060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 1
Bureau de dépôt : 7500 Tournai
ECHO Maandelijks tijdschrift van NSPV vzw - niet in juli
België – Belgique P.B. - P.P. 7500 Tournai 5/118 Autorisation de fermeture: 5/182
MEI-JUNI 2006 - Nr. 672
Afz.: Gen. Bernheimlaan, 18/20 - 1040 Brussel
• OPERATIONEEL KADER : HEREVALUATIE VAN HET STATUUT – STANDPUNT VAN DE OVERHEID INZAKE DE ONDERHANDELINGEN (blz 3) • CALOG : WIJZIGINGEN IN HET STATUUT (blz 8) • BRANDWEER : NAKENDE HERVORMING. (blz 14) • PENSIOEN : SOLIDARITEITSBIJDRAGE (blz 21)
NATIONALE VERKOOPOPERATIE LOGEMENTEN GAAT VAN START Blijft iedereen nog onder dak? De regie der gebouwen gaat oude rijkswachtlogementen verkopen. Over heel Belgie moet de verkoop daarvan 32 miljoen euro opleveren. Tot op heden werden de bewoners van die logementen met aandrang verzocht te verhuizen. Hun recht van bewoning bleef dode letter in de praktijk. HetNSPV was de eerste syndicale organisatie die haar leden bijsprong in hun verzet tegen die wanpraktijken. Een nieuw wetsartikel zou nu een einde moeten stellen aan de zogenaamde juridische onzekerheden. (blz 18)
HEREVALUATIE VAN HET STATUUT – STANDPUNT VAN DE OVERHEID INZAKE DE ONDERHANDELINGEN In de laatste syndicale echo heeft onze nationale voorzitter u een overzicht gegeven van de verschillen- de punten voorgesteld door de overheid in het kader van de onderhandelingen over de herëvaluatie van het statuut. Zodra wij deze voorstellen ontvingen hebben wij u melding gegeven dat dit een regelrechte oorlogsverklaring was (bericht op website NSPV) en dat wij niet zouden deelnemen aan de onderhandelingen Ingeval de overheid geen gunstig gevolg gaf aan onze eisen, namelijk : • Intrekking van de voor ons ONAANVAARDBARE punten/voorstellen • Afzonderlijke behandeling voor het dossier « Calog ». In onze laatste verslaggeving van de onderhandelingen op 25-26 et 27 april 2006 gaven wij een overzicht van de evolutie van de onderhandelingen namelijk : • Akkoord betreffende het dossier CALOG • Het intrekken van bepaalde voorstellen : - Problematiek referentieperiodes (+40 naar – 40). - Medische vrijstelling met tijdelijke verplichte overplaatsing naar het Calog - De betaling per gepresteerd uur voor bepaalde toelagen en vergoedingen - De bevoegdheden van de gewone tuchtoverheid De onderhandelingen werden op woensdag 24 mei 2006 afgesloten om 21.45 uur. U vindt hierna de complete voorstellen van de overheid in welke zij haar standpunt weergeeft voor elk onderhandeld punt.
In principe zal op het ogenblik dat u dit leest, ons standpunt alsook dat van de andere syndicale organisaties overgemaakt zijn aan de overheid. U kunt kennis nemen van het verloop van dit dossier op onze website http://www.nspv.be in de rubriek Laatste Nieuws
1
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 2
VOORSTELLING VAN DE NIEUWE NATIONALE SECRETARIS
CHRISTIAN LORENT
SYNDICAL ECHO
COLOFON De “ECHO” is het maandelijks tijdschrift van het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel. Alle leden ontvangen een exemplaar. Niet-leden en geïnteresseerden kunnen intekenen op een jaarabonnement door het storten van € 75 op rekeningnummer 068-2101000-07 van het NSPV.
Niet zo lang geleden werd ik 50 jaar oud. Ik ben gehuwd en vader van drie dochters. Mijn professionele loopbaan situeerde zich gedurende 28 jaar vooral in Charleroi. In de huidige organieke tabel van de Federale Politie maak ik deel uit van het CSD CHARLEROI als hoofdinspecteur. Wat betreft mijn syndicale loopbaan : ik heb de functies doorlopen van afgevaardigde, afdelingssecretaris, afdelingsvoorzitter, provinciaal voorzitter en nu sinds bijna vier jaar deze van permanent afgevaardigde. Als Nationaal Secretaris wil ik volgende accenten leggen : Naar u, onze leden, om u niet te beschouwen als een nummer in een dossier maar vooral als mens, om naar u te luisteren en uw aangebrachte verzuchtingen op een duidelijke manier te vertalen en deze in voorkomend geval om te zetten naar onze eisen; · Naar onze afgevaardigden om ze te beschermen, te ondersteunen, te omkaderen en hen te informeren zodat ze kunnen beantwoorden aan uw verwachtingen. Wat betreft mijn inbreng in de redactie van de Echo, zal ik werken in de continuïteit voornamelijk in het weergeven van verontrustende situaties aangevuld met mijn waarnemingen en gevoeligheden.
De adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de Wet op de Privacy (08/12/1992). Verantwoordelijke uitgever : Philip Van Hamme Eindredactie : Eddy De Blaere Tekeningen : Dirk Van Der Auwera De redactie staat open voor vragen en suggesties van lezers. U kan ze sturen naar : Redactie Echo, Generaal Bernheimlaan 18/20 1040 Brussel tél. : 02.644.65.00 fax : 02.644.67.93 Breng tevens een bezoek aan onze website : http://www.nspv.be Mail :
[email protected]
Ik zal schrijven onder de rubriek : « Wat zegt u …. alles gaat goed ? » Het is een eufemisme, met respect naar sommigen doch het is inderdaad zo dat « niet alles » goed gaat Ik doe dan ook een beroep op diegenen die iets “ondergaan” hebben of een “bepaalde” situatie beleefd hebben om mij ervan op de hoogte te stellen. Christian Lorent Nationaal Secretaris Gelijkheidstraat 61 7700 Moeskroen Tel.: 056.85.75.15 Fax : 056.85.75.17
2
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 3
HEREVALUATIE VAN HET STATUUT – STANDPUNT VAN DE OVERHEID INZAKE DE ONDERHANDELINGEN Luik 1 – Administratieve vereenvoudiging / verduidelijkingen 1) Herplaatsing Akkoord met voorstel vakbonden : dus de lopende aanwezigheidstermijn blijft lopen in alle gevallen zonder bijkomende termijn + dit geldt tevens voor de ambtshalve aanwijzing bij de federale politie. 2) Syndicaal verlof - geen syndicaal verlof mogelijk op een rustdag - indien met dienst bevolen tijdens weekend, dan syndicaal verlof mogelijk voor de werkelijke duur beperkt tot 07 u 36. 3) Administratieve standen - gevangenisstraf = non-activiteit - akkoord met voorstel vakbonden : voorlopige hechtenis = non-activiteit vanaf de beslissing van de Raadkamer + 75% van de wedde - als PL (= personeelslid) wordt vrijgesproken : omzetting in dienstactiviteit 4) Anciënniteit Externen : - bij gelijke datum van benoeming : datum van inschrijving geldt - bij gelijke datum van inschrijving : de leeftijd is bepalend Sociale promotie : criterium : op grond van Art II.I.2 RPPol en komen voor de externen qua anciënniteit als die op gelijke datum worden benoemd. 5) Arbeidsongevallen De overheid van de plaats van bestemming/de gebruiker van het gedetacheerde personeelslid neemt het arbeidsongeval ten laste. Het gezagscriterium geldt. 6) Bereikbaarheid en terugroepbaarheid - Akkoord met voorstel inzake de herevaluatie en herziening van de lijst van sommige betrekkingen (cfr bijlage protocol 57) + eventuele aanpassingen (+ CG-DGJ-SPNWPR-DMLS)
- Ter herinnering = geen bereikbaarheid en terugroepbaarheid indien men met verlof is.
Luik 2 – Efficiëntie – beheers- en procedureregels 7) Aanwerving 1) SocProm operationeel kader - in aanmerking nemen van een advies van de korpschef in de persoonlijkheidsproef; enkel de kandidaten met negatief advies en negatief resultaat op die proef worden niet toegelaten tot de volgende proef. - de selectiecommissies evalueren de specifieke competenties van de kandidaten. - een deliberatiecommissie (Dir DPR, één lid Lokpol aangewezen door de VCLP en één lid Fedpol aangewezen door DGP) rangschikt de kandidaten op basis van de beroepsproef in drie groepen: zeer geschikt, geschikt en ongeschikt. - beperking tot drie deelnames aan de SocProm selectie (geslaagd en niet batig gerangschikt wordt hiervoor niet in aanmerking genomen). - mogelijkheid voor de deliberatiecommissie om het vergelijkend examen af te sluiten als het voorziene aantal kandidaten in de groep “zeer geschikt” is bereikt. Externe aanwerving operationeel kader - de selectiecommissies evalueren de specifieke competenties van de kandidaten. - globale evaluatie van de kandidaten door een vaste selectiecommissie (voorgezeten door DPR, lid VCLP en lid Fedpol) die beslist over (niet) slagen van de kandidaten. 2) - Andere invulling van de cognitieve vaardigheidstest voor HINP 2+ en CP (respectievelijk toetsen van bijzondere kennis gelinkt aan de betrekking en commentaarverhandeling) alsmede het invoeren van een vrijstelling van de cognitieve proef voor de kandidaten hulpagent die houder zijn van een diploma niveau 2 of hoger. 3) Wijziging van de mogelijke beslissingen ingevolge het fysiekmedisch onderzoek : geschikt, tijdelijk ongeschikt of ongeschikt; tegen de tijde-
lijke ongeschiktheid of ongeschiktheid kan beroep worden ingesteld bij de medische geschiktheidcommissie dat, indien het een vergelijkend examen betreft, binnen de 10 dagen moet worden ingesteld en waarop de beslissing in beroep ook binnen eenzelfde termijn moet worden genomen + invoeren van een drugstest in het medisch onderzoek. 4) Uitbreiden van het medisch controleonderzoek met een moraliteitsonderzoek voorafgaand aan de toelating tot de opleiding van de kandidaten in een wervingsreserve. 5) Moraliteitsonderzoek (ook CALOG) : info door DPR aan zone van woonplaats kandidaat na slagen in de cognitieve proef met mogelijkheid tot reactie; raadpleging van de gegevensbank door DPP en DSB na slagen in de fysiekmedische proef; resultaat van die raadpleging wordt meegedeeld aan de betrokken zone met vraag tot moraliteitsonderzoek (mbt de kandidaat vanaf de leeftijd van 16 jaar, mbt de leefomgeving, verplicht gesprek met de kandidaat indien er elementen zijn die de legitimiteit van de kandidaatstelling in vraag stellen : nagaan van andere veroordelingen en bijkomende onderzoeken mbt de familiale omgeving); feedback van dit onderzoek aan DPR die beslist. 6) Inschrijven dat het moedwillig verzwijgen van medische gegevens of van informatie in verband met betrokkenheid in politionele/gerechtelijke dossiers leidt tot ambtshalve ontslag. 7) Nieuwe aanwervingsprocedure CALog 1. Aanwerving Als principe geldt de rechtstreekse statutaire werving waarbij de aanwervende overheid, na de selectieproeven van DPR, een eerste selectie op dossier kan uitvoeren op basis van objectieve criteria (meertaligheid, onmiddellijke beschikbaarheid, …) en vervolgens een minimaal aantal (x5) kandidaten per betrekking aan de “lokale” selectieproeven moet onderwerpen met respect voor de door DPR uitgebrachte rangorde. Behoudens aanwervingen buiten personeelsformatie en via vervangingsovereenkomsten, kan enkel contrac3
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 4
tueel worden aangeworven om dringende redenen vóór mobiliteit, met een contract van bepaalde duur (max 12 maanden) en verplichte vacantverklaring bij de eerstvolgende mobiliteitscyclus. Dezelfde selectieproeven gelden voor de statutaire en de dringende contractuele werving zodat die contractueel aangeworvenen eventueel tijdens de duur van hun contract via mobiliteit kunnen worden benoemd (statutair) in de eigen betrekking. Stage • Duur De duur van de stage wordt voor niveau A en B vastgesteld op 12 maanden en voor niveau C en D op 6 maanden. • Evaluatie Indien de stage goed verloopt, zijn geen tussentijdse en eindevaluatieverslagen nodig : de hoedanigheid van stagiair vervalt dan van rechtswege op het einde van de stage. Indien de stagiair niet voldoet, kan hij ten allen tijde, op basis van een gemotiveerd evaluatieverslag met recht op verweer, uit het ambt worden ontheven. Schrappen van de jury in het raam van de kaderproef. Schrappen van de hoorplicht voor de Dir DPR in het raam van het opleggen van een beperking van de territoriale inzetbaarheid; de kandidaat wordt tijdens het moraliteitsonderzoek immers al gehoord door de lokale politie. Aanpassen aan de huidige concepten van de lijst van persoonlijkheidscriteria vervat in bijlage 4 UBPol. De aankondiging van de selectieproeven in het raam van de aanwerving voor het operationeel en het administratief en logistiek kader niet langer bekendmaken in het Belgisch Staatsblad maar op de website van DPR. De kandidaat die zonder aanvaardbare reden, nader toegelicht in een selectiereglement, van een selectieproef of een geheel van selectieproeven, afwezig is op het ogenblik dat deze proef plaatsvindt, wordt uitgesloten van deze proef of geheel van proeven. Beperken van de gevallen waarin een uitstel van de aanvang van de opleiding kan worden gevraagd (medisch 4
getuigschrift, lopend arbeidscontract,...)
8) Aanwerving gespecialiseerde HINPaanwerving inschrijven dat de gespecialiseerde middenkaderleden (diploma niveau 2+), bijvoorbeeld politieassistenten, die worden aangeworven op basis van de behoeften van de zones, zoals thans het geval is voor de (hulp)agenten van politie, specifiek worden aangeworven door en voor de betrokken zones en dat hun aanwezigheidstermijn van drie jaar aanvangt vanaf de datum van benoeming in de betrokken graad van het gespecialiseerde middenkader.
