ECONnect FEB@LEUVEN EN EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKS • 3DE JAARGANG • APR.MEI.JUN.2014
Alumni@FEB Leuvense economen voor het goede doel
Education@FEB Discussions on Governance: manager van het jaar Ronnie Leten Research@FEB What’s in a name: Disruptive Innovation
Students@FEB Topsport@FEB: Kristof Vandewalle
Met medewerking van:
1
Inhoud
Alumni@FEB • 5YG: Interview Ludovic Deprez – Brecht Wille • Ekonomika West- en Oost-Vlaanderen bezoeken de Ghelamco Arena in Gent • Alumni@Antwerpen. Entrepreneur inside. Debat met topondernemers van bij ons • ‘Servitization: een business model dat de industrie uitdaagt’
p4 p4 p5 p6 p8
• Jaarvergadering Ekonomika Senioren p10 • Leuvense economen voor het goede doel p12 • Boekonomika. De prijs van uw gezondheid. Is onze gezondheidszorg in gevaar? p14 • Davidsfonds cultuurreizen p16 • De kracht van concept en samenwerking: KU Leuven en Darwin p17
Education@FEB • 30 jaar SCAFF. Hoe financiert u uw bedrijf van/in de toekomst? • Discussions on governance. • Afscheid internationale studenten
p18 p18 p20 p23
• Retail worstelt met webwinkellogistiek, kan het ook winstgevend? • Studeren in de USA: Egwin Avau doet zijn verhaal
p26
p28
Research@FEB • The economics of beer • What’s in a name
p24
p28 p30
• Academic hero
Students@FEB • Kristof Vandewalle p34 • B2U Lectures Deluxe. The Fashion Edition p36 • Verslag Kiesweek p38
p32
p34 • Ekonomika’s verkiezingsdebat • Galabal
p40 p41
ECONnect Woord van de Voorzitter O
ok dit jaar verwelkomen we een nieuwe generatie economen en bedrijfseconomen die aansluit bij onze alumnivereniging. De 5YG jongerenafdeling organiseert leuke én interessante activiteiten: een uiteenzetting over Huren of Kopen, een sessie met bedrijfsleiders over carrièreplanning, begeleiding van je eerste stappen in aandelenbeleggingen, en ... After Work Parties. Ekonomika Alumni biedt een organisatorisch en logistiek platform aan waar nieuwe ideeën en initiatieven kunnen groeien, telkens in die typische Utile Dulci sfeer. Onze Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen bevindt zich nu op vier locaties: campus Leuven, campus Kortrijk, campus Antwerpen en campus Brussel. Het onderzoek en onderwijs wordt gedragen door één visie, missie en strategie waarbij subsidiariteit en decentralisering de leidende principes zijn. Onze Ekonomika Alumniwerking sluit naadloos aan bij deze strategie: onze regionale kernen, vakgroep en generatiewerking houden nu al maximaal rekening met de verscheidenheid onder onze afgestudeerden. Met de uitbreiding naar de andere campussen gaan we nu ook in dialoog met de lokale alumniverenigingen en bouwen we aan een goede samenwerking. Een samenwerking die ook meer en meer gebeurt over de faculteitsgrenzen heen: vele jonge alumni studeren immers aan meer dan 1 faculteit. Ook brengt de internationalisering van ons ledenbestand opportuniteiten aan om samen te werken met alumniverenigingen van andere faculteiten via Alumni Lovanienses. Eenmaal per jaar komen onze alumni, partners en professoren samen, dit jaar op zaterdag 18 oktober in Harelbeke bij Vyncke Energietechniek, waar oud-praeses Peter Vyncke het lustrumjaar (afgestudeerd in 1994) speciaal in de bloemetjes zal zetten. Het is een ideale gelegenheid om terug af te spreken met vroegere vrienden: als je contactgegevens nodig hebt, doe dan zeker beroep op ons secretariaat. Het Ekonomika Feest 2014 start met een exclusief bedrijfsbezoek aan Vyncke Energietechniek, gevolgd door een VIP-receptie en walking dinner. Noteer alvast de datum van 18 oktober! In dit nummer van ECONnect maakt u weer kennis met heel wat activiteiten van Ekonomika Alumni, en ook met het reilen en zeilen aan de Faculteit. Graag begroeten wij u op een van onze volgende activiteiten.
Freddy Nurski Voorzitter
3
Alumni@FEB
5YG INTERVIEW LUDOVIC DEPREZ - BRECHT WILLE WAARVOOR STAAT 5YG EN WELKE ACTIVITEITEN ORGANISEREN JULLIE ZOAL? 5YG is de afkorting voor 5 Young Generations, de deelvereniging van Ekonomika Alumni die de afgestudeerden van de laatste vijf jaren groepeert. Volledig in de geest van Utile Dulci bieden wij een gevarieerd aanbod van activiteiten aan waarbij we de overgang van het studentenleven naar het werkleven zoveel mogelijk begeleiden. Getuige hiervan zijn enerzijds de succesvolle ‘Utile’ activiteiten rond ‘Kopen of Huren’ en ‘Beleggen voor beginners’ en anderzijds de ‘Dulci’ activiteiten zoals cantussen, 5YG fuif, 5YG Brusselt/Leuvent!... De nadruk ligt hierbij om de jongeren kennis te laten maken met de alumnivereniging en hierbij de drempel tot deelname zo laag mogelijk te houden. HOE PAST DIT IN DE ALGEMENE STRUCTUUR VAN EKONOMIKA ALUMNI? Zoals hierboven vermeld is 5YG de jongerenafdeling van Ekonomika Alumni; die daarnaast nog verschillende opsplitsingen kent volgens regio, vakgroep en leeftijd. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat men vaker gaat streven naar synergie door bijvoorbeeld een activiteit te organiseren met andere deelverenigingen. Zo was het bedrijfsbezoek aan de Ancienne Belgique in Brussel een gezamelijke organisatie van 5YG, regio Vlaams Brabant en regio Brussel. Dit laat toe om een aangename mix te hebben wat het type bezoekers betreft. WELKE ZIJN DE GROTE UITDAGINGEN WAT JONGEREN BETREFT (MERK JE EEN GEWIJZIGDE TIJDSBESTEDING)? Ondanks het feit dat we gemiddeld 60 aanwezigen hadden op de 35 activiteiten die we het voorbije jaar hebben georganiseerd, merken we dat een continue inspanning vereist is om alumni naar onze activiteiten te krijgen. De voornaamste redenen hiervan zijn enerzijds de toenemende werkdruk en anderzijds het overaanbod aan activiteiten. Daarnaast speelt de onzekerheid als gevolg van de overgang naar het werkleven uiteraard ook een grote rol. De voornaamste uitdaging is daarom om afgestudeerden
4
van onze faculteit te overtuigen van het nut van de alumnivereniging en hen vaak op onze activiteiten te mogen verwelkomen. Ook voor de faculteit is het van groot belang dat alumni van de faculteit in contact blijven met de FEB en diens vertakkingen. WORDT HIERBIJ SAMENGEWERKT MET EKONOMIKA STUDENTEN? Nieuwe alumnileden vloeien uiteraard rechtstreeks voort vanuit Ekonomika Studenten; het hoeft dan ook geen betoog dat een goede en intense samenwerking met Ekonomika Studenten cruciaal is voor deze doorstroming. In dit kader werd de voorgaande maanden al samengewerkt op onder andere het Ekonomika Galabal en de Business-to-University Lectures. Hierbij wil ik ook graag de aandacht vestigen op de tweede editie van de Young Alumni Day die op 30 oktober zal plaatsvinden waarbij 8 prominente alumni van onze faculteit (elk in hun vakdomein) in debat gaan met onze jong afgestudeerden. Hou dus zeker deze datum in uw agenda! WAT IS DE MENING VAN DE JONGEREN OVER DE ‘GROEI’ VAN DE FEB? Uiteraard kunnen wij niet blind blijven voor de grondig gewijzigde situatie op het niveau van de faculteit. Het spreekt dan ook voor zich dat we hierbij de ‘algemene’ aanpak van Ekonomika Alumni willen volgen door open te staan voor samenwerking en voor alumni van nieuwe ‘FEBcampussen’. We dienen dit te beschouwen als een unieke kans om onze alumniwerking te versterken en verder te aligneren met de faculteit. We zijn tenslotte allemaal alumni van dezelfde faculteit! HEBBEN JULLIE NOG EEN BOODSCHAP VOOR DE LAATSTEJAARSSTUDENTEN? Heel zeker! Voor zij die er aan zouden twijfelen, het leven eindigt niet bij het einde van jullie studentenleven. Geniet nog van jullie laatste maanden als student en wij hopen jullie alvast te morgen verwelkomen op één van onze volgende activiteiten! Righard Bruyns
WEST- EN OOST-VLAANDEREN Ekonomika West- en Oost-Vlaanderen bezoeken
de Ghelamco Arena in Gent in samenwerking met Optima Eind april 2014 waren de leden van Ekonomika West- en Oost-Vlaanderen te gast in de Ghelamco Arena in Gent. Eerst kregen we een rondleiding in het immense stadion dat vorig jaar verkozen is tot mooiste nieuw voetbalstadion ter wereld.
lles aan dit stadion is indrukwekkend: de business lounge met de mooie zitjes, de speciale tribune voor andersvaliden en gehoorgestoorden waar er tijdens de wedstrijden live Gents commentaar voorzien wordt, het voetbalveld dat anderhalve meter hoog ligt, de “straat” die rond het voetbalveld ligt zodat hulpdiensten rond het veld kunnen rijden, de 24 tanks van 1000 liter bier die per wedstrijd worden leeg gedronken, de promenade achter de tribunes die mogelijk maakt dat je in het stadion rond het stadion kan wandelen, de vele drank- en eetstandjes waar je met een prepaid kaart moet betalen (hier is cash geen king!), de superdeluxe kleedkamer van KAA Gent met tactisch bord aan de muur en jacuzzi, de gewone kleedkamer voor de bezoekers zonder tactisch bord en zonder jacuzzi, de mooie leuze in blauwe ledverlichting in de kleedkamer “the victory starts here”, en natuurlijk de kostprijs…. De bedragen varieerden van gids tot gids, maar 70 à 80 miljoen euro is natuurlijk geen klein bier. In dit stadion met 19.999 zitjes moet in de toekomst een topploeg spelen. De ploegen uit Play Off 1 dit jaar zijn gewaarschuwd!
A
Daarenboven stijgt de fiscale druk op spaargelden continu. Recente voorbeelden zijn er genoeg: stijging van de roerende voorheffing van 10 naar 25%, invoering van een verzekeringstaks van 2%, verhoging miserietaks, taks op liquiditatiebonus,… Na de verkiezingen komt waarschijnlijk een volgende vermogenstaks op de proppen…. Als derde risico belichtte Jo Viaene de beveiliging van ons spaargeld. Spreiding is belangrijk, maar spreid je spaargeld over veilige banken en veilige landen, met Cyprus in het achterhoofd waar rijke Russische beleggers een deel van hun spaargeld zagen verdampen bij de redding van de Cypriotische banken. De lage rendementen op spaargelden vormen een volgend risico. Voor Jo Viaene is het hemeltergend dat de inlages op de spaarboekjes sedert 2008 fenomenaal stijgen terwijl de rentes op spaarboekjes de omgekeerde curve maken. De Vlaming is bang om geld te verliezen en beseft niet dat 1% extra rendement op 25 jaar een enorm verschil maakt. Beleg en spreid je risico’s! SUCCESSIEPLANNING
OPTIMA OVER SPAREN Na de indrukwekkende rondleiding was het de beurt aan Jo Viaene, bestuurder bij Optima, om ons terug bij de les te brengen en ons te wijzen op de mogelijke risico’s dat ons dierbaar spaargeld loopt. De strijd voor de opheffing van het bankgeheim woedt al een tijdje. Het zijn de VS die na 9/11 in hun strijd tegen terrorisme de eerste barsten in het heilig bankgeheim veroorzaakten. De bankencrisis en de economische crisis van de laatste jaren holden het geheim nog verder uit. Het wordt in de toekomst quasi onmogelijk om fiscale privacy te genieten.
Met een slechte successieplanning sloot Jo de risico’s af: het heeft geen zin om 25 jaar 1% extra rendement te verdienen als je het bij successie allemaal terug aan de fiscus moet afgeven. Zijn advies is dan ook duidelijk: plan nu het nog kan; het bestaan van het plan is belangrijker dan de techniek die in het plan gebruikt wordt. Met het welgekomen drankje en een hapje werd de eerste succesvolle samenwerking bij Ekonomika tussen Oost- en West-Vlaanderen afgesloten. We danken Jo Viaene en Optima dat ze deze activiteit mogelijk maakten en ondersteunden. Christophe Popelier 5
Alumni@FEB
ANTWERPEN Entrepreneur inside.
