ECONOMISCHE GROEP EANDIS
Geconsolideerde jaarrekening IFRS afgesloten op 31 december 2012
Inhoud: Geconsolideerde winst- en verliesrekening
2
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
2
Geconsolideerde balans
3
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
4
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
5
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
6
Werken in een gereguleerde omgeving
49
Report of the statutory auditor
53
Economische groep EANDIS Geconsolideerde jaarrekening IFRS afgesloten op 31 december 2012
1
Geconsolideerde winst- en verliesrekening (In duizenden EUR)
Toelichting
Bedrijfsopbrengsten
2012
2011
2.906.762
2.837.989 2.127.459
Opbrengsten
3
2.190.528
Overige operationele bedrijfsopbrengsten
3
53.054
44.986
Geactiveerde, intern uitgevoerde werkzaamheden
3
663.180
665.544
Bedrijfskosten
-2.399.987
-2.339.351
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
4
-924.997
-861.511
Diensten en diverse goederen
5
-741.065
-671.469
Personeelsbeloningen
6
-438.800
-439.531
Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijziging in voorzieningen
7
-261.925
-283.033
Overige operationele bedrijfskosten
8
-77.390
-61.800
Regulatoire overdrachten
9
44.190
-22.007
506.775
498.638
Bedrijfswinst Financiële baten
10
2.648
2.462
Financiële lasten
10
-205.789
-206.462
303.634
294.638
-3.977
1.563
299.657
296.201
Winst vóór belastingen Belastingen op het resultaat
11
Winst over de verslagperiode
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten
(In duizenden EUR)
2012
2011
-105.627
-52.570
Niet-gerealiseerde resultaten
-105.627
-52.570
Winst over de verslagperiode
299.657
296.201
Totaalresultaat over de verslagperiode
194.030
243.631
Actuariële winst (verlies) te bereiken doel toegezegd-pensioenregelingen
Toelichting 23
2
Geconsolideerde balans
(In duizenden EUR)
Toelichting
Vaste activa
2012
2011
7.501.636
7.238.756
Immateriële activa
12
76.101
42.726
Materiële vaste activa
13
7.421.186
7.191.420
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
14
5
5
Overige beleggingen
15
988
1.102
Lange termijn vorderingen, andere
16
3.356
3.503
1.200.793
948.936
Vlottende activa Voorraden
17
38.294
32.166
Handels- en overige vorderingen
18
1.152.161
899.128
Actuele belastingsvorderingen
19
3.497
11.678
Geldmiddelen en kasequivalenten
20
6.841
5.964
8.702.429
8.187.692
2.784.185
2.815.724
2.783.106
2.814.645
1.924.415
1.924.415
TOTAAL ACTIVA
EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap
21
Aandelenkapitaal Reserves
497.952
446.915
-264.102
-158.475
624.841
601.790
1.079
1.079
VERPLICHTINGEN
5.918.244
5.371.968
Langlopende verplichtingen
4.626.092
4.516.173
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Ingehouden winsten Minderheidsbelangen
Leningen en overige financieringsverplichtingen
22
3.847.136
3.827.775
Voorzieningen voor personeelsbeloningen
23
584.768
498.166
Afgeleide financiële instrumenten
24
163.453
142.443
Voorzieningen, andere
25
28.450
45.473
2.285
2.316
1.292.152
855.795
771.774
407.593
Overige langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen Leningen en overige financieringsverplichtingen
22
Kapitaalsubsidies
26
609
0
Handels- en overige schulden
27
519.685
443.786
Actuele belastingsverplichtingen
28
84
4.416
8.702.429
8.187.692
TOTAAL PASSIVA
3
Geconsolideerd vermogen
(In duizenden EUR) Saldo per 1 januari 2011
Totaalresultaat over de verslagperiode Kapitaalvermindering Kapitaalverhoging
mutatieoverzicht
Aandelenkapitaal
Niet gerealiseerde Reserves resultaten
van
het
Eigen vermogen toe te rekenen aan de Overge- aandeelhouders dragen van de winst vennootschap
2.318.370
390.891
-105.905
590.194
eigen
Minderheidsbelangen
Totaal
3.193.550
1.071
3.194.621
0
0
-52.570
296.201
243.631
0
243.631
-409.332
0
0
0
-409.332
0
-409.332
15.377
0
0
0
15.377
0
15.377 8
Wijziging in de consolidatiekring
0
0
0
0
0
8
Dotatie/afname aan reserves
0
56.024
0
-56.024
0
0
0
Betaalde dividenden
0
0
0 -228.581
-228.581
0
-228.581
1.924.415
446.915
-158.475
601.790
2.814.645
1.079
2.815.724
Totaalresultaat over de verslagperiode
0
0
-105.627
299.657
194.030
0
194.030
Dotatie/afname aan reserves
0
51.037
0
-52.581
-1.544
0
-1.544
Betaalde dividenden
0
0
0 -224.025
-224.025
0
-224.025
1.924.415
497.952
2.783.106
1.079
2.784.185
Saldo per 31 december 2011
Saldo per 31 december 2012
-264.102
624.841
Bovenstaande informatie werd opgenomen in de toelichtingen ‘Eigen vermogen’ en in de toelichting ‘Voorzieningen voor personeelsbeloningen’ voor wat betreft de niet-gerealiseerde resultaten.
4
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (In duizenden EUR)
2012
2011
299.657 23.868 282.358 -17.023 -27.277 26.548 182.294 21.010 45.785 -163 3.977
296.201 12.419 273.324 -940 -1.770 12.545 146.753 57.248 45.756 0 -1.563
841.034
839.973
-6.128 -251.957 75.199 -19.025 -201.911
-4.076 -110.716 59.390 -16.435 -71.837
-183.751 307 1.762 -128
-140.209 398 1.865 -6.956
457.313
623.234
1.988 -57.243 -561.441 -9 515 -21 618
517 -33.529 -585.060 -15 0 -160 0
-615.593
-618.247
0 0 -151.719 0 677.650 -142.718 -31 -224.025 0
15.385 -409.332 -91.990 325.000 497.570 -124.404 0 -228.581 160
159.157
-16.192
877
-11.205
Geldmiddelen en kasequivalenten - begin van de verslagperiode
5.964
17.169
Geldmiddelen en kasequivalenten - einde van de verslagperiode
6.841
5.964
Resultaat over de verslagperiode Afschrijvingen immateriële activa Afschrijvingen materiële vaste activa Mutatie voorzieningen (terugname -; toevoeging +) Waardevermindering op vlottende activa (terugname -; toevoeging +) Min-/meerwaarde op realisatie handelsvorderingen Netto financieringslasten Waardering naar reële waarde afgeleide financiële instrumenten Winst en verlies op vaste activa Wijzigingen kapitaalsubsidies Belastingskosten
Toelichting
7, 12 7, 13 7, 25 7 3, 8 10 10 3, 8 26 11
Bedrijfskasstroom vóór wijziging in bedrijfskapitaal en in voorzieningen voor personeelsbeloningen Mutatie voorraden Mutatie handels- en overige vorderingen Mutatie handels- en overige schulden Mutatie personeelsbeloningen Netto bedrijfskasstroom Betaalde financiële lasten Ontvangen financiële baten Financiële korting op inkomende facturen Betaalde (ontvangen) winstbelastingen
17
23
10
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa Verwerving van immateriële activa Verwerving van materiële vaste activa Verwerving van overige beleggingen Ontvangsten uit verkoop van overige beleggingen Ontvangsten (verwerving) lange termijn vorderingen Ontvangsten kapitaalsubsidies
12 13 14, 15
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten Uitgifte aandelenkapitaal Terugbetaling aandelenkapitaal Aflossing van leningen Opgenomen bankleningen Uitgifte obligatielening/lening Terugbetaling financiële kortetermijnschulden Transfers van waarborgen verkavelaars Betaalde dividenden Ontvangen dividenden Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
Netto beweging geldmiddelen en kasequivalenten
21 21 22 22 22 22 21 10, 15
5
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening Inhoud 1. Informatie over de onderneming 2. Samenvatting van de belangrijkste opname- en waarderingsregels 2.1.Conformiteitverklaring en presentatiebasis 2.2 Consolidatiecriteria 2.3 Gesegmenteerde informatie 2.4 Belangrijkste waarderingsregels 2.5 Samenvatting van de wijzigingen in de waarderingsregels 2.6 Gebruik van ramingen en veronderstellingen 2.7 Gepubliceerde standaarden die nog niet van kracht zijn 3. Bedrijfsopbrengsten 4. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 5. Diensten en diverse goederen 6. Personeelsbeloningen 7. Afschrijvingen en waardeverminderingen (op vaste en vlottende activa), wijziging in voorzieningen 8. Overige operationele bedrijfskosten 9. Regulatoire overdrachten 10. Financiële resultaten 11. Belastingen op het resultaat 12. Immateriële activa 13. Materiële vaste activa 14. Investeringen in geassocieerde deelnemingen 15. Overige beleggingen 16. Lange termijn vorderingen, andere 17. Voorraden 18. Handels- en overige vorderingen 19. Actuele belastingsvorderingen 20. Geldmiddelen en kasequivalenten 21. Eigen vermogen 22. Leningen op lange en korte termijn 23. Voorzieningen voor personeelsbeloningen 24. Afgeleide financiële instrumenten 25. Voorzieningen, andere 26. Kapitaalsubsidies 27. Handels- en overige schulden 28. Actuele belastingsverplichtingen 29. Financiële instrumenten: risico’s en reële waarde 30. Verbonden partijen 31. Verplichtingen en onzekerheden 32. Gebeurtenissen na balansdatum 33. Lijst van de ondernemingen opgenomen in de consolidatie
6
1. Informatie over de onderneming De geconsolideerde jaarrekening omvat naast de rekeningen van de 7 gemengde Vlaamse distributienetbeheerders (DNB’s) Gaselwest, IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas ook de rekeningen van de werkmaatschappij Eandis cvba, en haar dochterondernemingen De Stroomlijn cvba, Indexis cvba, Atrias cvba en SYNDUCTIS cvba. Het totaal van de rekeningen vormen samen de “Groep”. De exploitatie van de DNB’s wordt centraal aangestuurd. De DNB’s hebben als statutair doel het distributienetbeheer in de zin van het elektriciteit- en gasdecreet en hun uitvoeringsbesluiten alsook het uitoefenen van elke nevenactiviteit, zoals de openbare verlichting. Deze activiteiten worden gereguleerd door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG). Voor meer informatie, zie hoofdstuk “Werken in een gereguleerde omgeving”. Andere activiteiten die kunnen uitgevoerd worden betreffen het voorzien van Energie Diensten voor Lokale Besturen (EDLB). Hierbij wordt aan de aangesloten openbare besturen een aanbod gedaan van ondersteuning aan kostprijs bij de planning en implementatie van het lokale energiebeleid op verzoek van het lokaal bestuur. De ondernemingen IMEA, Imewo, Intergem, Iveka en Iverlek zijn opdrachthoudende verenigingen volgens de bepalingen van het Vlaamse decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking (6 juli 2001) en de ondernemingen Gaselwest en Sibelgas zijn intercommunale verenigingen onder de vorm van coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Eandis cvba was actief in 234 steden en gemeenten en samen met haar dochterondernemingen stelde ze gedurende 2012 gemiddeld 4.775 medewerkers tewerk.
2. Samenvatting van de belangrijkste opname- en waarderingsregels 2.1. Conformiteitverklaring en presentatiebasis De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standaarden (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standard Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Gemeenschap op 31 december 2012. De Groep heeft geen enkele nieuwe IFRS-vereiste vroegtijdig toegepast die pas na 2012 moet worden toegepast. De geconsolideerde jaarrekening werd uitgedrukt in duizenden euro, zijnde de functionele valuta en de presentatievaluta van de Groep. Ze werd opgesteld in de veronderstelling dat de bedrijfsvoering werd verdergezet en volgens de historische kostprijsmethode behoudens anders vermeld.
2.2. Consolidatiecriteria De geconsolideerde jaarrekening omvat alle dochterondernemingen waarover de Groep zeggenschap heeft. Zeggenschap bestaat wanneer de Groep de macht heeft om het financiële en operationele beleid van de entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. Dergelijke zeggenschap wordt verondersteld te bestaan wanneer de DNB’s direct of indirect, houder zijn van meer dan de helft van de stemrechten van de entiteit. Het bestaan en effect van potentiële stemrechten die op dat moment uitoefenbaar of converteerbaar zijn, worden in overweging genomen bij de beoordeling of de Groep de macht heeft om het financiële en operationele beleid van een andere entiteit te sturen. Dochterondernemingen worden volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de Groep feitelijk zeggenschap verkrijgt tot de datum waarop de zeggenschap eindigt. De financiële verslaggeving van de dochterondernemingen wordt opgesteld voor hetzelfde boekjaar als dat van de moederondernemingen, gebruikmakend van dezelfde boekhoudprincipes. Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, balansposten en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties binnen de Groep worden geëlimineerd.
7
Minderheidsbelangen in de netto activa van de geconsolideerde dochterondernemingen worden in het eigen vermogen afzonderlijk van het eigen vermogen van de moedermaatschappijen opgenomen. Minderheidsbelangen bestaan uit het bedrag van die belangen op de overnamedatum van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de minderheid in de wijzigingen in het eigen vermogen sinds de datum van de bedrijfscombinatie. Verliezen die van toepassing waren op de minderheid welke hoger liggen dan de minderheidsbelangen in het eigen vermogen van de dochteronderneming worden toegerekend aan de groepsbelangen met uitzondering van het geval waarin de minderheid een bindende verplichting heeft om aanvullende investeringen te doen om de verliezen te compenseren en hiertoe in staat is. Een lijst van de dochterondernemingen is opgenomen in de toelichting ‘Lijst van de ondernemingen opgenomen in de consolidatie’.
2.3 Gesegmenteerde informatie De Groep onderscheidt geen verschillende segmenten, noch op het vlak van de activiteiten, noch op geografisch vlak aangezien de Groep opbrengsten genereert uit één activiteit; namelijk deze van distributienetbeheerder van energie (elektriciteit en gas) voor Vlaanderen.
2.4 Belangrijkste waarderingsregels De toegepaste waarderingsregels zijn in overeenstemming met de principes van vorige boekjaren.
a) Opbrengsten Verkoop van goederen en verlening van diensten Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen als alle volgende voorwaarden zijn vervuld: de Groep heeft de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom van de goederen overgedragen aan de koper; de Groep behoudt over de verkochte goederen niet de feitelijke zeggenschap of betrokkenheid die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar; het bedrag van de opbrengst wordt betrouwbaar bepaald; het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien; en de reeds gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie kunnen op betrouwbare wijze worden gewaardeerd. Op basis van deze hierboven vermelde algemene principes worden de verkopen van goederen en de verlening van diensten opgenomen op het ogenblik dat de producten geleverd worden aan de klant, de klant de producten heeft aanvaard en de inbaarheid van de gerelateerde vorderingen redelijkerwijze verzekerd is. Distributienetvergoeding (transport van energie) – Sociale functie (levering van energie) De omzet van de netvergoeding (gridfee) is gebaseerd op de reële facturaties netvergoeding van de distributienetbeheerder van het betrokken jaar. De facturaties van de netvergoeding gebeuren aan de energieleveranciers en andere distributienetbeheerders aan de door de CREG goedgekeurde tarieven die o.m. gepubliceerd worden op de websites van de onderscheiden distributienetbeheerders. De reële facturaties netvergoeding bevatten gefactureerde voorschotten (voor jaaropgenomen klanten), afrekeningsfacturen (van jaaropgenomen, manueel maandopgenomen en telegelezen toegangspunten), evenals de rectificatiefacturen geregistreerd in het betrokken kalenderjaar. Opbrengsten uit intresten worden geboekt wanneer ze verworven zijn en over de periode waarop ze betrekking hebben (rekening houdend met de effectieve rentevoet van het actief) tenzij er twijfel bestaat over de invorderbaarheid. Ontvangen dividenden worden opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment waarop ze worden toegekend.