12) Auteursrechten - in het RPPol integreren voor statutairen en contractuelen - op grond van (model)tekst Vlaamse Gemeenschap (*) nvdr : Het principe is dat het werk uitgevoerd in het kader van het werk, eigendom is van de werkgever. 13) Uniek betalingsorgaan
9) Stakingsaanzeggingen Stakingsaanzegging is ontvankelijk als met stakingsdreiging is aangebracht op BOC In geval van stakingsaanzegging heeft de burgemeester de mogelijkheid om binnen de 6 dagen een dringend 2e BOC te organiseren (oproepingstermijn 1 dag) ➟ Komt er een akkoord tot stand: stakingsaanzegging vervalt ➟ Zoniet: dan OHC binnen de voorziene termijn van 12 dagen.
10) Bevordering Algemeen principe van de mogelijkheid tot in beraad houden indien inleidend verslag met ten minste schorsing of een gerechtelijke procedure op grond van feiten zoals vermeld in COL4/2003 met maximum tot 2 jaar + evaluatievoorwaarde niet enkel voorzien op het ogenblik van de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieproeven maar ook op het ogenblik van de toelating tot de opleiding van het hoger kader.
- sociaal secretariaat neemt functie C.D.V.U. over: dus bruto + nettoberekening - zones blijven uitbetalen
Luik 3 – Rationelere aanwending/verhoging capaciteit 14) Vervangingsmogelijkheid – uitsluitingsmogelijkheden vervangingsmogelijkheden: voor bepaalde verlofstelsels (verlof voor stage of proefperiode en de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden) voorzien in een vervangingsmogelijkheid in het “bezette” ambt na 1 jaar afwezigheid van de titularis ervan - uitsluitingsmogelijkheden: Officieren/niveau A verbonden aan SAT: uitsluiting van NAPA, LBO (behalve de bijzondere stelsels), 4/5de en HVU; Algemene regel directies in de federale politie: diensthoofden die afhangen van een directie -> uitsluiting van NAPA, LBO (behalve de bijzondere stelsels), 4/5de en HVU;
11) Medische controle
° DAC (WPR-SPN-SPC-LPA) + DGJ: verantwoordelijken die zich hiërarchisch twee niveaus onder het niveau directie bevinden -> uitsluiting van 4/5de en HVU;
- oproeping voor de controlegeneesheer door gelijk welk middel, zo mogelijk tegen ontvangstbewijs
Principe: overheid kan weigeren als de operationaliteit van de dienst in het gedrang komt, na overleg in het BOC
- overmaking medisch attest via moderne communicatiekanalen
Overgangsregeling: hebben is houden
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 5
15) Deeltijdse herneming na ziekte Per dag verlof dat wordt genomen, wordt er een volledige dag in mindering gebracht + verval van 3-dagenregel
nvdr : In haar strijd tegen het absenteïsme stelt de overheid een positieve maatregel voor : de toekenning van een proportionele toelage (dus belastbaar) naargelang het aantal niet opgenomen ziektedagen op het einde van de loopbaan. Als voorbeeld : een INP-B5 die op het eind van zijn/haar loopbaan nog beschikt over een ziektecontingent van 800 dagen krijgt de volgende toelage : 80 x 7,6 x 1/1626 x 26 921,36 x 1,3728 = 13 819 € (brutobedrag voor de afhoudingen). Deze toelage varieert dus naargelang het aantal resterende ziektedagen en de jaarlijkse wedde.
(*) nvdr : Ter herinnering, in het kader van de deeltijdse prestaties wegens ziekte wordt niets afgetrokken van het ziektecontingent en de vakantiedagen worden ook niet verminderd. Deze maatregel brengt niets op voor het personeelslid maar geeft ook geen voordeel ten overstaande van de personeelsleden die voltijds werken. Het verval van de 3dagenregel verhindert veel moeilijkheden.
Luik 4 – Welzijn
16) Disponibiliteit
Operationeel kader - uitbreiding naar loutere morele schadevergoeding + voorafgaande hoorplicht wanneer intentie tot afwijzing - aanrekening als arbeidstijd voor burgerlijke partijstelling in personam i.g.v. feiten in dienstverband
1) dispo + dispo binnen 365 dagen = cumul 2) oproeping voor de commissie onmiddellijk volgend op het verstrijken van de termijn van zes maanden of, op vraag van betrokkene, zelfs vroeger 3) schrappen van de wachttermijn van zes maanden voor de aspiranten die extern (niet INEX) worden aangeworven, behalve bij arbeidsongeval (*) nvdr : Op huidig ogenblik zijn de periodes van in disponibiliteitstelling niet gecumuleerd wat niet enkel vertragingen tot gevolg heeft voor de Geschiktheidcommissie maar ook voor de erkenning van zware ziekte en de duurtijd die een impact heeft op de wedde (100 % in plaats van 60 %).
18) Overdracht vakantieverlof
- in geval van terugroeping als overheid beslist dat personeelslid voertuig mag gebruiken 22) Kosteloze medische zorgen (brillen) - rechthebbende PL wordt door een arts DPMS of door een erkende arts doorverwezen naar een oogarts (consultatie tussenkomst DPMS) - Deze schrijft een correctiebril en/of glazen voor - PL wendt zich tot optieker naar keuze - subsidiaire tussenkomst aan 75% voor maximum 150€ per glas – niet montuur. Een vernieuwing van de glazen is, mits een wijziging in de dioptrie, mogelijk na een termijn van 2 jaar - tussenkomst: idem voor contactlenzen
mogelijkheid om het verlof te nemen tot 1 april van het jaar X + 1, wat impliceert dat het aangevraagde verlof vóór die datum moet worden toegestaan (dus geen mogelijkheid tot verdere overdracht)
23) Telethuiswerk
19) Rechtsbijstand
Akkoord met bezoldigd borstvoedingsverlof van max. 3 maanden als organisatie van borstvoedingspauzes niet mogelijk is.
Administratief en logistiek kader identiek aan “nieuwe regeling” OPS 20) Arbeidsongevallen
Akkoord mits wederzijds akkoord / geen recht + resultaat moet verifieerbaar zijn. 24) Borstvoedingsverlof
Luik 5 – Functionele verloning 25) Wijkagent Voorschot van 20 WE-uren/referentieperiode - waarvan ten minste 14 uur wijkwerking
tot nog toe medische kosten ten laste van het personeelslid : volledige kosteloosheid van de medische kosten voorzien.
17) Eindeloopbaanpremie voorzien in een toelage op het einde van de loopbaan a rato van 1/10 van het overblijvende contingent aan ziektedagen op de datum van de oppensioenstelling (x /1626 : vb. contingent = 600 dagen/10 = [60 x 7,6 x 1/1626] van de brutojaarwedde)
21) Omniumverzekering voor gebruik van privé-voertuig voor de dienst - akkoord met de omniumverzekering : 5
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 6
- wanneer ze niet gepresteerd zijn: ➟ à indien te wijten aan de overheid: blijft het forfait uitbetaald; ➟ àindien niet te wijten aan de overheid: wordt het forfait niet uitbetaald 26) Opleiderstoelage Geen erkenningsdossier/opleiderstoelage voor loutere informatie- en trainingsactiviteiten. 27) Twee- en meertaligheid - aanpassingen bijlage 15 (voegt Duits toe aan SPC-CIC Liège) en 16 (voegt bepaalde nuttige talen toe bij CGF, DSU, DSO, DAC, DAR, CIC, DMPE, DMLS) van de UBPol. - behouden van toelage tweetaligheidsniveau igv sociale promotie of Vesalius vanaf 01-04-2005 - bevraging van de conferentie van provinciegouverneurs naar tweetaligheidsvereisten van de liaisonofficieren.
Luik 6 – Perequatie / oud statuut 32) Perequatie pensioenen – oud statuut Te koppelen aan actuele herziening perequatieregels (cfr « korven ») + officieel vatten bij Pensioenen van de abnormale pensioenloonspanningsvermindering tussen, sedert 01 april 2001, wel geperequeerden versus niet-geperequeerden. (*) nvdr : er is sprake van het perequatiesysteem te herzien voor het geheel van de openbare sector. Het is dus wachten op de uitslag van een studie die momenteel bezig is om te kijken waar we naar toe gaan met de politie. Ondertussen hebben wij gevraagd de belangrijke anomalieën zonder dralen zouden opgelost worden.
Luik 7 - Basisvorming
28) Mandaathouders - ook mandaathouders cat. 1 & 2 lokaal + federaal à CP
(*) nvdr : lezen als volgt : alleen de HCP kunnen zonechef worden. 29) Nabijheidstoelage ook voor agenten van politie De federale overheid zal de adviesorganen daaromtrent bevragen (adviesraad van burgemeesters, VVSG) 30) Nabijheidstoelage voor de ploegen ‘judy’ WPR + ook voor PL Zaventem bij fenomenen grenscontrole + VVR (± 15 PL) Akkoord voor toekenning 31) Toelage OMA ook voor polygrafisten 6
34) Opleiding agent van politie Deze opleiding vormt tevens het eerste deel van de opleiding inspecteur. De aspirant-inspecteur is geslaagd als agent van de politie vooraleer het tweede deel van de opleiding aan te vatten - aanvang: 1 januari 2007 35) Stage aspirant commissaris Inrichten van een stage aspirant-commissaris in externe aanwerving tussen de voorbereidende opleiding en de basisopleiding + aanpassing modules in functie van de resultaten van de evaluaties en de gemeenschapsgerichte politiezorg, met een heroriëntering van de modules ten voordele van de bestuurlijke en de gerechtelijke politie, en bijzondere aandacht voor de gemeenschapsgerichte politiezorg door de invoering van een lineaire module 36) Evaluatie
- overgangsregeling voor recente categorie 1 & 2 en regime: idem primabenoemingen (na 3 jaar en mits gunstige evaluatie) - actualisering van de categorie van het mandaat: niet enkel mogelijk ter gelegenheid van een vagantverklaring van de betrekking, maar ook bij elke verlenging vanaf 01 juli 2006
- niveau K.B.: geen minimum- of maximumuren meer voor onderdelen van de opleiding; niveau M.B.: wel voorzien van maxima + Directie Opleiding krijgt bevoegdheid om de concrete uren te bepalen voor de modules, uitvoerbaar door alle politiescholen
33) Reglementaire aanpassingen KB van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen Niveau K.B.: geen onderscheid tussen lineaire en transversale modules, wel op het niveau van het programma (vb voor een “nieuwe” transversale module: de gemeenschapsgerichte politiezorg) - totaal aantal uren voor de basisopleiding van ieder niveau: in het KB op het minimumniveau vastgelegd (soepelheid in het programma via het M.B. Algemeen Studiereglement (evolutie, aanpassingen aan de actualiteit, nationaal veiligheidsplan, pedagogische initiatieven, …)) - aanpassingen voor nog meer logische opbouw, vereenvoudiging en verstaanbaarheid van het K.B.
Professioneel functioneren niet meer met cijfers maar in drie niveaus (cfr. evaluatie van het beroepspersoneel 37) Examens Voorzien van wijzigingen m.b.t. de organisatie, de voorwaarden en de modaliteiten van de examens (vereenvoudiging samenstelling examencommissie en jury, structuur mondeling examen, vereisen van meer opgesplitste voorwaarden tot slagen, aanpassing van waarde van verschillende onderdelen 38) functionaliteiten, pedagogische normen, kwaliteit- en omkaderingsstandaarden
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 7
voor de politiescholen en de kwaliteitscontrole van de opleiding - uitwerking van wettelijke basis die de functionaliteiten, structuur, pedagogische normen, kwaliteitsstandaarden en omkadering van de politiescholen vastleggen die de notie van controle van de kwaliteit van de opleiding introduceert - voor scholen de nodige middelen voorzien om de opleidingen in de verschillende opleidingsinstituten beter te kunnen harmoniseren, de kwaliteit ervan te optimaliseren en de middelen ter beschikking te stellen om de effectieve realisatie ervan na te gaan + inrichting van een intern - en extern controlesysteem met de organisatie van een controlexamen + afdwingbaar maken uitoefening syndicale prerogatieven in scholen.
