'''~I rnl'd ••r
ean groat aantal m lJnl.!tullil varletelten op kurk
zQtenllQornol'aen bent u
tussen 8.00 en 12.30 wr vcn hCll'te welkom!
I.Wci!!TM!g 50Ib te! +J I{ 01294 251661 E-mlli (J"~l'(Jeri 'l.-l394At tle:BhOrSl dell Berll Ii£>; +31( 01294 257~ Intul'id _ac:lllMllmeCXlli
Ik dank mijn collega's Pierre Bertaux et Philippe Gabrion voor het 'lenen' van hun neus en voor hun inzet bij dit olfactorisch onderzoek.
Bibliographie : • Cribb Ph., THE GEN US PAPHIOPEDI LUM, 1998, Natural History Publications, Borneo. • Kalina T.E, FRAG RA NT PAPHIOPEDrLUM WILL BE SOON HERE, A.O.5. Bulletin March 1992, p.232-237. • Ratcliffe E., TH E ENCHANTEMENT O F PAPHIOPEDlLUMS, 1977. Pascal Sauvetre, juli 2002.
parlums van Paphiopedilum
68
It
Als je tegenwoordig regelmatig het internet raadpleegt en je zoekt een site op die in is, dan bots je er zeker wei eens op. De FAQ's! Om eerlijk te zijn" aanvankelijk wistik ook niet wat het was. Tegenwoordig worden we immers overladen met letterwoorden en als die dan bovendien afstammen van Engelse terminologieen, wordt het helemaal moeilijk.
FAQ 's dus, of Frequent Asked Questions. En voor wie echt geen Engels verstaat;
vrij te vertalen als:
'vaak gestelde vragen'.
Reeds geruime Hjd trek ik rond met een diareeks 'Inleiding tot de orchideeenhobby'. Beginnelingen en echte leken zijn het doelpubliek. Vaak zijn het vrouwengilden en natuurverenigingen die eens wat anders willen horen en zien dan wat hen rech tstreeks aanbelangt. Ook bij aquarium- of terrari umclubs enz. is dit het geval. En vanzelfsprekend wor den dan een hele reeks vragen gesteld, vaak al voorje van wal k an steken met de voordracht, die uiteraard de m eeste v an die vragen beantwoordt. Vandaar dat ik het interessant yond om, met de modeme terminologie van het internet in het achterhoofd, voor ons tijdschrift 'Het VenlLsscJlOtmtj e' die FAQ's eens op papier te zetten.
Die planten komen uit de tropen, dan moeten ze zeker een heleboel water hebben?
,
Eerst en vooral ben ik dan geneigd te stellen dat 'die planten' helem aal niet exclusief uit de tropen moeten komen maar d at er ook in Belgie en trouwens zowat overal tel' de wereld orchideeen voorkomen. Maar dat is niet bet goede antwoord. Men bedoelt immers de gekende hybriden d ie toch afstammen van tropische voorvaderen en d us daarmee geassocieerd worden.
Het goede antwoord luidt volgens mij, dan ook als voIgt:
In de tropen regent het vaak en vee!! Doch de mees te planten, die wij als orchidee kennen, leven als epifyt. Wat wi! zeggen op een boom. Neen niet als parasiet, ze hechten zich gewoon vast op een boom in de hoop een geschikt plekje in de zon te vinden of in de schaduw, met wat bries en buiten het bereik van vretende dieren. Daarbij schaden ze hun gastplant helemaal niet maar hechten er zich op vast met hun worte1s. Tussen de regenbuien door drogen ze helemaal op. Soms regent het er trouwens verschillende dagen helemaal niet. Dan moeten ze het louter van de luchtvochHgheid hebben en zullen ze manieren ontwikkelen om vocht vast te houden en niet uit te drogen. Te veel water is juist vaak nefast voor de planten, dan gaan hun worte1s rotten en worden hun verdere groeikansen ontnomen. Kort samengevat hoort men deze boodschap mee te krijgen: Niet te veeI water geven en tussen de gietbeur ten laten opdrogen. Een luchtig en doorlatend mengsel doet wonderen.