8
Kapitaalsubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen in de balans van zodra er een redelijke zekerheid bestaat dat ze zullen ontvangen worden en dat aan de voorwaarden voldaan wordt die eraan verbonden zijn. Subsidies die aan een actief zijn verbonden, worden onder Kapitaalsubsidies opgenomen en worden systematisch in de winst- en verliesrekening opgenomen gespreid over de verwachte gebruiksduur van het bijbehorend actief. Subsidies als compensatie voor gemaakte kosten worden systematisch in de winst- en verliesrekening opgenomen onder de overige operationele bedrijfsopbrengsten in dezelfde periode waarin de kosten worden opgenomen.
b) Kosten De financiële lasten omvatten intresten van leningen, berekend volgens de effectieve rentevoetmethode en bankkosten. Alle intresten en andere gemaakte kosten in verband met leningen of andere financiële transacties zoals indekkingopties worden als financiële kosten geboekt wanneer ze zich voordoen. De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de verschuldigde belastingslast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in de winst- en verliesrekeningen. De courante belastingslasten zijn de verwachte belastingsschulden op het belastbaar inkomen van het jaar, gebaseerd op belastingstarieven die gelden op de balansdatum, en elke aanpassing aan belastingsschulden aangaande voorgaande jaren.
c) Immateriële activa Immateriële activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Kosten met betrekking tot onderzoekswerk, dat werd uitgevoerd met het oog op het verwerven van nieuwe technische kennis en inzichten, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Kosten met betrekking tot de ontwikkelingsfase, waarbij kennis verkregen door onderzoek wordt toegepast om te komen tot een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden opgenomen in de balans enkel als het product of het proces technisch en commercieel uitvoerbaar is, de entiteit de nodige middelen heeft om de ontwikkeling te voltooien, het waarschijnlijk is dat de verwachte toekomstige economische voordelen naar de Groep zullen toevloeien en de kostprijs betrouwbaar kan worden bepaald. Het geactiveerde bedrag omvat alle kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het tot stand brengen, de productie en de voorbereiding van het actief zodat het kan functioneren op de wijze zoals door het management bedoeld. Immateriële activa met een bepaalde gebruiksduur worden afgeschreven volgens de lineaire afschrijvingsmethode over hun verwachte gebruiksduur. Een andere afschrijvingsmethode wordt slechts gebruikt indien deze het verwachte verbruikspatroon van de toekomstige economische voordelen van het actief beter weerspiegelt. Immateriële activa worden niet geherwaardeerd. Indien de boekwaarde van een immaterieel actief groter is dan de realiseerbare waarde, dan wordt de boekwaarde verlaagd om de bijzondere waardevermindering te weerspiegelen. De afschrijvingspercentages op basis van de geschatte gebruiksduur zijn als volgt: Software Kosten voor slimme meters, slimme netten, slimme gebruikers en clearing house
20,00% 20,00%
d) Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden geboekt aan historische kostprijs verminderd met de tussenkomst van derden, de gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten.
9
De kostprijs van zelfvervaardigde activa omvat materiaalkosten, directe arbeidskosten en een redelijk deel van de indirecte productiekosten. Deze indirecte productiekosten omvatten het gedeelte van de algemene administratie- en exploitatiekosten die niet rechtstreeks kunnen aangerekend worden op geïdentificeerde investeringsuitgaven. Deze kosten (voor het grootste gedeelte personeelskosten) worden onder de vorm van toeslagen aan de kostprijs van de investeringswerken toegevoegd volgens het systeem van interne doorrekening. Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur, kunnen deze als afzonderlijke posten onder de materiële vaste activa worden opgenomen. De Groep neemt de kostprijs op van een uitbreiding of vervangingsonderdeel van dat materieel vast actief wanneer die kosten worden gemaakt, en indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief aan de Groep zouden toekomen en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kon worden bepaald. Alle overige kosten worden als een uitgave opgenomen in de winst- en verliesrekening van zodra ze worden gemaakt. Afschrijvingen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht volgens de lineaire methode vanaf het jaar van aanschaf en dit over de verwachte gebruiksduur van ieder onderdeel van een materieel vast actief. De terreinen worden niet afgeschreven. De afschrijvingspercentages op basis van de gemiddelde levensduur en goedgekeurd door de CREG zijn als volgt: Administratieve gebouwen 2,00% Netten en leidingen 2,00% Overige distributie-installaties 3,00% Hergebruikte uitrusting cabines 6,67% Glasvezel 10,00% Elektronische meetapparatuur 10,00% Meubilair en uitrustingen 10,00% Wagenpark en rollend materieel 20,00% Informatica hardware 33,33% Proeftuin EVA (Elektric Vehicles in Action) 50,00% In de openingsbalans van 1 januari 2007 werd de Belgische GAAP boekwaarde, zoals aanvaard door de CREG, weerhouden als startwaarde voor de IFRS. Herstelling- en instandhoudingkosten die de toekomstige economische voordelen niet vergroten, worden als lasten in de winst- en verliesrekening genomen. De opname van kosten in de boekwaarde van een materieel vast actief wordt beëindigd wanneer het actief op de locatie is en zich in de staat bevindt die noodzakelijk is om te kunnen functioneren op de door het management beoogde wijze. Meer- en minderwaarde op verkopen Netto winsten en verliezen gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Ze worden opgenomen, wanneer de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom worden overgedragen aan de koper, het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de onderneming zullen vloeien, de reeds gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie op betrouwbare wijze gewaardeerd kunnen worden en er geen feitelijke zeggenschap meer is over de materiële vaste activa. Leasing Leasing van activa waarbij de voordelen en de risico’s substantieel bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen van operationele leasing worden op tijdevenredige basis ten laste van de winst- en verliesrekening opgenomen gedurende de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening meer representatief is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet.
10
Bijzondere waardeverminderingen Voor de materiële en immateriële vaste activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden direct opgenomen in de winst- en verliesrekening.
e) Beleggingen Elk type belegging wordt geboekt op de transactiedatum. Beleggingen in eigen-vermogensinstrumenten omvatten deelnemingen in ondernemingen waarin de Groep noch zeggenschap noch een belangrijke invloed heeft. Dit is het geval bij ondernemingen waarin de Groep minder dan 20% van de stemrechten bezit. Deze beleggingen worden geklasseerd als voor verkoop beschikbare financiële activa, en worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, tenzij deze niet op een betrouwbare wijze kan bepaald worden. In dat geval worden ze geboekt aan aanschaffingswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde hoger is dan de verwachte realiseerbare waarde. Opties en warrants tot aankoop van aandelen worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waarde voor de opties en warrants wordt bepaald op basis van het Black-Scholes model. Bewegingen in de reële waarde worden verwerkt via de winst- en verliesrekening.
f)
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde welke wordt bepaald aan de hand van de methode van het voortschrijdend gewogen gemiddelde. Een waardevermindering wordt toegepast op voorraadartikelen die, gezien hun verouderde staat, niet meer voor exploitatie bruikbaar zijn of waarvan de geraamde verkoopwaarde lager ligt dan de boekwaarde. Indien voorraadartikelen meer dan één jaar niet gebruikt worden, wordt een waardevermindering van 100,00% toegepast. Die afschrijvingen worden opgenomen als last in de winst- en verliesrekening.
g) Handels- en overige vorderingen Handels- en overige vorderingen worden uitgedrukt aan hun geamortiseerde kostprijs. Waardeverminderingen worden geboekt indien er onzekerheid bestaat over de inbaarheid van de vordering en na vergelijking met de realisatiewaarde. Indien een vordering niet meer geïnd kon worden of dat de kosten van invordering niet kon opwegen tegen de belangrijkheid van de vordering, wordt de vordering afgeboekt met aanwending van de hiervoor aangelegde waardevermindering. Werken in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen kostprijs. De kostprijs omvat alle uitgaven die rechtstreeks verband houden met specifieke projecten en een toerekening van de gemaakte vaste en variabele indirecte kosten in verband met de contractactiviteiten van de Groep op basis van de normale productiecapaciteit. Vorderingen met betrekking tot voor rekening van derden uitgevoerde werken, met uitzondering van enerzijds de schadegevallen welke in behandeling zijn bij de juridische dienst en anderzijds de vorderingen op aangesloten gemeentes welke meer dan 6 maanden vervallen zijn, worden als dubieus beschouwd. Hiervoor wordt een waardevermindering ten belopen van 100,00% (exclusief btw) aangelegd. In het kader van de volledige vrijmaking van de energiemarkt in Vlaanderen per 1 juli 2003 werd voor alle nog openstaande vorderingen per 31 december 2003, ouder dan 6 maanden, een provisie voor oninbaarheid aangelegd. Deze provisie wordt teruggenomen in functie van de realisatie van ontvangsten op deze vorderingen of aangewend bij definitieve afschrijving ervan.
11
De vorderingen ingevolge energieleveringen in het kader van sociale openbare dienstverplichtingen (SODV) van de distributienetbeheerders zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde. De vorderingen ingevolge slotfacturen worden als dubieus beschouwd indien zij na vervaldatum onbetaald bleven in volgende gevallen: faling, gerechtelijk akkoord en juridische behandeling. Hiervoor wordt een waardevermindering geboekt van 100,00% (exclusief btw) voor vorderingen lager dan een door de raad van bestuur vast te stellen drempelbedrag en van 80,00% (exclusief btw) voor de overige dossiers. Voor alle overige SODV-vorderingen wordt een provisie aangelegd ter waarde van 100,00% van het openstaande bedrag (exclusief btw) wanneer zij ouder waren dan één jaar en niet in een overeengekomen betaalplan zijn opgenomen. Deze vorderingen worden dan ook als dubieus gemerkt.
h) Geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare tegoeden bij kredietinstellingen en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen (maximale looptijd van drie maanden) die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Ze worden gewaardeerd aan nominale waarde die overeenstemt met de reële waarde. In het kasstroomoverzicht worden deze middelen gepresenteerd als geldmiddelen en kasequivalenten.
i)
Aandelenkapitaal
Het aandelenkapitaal is vertegenwoordigd door winstbewijzen C, aandelen A, C, D en F en de aandelen/winstbewijzen E” en E zonder nominale waarde. Samen met de aandelen/winstbewijzen C geven ze recht op een dividend. De aandelen A, C, D en F hebben stemrecht; de winstbewijzen C, de aandelen/winstbewijzen E” en E hebben geen stemrecht. In overeenstemming met de statuten werd na het aanleggen van de noodzakelijke reserves en na vergoeding van de aandelen F en de aandelen/winstbewijzen E” en E het winstsaldo evenredig toegekend aan de aandelen A of C en winstbewijzen C. Dividenden worden als een verplichting opgenomen in de periode waarin ze worden goedgekeurd. Indien er resultaatselementen geboekt worden die uitsluitend een gevolg zijn van elementen die hun oorsprong vinden in de captieve periode (d.w.z. vóór 1 juli 2003) en die een impact zouden hebben gehad op het resultaat van de desbetreffende periode, dan wordt dit gedeelte van het resultaat aan de deelnemers toegekend volgens de modaliteiten die van toepassing waren met betrekking tot de verdeling van de saldowinst gerealiseerd in het jaar voorafgaand aan de eerste effecten van de liberalisering.
j)
Leningen
Opgenomen rentedragende leningen worden initieel verwerkt tegen reële waarde verminderd met toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden rentedragende leningen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij een verschil tussen de kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen.
k) Voorzieningen voor personeelsbeloningen Pensioenregelingen en andere vergoedingen toegekend na uitdiensttreding De bijdragen voor toegezegde-bijdrageregelingen worden als last opgenomen op het moment dat ze verschuldigd zijn alsook eventuele tekorten ten opzichte van het minimum gegarandeerd rendement. De verplichtingen van de Groep betreffende de toegezegd-pensioenregelingen en de kosten die eruit voortvloeiden, worden gewaardeerd op basis van de “Projected Unit Credit”-methode. Het in de balans opgenomen bedrag vertegenwoordigt de contante waarde van de omschreven pensioenverplichtingen (Defined Benefit Obligation), verminderd met de pensioenkosten van verstreken diensttijd die nog niet werden opgenomen en de reële waarde van fondsbeleggingen. De pensioenkosten van verstreken diensttijd naar aanleiding van de introductie van of wijziging in toegezegd-pensioenregelingen worden lineair als last opgenomen over de gemiddelde periode tot de
12
vergoedingen onvoorwaardelijk zijn toegezegd. In zoverre de vergoedingen onmiddellijk onvoorwaardelijk zijn toegezegd worden de pensioenkosten van verstreken diensttijd onmiddellijk opgenomen. De actuariële winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en beïnvloeden de winst- en verliesrekening niet. Het bedrag dat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening bestaat uit de aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten, de rentekosten, het verwacht rendement op fondsbeleggingen (als negatieve component), de eventuele pensioenkosten van verstreken diensttijd alsook het effect van eventuele inperkingen en afwikkelingen. Andere lange termijn personeelsbeloningen Deze voordelen worden op dezelfde wijze behandeld als pensioenregelingen doch de kosten van verstreken diensttijd alsook de actuariële winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
l)
Afgeleide financiële instrumenten
De Groep maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten (Linieair Constant Maturity Swap – LCMS; Interest Rate Swaps - IRS en andere) om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit haar financieringsactiviteit. De afgeleide financiële instrumenten worden bij een eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. De winst of het verlies uit fluctuaties van de reële waarde wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening. De reële waarde van de renteswaps is het geschatte bedrag dat de Groep zou ontvangen of betalen om de swap op balansdatum te beëindigen, waarbij rekening is gehouden met de actuele rente, de waarde van de optie en de kredietwaardigheid van de tegenpartij van de swap. De Groep past geen hedge accounting toe.
m) Voorzieningen, andere Voorzieningen worden op de balans aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, en het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen vereist is om de verplichting af te wikkelen en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Het bedrag opgenomen als voorziening is de beste schatting op balansdatum van de uitgave nodig om aan de bestaande verplichting te voldoen, eventueel verdisconteerd indien de tijdswaarde van het geld relevant is.
n) Handels- en overige schulden Handels- en overige schulden worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
o) Belastingen Belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten verschuldigde belastingen. Die belasting bevat de verwachte belastingsschuld op het belastbaar inkomen van het jaar en aanpassingen aan de belastingschulden van vorige jaren. Voor de berekening van deze winstbelastingen worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingstarieven (of belastingstarieven waarvan het wetgevingsproces materieel was afgesloten) gebruikt. De DNB’s zijn onderhevig aan rechtspersonenbelasting enkel voor een gedeelte van het dividend toegekend aan de Privé-vennoot/deelnemer. Eandis en haar dochterondernemingen zijn onderhevig aan de vennootschapsbelasting. Actuele belastingsvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd enkel en alleen indien de entiteit een in rechte afdwingbaar recht heeft opgenomen om de opgenomen bedragen te salderen en voornemens is om de verplichting op netto basis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
13
2.5. Samenvatting van de wijzigingen in de waarderingsregels De volgende standaard werd toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2012. Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Niet langer opnemen in de balans (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011)
2.6. Gebruik van ramingen en veronderstellingen Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat het management beoordelingen, inschattingen en veronderstellingen maakt die een invloed kunnen hebben op de gerapporteerde cijfers, zowel in de balans als de winst- en verliesrekening. De inschattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De hieruit voortvloeiende resultaten dienen als basis voor het nemen van beslissingen over boekwaarden van activa en verplichtingen welke niet op eenvoudige wijze blijken uit andere bronnen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend herzien. Herzieningen van boekhoudkundige inschattingen worden opgenomen in de periode waarin de herziening plaatsvindt in zover de herziening enkel die periode betreft, of in de periode van de herziening en toekomstige periodes indien de herziening zowel huidige als toekomstige periodes betreft. Informatie over belangrijke punten van schattingsonzekerheden en kritische oordelen is verwerkt in de toelichtingen met betrekking tot ‘Voorziening voor personeelsbeloningen’ en ‘Afgeleide financiële instrumenten’.