Luik 8 - Tucht 39) a. Drugs Bepalen dat de vaststellingen, zoals inzake alcohol, zullen gebeuren op de bij K .B. bepaalde wijze (=gebeuren op dezelfde wijze als in verkeerszaken) b. Bindend karakter advies tuchtraad Het advies zou de tuchtoverheid binden wat betreft de materialiteit van de feiten en de toerekening daarvan aan het betrokken personeelslid, alsmede inzake de twee zwaarste straffen (dus die straffen alleen mogelijk mits een dergelijk) c. Samenstelling en benadering tuchtraad - een bijzitter toevoegen, zodat er steeds 1 bijzitter is uit de lokale politie en 1 uit de federale politie. De externe bijzitter blijft behouden, zodat er 4 leden zullen zijn. De magistraat-voorzitter heeft dan de beslissende stem bij staking van stemmen. ➟ operationeel kader: HCP/Calog: niveau A ➟ artikel 96 voor de lokale politie ➟ mandaat voor 5 jaar, 1 X hernieuwbaar - verplicht schriftelijk voorafgaandelijk advies van AIG op grond van saisine van de tuchtraad + betekening ervan aan betrokkene (tegensprekelijkheid)
d. Bevoegde overheid om preventief te schorsen - federale politie: niveau DG/CG - lokale politie: niveau korpschef met bevestiging op eerst volgende vergadering van politiecollege of door burgemeester binnen de 2 maanden - duur van 4 maanden + verlenging om jaar - verval dringende schorsingsprocedure e. OKB ordemaatregelen op te stellen f. Gegevensbank tuchtstraffen De anonimiteit is hier een probleem. Dit temperen g. Toepassingsgebied - ontslag van ambtswege in het geval de benoemende overheid het personeelslid niet zou hebben aangeworven had zij het feit geweten; doch enkel bij strafrechtelijke veroordeling wegens misdaad of wanbedrijf. De sanctie zou dus slaan op het verzwegen hebben van de strafrechtelijke - vereist wel een procedure, dus geen automatisme h. Schorsing van de procedure / mogelijkheid vrijwillig ontslag - de procedure en dus de proceduretermijnen worden geschorst tijdens inactiviteitsperioden van het personeelslid en bij ziekte - het personeelslid mag niet meer verhinderd worden vrijwillig ontslag te nemen tijdens een tuchtprocedure. Het recht op wederopneming zou dan wel vervallen. i. Coherentie in de duur van de termijnen en altijd uitgedrukt in kalenderdagen j. Regeling voor gedetacheerden coherenter maken k. Betekening vereenvoudigen (één aangetekende brief of per ontvangstbewijs moet voldoende zijn) l. Omvang van saisine van de tuchtraad beperken tot hetgeen de tuchtoverheid uiteindelijk heeft weerhouden (nu behandelt de tuchtraad ook punten die voorkomen in het inleidend verslag maar die intussen door de tuchtoverheid zijn weggelaten)
Luik 9 – Varia Inzake de aanrekening van de stakingsdagen zal de regeling
van het Openbaar Ambt worden toegepast. Een eigen BOC voor de SSD GPI De notie « gewone plaats van het werk » zal nader worden onderzocht in het onderhandelingscomitéMaatregelen betreffende de mobiliteit – Bepalingen voor de deficitaire zones De deficitaire PZ kunnen, na het opstellen van de bedieningen in het kader van de mobiliteit : De toepassing vragen van het 3bis principe (op vrijwillige basis) van de AINP in opleiding. In dat geval zullen de AINP benoemd worden in de deficitaire zones met een aanwezigheidstermin van 5 jaar Indien deze maatregel geen oplossing biedt zal de overheid de AINP van rechtswege aanduiden. Met een aanwezigheidstermijn van 1 jaar. De PZ kunnen een bijkomende aanwerving vragen mits de betaling van opleiding en de eerste uitrusting. De principes voor de bijkomende aanwerving zijn de volgende : De selectie gebeurt federaal; Keuze van de kandidaten door de PZ (een zone kan geen kandidaat ongeschikt verklaren wanneer deze geschikt werd verklaard door federaal.), De AINP worden benoemd in de PZ met een aanwezigheidstermijn voor 6, 7 of 8 jaar (termijn voorafgaandelijk bepaald door de zone). Parallel lopend met deze maatregel zal de Algemene Inspectie een studie verrichten teneinde de reden van het personeelstekort te bepalen. 7
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 8
CALOG – Wijzigingen in het statuut. Sinds 2001, eist het NSPV een correct en waardig statuut voor het Calog- personeel van de geïntegreerde politie. Dit moet gepaard gaan met een opwaardering van de weddenschalen. De politiehervormingen hebben aan honderden mensen, burgerpersoneel, de kans geboden om via de hiermee gepaard gaande examens, statutair te worden. Toen al merkten wij op, dat er gelijklopend hogere weddenschalen bestonden, voor gelijk werk, bij de gedécentraliseerde administraties. Vanaf 2003 werd een technische werkgroep “CALOG” opgericht, met de bedoeling om de anomalieën, in het nieuwe statuut, tussen het operationeel- en het Calog kader (militairen en burgers) detecteren teneinde deze te verbeteren. Toen reeds vroegen wij de statutarisering van AL het Calog- personeel. Enkelen namen hiermee genoegen, maar niet het NSPV. Voor ons het zeker en vast onvoldoende. Ter gelegenheid van de onderhandelingen over het politiepersoneel, hebben wij herhaaldelijk gevraagd, geëist, aan de overheid om een nieuwe werkgroep “CALOG” op te richten, die werkelijk de statutaire verschillen van het Calog- personeel zou aankaarten. Na lange onderhandelingen en technische werkgroepen, gevolgd door de onderhandelingen van 26 en 27 april 2006 hebben wij een protocol kunnen afdwingen van de overheid, dat het Calog- personeel naar aanvaardbare statutaire wijzigingen zal leiden. Ondanks de zeer kleine financiële ruimte hebben wij toch betekenisvolle verbeteringen voor het Calog- personeel kunnen bekomen.
Korte voorstelling van de wijzigingen. De basis van deze statutaire opwaardering is de volgende: - Een specifiek Calog- statuut doch dat het statutaire van de “operationelen” benadert, geen Copernicus, doch een eigen loopbaan concept met de voordelen van Copernicus (cfr: het federaal openbaar ambt); - Herwaardering van bijzondere bekwaamheden, capaciteiten en mogelijkheden, zoals o.a. de meertaligheid; - Herwaardering van de verantwoordelijkheden; - Toekennen van een premie cfr Brussel hoofdstad. De technische principes om dit toe te passen zijn de volgende: - De baremische loopbaan, zoals nu voorzien in de RPPol (Mammoet), blijft behouden; - Deze baremische loopbaan is opgetrokken naar het minimumniveau van de Copernicus loopbanen, daar waar deze minder gunstig was in de RPPol; 8
- De maximum loopbaan mag in principe deze van het operationeel kader niet overtreffen, noch de voorzieningen in het kader van de Copernicus; - Alle weddenschalen van het Calog- personeel, zowel de minimale als de maximale, bereiken hun maximum op 29 jaar anciënniteit;
Deze nieuwe loopbaan neemt een aanvang vanaf 01/01/2007. Dit vereist nog reglementaire en technische aanpassingen, doch de algemene principes zijn de volgende: I. Nieuwe baremische loopbaan CALOG: Onderhandelingen april 2006. Voorontwerp: Eerst en vooral moet je weten dat er vrijwaringen zijn voorzien. Dit houdt in dat niemand een “mindere” of “lagere” wedde zal bekomen en hierdoor financieel verlies doen. Sommigen, in functie van hun administratieve- en geldelijke hoedanigheid zullen zelfs iets meer
verdienen, anderen zullen eerst nog een tijdje gelijk blijven en weer anderen die hun competenties wensen te opwaarderen, zullen (facultatief) aan examens mogen deelnemen en bij gunstig resultaat een bijkomende competentietoelage bekomen. Ontwikkeling: 1. Baremische loopbaan “en regime”. Graden en weddenschalen. Vermindering van het aantal graden en loonschalengroepen. (Sommigen graden zijn zelfs uitdovend). Weddenschalen: Het plafond van de weddenschalen zijn enerzijds bepaald door de maximum bedragen van de Copernicus weddenschalen en anderzijds door het maximum van de weddenschalen van het operationeel kader. 1.2.Baremische loopbaan. Minimum en maximum loopbaan Voor de “statutairen” zijn er twee parallelle loopbanen voorzien: een minimum en een maximum loopbaan.”
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 9
De minimum weddenschalen bevatten de groep met de bestaande barema’s, elke weddenschalen groep omvat vier loonschalen. Sommige weddenschalen van bestaande loopbanen zijn afhankelijk van de eerste Copernicus- weddenschaal, dus desgevallend een herwaardering. In de schoot van een minimum loopbaan, gaat een personeelslid naar een hogere weddenschaal wanneer hij gelijktijdig aan twee voorwaarden voldoet. Hij moet een wedde-anciënniteit hebben van zes jaar en tegelijk mag zijn laatste evaluatie geen “onvoldoende” zijn in de tweejaarlijkse evaluaties. Dus het behoud van de huidige regeling. Het personeelslid dient dus niet meer verder geëvalueerd worden wanneer hij zijn zes jaar anciënniteit bereikt. Er wordt rekening gehouden met de laatste evaluatie. (Momenteel moet de GPI 11 nog worden toegepast). Een maximum loopbaan werd o.a. ontwikkeld. Dit voorziet 4 weddenschalen per graad, zoals de minimum weddenschalen, doch deze verhogen in analogie met de Copernicus- loopbaan en zoals voorzien in de maximum loopbaan. De mogelijkheid om een competentiepremie te bekomen wordt mogelijk gelaten. Om in de volgende weddentrap te komen, onderweg naar de maximum weddentrap, moet het personeelslid gelijktijdig aan drie voor-
waarden voldoen. Hij moet zes jaar wedde- anciënniteit hebben in de huidige weddenschaal, geen vermelding “onvoldoende” hebben bij de laatste tweejaarlijkse evaluatie EN een gecertificeerde opleiding hebben genoten. Het NSPV heeft voor wat deze opleidingen betreft geëist dat deze geen enkele beperking zullen hebben, noch wat betreft het aantal deelnemers, noch wat betreft het aantal plaatsen. De eerste weddentrap, zowel van de minimum- als van de maximum weddenschaal zijn steeds dezelfde en zijn basisweddentrappen genaamd. Dit zijn ook de aanwervingsweddenschalen. Overgang tussen de loopbanen. Een personeelslid zal uiteraard kunnen overgaan van de minimumloopbaan naar de maximumloopbaan en omgekeerd. Deze overgang zal afhankelijk zijn van de voorwaarden waaraan het personeelslid voldoet. Een personeelslid dat gedurende zijn loopbaan steeds zal deelnemen aan en slagen voor de gecertificeerde opleidingen, zal zich gedurende zijn ganse loopbaan in de maximumloopbaan bevinden. Na het slagen in dergelijke gecertificeerde opleiding, zal het personeelslid twee jaren moeten wachten, vooraleer zich te mogen inschrijven voor een volgende gecertificeerde opleiding. (twee jaren tussen de twee inschrijvin-
gen). Diegene die niet slaagt in een gecertificeerde opleiding, mag zich pas na 365 dagen inschrijven na de voorgaande inschrijving. Het personeelslid dat zich in een maximum weddenschaal bevindt en die de competentietoelage bekomt, doch die sedert twee jaar geen gecertificeerde opleiding meer heeft gevolgd, mag zich inschrijven teneinde deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding, ten vroegste 12 maanden voordat hij/zij de wedde- anciënniteit bereikt van zes jaar. Zodoende kan het personeelslid ervoor zorgen, dat gelet op zijn/haar overgang naar een hogere weddenschaal in de maximum loopbaan het recht behouden blijft om de competentietoelage te behouden. (Het ononderbroken behoud van de competentietoelage). Wanneer een personeelslid is ingeschreven voor het volgen van een gecertificeerde opleiding, doch deze opleiding niet kan volgen ten gevolge van een arbeidsongeval, beroepsziekte, bevallingsverlof of adoptieverlof zal hij/zij, met inachtname van de datum van inschrijving, aan de eerstvolgende nieuwe organisatie van deze gecertificeerde opleiding. 1.3. Gecertificeerde opleidingen. De gecertificeerde opleidingen hebben als doel de kwalificaties en bekwaamheden van het personeelslid te actualiseren en vervolgens nog verder te ontwikkelen. De functie die het personeelslid uitvoert zal bepalend zijn voor de keuze van de “gepaste” gecertificeerde opleidingen. De opleiding wordt afgerond met een valideringsproef van de verworven kennis en vaardigheden. De hiërarchische overste, zal na overleg met het personeelslid en op basis van vooraf erkende en voor het personeelslid relevante gecertificeerde opleidingen, bepalen voor welke gecertificeerde opleiding het personeelslid wordt ingeschreven. De duurtijd van de gecertificeerde opleiding zal verschillen volgens het niveau, doch minimum 30 uren bedragen. Het concept van de gecertificeerde opleidingen zal in gezamenlijk over9
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 10
leg met de vakbonden verder worden uitgewerkt. Rechten die worden geopend door het slagen voor een gecertificeerde opleiding. Het slagen in een gecertificeerde opleiding zal voor het personeelslid dat de aanvangsloonschaal of een loonschaal van de maximumloopbaan geniet, tot gevolg hebben dat het recht op de competentietoelage wordt geopend. Het personeelslid dat zich inschrijft voor een gecertificeerde opleiding voor 1 september van het jaar X, zal een eerste keer recht hebben op de competentietoelage in de maand september van het jaar X +1 met betrekking tot de referentieperiode van 1 september van het jaar X tot 31 augustus van het jaar X +1. Voor het personeelslid dat een loonschaal van de minimumloopbaan geniet, zal het slagen voor een gecertificeerde opleiding tot gevolg hebben dat het horizontaal overgaat naar een corresponderende loonschaal van de maximumloopbaan. Indien het personeelslid zich voor 1 september van het jaar X zich heeft ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding, zal de nieuwe loonschaal van de maximumloopbaan worden toegekend vanaf september van het jaar X +1. Om vervolgens recht te hebben op de competentietoelage, zal het personeelslid, en dit ten vroegste twee jaar na het slagen voor de vorige gecertificeerde opleiding, moeten slagen voor een nieuwe gecertificeerde opleiding. Voorwaarden voor deelname aan gecertificeerde opleidingen. Het personeelslid zal minstens 1 jaar niveauanciënniteit hebben om te mogen deelnemen aan een gecertificeerde opleiding. De personeelsleden die via sociale promotie zullen bevorderen naar een hoger niveau, zullen zich daarentegen onmiddellijk kunnen inschrijven voor een gecertificeerde opleiding van het nieuwe hogere niveau. Na een succesvolle gecertificeerde opleiding zal het personeelslid twee jaar moeten wachten om zich opnieuw in te schrijven voor een nieuwe gecertificeerde opleiding. (2 jaar tussen de inschrijvingsdata). 10
Het personeelslid dat niet slaagt voor een gecertificeerde opleiding, zal zich 365 dagen na de vorige inschrijving opnieuw kunnen inschrijven. Het personeelslid dat zich in de maximumloopbaan bevindt; de competentietoelage bekomt en al meer dan twee jaar geen gecertificeerde opleiding meer heeft gevolgd, kan zich ten vroegste 12 maanden voor het bereiken van de zes jaar loonschaalanciënniteit inschrijven om deel te nemen om deel te nemen aan een nieuwe gecertificeerde opleiding. Op deze manier kan het personeelslid ervoor zorgen dat bij overgang naar de volgende loonschaal van de maximumloopbaan onmiddellijk ook het recht op de competentietoelage wordt geopend, zodat er dus geen onderbreking is in de toekenning van de competentietoelage. In geval van overmacht zal er geen vertraging zijn in de statutaire rechten met betrekking tot het volgen van een gecertificeerde opleiding. Indien het personeelslid zich heeft ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding en het bijvoorbeeld wegens arbeidsongeval niet kan deelnemen aan deze opleiding, kan het met behoud van de initiële inschrijvingsdatum deelnemen aan dezelfde opleiding van zodra deze opnieuw wordt georganiseerd. 1.4. Competentietoelage. Het personeelslid dat zich in een maximum loopbaan bevindt en slaagt voor een gecertificeerde opleiding, bekomt een competentietoelage. Het bedrag hiervan zal afhangen van het niveau waarin het personeelslid werkt. Evenwel, in de vierde loonschaal van de maximumloopbaan wordt er geen competentietoelage meer uitbetaald. De competentietoelage zal één keer per jaar worden uitbetaald, telkens in september en dit rekening houdend met de 12 voorafgaande maanden verrichte prestaties. (referentieperiode van 1 september jaar X –1 tot 31 augustus jaar X). Deze competentietoelage zal in aanmerking worden genomen bij de uitkering van een eventueel arbeidsongeval, voor het vakantie-
geld, de eindejaarstoelage en het pensioen. Indien het personeelslid dat de competentietoelage bekomt, een evaluatie heeft met de vermelding “onvoldoende”, zal de competentietoelage worden geschorst. Het recht op die toelage wordt opnieuw geopend zodra de volgende evaluatie de eindvermelding “goed of “bevredigend” draagt. Het personeelslid zal dus geen nieuwe gecertificeerde opleiding moeten volgen. De jaarlijkse competentietoelage zal 1.000 Euro bedragen voor niveau D, 750 Euro voor niveau C, 1.000 Euro voor niveau B en 2.000 Euro voor niveau A. (Geen competentietoelage voor niveau A en A5). De personeelsleden van niveau D zullen geen recht hebben op de integratiepremie indien zij in september van het jaar van de uitbetaling van de integratiepremie een competentietoelage ontvangen. 1.5. Premie voor leidinggevenden. Het personeelslid dat rechtstreeks leiding geeft aan een ploeg van tenminste 10 leden (en 6 leden indien de leiding wordt gegeven door een niveau D), of dat op voorstel van de functionele chef, door de korpschef of de directeur generaal van de Algemene directie personeel van de federale politie zal zijn aangewezen voor de dagelijkse leiding van een projectteam, zal een premie voor leidinggevenden krijgen. De jaarlijkse premie voor leidinggevenden zal 1.000 Euro bedragen voor de niveaus D, C en B en 1.500 Euro voor het niveau A. (enkel voor klasse A1 en A2). De premie voor leidinggevenden zal maandelijks in dezelfde mate en onder dezelfde voorwaarden als de wedde worden uitbetaald aan de personeelsleden die voor die maand voldoen aan de voorwaarden. Er is geen gewaarborgde periode van 1 jaar: de premie wordt uitbetaald zolang het personeelslid voldoet aan de vereiste voorwaarden. Zodra het personeelslid niet meer vodloet aan die voorwaarden, zal het recht op de premie worden stopgezet.