Allemaal prachtig maar dat kan een gewone man niet thuis houden. Larie, maar dat gelooft men niet zomaar. Sommige soorten en vooral enkele veel aangeboden hybriden lenen zich perfect voor de huiskamercultuur. Sommige liefhebbers hebben zelfs soorten in hun huiskamer of elders in de woning, d ie het in hun serre helemaal niet doen! Bij beginners wordt veel succes geboekt door grotere sierpotten onderaan te voorzien van een pot tensteun, waardoor de pot met de plant op een klein verhoog staat in sierpot. Hij staat als het ware op een eilandje. Verdampend, opstijgend water zorgt voor een optimale luchtvochtigheid rond de plant. En dit terwijl de plantenkluit toch kan opdrogen tussen de gietbeur ten in. Alleen moet je erop letten dat planten die op de ven sterbank staan geen last krij gen van zonnebrand. Het vensterglas versterkt het zonlicht vooral omdat er ach ter het glas geen of bijna geen luchtcirculatie aanwezig is. Een raam op het westen lijkt de beste keuze. Er zijn trouwens nog een heleboel altematieve manieren om planten in huis te kweken. Wat dacht je van een palu darium, of het kweken onder ku nstlicht. Er zijn zelfs mensen die in de kelder onder kunstlicht planten kwe ken en ook 's nachts belichten om van het goedkopere
FAQ's
69
nachttarief te kunnen genieten. Sommige orchideeen soorten lenen zich voor kweek in de tuin. Ze moeten dan wei een goed plaatsje krijgen, beschut tegen de felle zon of tegen de vorst. De al wat meer ervaren lief hebbers kunnen orchideeen gaan kweken die in ons kli maat thuishoren. Maar dat is zeker ruet iets om als beginner met onvoldoende voorkennis aan te begin nen.
Is zo een hobby niet heel erg duur en louter voor een geprivilegieerde groep mensen? Een hobby hoeft maar zo duur te zijn als je zelf wilt. Puur een kwestie van je eigen grens te kennen of af te bakenen. Ik maak dan steeds de vergelijking met het boeketje ter waarde van 12,5 Euro dat na amper een week verwelkt is en wat de Phalaenopsis-plant van de bloemenwinkel ons biedt, die ten minste een maand lang bloeit voor die p rijs. Bovendien gooi je het boeket weg als het verwelkt is en is de Phalaenopsis-plant mogelijk het begin van een verzameling. Het wordt vooral moeilijk om de hobby betaalbaar te houden als je twintigste plant met succes een jaar na aankoop terng in bloei komt. Als al je andere planten er dan even goed bij staan en een beste vriend met een rueuwe plant komt aandraven, blijkt dat er dan geen plaatsje meer vrij is op de vensterbank. Dan wordt de keuze moeilijk. Een vensterbank groter maken is ruet eenvoudig, een plant weggooien komt ruet ter sprake. Om dan op alter natieven te komen die geen extra kosten mee te bren gen, zal men weI erg vindingrijk moeten zijn. Maar dan zitten we rnisschien weI tegen die eerder vermelde grens aan. Wat de moeilijkheidgraad en haalbaarheid betreft, kom ik steeds op hetzelfde terug en dat is de belang rijkste orchideeenles die ik ooit leerde. Wil je succes hebben, dan moet je de natuurlijke leefomstandighe den van de plant zo natuurgetrouw mogelijk imiteren. Verwacht niet dat de plant zich zal aanpassen aan onze omstandigheden. Zo werkt het zeker ruet! Dus als je een plant wilt aanschaffen, zoek dan op waar zij van daan komt en wat haar groeiomstandigheden waren. Kijk dan na of jij die omstandigheden kan bieden. Oenk daarbij aan enkele belangrijke criteria: Licht (voldoen de en onderschat dat ruet), temperatuur (vooral de soms nodige temperatuursverschillen, dag-nacht en groeiperiode-rustperiode kunnen belangrijk zijn.), vochtigheid (zowelluchtvochtigheid als watergift), ook luchtbewegmg (vaak onderschat) en meestal in iets
mindere mate van belang voeding (meststoffen). Als je aan deze criteria niet kan of wil oldoen, kan succes veraf liggen!
