EBS EDEN SCHOOLPLAN Stichting H3O Dordrecht

EBS EDEN

SCHOOLPLAN 2015-2019

0

Stichting H3O | Dordrecht ebs Eden | Schoolplan 2015-2019

Inhoudsopgave 1.0

Inleiding 1.1 Doel en functie van het schoolplan 1.2 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Grondslag en verwijzingen naar documenten 1.4 Samenhang met de schoolgids

3 3 3 4 4

2.0

Bestuur 2.1 Gegevens van het bestuur 2.2 Organogram van het bestuur 2.3 Externe omgeving 2.4 Medezeggenschap

5 5 5 5 6

3.0

Schoolbeschrijving 3.1 Gegevens van de school 3.2 De leerlingenpopulatie 3.3 Personeelsgegevens 3.4 Toekomstige ontwikkelingen 3.5 Interne sterkte en zwakte analyse

8 8 9 10 10 11

4.0

Onderwijskundig beleid 4.1 Visie van de school 4.2 Missie van de school 4.3 Identiteit en profilering 4.4 Onderwijskundige doelen en uitgangspunten 4.5 Algemene doelstellingen 4.5.1 Kerndoelen 4.5.2 Schooldoelen 4.5.3 Ononderbroken ontwikkelingsgang 4.5.4 Bestrijden onderwijsachterstanden 4.6 Leerstofaanbod 4.6.1 De vak- en vormingsgebieden 4.7 Leertijd 4.8 Pedagogisch klimaat en schoolklimaat 4.9 Didactisch handelen 4.10 Zorg en begeleiding 4.10.1 Zorgverbreding 4.10.2 Meer- en minderbegaafden 4.10.3 Sociale en emotionele ontwikkeling 4.10.4 Het jonge kind 4.10.5 Registratie en rapportage 4.10.6 Leerstof overstijgende activiteiten 4.10.7 De zieke leerling 4.10.8 Maatregelen tegen schoolverzuim 4.10.9 Overige ontheffingen 4.10.10 Schorsing en verwijdering 4.11 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

12 12 12 12 13 14 14 14 15 15 16 17 25 25 25 26 26 28 28 28 29 29 30 30 30 31 31

5.0

Organisatie, beleid en communicatie 5.1 Organogram van de school 5.2 School- en klassenorganisatie 5.3 Toelating, verwijzing en verwijdering 5.4 Taakbeleid 5.5 Communicatie 5.6 Dienstverlening 5.7 Schooladministratie en procedures

32 32 32 33 33 34 35 35 ebs Eden

| Schoolplan 2015-2019

1

6.0

Personeelsbeleid 6.1 Doelen van personeelsbeleid 6.1.1 Formatiebeleid 6.2 Werving 6.2.1 Werving, selectie en benoeming 6.2.2 Introductie personeel 6.2.3 Functieprofiel 6.3 Taakbeleid 6.3.1 Werktijdenregeling 6.3.2 Werken in deeltijd 6.4 Personeelszorg 6.4.1 ARBO-beleid 6.4.2 Seksuele intimidatie en discrimerend gedrag 6.5 Kwaliteitsbevordering 6.5.1 Gesprekkencyclus 6.5.2 Scholingsbeleid 6.5.3 Loopbaanplanning 6.5.4 Mobiliteit 6.5.5 Professionalisering

36 36 36 36 36 36 37 37 37 37 37 37 38 38 38 38 38 38 38

7.0

Kwaliteitsbeleid 7.1 Wat is kwaliteit 7.1.1 Rol van het Bevoegd Gezag 7.1.2 Rol van de inspectie 7.2 Kwaliteitszorg 7.3 Kwaliteitsbepaling 7.4 Kwaliteitsbewaking 7.5 Kwaliteitsverbetering

39 39 40 40 40 41 41 42

8.0

Financiën 8.1 Begroting 8.2 Huisvesting 8.3 Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging 8.4 Interne geldstromen

43 43 44 44 44

9.0

Klachtenregeling

45

10.0

Uitwerking beleidsvoornemens 2015-2019 10.1 Jaarplan 2014-2015

46 56

Bijlage:  Begroting 2015-2019  Formulier instemming en vaststelling schoolplan door Bevoegd Gezag en MR

70

2

ebs Eden


1.0 Inleiding In dit schoolplan van ebs Eden beschrijven we de huidige situatie en de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2015-2019. Door dit in een plan te beschrijven bieden we in samenhang met onze schoolgids de ouders duidelijkheid en leggen wij verantwoording af naar ons Bevoegd Gezag. Uiteraard is het schoolplan een op de toekomst gericht plan. Dit betekent dat in de komende jaren een aantal hoofdstukken verder wordt uitgewerkt. Dit zal in samenwerking met het team van onze school plaatsvinden. Het schoolplan is een leidraad voor ons dagelijks handelen en is een onmisbaar document in de school. 1.1 Doel en functie van het schoolplan Het schoolplan is een beleidsdocument voor een periode van vier jaar. Dit schoolplan geldt voor de periode 2015 – 2019. Hierin zijn de strategische visie en de beleidskeuzen op hoofdlijnen vastgelegd. Het schoolplan omvat in ieder geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast worden eigen specifieke beleidskeuzes beschreven. Schematisch weergegeven hebben we de volgende documenten:

SCHOOLPLAN



incl. overzicht meerjarenbeleidsvoornemens

JAARPLAN



met mogelijkheden voor verdieping per beleidsitem komend schooljaar

JAARVERSLAG

SCHOOLGIDS

DEEL I: kerngegevens vorig schooljaar DEEL II: evaluatie doelstellingen 

informatie voor ouders

Het schoolplan wordt geconcretiseerd in jaarplannen en jaarbegrotingen. In een jaarplan wordt in geoperationaliseerde termen (SMART) beschreven welke (verbeter)doelstellingen de school wil bereiken in het betreffende schooljaar. Er wordt beschreven welke activiteiten worden ondernomen om de doelstellingen te realiseren. Hierbij wordt aangegeven wie betrokken zijn bij de uitvoering, wanneer de activiteiten plaatsvinden en welke acties daarvoor nodig zijn. Jaarlijks zullen de veranderings- en verbeteringsonderwerpen van het betreffende schooljaar worden geëvalueerd door directie en team en met het bestuur en de MR. Het doel van dit schoolplan is:  Het schoolplan is een beleidsdocument dat we gebruiken om de kwaliteit van het onderwijs op onze school op hoofdlijnen te beschrijven. Deze beschrijving is het beginpunt van onderwijsverbeteringen die de school gaat doorvoeren.  Het plan geeft duidelijkheid over de planning en sturing voor de komende vier jaren.  Het geeft de mogelijkheid om gestelde doelen in de ontwikkeling te evalueren. De functie van het schoolplan:  Planningsdocument voor de schoolontwikkeling.  Kwaliteitsinstrument om de school houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en bij verdere planning van de uitvoering van het beleid.  Het afleggen van verantwoording aan de ouders.  Wettelijk vereist document voor de rijksoverheid. 1.2 De procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan De directie werkt met de teamleden aan de totstandkoming van dit plan. De medezeggenschapsraad stemt uiteindelijk in met het schoolplan. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een eigen sterkte-zwakte analyse en een analyse welke is uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau. Daarnaast zijn de uitkomsten van de inspectiebezoeken en analyses van de leeropbrengsten gebruikt bij het opstellen van dit schoolplan. ebs Eden


3

Over het schoolplan heeft tussentijds overleg plaats gevonden met het schoolbestuur. Het bestuur stelt het schoolplan vast. 1.3 Grondslag en verwijzingen naar documenten De beleidsvoornemens inclusief de visie &n missie, vervat in het strategisch beleidsplan van het schoolbestuur vormen de algemene basis voor de inhoud en de beleidsvoornemens van het schoolplan van de school. De grondslag van het bestuur van Stichting H3O is de volgende: De stichting heeft als grondslag de Bijbel als Gods woord. Dit woord is uitgangspunt voor al haar handelen. Daarbij is Jezus Christus, die de enige weg tot zaligheid is, de stuwende kracht. De doelstelling van de Stichting: 3 Stichting H O stelt zich ten doel te realiseren dat elk kind die ontplooiing van hoofd, hart en handen verkrijgt die het best past bij diens aard en aanleg en een houding die aansluit bij de christelijke opvattingen over opvoeding. Het peuterwerk, de kinderopvang en het onderwijs zijn toegankelijk voor kinderen, ongeacht hun gezindte, die wettelijk toelaatbaar zijn, waarbij voor het onderwijs in acht wordt genomen de vrijheid die het bijzonder onderwijs heeft met betrekking tot toelating van leerlingen. Van leerlingen wordt verwacht dat ze de bij hen passende prestaties leveren. Daarnaast is het gegeven dat ebs Eden een evangelische school is een belangrijk uitgangspunt bij het vaststellen van de inhoud en de beleidsvoornemens van dit schoolplan. Onder evangelisch onderwijs wordt verstaan regulier basisonderwijs op evangelische grondslag. De behoefte hieraan ontstond doordat de bestaande protestants-christelijke scholen de laatste decennia steeds minder aandacht besteedden aan bijbelgetrouw onderwijs en opvoeding. Met name ontbrak daar nadruk op de persoonlijke ervaring van de verlossing door Jezus Christus, zoals die door evangelische christenen juist centraal wordt gesteld. Evangelisch onderwijs is in 1997 door de minister van OCW erkend als een afzonderlijke richting binnen het onderwijs. Sinds die tijd wordt in Nederland een aantal evangelische scholen door de rijksoverheid bekostigd. Sinds 2003 is er een Platform Evangelisch Onderwijs Nederland (PEON), dat als samenwerkingsverband voor een aantal van deze scholen fungeert, waaronder ebs Eden. Het PEON wil evangelisch onderwijs in Nederland stimuleren door bestaande scholen te ondersteunen en nieuwe initiatieven om een school te stichten te begeleiden. Het PEON is een vereniging die bestaat uit een bestuur en uit de leden uit de verschillende aangesloten scholen. Het PEON werkt sindsdien de oprichting aan de vormgeving, ondersteuning en uitbreiding van evangelisch onderwijs in Nederland. In Nederland zijn 11 Evangelische basisscholen lid van PEON. Het meerjarige beleid dat in het schoolplan is geformuleerd is verder gebaseerd op de volgende (bovenschoolse) documenten: De schoolgids van ebs Eden Vastgestelde protocollen Beleidsplannen ebs Eden Schoolplan 2012-2016

Strategisch beleidsplan Stichting H3O Handboek van Stichting H3O Het veiligheidsplan Actuele financiële beleidsplan

Arbo-beleidsplan Het zorgdocument Reglement Medezeggenschap SWV Passend Onderwijs

1.4 Samenhang met de schoolgids Ieder jaar ontvangen de ouders een schoolgids, die geldt voor het betreffende schooljaar. De schoolgids informeert o.a. over de onderwijsdoelen, behaalde onderwijsresultaten en de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut, over de hoogte van de ouderbijdrage en over de manier waarop deze wordt besteed. Het bevat ook informatie over de manier waarop de school de zorg voor het jonge kind en de zorg aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vormgeeft en hoe de zorg voor leerlingen waarvoor een leerlinggebonden financiering (LGF) beschikbaar is vorm krijgt. Verder beschrijft het hoe de veiligheid (fysiek en sociaal) op school wordt gegarandeerd en de wijze waarop de overblijfmogelijkheid wordt georganiseerd. Daarnaast beschrijft de schoolgids de rechten en plichten van alle bij de school betrokken partijen, evenals de toegang tot de klachtenregeling.

ebs Eden


4

2.0

Bestuur

2.1 Gegevens van het bestuur Evangelische basisschool Eden valt vanaf 1 augustus 2013 onder het bestuur van stichting H3O te Dordrecht. Deze stichting baseert haar beleid op de wens om de samenleving van Dordrecht een dienstenpakket van 0 – 18 jaar te bieden op het gebied van onderwijs en opvang. Binnen die gedachte past het om in Dordrecht een Evangelische school in stand te houden. In totaal ressorteren 11 scholen voor het primair onderwijs en 1 school voor het voortgezet onderwijs onder het stichtingsbestuur van H3O. Het Bestuur heeft een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Voorzitter van het College van Bestuur is de heer drs. J. Ramaker. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur. Voorzitter van de Raad is de heer A. van den Herik. Het College van Bestuur en de scholen worden ondersteund door het bestuursbureau. Het adres van het bestuursbureau is: Stichting H3O Kolfstraat 120 3311 XL Dordrecht Postadres: Postbus 151 3300 AD Dordrecht Tel. 078-8905000 /Fax 078-8905045 e-mail : [email protected] website : www.hadrieo.nl

2.2

Organogram van het bestuur

Raad van Toezicht

College van Bestuur Stafbureau

GMR Directeuren PO/VO

MR

2.3 Externe omgeving De externe ontwikkelingen en trends komen vanuit verschillende richtingen en niveaus op de school af. Deze zullen we moeten vertalen en concretiseren naar de dagelijkse schoolsituatie. In steekwoorden geven we aan waar het om gaat: Overheidsbeleid:  kerndoelen;  uitgaan van verschillen (adaptief onderwijs);  kwaliteitsbeleid, zelfevaluatie;  ICT (Informatie- en Communicatietechnologie);  Passend Onderwijs;  brede school ontwikkeling;

5

ebs Eden


 

integraal personeelsbeleid; werving en selectie.

Lokale Overheid:  transitie van zorg naar de gemeente;  gemeentelijk onderwijsbeleid;  huisvesting. Vanuit het Bestuur:  kwaliteitsbewaking;  identiteitsbewaking;  profilering en innovatie;  huisvesting;  integraal personeelsbeleid;  ARBO-beleid;  ICT-onderwijs;  bovenschoolsbeleid;  brede scholenconcept. Vanuit de Maatschappij:  aanleren basisvaardigheden;  aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen;  kwaliteitszorg;  inspraak /democratie /communicatie;  opvoedkundige kwaliteiten;  toenemende digitalisering en globalisering;  dreiging vanuit de samenleving (terrorisme);  waarden & normen discussie. Veranderingen in de omgeving van de school:  ontwikkelingen bij peuterspeelzaal/voorschool;  (andere) invloed van leeftijdgenoten;  invloed van tv, computer, smart phone, tablets;  toename contacten met instellingen;  meer aandacht voor waarden en normen;  toenemende mondigheid; Vanuit de ouders:  veiligheid en geborgenheid;  aanleren basisvaardigheden;  waarborgen evangelische identiteit;  openheid en inspraak;  opvoedingsondersteuning;  informatica. Beleidsvoornemens:  ontwikkelingen volgen en prioriteiten stellen;  ICT-onderwijs;  kwaliteitsbewaking;  integraal personeelsbeleid;  brede schoolontwikkeling (doorgaande lijn 0-18-jarigen);  Passend Onderwijs verder vormgeven;  identiteitsbewaking;  huisvesting.

6

ebs Eden


2.4 Medezeggenschap De school heeft een officieel gekozen MR, die een oudergeleding en personeelsgeleding heeft bestaande uit elk drie personen. Meerdere vertegenwoordigers binnen de MR zijn schooljaar 2014-2015 gestart. De MR stuurt uit beide geledingen een afgevaardigde naar de GMR van stichting H3O. De MR vergadert 1x in de 6 weken. De directeur woont een gedeelte van deze vergaderingen bij. MR-leden zullen zich komende jaren verder gaan professionaliseren en een MR-reglement wordt in 2015 vastgesteld en zal ter inzage op school liggen. Daarnaast hebben alle directeuren van H3O 1x in de maand een managementoverleg met de voorzitter van het College van Bestuur. Tevens hebben de PO-directeuren van stichting H3O 1x in de maand een eigen directieoverleg ter voorbereiding op het managementoverleg met de voorzitter van het College van Bestuur. Gemiddeld 1 maal in de 8 weken bezoekt de voorzitter van het College van Bestuur de school.

Beleidsvoornemens:  verdere professionalisering van de MR middels scholing;  opstellen en vaststellen van een MR-reglement.

7

ebs Eden


3.0

Schoolbeschrijving

3.1 Gegevens van de school Evangelische basisschool Eden is een nieuwe school die in augustus 2008 van start is gegaan. De laatste jaren is gebleken dat de stichtingsnorm niet gehaald werd. Derhalve ressorteert ebs Eden sinds 1 augustus 2013 onder het bestuur van stichting H3O te Dordrecht. Deze stichting baseert haar beleid op de wens om de samenleving van Dordrecht een ‘dienstenpakket’ van 0-18 jaar te bieden op gebied van onderwijs en opvang. Binnen die gedachte past het om in Dordrecht een evangelische school in stand te houden. Door deze samenvoeging is de school stedelijk verbonden met andere scholen in Dordrecht. Daarnaast is de school door haar evangelische identiteit tevens landelijk verbonden met andere evangelische scholen. Door de door de overheid georganiseerde samenwerking in ‘weer samen naar school’ en Passend Onderwijs is de school verbonden met alle scholen van Dordrecht in het kader van de zorg voor alle leerlingen. De gemeente Dordrecht heeft in 2008 aan ebs Eden het huidige schoolgebouw aan de Bosboom Toussaintstraat toegewezen. Het schoolgebouw is een gemeentemonument. Momenteel huurt H3O het gebouw van de gemeente. De planning is dat de school in de zomervakantie van 2015 gaat verhuizen. Reden is de toenemende stroom leerlingen, die niet meer gehuisvest kunnen worden in het huidige gebouw. De school telde op 1 oktober 2014, 170 leerlingen en de verwachting is dat dit over de 180 zal zijn op 1 oktober 2015. Het huidige gebouw is gebouwd in de twintiger jaren van de vorige eeuw. Het heeft twee verdiepingen. De onderbouw en kinderopvang/peuterspeelzaal gebruiken de benedenverdieping, de midden- en bovenbouw de bovenverdieping. Het gebouw is oud en sleets. De klaslokalen zijn klein, maar voldoen aan de rijksnorm qua vloeroppervlakte. De gangen kunnen betrokken worden bij de onderwijsactiviteiten. Wel is het lastig vanuit de lokalen een goed overzicht te houden op de activiteiten die de leerlingen in de gangen verrichten. De houten vloeren veroorzaken veel geluidsoverlast. Er is een groot tekort aan nevenruimten in de school. Er zijn geen gesprekskamers of werkruimten voor ondersteunend personeel. Ook is er geen gemeenschappelijke ruimte, zodat de gymnastiekzaal bij grotere evenementen wordt gebruikt als multifunctionele ruimte. De lokalen staan gericht op het zuiden, maar een goede klimaatregeling is niet aanwezig, zodat een goede temperatuurregeling te wensen overlaat. De sanitaire voorziening is slecht. Er zijn maar vier kleine, slecht onderhouden toiletgroepen voor de kinderen in de hele school. Het schilderwerk is in een slechte staat van onderhoud, daarnaast lopen diverse kleurstellingen door elkaar, wat een rommelige en verwaarloosde indruk geeft. Het buitenschilderwerk is in 2010 aangepakt, maar door de slechte staat waarin het houtwerk verkeerd is het effect gedeeltelijk verloren gegaan. e

Op de 1 verdieping bevindt zich 1 lokaal dat is ingericht als gemeenschapsruimte. Een deel van de gang dat grenst aan deze gemeenschapsruimte is ingericht als directieruimte en een deel als administratie- en IB ruimte. Het inpandige oude gymnastieklokaal wordt tevens gebruikt als speellokaal, waardoor de speelruimte op Eden in principe voldoende is. De gemeente had in voorgaande jaren het speellokaal ook aan een andere school in gebruik gegeven. Het plein is zeer ruim, veilig en heeft goede speelmogelijkheden. Een deel van het plein is afgeschermd, zodat hier dieren kunnen worden gehouden (konijnen en kippen). Er is een kleine tuin waar kinderen kunnen tuinieren. Deze voorzieningen hebben een rol in de visie op ontwikkeling van de kinderen binnen het onderwijsconcept van Eden. Niet alleen veel bewegen, maar ook sociale omgang, omgaan met natuur en cultuur zijn elementen waar de kinderen mee bezig behoren te zijn. Zo is ook het ‘buiten-zijn’ onderdeel van het leren en ontwikkelen. De ouders brengen de kinderen via de achteringang naar het schoolplein. Het schoolplein is afgeschermd door een goed hekwerk. De toegang tot het schoolplein is verkeersveilig. Ouders kunnen gemakkelijk hun auto parkeren in de aangrenzende en verkeersluwe zijstraatjes. Zodra de school start wordt het schoolhek afgesloten. Er is een brandalarm aanwezig en een ontruimingsplan. Volgens dat plan wordt ieder jaar een aantal keren geoefend. De brandtrappen die de vluchtweg uit de bovenlokalen zijn, worden regelmatig gecontroleerd, evenals de rest van de veiligheidselementen in het gebouw. In het ‘beleid veiligheid’ is een en ander verder uitgewerkt. ebs Eden


8

In de recent afgenomen ouderenquête kwam naar voren dat veel ouders de school nogal rommelig vinden. Het team is het daarmee eens. Er wordt door hen een grote behoefte uitgesproken voor extra afsluitbare kastruimtes. Beleidsvoornemens:  verhuizen naar nieuwe vestiging;  opvoeren pr om toestroom te blijven genereren.