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 11
1.6. De contractuele personeelsleden. De personeelsleden die op basis van een arbeidsovereenkomst zijn aangeworven, zullen de eerste loonschaal bekomen die gekoppeld is aan de graad waarmee zij zijn bekleed (aanvangsloonschaal). Behoudens een uitzondering voor het niveau D, zal er voor de contractuele personeelsleden geen baremische loopbaan (noch een minimumloopbaan, noch maximum- loopbaan) worden ingesteld. De personeelsleden zullen wel kunnen deelnemen aan de gecertificeerde opleidingen en zullen gedurende zes jaar aanspraak kunnen maken op de competentietoelage indien zij slagen voor deze opleidingen {zelfde principe voor de uitbetaling als bij de statutaire personeelsleden + nieuwe deelname na zes jaar, (inschrijving ten vroegste 12 maanden voor het bereiken van de zes jaar)}. Zij zullen eveneens, indien zij aan de voorwaarden voldoen, van de premie voor leidinggevenden kunnen genieten. Indien een contractueel personeelslid statutair wordt benoemd, zal het bestaande recht op de competentietoelage behouden blijven, zolang het personeelslid dezelfde loonschaal zal behouden. Twee maatregelen betrekken specifiek het contractueel personeelslid van niveau D. Vooreerst zal er een baremische overgang zijn voor de contractuele personeelsleden van het niveau D naar de tweede loonschaal na zes jaar anciënniteit. Daarnaast zal de regeling van de werkbonus (140 Euro) worden toegepast.
Deze inschaling in de nieuwe loonschalen van de minimumloopbaan zal gebeuren met behoud van de huidige loopbaananciënniteit. Bijvoorbeeld: Een personeelslid met de graad van consulent en de loonschaal BB2 met vier jaar loonschaalanciënniteit, wordt horizontaal ingeschaald in de loonschaal BB2.1 met 4 jaar loonschaalanciënniteit. Het NSPV eist dat alle overgangsproblemen zouden opgelost zijn tegen 31/12/2006 opdat er geen nieuwe “fouten” zouden de kop opsteken bij de toepassing van de nieuwe loopbaan. Loonschaalanciënniteitsbonificatie. Voor de huidige statutaire personeelsleden die op 01/01/2007 zullen worden ingeschaald in een minimumloopbaan (≠ aanvangsloonschaal) of voor 01/09/2007 baremisch verhogen in de minimumloopbaan en die voor 01/09/2007 (en dus niet later) zullen zijn ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding, zal een bijzondere overgangsmaatregel worden voorzien, nl een loonschaalanciënniteitsbonificatie. Deze loonschaalanciënniteitsbonificatie zal worden toegekend bij de eerste horizontale overgang van de minimumloopbaan naar de maximumloopbaan en zal concreet betekenen dat deze personeelsleden de loopbaananciënniteit die zij hebben opgebouwd in hun laatste minimumloonschaal, zullen overdragen naar de nieuwe loonschaal in de maximumloopbaan.
Indien zij niet slagen voor deze eerste gecertificeerde opleiding, zullen zij zich één jaar later opnieuw kunnen inschrijven voor een gecertificeerde opleiding (onbeperkte mogelijkheid om zich opnieuw in te schrijven). In de vierde loonschaal van de baremische maximumloopbaan zal het personeelslid echter geen aanspraak kunnen maken op competentietoelage (in overeenstemming met het algemeen principe). Recht op de competentietoelage na horizontale overgang naar de maximumloopbaan. Het huidige personeelslid zal dus door het slagen voor een gecertificeerde opleiding overgaan naar de maximumloopbaan, eventueel met een loonschaalanciënniteitsbonificatie. Het principe “en regime” is dat men na een succesvolle gecertificeerde opleiding 2 jaar zal moeten wachten om opnieuw te kunnen deelnemen aan een opleiding om het recht op een competentietoelage te openen. In overgangsrecht zal het slagen voor een gecertificeerde opleiding die recht zal geven op de eerste horizontale overgang naar de maximumloopbaan, evenwel ook recht geven op de competentietoelage. Het recht op de loonschaal van de maximumloopbaan en op de competentietoelage zal worden geopend vanaf september 2008, indien het personeelslid voor 1 september 2007 (en dus niet later) is ingeschreven voor de gecertificeerde opleiding. 2.2. Inschalingsanomaliën.
2. Overgangsrecht.
Horizontale overgang vanuit de vierde loonschaal van de minimumloopbaan.
2.1. Inschaling van de huidige personeelsleden. De huidige personeelsleden (in dienst voor 01/01/2007) zullen horizontaal worden ingeschaald. Deze inschaling zal steeds gebeuren in de corresponderende loonschalen van de minimumloopbaan. De contractuele personeelsleden die op basis van hun arbeidsovereenkomst een Calog- loonschaal (≠ Kelchtermansloonschalen) genieten, zullen horizontaal worden ingeschaald in de nieuwe loonschalen.
De huidige personeelsleden die in de vierde loonschaal van de minimumloopbaan zullen worden ingeschaald of die in de loop van 2007 deze vierde loonschaal zullen verkrijgen (baremische minimumloopbaan), kunnen zich toch nog inschrijven voor een gecertificeerde opleiding om horizontaal over te gaan naar de vierde loonschaal van de maximumloopbaan. Zij dienen zich wel in te schrijven voor de eerst mogelijke gecertificeerde opleiding, zijnde voor 01/09/2007.
Betrokkenen. De anomalieën betreffen enkele actuele personeelsleden die benoemd zijn in een bijzondere graad, die gelijkwaardig is aan een gemene graad, maar die een lagere loonschalengroep genieten dan die verbonden aan die bijzondere graad. Maatregel. De overheid heeft beslist dat hun toestand, zonder terugwerkende kracht, volgens een eigen methodiek zal worden geregeld bij hun nieuwe inschaling. Dit zal worden opgevolgd in een technische werk11
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:36
Page 12
groep met de representatieve vakbonden. Toekomstvisie.
De Minister voor de federale politie, en de politieraad voor de lokale politie en na het advies van de Minister, mag de eerste weddenschaal van de nieuwe groep weddenschalen, toekennen aan het huidige betrokken personeel die benoemd zijn in een specifieke graag gelijklopend met de gemene graad, maar die nu genieten van een lagere weddenschaal dan degene die voorzien is voor deze specifieke graad. Ten minste indien deze personeelsleden reeds voldoende anciënniteit hebben bereikt sinds hun benoeming in deze graad. Inbegrepen de bonificaties. Dit zou het inschalen in een hogere weddenschaal rechtvaardigen, hoger dan de weddenschaal. Het niet- nuttige deel van de anciënniteit wordt overgedragen als loonschaal- anciënniteit in de hogere weddenschaal. Voorbeeld. Een personeelslid dat contractueel werd aangeworven op 1/12/1995 bij de ex-Rijkswacht als boekhouder met de weddenschaal 26 E (cfr. aanwervingen bij het federaal openbaar ambt). Op 01/04/2003 wordt dit personeelslid gestatutariseerd conform de huidige regelgeving en ingeschaald in de weddenschaal B1C. (= groep van weddenschalen voor gespecialiseerde consulenten) met een loonschaal anciënniteit van zeven jaar (= 16.915,73 Euro). In overgangsrecht, bestaat er geen enkele overeenkomst tussen de graad en de groep weddenschalen. Conform het huidige reglement, bekomt dit personeelslid een loonschaalanciënniteit van drie jaar en vier maanden, dus twee jaar vanaf 01/04/2001 + de bonificatie van één jaar en vier maanden (artikel XII.II.52, alinea 3, van de RPPol (Mammoet 12
KB): de bonificatie van ? van hun anciënniteit herberekend op 01/04/2001). Op 01/12/2005, heeft het personeelslid 6 jaar loonschaalanciënniteit en, onder voorbehoud van een gunstig advies, zoals voorzien in de GPI 11, en zal hij op de voorziene datum overstappen naar de weddenschaal B2C met 9 jaar en 8 maanden financiële anciënniteit (= 19.839,59 Euro). Het personeelslid zal tevens genieten van de vrijwaringclausule van zijn oude weddenschaal (= B2C). Invoegetreding op 01/01/2007. Rekening houdend dat het personeelslid benoemd is in een specifieke graad van boekhouder (gelijklopend met de gemene graad van consulent), maar genietend van een groep van ondergeschikte weddenschalen dan die voorzien is voor deze specifieke graad (B1C – B4C in plaats van B1D – B4D), kan de minister vanaf 01/01/2007 de eerst weddenschaal toekennen van de correcte weddenschalengroep. (concreet is de weddenschaal B1D (= BF1/BT1)) met behoud van zijn wedde- anciënniteit, zijnde 10 jaar en 10 maanden (= 18.920,00 Euro). Het personeelslid zal dus kunnen genieten van een baremische vrijwaringclausule van zijn oude weddenschaal (= B2C). Statutarisatie na 01/01/2007. Naar aanleiding van de statutarisering in de huidige loopbaan, worden de personeelsleden op basis van de “drie stappen methode” ingeschaald in de huidige Calog- loonschalen, met de gekende gevolgen voor de geldelijke anciënniteit (nieuwe fictieve anciënniteitdatum). Aangezien na de implementatie van de nieuwe loopbaan nog statutariseringen zullen plaatsvinden, zal in een regeling moeten voorzien waardoor deze personeelsleden naar aanleiding van hun benoeming op een gelijkaardige manier (met eenzelfde resultaat) worden ingeschaald. Het immers de bedoeling niet zijn dat de implementatie van de nieuwe loopbaan gecombineerd met een latere statutarisering, aanleiding geeft tot een voordeliger verloning voor deze personeelsleden die voor 01/01/2007 werden gestatutariseerd. Daarom zullen de personeelsleden, die na de implementatie van de
nieuwe loopbaan statutair zullen worden naar aanleiding van de statutariseringsproeven, eerst worden ingeschaald volgens de regels voorzien in deel XII van de RPPol (inschaling driestappen + tabel bijlage 12 RPPol) en daarna horizontaal in de nieuwe loopbaan. 3. Andere fundamentele “gelijkschakelingen” inzake het Calog- statuut. De rangschikking waarin dit nu wordt voorgesteld is niet noodzakelijk de volgorde van prioriteit. Voor wat het NSPV betreft, zijn alle punten evenwaardig. Juridische bijstand en zaakschade: Het hoofdstuk V van de wet op het politieambt werd nu opengetrokken zodat nu ook de Calog- personeelsleden hiervan kunnen genieten. Gratis medische verzorging: Het Calog- personeelslid dat niet werkt in een ondersteunende dienst van het operationeel personeel heeft nog altijd GEEN recht op gratis medische verzorging. Desalniettemin werd een bescheiden vooruitgang geboekt, wat inhoudt dat AL het Calog- personeel gratis medische zorgen kunnen bekomen, evenals gratis tandverzorging in de gebouwen medische dienst. Men spreekt er dus niet over om gratis medicijnen te gaan halen bij de “private” apothekers, noch het aanbieden voor gratis raadpleging en/of verzorging bij andere artsen en/of specialisten. Ook geen gratis prothesen. Daarentegen de lijst van Calog- personeelsleden voorzien in de bijlage 13 van de UBPol (Dino) zal uitgebreid worden. Hier zullen de onthaalmedewerkers en preventieadviseurs worden opgenomen. Uiteraard blijft de bestaande hospitalisatieverzekering onverkort behouden. Moederschapsbescherming: De twee specifieke maatregelen inzake moederschaps-bescherming voor de zwangere personeelsleden van het operationeel kader, zullen nu dus ook van toepassing zijn voor de zwangere Calog- personeelsleden. De eerste maatregel heeft betrekking op de verminderde prestaties wegens ziekte waarbij de afwezigheden per volle dag kunnen worden genomen. De tweede maatregel betreft de ziektedagen tengevolge
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 13
van de zwangerschap, in die zin dat zij niet in mindering zullen worden gebracht van het ziektecontingent.
