Monitor vraag en aanbod studentenhuisvesting Wageningen/Ede 1
Samenvatting
T/m studiejaar 2016/2017 voldoende aanbod aan studentenhuisvesting De toename van de vraag naar studentenhuisvesting wordt ook volgend studiejaar nog opgevangen door de inmiddels in gebruik genomen locaties Computechnion (95 eenheden), Javastraat (162 eenheden) en Nudestraat (27 eenheden) en het in aanbouw zijnde Campus Plaza (440 eenheden). Voorgenomen aanvullende nieuwbouw benodigd vanaf studiejaar 2017/2018 In de studiejaren vanaf 2017/2018 en met name in het studiejaar 2019/2020 kan naar verwachting een oplopend tekort ontstaan. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de groei van het aantal studenten, maar mede door het mogelijk vervallen van tijdelijke eenheden. Verlenging van tijdelijke eenheden en toevoeging van voldoende permanente eenheden is dan ook gewenst. Daarnaast wordt de zoektocht naar nieuwe locaties, evenals onderzoek naar de haalbaarheid daarvan, voortgezet.
2
Inleiding
Jaarlijkse monitoring Wageningen UR, gemeente Wageningen en Idealis maken jaarlijks een gezamenlijk afgestemde update van de prognose van vraag en aanbod van studentenhuisvesting, telkens voor de komende vijf studiejaren. Vanaf september 2015 heeft gezamenlijke voorbereiding plaatsgevonden, resulterend in deze notitie. De notitie beschrijft de gedeelde visie op studentenprognoses en huisvestingsvraag en de afstemming over het (toekomstig) aanbod. Dat aanbod betreft zowel structurele als tijdelijke huisvesting.
3
Studentenprognoses
WU-studentenprognoses De WU-studentenprognoses vormen het vertrekpunt voor prognoses van de huisvestingsvraag. Ingeschrevenen
Prognoses ingeschrevenen
Scenario’s Wageningen UR
2013
2014
2015
1 - Geen groei instroom, gelijk laatste studiejr.
8.402
9.167
2 - VWO groei 1 jr 15%, 2 jr 5%, daarna 2% p.j.*
8.402
9.167
3 - VWO groei 1 jr 10%, 2 jr 5%, daarna 2% p.j.*
8.402
9.167
9.884
2016 10.450
2017 10.850
2018 11.050
2019 11.200
2020 11.250
9.884
10.650
11.350
11.900
12.400
12.850
9.884
10.600
11.200
11.700
12.150
12.500
11.050
11.500
11.850
12.150
4 - VWO groei 3 jaar 5%, daarna 2% p.j.*
8.402
9.167
9.884
10.500
5 - Groei VWO (scen. 2) plus groei buit. diploma **
8.402
9.167
9.884
10.700
11.450
12.150
12.700
13.150
6 - Groei VWO (scen. 4) plus groei buit. diploma **
8.402
9.167
9.884
10.550
11.200
11.700
12.150
12.450
* 2% per jaar t/m 2020
** groei 3 jaar 5%
Bron: Update prognose Wageningen UR, oktober 2015
Als vertrekpunt voor berekening van de huisvestingsvraag nemen we de studentenprognose die als meest waarschijnlijk wordt gezien: scenario 6. Dit scenario gaat uit van zowel een groei van de VWO-instroom (3 jaar +5% en daarna jaarlijks +2% t/m 2020) als van de instroom van studenten met een buitenlands diploma (3 jaar +5%). Internationaal neemt het aantal studenten dat 'abroad' wil en kan studeren sterk toe. Het zeer onderscheidende en goede internationale imago van Wageningen University, denk aan de THE (Times Higher Education) rankings, gecombineerd met een grote 'groene' kennisvraag in de economisch sterk groeiende landen zal de instroom van internationale studenten verder doen toenemen. Ook de nieuwe online masters en MOOCs zorgen voor meer aandacht onder internationale studiekiezers. Met name de MOOCs zullen de komende jaren in binnen en buitenland honderdduizenden mensen laten kennismaken met de inhoud en kwaliteit van Wageningen University. De eerste enquêtes onder MOOC deelnemers laten zien dat dit een positieve invloed heeft op het aantal studenten dat in Wageningen wil studeren. Met ingang van studiejaar 2014/2015 heeft Wageningen UR het Bindend studie advies (BSA) ingevoerd. Eerstejaars BSc-studenten moeten minimaal 36 studiepunten behalen om hun studie na het eerste jaar te kunnen vervolgen. Het percentage met een negatief BSA is uiteindelijk (na de herkansingen) ongeveer 5,5% geworden. Sommige studenten met een negatief BSA schrijven zich opnieuw in voor een andere WU-studie. Het totale uitvalspercentage van de BSc-eerstejaars 2014/2015 bedraagt uiteindelijk 10,1%. Door de invoering van het BSA is 1
dat iets hoger dan vorig jaar: toen lag dit percentage op 9,7%. Verwacht wordt dat door de invoering van het BSA de uitval in het tweede jaar daarentegen volgend jaar iets lager zal zijn dan in het verleden (vorig jaar was het uitvalspercentage van de tweedejaars ca. 5%). Naar verwachting zal het effect van invoering van de BSA dan ook beperkt zijn.