Debat met top-ondernemers van bij ons Première: co-activiteit van Alumni Ekonomika Antwerpen en Alumni FEB campus Carolus op 22 mei 2014 op de campus van FEB Antwerpen. De bedrijfsverhalen van Kipling en Bongo-bon volgen. Een 50-tal leden verzamelden op het terras van de prachtige binnentuin van de mooi gerestaureerde campus van FEB Antwerpen (Thomas More). Gastheer Luc De Schoesitter heette ons van harte welkom en was duidelijk in zijn nopjes met dit eerste samenwerkingsinitiatief tussen de regionale kringen van beide Alumni’s binnen de Associatie KU Leuven. Hij lichtte de kleurrijke historiek van de Handelshogeschool toe die in 1932 opgericht werd door de Zusters Van Liefde van Eeklo, die later evolueerde tot de Lessius Hogeschool, daarna tot Thomas More, en recent tot FEB, campus Antwerpen van de KU Leuven. Vervolgens leidde moderator Karel Dierick de avond in. Karel, die zijn dossiers goed voorbereid had, overliep op een gevatte wijze het boeiende parcours van de beide Vlaamse top-ondernemers die we vandaag te gast hadden. Eerst kreeg Paul Van De Velde het podium in de moderne aula om zijn verhaal te brengen met woord en beeld. Paul schetste een zeer openhartig beeld van zijn al zeer rijk gevulde carrière tot nu, met focus op het boeiende ondernemersverhaal van de creatie van Kipling, dat hij in ’87 samen met Xavier Kegels uit de grond stampte en er een wereldmerk van maakte. Vandaag worden er wereldwijd jaarlijks 6 miljoen Kipling bags verkocht! Dit in 67 landen via meer dan 5.000 stores. Ondernemen is voor Paul een droom waarmaken, waarbij je beslissingen durft nemen. Hun droom was dé Benetton te worden van de draagtassen, op de markt gezet door mono-merkstores. Bedoeling is dat het product zichzelf overstijgt en een ervaring wordt, een “love brand”. Het succes was spectaculair: van ’87 tot ’99 groeide het merk 35% per jaar! De explosieve groei eiste toen ook zijn tol: de kredietlijnen volgden dit moordend ritme niet, waardoor het oprichtersduo zich genoodzaakt zag om het bedrijf te verkopen aan de zeer ervaren Antwerpse zakenman Tony Gram die het bedrijf herfinancierde en het succesvol verkocht aan de machtige Amerikaanse multinational VF Corporation. Paul blikte zeer openhartig terug op deze moeilijke periode, ook met de nodige zelfkritiek omdat zij toen als jonge, ontstuimige ondernemers dachten alles beter te weten. Hij gaf de aanwezigen heel wat practische tips en behoedde hen ook voor de kille houding van de banken “die jou een regenscherm lenen, maar hem vragen op het moment dat het begint te regenen”. Na het Kiplingverhaal werkte Paul als ondernemer voor diverse bedrijven en startte hij zijn eigen consultancy bedrijf Piramide Consulting. 6
Toen was het de beurt aan Marc Verhagen die samen met Bruno Spaas “Bongo” bon bedacht en er een internationaal succes van maakte. Marc benadrukte dat het ondernemen geen “one shot” is, maar vooral een proces. Zo waren zij in 2000 gestart met de boekingssite Weekendesk.com, maar constateerden ze na 1 jaar dat ze te weinig boekingen binnenkregen om er een leefbaar businessmodel van te maken. Wel kregen ze veel vraag naar vouchers. Tijdens de crisisbrainstorms groeide toen het idee om beleveniswaardebons “in een doosje” te lanceren. Voordeel was dat zij daardoor zelf op een hoop cash gingen zitten dankzij de lange tijd die verstreek tussen betaald worden en zelf de leveranciers moeten betalen na gebruik van de bons. Pas toen werden de steeds meer uitgebreide belevenisbons van Weekendesk een succes Een aantal jaar later adviseerde de Antwerpse reclame-goeroe Guillaume Duval hen om er dringend een echte sterke merknaam aan te geven om hun uniek marktleiderschap zeker niet uit handen te geven. Na brainstorming kwam “Go Bongo” er als sterkste merknaam uit, wat niet lang daarna afgekort werd tot het bekende “Bongo”. Het concept werd in maar liefst 13 landen een Europees succes. Het bedrijf groeide zo hard dat beide ondernemers constateerden dat zij managers geworden waren ipv creatieve ondernemers. Toen zij de kans kregen, verkochten zij dan ook beiden hun bedrijf, en gingen elk apart opnieuw hun eigen weg. Marc richtte een uitgeverij op, Luster, met unieke concepten in de boekenwereld. Karel glunderde, want als moderator had hij veel notities genomen om er een boeiend debat van te maken, en dat werd het ook. Geen enkel taboe-onderwerp werd uit de weg gegaan. Een interessante discussie ging over wat er aan de basis ligt van succesverhalen als Kipling en Bongobon. Beiden wezen dit toe aan het feit dat het telkens om een duo van ondernemers ging met 2 aparte persoonlijkheden die wel dezelfde passie deelden. Dat complementaire, de vonken bij al hun discussies maar die ook inspireerden en ervoor zorgden dat één plus één drie werd, maakten het echte verschil volgens hen. En verder dat je een beetje zot moet zijn om te ondernemen, met vooral veel durf. “Imagination is more than knowledge”, zei de legendarische Einstein ooit. Dat je koppig moet zijn, maar ook niet té koppig.
De vraag van Karel of het onderwijs een actievere rol zou moeten spelen naar ondernemerschap toe, werd door beide ondernemers met instemming beantwoord. Kritisch zei Marc dat de scholen vanaf het prille begin nu heel veel creativiteit in de kiem smoren: “Wanneer mijn kind een paarse olifant tekent, wordt dat als fout behandeld, en moet de kleuter de tekening opnieuw starten om er een grijze versie van te maken. Men zou beter de creativiteit stimuleren”. Paul beaamde dit, en betreurt dat het onderwijs vooral gericht is op IQ ipv EQ of empathie wat je later in de praktijk als ondernemer veel meer zal nodig hebben. Persoonlijke visies volgden over actuële thema’s als het internationaal competitief blijven tov lage(re)loonlanden en de opvolging van familiebedrijven. Ook de rol van vakbonden werd openhartig besproken. Paul: “Vakbonden zijn er vandaag meer voor mensen die niet werken dan voor zij die werken. Structureel brengt de uitbetaling van werklozen hen ook meer op dan hen aan het werk te helpen”. “Ook dienen vele werknemers uit hun comfortzone gehaald te worden, want anders zakt onze internationale competitiviteit nog verder.” “De perceptie van ervaren 50-plussers op de arbeidsmarkt dient ook sterk gevaloriseerd te worden. Kijk maar eens hoe goed zij dat in Scandinavië hebben aangepakt met gepast werk voor alle leeftijden!”
Ekonomika Antwerpen – zaterdag 26 april 2014
Werfbezoek aan de grootste sluis ter wereld: de tweede Waaslandhavensluis aan het Deurganckdok Tot slot formuleerden de 3 ondernemers, inclusief Karel die zelf het succesvolle MiniFlat opgericht heeft, concrete tips voor startende ondernemers: - Hou je financiën goed bij. Wees openhartig naar je bankier(s) toe, maar verwacht geen mirakeloplossingen van je bankier. - Doe beroep op een externe adviseur, en op managers die meer ervaring hebben dan jezelf. - Kijk tijdig achterom: volgt mijn personeel? Mijn klanten? - Zorg tijdig voor een appeltje voor de dorst, met als voordeel dat je dan op veilig speelt én dat je minder snel -dus ook niet té snel- groeit. - Kruip bij tegenslag niet in uw schelp. Leer ook spreken over de neergang. Elke ondernemer heeft het recht om fouten te maken en te falen. - Geluk komt niet zomaar, dat dwing je af. De boeiende avond werd afgesloten met een gezellige receptie waarop beide ondernemers tot laat op de avond tijd maakten om persoonlijk kennis te maken met onze leden. Paul signeerde er ook zijn succesvol managementboek “Monkey business” dat hij aan een zeer speciale prijs aanbood aan de aanwezigen. Deze eerste gezamenlijke activiteit tussen beide Alumni’s bleek een schot in de roos, en er wordt dan ook al uitgekeken naar het vervolg. Patrick D'Espallier
Ekonomika Antwerpen bracht op een zonnige zaterdagochtend een begeleid bezoek van deze indrukwekkende werf, die zich nu over de helft in planning bevindt. Marc Peeters, CEO van BAM Belgium, gaf ons ons persoonlijk een presentatie én een rondleiding van deze uiterst imponerende werf. De 2e Waaslandhavensluis is met een lengte van 500 meter en een breedte van 68 meter een reusachtig bouwproject in de Antwerpse haven. 800.000 m³ beton en 22.000 ton constructiestaal zullen nodig zijn om deze sluis te bouwen.
Het economisch belang van de 2e Waaslandhavensluis is niet te onderschatten: zij zal, naast de Kallosluis die al bestaat van 1979 maar niet meer aan de huidige noden voldoet, ook voor grotere schepen de toegang tot de dokken op de linker Scheldeoever verzekeren en hiermee toelaten het potentieel van de Waaslandhaven ten volle te benutten. Na het werfbezoek volgde een heerlijke, gezellige lunch op het terras van de taverne ‘Plaasjkaffee’ aan het stemmige Sint-Annastrand. 7
Alumni@FEB
PRODUCTIE EN LOGISTIEK Wouter Ceulemans (Atlas Copco): Wouter Ceulemans
Servitization
een business model dat de industrie uitdaagt
Op één of andere wijze diensten koppelen aan de producten die je verkoopt, daar komt het ongeveer op neer wanneer we spreken van ‘servitization’, zo leidde professor Robert Boute (KU Leuven) het thema in dat paste in de praktijkgetuigenissen in het kader van het Postgraduaat in de Bedrijfskunde aan onze faculteit FEB. ‘En alhoewel betere marges en een meer stabiel winstprofiel er meestal het gevolg van zijn, lukt het toch niet altijd, en wagen heel wat productiebedrijven zich er niet aan. Het is dan ook een uitdagend business model met heel wat knelpunten die moeten worden opgelost’, aldus Boute. En hij somde er die 9e mei 2014 in Leuven een aantal op: ‘diensten’ is iets heel anders dan ‘productie’, service centers moeten dicht bij de klanten liggen terwijl de productie vaak gecentraliseerd is, de ‘aftersales market’ is vaak onvoorspelbaar en je kan ook geen ‘services in advance’ aanbieden, het is een make-to-order-model. En zo zijn er nog veel meer.’
Om te illustreren hoe ‘servitization’ in de praktijk werkt, bracht Wouter Ceulemans, VP Operations bij Atlas Copco Compressor Technique Service Division het verhaal van deze Zweeds multinational. Atlas Copco heeft in de bedrijfswereld een naam als een klok. Het is een B-2-B-bedrijf dat wereldwijd actief is in 4 sectoren: de meest bekende is die van de compressoren, maar er is ook de mijnbouw, de ‘industrial tools’ en de bouwsector (bv. tunnels en wegen). ‘Wij zijn in essentie een productiebedrijf, al was ‘service’ wel altijd overal voor elk product aanwezig. Maar pas zo’n zevental jaar geleden zijn we de focus echt op de services gaan leggen. Geen gemakkelijke taak, want de ‘engineers’ zijn baas bij ons. En die denken aan nieuwe producten… maar vele van onze klanten werken met machines van ons die ze al 20 jaar gebruiken. Op de levensloop van een product is de kost van de ‘maintenance’ zelfs hoger dan de aankoopkost zelf. Om dan nog te zwijgen van de kost van de mogelijke stilstanden die de machines bij onze klanten kunnen veroorzaken, de zogenaamde opportuniteitskosten.’ 8
En hoe zit dat nu bij Atlas Copco met de resultaten van dit model? Ceulemans: ‘Grosso modo halen we nu al 40% van onze omzet uit services, en 60% van de verkoop uit equipment. En ‘services’ wint verder terrein. Als ik de uitdagingen vergelijk, dan wordt een en ander duidelijker. Voor de machines zien we een toenemende concurrentie uit Azië, hetgeen een druk geeft op de prijzen, zowel op de productiekostprijs als op de verkoopprijs. Machines zitten bovendien in de investeringscyclus en die is veel volatieler dan de services business. In de crisisperiode 2008-09 daalde de omzet daardoor in de machineverkoop sterk. De services zijn veel robuuster, meer ‘resilient’, waardoor de inkomstenstroom ook stabieler is, zelfs in crisisperiodes: in dezelfde periode 2008-09 ging de omzet in de services maar met een tiende van het verschil achteruit. De winstmarges zijn er ook interessanter, en met de ‘captive parts’, de onderdelen die alleen bij ons te kopen zijn, hebben we ook een sterkere marktpositie in die services.’
Wat zijn de succesfactoren van dit servitization model? En wat zijn de valkuilen? Ceulemans: ‘Cruciaal is te weten waar uw machines staan, de zogenaamde ‘installed base’, uiteraard om te weten waar we de services moeten aanbieden. Vroeger – want we hebben altijd al services aangeboden – deed elke divisie haar eigen services. Maar we hebben de services afgesplitst in een aparte services-divisie. En we zijn overgeschakeld van een reactieve service naar een proactieve serviceverlening. We bieden nu full service aan: onderhoud bij falen, maar ook preventief parts vervangen, optimalisatie van installaties,... We willen daarbij elke machine één maal per jaar zien. Onze services divisie is daardoor ook een volwaardig bedrijf geworden met drie afdelingen: Marketing & Sales, Operaties (de uitvoering van de services) en de Technical Support bij de verkoop van nieuwe equipment. We zijn ook volop aan het werken aan de standaardisering van onze dienstverlening over al onze sites, hetgeen de efficiëntie zeker zal verbeteren, o.m. door de best practices. En we evolueren ook van ‘vervanging van onderdelen’ naar ‘full contracts for maintenance’. Valkuilen zijn legio. Bv. de locatie van de service techniekers. ‘Onze mensen zijn 25% van hun tijd onderweg naar de klanten om hun diensten te verlenen. Dat kost geld. Een goede locatie van techniekers, van centrale naar regionale distributiecentra, maar ook een uitgekiende planning moet dit helpen reduceren. De juiste tools ontwikkelen in functie van de installed base is ook een uitdaging. En de geschikte mensen vinden, bekwame techniekers. Bij Atlas Copco CTS werken niet minder dan 3000 techniekers! Ook de samenwerking tussen productie (van de equipment) en de services blijft een uitdaging. Wat goed is om de productiekost van de machine naar beneden te brengen, kan een omgekeerde invloed hebben op de servicekosten. Het komt er op aan om dit over de ganse levensduur van de machine te bekijken. ‘Voor de toekomst mikken we ondermeer op een betere afstemming van de productie van onze machines op de services die ze daarna zullen nodig hebben. Hoe? Via ‘design for service’. Dat is een hele uitdaging, maar volgens mij wel de toekomst. En ook dat alle machines geconnecteerd zullen zijn. Waardoor we nog meer zullen kunnen overschakelen van een reactieve naar een preventieve full service. Een andere uitdaging is ook om nieuwe diensten te kunnen ontwikkelen.’ ‘Servitization is a rewarding business’, zo besloot Wouter Ceulemans zijn uiteenzetting. Focus brengt resultaten, het richten van de hele organisatie op die focus is essentieel. Het is een robuust business model, waarbij het ook cruciaal is om te kunnen rekenen op de loyauteit van uw klanten, die je tegelijk met de services kunt vergroten. Efficiëntie in de dienstverlening is evenzeer aan de orde, net zoals in een productie-omgeving. En last but not least: ook in de services business is innovatie ‘key’. Fa Quix
9
Alumni@FEB
Jaarvergadering Ekonomika Senioren van 25 april met rector Rik Torfs Op vrijdag 25 april 2014 had in de Faculty Club in Leuven de jaarlijkse bijeenkomst plaats van Ekonomika Senioren. En voor zij die het nog niet weten of wisten, dat zijn de leden van Ekonomika Alumni die meer dan 40 jaar geleden hun studies aan onze Faculteit hebben aangevat. Traditiegetrouw was dit voor velen een weerzien na vele jaren. Diverse herkenningskreten en uitroepen van het type “ben jij dat…” werden gehoord en zoals steeds werd vastgesteld dat sommigen de tand des tijds beter hadden doorstaan dan anderen, maar ook dat de studentikoze sfeer er weer snel helemaal inzat.
10
De “jubilarissen”, dat zijn diegenen die 50 jaar geleden begonnen waren, werden gehuldigd voor hun verdienste van “er bij te zijn” en kregen hiervoor een volhardingsdiploma en bijhorend erespeldje overhandigd. Het uitstekend diner werd opgediend door sterrenrestaurant Arenberg in het prachtige Faculty kader en gaf iedereen de kans om bij te praten en heel wat herinneringen op te halen. Als gastspreker van dit jaar hadden we de eer dat de nieuwe Rector Professor Rik Torfs ons kwam toespreken. Dat de Rector een begenadigd spreker was wisten we maar de magistrale wijze waarop hij met een wat ironisch, zelfrelativerend en humoristisch getinte speech een duidelijke boodschap bracht maakte op alle aanwezigen indruk.