2.7. Standaarden die werden gepubliceerd, maar die nog niet van kracht zijn IFRS 9 Financiële Instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2015) Deze standaard werd uitgevaardigd in het kader van een breder project ter vervanging van IAS 39. IFRS 9 weerhoudt maar vereenvoudigt het gemengde waarderingsmodel en stelde twee primaire waarderingsklassen voorop voor financiële activa: afgeschreven kost en reële waarde. IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) biedt een consolidatiemodel dat het concept van controle als een beslissende factor ziet bij het beoordelen of een entiteit in de geconsolideerde jaarrekening van de moederonderneming dient opgenomen te worden. IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) legt beginselen vast voor de financiële verslaggeving door de partijen van een gezamenlijke regeling en vervangt de huidige proportionele consolidatiemethode door de vermogensmutatiemethode. IFRS 12 Informatieverschaffing over betrokkenheid in andere entiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014): aanpassing van de informatieverschaffingen voor alle vormen van minderheidsbelangen, met inbegrip van gezamenlijke regelingen, geassocieerde deelnemingen, voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten en andere entiteiten die niet in de balans werden opgenomen. IFRS 13 Waardering van de reële waarde (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) stelt geen nieuwe vereisten voor wanneer waardering aan reële waarde is vereist, maar biedt een definitie van reële waarde en één enkele bron van reële waardebepaling en informatieverschaffingen bij de toepassing ervan in IFRS. Verbeteringen aan IFRS (2009-2011) (normaal toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Saldering van financiële activa en verplichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) Aanpassing van IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12 Geconsolideerde jaarrekening, Gezamenlijke overeenkomsten en informatieverschaffing – Overgangsbepalingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014)
14
Aanpassing van IFRS 10, IFRS 12 en IAS 27 Geconsolideerde jaarrekening en informatieverschaffing – Investeringsentiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) Aanpassing van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening – Presentatie van de andere elementen van het totaalresultaat (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2012) vereist de opsplitsing van de elementen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die al dan niet kunnen verplaatst worden naar de resultatenrekening. Aanpassing van IAS 12 Winstbelastingen – Uitgestelde belastingen: Inbaarheid van onderliggende activa (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) Aanpassing van IAS 19 Personeelsbeloningen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) De wijziging die naar verwachting het grootste effect zal hebben is het niet langer opnemen in winst of verlies van het verwachte rendement op fondsbeleggingen. Dit wordt vervangen door de opname van een intrestopbrengst in winst of verlies, berekend op basis van de disconteringsvoet die gebruikt wordt voor de bepaling van de pensioenverplichting. Aanpassing van IAS 27 Enkelvoudige jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) Aanpassing van IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie – Saldering van financiële activa en verplichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014) IFRIC 20 Afschraapkosten in de productiefase van een bovengrondse mijn (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013) De Groep zal de nieuwe standaarden en interpretaties die van toepassing zijn op haar rekeningen volgen zodra ze van kracht worden. De Groep koos ervoor om deze standaarden en interpretaties niet vroegtijdig toe te passen. De toepassing van deze standaarden, interpretaties en wijzigingen aan gepubliceerde standaarden en hun impact op de resultaten van de Groep worden verder onderzocht.
15
3. Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten (In duizenden EUR) Distributie- en transportnetvergoeding Verkopen energie Facturatie werken derden Andere verkopen Totaal
2012
2011
2.016.688
1.979.950
101.338
87.800
65.991
52.332
6.511
7.377
2.190.528
2.127.459
De Groep behaalde het gros van haar opbrengsten uit de vergoeding voor het transport van elektriciteit en gas via haar distributienetten. Deze opbrengsten moeten samen met de regulatoire overdrachten worden geëvalueerd. De verkopen energie zijn voornamelijk de leveringen van energie aan personen die wegens betaalmoeilijkheden geen leverancier van energie vinden op de markt. De facturatie werken derden omvat de werken uitgevoerd door Eandis (eventueel in synergie met andere nutsbedrijven) voor rekening van klanten. De andere verkopen omvatten voornamelijk opbrengsten uit doorgerekende kosten voor studies, warmtekrachtkoppelingen en andere. Op 12 juli 2012 heeft het Grondwettelijk Hof via een arrest, het Vlaamse decreet van 23 december 2010 vernietigd, waardoor de netbeheerders de injectietarieven opnieuw kunnen doorrekenen aan de betrokken energieproducenten en waarbij de retroactiviteit ook is toegestaan. De Vlaamse gemengde distributienetbeheerders rekenen de injectietarieven (grote installaties) met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2011 door in de facturen vanaf de maand september 2012. De bijkomende te factureren bedragen voor de periode van februari 2011 tot juni 2012 bedragen 7.808 k euro. Andere bedrijfsopbrengsten (In duizenden EUR)
2012
2011
Diverse recuperaties
39.364
29.318
Andere
13.690
15.668
Overige operationele bedrijfsopbrengsten
53.054
44.986
663.180
665.544
Geactiveerde, intern uitgevoerde werkzaamheden
De diverse recuperaties hebben betrekking op vergoedingen aangerekend voor exploitatiewerkzaamheden bij klanten, recuperatie van kosten voor aanbevolen acties voor rationeel energiegebruik (REG) en terugbetalingen van algemene onkosten door aannemers, verzekeringen en andere instanties. De andere operationele opbrengsten omvatten voornamelijk vergoedingen voor schadegevallen en exploitatie, meerwaarden handelsvorderingen (439 k euro in 2012 en 418 k euro voor 2011) alsook meerwaarden op realisatie van materiële vaste activa (693 k euro in 2012 en 343 k euro voor 2011). Alle kosten met betrekking tot distributienetactiviteiten werden als bedrijfskost geregistreerd. Periodiek werd een afrekening gemaakt en werden bepaalde kosten m.b.t. investeringen geactiveerd via de rubriek geactiveerde kosten. Bijgevolg kan deze opbrengst niet beschouwd worden als een exploitatieopbrengst.
16
Deze post bevat eveneens de opbrengst in het kader van tussenkomsten ontvangen van klanten (112.892 k euro voor 2012 en 108.267 k euro voor 2011) die eveneens in mindering als een geactiveerde kost (-112.892 k euro voor 2012 en -108.267 k euro voor 2011) worden opgeboekt.
4. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (In duizenden EUR)
2012
2011
Transportnetkosten
384.722
387.786
Aankopen energie
52.724
44.614
144.223
158.526
Aankopen handelsgoederen Aankopen netverliezen
33.065
36.320
Groenestroomcertificaten
310.263
234.265
Totaal
924.997
861.511
De transportnetkosten bevatten de doorrekening van de federale bijdrage. In de kosten van 2012 werd hiervoor een bedrag van 104 miljoen € opgenomen en 136 miljoen € in 2011. Die bijdrage dient als financiering van sommige openbare dienstverplichtingen, van verplichtingen voor denuclearisering, van de reductie van de emissie van broeikasgassen (Kyoto) en van de kosten verbonden aan de regulering van en de controle op de elektriciteitsmarkt. De DNB’s rekenen deze kosten door via de tarieven aan de eindafnemers, zijnde de leveranciers (cascademechanisme). De Groep heeft de verplichting om groenestroomcertificaten die haar worden aangeboden, op te kopen aan een bepaalde prijs. Deze certificaten kunnen verkocht worden op een actieve markt. De waarde van de verkocht certificaten ligt lagere dan de aankoopprijs. De kost die hierdoor ontstaat werd opgenomen onder de post ‘Groenestroomcertificaten’. De voorwaarden om deze certificaten te verkopen werd gedurende 2012 aangepast (zie toelichting ‘Handels- en overige vorderingen’).
5. Diensten en diverse goederen (In duizenden EUR) Aannemerskosten voor aanleg en onderhoud netten
2012
2011
340.046
330.419
Directe aankopen voor exploitatie
49.409
37.373
Vergoedingen waaronder gebruik installaties en retributie
37.885
28.376
Advertentie, informatie, documentatie, receptie e.d.
13.484
14.747
Premie voor rationeel energiegebruik (REG)
56.745
46.318
Tussenkomst 100 kWh gratis
104.100
91.688
Contracten en beheerskosten
6.519
5.146
Consultancy en andere prestaties
78.016
66.261
Andere
54.861
51.141
Totaal
741.065
671.469
De diensten en diverse goederen stijgen met 69.596 k euro tegenover 2011.
17
Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de stijging van de kosten tussenkomst 100 kWh gratis (12.412 k euro), de directe aankopen voor exploitatie (12.036 k euro), en de kosten consultancy en andere prestaties (11.755 k euro). De post ‘Andere’ bevat kosten voor huur, communicatie, vervoer, verzekering, seminaries en dergelijke.
6. Personeelsbeloningen (In duizenden EUR) Bezoldigingen
2012
2011
261.448
259.015
Sociale zekerheidskosten
71.981
75.847
Lasten voor pensioenregelingen en bovenwettelijke verzekeringen
86.247
86.825
Andere personeelskosten
19.124
17.844
438.800
439.531
Totaal
De personeelskosten bedroegen 438.800 k euro in 2012, een daling met 731 k euro ten opzichte van 2011. De andere personeelskosten bevatten bijkomende dotaties aan pensioenfondsen. De bijdragen betaald voor de toegezegde-bijdrageregelingen bedroegen 3.471 k euro in 2012 en 3.077 k euro in 2011. Het gemiddeld aantal personeelsleden (in voltijdse equivalenten) bedroeg 4.775 personen in 2012.
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen (op vaste en vlottende activa), wijziging in voorzieningen (In duizenden EUR)
2012
2011
23.868
12.419
Afschrijvingen materiële vaste activa
282.357
273.324
Totaal afschrijvingen
306.225
285.743
Waardeverminderingen op handelsvorderingen
-27.277
-1.770
Wijziging in voorzieningen
-17.023
-940
Totaal
261.925
283.033
Afschrijvingen immateriële activa
De afschrijvingen op de immateriële activa stijgen met 11.449 k euro als gevolg van voornamelijk de investeringen in de projecten slimme meters en slimme netten. De afschrijvingen op de materiële vaste activa vertonen een stijging van 9.033 k euro als gevolg van de continue investeringen in voornamelijk installaties, machines en uitrustingen (zie toelichting ‘Materiële vaste activa’). De daling van de waardevermindering op voorraden en handelsvorderingen is te wijten aan de geboekte waardevermindering op voornamelijk de handelsvorderingen (zie toelichting ‘Financiële
18
instrumenten - kredietrisico’) gecompenseerd door een terugname als gevolg van regularisaties uit het verleden. Deze opbrengst werd als een kost opgenomen in de toelichting ‘Overige operationele bedrijfskosten’ in de rubriek ‘Minderwaarde realisatie handelsvorderingen’. De terugname van de voorzieningen voor risico’s en lasten betrof voornamelijk de voorziening voor saneringskosten en bedroeg 17.017 k euro voor 2012 en 914 k euro voor 2011 (zie toelichting ‘Voorzieningen, andere’). De daling van de voorzieningen was te wijten aan de aanwendingen (saneringen en verkoop terreinen) en concretere elementen waardoor de raming van de saneringskosten kon verminderd worden.
8. Overige operationele bedrijfskosten (In duizenden EUR)
2012
2011
Verlies op de verkoop/buitengebruikstelling van materiële vaste activa
46.477
46.099
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen
26.987
12.963
Andere
3.926
2.738
Totaal
77.390
61.800
9. Regulatoire overdrachten Sedert 2011 rapporteert de Groep de toevoegingen, recuperaties en regularisaties van overdrachten in deze afzonderlijke rubriek onder de ‘Bedrijfskosten’ waar deze voorheen werden opgenomen in de rubriek ‘Opbrengsten’. De Groep is van mening dat het saldo tussen de werkelijke kosten/opbrengsten en de gebudgetteerde kosten/opbrengsten geen deel uitmaakt van de opbrengsten, aangezien de recuperatie via de tarieven in een latere periode zal gebeuren. De regulatoire overdrachten voor 2012 en 2011 zijn als volgt: (In duizenden EUR)
2012
2011
Toevoeging overdrachten
-178.978
-89.230
Recuperatie overdrachten
134.788
111.237
Totaal
-44.190
22.007
De opbrengsten in de rubrieken toevoeging, recuperatie en regularisatie overdrachten hebben betrekking op de toegestane bijkomende omzetboeking met betrekking tot het wegwerken van het verschil tussen de werkelijke kosten/opbrengsten en de gebudgetteerde kosten/opbrengsten zoals goedgekeurd door de CREG. Het op deze wijze bijgeboekte resultaat zal gerecupereerd worden via de tarieven van volgende jaren (Zie hoofdstuk ‘Werken in een gereguleerde omgeving’). De stijging van de post ‘Recuperatie overdrachten’ met 23.551 k euro is het gevolg van voornamelijk een tussentijdse aanpassing van de tarieven vanaf april 2011. De oorspronkelijk vastgelegde distributienettarieven voor de regulatoire periode 2009-2012 waren niet in staat om de onvoorziene sterke groei van de kosten voor de groenestroomcertificaten en de premies voor rationeel energiegebruik (REG) te dragen. Er werd door de CREG een goedkeuring gegeven om de tarieven aan te passen om een plotse stijging van de distributienettarieven bij de start van de volgende regulatoire tariefperiode te voorkomen en de prefinancieringslast voor de DNB’s te kunnen vermijden.
19
10. Financiële resultaten (In duizenden EUR)
Rentebaten, banken
2012
2011
80
154
Andere financiële baten
2.568
2.308
Totaal financiële baten
2.648
2.462
182.811
144.612
Rentelasten uit lange termijn financieringen Rentelasten uit korte termijn financieringen Rentelasten derivaten Andere financiële lasten Totaal financiële lasten
1.392
4.517
21.010
57.248
576
85
205.789
206.462
De rentelasten uit lange termijn financieringen nemen toe als het gevolg van rentelasten voor de opgenomen en nieuw opgenomen leningen voornamelijk op lange termijn en op overige financieringsverplichtingen met banken en derden. Verder werden rentelasten opgenomen voor de reële waarde opname van de derivaten. De andere financiële baten bevatte, voornamelijk ontvangen financiële kortingen en inkomsten van kapitaalsubsidies.
11. Belastingen op het resultaat (In duizenden EUR)
2012
2011
Belastingen op resultaat boekjaar
3.783
4.177
194
-5.740
3.977
-1.563
Belastingen op vorige boekjaren Totale belastingskost
20
(In duizenden EUR)
2012
2011
Winst voor belasting
303.634
294.638
Theoretische belastingsvoet (1) Specifiek belastingsregime DNB's (2) Effect van niet aftrekbare kosten
103.205
100.147
-102.980
-102.019
225
-1.872
4.578
4.435
-7.984
-8.876
Aanwending
3.661
6.547
Rechtspersonenbelasting DNBs op dividend voor Privé-vennoot/Deelnemer
3.303
3.943
Belasting op resultaat boekjaar
3.783
4.177
Effect van aftrekbare kosten
(1) Aan het wettelijk Belgisch belastingstarief van 33,99% (2) De DNB’s zijn enkel belastbaar op een deel van het bedrag toegekend als dividend aan de Privévennoot/Deelnemer voor de activiteit gas. Deze belasting op de dividenden wordt berekend tegen het tarief van 15,45%. Hoewel er belangrijke verschillen bestaan tussen de statutaire jaarrekening conform Belgische GAAP en de geconsolideerde IFRS jaarrekening werden er geen uitgestelde belastingen geboekt. Doordat de DNB's vallen onder de rechtspersonenbelasting, die enkel van toepassing is bij uitkering van dividenden aan derden (niet-openbare besturen), resulteren de verschillen dus niet in uitgestelde belastingen.