3.2 De leerlingenpopulatie Ebs Eden is een school voor evangelische christenen in het gebied van de Drechtsteden (Dordrecht, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, et cetera). De school richt zich op ouders, die bewust kiezen voor evangelisch onderwijs voor hun kinderen. In de visie van de school is de eenheid van geloofsopvoeding thuis, in de kerk en op school van groot belang voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind. Ouders worden opgeroepen zich daarin bewust en actief op te stellen. Veruit de meeste kinderen komen uit Dordrecht en Zwijndrecht. De exacte aantallen per 1 augustus 2014 waren: 151 uit Dordrecht, 3 uit Hendrik Ido Ambacht, 1 uit Hoogvliet, 2 uit Papendrecht, 1 uit Sliedrecht, 2 uit Zevenbergse Hoek en 12 uit Zwijndrecht. Het streven van Eden om te functioneren als streekschool is nog steeds niet geheel gelukt. De aantallen die genoteerd staan van kinderen buiten Dordrecht/Zwijndrecht blijven ongeveer hetzelfde als afgelopen jaren. Ouders vinden het lastig om grote afstanden te moeten overbruggen. De wijk waarin het gebouw ligt, is te omschrijven als een vroegere achterstandswijk waar veel is gewerkt aan verbetering. De straat waaraan de school ligt is een redelijk gegoede buurt, de straatjes achter de school meer een achterbuurt. Het is een wijk waar veel allochtonen wonen. In een wat ruimere omgeving zijn er straten met sociale huurwoningen, goedkope koopwoningen en middenstandswoningen, een park en winkels. Vanuit die wijdere omgeving (straal van ong. 1 km) is een redelijk percentage kinderen op school. De ouders zijn hoofdzakelijk midden en hoger opgeleid (HBO en Universitair). Laag opgeleide ouders komen bijna niet voor. Het grootste gedeelte is aangesloten bij een evangelische kerkgemeente of pinkstergemeente. De school wil de betrokkenheid met de ouders vormgeven door contacten te leggen en relaties op te bouwen. Daartoe worden jaarlijks specifieke evenementen georganiseerd, zoals: presentatiedagen na een themaperiode, koffie-ochtenden en TOP-dagen en TOP-avonden. De ouders zijn betrokken bij de school, waarbij met name het evangelische karakter centraal staat. Hier hecht men veel waarde aan. De school op haar beurt hecht hier ook veel waarde aan en daarmee wordt wederzijds aan een belangrijke behoefte voldaan. Door het hoogopgeleide niveau hebben de ouders ook hoge verwachtingen van de school qua leeropbrengsten. Ouders krijgen gelegenheid om zich vrijwillig op te geven bij allerlei zaken op school. Ze zijn over het algemeen enthousiast voor werken in en aan de school. De school moet er alert op zijn dat de bereidwilligheid van de ouders geheel wordt ondersteund en gemanaged. De leerlingenpopulatie is grotendeels van autochtone afkomst. Het leerlingenaantal bedraagt op moment van schrijven 177 en neemt nog steeds toe. De verwachting is dat dit aantal verder door zal kunnen stijgen tot 200 leerlingen in de toekomst. De leerlingen zijn verdeeld over 7 groepen: 2x een groep 1/2, 2, 3, 4/5, 5/6 en een groep 7/8. De school is verdeeld in de onder-, midden- en bovenbouw. Binnen de bouwen werken de groepen samen. Er wordt ook bouwoverstijgend gewerkt. De leerlingenadministratie wordt bijgehouden door een administratief medewerkster. De school maakt gebruik van een digitaal communicatieplatform, waarmee gecommuniceerd wordt met ouders en waarin gegevens opgeslagen worden.

9

ebs Eden


De uitstroom van de leerlingen uit groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs waren de laatste jaren als volgt:

2012 2013 2014

Aantal 3 10 14

VMBO-basis +kader 1

VMBO - TL 1 1 5

2 (1 BK/ 1 PRO)

HAVO 7 2

VWO 1 2 5

Elk jaar doet de school met groep 8 de Cito Eindtoets. De school heeft de laatste jaren de volgende scores behaald rekening houdend met de schoolpopulatie: Schooljaar 2012 2013 2014

Schoolgemiddelde 533 542 534

Landelijk gemiddelde met correctie 534 534 535

De school voldoet daarmee aan de inspectienormen. De school is zelf over de afgelopen jaren tevreden met de behaalde resultaten. Wel constateert de school dat dit jaar lager is gescoord dan voorgaand jaar. Dat betekent dat de school dit jaar haar onderwijs verder gaat aanscherpen, opdat volgend jaar een hogere opbrengst gegenereerd kan worden. Daartoe zal zij de resultaten uit met name de middenbouw nader analyseren en haar beleid aanpassen. De school zal haar meerjarenbeleidsplanning aanpassen, nadat duidelijk is geworden waarop de school zich verder kan verbeteren.

Beleidsvoornemens:  onderwijskwaliteit aanscherpen;  nader analyseren opbrengsten uit met name de middenbouw.

3.3 Personeelsgegevens Het team van ebs Eden wordt gevormd door 1 directeur a.i., 1 administratief medewerkers, 1 gastvrouw, 1 intern begeleider, 1 kinderpastor/pastoraal medewerker, 10 leerkrachten en 2 onderwijsassistenten. Er is een grote verscheidenheid in competenties en ontwikkelcapaciteit. Ten aanzien van de competenties, zoals die door de Stichting Beroeps-kwaliteit Leraren zijn vastgesteld, geldt dat de meeste leraren bekwaam zijn in het scheppen van een taakgerichte sfeer in hun klas. Dit jaar is gestart met een managementteam bestaande uit 3 personen: de directeur en 2 leerkrachten. Zij vormen samen met de directeur het management. Komende jaren zullen zij zich verder specialiseren en bekwamen middels coaching.

Beleidsvoornemen:  verder professionaliseren van het managementteam

3.4 Toekomstige ontwikkelingen Reeds benoemd is het feit dat de school een explosieve groei doormaakt de laatste jaren. Waar het in eerste instantie stagneerde en de school genoodzaakt was zich bij de stichting H3O aan te sluiten is er thans sprake van dusdanige groei, dat de school in de zomervakantie van 2015 al verhuizen moet naar een ander gebouw. De school zal haar intrek nemen in het gebouw waar nu SBO Anne Frank in is gehuisvest samen met SBO Het Noorderlicht. Daartoe zullen enkele eenvoudige bouwkundige aanpassingen plaatsvinden, zodat het schoolgebouw geschikt is voor het onderwijs van ebs Eden. De school zal zich verder moeten professionaliseren met betrekking tot de schoolontwikkeling in overeenkomst met het strategisch beleidsplan van stichting H3O. Een eerste aanzet hiertoe is al gemaakt op ICT gebied, de invoering van engels en het professionaliseren van het thematisch onderwijs (IPC).

ebs Eden


10

Beleidsvoornemens:  inrichten nieuwe huisvesting;  Samenwerking met Bambino wordt beëindigd.  Realiseren van eigen Voor- en naschoolse opvang alsmede een eigen PSZ 3.5

Interne sterkte en zwakte analyse

De school heeft de afgelopen anderhalf jaar een onrustige tijd meegemaakt. De directeur is vervangen door een interim directeur en deze heeft de school geanalyseerd op alle aspecten. Daaruit bleek dat veel zaken niet op orde waren in de organisatie. Ontevredenheid over de schoolorganisatie heeft tevens tot onrust geleid onder het personeel. De school groeide door, maar de leider was onvoldoende in staat om de school professioneel mee te laten groeien en in te richten. Met het aantreden van de interim directeur neemt het leerlingenaantal verder toe, waardoor versneld verhuisd moet worden naar een nieuwe locatie. Naast het aanpakken van de problematieken op alle niveaus brengt een op handen zijnde verhuizing extra werkdruk en belasting mee voor medewerkers. Geconstateerde zwakke punten betroffen onder andere:  Taken en verantwoordelijkheden onduidelijk en niet vastgelegd;  Personeelsdossiers niet op orde;  Geen adequate en volledig bijgehouden schooladministratie;  Geen sturing op talenten en stimulering ontwikkeling van competenties;  Zeer rommelige school met overal spullen ( onveiligheid in de gangen);  Geen duidelijke, volledige en tijdige communicatie;  Geen eenduidige werkwijze in de groepen;  Grote verscheidenheid in competenties en ontwikkelcapaciteiten;  Grote spreiding in leeropbrengsten in elke groep;  Niet alle leerkrachten (kunnen) werken met het effectieve instructiemodel;  Klassenmanagement en didactische vaardigheden niet in alle groepen voldoende;  Er is sprake van geringe schoolontwikkeling;  Onvoldoende inrichting van rijke leeromgeving;  Lessen worden door een aantal leerkrachten onvoldoende voorbereid;  Er is geen operationeel managementteam;  Ontbreken van samenhang tussen visie, beoogde doelen, activiteiten en capaciteit in menskracht en budget;  Reflectie en ontwikkeling is niet bij elke leerkracht aanwezig;  Verschillende invulling van missie, visie, doelstellingen en concept;  Papier en praktijk verschillen te veel: thematisch werken/ontwikkelingsgericht werken/opbrengstgericht werken;  Er wordt geen gebruik gemaakt van bijvoorbeeld de cyclus Plan-Do-Act-Check  Veel gegevens worden vastgelegd, maar er worden onvoldoende resultaatafspraken gemaakt;  Professionalisering van de leerlingenzorg en kwaliteitsbeleid. Genoemde zaken betekenen dat de school de komende jaren hard aan het werk moet op de zaken op orde te brengen op alle niveaus. Onder genoemde punten bevinden zich ook zaken die naar voren zijn gekomen bij het laatste inspectiebezoek in 2012. Daarnaast komen aspecten terug uit de gehouden ouderenquête. De interim directeur heeft een start gemaakt met het op orde brengen van belangrijke zaken. Genoemde verbeterpunten worden opgenomen in de meerjarenbeleidsplanning. De onrustige periode en het onvoldoende leiderschap heeft geleid tot het niet halen van doelen die zijn opgenomen in de vorige meerjarenbeleidsplanning. Deze worden opnieuw opgenomen en geactualiseerd. De school heeft ook sterke punten. Het personeel en de ouders zijn nauw betrokken bij de school. Het evangelische karakter schept een extra band en voegt een extra dimensie toe. De ouders zijn welwillend en behulpzaam en voelen zich betrokken. Er is sprake van een grote loyaliteit naar de schoolorganisatie door werknemers. Met de komst van de interim directeur zijn veel zaken aangepakt hetgeen een positief effect heeft op personeelsleden en ouders. Het letterlijk opruimen van de locatie geeft overzicht en werkt verdere

ebs Eden


11

ontwikkelingen in de hand. De school zal stap voor stap werken aan belangrijke genoemde aspecten om zo hoogwaardig kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden. 4.0

Onderwijskundig beleid

4.1 Visie van de school De visie van de school op onderwijs en opvoeding wordt gekenmerkt door het woord ‘eenheid’. God heeft de wereld gemaakt, de wereld hoort bij Hem en is van Hem. De mens kan alleen door God tot ontplooiing komen en in zijn leven tot vervulling van zijn roeping komen door het werk van Jezus Christus. God maakt deel uit van heel ons leven. Ieder vak, elk onderwerp laat iets zien van Zijn natuur (karakter) en Goddelijke wijsheid. Hij is de bron van het leven. Hem willen we dan ook erkennen en leren kennen in elk onderdeel van het onderwijs. Deze eenheid komt ook terug in de manier waarop we naar kinderen kijken. De schoolvakken en schoolactiviteiten worden zo veel als mogelijk in verwevenheid met elkaar aangeboden. Thematisch onderwijs is een belangrijk middel om de genoemde eenheid vorm te geven in de lesorganisatie. De school wil aantonen dat het leven en leren (in school) in verbondenheid met God tot gevolg heeft, dat er een grotere persoonlijke verbondenheid met God zal ontstaan in de geloofsontwikkeling van de kinderen. Dit zal voor hen en voor hun omgeving tot zegen zijn. 4.2 Missie van de school De school heeft als missie om kinderen tijdens hun ontwikkeling te doen wortelen in het geloof in Jezus Christus. In die ontwikkeling wil de school haar specifieke plek innemen als instituut waar de kinderen leren en zich ontwikkelen, maar dan zó dat de kinderen ervaren dat de Schepper Zich altijd verbindt aan Zijn schepping. Zo zullen de kinderen staande blijven in hun verdere leven na de basisschool als mensen die wijs, verantwoordelijk, evenwichtig en moedig in het leven staan en hun vertrouwen stellen op hun God en Vader. Belangrijk is het om dan de kinderen te leren relatie te hebben met God en met elkaar zoals Hij het oorspronkelijk bedoeld heeft. De missie kunnen we dan ook samenvatten in vijf basisprincipes: 1. Liefde: Uw kind leert liefde te ontvangen en te geven – God is liefde. Hij onderhoudt een relatie met ons en wij met Hem en met elkaar op de manier waarop God het bedoelt. 2. Vertrouwen: Uw kind leert te vertrouwen op God – God is betrouwbaar. Alleen door dat vertrouwen en het persoonlijk kennen van hun opvoeders kunnen kinderen groeien en ontwikkelen. Door het kennen van hun hemelse Vader kunnen kinderen en volwassenen zich optimaal ontwikkelen. 3. Goed nieuws: Het goede nieuws leren en uitdelen – Gods Woord geeft toekomst. De kinderen leren leven vanuit het besef dat God onze Heer en onze Meester is en dat is goed nieuws, want Hij is de Bron en Bezitter van leven en liefde. Door (het werk van) Gods Zoon Jezus Christus komt het leven tot ons en onze kinderen. 4. Sterk: Uw kind mag weten wie hij is in Gods ogen – Gods kracht is in ons werkzaam. We willen de kinderen helpen te ontwikkelen tot mensen die klaar staan voor elkaar en die verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag, de samenleving en hun leefwereld. 5. Uitblinken: Uw kind heeft unieke talenten –God heeft ons bestemd om tot Zijn glorie te leven. We streven daarbij een brede ontwikkeling van de kinderen na, waarbij speciaal gelet wordt op de ontwikkeling van gaven en talenten en het ontdekken van Gods plan voor hun leven. 4.3 Identiteit en profilering Ebs Eden valt onder stichting H3O die als richtsnoer voor haar handelen de Bijbel als Gods woord heeft aanvaard, overeenkomstig het belijden binnen de Protestants Christelijke geloofsgemeenschap. Vanuit de christelijke identiteit biedt H3O een ontwikkelingsproces op maat, waarbij vanuit de christelijke kijk op mens en maatschappij, samen met het kind, getracht wordt de Bijbelse normen te verstaan en ernaar te handelen. Ebs Eden kent de Bijbel, als zijnde Gods Woord, het hoogste gezag toe en gaat bij haar werkzaamheden uit van de evangelische levensbeschouwing, waarbij de nadruk ligt op de persoonlijke relatie met God door Jezus Christus. De school wil het evangelie uitdragen gedurende de tijd dat de kinderen op school zijn. De school houdt zich aan de Bijbel en wil de leerlingen meegeven dat Jezus onze Redder en Verlosser is. Het werken vanuit deze identiteit betekent dat de school niet alleen bij Bijbelse geschiedenis aandacht besteedt aan het geloof, maar juist ook daarbuiten in andere lessen. Het geloof wordt meer geïntegreerd en benoemd dan op een meer traditioneel christelijke school. ebs Eden


12

De school profileert zich door haar thematische benadering van de schoolvakken. Dat sluit aan bij de wens van de overheid om de vakken waar mogelijk in samenhang met de leerlingen te behandelen. Deze aanpak is vooral ontstaan vanuit de opdracht om de vakken met te verweven met inbegrip van Bijbelse visie en geloofsinzichten. De thema’s betreffen de leefwereld van het kind en wordt ingevuld vanuit de inbreng van de leerkracht, de leerlingen en vanuit de onderwijsmethoden. De thema’s worden door het team van te voren doordacht en onder gezag van Gods woord gesteld. Bijbelse teksten en geloofswaarheden worden verbonden aan het thema en de teamleden maken een planning van de (leer- en ontwikkelings)activiteiten. Aan het eind van elke themaperiode presenteert de school zich. Ouders en kinderen zien, beluisteren en bespreken samen wat er is gedaan. Het schoolconcept heeft de naam ‘Leren en Leven’ gekregen. Dit schoolconcept geeft niet alleen richtlijnen voor het thematische onderwijs, maar ook voor een evangelisch-christelijke pedagogische aanpak van de kinderen. Beleidsvoornemens:  profilering verder vormgeven door te onderzoeken of invoering van het International Primary Curriculum (IPC) een optie is. 4.4 Onderwijskundige doelen en uitgangspunten Onze onderwijskundige doelen zijn in eerste plaats de doelstellingen, zoals die in artikel 8 van de Wet op het Basisonderwijs zijn omschreven: Artikel 8: Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken proces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. In beginsel moeten de leerlingen binnen een tijdvak van 8 leerjaren de school kunnen doorlopen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van de sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op:  de emotionele ontwikkeling;  de verstandelijke ontwikkeling;  het ontwikkelen van de creativiteit;  het verwerven van de noodzakelijke kennis;  het verwerven van sociale vaardigheden;  het verwerven van culturele vaardigheden;  het verwerven van lichamelijke vaardigheden. De sociaal-emotionele ontwikkeling: De emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale vaardigheden vatten wij samen in de term sociaalemotionele ontwikkeling. Aspecten van sociaal - emotionele ontwikkeling:  het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn;  respect hebben voor elkaars mening en inbreng;  elkaar de ruimte geven om zelf ontdekkend bezig te zijn;  het kunnen oplossen van conflictsituaties;  het kunnen inleven in gevoelssituaties;  anderen accepteren en respecteren in hun anders-zijn;  een gevoel van saamhorigheid. De verstandelijke ontwikkeling: De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. ebs Eden


13

De creatieve ontwikkeling: Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat in ieder geval alle vak-/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin:  zelf ontdekkend bezig zijn;  komen met eigen oplossingen;  verschillende oplossingen vinden voor één probleem;  experimenteren;  het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties;  het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. Het verwerven van de noodzakelijke kennis: In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor onze school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu en die van de toekomst. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van de toekomst. Het verwerven van de culturele vaardigheden: Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen:  zich oriënteren op de maatschappij;  leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen). Het verwerven van lichamelijke vaardigheden: Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De onderwijskundige uitgangspunten zijn mede gebaseerd op de doelstellingen. Ebs Eden hanteert de volgende onderwijskundige uitgangspunten:  Ieder kind verwerft via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces kennis en vaardigheden die voor hem of haar nodig zijn om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in de samenleving.  Ieder kind verlaat aan het eind van groep 8 de school op het voor hem of haar maximaal haalbare niveau.  Ieder kind ontvangt onderwijs op maat, daarom werken wij thematisch. Daarbij is zelfstandig werken een belangrijk principe en ieder klaslokaal is op dit principe ingericht. In de kleutergroep wordt er gewerkt met een planbord en van af groep 3 met dagen weektaken.  Ieder kind krijgt groepsdoorbrekend onderwijs. 4.5 Algemene doelstellingen In de volgende sub paragrafen worden per vak- en vormingsgebied de specifieke doelen en beleidsvoornemens aangegeven. 4.5.1 Kerndoelen De kerndoelen staan vermeld in de materialen en methoden welke gebruikt worden op school. De methoden worden gebruikt bij de thematische benadering die de school hanteert. Vanuit de handleidingen maken we tevens gebruik van de in de methode genoemde differentiatiemogelijkheden. Dit geldt ook voor de daar aangegeven leerstofordening en de voor ons van belang zijnde leerstof. Mocht bij een gebruikte methode blijken dat deze niet voldoet aan de kerndoelen dan zorgen wij voor adequate aanvulling.

ebs Eden


14

4.5.2 Schooldoelen Wij karakteriseren ons onderwijs volgens de kwaliteitscriteria die de overheid hanteert, maar ook volgens de criteria die wij zelf hanteren vanuit onze visie. Voor de komende beleidsperiode werken wij aan ondergenoemde kwaliteitscriteria. Het komt voor dat kinderen moeite hebben met het volgen van het reguliere onderwijsaanbod. Hiervoor formuleren wij specifieke minimumdoelen. We gaan hiertoe echter pas over, als we er zeker van zijn dat het kind het basisprogramma van de school niet kan volgen. Beleidsvoornemens:  verzorgen van onderwijs op maat (Passend Onderwijs);  het bevorderen van het zelfvertrouwen en sociaal gedrag;  de mening van anderen waarderen, accepteren en meenemen in onze eigen besluitvorming. 4.5.3 Ononderbroken ontwikkelingsgang Op onze school gaan we er vanuit dat we tegemoet komen aan een onderwijsleersituatie, waarbij de kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces op alle aspecten van de ontwikkeling doorlopen. Deze aspecten betreffen niet alleen de verstandelijke- en motorische ontwikkeling, maar ook de sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling. Op ebs Eden leveren we, samen met ouders/verzorgers, een bijdrage aan het kunnen functioneren van ieder kind op zijn/haar niveau. Daarbij houden we rekening met het karakter van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Onze leermiddelen zijn zo gekozen en de organisatie is zodanig opgezet, dat we deze continuïteit waarborgen. ‘Zittenblijven’ (een kind doet een jaar lang alles over) komt in principe niet voor, of er moeten duidelijk aanwijsbare redenen zijn die dit rechtvaardigen. Met het hele proces van ‘zittenblijven’ of ‘vervroegd doorstromen’ naar een hogere groep, willen we heel zorgvuldig omgaan. Dit alles gebeurt in overleg met ouders en aan de hand van het leerlingvolgsysteem, de rapporten en de afspraken die vermeld staan op het protocol zittenblijven/vervroegd doorstromen. Alhoewel alle kinderen onze zorg zijn, hebben de kinderen met een speciale onderwijsbehoefte onze speciale aandacht. Het betreft hier niet alleen kinderen bij wie het onderwijsleerproces niet vanzelfsprekend verloopt, maar ook kinderen die op het onderwijsleerproces vooruitlopen. Voor hen zijn er speciale voorzieningen getroffen. Dit wordt vastgelegd in een integraal zorgdocument waarvoor de eerste aanzetten gedaan zijn. In het kader van Passend Onderwijs doen wij er alles aan om die zorg te bieden die elk kind nodig heeft. Op deze wijze streven wij ernaar om ieder kind zo optimaal mogelijk van het onderwijs te laten profiteren. Beleidsvoornemens:  verder vormgeven van Passend Onderwijs. 4.5.4 Bestrijden onderwijsachterstanden In het kader van VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie) werkt ebs Eden samen met Bambino. Door samen te werken zorgen we voor een doorgaande lijn en willen we (eventuele) achterstanden verkleinen. Vandaar dat gestreefd wordt naar een (zover mogelijk) zelfde aanpak op pedagogisch en didactisch gebied. Daarbij gebruiken ebs Eden en Bambino dezelfde thema’s en vindt er overleg plaats tussen de school en Bambino. De samenwerking met Bambino zal echter vanaf augustus 2015 worden stopgezet. Daarnaast wil de school zich richten op een aanbod voor kinderen met een onderwijsachterstand door hun achtergrond. Een leergang van NT2-onderwijs staat op de planning om zo ook deze leerlingen een plek te kunnen bieden op de school. Beleidsvoornemens:  verbeteren van de doorgaande lijn;  leergang NT2-onderwijs.