4
Van studentenprognose naar huisvestingsvraag WU-studenten
Uit het aantal 1ejaars 2015/2016 van Wageningen University dat zich als kamerzoekende bij Idealis heeft ingeschreven valt niet af te leiden dat minder Nederlandse WU-studenten op kamers gaan vanwege het leenstelsel. Ook uit de enquête onder a.s. BSc-studenten (juni 2015) blijkt dat deze studenten niet van plan zijn om later, bijv. pas na het 1e studiejaar, op kamers te gaan. De landelijke werving voor de veelal unieke WU-studies en de daarmee samenhangende lange reistijden van ouderlijk adres naar de Campus leiden tot een ongewijzigd relatief grote huisvestingsvraag in Wageningen. Inmiddels gaan we er dan ook vanuit dat het leenstelsel geen effect heeft op de huisvestingsvraag van WUstudenten. Het percentage Nederlandse uitwonende studenten in Wageningen/Ede blijft naar verwachting gelijk, d.w.z. op basis van de halfjaarlijkse woonadressenanalyse, ca. 70%. In de prognose van de huisvestingsvraag onderscheiden we verschillende categorieën Nederlandse studenten met elk hun eigen huisvestings(percentage): BSc-studenten, MSc-ers die binnen Wageningen University doorstromen en MSc-ers die instromen vanuit andere onderwijsinstellingen en universiteiten. Voor buitenlandse studenten gaan we uit van een huisvestingsvraag in Wageningen/Ede van ca. 92% en voor het totaal van alle studenten bedraagt het percentage gemiddeld ca. 75%. Jaarlijks maakt onderzoeksbureau ABF Research de landelijke Monitor Studentenhuisvesting in opdracht van Kences en BZK. Daarbij wordt o.a. een prognose gemaakt van de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar studentenhuisvesting in ruim 35 steden. De prognose maakt gebruik van de Referentieraming van OCW, gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en een jaarlijkse enquête onder studenten over hun woonsituatie en woonwensen. De ABF Monitor van 2015, die op 1 oktober is gepubliceerd, gaat uit van in totaal ruim 9.900 voltijdstudenten die in het studiejaar 2014/2015 in Wageningen een studie volgen (8.970 WO- en 950 HBO-studenten). Het aantal WU-studenten waar ABF vanuit gaat (8.970) is ca. 200 lager dan het feitelijke aantal WU-inschrijvingen (9.167). In beide berekeningen wordt uitgegaan van de peildatum van 1 oktober zodat het verschil mogelijk veroorzaakt wordt door een definitieverschil bij de telling van het aantal studenten. Volgens ABF zijn er van de studenten die in Wageningen studeren 6.240 uitwonend in Wageningen (63,4%). Daarnaast zijn er volgens ABF nog 1.070 studenten die in Wageningen studeren, maar in de gemeente Ede uitwonend zijn. Wanneer deze studenten in de totale huisvestingsvraag worden meegenomen komen we, evenals volgens onze eigen berekeningen, tot een totale huisvestingsvraag van ca. 75%. In onderstaande tabel wordt de huisvestingsvraag voor de eerstkomende 5 studiejaren afzonderlijk weergegeven voor resp. Nederlandse en buitenlandse WU-studenten, op basis van de WU-studentenprognose van scenario 6 en de huisvestingspercentages die afgeleid zijn uit de woonadressen-analyse. Verwachte groei huisvestingsvraag WU-studenten (geen effect leenstelsel) t.o.v. 2014/2015 Wageningen University, scenario 6
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
2018/19
2019/20
groei VWO 3 jr. 5%, daarna 2% per jr., plus groei instroom Buitenl. diploma 3 jr. 5% Studentenprognose (cursief, in 50-tallen)
