Projectcode
Versie
Definitief
Datum
19 juni 2014
Auteur
E.A.J. Schoonen Msc
Beheerder
Dr. W.W. van den Broek
Opdrachtgever
Prof.dr. J. Verweij, decaan
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde Studiejaar 2015-2016
Werkgroep Onderwijs- en Examenregeling
Dr. A.M. Woltman, Coördinator Bachelor Geneeskunde E.A.J. Schoonen MSc, Sectormanager Erasmus MC Desiderius School Drs. E.J. Spierenburg, Erasmus MC Desiderius School Mr. M.C.R. Verstraeten, Erasmus MC Desiderius School S.S. Boeddha, Erasmus MC Desiderius School Dr. T.J.H. Ruigrok, Examencommissie Geneeskunde Drs. E. Thuis, DienstenCentrum Onderwijs E.P. Forsten, DienstenCentrum Onderwijs Dr. N.J. Wolff, namens PKV onderwijs Mr. S.C. Markestijn, Commissie Onderwijs en Onderzoek/OndernemingsRaad I.G. van der Sar, Opleidingscommissie Geneeskunde S.J.H. van de Walle, Medische FaculteitsVereniging Rotterdam P. Jonker, Studentenraad I.S.C. Verploegh, Studentenraad
2015 © Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Datum 19 juni 2014 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2014 - 2015
Inhoudsopgave 1
Algemeen
7
1.1
Leeswijzer
7
1.2
Inleiding
7
1.3
Toepasselijkheid van de regeling
7
1.4
Begripsbepalingen
7
1.5
Publicatie documenten
11
1.6
Communicatie
11
1.7
Procedure bij klachten
11
1.8
Orderegels met betrekking tot toegang tot gebouwen en terreinen
12
2
Vooropleiding
13
3
Inhoud en inrichting van de Opleiding
15
3.1
Doel van de Opleiding
15
3.2
Vorm van de Opleiding
17
3.3
Taal waarin de Opleiding wordt verzorgd
17
3.4
Studielast
17
3.5
Samenstelling van het Bachelorexamen
17
3.6
Keuzeonderwijs
18
3.6.1
Keuzeonderwijs jaar 1
18
3.6.2
Keuzeonderwijs jaar 2
18
3.6.3
Keuzeonderwijs jaar 3: De minor
18
3.7
Honoursprogramma
19
4
Onderwijs
21
4.1
Facultatief en verplicht onderwijs
21
4.2
Toegang zorgstage
21
4.3
Doorstroom naar volgende studiejaren
22
4.4
Toegang tot de minor
22
4.5
Hervatting van de Opleiding
22
4.6
Aanwezigheids- en inspanningsverplichting
23
5
Toetsing
25
5.1
Algemeen
25
5.2
Examencommissie
25
5.3
Aantal tentamenmogelijkheden
25
5.4
Toetsvorm
26
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 3/45
Datum 19 juni 2014 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2014 - 2015
5.5
Toelatingsvoorwaarden deelname tentamen
26
5.6
Mondeling tentamen
26
5.7
Voorbereiding op schriftelijk tentamen
26
5.8
Termijn beoordeling tentamens
27
5.9
Nabespreking
27
5.10
Inzage
28
5.11
Geldigheidsduur
29
5.12
Bewaartermijn
30
5.13
Curriculumwijzigingen
30
5.14
Vrijstellingen
31
5.15
Vrijstelling minor in Ba3
31
6
Het examen
33
6.1
Bachelorexamen
33
6.2
Judicium cum laude
33
6.3
Graad
33
6.4
Honours
33
6.5
Getuigschrift
34
6.6
Vrij Bachelorexamen
34
7
Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts en ontzegging van toegang tot onderwijs en tentamens [7.42a]
35
7.1
Procedures
35
7.2
De eerste melding
35
7.3
Het dossier
35
7.4
Het weerwoord van de student
35
7.5
Ordemaatregel van de Examencommissie
36
7.6
Een nieuwe melding
36
7.7
Het aanwijzen van de onafhankelijke beoordelaar
36
7.8
De door de onafhankelijk beoordelaar te volgen procedure
36
7.9
De beslissing van de Examencommissie
36
7.10
Melding ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen – het Protocol Iudicium Abeundi
37
7.11
Het dossier Iudicium Abeundi
37
7.12
Het weerwoord van de student
37
7.13
Eventuele ordemaatregel in verband met een melding
37
7.14
Beëindiging inschrijving van de student aan de instelling
38
7.15
Besluitvorming College van Bestuur
38
7.16
Bezwaar van de student
38
7.17
Beroep van de student
38
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 4/45
Datum 19 juni 2014 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2014 - 2015
8
Studiebegeleiding
39
8.1
Studievoortgangsadministratie
39
8.2
Studiebegeleiding
39
8.3
Studeren met een functiebeperking
40
8.4
Bindend studieadvies
40
9
Bezwaar en beroep
43
9.1
Bezwaar tegen besluiten op grond van deze Onderwijs- en Examenregeling
43
9.2
Beroep tegen besluiten van de Examencommissie
43
9.3
Beroep tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde betreffende de doorstroomregeling
10
43
Overgangs- en slotbepalingen
45
10.1
Hardheidsclausule
45
10.2
Wijzigingen
45
10.3
Bekendmaking OER
45
10.4
Vaststelling van een wijziging van de OER
45
10.5
Inwerkingtreding
45
10.6
Citeertitel
45
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 5/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
1 Algemeen 1.1 Leeswijzer Indien in deze OER wordt verwezen naar de Wet dan wordt deze verwijzing bij het betreffende artikel c.q. lid van dat artikel vermeld tussen de volgende aanhalingstekens: [ xxxx ]
1.2 Inleiding In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten van de Bacheloropleiding Geneeskunde. In het algemene universitaire Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. [7.13 lid 1] Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen op 16 juni 2015 met instemming van de Gezamenlijke Vergadering d.d. 16 juni 2015. [9.38 b]
1.3 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling geldt voor het collegejaar 2015 -2016 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van de Bacheloropleiding Geneeskunde (verder te noemen de Opleiding) en op alle studenten ingestroomd in de Opleiding Geneeskunde in het collegejaar 2013-2014 en eerder, tenzij de OER N=N Bacheloropleiding op de student van toepassing is verklaard 1. De Opleiding wordt verzorgd door het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam, publiekrechtelijke rechtspersoon op basis van artikel 1.13 lid 2 WHW (verder te noemen: de faculteit).
1.4 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Acute geneeskunde: Onderdeel waar studenten leren o.a. eerste hulp te verlenen; b. APC: Arts-Patiënt-Contact; c. Ba1: Het eerste studiejaar van de Opleiding; d. Ba2: Het tweede studiejaar van de Opleiding; e. Ba3: Het derde studiejaar van de Opleiding; f. Bachelorexamen: Het examen dat is verbonden aan de Opleiding en waarvoor het getuigschrift wordt uitgereikt nadat de vereiste 180 ECTS van de Opleiding zijn behaald (zie bijlage 1); [7.3 lid 3, 7.10 lid 2]
1
OER N=N Bacheloropleiding:http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde-cs/documenten/20152016/OER-EUR_N_N_bachelor_2015-
2016_compleet.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 7/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
Bachelorthesis: De Bachelorthesis van de Opleiding is een combinatie van drie eindtoetsen waartoe de bachelor Geneeskunde haar studenten opleidt; Bindend Studieadvies (BSa): Een bindend studieadvies (of "negatief studieadvies", of "negatief bindend studieadvies") als bedoeld in artikel 7.8b lid 1 van de Wet, is een mededeling van een onderwijsinstelling, waarin aan een student te verstaan wordt gegeven dat hij zijn studie aan die instelling dient te staken; Beroepen in de individuele Gezondheidszorg (BIG)-register: Zorgverleners kunnen zich registreren in het BIG-register. In het register zijn die personen opgenomen die een relevante door de overheid erkende beroepsopleiding gevolgd hebben. Een BIG-registratie verleent duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener; Commissie Toelating Bijzondere Gevallen (CTBG): Toelatingscommissie van de Opleiding, ingesteld door het instellingsbestuur ten behoeve van bijzondere toelatingen krachtens artikelen 7.24, 7.25, 7.26, 7.28 (1.3 en 2.3) en 7.29 van de Wet; Coördinator Bacheloropleiding Geneeskunde: De coördinator Bachelor Geneeskunde is onder verantwoordelijkheid van de decaan en de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, belast met de organisatie en uitvoering van de Opleiding als beschreven in de OER en is speciaal verantwoordelijk voor de Bacheloropleiding; Coördinator keuzeonderwijs: Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen docent die belast is met de coördinatie van het keuzeonderwijs; Coördinator Professionele ontwikkeling: Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen docent die belast is met de coördinatie van de lijn Professionele ontwikkeling; Curriculum Erasmusarts: Het curriculum volgens de bama-structuur, zoals dat gefaseerd, startend per 1 september 2008 wordt aangeboden; DienstenCentrum Onderwijs (DCO): In het DCO zijn alle administratieve en logistieke processen voor o.a. de studie Geneeskunde gebundeld. Studenten kunnen met hun vragen over studiezaken bij het DCO terecht; Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) DUO is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO financiert en informeert onderwijsdeelnemers en onderwijsinstellingen; Diplomasupplement: De bijlage bij het Bachelorgetuigschrift waarin een toelichting is opgenomen m.b.t. de aard en de inhoud van de Opleiding; [7.11 lid 4]
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 8/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
r.
s. t.
u. v. w.
x.
y. z.
aa.
bb.
cc. dd. ee.
ECTS: European Credit Transfer System: het systeem waarmee alle 'aangesloten' Europese landen de studiebelasting registreren. ECTS studiebelastingpunten geven een numerieke waarde weer die aan elk onderwijsonderdeel wordt toegekend ter aanduiding van de studielast. Een volledig studiejaar omvat 60 ECTS. Eén ECTS staat voor gemiddeld 28 uur studie. Een ECTS wordt ook wel een studiepunt genoemd; [7.4] Eerstejaarsstudent: Student in het eerste jaar van inschrijving; EPASS: Electronic Portfolio and Assessment Support System, digitaal portfoliosysteem voor de longitudinale beoordeling van en feedback op professionele ontwikkeling in de bachelor; Erasmusarts: Arts die is opgeleid aan het Erasmus MC; Examencommissie: De commissie, als bedoeld in artikel 7.12a lid 1 van de Wet, ingesteld door de decaan; Examinator: De persoon, als bedoeld in artikel 7.12c van de Wet, die is belast met de beoordeling van een tentamen; Gezamenlijke Vergadering: Vergadering van de studentenraad en de commissie O&O van de ondernemingsraad van het Erasmus MC. Deze vergadering heeft de status van de faculteitsraad binnen de universiteit; [9.37 lid 1] Integratietoets: Tentamen waarmee elk jaar van de Opleiding wordt afgesloten; Iudicium abeundi: Besluit van het College van Bestuur met betrekking tot het weigeren, dan wel tussentijdse beëindiging van de inschrijving van een student voor de Opleiding, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening; [7.42a]. Jaarvertegenwoordiging (JVT): Een groep studenten uit één studiejaar zoals gedefinieerd in sub c,d en e van dit artikel, die de studenten uit hun eigen studiejaar vertegenwoordigt en belangen behartigt op het vlak van kwaliteit van onderwijs, facilitaire zaken en aanvullende onderwerpen. Alle JVT’s vallen onder de supervisie van de Commissarissen onderwijs van de Medische Faculteitsvereniging Rotterdam; Journal club: Onderdeel van de academische vorming waarin wetenschappelijke artikelen besproken worden; KOP: Klinisch Obductie Practicum; KR: Klinisch Redeneren; Lijnonderwijs: Het onderwijs in Ba1 - Ba3 dat parallel aan het themaonderwijs loopt;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 9/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
ff.
LBPO: Longitudinale Beoordeling Professionele Ontwikkeling; gg. Minor: Keuzeonderwijs aan het begin van het derde studiejaar; hh. Minorcommissie: Commissie ter bewaking van de kwaliteit van de minoren die door het Erasmus MC worden aangeboden; ii. Minorcoördinator: Een door de opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen docent die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot de kwaliteit van de minoren voor studenten die studeren aan het Erasmus MC; jj. Mondeling tentamen: Een door de Examencommissie bij wijze van hoge uitzondering gesanctioneerd tentamen waarin een schriftelijk onderdeel uit het domein Kennis en Inzicht wordt getoetst door het stellen van mondelinge vragen door een examinator en het geven van mondelinge antwoorden door de student; kk. Nageplaatste student: Die student die door naplaatsing door DUO één of meer weken onderwijs van thema 1A “De gezonde mens” heeft gemist; ll. mm. nn. oo. pp.
qq.
rr. ss. tt. uu.
vv.
