EaSI. Nieuw overkoepelend EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie. Sociaal Europa

EaSI

Nieuw overkoepelend EU-programma voor werkgelegenheid

en sociale

innovatie

Sociaal Europa

EaSI

Nieuw overkoepelend EU-programma voor werkgelegenheid

en sociale

innovatie

Europese Commissie Directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie Manuscript voltooid in november 2013

Noch de Europese Commissie, noch enige persoon die optreedt in naam van de Commissie, kan verantwoordelijk worden gesteld voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de gegevens in deze publicatie. De links in deze publicatie klopten toen de tekst werd afgesloten. Omslagfoto: Mi Ran Collin — © Europese Unie Voor elk gebruik of elke reproductie die niet valt onder het auteursrecht van de Europese Unie, dient rechtstreeks van de auteursrechthouder(s) toestemming te worden verkregen.

Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw vragen over de Europese Unie. Gratis nummer (*):

00 800 6 7 8 9 10 11 (*) De informatie wordt gratis verstrekt en bellen is doorgaans gratis, maar sommige operatoren, telefooncellen of hotels kunnen kosten aanrekenen.

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu). Catalografische gegevens en een samenvatting bevinden zich aan het einde van deze publicatie. Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2014 ISBN 978-92-79-33572-3 — doi:10.2767/43832 (print) ISBN 978-92-79-33596-9 — doi:10.2767/50730 (pdf) © Europese Unie, 2014 Overneming met bronvermelding toegestaan. Printed in Belgium Gedrukt op elementair chloorvrij gebleekt papier (ECF)

Voorwoord De sociale en werkgelegenheidssituatie is tegenwoordig de voornaamste zorg van mensen en overheden in de hele Unie. Ze vormt tevens een bedreiging voor de samenhang, stabiliteit, welvaart en het concurrentievermogen van de EU op middellange en lange termijn. In deze tijden van crisis en opdoemende demografische, milieu- en technische uitdagingen die onze arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels treffen, heeft Europa naast het Europees Sociaal Fonds (ESF) een instrument op EU‑niveau nodig om innovatieve oplossingen te vinden, testen en verspreiden om een duurzame groei en werkgelegenheid op lange termijn te bevorderen, het verschil tussen de lidstaten te verkleinen en vooruitgang te boeken bij het verminderen van sociale ongelijkheid. Het EU‑programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) beoogt deze leemte op te vullen. Het onderbouwt de tenuitvoerlegging van de Europa 2020strategie op het gebied van werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie, en vult het ESF aan (dat zich concentreert op projecten op plaatselijk en nationaal niveau) door het accent te leggen op innovatieve projecten met een Europese dimensie. De prioritaire activiteiten van EaSI in de periode 2014-2020 zullen de lidstaten helpen hun arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels te moderniseren en hun werkgelegenheidscijfers te verhogen, met name onder jongeren. Andere belangrijke taken omvatten steunverlening voor het scheppen van banen, het bevorderen van een hoog opleidingsniveau van werknemers, het aanmoedigen van de aanpassing aan veranderingen en de anticipatie op herstructureringen, het stimuleren van geografische mobiliteit en het bevorderen van sociale innovatie. Door de identificatie, analyse en verspreiding van beste praktijken zal EaSI de inspan ningen ondersteunen voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van hervormingen inzake werkgelegenheid en sociaal beleid op Europees, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau. Concrete projecten en activiteiten zullen helpen bij het testen van ideeën in de praktijk, voordat de meest succesvolle daarvan op grotere schaal worden toegepast, onder andere via het ESF. In dat verband zal EaSI circa 100 miljoen EUR besteden aan het opzetten van dergelijke experimenten in de meest kritieke beleidsterreinen zoals jeugdwerkloosheid of inclusie van kansarme groepen.

E a S I — N i e u w overkoepelend EU-programma v o o r werkgelegenheid en sociale innovatie

3

Door de opname van Eures in EaSI worden gerichte mobiliteitsregelingen ingevoerd om de zoektocht naar werk te vergemakkelijken en de afstemming van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt te verbeteren. Ten slotte voorziet EaSI in een nieuw financieel instrument voor sociale ondernemingen en wordt continuïteit gewaarborgd dankzij onze succesvolle microfinanciering. Daar het vooropgestelde budget van EaSI eerder klein is, biedt het een platform voor innovatie en experimenten die kunnen worden uitgebreid tot de lidstaten, onder andere met de steun van het ESF. We hebben nog een lange weg te gaan voor we de gemeenschappelijke doelstellingen hebben bereikt die voor 2020 zijn vastgesteld. Deze publicatie kan daarbij helpen door enkele manieren toe te lichten waarop EaSI en een ruime groep belanghebbenden kunnen helpen ons beleid en ons optreden in goede banen te leiden.