Wat is de absolute beginners plant die je me aanraadt? Daar is geen echt goed antwoord op. Ik ga er dan even van uit dat de beginner in de l1Uiskamer van start wil gaan. Hier start je wellicht met wat in een tuin bouwcentrum of op de commerciele markt wordt aan geboden. Al geef ik dan meestal de raad je eerste plan ten te kopen bij een gespecialiseerde zaak. Daar geeft men je raad, daar kan je ook een oudig terng naar toe als er iets misgaat en die mensen hebben er baat bij je goed startrnateriaal af te leveren. Immers een tevreden klant keert weer! Je kiest dan best wat algemeen besc.hreven wordt als 'warm' te kweken planten. Want die wanne soorten hebben hefst de temperaturen, die wij in de huiskamer ook verkiezen. VanzeUsprekend komen dan enkele namen aan bod en daar slaan voor heel wat m ensen ook de stoppen door: "Hoe kan je al die Latijnse nam en onthouden?" Het is altijd moeilijk de mensen ervan te overtuigen dat ze na een korte hjd die namen zeker ook probleemloos gaan memoriseren. Vervolgens verwittig ik dan iedereen dat er niet zoiets bestaat als een specialist die alles kan houden. Oat ruemand nooit een plant verloor en vooral d at je moet trachten te leren uit je tegenslagen. Je koopt best eerst wat je mooi vindt en wat in bloei staat. Dan heb je alvast plezier van die bloeiende pracht gehad. Vervolgens bied je de plant de zorgen die ze vraagt. Vaak is dat te achterhalen waar je de plant koopt. En als je na enige tijd een volgende exemplaar aankoopt koop je best eens iets heel anders. Ik neem d an steeds het voorbeeld van de Phalaenopsis-plant die het in meruge huiskamer erg goed doet en de Cymbidium-plant die het gewoonlijk liever wat koeler beeft en dus in de te warme huiskamer wegkwijnt. Als je de juiste omstan digheden ruet kan bieden, kies je gewoon een andere soort (geslacht) en zo zoek je uit welke soorten het best doen in de voor jouw beschikbare ruimte. Naast zo een Phalaenopsis-plant kie je dan wellicht beter voor een Paphiopedilum of een Cattleya. Ik tracht de toehoorders dan ook steed s ervan te overtuigen dat enkele soorten, die het bij collega's-lief hebbers erg goed doen, bij mij absoluut ruet willen luk ken terwijl ik dan weer enkele p lanten heb staan w aar menig liefhebber op zijn beurt jaloers op is. Niemand
FAa's
70
•
moet er zich dus over schamen als er eens iets mis loopt.
• Je legt er banden en zo kan je wellicht ook eens de verzameling van een ander bezoeken. Zo zie je hoe die het aanpakt en trek je er je lessen uit.
Ais laatste FAQ hoop ik dan steeds de vraag te krij gen:
• Sommige broodnodige zaken, zoals potgrond, mest stoffen of technische hulpmiddelen liggen niet zomaar standaard te koop op de hoek van de straat. Via clubs kan al eens iets op de kop getikt worden of verkrijg je de nodige verwijzingen of adressen.
Waar kunnen we meer vernemen? of Zijn er clubs waar we ons kunnen informeren? Spijtig genoeg wordt die vraag niet zoveel gesteld. "Waar kan lk best kopen?" of "Welke zijn goede han delaars?" of nog "Wat moet ik doen als die planten met hun wortels uit de pot groeien?" en ook "Wat voor mest moet ik geven?" Maar nooit vragen naar clubs of vere nigingen waar men iets kan opsteken. Er is dUidelijk een belangrijke terugval waar te nernen van het aantalleden in ons hobbywereldje. Dat is trouwens een fenomeen dat zich in heel wat hobby groeperingen voordoet, 66k buiten de natuurverenigin gen. Wat de redenen daarvoor zijn? Als ik het wist zou ik het zeker zeggen. Toch zou ik ten alle tijden het club leven willen promo ten. Meteen lanceer ik een oproep naar aIle huidige club leden: "Vang de beginnelingen op. Laat hen niet bhjken dat ze echt toch maar beginnelingen zijn. Geef een keer tje meer toe dat bij ons, gevorderden, ook lang niet alles vanzelf gaat."