Onderwijs-en Examenregeling (OER): De regeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Wet; Onderwijsonderdeel: Een onderwijseenheid van de Opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de Wet; Opleiding: De Bacheloropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling; [7.3 lid 1] Opleidingscommissie: De commissie als bedoeld in artikel 9.18 van de Wet, ingesteld door de decaan; Opleidingsdirecteur Geneeskunde: De Opleidingsdirecteur, als bedoeld in artikel 9.17 van de Wet, is onder verantwoordelijkheid van de decaan belast met de organisatie en uitvoering van de Opleiding als beschreven in de OER; OSIRIS: OSIRIS is het studievoortgangsysteem van de Erasmus Universiteit. In OSIRIS verwerkt het DCO de studieresultaten, studieadviezen en behaalde tentamens; PKV-CA: Practicum Klinische Vaardigheden – Communicatie en Attitude; PKV-MA: Practicum Klinische Vaardigheden – Medische Anamnese; PKV-MT: Practicum Klinische Vaardigheden – Medische Technieken; Regels en Richtlijnen voor de Examens: De ‘Regels en Richtlijnen voor de Examens’ worden, binnen het kader van de ‘Onderwijs- en Examenregeling’ vastgesteld door de Examencommissie, conform lid 1 sub b van artikel 7.12b van de Wet; SIN-Online (Studie Informatie Netwerk Online): SIN-Online is een communicatiesysteem van de Erasmus Universiteit voor praktische mededelingen, nieuwsberichten en aankondigingen rondom de studie;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 10/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
ww. Student: Degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de Opleiding conform artikel 7.34 van de Wet; xx. Studiepunt; Zie ECTS; [7.4] yy. Tentamen: Toets van een onderwijsonderdeel zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet, meestal in de vorm van een schriftelijk (computergestuurd) tentamen, een vaardigheidstoets of een opdracht; [7.3 lid 3] zz. Themaonderwijs: Onderwijs met betrekking tot specifieke thematiek en als zodanig onderdeel van het curriculum; aaa. Themacoördinator: Een door de decaan aangewezen docent die belast is met de organisatie en coördinatie van het onderwijs en de toetsing binnen een thema. Voor de tentamens behorende bij de thema´s treedt de themacoördinator, of een door hem aangewezen docent, op als examinator; bbb. Vaardigheidsonderwijs (VO): Onderwijs gericht op het aanleren en oefenen van vaardigheden die de student zich gedurende De Opleiding eigen dient te maken;[7.13 lid 2d] ccc. Voldoende resultaat: Een cijfer van, mathematisch afgerond, minimaal 6 (zes) dan wel een beoordeling 'voldoende' of ‘goed’; ddd. Vrij Bachelorexamen: Een Vrij Bachelorexamen is afwijkend van het reguliere studieprogramma zoals dat beschreven staat in de Onderwijs en Examenregeling; eee. De Wet: De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), verder te noemen: de Wet;
1.5 Publicatie documenten De faculteit draagt zorg voor publicatie van de in deze OER genoemde documenten.
1.6 Communicatie Voor officiële communicatie met studenten zal de faculteit gebruik maken van het adressenbestand in OSIRIS. De student is zelf verantwoordelijk om de adresgegevens actueel te houden.
1.7 Procedure bij klachten De student kan een klacht indienen over het onderwijs via
[email protected]. De klachtenprocedure is te vinden op de website van het DienstenCentrum Onderwijs (DCO) 2.
2
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde/organisatie/contact/
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 11/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Algemeen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
1.8 Orderegels met betrekking tot toegang tot gebouwen en terreinen Onverminderd de terzake geldende regels, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het Erasmus MC, zijn tevens de EUR orderegels door de decaan van toepassing verklaard op de terreinen en gebouwen van het Erasmus MC en gelden deze EUR-orderegels derhalve ook voor de bij de EUR ingeschreven maar bij het Erasmus MC studerende geneeskundestudenten. 3
3
De orderegels staan vermeld in artikel 9 van het studentenstatuut van de EUR, zie: http://www.eur.nl/essc
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 12/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Vooropleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
2 Vooropleiding Artikel is vervallen. Toelating vindt alleen nog plaats onder OER N=N Bacheloropleiding.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 13/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Inhoud en inrichting van de Opleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
3 Inhoud en inrichting van de Opleiding 3.1 Doel van de Opleiding Met de Opleiding wordt beoogd de student de noodzakelijke Kennis en Inzicht, vaardigheden en professionele ontwikkeling op het gebied van de geneeskunde bij te brengen, zodanig dat de afgestudeerde bachelorstudent bekwaam is om de Masteropleiding Geneeskunde met succes te volgen. Voor de Opleiding gelden tenminste de eindtermen zoals deze zijn opgenomen in het Raamplan 2009 voor de Artsopleiding. 4 [7.13 lid 2c] De eindtermen van de Opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC zijn verdeeld over vijf accenten die het beroepsprofiel van de Erasmusarts omvat: 1. klinisch redeneren vanuit een solide (bio)medische kennisbasis; 2. reflectie en feedback; 3. klinische en beroepsgebonden vaardigheden; 4. academische vorming en wetenschappelijke vaardigheden; 5. maatschappelijke betrokkenheid. De geformuleerde eindtermen zijn gelijk voor de Bachelor- en Masteropleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC, het niveau verschilt. Het Erasmus MC volgt hierin de beschreven niveaus zoals gedefinieerd in het Raamplan. Per eindterm zijn de bijbehorende rollen uit het Raamplan Artsopleiding 2009 vermeld.
1
-
-
-
-
Klinisch redeneren vanuit een solide (bio)medische kennisbasis Rol: Medisch deskundige
Een Erasmusarts kan op basis van de ziektebeelden, die zijn behandeld in het curriculum, zijn kennis op het gebied van de etiologie, pathogenese, pathofysiologie en de epidemiologie aanwenden om de klacht(en) van de patiënt zoveel mogelijk te verklaren. Een Erasmusarts kan op systematische wijze anamnese en eventuele onderzoeken inzetten om de klacht(en) van de patiënt te onderzoeken en komt naar aanleiding van zijn bevindingen tot een (differentiële) diagnose ter verklaring van deze klacht(en), en doet op basis hiervan een voorstel voor verder beleid. Een Erasmusarts kan aan de patiënt het verloop van de ziekte en de prognose van de behandeling beschrijven, rekening houdend met het opleidingsniveau en de culturele achtergrond van de patiënt. Een Erasmusarts kan op grond van natuurwetenschappelijke basiskennis de mogelijkheden en beperkingen van gebruikte medische technieken inschatten en de daarmee verkregen diagnostische bevindingen op waarde schatten.
4
Dit raamplan is te downloaden via http://www.nfu.nl/img/pdf/Raamplan_Artsopleiding_2009.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 15/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Inhoud en inrichting van de Opleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
2
-
-
Een Erasmusarts kan beoordelen of de informatie, kennis en vaardigheden die hij tot zijn beschikking heeft, toereikend zijn om als arts zijn beleid te bepalen. Een Erasmusarts signaleert hiaten in eigen kennis en vaardigheden en kan hiervoor adequate oplossingen genereren en uitvoeren om de ontbrekende kennis en vaardigheden te verwerven en toe te passen. Een Erasmusarts reflecteert continue op de consequenties van zijn handelen voor de patiënt en kan hierop anticiperen. Een Erasmusarts kan zijn eigen gedrag kritisch analyseren en beargumenteren en gaat professioneel om met feedback van zowel patiënten als collega professionals. 3
-
-
-
Academische vorming en wetenschappelijke vaardigheden Rollen: Academicus, Beroepsbeoefenaar, Medisch deskundige, Samenwerker
Een Erasmusarts kan zich profileren binnen de keuzemogelijkheden van het curriculum. Een Erasmusarts kan de relevante argumenten met betrekking tot medisch-ethische dilemma’s kritisch afwegen en zo tot een eigen, onderbouwd standpunt komen, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van betrokkenen en de geldende wettelijke kaders. Een Erasmusarts kan in een maatschappelijke context ontwikkelingen in de geneeskunde beoordelen op zowel medisch-technische aspecten als op medisch-ethische aspecten. Een Erasmusarts kan onder begeleiding een wetenschappelijk onderzoek opzetten, uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren en presenteren. 5
-
Klinische en beroepsgebonden vaardigheden Rollen: Medisch deskundige, Beroepsbeoefenaar, Communicator, Samenwerker, Organisator
Een Erasmusarts voert praktische klinische vaardigheden adequaat uit. Een Erasmusarts vormt zelfstandig een oordeel over de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, en kan deze nieuwe kennis inzetten bij de behandeling van individuele patiënten. Een Erasmusarts benadert een patiënt, en zijn naaststaanden integer en respectvol en beschikt over een voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Een Erasmusarts informeert en adviseert zijn patiënt over zijn gezondheidstoestand en beslist samen met patiënt over het vervolgtraject. Een Erasmusarts kan samenwerken met andere zorgverleners binnen en buiten de eigen discipline. Een Erasmusarts kan zijn eigen werkzaamheden prioriteren en plannen in een gegeven context. 4
-
Reflectie en feedback Rollen: Academicus, Beroepsbeoefenaar
Maatschappelijke betrokkenheid Rollen: Beroepsbeoefenaar, Gezondheidsbevorderaar, Academicus, Medisch deskundige
Een Erasmusarts gebruikt zijn kennis over de diversiteit aan gezondheidsproblemen en de verschillen in gezondheidsbeleving in de multiculturele Nederlandse samenleving om bij individuele patiënten te komen tot een passend behandelbeleid. Een Erasmusarts kan de effecten van preventieve en curatieve gezondheidszorginterventies op de volksgezondheid op hun waarde beoordelen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 16/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Inhoud en inrichting van de Opleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
3.2 Vorm van de Opleiding De Opleiding wordt voltijds verzorgd. [7.13 lid 2i, 7.7 lid 1]
3.3 Taal waarin de Opleiding wordt verzorgd 1.
2.
3.
Met inachtneming van de door het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam vastgestelde gedragscode wordt in de Opleiding het onderwijs verzorgd en worden de tentamens afgenomen in het Nederlands, tenzij anders is bepaald. [7.2 lid b en c] Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de Opleiding is een voldoende beheersing van de Nederlandse taal vereist. Aan deze eis wordt voldaan, als de student: a. in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en het vak Nederlands deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of [7.25 lid 1 en 2] b. de toets ‘Nederlands als tweede taal, tweede niveau‘ (NT-2, Examen II) met goed gevolg heeft afgelegd. [7.28] Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de Engelstalige onderdelen van de Opleiding is voldoende beheersing van het Engels vereist. Aan deze eis wordt voldaan, als de student: a. in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en het vak Engels deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of [7.25 lid 1 en 2] b. in het bezit is van een diploma van voortgezet onderwijs, behaald aan een Engelstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland; of c. in het bezit is van een einddiploma vierjarig hoger beroepsonderwijs en het vak Engels deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of d. een van de onderstaande toetsen heeft afgelegd: computer-based TOEFL met een score van 213 of hoger; internet-based TOEFL met een score van 80 of hoger; IELTS met een score van 6,0 of hoger
3.4 Studielast De Opleiding kent een studielast van 180 ECTS, verspreid over drie studiejaren van ieder 60 ECTS. [7.13 lid 2e]
3.5 Samenstelling van het Bachelorexamen De decaan stelt jaarlijks, voor de aanvang van het studiejaar, op voorstel van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, gehoord hebbende de Opleidingscommissie en de Examencommissie, de onderdelen van het onderwijsprogramma die deel uitmaken van het Bachelorexamen vast. Daarbij wordt tevens de volgorde van de onderdelen en de omvang in ECTS per onderdeel vastgesteld. Het curriculum in de Bachelor bestaat uit thematisch onderwijs, lijnonderwijs en keuzeonderwijs. De onderdelen en de ECTS-verdeling Opleiding staan in bijlage 1. [7.13 lid 2a, 2b, 2e]
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 17/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Inhoud en inrichting van de Opleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
3.6 Keuzeonderwijs 3.6.1
Keuzeonderwijs jaar 1 In Ba1 wordt geen keuzeonderwijs aangeboden.
3.6.2
Keuzeonderwijs jaar 2 1. In Ba2 wordt een periode keuzeonderwijs van 4 weken aangeboden. 2. De coördinator Bachelor Geneeskunde stelt, op voorstel van de coördinator keuzeonderwijs, jaarlijks vast welke onderwerpen in de periode van het tweedejaars keuzeonderwijs kunnen worden gevolgd. 3. De onderwerpen van het tweedejaars keuzeonderwijs, hun omvang in ECTS, de regels voor toewijzing, de voor dit onderwijs verantwoordelijke docent(en) en de vorm van de tentaminering worden ieder jaar gepubliceerd op SIN-Online. De onderwerpen van het tweedejaars keuzeonderwijs worden minimaal 6 weken voor de start van het keuzeonderwijs bekend gemaakt.