15

ebs Eden


4.6 Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt onze leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarbij voorziet de school in een breed aanbod, gericht op verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. De school hanteert een thematische benadering, waarbij tevens ontwikkelings- en opbrengstgericht gewerkt wordt. Het ontwikkelingsgericht werken wordt ‘Leren en Leven’ genoemd. Iedere les past in een geheel van planning en uitvoering van de kerndoelen. Opbrengstgericht werken is geconcentreerd rond de hoofdvakken taal, lezen en rekenen. Thematisch onderwijs en thematiseren: Er zijn vijf thema’s per jaar (in een cyclus van drie jaren). Elk thema duurt ongeveer acht weken. Ten aanzien van de kerndoelen is er per thema een leerstofoverzicht, zodat duidelijk is wat het leerstofaanbod is. Naast het vastgestelde programma is er ruimte voor inbreng van de leerkracht en van de leerlingen. Die inbreng kan geheel of gedeeltelijk passen binnen het vastgestelde programma of er bijgevoegd worden, als het maar past binnen het thema of als het een urgente actualiteit betreft. De functie van de leerkracht in ontwikkelingsgericht onderwijs is divers: de leerkracht als bemiddelaar (tussen de kernactiviteit en het leer/ ontwikkelingsdoel van het kind), de leerkracht als ‘de meer-wetende’ en de leerkracht als ‘uitdager’. De leerkracht brengt samenhang en structuur. Thematiseren is een proces waarbij de leerkracht diverse leerdoelen samenbrengt onder één thema. In dat proces zit niet alleen studie en creativiteit van de leerkracht, maar ook de inbreng van de kinderen. De school geeft veel aandacht aan de essentie dat de leerkracht goed voorbereid aan het werk kan gaan en de doelen goed voor ogen heeft voor zowel de groep als voor het individu. Het team gebruikt een handleiding bij thematiseren. Al de leerstof die aan de orde moet komen op een basisschool is verdeeld over de volgende thema’s: Eerste cyclusjaar 1. Allemaal heel speciaal 2. Doen in ieder seizoen 3. Wonen en bouwen 4. Boeken 5. Sport en spel

Tweede cyclusjaar 1. Land, water en lucht 2. Feesten 3. Hobby’s 4. Dieren 5. Familie

Derde cyclusjaar 1 Liefde en vriendschap 2 Vroeger en nu 3 Beroepen 4 Tuinieren 5 Reizen

De school hanteert per leerjaar lesmethoden om de thema’s vorm te geven, waarbij tevens aanvullend materiaal wordt gebruikt. Daarnaast worden de hoofdvakken hoofdzakelijk apart aangeboden. Er wordt gewerkt aan het meer integreren van de hoofdvakken binnen de thema’s. Tijdens studiedagen (steeds voor de start van een thema) worden de kerndoelen, de kernactiviteiten en de evaluaties van de leerstof op een rijtje gezet en ingevuld op het rooster voor de weken die komen. Hierbij wordt altijd uitgegaan van de gestelde kerndoelen van de inspectie. De hoofdvakken taal/lezen/schrijven en rekenen: Vanaf de kleutergroep tot en met groep 8 zijn er activiteiten gericht op het leren. Die activiteiten nemen door de jaren heen toe ten opzichte van activiteiten met een ontwikkelingsgerichte aanpak. We onderscheiden de volgende leergebieden:

Voorbereidend Lezen Aanvankelijk Lezen Technisch Lezen Begrijpend Lezen

Leergebieden Schrijven Spelling Schrijven aan teksten Grammatica Woordenschat Rekenen Taalbeschouwing en stijl Studievaardigheden

Engelse Taal

Voor het aanbieden van deze kennis en vaardigheden volgt Eden gerenommeerde methoden, waardoor het aanbod gewaarborgd is. De vorderingen van de leerstof worden getoetst middels methodegebonden toetsen en via niet-methodegebonden toetsen. De methodegebonden toetsing wordt uitgevoerd naar aanwijzing van de betreffende methode en de niet-methodegebonden toetsing wordt geregeld vanuit de IB-toetskalender. De IB-er instigeert en controleert de toetsing.

ebs Eden


16

4.6.1 a)

De vak- en vormingsgebieden Werken met ontwikkelingsmateriaal

Doelen van de school  Over een grote mate van begripsvorming en ruimtelijk inzicht beschikken en dit laatste ook in het platte vak kunnen gebruiken. Inzicht hebben in de verhouding in het platte vak  Visueel en auditief kunne discrimineren.  Zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren  Geconcentreerd kunnen luisteren  Een goede motorische vaardigheid hebben.  Kunnen ordenen, sorteren, combineren en classificeren  Inzicht hebben in hoeveelheid en rangorde  Abstract kunnen denken  Belangstelling hebben voor boekjes, letters en cijfers. Letters en cijfers aanbieden  Kleuren en vormen kunnen benoemen

b)

Methoden/materialen  Constructiemateriaal  Bouwmateriaal  Spelhoek  Boekenhoek  Zand/watertafel  Ontwikkelingsmateriaal  Materiaal voor de verstandelijke ontwikkeling  Specifiek materiaal met betrekking tot voorbereidend schrijven, lezen en rekenen

Relatie met de kerndoelen De doelen worden aangegeven in de leerlijnen groep 1 en 2 en voldoen aan de kerndoelen. De doelen worden gesteld m.b.v. de leerlingregistratie KIJK

Beleidsvoornemens  Coöperatief leren  Omgaan met verschillen  Zelfstandig werken  Taalontwikkeling/lezen  Leerlijnen ½ en registratiesysteem

Nederlandse Taal: spreken en luisteren

Doelen van de school  Spreken: Het onderwijs is erop gericht de spreekvaardigheid van de leerlingen te vergroten. De spreekvaardigheid moet kunnen worden toegepast in diverse gespreksvormen.

Methoden/materialen  Taal in Beeld  Leeslijn  Groepen ½ aanvullend: prentenboeken kringactiviteiten toneelspel ontwikkelingsmaterialen

Relatie met de kerndoelen De domeinen spreken en luisteren voldoen deels aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Taalontwikkeling verder vormgeven en borgen

 Luisteren: Het onderwijs is erop gericht de luistervaardigheid van de leerlingen in verschillende en gevarieerde situaties te vergroten.

17

ebs Eden


c)

Nederlandse Taal: schrijven en stellen

Doelen van de school  De leerlingen moeten stelopdrachten met gevarieerde doelstellingen kunnen maken  De leerlingen moeten oog hebben voor de diverse waarden van al of niet door henzelf geschreven teksten

Methoden/materialen  Taal in Beeld voor de groepen 4 t/m 8  Eigen materiaal naar aanleiding van thema of gebeurtenis  ABCDE-CITO-trainer  CITO-oefenboekjes

Relatie met de kerndoelen Het domein stellen deels aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Verder integreren in thematisch onderwijs

Methoden/materialen  Taal in Beeld  Spelling in Beeld  Taalzee  Muiswerk

Relatie met de kerndoelen De methode voldoet deels aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Verder integreren in de thema’s  Coöperatief leren  Zelfstandig leren

Methoden/materialen  Leeslijn  Stilleesboekjes  AVI-lezen  Boeken op niveau in de groepen  Taalzee  Muiswerk


Beleidsvoornemens  Oriënteren en implementeren van andere vormen van technisch lezen  Verder integreren in thematisch onderwijs

d) Nederlandse Taal: spelling Doelen van de school  De leerlingen moeten de spelling van de Nederlandse taal min of meer foutloos kunnen schrijven

e) Nederlandse taal: lezen Doelen van de school  Aanvankelijk lezen: de leerlingen maken zich de stof eigen zoals aangeboden in de methode Leeslijn  Technisch lezen: de leerlingen maken zich een goede leesvaardigheid eigen. Accenten liggen op tempo, articulatie en leestekens  Begrijpend en studerend lezen: de leerlingen moeten worden toegerust met inzichten en vaardigheden op het gebied van communicatie en denken, die noodzakelijk zijn om informatie uit teksten effectief te kunnen opzoeken, verwerken en toepassen

18

ebs Eden


f) Taalbeschouwing Doelen van de school Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen:  inzicht krijgen in de structuur van de taal;  hun woordenschat vergroten;  nieuwe begrippen leren;  de onderlinge relaties leren kennen;  invloeden en kenmerken kunnen herkennen die in een communicatieve situatie een rol spelen.

g)

Methoden/materialen  Taal in Beeld  Vergroten woordenschat met werkbladen en kringactiviteiten


Beleidsvoornemens  Verder integreren in thematisch onderwijs  Aanschaf nieuwe taalmethode

Methoden/materialen  Discovery Island  Alles-in-1

Relatie met de kerndoelen De methode voldoet aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Implementatie van Engels in alle groepen

Methoden/materialen  Groepen ½: veel aandacht voor de fijne motoriek d.m.v. activiteiten en materialen en voorbereidende schrijfoefeningen  Methode Schrijven in de basisschool


Beleidsvoornemens Geen

Engels

Doelen van de school  Een positieve houding voor het leren van de taal  De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten  De leerlingen leren attitude te ontwikkelen dat ze zich durven uit te drukken in de Engelse taal  De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen  De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van een woordenboek

h) Schrijven Doelen van de school  We streven er naar dat de leerlingen zich een handschrift eigen maken dat voldoende leesbaar en duidelijk is

19

ebs Eden


i)

Rekenen en Wiskunde

Doelen van de school  De leerlingen moeten kennis en vaardigheden verwerven en is staat zijn deze zinvol toe te passen in gevarieerde contexten  De leerlingen moeten problemen zelfstandig of in groepsverband zelfstandig kunnen oplossen  De leerlingen moeten vlot en flexibel kunnen omgaan met geleerde procedures  Er wordt naar gestreefd de leerlingen in ieder geval in de methode gestelde minimumdoelen te laten behalen

j)

Methoden/materialen  Groepen ½ werken met ontwikkelingsmaterialen, werkbladen en startblokken  Wizwijs groepen 1 t/m 8  Additief materiaal  Maatwerk  Remelka  Rekentuin  Muiswerk  Rekentijger  Bas gaat digitaal  Bas telt mee  Stenvertblokken  Eenmaal andermaal


Beleidsvoornemens  Verder integreren in thematisch onderwijs



Oriëntatie op mens en wereld: Geschiedenis

Doelen van de school Leerlingen dienen:  verschijnselen van nu te leren, te begrijpen, te verklaren vanuit het verleden;  te beseffen dat de samenleving voortdurend verandert en dat iedere verandering betrekkelijk is;  ervaringen op te doen en kennis te nemen van het tijdsverloop van iedere periode;  maatschappijvormen te leren uit het heden en het verleden;  kennis te nemen van het ontstaan van onze democratie;  te leren bewust en kritisch om te gaan met onze democratie;  leren na te denken over en vragen te stellen over historische gebeurtenissen.

Methoden/materialen  Onderbouw: middels de thematische benadering en bij actualiteiten uit het nieuws  Brandaan  Actuele gebeurtenissen in de wereld worden besproken

20

ebs Eden


k) Oriëntatie op mens en wereld: Natuuronderwijs Doelen van de school Van belang is dat de leerlingen:  respect, waardering, belangstelling hebben voor plant, mens en dier  zeer kritisch zich bezig houden met milieuzaken  de natuur zien als wezenlijk onmisbaar onderdeel van het leven

l)

Methoden/materialen  Onderbouw: middels thematische benadering en actuele gebeurtenissen uit het nieuws  Naut  Eigen schooltuin met dieren  Additionele materialen




Beleidsvoornemens Aanschaffen nieuwe methode

Oriëntatie op mens en wereld: Aardrijkskunde

Doelen van de school De leerlingen dienen:  noodzakelijke kennis en vaardigheden te verwerven  zich af te vragen: wat is hier en wat is daar en waarom dan?  te leren nadenken over geografische verschijnselen  vertrouwd te raken met verschijnselen die betrekking hebben op de indeling en inrichting van de ruimte  te leren inzien dat het gebruik van de ruimte wordt bepaald door factoren als klimaat, cultuur en ideële motieven

Methoden/materialen  Onderbouw: middels thematische benadering en actuele gebeurtenissen uit het nieuws  Meander  Geobas Topo

Blijvende actualisering en aanvulling van onderwerpen

Topografie:  de leerlingen moeten een atlas/topografische kaart kunnen hanteren  de topografische kennis van de leerlingen moet zover reiken, dat zij bij andere situaties die betrekking hebben op topografie geen problemen ondervinden  de leerlingen moeten kennis hebben van de topografie van de eigen regio, Nederland, Europa en de wereld

21

ebs Eden


m) Oriëntatie op mens en wereld: Burgerschap Doelen van de school  De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger  De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen  De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen  De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer en als consument

Methoden/materialen  Geen echte methode. Het wordt geïntegreerd in de andere methoden en de thema’s die de school elk jaar behandelt



n) Oriëntatie op mens en wereld: Geestelijke Stromingen Doelen van de school  Kennismaken met en begrip hebben voor geestelijke en maatschappelijke stromingen  De leerlingen kennis en inzicht laten verwerven omtrent verschillen en overeenkomsten tussen diverse stromingen in de samenleving

Methoden/materialen  Geïntegreerd in de thema’s en de methoden voor Aardrijkskunde en Geschiedenis  School tv weekjournaal  Naar aanleiding van actuele gebeurtenissen  ‘Voetstappen in geloof’


Beleidsvoornemens  Blijvende actualisering en aanvulling van de onderwerpen

o) Oriëntatie op mens en wereld: Godsdienstige vorming Doelen van de school  Het godsdienstonderwijs heeft tot doel om op grond van Gods Woord de kinderen te onderwijzen in de Bijbel en deze toe te passen in hun dagelijks leven nu en later  De leerlingen leren Gods leiding in de wereld te zien, door de Bijbel heen en in de komst van Zijn Zoon Jezus Christus.  De leerlingen leren hoe zij zich als christen leren te gedragen ten opzichte van hun naaste  De leerlingen leren over de geschiedenis van de kerk en de zending

Methoden/materialen  De Bijbel  Lijst: Waarheden uit De Bijbel  ‘Voetstappen in geloof’

Relatie met de kerndoelen De gebruikte materialen/ methoden voldoet aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Verdere uitwerking van Bijbelse thema’s binnen de thema’s die behandeld worden

22

ebs Eden


p) Oriëntatie op mens en wereld: gezond en redzaam gedrag Doelen van de school  De leerlingen leren zich in het verkeer op de juiste wijze als verkeersdeelnemer te gedragen  De leerlingen moeten op de hoogte zijn en weet hebben van de diverse regels en borden  De leerlingen moeten zich bewust zijn en worden van het belang van een goede gezondheid in de meest ruime zin.  Uitgangspunten zijn hierbij de lichamelijke en sociale gezondheidsaspecten, alsmede van de woon- en leefomgeving  De leerlingen leren weerbaar, zelfstandig en verantwoordelijk te zijn

Methoden/materialen  Voor verkeer gebruikt de school Blokboek Verkeer (met uitzondering van groep 7/8)  Projecten over bijvoorbeeld tandverzorging  School tv programma’s  BB gebruikt de examentrainer  Verder geïntegreerd in de overige lessen



Relatie met de kerndoelen De gehanteerde materialen voldoen aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Verdere uitwerking en integratie van Techniek in de thema’s

q) Oriëntatie op mens en wereld: techniek Doelen van de school  De leerlingen leren onderzoek te doen bij materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur  De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen en uit te voeren en evalueren

r)

Methoden/materialen  Geen methode  School tv programma’s over techniek

Kunstzinnige oriëntatie: tekenen en handvaardigheid

Doelen van de school  De leerlingen leren hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlike wijze vorm te geven in beeldende werkstukken  De leerlingen leren te reflecteren op beeldende producten en inzicht te verwerven in de wereld om hen heen (gebouwen, mode, beeldende kunst, etc.)

Methoden/materialen  Er wordt geen gebruik gemaakt van een vaste methodiek  Passend bij de thema’s worden lessen geïntegreerd m.b.t. tekenen en handvaardigheid

Relatie met de kerndoelen De gehanteerde methodiek voldoet aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Verdere implementatie van onderwerpen binnen de thema’s

23

ebs Eden


s)

Kunstzinnige oriëntatie: muzikale vorming

Doelen van de school  De leerlingen leren kennis, inzicht en vaardigheden, opdat zij muziek kunnen beluisteren, beoefenen en er met elkaar over kunnen spreken.

t)

Methoden/materialen  In de onderbouw wordt gebruik gemaakt van liedjes behorend bij de methode en aanvullende liedjes  Tv-programma’s  Musicals

Relatie met de kerndoelen De gehanteerde methodieken voldoen net aan de kerndoelen

Beleidsvoornemens  Onderzoeken naar meer mogelijkheden om muziek beter aan bod te laten komen

Relatie met de kerndoelen De gehanteerde methodieken voldoen aan de kerndoelen


Kunstzinnige oriëntatie: Lichamelijke opvoeding

Doelen van de school  De leerlingen leren op verantwoorde wijze deel te nemen aan de bewegingscultuur  De leerlingen leren zich positief op te stellen en ontwikkelen met betrekking tot de bewegingscultuur  De leerlingen leren te genieten van beweging en leren dat het gezond is voor geest en lichaam  De leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten

Methoden/materialen  Groepen 1/2: bewegen in het speellokaal  Overige groepen gymlessen in gymlokaal  Werkboek ‘Bewegingsonderwijs voor de basisschool’  Lessen worden gegeven door Move Academy

u) Kunstzinnige oriëntatie: Spel, bevordering taalgebruik en dramatische expressie Doelen van de school  De leerlingen hebben kennis, inzicht en vaardigheden om de mogelijkheden als speler van een rol te vergroten  De leerlingen kunnen enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen gebruiken

Methoden/materialen  Geen specifieke methode  Tijdens presentaties, toneelstukjes, spreekbeurten, etc. wordt hier vorm aan gegeven.