In zijn speech gaf hij duidelijk aan waar een universiteit moet voor staan, de waarden die ze moet uitstralen en de ruimte die ze moet laten aan initiatief en “het recht om fouten te maken”. Na het diner was er de nostalgiecantus waarop alle velen uit luide borst nog eens studentenliederen meezongen. Zoals het hoort werd het geheel afgesloten met de ontroerende “oude roldersklacht” (en dat is voor dit publiek letterlijk te nemen). P.S. voor zij die geïnteresseerd zijn is er een uitgebreide fotoreportage te consulteren op onze website. Jos Clijsters
11
Alumni@FEB
Leuvense economen voor het goede doel Winstmaximalisatie? Groei? ROI? …. Objectieven waar velen van ons dagelijks mee worstelen. En toch … er gaan meer en meer stemmen op om naast deze objectieven ook duurzame, langetermijndoelstellingen op te nemen in het ondernemingsbeleid.
CSR, MEER DAN MOOIE WOORDEN?
ECONOMEN VOOR HET GOEDE DOEL
Corporate Social Responsibility (CSR), heeft dat een impact op bedrijven? Uit onderzoek (2011) van Business & Society Belgium blijkt dat wanneer bedrijven een sociaal project mee opnemen in hun beleid, dit zowel intern als extern positieve gevolgen heeft en leidt tot: - meer sympathie bij het publiek (klanten, prospecten en andere stakeholders) - een positieve uitstraling op de jobmarkt (toekomstige werknemers) - grotere tevredenheid bij het personeel (retentiebeleid) - een duidelijker beeld van het bedrijfsimago bij het personeel - het ontdekken van nieuwe gaten in de markt of van innovatieve werkmethodes.
Stichting Hubi & Vinciane, met twee Leuvense economen in de Raad van Bestuur, wil bedrijven hier een antwoord op bieden. De Stichting van openbaar nut ondersteunt sinds 1982 de streekontwikkeling in hartje Benin (regio Parakou) via projecten in gezondheidszorg, onderwijs en ontwikkeling van ondernemingszin met een focus op landbouw.
Prof. Maddy Janssens van de FEB stelde in november 2013, tijdens een lezing over ‘Zin en onzin van sociaal engagement bij bedrijven’, dat er nood is aan authentiek sociaal engagement van topmanagement en leidinggevenden. De klassieke scheiding van het economische en het sociale en het ecologische heeft vandaag immers voor ernstige problemen gezorgd. Vervuiling en ecologische problemen, psychische & fysieke problemen van werknemers, uitputting van natuurlijke rijkdommen, armoede en uitbuiting van het Zuiden zijn immers problemen waar we allen mee geconfronteerd worden. Willen we toekomstgericht werken, met aandacht voor Profit, maar ook voor People en Planet, dan is een andere benadering van ondernemingsbeleid vereist. De boodschap is duidelijk: wil een bedrijf in 2014 toekomstgericht werken, dan moet het meer doen dan enkel de klassieke doelstellingen beogen.
12
Met de steun van vele sympathisanten en partners in Benin én België wil de Stichting op een duurzame manier werken aan de droom van een jong koppel, Dr. Hubi (Hubert) Adriaens, geneesheer-directeur in een brousseziekenhuis, en zijn verloofde Vinciane Van Assche, die beiden om het leven kwamen tijdens een terugreis naar België. Vandaag bereikt de Stichting via haar projecten bijna een half miljoen inwoners, meer dan 5000 leerlingen en meer dan 100 landbouwgezinnen. Omdat de Stichting uitsluitend met vrijwilligers werkt, gaat 96% van alle fondsen rechtstreeks naar Benin.
WAT KAN DE STICHTING VOOR U DOEN? De Stichting Hubi & Vinciane geeft u de mogelijkheid om visibiliteit te geven aan uw sociaal engagement. Via de labels ‘Partner’ of ‘PartnerPlus’ kan u in uw interne en externe communicatie uw engagement tonen. Maar de Stichting denkt met u mee om aan uw personeel opportuniteiten te geven voor hun sociaal engagement. Op langere termijn kunnen er ter plaatse projecten opgezet worden die passen binnen uw strategie én de doelstellingen van de Stichting. In elk van de gevallen streven we naar een win-win voor alle partijen, in Benin én in België. Enkele voorbeelden die u kunnen inspireren: Skyline Communications verving zijn traditionele eindejaarswensen door een online wishboard waarbij voor elke wens 5 euro werd gestort. Tokai brillen koppelde de lancering van het dunste brilglas ooit aan een event ten voordele van de Stichting. Materialise organiseert reeds enkele jaren een summerschool in Benin en financiert de studies van een aantal beloftevolle jongeren … Ere-rector van de KULeuven en huidig voorzitter van de Stichting Marc Vervenne verwoordde het recent zo: We moeten in Europa met Afrika samenwerken om hun én onze toekomst te garanderen. Wij hopen in elk geval binnenkort met u te kunnen samenwerken. Contacteer ons via
[email protected] of
[email protected]
Hilde Coremans en Bernadette Abts (Ekonomika Alumni) www.hubi-vinciane.be 13
Alumni@FEB
BOEKONOMIKA De prijs van uw gezondheid. Is onze gezondheidszorg in gevaar? Lieven Annemans ‘De Belgische gezondheidszorg heeft zes sterke punten. Onze artsen en medische teams zijn zeer goed opgeleid, het zijn harde werkers met oog voor een kwalitatieve dienstverlening, hetgeen zich ook vertaalt in een hoogstaande medische én veilige zorg, waarbij weinig fouten worden gemaakt. Bovendien zijn onze zorgtarieven redelijk laag, hetgeen de grote toegankelijkheid van het systeem verklaart vermits 99,8 % van de bevolking door onze sociale zekerheid gedekt is. Tenslotte is er ook nog een groot streven naar innovatie waardoor ook de kwaliteit wordt op peil gehouden. U zou dan kunnen besluiten: maar waarom schrijft die mens dan een boek met als titel “De prijs van uw gezondheid: is onze gezondheidszorg in gevaar?” (uitgegeven door Lannoo Campus’), aldus professor Lieven Annemans, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de UGent en de VUB bij de toelichting van zijn spraakmakend boek in Antwerpen.
14
DE VOOR DE HAND LIGGENDE VRAAG IS DAN: WAT LOOPT ER DAN FOUT MET ONZE GEZONDHEIDSZORG? Lieven Annemans: ‘Ondanks de sterke punten en de hoge tevredenheidsgraad bij de patiënten brokkelt ons systeem af. Op de hogergenoemde punten kan ik al de volgende kritische bemerkingen maken. De opleiding is oké, maar de kloof tussen de studie en de praktijk neemt toe. En zijn we harde werkers met oog voor kwaliteit? Ja, maar je krijgt toch ook berichten dat er heel wat de kantjes van aflopen. En is het zo dat onze gezondheidszorg zo veilig is, met weinig medische fouten? Gemiddeld wel, maar er zijn grote variaties tussen de ziekenhuizen waarbij sommige veel minder goede resultaten boeken. En onze zorgtarieven zijn laag, maar betekent dat ook dat de behandelingen goedkoop zijn? Uit een studie in Nederland blijkt dat zij goedkoper zouden kunnen zijn. En is iedereen goed verzekerd? In aantal personen klopt dat wel, quasi iedereen. Maar onze nomenclatura zijn verouderd: wat wordt terugbetaald? Sommige nieuwe behandelingen worden niet terugbetaald, en er is ook het remgeld. Dat stelt toch vragen rond de toegankelijkheid. En onze innovatie tenslotte? De stilstand van de budgetten houdt innovatie nu tegen, en soms doen we niet altijd de juiste investeringen door wat ik noem het ‘silo denken’, het hokjesdenken. Hierdoor zijn niet altijd alle gezondheidsdepartementen goed op mekaar afgestemd.’ En zo zijn we naadloos midden in het tweede hoofdstuk van het boek beland: “Wat er fout loopt en fout kan gaan”. Want daar stopt het niet. Naast deze zes kritische bemerkingen bij onze zogezegd sterke punten, zijn er ook nog de problemen van overconsumptie, maar ook onderbehandeling, onvoldoende preventie, en tenslotte, niet verwonderlijk in dit ingewikkelde land: de complexe structuren.
De auteur gaat nader in op de overconsumptie. En illustreert dit met talrijke concrete en soms pittige voorbeelden. ‘Het overmatig gebruik blijkt ook uit onderzoeken die het gebruik vergelijken met wat op basis van richtlijnen verantwoord of aangewezen is: het aantal CT-scans is naar schatting 30 % te hoog; 40 % van alle bezoeken met kinderen aan de spoed vereisen geen specialistische zorg; bijna één op de vier kankerpatiënten krijgt twee weken voor het einde van hun leven nog chemotherapie die op dat moment compleet zinloos is…’. En er zijn nog andere voorbeelden, zo is België bv. in Europa koploper in het aantal pacemakers per duizend inwoners, liggen we met het gebruik van antibiotica 34 % hoger dan het OESO-gemiddelde, en is er ook bij de patiënten een mentaliteit van medical shopping die dringend moet worden omgebogen. We hebben ook teveel de neiging tot medicalisering van allerlei fenomenen. Lieven Annemans geeft ook een aantal types van incorrect handelen door artsen of andere gezondheidswerkers waardoor de ziekteverzekering op onnodige kosten worden gejaagd: bepaalde handelingen niet uitvoeren maar wel aanrekenen, upgraden van diagnoses om meer behandelingen te kunnen uitvoeren, upcoderen (factureren van een duurdere dienst dan diegene die werkelijk werd uitgevoerd), … Ook de ziekenhuisfinanciering wordt onder de loep genomen. Het financieringssysteem werkt nu de fenomenen van overconsumptie en onderbehandeling in de hand. Wie denkt dat het boek door de opsomming van al deze knelpunten en problemen zwaar op de hand is, vergist zich. Het boek is heel toegankelijk en helder geschreven en leest als een trein. Vrolijk word je er niet van, maar je leert er heel wat van bij. En professor Annemans beperkt zich niet tot de analyse van de problemen, hij geeft ook oplossingen aan. In het derde en laatste hoofdstuk stelt hij zijn herstelplan voor in tien pijlers. Een aantal van de opgesomde punten komt uiteraard hierin terug, maar op twee wil ik nog heel even nader ingaan. Eén is de noodzaak tot preventie om de kosten van de gezondheidszorg te verlagen. Annemans berekende voor het jaar 2013 dat indien alle Belgen met overgewicht (Body Mass Index of BMI tussen 25 en 30) of met obesitas (BMI van 30 of meer) slechts met 1 BMI-punt zouden zakken (komt overeen met enkele kilootjes), we dan over de komende 20 jaar al 4 miljard euro zouden besparen! En dan het knelpunt van de ingewikkelde structuren in ons land, en of die er met de zesde staatshervorming niet op verbeterd zijn? Lieven Annemans: ‘Ik heb het dan eerder over de staatsmis’vorming’. Gezondheidszorg is versnipperd over het regionale en het federale niveau zodat een efficiënt beleid daardoor niet evident is. Zo is preventie bijvoorbeeld een regionale bevoegdheid, maar de baten ervan worden niet op het Vlaamse niveau, maar op het federale geplukt door bijvoorbeeld goedkopere ziekenhuiskosten op termijn. En zo zijn er nog talrijke voorbeelden. Maar dat mag ons niet afschrikken. We moeten de tien pijlers van mijn herstelplan invoeren ondanks de problemen veroorzaakt door onze gebrekkige staatsstructuur’, zo besloot een strijdvaardige professor Annemans. Fa Quix
15
Alumni@FEB
‘Wij hebben met Davidsfonds Cultuurreizen een unieke positie’ Johan Smeuninx ‘Het Davidsfonds kent iedereen wel van onze boeken. Wij hebben een uniek concept van jaarlijks lidmaatschap via de aankoop van een minimumbedrag aan boeken. Per jaar geven we niet alleen meer dan 100 nieuwe boeken uit, maar ook e-books, CD’s, ... En onze 6.000 vrijwilligers organiseren meer dan 10.000 events per jaar op meer dan 500 plaatsen in Vlaanderen. Minder bekend echter zijn onze reizen. In de sterk bezette en concurrentiële reismarkt hebben wij een niche gevonden die we verder willen ontwikkelen: de cultuurreizen. We hebben een sterk groeiverhaal, maar er zijn – zoals in elke onderneming – natuurlijk ook aandachtspunten’, aldus Johan Smeuninx, directeur toerisme en cultuur bij Davidsfonds, en tevens Ekonomika Alumnus (HIR promotie 1986) en bovendien oud-voorzitter van Ekonomika Kern Vlaams-Brabant. ‘In 2014 staan er niet minder dan 183 reizen op het programma. Die gaan naar 59 landen en worden begeleid door 97 experts in hun vakgebied. Waar we vooral trots op zijn is ons groeiende aantal reizigers (3200 in 2013) en hun grote tevredenheid. De kwaliteit primeert, en cultuur is steeds prominent aanwezig. Cultuurreizen moet je bij ons zien als een koepelbegrip. Daaronder vallen o.a. kerstreizen, stedenreizen, muziekreizen, rondreizen binnen Europa en wereldreizen. We zijn pas in 2006 echt gestart en sindsdien is het enkel in stijgende lijn gegaan. Onze grote sterktes zijn het kwaliteitsvolle culturele programma en onze reisbegeleiders, die allemaal specialisten ter zake zijn. Een reis naar de Londense City met beleggingspecialist Pascal Paepen, bijvoorbeeld, met exclusieve bezoeken achter de schermen. Ander voorbeeld: een verblijf met Sigiswald Kuijken in het schitterende Castello Proceno, voor muziekbeleving en concerten met werk van Bach en Mozart. We meten ook de tevredenheid van de deelnemers. 85 % zegt zeer tevreden te zijn over het cultureel programma. De helft van de reizigers is ook effectief lid van het Davidsfonds, dat meer dan 50.000 betalende leden heeft. En bij niet-leden onder de reizigers maken we achteraf vele nieuwe leden’. Dat de cultuurreizen van het Davidsfonds een hogere niche zijn in de markt, betekent ook een relatief hogere prijs. Maar dat is blijkbaar geen obstakel. Johan Smeuninx: ‘Wij bieden dan ook uitstekende kwaliteit. Uit de tevredenheidsonderzoeken blijkt dat 83 % van de deelnemers de prijs als correct of goedkoop beoordeelt. En 72 % zegt na een reis later nog eens te willen deelnemen. 84 % zou de reis aanbevelen aan vrienden en familie. Dat zijn
sterke cijfers. Ik mag ook niet vergeten te vermelden dat het succes mee bepaald wordt door onze reispartner Omnia Travel, dat geleid wordt door Jan Van Steen, ook een bekende bij Ekonomika’. Een overwegend positief verhaal dus? ‘Perfectie bestaat natuurlijk niet. Dat er soms inhoudelijk kleine verbeterpuntjes zijn is onvermijdelijk. Maar een groter punt om rekening mee te houden is misschien dat ons reizigerspubliek gemiddeld 67 jaar oud is. In 2013 was maar liefst 78,5% van onze reizigers tussen de 60 en 80 jaar oud. Enerzijds is het publiek van zestigers en zeventigers natuurlijk een publiek dat het zich kan permitteren om kwalitatieve reizen te maken: ze hebben het geld en de tijd. Maar eens de 80 voorbij daalt die groep spectaculair. We moeten dus voldoende nieuwkomers aantrekken, en ook investeren in de veertigers en vijftigers. We gaan dat o.a. proberen met een complementair reisaanbod dat specifiek op die groep gericht is.’ ‘Waar onze reizigers in Vlaanderen vandaan komen? Antwerpen scoort boven rata in functie van de leden van het Davidsfonds, en Limburg wat onder rata, en voor de rest is er een evenwichtige verdeling. Het zou natuurlijk ook mooi zijn om ook eens een reis op maat van Ekonomika Alumni aan te bieden. Het idee werd al gelanceerd op de Raad van Bestuur van Ekonomika Alumni van 17 maart j. Misschien lukt het al in 2015!’ aldus Johan Smeuninx. Fa Quix
16
De kracht van concept en samenwerking KU Leuven en reclamebureau Darwin werken samen sinds 2006. Missie: op een aantrekkelijke manier naar buiten brengen waar de KU Leuven voor staat. En het werkt. De basisidee ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’ leeft op alle niveaus in verschillende uitvoeringen. Het resultaat van een nauwe samenwerking en voortdurende vernieuwing. Guy Geerts, managing director Darwin BBDO: ‘De Dienst Marketing van de KU Leuven had van bij het begin van onze samenwerking een heel duidelijke visie over hun ‘merk’ en waar het voor staat. Onderzoek staat centraal, van daaruit volgt kwalitatief hoogstaand onderwijs. Werken met een klant die zo’n strak omlijnde visie heeft én die steeds in het achterhoofd houdt, is tof – vanuit die visie kun je beginnen brainstormen hoe je die boodschap gaat overbrengen naar de doelgroep.’ Isabelle Van Geet, directeur Dienst Marketing KU Leuven: ‘Voor ons was en is de idee waar KU Leuven voor staat inderdaad het belangrijkste. Die idee moet sterk en duidelijk zijn. Of het nu gaat om campagnebeelden, affiches, radiospots of wedstrijden: het plaatje moet telkens kloppen.’ ‘ONTDEK JEZELF, BEGIN BIJ DE WERELD’ Isabelle Van Geet: ‘Om aan de buitenwereld te vertellen waar we voor staan, hadden we een sterke baseline nodig, van waaruit alle verschillende onderdelen van onze campagne konden vertrekken. Daar hadden we een reclamebureau voor nodig, mensen die zo creatief zijn dat ze die idee in één zin kunnen gieten en van daaruit verder gaan.’ Guy Geerts: ‘Voor de campagnebeelden startten we van alledaagse voorwerpen. Door die op verschillende manieren te benaderen, worden ze meer dan gewoon een voorwerp: weer een verwijzing naar verder denken, ontdekken.’