3.6.3
Keuzeonderwijs jaar 3: De minor 1. In Ba3 wordt een periode keuzeonderwijs van tenminste 15 ECTS aangeboden: de minor. [7.13] 2. De student kan een minor volgen: a) binnen de faculteit, b) aan een andere faculteit van de EUR, c) aan een andere Nederlandse faculteit, d) aan een buitenlandse universiteit. Voor het volgen van een minor aan een onder c en d genoemde instelling gelden aanvullende eisen, zie ook lid 5. 3. De coördinator Bachelor Geneeskunde stelt, op voorstel van de minorcommissie, jaarlijks een lijst vast waarop staat welke minoren kunnen worden gevolgd, de zgn. toelatingsmatrix. Hierop staan in ieder geval alle door de EUR aangeboden minoren. 4. De onderwerpen van de minoren, hun omvang in ECTS, de regels voor toewijzing, de voor dit onderwijsverantwoordelijke docent(en) en de vorm van de tentaminering worden ieder jaar gepubliceerd op de minorwebsite van de EUR. De onderwerpen van de minoren worden minimaal 3 weken voor de start van de inschrijving voor de minoren bekend gemaakt. 5. De student kan ook zelf een minor samenstellen uit onderwijs dat geheel of gedeeltelijk aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit gevolgd kan worden, mits het voorstel hiervoor door de minorcommissie wordt goedgekeurd. Zie bijlage 5 voor de algemene voorwaarden voor het volgen van een minor aan een andere (buitenlandse) universiteit. De student dient voor het sluiten van de officiële inschrijftermijn voor reguliere minoren een schriftelijk verzoek conform het genoemde in bijlage 5 in te dienen bij de minorcommissie. De minorcommissie neemt binnen 5 weken na de binnenkomst van het verzoek een besluit nadat de commissie de coördinator Bachelor Geneeskunde heeft gehoord. Bij een positief besluit bepaalt de minorcoördinator welke docent(en) verantwoordelijk is (zijn) voor het onderwijs c.q. de begeleiding van de student. Zonder de toestemming van de minorcommissie kunnen de ECTS voor de minor niet worden toegekend.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 18/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Inhoud en inrichting van de Opleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
3.7 Honoursprogramma 1.
2.
3.
Het honoursprogramma is een extracurriculair programma van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en heeft een studieomvang van 30 ECTS. De samenstelling van het programma staat vermeld op de website: http://www.eur.nl/onderwijs/honours/ [7.13 lid 2e] De selectie van studenten en de toelating tot het programma is opgedragen aan de selectiecommissie van het programma. De student ontvangt een toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot het honoursprogramma. Bij de selectie voor deelname aan het honoursprogramma gelden de volgende minimale criteria; • het eerste bachelorjaar in 2014-2015 in één jaar (uiterlijk eind september 2015) afgerond; • een gemiddeld cijfer van minimaal een 7.5.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 19/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Onderwijs Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4 Onderwijs 4.1 Facultatief en verplicht onderwijs 1.
2.
3.
Het volgen van onderwijs is facultatief, met uitzondering van de verplichte onderdelen. Het verplicht zijn van onderwijs wordt zo mogelijk voor het begin van het studiejaar doch uiterlijk vier weken voorafgaand aan de start van een onderwijsonderdeel bekend gemaakt. Het volgende onderwijs is in ieder geval verplicht: [7.13 lid 2t] a. de introductieactiviteit aan het begin van Ba1; b. de Integriteitsceremonie; c. de tutorgroepbijeenkomsten; d. alle onderwijsvormen waarvoor geldt dat het onderwijs slechts toetsbaar is tijdens de contacturen en/of waarbij het onderwijs van vaardigheden betreft die alleen tijdens de contacturen kunnen worden aangeleerd. Dit zijn in ieder geval de onderdelen: PKV-CA, PKV-MA, PKV-MT, APC, KR, de Taaltoets, de Journal Clubs, de zorgstage, de beroepsoriëntatie, acute geneeskunde en het KOP-onderwijs; e. het als verplicht gestelde vaardigheidsonderwijs (VO’s) in de thema’s. f. Voor de minor en het keuzeonderwijs gelden de regels zoals gesteld bij de desbetreffende minor en het keuzeonderwijs; Van de verplichting tot het deelnemen aan het onderwijs genoemd in het vorige lid kan de Examencommissie op verzoek van de betrokkene(n) geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen. De Examencommissie toetst dit verzoek aan de regels voor vrijstelling zoals opgenomen in deze regeling (zie artikel 5.14). Bij een gedeeltelijke vrijstelling bepaalt de Examencommissie of het vaardigheidsonderwijs op een andere wijze verricht dient te worden en zo ja, op welke wijze de benodigde ECTS kunnen worden behaald. [7.13 j en s] De coördinator Bachelor Geneeskunde kan een onderwijsonderdeel (of deel daarvan) verplicht stellen op voordracht van de coördinator van het betreffende onderwijsonderdeel.
4.2 Toegang zorgstage 1.
2.
3.
5
Voordat de student aan de zorgstage kan beginnen, dient de student: a. het PKV-onderwijs van Ba1 met voldoende resultaat te hebben afgesloten; b. het VO Practicum Verpleegkunde te hebben gevolgd; c. het VO Basale hygiëne te hebben gevolgd. Voor de toelating tot de zorgstage geldt bovendien de eis dat de student bij aanvang van de zorgstage kan aantonen dat hij voldoet aan de eisen, wat de infectiepreventie betreft, van de instelling of praktijk waar de student zijn zorgstage gaat lopen. (Zie het hoofdstuk ‘Gezondheidsrisico’s’ uit de studiegids 5) De student die niet aan de eisen voldoet van de instelling of praktijk en daarom geen risicovormende handelingen mag verrichten, dient zich te wenden tot de Opleidingsdirecteur Geneeskunde voor afspraken over een alternatieve invulling van de zorgstage. De Opleiding draagt zorg voor de invulling van alle zorgstageplekken, tenzij een student binnen de gevraagde tijd zelf een stageplaats regelt.
www.erasmusmc.nl/geneeskunde/studiegids
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 21/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Onderwijs Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4.
5.
Na definitieve toewijzing van een zorgstageplaats door het DCO is het niet meer toegestaan om: a. zelf een stageplaats te regelen; b. zich af te melden met het doel zelf een stageplaats te regelen; c. zich af te melden met het doel later vrijstelling aan te vragen. In deze en andere gevallen waarin studenten zich niet melden bij de aan hun toegewezen zorgstageplaats hebben deze studenten geen recht op de ECTS. Deze studenten dienen tijdens de Opleiding zelf een stageplaats te zoeken voor de herkansing en hiervoor goedkeuring te vragen aan de coördinator van de zorgstage.
4.3 Doorstroom naar volgende studiejaren 1.
2.
3.
4.
Toegang tot het onderwijs en de tentamens van Ba2 heeft die student die uiterlijk op 31 augustus van het eerste jaar van inschrijving voor de curriculumonderdelen van Ba1 ten minste 40 ECTS heeft behaald. Zie verder de bepalingen rondom het BSa (zie artikel 8). [7.13 lid j en s] Toegang tot het onderwijs en de tentamens van Ba3 heeft die student die alle ECTS van Ba1 heeft behaald en uiterlijk op 31 augustus van het voorgaande jaar van inschrijving voor de curriculumonderdelen van Ba2 ten minste 30 ECTS heeft behaald. (zie ook artikel 3.5) [7.13 lid j en s] Instromen in het lijnonderwijs is uitsluitend aan het begin van het studiejaar mogelijk en alleen indien de student de ECTS van het betreffende lijnonderwijs van het voorgaande bachelorjaar heeft behaald, tenzij de Opleidingsdirecteur anders beslist. Een verzoek met betrekking tot uitzondering op de doorstroomregeling wordt door de student ingediend bij de Examencommissie.
4.4 Toegang tot de minor Studenten Geneeskunde kunnen deelnemen aan de minor wanneer zij: 1. Op grond van de doorstroomregeling toegang hebben tot het onderwijs van Ba3; of 2. Wanneer tenminste de volgende examenonderdelen zijn behaald: a. 60 ECTS van Ba1 en b. tentamens Ba2A1 en Ba2A2 en het verplichte onderwijs in themaperiode Ba2A.1 en Ba2A.2 en c. het verplichte lijnonderwijs van Ba2: PKV, Journal Clubs, Klinisch Redeneren en KOP-onderwijs. [7.13 lid j en s] 3. Deze eis geldt ook wanneer zij de minor volgen aan een andere universitaire faculteit en deze faculteit lagere instroomeisen stelt. [7.13 lid j en s]
4.5 Hervatting van de Opleiding Studenten die zijn toegelaten tot de Opleiding maar zich, na inschrijving, gedurende een periode van tenminste 6 maanden hebben uitgeschreven, dienen een formeel verzoek tot hervatting van de studie in bij de Examencommissie. Dit verzoek dient voorzien te zijn van een studieplan dat is besproken met de studieadviseur. De Examencommissie beoordeelt dit verzoek en neemt, in samenspraak met de studieadviseur, een beslissing betreffende het tijdstip van hervatting.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 22/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Onderwijs Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4.6 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. 2. 3.
4.
6
Van elke student wordt aanwezigheid, voorbereiding en actieve deelname verwacht aan het onderwijs waarvoor hij staat ingeschreven; Van elke student wordt verwacht dat hij zich aan de Erasmus Code houdt 6; Naast de algemene verplichtingen in lid 1 en 2 van dit artikel, kunnen aanvullende eisen per onderwijsonderdeel gesteld worden en deze eisen worden in de betreffende onderdeelbeschrijving omschreven; Indien de student niet voldoet aan het in lid 1 tot en met 3 van dit artikel gestelde kan dat tot een aantekening leiden in EPASS.
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde/studiegids/
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 23/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
5 Toetsing 5.1 Algemeen 1. 2. 3.
Bij alle onderwijsonderdelen wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen heeft bereikt. Leerdoelen van de onderwijsonderdelen zijn opgenomen in de beschrijving van het betreffende onderwijs. In de Regels en Richtlijnen voor de Examens en in Bijlage 2 van deze OER wordt de gang van zaken rondom toetsing beschreven alsmede de beoordelingscriteria (inclusief cesuurbepaling) van schriftelijke tentamens.
5.2 Examencommissie 1.
2.
3.
De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een Examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de Examencommissie voldoende wordt gewaarborgd 7. [7.12 en 7.12a] De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de Examencommissie op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende Examencommissie 8. [7.12a] De Examencommissie stelt de Regels en Richtlijnen voor de Examens vast en maakt deze voorafgaand aan het betreffende collegejaar bekend. [7.12b lid 3]
5.3 Aantal tentamenmogelijkheden 1. 2.
3.
4. 5.
7 8
Voor alle onderdelen van het Bachelorexamen wordt tweemaal per academisch jaar de gelegenheid gegeven tot het afleggen van een tentamen; [7.13 lid 2h en 7.13 lid j] De datum van de tentamens wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt en kan tot uiterlijk 3 maanden voor afname worden gewijzigd. Voor het domein Vaardigheden wordt de periode waarin het tentamen wordt afgenomen bekend gemaakt en dit kan tot uiterlijk 3 maanden voor afname worden gewijzigd. Ieder tentamen (of een combinatie van tentamens) levert ECTS op indien de student voor een tentamen een voldoende resultaat heeft behaald en aan de overige onderwijsverplichtingen van het desbetreffende onderdeel heeft voldaan (zie bijlage 1). Een tentamen waarvoor een voldoende resultaat is behaald, kan niet opnieuw worden afgelegd. Indien naar het oordeel van de Examencommissie voor één of meer studenten in verband met een uitzonderlijke situatie een ongewenste vertraging van de studie is opgetreden of dreigt op te treden, dan kan de Examencommissie – gehoord hebbende de desbetreffende examinator – op verzoek van de desbetreffende student(en), bij hoge uitzondering, eenmalig een extra tentamengelegenheid voor het desbetreffende onderdeel vaststellen.
Bestuurs- en beheersreglement EUR art 19.8 Bestuurs- en beheersreglement EUR art 19.8
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 25/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
5.4 Toetsvorm 1. 2.
3. 4.
Alle onderdelen van het thematisch onderwijs worden afgesloten met een schriftelijk tentamen; [7.13 lid 2 l] De wijze van beoordelen van onderdelen uit het lijnonderwijs en het keuzeonderwijs die niet met een schriftelijk tentamen worden afgesloten (de overige tentamenonderdelen) is opgenomen in bijlage 2; [7.13 lid 2 l] De examinator dient bij aanvang van het onderwijs in het desbetreffende onderdeel de tentameneisen en manier van afname bekend te maken. Op verzoek kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wordt afgelegd. [7.13 lid 2 l]
5.5 Toelatingsvoorwaarden deelname tentamen 1.
2. 3.
Studenten mogen deelnemen aan schriftelijke en overige tentamens wanneer zij daarvoor zijn ingeschreven en zich kunnen legitimeren met behulp van de collegekaart en een geldig legitimatiebewijs. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. In de studiegids staat vermeld voor welke tentamens studenten automatisch worden ingeschreven. Voor inschrijving voor de vaardigheidstoetsen wordt verwezen naar de handleiding van het betreffende onderwijs. [7.13 lid 2 t]
5.6 Mondeling tentamen 1.
2. 3.