Relatie met de kerndoelen De gehanteerde methodiek voldoet aan de kerndoelen


Beleidsvoornemens:  uitbouw muziekonderwijs;  verder vormgeven seksuele opvoeding;  taalontwikkeling verder vormgeven;  verder integreren binnen de thema’s van taal, bijbelse teksten/thema’s, techniek, rekenen en wiskunde;  aanschaffen nieuwe methoden voor Taal;  Vervangen van de methode Leeslijn;  Engels invoeren in alle groepen;  blijvende actualisering van onderwerpen binnen de thema’s.

ebs Eden


24

4.7 Leertijd De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de stof eigen te maken. Onderstaand schema bevat de urenverantwoording. Opgemerkt dient te worden dat de school thematisch werkt, waardoor vakken in de thema’s geïntegreerd worden. Derhalve kan het zo zijn dat de uren soms anders verdeeld zijn. Echter, als school streven we naar onderstaande uren. Jaargroep Zintuiglijke oefening Lichamelijke oefening Speelwerkuur Taalontwikkeling Taal Taal/lezen Lezen Schrijven Rekenen/Wiskunde Engelse taal Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur/Biologie Wereldoriëntatie Verkeer/sociale redzaamheid Tekenen Muziek Handvaardigheid Expressie naar keuze Pauze Godsdienstonderwijs Totaal

1/2 9.00 5.00

3

4

5

6

8

8

1.30 3.00

1.30

1.30

1.30

1.30

1.30

4.00

5.00

5.30

5.15

5.15

3.00 2.00 5.00

2.30 1.30 5.00

0.30 0.30 1.00 0.45 1.00

1.00 0.30 1.00 0.45 1.30

1.00 1.00 1.00 1.00 0.45 0.45 0.45 1.00

2.30 0.30 5.00 0.30 1.00 1.00 1.00 1.00 0.45 0.45 0.45 1.00

2.30 0.30 5.00 0.45 1.00 1.00 1.00 1.00 0.45 0.45 0.45 1.00

2.30 0.30 5.00 0.45 1.00 1.00 1.00 1.00 0.45 0.45 0.45 1.00

1.15 2.00 23.30

1.15 2.00 23.30

1.15 2.30 26.30

1.15 2.30 26.30

1.15 2.30 26.30

1.15 2.30 26.30

2.30 6.00 2.00 4.00

2.30 1.15 1.15 2.00 23.30

4.8 Pedagogisch klimaat en schoolklimaat De school hecht veel belang aan het creëren van een veilig schoolklimaat waar iedereen zich veilig en geborgen voelt. Het pedagogisch handelen neemt dan ook een belangrijke plaats in, waarbij het geloof een belangrijke rol speelt. Hierbij wordt gestreefd om het kindgedrag in mindere mate te regelen via regels en in meerdere mate via inslijpen, intrinsieke motivatie en verwachten van respectvol gedrag van onze leerlingen. Een ‘handigheid’ hierbij is de ‘handvol Respect’. Hierbij staat voorop dat schreeuwen en lawaai maken sterk risico vergrotend gedrag is. We wijzen ten overstaan van de kinderen bij voortduring op onze vingers en herhalen daarbij hun betekenis: 1. De duim staat voor degene onder wiens gezag we staan, die moet gerespecteerd worden (gehoorzaamd, netjes aangesproken en normaal bejegend). 2. De wijsvinger is het kind zelf en de groep of het groepje waar hij mee optrekt op dat moment (kom op voor jezelf of voor je groep zonder grote mond). 3. De middelvinger staat voor de mensen die ouder, groter en wijzer zijn. Respect betekent hier: netjes bejegenen, niet lastig vallen, et cetera. 4. De ringvinger bedoelt de dingen aan te duiden. Waar je ook bent, je doet voorzichtig met het gebouw en de spullen die er in staan. 5. De pink staat voor de kleintjes. Daarmee ben je voorzichtig en je toont je verantwoordelijkheid als ‘oudere’. 4.9 Didactisch handelen Op ebs Eden heeft het team een paar belangrijke didactische principes onderstreept, te weten: 1. Het belang van spelen en onderzoeken. De onderliggende gedachte is dat God de mens liet spelen in zijn hof, de dingen benoemen, experimenteren, handelen, oefenen. Dit alles is ten dienste van het leren en ontwikkelen en het is nog leuk ook. 2. Belangrijk vinden we het werken in de werkelijkheid. God heeft de wereld zo kunstig gemaakt. We willen onze tijd besteden aan het ontdekken van Gods wereld. Dat is de wereld om ons ebs Eden


25

3.

4.

6. 7.

heen, die is te grijpen en te begrijpen als je je hand er op kunt leggen, als je het kunt tasten, als de dingen bijvoorbeeld bewegen onder je aanraking. De zintuigen moeten geheel worden ingeschakeld. Voorgaan in het goede: hoe moet je iets doen, hoe gedraag je je in bepaalde omstandigheden, welke woorden gebruik je? Dit soort zaken pikt het kind direct op door te zien hoe de opvoeder het doet. Belangrijk daarbij is, dat de opvoeder niet alleen dingen voordoet die te hoog zijn gegrepen, maar het kind steeds een stap vooruit blijft (‘Basisontwikkeling’). Kinderen leren gemakkelijk van elkaar. Daarom zoeken wij mogelijkheden om kinderen van verschillende leeftijden samen te laten werken. In de onderbouw hebben we daarom de groepen 1 en 2 bij elkaar geplaatst. Maar ook andere groepen trachten we te combineren, liefst dusdanig dat we kunnen spreken van een onderbouw (gr. 1-3, middenbouw (gr. 4-5) of bovenbouw (gr.6-7-8). Samenwerking is essentieel in de educatie van de kinderen. Het klassenmanagement van de leerkracht zal daarvoor tijd en ruimte inrichten. Zelfstandig werken is belangrijk, zowel voor werken in samenwerking als ook individueel. Iedere leerkracht draagt zorg voor een goede structuur van zelfstandig werken.

4.10 Zorg en begeleiding Ten aanzien van de leerlingenzorg op ebs Eden vinden wij als team, dat onze leerlingen recht hebben op een zo breed mogelijke zorg. Wij streven dan ook naar een continue begeleiding van alle leerlingen. Binnen de school is een aantal maatregelen genomen in verband met kinderen die belemmeringen ondervinden op leer-, gedragen ontwikkelingsgebied. De leerlingbespreking, intervisiebijeenkomsten (in- en extern) en het Multi Disciplinair Overleg vormen hierbij het uitgangspunt. De school werkt met een opgesteld zorgdocument, dat de integrale zorg op schoolniveau beschrijft. Deze is altijd in ontwikkeling afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij. Vanaf augustus 2014 is het Passend Onderwijs ingevoerd, waardoor de school samen met het bestuur en de andere scholen bezig is en blijft om dit goed te realiseren. De school heeft protocollen opgesteld voor het werken met handelingsplannen en welke stappen hiervoor ondernomen worden. Ouders weten precies wat verwacht wordt en wanneer evaluaties/gesprekken plaatsvinden. Daarnaast werkt elke leerkracht met ParnasSys waar alle belangrijke informatie digitaal wordt bijgehouden. Het bijhouden van leerlingen groepsdossiers, toetsprocedures en groepsbesprekingen zijn vastgelegde afspraken met het team en de intern begeleider en directeur. Al deze zaken worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld indien nodig. 4.10.1 Zorgverbreding Het doel van zorgverbreding is kinderen, die een speciale onderwijsbehoefte hebben, onze bijzondere aandacht te geven. Het betreft naast kinderen met bovengenoemde ‘belemmeringen’, ook kinderen voor wie het reguliere onderwijsaanbod te weinig uitdaging biedt. Dit alles is verplicht in het kader van Passend Onderwijs. Samen met het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt met de scholen en het bestuur hoe Passend Onderwijs in de scholen vorm dient te krijgen. Het werk van het samenwerkingsverband betreft:  realisatie PCL, toelating van kinderen tot de speciale basisscholen (Noorderlicht en Anne Frank);  de verwijzing van leerlingen;  organiseren van Ondersteuningsteams (multidisciplinair);  normeren van de basiszorg op de basisscholen;  ondersteunen van de scholen in het behalen van de normen in de basiszorg en in het goed uitvoeren van de Interne Begeleiding;  afstemming van de scholen in het samenwerkingsverband. De genomen maatregelen zoals die beschreven staan in het zorgdocument en de speciale voorzieningen die op school zijn, beogen dat deze kinderen zo optimaal mogelijk van het onderwijs kunnen profiteren. We noemen ons zorgplan ons Zorgprofiel en het is een verlengstuk van het Zorgplan van FBSD 40.07. Dat zorgplan is geschreven op de systematiek van ‘Frame-work’. Frame-work gaat uit van de indeling van de zorg in basiszorg, breedtezorg en dieptezorg. De dieptezorg is de zorg die buiten de basisschool wordt gerealiseerd. Een PCL regelt de toelating tot de juiste schoolsoort voor een betreffend kind. De basiszorg en breedtezorg van de school worden beschreven in het schoolprofiel.

ebs Eden


26

Realiseren van Basiszorg Als school volgen we hiervoor een aantal belangrijke zaken. In de eerste plaats zorgen we voor een effectieve leeromgeving. Het lokaal is zodanig ingericht dat zowel frontaal onderwijs als ook individueel onderwijs gegeven kan worden. De inrichting wordt in bepaalde delen zo prikkel-arm mogelijk gehouden om de kinderen die sterk op prikkels reageren behulpzaam te zijn in concentratie. De inrichting heeft te maken met leerondersteuning en met het thema. Na iedere thema-periode wordt het lokaal geheel opnieuw ingericht. Daarnaast zorgen we voor een effectieve instructietijd. We werken met het ‘Model directe instructie’. We werken met groepsplannen om leerlingen met eenzelfde onderwijsbehoefte samen te nemen in één instructie of in één verlengde instructie. We creëren momenten van pre-teaching en momenten van persoonlijk spreken of evalueren met de leerling. Sommige leerlingen hebben extra behoeften, zij krijgen bijvoorbeeld meer beurten, een aparte stille werkplek, time-outplek, beloning, directe werkcontrole, et cetera. Begeleiding kan door de leerkracht, maar ook door een onderwijsassistent, vrijwilliger of medeleerling. Door handelingsgericht te werken stemt de leerkracht uit de verzamelde gegevens over de leerling de onderwijsactiviteiten af op het niveau van de leerling. De leerkracht kan hierbij gebruik maken van handelingsplannen. Er wordt uitgegaan van de stimulerende en belemmerende onderwijsbehoeften van het kind. Het klassenmanagement neemt een belangrijke plaats in binnen ons dagelijkse basiszorg voor de leerling. We letten met name op:  indeling van ruimte en tijd (autisme-vriendelijk);  zelfstandig werken;  materialenkast/kieskast;  toepassing ICT in de les;  werkafronding, reflecteren en opruimen;  nakijken of evalueren door de leerling. Indien nodig kunnen kinderen bij problemen een gesprek voeren met de schoolmaatschappelijk werkster of de pastoraal medewerkster van school. Dit maakt onderdeel uit van onze basiszorg voor de leerlingen. Realiseren van Breedtezorg Breedtezorg heet de zorg als die wordt onderbouwd door onderzoek en diagnose. Dit betreft ook het gerichte onderzoek zelf. Naar aanleiding daarvan worden handelingsplannen gemaakt of arrangementen. Er vindt geregeld evaluatie plaats en alles wordt bijgehouden in ParnasSys, het leerling/onderwijs-volgsysteem. Een kind komt in het systeem van de breedtezorg, als de leerkracht en IB-er dat bepalen op grond van de gegevens of als een onderzoeker dat aangeeft. Een handelingsplan wordt gemaakt om een gedraging of een vaardigheid of bepaalde kunde in een bepaalde tijd om te buigen. De evaluatietijd van een handelingsplan is zes weken. Het handelingsplan wordt gemaakt in ParnasSys en heeft een vastgesteld stramien. Alles wordt vastgelegd in ParnasSys: het leerlingvolgsysteem dat de school hanteert. Een arrangement wordt gemaakt als een leerling in zijn gedraging, vaardigheid of kunde op een specifieke manier moet worden benaderd (bijv. een kind met ADHD zou op een prikkelarme plek geplaatst kunnen worden.). Ook als de leerling een eigen leerweg heeft moet dat in de groepsorganisatie gearrangeerd worden. Eden heeft alles vastgelegd in het zorgprofiel. Extra hulp kan door de IB-er of een ouder gegeven worden. Indien er specifieke hulp nodig is dan richten wij ons tot de instantie die wij nodig hebben. Dan kan indien akkoord hulp ingezet worden door BPO-ers, preambulante begeleiders, schoolmaatschappelijk werkster, logopedist, orthopedagoog of andere deskundigen. Op onze school wordt bij een aanmelding van kinderen die extra zorg nodig hebben na zorgvuldige overwegingen een besluit tot toelating of afwijzing genomen. Dat geldt voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen en in ieder geval voor kinderen die: een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling hebben (ook wel een leerling met een Rugzak genoemd ) of een TLV vanuit het Loket.

ebs Eden


27

een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband hebben; worden teruggeplaatst van een speciale school. Aan de hand van de verschillende onderwerpen worden de (onderwijskundige) vragen van het kind doorgenomen. Dit betreft de specifieke vragen van (on)mogelijkheden op het gebied van: pedagogisch klimaat, didactisch klimaat, de leerlingenzorg, de professionaliteit van leerkrachten, de benodigde (extra) ondersteuning, de contacten met ouders, de eisen aan het gebouw en benodigde (extra) materialen. Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen bezien of de school in staat is de passende antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen, het belang van de andere kinderen en uiteindelijk of de leerkracht de verantwoordelijkheid voor deze zorg aan kan. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van externen. Het MT, in samenspraak met de intern begeleider en de leerkrachten, besluit uiteindelijk of een kind wel of niet wordt toegelaten. Aan de toelating kunnen eisen gesteld worden, bijvoorbeeld een voorlopige toelating. Deze afspraken worden door beide partijen ondertekend. Het ontwikkelingsproces van het kind wordt in overleg met de ouders tussentijds geëvalueerd. Uiteraard is de school zich terdege bewust van de nieuwe wetgeving Passend Onderwijs. Het streven is dan ook om leerlingen te plaatsen, maar dit moet wel haalbaar zijn binnen de mogelijkheden van de school. De school wil zich richten op de plaatsing van kinderen met het syndroom van Down in de toekomst. Ook biedt de school ruimte voor kinderen met een diagnose in het autistisch spectrum. Daartoe wil zij beleid opzetten om dit te faciliteren. 4.10.2 Meer- en minderbegaafden Kinderen met ontwikkelings-, gedrags- of leerproblemen worden via onze zorgstructuur voorzien van passende maatregelen in de vorm van handelingsplannen of een aangepast lesaanbod. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Levelwerk. Voor leerlingen die meer werk aankunnen (al dan niet meerbegaafd) wordt extra werk aangeboden. Beleidsvoornemens:  beleid aanscherpen met betrekking tot meer- en hoogbegaafde leerlingen;  beleid opzetten met het aannemen van kinderen met het syndroom van Down. 4.10.3 Sociale- en emotionele ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is een belangrijk facet in ons onderwijs. We benaderen kinderen positief en spreken ze aan op de wijze van omgaan met elkaar, omdat dit bepalend is voor hun ontwikkeling. Op vaste momenten wordt een observatielijst ingevuld waarin aspecten van de sociaalemotionele ontwikkeling centraal staan. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling wordt Zien en de methode ‘Goed gedaan’ gebruikt. 4.10.4 Het jonge kind In ons onderwijs aan het jonge kind, richten wij ons op ruimte geven en uitdaging bieden en het geven van een veilig gevoel voor de optimale ontplooiing van leerlingen. Zelfstandigheid, spelend leren en aansluiten bij de beleving van de kinderen zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. In de groepen 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Het thema sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen en vormt een doorgaande lijn met de andere groepen. De hele school werkt immers met een thematische benadering. Wij hanteren de volgende werkvormen:  Er wordt gewerkt in een grote kring. Hierin zitten alle leerlingen. In de grote kring wordt o.a. het volgende aangeboden: godsdienst, zingen, luisteren naar elkaar, praten over wat je hebt beleefd, taalactiviteiten (voorlezen, versjes aanleren, woordenschat), introductie van het thema en uitleg van de werklessen.  Er wordt gewerkt in een kleine kring. Hierin zitten de leerlingen op niveau, bijvoorbeeld de oudste, middelste en jongste kleuters of een apart groepje. Hierin wordt o.a. het volgende op niveau aangeboden: uitbreiding woordenschat d.m.v. praatplaten en prentenboeken, aanbieden van ontwikkelingsmateriaal.

ebs Eden


28



Er wordt individueel en op eigen niveau gewerkt tijdens de werklessen.

Als de leerling klaar is met zijn/haar werkles kan hij/zij via het arbeid-naar-keuze-bord zelfstandig een vervolgactiviteit kiezen. Door middel van een naamkaartje, hangt de leerling het kaartje op het keuzebord. De keuzes kunnen worden gemaakt uit: de poppenhoek, bouwhoek, computerwerk, leeshoek, kleien, tekenen, et cetera. De doelstellingen bij deze werkvormen zijn:  ieder kind werkt op eigen niveau;  ieder kind bepaalt zelf in welke volgorde het werkt (dit bevordert het tonen van eigen initiatief);  omgaan met teleurstellingen( niet alles wat je wilt doen is ook direct mogelijk);  elkaar helpen bij diverse activiteiten;  inspelen op de persoonlijke behoeftes van een kind;  uitdagen en aansluiten bij de belevingswereld van een kind (op deze manier stimuleren we de ontwikkeling van het kind);  werken met verschillende technieken en moeilijkheidsgraad;  na de instructie kunnen de kinderen zelfstandig aan het werk. Het zelfstandig werken is een belangrijk onderdeel in ons onderwijs. Onder zelfstandig werken verstaan wij, dat het kind zonder voortdurende begeleiding van de leerkracht zelfgekozen of opgedragen taken uitvoert. De leerlingen halen zelf materiaal, maken hun opdracht, lossen problemen zelf of met andere kinderen op en ruimen de materialen weer op. Binnen het zelfstandig werken besteden we aandacht aan de ontwikkeling van het probleemoplossend vermogen en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Naast deze werkvormen worden er ook activiteiten gezamenlijk gedaan, zoals beweging binnen en buiten, eten en drinken, weeksluitingen en verschillende vieringen.

4.10.5 Leerstof-overstijgende activiteiten De doelen die wij ons als school gesteld hebben zijn:            

goede werkhouding; gebruik maken van leerstrategieën; reflectie op eigen handelen en leren; coöperatief kunnen leren; respectvol luisteren en respectvol kritiek geven; ontwikkelen van zelfvertrouwen; voor jezelf en een ander opkomen; verwerven en verwerken van informatie; zelfstandig kunnen werken; uitdrukken van gevoelens en gedachten; zorgen voor je leefomgeving; respectvol met elkaar omgaan.

4.10.6 Registratie en rapportage De leerkrachten zijn verplicht alle vorderingen en gespreksverslagen bij te houden in ParnasSys. Dit alles heeft tot doel dat, door regelmatig de vorderingen van de kinderen bij te houden, leerkrachten in staat zijn om bij te sturen waar dat nodig is. Zo kunnen zij op gefundeerde wijze ouders rapporteren over de ontwikkeling en vorderingen van hun kind. Rapportages vinden middels rapportuitdraaien plaats van ParnasSys naar ouders toe. Twee keer per jaar ontvangen ouders een uitnodiging om te komen praten over hoe het met hun kind gaat. De inhoud van het gesprek gaat behalve over de vorderingen van het kind ook over zijn/haar welbevinden en het algemene functioneren in de groep. De ontwikkelingen worden weergegeven via de uitslagen van de toets systemen. De school werkt met portfolio’s. In de portfolio’s, worden de belangrijke werkjes en toetsen van de kinderen verzameld en kunnen ouders zien wat de resultaten zijn van de inspanning van hun kind. Ook de ebs Eden


29

kinderen zelf hebben inzicht in hun portfolio. Zo hopen we een leergericht gedrag te bevorderen, want het kind vergelijkt zijn prestaties met die van zichzelf. Twee keer per jaar mag het portfolio mee naar huis. Daarin zit een rapportblad met een uittreksel van de resultaten die in ParnasSys staan. Bij het verlaten van onze school krijgen de scholen waar de kinderen heengaan een onderwijskundig rapport. Dat kan naar voortgezet onderwijs zijn, maar ook een andere basisschool of speciale basisschool. De ouders krijgen daar een afschrift van.

Beleidsvoornemens:  verder implementeren van goede registratie;  verder optimaliseren van de interne zorg;  verdere scholing i.v.m. invoering Passend Onderwijs.