László Andor Commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie

4


Inhoudsopgave Voorwoord��3 1. De essentie van EaSI��7 2. Progress: moderniseren van werkgelegenheid en sociaal beleid�� 11 3. Eures: bevorderen van beroepsmobiliteit�� 15 4. Microfinanciering en sociaal ondernemerschap�� 19 Lees meer en volg ons�� 22


5

1. De essentie van EaSI Het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is een financieel instrument op Europees niveau dat direct door de Europese Commissie wordt beheerd ter ondersteuning van werkgelegenheid, sociaal beleid en beroepsmobiliteit in de hele EU. De financiële middelen van EaSI worden gebruikt om ideeën voor hervormingen in de praktijk te testen en te evalueren, en om daarna de beste ervan uit te breiden naar de lidstaten. Het concept van sociale innovatie, waarbij het accent vooral op jongeren ligt, vormt de kern van EaSI. Het programma zal jaarlijks 10 tot 14 miljoen EUR beschikbaar stellen voor sociale innovatiemaatregelen. EaSI bundelt drie EU‑programma’s die tussen 2007 en 2013 afzonderlijk werden beheerd: ¥¥Progress (programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit), dat de ontwikkeling en coördinatie van een EU‑beleid inzake werkgelegenheid, sociale inclusie, sociale bescherming, arbeids omstandigheden, antidiscriminatie en gendergelijkheid ondersteunt; ¥¥Eures (Europees netwerk voor de werkgelegenheid), een samenwerkingsnetwerk van de Europese Commissie en de openbare arbeidsbemiddelingsdiensten van de lidstaten dat de mobiliteit van werknemers stimuleert; ¥¥Progress‑microfinanciering, met als doel de beschikbaarheid van microkredieten te verbeteren voor particulieren die een kleine onderneming oprichten of uitbouwen. Vanaf januari 2014 vormen deze programma’s de drie pijlers van EaSI. Door die programma’s in één overkoepelend programma samen te brengen, hoopt de Commissie voort te bouwen op behaalde successen en gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid in de EU. Een betere coördinatie tussen de programma’s, een samenhangender beleid, evenals meer efficiëntie bij de uitvoering en het beheer behoren eveneens tot de verwachte voordelen van deze maatregel. EaSI staat niet op zichzelf. Samen met het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) vormt het een coherent geheel van EU‑programma’s ter bevordering van de werkgelegenheid, sociale bescherming en sociale inclusie, en van de arbeidsomstandigheden in de periode 2014-2020.


7

Het instrument maakt deel uit van de groeistrategie van de EU voor de komende tien jaar en ondersteunt daarbij de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020 inzake werkgelegenheid en sociaal beleid. Het steunt tevens de uitrol van de zeven kerninitiatieven die in 2010 van start gingen, met name het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting, Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen, en Jeugd in beweging. De doelstellingen van EaSI vormen een aanvulling op een reeks andere, recente initiatieven van de Europese Commissie voor het aanpakken van de sociaaleconomische uitdagingen, met name het pakket maatregelen voor werkgelegenheid, sociale investeringen en jeugdwerkgelegenheid. De doelstellingen sluiten ook aan bij de werkgelegenheids- en sociale aspecten van het Europees semester.

Doelstellingen van EaSI ¥¥ De betrokkenheid bij de EU‑doelstellingen vergroten en acties coördineren op EU- en nationaal niveau op het gebied van werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie. ¥¥ De ontwikkeling van passende socialezekerheidsstelsels en arbeidsmarkt maatregelen ondersteunen door het bevorderen van goed bestuur, wederzijds leren en sociale innovatie. ¥¥ De EU‑wetgeving moderniseren en zorgen voor een doeltreffende toepassing van de EU‑wetgeving. ¥¥ De geografische mobiliteit verbeteren en de arbeidskansen vergroten door een open arbeidsmarkt te creëren. ¥¥ De beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro‑ondernemingen verbeteren en de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen vergroten.