9.167
9.884
10.550
11.200
11.700
12.150
waarvan Nederlandse studenten
7.194
7.734
8.150
8.650
9.050
9.400
waarvan buitenlandse studenten
1.973
2.150
2.400
2.550
2.650
2.750
Huisvestingsvraag Nederl. studenten, 25-tallen Huisvestingsvraag Buitenl. studenten, 25-tallen Totale vraag studentenhuisvesting
5.025 1.825 6.850
5.225 1.975 7.200
5.325 2.200 7.525
5.475 2.350 7.825
5.675 2.450 8.125
5.925 2.525 8.450
0
350
675
975
1.275
1.600
Toename vraag t.o.v. 2014/2015
2
Huisvestingsvraag overige studenten in Wageningen/Ede Christelijke Hogeschool Ede De CHE verwacht dat het totaal aantal voltijd CHE-studenten de eerstkomende jaren licht afneemt (van ca. 3.250 in studiejaar 2015/2016 naar ca. 3.160 in studiejaar 2016/2017 en 2.950 in studiejaar 2017/2018). Volgens de ABF Monitor studentenhuisvesting 2015 zijn er in Ede ruim 1.100 uitwonende HBO-studenten, ca. 31% van de voltijd CHE-studenten. We verwachten dat door invoering van het leenstelsel het percentage CHE-studenten dat uitwonend is in Ede afneemt tot ca. 25%. Van de door Idealis verhuurde kamers in Ede wordt ongeveer de helft bewoond door CHEstudenten, de andere helft betreft WU-studenten. Wanneer het totaal aantal CHE-studenten dat bij Idealis woont geleidelijk afneemt, komen er ca. 50 kamers vrij voor WU-studenten. We gaan er vanuit dat deze kamers geleidelijk vrijkomen over een periode van ca. 4 jaar. Hogeschool Van Hall Larenstein Met ingang van studiejaar 2015/2016 is de locatie Wageningen van Hogeschool Van Hall Larenstein vervallen en worden de betreffende studies in Velp aangeboden. Bij Idealis woonden eind 2014 nog ca. 215 VHL-studenten en op grond van het marktaandeel van Idealis binnen de regio Wageningen/Ede veronderstellen we dat in totaal ca. 340 VHL-studenten in Wageningen/Ede wonen. De komende vier studiejaren zullen daardoor deze kamers geleidelijk beschikbaar komen voor niet VHL-studenten. Hogeschool STOAS Voor Hogeschool STOAS geldt dat de studenten slechts 2 tot 3 dagen per week in Wageningen hoeven te zijn en de huisvestingsvraag daardoor zeer beperkt is. Bij Idealis wonen nog geen 30 STOAS-studenten, op grond van ons marktaandeel (ca. 63%) zal in totaal sprake zijn van ca. 45 uitwonende studenten. In de prognose van de huisvestingsvraag is een verminderde vraag als gevolg van het leenstelsel voor dit kleine aantal STOAS-studenten buiten beschouwing gelaten. Huisvestingsvraag totaal WU- en HBO-studenten In combinatie met de cumulatieve groei van de huisvestingsvraag van WU-studenten leidt het bovenstaande naar verwachting tot de volgende ontwikkeling van de vraag in de komende jaren: WO- en HBO-instellingen Wageningen/Ede WU scenario 6 + geen effect leenstelsel Van Hall Larenstein, lokatie Wageningen CHE Totaal Totaal (in 25-tallen)
2014/15 0 0 0 0 0
2015/16 350 -85 -20 245 250
2016/17 675 -170 -35 470 475
2017/18 975 -255 -45 675 675
2018/19
2019/20
1.275 -340 -50 885 875
1.600 -340 -50 1.210 1.200
Zoals eerder aangegeven, gaan we er in onze berekeningen vanuit dat het leenstelsel geen effect heeft op de huisvestingsvraag van WU-studenten, vanwege de veelal unieke studies en landelijke herkomst van studenten. Voor wat betreft de vraag naar studentenhuisvesting van CHE-studenten verwachten we dat het leenstelsel wel leidt tot een wat verder afnemende vraag, omdat de herkomst van deze studenten meer regionaal dan landelijk is.