Isabelle Van Geet: ‘De beelden bleken een perfecte weergave van onze visie op de KU Leuven. Kijk naar de papieren vlieger voor Ingenieurswetenschappen, het stapeltje munten voor Economie en Bedrijfswetenschappen: het relativeert, trapt open deuren in, en anderzijds prikkelt het. Een ideale manier om wetenschap te integreren in de dagelijkse werkelijkheid, net zoals academische kennis dat doet. Academici zitten niet op een eiland, of in een ivoren toren.’ Guy Geerts: ‘De op KU Leuven-maat gemaakte campagne moest vorig academiejaar ook uitgebreid worden naar de integrerende hogescholen. Geen eenvoudige taak, aangezien we enerzijds de verscheidenheid van elke campus wilden benadrukken, maar anderzijds zeker ook het geheel als KU Leuven naar voren wilden brengen. Als je erin slaagt om die verscheidenheid in te passen in de eigenheid van de KU Leuven, heb je een sterke campagne. Isabelle Van Geet: ‘De huidige online wedstrijd Ontdek de wereld was een nieuwe uitdaging: een wedstrijd met 360° communicatie, waarin naast onze positionering ook ruim aandacht besteed wordt aan de verschillende campussen. De wedstrijd is andermaal een heel goed voorbeeld van onze nauwe samenwerking met Darwin: een knap en vernieuwend concept waarin de positionering van KU Leuven sterk bewaakt wordt, een campagne waar zowel door onze dienst als door het reclamebureau dag en nacht aan gewerkt is, en waar we nu samen enthousiast over kunnen zijn gezien het grote succes bij onze doelgroep.’ Guy Geerts: ‘Een goede campagne maak je samen met je klant. De KU Leuven-campagne is daar zeker een illustratie van. Van beide kanten is er de wil om de campagne te doen leven. Blijven vernieuwen, groeien – en terzelfdertijd trouw blijven aan de baseline.’ 17
Education@FEB
30 JAAR SCAFF
Hoe financiert u uw bedrijf van/in de toekomst? Een overzicht van de highlights Dit jaar wordt de Studie- en Contactgroep Accountancy, Fiscaliteit en Financiewezen (SCAFF) van Ekonomika Alumni 30 jaar en dat werd op 15 mei uitgebreid gevierd met een groots evenement over de financiering van onze bedrijven nu en in de toekomst.
Kosten noch moeite werden gespaard om de 190 ingeschreven deelnemers van verschillende generaties op hun wenken te bedienen. In de namiddag werden in de gerenommeerde gebouwen van het MTC drie parallelle sessies over de verschillende aspecten en mogelijkheden van bedrijfsfinanciering georganiseerd. Hierbij konden de eerder traditionele kanalen zoals kredieten bij (huis)bankiers, overheidsfinanciering, en het beursintroducties, uiteraard niet ontbreken, maar de meer geavanceerde en/of exotische mogelijkheden (waaronder de mogelijkheid tot aantrekken van risicokapitaal en crowdfunding) kregen ook de verdiende aandacht. Koen Sticker, CFO van Univeg, vertelde bevlogen over zijn positieve ervaringen met een publieke obligatieuitgifte in de US. Daarnaast hing het publiek aan de lippen van Jan Muyldermans (PWC) die de fiscale implicaties van de verschillende financieringsmogelijkheden belichtte en hierbij ook uitvoerig de link legde met de (aangekondigde) wijzigingen in de Belgische belastingswetgeving, zoals o.m. de fairness tax en
18
de discussies over de notionele interestaftrek. Tussen de sessies konden de deelnemers nagenieten met een heerlijk vers gemaakte koffie, cappucino of latte machiato, aangeboden door de rijdende barista bar Alouette Coffee. Na de parallelle sessies verhuisde het hele evenement naar de Rechtenfaculteit, waar SCAFF voor een uitgebreid en klassevol walking dinner gezorgd had. Het duurde niet lang vooraleer de foyer van ‘De Valk’ zich vulde met een gezellig rumoer van het uitwisselen van ideeën, verhalen en contacten tussen de jonge en iets minder jonge deelnemers. Na het walking dinner, stonden nog een aantal hoogtepunten van de dag gepland. De verjaardagsspeech van de voorzitter van SCAFF, Griet Helsen, belichtte de verschillende redenen waarom wij allen telkens opnieuw naar SCAFF terugkeren: de nostalgie naar Leuven, de interessante onderwerpen en sprekers, en het ‘lifelong learning’ dat elk jaar opnieuw door SCAFF wordt aangeboden.
Via het paneldebat met Frederik Delaplace als enthousiasmerende moderator voegde SCAFF opnieuw de daad bij het woord: vertegenwoordigers van de financiële sector (Michel Vermaerke, Herman Daems en Vincent Van Dessel) en CFO’s van Belgische ondernemingen (Kurt Decat, Leen Geirnaerdt, en Els Neirynck) voerden een interessant gesprek over de kredietverlening van onze banken en de verschillende alternatieven voor bedrijfsfinanciering die op de beurs en daarbuiten te vinden zijn. De financiële sector benadrukte dat de mogelijkheden voor bedrijfskredieten niet verminderd zijn, maar het opzetten van goede projecten in moeilijke economische tijden is niet evident en de reglementering van de banken werd fors uitgebreid in de nasleep van de crisis. Daarnaast heeft volgens Herman Daems wel het relatiebankieren zijn plaats in de economie heroverd in recente jaren. De CFO’s in het panel hadden in het verleden weinig problemen met het aantrekken van financiering, via de beurs, familiaal kapitaal, private equity spelers, achtergestelde leningen en via partnerships met meerdere huisbankiers. In hun beslissingen spelen de cost of capital alsook een houdbare mix van verschillende financieringsbronnen een belangrijke rol. Het nieuwe fenomeen van crowdfunding werd door het panel eerder argwanend onthaald omwille van het ontbreken van duidelijke regulering. Vincent Van Dessel zag een rol weggelegd voor de beurs om het idee van crowdfunding te helpen ontwikkelen tot een markt van insiders. Herman Daems brak tot slot een lans voor een fiscale stimulus om de grote kapitalen in België ook te centraliseren en vervolgens definitief te verankeren in de Belgische economie via de financiering van onze grote bedrijven. Kurt Decat benadrukte verder dat misschien ook een wijziging in mentaliteit nodig is om de kapitalen te kunnen centraliseren, terwijl Leen Geirnaerdt stelde dat in Nederland reeds succesvolle initiatieven opgezet werden om KMO’s te laten financiering door de bestaande privé-kapitalen.
Minister van Financiën Koen Geens kreeg het laatste woord van de dag. Na felicitaties voor de jarige SCAFF, ging de minister in op de verschillende initiatieven ter bevordering van de bedrijfsfinanciering die in het verre en nabije verleden werden genomen. Hierbij benadrukte hij verschillende fiscale stimuli van de overheid, waarbij hij sterk pleitte voor voldoende stabiliteit inzake de notionele interestaftrek tijdens de volgende vijf jaar. Ook de verschillende mogelijkheden tot opleiding van onze startende ondernemers inzake het opstellen van business plans en kennis van de mogelijkheden tot overheidssteun kwamen aan bod. Binnen de financiële sector werden verschillende maatregelen doorgevoerd om kredietverlening voor KMO’s te bevorderen en de middelen op Belgische spaardeposito’s te mobiliseren naar de economie, via onder meer de volksleningen. Het Bankenplan van de Vlaamse Regering werd dan weer naar voor geschoven als een voorbeeld van extra initiatieven op het regionale niveau. Tot slot gaf minister Geens aan dat de eerste voorzichtige tekenen van economisch herstel zich ook in België aandienen met groeivoorspellingen voor 2014-2015 tussen de 1.5% en 1.8%. Een boodschap die ongetwijfeld tijdens de aansluitende receptie verder besproken werd tot in de late uurtjes. Gelukkige verjaardag, SCAFF, en dat er nog vele succesvolle jaren mogen volgen! Katrien Craninckx
19
Education@FEB 5 JAAR LEUVEN DISCUSSIONS ON GOVERNANCE EEN INITIATIEF VAN DE DELOITTE CHAIR ON GOVERNANCE
We sturen!... maar rijden we ook?
Het lezen van de titel roept ongetwijfeld enige verbazing op, waarbij u zich misschien de vraag stelt wat deze te maken heeft met governance. ‘Sturen zonder te rijden’, bestaat dit? Uw gedachten dwalen misschien af naar de kindertijd waar u als kleuter in de auto zat en vol enthousiasme aan het stuur draaide maar zonder te rijden…. Gaat deze vergelijking ook op indien we het bestuur van on0rnemingen bekijken? Zijn we bij de governance discussies teveel bezig met de instrumenten (de wetgevingen, de codes…) en te weinig met het echte besturen van de onderneming? Dit was het onderwerp van de boeiende discussieavond in het kader van de Deloitte Chair on Governance aan de KU Leuven, een initiatief dat voor de 5de keer werd georganiseerd onder leiding van Prof. Dr. Herman Daems. We konden rekenen op de deskundige inbreng van de heer Julien De Wilde, mevrouw Hilde Laga, de heer Ronnie Leten en de heer Thomas Leysen, de heer Johnny Thijs en de heer Eric Van Zele. Via interactieve tafeldiscussies met alle aanwezige bestuurders, CEO’s en voorzitters ontstond een boeiend debat rond de volgende onderwerpen.
20
ZIJN WE BIJ DE GOVERNANCE DISCUSSIES TEVEEL BEZIG MET DE INSTRUMENTEN (DE WETGEVINGEN, DE CODES…)? Wordt de ‘comply and explain’ benadering rond governance niet te streng toegepast, waardoor eigenlijk het niet volgen van de aanbevelingen automatisch als negatief wordt beschouwd? Het feit dat de Europese regelgeving de aanbevelingen rond kwaliteitsvolle ‘explain’ overneemt van de commissie Corporate Governance in België, is dit geen signaal dat de Belgische ‘comply of explain’ van goede kwaliteit is en niet per se een negatieve bijklank moet hebben? Wat kunnen we leren rond diversiteit in de regelgeving binnen Europa, in het bijzonder door te kijken naar het voorbeeld van Zweden? Het is niet verwonderlijk dat de Zweedse context aan bod kwam gegeven één van de sprekers reeds 5 jaar CEO van een beursgenoteerd bedrijf is in Zweden.
AAN WELKE VOORWAARDEN MOET EEN GOED FUNCTIONERENDE RAAD VAN BESTUUR VOLDOEN OPDAT GOVERNANCE NIET ALLEEN STUURT MAAR OOK RIJDT? Uit de verschillende voordrachten kwamen de volgende aandachtspunten voor een goed functionerende raad van bestuur naar voren: de agenda, de samenstelling van de raad van bestuur en de relatie tussen de raad van bestuur en de CEO. Welke agendapunten staan typisch op een goed functionerende raad van bestuur? Hoeveel aandacht wordt er besteed aan een terugblik en aan een vooruitblik, het verleden en de toekomst van de onderneming…. Is er in een raad van bestuur geen te sterke focus op de mogelijke risico’s en is er niet te weinig aandacht aan de opportuniteiten naar de toekomst toe? Bovendien wordt er ingegaan op de vraag hoe de verhouding tussen de CEO en de raad van bestuur in het corporate governance verhaal moet zijn opdat deze bijdraagt tot waardecreatie.
Tot slot krijgt het het punt van de samenstelling van de raad van bestuur aandacht en wordt er gewezen op de uitdagingen naar de toekomst toe. Zijn diversiteit en sectorspecialisatie van de individuele bestuurders, twee thema’s die prominent in de pers aanwezig zijn, echt de uitdagingen? Professor Daems sloot deze boeiende avond af met de stelling dat corporate governance niet moet gaan over het volgen van regels en aanbevelingen maar over het goed besturen op zich. Samengevat: het was een interessante debatavond, die stof tot nadenken bood voor iedere aanwezige! Met bijzondere dank aan Herman Daems, Julien De Wilde, Hilde Laga, Ronnie Leten, Thomas Leysen, Johnny Thijs en Eric Van Zele en alle aanwezigen ! Meer informatie gewenst? Contacteer de Deloitte Chair on Governance via het sturen van een mail naar:
[email protected] Ann Gaeremynck
21
Education@FEB 5 JAAR LEUVEN DISCUSSIONS ON GOVERNANCE
EEN AANTAL AANWEZIGEN MAAKTEN OOK WAT TIJD VRIJ OM DE AFSTUDERENDE STUDENTEN HET ALLERBESTE TE WENSEN. HERMAN DAEMS Eerst en vooral van harte gefeliciteerd met het behalen van jullie diploma. My sincere congratulations fort getting your degree today. I hope you will remember KU Leuven and your degree here as a very nice experience. KU Leuven is een boeiende universiteit. U zult hier vaak aan terugdenken en we hopen dat jullie een hele mooie carrière zullen maken in allerlei bedrijven en organisaties. Je zult ontdekken dat je misschien op plaatsen terechtkomt waar je nooit had gedacht terecht te komen. Maar het wordt zeker een boeiende ervaring. Ik wens jullie veel succes !