4.10.7 De zieke leerling Wanneer een leerling ziek is gemeld, wordt er vanuit de school na een week contact opgenomen met het thuisfront. De desbetreffende leerkracht informeert naar de gezondheid van zijn/haar leerling. Tevens wordt er gevraagd naar een prognose m.b.t. het ziektebeeld van de zieke leerling. Wanneer blijkt dat de leerling nog langer ziek zal zijn, wordt er in overleg met de ouders, leerkracht en intern begeleider gekeken op welke wijze de leerling toch nog aan het onderwijs kan deelnemen. De gekozen oplossing wordt door de leerkracht op papier gezet en met de ouders besproken. De leerkracht noteert tevens de gemaakte afspraken in de klassenmap. Als de leerling langer dan twee weken ziek is wordt de leerling door de leerkracht thuis bezocht. Bij ziekenhuisopname (langer dan vijf dagen) vindt er ook bezoek van de leerkracht plaats. In overleg met ouders, intern begeleider, leerkracht en zo mogelijk een consulent van de SBDIJ (zie flyer van de SBD ‘onderwijs aan zieke leerlingen’ aanwezig op school) wordt besproken op welke wijze de leerling kan deelnemen aan het onderwijs en welk onderwijsaanbod in de desbetreffende situatie haalbaar is. Gemaakte afspraken worden genoteerd in de klassenmap. In alle gevallen wordt, wanneer de leerling weer op school is, geëvalueerd hoe een en ander is verlopen. 4.10.8 Maatregelen tegen schoolverzuim Op school wordt door iedere leerkracht de absentie bijgehouden in ParnasSys. Genoteerd wordt of een leerling geoorloofd dan wel ongeoorloofd afwezig is. Daarnaast wordt de aard van het verzuim bijgehouden. Bij afwezigheid van de leerling wordt 15 minuten na aanvang van de lestijd door middel van telefonisch contact door de conciërge/leerkracht bij de ouders/verzorgers van desbetreffende leerling navraag gedaan over de reden van het verzuim. Als er ongeoorloofd verzuim wordt geconstateerd en navraag bij ouders/verzorgers door de directeur niet leidt tot een bevredigend antwoord, wordt het ongeoorloofd verzuim van 2 dagen of meer bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Dordrecht gemeld. Wanneer de overzichten regelmatig verzuim laten zien, neemt de directeur contact op met de ouders/verzorgers over dit verzuim. Instanties die daarbij ingeschakeld kunnen worden zijn de GGD, schoolmaatschappelijk werk en de leerplichtambtenaar. Afspraken/maatregelen voortkomend uit dit contact, worden opgenomen in het leerlingdossier. Voor het aanvragen van verlof buiten de schoolvakanties volgen wij de richtlijnen van de leerplichtambtenaar van de gemeente Dordrecht. Ouders zijn via de schoolgids op de hoogte van de regels omtrent verzuim en verlof. 4.10.9 Overige ontheffingen Kinderen nemen aan alle activiteiten deel die in het schoolplan en activiteitenplan staan beschreven. Op verzoek van ouders en in overleg met leerkracht/directie bestaat de mogelijkheid dat een kind, bij wijze van uitzondering, door het bestuur wordt vrijgesteld van deelname aan een bepaalde activiteit. De inspectie krijgt bericht van de vrijstelling. Voorbeelden:  ontheffing voor het bijwonen van lessen door zeer jeugdige kinderen;  kinderen kunnen voor een bepaald aantal uren les volgen op een school voor speciaal onderwijs.

ebs Eden


30

4.10.10. Schorsing en verwijdering Een leerling kan voor één dag of voor ten hoogste drie dagen worden geschorst als daarvoor in de concrete praktijk aanleiding is. Bijvoorbeeld als een leerling zich zo misdraagt dat van verstoring van de rust en orde op school sprake is. De directeur neemt dan contact op met de leerplichtambtenaar van de gemeente. De procedure-eisen voor verwijdering van leerlingen is geregeld in de artikelen 24 en 42a in de Wet Primair Onderwijs. Mocht verwijdering noodzakelijk zijn dan zullen de school de procedures hiervoor, zoals in de wet aangegeven, zeer zorgvuldig doorlopen. 4.11 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) De school vindt het belangrijk om de leerlingen om te leren gaan met multimedia. Elk jaar kijken we hoe we dit het beste vorm kunnen geven. Onze school maakt daartoe gebruik van Kennisnet om zo onze doelen te realiseren. Daarnaast geldt voor ons het volgende: Kinderen verzamelen informatie, ze gebruiken de PC voor het maken van verwerkingsopdrachten en herhaling- of remediërende taken. ICT maakt het eenvoudiger en overzichtelijker om leerlingen te volgen, resultaten van kinderen systematisch te registreren en kinderen zelfstandig en individueel te laten werken. We stroomlijnen het vak ICT met de andere vakken, bijvoorbeeld in de weektaak. We leren kinderen basiskennis van en vaardigheden in het gebruik van ICT bij de verwerking van leerstof van andere vakken. Voorbeelden van basiskennis op dit moment zijn: tekstverwerken, PowerPoint, maatwerk, zoekprogramma’s en internet. Op school maken de kinderen geen gebruik van e-mail of MSN, dan wel van andere chatprogramma’s. ICT moet niet gezien worden als doel op zich, maar als een middel om het onderwijs op onze school effectiever, doelmatiger en kwalitatief beter te maken. In overleg met de ICT-coördinator is dit jaar een beleidsplan opgesteld. In dat plan wordt inzicht gegeven in hoe wij als school de komende periode omgaan met de ontwikkelingen op het gebied van ICT en op welke wijze de beleidsdoelen in de dagelijkse praktijk worden gerealiseerd. Hierbij is het strategisch beleidsplan van de stichting leidend geweest. Beleidsvoornemens:  evalueren, optimaliseren en verdere borging beleidsplan ICT;  continuering van het ICT-proces binnen de gestelde beleidsdoelen.

31

ebs Eden


5.0

Organisatie, beleid en communicatie

5.1

Organogram van de school

directeur MR MT MT IB

leerkrachten onderwijsassistenten ne. admin. medewerker gastvrouw vrijwilligers 5.2 School- en klassenorganisatie De school is verdeeld in de onder-, midden- en bovenbouw. Binnen de bouwen werken de groepen samen. Er wordt ook bouw overstijgend gewerkt. In schooljaar 2014-2015 is de school verdeeld in: groep 1/2, 1/2, 2, 3, 4/5, 5/6 en 7/8. Bij de indeling wordt gestreefd naar ongeveer even grote groepen, waarbij rekening wordt gehouden met de samenstelling bij gesplitste groepen naar de verhouding jongens/meisjes, broertjes/zusjes en kinderen met specifieke behoeften. Met de groei van de school en de verhuizing naar een grotere locatie, zal elk jaar opnieuw gekeken worden wat de beste groepsindeling is voor desbetreffend jaar. In de klas wordt gedifferentieerd waar nodig. Klassenmanagement neemt daarbij een belangrijke plaats in. Door goed klassenmanagement kan beter ingespeeld worden op de verschillende niveaus van de leerlingen. De school differentieert daarbij naar niveau en aanbod van werkvormen. Daarbij wordt gestreefd naar samenwerking tussen de leerlingen onderling, waarbij bouw overstijgend gewerkt wordt. Indien nodig krijgen leerlingen individuele instructie of groepsinstructie in kleine(re) groepen. De zorg wordt uitgevoerd volgens het vastgestelde zorgprofiel (zie hoofdstuk 4). De leerkrachten houden de leervorderingen van de leerlingen bij en schakelen de intern begeleider in als zij hulp nodig hebben. Hiertoe worden tevens leerlingen groepsbesprekingen gehouden met de ib-er. Besprekingen kunnen betrekking hebben op de volgende probleemgebieden: 1. Leerproblemen: spel, ordenen, taalontwikkeling, woordenschat, oriëntatie in de ruimte en tijd, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en wiskunde. 2. Gedragsproblemen: overactief gedrag → naar buiten gericht probleem of gedrag en/of naar binnen gericht probleem gedrag. 3. Fysieke problemen: fijne en grove motoriek, spraak-, gehoor-, en/of gezichtsvermogen problemen. 4. Werkhoudingproblemen: zelfbeeld, motivatie, taakgerichtheid, zelfstandigheid of faalangst. Van de gesprekken worden verslagen bijgehouden. Naast vastgestelde momenten, vastgelegd in de toetskalender, kan de leerkracht ook consultatieve gesprekken aanvragen bij de ib-er. Dat kan gaan over een ebs Eden


32

bepaalde leerling, een handelingsplan bespreken of evalueren of andere relevante zaken betreffende de zorg omtrent een leerling. De ib-er vervult hierbij een coachende rol. Verder kan de leerkracht de intern begeleider vragen om bij een oudergesprek aanwezig te zijn. Tevens werkt de school met een zogenaamde lijst ‘Hulparrangementen’. De leerkracht noteert het kind dat hulp nodig heeft op deze lijst en de ib-er neemt contact op met de leerkracht. De ib-er houdt dit bij in het totaaloverzicht van zorgleerlingen. Als de zorg van de leerkracht ook na speciale aandacht aanblijft, dan wordt het kind nader besproken. De fasen van specifieke aandacht zijn: 1. Klein onderzoek naar de aard of het ontstaan van de problemen door een teamlid. 2. Preciseren van de hulpvraag (hulpvraagformuleringen). 3. Werken volgens handelingsplan (ParnasSys) tot een gestelde datum. De ouders/verzorgers worden hiervan in kennis gesteld. 4. Evaluatie van het handelingsplan met de IB-er op de gestelde datum en eventuele bijstelling van de hulpvraag. De ouders/verzorgers worden betrokken in dit gesprek (protocol oudergesprek). 5. Blijven werken volgens handelingsplannen, waarbij nauwkeurig wordt geëvalueerd. 6. Evaluatie bespreken met de IB-er. Inventariseren van verdere mogelijkheden, te weten: het kind opnemen in de reguliere aanpak, al of niet met extra aandacht, of; ontwerpen van een zorgarrangement, of; voorstellen tot specialistisch onderzoek, of; opgeven voor Ondersteuningsteam-bespreking, of; opstellen van een vervolg-handelingsplan. De leerkracht blijft eigenaar van zijn/haar eigen groep en is daarmee de eindverantwoordelijke voor de leerlingen en de processen in de groep. Hulp kan altijd ingeroepen worden bij de ib-er, maar ook bij externen indien nodig. Dit gebeurt altijd na overleg met ib-er en bespreking met ouders en eventueel de directeur. De leerkracht zorgt voor het bijhouden van alle nodige administratie (absentie, gespreksverslagen, handelingsplannen, groepsplannen en evaluaties van de plannen, et cetera). De leerkracht doet dit in ParnasSys, opdat de gegevens ook voor de administratie, ib-er en de directeur direct toegankelijk zijn. Het doel en de functie van de zorgvuldige monitoring van de leerlingen is om te zorgen dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen volgens zijn/haar kwaliteiten, capaciteiten en talenten. Tijdige signalering moet voorkomen, dat leerlingen zich niet meer goed ontwikkelen. Door goed afgestemde interventie, al dan niet met hulp van externen, wil de school zorg dragen voor een goede ontwikkeling van elk kind. 5.3 Toelating, verwijzing en verwijdering Toelating van nieuwe leerlingen kan alleen na een gesprek met de directeur of een ander daartoe geautoriseerd persoon door de ouders/verzorgers. Na het gesprek kunnen ze de aanmeldingsformulieren invullen. Daarbij zit ook een ouderovereenkomst waarop de ouders hun handtekening plaatsen om te bevestigen dat ze de grondslag en aanpak van de school kennen en ermee instemmen dat hun kind dienovereenkomstig wordt opgevoed. Na inlevering van deze formulieren zal bij een vierjarig kind toelating plaatshebben en bij een zij-instromer contact worden gemaakt met de vorige school, teneinde te verifiëren of het kind op ebs Eden wel op de juiste plaats is. Indien een leerling na alle hulp op school niet het niveau haalt, dat hij/zij zou moeten kunnen, dan wordt de leerling aangemeld voor onderzoek bij de PCL. Dit loopt via het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Leerlingen worden onderzocht om te achterhalen of zij beter op hun plek zijn op een school voor speciaal basisonderwijs of op een school voor speciaal onderwijs. De school volgt de procedures zoals die zijn vastgelegd op stichtingsniveau met het samenwerkingsverband. Indien de school een leerling moet verwijderen vanwege bijvoorbeeld ontoelaatbaar gedrag, dan volgt zij het opgestelde protocol ‘schorsing en verwijdering’. Altijd zal in goed overleg getracht worden te zoeken naar een goede oplossing voor het kind. De school neemt haar verantwoordelijkheid en heeft de plicht zich tot het uiterste in te spannen om een geschikte andere school te zoeken voor een leerling die verwijderd wordt. 5.4 Taakbeleid De school werkt met een vastgesteld taakbeleid. Hiertoe hanteert zij de regels van de CAO-primair onderwijs. Bij de toewijzing van taken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met ieders talenten en competenties. ebs Eden


33

Daarbij probeert zij rekening te houden met het vastgestelde beleid van de school. Gezien de ontwikkelingen die de school doormaakt is het nodig dat beter gemonitord gaat worden op de talenten. Tevens moet de school in kaart brengen wat nog nodig is om de competenties verder te vergroten met het oog op vastgesteld beleid voor nu en in de toekomst. Beleidsvoornemens:  beter afstemmen van talenten/competenties personeel op uit te voeren taakbeleid;  trainingen/coaching inzetten bij ontbrekende competenties en vaardigheden. 5.5 Communicatie De school vindt goede communicatielijnen met alle betrokkenen buitengewoon belangrijk. De schoolleiding zorgt daartoe voor optimale overlegstructuren. De school draagt zorg voor een goede interne en externe communicatie. Interne communicatie vindt plaats:  via de directie naar de directeurenraad;  via de voorzitter van het CvB naar de Raad van Toezicht;  via de directeur en de personeelsgeleding naar de medezeggenschapsraad en de GMR;  via het postbakje: elk personeelslid op ebs Eden heeft een postbakje;  via een jaarkalender: elk personeelslid krijgt aan het begin van het seizoen een jaaroverzicht met geplande activiteiten;  via de interne memo: elk personeelslid krijgt indien nodig een interne memo met een overzicht van activiteiten die belangrijk zijn, aangevuld met mededelingen en bijzonderheden;  via de directeur: tijdens de personeelsvergadering naar de teamleden.  Via de leerkrachten en directie naar ouders toe m.b.v. Schoudercom Als hulpmiddelen staan tot onze beschikking: de telefoon, de computer, de e-mail en de post. Tijdens evaluaties op de personeelsvergadering moet blijken of een en ander bijgesteld moet worden. Contacten met ouders: De contacten met ouders wordt door ons als belangrijk ervaren. Leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en begrijpen. Ouders begrijpen op hun beurt beter waar de leerkrachten en de kinderen mee bezig zijn op school. De communicatie met ouders betreft: schoolzaken (onderwijsinhoudelijk, buitenschoolse activiteiten, projecten, personeelsontwikkelingen, et cetera). Kortom: alle zaken die een ouder moet weten en waarvan wij het belangrijk vinden dat zij dit weten. Middels de MR hebben ouders direct inspraak in allerhande belangrijke zaken op school. De school werkt verder aan het professionaliseren van de MR en haar leden. De school houdt ouders en leerlingen op de hoogte door o.a.:  Schouder.com  jaarkalender  de nieuwsbrief voor ouders  informatieavond  inloopavonden  presentaties  rapporten en rapportgesprekken  projecttentoonstellingen  kijkdagen  op uitnodiging door leerkracht, intern begeleider of directeur in verband met bijzonderheden De school is in 2014 gestart met een beveiligd digitaal communicatieplatform: Schouder.com. Onze (onder andere) mededelingen en nieuwsbrieven worden digitaal op de schoolsite gezet. Ouders melden zich hiervoor aan en ontvangen alle informatie op hun eigen e-mailadressen, die zij zelf beheren. Daarnaast biedt het de school mogelijkheden om meer informatie te delen binnen een beveiligde omgeving. Met de invoering krijgen ouders ook meer zelf de verantwoordelijkheid om zaken bij te houden. De school kan effectiever en efficiënter communiceren met de ouders. Via dit platform wordt door de leerkracht wekelijks een eigen blog ebs Eden


34

bijgehouden. Hierop kunnen de ouders lezen wat hun zoon/dochter wekelijks in de groep gedaan heeft. Vaak worden er op de blogs foto’s ter illustratie toegevoegd. Ook is het mogelijk via Schouder.com relevante ontwikkelingen via nieuwsberichten te melden en kunnen enquêtes snel worden uitgezet. De school onderhoudt contact met het bestuur hoofdzakelijk middels de directeur. Het bestuur legt echter ook schoolbezoeken af, waarbij informatie wordt uitgewisseld. Personeel kan via een eigen code op de site terecht van stichting H3O om belangrijke informatie op te zoeken. Contact met externen wordt onderhouden middels e-mail, telefoon, per post en door persoonlijk contact. De contacten met externen wil de school intensiveren, omdat dit aspect te weinig aandacht heeft gehad afgelopen jaren. Contact met het inpandige Bambino wordt onderhouden door persoonlijk overleg en het elkaar wederzijds informeren over zaken die belangrijk zijn. Belangrijke nieuwsinformatie naar ouders middels brieven/Schouder.com worden aan elkaar ter kennisname gegeven. Beleidsvoornemen:  verbeteren en intensiveren van contacten met externen 5.6 Dienstverlening De school werkt met een continurooster. Hierdoor hoeven de kinderen niet naar huis, wat belangrijk is omdat de school een streekschool is. Voor- en naschoolse opvang is aanwezig, waardoor de school de kinderen opvang biedt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds. De kinderen van 0 - 4 jaar worden van 7.00 - 18.00 uur opgevangen bij Bambino. Naast liefdevolle zorg wordt aandacht besteed aan activiteiten, die kinderen spelenderwijs voorbereiden op de basisschool volgens de voorschoolse educatie methode Startblokken. De peuterspeelzaal biedt opvang voor 2-4 jarigen. Kinderen van 4-12 jaar worden aansluitend aan schooltijd tot 18.00 uur en in vakanties hele dagen opgevangen. Voor de kinderen wordt bso-tijd zoveel mogelijk ingevuld als vrije tijd afgewisseld met leuke georganiseerde activiteiten. Vóór schooltijd kunnen de kinderen ook gebracht worden. Zij worden dan om 8.30 uur afgeleverd bij het team van Eden. De hulp van ouders wordt op prijs gesteld en gestimuleerd vanuit de school. Zij ondersteunen bij buitenschoolse activiteiten, maar ook bij activiteiten die onder schooltijd plaatsvinden. Daarbij kunnen zij indien nodig de leerkrachten ondersteunen. Aan de inzet van ouders in de school zijn enkele afspraken gekoppeld. De leerkrachten zorgen voor goede informatie over de te verwachten inzet van de ouders. De ouders worden op de hoogte gebracht van de geldende regels. Bij problemen met leerlingen moeten zij dit bij de leerkracht melden. Ouders worden dringend verzocht niet met andere ouders over ervaringen met leerlingen te spreken. De leerkracht draagt altijd de eindverantwoordelijkheid. De school houdt diverse activiteiten in de loop van elk schooljaar. Ouders kunnen ondersteuning bieden of worden geacht aanwezig te zijn. Voorbeelden zijn:  presentatiemiddagen en presentatiesamenkomsten;  weeksamenkomsten met kinderen (tevens Pasen, Kerst, Pinksteren);  TOP-avonden en dankavond;  gebedsbijeenkomsten;  excursies;  gastlessen. 5.7 Schooladministratie en procedures De school maakt gebruik van ParnasSys. Hierin worden alle belangrijke zaken bijgehouden: administratie, oudergesprekken, handelingsplannen, rapporten, verzuim, et cetera. De school heeft met betrekking tot de zorg en op klassenniveau vaste afspraken wat, hoe en wanneer zaken vastgelegd moeten worden in ParnasSys. De administratief medewerker heeft haar eigen taak in het bijhouden van administratie die de school betreft in overleg met de directeur.

ebs Eden


35

6.0

Personeelsbeleid

6.1 1. 2. 3. 4. 5.

6.