5
Berekening vraag en aanbod per studiejaar, t.o.v. studiejaar 2014/15
Bestaand beleid: instroom in het eerste studiejaar met 1 mei als streefdatum Idealis streeft naar een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod. Een deel van de eerstejaars kan rond de zomer, bij aanvang van de studie, al huurder worden. Overige eerstejaars worden geleidelijk gehuisvest in de vanaf september vrijkomende kamers. Hierbij wordt huisvesting van de ‘laatste’ eerstejaars voor 1 mei als streefdatum gehanteerd. Daarmee accepteert Idealis leegstand van kamers in mei en juni en ziet zij de leegstand in die periode als bijdrage aan de instroom van de volgende generatie eerstejaars. Als er echter al in april sprake is van een aanzienlijke leegstand dan beschouwen we dat als overschot in het aanbod. Correctie in verband met een structureel overschot van studentenkamers Niet alleen bij de Nederlandse studenten, maar ook bij buitenlandse studenten betekent leegstand in april dat sprake is van een overschot. Pas vanaf juni beschouwt Idealis vrijkomende inventariskamers als nodig om de nieuwe instroom van buitenlandse studenten rond de zomer op te kunnen vangen. Als een kamer in april tenminste 14 dagen leegstaat en bovendien ook de hele maand mei dan beschouwt Idealis dit als structureel overschot. 3
In het studiejaar 2014/2015, dat we als vertrekpunt nemen voor de berekening van toekomstige vraag en aanbod, bleek dat er geen sprake was van een evenwicht. In april/mei 2015 was er een structureel overschot van 200 kamers: 75 reguliere kamers en 125 inventariskamers. Hoe de leegstand zich in studiejaar 2015/2016 feitelijk zal ontwikkelen is nog niet bekend, daarom wordt nog niet het huidige studiejaar, maar het studiejaar 2014/2015 als vertrekpunt genomen. ‘Hard’ aanbod (permanent en tijdelijk) Definitie ’hard’ aanbod Onder ‘hard’ aanbod verstaan we niet alleen huisvestingsplannen waarvoor het bestemmingsplan is vastgesteld. Ook plannen waarover op hoofdlijnen al overeenstemming bestaat bij zowel gemeente, investeerder, als exploitant, beschouwen we als ‘hard’. Voorbeelden van het laatste zijn de locaties Diedenoort en Kirpestein. Als tekorten groter dreigen te worden dan verwacht, wordt nieuwbouw zo mogelijk een studiejaar naar voren gehaald. Bij de planontwikkeling en voorbereiding van de bestemmingsplanwijziging van locatie Kirpestein wordt met die noodzakelijke flexibiliteit rekening gehouden. Als overschotten groter dreigen te worden dan verwacht, zal het uit de markt nemen van eenheden worden versneld, of vervangende nieuwbouw worden vertraagd/gefaseerd. In het overzicht zijn zowel locaties in Wageningen als Ede opgenomen en het betreft zowel permanente als tijdelijke huisvesting. Opleveringstermijn bepaalt vanaf welk studiejaar het aanbod wordt meegerekend Uit ervaring van de gemeente Wageningen blijkt dat de gemiddelde bestemmingsplanprocedure een looptijd kent van 1,5 jaar en dat de bouwtijd gemiddeld 2 jaar bedraagt. Bij een maximale inspanning van alle partijen en het ontbreken van bezwaren kan die gemiddelde doorlooptijd, van initiatief tot realisatie, mogelijk met een half jaar worden verkort. Die vroegst mogelijke opleveringstermijn van 3 jaar hanteren we bij de tijdsplanning voor nieuwbouwplannen. Bij verbouw van bestaande panden gaan we meestal uit van minimaal 1 jaar. Als wooneenheden naar verwachting al voor 1 mei van een bepaald studiejaar bewoond worden, dan rekenen we die eenheden nog mee in het aanbod van dat betreffende studiejaar. Verwachte overschotten/tekorten op basis van vraag en ‘hard’ (permanent en tijdelijk) aanbod Als de vraag en het ‘harde’ aanbod van studentenhuisvesting per studiejaar met elkaar worden gecombineerd resulteert dat in jaarlijkse overschotten of tekorten. De toename van de vraag naar studentenhuisvesting wordt ook volgend studiejaar nog opgevangen door Computechnion, Javastraat en Nudestraat (allen in 2015 gerealiseerd) en Campus Plaza (oplevering bij aanvang studiejaar 2016/2017). Bij aanvang van het studiejaar 2015/2016 zijn twee kazernegebouwen in Ede nog voor buitenlandse studenten ingezet door Wageningen University (de gebouwen 9 en 10). De twee andere gebouwen (85 en 86) werden inmiddels al door het COA gebruikt voor noodopvang van asielzoekers. Per 1 januari 2016 worden ook de gebouwen 9 en 10 door Wageningen UR teruggegeven aan de gemeente Ede. Idealis onderzoekt momenteel mogelijkheden voor alternatieve piekopvang voor (met name) buitenlandse studenten, met ingang van studiejaar 2016/2017. In de studiejaren vanaf 2017/2018 en met name in 2019/2020 kunnen naar verwachting steeds verder oplopende tekorten ontstaan. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de groei van het aantal studenten, maar mede door het in dat studiejaar vervallen van de vergunningen van ruim 400 tijdelijke eenheden (o.a. aan de Haarweg). ‘Zacht’ aanbod (permanent en tijdelijk) Definitie ‘zacht’ aanbod Onder ‘zacht’ aanbod verstaan we alle projecten die (nog) niet als ‘hard’ zijn gedefinieerd. Voorbeelden zijn het geven van een tijdelijke vrijstelling van de bestemming ten behoeve van studentenhuisvesting, het overwegen om na 5 jaar deze termijn nogmaals te verlengen met eenzelfde periode en het onderzoeken van potentiële nieuwbouwlokaties. Het overzicht van ‘zachte’ plannen geeft een goed beeld van mogelijke beleidsvarianten in sturing, tijdsplanning, onderlinge afstemming en besluitvorming van deze plannen. Het gaat hierbij, naast mogelijke verlenging van de verhuur van tijdelijke eenheden (zoals de eenheden aan de Haarweg en het Plantsoenhuis), ook om vooralsnog ‘zachte’ plannen, zoals voor de locatie Costerweg 65 (ca. 200 4
eenheden). Idealis onderzoekt daarnaast de mogelijkheden voor de locaties Postkantoor (96 eenheden), Costerweg 5 (ca. 200 eenheden) en Duivendaal (ca. 200 eenheden). Daarnaast wil Idealis de kwaliteit van de bestaande voorraad verbeteren door op de Bornsesteeg op elke afdeling een algemene ruimte te creëren. Daarmee komen echter in het totale aanbod 60 kamers te vervallen. Het afstoten van kamergewijs verhuurde flats in Ede (ca. 50 eenheden, mogelijk geleidelijk oplopend tot ca. 200 eenheden) en het vergroten van de al bestaande algemene ruimten op afdelingen in Asserpark en Hoevestein (waarmee ca. 50 kamers aan de verhuur worden onttrokken), zijn bewust (nog) niet opgenomen in ‘Zacht’ aanbod. De realisatie van deze aanvullende maatregelen is flexibel en afhankelijk van feitelijke ontwikkelingen in vraag en aanbod. Pas als duidelijk is dat een bewuste keuze voor vermindering van het aantal Idealis-eenheden de instroom van eerstejaars voor 1 mei, of van buitenlandse studenten bij aanvang van de studie, ook op wat langere termijn, naar verwachting niet in gevaar brengt, zal dit in de planning worden opgenomen. Verwachte/overschotten op basis van vraag en totaal aanbod (incl. ‘zacht’ aanbod) De per studiejaar berekende prognose van vraag en aanbod resulteert in studiejaar 2019/2020 tot een tekort. Om dit tekort te voorkomen zal gebruik gemaakt dienen te worden van aanvullend ‘zacht’ aanbod.
6
Eindconclusies
T/m studiejaar 2016/2017 voldoende aanbod aan studentenhuisvesting De toename van de vraag naar studentenhuisvesting wordt ook volgend studiejaar nog opgevangen door de inmiddels in gebruik genomen locaties Computechnion (95 eenheden), Javastraat (162 eenheden) en Nudestraat (27 eenheden) en het in aanbouw zijnde Campus Plaza (440 eenheden). Voorgenomen aanvullende nieuwbouw benodigd vanaf studiejaar 2018/2019 In de studiejaren vanaf 2017/2018 en met name in het studiejaar 2019/2020 kan naar verwachting een oplopend tekort ontstaan. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de groei van het aantal studenten, maar mede door het mogelijk vervallen van tijdelijke eenheden. Verlenging van tijdelijke eenheden en toevoeging van voldoende permanente eenheden is dan ook gewenst. Daarnaast wordt de zoektocht naar nieuwe locaties, evenals onderzoek naar de haalbaarheid daarvan, voortgezet. F. Bakema, Wageningen UR / C. van Soest, gemeente Wageningen / W. van Alphen, Idealis / 10 december 2015.