RIK NECKEBROECK I want to congratulate you with your promotion this evening. I have been teaching to some of you in the framework of our Deloitte Chair of Governance. I wish you a lot of success in your professional life and what I really wish for you is to come out of your comfort zone and to do things, to be entrepreneurial in the matters you undertake. I hope to be seeing some of you in the months and years to come. All the best, take care and remember to come out of that comfort zone. Congratulations!
RONNIE LETEN This is one of your last days at the university. Now the real world is open for you, the sky is the limit! If I can give you one advice: have fun, do what you like, go for it and I’m sure the future will be bright. All the best!
22
CAROLINE VEN Proficiat beste studenten, of beter beste ex-studenten. Jullie hebben met het behalen van jullie diploma een belangrijke mijlpaal bereikt. Dat is een hele goede start om aan een nieuwe fase van je leven te beginnen: het betreden van de arbeidsmarkt. Wie weet als ondernemer, dat zou ik alvast heel fijn vinden. Maar ook in een onderneming kan er heel wat entrepreneurship plaatsvinden. Ik denk dat het ook belangrijk is om niet te vergeten om van tijd tot tijd te blijven studeren tijdens je carrière en connecties te blijven onderhouden met je studiegenoten. Het is ook belangrijk om met de kennis die jullie hebben opgedaan mee te bouwen aan de welvaart in Vlaanderen. Nogmaals proficiat en heel veel succes bij welke keuze jullie ook maken!
Saying goodbye to our international guests From Canada and the USA over Finland to Russia and China: the Faculty of Economics and Business accommodated passed semester more than 70 exchange students from all over the world. And, as a tradition, the FEB sends its international guests back home with a proper farewell: a truly Belgian reception with waffles and beer. On a sunny evening at the end of May, lured by the smell of the freshly baked goods, more than two hundred students from the English Master programmes gathered on the courtyard next to Huis Van’t Sestisch. Although probably an odd combination for the Belgian students, the garnished Brusselse and Luikse waffles and pintjes were very much enjoyed by everyone present. Katrien Vanwetswinkel
23
Education@FEB
Retail worstelt met webwinkellogistiek
Kan het ook
winstgevend?
Over de optimalisatie van de supply chain is reeds veel inkt gevloeid. Theorieën zijn ontwikkeld, concepten uitgetest, en bijgevolg is het veld zowel theoretisch als praktijkgericht goed onderbouwd. Maar de online verkoop heeft de traditionele supply chain op zijn kop gezet. Veel bedrijven gaan vandaag op zoek naar meer omzet via het e-commerce kanaal, maar ze hebben nog moeite om die e-commerce activiteiten ook winstgevend te maken. Eén van de oorzaken is de complexe logistiek. Om haar leden te ondersteunen, organiseerde de vakgroep Productie & Logistiek (P&L) op 22 mei een avondseminarie omtrent de uitdagingen van e-commerce en omnichannel logistiek. Drie sprekers schetsten de problematiek: Professor Walther Ploos van Amstel (Universiteit Amsterdam), Jeroen D’Espallier (bpost) en Edwin Stroot (Kuehne + Nagel). Professor Ploos van Amstel stelt meteen duidelijk dat het “copypaste” gedrag van de traditionele supply chain practices naar de webwinkellogistiek wellicht de grootste marge-killer is van het e-fulfilment verhaal. Een eerste belangrijk verschil met de traditionele retail is de complexiteit van de laatste meter (de zgn. “last mile delivery”). Gegeven dat 70% van de Europese bevolking in steden woont met meer dan 50.000 inwoners en 1/3 van de bevolking niet thuis is bij de eerste levering, hoeft dit niet te verbazen. Als gevolg worden momenteel pistes onderzocht om de laatste meter efficiënter te beleveren, bv. via stadsdistributie, afhaalpunten of onbemande pakketpunten. Verder maken de complexiteit van retours (in fashion wordt tot 40-50% teruggestuurd) en de grote onvoorspelbaarheid van de vraag (wat leidt tot ongebalanceerde verhoogde voorraden) het erg moeilijk om e-commerce winstgevend te maken. Met de verwachting dat 44% van de retailverkoop via crosschannel zal verlopen tegen 2018, is het een trend die niet zomaar genegeerd kan worden. Maar hoe kan men deze door kritische klanten pull-gestuurde keten rendabel houden? Belangrijk is om de markt te gaan segmenteren. Een “one size fits all” strategie werkt niet. Er is immers een groot verschil tussen de berekende klant die de beste deal online zoekt, de gepassioneerde shopper die aankopen doet als vorm van ontspanning, de klant die de beste kwaliteit en service zoekt, en de passieve klant die shopping als noodzakelijk kwaad ziet. Elk segment wil anders beleverd worden. Het is daarom belangrijk om in eerste instantie na te denken welk klantensegment je wil beleveren.
24
Er wordt geopteerd voor een hybride combinatie van supply chains, opdat ze als een soort symbiose kunnen samenleven. Voor de e-commerce distributie van Lego bijvoorbeeld, biedt Kuehne + Nagel nagenoeg dezelfde speelgoeddozen via een apart opgezet kanaal, losgekoppeld van de traditionele distributie. Gelijkaardig wordt bij bpost het belangrijke conceptuele onderscheid gemaakt tussen de traditionele standaard post (die minimale kost nastreeft), versus de gespecialiseerde post (die een antwoord biedt aan complexe oplossingen). Beide zullen in de toekomst een belangrijke inkomstenbron zijn, maar ze vergen elk een verschillend netwerk. In eerste instantie wordt zo veel mogelijk geconsolideerd in het standaard netwerk: vanuit hun dienstverlening leggen de postbodes dagelijks 715.000km af, waarbij ze gemiddeld 4 keer per dag langs elke brievenbus passeren. Met dit in het achterhoofd werd de postman als service provider terug in het leven geroepen, die contact heeft met de mensen en hen in hun noden helpt. Maar voor de complexere zaken, moet beroep gedaan worden op het speciaal netwerk (bpost op afspraak, shop & deliver, saturday delivery, …). Eén van de problemen van e-commerce is het motto van de online klant: “I want it all, I want it now”. Maar dit verhaal kan echter ook innovaties en opportuniteiten met zich mee brengen. Zo doet de klant online alles zelf en kunnen meer opties en extra betalende services aangeboden worden. Neem bijvoorbeeld Nespresso: hun probleem bestond erin dat klanten veelal hun koffiecapsules in het weekend bestelden, met bijgevolg een immense piek van leveringen op maandag. Als reactie hierop biedt Nespresso nu, tegen betaling, een tijdsvenster aan waarin de klant kan kiezen wanneer de bestelling geleverd mag worden. Als resultaat zijn de leveringen meer gespreid doorheen de week. De klant betaalt met andere woorden om de supply chain van Nespresso efficiënter te maken; een dubbele win.
Prof. Walther Ploos Van Amstel, Edwin Stroot en Jeroen D’Espallier
In heel het e-fufilment verhaal is het belangrijk dat het denken in zuilen verdwijnt: voorraad-, transport-, en magazijnbeheer moet als één strategie uitgewerkt worden; de supply chain moet morgen niet enkel meer gemanaged, maar ook georganiseerd worden om de flow naar de klant te gaan inrichten. Voorraden moeten bijna continu opgevolgd worden, met prijsstrategieën en bestellingen real-time gekoppeld en bijgesteld aan het koopgedrag van de online consument. Doordat e-fulfilment zo verschillend is van de traditionele supply chain, kunnen vaste namen wel eens de innovatieboot missen, terwijl succesvolle start-ups niet enkel overleven maar zelfs floreren in dit nieuwe ecosysteem waarvoor ze ontworpen zijn. Daarbij is het noemenswaardig te vermelden dat 2/3 van de online verkoop vandaag tussen consumenten onderling gebeurt (vs. 1/3 business to consumer). Om die reden wil bijvoorbeeld Ebay zelf haar logistiek gaan organiseren, waarbij een succesvol initiatief hen tot de grootste pakjesleverancier kan maken. DHL beware! Joeri Poppe, Robert Boute
25
Education@FEB
Studeren in de USA
Egwin Avau doet zijn verhaal Ik mocht de University of Illinois at Urbana-Champaign (USA) gedurende het eerste semester van dit academiejaar mijn thuis noemen. Dat dit een fantastische ervaring was, staat buiten kijf, al vielen ook enkele tegenstellingen met het Leuvense studentenleven op.
De campus van de University of Illinois in Urbana-Champaign heeft alles weg van de typische Amerikaanse campus zoals die maar al te vaak wordt geportretteerd in films en series. Football teams, cheerleaders, indrukwekkende infrastructuur en enorm veel studenten die zich steeds weer opkleden in de kleuren van de school, kortom: school spirit! De campus is een ecosysteem op zichzelf waarin de studenten helemaal centraal staan. STUDENT LIFE Een krachtig instrument in het lokale studentenleven zijn de vele studentenverenigingen. Je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat een vereniging waarvan de activiteiten aansluiten bij je interesses: kanovaren, debatteren, danswedstrijden en zelfs Harry Potter-bijeenkomsten, van alles bestaat er een aparte vereniging met een apart bestuur, die wordt ondersteund door centrale universiteitsdiensten. In totaal staat de teller op een kleine 1200 verenigingen, voor zo’n 40.000 studenten. Dit staat in groot contrast met het Leuvense studentenleven waar de talloze activiteiten erg geconcentreerd zitten bij slechts enkele verenigingen. Al zien we daar ook de laatste jaren verandering in optreden. Mijn verblijf in Illinois heeft mij overtuigd van de kracht van verschillende verenigingen met een eigen bestuur die zich specialiseren in een bepaalde niche. Denken we hier in Leuven aan AFD (Academics for Development) die projecten organiseren in het Zuiden, Sagio.be die bijlesgevers en bijlesnemers aan elkaar koppelen tegen democratische prijzen of SITE (Student IT Entrepreneurs) die IT-ondernemerschap trachten te promoten.
26
NOT WITHOUT THE MONEY? De zes maanden die ik doorbracht in Amerika hebben een sterk besef bij mij nagelaten van de kracht van ons democratisch onderwijs in België. Diploma’s in Amerika haal je niet enkel met je verstand of harde werk. Maand na maand krijg je joekels van rekeningen gepresenteerd die betaald moeten worden, anders ontvang je geen diploma. Om die rekeningen te kunnen betalen zijn er een aantal opties. Het beste geval is dat je ouders gedurende hun leven al heel wat bijeen gespaard hebben of dat je een beurs binnenhaalt. Deze studenten zie je redelijk zorgeloos hun studentencarrière doorkomen. Anderen zie je dan weer uren en uren per dag bijklussen om enkel maar te kunnen voorzien in hun levensonderhoud. Een optie die steeds populairder wordt is de mogelijkheid om een studentenlening aan te gaan. Daarmee steken studenten zichzelf vele tienduizenden dollars in de schulden tegen het einde van hun loopbaan, aan interesten die oplopen tot 10%. Dit hypothekeert hen in hun verdere keuzes na het studeren, aangezien ze hun
professionele carrière al meteen beginnen met het afbetalen van een grote schuldenberg in plaats van een extraatje op te bouwen voor zichzelf. Wat dat betreft mogen we in België dan toch absoluut niet klagen. De Leuvense studenten ter plekke dienden gelukkig geen inschrijvingsgeld te betalen. UTILE ET DULCI Het Amerikaanse lessysteem berust veel meer op dagelijks werk dan het Belgische. Voor nagenoeg elk vak diende er tegen de volgende les een taak of een groepswerk ingediend te worden. Je wordt er continu geëvalueerd en je moet de zaken nauwgezet bijhouden. Eén week tijdens het eerste semester vormt daarop de uitzondering. Tijdens de ‘Thanksgiving break’ krijgt elke student een weekje vrijaf om hun families te gaan bezoeken. Voor de internationale studenten was dat het ideale sein om er een week op uit te trekken. Ik huurde samen met enkele vrienden een mobilhome waarmee we van Chicago helemaal tot onderaan in de V.S. reden langs New Orleans (Louisiana), Houston en Dallas (Texas), Memphis (Tennessee) en de vele mooie plaatsen tussenin. Deze uitwisseling naar de University of Illinois was méér dan geslaagd en ik beveel dit en soortgelijke avonturen dan ook absoluut aan aan iedereen die de kans nog heeft om er een semester op uit te trekken in de toekomst! Egwin Avau, praeses werkingsjaar Ekonomika 2012-2013
27
Research@FEB
The economics of
BEER België is een land met een sterke biertraditie. De biermarkt kent dan ook een belangrijke bijdrage aan het BNP van België. Wereldwijd is bier de alcoholische drank die het meest geconsumeerd wordt. Toch wordt er relatief weinig onderzoek naar de biereconomie gedaan. Tot Professor Jo Swinnen zijn boek “The Economics of Beer” schreef.
HOE BENT U ER TOE GEKOMEN OM BIER ALS ONDERWERP VAN ONDERZOEK TE NEMEN? Het is eigenlijk een beetje toevallig gekomen. Collega’s die zich bezighouden met de voedseleconomie hielden zich wat alcoholische dranken betreft vooral bezig met wijn. En dat is een heel bloeiende vereniging met een eigen journal. Er is zelfs een Amerikaanse en Europese vereniging van wine economists. En die hadden al een paar keer aan mij gevraagd om iets rond bier te doen. Uiteindelijk is de biermarkt ook een belangrijke sector en was er niemand die zich daarmee bezighield. Dus we zijn daar een beetje toevallig mee begonnen. Als je zegt dat je bezig bent met de economie rond bier beginnen mensen spontaan een beetje te lachen. Terwijl als je zegt dat je bv. een landbouweconoom bent, en zo zijn er heel veel, er niemand is met dezelfde reactie. Maar in België bijvoorbeeld heeft bier een grotere bijdrage aan het BNP dan de landbouw. Dus zo bizar is dat dan niet om dat als onderwerp te nemen om te bestuderen. Er is zeker ruimte voor onderzoek daarrond.