8


© Imageglobe

Gecoördineerde actie Het uitvoeren van beleidsmaatregelen om sociaaleconomische problemen aan te pakken, is in hoofdzaak de verantwoordelijkheid van de lidstaten en regio’s. Er is echter een groeiende consensus over het feit dat een gecoördineerde actie op EU‑niveau het beleid ter plaatse kan verbeteren. Hier is een rol voor EaSI weggelegd. De drie programma’s — die onder dezelfde namen blijven bestaan — zijn in hoge mate complementair. Ze streven allemaal hetzelfde doel na om de werkgelegenheid, sociale inclusie en beroepsmobiliteit te bevorderen. Zo zal bijvoorbeeld de uitvoering van de pijler Microfinanciering ook geschraagd worden door de Progress-pijler, met name door de ondersteuning van technische hulp die geboden wordt aan verstrekkers van microfinanciering.


9

Complementariteit met andere EU‑programma’s EaSI is bedoeld ter ondersteuning van de ontwikkeling van beleid en wetgeving op EU‑niveau. De relevante acties dienen te worden aangevuld op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau. Zo zullen alle nationale Eures‑activiteiten worden gefinancierd door het ESF. Grensoverschrijdende partnerschapsactiviteiten die meer dan een lidstaat betreffen, zullen financiële steun ontvangen van EaSI om de mobiliteit van werknemers in de EU te bevorderen. EaSI zal ook nauw samenwerken met andere financiële instrumenten van de EU op gebieden zoals sociale dialoog, justitie en grondrechten, onderwijs, beroepsopleiding en jeugdbeleid, onderzoek en innovatie, ondernemerschap, gezondheid, uitbreiding en buitenlandse betrekkingen, en algemeen economisch beleid. Progress wordt van vijf naar drie gebieden herleid. De activiteiten ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen en ter bestrijding van discriminatie zullen in de periode 2014-2020 worden gefinancierd door het programma voor grondrechten, gelijkheid en burgerschap. EaSI zal echter in al zijn doelstellingen gendergelijkheid bevorderen en discriminatie bestrijden, in overeenstemming met de EU‑verbintenissen en de doelstellingen van Europa 2020.

EaSI in cijfers ¥¥ Totaalbudget: 919 469 000 EUR, in huidige prijzen. ¥¥ Indicatieve toewijzing van middelen: Progress (61 %, waarvan 15 tot 20 % voor sociale experimenten), MF/SE 21 % en Eures 18 %. Microfinanciering en sociaal ondernemerschap

21 %

Bevorderen van beroepsmobiliteit (Eures)

18 %

61 %

Moderniseren van werkgelegenheid en sociaal beleid (Progress)

919 miljoen EUR over zeven jaar 10


2. Progress: moderniseren van werkgelegenheid en sociaal beleid Progress is het belangrijkste instrument van de EU dat direct door de Europese Commissie wordt beheerd ter bevordering van de hervormingen op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Het programma heeft tot doel bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie, de kerndoelen ervan, de geïntegreerde richtsnoeren en de belangrijkste initiatieven. Het zal het EU‑beleid op drie gebieden blijven ondersteunen: een hoge kwaliteit en duurzame werkgelegenheid bevorderen, een adequate en fatsoenlijke sociale bescherming waarborgen, en sociale uitsluiting en armoede bestrijden, waardoor de arbeidsomstandigheden verbeteren. De financiële middelen worden als volgt verdeeld: ¥¥ werkgelegenheid, met name om de jeugdwerkloosheid te bestrijden: min. 20 %; ¥¥ sociale bescherming, sociale inclusie en de vermindering en voorkoming van armoede: min. 50 %; ¥¥ arbeidsomstandigheden: min. 10 %. Met het oog op flexibiliteit kan er een combinatie van beleidskwesties worden aange pakt met de resterende 20 % van het budget.

Specifieke doelstellingen In de periode 2014-2020 zal Progress op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming en arbeidsomstandigheden doorgaan met het ontwikkelen en verspreiden in de EU van vergelijkbare analytische kennis, het bevorderen van informatie‑uitwisseling, wederzijds leren en dialoog, en de lidstaten en de andere deelnemende landen helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de EU‑wetgeving. Bovendien zal het nieuwe programma niet‑gouvernementele organisaties financiële steun bieden, met name bij het bevorderen van sociale inclusie en het bestrijden van armoede.