SYNDICALE PREMIE
Toelage Brussel – Hoofdstad: Het Calog- personeel zal dezelfde toelagen kunnen genieten als de “operationelen” mits dezelfde voorwaarden en een verbintenis aangaan van vijf jaar. Tweetaligheidstoelage: Deze zullen hetzelfde zijn als voor het operationeel kader, op voorwaarde dat de kennis van de tweede taal vereist is voor de functie bekom je 100 % indien de tweede taal erkend is als “nuttig” bekom je 25 % van de toelage. Opleiding Calog: Een integratieopleiding zal worden georganiseerd voor alle nieuwe statutaire en contractuele Calog- personeelsleden indien zij meer dan drie maanden zullen werken. de opleiding zal aangepast zijn aan het niveau en ten minste 20 uren bedragen. Telefoonvergoeding: De dienst TV van de DGJ en de HRM- verantwoordelijken zullen aanspraak kunnen maken op de telefoonvergoeding. De personeelsleden die analoge functies uitoefenen bij de lokale politie (die nog moeten worden bepaald) zullen eveneens recht hebben op een telefoonvergoeding. Statutarisering van de personeelsleden categorie Y: Alvorens over te gaan tot een nieuwe aanwerving voor een betrekking met eenzelfde functionaliteit en op dezelfde gewone plaats van het werk, zal de werkgever aan het deeltijds contractueel personeelslid een voltijdse tewerkstelling moeten voorstellen door het opstellen van een aanvulling van het contract. Die personeelsleden zal dus de mogelijkheid worden geboden om het statutariseringsbrevet waarvan zij houder zijn, te valoriseren. Carensdagen: De carensdag in geval van ziekte zal worden geschrapt, in analogie met het openbaar ambt. Sociale promotie: De geldigheid van het brevet, verleend in het raam van de sociale promotie, zal van 2 naar 5 jaar worden gebracht. Om de sociale promotie in de hand te werken zal er een syllabus uitgedeeld worden omtrent de beroepskennis.
De betaling van de syndicale premie gebeurd door de representatieve vakorganisaties die daarvoor de geldelijke middelen krijgen van de overheid. Heel dit gebeuren wordt bepaald door middel van een Koninklijk Besluit. De aanvraag tot terugbetaling van de syndicale premies referentiejaar 2005 (enkel voor de leden van de Politie) moet gericht worden aan volgend adres: NSPV – SYNDICALE PREMIE Generaal Bernheimlaan 18/20 1040 BRUSSEL Het aanvraagformulier voor deze premie wordt u overhandigd door uw werkgever (politiezone of federaal). Deze documenten moeten nu reeds in uw bezit zijn. Indien u deze niet (meer) in uw bezit heeft dient u bij uw administratie (PZ of federaal) een duplicaat (eensluidend afschrift) aan te vragen. Deze documenten moeten ons toegezonden worden
voor 01 juli 2006. OPGELET : Indien de formulieren na deze datum toekomen (en dit om gelijk welke reden dan ook) kunnen deze NIET MEER worden uitgevoerd ! Wij vestigen tevens uw aandacht op het feit dat de formulieren ONGELDIG zijn indien : • Het formulier onvolledig is ingevuld; • De handtekening ontbreekt; • De eigenhandig geschreven melding “gelezen en goedgekeurd” ontbreekt; • Er geen waarmerking op het formulier staat; • Het formuliernummer ontbreekt of verkeerd is; • Het formulier wordt overgemaakt per fax of wordt gekopieerd Voor elke bijkomende vraag of inlichtingen kan u ons steeds contacteren via onderstaande telefoonlijnen : Eddy De Blaere (NL en FR) : 02/650.01.31 Bénédicte Poncelet (FR) : 02/650.01.32 NB : Er dient dit jaar géén “verklaring op eer” te worden toegevoegd, 13
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 14
SECTOR BRANDWEER – FISP/IFOD Beste vrienden, beste collega’s, Het is nu al 2 jaar geleden, dat we onze syndicale organisatie geherstructureerd en versterkt hebben. Twee jaar hebben we het genoegen gehad om samen te werken. Waar we heel bescheiden begonnen, is onze organisatie vandaag sterker geworden en bekend in alle regio’s van ons land, en in de Ministeries. Wij hebben al een grote impact in de verschillende stappen van de onderhandelingen voor wat betreft de hervorming van de brandweerdiensten, want onze oprechtheid wordt gewaardeerd. Het sterke punt van onze organisatie is dat ze volledig zelfstandig is. Onze syndicale organisatie wordt nu in 2006 volledig onafhankelijk in zelfstandig beheer. Met plezier blijven wij onze bevoorrechtte relatie verder zetten met het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel. We nemen de gelegenheid te baat om de leden van de raad van bestuur alsook alle aangesloten leden bij het NSPV te bedanken. We zetten een belangrijke stap. Niets, absoluut niets zou mogelijk geweest zijn zonder jullie samenwerking, jullie vertrouwen en vooral jullie vriendschap. Nogmaals bedankt, uw belangen liggen ons nauw aan het hart. Uw afgevaardigden Laatste minuut! Met genoegen kunnen wij u aankondigen dat wij volledig betrokken worden bij de onderhandelingen betreffende de hervorming van de brandweerdiensten. Terugblik De onderhandelingen over de herstructurering van de brandweer zijn nog in het beginstadium in de bevoegdheden van het Comité C. Om eraan deel te kunnen nemen moeten men minimum 30.000 leden vertegenwoordigen. Er zijn echter maar 5000 professionele brandweermannen in heel België. De diensten van de Minister van Binnenlandse Zaken hebben ervoor gepleit dat wij konden deelnemen aan de werkzaamheden gezien wij kunnen bewijzen dat wij één kwart van de actieve professionele brandweermannen vertegenwoordigen, daarbij komt nog onze representativiteit in Luik. Eén “syndicale” organisatie (de rode) heeft zich verzet tegen onze deelneming en dreigt om niet meel deel te nemen. Een “originele oplossing” waar we ons in kunnen vinden werd naar voor 14
geschoven. Telken male, op uur en tijd, met al de documentatie en agenda zal een vergadering gereserveerd worden voor onze organisatie. Wij zullen op alle punten gelijk behandeld worden. U kunt op ons rekenen om uw belangen te verdedigen. Met dank aan de Minister en zijn medewerkers.
De brandweer ! : Zowel de professionele- als de vrijwillige brandweer zijn in principe voor een hervorming en een verbetering van de werkomstandigheden. De Minister van Binnenlandse Zaken : Hij moet slagen in “zijn” hervorming! Hij lijkt ons vastberaden om er een doeltreffende hervorming van te maken. Wij hebben vertrouwen doch zijn voorzichtig, enkel de toekomst zal zijn wil bevestigen.
De kaarten worden gedeeld. De grote (verborgen) manoeuvres van de hervorming zijn gestart zeker voor diegenen die in de gemeenten er geen baat meer bij hebben dat De grote handelingen (verstopt) van de hervorming zijn begonnen, zeker voor diegenen die in de schoot van de gemeente er geen belang bij hebben dat ze aan een kleine verantwoordelijkheid ontsnappen. Hoe kunnen we een analyse maken van alle verklaringen die betrekking hebben op dit onderwerp, hoe weten wat op het spel gezet wordt, hoe het verschil maken tussen echt of vals? Eerst een inventaris van de partners.
De provinciegouverneurs ! De verbinding met de Minister van Binnenlandse Zaken.
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 15
De gemeenten ! Een grote verscheidenheid aan situaties en “politieke” kleuren.” Er zijn er die een brandweerdienst beheren en er zijn er die hun beschermen. De politieke kleur van de meerderheid is belangrijk gezien we vaststellen dat een deel ervan (Wallonië) de effecten van de hervorming wil aan banden leggen. De De syndicale organisaties! meningen zijn gelijk, er is een organisatie die alles wil blokkeren (in Wallonië) De politieke partijen! Zelfde vaststelling als voor de syndicale organisaties, een gelijkluidend advies. Er is maar één partij die voor problemen zorgt. Het gemeenschappelijk punt met de syndicale organisaties : het heeft in Wallonië dezelfde kleur. De federaties : Nederlandstalig en Franstalig! Het voorbereidende werk zowel in het noorden als in het zuiden zijn perfect verlopen. Kwaliteitsvol en eensgezind. De “nieuwe” lokale federatie. Enige tijd geleden werd in zeven haasten een federatie van Waalse brandweermannen opgericht. Door een uitspraak van de rechtbank onmiddellijk ontbonden. Zij schond (al van in het begin) de vrijheid van vereniging. Haar « oprichting » bedriegt niemand gezien zij dezelfde kleur heeft als de syndicale organisatie welke in Wallonië alles afremt. De Unie van de Waalse Steden en Gemeenten! Zonder verassingen, want ze is Waals, zijn vertegenwoordiger (J-R) houdt dezelfde (slechte) toespraak zoals de partij, het syndicaat, en de (kleine) federatie van dezelfde politieke kleur die alles tegenhouden. Het is genoeg te weten dat de Waalse Unie bestaat uit het aanstellen van politieke vertegenwoordigers, en de kleur van de partij is te koppig in Wallonië om dit te begrijpen! Niettemin is het kenbaar op te merken dat geen enkele serieuze kritiek gedaan wordt tegen de hervorming. De Unie van de Waalse Steden en Gemeenten is niet op zijn gemak, zeker zijn vertegenwoordiger, J-R en we begrijpen hem! Laten we nu een kijken wie de officieel of officieus, geloofwaardig of niet, meespeelt in het geheel. De brandweer! Ze zijn voorzichtig, Ze wachten tot dat ze beter ingelicht worden. In principe moet de hervorming hun een meerwaarde meebrengen. Een statuut, een barema en een georganiseerd reglement, iedereen
heeft natuurlijk zijn bezorgdheden ten aanzien van zijn persoonlijke situatie. Een rekrutering door een onafhankelijke instantie. De mogelijkheid een overplaatsing te vragen naar een ander korps. Het behoud van de verworven rechten voor alle brandweermannen in dienst, enz…, kijk eens naar ons programma dat reeds 2 jaar geleden werd uitgewerkt. Over het geheel genomen doet er zich geen enkel belangrijk probleem in dit stadium van onderhandelingen voor, en logischerwijze is het zeker dat hervorming alleen maar een verbetering zal zijn. De Minister van Binnenlandse Zaken : Politiek gezien, moet hij slagen. Hij kan niet twijfelen aan de dringendheid van de hervorming rekening houdend met de ernstige gebreken in verschillende diensten. We moeten wel toegeven dat hij hier een erfenis krijgt van 20 jaar nalatigheid ten opzichte van de brandweerlieden door de gemeentelijke machthebbers. Het is uiteraard evident dat er geen enkele reden is om te twijfelen aan de wil om “zijn” hervorming en het daaraan gekoppeld financiële luik te doen slagen. Als de minister zijn woord houdt om meer dan 50 % te financieren dan is het gewonnen! De provinciegouverneurs ! In de hoedanigheid van bemiddelaar van de minister, gaan ze een verjongingskuur uitvoeren en een centrale en nuttige plaats bekleden binnen de hulporganisaties. Wij zullen van de gelegenheid gebruik maken om te vragen dat de provincie de voogdij zou nemen over de administratie zoals dit eerder in het verleden gebeurde. De brandweerlieden zullen dat terug kunnen beschikken over een efficiënt voogdijorgaan. (in plaats van systematisch naar de Raad van State te moeten stappen). De gemeenten ! Deze die een intelligente meerderheid zijn natuurlijk voor een hervorming te vinden. Zij eisen, en dat is te begrijpen, dat zij de financiële lasten niet moeten dragen. Op dat vlak lijkt Minister Patrick Dewael akkoord te zijn met een financiering van 50/50 gemeente/Binnenlandse zaken. Deze hervorming zal eveneens toestaan dat de burgemeester die momenteel niet over een brandweerdienst beschikken om meer dan voordien betrokken te worden met de veiligheid gezien zij geconsulteerd zullen worden. De meerderheid van de Burgemeesters twijfelt er geen seconde aan dat de vei-
ligheid beter georganiseerd en verzekerd zal zijn. In feite zal er voor de gemeenten en in het dagelijkse leven niets veranderen. Maar waarom moeten er dan een aantal politieke partijen, dominant aanwezig in Wallonië en al hun kleine satellietorganisaties ( De werknemers van de directie in de intercommunale van Luik, l’U.V.C.W. en de federatie U.P.W.) alles dwarsbomen? Hebben zij een beter hervormingsplan klaar? Hebben zij betere ideeën? Nee, niks daarvan! In feite zijn ze allemaal akkoord met de voorstellen van de Commissie “Paulus”. Je moet van een extreem slechte wil zijn om te ontkennen dat de inhoud en de voorstellen van de Commissie Paulus over de hervorming slecht zijn. In feite wat hun stoort, heeft niets met de bezorgdheid van de brandweerlieden te maken. Dus wat is het dan zullen jullie zeggen? Kort gezegd het gaat over de uitgestrektheid van de zones waar hulp wordt geboden. Waarom? Eerst en vooral door vele administratieve bediendes die de intercommunale brandweer in Luik heeft “aangenomen” op basis van bepaalde “criteria”, doch welke onaanvaardbaar zijn. Onnodig om jullie er meer over te zeggen, jullie zullen het wel verstaan! In feite is het daar dat het schoentje wringt. De administrateurs met een hogere graad, en ze zijn voltallig, willen kost wat kost de voordelen en hun “goede leventje” behouden welke hun toegewezen werd sinds de opstarting van de intercommunale en zeker sinds 2000 waar het effectief aan administratief personeel daadwerkelijk is ontploft. In begin 1998, acht personeelsleden, nu in 2006 een veertigtal. Het is goed leven in deze intercommunale : hoge wedde, bedrijfswagen, verscheidene voordelen. Daarnaast is er een vermindering van 40% op het effectief van de brandweer om deze administratieve bediendes te betalen. Het is die vermindering van de operationaliteit die het mogelijk maakt om de financiële en democratische balans te “camoufleren” Want de kost van de Intercommunale vermindert niet, en dat, zelfs na de vermindering van de daadwerkelijke operaties. Weet ook dat de syndicale organisatie (van dezelfde kleur van de meerderheid van de intercommunale) volgzaam aanvaard dat het effectief wordt vermin15
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 16
derd en dat bepaalde posten worden gesloten. Als vrienden moet je elkaar diensten kunnen bewijzen? De belangrijke administraties van de Intercommunale zijn er niet zo gretig om samengesmolten te worden in een grotere gestructureerde (administratieve) zone waar waarschijnlijk vlug zal worden aangetoond hoe overdreven hun kostenplaatje is. Het is daarvoor, alleen daarvoor, dat meerdere leidinggevende van de Intercommunale te Luik geneigd zijn om alles te blokkeren en proberen Charleroi en nog andere gemeenten met de (slechte) bedoeling voor hun kar te spannen. Spijtig genoeg voor hen en dank zij de Media, is heel België op de hoogte van hun “geheimzinnige” beheerspraktijken welke een slechte reputatie geven aan de Waalse regio. Ze zitten er wel mee verveeld, want deze waarheid, kunnen ze moeilijk publiekelijk opeisen. Ze moeten dus wel iets vinden, als is het slecht, dat als argument kan dienen. Het is daarom dat ze spreken over zones met een kleine omvang, eerder dan een unieke zone per provincie. De beste en ideaalste zone is voor hen uiteraard de Intercommunale van Luik. Ze willen niet dat “vreemden” hun neus in hun louche zaken steken, hun weddes zouden vergelijken, hun promoties, hun verschillende voordelen en het voertuigenpark dat hun ter beschikking wordt gesteld en dat ze zich zelf
(de directie) bepaalde voordelen toekennen.