12. Immateriële activa
Licenties en soortgelijke rechten
Geactiveerde ontwikkelingskosten
Totaal
15.546
62.095
77.641
0
57.243
57.243
Aanschaffingswaarde op 31 december 2012
15.546
119.338
134.884
Gecumuleerde afschrijvingen op 1 januari 2012
15.546
19.369
34.915
0
23.868
23.868
15.546
43.237
58.783
0
76.101
76.101
(In duizenden EUR) Aanschaffingswaarde op 1 januari 2012 Aanschaffingen
Afschrijvingen Gecumuleerde afschrijvingen op 31 december 2012 Netto boekwaarde op 31 december 2012
21
Licenties en soortgelijke rechten
Geactiveerde ontwikkelingskosten
Totaal
15.546
28.566
44.112
0
33.529
33.529
Aanschaffingswaarde op 31 december 2011
15.546
62.095
77.641
Gecumuleerde afschrijvingen op 1 januari 2011
15.546
6.950
22.496
0
12.419
12.419
15.546
19.369
34.915
0
42.726
42.726
(In duizenden EUR) Aanschaffingswaarde op 1 januari 2011 Aanschaffingen
Afschrijvingen Gecumuleerde afschrijvingen op 31 december 2011 Netto boekwaarde op 31 december 2011
De investeringen voor de projecten slimme meters, slimme netten, slimme gebruikers (sinds 2012) en clearing house worden opgenomen onder de post ‘Geactiveerde ontwikkelingskosten’. De aanschaffingen voor het project slimme meters gedurende 2012 bedroegen 38.827 k euro en 22.431 k euro gedurende 2011. In de winst- en verliesrekening werd voor kosten van onderzoek en ontwikkeling een bedrag opgenomen van 94 k euro voor 2012 en 188 k euro voor 2011. Er waren geen immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur.
13. Materiële vaste activa
(In duizenden EUR)
Installaties, Terreinen en machines en gebouwen uitrustingen
Meubilair en rollend materieel
Overige
TOTAAL
Aanschaffingswaarde op 1 januari 2012
225.776
11.718.006
364.157
16.123
12.324.062
Aanschaffingen Overdrachten en buitengebruikstellingen
14.668 -2.046
525.878 -185.051
19.536 -4.529
1.290 0
561.372 -191.626
238.398
12.058.833
379.164
17.413
12.693.808
67.009
4.762.024
293.994
9.615
5.132.642
5.991 0 -290
249.587 176 -137.937
24.837 149 -4.475
1.942 0 0
282.357 325 -142.702
72.710
4.873.850
314.505
11.557
5.272.622
165.688
7.184.983
64.659
5.856
7.421.186
Aanschaffingswaarde op 31 december 2012
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 2011 Afschrijvingen Verworven van derden Overdrachten en buitengebruikstellingen Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op 31 december 2012
Netto boekwaarde op 31 december 2012
22
(In duizenden EUR)
Installaties, Terreinen en machines en gebouwen uitrustingen
Meubilair en rollend materieel
Overige
TOTAAL
Aanschaffingswaarde op 1 januari 2011
215.782
11.343.581
352.329
16.078
11.927.770
Aanschaffingen Overdrachten en buitengebruikstellingen
11.008 -1.014
559.565 -185.140
14.945 -3.117
45 0
585.563 -189.271
225.776
11.718.006
364.157
16.123
12.324.062
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 2011
64.361
4.658.142
271.307
8.002
5.001.812
Afschrijvingen Verworven van derden Overdrachten en buitengebruikstellingen
3.657 0 -1.009
242.922 0 -139.040
25.132 503 -2.948
1.613 0 0
273.324 503 -142.997
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op 31 december 2011
67.009
4.762.024
293.994
9.615
5.132.642
158.767
6.955.982
70.163
6.508
7.191.420
Aanschaffingswaarde op 31 december 2011
Netto boekwaarde op 31 december 2011
De aanschaffingen onder de post ‘Installaties, machines en uitrustingen’ hebben voornamelijk betrekking op investeringen in elektriciteitsnetten voor midden- en laagspanning voor een waarde van 288.388 k euro in 2012 en 308.531 k euro in 2011 en investeringen in gasleidingen en gasaansluitingen voor 177.596 k euro in 2012 en 197.204 k euro in 2011. Op eind 2012 en 2011 bestond er een verbintenis tot verkoop van een gebouw en bestond de intentie om verschillende terreinen te verkopen (zie toelichting ‘Verplichtingen en onzekerheden’). De verbintenissen voor de verwerving van materiële vaste activa op eind 2012 bedroegen 1.332 k euro en 2.002 k euro voor 2011. De netto boekwaarde bevat onder andere de door cliënten betaalde tussenkomsten met betrekking tot bepaalde activa (tussenkomsten van derden) en komt overeen met de reële waarde van de netten van de Groep. Per 31 december 2012 en 2011 bestaan er geen beperkingen op eigendom en op materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
14. Investeringen in geassocieerde deelnemingen Op 9 mei 2011 werd Atrias cvba opgericht. Atrias is een centraal clearing house ten behoeve van de DNB’s en belast met het ontwikkelen van een Message Implementation Guide (MIG), de ontwikkeling van een clearing house toepassing en het beheer en onderhoud van deze toepassing. MIG beschrijft hoe de communicatiestroom tussen de verschillende spelers op de energiemarkt dient te gebeuren. De Groep heeft 25% van de aandelen genomen. Het bedrag van 5 k euro werd opgenomen als een investering in geassocieerde ondernemingen. Atrias is een niet beursgenoteerde onderneming en heeft dus geen officiële prijsnotering.
23
Hieronder de samengevatte financiële informatie van Atrias op 31 december: (In duizenden EUR)
2012
2011
Vaste activa Vlottende activa Verplichtingen Eigen vermogen Aandeel in eigen vermogen
1.155 2.659 3.795 19 5
0 1.077 1.059 19 5
Opbrengsten Resultaat over de verslagperiode Aandeel in het resultaat
2.658 0 0
243 0 0
De Groep ontvangt haar aandeel van de werkingskosten van Atrias. Aangezien deze onderneming eveneens aan kostprijs werkt is haar resultaat zonder winst of verlies. De Groep verleent aan Atrias financiering en voorziet in huisvesting (zie toelichting ‘Verbonden partijen’).
15. Overige beleggingen (In duizenden EUR)
2012
2011
969
1.092
Andere
19
10
Totaal
988
1.102
Bedrijvencentra
Sinds 2007 heeft de Groep participaties genomen in bedrijvencentra op uitdrukkelijk verzoek van haar aandeelhouders. De bedrijvencentra bevinden zich op het grondgebied van Gaselwest (bedrijvencentra Kortrijk, Roeselare, Vlaamse Ardennen, Waregem en Westhoek), Imewo (bedrijvencentra Brugge, Gent, Meetjesland en Oostende) en Iveka (bedrijvencentra Kempen en Rupelstreek). De Groep ontving in 2011 een dividend van een bedrijvencentrum voor een bedrag van 160 k euro. Er werd in 2011 een participatie (1 aandeel) genomen in een Europese vennootschap KIC InnoEnergy ten belope van 10 k euro. Deze onderneming heeft als doel het ontwikkelen van verschillende componenten voor midden- en laagspanning in stations, en de noodzakelijke logistieke en communicatiesystemen. In maart 2012 werd de participatie in het bedrijvencentrum Rupelstreek verkocht. In de overeenkomst werd een verkoopprijs bedongen van 515 k euro en een bijkomende betaling aan Eandis in maart 2016 van 44 k euro. De gerealiseerde meerwaarde werd opgenomen in de rubriek financiële baten. Op 21 december 2012 werd SYNDUCTIS cvba opgericht waarin Eandis een participatie heeft opgenomen voor de sector Elektriciteit (3.100 euro), sector Gas (3.100 euro) en tijdelijk voor de sector Telecom (3.100 euro). Hierdoor heeft Eandis tijdelijk een participatie van 50% opgenomen. SYNDUCTIS is een samenwerkingsverband van de nutsmaatschappijen Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW), Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA) en Eandis die de infrastructuurwerken in de Vlaamse steden en gemeenten op elkaar wensen af te stemmen. Naar de toekomst is verdere
24
samenwerking met andere nutsmaatschappijen mogelijk om een verruiming en optimalisatie van het minder-hinder-beleid en de kostenefficiëntie mogelijk te maken.
16. Lange termijn vorderingen, andere Deze rubriek bestond bijna uitsluitend uit leningen verstrekt aan gemeentebesturen aan marktconforme voorwaarden ter waarde van 3.356 k euro op einde 2012 en 3.503 k euro per einde 2011.
17. Voorraden (In duizenden EUR) Grond- en hulpstoffen Gecumuleerde waardeverminderingen Totaal
2012
2011
38.515
32.460
-221
-294
38.294
32.166
Het bedrag van de waardevermindering dat teruggenomen werd, bedroeg 73 k euro in 2012 en een bedrag van 85 k euro in 2011 werd toegevoegd. Deze bedragen werden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
18. Handels- en overige vorderingen De handels- en overige vorderingen zijn als volgt samengesteld. (In duizenden EUR)
2012
2011
Handelsvorderingen - bruto Gecumuleerde waardeverminderingen op vorderingen
439.346 -65.498
442.221 -92.776
Totaal handelsvorderingen - netto
373.848
349.445
Overige vorderingen Overige vorderingen - Overdrachten
253.456 524.857
126.595 423.088
Totaal overige vorderingen
778.313
549.683
1.152.161
899.128
Totaal handels- en overige vorderingen
Het aandeel van de geassocieerde deelneming werd opgenomen in de toelichting ‘Verbonden partijen’.
25
Het detail van de netto handelsvorderingen is als volgt: (In duizenden EUR) Handelsvorderingen m.b.t. de distributienetvergoedingen Openstaande vorderingen Geboekte waardeverminderingen Handelsvorderingen - sociale leveranciers Openstaande handelsvorderingen Geboekte waardeverminderingen Overige handelsvorderingen Openstaande handelsvorderingen Werken derden Geboekte waardeverminderingen Handelsvorderingen openbare besturen, staat en provincie Andere Totaal handelsvorderingen - netto
2012
2011
217.539 0
196.654 0
124.045 -50.516
130.015 -59.853
39.736 34.999 -14.982 13.270 9.757
61.428 32.974 -32.923 12.613 8.537
373.848
349.445
De netto handelsvorderingen sociale leveranciers groeien aan tot 73.529 k euro of een netto stijging van 3.367 k euro ten opzichte van vorig jaar. De ‘Overige handelsvorderingen’ bevatten voor 2012 een bedrag van 1.708 k euro en voor 2011 een bedrag van 21.489 k euro dubieuze vorderingen uit de periode vóór de vrijmaking van de energiemarkt alsook vorderingen met betrekking tot uitgevoerde werken en geleverde prestaties en nog door te rekenen kosten met betrekking tot werken derden. De handelsvorderingen m.b.t. de distributienetvergoeding zijn betaalbaar binnen kalenderdagen na verzending van de factuur zoals bepaald in het toegangsreglement.
de
18
Het detail van de Overige vorderingen is als volgt: (In duizenden EUR)
2012
2011
Terug te vorderen btw Diverse vorderingen gemeenten Groenestroom- en warmtekrachtcertificaten Vorderingen opties Andere
1.533 983 246.151 3.332 1.457
2.793 1.584 68.350 2.392 51.476
Overige vorderingen
253.456
126.595
Overdrachten Complement bij de jaarlijkse energieverkopen Financiële reconciliatie Solidarisering groenestroomcertificaten Over te dragen kosten Verkregen opbrengsten
394.321 73.598 0 25.496 3.989 27.453
331.216 51.287 -32 11.023 12.384 17.210
Overige vorderingen - Overdrachten
524.857
423.088
Totaal
778.313
549.683
De stijging van de Overige vorderingen was voornamelijk te wijten aan de beweging van uitstaande vorderingen voor nog niet verkochte groenestroom- en warmtekrachtcertificaten en de overdrachten
26
van de tarieven gedeeltelijk gecompenseerd door de aflossing van een korte termijnvordering ten opzichte van een financieringsintercommunale. Tijdens 2012 werden geen groenestroom- en wamtekrachtcertificaten verkocht. Op basis van een besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiedecreet werden deze certificaten tot een bepaald niveau geïmmobiliseerd (‘banking’) en werd een bedrag bepaald (bandingdeler) gelijk aan 97 euro per groenestroomcertificaat en 35 euro per warmtekrachtcertificaat. De waarde aan dewelke de certificaten worden opgenomen verschilt naargelang het aantal jaren de installatie in dienst is. De post Andere bevat een bedrag van 486 k euro van een nog te ontvangen subsidies in het kader van onder meer het EVA project. De overdrachten betreffen de correcties op de omzet die in de volgende jaren in aanmerking komen om opgenomen te worden als recuperatie via het distributienettarief (Zie hoofdstuk ‘Werken in een gereguleerde omgeving – Het afrekeningmechanisme’). Het complement bij de jaarlijkse energieverkopen betreft de raming van de geleverde maar nog niet gefactureerde energie aan de sociale klanten. De financiële reconciliatie heeft als doel de reeds gealloceerde energie te corrigeren rekening houdend met de gemeten (reële) verbruiken van de netgebruikers. Dit proces vindt plaats op een continue basis sinds 2010. Solidarisering groenestroomcertificaten De kosten van groene stroom verschillen sterk per distributiegebied in Vlaanderen. In het energiedecreet worden de netbeheerders sinds 2010 verplicht tot een onderlinge verrekening van de kosten. De principes en de procedures worden door de VREG (Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt) vastgelegd. Aangezien de verrekening zowel een vordering als een verplichting kan zijn, moet deze post samen gelezen worden met de post ‘Overige kortlopende schulde’ gerapporteerd in de toelichting van de ‘Handels- en overige schulden’. De over te dragen kosten en verkregen opbrengsten hebben voornamelijk betrekking op nog te regelen bedragen met betrekking tot aankopen energie en elementen met betrekking tot recuperatie kosten REG-acties.
19. Actuele belastingsvorderingen Op eind 2012 werd een vordering voor belasting opgenomen van 3.497 k euro (11.678 k euro in 2011).
20. Geldmiddelen en kasequivalenten De liquide middelen omvatten banktegoeden, kasgelden en beleggingen in fondsen die onmiddellijk omzetbaar zijn in gelden. Op eind 2012 was een bedrag van 6.841 k euro beschikbaar en 5.964 k euro op eind 2011. Alle middelen zijn uitgedrukt in euro.
21. Eigen vermogen De diverse componenten van het eigen vermogen en de bewegingen van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 werden weergegeven in het ‘Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen’.
27
Het aandelenkapitaal bedroeg € 1.924.415.173,52 op eind 2012 en was onveranderd ten opzichte van 2011. Het kapitaal was volledig geplaatst en volstort en het vertegenwoordigde de som van de kapitalen van de DNB’s. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aandelen en winstbewijzen per soort in het kapitaal van iedere DNB op einde 2012 en einde 2011. Aandelen A en C
Winstbewijzen C
Aandelen F
Aantal
Kapitaal (in €)
Aantal
Kapitaal (in €)
Aantal
Kapitaal (in €)
Gaselwest IMEA Imewo Intergem Iveka Iverlek Sibelgas (2)
13.636.330 6.857.503 13.471.943 7.201.570 10.798.392 16.177.467 4.091.477
138.739.255,09 61.436.213,92 241.819.942,33 91.558.642,15 141.629.329,25 131.348.127,38 37.821.921,90
119 (1) 12 87 48 93 103 0
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2.718.294 1.371.491 2.694.379 1.440.300 2.091.014 3.235.487 808.289
177.335.132,75 69.488.003,84 139.827.154,47 76.100.180,77 109.233.217,70 153.054.430,90 22.354.333,22
Totaal
72.234.682
844.353.432,02
462
0,00
14.359.254
747.392.453,65
DNB
Aandelen/Winstbewijzen E''
Aandelen/Winstbewijzen E
Totaal
Aantal
Kapitaal (in €)
Aantal
Kapitaal (in €)
Aantal
Kapitaal (in €)
Gaselwest IMEA Imewo Intergem Iveka Iverlek Sibelgas
843.437 571.748 74.990 135.430 601.258 1.148.536 0
54.997.639,49 27.094.533,18 4.616.255,71 7.114.050,94 32.255.094,00 55.093.403,62 0,00
436.906 1.092.956 1.150.503 178.838 438.610 1.144.387 816.927
15.160.239,04 29.473.156,59 37.939.814,00 5.240.402,11 14.150.572,96 30.323.036,53 19.211.089,68
17.635.086 9.893.710 17.391.902 8.956.186 13.929.367 21.705.980 5.716.693
386.232.266,37 187.491.907,53 424.203.166,51 180.013.275,97 297.268.213,91 369.818.998,43 79.387.344,80
Totaal
3.375.399
181.170.976,94
5.259.127
151.498.310,91
95.228.924
1.924.415.173,52
DNB
(1) (2)
Aandelen C In Sibelgas zijn er ook nog 10.000 aandelen D uitgegeven zonder vertegenwoordiging in het aandelenkapitaal en 3 aandelen C.