Sociale experimenten Progress zal zijn steun voor het testen van beleidsinnovaties en -experimenten op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid nog versterken door toezicht op de methodiek (een strengere wetenschappelijke aanpak) en de financiering (een verbintenis om jaarlijks tussen de 10 en 14 miljoen EUR uit te geven). De steun aan maatschappelijke experimenten beoogt het uitbreiden naar de lidstaten van de sociale innovaties die E a S I — N i e u w overkoepelend EU-programma v o o r werkgelegenheid en sociale innovatie

11

vernieuwende oplossingen voor sociale behoeften bieden. Het programma ondersteunt de vergaring van bewijsmateriaal over de haalbaarheid van innovaties op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid die vernieuwende oplossingen voor sociale behoeften bieden, voordat ze bij overtuigende resultaten op grotere schaal worden toegepast. Succesvolle ideeën kunnen worden uitgevoerd met financiële steun van het ESF en andere bronnen. Zo startte het programma in 2012 17 proefprojecten op in 11 EU‑lidstaten. Eén ervan, het project „HOPE in stations”, leidde tot een zachtere aanpak van daklozen in treinstations door de autoriteiten in zeven Europese steden. Progress zal het toegewezen budget ook gebruiken voor sociale experimenten om het potentieel voor werkgelegenheid en sociale innovatie verder te ontwikkelen.

Soorten activiteiten die uit hoofde van Progress kunnen worden gefinancierd 1) Analytisch a) De door Progress verzamelde beleidsgegevens worden vaak gebruikt door de Europese Commissie en helpen bij het totstandbrengen/versterken van het nationaal debat in alle fasen van de beleidsvorming. De succesverhalen van het programma bevatten beleidsgegevens die werden verzameld voor: ¥¥ werkgelegenheid: driemaandelijkse rapporten van de Europese Waarnemings post voor de werkgelegenheid; ¥¥ sociale bescherming en sociale inclusie: MISSOC‑database, vergelijkende tabellen betreffende 31 landen en 12 grote beleidsgebieden van de sociale bescherming; ¥¥ arbeidsomstandigheden: Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk, pan‑Europese enquête over de gezondheid en veiligheid op het werk, met resultaten uit 36 Europese landen in 2012; ¥¥ gendergelijkheid: database van mannen en vrouwen die een rol spelen bij de besluitvorming: gegevens over het aantal mannen en vrouwen betrokken bij het besluitvormingsproces in de politiek, overheidsdiensten, justitie en diverse andere sleutelgebieden in de economie, met gegevens uit 34 landen; ¥¥ niet‑discriminatie: geactualiseerd thematisch rapport over het verbod van discriminatie onder het Europees recht inzake de mensenrechten.

12


b) Progress helpt de Commissie door middel van regelmatige monitoring ervoor te zorgen dat de EU‑wetgeving correct en doeltreffend wordt toegepast in de lidstaten. Het heeft actief bijgedragen tot de ontwikkeling en aanpassing van wetsinitiatieven, met name voor de arbeidsomstandigheden en de mogelijke herziening van het wetgevingskader over de detachering van werknemers.

2) Wederzijds leren, bewustmaking en verspreiding a) P rogress ondersteunt collegiale toetsingen rond het beleid inzake sociale bescherming en sociale inclusie in verschillende EU‑lidstaten om wederzijdse leerprocessen, beleidsoverdracht en een gezamenlijk inzicht en verantwoordelijk heidsgevoel ten aanzien van de EU‑beleidsdoelstellingen op deze gebieden te vergemakkelijken. Een collegiale toetsing in Parijs in 2012 toonde aan dat het ondersteunen van de sociale economie in hoge mate bepalend is voor het bereiken van ten minste drie kerndoelen van de Europa 2020-strategie (werkgelegenheid en groei, innovatie en bestrijding van armoede) en leidt tot sociale innovatie. Samen met het gastland Frankrijk en tien vergelijkbare landen namen door Progress gefinancierde ngo’s — Eurodiaconia en Feantsa — als grote belanghebbenden deel aan het evenement en deelden ze hun expertise met andere deelnemers. b) De uitwisseling van goede praktijken en ervaring vormt een van de basis principes van de Europa 2020-strategie. Het project „New skills for green jobs: A case for a more gender inclusive labour market?” (Nieuwe vaardigheden voor groene banen: een geval voor een meer genderinclusieve arbeidsmarkt?) was gericht op het bevorderen van toereikende vaardigheden om de overgang naar een groene economie te ondersteunen. De hulpmiddelen voor de vroegtijdige vaststelling van de vereiste vaardigheden voor een groene economie werden geïdentificeerd en overgedragen tussen de deelnemende landen. Er werd ook aandacht besteed aan de manieren om de doeltreffendheid en relevantie van bestaande opleidingspraktijken te verbeteren, waarbij het accent lag op de actieve deelname van vrouwen. c) Benchmarking van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA’s). Dankzij het succesvolle project „Benchmarking of PES activities” (Benchmarking van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening — ODA’s) en de nevenevenementen voor wederzijds leren zijn de doelmatigheid en doeltreffendheid van de ODAdiensten in de hele EU verbeterd. Wijzigingen in de dienstverlening van de ODA’s zijn het rechtstreekse resultaat van of worden geïnspireerd door deelname aan ODA‑evenementen voor wederzijds leren. Deze omvatten activiteiten in verband met individuele actieplannen, het koppelen van banen aan profielen en het werk van laaggeschoolde werklozen, met name jongeren.