ber is, spijtig genoeg “breken” er veel vriendschapsbanden.
Tot daar het objectieve rapport gemaakt door de overste van de brandweer te Luik die wacht op een echte bevrijding van de hervorming en de terugkeer van democratie in de schoot van de brandweer.
Eén ding is zeker, er is vandaag de dag veel te veel administratief personeel “die zich nestelen en vastklampen” aan de talrijke korpsen van de brandweer.
In feite verwarren deze administrateurs, met over de zones te praten, het operationele met het administratieve. Ze praten over een materie die hun absoluut niet aanbelangt want de verschillende zones zijn ontegensprekelijk van belang voor de organisatie en de doeltreffende operationaliteit van de brandweer. In deze materie, zijn ze volledig onbekwaam. Voor de brandweer op de baan, verandert er niets in hun nadeel, wat er ook de omvang zal zijn van de toekomstige zones waarvan we hopen dat ze zo groot mogelijk zullen zijn. Het zal blijven zoals in het verleden, vertrek naar de brand en versterking vanuit zijn post. Integendeel, ’we herhalen het nogmaals, de brandweerlieden zullen in de toekomst hun overplaatsing mogen vragen om persoonlijke reden zoals (huwelijk, verhuis, enz….), zonder een nieuw ingangsexamen. Betreffende de omvang van de toekomst gerichte administratie zal gedebatteerd worden teneinde de meest economische te vinden om de kosten niet onnodig te verzwaren. We hebben het al eerder gezegd dat voor de brandweerdiensten de zware kosten voor de administratie en het onderhoudspersoneel die hun opgelegd worden door de overheid een zware dob-
16
De besparingen die moeten gerealiseerd worden in de administratie zijn groot en moeten terug geïnvesteerd worden ten voordele van de operationelen. Er moest een punt van gemaakt worden. Deze minderheid van gepolitiseerde administrateurs en de burgemeesters zullen een andere mogelijkheid moeten zoeken dan het personeel en het materieel van de brandweer om hun kerstgeschenken mee te kopen. In dit stadium, moeten we vertrouwen hebben in meerderheid van de politieke verantwoordelijken van alle partijen die zich heel bewust zijn van de belangrijkheid van het slagen van de hervorming. We hebben eveneens gevraagd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en de provinciegouverneurs om waakzaam te zijn (via een omzendbrief) bij het uitvoeren van benoemingen bij de brandweer. In feite is het praktisch zeker dat meerdere gemeentelijke overheden zullen geneigd zijn te handelen met “geschenkpromoties” omdat de toekomstige lasten in ieder geval ten laste komen van de nieuwe zones van de brandweer met als voorbeeld van wat gebeurd is tijdens de gemeentelijke fusies in 1976/1977
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 17
ROOKMELDERS Er doen zich elk jaar ongeveer 12.000 branden voor in België. De meeste huisbranden doen zich ’s nachts voor en de bewoners laten hun leven meestal in hun slaap. De reuk die zich in het begin van de brand voordoet wekt niemand. Het reukloze gas verspreid door de rook beklemtoond de slaap. De dood treedt meestal in tijdens de eerste minuten van de brand. Gezien voorgaande hebben de verschillende Gewesten van ons land een nieuwe maatregel getroffen betreffende de plaatsing van rookmelders in de woningen. Laten we even de maatregelen overlopen. In het Waalse Gewest
In de meeste gevallen :
Besluit van de Waalse regering van 21 oktober 2004 betreffende de aanwezigheid van rookmelders in de woningen.
in de kleine appartementen zal de rookmelder geplaatst worden in de hall die toegang geeft tot de slaapkamers,
Vanaf 1juli 2006, verplicht in alle woningen.
in de grote appartementen en huizen zonder verdieping, zal een tweede rookmelder geplaatst worden in de inkomhall of de eetkamer,
Het aantal rookmelders varieert in functie van de oppervlakte en die een leefruimte inhouden (= leefniveau). Aantal rookmelders : • Appartement oppervlakte minder dan 80m2 : 1 rookmelder oppervlakte meer dan 80m2 : 2 rookmelders • Huis Oppervlakte per verdieping minder dan 80m2 : 1 rookmelder Oppervlakte per verdieping meer dan 80m2 : 2 rookmelders Tussenverdiepingen worden aanzien als verdieping. Het aantal rookmelders mag verhoogd worden als het risico groter is (bv. Rokers in Een slaapkamer).
in de huizen met verdiepingen, zullen de rookmelders geplaatst worden op de overloop, of in de inkomhall (dicht bij de leefruimte) in voorkomend geval in de overloop die uitgeeft op het dak of, in voorkomend geval, in het dakgedeelte, of in de traphall die daar op uitgeeft. Te vermijden : Geen rookmelders in de keuken of in een plaats waar veel stoom wordt gebruikt anders riskeer je valse meldingen. Welke rookmelders? De rookmelders moeten optische rookmelders zijn goedgekeurd zijn door BOSEC of gelijkaardig Europees (VDS,BS,…). Ze moeten een waarborg hebben van 5 jaar.
Waar de rookmelders plaatsen?
Installeren :
De rookmelders worden geplaatst in de eerste binnenruimte of in de eerste van de kamers zoals hieronder vermeld die op de verdieping aanwezig is en niet is uitgerust met een rookmelder: 1. de hall of de overloop die toegang verleent tot de slaapkamers, 2. de inkomhall, 3. de kamer waarin het bovenste gedeelte van een trap uitkomt, 4. de aan de keuken aanpalende kamer, 5. de kamer, 6. elke andere woonruimte.
De installatie van de rookmelders is ten laste van de eigenaars van de woning. Anderzijds is het vervangen van de batterijen ten laste van de huurder. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Gewest bepaald de bijkomende verplichtingen betreffende brandvoorkoming in de gehuurde woningen. Sinds juli 2005, is de installatie van een rookmelder verplicht in alle huur-
woningen van het Hoofdstedelijk Gewest.
Brussels
Het is verplicht een rookmelder te installeren in iedere ruimte die men moet doorkruisen waar de deur van de slaapkamers uitgeven aan de buitenkant van de woning. De rookmelder mag niet van het ionische type zijn en moet erkend zijn door BOSEC en dient uitgerust te zijn met een ingebouwde batterij met een levensduur van meer dan vijf jaar of aangesloten te zijn op het elektrische stroomnet, in het laatste geval is er een noodbatterij voorzien. De verhuurder moet de aankoop-, en installatiekosten van de melders dragen. De verhuurder moet de vervangingskosten van de melder dragen na afloop van de door de fabrikant vermelde levensduur van de batterij of wanneer de huurder de vroegtijdige ontlading van de batterij of een gebrekkige werking vaststelt en de verhuurder daarvan per aangetekende brief waarschuwt. In elk geval moet de verhuurder de melder vervangen ten laatste tien jaar na de oorspronkelijke plaatsing. In het Vlaamse Gewest Het decreet van 7 mei houdende het stimuleren van de beveiliging van woongelegenheden door rookmelders : Teneinde ten minste één rookmelder in iedere woning te kunnen plaatsten, stelt de Vlaamse Regering, binnen de perken van het beschikbare begrotingskredieten, op verzoek van de gemeenten rookmelders te beschikking. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de toekenning en de plaatsing van de rookmelders. 17
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 18
NATIONALE VERKOOPOPERATIE LOGEMENTEN GAAT VAN START Blijft iedereen nog onder dak? De regie der gebouwen gaat oude rijkswachtlogementen verkopen. Over heel Belgie moet de verkoop daarvan 32 miljoen euro opleveren. Tot op heden werden de bewoners van die logementen met aandrang verzocht te verhuizen. Hun recht van bewoning bleef dode letter in de praktijk. HetNSPV was de eerste syndicale organisatie die haar leden bijsprong in hun verzet tegen die wanpraktijken. Een nieuw wetsartikel zou nu een einde moeten stellen aan de zogenaamde juridische onzekerheden. Het was een klein artikel in de regionale pagina’s van de krant De Standaard van 8 mei 2006 dat mijn aandacht trok. Daarin verklaarde Marc Van de Vel van de Regie der gebouwen dat de nationale verkoopoperatie van staatslogementen startte in de Antwerpse gemeente Vorselaar. Daar gingen de eerste leegstaande rijkswachtwoningen onder de hamer. Verder werd er toegelicht dat er in principe enkel leegstaande huizen werden verkocht tenzij de huidige bewoners destijds een zogenaamde “overeenkomst ter bede” hadden aangegaan. In die gevallen hebben ze immers geen recht op voorkoop en kan de nieuwe eigenaar eisen dat de bewoner verhuist. Het bedrag van 32 miljoen is dat wat minister Didier Reynders in de begroting heeft laten opnemen als opbrengst van alle verkopen. Tot daar een verkorte weergave van dat persartikel. De werkelijkheid oogt minder fraai. In haar streven naar een begroting in evenwicht, gaat de regering al verscheidene jaren over tot de verkoop van allerhande onroerende staatseigendommen. De opbrengst daarvan wordt dan vermeld als inkomsten in de jaarlijkse begroting. Dat de vroegere rijkswachtlogementen hieraan niet zouden ontsnappen was ook al enige tijd duidelijk. En dat ongeacht of die logementen nog bewoond waren. Tot op heden heeft de ervaring ons geleerd dat in de grotere voormalige rijkswachtcomplexen met meerdere logementen, de bewoners niet worden betrokken bij de onderhandelingen over de verkoop van hun logement. De Regie verkiest om rechtstreeks te onderhandelen met bouwpromotoren en immobiliënmakelaars die in een keer het ganse complex of grote delen ervan opkopen, veeleer dan met elke bewoner afzonderlijk te onderhandelen. Op het ogenblik van de verkoop sluit de Regie een huurcontract af met de nieuwe eigenaars 18
zodat de rechten van de bewoners in een eerste tijd gevrijwaard lijken en zij verder hun logement kunnen betrekken…..totdat de nieuwe eigenaar het huurcontract opzegt om het gebouwencomplex te renoveren, of een andere bestemming te geven. En dan worden de bewoners gewoon op de straat gezet. Het hoeft geen betoog dat het optreden van de overheid in zulke gevallen een miskenning uitmaakt van de bepalingen van art. XII.XI.38 RPPol dat aan de personeelsleden van de vroegere staatslogementen, het recht op bewoning verder garandeert zolang ze behoren tot de politiediensten en zelf niet vrijwillig vertrekken uit hun logement. De Regie en Binnenlandse Zaken zaten in dit dossier evenwel niet op dezelfde golflengte. In de commissie voor de binnenlandse zaken van 8 juni 2005 verwees minister Patrick Dewael dan ook naar zijn collega Reynders voor wat de problematiek tot verwerving van het logement bij actuele bewoning betrof, nadat hij eerst had toegelicht dat er altijd kon onderhandeld worden met de persoon die gebruikt maakte van het logement. Er werd hier nog aan toegevoegd dat de bewoners van een logement een evenwaardig logement kon worden aangeboden op kosten van de zone. DE NIEUWE REGELING: HET RECHT OP EEN GELIJKWAARDIG LOGEMENT Voormelde regeling inzake het aanbieden van een evenwaardig logement wordt nu verder juridisch uitgewerkt om de huidige bewoners van de vroegere staatslogementen – volgens de minister van binnenlandse zaken betreft het nog een “duizendtal logés”- meer rechtszekerheid te bieden. De nieuwe regeling komt hierop neer dat het personeelslid dat verplicht wordt zijn logement te verlaten wegens een beslissing van de Regie
der Gebouwen of een andere overheid om het logement te verkopen of voor andere doeleinden te gebruiken, aan dezelfde voorwaarden een ander logement wordt aangeboden, dat voldoende groot is volgens de gezinssamenstelling en dat in hetzelfde gerechtelijk arrondissement of in dat waar het betrokken personeelslid werkzaam is, gelegen is. Voor wat de personeelsleden van het middenkader betreft die overgaan naar het officierskader wordt nu ook wettelijk vastgelegd dat zij hun logement mogen blijven bewonen tot zolang zij de loonschaal M7 genieten. Het voordeel van vrije inwoning kan alleszins niet vervallen voor 1 april 2007. Deze nieuwe regeling zou worden ingelast in een programmawet waarvan de publicatie, naar jaarlijkse gewoonte, mag worden verwacht in de loop van de maand juli. HET WELZIJN VAN DE BEWONERS KOMT HAAST NIET AAN BOD Het recht om zijn logement verder te betrekken tegen de uitoefening van een inhouding op de maandelijkse bezoldiging wordt dus gewijzigd in een recht op een “gelijkwaardig” logement binnen de omschrijving van hetzelfde gerechtelijke arrondissement waar het logement is gelegen of binnen het gerechtelijk arrondissement waar het personeelslid werkzaam is. Daar bepaalde gerechtelijke arrondissementen een vrij uitgestrekt grondgebied hebben, kan dit in de praktijk al snel leiden tot een verhuis over een afstand van meer dan 20 km. Aangezien het de Regie der Gebouwen er vooral om te doen is een zo hoog mogelijke opbrengst te realiseren bij de verkoop van die logementen, dreigen de meest interessante logementen het eerst te worden verkocht. De inwoners ervan zullen zich moeten troosten met een verhuis
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 19