28
IS ER NOG STEEDS EEN STIJGING VAN DE BIEROMZET, NATIONAAL EN INTERNATIONAAL? ZIJN ER MAATSCHAPPELIJKE TENDENSEN WAARDOOR ER MEER OF MINDER BIER WORDT GECONSUMEERD? Er zijn aan de consumptiekant weinig relatief goede gegevens over. We weten wel als we kijken naar het aantal liters dat dat aantal al daalt sinds de jaren 70. Dat is een hele belangrijke trend, dat zich zowel in België als in andere traditionele biermarkten voordoet. Het is dus al heel lang dat dit in dalende lijn gaat. En die daling is substantieel: iets van een 30 % over die dertig jaar. Een van de redenen is gezondheid en veiligheid: don't drink & drive. Er is ook een duidelijke trend naar minder maar duurdere bieren. Vroeger dronk iedereen een pintje. De uitgaven zijn niet in dezelfde manier gedaald als de hoeveelheid bier. ER ZIJN SINDSDIEN OOK VEEL ALTERNATIEVEN OP DE MARKT GEKOMEN. Er zijn inderdaad ook veel alternatieven op de markt gekomen zoals wijn en dit aan een betere kwaliteit en een lagere prijs dan vroeger. Wat je ziet in landen die traditioneel wijn dronken, zoals
Italië en Spanje, is het omgekeerde: daar zie je de biermarkt steeds groeien. Je krijgt daar dus een verschuiving van wijnnaar bierconsumptie. Je ziet ook een gelijkaardige trend in Polen en Rusland, waar traditioneel veel wodka gedronken werd, dat de biermarkt daar ook groter wordt. En je krijgt dus een globale convergentie van alcoholconsumptie patronen. WELKE LANDEN CONSUMEREN HET MEESTE BIER? IN EXACTE CIJFERS EN PER HOOFD? In totaal is het nu China dat sinds 2003 de grootste biermarkt ter wereld is. De VS komen daarna. En dan landen als Brazilië, het Verenigd Koninkrijk, Rusland en Duitsland. Per hoofd blijven de Ieren en de Tsjechen met ongeveer 150 liter per jaar de grootste bierdrinkers. Ter vergelijking: de Belgen zitten nu onder de 80 liter per jaar. CHINA, RUSLAND EN INDIA ZIJN VOORBEELDEN VAN NIEUWE BIERMARKTEN. WAT IS DE SITUATIE IN ELK LAND EN WAT ZIJN DE PROGNOSES VOOR DE TOEKOMST? In Rusland is er een hele grote omschakeling van wodka naar bier, een beetje na de val van de Berlijnse muur en de omschakeling naar het kapitalisme. Het is een beetje gestopt nu, de laatste jaren is er een beetje een terugval. In China en India blijft de markt maar stijgen. Die zijn allebei van heel lage niveaus begonnen. In India is en deel van de bevolking heel arm. Een ander deel drinkt niet. Maar het land heeft 1,3 miljard inwoners. Zelfs als de kleine middenklasse bier begint te drinken gaat het om vrij substantiële hoeveelheden qua groeipotentieel. IS BIER DE POPULAIRSTE ALCOHOLISCHE DRANK? ZIJN ER VERSCHILLEN PER CONTINENT? Wereldwijd is het zo dat de totale omzet van bier het belangrijkste product is op globale schaal. Wijn en spirits zitten daar toch een stuk onder. Zeker in volume omvat wijn de helft. Maar wijn is duurder dus het verschil in omzet is dan wat kleiner. HOE DOEN WE HET EIGENLIJK MET ONS BELGISCHE BIER OP DE INTERNATIONALE MARKT? We doen het heel goed op dit ogenblik als je kijkt hoe de export in België zich verhoudt tot de binnenlandse consumptie. We zien een wereld die helemaal veranderd is de afgelopen 50 jaar. Tot 1980 ongeveer exporteerden we relatief weinig bier, maar de afgelopen twintig-dertig jaar is die export exponentieel gestegen. Op dit moment is het zelfs zo dat twee derde van het bier dat in België gebrouwen wordt, geëxporteerd wordt. EN WAAR GAAT DAT BIER DAN ALLEMAAL NAARTOE? Tot 2005 was dat vooral naar landen binnen de Europese Unie zoals onze buurlanden Frankrijk, Nederland, Duitsland. Maar dan sinds 2005 is de exportgroei naar de EU-landen veel minder en ligt de groei van de export vooral buiten de EU. Oorspronkelijk bijna uitsluitend naar de VS, maar nu een beetje naar overal, inclusief China.
IN DE VS IS ER INDERDAAD EEN NIEUWE BIERCULTUUR GEKOMEN EN WORDEN ER OOK BIEREN ‘BELGIAN STYLE’ GEBROUWEN EN DUS EIGENLIJK OOK NAGEMAAKT. HEEFT DAT ZIJN INVLOED OP ONZE EXPORT? Wel, op dit ogenblik zien we de export naar de VS een beetje plafonneren als je naar de laatste getallen kijkt. Nu, aan de ene kant versterken de Belgische bieren en de bieren Belgian Style elkaar. Het feit dat er vele nieuwe brouwerijen zijn in Amerika zorgt ervoor dat consumenten openstaan voor dat soort nieuwe bieren en zie je veranderingen in consumentenpreferenties. Dat is dan vooral een positieve zaak. Maar als er meer een lokale markt aanwezig is, gaan dat natuurlijk ook concurrenten worden voor onze bieren. IS ER EEN KANS DAT DIE BELGIAN STYLE BIEREN VANUIT AMERIKA UITGEVOERD ZULLEN WORDEN? Ik denk dat wel . Ik denk dat dat zeker een uitdaging is voor de toekomst. Misschien niet direct voor de Belgische markt, maar aangezien we twee derde exporteren kan het wel zijn dat we concurrentie krijgen op onze exportmarkten. GAAT HET DAN VOORAL OM PILSBIEREN? OF EERDER OM DE SPECIALE BIEREN? Je hebt eigenlijk twee modellen, twee patronen die wat uit elkaar lopen. Aan de ene kant heb je eigenlijk het verhaal van AB Inbev. We maken deel uit van de allergrootste brouwerij van de wereld die een kwart van de wereldmarkt bestrijkt. AB Inbev omvat een hele mix van bieren: pilsbieren en andere. Daarnaast heb je de export van onze kleine gespecialiseerde brouwerijen met onze speciaalbieren, onze tripels en trappisten. Dat zijn twee heel andere modellen en die exporteren allebei heel veel. HOE ZIT HET MET DE PRIJS VAN ONZE BIEREN IN HET BUITENLAND? Ik denk dat we in Europa een gelijkaardige situatie hebben als op de Belgische markt. In de VS, toen onze export nog laag was, zag je onze bieren alleen in de steden in de meer exclusieve café’s en restaurants en dan waren de prijzen zeer hoog. Maar nu onze export zo gegroeid is, is de verspreiding groter en vind je zelfs in de kleinere steden en dorpen onze bieren. Er is ook de concurrentie met de lokale bieren en dan moet je al een exclusief label hebben om die topprijzen aan te houden EN DAN NOG DE BELANGRIJKSTE VRAAG: WELK(E) BIER(EN) DRINKT U HET LIEFST? Liefst wat hoppige bieren zoals Westmalle Tripel en Omer. ONZE FAVORIET IS ALVAST ORVAL. BEDANKT VOOR HET INTERVIEW! Michael Boelaert Meer info vind je op: www.beeronomics.org The Economics of Beer kan besteld worden via amazon.com
29
Research@FEB
What’s in a name:
‘Disruptive
innovation’
During the last two decades, the market of photography and video recording shifted from applying film technologies to using digital recording, leading to the decline of Kodak, the former industry leader. During the 90’s, personal computers revolutionized the market for digital computing at the expense of IBM’s mainframe systems. More recently, traditional education is facing competition from online learning platforms offering Massive Open Online Courses (‘MOOC’s’). These examples illustrate how markets and their competitive structures can be reshaped by disruptive innovations. But what exactly is disruptive innovation and how does it typically evolve? Can incumbent firms avoid being displaced by disruptors? What is the role of policy makers in rapidly changing environments of technological change?
Dennis Verhoeven is a PhD student at the department of Managerial Economics, Strategy and Innovation (MSI). His research deals with identifying radical innovations based on patent documents and investigating the origins and effects of radical innovation.
Mainframe computing was disrupted by personal computing. Traditional systems (left) initially outperformed PC’s in terms of the prevailing performance characteristics. The ‘Apple IIe’ (right) was one of the first devices offering computing power for personalized use. After tremendous improvements in speed, the PC almost completely replaced mainframe computing.
30
DISRUPTIVE INNOVATION The term disruptive innovation was coined in 1995 by Clayton Christensen in his article ‘Disruptive innovation: Catching the Wave’. Generally, it is used to describe technologies and innovations that create new markets and disrupt existing ones by offering better or cheaper solutions. During its phase of introduction, disruptive innovations propose new products or services to segments of the market that are seen as unprofitable by existing players. Despite inferiority to existing products in terms of the most prevalent aspects of performance, the newly introduced technology addresses the needs of consumers at lower costs or introduces unprecedented features. However, once an initial market share is established, the new technology is further developed and refined to increase its performance. As a result, it gradually penetrates higher-end market segments and disrupts existing technologies. One of the first personal computers, the Apple ‘lle’, was mainly sold to amateurs and children as it did not meet the performance standards embedded in mainframe computers. However, it made computing accessible to individual consumers without the need of computer experts. After gradual improvement, personal computers became powerful enough to create an extraordinarily large market, thereby replacing mainframe computing as the dominant technology. FAILURE OF INCUMBENTS The apparent failure of incumbent firms to successfully confront disruptive change has drawn much attention. Some scholars claim that inefficient, bureaucratic procedures kill creativity and sense of entrepreneurship in large, incumbent firms. However, even firms leading the industry in terms of innovative performance have been disrupted. Despite being knowledgeable about new technologies, incumbents are claimed to underinvest in developing projects that only seem viable to small or low-margin market segments. As such, entrants eager to serve these segments start building up expertise and further develop the technology while gradually intruding other market segments. A prime example of how leading firms fail in the light of disruptive change is Kodak. It invented the first digital camera in 1975, but was nevertheless swept away from the market of photography throughout the following decades. Kodak executives could not imagine a world without traditional film and decided not to focus R&D effort on further development of digital cameras until the 1990s. By that time, other producers had gained valuable experience and Kodak never managed to regain its lost market share.
In order to avoid disruption, some management scholars advise incumbents to develop these potentially disruptive technologies separate from its main organizational structure. Top universities such as Harvard, MIT and Stanford did not set up platforms themselves to provide online courses, but offer content and financial support to start-ups like edX and Coursera. As such, they keep a foothold in the market for online education to avoid potential disruption. Such separation of activities would promote creativity and allow incumbents to promptly confront the new entrants. Once matured enough, the technology could be reabsorbed as a part of the company’s core activities. However, the optimal way of organizing this separation – either through formation of independent units or redirecting focus based on the context at hand – remains a highly debated issue among strategy and innovation scholars. Moreover, it remains unclear whether the risks of investing in new technologies outweigh the benefits of avoiding potential disruption. Unfortunately, empirical evidence concerning the effectiveness and economic viability of different types of strategic responses to potentially disruptive technologies remains elusive. POLICYMAKERS Recently, a discussion emerged on whether and how policymakers should act in the highly turbulent reality instigated by disruptive innovation. 3-D printing will soon allow individuals to manufacture any object one can imagine in one’s own living room, but it raises issues regarding control of manufacture of illegal products or products protected by intellectual property. Self-driving cars might be on their way to improving transportation efficiency, cleanliness and safety, but at the same time call for regulation to ensure safe and reliable use of automated vehicles. Stem cell research is providing promising applications for the treatment of various conditions such as neurodegenerative diseases, diabetes and heart disease while also flaring up ethical debates on the use of human embryos for research and development. Drastic technological changes confront society and policymakers with daunting choices. Existing legal frameworks tailored to traditional ways of conducting business might prove incapable of dealing with these new challenges. In sum, disruptive innovation represents the process of how novel technologies are introduced to serve existing needs. In this process, existing organizational and legal structures are often severely challenged. Therefore, managers and policymakers might be forced to employ innovative ways to redefine their policies in order to fully reap the tremendous opportunities offered by disruptive innovation. Dennis Verhoeven
Massive Open On-line Courses (MOOC'S) have the potential to disrupt traditional educational services by providing a tremendous leap in efficiency and accessibility of academic courses.
31
Research@FEB
Academic Hero
Jack Kleijnen The ‘academic hero’ of Inneke Van Nieuwenhuyse I met Professor Jack Kleijnen approximately ten years ago when I was working at the EHSAL. Within the context of an exchange project with the university of Tilburg, we traveled to Tilburg for a workshop. Jack Kleijnen, a world renowned expert in the field of discrete-event simulation and professor at Tilburg University, attended the same workshop. Compared with ‘true’ mathematical models based on formulas, simulation is often treated in a stepmotherly way within the domain of Operations Management. Since I have always liked working with simulation, it was refreshing to find a group of scientists in Tilburg doing high-level research into the methodology. Jack clearly is the driving force behind this: he has published numerous scientific articles on the subject and has written several books. To me, this scientific approach to simulation was a real eye-opener.