13

3) Steun voor de belangrijkste actoren Belangrijke ngo’s in de EU brengen het perspectief van hun respectieve doel groepen en horizontale kwesties naar diverse beleidsterreinen. Progress heeft meer dan dertig belangrijke EU‑netwerken en ngo’s ondersteund die actief zijn op het gebied van niet‑discriminatie, gendergelijkheid en sociale inclusie/sociale bescherming. Samen vormen ze een belangrijke bron van informatie voor de EU, de nationale beleids makers en andere belanghebbenden, en ze helpen bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een horizontale aanpak inzake het Europese sociaal en werkgelegenheidsbeleid. Door het verstrekken van financiële steun aan belangrijke EU‑netwerken heeft Progress bijgedragen tot het communiceren en stimuleren van belangrijke ideeën en strategieën, zoals het Europees Jaar van actief ouder worden en solidariteit tussen generaties, de invoering van het platform tegen armoede en sociale uitsluiting, en de uitvoering van nationale strategieën voor de integratie van de Roma. Progress zal dergelijke activiteiten tussen 2014 en 2020 blijven stimuleren. Tevens zal het zorgen voor een nog grotere meerwaarde voor de EU en beleidsrelevantie voor de huidige en toekomstige prioriteiten op EU‑niveau.

Wie komen in aanmerking? Progress geeft financiële steun aan: ¥¥ EU‑lidstaten; ¥¥ EER‑landen, overeenkomstig de EER‑overeenkomst, en EVA‑landen; ¥¥ kandidaat‑lidstaten en potentiële kandidaat‑lidstaten van de EU, in overeen stemming met de algemene beginselen en de algemene voorwaarden die in de met die landen gesloten kaderovereenkomsten voor hun deelname aan EU‑programma’s zijn vastgesteld. De soorten organisaties die financiële steun kunnen aanvragen, zijn: ¥¥ nationale, regionale en plaatselijke overheden; ¥¥ openbare diensten voor arbeidsbemiddeling; ¥¥ in de EU‑wetgeving bedoelde gespecialiseerde instanties; ¥¥ de sociale partners; ¥¥ niet‑gouvernementele organisaties; ¥¥ instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksinstellingen; ¥¥ deskundigen op het gebied van evaluatie en effectbeoordeling; ¥¥ nationale bureaus voor de statistiek; ¥¥ de media.

14


3. Eures: bevorderen van beroepsmobiliteit De Eures‑pijler versterkt de activiteiten van Eures, een Europees netwerk voor beroeps mobiliteit dat informatie, advies en diensten verleent op het gebied van werving en plaatsing aan werkgevers, werkzoekenden en aan iedere burger die wil profiteren van het beginsel van vrij verkeer van werknemers. Eures bestaat uit een netwerk van ongeveer 900 Eures‑consulenten die ter plaatse diensten verlenen, en het Eures‑portaal. In november 2013 bevatte het Eures‑portaal zo’n 1 900 000 vacatures, meer dan 1 200 000 cv’s en ongeveer 32 000 geregistreerde werkgevers. Het heeft rond de vier miljoen bezoekers per maand. Ieder jaar krijgen zo’n 150 000 werkzoekenden een baan of een werkaanbieding via Eures.

Specifieke doelstellingen Eures zal ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk transparant zijn voor potentiële aanvragers en werkgevers op EU‑niveau. Het programma zal het Eures‑portaal en zijn zelfbedieningshulpmiddelen moderniseren, met inbegrip van de online Europese banendagen die overal in de EU plaatsvinden. Werkzoekenden in heel Europa zullen toegang krijgen tot dezelfde werkaanbiedingen en ondersteunende diensten, terwijl werkzoekenden en werkgevers zullen kunnen profiteren van op elkaar afgestemde hulpmiddelen op het Eures‑portaal. Het programma zal ook diensten voor de werving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Europees niveau. Het zal gerichte mobiliteitsregelingen opstellen en ontwikkelen om ondersteuning en financiële middelen te bieden aan werkzoekenden die in een ander EU‑land werk willen vinden. Dat zal het makkelijker maken om knelpuntvacatures of moeilijk te vervullen vacatures te vervullen, en dus een stimulans vormen voor bepaalde groepen werknemers om mobiel te worden, en voor landen om een bestemming voor mobiele werknemers te worden. De regelingen bouwen voort op de ontwikkeling van Je eerste Eures‑baan, wat momenteel loopt als een proefproject in de vorm van een voorbereidende actie om jongeren (18-30 jaar) te helpen bij het vinden van een baan in een andere lidstaat, terwijl het kmo’s/mkb’s, de grootste groep werkgevers in de EU, aanmoedigt om jongeren aan werk te helpen.