4.
Bij een mondeling tentamen, ingesteld op grond van artikel 5.4 lid 4, wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd,, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald; [7.13 lid 2 n] De examinator nodigt tenminste twee mede-examinatoren uit, waarmee hij gezamenlijk het tentamen afneemt en de prestatie van de student beoordeelt; [7.13 lid 2 n] Een mondeling tentamen is openbaar, tenzij de student daartegen bij de Examencommissie bezwaar heeft gemaakt. Openbaar betekent dat zowel een student als de examinator, naast de twee reeds aanwezige mede-examinatoren, één toehoorder kan uitnodigen. [7.13 lid 2 n] Voor vaardigheidstoetsen die mondeling worden afgenomen, is dit artikel niet van toepassing.
5.7 Voorbereiding op schriftelijk tentamen 1.
2.
Gedurende het studiejaar kunnen voor de Opleiding ingeschreven studenten kennis nemen van een, naar het oordeel van de examinator, voor het werkelijke schriftelijke tentamen representatieve set vragen en/of opdrachten alsmede de daarbij behorende antwoordmodellen; een dergelijke set dient uiterlijk één week voorafgaand aan een schriftelijk tentamen beschikbaar te komen. De dag voorafgaand aan de eerste schriftelijke tentamenmogelijkheid die de student geboden wordt tijdens de Opleiding is de student roostervrij. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 26/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
5.8 Termijn beoordeling tentamens 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Binnen 18 werkdagen na de dag waarop een schriftelijk tentamen is afgelegd en minimaal 5 dagen voor de tweede tentamenmogelijkheid van het desbetreffende tentamen, maakt de desbetreffende examinator via het DCO de voorlopige uitslag van dit tentamen bekend. [7.13 lid 2o] Binnen 10 werkdagen na de dag waarop de tweede schriftelijk tentamenmogelijkheid heeft plaatsgevonden, maakt de desbetreffende examinator via het DCO de voorlopige uitslag van dit tentamen bekend. [7.13 lid 2o] Indien de in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde termijnen worden overschreden, draagt de examinator er zorg voor dat daarvan zowel de Examencommissie als de desbetreffende studenten op de hoogte worden gesteld. [7.13 lid 2o] De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk tentamen definitief vast binnen 8 weken na de dag waarop deze is afgenomen, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of elektronisch bewijsstuk van het oordeel aan de student. [7.13 lid 2o] De Examencommissie kan genoemde termijnen voor bepaalde tentamens veranderen indien daar naar het oordeel van de Examencommissie zwaarwegende redenen voor zijn. [7.13 lid 2o] Terstond nadat een mondeling tentamen is afgelegd, vindt kort beraad plaats tussen de beoordelaars. Aansluitend maakt de examinator de uitslag van dit tentamen bekend en geeft deze door aan het DCO. De student krijgt na afloop van het tentamen een schriftelijk bewijs van de uitslag. [7.13 lid 2o] Voor de uitslag van de overige tentamenonderdelen geldt dat binnen 18 werkdagen na de dag waarop de tentamenperiode van het betreffende onderdeel is afgelopen de definitieve uitslag van dit tentamenonderdeel door de desbetreffende examinator via het DCO bekend wordt gemaakt. De student kan door hem behaalde tentamenuitslagen zelf bekijken in OSIRIS en kan op verzoek een afschrift van deze uitslagen laten waarmerken door het DCO.
5.9 Nabespreking 1.
2. 3.
Na publicatie van het schriftelijk tentamen en bijbehorende antwoordmodellen (eerste tentamenmogelijkheid) mogen individuele studenten binnen drie werkdagen op een daartoe ingerichte plek op Blackboard beargumenteerd commentaar geven op de vragen en antwoordmodellen die zij aanvechtbaar vinden. Na deze termijn worden nieuwe commentaren op de vragen niet meer in behandeling genomen. De jaarvertegenwoordiging verzamelt en groepeert deze commentaren en stuurt de commentaren uiterlijk twee dagen voorafgaand aan de plenaire nabespreking naar de examinator. Indien de jaarvertegenwoordiging de termijn niet haalt, communiceert de jaarvertegenwoordiging met de desbetreffende examinator. Nadat een schriftelijk tentamen is afgelegd, vindt er, uiterlijk twee weken na het tentamen, een plenaire nabespreking plaats.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 27/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4.
5.
6.
7.
Nabespreking van een tweede tentamenmogelijkheid van het betreffende collegejaar kan alleen plaatsvinden op verzoek van de jaarvertegenwoordiging of een student namens de groep studenten die de tweede tentamenmogelijkheid gemaakt hebben. Een verzoek ingediend binnen twee weken na de tweede tentamenmogelijkheid wordt door de examinator gehonoreerd. Na publicatie van het schriftelijk tentamen mogen individuele studenten binnen drie werkdagen op een daartoe ingerichte plek op Blackboard beargumenteerd commentaar geven op de vragen en antwoordmodellen die zij aanvechtbaar vinden. Na deze termijn worden nieuwe commentaren op de vragen niet meer in behandeling genomen. De indiener van het verzoek is verantwoordelijk voor het verzamelen en groeperen van de commentaren en dient deze ten minste twee dagen voorafgaand aan het moment van de plenaire nabespreking in bij de examinator. De examinator gaat tijdens de nabespreking in op de geleverde commentaren en houdt indien nodig ruggespraak met de auteur van de vraag. Het uiteindelijke besluit wordt uiterlijk 6 weken na afname van het tentamen gepubliceerd door de examinator. Na publicatie van het uiteindelijke besluit hebben studenten vier werkdagen de tijd om gemotiveerd schriftelijk bezwaar te maken bij de examinator. Het definitieve besluit door de examinator volgt binnen maximaal 10 werkdagen. Ook bij de overige tentamenonderdelen kan een nabespreking worden georganiseerd. De examinator doet dit op eigen initiatief dan wel op verzoek van de student. Dit verzoek moet binnen twee weken na afloop van de tentamenperiode van het betreffende tentamen worden ingediend bij de examinator. Onmiddellijk nadat een mondeling tentamen is afgenomen vindt een nabespreking plaats tussen examinator(en) en de student.
5.10 Inzage 1.
2.
De inzage van het beoordeelde eigen werk op de open vragen in de schriftelijke tentamens vindt binnen 6 weken plaats na (of bij wijze van uitzondering: tegelijk met) de plenaire nabespreking. Voor inzage in de overige toetsvormen kan de student een verzoek indienen bij de betreffende examinator/docent. Dit zal resulteren in een individuele of groepsgewijze inzage van het beoordeelde werk. In het geval van de PKV-toetsen, krijgt de student een toelichting op de beoordeling per station. Een herbeoordeling is niet mogelijk.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 28/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Tijdens de inzage van het beoordeelde eigen werk op de vragen in de schriftelijke tentamens kan de student een inhoudelijk gemotiveerd bezwaar aantekenen tegen de beoordeling. Dit geldt niet ten aanzien van gesloten vragen waarvan de antwoordsleutel is vastgesteld door de examinator na de nabespreking van het betreffende schriftelijke tentamen, zie artikel 5.09. Een inhoudelijk gemotiveerd bezwaar bevat ten minste een onderbouwing waarom de student van mening is dat de vraag niet juist beoordeeld is, zie ook protocol aanvraag herbeoordeling eigen werk 9. Indien het bezwaar niet inhoudelijk gemotiveerd is, wordt het verzoek niet in behandeling genomen. De herbeoordeling wordt binnen een termijn van 8 weken na afloop van het tentamen per email medegedeeld aan de student. De examinator/docent motiveert het resultaat van de herbeoordeling. Iedere herbeoordeling kan leiden tot een verhoging dan wel een gelijkblijvend aantal punten. Het aantal punten dat bij de herbeoordeling wordt gegeven is het aantal punten dat meetelt voor het definitieve cijfer. Na het bekend worden van het resultaat van de herbeoordeling en uiterlijk binnen 8 weken na afloop van het tentamen worden de definitieve cijfers bekend gemaakt door het DCO. Wanneer een student het niet eens is met de herbeoordeling van het eigen werk door de examinator kan de student tot 10 weken na afloop van het tentamen gemotiveerd schriftelijk bezwaar indienen bij de themacoördinator. De themacoördinator informeert binnen 2 weken de student schriftelijk en zo mogelijk gemotiveerd of hij het bezwaar gegrond acht en of aanpassing van de beoordeling volgt. Wanneer een student het, ook na tussenkomst van de themacoördinator, oneens blijft met de beoordeling van het eigen werk kan de student binnen een termijn van 14 weken na afloop van het tentamen schriftelijk bezwaar aantekenen bij de Examencommissie. De student dient daarbij kopieën van de correspondentie met de examinator en/of themacoördinator te overleggen. De Examencommissie heeft inzage in het beoordeelde werk indien het gestelde in de OER dit noodzakelijk maakt. Uitsluitend met toestemming van een student kan de Examencommissie derden, anders dan examinator of desbetreffende docent, inzage geven in het beoordeelde werk van een student. De Examencommissie kan genoemde termijnen voor het indienen van bezwaar aanpassen indien daar naar het oordeel van de Examencommissie zwaarwegende redenen voor zijn.
5.11 Geldigheidsduur 1. 2.
3.
9
De geldigheidsduur van tentamens en overige onderdelen is vijf jaar te rekenen van de datum waarop het tentamen is afgenomen. De geldigheidsduur van een door de Examencommissie verleende vrijstelling is eveneens vijf jaar, ingaand vanaf de eerstvolgende datum waarop het desbetreffende tentamen wordt afgenomen. De Examencommissie is bevoegd de geldigheidsduur van tentamens en vrijstellingen te verlengen tot meer dan vijf jaar. De student kan een met redenen omkleed verzoek hiertoe indienen bij de Examencommissie.
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde-cs/documenten/algemeen/protocol_aanvraag_herbeoordeling_eigen_werk_studenten_-
_b.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 29/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4.
Alvorens de Examencommissie de uitslag vaststelt van enig tentamen waarvan een of meer onderdelen vijf jaar of langer geleden met goed gevolg zijn afgelegd, vraagt zij advies aan de Opleidingsdirecteur Geneeskunde of de huidige vereisten ten aanzien van het (de) desbetreffende onderdeel(delen) aanleiding geven tot het afnemen van een aanvullend dan wel een vervangend tentamen.
5.12 Bewaartermijn 1. 2. 3. 4.
De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke tentamens worden (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. Het bacheloressay en de beoordeling daarvan wordt (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. De beoordelingen binnen het domein Vaardigheden en Professionele Ontwikkeling (in papieren of digitale vorm) worden gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. Alle beoordelingen worden gedocumenteerd in het digitale studievoortgangssysteem van de Erasmus Universiteit (OSIRIS) gedurende tenminste zeven jaar.
5.13 Curriculumwijzigingen 1.
2.
3.
Studenten die een onvoldoende resultaat hebben behaald voor een schriftelijk tentamen uit een collegejaar, dienen zich in het volgende collegejaar ervan te vergewissen welke veranderingen er zijn opgetreden in de inhoud van het thema en hiermee rekening te houden bij de voorbereiding voor dat tentamen. Bij een enigszins veranderde (thema) inhoud is de examinator niet verplicht een apart tentamen te maken voor studenten die een onvoldoende resultaat hebben behaald voor dit tentamen in het voorgaande studiejaar. Slechts indien onderwijsonderdelen een naar het oordeel van de Examencommissie aanzienlijke wijziging hebben ondergaan, wordt aan studenten die deze onderwijsonderdelen gevolgd hebben, maar nog niet behaald, tot en met het collegejaar dat volgt op de invoering van de wijziging, de gelegenheid gegeven het tentamen van het onderwijsonderdeel in de oude vorm af te leggen met behoud van het oorspronkelijke aantal ECTS. In de daarop volgende collegejaren wordt het desbetreffende onderwijsonderdeel alleen nog in de nieuwe vorm getentamineerd. Onverlet het gestelde in lid 2 geldt dat indien een nieuw onderwijsonderdeel aan een bepaald bachelorjaar wordt toegevoegd dan wel eruit wordt verwijderd, deze wijziging geldt voor iedere student die naar het betreffende bachelorjaar doorstroomt vanaf het collegejaar waarin deze wijziging van kracht wordt.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 30/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Toetsing Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
5.14 Vrijstellingen 1.
2.
3. 4.
De Examencommissie kan op verzoek van een student na overleg met de Opleidingsdirecteur Geneeskunde en de betrokken examinator vrijstelling verlenen van een onderdeel van de Opleiding. De ECTS van de onderwijsonderdelen waarvoor vrijstelling is verkregen, worden in mindering gebracht op het aantal ECTS benodigd voor doorstroming (artikel 3.4) of bindend studieadvies (artikel 8.4). Zie Regels en Richtlijnen voor Examens. Vrijstellingen dienen te allen tijde door de betrokkene zelf schriftelijk bij de Examencommissie te worden aangevraagd. Het toekennen van een vrijstelling kan gevolgen hebben voor het bepalen van het judicium cum laude (zie Regels en Richtlijnen voor de Examens, artikel 17).