naar een andere regio die in vele gevallen minder toegankelijk zal zijn. Wie hierbij zal instaan voor de extra kosten is nog niet uitgemaakt. Naast de verhuiskosten, zullen de verplaatsingskosten en de tijdsduur van die verplaatsingen ook oplopen. Dat een gedwongen verhuis ook sterk kan ingrijpen op het sociaal en familiaal leven van een gezin is dan nog een factor die hier buiten beschouwing wordt gelaten. Andere opties hadden dan ook kunnen overwogen worden dan de voorgestelde regeling die in feite een gedeeltelijke terugkeer inhoudt naar de vroegere toestand zoals die bestond voor de politiehervorming. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een overgangsregeling voor bewoners of gezinnen, die er de voorkeur aan geven niet te verhuizen naar een andere gemeente. Deze gezinnen zouden dan zelf op de huurmarkt een gelijkwaardige woning kunnen huren en de meerprijs ervan gedurende een aantal jaren kunnen verhalen op de overheid. Ook het afkopen van het recht op bewoning, zoals nu al gebeurt in sommige zones, vormde een andere mogelijke optie. Voor de bewoners zouden dit interessante alternatieven kunnen vormen omdat de Regie zich hoe langer hoe minder bekommert omtrent het onderhoud van de logementen wat ontegensprekelijk een impact heeft op de leefkwaliteit van alle bewoners ervan. Tegelijkertijd zou het bewonersbestand van die logementen versneld worden afgebouwd wat de overheid als muziek in de oren moet klinken. De nieuwe voorgestelde regeling blijkt onder druk van de omstandigheden tot stand te zijn gekomen. Ze wordt voorgesteld als een verduidelijking van de rechten van de bewoners van de logementen, maar strekt er in hoofdzaak toe de overheid te behoeden voor beloften - namelijk het recht op bewoning van het eigen logement - die niet meer konden waargemaakt worden. Het NSPV zal deze problematiek verder van nabij blijven opvolgen en al haar leden verder informeren over de nieuwe ontwikkelingen. Gert Cockx Beheerder juridische bijstand
PENSIOENEN – WEDDE LAATSTE VIJF JAREN Tijdens de onderhandelingen in verband met het statuut van het personeel, meer specifiek over het luik pensioenen, heeft de overheid ons gemeld dat het pensioen zou berekend worden op de meest gunstige wedde van de laatste vijf jaar. Over het algemeen betreft dit de laatste vijf jaar van de loopbaan. Wat betreft het kader van de mandaten ligt dit enigszins anders. Teneinde een duidelijk antwoord te krijgen op basis van wettelijke refertes hebben wij een schrijven gericht aan de Directeur Generaal van de Administratie der Pensioenen van de Openbare Sector. Wij geven u hierna het antwoord weer dat we mochten ontvangen. (vrije vertaling) Administratie der Pensioenen Openbare Sector 08 mei 2006 Mijnheer de Nationale Secretaris, In antwoord op uw schrijven dan 28 maart 2006, heb ik de eer u volgende inlichtingen te verstrekken. De algemene regel om de referentiewedde te bekomen die als basis wordt gebruikt voor de berekening van het pensioen ten laste van de Schatkist, is het gemiddelde van de laatste 5 jaren van de loopbaan. (Artikel 8, §1er Wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen). Echter kan - onder bepaalde voorwaarden door toepassing van het artikel 2, §1er van de Wet van 20 mars 1958 met betrekking op de cumul van het pensioen en de wedden en in regime de verschillende rustpensioen gepresteerd in verschillende ambten – een referentiewedde anders dan deze berekend op basis van de laatste 5 jaren van de loopbaan in overweging worden genomen voor de berekening van het pensioen. Het kan inderdaad zijn dat men in zekere situaties kan komen aan een hogere referentiewedde rekening houdend met een referentieperiode van 5 opeenvolgende jaren anders dan deze van de vijf laatste jaren van de loopbaan. Als de gemiddelde wedde verbonden aan deze andere referentieperiode hoger is dan deze van de laatste vijf jaren van de loopbaan, kan het pensioen berekend worden op basis van die andere referentie wedde op voorwaarde dat het betrokken personeelslid nog altijd recht heeft op een rustpensioen bij het beëindigen van zijn carrière. In dat geval, wordt de duur van de diensten welke zich later situeren in de referentieperiode gebruikt en worden in rekening gebracht voor de berekening van het pensioen ten laste van de Schatkist verminderd in evenredigheid met de verhouding tussen enerzijds de gemiddelde wedde verbonden aan de laatste 5 jaar van de loopbaan of voor de gehele duur indien deze periode minder dan vijf jaar bedraagt en anderzijds de gemiddelde hogere wedde van de laatste vijf jaar. Deze wijze van berekenen kan, indien deze voordeliger is voor betrokkene, toegepast worden op de mandaten welke verbonden zijn aan een definitieve benoeming zoals deze welke verbonden zijn aan de toepassing van artikel VII.III.2 van het KB van 30 maart 2001 houdende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. U gelieve te aanvaarden, mijnheer de Secretaris, mijn blijken van hoogachting. Jean-Pierre Delville Directeur generaal 19
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 20
EUROCOP, nieuwe destabiliseringkracht ? Na Bratislava werd te Madrid, teneinde een grote ondersteuning te geven aan de eisen van de Spaanse Guardia Civil, een grote manifestatie gehouden op 22 april 2006. In afwachting van Lissabon ? Hieronder verslag door Philip Van Hamme en Willy Baugniet, beiden lid van het uitvoerend bureel van EuroCop Als gevolg van een politieke reorganisatie werd een nieuwe minister aangesteld welke bereid is om open gesprekken te voeren met de Slovaakse colleg’s. Vandaar de vraag of EuroCOP een organisatie is geworden welke geschikt is om een bepaald regime te destabiliseren of te ondermijnen, het is een stap die we niet zullen ondernemen. Niettegenstaande mogen we ons verheugen over de kracht en de inzet gegeven door het bureau in Luxemburg en het aanwakkeren van de aangesloten organisaties.
Het is een verhaal over nooit gehouden verkiezingsbeloftes door de huidige machthebbers in Spanje die nochtans beloftes hadden gedaan tijdens de verkiezingscampagne in 2004 om de Guarida Civiel te demilitariseren, de militaire wet af te schaffen en het toekennen van de fundamentele rechten in dit geval het opstarten van een echt syndicaat (op huidig ogenblik hebben deze collega’s slechts een statuut van beroepsvereniging welke een groot project in het vooruitzicht stelt). Het militaire statuut van onze collega’s, die enorm veel burgertaken uitvoeren ten voordele van de bevolking, zorgt voor enorme problemen. De strenge hiërarchie die in dit korps heerst, zorgt onvermijdelijk voor een verticale richting waarin de lagere graden niet meer aan bod komen. De sociale condities zijn zeer beperkt onder andere voor wat betreft : het recht om te onderhandelen, de privacy, het recht van keuze verblijfplaats en de vrijheid van mening. Dit klimaat zorgt uiteraard voor de nodige disfuncties, zowel intern als op persoonlijk vlak. Het aantal zelfdodingen is daar 8 maal hoger dan het nationale gemiddelde en in vergelijking met de andere politiekorpsen zijn de vroegtijdige pensioensaanvragen, na psychologisch advies, 5 maal hoger. Een vraag om steun werd ontvangen door het Comité van EuroCOP dat beslist heeft de druk te verhogen door deel te nemen aan een manifestatie georganiseerd door het AUGC welke voorzien was op 22 april 2006. Deze gebeurtenis had vlug resultaat, de minister van Landsverdediging werd vervangen door de vorige minister van Binnenlandse Zaken. Deze laatste 20
schijnt een verdediger te zijn van de hervorming van de Guardia Civil in de schoot van de regering van de socialist José Louis ZAPATERO. De eerste historische manifestatie van de Guardia Civil mocht er zijn. Ongeveer 6000 leden hadden hun plaats ingenomen op de Playa Mayor in Madrid, ondersteund door een delegatie van EuroCop uit verschillende landen en begeleid door de voorzitter Heinz KIEFER. Zeer boeiende, gepassioneerde en emotionele toespraken werden gehouden. Als eerste resultaat, minder dan een week later, werd voorzien in de vervanging van de directeur-generaal van de Guardia Civil, een militair, door een burger. Er blijft niettemin nog een lange weg af te leggen vooraleer de gedane beloftes in voege zullen treden. Ook in Bratislava, waar EuroCOP eind 2005 samenkwam gaat het de goede richting uit.
Wij zijn ons allen bewust van de noodzakelijke solidariteit op internationaal niveau, die hoewel zij momenteel niet in staat is om fundamentele wijzigingen op nationaal niveau aan te brengen, het echter mogelijk kan maken om een bepaalde beweging op gang te brengen of te perfectioneren. In deze zin zijn ook de Portugese collega’s naar ons toegekomen in Madrid. De situatie is voor hen even rampzalig als voor de Guardia Civil. We zouden zelf durven zeggen nog erger gezien het gaat om politiemensen en niet om militairen. EuroCOP zal weldra naar Lissabon gaan om te pleiten voor de rechten en de democratische regels waar we met zijn allen recht op hebben, zonder onderscheid te maken tussen land of beroep. In afwachting wordt op 31 mei in Praag door EuroCop zijn 3de conferentie georganiseerd over de uitbreiding van Europa. We zullen daar zonder enige twijfel de nieuwe leden ontvangen. Ref : http://www.eurocop-police.org (schrijf u in op de nieuwsbrief)
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 21
Solidariteitsbijdrage ? Nog een weg te werken onrechtvaardigheid. Solidariteitsbijdrage ? Is dit geen verdoken vorm van belasting ? 1993 - 1994: De jaren die gekenmerkt werden door de crisisbelasting en de solidariteitsbijdrage. Het ene klinkt al wat mooier dan het andere, maar in wezen waren ze even venijnig en hadden ze één doel: het inkomen, of het nu om een wedde ging of een pensioen, enkele percenten kleiner te maken. Simplistisch uitgedrukt, maar toch…… Crisisbelasting. De crisisbelasting bestond op een inhouding van 3 % op de lonen. Ze heeft het juist 10 jaar stand gehouden. Na een geleidelijke vermindering van die belasting op de lonen werd ze uiteindelijk volledig afgeschaft op 1 januari 2003. Bij onze gepensioneerden kwam het zeer verwarrend over. Men dacht dat die solidariteitsbijdrage ook zou afgeschaft worden. Maar voor deze categorie bleef alles zoals het was. Het uitpersen ging straffeloos verder. Samen met het niet toepassen van de perequatie na de politiehervorming is dit een koopkrachtvermindering van ongeveer 9,50 %. Wie durft dat te betwisten ? Solidariteitsbijdrage De solidariteitsbijdrage werd ingevoerd bij Hoofdstuk III, meer bepaald de artikelen 68 tot en met 68quienquies van de wet van 30 maart 1994. De solidariteitsbijdrage werd ingevoerd met een dubbel doel: namelijk enerzijds voor de sanering van de overheidsfinancies en anderzijds voor de verhoging van de laagste pensioenen. De volledige opbrengst van de solidariteitsbijdrage moet voor de verhoging van de laagste pensioenen worden aangewend.(?) Zelfs op fictieve renten van uitbetaalde extralegale pensioenen wordt een solidariteitsbijdrage betaald. Vanaf 01.01.1995 wordt een afhouding gedaan op het totaal bedrag (hierna P genoemd) van de pensioenen en renten die eenzelfde gerechtigde ontvangt. Ze wordt slechts toegepast vanaf een bepaalde drempel en geschiedt op basis van de onderstaande tabellen.
a. Voor de gepensioneerden zonder gezinslasten
b. Voor de gepensioneerden met gezinslasten
De berekening van de solidariteitsbijdrage voor de gepensioneerden zonder gezinslasten
De berekening van de solidariteitsbijdrage voor de gepensioneerden met gezinslasten
P = totaal maandelijks brutobedrag van de pensioenen en andere voordelen; begrepen tussen:
Bedrag van de afhouding
P = totaal maandelijks brutobedrag van de pensioenen en andere voordelen; begrepen tussen:
Bedrag van de afhouding
0,01 EUR
en
1.208,75 EUR
0
0,01 EUR
en
1.510,94 EUR
0
1.208,76 EUR
en
1.220,93 EUR
(P - 1.208,75) * 50%
1.510,95 EUR
en
1.526,16 EUR
(P - 1.510,94) * 50%
1.220,94 EUR
en
1.510,94 EUR
P * 0,005
1.526,17 EUR
en
1.813,12 EUR
P * 0,005
1.510,95 EUR
en
1.526,35 EUR
7,55 + [(P - 1.510,94) * 50%]
1.813,13 EUR
en
1.831,55 EUR
9,07 + [(P - 1.813,12) * 50%]
1.526,36 EUR
en
1.813,12 EUR
P * 0,01
1.831,56 EUR
en
2.115,29 EUR
P * 0,01
1.813,13 EUR
en
1.831,79 EUR
18,13 + [(P - 1.813,12) * 50%]
2.115,30 EUR
en
2.137,05 EUR
21,15 + [(P - 2.115,29) * 50%]
1.831,80 EUR
en
2.115,29 EUR
P * 0,015
2.137,06 EUR
en
2.417,48 EUR
P * 0,015
2.115,30 EUR
en
2.137,30 EUR
31,73 + [(P - 2.115,29) * 50%]
2.417,49 EUR
en
2.442,62 EUR
36,26 + [(P - 2.417,48) * 50%]
2.137,31 EUR
en
meer
P * 0,02
2.442,63 EUR
en
meer
P * 0,02
21
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:37
Page 22
De bedragen zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 116,15 (van kracht op 01.08.2005) en worden aangepast aan de stijging van de kosten voor levensonderhoud op dezelfde manier als de pensioenen. Als de volgende spilindex wordt bereikt, worden die bedragen met 2 % verhoogd.