15

© Imageglobe

Eures‑opleiding EaSI zal het aantal medewerkers dat opgeleid moet worden verhogen (tot 1 000 personen) en virtuele leermogelijkheden ontwikkelen die aan iedere Eures‑dienstverlener worden aangeboden. Gespecialiseerde Eures‑opleidingsmodules zullen het accent leggen op gebieden als bijstand voor werkzoekenden, bemiddeling en plaatsing, diensten voor werkgevers, en een verhoogd gebruik van ICT‑hulpmiddelen. Dat moet leiden tot een belangrijke kwalitatieve toename van de Eures‑dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers, die de grootste doelgroepen van Eures vormen.

Het Eures‑portaal voor beroepsmobiliteit Op een doorsnee dag staan er 1,5 miljoen vacatures voor werkzoekenden op het Eures‑portaal. Vanaf 2014 zal de Eures‑dienstverlening worden geopend voor nieuwe partners, waardoor het aantal opgenomen vacatures binnen twee jaar mogelijk zal toenemen tot zo’n twee miljoen. Dat zal leiden tot meer transparantie op de Europese arbeidsmarkt en een betere toegang tot arbeidsmogelijkheden voor werkzoekenden.

16


Het portaal krijgt ongeveer 38 miljoen unieke bezoekers per jaar. Doordat de kwalitatieve toename van de Eures‑diensten op het portaal en in de landen zelf dankzij EaSI gemakkelijker wordt gemaakt, kan dat aantal binnen twee jaar mogelijk oplopen tot 45 miljoen. Werkgevers die een baan aanbieden, zullen de Europese werkzoekenden nog beter kunnen bereiken, wat zal leiden tot een betere afstemming van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt. Eures heeft tot dusver gezorgd voor zo’n 150 000 plaatsingen binnen de EU per jaar. Door de strategische hervorming die momenteel aan de gang is, zal dat aantal nog sterk toenemen.

Je eerste Eures‑baan In de periode 2012-2013 heeft de Commissie een nieuwe mobiliteitsregeling voor werknemers getest, Je eerste Eures‑baan, om de toegang tot banen in heel Europa voor jongeren te verbeteren. Deze regeling bleek succesvol te zijn, met plaatsing van ongeveer 5 000 jongeren in heel Europa, en zal vanaf 2014 worden voortgezet als een „gerichte mobiliteitsregeling voor werknemers”. De regeling zal zich ook uitstrekken tot stageplaatsen en leerwerkplekken, evenals toegang verlenen tot banen in sectoren die het moeilijk hebben om het nodige personeel te vinden zoals ICT. De doelgroepen zijn jongeren tussen 18 en 30 jaar en werkgevers (alle ondernemingen, met name kmo’s/mkb’s).

Soorten activiteiten die uit hoofde van Eures kunnen worden gefinancierd Eures bevordert de beroeps- en individuele mobiliteit in de EU en de nieuwe Eures zal zich richten op de volgende activiteiten: ¥¥ de ontwikkeling van een meertalig digitaal platform en van zelfbedienings hulpmiddelen voor de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk; ¥¥ de ontwikkeling van gerichte mobiliteitsregelingen (bv. voortzetting van Je eerste Eures‑baan), na het indienen van voorstellen, om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont en/of werknemers te helpen die mobiel willen worden, daar waar er een duidelijke economische behoefte is; ¥¥ de ontwikkeling en de activiteiten van grensoverschrijdende Eures‑partner schappen, met name dienstverlening op het gebied van informatie, advies, plaatsing en werving van grensarbeiders; ¥¥ wederzijds leren onder Eures‑actoren en de opleiding van Eures‑consulenten, met inbegrip van grensoverschrijdende Eures‑partners; ¥¥ informatie- en communicatieactiviteiten om de voordelen van geografische en beroepsmobiliteit in het algemeen, en van de activiteiten en dienstlevering van Eures onder de aandacht te brengen.