5.15 Vrijstelling minor in Ba3 1.
2.
Een student komt in aanmerking voor vrijstelling van de minor wanneer: a. er minimaal 15 ECTS zijn behaald in Ba3 van een andere WO studie; b. of eerder een minor is gevolgd bij een andere WO studie en deze met voldoende resultaat is afgerond; c. of eerder een WO bachelordiploma is behaald. Vrijstelling van de minor dient te worden aangevraagd bij de Examencommissie conform artikel 5.14 van deze regeling.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 31/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Het examen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
6 Het examen 6.1 Bachelorexamen 1.
2.
3.
4.
5.
Het Bachelorexamen is behaald indien de onderdelen, zoals genoemd in bijlage 1, met voldoende resultaat zijn afgelegd, waarbij de gestelde geldigheidsduur, zoals vermeld in artikel 5.11 in acht wordt genomen. De Examencommissie stelt de uitslag van het Bachelorexamen vast en reikt het getuigschrift als bedoeld in artikel 6.5 uit als de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. [7.11 lid 2] Alvorens de uitslag van het Bachelorexamen vast te stellen, kan de Examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de Opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. Voor het behalen van het Bachelorexamen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student ingeschreven was voor de Opleiding in de periode dat de tentamens zijn afgelegd. Degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Dit verzoek tot uitstel moet worden ingediend binnen twee weken nadat de student op de hoogte is gebracht van de uitslag van het examen. Bij dit verzoek geeft de student aan wanneer hij het getuigschrift wil ontvangen. [7.11 lid 3]
6.2 Judicium cum laude Het judicium 'cum laude' wordt toegekend door de Examencommissie aan die studenten die hebben voldaan aan elk van de voorwaarden zoals opgenomen in de Regels en Richtlijnen voor de Examens.
6.3 Graad 1. 2.
Aan degene die het Bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad van Bachelor of Science verleend. [7.10 lid 1] De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. [7.11 lid 2d]
6.4 Honours Indien het honoursprogramma als bedoeld in artikel 3.7 met goed gevolg is afgesloten, wordt een afzonderlijk certificaat uitgereikt waarop dit is vermeld.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 33/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Het examen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
6.5 Getuigschrift 1.
2.
Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt een student meerdere programma’s binnen een opleiding af. [7.11 lid 2] De Examencommissie voegt aan dit getuigschrift de cijferlijst en het Diplomasupplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding. [7.11 lid 4]
6.6 Vrij Bachelorexamen 1. 2. 3. 4.
Conform de Wet kan de student in plaats van een regulier Bachelorexamen, een Vrij Bachelorexamen afleggen. Het Vrij Bachelorexamen geeft de student geen toegang tot de Masteropleiding Geneeskunde. Het programma voor het Vrij Bachelorprogramma dient tenminste 1 ECTS en maximaal 60 ECTS te bevatten uit onderwijsprogramma’s buiten het reguliere geneeskunde onderwijs. Het Vrij Bachelorprogramma moet worden goedgekeurd door de Examencommissie.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 34/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
7 Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts en ontzegging van toegang tot onderwijs en tentamens [7.42a] 7.1 Procedures 1. 2.
3.
De in dit artikel opgenomen procedures worden in acht genomen bij geconstateerde ernstige tekortkomingen op het gebied van professioneel gedrag en/of handelen. Slechts indien deze tekortkomingen van dien aard zijn dat zij wijzen op een mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts treedt de procedure rond het Iudicium Abeundi in werking (zie artikel 7.10 t/m 7.17). Dit Iudicium heeft betrekking op het beëindigen van, of het weigeren van het verzoek tot, inschrijving als student of als extraneus bij de onderwijsinstelling op grond van gedragingen en/of uitlatingen die hem of haar ongeschikt doen zijn voor de uitoefening van het beroep waartoe de Opleiding opleidt (zie wetswijziging van de WHW: Wet Versterking Besturing; Staatsblad 2010/119). Achtergrond en details over deze procedure staan vermeld in het landelijke “Protocol Iudicium Abeundi” 10.
7.2 De eerste melding Indien op enig moment tijdens de Opleiding een student naar het oordeel van een docent/ examinator, coördinator Bachelor, of Opleidingsdirecteur Geneeskunde blijk heeft gegeven onvoldoende te beschikken over de algemene vaardigheden die zijn vereist in het contact met anderen, zoals omschreven in het Raamplan 2009 Artsopleiding, dan stelt de desbetreffende docent/examinator de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, de Examencommissie en de coördinator Professionele ontwikkeling hiervan onverwijld schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte. Er komt een aantekening in het portfolio Professioneel Gedrag van deze student.
7.3 Het dossier De Examencommissie neemt van de in artikel 7.2 bedoelde melding nota en legt in verband met deze melding een vertrouwelijk dossier aan.
7.4 Het weerwoord van de student 1.
2.
10
De Examencommissie stelt de student, over wie de melding als bedoeld in artikel 7.2 handelt, zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte en stelt de student in de gelegenheid schriftelijk en/of mondeling zijn of haar visie op het gestelde in de melding te geven. Een schriftelijke visie van de student wordt door de Examencommissie aan het dossier toegevoegd. Van een mondelinge visie legt de Examencommissie verslag, welk verslag aan de student wordt voorgelegd en – voorzien van diens eventuele commentaar – door de Examencommissie eveneens aan het dossier wordt toegevoegd.
http://www.nfu.nl/img/pdf/Protocol_Iudicium_Abeundi.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 35/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
7.5 Ordemaatregel van de Examencommissie De Examencommissie kan naar aanleiding van deze eerste melding een ordemaatregel nemen, afhankelijk van de ernst van de in die melding omschreven tekortkomingen of gedragingen en van het weerwoord van de student. Zo nodig kan de Examencommissie zich in dit verband door derden laten informeren of op dat moment al een onafhankelijke beoordelaar aanwijzen zoals beschreven in artikel 7.7.
7.6 Een nieuwe melding 1.
2.
Indien de Examencommissie op enig moment tijdens de Opleiding over dezelfde student opnieuw een melding als bedoeld in artikel 7.2 van een of meerdere docent(en)/ examinator(en) ontvangt, dan wordt de procedure als omschreven in artikel 7.3 t/m 7.5 herhaald. Indien de aard van hetgeen in de nieuwe melding is gesteld naar de mening van de Examencommissie daartoe aanleiding geeft, vraagt de Examencommissie het advies van een onafhankelijke beoordelaar omtrent de vraag of de Opleiding door de student kan worden vervolgd en zo ja, onder welke voorwaarden.
7.7 Het aanwijzen van de onafhankelijke beoordelaar Indien zich een geval als bedoeld in artikel 7.6, lid 2, voordoet, verzoekt de Examencommissie de Opleidingsdirecteur Geneeskunde een onafhankelijke beoordelaar aan te wijzen, al dan niet afkomstig uit de faculteit.
7.8 De door de onafhankelijk beoordelaar te volgen procedure 1.
2.
3.
Alvorens aan de Examencommissie advies uit te brengen hoort de onafhankelijke beoordelaar de desbetreffende student en docent(en)/examinator(en), bij voorkeur in elkaars aanwezigheid. In het gesprek/de gesprekken onderzoekt de onafhankelijke beoordelaar of, en zo ja op welke manier, de student de gesignaleerde tekortkomingen zal kunnen oplossen. Van dit gesprek/deze gesprekken stelt de onafhankelijke beoordelaar een verslag op dat aan beide partijen in afschrift wordt toegezonden en waarop beide partijen commentaar kunnen leveren. Zo spoedig mogelijk na het horen van beide partijen brengt de onafhankelijke beoordelaar aan de Examencommissie gemotiveerd verslag uit. Het advies wordt, met de aangehechte bescheiden, door de Examencommissie toegevoegd aan het dossier.
7.9 De beslissing van de Examencommissie 1.
2.
De Examencommissie neemt binnen drie weken na ontvangst van het advies van de onafhankelijke beoordelaar een beslissing over eventuele sancties, waarbij het advies van de onafhankelijke beoordelaar zwaar weegt. Deze beslissing kan onder meer inhouden dat het protocol Iudicium Abeundi wordt doorlopen. Zie artikel 7.10 tot en met 7.17. De beslissing van de Examencommissie wordt gemotiveerd en schriftelijk aan de student ter kennis gebracht.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 36/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
7.10 Melding ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen – het Protocol Iudicium Abeundi Indien op enig moment tijdens de Opleiding een student naar het oordeel van een docent of examinator blijk heeft gegeven van gedragingen en/of uitlatingen die hem of haar ongeschikt doen zijn voor de latere uitoefening van het artsenberoep, of voor de praktische voorbereiding op die beroepsuitoefening - mede gelet op het Raamplan 2009 voor de artsopleiding - stelt de desbetreffende docent of examinator de Examencommissie en de decaan hiervan onverwijld en gemotiveerd op de hoogte.
7.11 Het dossier Iudicium Abeundi 1.
2.
3.
4. 5.
De Examencommissie neemt van een in artikel 7.10 genoemde melding goede nota en overlegt met de decaan, conform het landelijke Protocol Iudicium Abeundi, over de te volgen procedure. Indien het een melding betreft die betrekking heeft op een onderwijssituatie zoals gedefinieerd in het genoemde Protocol, dan legt de Examencommissie in verband met deze melding een vertrouwelijk dossier Iudicium Abeundi aan en handelt vervolgens conform het stroomschema in het Protocol. Dit dossier kan worden aangevuld met eventuele eerdere meldingen en de daarop volgende procedures zoals genoemd in artikel 7.3. Indien de melding niet specifiek op een onderwijssituatie betrekking heeft wordt deze behandeld door de decaan. De decaan zal eveneens volgens het Protocol Iudicium Abeundi de melding verder behandelen volgens het aldaar beschreven stroomschema. De behandeling door de decaan verloopt analoog aan de behandeling door de Examencommissie zoals die hieronder in artikel 7.12 tot 7.17 verder wordt uitgewerkt.
7.12 Het weerwoord van de student De Examencommissie stelt de student over wie de melding zoals bedoeld in artikel 7.10 handelt, hier zo spoedig mogelijk schriftelijk van op de hoogte en biedt de student de mogelijkheid zijn of haar visie op het gestelde in de melding, mondeling toe te lichten in een onderhoud met (leden van) de Examencommissie. Een verslag van dit onderhoud wordt aan de student voorgelegd, en—voorzien van diens eventuele commentaar—door de Examencommissie aan het in artikel 7.11 bedoelde dossier toegevoegd.
7.13 Eventuele ordemaatregel in verband met een melding 1.
2.
De Examencommissie kan tijdens het doorlopen van het stroomschema naar aanleiding van een in artikel 7.10 bedoelde melding besluiten een ordemaatregel op te leggen conform artikel 7.5. De Examencommissie kan tijdens het doorlopen van het stroomschema naar aanleiding van een in artikel 7.10 bedoelde melding ook besluiten een verzoek tot het uitvaardigen van een Iudicium Abeundi in te dienen, indien en voor zover de aard van de gewraakte gedragingen en/of uitlatingen van de student dit naar de mening van de Examencommissie rechtvaardigt. Dit verzoek wordt slechts ingediend na het inwinnen van het advies van de decaan en wordt gericht aan het College van Bestuur.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 37/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
7.14 Beëindiging inschrijving van de student aan de instelling Het College van Bestuur kan na advies van de Examencommissie of van de decaan de inschrijving van een student beëindigen, indien de stappen in het protocol Iudicium Abeundi zijn doorlopen.
7.15 Besluitvorming College van Bestuur Het College van Bestuur neemt een beslissing, als bedoeld in lid 7.14, pas nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat een student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de hem/haar gevolgde studie opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsbeoefening.
7.16 Bezwaar van de student Tegen een besluit van het College van Bestuur kan een student, wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, bezwaar maken bij de landelijke Geschillenadviescommissie Iudicium Abeundi (GIA).
7.17 Beroep van de student Indien het bezwaar van de student ongegrond wordt verklaard door de GIA staat de student beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 38/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Studiebegeleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
8 Studiebegeleiding 8.1 Studievoortgangsadministratie 1. 2.
De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via OSIRIS-student ter beschikking. [7.13 lid 2u] Bij het Studiepunt Geneeskunde kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen. [7.11 lid 5]
8.2 Studiebegeleiding 1.
2.
3.
4.
5.
6.