32
WHAT WAS YOUR MOTIVATION TO CHOOSE PROFESSOR KLEIJNEN AS YOUR ACADEMIC HERO? Professor Kleijnen is the typical kind of professor whose passion for his field of study never wanes. After his retirement he continued giving lectures, and he is still an active researcher. What I greatly appreciate about him is his openness towards other – mostly younger and less experienced – researchers. I can e-mail him for advice any time, and I am sure he will openly answer my questions. His enthusiasm spurred me to develop an interest in simulation research. Between 2005 and 2010 I worked together with Jack on several papers, a very valuable experience. Jack is a walking database, an encyclopedia really. I have never met a more charismatic personality. WHAT WAS THE SUBJECT OF THE PAPERS YOU PUBLISHED TOGETHER? Simulation optimisation. The development of efficient optimisation methods for simulation models has been a hot topic within the domain for the last two decades. Simulation is often regarded as a mere numerical method: a model into which you enter input parameters, and which, after you have pressed enter, generates results, without offering insight in the process. But when optimising, you do not want to calculate hundreds and thousands of input parameter sets, that would be too time-consuming. The objective of simulation optimisation is to quickly and cleverly find the optimal parameters that make the intended goal function as low or high as possible. Within this field, Professor Kleijnen has conducted research into meta-modelling: an approach that replaces the inefficient and time-consuming simulation model with a so-called meta-model that calculates responses fast, and allows you to efficiently search for the optimum. The question then is how these meta-models can be optimized, and how they can be searched as efficiently as possible. Although being retired, Professor Kleijnen keeps a close eye on this field of research. HAVE YOU HAD RECENT CONTACT WITH YOUR ACADEMIC HERO? Nowadays we communicate mainly by e-mail. I rarely find the time to travel to Tilburg, and as I supervise PhD students now, I have less time to program. In previous projects I was the one
INNEKE VAN NIEUWENHUYSE • Associate Professor Faculty of Economics and Business • Research Centre for Operations Management, campus Leuven •
[email protected]
WHO IS JACK KLEIJNEN? • Tilburg School of Economics and Management, Department of Information Management • Professor of ‘Simulation and Information Systems’ Education • Jan. ’71: Doctor of Business Administration in Tilburg, Cum Laude • Dissertation: ‘Variance reduction techniques in simulation’. Supervisors: professors Max Euwe (Tilburg) and Henk Lombaers (Delft Technical University) Awards • September 2005: INFORMS Simulation Society Lifetime Professional Achievement Award; • September 2005: “2004 Meritorious Service Award” from the INFORMS flagship journal “Operations Research” (the only time that a person has received this award two years in a row) • August 2004: “2003 Meritorious Service Award” from the INFORMS flagship publication “Operations Research”
who did the programming and ran the experiments so we do not have that kind of collaboration any more. But I know I can ask him for advice any time, for example when we want to send out a paper of one of our PhD students or when we are stuck with a particular problem. Recently he passed me several contacts to set up a simulation course on PhD level. He is a swift communicator. WHAT ARE YOUR ACADEMIC HERO’S MOST ADMIRABLE TRAITS AS A PERSON? Professor Kleijnen is a very philosophical person, with a highly positive view on life. I have never known him dispirited or grumpy. When research results did not turn out as expected, he was always the one who kept motivating the others, holding a firm belief in a positive outcome. Michael Boelaert
33
Students@FEB
Topsport aan de FEB: Alumnus Handelsingenieur
Kristof Vandewalle VOOREERST PROFICIAT MET HET BEHALEN VAN JE DERDE TITEL IN HET BK TIJDRIJDEN OP RIJ. NOCHTANS HAD JE GEEN OPTIMALE VOORBEREIDING ACHTER DE RUG? Ik was een beetje ziekjes geweest. Natuurlijk kan de conditie dan niet opeens weg zijn, maar ik moest wel hopen op een goede dag en die was er dan ook. Ik heb een goede tijdrit gereden – ik was niet super – maar dat was voldoende om mijn tegenstanders af te houden. WELK PROGRAMMA RIJ JE NU NOG? Ik rij nog de Bayern Rundfahrt, daarna ga ik naar de Dauphiné Libéré en begin juli rij ik de Ronde Van Oostenrijk om dan op te bouwen richting Vuelta en WK tijdrijden. Da’s het programma hoe het tot nu toe vastligt. JE BENT NU EEN SUCCESVOLLE PROFRENNER (KRISTOF IS OOK WERELDKAMPIOEN PLOEGENTIJDRIT NVDR.). MAAR WANNEER BEN JE PRECIES MET WIELRENNEN BEGONNEN? Eigenlijk toen ik 15 was, bij de Nieuwelingen. Daarvoor had ik veel gefietst, maar voetbalde ik nog. En dat jaar mocht ik niet voetballen omwille van groeipijnen. Daardoor ben ik beginnen fietsen en heb ik mij volledig op het wielrennen gestort. BEN JE VRIJ SNEL IN EEN WIELERPLOEG OPGENOMEN? LOKAAL OF AL NATIONAAL? Tot 16 jaar rij je bij de Nieuwelingen en rij je niet in het buitenland. Ik reed voor de Kortrijk Groeninge Spurters en da’s toch wel een van de grotere ploegen voor de jeugd in België (ook bv. Tom Boonen en Stijn Devolder reden voor de Kortrijk Groeninge Spurters nvdr.) Bij de junioren kon ik naar Sweet Paradise gaan, de beste juniorenploeg in Belgie. Die ploeg hing af van Domo, de ploeg van Patrick Lefevere, zo ben ik dan overgegaan naar de beloften van Quick Step. Na mijn profdebuut bij Topsport Vlaanderen ben ik dan uiteindelijk ook bij het profteam van Quick Step terecht gekomen.
34
WAAROM HEB JE INDERTIJD SPECIFIEK VOOR DE FEB GEKOZEN? EN WAAROM VOOR HANDELSINGENIEUR? Oorspronkelijk was het wielrennen een hobby en was ik er niet serieus mee bezig, in de zin dat ik er niet aan dacht om profrenner te worden. Dus de keuze was snel gemaakt om universitaire studies aan te vatten. Maar in mijn laatste jaar in het middelbaar had ik een heel goed seizoen en dan was het ook vrij snel beslist dat ik als hobby er mee door zou blijven gaan naast mijn studies. Handelsingenieur was een ruime richting voor mij. Ik had geen economie gehad in het middelbaar, maar het interesseerde mij wel. Handelsingenieur leek mij wel interessant en dat is ook zo gebleken. Twee vrienden van het middelbaar zijn meegekomen en zo zijn we met drie er aan begonnen. Dus het was eigenlijk vrij snel beslist. En ik wou graag naar Leuven komen. Van de ouders mocht het, dus die kans kon ik niet laten liggen. WAS DE COMBINATIE STUDEREN-TOPSPORT HAALBAAR? De eerste jaren had ik geen topsport statuut en was ik dus een ‘normale’ student. Maar vanaf mijn eerste licentie had ik wel een topsportstatuut en als je die kans krijgt om profrenner te worden moet je die gewoon grijpen. Dan kun je je planning tussen studies en sport veel beter organiseren. ZIJN ER BEPAALDE ZAKEN DIE JE EXTRA MOEILIJK VOND IN DIE COMBINATIE TOPSPORTSTUDEREN? EN ZIJN ER OOK VOORDELEN? Ik heb eigenlijk vooral mezelf leren kennen in die periode. Je moet plannen en je leert hoe je onder druk reageert. Zowel de studies als mijn sport hebben onder de combinatie geleden maar het was zo’n enorme verrijking voor mezelf. Het is niet dat je dan een graad probeert na te jagen, dan is gewoon er door zijn meer dan genoeg. Maar echte problemen waren er niet. Maar groepswerken bijvoorbeeld voor een seminarie waren niet altijd evident. En sommige studenten waren daar niet altijd even begripvol voor. Ik was regelmatig op stage in het buitenland, maar soms leek het dan of ik vakantie had. Wat uiteraard niet zo was. En niet iedereen begreep dat voor de volle 100 procent.
HEB JE HET GEVOEL DAT JE AL VERDER IN JE WIELERCARRIÈRE ZOU GESTAAN HEBBEN ZONDER JE FOCUS OP DIE STUDIES? OF HEBBEN DIE STUDIES JE NET GEHOLPEN? Ik vind toch dat ik door mijn studies wat achterstand heb opgelopen. Aan de andere kant heb ik nog steeds progressiemarge daardoor. Ik ben in mijn beginjaren nooit volop wielrenner geweest en heb nooit de stempel gekregen als grote belofte. Maar ik zie dat niet als een gemis. Ik denk ook dat het gevaarlijk is om op je 17-18 jaar alles te focussen op een sport. Ook je omgeving verengt. Dan kun je alles verliezen in 1 klap. Door te studeren verruim je je blik en je contacten buiten de sport. Als je dan stopt met topsport zul je sowieso wel problemen hebben om je te oriënteren, maart het is dan niet zo dat je hele omgeving ook wegvalt. ZIJN ER OOK BEPAALDE COMPETENTIES OF VAARDIGHEDEN DIE JE TIJDENS JE STUDIES HEBT AANGESCHERPT DIE JE NU VAN PAS KOMEN TIJDENS JE WIELERCARRIÈRE? Er zijn eigenlijk weinig dingen die je kunt gebruiken. Zelf onderhandelen van je contract en zo vraagt veel tijd en energie die je beter kan besteden aan je sport. Daarom doe ik beroep op een sportmanagementbureau, om mezelf te beschermen. Misschien heb ik wel een stapje voor om alles te benaderen, maar voorlopig ligt de focus echt op het wielrennen en zit alles wat errond zit bij het sportmanagementbureau zodat ik de vrijheid heb om me volledig op het wielrennen te concentreren. WAS JE ACTIEF BIJ EKONOMIKA? VOLGDE JE DE ACTIVITEITEN? Ik was geen actief lid. Ik was wel op de meeste activiteiten aanwezig, maar het is niet dat ik die mee organiseerde. Tijdens het eerste semester kon ik volledig student zijn en dan probeerde ik wel om zoveel mogelijk activiteiten mee te doen, maar in het tweede semester ging de focus dan meer op de koers liggen. WAT MIS JE HET MEEST AAN HET STUDENT ZIJN? Je hebt weinig verantwoordelijkheden. De enige verantwoordelijkheid die je hebt is om er op het einde van het jaar door te zijn, maar voor de rest heb je een enorme vrijheid. Je moet bij weinig dingen stilstaan. HEB JE NOG CONTACT MET JE STUDIEGENOTEN VAN INDERTIJD? Met sommigen wel. Maar de meesten daarvan zijn mensen die ik al ken van in het middelbaar. Van de mensen die ik heb leren kennen in Leuven zelf zijn de contacten ondertussen al een beetje vervaagd, maar een berichtje of mail gebeurt wel. Maar ik bewaar wel de contacten en ik koester die ook wel een beetje omdat dat mensen van buiten de sportwereld zijn.
WELKE LOOPBAAN AMBIEER JE NA JE ACTIEVE WIELERCARRIÈRE? IN WELKE SECTOR/SOORT BEDRIJF ZOU JE GRAAG AAN DE SLAG GAAN? ZIE JE JEZELF ALS ONDERNEMER EEN EIGEN ZAAK STARTEN? Da’s een goeie vraag (lacht). Ik ben daar zelf al wel mee bezig geweest, maar ik moet er niet concreet mee bezig zijn, want ik heb nog wel een aantal jaren te gaan. t’Is moeilijk om te zeggen. Ik zou graag meer iets ondernemend doen, de kans dat dat binnen de wielerwereld gebeurt bestaat maar is geen doel. Maar echt specifiek weet ik het niet omdat ik er niet concreet mee moet bezig zijn. Moest ik nu al weten dat ik volgend jaar geen contract meer zou krijgen, dan zou ik mij wel al moeten oriënteren, maar nu blijft dat bij vage ideeën. DOE JE HET LIEFST AAN TIJDRIJDEN? OF AMBIEER JE EERDER RITTENKOERSEN? Niemand doet graag aan tijdrijden (lacht). Dat is echt vechten tegen jezelf en enorm afzien, maar het geeft natuurlijk een goed gevoel als je successen behaalt. Ook in de koers is er zoveel specialisatie dat je je net als in de bedrijfswereld moet kunnen onderscheiden. Ik moet mij onderscheiden met mijn tijdrit. Ik ben wel nog altijd niet bij de allergrootste toppers, maar ik kan er wel mee wedijveren. En dat geeft mij dan ook de ambitie om eens op een klassement toe te leggen in een van de kleinere rondes. Ik zou ook graag nog eens een gewone wedstrijd winnen. WAAROM BEN JE VORIG JAAR OVERGESTAPT VAN QUICK STEP NAAR TREK FACTORY RACING? Ik zat heel goed bij Quick Step in een heel plezante omgeving, waar ik nu nog steeds een goed contact mee onderhoud. Maar Quick Step is een Vlaams georiënteerde ploeg. Ik was er drie jaar heel graag, maar ik merkte dat ik nood had aan een nieuwe uitdaging. Alles werd te gewoon. Da’s ook gevaarlijk. Af en toe moet je jezelf eens kunnen uitdagen. En dan had ik de kans om naar Trek te gaan, naar een team in een internationale omgeving. Nu ben ik bijvoorbeeld genoodzaakt om verschillende talen te spreken. Het is ook een Amerikaanse ploeg met andere gewoontes en andere invalshoeken. Je kan er ook uit leren hoe andere mensen denken. WELKE ANDERE SPORTIEVE DOELEN ZOU JE NOG GRAAG WILLEN BEHALEN? Op korte termijn wil ik in bepaalde Rondes me wat meer op het klassement focussen. Maar normaal gezien ga ik op het WK opnieuw de ploegentijdrit en de individuele tijdrit rijden. Daar wil ik toch ook wel weer duidelijk een stap vooruit zetten in vergelijking met vorig jaar. En in een van de grotere koersen wil ik ook wel terug eens meedoen voor de overwinning. Michael Boelaert
VOLG JE HET REILEN EN ZEILEN BINNEN DE FEB NOG EEN BEETJE? De afstand is er (Kristof woont in Torhout, nvdr.), waardoor ik niet gemakkelijk nog naar infoavonden kom en zo en dan gaat de interesse automatisch een beetje vervagen. Als ik gestopt ben met koersen zal het misschien wel makkelijker zijn om nog eens naar Leuven te komen. 35
Students@FEB
B2U Lectures Deluxe
The Fashion Edition Op woensdag 26 maart 2014 vond in Leuven de allereerste Business-to-University Deluxe plaats. Het event, georganiseerd als een Ekonomika Project, trachtte opnieuw de brug te slaan tussen de academische- en bedrijfswereld door studenten in contact te brengen met ditmaal pioniers uit de modewereld. Voor deze speciale editie van de B2U lectures werden de gasten ontvangen op een rode loper, de aanwezige alumni leden kregen meteen bij aankomst heerlijke hapjes voorgeschoteld, terwijl er in een andere ruimte voor de studenten een recruitment event aan de gang was. Er was een ware fashionshow, een luxueuze receptie en bij vertrek kregen alle aanwezigen een goodiebag mee naar huis. Alle tickets voor het event waren in een mum van tijd uitverkocht; de modesector wekt dus duidelijk zeer veel interesse op. Onder de geïnteresseerden bevonden zich trouwens niet enkel 680 studenten, ook 120 alumnileden schreven zich voor deze editie in. Lees hier het verslag van de onvergetelijk B2U Deluxe: The Fashion Edition!
36
“THE BUSINESS OF FASHION” Elk seizoen trekken we met zijn allen massaal naar de winkels om onze garderobe aan te vullen met de nieuwste trends. Wanneer we denken aan mode, duiken er bij de meeste onder ons meteen beelden op van glamoureuze fashionshows en luxe-artikelen. Nochtans schuilt hier een grote en complexe zakelijke industrie achter die veel verder gaat dan het gekende eindproduct. Het doel van de B2U Deluxe: The Fashion Edition was dan ook om een zicht te geven op de ‘businesskant’ van de mode-industrie en daarmee een blik te werpen achter de schermen. Dat blijkt niet enkel interessant te zijn maar ook zeer nuttig voor ons economen. De mode behoort immers tot een van de drie belangrijkste industrieën ter wereld en vormt zelfs het belangrijkste deel van de creatieve industrie. Het belang van deze industrie mag dan ook zeker niet onderschat worden.
De tweede spreker was Alexandra Verschueren, een jonge Belgische ontwerpster met een zeer veelbelovende carrière. Ze studeerde af in 2009 aan de Antwerpse Modeacademie, liep stage bij Proenza Schouler in New York en won de gekende Grand Prix du Jury op het festival d’Hyères. Alexandra vertelde over haar loopbaan als ontwerpster en met welke hindernissen ze te maken kreeg. Het sneltempo van de industrie – na het afronden van een collectie staat er alweer een nieuw modeseizoen klaar – en ook de kloof tussen het creatieve en het commerciële kregen veel aandacht in haar uiteenzetting. De laatste lezing werd gegeven door Karinna Nobbs, docente Fashion Branding en Retail Strategy aan de London College of Fashion. In dit exposé kwamen Fashion Marketing, PR en communicatie aan bod vanuit digitaal en social media perspectief. De digitalisering zet zich immers ook voort in de mode-industrie.
DE SPREKERS DE FASHIONSHOW Drie gastsprekers waren uitgenodigd om met hun kennis als ondernemer, ontwerper of onderzoeker een beeld te komen schetsen van de industrie achter de glitter en glamour. Want wat is nu juist “the business of fashion”? Veerle Windels was de presentatrice van de avond. Ze werkt momenteel freelance voor o.a. de Standaard en is de meest gekende modejournaliste van het land. Met haar enorme kennis van de Belgische modewereld wist ze perfect de interesse van het publiek te wekken en ook de vragenrondes werden door haar perfect begeleid.