5
Prognose cumulatieve vraag en aanbod studentenhuisvesting Wageningen t.o.v. studiejaar 2014/2015 Gewijzigde toename vraag WO- en HBO- studenten totaal (wijziging t.o.v. 2014/2015, afgerond op 25-tallen)
02-12-2015
2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20 0
Opmerkingen
250
475
675
875
1.200
162 27
162 27 400
162 27 400 120
162 27 400 120 178
162 27 400 120 178
95 41 -100
95 41 -200 -151
95 41 -200 -151 -65
95 41 -200 -151 -65 -179
0
225
374
429
428
95 41 -200 -151 -65 -179 -61 -343 24
Oplevering aanvang studiejaar 2015/2016 Vernieuwbouw Vervalt definitief eind 2015 Einddatum vergunning 8 dec. 2016 Verlenging aangevraagd, zie 'zacht' tijdelijk Vervalt definitief Einddatum vergunning 31 juli 2019 Einddatum vergunning 31 juli 2020
Correctie vraag/aanbodsituatie 2014/15 reguliere + inventariskamers Correctie 'hard' aanbod totaal
200 200
200 200
200 200
200 200
200 200
200 200
Overschot, op basis van leegstand apr. 2015
Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' aanbod Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' aanbod*
200 200
175 175
99 100
-46 -50
-247 -250
-976 -975
151
151 65
151 65
175 175
250 250
170 175
-31 -25
151 65 61 343 -356 -350
-60
-60
-60
-60 200 96
115 125
190 200
110 100
205 200
'Harde' plancapaciteit, permanent aanbod (t.o.v. 2014/2015) Idealis Javastraat Idealis Nudestraat Campus Plaza (DUWO) Idealis Kirpestein Idealis Diedenoort 'Harde' plancapaciteit, tijdelijk aanbod (t.o.v. 2014/2015) WUR Computechnion (Socius) Herbarium (tijdelijk 10 jr.) WUR Ede Kazerne (tijdelijk 5 jr.) WUR Beringhem (Bennekom) (tijdelijk 5 jr.) Plantsoenhuis (tijdelijk 5 jr.) WUR voormalig bestuurscentrum Duivendaal (tijdelijk 5 jr.) WUR FMD Haarweg 10/10a, einde vrijstelling bestemming WUR units Haarweg 333, einde vrijstelling bestemming Gewijzigd 'hard' aanbod totaal
'Zachte' plancapaciteit, tijdelijk aanbod (t.o.v. 2014/2015) Verlenging Beringhem Verlenging Plantsoenhuis (tijdelijk 5 jr.) WUR FMD Haarweg 10/10a WUR units Haarweg 333 Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' aanbod + 'zacht' tijdelijk Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' + 'zacht' tijdelijk * 'Zachte' plancapaciteit, permanent aanbod (t.o.v. 2014/2015) Idealis Bornsesteeg: algemene ruimte op afdelingen Idealis Costerweg 65 Idealis Postkantoor Idealis Costerweg 5 Idealis Duivendaal Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' + 'zacht' aanbod totaal Totaal tekort (-) of overschot bij 'hard' + 'zacht' totaal * *Afgerond op 25-tallen
200 200
200 200
-60 200 96 200 200 280 275
Basis: WUR-studentenprognose scenario 6
Oplevering september 2015 Vernieuwbouw, oplevering najaar 2015 DUWO, oplevering zomer 2016 Nieuwbouw, planologisch akkoord Nieuwbouw, planologisch akkoord
Mogelijk Mogelijk Mogelijk Mogelijk
besluit besluit besluit besluit
verlenging ivm. marktontw. tot verlenging met 5 jr. tot verlenging met 5 jr. tot verlenging met 5 jr.
Kwaliteitsverbetering t.b.v. verhuurbaarheid Nieuwbouw, bestuurlijke toezegging Potentiële nieuwbouwlokatie, in onderzoek Potentiële nieuwbouwlokatie, in onderzoek Potentiële nieuwbouwlokatie, in onderzoek
6