De decaan c.q. de Opleidingsdirecteur draagt zorg voor de studiebegeleiding van studenten die voor de Opleiding zijn ingeschreven. Het doel van deze begeleiding is om: a. eventuele studievertraging te beperken tot een minimum en de student te helpen het onderwijs- en toetsprogramma nominaal te doorlopen; b. advies en coaching te bieden waar nodig; c. indien nodig studenten tijdig te verwijzen naar een andere, meer geschikte studie; d. betrokkenheid te tonen bij de studievoortgang van de student. De studiebegeleiding omvat; [7.13 lid 2u] a. een introductie in de eerste week van het eerste studiejaar; b. groepsgewijze en individuele advisering over mogelijke studiewegen in en buiten de Opleiding, mede met het oog op beroepsmogelijkheden na de Masteropleiding en over mogelijkheden om direct na het behalen van het bachelordiploma de arbeidsmarkt te betreden; c. groepsgewijze en individuele advisering over studievaardigheden, studieplanning en de keuze voor het vervolgtraject; d. het bieden van verwijzing en hulp bij door studenten ervaren moeilijkheden tijdens de studie; e. het bieden van verwijzing naar een passender studie aan studenten die zich vóór 1 februari van het jaar van eerste inschrijving uitschrijven voor de Opleiding; Eerstejaarsstudenten die na de uitslag van tentamen 1.B.1 minder dan 50% van het tot dan toe te behalen aantal ECTS hebben behaald, krijgen uiterlijk binnen 3 weken na het bekend worden van de uitslag van de Examencommissie een verwijzing voor verplichte studiebegeleiding. Eerstejaarsstudenten die na de uitslag van tentamen 1.B.3 minder dan 50% van het tot dan toe te behalen aantal ECTS hebben behaald, krijgen uiterlijk binnen 3 weken na het bekend worden van de uitslag van de Examencommissie een verwijzing voor verplichte studiebegeleiding. Eerstejaarsstudenten die na de uitslag van tentamen 1.B.3 minder dan 50% van het tot dan toe te behalen aantal ECTS hebben behaald én zowel 1.B.2 als 1.B.3 niet hebben behaald, krijgen uiterlijk binnen 3 weken na het bekend worden van de uitslag extra studiebegeleiding aangeboden. Eerstejaarsstudenten die op 31 augustus minder dan 40 ECTS hebben behaald, krijgen van de Examencommissie een contract voor verplichte studiebegeleiding in het tweede jaar van inschrijving.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 39/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Studiebegeleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
7.
8.
Studenten die in het tweede jaar van inschrijving geen verplichte begeleiding hebben, maar in maart nog niet alle 60 ECTS van bachelor 1 hebben behaald, ontvangen een uitnodiging voor studiebegeleiding. Studenten die in het tweede jaar van inschrijving geen verplichte begeleiding hebben, maar in juni nog niet alle 60 ECTS van bachelor 1 hebben behaald, ontvangen een uitnodiging voor studiebegeleiding.
8.3 Studeren met een functiebeperking Aan de studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden onderwijs en tentamens op een aan hun functiebeperking aangepaste wijze af te leggen. Studenten dienen een verzoek hiertoe te bespreken met de studieadviseur en dit te voorzien van een verklaring van een daartoe bevoegde instantie. Het verzoek wordt vervolgens door de student voorgelegd aan de Examencommissie. De Examencommissie raadpleegt de studieadviseur en beslist vervolgens over de toekenning van het verzoek. Zie teven de ‘Regels en Richtlijnen voor de Examens’. De aanpassing(en) mag (mogen) zowel de kwaliteit als de moeilijkheidsgraad van een tentamen niet doen veranderen. 11[7.13 lid 2m]
8.4 Bindend studieadvies 1.
Aan iedere student wordt op de volgende momenten schriftelijk een studieadvies uitgebracht met betrekking tot de voortzetting van de studie, a. een preadvies na de uitslag van tentamen 1B1 in diens eerste jaar van inschrijving; b. een preadvies na de uitslag van tentamen 1B3 in diens eerste jaar van inschrijving; c. een, behoudens het gestelde in lid 5, 6 en 7 van dit artikel een voorlopig of definitief studieadvies aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving; d. een definitief studieadvies aan het eind van diens tweede jaar van inschrijving, indien aan het eind van het eerste jaar van inschrijving nog geen definitief advies is afgegeven; Het advies wordt uitgebracht door de voorzitter van de Examencommissie krachtens mandaat van de decaan. [7.8b] 2. Een negatief bindend studieadvies (BSa) wordt slechts gegeven indien de student, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt wordt geacht voor de Opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de gestelde normen. Het negatief BSa geldt voor een termijn van drie studiejaren. Alle tot dan toe tijdens de Opleiding Geneeskunde behaalde studieresultaten verliezen hun geldigheid. 3. Indien een student na de termijn van drie jaar een nieuwe studie geneeskunde start, na eerder negatief BSa, kunnen geen vrijstellingen worden verleend op basis van eerder behaalde resultaten tijdens de eerdere Opleiding Geneeskunde.
11
Binnen de Opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC wordt in beginsel geen direct of indirect onderscheid gemaakt tussen
studenten met en studenten zonder een functiebeperking, zoals bedoeld in de Wet Gelijke Behandeling (WGBh/cz).Voor zover passend binnen de kaders van het vanuit de wet en de beroepsvereniging opgelegde ‘Raamplan’, streeft de Opleiding ernaar dat onderwijs en toetsen ook voor studenten met een functiebeperking goed toegankelijk zijn, zowel fysiek als digitaal. De Opleiding Geneeskunde spant zich ervoor in de obstakels weg te nemen die een student ten gevolge van een functiebeperking ondervindt. Aanpassingen mogen de kwaliteit of de moeilijkheidsgraad van het onderwijs of een toets of tentamen niet doen wijzigen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 40/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Studiebegeleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. 11.
12.
13.
Een negatief BSa is niet van toepassing op eerstejaarsstudenten die in het betreffende collegejaar voor de eerste maal zijn ingeschreven en zich in het eerste jaar van inschrijving vóór 1 februari uitschrijven voor de studie. Wanneer deze studenten zich het volgende jaar opnieuw inschrijven voor de Opleiding, worden zij weer beschouwd als eerstejaarsstudenten. Alle tot dan toe tijdens de Opleiding Geneeskunde behaalde studieresultaten verliezen hun geldigheid. Indien de student op 31 augustus van het eerste jaar van inschrijving voor de studie Geneeskunde aan het Erasmus MC zowel minder dan 40 ECTS van bachelor 1 heeft behaald als niet heeft voldaan aan de verplichte begeleiding, ontvangt deze van de Examencommissie een negatief BSa. Indien de student op 31 augustus van het tweede jaar van inschrijving voor de studie Geneeskunde aan het Erasmus MC minder dan 60 ECTS van bachelor 1 heeft behaald, ontvangt deze van de Examencommissie een negatief BSa. Bij de norm voor het BSa worden de ECTS voor die onderwijsonderdelen waarvoor de Examencommissie vrijstelling heeft verleend in mindering gebracht op het totaal aantal te behalen ECTS. De Examencommissie kan besluiten het uitbrengen van een definitief studieadvies uit te stellen voor een periode van maximaal één jaar indien aannemelijk is gemaakt dat de studievoortgang in belangrijke mate is belemmerd door bijzondere persoonlijke omstandigheden; [artikel 2.1 van het Uitvoeringsbesluit] De persoonlijke omstandigheden die in acht worden genomen bij het uitbrengen van het studieadvies zijn: a. ziekte van betrokkene; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiebeperkingen van betrokkene; c. zwangerschap van betrokkene; d. bijzondere familieomstandigheden; e. lidmaatschap van de universiteitsraad, de faculteitsraad, het bestuur van de faculteitsvereniging of de Opleidingscommissie; f. overige omstandigheden als bedoeld in artikel 2.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW. De student die als gevolg van bijzondere persoonlijke omstandigheden redelijkerwijze kan vermoeden studievertraging op te lopen, dient dit tijdig aan de studieadviseur te melden. De melding als bedoeld in lid 10 heeft tot doel de studievertraging ten gevolge van de omstandigheden te beperken en, indien naar het oordeel van de studieadviseur nodig, een individueel studieplan op te stellen. De melding als bedoeld in lid 10 is tijdig indien deze geschiedt binnen vier weken na het begin van de omstandigheden. Indien de omstandigheden zodanig zijn, dat de student of diens zaakwaarnemer niet in de gelegenheid is hiervan binnen vier weken melding te maken, wordt het al dan niet tijdig kenbaar maken beoordeeld in het licht van die omstandigheden. Het bindend studieadvies wordt schriftelijk medegedeeld en omvat: a. de norm die geldt voor de betrokken student, uitgedrukt in het aantal te behalen ECTS van Ba1; b. het aantal behaalde ECTS van Ba1 door de betrokken student; c. indien de norm niet is behaald en indien van toepassing: de opmerking dat studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden, zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel, in acht zijn genomen;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 41/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Studiebegeleiding Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
d.
het al dan niet verbinden van een afwijzing aan het studieadvies, zoals bedoeld in artikel 7.8b lid 3 van de Wet; e. indien een afwijzing wordt verbonden aan het studieadvies: i. de mededeling dat de student zich in de drie collegejaren volgend op het studieadvies niet kan inschrijven als student voor de Opleiding Geneeskunde in Rotterdam; ii. de mededeling dat de geldigheid van tijdens de Opleiding behaalde tentamens is vervallen. iii. de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor de Examens en de termijn waarbinnen het beroep moet zijn ingediend.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 42/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Bezwaar en beroep Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
9 Bezwaar en beroep 9.1 Bezwaar tegen besluiten op grond van deze Onderwijs- en Examenregeling Tegen besluiten die op grond van deze OER ten aanzien van individuele studenten worden genomen, kan bezwaar worden gemaakt bij de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, tenzij in het desbetreffende artikel is vermeld dat deze besluiten worden genomen door de Examencommissie.
9.2 Beroep tegen besluiten van de Examencommissie Tegen besluiten van de Examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens. [7.61 lid 1] De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken na dagtekening van de beschikking.
9.3 Beroep tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde betreffende de doorstroomregeling 1. 2.
Tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde op grond van artikel 7.61 van de Wet staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens. Tegen alle overige besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde kan bezwaar aangetekend worden bij de Opleidingsdirecteur zelf of de decaan van de instantie die de primaire beslissing heeft genomen. De termijn voor het maken van bezwaar bedraagt zes weken na dagtekening van de beschikking.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 43/45
Datum 16 juni 2015 Hoofdstuk Overgangs- en slotbepalingen Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015 - 2016
10 Overgangs- en slotbepalingen 10.1 Hardheidsclausule In die gevallen waarin deze regeling niet in voorziet, niet duidelijk in voorziet of tot kennelijke onredelijke uitkomsten leidt, wordt door of namens de decaan beslist, na de Examencommissie te hebben gehoord.
10.2 Wijzigingen 1.
2. 3.
Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord hebbende de Opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad of opleidingsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende collegejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op een beslissing, die krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
10.3 Bekendmaking OER De Opleidingsdirecteur draagt, namens de decaan, zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van wijzigingen van deze stukken.
10.4 Vaststelling van een wijziging van de OER Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, na instemming door de Gezamenlijke Vergadering, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Artikel 9.2 is van overeenkomstige toepassing.