Gedurende 2011 werd de kapitaalstructuur geoptimaliseerd. Hiertoe werden de volgende stappen doorlopen om het kapitaal te verminderen met netto 393.954.433,90€. Datum
Transactie
Kapitaal op1 januari 2011
2.318.369.607,42
30 juni 2011
Kapitaalvermindering - Openbare sector Kapitaalvermindering - Privé-vennoot/Deelnemer Kapitaalverhoging - Openbare sector Totaal
31 december 2011
Kapitaalverhoging - Openbare sector
Kapitaal op 31 december 2011
Bedrag in €
-942.974.518,58 -404.131.814,61 937.774.540,66 -409.331.792,53 15.377.358,63 1.924.415.173,52
28
Het overzicht van de reserves is als volgt:
(In duizenden EUR) Saldo op 1 januari 2011 Dotatie aan reserves Saldo op 31 december 2011
Dotatie aan reserves Saldo op 31 december 2012
Wettelijke Onbeschikreserve bare reserve
Beschikbare reserve
Totaal
1.031
228.749
161.110
390.890
0
40.154
15.871
56.025
1.031
268.903
176.981
446.915
0
39.111
11.926
51.037
1.031
308.014
188.907
497.952
Een wettelijke reserve werd aangelegd van € 1.031.020,01. Deze wettelijke reserve werd aangelegd bij een te bestemmen winst, ten belopen van 5% tot een maximum van 10% van het vast gedeelte van het kapitaal zoals bepaald door de statuten. Er werd een onbeschikbare reserve aangelegd tijdens de periode vóór de vrijmaking van de energiemarkt (captieve periode), conform de richtlijnen van de Vlaamse Overheid voor een bedrag van 63.832 k euro. Sinds 2008 werden bedragen opgenomen als onbeschikbare reserve gelijk aan de afschrijvingen van de (RAB-meerwaarde) herwaarderingsmeerwaarde conform de dading met de CREG. Vanaf 2010 werd rekening gehouden met de meerwaarde van de tijdens het boekjaar verkochte terreinen, gebouwen en installaties. De totale dotatie aan de reserves voor 2012 bedroeg hierdoor 39.111 k euro en 40.154 k euro voor 2011. De totale beschikbare reserves op einde 2012 bedroegen 188.907 k euro. In 2012 werden beschikbare reserves verder aangelegd voor 16.226 k euro (16.899 k euro in 2011) voor het gedeelte van de bonus m.b.t. 2012 (respectievelijk 2011). Dit bedrag vertegenwoordigt het verschil tussen de beheersbare kosten zoals bepaald in het oorspronkelijk tarievenbudget en het herzien budget ingevolge de toepassing van nieuwe/huidige indexatie (zie hoofdstuk ‘Werken in een gereguleerde omgeving’). Er werd verder voor 576 k euro (1.029 k euro in 2011) onttrokken aan de reserves evenals 3.724 k euro ten gevolge van een beslissing van de CREG over de te weerhouden elementen in de berekening van de billijke vergoeding m.b.t. 2010 en 2011. De distributienetbeheerders hebben samen met Eandis het initiatief genomen om de organisatiestructuren binnen de gemengde distributiesector te vereenvoudigen. Die vereenvoudiging werd bekrachtigd tijdens de jaarvergaderingen van 2012. De gemeenteraadsverkiezingen van 2012 en de daarmee gepaard gaande hersamenstelling van de bestuursorganen bieden een opportuniteit om met een nieuwe structuur en invulling van start te gaan in 2013. Voor de distributienetbeheerders betekent dit een fundamentele vermindering van het aantal openbare mandaten van 879 naar 353.
Er werd een minderheidsbelang erkend van 35,97 % of 93 k euro ten opzichte van TMVW en Antwerpse Waterwerken (AWW) voor de participatie aangehouden in De Stroomlijn. Eind 2012 heeft AWW haar voornemen bekend gemaakt om gedurende 2013 uit te treden. Eandis cvba bezit 70,00 % van de aandelen van de onderneming Indexis cvba, de overige aandelen worden aangehouden door Ores, de Waalse gemengde distributienetbeheerders voor elektriciteit en
29
gas en door Jacques Hugé, CEO van Ores (1 aandeel). Het minderheidsbelang bedraagt hierdoor 30,00 % of 986 k euro. Het totaal minderheidsbelang bedraagt dus 1.079 k euro.
Dividend Tijdens het boekjaar 2012 werden dividenden betaald ter waarde van 224.025 k euro en in 2011 werd 228.581 k euro betaald. Hieronder de tabel met de betaalde dividenden per aandeel/winstbewijs en per DNB. Bij vergelijking van het dividend per aandeel/winstbewijs dient rekening te worden gehouden met de waarde dat elk aandeel vertegenwoordigt in het kapitaal per DNB (zie tabel ‘aantal aandelen in het kapitaal’). Voor 2012
Aandelen F
Aandelen/ Winstbewijzen E"
Aandelen/ Winstbewijzen E
2,8412 2,0907 2,7739 2,5302 2,2622 2,0068 -
3,3565 2,4382 2,8074 2,6704 2,6611 2,4000 1,2059
2,9811 2,1674 2,8137 2,4016 2,4533 2,1937 -
1,7595 1,4446 1,7178 1,4371 1,5823 1,2995 1,1736
2,3512
2,4741
2,6591
2,4544
1,4681
Aandelen A &C
Winstbewijzen C
Aandelen F
Aandelen/ Winstbewijzen E"
Aandelen/ Winstbewijzen E
Gaselwest IMEA Imewo Intergem Iveka Iverlek Sibelgas
3,4160 2,5957 3,1790 2,9252 2,7348 2,4609 1,4710
3,4160 2,5957 3,1790 2,9252 2,7348 2,4609 -
1,3792 1,0735 1,0986 1,1171 1,1036 0,9996 0,5277
1,3696 1,0027 1,2762 1,0825 1,1240 1,0071 -
1,2975 0,8345 1,1302 1,2101 1,3339 1,0945 0,6702
Gemiddeld
2,8191
2,9490
1,0975
1,1268
1,0231
Aandelen A &C
Winstbewijzen C
Gaselwest IMEA Imewo Intergem Iveka Iverlek Sibelgas
2,8412 2,0907 2,7739 2,5302 2,2622 2,0068 1,0440
Gemiddeld
DNB
Voor 2011
DNB
Na de balansdatum is door de Raden van bestuur van elk van de DNB’s een dividendvoorstel gedaan. De Algemene Vergadering van aandeelhouders van de verschillende DNB’s heeft de mogelijkheid om de uitkering van deze dividenden goed te keuren. Volgens de IFRS worden deze dividenden slechts opgenomen in het jaar dat de dividenden worden goedgekeurd. Het saldodividend voor 2011 bedroeg 19.732 k euro en werd opgenomen in 2012, het saldodividend voor 2012 bedraagt 28.757 k euro en zal opgenomen worden in 2013. De vermelde bedragen zijn de netto dividenden vóór afhouding van de roerende voorheffing. Het dividend dat toekomt aan de Privé-vennoot/Deelnemer is onderworpen aan de
30
rechtspersonenbelasting (15,45% op het toegekend dividend gas) en inhouding van roerende voorheffing (25,00%). De winst van de Groep bevat de billijke vergoeding, zoals beschreven in het hoofdstuk ‘Werken in een gereguleerde omgeving’.
22. Leningen op lange en korte termijn (In duizenden EUR) Leningen op lange termijn Kortlopend deel van leningen op lange termijn Leningen op korte termijn Leningen op korte termijn Totaal
2012
2011
3.847.136
3.827.775
659.866 111.908 771.774
152.974 254.619 407.593
4.618.910
4.235.369
Op eind 2012 had de Groep 383.541 k euro meer leningen opgenomen in vergelijking met eind 2011. Alle uitstaande leningen zijn uitgedrukt in euro. Leningen op lange termijn Overzicht betreffende de verschillende leningen op lange termijn per categorie. Op eind 2012
Boekwaarde 2012
Oorspronkelijk bedrag
Huidige intrestvoet %
Eerstvolgende herziening Vervaldatum
Obligatieleningen - retail Obligatieleningen - EMTN Obligatieleningen - Schuldschein Bankleningen - vaste intrestvoet Bankleningen - variabele intrestvoet Bankleningen - omgezet naar vaste intrestvoet Andere leningen
320.006 1.126.704 48.886 2.106.006 7.214 818.186 80.000
320.000 1.135.500 50.000 2.332.916 35.234 1.120.000 80.000
4,00 - 4,25 2,75 - 4,50 3,50 3,12 - 4,76 1,49 - 3,76 3,55 - 4,57 3,57
2017-2020 2021-2032 2027 2013-2025 2014-2016 2023-2027 2014
Totaal
4.507.002
5.091.569
(In duizenden EUR)
Kortlopend deel van leningen op lange termijn Totaal leningen op lange termijn
5/07/2013
-659.866 3.847.136
31
Op eind 2011
Boekwaarde 2011
Oorspronkelijk bedrag
Huidige intrestvoet %
Eerstvolgende herziening Vervaldatum
Obligatieleningen - retail Obligatieleningen - EMTN Bankleningen - vaste intrestvoet Bankleningen - variabele intrestvoet Bankleningen - omgezet naar vaste intrestvoet Andere leningen
320.018 497.606 2.208.600 10.673 863.852 80.000
320.000 500.000 2.332.916 43.579 1.120.000 80.000
4,00 - 4,25 4,50 3,12 - 4,76 1,84 - 3,76 3,98 - 5,02 3,57
2017-2020 2021 2012-2025 2014-2016 2023-2027 2014
Totaal
3.980.750
4.406.069
(in duizenden EUR)
Kortlopend deel van leningen op lange termijn Totaal leningen op lange termijn
6/02/2012
-152.974 3.827.775
Voor de bankleningen – omgezet naar vaste intrestvoet werden er renteswaps aangegaan om de variabele intrest om te zetten naar een vaste intrestvoet (zie toelichting ‘Afgeleide financiële instrumenten’). Voor de door Eandis uitgegeven obligatieleningen stellen de Distributienetbeheerders zich elk garant op een niet-hoofdelijke en niet solidaire basis maar beperkt tot het proportioneel aandeel in het kapitaal van Eandis. Overzicht van de opgenomen leningen op lange termijn gedurende het jaar 2012 en 2011.
(In duizenden EUR)
Oorspronkelijk bedrag
Obligatieleningen - EMTN Obligatieleningen - Schuldschein Obligatieleningen - EMTN
135.500 50.000 500.000
Totaal 2012
685.500
Bankleningen (vaste rentevoet) Bankleningen (vaste rentevoet) Bankleningen (vaste rentevoet) Bankleningen (vaste rentevoet) Obligatieleningen - EMTN
25.000 50.000 100.000 150.000 500.000
Totaal 2011
825.000
Verval- Boekwaarde Boekwaarde datum 2012 2011 2032 2027 2022
2021 2016 2016 2016 2021
134.849 48.886 494.005
0 0 0
677.740
0
25.000 50.000 100.000 150.000 497.850
25.000 50.000 100.000 150.000 497.606
822.850
822.606
Intrestvoet % 3,95 3,50 2,75
3,74 3,25 3,25 3,12 4,50
32
Leningen op korte termijn Overzicht van de verschillende bankleningen op korte termijn Op eind 2012
(In duizenden EUR) Commercial paper Vaste voorschotten Fixed loans/bankschuld
Vervaldag opnames
Beschikbaar bedrag
Opgenomen bedrag
4/01/2013 Daily
522.000 225.000 150.000
0 50.000 61.908
522.000 175.000 88.092
897.000
111.908
785.092
Vervaldag opnames
Beschikbaar bedrag
Opgenomen bedrag
27/01/2012 tussen 4/1 en 20/1/2012
522.000
20.000
502.000
1,28
425.000
175.000
250.000
1,10
dagelijks
150.000
59.619
90.381
1,23
1.097.000
254.619
842.381
Totaal op 31 december 2012
Niet gebruikt Gemiddelde bedrag intrestvoet % 1,09 0,64
Op eind 2011
(In duizenden EUR) Commercial paper Vaste voorschotten Fixed loans/bankschuld Totaal op 31 december 2011
Niet gebruikt Gemiddelde bedrag intrestvoet %
De leningen op korte termijn met uitzondering van de bankschuld werden opgenomen door Eandis in naam van de distributienetbeheerders die zich garant stellen voor hun aandeel en solidair als mededebiteur optreden.
23. Voorzieningen voor personeelsbeloningen Pensioenregelingen De collectieve overeenkomst van 2 mei 1952 voorzag een bijkomend pensioen gelijk aan 75% van het laatste jaarinkomen na aftrek van het paritair wettelijk pensioen na een volledige loopbaan, alsook een overlevingspensioen en wezenrente. Deze toegezegd-pensioenregeling werd volledig gefinancierd door de werkgever en de pensioenen werden rechtstreeks door de werkgever aan de begunstigden uitgekeerd. De eruit voortvloeiende resterende verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op lopende pensioenen. De meerderheid van het uitvoerend personeel aangeworven vóór 1 januari 2002 en het kaderpersoneel aangeworven vóór 1 mei 1999 genieten van toegezegd-pensioenregelingen die voorzien in de uitkering van een kapitaal bij pensionering, en een kapitaal en wezenrente bij overlijden voor pensionering. Die voordelen worden berekend rekening houdend met het laatste jaarinkomen en de diensttijd. De financiering gebeurt door werknemersbijdragen en werkgeversbijdragen, die gestort worden aan pensioenfondsen (O.F.P. Elgabel en O.F.P. Pensiobel) en groepsverzekeringen. Het uitvoerend personeel aangeworven vanaf 1 januari 2002 en het kaderpersoneel aangeworven vanaf 1 mei 1999 genieten van toegezegde-bijdrageregelingen: deze regelingen voorzien in een kapitaal bij pensionering voortvloeiend uit de betaalde bijdragen en de rendementen toegekend door de pensioeninstellingen, alsook een kapitaal en wezenrente bij overlijden voor pensionering. De financiering gebeurt door werknemersbijdragen en werkgeversbijdragen, die gestort worden aan pensioenfondsen (O.F.P. Enerbel en O.F.P. Powerbel) en groepsverzekeringen. Voor de bijdragen
33
gestort vanaf 1 januari 2004 voorziet de Belgische wetgeving een minimaal gemiddeld rendement: momenteel 3,75% op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Eventuele tekorten moeten door de werkgever gefinancierd worden. Per 31 december 2012 bedroeg de reële waarde van de fondsbeleggingen 19.408 k euro terwijl de verplichtingen rekening houdend met de minimum gegarandeerde rendementen 17.978 k euro bedroegen. Enkele (kleine) individuele tekorten werden opgetekend, waarvoor geen voorziening werd opgenomen in de balans. Gelijkaardige vergoedingen werden toegekend via uitstapregelingen. De overige pensioenverplichtingen betreffen voorzieningen pensioenverplichtingen.