Doelen van personeelsbeleid Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking wordt bevorderd. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Professionalisering/deskundigheidsbevordering van reeds bevoegde leerkrachten om kennis en vaardigheden, die direct verband houden met de uitoefening van het beroep te verdiepen en uit te breiden, voortbouwend op reeds verworven bekwaamheden. Gemeenschappelijk is een visie geformuleerd. Om deze gewenste situatie binnen de school te optimaliseren en af te stemmen is op didactisch, pedagogisch en sociaal-emotioneel gebied teamscholing noodzakelijk. N.a.v. de beleidsvoornemens zal elk jaar een passende teamscholing worden gezocht. Elk schooljaar wordt de voortgang van het invoeringstraject geëvalueerd

6.1.1 Formatiebeleid Het formatiebeleid wordt bovenschool bepaald door stichting H3O. De school volgt de regels en procedures van de stichting. 6.2

Werving

6.2.1 Werving, selectie en benoeming Het geloofsaspect neemt binnen Eden een belangrijke plaats in. De identiteit van de school moet immers worden gerealiseerd door het personeel. Bij werving wordt hier mede op geselecteerd. Dit geldt voor alle geledingen binnen de school. Tevens wil de school hier rekening bij houden met het aannemen van stagiaires. De school hanteert een sollicitatiecode en hanteert de volgende selectiecriteria:  persoonlijk geloof in de Here Jezus Christus;  competentie t.a.v. geloofshantering in de groep;  competenties die in verband staan met de eisen op gebied van passend onderwijs;  competenties in verband met het onderwijsconcept van de school;  geen banden buiten de school die het functioneren als leerkracht of collega zouden kunnen belemmeren. Benoemingen vinden plaats door de directeur van de school. De kandidaten worden voorgedragen aan het bestuur van de stichting voor goedkeuring. Met het groeien van de school is het belangrijk dat de meest gewenste profielen voor nieuw personeel worden vastgesteld. In het team zijn veel talenten aanwezig, maar het is nodig om te onderzoeken welke competenties we ontberen, opdat selectie mede daarop kan plaatsvinden. Beleidsvoornemen:  vaststellen nieuwe profielen voor nieuw te werven personeelsleden

6.2.2 Introductie personeel Op ebs Eden is geen plan aanwezig om nieuw personeel te begeleiden. De afspraak is dat de een naaste collega in eerste instantie zorg draagt voor de begeleiding van nieuw personeel. Deze fungeert ook als vraagbaak voor de nieuwe collega. De school wil een personeelsgids samen stellen, waarin alle belangrijke zaken omtrent de school in opgenomen zijn (protocollen, afspraken, et cetera). Hierdoor zal een nieuw personeelslid zich sneller wegwijs kunnen maken in de organisatie.

ebs Eden


36

Beleidsvoornemen:  opstellen van personeelsgids met daarin alle relevante afspraken, protocollen, procedures van de school 6.2.3 Functieprofiel Op ebs Eden kennen we de volgende functies: directeur, managementlid, groepsleerkracht, onderwijsassistent, intern begeleider, gastvrouw, schoonmaker en een administratief medewerker. De specifieke invullingen van taken en verantwoordelijkheden moeten op schoolniveau bijgesteld worden. Andere taken, zoals ICT of vakcoördinatoren zijn opgenomen in het takenbeleid. De directeur vertegenwoordigt het Bevoegd Gezag van de stichting. Hij werkt volgens het managementstatuut en legt jaarlijks verantwoording af aan het bestuur. Alle functies in het team staan onder directe leiding van de directeur. Alleen bij de onderwijsassistenten is het dagelijks werk regelrechte afstemming mogelijk met de teamleden. De IB-er werkt nauw samen met de directeur. Op gebied van visie en beleid in de zorgstructuur is de directeur altijd betrokken bij de IB-werk. De coördinator is in dit geval een leerkracht die de taak heeft het werken in thema’s te begeleiden. Deze taak zal uitgroeien naar het coördineren van het hele concept ‘Leren en leven’. Beleidsvoornemen:  taakbeschrijvingen en daaraan gerelateerde en/of gemandateerde verantwoordelijkheden evalueren en optimaliseren 6.3 Taakbeleid Jaarlijks worden de teamtaken zoals die op school aanwezig zijn geëvalueerd en opnieuw verdeeld over de diverse teamleden. Hierbij wordt rekening gehouden met afspraken die bovenschools zijn vastgesteld. Daarnaast is de normjaartaak uitgangspunt. Voor zover mogelijk wordt bij de verdeling van de taken rekening gehouden met wensen en capaciteiten van collega’s. De school constateert hiaten en wil beter anticiperen op wat nog nodig is bij de personeelsleden. Beleidsvoornemens:  evalueren en bijstellen taakbeleid;  beter rekening houden met capaciteiten en kwaliteiten personeel;  aanvullende scholing en coaching indien over onvoldoende potentieel beschikt wordt om het taakbeleid in te kunnen vullen. 6.3.1 Werktijdenregeling De school volgt de werktijdenregeling zoals die is vastgesteld op stichtingsniveau. De personeelsleden zijn minimaal een half uur voor aanvang van de school aanwezig en tot 17.00 uur. 6.3.2 Werken in deeltijd Over verantwoordelijkheden en verplichtingen van het personeel hanteren we de afspraken zoals vermeld in de normjaartaak. Ten aanzien van deeltijdaanvragen en bovenschoolse afspraken omtrent de deeltijdarbeid volgen we het beleid zoals is vastgesteld bij stichting H3O. Aanvragen verlopen via het stafbureau. Op de school zijn personeelsleden vertegenwoordigd die in deeltijd werken. De school streeft naar zo min mogelijk versnippering in de formatie om te voorkomen dat de leerlingen te veel verschillende leerkrachten voor de klas hebben. 6.4

Personeelszorg

6.4.1 ARBO-beleid Wanneer collega’s ziek zijn, is er zowel vanuit de directie als vanuit het team contact met de desbetreffende collega. Dit kan via bezoeken thuis, een kaartje of er is telefonisch contact. Het welbevinden van collega’s is deels afhankelijk van hoe zaken in de school zijn geregeld. Naast persoonlijk leiderschap en duidelijke afspraken omtrent inhoud en organisatie van de school, is er sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid aangaande omgang met elkaar. Daarnaast volgen we de bovenschoolse afspraken. Eén keer in de twee jaar wordt een RI&E uitgevoerd. Aan de hand daarvan wordt een ARBO-plan opgesteld en goedgekeurd door de MR.

ebs Eden


37

Zieke personeelsleden worden opgeroepen door de ARBO-arts. In de regel is dat na 2 weken. Indien sprake is van langdurig verzuim wordt in nauw overleg bepaald hoe het zieke personeelslid het beste kan re-integreren. Hiertoe wordt ook overleg gepleegd met het bestuur indien nodig. Op school is een bedrijfshulpverlener aanwezig (BHV-er) en EHBO-ers die twee jaarlijks op herhaling moeten. 6.4.2 Seksuele intimidatie en discriminerend gedrag Op school is een vertrouwenspersoon aanwezig waar klachten neergelegd kunnen worden. De klachten worden behandeld conform de afspraken zoals die zijn verwoord in de klachtenregeling zoals die binnen de stichting wordt gebruikt. De school hanteert een protocol voor seksuele intimidatie en discriminerend gedrag. Daarbij volgt de school de regels en procedures zoals die zijn vastgesteld door de stichting. 6.5

Kwaliteitsbevordering

6.5.1 Gesprekkencyclus De school heeft een gesprekkencyclus. Echter, deze is niet consequent gevolgd de afgelopen jaren en niet goed bijgehouden. De school heeft dan ook als beleidsvoornemen om de gesprekkencyclus correct in te voeren en volgen conform vastgesteld stichtingsbeleid. Daartoe zullen functionerings- en beoordelingsgesprekken, alsmede POP-gesprekken gevoerd gaan worden. Beleidsvoornemen:  invoeren gesprekkencyclus 6.5.2 Scholingsbeleid Jaarlijks is er voor leerkrachten de mogelijkheid om zich te scholen in het kader van verdere professionalisering. Zij kunnen hierbij kiezen uit het aanbod van externe aanbieders. Daar waar het gaat om verplichte nascholing is dit gerelateerd aan afspraken zoals die voortkomen uit beoordelingsgesprekken met desbetreffende collega’s. Uitgangspunt daarbij zijn de bovenschoolse afspraken zoals die vastgesteld zijn door de stichting. 6.5.3 Loopbaanplanning In de gesprekkencyclus komt ook de loopbaanplanning ter sprake. Personeelsleden kunnen hun wensen kenbaar maken. De school probeert hierop te anticiperen door te ondersteunen en kijken of er mogelijkheden zijn binnen de school of op stichtingsniveau indien dit past bij de ambities van het personeelslid. 6.5.4 Mobiliteit De school werkt mee aan de wensen van personeelsleden die aangeven overgeplaatst te willen worden. De personeelsleden die overgeplaatst willen worden, dienen een verzoek in bij de stichting. Op bovenschoolsniveau wordt dit verzoek afgehandeld. Intern wordt onderzocht of mobiliteit mogelijk is. De stichting stimuleert mobiliteit van personeelsleden. 6.5.5 Professionalisering Het personeelsbeleid wordt integraal uitgevoerd, d.w.z. in evenwicht met alle aspecten van het leraarschap. Dit in overeenstemming met de wet BIO. Afstemming van functie op competenties zijn belangrijk voor de school. Deskundigheidsbevordering en verdere professionalisering wordt via cursussen geregeld. Daarnaast kunnen personeelsleden gecoacht worden door de intern begeleider, de directeur of een externe. Naast teamscholing moeten personeelsleden zich ook individueel verder professionalisering. Dit wordt vastgelegd in de functioneringsgesprekken en POP-gesprekken. De school faciliteert indien dit in overeenstemming is met het schoolbeleid. De personeelsleden kunnen ook scholingsbudget krijgen vanuit de overheid. Beleidsvoornemens:  Het in kaart brengen en doorontwikkelen van kwaliteiten/competenties van personeelsleden;  aanvullende training klassenmanagement, effectieve instructie, individuele coaching;  aanvullende training indien nodig bij keuze profilering IPC.

ebs Eden


38

7.0

Kwaliteitsbeleid

7.1 Wat is kwaliteit Het begrip kwaliteit wordt veel gebruikt maar laat zich moeilijk precies omschrijven. Volgens de definitie van de inspectie (Commissie Evaluatie Basisonderwijs 1994) wordt goed onderwijs bepaald door: 1. een leer- en vormingsaanbod: dat maatschappelijk relevant is en aangepast aan de eisen die daaraan thans moeten worden gesteld dat vervat is in onderwijskundig verantwoord onderwijskundig materiaal waarvoor voldoende tijd om te leren wordt geboden; 2. hoge opbrengsten die op een efficiënte wijze zijn verkregen; 3. gunstige omstandigheden op het gebied van instructie, schoolorganisatie en pedagogisch klimaat; 4. gunstige omstandigheden op het gebied van: onderwijswetgeving, overheidsbeleid en financiële middelen materiële voorzieningen lerarenpopulatie. Kortom, een goede school kan in algemene zin worden aangeduid als een school: ‘...waar leerkrachten onder gunstige schoolcondities goed onderwijs geven, zodat door alle leerlingen optimale opbrengsten worden gerealiseerd...’’ Voortdurende veranderingen in de omgeving en nieuwe inzichten uit onderzoek en de praktijk, zorgen ervoor dat een ‘goede school’ in overleg met alle betrokkenen zal blijven zoeken naar mogelijkheden om verbetering aan te brengen. Dat betekent voor ebs Eden dat wij ons de komende jaren richten op: Leerkrachten die:  belang hechten aan de basisvaardigheden;  basisvaardigheden bevorderen;  hoge verwachtingen hebben, zorgen voor een ordelijk leerklimaat;  een goede relatie met de leerlingen onderhouden;  werken aan leerproblemen van leerlingen;  leervorderingen bijhouden;  zelfstandigheid van leerlingen bevorderen;  contacten onderhouden met ouders;  leerlingen stimuleren zich optimaal in te zetten;  aandacht voor de ontwikkeling van het individuele kind hebben;  zorgen voor een optimale leertijd. Op schoolniveau:  een hecht en goed samenwerkend team;  een grote mate van betrokkenheid;  een uitstekende interne en externe communicatie;  duidelijke en gemeenschappelijke doelen;  een stimulerende schoolleiding. Kortom, wij streven voor de komende jaren een school na waar:  goed wordt omgegaan met verschillen tussen leerlingen;  we gezamenlijk werken aan ons eigen vakmanschap;  we zorgen voor een modern en eigentijds onderwijsaanbod;  planmatig en in goede samenwerking aan verbeteringen en vernieuwingen werken;  regelmatig en systematisch, in overleg met alle betrokkenen, de kwaliteit van ons onderwijs wordt geëvalueerd en bewaakt.

7.1.1

Rol van het Bevoegd Gezag ebs Eden


39

De zorg voor een goede kwaliteit van het onderwijs is natuurlijk zowel de verantwoordelijkheid van besturen en scholen, als ook van de overheid. Maar in eerste instantie zegt art. 10 van de WPO: ‘.....draagt het Bevoegd Gezag zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school...’ Onder zorgdragen voor kwaliteit van onderwijs wordt in ieder geval verstaan: het uitvoeren van het in het schoolplan (bedoeld in art. 12) beschreven beleid op een zodanige wijze, dat de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en de door het Bevoegd Gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs, worden gerealiseerd. Schoolbesturen en scholen zijn dus zelf verantwoordelijk voor de invulling van de kwaliteit van hun onderwijs. Zij formuleren wat goed onderwijs is en bewaken en verbeteren voortdurend de kwaliteit van het onderwijs, op basis van een systematische schoolevaluatie, in nauw overleg met betrokkenen zowel binnen als buiten de school. Stichting H3O is het Bevoegd Gezag van ebs Eden en bewaakt de kwaliteit van het onderwijs op de school. De directeuren leggen verantwoording af en stellen hun beleidsplannen af op het strategisch beleidsplan. Pas na goedkeuring van het Bevoegd Gezag kan de school haar beleidsplannen doorvoeren voor elk schooljaar, waarbij tevens verantwoording wordt afgelegd over de beleidsplannen van het afgelopen jaar. Het Bevoegd Gezag wordt vertegenwoordigd door het College van Bestuur. De directeur legt verantwoording af aan de voorzitter van het CvB. De voorzitter rapporteert en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht van stichting H3O. 7.1.2. Rol van de inspectie Namens de overheid ziet de inspectie toe op de kwaliteit van het onderwijs door deze regelmatig op de scholen te beoordelen en dat oordeel ook openbaar te maken. De vormen van onderzoek staan beschreven in de brochure van de Inspectie die te vinden is in de directiekamer. De inspectie sluit bij de kwaliteitsbeoordeling zoveel mogelijk aan bij de eigen kwaliteitszorg van de instelling. De inspectie concentreert zich bij de beoordeling op de kwaliteitskenmerken en op de verbeterpunten die de school zelf heeft geformuleerd naar aanleiding van bijvoorbeeld het vorige inspectiebezoek, dan wel naar aanleiding van de uitkomsten van de eigen schoolanalyse. Waar de school zelf voorziet in regelmatige beoordeling van de kwaliteit, zal de inspectie daar dus gebruik van maken. De beoordeling van de inspectie is dan meer gericht op de wijze waarop de eigen schoolevaluatie is uitgevoerd. Afhankelijk daarvan zal de inspectie beslissen of het nodig is nog aanvullend onderzoek te verrichten of dat zij voor haar beoordeling volledig uit kan gaan van de uitkomsten van de eigen schoolevaluatie. 7.2. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is al datgene wat je moet doen om de afgesproken kwaliteit te leveren. Kwaliteitszorg richt zich vooral op het verzamelen van informatie over de kwaliteit, zoals:  het opsporen van sterke en zwakke plekken in het functioneren van de school;  het volgen van ontwikkelingen die van buitenaf op de school afkomen;  het registreren van effecten van schoolbeleid;  het verbeteren van de zwakke plekken in de schoolorganisatie (hiertoe behoort tevens het formuleren van doelen en het vertalen van deze doelen in bijpassende methoden en instrumenten);  het regelmatig evalueren en bewaken of de gewenste verbeteringen ook worden gerealiseerd en een blijvende plek verwerven in de schoolpraktijk. Samengevat bestaat kwaliteitszorg dus uit de volgende onderdelen: 1. Kwaliteitsbepaling: alle activiteiten gericht op het verzamelen van informatie over de kwaliteit en deze beschrijven. 2. Kwaliteitsverbetering: alle activiteiten gericht op de verbetering van al die zaken die met het onderwijsleerproces te maken hebben. 3. Kwaliteitsbewaking: alle activiteiten gericht op evaluatie en borging van de gerealiseerde verbeteringen.

7.3 Kwaliteitsbepaling ebs Eden


40

De afgelopen jaren zijn er een aantal kwaliteitsbepalingen verricht t.w.:  regulier schooltoezicht (Inspectie) - 2012&2013;  extern onderzoek (De Onderwijsarchitect) - 2014;  eigen schoolanalyse – jaarlijks. Naar aanleiding van de conclusies/aanbevelingen en evaluaties van het onderwijs op deze school is een meerjarenbeleidspan, met daarin de beleidsdoelen voor de komende vier jaar opgesteld en zijn prioriteiten voor de komende jaren aangegeven. Helaas zijn de directeur en het team niet in staat geweest om alle beleidsvoornemens, zoals deze in het vorige meerjarenbeleidsplan zijn opgenomen te realiseren. Dit had mede te maken met de situatie op de school afgelopen jaren. Vanaf 2014 is er weer sprake van een zekere ontwikkeling met de komst van een interim directeur. De verwachting is dat deze ontwikkeling zich verder positief zal voortzetten met de start van een nieuwe directeur. De school legt de afspraken vast die gemaakt worden aangaande kwaliteitsbeleid. Dit doet de school in overleg met elkaar. De intern begeleider heeft daarbij de regie over de zorg, maar altijd in overleg met het team en uiteindelijke goedkeuring van de directeur. De directeur blijft eindverantwoordelijk voor gemaakte afspraken en middels monitoring op gezette tijden draagt hij zorg voor de voortgang en bewaking van de kwaliteit binnen de school. Een instrument ten behoeve van kwaliteitsbepaling ontbreekt. De punten die naar voren zijn gekomen uit de laatste inspectiebezoeken en de eigen schoolanalyse, zijn meegenomen in de beleidsvoornemens, zoals in dit schoolplan staan geformuleerd.

Beleidsvoornemen:  instrument voor kwaliteitsbepaling invoeren 7.4 Kwaliteitsbewaking Bij kwaliteitsbewaking richten we ons op een regelmatige evaluatie van de schoolpraktijk en de wijze waarop gerealiseerde verbeteringen dienen te worden vastgelegd in de school. Het gaat bij kwaliteitsbewaking vooral om vastleggen (borgen) en vasthouden (consolideren). Dat betekent dat er regelmatig pas op de plaats moet worden gemaakt. Om te zorgen dat alle beleidsterreinen binnen een periode van 4 jaar regelmatig worden geëvalueerd is het van belang om een meerjarenplanning te maken voor de evaluatie. Op ebs Eden krijgt de kwaliteitsbewaking gestalte door:  methodegebonden toetsen;  leerlingvolgsysteem;  inspectierapporten;  externe analyses;  oudertevredenheidsenquêtes;  bouwoverleg en teamvergaderingen;  studiedagen;  klassenconsultatie en coaching;  Incidentmethode  Kwaliteitsbewaking door opbrengstvergaderingen  functionerings- en beoordelingsgesprekken;  groepsbesprekingen;  toetskalender;  gesprekken met ouders;  medezeggenschapsraadvergaderingen;  voortgangsgesprekken met de voorzitter van het College van Bestuur;  externe contacten (met schoolbegeleiders, de inspectie, SWV-Passend Onderwijs, et cetera).

ebs Eden


41

7.5 Kwaliteitsverbetering Vanuit de evaluatie van de beleidsterreinen en bij de formulering van de beschrijvingen van de beleidsterreinen krijgt de school zicht op verbeteringen/veranderingen die ze wil ontwikkelen om betere kwaliteit te leveren. Deze ontwikkelactiviteiten gaat ze zo concreet mogelijk beschrijven en prioriteren. Ook vanuit de maatschappelijke ontwikkelingen kunnen er ontwikkelactiviteiten nodig zijn. Deze worden opgenomen in een meerjarenplanning en uitgewerkt in jaarplannen. Nadat ontwikkelingen zijn gerealiseerd worden deze weer vastgelegd in documenten die in het schoolplan worden opgenomen als actuele wijziging. Dan herhaalt deze cyclus zich telkens: ontwikkelen, beschrijven/borgen en evalueren.