10.5 Inwerkingtreding Deze regeling treedt op 29 augustus 2015 in werking.
10.6 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: OER Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016. Aldus vastgesteld bij besluit van de decaan met instemming van de Gezamenlijke Vergadering van het Erasmus MC in de Gezamenlijke Vergadering van 16 juni 2015.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding
Pagina 45/45
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding Bijlagen 2015 - 2016
2015 © Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bachelor 2015-2016
Bijlagen Inhoud BIJLAGE 1
ONDERDELEN EN ECTS-VERDELING BACHELOROPLEIDING ...................................................................... 5
BIJLAGE 2
BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN IN DE BACHELOR GENEESKUNDE ........................................................ 9
1
TOETSONDERDELEN BACHELORJAAR 1 ............................................................................................................................. 9 1.1 Kennis en inzicht ............................................................................................................................................ 9 1.2 Vaardigheden .............................................................................................................................................. 10 1.2.1 1.2.2 1.2.3
1.3
Professionele ontwikkeling.......................................................................................................................... 14
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4
2
Klinische vaardigheden ..................................................................................................................................... 10 Academische vorming....................................................................................................................................... 11 Klinisch redeneren ............................................................................................................................................ 13 Tutoraat ............................................................................................................................................................ 14 Beroepsoriëntatie ............................................................................................................................................. 14 Bachelorverklaring en zelfportret ..................................................................................................................... 15 Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling .................................................................................... 15
TOETSONDERDELEN BACHELORJAAR 2 ........................................................................................................................... 16 2.1 Kennis en inzicht .......................................................................................................................................... 16 2.2 Vaardigheden .............................................................................................................................................. 17 2.2.1 2.2.2
Klinische vaardigheden ..................................................................................................................................... 17 Academische vorming....................................................................................................................................... 19
2.3. Professionele ontwikkeling ................................................................................................................................ 21 2.3.1 2.3.2
3
Zorgstage .......................................................................................................................................................... 21 Professioneel gedrag ........................................................................................................................................ 21
TOETSONDERDELEN BACHELORJAAR 3............................................................................................................................ 22 3.1 Kennis en inzicht .......................................................................................................................................... 22 3.2 Vaardigheden .............................................................................................................................................. 23 3.2.1 3.2.2
3.3
Klinische vaardigheden ..................................................................................................................................... 23 Academische vorming....................................................................................................................................... 26
Professionele ontwikkeling.......................................................................................................................... 27
3.3.1. Longitudinale opdrachten in thema Ba3A............................................................................................................ 27 3.3.2 Professioneel gedrag............................................................................................................................................. 27
3.4 BIJLAGE 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 BIJLAGE 4
Bachelorthesis .............................................................................................................................................. 28 OVERGANGSREGELING VOOR STUDENTEN VAN HET CURRICULUM ERASMUSARTS 2007 (ONGEDEELDE OPLEIDING) .......................................................................................................................................... 29 TOEPASBAARHEID VAN DE REGELING ......................................................................................................................... 29 AFLEGGEN DOCTORAAL- EN ARTSEXAMEN .................................................................................................................. 29 AFLOOP ONDERWIJS EN TENTAMENS CURRICULUM ERASMUSARTS 2007 (ONGEDEELDE OPLEIDING) ....................................... 29 DOORSTROOMREGELING ........................................................................................................................................ 29 INSTROOM IN HET CURRICULUM ERASMUSARTS........................................................................................................... 29 VRIJSTELLINGEN BIJ OVERSTAP NAAR CURRICULUM ERASMUSARTS ................................................................................... 30 OVERIGE REGELS BIJ EEN OVERSTAP NAAR ERASMUSARTS .............................................................................................. 32 VERVALDATUM .................................................................................................................................................... 33 HARDHEIDSCLAUSULE ............................................................................................................................................ 33 AANMELDING VAN ARTSEN VAN BUITEN DE EUROPESE UNIE .............................................................. 35
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 3/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen BIJLAGE 5
VOORWAARDEN VOOR HET VOLGEN VAN EEN MINOR AAN EEN ANDERE NEDERLANDSE OF BUITENLANDSE UNIVERSITEIT ........................................................................................................... 35
1.1 VOORWAARDEN .................................................................................................................................................... 35 1.1.1 Algemene eisen ........................................................................................................................................ 35 1.1.2 Inhoudelijke eisen..................................................................................................................................... 35 1.2 EISEN AAN HET VERZOEK ......................................................................................................................................... 36
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 4/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Bijlage 1 Onderdelen en ECTS-verdeling Bacheloropleiding ECTS-verdeling* voor studenten die in collegejaar 2010 – 2011 of later voor het eerst toegang hadden tot BA1
ECTS-verdeling* voor studenten die in collegejaar 2009-2010 of eerder voor het eerst toegang hadden tot BA1
KENNIS EN INZICHT
48
54
Thema Ba1A - De gezonde mens Periode 1 Schriftelijk tentamen
13 7
15 8
6
7
19 6
21 6
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 2
6
7
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 3
7
8
16 6
18 6
5
6
5
6
VAARDIGHEDEN
9
4
Klinische vaardigheden (geen onderlinge compensatie mogelijk)
3
1
2 1 3
1
Bachelor 1
Verplichte VO’s** Periode 2 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Thema Ba1B - Stoornissen in het milieu interieur Periode 1
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Thema Ba1C - Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 2 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 3 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s
PKV CA-onderwijs (voorbereiding, aanwezigheid, actieve deelname, producten) PKV1 toets Acute geneeskunde (aanwezigheid, toets) Academische vorming (geen onderlinge compensatie mogelijk) Taaltoets Journal club (aanwezigheid, actieve deelname, producten) Wetenschappelijk schrijven: experimenten in diverse thema’s Wetenschappelijk schrijftoets: abstract Klinisch redeneren1 Aanwezigheid en actieve deelname Casusopdrachten Integratietoets jaar 1
1
0,5 3
1,5
1
Voor studenten die onvoldoende resultaat hebben behaald voor het KR onderwijs geldt op grond van artikel 10.2 van de OER Bacheloropleiding
Geneeskunde 2014-2015 geldt behoud van de ECTS verdeling zoals benoemd in deze bijlage .
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 5/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
PROFESSIONELE ONTWIKKELING
3
2
Tutoraat
1
1
Aanwezigheid en actieve deelname Opdrachten Beroepsoriëntatie
1
1
Stage Verslag Presentatie Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling TOTAAL
1 60
60
* uitgangspunt nieuwe puntentoekenning: 1 ECTS per onderwijsweek + 1 ECTS extra voor ieder thematentamen, ** de onderdelen zoals beschreven in paragraaf 4.1
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 6/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen ECTS -verdeling* voor studenten die in collegejaar 20102011 of later voor het eerst toegang hadden tot BA2
ECTS -verdeling* voor studenten die in collegejaar 20092010 of eerder voor het eerst toegang hadden tot BA2
KENNIS EN INZICHT
45
54
Thema Ba2A - Oncologie
16
18
Periode 1
6
7
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s** Periode 2
5
6
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 3
5
5
19
22
Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s
6
7
Periode 2 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Periode 3 Schriftelijk tentamen
7
8
6
7
Thema Ba2C - Aandoeningen van het houdings- en bewegingssyteem
6
7
Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s
6
7
Academische vorming – 1 (geen onderlinge compensatie mogelijk)
4
7
Medische Wetenschap en Maatschappij Schriftelijk tentamen Keuzeonderwijs Schriftelijk tentamen
1
1
3
6
12
4
Bachelor 2
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Thema Ba2B - Infectieziekten en immuunziekten
Verplichte VO’s
VAARDIGHEDEN Klinische vaardigheden (geen onderlinge compensatie mogelijk) PKV CA-onderwijs (voorbereiding, aanwezigheid, actieve deelname, producten) PKV MA/MT-onderwijs (voorbereiding, aanwezigheid,actieve deelname) PKV2 toets KOP (aanwezigheid, obductieverslag) Acute geneeskunde (aanwezigheid) Academische vorming – 2 (geen onderlinge compensatie mogelijk) Journal club (aanwezigheid, actieve deelname, producten) Medische Wetenschap en Maatschappij: Schrijven betoog Keuzeonderwijs: Review (schrijven en presentatie) Klinisch redeneren Aanwezigheid en actieve deelname Casusopdrachten Integratietoets jaar 2 PROFESSIONELE ONTWIKKELING
4
3
2 2
Zorgstage Stage Verslag Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling
2
2
TOTAAL
1 1
5 2 3 3
1 60
60
* uitgangspunt nieuwe puntentoekenning: 1 ECTS per onderwijsweek + 1 ECTS extra voor ieder thematentamen (m.u.v MWM week en KOW) ** de onderdelen zoals beschreven in paragraaf 4.1
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 7/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Bachelor 3 2010-2011 was het eerste jaar dat het studieprogramma BA3 heeft gedraaid.
ECTS -verdeling* voor studenten die in collegejaar 20102011 of later voor het eerst toegang hadden tot BA3
KENNIS EN INZICHT
49
Academische vorming - 1
15
Minor
15
Schriftelijk tentamen Opdracht Thema Ba3A - Stoornissen in de reproductieve cyclus
15
Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s**
8
Periode 2 Schriftelijk tentamen
7
Verplichte VO’s Thema Ba3B - Disfuncties van hersenen en zintuigen
16
Periode 1 Schriftelijk tentamen
8
Verplichte VO’s Periode 2
8
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Thema Ba3C - Arts en volksgezondheid
3
Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s
3
VAARDIGHEDEN
10
Klinische vaardigheden (geen onderlinge compensatie mogelijk) PKV CA-onderwijs (voorbereiding, aanwezigheid, actieve deelname, producten) PKV MT-onderwijs (voorbereiding, aanwezigheid, actieve deelname) APC (aanwezigheid, actieve deelname) PKV3 toets KOP (aanwezigheid, obductieverslag) Acute geneeskunde (aanwezigheid) Academische vorming - 2 (geen onderlinge compensatie mogelijk) Journal club (= Debat Club) (aanwezigheid, actieve deelname, producten) Community project in thema Ba3C (artikel, presentatie) Bachelor essay Klinisch redeneren Aanwezigheid en actieve deelname Casusopdrachten Integratietoets jaar 3
3
PROFESSIONELE ONTWIKKELING
1
Longitudinale opdrachten in thema Ba3A Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling
1
TOTAAL
4 2 2 3
60
* uitgangspunt nieuwe puntentoekenning: 1 ECTS per onderwijsweek + 1 ECTS extra voor ieder thematentamen (m.u.v minor, aangezien dit een EUR brede afspraak betreft) ** de onderdelen zoals beschreven in paragraaf 4.1
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 8/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Bijlage 2
1 1.1
Beschrijving van de toetsen in de Bachelor Geneeskunde
Toetsonderdelen Bachelorjaar 1 Kennis en inzicht
Thematentamens De bachelor is verdeeld in negen thema’s die samen het gehele (bio)medische kennisdomein bestrijken. Binnen dit thematisch onderwijs verwerft de student (bio)medische kennis en vaardigheden om theoretische patiëntgebonden problemen op te lossen. Door de aandacht te richten op het verklaren van verschijnselen en het oplossen van problemen wordt de integratie van basisvakken en kliniek binnen het thematisch onderwijs bevorderd. Na een onderwijsperiode van 5 tot 7 weken vindt in Ba1 een thema(deel)tentamen plaats. De (bio)medische kennis die tot dan toe is behandeld wordt bevraagd in een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Per tentamen zijn er twee tentamenmogelijkheden per jaar. In het eerste bachelorjaar worden de volgende thematentamens afgenomen: • Tentamen Ba1A1 - De gezonde mens • Tentamen Ba1A2* • Tentamen Ba1B1 - Stoornissen in het milieu interieur • Tentamen Ba1B2 • Tentamen Ba1B3 • Tentamen Ba1C1 - Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie • Tentamen Ba1C2 • Tentamen Ba1C3
7 ECTS 6 ECTS 6 ECTS 6 ECTS 7 ECTS 6 ECTS 5 ECTS 5 ECTS
*Voor deze toets geldt dat 20% van het tentamen leerstof uit de academisch beroeps gebonden vakken omvat, zoals ethiek, filosofie, geschiedenis en recht. Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over de tentamens staat in de betreffende themamap.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 9/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
1.2
Vaardigheden
1.2.1
Klinische vaardigheden
Praktische Klinische Vaardigheden Het onderwijs in praktische klinische vaardigheden (PKV) bestaat uit drie onderdelen: PKV-MT (medische technieken), PKV-MA (medische anamnese) en PKV-CA (communicatie en attitude). Het CA-onderwijs begint in Ba1, PKV-MT en PKV-MA starten in Ba2. In Ba3 worden CA, MA en MT ook gecombineerd in de bijeenkomsten APC (Arts Patiënt Contact). Daarnaast leert de student acute hulp te verlenen.
PKV- CA onderwijs Voorbereiding en aanwezigheid bij alle PKV-CA bijeenkomsten is verplicht en voorwaarde voor deelname aan de eindtoets (PKV1 toets). Eveneens is een voldoende beoordeling voor actieve bijdrage tijdens de bijeenkomsten en voor diverse producten zoals verslagen, een voorwaarde voor deelname aan de toets. Mocht een student door overmacht een CA-bijeenkomst missen, dan dient de student zich zelf af te melden voor deze bijeenkomst bij de docent én bij het onderwijssecretariaat MPP. De student dient zich bij het secretariaat aan te melden voor een inhaalbijeenkomst. De student mag maximaal één inhaalbijeenkomst volgen per collegejaar. Mocht er niet aan bovengenoemde voorwaarden worden voldaan, dan kan er niet aan de PKV1 toets worden deelgenomen, tenzij de coördinator(en) van PKV anders beslissen. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het eerste bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen van het PKV CA onderwijs.
PKV1 toets Aan het eind van Ba1 vindt een PKV-CA toets plaats, de PKV1 toets. De student wordt tijdens de toets beoordeeld op zijn gespreksvaardigheden. Per studiejaar zijn er twee gelegenheden om de toets af te leggen. De beoordeling over PKV-CA wordt uitgedrukt in een eindcijfer (1-10), samengesteld uit een beoordeling van voorbereiding, aanwezigheid, actieve deelname en uitvoering van opdrachten door het jaar heen enerzijds, en de PKV1 toets anderzijds. Beide onderdelen moeten voldoende zijn voor toelating tot het PKV-CA onderwijs in het tweede bachelorjaar. Als niet beide onderdelen voldoende zijn, dan vervallen de deelresultaten en dient de student het PKV-CA onderwijs jaar 1 het volgende collegejaar geheel over te doen. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het eerste bachelorjaar is een voldoende resultaat voor de PKV1 toets. Meer informatie over de PKV1 toets is te vinden in de studentenhandleiding van PKV-CA jaar 1.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 10/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Acute geneeskunde In het eerste bachelorjaar krijgt de student onderwijs in het verlenen van eerste hulp in verschillende situaties. Aan het eind van de onderwijsperiode vindt de toets plaats. Aan de hand van een gesimuleerd slachtoffer laat de student tijdens deze toets zien dat hij de beoordeling van het slachtoffer in de juiste volgorde uitvoert en de vereiste handelingen op de juiste wijze verricht. Indien een student voor deze toets een onvoldoende resultaat heeft behaald of wegens overmacht niet aanwezig kan zijn, kan in overleg met de coördinator Acute geneeskunde een afspraak worden gemaakt voor herkansing van de toets. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het eerste bachelorjaar is een voldoende resultaat voor de toets Acute geneeskunde. Meer informatie over het onderwijs staat in de handleiding Acute geneeskunde. Tot slot Kennis op het gebied van klinische vaardigheden wordt getoetst in samenhang met klinisch redeneren in de integratietoets.