van
overgenomen
Andere vergoedingen De Groep verstrekt eveneens vergoedingen toegekend na uitdiensttreding (terugbetaling van gezondheidszorgen en tarifaire voordelen) alsook andere langetermijnpersoneelsbeloningen (afscheid- en jubileumpremies). Vermits de kosten met betrekking tot de personeelsbeloningen terugvorderbaar zijn van de distributienetbeheerders werd een restitutierecht, gelijk aan de in de balans opgenomen personeelsverplichtingen, erkend. Overzicht op balansdatum
(In duizenden EUR) Contante waarde van de brutoverplichting Reële waarde van de fondsbeleggingen Subtotaal Overige Voorzieningen voor personeelsbeloningen
2012 Pensioenen
2012 Andere
2012 Totaal
2011 Pensioenen
2011 Andere
2011 Totaal
777.028
246.313
1.023.341
698.621
216.846
915.467
-434.689 342.339
-3.891 242.422
-438.580 584.761
-425.251 273.370
-3.842 213.004
-429.093 486.374
0
7
7
11.774
18
11.792
342.339
242.429
584.768
285.144
213.022
498.166
De ‘overige’ personeelsverplichtingen hadden betrekking op overgenomen pensioenverplichtingen (van 2011; afgelost in 2012) en loopbaanonderbreking (rubriek ‘Andere’). Wijziging van de contante waarde van de brutoverplichting 2012 Pensioenen 698.621
2012 Andere 216.846
2012 Totaal 915.467
2011 Pensioenen 695.424
2011 Andere 210.120
2011 Totaal 905.544
Aan het dienstjaar toegerekende kosten Bijdragen van de deelnemers Kosten van vervroegde pensionering Rentekosten Betaalde vergoedingen Totaal actuariële (winsten)/verliezen
16.678 1.542 2.680 27.151 -70.743 101.099
5.397 0 0 8.200 -12.198 28.069
22.075 1.542 2.680 35.351 -82.941 129.168
14.927 1.576 3.103 28.989 -67.986 22.588
5.143 0 0 8.670 -12.771 5.684
20.070 1.576 3.103 37.659 -80.757 28.272
Eindsaldo
777.028
246.314
1.023.341
698.621
216.846
915.467
(In duizenden EUR) Beginsaldo
34
Wijziging van de reële waarde van de fondsbeleggingen
(In duizenden EUR) Beginsaldo Verwacht rendement Bijdragen van de werkgever Bijdragen van de werknemer Betaalde vergoedingen Totaal actuariële (winsten)/verliezen Eindsaldo
2012 Pensioenen -425.251 -18.495 -44.264 -1.542 70.743 -15.880
2012 Andere -3.842 -167 -12.198 0 12.198 118
2012 Totaal -429.093 -18.662 -56.462 -1.542 82.941 -15.762
2011 Pensioenen -439.675 -20.376 -49.444 -1.576 67.986 17.834
2011 Andere -3.868 -181 -12.568 0 12.771 4
2011 Totaal -443.543 -20.557 -62.012 -1.576 80.757 17.838
-434.689
-3.891
-438.580
-425.251
-3.842
-429.093
2012 Pensioenen
2012 Andere
2012 Totaal
2011 Pensioenen
2011 Andere
2011 Totaal
18.221 2.680 27.151
5.396 0 8.200
23.617 2.680 35.351
16.503 3.103 28.989
5.143 0 8.670
21.646 3.103 37.659
-18.495
-168
-18.663
-20.376
-181
-20.557
0
7.779
7.779
0
-6.460
-6.460
29.556
21.207
50.764
28.219
7.172
35.391
Componenten van de last
(In duizenden EUR) Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Kosten van vervroegde pensionering Rentekosten Verwacht rendement op de fondsbeleggingen Opgenomen actuariële (winsten)/verliezen Totaal
De opgenomen actuariële (winsten)/verliezen onder de post andere hadden betrekking op jubileumpremies. Wijziging van de in de balans opgenomen verplichtingen
(In duizenden EUR) Beginsaldo Last Bijdragen Totaal actuariële (winsten)/verliezen Eindsaldo
2012 Pensioenen 273.370 29.556 -45.806
2012 Andere 213.005 21.208 -12.198
2012 Totaal 486.374 50.764 -58.004
2011 Pensioenen 255.749 28.219 -51.020
2011 Andere 206.252 7.172 -12.568
2011 Totaal 462.001 35.391 -63.588
85.219
20.408
105.627
40.422
12.148
52.570
342.339
242.423
584.762
273.370
213.004
486.374
Gecumuleerd bedrag van actuariële (winsten)/verliezen op balansdatum
(In duizenden EUR) Totaal
2012 Pensioenen
2012 Andere
2012 Totaal
2011 Pensioenen
2011 Andere
2011 Totaal
192.718
71.385
264.102
107.499
50.976
158.475
35
Indeling van de fondsbeleggingen op de balansdatum De indeling van de fondsbeleggingen met betrekking tot pensioenregelingen in functie van de belangrijkste categorie van activa op eind 2012.
Categorie Aandelen Aandelen Staatsobligaties Andere obligaties Onroerende goederen Cash Andere
Munt Eurozone Outside eurozone Eurozone Eurozone
Totaal (in %) Totaal (in k EUR)
Elgabel % Pensiobel %
Verzekeringsondernemingen %
Totaal %
10,77 16,53 6,84 41,81 5,72 2,06 16,27
10,36 15,91 6,58 43,70 5,50 2,30 15,65
2,98 4,22 17,34 58,13 3,16 1,78 12,39
8,69 13,26 9,47 46,37 5,02 2,04 15,15
100,00 235.069
100,00 88.399
100,00 111.221
100,00 434.689
De indeling van de fondsbeleggingen met betrekking tot pensioenregelingen in functie van de belangrijkste categorie van activa op eind 2011.
Categorie Aandelen Aandelen Staatsobligaties Andere obligaties Onroerende goederen Cash Andere
Munt Eurozone Outside eurozone Eurozone Eurozone
Totaal (in %) Totaal (in k EUR)
Elgabel % Pensiobel %
Verzekeringsondernemingen %
Totaal %
12,55 15,49 12,98 36,78 6,08 2,45 13,68
15,24 14,87 12,45 35,29 5,83 3,21 13,11
2,95 3,87 18,74 58,01 3,28 2,91 10,24
10,85 12,59 14,23 41,50 5,36 2,73 12,74
100,00 232.290
100,00 91.846
100,00 101.115
100,00 425.251
Het verwachte rendement op de fondsbeleggingen werd bepaald op basis van de indeling van de fondsbeleggingen en de verwachte rendementen per categorie van fondsbeleggingen. De voornaamste actuariële veronderstellingen die gebruikt werden op de balansdatum bij de bepaling van de voorzieningen voor pensioenregelingen en andere vergoedingen. (in %)
2012
2011
Disconteringsvoet Verwacht rendement op de fondsbeleggingen Verwachte gemiddelde salarisstijging (zonder inflatie) Verwachte inflatie Verwachte stijging van de ziektekosten (inclusief inflatie) Verwachte stijging van de tariefvoordelen
2,60 4,50 2,00 2,00 3,00 0,25
3,80 4,80 2,00 2,00 3,00 0,25
De (1992) MR/FR sterftetafels werden gebruikt.
36
Het effect van een stijging en een daling van één procentpunt van het medische kostenpercentage zou het volgende effect hebben.
(In duizenden EUR) Effect op het totaal van de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en rentekosten Effect op de brutoverplichtingen
Stijging van 1,00 %
Daling van 1,00%
1.069 17.000
-823 -13.540
Om de schattingsonzekerheden toe te lichten zijn hieronder de resultaten van de gevoeligheidsanalyse voor de disconteringsvoet en de toekomstige loonsverhoging weergegeven.
(In duizenden EUR) Effect op de brutoverplichtingen Disconteringsvoet Toekomstige loonsverhoging
Stijging van 1%
Daling van 1%
-90.054 84.937
99.264 -92.101
Het historisch overzicht van de contante waarde van de brutoverplichting, de reële waarde van de fondsbeleggingen en het tekort van de plannen werd hieronder weergegeven. Het deel van de ervaringsaanpassingen in de actuariële winsten en verliezen, namelijk het deel dat niet te wijten is aan de wijzigingen in de actuariële veronderstellingen kon als volgt worden samengevat (In duizenden EUR) Contante waarde van de brutoverplichting Reële waarde van de fondsbeleggingen Subtotaal Ervaringsaanpassingen op de brutoverplichtingen Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen
2012
2011
2010
2009
2008
1.023.341 -438.580 584.761
915.467 -429.093 486.374
905.544 -443.543 462.001
895.092 -405.399 489.693
906.254 -397.108 509.146
32.293 -15.762
-11.456 17.838
-10.718 -22.327
435 -12.176
-7.029 102.743
De Groep schat 41.463 k euro te zullen bijdragen aan toegezegd-pensioenregelingen in 2013.
24. Afgeleide financiële instrumenten De Groep heeft renteswaps aangegaan om de variabele rente op de lange termijn leningen om te zetten naar een vaste rente. De afgeleide producten werden gewaardeerd tegen reële waarde voor 163.453 k euro in 2012 en 142.443 k euro in 2011. De evoluties in de reële waarde werden verwerkt via de winst- en verliesrekening (Zie toelichting ‘Financiële resultaten’). De reële waarde van afgeleide financiële instrumenten afgesloten ter afdekking van het renterisico werden berekend op basis van verdisconteerde verwachte toekomstige kasstromen rekening houdend met actuele termijnkoersen en rentecurves over de resterende looptijd van het instrument. Overzicht van de afgeleide financiële instrumenten Een Lineair Constant Maturity Swap in het kader van een lening van € 200 miljoen op 20 jaar opgenomen in juni 2003, treedt in werking in juni 2013. Een Lineair Constant Maturity Swap in het kader van een lening van € 220 miljoen op 20 jaar opgenomen in december 2004, treedt in werking in december 2014.
37
Een Lineair Constant Maturity Swap in het kader van een lening van € 200 miljoen op 20 jaar opgenomen in december 2004, trad in werking in december 2009. Een Bonus Range Accrual in het kader van een lening van € 250 miljoen op 20 jaar opgenomen in december 2006, trad in werking in december 2011. Een Varifix, in het kader van een lening van € 250 miljoen op 20 jaar opgenomen in december 2007, werd afgesloten in oktober 2010. Een forward IRS 5 jaar swap werd afgesloten in april 2011 in het kader van op dat ogenblik nog af te sluiten leningen in juni 2011 voor een bedrag 300 miljoen euro op 5 jaar. Deze swapoperatie nam een aanvang in juni 2011 voor een periode van vijf jaar. Deze swap werd afgewikkeld (unwind) in september 2012.
25. Voorzieningen, andere (In duizenden EUR) Saldo op 31 december 2010 Afnames Saldo op 31 december 2011 Afnames Saldo op 31 december 2012
Sanering
Andere
Totaal
45.785
628
46.413
-914
-26
-940
44.871
602
45.473
-17.017
-6
-17.023
27.854
596
28.450
De voorzieningen bevatten de verplichtingen opgenomen voor de sanering van de gasfabrieksterreinen. De DNB’s zijn eigenaar van verschillende gasfabrieksterreinen waarop bodemen grondwaterverontreiniging werd veroorzaakt in het verleden. Op een vrijwillige basis werd reeds begonnen met de aanpak van deze verontreiniging en werd een raamakkoord in 2001 met OVAM afgesloten. Ondertussen is het aantal terreinen gereduceerd. In een nieuw akkoord met OVAM zal worden bepaald wat de spreiding in de tijd, het budget, de prioriteitsorde en de uitvoeringsmodaliteiten van de bodemsaneringswerken en desgevallend andere maatregelen zullen zijn. Er werd een bankwaarborg gegeven aan OVAM voor een bedrag van 6.856 k euro in 2012 en 2011 in het kader van de overdracht van enkele terreinen conform de van toepassing zijnde wetgeving. De Groep werkt aan mogelijke verkopen van bepaalde verontreinigde terreinen. In dit kader werden gedurende 2012 verschillende terreinen verkocht en werden intentieverklaringen met potentiële kopers aangegaan. Op bepaalde reeds verkochte terreinen zijn nog saneringsverplichtingen mogelijk voor een bedrag van 710 k euro (zie toelichting ‘Verplichtingen en onzekerheden’). De daling van de voorzieningen was te wijten aan de aanwendingen (saneringen en verkoop terrein) en concretere elementen waardoor de raming van de saneringskosten kon verminderd worden. Er werden geen bedragen teruggenomen, noch bedragen toegevoegd gedurende 2012. De voorziening ‘Andere’ betrof kosten van geschillen ten opzichte van derde partijen en voorzieningen voor verwerking van vervuilende transformatoren die gebaseerd waren op de best mogelijke inschatting door het Management van de eventuele kosten die de Groep zou kunnen oplopen. Het verwachte tijdstip van de kasuitstroom is afhankelijk van de duur en de afwikkeling van de verschillende procedures.
38
26. Kapitaalsubsidies (In duizenden EUR)
2012
Saldo op 1 januari Ontvangen gedurende het jaar Opname in de winst- en verliesrekening
0 772 -163
Saldo op 31 december
609
In het kader van de deelname aan voornamelijk het EVA project werden door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) kapitaalsubsidies toegezegd.
27. Handels- en overige schulden (In duizenden EUR)
2012
2011
Handelsschulden Btw en andere belastingsschulden Schulden m.b.t. personeelsbeloningen Vooruitbetalingen klanten Soclev en andere Overige kortlopende schulden
227.315 12.214 73.218 43.485 163.453
201.547 9.795 71.232 40.668 120.544
Totaal
519.685
443.786
De post met betrekking tot handelsschulden is gestegen in 2012 met 25.768 k euro tot 227.315 k euro. De stijging van de ‘overige kortlopende schulden’ met 42.909 k euro was voornamelijk toe te schrijven aan de solidariseringskosten m.b.t. de groenestroomcertificaten (zie ook toelichting ‘Handels- en overige vorderingen’) die stegen tot 44.507 k euro in 2012 ten opzichte van 29.607 k euro en de regulatoire overdrachten (zie hoofdstuk ‘Werken in een gereglementeerde omgeving’) die 29.344 k euro in 2012 bedragen en 10.428 k euro in 2011. De termijn en de voorwaarden voor de schulden zijn als volgt: Voor de standaard handelsschulden bedraagt de betaaltermijn gemiddeld 50 dagen na factuurdatum en voor aannemers 30 dagen na factuurdatum. De schulden aan de btw en van de bedrijfsvoorheffing worden respectievelijk betaald 20 en 15 dagen na het einde van de maand. Alle schulden worden betaald op de vervaldag.
28. Actuele belastingsverplichtingen Deze post bevat de te betalen belasting voor een bedrag van 84 k euro in 2012 en 4.416 k euro in 2011.
39
29. Financiële instrumenten: risico’s en reële waarde Risico’s Het is de bedoeling van de Groep om alle risico’s afzonderlijk te begrijpen alsook hun onderlinge verbanden, en om strategieën te definiëren teneinde de economische impact op de resultaten van de Groep te beheersen. Het auditcomité heeft de verantwoordelijkheid voor het nazicht van de risicoanalyse, het goedkeuren van de aanbevolen risicobeheersingsstrategieën, het doen naleven van de richtlijnen inzake risicobeheer en voor het rapporteren. Meer informatie omtrent risico’s van de Groep is opgenomen in het prospectus van de Eandis groep (Eandis cvba en haar dochterondernemingen) van 31 oktober 2012 m.b.t. het gegarandeerd Euro Medium Term Note programma dat kan geraadpleegd worden op de website www.eandis.be.
Vermogensstructuur De vermogensstructuur van de Groep bestaat uit het eigen vermogen en de financiële verplichtingen. Naast de wettelijke (Belgische) vereiste minima voor eigen vermogen die van toepassing zijn, zijn de opdrachthoudende verenigingen binnen de Groep ook onderworpen aan het decreet voor de intergemeentelijke samenwerking. Dit decreet bepaalt dat uiterlijk eind 2018 geen Privévennoot/Deelnemer kan participeren in het kapitaal van de opdrachthoudende verenigingen (het principe van gemengde opdrachthoudende vereniging verdwijnt hierdoor). Voor ex IGAO gemeenten (in IMEA, Intergem en Iveka), Iveka en Intergem valt deze datum vroeger, namelijk op 31 december 2014, 31 december 2016 en 14 september 2018 respectievelijk. Op eind 2012 en 2011 bedroeg het aandeel van de Privé vennoot/Deelnemer in het kapitaal 253.306 k euro. Gedurende 2012 werden voorbereidende maatregelen genomen. Het doel van de groep is om een sterke structuur te behouden en er voor te zorgen dat de Eandis groep een goede credit rating kan behouden van de credit rating kantoren. Aangezien de groep werkt binnen een gereguleerde omgeving, met een gegarandeerde vergoeding (billijke vergoeding/winst en een gegarandeerd rendement/dividend) is het risico eerder beperkt. Op basis van de Belgische GAAP cijfers voorziet ze steeds in een reservering van het gedeelte van de bonus (het verschil tussen de beheersbare kost uit het oorspronkelijk tarievenbudget en het herzien budget ingevolge de toepassing van de nieuwe/huidige indexatie) in de beschikbare reserves. Gedurende 2012 en 2011 heeft de Groep alle ‘verwachte’ verplichtingen kunnen inlossen. De Groep heeft beroep gedaan op lange en korte termijn financiering ter ondersteuning van het bedrijfskapitaal. De groep bewaakt haar solvabiliteit. Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin zij in geval van liquidatie kan voldoen aan haar financiële verplichtingen aan de verschaffers van vreemd vermogen.