Het verzet tegen deze inhouding stijgt met de dag.
Buitenlandse pensioenen:
Kort geheugen mijnheer de eerste minister ?
Vooral het feit dat de eerste minister nog voor de verkiezing van 2003 bij hoog en laag beweerde de solidariteitsbijdrage voor de gepensioneerden te zullen afschaffen, ergerde menig gepensioneerde.
Het koninklijk besluit van 14.05.1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28.10.1994 tot uitvoering van artikel 68 van de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen (B.S. van 26.06.1996) bepaalt dat de buitenlandse pensioenen niet meer in aanmerking komen voor de bepaling van de basis die dient voor de berekening van het bedrag van de solidariteitsbijdrage die van de pensioenen wordt afgehouden.
Een dergelijke inhouding wordt enkel en alleen op de gepensioneerden verhaald. Daar de solidariteitsbijdrage een belasting is, is het onwettig: Het heeft slechts een weerslag op een deel van de bevolking. De gepensioneerden zijn gemakkelijke slachtoffers. Zij hebben geen enkel verweermiddel zoals staking. De solidariteitsbijdrage wordt geheven op het bruto bedrag, daar waar de bedrijfsvoorheffing op het belastbaar bedrag wordt afgehouden. (nogmaals een nadeel van ongeveer 0,15 %)
Hoe wettelijk is de solidariteitsbijdrage. “Solidariteitsbijdrage” klinkt wat mooier, wat socialer. Het klinkt minder agressief dan “crisisbelasting” Daarmee kon men de brave gepensioneerde om de tuin leiden. Maar vergis je niet. Door die bijdrage wordt je pensioen met een niet te onderschatten bedrag gelijk aan een “eindejaarpremie” verminderd. Dat is een heel andere rekening dan een eindejaarspremie te krijgen. Er was duidelijk iets niet in orde met deze wet. De uitvoeringsbesluiten werden tot twee maal toe onwettelijk verklaard door het Hof van Cassatie. Verschillende verenigingen zetten zich aan het schrijven om de reeds geïnde bedragen terug te vorderen. Het NSPV zette een protestactie in gang door een collectieve eis tot terugvordering bij de diverse bevoegde rechtbanken in te dienen. Sommigen konden zelfs niet wachten en vorderden individueel de ingehouden bedragen terug. De regering ondermijnde de actie door een aangepaste wet in voege te brengen en met terugwerkende kracht. Diegene die de zaak toen reeds aanhangig gemaakt hadden bij de rechtbank waren er aan voor de moeite en voor de gerechtskosten. Gelukkig had het NSPV de bui zien hangen. De ingezamelde schriftelijke eisen bleven rusten op menig afdelingssecretariaat. Pas nu in de maand april werden de rechtskosten aan de “benadeelde eisers “ terugbetaald. 22
Door de aangepaste wet, wettig of niet, maar de inhoudingen van de solidariteitsbijdrage bleven doorgaan: Een precedent, ja, maar niet te rechtvaardigen. Waarom toch die solidariteitsbijdrage ? Dat er toen al iets diende gedaan te worden voor de vergrijzing van de bevolking is duidelijk. Tien jaar later is het spel nog niet uitgespeeld en is men nog altijd op zoek om een reserve aan te leggen, een reserve die al vlug moet dienen om begrotingen in evenwicht te houden.
Met de oprichting van het zilverfonds en een structurele spijzen daarvan, had de onwettige solidariteitsbijdrage overbodig gemaakt. Als besluit: Het NSPV zal er mede voor zorgen dat de regeringsleiders in verband met de solidariteitsbijdrage, niet in slaap geraken. Wij zullen hen aan hun belofte blijven herinneren. Samen met de perequatie staat ook de solidariteitsbijdrage boven aan onze agenda. Wij houden u op de hoogte.
Maar die bijdrage was toch iets speciaals. Men hield ons voor dat het werkelijk een solidariteitsbijdrage was om de laagste pensioenen wat op te krikken. Specialisten weten beter. Sinds 1993 en tot op heden wordt die reserve systematisch leeggehaald. Daaruit kan men besluiten dat het hier niet gaat om de beoogde solidariteit, maar om niets minder dan een vorm van belasting. De solidariteitsbijdrage moet afgeschaft worden. Van bij het ontstaan van die bijdrage is er verzet gerezen tegen deze (zoveelste) onrechtvaardige maatregel. Door verschillende belanghebbende verenigingen werden alle mogelijke rechtbanken en hoven aangedaan. De regering hield het been stijf en de gepensioneerden spijsden de bodemloze schatkist met hun solidariteitsbijdrage.
Marcel De Loof Nationaal vertegenwoordiger sector oprustgestelden (N)
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:38
Page 23
NECROLOGIE • Mevrouw VAN KERCKHOVE Renilda, weduwe van Albert VRAY, geboren te Tronchiennes op 29 oktober 1912 en overleden te Anderlecht op 01 februari 2006. Rouwadres: Roger Vray, Rue des Tourterelles 23, 4121 Neupré. GENT
ANTWERPEN • De Heer CELIS Cesar, weduwnaar van Livina OUDERITS, geboren te Diest op 28 april 1913 en overleden te Rumst op 11 april 2006. Rouwadres: Paula Celis, Heuvelstraat 196 / 6, 2620 Hemiksem. • De Heer DE CALUWE Gerard, echtgenoot van Marguerite VAN VLIERBERGHE, geboren te Stekene op 11 april 1914 en overleden te Wilrijk op 14 april 2006. Rouwadres: Sneeuwbeslaan 29 / 28, 2610 Wilrijk. • De Heer AERTS Karel, weduwnaar van Josephina JORIS, geboren te Mol op 18 november 1925 en overleden te Geel op 12 februari 2006. Rouwadres: Linda Aerts, Millegemseweg 8, 2440 Geel. BRUGGE • De Heer DECLERCK Eddy, echtgenoot van Greta VANDENDRIESSCHE, geboren te Gent op 15 april 1951 en overleden te Kortrijk op 01 januari 2006. Rouwadres: Lauwerstraat 21, 8560 Wevelgem. • De Heer LOUWYCK Andre, echtgenoot van Paula ARNAERT, geboren te Beveren a / d IJzer op 02 februari 1926 en overleden te Brugge op 19 februari 2006. Rouwadres: Molenstraat 176, 8310 Assebroek – Brugge. • De Heer ENEMAN Willy, echtgenoot van Adrienne VERBANCK, geboren te Assebroek op 09 mei 1929 en overleden te Brugge op 06 maart 2006. Rouwadres: Stockveldewijk 124, 8200 Sint-Michiels-Brugge. BRUSSEL • De Heer VERSCHILDE Gaston, echtgenoot van Marie Thérèse LAEBENS, geboren te Dottignies op 13 juli 1930 en overleden te Woluwe-SaintLambert op 21 maart 2006. Rouwadres: Rue Père de Deken 45 / 10, 1040 Bruxelles.
• De Heer BEAUMON Luc, echtgenoot van Gerarda VANTROYS, geboren te Wervik op 18 september 1948 en overleden te Gent op 27 april 2006. Rouwadres: Baudelokaai 14, 9000 Gent. • De Heer VAN DE VELDE Louis, weduwnaar van Hilda VERMEULEN, geboren te Gentbrugge op 21 juni 1915 en overleden te Gent op 06 april 2006. Rouwadres: Luc Van De Velde, Broekstraat 3, 9030 Mariakerke. • Mevrouw DE KEYSER Martha, echtgenote van Roger WAUTERS, geboren te Moerzeke op 28 januari 1918 en overleden te Gent op 05 maart 2006. Rouwadres: Galnootlaan 6, 9032 Wondelgem. • De Heer RASSCHAERT Robert, echtgenoot van Magdalena HENDERICKX, geboren te Sint-Gillis op 17 november 1921 en overleden te Maldegem op 14 maart 2006. Rouwadres: Reesinghelaan 31, 9990 Maldegem. • De Heer SOLEME Philippe, geboren te Zottegem op 11 juni 1983 en overleden te Geraardsbergen op 26 februari 2006. Rouwadres: Paepemunte 37 A, 9571 Lierde. • Mevrouw MESSIAEN Georgette, echtgenote van Edmond MYCKE, geboren te Gits op 29 oktober 1925 en overleden te Gent op 18 maart 2006. Rouwadres: Ankerslaan 12, 9050 Gentbrugge.
KORTRIJK • De Heer VANDEKERCKHOVE Gerson, weduwnaar van Irma HAELEWYNDT, geboren te Lichtervelde op 02 februari 1915 en overleden te Kortrijk op 19 februari 2006. Rouwadres: Claudine Vandekerckhove, Lupinestraat 5, 8500 Kortrijk. LEUVEN • De Heer SCHELLENS August, echtgenoot van Josephine SAENEN, geboren te Webbekom op 20 maart 1923 en overleden te Diest op 11 april 2006. Rouwadres: Egide Alenusstraat 26 / 1, 3290 Diest. TONGEREN • De Heer MEEUS Florent, echtgenoot van Elisabeth MELON, geboren te Heverlee op 30 september 1920 en overleden te Sint-Truiden op 05 april 2006. Rouwadres: Roppelaan 5, 3870 Heers. • Mevrouw LEHAEN Catharina, weduwe van Gerardus HOEBEKE, geboren te Neerpelt op 05 juni 1914 en overleden te Maasmechelen op 04 april 2006. Rouwadres: Norbert Hoebeke, Grotestraat 227, 3631 Maasmechelen. • De heer PALMEN Lucien, echtgenoot van Cécile VANDERHOEVEN, geboren te Tongeren op 08 december 1946 en overleden te Genk op 24 maar 2006. Rouwadres: Ruisstraat 28, 3600 Genk. WAVER • De Heer TASSIN Jean, echtgenoot van Yvonne DE WAELE, geboren te Marchienne op 05 januari 1923 en overleden op 04 april 2006. Rouwadres: Avenue Leopold III 2, 1410 Waterloo.
HASSELT • De Heer VERHAERT Frans, echtgenoot van Jeanne VAN DE VELDE, overleden op 03 mei 2006. Rouwadres: Heerstraat 38, 3510 Kermt. • Mevrouw HUIDTS Maria, weduwe van Albert WILLEMS, geboren te Kanne op 17 juni 1922 en overleden te Hechtel op 12 februari 2006. Rouwadres: Rijkswachtstraat 1 / 4, 3940 Hechtel-Eksel.
Wij melden u met diepe droefheid het overlijden van onze afgevaardigde
Pierre MEUNIER op donderdag 1 juni ten gevolge van een lange ziekte. Hij was 43 jaar oud 23
060298_PoliceNl_xp
13/06/06
14:38
Page 24
ZORG DAT DE BESTE AUTOVERZEKERING U NIET LANGER ONTSNAPT! Als NSPV-lid heeft u toegang tot exclusieve aanbiedingen. En dan bedoelen we écht exclusief! Een voorbeeld dat er niet om liegt: een ultracomplete autoverzekering die ALLE concurrentie het nakijken geeft met zijn niet te evenaren verhouding tussen " PRIJS, OMVANG VAN DE DEKKING en SERVICE ". Aarzel niet en vraag de mening van één van uw collega’s die al VIVIUM Affinity klant is.
Meer dan
5 000 NSPV-leden zijn reeds overtuigd. Dat is
DE VOORNAMELIJKSTE VOORDELEN > Geen instapkosten. > 0% franchise *. > Uiterst scherpe premies. > Een gratis vervangwagen gedurende 5 dagen bij pech of ongeval. > Een complete bijstand, volledig gratis**. > Eenvoudige formaliteiten via een gratis nummer: 0800/93.262. * **
zeker geen toeval!
Behalve voor jonge bestuurders. Voor elke wagen van minder dan 6 jaar oud bij onderschrijving.
Ontdek ook de uitstekende BRANDVERZEKERING en PENSIOENSPAARFORMULE. Een simulatie duurt maar enkele minuutjes!
OM HET BEDRAG VAN UW PREMIE TE KENNEN: of www.viviumaffinity.be/nspv
0800 - 93.262
En partenariat avec
VIVIUM Affinity GIE - AGENT VIVIUM - Membre du groupe P&V Avenue du Bourgmestre E. Demunter 1 bte 2 - 1090 Bruxelles - Tél. (02)282 36 04 - Fax (02)282 36 00 Banque 310-1268700-26 - 0456 742 415 RPM Bruxelles - Immatriculé au registre des intermédiaires d'assurances sous le n° 10.142
GRATIS