17

Organisaties die financiële steun kunnen aanvragen, zijn: ¥¥ nationale, regionale en plaatselijke overheden; ¥¥ openbare diensten voor arbeidsbemiddeling; ¥¥ organisaties van sociale partners en andere belanghebbende partijen.

Hoe wordt Eures gefinancierd? Het totale Eures‑budget ligt naar schatting rond de 20 miljoen EUR per jaar. Eures zal minimaal 32 % van zijn financiële middelen toewijzen aan het transparant maken van vacatures, minimaal 30 % aan de ontwikkeling van diensten voor de werving en plaatsing van werknemers, en minimaal 18 % aan grensoverschrijdende partnerschappen (voor de oprichting van ondersteunende diensten die specifiek zijn afgestemd op de behoeften van grenspendelaars). Het resterende percentage zal worden toegekend aan horizontale projecten.

18


4. Microfinanciering en sociaal ondernemerschap In de periode 2014-2020 vormt Microfinanciering en sociaal ondernemerschap (MF/SE) de derde pijler van het EaSI‑programma. De financiële middelen zullen gelijkmatig worden verdeeld over microfinanciering en sociaal ondernemerschap, met elk minimaal 45 %. Maximaal 10 % gaat naar horizontale projecten. MF/SE zal de toegang tot microfinanciering voor particulieren en micro‑ondernemingen verder verbeteren, en tevens zorgen voor capaciteitsopbouw voor microkrediet verstrekkers en bijstand voor sociale ondernemingen. De financiering van sociaal ondernemerschap is nieuw voor de Europese Commissie. In het kader van sociaal ondernemerschap zullen de financiële middelen, naargelang het land of de regio, worden gebruikt om sociale ondernemingen te helpen voet aan de grond te krijgen en uit te bouwen, of beschikbaar worden gesteld om goede ideeën en beste praktijken op grotere schaal toe te passen. Op het gebied van zelfstandigheid en het scheppen van banen werden sinds de lancering van de Progress‑microfinanciering in 2010 aan bijna 9 000 ondernemers kleinschalige leningen verstrekt voor een totaal van meer dan 80 miljoen EUR. Tot deze ondernemers behoorden leden van kansarme groepen, met name vrouwen, jongeren, minderheden en laaggeschoolde werknemers. Door een groot percentage mensen te steunen die voordien werkloos waren, heeft de Progress‑microfinanciering tot op heden in belangrijke mate bijgedragen tot het scheppen van banen. Tot 2016 zal de Progress‑microfinanciering naast het nieuwe MF/SE‑programma blijven lopen.

Specifieke doelstellingen ¥¥ De toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor kwetsbare groepen die hun eigen onderneming willen uitbreiden, en voor micro‑ondernemingen. ¥¥ De institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen. ¥¥ De ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen, met name door de toegang tot financiering te verbeteren.


19

© Imageglobe

Wat is er nieuw in MF/SE? Terwijl de ondersteuning door microfinanciering zoals in het huidige programma wordt voortgezet, omvat Microfinanciering en sociaal ondernemerschap diverse nieuwe elementen: ¥¥ financiële steun voor de capaciteitsopbouw in microfinancierings instellingen. Een microfinancieringsinstelling zal bijvoorbeeld een IT‑ systeem nodig hebben om aan de groeiende vraag te voldoen, of meer kredietverantwoordelijken moeten aannemen om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de doelgroepen. Dat zou financieel ondersteund kunnen worden door het nieuwe programma; ¥¥ investeringen voor de ontwikkeling en uitbouw van sociale onder nemingen, d.w.z. ondernemingen die als primaire doelstelling hebben een sociale impact te bewerkstelligen in plaats van zoveel mogelijk winst te maken voor de eigenaren en belanghebbenden. Een sociale onderneming kan in totaal 500 000 EUR ontvangen, waarbij rekening wordt gehouden met de staatssteunregels.

20


De steun van het programma wordt beperkt tot ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn, met een omzet of een jaarbalans van niet meer dan 30 miljoen EUR.

Wie komen in aanmerking? ¥¥ EU‑lidstaten; ¥¥ EER‑landen, overeenkomstig de EER‑overeenkomst, en EVA‑landen; ¥¥ kandidaat‑lidstaten en potentiële kandidaat‑lidstaten van de EU, in overeen stemming met de met die landen gesloten kaderovereenkomsten voor hun deelname aan EU‑programma’s. Organisaties die financiële steun kunnen aanvragen, zijn openbare en particuliere instellingen op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, die microfinanciering verstrekken aan personen en micro‑ondernemingen en/of financiering voor sociale ondernemingen in de hierboven vermelde landen.