Na de lectures was het tijd voor het meer gekende glitter and glamour aspect van de industrie, een knaller van een modeshow! De avond ging uiteraard nog steeds over mode en niemand kan ontkennen dat de modeshows het ultieme droombeeld van de fashion weergeven. Ook de eindproducten van het hele proces werden dus tentoongesteld om de mode in al zijn facetten weer te geven. Modellen showden de prachtige collecties van onder andere Tim Van Steenbergen, Hripsime Afsart, Caroline Biss, Xandres, Oni Onik en Gigue. DELUXE RECEPTIE
Anne Chapelle, CEO van BVBA 32 (het modehuis achter o.a. Ann Demeulemeester en Haider Ackermann) en nominee voor de beste vrouwelijke ondernemer van het jaar 2014, was de eerste gastspreker van de avond. Vanuit haar ondernemerspositie besprak ze verschillende topics van fashion management zoals ‘brand positioning’ en ‘cash flow management’, met telkens een grote nadruk op het belang van Corporate Social Responsibility.
Wat zou een B2U Deluxe zijn zonder een luxueuze netwerk receptie om de avond af te sluiten? Een sushiboot? Tuurlijk! Ben & Jerry’s ijsjes? Mogen niet ontbreken! En een photobooth uiteraard! Bij vertrek kregen alle genodigden nog een mooie goodiebag met zich mee. Een avond vol mode, een luxueuze B2U. We hopen dat jullie er van genoten hebben. Met dank aan Heleen Matthys en Thomas Verbist voor het begeleiden van dit Ekonomika Project. Julie Mommens Charlotte Deroost
37
Students@FEB
Verslag Kiesweek De kiesweek voor het 85ste werkingsjaar van Ekonomika. Onwaarschijnlijk om dit mee te maken voor de eerste keer. Drie dagen gratis eten, drinken, en topactiviteiten. Het werd al meteen duidelijk hoe groots dit werd aangepakt, als je zondag voorbij het Ladeuzeplein reed. Heel het plein was afgezet met Heras-hekken op het moment dat de rollercoaster werd opgesteld. De (overigens erg goede) pre-party in onze fakbar Dulci op zondag kon op geen enkele manier verraden dat het zeer tot immens groots aanpakken de toon zou worden voor de komende drie dagen.
38
DAG 1
DAG 2
Op maandag ging Ladeuze om 12u open. Direct een enorme massa mensen die allemaal kwamen genieten van het mooie weer, het eten, drinken en uiteraard de fantastische (rand)activiteiten. Zo stond er een bungee-ejection, een heus paintballveld, een VIP-area, een toren voor de DJ’s, een schaatsbaan, …
Dag 2 op Ladeuze was min of meer hetzelfde als dag 1, met enkele kleine veranderingen. Uiteraard bleef het enorm plezant. Zo was bijvoorbeeld de paintball-area vervangen door lasershooten.
Uiteraard was er ook de rollercoaster, die verrassend lang en plezant was om zo mobiel te zijn. Er was ook een vrouwentent, waar je je (van horen zeggen) kon laten masseren, je haar laten knippen, chocoladefondue eten, … Eten was er ook à volonté, met hamburgers, frieten, curryworsten, hotdogs, mexicano’s, pizza’s, sushi, pasta, ijsjes,… Er waren ook enkele soorten bier om te degusteren, zoals Kasteelbier Rouge en Desperados Red. Dit alles duurde tot 18u, waarna het Ladeuze terug afgesloten werd. Direct aansluitend werd er een pineappleparty gehouden in ’t Archief door lolploeg Las Mamas, met enkele gratis vaten. Om 20u begon de door ploeg Endeavour georganiseerde quiz in de PDS, gepresenteerd door Lieven Scheire. Een pizza- & pastabuffet met erg goedkope zware bieren kon hier uiteraard ook niet ontbreken. Na de pineappleparty of de quiz, werd er verder gefeest in het Lido, met de Lift-Off TD: een geniaal feestje met enkele speciale dingen. Zo werden er free shots uitgedeeld en stond er een kerel op stelten in een pak met LED-verlichting en lasers rond te lopen. Een méér dan geslaagde afsluiter van dag 1.
Om 18u begon in het pauscollege een gratis buffet met braadworst en paëlla, bier was uiteraard ook nog verkrijgbaar. Op een groot scherm werd ’s avonds de match Real MadridBayern Munchen getoond. Bij elke goal kwam er een traktatie van Ploeg Endeavour. De match is geëindigd op 4-0, dus het was daar zeer plezant! Na de match kon iedereen terecht in Alma 2 voor de Endeavour Battle Night, met een topaffiche met namen zoals DJ Wout, Regi, Lasgo, Frères Deluxes, Laston & Geo,… De eerste 200 mensen kregen zelfs een gratis hamburger, en in het begin van de fuif was er gratis Wodka-redbull te verkrijgen. Dit was een gigantisch goed feestje. DAG 3 Woensdag was het dan tijd voor de Lipton Ice-Tea Big Splash, een gigantisch waterballonnengevecht tussen verschillende studentenverenigingen. Ook hier waren gratis hamburgers, curryworsten, frieten en bier te verkrijgen. Er stonden de hele namiddag 6 tapkranen permanent open. Gratis bier trok duidelijk mensen aan. Muzikale afsluiter van de dag en de kiesweek was 2 Fabiola. Het was een bangelijke week en als eerstejaars werkte het zeker en vast overdonderend. Mijn stem heeft de ploeg alvast gekregen! Matthias Claessens
39
Students@FEB
Ekonomika’s verkiezingsdebat
‘Moeder der Verkiezingen’ Vorig jaar stelde ik aan de leden van het Comité Development voor om een groot verkiezingsdebat organiseren naar aanleiding van de verkiezingen van 25 mei. Geen gewoon debat, maar met een origineel concept waarmee Ekonomika zich zou onderscheiden van de vele studentendebatten. Het comité was enthiousiast en één van de comitéleden, Brecht Smits, smeet zich mee in het avontuur. Na enkele vergaderingen ontstond een orgineel, gedetailleerd concept. Een debat tussen de verschillende partijen over de belangrijkste, sociaal-economische vraagstukken van deze tijd waarbij elk thema steeds zou worden ingeleid door een professor. Ideaal om een volle aula Pieter De Somer te vullen. Ekonomika zou Ekonomika niet zijn indien we niet nog een stapje verder gingen: een samenwerking met de VRT op poten te zetten. Gewapend met een goed concept en met de steun van de faculteit trokken Decaan Luc Sels, Philippe, Brecht en Daan (vice-praeses development) naar de gebouwen van de VRT. En met resultaat: een streaming op deredactie.be en Ivan De Vadder als moderator. Kortom, we hadden goede stakeholders gevonden. Stakeholders die later hun schouders zouden zetten onder het project ‘Rekening14’. Nu was het verkiezingsdebat definitief uit de startblokken geschoten. We waren klaar om één voor één de politici en professoren te contacteren en hen te overtuigen. Met als resultaat een mooie affiche. Zelfs Kris Peeters zakte af naar Leuven. De avond zelf kon van start gaan. Een volle aula, toppolitici en dito proffen. Kortom, de verwachtingen waren hooggespannen. En ja, de verwachtingen zijn, althans voor ons, meer dan ingelost.
Het samenspel tussen enerzijds academische kennis en anderzijds politici met hun verkiezingsprogramma’s zorgden voor een zeer inhoudelijke avond. Geen holle slogans, geen politique politicienne, maar prangende vragen en onderwerpen. Moet de index behouden blijven? Moeten we verder gaan in de Europese integratie? Hoe zorgen we ervoor dat mensen langer werken? Wat is de toekomst van onze fiscaliteit? Al deze onderwerpen toonden de verschillen en bij momenten ook de gelijkenissen tussen de partijen. Partijen die met de nodige snedigheid met elkaar in debat gingen. We waanden ons bij momenten in De Zevende Dag. Afsluiten deden we met een mooie receptie, verzorgd door eerstejaarsstudent Mattias Pauwels die zich aansloot bij dit evenement. Een receptie waar we vele positieve reacties mochten horen, ook van de VRT. En ook via de livesteam werd het debat duidelijk gesmaakt, met maar liefst 4962 unieke kijkers: dubbel zo veel als bij vergelijkbare debatten. Dit liet zich merken op de sociale media, onder de hashtag #ekodebat. Het werd het “most trending” onderwerp van die dag op Twitter. Het ekodebat was het perfecte voorbeeld van wat men kan bereiken met veel inzet, toewijding en de juiste begeleiding en steun. Het gaf dan ook aan alle mensen een idee wat er kan gerealiseerd worden met de hulp van Ekonomika Projects. Hopelijk spoort het andere mensen aan om ook hun idee in te dienen. IT’S YOUR FUTURE, CREATE IT. PS: Voor een inhoudelijk verslag van de avond, verwijzen we graag naar deredactie.be Philippe Nys, tweedejaarsstudent EW
40
GALABAL ets voor 21u. Het station van Leuven stroomt vol met de eerste lading opgeklede economisten. De heren met een fles in de hand, de vrouwen met een extra paar schoenen. Wanneer aan de VIP-Wagon de rode loper opgerold werd en hapjes en drankjes uitgedeeld werden, kon de trein eindelijk vertrekken richting Antwerpen.
I
Aangekomen in Antwerpen Centraal, zag je een golf van kostuums en keurige kleedjes die zich vanuit de trein naar de tram verplaatsten. Een extra dienst vervoerde ons dan ook rechtstreeks naar het Hospitaly Center van het Sportpaleis. Na een reistijd van iets langer dan een uur, maar met een uitstekend geregeld vervoerstraject kon het aanschuiven bij de lockers beginnen. De extra schoenen, overbodige jassen en flessen verdwenen in de voor iedereen handige locker: zo kon zonder overbodige spullen aan de leuke fotostand geposeerd worden waarna het feesten pas echt kon beginnen. Op de beats van de muziek betreedden we het overweldigende Hospitaly Center. Een geweldig klank- en lichtspel werd voor ons tentoongesteld. De DJ’s in de Main Room klonken bekend in de oren. Ze deden stuk voor stuk de voeten van elke persoon aanwezig bewegen op het ritme van hun muziek.
Bij de bonnetjes verliep alles vlot en strikt. De prijzen lagen voor sommigen toch wel wat aan de hoge kant vanuit de redenatie dat Ekononomika goedkoper is dan andere kringen. Aan verschillende bars had je tal van keuze uit alcoholische dranken: bier, wijn, cava,... De non-alcoholische dranken daarentegen bestond enkel uit water of cola. Deze dranken mochten wat uitgebreider aangeboden worden voor de chauffeurs onder ons. Wie wat meer rust wou vinden, kon boven terecht in een lounge ruimte. In de comfortabele zetels konden we dan een gesprek voeren zonder te hoeven roepen. Ook in het eetgedeelte was een babbeltje slaan een aangenaam gebeuren. De laatste feestgangers vertrokken rond een uur of vijf met pijnlijke voeten richting de tram die ons terug naar het station van Antwerpen Centraal bracht. Om 5u33 vertrok de laatste trein vanuit Antwerpen naar Leuven. Vermoeide feestgangers vielen in slaap, andere feestten nog wat verder en nog anderen praatten na over hun galabal. Voor de ene was het hun eerste keer, voor de andere hun laatste keer en de een zal zich er nog wat meer van herinneren dan de andere, maar ieder individu zal zeker en vast een reden hebben om dit galabal niet te vergeten. Saar Vandenberghe 41
Postgraduaat in het Financiewezen (corporate finance) Het programma beoogt een fundamenteel en grondig inzicht in de moderne financiële theorieën en hun toepassingsmogelijkheden voor algemene en dagelijkse financiële besluitvorming. De benadering stoelt op een combinatie van conceptueel en analytisch denken en praktijktoepassingen. De courante financiële evolutie wordt daarbij geanalyseerd om de verworven inzichten te illustreren en hun bruikbaarheid in de algemene en dagelijkse financiële praktijk te ontwikkelen. De interactieve uiteenzettingen worden onmiddellijk met de praktijk verbonden via gevallenstudies en praktijkoefeningen. I
I
TOELATINGSVOORWAARDEN: Universitair diploma: bijvoorbeeld doctor of licentiaat/master in de Rechten, Burgerlijk Ingenieur,... of einddiploma hoger onderwijs van twee cycli. Toelating steeds op basis van dossier (3 jaar werkervaring vereist). Geen oriëntatiegesprek.
I
LESPLAATS: Leuven
I
INSCHRIJVINGSGELD: € 2.750 (volledige programma), € 2.200 (programma zonder module special topics (kostprijscalculatie en management controle; consolidatie).
DUUR/PERIODE: 3 oktober 2014 – 28 februari 2015 (met een onderbreking van 3 weken rond Kerst en Nieuwjaar). Avond/weekend: vrijdag (18u30-21u) en zaterdag (8u30-13u). 120 lesuren.
www.econ.kuleuven.be/ond/postgraduaten/financiewezen tel. 016 32 67 37 •
[email protected]
EKONOMIKA FEEST 2014 Het jubilerend 64ste praesidium trekt dit jaar samen met het 65ste en 66ste de kar van de Alumnidag. De Alumnidag 2014 wordt een feest! Peter, Gregory en Eva ontvangen jullie dit jaar samen met hun praesidium in het Groothertogdom Harelbeke. Op zaterdag 18 oktober staat het nest van de Vynckeneers open vanaf 15:00 u. voor alle leden van EKONOMIKA ALUMNI. Naast een bedrijfsbezoek, Walk of Flame en Westvleteren-proeverij staan ook een whiskybar en een cocktailbar op de agenda. Op wandelafstand van de dansvloer wordt een heuse DULCI opgetrokken. Dit jaar geldt een culinaire all-in formule tot 04:00 u. zondagmorgen. Er wordt een busdienst voorzien vanuit Leuven en er is een samenwerking met verschillende hotels op een steenworp van het feest. Noteer in uw agenda en reserveer nu al uw plaats via
[email protected]!
ECONnect Driemaandelijks magazine Gezamenlijke uitgave van de Leuvense campus van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB@Leuven) van KU Leuven en Ekonomika Alumni, de vereniging van alumni van FEB@Leuven. Heeft u ook interesse om driemaandelijks ECONnect toegestuurd te krijgen? Word lid van Ekonomika Alumni of mail naar
[email protected]
Contact: Loes Diricks,
[email protected], tel. +32 16 32 66 96, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven
Hoofdredacteur: Fa Quix,
[email protected] Voorzitter redactieraad: Freddy Nurski, voorzitter Ekonomika Alumni Kernredactie: Michael Boelaert, Loes Diricks, Kjell Geurts, Freddy Nurski, Fa Quix, Peter Reusens, Luc Sels, Katrien Vanwetswinkel, Katrien Wauters, Maud Wellens Fotografen: Jan Maryssael, Rob Stevens Verantwoordelijke Uitgever: Luc Sels, decaan FEB Naamsestraat 69 3000 Leuven Druk: Artoos – www.artoos.be