42

ebs Eden


8.0

Financiën

8.1 Begroting Binnen stichting H3O is het zo dat:  De voorzitter van het College van Bestuur van Stichting H3O i.o.m. de directeur van de school de gelden vanuit het ministerie volgens een jaarbegroting verdeelt.  De gebouw-afhankelijke kosten vallen deels onder de schoolspecifieke begroting (dagelijks onderhoud) en deels zijn deze opgenomen in een Meerjaren Onderhouds Plan (jaarlijks/Groot onderhoud controle bij uitvoering door controller stafbureau).  de posten ‘OLP’ en ‘reserveringen OLP’ de verantwoordelijkheid zijn van de individuele directeuren. Binnen deze 2 posten heeft de directeur de mogelijkheid ‘eigen’ beleid uit te zetten. Om aanspraak te kunnen maken op de post ‘reserveringen OLP’ zal de directeur een beargumenteerd verzoek moeten indienen bij de voorzitter van het CvB. Voor de overige posten zijn meerjarenplannen gemaakt door bestuur en centraal management. Geldstromen:  gelden O.L.P.: uitgave conform jaarbegroting (80% van besteedbaar budget);  reserveringen O.L.P.: uitgave via verzoek voorzitter CvB (20% van besteedbaar budget);  gelden t.a.v. scholing: conform afspraken CAO primair onderwijs;  samenwerkingsverband;  gelden WSNS: gelden beschikbaar voor Interne Begeleiding;  gelden Passend Onderwijs: leerlinggebonden gelden t.b.v. leerlingen met indicatie;  gelden ICT: deels uitgaven t.b.v. aanschaf middelen en deels ter bekostiging t.a.v. beheer netwerk (bovenschoolse afspraken);  gelden O & O/schoolbudget: deze gelden worden t.b.v. de volgende gebieden besteed: voorziening nascholing; bestuur en management; ARBO-contract; pool Betaald Ouderschapsverlof; pool Werving Personeel; voorziening IPB. Voorziening Integraal Personeels Beleid: Met betrekking tot de budgetten voor Integraal Personeels Beleid (IPB) kan worden opgemerkt dat dit budget Vastgesteld wordt door de stichting en conform CAO primair onderwijs is. Dit budget is onderverdeeld in: Een budget voor activiteiten met als doel het binden en Behouden van Zittend Personeel (B.Z.P). Vaststelling in overleg bestuur. Een budget t.b.v. activiteiten voor Algehele Professionele Ontwikkeling (A.P.O.). Dit heeft voornamelijk betrekking op nascholingsactiviteiten voor het gehele team. Ook studiedagen kunnen hiervan worden bekostigd. Een budget van waaruit (nascholings-)kosten gedekt kunnen worden die voort komen uit de vastgestelde Persoonlijke Ontwikkelings Plannen (P.O.P.). Deze dienen te worden opgenomen in het nascholingsplan. Een budget van waaruit de kosten met betrekking tot noodzakelijk nieuw te ontwikkelen beleid in de komende jaren gedekt worden. Voor een gedetailleerde financiële invulling van bovenstaande budgetten verwijzen we naar het overzicht dat elk jaar wordt opgesteld door de stichting en jaarlijks aan de scholen wordt uitgereikt. Elk kwartaal verantwoordt de directeur zich mede bij de MR. De tussentijdse financiële overzichten worden doorgenomen en geïnventariseerd wordt waar mogelijke knelpunten kunnen ontstaan. Gekeken wordt of eventuele problemen tijdig opgelost en of voorkomen kunnen worden. De directeur kan te allen tijde contact opnemen met de voorzitter van het CvB mocht hij voorzien, dat tussentijds problemen gaan ontstaan. Op deze wijze wil de school tijdig anticiperen en geldproblemen t.g.v. overschrijding voorkomen.

ebs Eden


43

Op kortere termijn dan verwacht zal de school in de zomer van 2015 verhuizen naar een andere locatie. Dit betekent dat er extra uitgaven nodig zijn voor het bestuur en de school. De school zal intrekken in een gebouw dat aanpassingen behoeft. Een aanzet is gemaakt m.b.t. de kosten voor interne verbouwing. Daarnaast zal ook het schoolplein aangepast moeten worden, aangezien de school samen met een andere school gehuisvest zal worden. Deze risicokosten worden afgedekt door het bestuur. Naast de verhuizing komen er nog meer onvoorziene kosten aan m.b.t. investeringen. Op dit moment worden zaken uitgewerkt om een kostenplaatje op te stellen. Alles gebeurt in overleg met de directeur en de MR. Gepleegde investeringen van afgelopen jaar liggen ter inzage op school. In de bijlage is de begroting voor de komende vier jaren opgenomen. Via een jaarlijks overzicht verstrekt door de voorzitter van het CvB is inzichtelijk gemaakt welke bedragen t.b.v. welke onderdelen afgedragen worden volgens bovenschoolse afspraken en welke bedragen op desbetreffende ‘terreinen’ vrijelijk door de school te besteden zijn. De directeur legt achteraf bij het opmaken van de jaarrekening verantwoording af. 8.2 Huisvesting Ten aanzien van ‘Planning en Onderhoud’ van het gebouw wordt opgemerkt dat e.e.a. is opgenomen in een door het bestuur opgesteld Meerjaren Onderhouds Plan (M.O.P.). Jaarlijks worden onderhoudswerkzaamheden volgens dit plan uitgevoerd. In overleg met de directeur wordt jaarlijks gekeken of de onderhoudswerkzaamheden zoals gepland staan eventueel bijgesteld moeten worden. De stichting heeft afspraken met bepaalde bedrijven die het onderhoud en/of de reparaties uitvoeren. Tot een bepaald bedrag kan de directeur zelf contact opnemen met de bedrijven. Ten aanzien van meubilair wordt er jaarlijks op schoolniveau bekeken wat er aan meubilair aangeschaft of vervangen moet worden. Ter vervanging van het onderwijsleerpakket wordt een meerjarenplanning opgesteld. Dit gaat in overleg met de stichting. Jaarlijks wordt ge-evalueerd of de planning nog klopt of bijgesteld moet worden. Inkoop van investeringen tot 500 euro kan door de school gedaan worden, daarboven in overleg in verband met de afschrijving. De directeur koopt in principe zelf in en houdt de administratie hiervan bij. 8.3 Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging Er zijn soms speciale projecten waar geld voor nodig is. Dat kunnen zaken zijn zoals sportshirts, de schooltuin, bibliotheek of een speeltoestel. Indien we hiervoor niet voldoende budget hebben, zullen we een vraag doen uitgaan om sponsors. Hierbij wordt altijd het bovenschoolse beleid gevolgd inzage sponsoring, alsmede zal in voorkomende zaken de MR om advies gevraagd worden Subsidies gaan via het stafbureau en wordt vervolgens weggezet naar de scholen. De school kan zelf subsidies aanvragen indien zij aan bepaalde activiteiten deelneemt of een bepaald project opstart. De directeur neemt hierin het initiatief en is verantwoordelijk. Subsidies kunnen bij bepaalde projecten tevens aangevraagd worden bij het Europees Platform. Voor incidentele bekostiging doet de directeur in principe een beroep op het bestuur. Tevens is er de mogelijkheid om bekostiging aan te vragen vanuit de ouderbijdrage. Hiertoe vraagt de directeur toestemming aan de MR. 8.4 Interne geldstromen De school vraagt de ouders om een jaarlijkse vrijwillige bijdrage. Met het geld van de ouderbijdragen bekostigt de school de extra’s (excursies in het kader van de thema’s, de dieren, de schooltuin, de schoolreis, de cadeautjes rondom sint en kerst, etc.). Sommige ouders, gasten en vrienden geven wel eens een gift voor de school. Als deze niet voor een bepaald doel gespecificeerd zijn gaan ze naar het schoolfonds, waar ook de ouderbijdragen heen gaan. Er is een personeelspot op school waaruit zaken gefinancierd worden die het personeel betreffen. Dit betreft onder andere: geboortes, verjaardagen, ziekte en jubilea.

ebs Eden


44

9.0 Klachtenregeling Bij meningsverschillen proberen we zoveel mogelijk in overleg tot een oplossing te komen. Als het overleg niet tot een voor beiden bevredigend resultaat leidt, kan de klachtenregeling die door het bestuur is vastgesteld in gang gezet worden. De klachten kunnen betrekking hebben op schoolinhoudelijke, organisatorische en personele zaken. Op school ligt de klachtenprocedure ter inzage die gevolgd dient te worden in het geval iemand een klacht heeft. Met betrekking tot bovengenoemde geldt:  de school hanteert een door het bestuur vastgestelde klachtenregeling en is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie;  de school maakt jaarlijks een klachteninventarisatie ten aanzien van de veiligheid op school;  elke twee jaar wordt deze geanalyseerd en vertaald in onderwijskundig beleid;  de school beschikt over een interne vertrouwenspersoon en een extern vertrouwenspersoon. Er is een vertrouwenspersoon aangesteld met wie betrokkenen contact kunnen opnemen. Deze helpt het probleem te verhelderen, begeleidt de gesprekken tussen de klager en de aangeklaagde en zet de klacht op papier, voordat deze wordt voorgelegd aan de bestuurscommissie. De vertrouwenspersoon geeft geen oordeel over de klacht, maar verleent louter bijstand in de klachtenprocedure als ouders hierom vragen. De afhandeling van een klacht vindt altijd vertrouwelijk plaats. Eventueel kunnen betrokkenen ook terecht bij de pastoraal werker/kinderpastor.

45

ebs Eden


Beleidsvoornemens Klassenmanagement  Continuering en uitbouw van ingezette ontwikkeling en bewaking vastgestelde doorgaande lijn  Borging en evaluatie

Activiteiten    

Kernvakken  Verbeteren leeropbrengsten taal, rekenen, aanvankelijk lezen, begrijpend lezen en technisch lezen

   

 Opbrengstgericht werken  Continuering en verdere uitbouw opbrengstgericht werken  Borging en evaluatie



 



Betrokkenen

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

observatie ib-er en directeur; bespreking en team- en bouwvergaderingen; klassenbezoeken en collegiale consultatie; scholing indien nodig door externe op individueel niveau en in teamverband;

intern begeleider MT team extern persoon/ instantie

X

X

X

X

invoeren effectieve instructie; invoeren HGW en opbrengstgericht werken; structurele analyse opbrengsten; bespreken in team-, en bouwvergaderingen en zorgoverleg; bespreken met ib-er tijdens leerlingen groepsbespreking;

intern begeleider MT team

X

X

X

X

bij rekenen, taal en het leesonderwijs HGW verder invoeren; groepsplannen op maximaal drie niveaus; bespreken in team- en bouwvergadering en zorgoverleg; bespreken met ib-er tijdens groeps- en leerlingbespreking.


X

X

X

X

46

ebs Eden | Schoolplan 2015-2019

Beleidsvoornemens Handelingsgericht werken  Verdere implementatie van opbrengstgericht werken bij de kernvakken


Onwikkelingsgericht werken  Evaluatie en verdere implementatie van ontwikkelingsgericht werken Zelfstandig werken  continueren en verdere uitbouw van zelfstandig werken  bewaking doorgaande lijn  borging en evaluatie

intern begeleider MT directeur team

 bespreken in team- en bouwvergaderingen;  bespreken in MT.

MT directeur team

 

observatie ib-er en directeur; aanschaf aanvullende middelen; bespreken in team- en bouwvergadering; 1x per jaar op een studiedag; optimaliseren effectieve instructie.

team intern begeleider directeur MT

n.a.v. analyse toetsen en het dagelijks werk van de leerlingen; klassenbezoek ib-er en directeur; collegiale consultatie; groepsbespreking/leerlingbespreking ib-er en leerkrachten.


  

Effectieve instructie Instructie afstemmen op behoefte van de leerling

verdere invoering HGW op genoemde vakgebieden; groepsplannen op maximaal drie niveaus; bespreken in team-, bouwen zorgvergadering; bespreken met ib-er tijdens groeps- en leerlingbesprekingen.

Betrokkenen



  

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

47

ebs Eden


Beleidsvoornemens Taalontwikkeling Uitzetten beleid NT2-onderwijs Consequente schoolbrede aanpak implementeren van bevordering taalontwikkeling Leerlijnen Vastleggen leerlijnen binnen de thema’s Evalueren leerlijnen binnen de thema’s

Methode evaluatie/vervanging V.V.E.-beleid: evalueren en doorgaande lijn realiseren met de voorschool en de peuterspeelzaal

Activiteiten      



  Invoeren nieuwe methode Aardrijkskunde

Evalueren nieuwe methode Aardrijkskunde Blijvende actualisering van onderwerpen in de thema’s Opzetten en verder uitbreiden mediatheek

Beleidsvoornemens Techniek integreren in de thema’s

      



Betrokkenen

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

intern begeleider zet uit; team voert uit. werkgroep en ib-er leggen afspraken vast; team voert uit.

werkgroep intern begeleider team intern begeleider directeur

X

werkgroep legt leerlijnen vast i.s.m. ib-er team evalueert 1x per jaar, bijstelling door werkgroep/ib-er.

werkgroep intern begeleider team directeur MT

X

structureel overleg met medewerkers peuterspeelzaal en de voorschool; warme overdracht; coördinator aanstellen.

Intern begeleider MT team medewerkers voorschool en peuterspeelzaal

X

werkgroep maakt selectie; team maakt keuze; invoeren methode. eind schooljaar evalueren met team; bijstellen en borgen. werkgroep werkt uit en team implementeert werkgroep zet op en houdt bij

MT directeur team MT directeur team werkgroep

X

X

X

X

werkgroep

X

X

X

X

Activiteiten werkgroep werkt uit en team implementeert;

Betrokkenen werkgroep team

2015-2016

2016-2017 X

2017-2018

2018-2019 X

X

X

X

X

X

X

X

X

ebs Eden


48

    

1x per jaar evalueren. werkgroep maakt selectie; team maakt keuze; invoeren methode. bespreken in team- en onderbouwvergadering

Keuze maken met betrekking tot verdere profilering: IPC



Evalueren nieuwe methode IPC



in teamvergadering keuze maken m.b.t. wel/niet invoeren IPC bespreken in team- en onderbouwvergadering

Invoeren methode seksuele opvoeding

   

werkgroep maakt selectie; team maakt keuze; invoeren methode. bespreken in team- en onderbouwvergadering

Uitbouwen van muziekonderwijs in de thema’s



werkgroep werkt uit en team implementeert

MT directeur team MT directeur team MT directeur team MT directeur team MT directeur team MT directeur team werkgroep MT

Integreren van taal, rekenen en studerend lezen binnen de thema’s



werkgroep werkt uit en team implementeert

werkgroep MT

X

Vastleggen aanbod onderbouw: doelen benoemen



intern begeleider en werkgroep leggen vast

werkgroep Intern begeleider

X

Invoeren nieuwe methode Taal

Evalueren nieuwe methode Taal

Evalueren methode seksuele opvoeding

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

49

ebs Eden


Beleidsvoornemens Missie/visie Evalueren missie/visie en bijstellen indien nodig Verdeling Bijbelse verhalen over leerstofcyclus van 3 jaar Evalueren Bijbelse verhalen verdeling over leerstofcyclus van 3 jaar


Implementeren methode aanleren Bijbelkennis



Evalueren methode aanleren Bijbelkennis



Identiteit Borgen evangelische identiteit

 

1x per jaar bespreken in een teamvergadering; directeur legt vast. werkgroep werkt uit en team implementeert 1x per jaar bespreken in een teamvergadering team voert in en 1x per jaar bespreken in een teamvergadering 1x per jaar bespreken in een teamvergadering

1x per jaar bespreken in een teamvergadering; Bespreken in MR 1x per jaar.

Betrokkenen

2015-2016

MT directeur team

2016-2017

2017-2018

2018-2019

X

X

X

X MT directeur team Team MT

X

X

MT directeur team MT directeur team MR

X

X

X

X

50

ebs Eden


Beleidsvoornemens ICT Evalueren ICT-plan en bijstellen indien nodig

Activiteiten  

Scholing leerkrachten ICT

 

Zorg Evalueren en bijstellen zorgplan

  

Vormgeving Passend Onderwijs evalueren en verder borgen

 

Scholing personeel inzake Passend Onderwijs

 

Betere inzet expertise bij zorg

 

Betrokkenen

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

X

X

X

X

1x per jaar bespreken in een teamvergadering; ICT-er stelt plan bij.

MT directeur team

naar behoefte kan iemand scholing volgen; directeur geeft toestemming.

team

1x per jaar bespreken in een teamvergadering; de ib-er stelt zorgplan bij; ib-er stemt af op bovenschoolse afspraken.

MT directeur intern begeleider team

X

X

X

X

2x per jaar bespreken in een teamvergadering; ib-er heeft met directeur en MT de regie en houden contact met SWV en andere scholen. scholing wordt gevolgd indien nodig; scholing individueel of teamverband. ib-er coördineert en signaleert; indien nodig externen ingezet.

MT directeur Intern begeleider team

X

X

X

X

MT directeur intern begeleider team intern begeleider directeur MT

X

X

X

X

X

X

X

X

51

ebs Eden


Beleidsvoornemens Beleid uitzetten voor meer- en hoogbegaafden



Beleid uitzetten voor opvang kinderen met syndroom van Down



Optimaliseren zorgstructuur



 Verdere borging werken met handelingsplannen en groepsplannen Integraal personeelsbeleid Taakbeleid evalueren en bijstellen



 

Gesprekkencyclus volgen: f- en bgesprekken om het jaar, POP gesprekken jaarlijks Scholing conform uitgezet beleid



Personeelsgids opstellen voor nieuwe personeelsleden met alle afspraken, protocollen et cetera





 

Activiteiten intern begeleider zet beleid uit, team volgt uitgezette beleid intern begeleider zet beleid uit, team volgt uitgezette beleid paar maal per jaar overleg in bouwen teamvergaderingen; bespreking overleg ib/dir/MT. ib-er houdt vinger aan de pols bij besprekingen met leerkrachten

Betrokkenen intern begeleider

1x per jaar in teamvergadering bespreken; begin schooljaar taken verdelen. directeur legt schema vast en voert de gesprekken directeur en MT bepalen in overleg met team en individuele personeelsleden werkgroep stelt gids samen; bespreking in team; MT zorgt voor verspreiding oud- en nieuw personeel

2015-2016 X

2016-2017

intern begeleider

2017-2018

2018-2019

X

MT directeur Intern begeleider team

X

X

X

X

team intern begeleider

X

X

X

X

MT directeur team

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

directeur team MT MT directeur intern begeleider team werkgroep team MT

X

52

ebs Eden


Beleidsvoornemens Directie Zichtbaarheid en aanspreekbaarheid vergroten directeur

Activiteiten   



Sterke sturing op school- en kwaliteitsontwikkeling



 

Versterken managementteam

Schoolplan en begroting Jaarbegroting opstellen



Betrokkenen

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

X

X

X

X

directeur staat in de hal bij aanvang school; directeur heeft tijd voor gesprekken; directeur onderhoudt goede contacten met MR/OR; MT ondersteunt de directeur en is ook zichtbaar aanwezig voor ouders. directeur stuurt de school effectiever aan door grotere betrokkenheid; klassenbezoeken; inzetten van MT ondersteuning team.

directeur MT

X

directeur MT

X

X

training MT eventueel door extern bureau.

directeur MT extern bureau

X

X

directeur

X

X

 directeur stelt begroting op i.o.m. bestuur aan het eind van het schooljaar;  bespreken in MRvergaderingen en terugkoppeling naar het team.

53

ebs Eden


Beleidsvoornemens Schoolplan/meerjarenbeleidsplanning evalueren en bijstellen indien nodig



 

Jaarplan opstellen aan de hand van het schoolplan







Onderwijskwaliteit  Leeropbrengsten structureel analyseren.  Implementeren, evalueren en borgen van afspraken

Activiteiten eind van het schooljaar planning evalueren en bijstellen; nieuwe aanpassingen bespreken in MR; definitieve versie ter goedkeuring aan bestuur voorleggen. eind van het schooljaar maakt directeur nieuw concept jaarplan op voor het komende schooljaar; het jaarplan wordt besproken in de teamvergadering en in de MR; het jaarplan wordt omgezet in een definitieve versie en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd.

 2x per jaar n.a.v. cito’s maakt dir. analyse;  bespreking in team en met iber;  afspraken n.a.v. resultaten;  evalueren tussentijds door iber en in teamvergadering;  bespreking ib/mt/dir: nadere afspraken maken intern.  Bespreken resultaten in MR en met bestuur 2x per jaar.

Betrokkenen directeur team MT

directeur

     

directeur MT intern begeleider team MR bestuur

2015-2016 X

2016-2017 X

2017-2018 X

2018-2019 X

X

X

X

X

X

X

X

X

54

ebs Eden


Beleidsvoornemens Trendanalyse maken en bijhouden





 Invoeren kwaliteitsmeetinstrument



 Evalueren kwaliteitsmeetinstrument

Externen  Uitbreiden contacten met externen in het kader van ondernemerschap  Contacten met voorgangers uitbreiden en intensiveren

Locatie Verhuizen naar nieuwe locatie: zomer 2015







 

Profilering Pr voeren om nieuwe leerlingen te werven

 

Activiteiten directeur maakt jaarlijks een trendanalyse van alle schoolopbrengsten; terugkoppeling in zorgoverleg en teamvergaderingen; terugkoppeling naar MR en bestuur jaarlijks. team en MT maken keuze voor kwaliteitsmeetinstrument en voeren in; indien nodig begeleiding externen. 1x per jaar einde schooljaar met hele team

Betrokkenen directeur intern begeleider bestuur MR team

2015-2016 X

directeur MT intern begeleider team externen directeur MT team

X

directeur en MT breiden contacten uit en onderhouden die contacten; terugkoppeling tussentijds naar team/MR

directeur MT externen MR team voorgangers

X

in de zomervakantie wordt alles verhuisd; directeur en MT doen logistieke planning in overleg met bestuur.

directeur MT team

X

promofilm maken en flyers; verspreiden pr-materiaal.

directeur MT team

X

2016-2017 X

2017-2018 X

X

2018-2019 X

X

X

X

X

X

X

X

55

ebs Eden


Doelen

Activiteiten

Klassenmanagement Elke leerkracht voert goed klassenmanagement uit.

   

Kernvakken Verbeteren leeropbrengsten taal, rekenen, begrijpend lezen en technisch lezen.

   

 Opbrengstgericht werken Verdere implementatie van opbrengstgericht werken bij de kernvakken.



 



Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

intern begeleider MT team extern persoon/instantie

Elke leerkracht voert goed klassenmanagement uit.

Van augustus 2014 tot en met juli 2015.

invoeren effectieve instructie; invoeren HGW en opbrengstgericht werken; structurele analyse opbrengsten; bespreken in team-, en bouwvergaderingen en zorgoverleg; bespreken met ib-er tijdens leerlingen groepsbespreking;


De leeropbrengsten bij taal, rekenen, begrijpen lezen en technisch lezen zijn hoger dan in schooljaar 20132014.


bij rekenen, taal en het leesonderwijs HGW verder invoeren; groepsplannen op maximaal drie niveaus; bespreken in team- en bouwvergadering en zorgoverleg; bespreken met ib-er tijdens groeps- en leerlingbespreking.