Kredietrisico Het kredietrisico omvat het risico dat de ene partij bij een financieel instrument haar verplichtingen niet zal nakomen, waardoor bij de andere partij een financieel verlies kan ontstaan. De Groep heeft een kredietbeleid waarbij het kredietrisico wordt bewaakt en diversificatie van tegenpartijen noodzakelijk is. Het maximale kredietrisico is de balanswaarde van elk financieel actief.
40
Handelsvorderingen Ouderdomsanalyse van de netto handelsvorderingen waarvoor geen bijzondere waardevermindering werd opgenomen (In duizenden EUR)
2012
2011
1 - 60 dagen 61 - 90 dagen 91 - 180 dagen 181 - 365 dagen Meer dan 365 dagen
21.282 5.007 17.022 24.573 28.138
4.338 4.417 11.305 28.109 24.340
Totaal vervallen handelsvorderingen
96.022
72.509
2012
2011
Saldo op 1 januari Toevoeging waardeverminderingen op vorderingen Terugname waardeverminderingen op vorderingen
-92.776 -12.197 39.475
-94.597 -19.685 21.506
Saldo op 31 december
-65.498
-92.776
Beweging gecumuleerde waardeverminderingen op handelsvorderingen (In duizenden EUR)
Ouderdomsanalyse van de afgewaardeerde handelsvorderingen De afgewaardeerde handelsvorderingen die langer dan 365 dagen openstonden, bedroegen 6 k euro voor 2012 en 41 k euro voor 2011.
Valutarisico De Groep is niet wezenlijk blootgesteld aan valutarisico’s aangezien zij bijna geen transacties heeft in andere valuta dan de euro.
Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico houdt het risico in dat de Groep haar financiële verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De Groep beperkt dit risico door de kasstromen op een continue basis te bewaken en ervoor te zorgen dat er voldoende kredietfaciliteiten aanwezig zijn. De Groep doet een beroep op verscheidene banken om op korte termijn gelden aan te trekken. In het kader van een opgezet thesauriebewijzenprogramma werden commercial papers uitgegeven en vaste voorschotten opgevraagd met een looptijd van 1 week tot 12 maanden en straight loans opgenomen met een looptijd tussen 1 dag tot 1 week. Alle leningen hebben een vaste intrestvoet. De Groep neemt lange termijn leningen op voornamelijk ter financiering van haar continue investeringen in de netten. In 2010 zijn voor het eerst obligatieleningen uitgegeven voor de particuliere belegger in België en het Groot-Hertogdom Luxemburg. Om de financieringsbronnen te diversifiëren en te verbreden zodat een veilige, betrouwbare, efficiënte en innovatieve distributie van energie aan de afnemers kan verzekerd worden, heeft Eandis een rating gevraagd bij Moody’s Moody’s kende in oktober 2011 aan Eandis een “A1” rating toe “met een negatieve outlook”. Deze rating werd op 21 december 2012 door Moody’s bevestigd. De A1 rating is gebaseerd op het lage risicoprofiel van gereguleerde bedrijven voor de distributie van elektriciteit en gas in de Vlaamse energiemarkt. De negatieve outlook op de A1 rating van Eandis spruit voort uit de review door Moody’s van de Aa2 rating van het Vlaams Gewest.
41
Eandis geeft met succes obligaties uit in het kader van haar € 5 miljard EMTN-programma. De uitgiftes volgen op succesvolle roadshows waarin Eandis haar activiteiten en financiële sterkte aan Europese institutionele investeerders kon toelichten. De interesse bij Europese investeerders voor de uitgiftes was steeds zeer groot. Er was eveneens interesse van private beleggers aan wie verscheidene obligatieleningen werden uitgegeven. In het kader van het € 5 miljard EMTN programma werden op eind 2012 voor een bedrag van € 1.135,5 miljoen of 22,71% aan obligatieleningen uitgegeven en op eind 2011 voor een bedrag van € 500 miljoen of 10,00 %. Een overzicht van de leningen wordt opgenomen in de toelichting ‘Leningen op lange en korte termijn’ Informatie betreffende het aflossingsschema van de verschillende leningen. Op eind 2012 Boekwaarde 2012
1 jaar of minder
2-3 jaar
4-5 jaar
Meer dan 5 jaar
Obligatieleningen - retail Obligatieleningen - EMTN Obligatieleningen - Schuldschein Bankleningen - vaste intrestvoet Bankleningen - variabele intrestvoet Bankleningen - omgezet naar vaste intrestvoet Andere leningen
320.006 1.126.704 48.886 2.106.006 7.214 818.186 80.000
0 0 0 604.931 2.787 52.148 0
0 0 0 521.209 4.393 109.727 80.000
150.115 0 0 671.412 34 117.198 0
169.891 1.126.704 48.886 308.454 0 539.113 0
Totaal
4.507.002
659.866
715.329
938.759
2.193.048
Totaal bullet aflossingen
2.875.596
500.000
380.000
650.115
1.345.481
Totaal exclusief bullet aflossingen
1.631.406
159.866
335.329
288.644
847.567
Boekwaarde 2011
1 jaar of minder
2-3 jaar
4-5 jaar
Meer dan 5 jaar
Obligatieleningen - retail Obligatieleningen - EMTN Bankleningen - vaste intrestvoet Bankleningen - variabele intrestvoet Bankleningen - omgezet naar vaste intrestvoet Andere leningen
320.018 497.606 2.208.600 10.673 863.852 80.000
0 0 102.594 3.458 46.922 0
0 0 713.598 5.423 104.840 80.000
0 0 1.029.094 1.792 113.420 0
320.018 497.606 363.314 0 598.671 0
Totaal
3.980.750
152.974
903.861
1.144.306
1.779.609
Totaal bullet aflossingen
2.197.625
0
580.000
800.000
817.625
Totaal exclusief bullet aflossingen
1.783.125
152.974
323.861
344.306
961.984
(In duizenden EUR)
Op eind 2011
(In duizenden EUR)
Intrestrisico De Groep heeft leningen op lange termijn aangegaan met een vaste en een variabele rentevoet. De leningen met een variabele rente werden deze omgezet via swapcontracten naar een vaste rentevoet
42
(zie toelichting ‘Afgeleide financiële instrumenten’). Alle andere leningen werden opgenomen aan een vaste rentevoet. De intrestaflossingen voor de volgende jaren, berekend op basis van de huidige intrestvoet is als volgt: (In duizenden EUR)
2012
2011
In 2012 In 2013 In 2014 en 2015 In 2016 en 2017 In 2018 en volgende
0 179.058 285.005 219.941 440.859
164.127 157.151 243.261 178.236 272.789
Totaal
1.124.862 1.015.563
Reële waarde De reële waarde van de financiële activa en passiva wordt gedefinieerd als het bedrag waartegen het instrument zou kunnen geruild worden in een lopende transactie tussen bereidwillige partijen, en niet in een gedwongen verkoop of liquidatieverkoop.
(In duizenden EUR) Overige beleggingen Groenestroom- en warmtekrachtcertificaten (GSC & WKK) Handels- en overige vorderingen exclusief GSC en WKK Geldmiddelen en kasequivalenten
Boekwaarde 2012
2011
Reële waarde 2012 2011
988 246.151 906.010 6.841
1.102 68.350 830.778 5.964
1.152 246.151 906.010 6.841
1.242 68.350 830.778 5.964
Totaal
1.159.990
906.194
1.160.154
906.334
Leningen op korte termijn Obligatieleningen Andere leningen op lange termijn (inclusief kortlopend deel) Afgeleide financiële instrumenten
111.908 1.495.596 3.011.406 163.453
254.619 817.625 3.163.125 142.443
111.908 1.651.288 3.163.125 163.453
254.619 832.279 3.163.125 163.453
Totaal
4.782.363
4.377.812
5.089.774
4.413.476
De volgende methodes en veronderstellingen worden gebruikt voor het schatten van de reële waarde: Geldmiddelen en kortetermijnleningen, handelsvorderingen (na aftrek van voorzieningen), handelsschulden en overige kortetermijnschulden benaderen hun netto boekwaarde grotendeels wegens de korte looptijd van deze instrumenten. De reële waarde van de GSC en WKK worden opgenomen aan het gegarandeerd bedrag, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiedecreet. De reële waarde van de beleggingen uit een niet genoteerde markt is gebaseerd op de laatste beschikbare jaarinformatie. De reële waarde van genoteerde obligatieleningen is gebaseerd op de prijsnoteringen op datum van rapportering. De afgeleide financiële instrumenten zijn intrestswaps. De toegepaste waarderingstechnieken zijn swapmodellen die gebruik maken van actuele waardeberekeningen. De modellen bevatten diverse soorten input waaronder termijnkoersen, rentecurves die worden bekomen op basis van de marktrente en afgeleiden uit marktprijzen van verschillende financiële producten die opgevraagd worden aan verschillende marktpartijen.
43
De reële waarde van de genoteerde obligatieleningen, uitgegeven voor een totaal bedrag van € 1.455,5 miljoen evolueert in functie van de marktrente. De reële waarde op 31 december 2012 bedraagt € 1.601,3 miljoen en verschilt van de terugbetalingswaarde en de boekwaarde. De reële waarde werd bekomen op basis van de indicatieve noteringen op Bloomberg (Bloomberg is een vooraanstaande nieuwssite voor zakelijke en financiële markten, het levert wereldwijd economisch nieuws, koersen van futures, aandelenkoersen e.a.). De reële waarde hiërarchie De Groep gebruikt de volgende hiërarchische classificatie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten door middel van een waarderingstechniek: Niveau 1: genoteerde (niet-aangepaste) prijzen op liquide markten voor identieke activa of passiva Niveau 2: andere technieken waarvoor alle input met een significante weerslag op de opgenomen reële waarde hetzij direct, hetzij indirect kan worden waargenomen Niveau 3: technieken die gebruik maken van input met een significante weerslag op de opgenomen reële waarde die niet gebaseerd is op waarneembare marktgegevens. De reële waarde van de obligatieleningen behoort tot het niveau 1 en de afgeleide financiële instrumenten behoort tot niveau 2.
30. Verbonden partijen Transacties tussen de DNB’s en haar dochtermaatschappijen (de verbonden ondernemingen) werden in de consolidatie geëlimineerd en werden dus niet opgenomen in deze toelichting. De vergoedingen die werden uitbetaald aan de bestuurders betreffen zitpenningen en verplaatsingsvergoedingen voor een waarde van € 877.575,81 voor 2012 en € 970.244,90 voor 2011. De vergoedingen aan het managementcomité en de bestuurders bedroegen € 3.309.945 voor 2012 en € 3.624.020 voor 2011. Hiervan bedroeg de pensioenkost € 891.871 voor 2012 en € 299.239 voor 2011. Er werden geen andere voordelen in natura, opties op aandelen, kredieten of voorschotten gegeven ten gunste van de bestuurders. Transacties van de Groep en de Privé-vennoot/Deelnemer betreffen voornamelijk aanrekeningen van de DNB’s met betrekking tot distributie- en transportvergoeding aan marktconforme voorwaarden, verkopen van groenestroomcertificaten (in 2011) en betalingen van dividenden (tot de verhouding in het kapitaal). Anderzijds ontvangen de DNB’s facturen van de Privé-vennoot/Deelnemer voor aankopen netverliezen, aankopen energie voor leveringen aan sociale klanten en aankopen van diensten. (In duizenden EUR)
2012
2011
Opbrengsten
46.828
58.363
Aankopen handelsgoederen en diensten
73.054
71.964
Handelsvorderingen
4.012
3.711
Handelsschulden
9.016
8.891
Bedrag van de transacties
Bedrag van uitstaande saldi
44
Transacties van de Groep met de ondernemingen die een minderheidsbelang (TMVW, AWW en Ores) aanhouden waren als volgt: (In duizenden EUR)
2012
2011
Doorrekening van kosten aan de minderheidsbelangen
10.770
11.609
Doorrekening van kosten van de minderheidsbelangen
3.306
3.920
Bedrag van de transacties
Bedrag van uitstaande saldi Handelsvorderingen
804
928
Handelsschulden
1.030
1.253
Verstrekken van financiering
2.100
2.100
Transacties van de Groep met de geassocieerde deelneming (Atrias) waren als volgt: (In duizenden EUR)
2012
2011
Bedrag van de transacties Doorrekening van kosten aan de geassocieerde onderneming
109
18
Doorrekening van kosten van de geassocieerde onderneming
1.302
124
1.202
511
267
164
Bedrag van uitstaande saldi Handelsvorderingen Handelsschulden
31. Verplichtingen en onzekerheden (In duizenden EUR)
2012
2011
Huurwaarborgen gebouwen
1.331
1.271
Andere bankwaarborgen
7.334
7.379
Gegeven waarborgen
8.665
8.650
24.203
23.152
Ontvangen waarborgen van aannemers en leveranciers Goederen gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en voor risico van de Groep
160
114
Verplichting tot aankoop materiële vaste activa
1.332
2.002
Verplichting tot verkoop materiële vaste activa
932
4.744
Goederen in consignatie
119
12
Verplichting tot sanering
710
650
0
15
Ontvangen erfpacht
Uitstaande bestellingen in 2012 bedroegen 26.535 k euro. De Groep huurde verschillende gebouwen en bijhorende parkings voor een waarde van 5.337 k euro in 2012 en 4.997 k euro in 2011 alsook wagens voor een waarde van 5.603 k euro in 2012 en 5.180 k euro in 2011. De huurverplichtingen (opgenomen als operationele huurverplichtingen) hebben betrekking op gebouwen, wagens en andere materialen.
45
De contracten met betrekking tot gebouwen bevatten verlengingsclausules en hebben een gemiddelde looptijd van twee jaar. De toekomstige huurverplichtingen kunnen als volgt worden uitgesplitst: (In duizenden EUR)
2012
In 2013
10.577
In 2014 en 2015
11.235
In 2016 en 2017
3.176
In 2018 en volgende Totaal
311 25.299
De gebudgetteerde investeringen van de Groep voor 2013 werden geraamd op 677.468 k euro (onveranderd t.o.v. 2012 omwille van de verlenging van de tarieven – zie hoofdstuk ‘Werken in een gereguleerde omgeving’). Verder valt er ook een juridisch geschil te noteren tussen de DNB’s en Essent inzake gratis distributie van groene stroom (3.533 k euro in 2012 en 2011), met de NMBS en het Vlaamse Gewest inzake verplaatsingsdossiers (8.768 k euro in 2012 en 9.300 k euro in 2011) en diverse geschillen met verschillende partijen (voor een totaal van 20.783 k euro in 2012 en 21.830 k euro in 2011). IMEA is betrokken partij in een geschil met een vastgoedontwikkelaar over de verkoop van de gebouwen en gronden ‘Minckelers’ te Berchem (Antwerpen). De projectontwikkelaar had een vordering tot schadevergoeding ingediend ten bedrage van 1,2 miljoen euro in hoofdsom. De Rechtbank van 1ste Aanleg te Antwerpen veroordeelde IMEA tot betaling van een bedrag van 1,6 miljoen euro (incl. intresten en kosten). Hiertegen werd door de Raad van Bestuur van IMEA in beroep gegaan. Op 28 januari 2013 werd dit beroep ontvankelijk en gegrond verklaard. Eandis is onrechtstreeks betrokken in een geschil voor de rechtbank van eerste aanleg van Leuven in verband met een vordering van de stad Tienen. De stad Tienen eist bepaalde bedragen van distributienetbeheerder Iverlek op basis van dividendgarantieverplichtingen die volgens de stad bindend zouden zijn. Op 6 maart 2012 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven een ongunstig vonnis uitgesproken. Iverlek heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend.