De boodschap is zeker overgekomen. Met dit arti keltje wil ik graag een boom opzetten over het belang van clubleven. Ik denk dat het voor iedereen belangrijk is dat nieuwe leden toetreden en na verloop van tijd zich als gevestigde liefhebbers onder ons nestelen. Vandaar deze oproep: Hou deze FAQ's in het achterhoofd en vergeet niet dat wat wij allang vanzelfsprekend vinden, vaak voor beginnelingen onoverwinbare klippen lijken te zijn! Daarom pleit ik ervoor om jaarlijks een heropfrissing voor beginners te organiseren. Ook al lijkt dat voor bepaalde leden sa ai, op de lange duur vaart de club er wei bij en iedereen die er deel van uit maakt.
Patrick Mannens, juni 2002.
•
Het clubleven heeft heel wat troeven: • Vaak kan je goedkoop een achterstuk of deelplant op de kop tikken. • Je kan met je vragen terecht bij echte specialisten. In tuinbouwcentra weet men wei iets van planten, maar plantenfamilies zoals Orchideeen zijn net iets te gespe cialiseerd.
,
• Meestal beschikken clubs over boeken en tijdschriften die je kan uitlenen. Op bijeenkomsten krijg je een ande re visie op de natuurlijke vindplaatsen. • Vaak tonen mensen diareeksen of films van verre rei zen. waar de planten in hun natuurlijke omgeving wer den opgezocht.
FAQ's
71
•
Filatelie
72
•
Botanische Orchideeen & Tillandsia s TOlakkerweg 162·3739 JT Hollandsche Rading Nederland,
Tel. 31-(0)35 577 1222 Fax 31-(0)35 577 2103
E-mail.
[email protected]
www.orchidwubben.nl
Deuren open: van maandag tot en met vrijdag van gu. tot 12.30u. van 13.30u. tot 18u. Akerne Orchids La arsebeekdreef 4 6 - 2900Schoten 6elgie Tel. +32 -3 -6514036 Fax , + 32-3-65306 76
E-mail
WOENSDAG , DONDERDAG , VR IJD AG , ZATERDAG en d e
EERSTEZONOAGVANDE
op zaterdag
van 1 Ou. tot 17u.
MAAND van 10 tot 18 uur
infa @akerne-a rchid s.cam rchids.com
BorANISCHE ORCHIOEEEN COEN OERS6ERGLAAN 46
5709 MA HELM ONO
TEL: 003 1 (0)492 - 59227 1
www. botorch.com
E· II: botorchOwondonhne.nl
WI] hebben ee n uitgebre ide coliectie botanlsche soorten
Wij hebben soorten uit Africa , Azie en
,
r~idden
en Zuid Amerika .
Spedaal voor de liefh ebbers met gedu ld hebben wij een grot e
collect, jonge en halfwas planten .
Hainebuchenweg 2 0 -31855 AERZEN Tel 00 49 51541673 Fax 004951541681
Untfangreiche A rJgebot kultiui rler Or hideen in botani cller Vie'fa't - I)iele Milliaturen
Aile planten zijn op naam en worden geleverd door heel Europ a.
Ook VOOI liefhebbers van Pleurothallioide hebb en Vlij een
uitgebre id e collectie.
BiJ aankoop van planten in kas gev en wij op vertoon van de
Ilcfkaart van de Kring/Vereniging een korting van 10% bij afname
boven de € 75 ,-.
U bent van 11arte \'Ie lkam , ach wij verzaeken u dringend bij een
bezaek , voora f een afSpraak te maken, zodat u niet vaor niets
komt. \
Even eens hebben wij een coliectie Tiliandia 's plante n.
prijslijst op aanvraag
[email protected]
Talrijke gekweekte botanische
orchideeen in voorraad
- veel miniatuur orchideeen