De leeropbrengsten zijn hoger dan in schooljaar 2013-2014.


observatie ib-er en directeur; bespreking en team- en bouwvergaderingen; klassenbezoeken en collegiale consultatie; scholing indien nodig door externe op individueel niveau en in teamverband;

56

ebs Eden


Doelen Methode evaluatie/vervanging Invoeren methode ‘Startblokken’ in groep 1/2.

Activiteiten o o

VVE-beleid: evalueren en doorgaande lijn realiseren met de voorschool en peuterspeelzaal.

o

Evalueren van de methode voor Technisch Lezen.

o

o o

o o

Evalueren van de methode voor Begrijpend Lezen

o o o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

bespreken in team- en onderbouwvergadering; bespreken in overleg ib-MT


De methode ‘Startblokken’ is ingevoerd.

Juni 2015.

structureel overleg met medewerkers peuterspeelzaal en de voorschool; warme overdracht; Overleggen of een VVEcoördinator moet worden aangesteld.

intern begeleider MT team medewerkers voorschool en peuterspeelzaal

Verbeteren van de taalopbrengsten in groep 1/2. Verbeteren van de doorgaande lijn tussen voorschool, peuterspeelzaal en school.

Januari 2015 t/m juni 2015.

bespreken in team- en onderbouwvergadering; bespreken in overleg ib-MT; opbrengsten nader analyseren.


Besloten is of de methode voldoet of vervangen moet worden. Bij behouden methode wordt vastgesteld wat verbeterd moet worden en of aanvullend materiaal besteld moet worden.

Februari 2015.

bespreken in team- en onderbouwvergadering; bespreken in overleg ib-MT; opbrengsten nader analyseren.


Besloten is of de methode voldoet of vervangen moet worden. Bij behouden methode wordt vastgesteld wat verbeterd moet worden en of aanvullend materiaal besteld moet worden.

Maart 2015.

57

ebs Eden


Doelen Verdere oriëntering op invoering van het International Primary Curriculum (IPC).

Activiteiten o

o o

o

Missie/visie Evalueren missie/visie en bijstellen.

o

o Identiteit De school wil haar evangelische identiteit verder borgen. De school stelt een werkgroep ‘Identiteit’ in, waarin tevens personeel vertegenwoordigd is. Deze werkgroep legt vast hoe de evangelische identiteit tot uiting komt, wat de specifieke kenmerken zijn en waarin zij zich onderscheid van de andere scholen binnen H3O.

o

o o

o

Resultaat

Tijdspad

verder onderzoeken of IPC ingevoerd wordt volgend schooljaar; uitnodigen voorlichter IPC; onderzoeken hoe IPC huidige zaakvakkenaanbod kan vervangen; overleg in teamvergaderingen.

directeur team IPC-Nederland IPC-coördinator

Betrokkenen

Er is besloten om IPC wel of niet in te voeren. Bij een positief besluit zijn de grote lijnen uitgezet voor het volgende schooljaar voor implementatie. Tevens is dan besloten in hoeveel jaar het ingevoerd wordt en welke units aangeboden zullen worden in het volgende schooljaar. Tevens worden dan twee IPCschoolcoördinatoren aangewezen.

Van augustus 2014 t/m juli 2015.

eind van het jaar nieuwe statements kiezen voor komend schooljaar; evalueren eind schooljaar.

directeur team

Er is een keuze gemaakt voor de statements die centraal komen te staan komend schooljaar.

Juni 2015.

de school stelt een werkgroep ‘Identiteit’ in bestaande uit ouders en personeelsleden; de werkgroep maakt een concept voorstel; het concept betreft in ieder geval de inrichting van de samenkomsten, vormgeving gebed en integratie binnen dagelijkse gang van zaken op school; bespreken met team, MR en bestuur.

werkgroep identiteit directeur team MT Bestuur MR

De school heeft vastgelegd hoe zij haar evangelische identiteit waarborgt en wat daarvoor nodig is.

Januari 2015 t/m juni 2015.

58

ebs Eden


Doelen ICT-onderwijs De recent aangeschafte hardware/software/aansluitingen werken goed.

Activiteiten o

Wat vervangen moet worden is vervangen en werkt optimaal.


ict-coördinator

Het ict-plan is bijgesteld indien nodig. Leerkrachten die onvoldoende competent zijn, hebben scholing ontvangen.

Juni 2015.

intern begeleider directeur team ict-coördinator

Het ict-onderwijs is geïntegreerd in het dagelijkse onderwijs van de leerkrachten. Er zijn keuzes gemaakt wat verbeterd moet worden.

Januari 2015 en juni 2015.

o

bespreken eind schooljaar.

Het zorgplan is geëvalueerd.

Mei 2015.

o

ib-er ondersteunt de leerkrachten; regels afspreken met leerlingen; observaties ib-er. ib-er stelt documenten bij; directeur faciliteert indien nodig; structureel analyseren leeropbrengsten; tijdig signaleren van leerachterstanden/ gedragsproblemen en hier adequaat actie op ondernemen.

intern begeleider directeur team intern begeleider team

De leerlingen nemen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces.


intern begeleider directeur MT team

Er is een plan klaar m.b.t. vormgeving passend onderwijs.

April 2015.

Evalueren ict-onderwijs.

o

o

o

Vormgeving passend onderwijs evalueren en verder vastleggen.

Tijdspad

team ict-coördinator directeur

o

Leerlingen leren meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces.

Resultaat

in vergaderingen en in tussentijdse besprekingen met ict-er wordt nagegaan of alles optimaal werkt. ict-coördinator stelt het plan bij indien nodig. indien nodig krijgen leerkrachten scholing. Dit kan individueel of in teamverband. in teamvergadering nagaan of ict-onderwijs aangepast moet worden; jaarlijks aan het eind van het schooljaar evalueren.

Evalueren ict-plan en bijstellen indien nodig. Scholing leerkrachten.

Zorg Evalueren zorgplan.

Betrokkenen

o o o o o o

directeur team ict-coördinator


59

ebs Eden


Doelen

Activiteiten

Opstellen en implementeren ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen die eindniveau groep 7 niet halen.

o

Protocol doorverwijzing SBO evalueren en bijstellen indien nodig.

o

Optimaliseren zorgstructuur.

o

o

o o o Verdere borging werken met groepsplannen.

o

o o

o Aannamebeleid aanscherpen m.b.t. nieuwe (zorg)leerlingen.

o

o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

de intern begeleider stelt de einddoelen vast in conceptvorm; concept wordt besproken in een teamvergadering, aangepast indien nodig en vastgelegd. protocol wordt besproken in teamvergadering, aangepast en vastgelegd.

intern begeleider directeur team

Ontwikkelingsperspectieven zijn vastgesteld.

Maart 2015.


Er is een protocol voor doorverwijzing naar het SBO.

December 2014.

bespreking tijdens overleg met directeur/MT en intern begeleider; bespreking in team- en bouwvergadering; structureel aan het eind van het jaar evalueren; vastleggen van de structuur. intern begeleider ondersteunt de leerkrachten; de leerkrachten leggen de groepsplannen vast; bespreking tijdens groepsoverleg met intern begeleider; groepsplannen voor de kernvakken ingevoerd. richtlijnen worden vastgesteld m.b.t. aanname zorgleerlingen; bespreken in teamoverleg en dir-MT-overleg.


Er is een goed en duidelijk functionerende zorgstructuur.



Alle leerkrachten werken met groepsplannen.



Het aannamebeleid m.b.t. nieuwe (zorg)leerlingen is vastgesteld en vastgelegd.

December 2014.

60

ebs Eden


Doelen

Activiteiten

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

Rapportage Evalueren huidige rapportage voor leerlingen.

o o

tijdens een teamvergadering; bijstellen indien nodig.


De rapporten zijn geëvalueerd. Een keuze is gemaakt voor eventuele bijstelling.

April 2015.

Integraal personeelsbeleid Invoering gesprekkencyclus.

o

Afnemen functioneringsgesprekken en voortgangsgesprekken; verslag opnemen in het personeelsdossier.

directeur team

De gesprekkencyclus is ingevoerd. Dit jaar wordt gestart met functioneringsgesprekken bij de start van het schooljaar. Een voortgangsgesprek vindt plaats na een half jaar. Volgend schooljaar worden beoordelingsgesprekken gevoerd.

Oktober 2014 (F-gesprek).

taakbeleid direct begin schooljaar evalueren en vastleggen; begin nieuwe schooljaar taken opnieuw verdelen. directeur stelt nieuwe personeelsdossiers op.

directeur MT team

Taakbeleid is geëvalueerd en bijgesteld.

September 2014.

directeur

Van iedere leerkracht is een apart personeelsdossier in een afgesloten kast.

September 2014.

binnen het team bijeenkomsten organiseren; externen inschakelen indien nodig; in bouwen teamvergaderingen voortgang bespreken.

intern begeleider MT team directeur

De leerkrachten werken handelingsgericht en opbrengstgericht bij de kernvakken.


o

Taakbeleid evalueren en bijstellen.

o

o Personeelsdossiers reorganiseren. Team Teamscholing m.b.t. HGW, opbrengstgericht werken en daar aan gerelateerde zaken.

o

o o o

April 2015 (V-gesprek).

61

ebs Eden


Doelen Beleid vaststellen met betrekking tot het aanstellen van nieuwe personeelsleden. Nieuw personeel moet de evangelische identiteit van de school waarborgen, waarbij zij aan een aantal vastgestelde criteria moeten voldoen.

Activiteiten o

o

o

o

Beleid vaststellen met betrekking tot het aantrekken van stagiaires, passend binnen de evangelische identiteit van de school.

o

o o

o

Beleid vaststellen met betrekking tot het inzetten van invallers. Invallers moeten de evangelische identiteit van de school kunnen waarborgen.

o

o o

o

het MT stelt nieuwe richtlijnen op voor nieuw aan te stellen personeel; in een teamvergadering wordt dit besproken met het team; de werkgroep identiteit krijgt het concept voorgelegd en mag aanvullen; de directeur bespreekt het concept in de MR en vervolgens met het bestuur. het MT stelt vast aan welke criteria de stagiaires moeten voldoen t.a.v. de evangelische identiteit; bespreken in teamvergadering ; de werkgroep identiteit krijgt het voorstel voorgelegd en mag aanvullen. de directeur bespreekt het voorstel in de MR en eventueel met het bestuur. het MT stelt vast aan welke criteria de stagiaires moeten voldoen t.a.v. de evangelische identiteit; bespreken in teamvergadering; de werkgroep identiteit krijgt het voorstel voorgelegd en mag aanvullen. de directeur bespreekt het voorstel in de MR en het bestuur.

Betrokkenen

Resultaat

directeur MT team MR bestuur werkgroep identiteit

De school heeft een aannamebeleid vastgelegd met betrekking tot het aanstellen van nieuw personeel.

directeur MT team MR werkgroep identiteit bestuur

De school heeft vastgelegd aan welke criteria stagiaires moeten voldoen om de evangelische identiteit te kunnen waarborgen.

directeur MT team MR werkgroep identiteit bestuur

De school heeft vastgelegd aan welke criteria invallers moeten voldoen om de evangelische identiteit te kunnen waarborgen.

Tijdspad Oktober 2014 t/m februari 2015.

Nieuw personeel kan de evangelische identiteit waarborgen en voldoet aan vastgestelde criteria.

Oktober 2014 t/m februari 2015.

De school heeft vastgelegd van welke scholen zij stagiaires willen plaatsen.

Oktober 2014 t/m februari 2015.

De school beschikt over invallers, die de identiteit kunnen waarborgen.

62

Indien mogelijk: een eigen invalpool genereren vanuit het bestuur. ebs Eden


Doelen Directeur Verbeteren van sturing vanuit directeur.

Activiteiten 

  

  Verbeteren van sturing op schoolontwikkeling



  Zichtbaarheid en aanspreekbaarheid directeur vergroten.

o o o

Versterken MT.

o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

directeur zorgt dat hij op de hoogte is van wat speelt en nodig is in de klas en in de school; klassenbezoeken; structureel overleg met MT en ib-er ; tijdens vergaderingen actief sturen m.b.t. onderwijsbeleid; toezien op de uitvoering van afspraken; besluiten bijstellen.

directeur bouwcoördinatoren intern begeleider team

De directeur stuurt het team beter aan.


directeur stuurt de school effectiever aan door grotere betrokkenheid; klassenbezoeken; inzet MT en MT trainen.

directeur MT team

De directeur stuurt de schoolontwikkeling op een effectieve wijze.


de directeur staat in de hal bij aanvang school; de directeur heeft tijd voor gesprekken; de directeur onderhoudt een goed contact met MR en OR op frequente basis;

directeur team MR OR

De directeur is zichtbaar en aanspreekbaar voor iedereen.


het MT wordt getraind en gecoacht door Rene Kemper.

bouwcoördinatoren directeur Rene Kemper

Het MT kan het team aansturen, waarbij duidelijke afspraken zijn omtrent taken en verantwoordelijkheden.


63

ebs Eden


Doelen Schoolplan en begroting Jaarbegroting opstellen

Activiteiten 



Schoolplan/meerjarenbeleidsplanning evalueren en bijstellen indien nodig







Jaarplan opstellen aan de hand van het schoolplan.







Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

directeur stelt begroting op i.o.m. bestuur aan het eind van het schooljaar; bespreken in MRvergaderingen en terugkoppeling naar het team.

directeur MR team bestuur

De jaarbegroting is opgesteld.

November 2014-december 2014.

aan het eind van het schooljaar de meerjarenbeleidsplanning evalueren en bijstellen; nieuwe aanpassingen worden besproken in de MR; definitieve versie ter goedkeuring aan bestuur voorleggen.

Directeur MT team MR bestuur

Schoolplan/meerjarenbeleidsplan is geëvalueerd en bijgesteld indien nodig.

Juli 2015.

de directeur stelt aan het eind van het jaar een nieuw concept jaarplan op voor het komende schooljaar; het jaarplan wordt besproken in de teamvergadering en in de MR; het jaarplan wordt omgezet in een definitieve versie en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd.

intern begeleider directeur MT team MR bestuur

Jaarplan is opgesteld.

September 2015.

64

ebs Eden


Doelen Onderwijskwaliteit Leeropbrengsten structureel analyseren. Implementeren, evalueren en borgen van afspraken.

Activiteiten o

o

o o

o o

o

o

o

Trendanalyse maken en bijhouden

o

o

Betrokkenen

twee keer per jaar analyse opbrengsten n.a.v. de citotoetsen; lkr. maken individuele- en groepsanalyse na de cito toetsen en methodegebonden toetsen; onderwijs op niveau n.a.v. toetsresultaten; ib-er en leerkrachten maken afspraken a.h.v. opbrengsten; ib-er controleert uitvoering hp/gp; directeur maakt jaarlijks een trendanalyse van alle opbrengsten; afnemen lvs in aangegeven periode en de leerkracht voert binnen 2 weken alle gegevens in; eind van het schooljaar evalueren opbrengsten alle groepen hele jaar; terugkoppeling in zorgoverleg.

intern begeleider directeur MT Team

directeur maakt jaarlijks een trendanalyse van alle schoolopbrengsten; terugkoppeling in zorgoverleg en teamvergaderingen.

directeur team

Resultaat De leeropbrengsten worden structureel geanalyseerd.

Tijdspad Van augustus 2014 t/m juli 2015.

De leerkrachten maken individuele- en groepsanalyses. De leerkrachten passen hun onderwijs aangepast o.g.v. de leeropbrengsten. De directeur heeft een trendanalyse gemaakt van alle leeropbrengsten. Actieplannen zijn opgesteld indien de opbrengsten dit vereisen.

De directeur heeft analyses gemaakt van de tussenopbrengsten en een trendanalyse.

Januari 2015 en juni 2015.

65

ebs Eden


Doelen Organisatiestructuur Vastleggen en implementeren van nieuwe organisatiestructuur

Activiteiten o

o

Vastleggen van taken en verantwoordelijkheden nieuwe organisatiestructuur

o

o

Externen Verbeteren contacten met ouders.

o o o

Uitbreiden en intensiveren contacten met externen in het kader van ondernemerschap.

o

o

o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

Er wordt gewerkt met een MT bestaande uit de directeur en 2 bouwcoördinatoren (groep 1-4, groep 5-8); nieuwe structuur evalueren aan het eind van het schooljaar.

directeur MT MR team

De nieuwe organisatiestructuur is vastgelegd en geïmplementeerd.

September 2014-november 2014.

directeur legt taken en verantwoordelijkheden vast in overleg met het MT; taken en verantwoordelijkheden jaarlijks evalueren en bijstellen indien nodig.

directeur MT team

Taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd.

Oktober 2015.

ouders tijdig informeren; ouders meer betrekken bij de school; goede contacten met MR en OR, formeel en informeel. de directeur onderhoudt in principe de contacten met externen; huidige contacten worden zo veel mogelijk geïntensiveerd; intensiveren contacten m.b.t. peuterspeelzaal en kinderopvang.

directeur team MR OR

De contacten met externen zijn verbeterd.


Directeur MT team schoolmaatschappelijk werk GGD

De contacten met externen zijn geïntensiveerd en waar nodig uitgebreid.


66

ebs Eden


Doelen Intern Verbeteren communicatie.

Activiteiten o

o

o

o

Profilering en pr Profilering op IPC onderzoeken.

o

o

PR voeren om nieuwe leerlingen aan te trekken.

o

o o o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

directeur en MT communiceren duidelijk en tijdig naar het team toe; men spreekt elkaar aan als iets niet verloopt conform afspraak; de directeur en de bouwco's verzorgen regelmatig een interne memo om personeel zoveel mogelijk up-to-date te houden; mededelingen via de mail en via het mededelingenbord.

directeur MT team

De communicatie is verbeterd.


in besprekingen en overleg met MR en bestuur onderzoeken of IPC ingevoerd wordt ter profilering van de school; indien dit niet wordt besloten, dan een alternatief vaststellen.

directeur team MR Bestuur

De school heeft een keuze gemaakt waarmee zij zich zal profileren.


pr gaat ingezet worden om nieuwe leerlingen te genereren; open dagen organiseren; eventueel brochures en flyers laten maken; promofilm maken.

team directeur MT Pr-werkgroep MR Jesse

Het leerlingenaantal bedraagt volgend schooljaar minimaal 185.

Van augustus 2014 t/m juli 2015. Brochures/flyers: januari 2015.

Het staat vast hoe de school haar pr vorm gaat geven.

67

Er is een promofilm gemaakt.

ebs Eden


Doelen Locatie Huidige locatie verder opruimen en aantrekkelijker maken. Verbeteren van de inrichting van de lokalen en de gangen.

Activiteiten o

o o

Vastgesteld beleid m.b.t. nieuwe toekomstige locatie i.v.m. stijging leerlingenaantal.

o o

o

Betrokkenen

Resultaat

Tijdspad

het team, de conciërge en ouders ruimen de school verder op; de lokalen worden aantrekkelijker ingericht; de gangen worden opgeruimd i.v.m. vluchtroute bij brand.

directeur MT team MR bestuur

De school is opgeruimd. De gangen zijn zo goed als leeg. De lokalen zien er aantrekkelijk en overzichtelijk uit. Oud meubilair is vervangen. Achterstallig onderhoud is weggewerkt.

Van augustus 2014 t/m december 2014.

In overleg met bestuur over nieuwe locatie; Plan van aanpak maken voor inrichting toekomstige locatie; bespreken met team en MR.

directeur MT team MR bestuur

Er is een besluit over de nieuwe locatie. Er is een plan van aanpak voor eventuele aanpassingen die nodig zijn. Het is duidelijk op welke termijn een eventuele verhuizing plaats zal vinden bij verdere groei van de school.

Mei 2015.

68

ebs Eden


Bijlage: Formulier vaststelling en instemming schoolplan 2015-2019 Schoolgegevens: Brinnummer: Directeur: Adres hoofdvestiging: Contact school: Website: Bevoegd gezag: Adres bevoegd gezag: Contactpersoon: Contact bevoegd gezag: Website: Instemming met en vaststelling van het schoolplan

Dhr. R. Kemper (a.i.) Bosboom Toussaintstraat 62 3314 GE Dordrecht Tel. 078-6135380 E-mail: [email protected] www.ebs-eden.nl Bestuur Stichting H3O Kolfstraat 120 3311 XL Dordrecht heer drs. J. Ramaker, voorzitter College van Bestuur Tel. 078-8905000 /Fax 078-8905045 www.hadrieo.nl Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan 2015-2019.

Namens de MR, ------------------------------------------ plaats ------------------------------------------ datum ------------------------------------------ naam ------------------------------------------ functie

------------------------------------------ handtekening

Verklaring Het Bevoegd Gezag van bovengenoemde school heeft het schoolplan 2015-2019 vastgesteld.

Namens het Bevoegd Gezag, ---------------------------------------- plaats ---------------------------------------- datum ---------------------------------------- naam ---------------------------------------- functie

69

---------------------------------------- handtekening

ebs Eden | Schoolplan 2015-2019

EBS EDEN SCHOOLPLAN Stichting H3O Dordrecht

Recommend Documents