Financieringsmogelijkheden Via Microfinanciering zullen microkredietverstrekkers in de EU‑lidstaten en andere landen die aan het programma deelnemen, toegang krijgen tot en de beschikking hebben over microfinanciering voor kwetsbare personen die hun eigen micro‑onderneming willen starten of uitbouwen. Er worden geen rechtstreekse, kleinschalige leningen aan particulieren verstrekt. Sociaal ondernemerschap helpt sociale ondernemingen toegang te krijgen tot finan ciering via openbare en particuliere instellingen die leningen en andere financiële instrumenten verstrekken aan sociale ondernemingen. Er worden geen rechtstreekse leningen aan sociale ondernemingen verstrekt. Financiële steun voor sociale ondernemingen Voor de periode 2014-2020 zal er in totaal 92 miljoen EUR beschikbaar zijn om sociale ondernemingen te ondersteunen. Het plafond is 500 000 EUR per onderneming, mits de onderneming een jaaromzet van minder dan 30 miljoen EUR heeft.


21

Lees meer en volg ons EaSI‑programma: het EU‑programma dat Progress, Eures en Microfinanciering bundelt. Voor meer informatie: http://ec.europa.eu/social/easi

Progress: het EU‑programma dat hervormingen inzake sociaal en werkgelegenheidsbeleid bevordert. Voor meer informatie: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=86 Eures helpt burgers en ondernemingen met informatie over banen en leermogelijkheden in heel Europa. Voor meer informatie: http://eures.europa.eu Microfinanciering en sociaal ondernemerschap: financieren van sociale ondernemers en helpen van meer kwetsbare personen die zakendoen. Voor meer informatie: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=836&langId=nl Blijf in contact @EU_Social https://www.facebook.com/socialeurope http://www.flickr.com/photos/socialeurope/ http://www.youtube.com/user/europesocial/ Inschrijven op onze nieuwsbrief http://ec.europa.eu/social/e-newsletter Nieuws krijgen via onze RSS‑feed feed://ec.europa.eu/social/rss.jsp?langId=en

22


Europese Commissie EaSI — Nieuw overkoepelend EU‑programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie 2014 — 22 blz. — 14,8 × 21 cm ISBN 978-92-79-33572-3 — doi:10.2767/43832 (print) ISBN 978-92-79-33596-9 — doi:10.2767/50730 (pdf)

WAAR ZIJN EU-PUBLICATIES VERKRIJGBAAR? Gratis publicaties: • één exemplaar: via EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu); • meerdere exemplaren of posters/kaarten: bij de vertegenwoordigingen van de Europese Unie (http://ec.europa.eu/represent_nl.htm), bij de delegaties in niet-EU-landen (http://eeas.europa.eu/delegations/index_nl.htm), door contact op te nemen met Europe Direct (http://europa.eu/europedirect/index_nl.htm), door te bellen naar 00 800 6 7 8 9 10 11 (gratis in de hele Europese Unie) (*). (*) De informatie wordt gratis verstrekt en bellen is doorgaans gratis, maar sommige operatoren, telefooncellen of hotels kunnen kosten aanrekenen.

Betaalde publicaties: • via EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu). Betaalde abonnementen: • bij een van de verkoopkantoren van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm).

KE-03-13-702-NL-C

EaSI Nieuw overkoepelend EU‑programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie EaSI, het nieuwe pan‑Europese programma voor werkgelegenheid en sociaal beleid, zal de EU helpen tot een samenhangender beleid te komen, de beroepsmobiliteit te bevorderen en een gerichte microfinanciering te verstrekken aan meer kwetsbare personen. Door Progress, Eures en Progressmicrofinanciering in een overkoepelend programma samen te voegen, zal EaSI op een efficiëntere manier bijdragen tot het scheppen van nieuwe banen en een duurzame groei, omdat het accent komt te liggen op sociale innovatie. Lees meer hierover.

U kunt onze publicaties gratis downloaden of u kunt u gratis inschrijven op http://ec.europa.eu/social/publications Wilt u regelmatig op de hoogte worden gebracht over het directoraat‑generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie? Schrijf u dan in voor de gratis elektronische nieuwsbrief „Social Europe” op http://ec.europa.eu/social/e‑newsletter https://www.facebook.com/socialeurope https://twitter.com/EU_Social

EaSI. Nieuw overkoepelend EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie. Sociaal Europa

Recommend Documents