32. Gebeurtenissen na balansdatum Op 9 januari 2013 heeft de Raad van Bestuur van Eandis Walter Van den Bossche, directeurgeneraal, aangesteld tot nieuwe CEO van Eandis. Hij volgt daarmee Luc De Bruycker op die zijn actieve loopbaan stopt. De Raad van Bestuur keurde tevens de nieuwe samenstelling van het Managementcomité goed. De nieuwe structuur van het Managementcomité gaat officieel van start vanaf 1 april 2013. De samenstelling en de respectieve bevoegdheden van het Managementcomité zal bestaan uit de volgende acht leden: Walter Van den Bossche, CEO Guy Cosyns, directeur Klantwerking Frank Demeyer, directeur Personeels- en Organisatiebeheer Wim Den Roover, directeur Netuitbating Luc Desomer, directeur Public affairs en Communicatie Jean Pierre Hollevoet, directeur Netbeheer David Termont, directeur Financieel, Administratief en ICT-beheer
46
Donald Vanbeveren, directeur Strategie en Regulering De heer Nick Vandevelde werd aangeduid als secretaris-generaal Het corporate governance charter werd aangepast. De wijzigingen houden verband met de aanpassing van de bestuursorganen van Eandis, de aangepaste missie, visie en startegie en de verwerking van een aantal aanbevelingen van externe auditoren onder andere in verband met de ombudsdienst. Aanpassing distributienettarief De CREG heeft een nieuw tarief goedgekeurd voor de aanrekening vanaf 1 januari 2013 van een netvergoeding voor PV-installaties met een maximaal AC-vermogen van 10 kVA ten bedrage van 50 euro/kW geïnstalleerd vermogen. Op 6 maart 2013 heeft de Raad van Bestuur van Eandis haar visie op de toekomstige ontwikkelingen en evoluties in het distributienetbeheer in Vlaanderen geformuleerd en goedgekeurd. De energiesector in het algemeen en het distributienetbeheer in het bijzonder spelen een vitale rol in het economische leven van het Vlaams gewest; de sociale impact van hun activiteiten is aanzienlijk. Een samenhangende visie op hun toekomst moet daarom gebaseerd zijn op de belangrijkste politieke, regulerende, tarifaire en beleidsmatige aspecten met betrekking tot de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders en hun werkmaatschappij Eandis. In 2011 hadden Eandis en de DNB’s al een verregaande stroomlijning van de structuur van de Eandis Economische Groep goedgekeurd, die vanaf april 2013 zal worden ingevoerd. Eandis wenst nu evenwel verdere stappen te zetten in dit proces. Rekening houdend met de voornoemde elementen en hun verwachte timing heeft de Raad van Bestuur haar ideeën over een aantal dossiers bekendgemaakt, zoals de vaststelling van de einddatum van de huidige DNB’s op eind 2018, de toekomst van het ‘gemengde’ type DNB’s, de voorbereidingen voor de volgende DNB- meerjarentarieven binnen een geregionaliseerde context, mogelijke aanpassingen aan de huidige tariefstructuur voor de DNB’s, de openbaredienstverplichtingen, de evolutie naar een uniform distributienettarief in het Vlaams gewest, de mogelijke fusie van de DNB’s in één enkele entiteit, de mogelijke integratie van de huidige werkmaatschappijen en, ten slotte, niet-kernactiviteiten voor de DNB’s. De Raad van Bestuur van Eandis heeft een tijdslijn uitgetekend, gebaseerd op een aantal mijlpalen die nu reeds gekend zijn, voor de verschillende stappen in haar reorganisatieplan voor de energiedistributie in Vlaanderen. Eandis heeft zijn bereidheid uitgedrukt om met alle betrokken partijen te spreken en samen te werken om een consensus te bereiken over de meest efficiënte structuur voor de energiedistributie van morgen in het Vlaams gewest en deze te implementeren. Op 15 maart 2013 heeft Eandis cvba met succes een private plaatsing onder haar EMTN-programma gerealiseerd voor een bedrag van 54.500 k euro aan een intrestvoet van 3,50 % met een looptijd van 15 jaar en voor een bedrag van 20.500 k euro aan een intrestvoet van 3,75 % met een looptijd van 20 jaar. Deze financiële middelen zullen verstrekt worden aan de DNB’s.
47
33. Lijst van de ondernemingen opgenomen in de consolidatie
Onderneming
Maatschappelijke zetel
Aandelen in bezit (%)
Stemrechten (%)
Distributienetbeheerders * Gaselwest
President Kennedypark 12, 8500 Kortrijk
IMEA
Merksemsesteenweg 233, 2100 Deurne
Imewo
Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
Intergem
Administratief Centrum (AC), Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde
Iveka
Koningin Elisabethlei 38, 2300 Turnhout
Iverlek
Aarschotsesteenweg 58, 3012 Wilsele-Leuven
Sibelgas
Gemeentehuis St. Joost-Ten-Node, Sterrenkundelaan 12, 1210 Brussel
Dochterondernemingen Eandis cvba
Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
100,00
100,00
De Stroomlijn cvba
Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
64,03
64,03
Indexis cvba
Ravensteingalerij 4 bus 2, 1000 Brussel
70,00
70,00
Atrias cvba
Ravensteingalerij 4 bus 2, 1000 Brussel
25,00
25,00
* Contactadres: Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle De dochteronderneming SYNDUCTIS cvba (met maatschappelijke zetel te Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle), opgericht op 21 december 2012 werd opgenomen als een ‘Overige belegging’ in de consolidatie. Eandis bezit 50 % van de aandelen. De onderneming Eandis cvba vormt samen met haar dochterondernemingen De Stroomlijn cvba, Indexis cvba, Atrias cvba en SYNDUCTIS cvba de (juridische) ‘Eandis groep’. Deze groep maakt haar IFRS resultaten bekend die kunnen geraadpleegd worden op de website www.Eandis.be.
48
Werken in een gereguleerde omgeving Gereguleerde tarieven De Groep haalde de meerderheid van haar opbrengsten uit de gereguleerde tarieven voor het gebruik van de distributienetten voor elektriciteit en gas (tarifaire inkomsten). Het tarievenmechanisme is gebaseerd op de boekhouding volgens de Belgische boekhoudkundige (BeGAAP) regels. Vanaf het boekjaar 2009 werd een nieuw gereguleerd tarievenstelsel van kracht waarbij tariefvoorstellen voor vier jaren werden ingediend bij de regulator (periode 2009 tot 2012). De toepassingsmodaliteiten voor dit meerjaren tarief zijn terug te vinden in het KB van 2 september 2008 (gepubliceerd in het B.S. van 12 september 2008). Enkel de aanvaarde reële kosten die verband hielden met de taken als netbeheerder werden gedekt door de tarieven. De tarifaire opbrengsten zijn opgebouwd op basis van een gereguleerd “cost plus” systeem, inclusief de billijke vergoeding. De vastgelegde distributietarieven voor de regulatoire periode 2009-2012 waren niet in staat om de onvoorziene sterke groei van de kosten voor de groenestroomcertificaten en de premies voor rationeel energiegebruik (REG) te dragen. De CREG besliste daarom op 31 maart 2011 om een tussentijdse aanpassing van de tarieven voor de activiteit elektriciteit door te voeren vanaf 1 april 2011 tot eind 2012. Hierdoor werd een plotse stijging van de distributienettarieven bij de start van de volgende regulatoire tariefperiode voorkomen en werd de prefinancieringslast voor de DNB’s vermeden. In het kader van een nieuwe reeks maatregelen tot hervorming van de staatsstructuren en de overheveling van de bevoegdheid over de distributienettarieven van het federale (nu in handen van de CREG) naar het regionale niveau (VREG), werd na overleg tussen alle betrokken partijen (federale en regionale energieregulatoren, distributienetbeheerders uit alle landsdelen en hun werkmaatschappijen) beslist om de tarieven die van kracht waren in januari 2012 onverkort te laten gelden voor de jaren 2013 en 2014. Met betrekking tot het verschil tussen de gebudgetteerde en reële kosten en opbrengsten, die in hoofdstuk 4 van bovenvermeld K.B. worden toegelicht, blijft de garantie dat deze tarifaire schuld en/of vordering bij goedkeuring in het gebudgetteerde inkomen van een volgende regulatoire periode mag verrekend worden. Net zoals voor de vorige jaren werd de billijke vergoeding conform art. 8. § 1. van het K.B. van 2 september 2008 bepaald op basis van de parameters bedoeld in art. 7 en de werkelijke, gemiddeld over het betreffende exploitatiejaar, gemeten verhouding tussen het eigen vermogen en het gereguleerd actief van de netbeheerder waarvoor conform de beslissing van de CREG de regulatoire overdrachten ten gevolge van REG en groenestroomcertificaten niet meer in rekening worden genomen. Voor de waarde van de OLO-rente werd thans ook rekening gehouden met de gemiddelde waarde van deze rente over het betrokken exploitatiejaar (2,9804% t.o.v. de 3,9255% zoals initieel vermeld in het budget).
Billijke winstmarge De billijke winstmarge is de vergoeding voor de door de netbeheerder in het net geïnvesteerde kapitaal. De waarde van het geïnvesteerd kapitaal dat wordt vergoed, is de waarde van de gereguleerde activa. Deze is de som van de waarden van het netwerk en de behoefte aan bedrijfskapitaal. De gereguleerde actiefwaarde wordt op jaarbasis berekend rekening houdend met de nieuwe investeringen (Regulated Asset Base - RAB), de afschrijvingen en de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal. De reële billijke marge voor het exploitatiejaar wordt bepaald op basis van parameters (rendementsvergoeding en risicopremie) enerzijds en de werkelijke, gemiddeld over het betreffende
49
exploitatiejaar, gemeten verhouding tussen het eigen vermogen en het gereguleerd actief anderzijds (S-factor). Bij deze berekening wordt de reële OLO (vanaf 2010) en de S-factor op basis van de definitieve balansen toegepast. Het verschil tussen de werkelijke en gebudgetteerde billijke marge kan overgedragen worden. Niet beheersbare kosten en volumeverschillen De niet beheersbare kosten zijn deze kosten waarover de Groep geen rechtstreekse controle heeft. Het verschil tussen de geraamde en de reële opgelopen kosten kunnen opgenomen worden als een vordering of schuld en dus verrekend worden in een volgende tarifaire periode. Het verschil tussen de reële verkoopvolumes en het in het budget opgenomen geraamde verkoopsvolume kan eveneens verrekend worden in een volgende tarifaire periode. Bovenvermelde verschillen zullen resulteren in een verhoging dan wel een verlaging van de toekomstige tarieven. Beheersbare kosten De beheersbare kosten zijn deze kosten waarover de Groep rechtstreekse controle heeft. De geraamde kosten dienen jaarlijks herrekend te worden op basis van de reële berekende prijsindex M en de loon- en sociale lasten gerelateerde index S van het betrokken exploitatiejaar. Volgens het KB van 2 september 2008 dienen de gebudgetteerde cijfers van 2009 echter niet herrekend te worden met de juiste inflatievoet. Het verschil tussen het oorspronkelijk en het herrekend budget voor de beheersbare kosten wordt overgedragen naar de volgende tarifaire ronde. Het verschil tussen de herrekende geraamde en de reële beheersbare kosten maken deel uit van het boekhoudkundig resultaat en worden bijgevolg integraal (als bonus dan wel als malus) toegeschreven aan de netbeheerder (zie toelichting ‘Eigen vermogen – beschikbare reserve’). Het afrekeningsmechanisme Elk jaar maken de DNB’s een overzicht van de afrekening van de voorbijgaande jaren. De afwijkingen (positief of negatief) worden, zoals hierboven vermeld, op de balans opgenomen als een kortlopende vordering of verplichting. Jaarlijks controleert de CREG de gerapporteerde saldi van het afgelopen exploitatiejaar. Wanneer de CREG echter oordeelt dat bepaalde opgetekende kosten dienen verworpen te worden, zullen deze kosten in mindering dienen genomen te worden van het resultaat (billijke vergoeding) van het volgende boekjaar. Het desgevallend gecorrigeerde nettoresultaat weerspiegelt aldus de voor uitkering beschikbare billijke vergoeding voor de aandeelhouders. Op basis van de huidige wetgeving zullen de op einde 2012 nog openstaande saldi kunnen aangezuiverd worden (zie Overzicht van de vorderingen – Terug te nemen in latere jaren). Omwille van de overdracht van de tariefbevoegdheden van de CREG naar de VREG bestaat er nog enige onduidelijkheid omtrent de wijze en de periode waarbinnen deze aanzuiveringen zullen plaatsgrijpen. In het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (1725/1-9), meer specifiek in artikel 18, wordt aan de federale regulator de bevoegdheid toegekend om overeenkomstig artikel 12quater §2 ‘… als overgangsmaatregel tot verlenging of elke andere maatregel die zij dienstig zou achten…’ te beslissen. Daarom heeft de CREG toegezegd om de tarieven voor de jaren 2013 en 2014 van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders op het zelfde niveau te houden van deze die werden goedgekeurd voor het jaar 2012. Boekhoudkundige verwerking Momenteel zijn er geen specifieke IFRS-richtlijnen i.v.m. de boekhoudkundige verwerking van het afrekeningmechanisme in een gereguleerde omgeving.
50
Indien echter de boekhoudkundige verwerking niet in overeenstemming zouden zijn met de toekomstige IFRS-richtlijnen, dan zouden de resultaten en het eigen vermogen moeten worden aangepast. Overzicht van de vorderingen van het afrekeningmechanisme (zie Toelichting ‘Handels- en overige vorderingen’).
(In duizenden EUR)
2012
2011
Overdrachten 2006
0
-1.061
Overdrachten 2007
0
41.643
Overdrachten 2008
0
10.847
Overdrachten 2009
0
17.691
Overdrachten 2010
0
65.667
Overdrachten 2008
39.822
39.822
Overdrachten 2009
67.792
67.792
Overdrachten 2010
-12.686
-10.844
Overdrachten 2011
87.347
89.230
Overdrachten 2012
182.702
0
Totaal netto nog te recupereren
364.977
320.787
Terug te nemen in 2009-2012
Terug te nemen in latere jaren
waarvan - Kortlopende schulden
29.344
10.428
waarvan - Kortlopende vordering
394.321
331.215
Totaal netto nog te recupereren
364.977
320.787
waarvan opgenomen als Kortlopende schulden
29.344
10.428
waarvan opgenomen als Kortlopende vordering
394.321
331.215
Totaal netto nog te recupereren
364.977
320.787
51
Reconciliatie van het afrekenmechanisme.
(In duizenden EUR)
2012
2011
320.787
342.794
Toevoegingen overdrachten m.b.t. 2011
-1.883
89.230
Toevoegingen overdrachten m.b.t. 2012 Totaal toegevoegde overdrachten
182.702 178.978
0 89.230
Vordering afrekenmechanisme op 1 januari
Recuperatie overdrachten m.b.t. 2006
1.061
1.061
Recuperatie overdrachten m.b.t. 2007
-41.643
-41.643
Recuperatie overdrachten m.b.t. 2008
-10.847
-8.135
Recuperatie overdrachten m.b.t. 2009
-17.691
-13.268
Recuperatie overdrachten m.b.t. 2010 Totaal recuperatie overdrachten
-65.668 -134.788
-49.252 -111.237
Totaal van de bewegingen
44.190
-22.007
waarvan - bewegingen via de resultatenrekening
44.190
-22.007
364.977
320.787
Vordering afrekenmechanisme op einde van de rapporteringperiode
52