1.2.2
Academische vorming
Tijdens de bachelor Geneeskunde wordt de student gestimuleerd om de volgende academische vaardigheden te ontwikkelen: - het opzoeken en interpreteren van medisch-wetenschappelijke literatuur - het toepassen van inzichten uit vakgebieden als medische ethiek, filosofie en gezondheidsrecht - het schrijven van gestructureerde artikelen en betogen op basis van valide argumenten.
Taaltoets De taaltoets is een diagnostische toets om te beoordelen of de Nederlandse taalvaardigheid van voldoende niveau is. De taaltoets bestaat uit vier onderdelen: grammatica, spelling, stijl en basis Nederlands, met elk een vereist beheersingsniveau. Deze onderdelen worden door middel van meerkeuzevragen bevraagd. De toets wordt elektronisch afgenomen in een PC-zaal onder toezicht. Meer informatie over de taaltoets, inclusief het vereiste beheersingsniveau per onderdeel, is te vinden op SIN-Online. Deelname aan de taaltoets is verplicht; de toets wordt afgenomen in het eerste bachelorjaar. Studenten met een onvoldoende voor de toets hebben zelf de verantwoordelijkheid hun kennis bij te spijkeren en krijgen een tweede toetsmogelijkheid later in het eerste jaar aangeboden. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Academische Vorming in het eerste bachelorjaar is deelname aan de taaltoets. Journal Club Gedurende het curriculum Erasmusarts nemen studenten deel aan Journal Clubs (JC). In de JC, waaraan steeds twee studiegroepen deelnemen, worden wetenschappelijke artikelen besproken. Er is aandacht voor zowel de inhoud, de kwaliteit als de waarde van het onderzoek voor de klinische praktijk. De artikelen sluiten aan bij de onderwerpen zoals die op dat moment in de thema’s aan bod komen. In het eerste bachelorjaar vinden vier verplichte bijeenkomsten plaats van 2½ uur. Per JC worden doorgaans zes artikelen besproken. De bespreking gebeurt aan de hand van een presentatie door één student.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 11/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen De beoordeling van de JC vindt plaats aan de hand van de volgende criteria: - aanwezigheid - actieve deelname - voorbereiding - presentatie Indien aan de in de handleiding genoemde voorwaarden is voldaan, dan geldt er per collegejaar ten hoogste één inhaalmogelijkheid. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Vaardigheden - Academische vorming in het eerste bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen voor de JC’s. Meer informatie over de JC staat in de handleidingen op Blackboard. n.b. De methodologische kennis en vaardigheden die de student leert tijdens zijn deelname aan de JC’s worden getoetst in de integratietoets en in de wetenschappelijke schrijftoets: abstract.
Wetenschappelijk schrijven: experimenten in diverse thema’s In het eerste bachelorjaar voeren studenten in groepjes van drie studenten, drie experimenten uit. De resultaten van deze experimenten worden vastgelegd in een wetenschappelijk verslag. Ieder verslag wordt beoordeeld op de aspecten: opmaak, taal en inhoud. Bij een onvoldoende beoordeling krijgt de groep eenmalig de kans dit verslag te verbeteren. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Academische Vorming in het eerste bachelorjaar is een voldoende resultaat voor het wetenschappelijk schrijven. Zie de betreffende themamappen voor meer informatie over deze schrijfopdrachten.
Wetenschappelijke schrijftoets: abstract In deze wetenschappelijke schrijftoets schrijft de student een abstract bij een gegeven wetenschappelijk artikel. In dit artikel is het originele gestructureerde abstract niet zichtbaar. Per onderdeel van het gestructureerde abstract (introductie, methoden, resultaten en conclusie) staat aangegeven uit hoeveel zinnen dat onderdeel maximaal mag bestaan en wat het maximaal te behalen aantal punten is. Deze schrijftoets vindt plaats aan het eind van het eerste bachelorjaar. Er zijn twee tentamenmogelijkheden per jaar. Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Vaardigheden - Academische vorming in het eerste bachelorjaar is een voldoende resultaat voor deze schrijftoets. Het onderwijs dat op deze toets voorbereidt is onder andere: diverse zelfstudieopdrachten waarbij de student aan de hand van vragen literatuur leert lezen, de Journal Clubs, het wetenschappelijk schrijven: experimenten in diverse thema’s én het VO Hoe schrijf ik een abstract.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 12/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen 1.2.3
Klinisch redeneren
Het onderwijs in Klinisch Redeneren (KR) bestaat in het eerste bachelorjaar uit patiëntdemonstraties en casusbesprekingen. Centraal staat het proces van het klinisch redeneren. Aan de hand van casuïstiek oefent de student in het toepassen van (bio)medische kennis in concrete klinische situaties. In iedere casus presenteert een patiënt zich bij de (huis)arts met één of meer klachten. De student gaat in de rol van arts, aan de slag met deze patiënt en zoekt uit wat er aan de hand is. Bij iedere casusbespreking dient de student vooraf een opdracht in te leveren. De casusbespreking vindt plaats onder leiding van een consulent. De beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren vindt plaats aan de hand van de criteria: (1) voorbereidende opdracht (2) aanwezigheid (3) actieve participatie Ad 1 Voorbereidende opdracht De student dient de voorbereidende opdracht op tijd in te leveren op de in de studentenhandleiding aangegeven wijze. De consulent beoordeelt de ingeleverde opdracht. Aan elke voorbereidende opdracht die als voldoende is beoordeeld, wordt 1 punt toegekend. (= maximaal 4 punten in Ba1). Als de voorbereidende opdracht te laat of niet wordt ingeleverd, krijgt de student geen toegang tot de casusbespreking. Ad 2 Aanwezigheid Het bijwonen van de casusbesprekingen is verplicht. Voor elke bijgewoonde bespreking wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar). De student mag maximaal 1 casusbespreking missen om voor een inhaalsessie in aanmerking te komen. Ad 3 Actieve participatie Voor een voldoende beoordeling voor professionele ontwikkeling is een actieve en inhoudelijk zinvolle inbreng bij de casusbespreking vereist; dit ter beoordeling van de consulent. Voor elke bespreking waarin sprake is van een actieve bijdrage wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar).
Rekenregels voor de beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren Het ECTS voor het onderdeel Vaardigheden – Klinisch Redeneren worden slechts toegekend indien de onderdelen voorbereidende opdracht, aanwezigheid en actieve participatie bij de casusbesprekingen als voldoende zijn beoordeeld, en wel volgens onderstaande rekenregels in Ba1: bij 10, 11 of 12 punten is het onderwijs in Klinisch Redeneren voldoende gemaakt bij 7, 8 of 9 punten dient de student een inhaalopdracht te maken en de bijbehorende inhaalsessie aan het einde van het collegejaar bij te wonen en daarvoor een voldoende beoordeling te behalen bij 6 punten of minder krijgt de student een onvoldoende beoordeling voor het onderwijs in Klinisch Redeneren Meer informatie over het onderwijs in Klinisch Redeneren is te vinden in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar. Integratietoets De integratietoets is erop gericht het vermogen tot klinisch redeneren te toetsen, en is de afsluitende jaartoets van de lijn Klinisch Redeneren. In deze toets herhaalt de student zijn verworven (bio)medische kennis uit de thema’s gecombineerd met de kennis over vaardigheden en integreert hij deze kennis door deze in een (nieuwe) klinische context toe te passen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 13/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Iedere vraag is in principe gekoppeld aan een klacht van een patiënt, zogenaamde casusvragen. Voorafgaand aan de toets, minimaal één week van tevoren, ontvangt de student per casus een korte beschrijving van de patiënt en zijn klacht. Dit ‘patiëntvignet’ bestaat uit de volgende informatie: • de rol, bijvoorbeeld: je bent huisarts • de patiënt, bijvoorbeeld: een 64-jarige man • de klachtpresentatie, bijvoorbeeld: sinds vanochtend kortademig Onderdeel van klinisch redeneren is ook het kunnen inpassen van ontwikkelingen in de wetenschappelijke literatuur. Het beoordelen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek op kwaliteit en waarde maakt daarom deel uit van de integratietoets. Dit aspect wordt met name in het eerste bachelorjaar uitvoerig getoetst. Ook wordt leerstof uit de academisch beroepsgebonden vakken, zoals ethiek, filosofie, geschiedenis en recht getoetst, evenals leerstof uit de lijn normale psychologie. De integratietoets is een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Er zijn twee tentamenmogelijkheden per jaar. Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over deze toets en voorbeelden van toetsvragen staat in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Vaardigheden – Klinisch Redeneren is een voldoende resultaat voor aanwezigheid en participatie, de casusopdrachten en de integratietoets.
1.3
Professionele ontwikkeling
1.3.1
Tutoraat
De beoordeling van het tutoraat wordt uitgevoerd door de aan de studiegroep toegewezen tutor, op basis van aanwezigheid, actieve voorbereiding en deelname tijdens de bijeenkomsten, een beoordeling voor de groepsopdrachten en een beoordeling voor eventuele vervangende opdrachten. In die gevallen waarin de student, naar oordeel van de tutor, in onvoldoende mate aan zijn verplichtingen voldoet, kan de tutor een vervangende opdracht opleggen. Bij een eindbeoordeling ‘onvoldoende’ dient de student het tutoraat het volgend collegejaar opnieuw te doorlopen indien de onvoldoende beoordeling betrekking heeft op het functioneren in groepsverband. Indien de onvoldoende om een andere reden is gegeven, kan de student gedurende het lopende collegejaar een vervangende opdracht doen. De student dient hiervoor zelf contact op te nemen met de coördinator van het tutoraat. Zodra de cijfers van Ba1 bekend zijn, worden deze doorgegeven aan de desbetreffende tutoren van de studenten. Meer informatie staat in de handleiding van het Tutoraat.
1.3.2
Beroepsoriëntatie
De beoordeling van de Beroepsoriëntatie is gebaseerd op de volgende onderdelen: • een 3-daagse stage (aanwezigheid, actieve deelname) • een presentatie • een verslag De beoordelingscriteria staan in de handleiding van de beroepsoriëntatie.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 14/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Wanneer een onvoldoende is behaald voor de stage en/of voor de presentatie en/of het verslag wordt de gelegenheid geboden deze te herkansen. De student dient hiervoor zelf contact op te nemen met de coördinator van de beroepsoriëntatie.
1.3.3
Bachelorverklaring en zelfportret
Bij de Integriteitsceremonie die begin november plaatsvindt, legt iedere student een Bachelorverklaring af, waarin hij verklaart dat hij zich tijdens de opleiding Geneeskunde gedraagt zoals van een goede student mag worden verwacht. Voorafgaand aan de Bachelorverklaring maakt de student een digitaal zelfportret en neemt dit op in zijn portfolio. Meer informatie over de Bachelorverklaring staat in de handleiding van het tutoraat. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS behorende bij de lijn Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling is de aanwezigheid bij de Bachelorverklaring en de opname van een zelfportret in het portfolio.
1.3.4
Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling
Gedurende de gehele bachelor vindt een longitudinale beoordeling plaats van de professionele ontwikkeling van een student. Deze beoordeling wordt in de eerste plaats verzorgd door de docenten die verantwoordelijk zijn voor de volgende onderwijsonderdelen: Jaar 1 - Tutoraat - Klinisch Redeneren - Practicum Klinische Vaardigheden - Communicatie & Attitude - Kennismaking Beroepspraktijk (indien gevolgd door student) - Journal Club Daarnaast kunnen alle overige docenten en dienstverleners, indien nodig, een bijdrage leveren aan de beoordeling van het professionele ontwikkeling . De praktische uitvoering van de beoordeling vindt plaats via een digitaal portfolio (genaamd EPASS). In dit portfolio staan per onderwijsonderdeel feedbackformulieren klaar die door de docent worden ingevuld. De beoordeling professionele ontwikkeling is voldoende wanneer de student maximaal één onvoldoende gekregen heeft op een van de dimensies door maximaal één docent/dienstverlener. Indien een student twee of meer onvoldoendes heeft behaald op de dimensies van professionele ontwikkeling, moet een aanvullend reflectieverslag worden geschreven. Dit verslag wordt beoordeeld door de LBPO coördinator. Het resultaat voor de longitudinale beoordeling van professionele ontwikkeling wordt aan het einde van het collegejaar bekend gemaakt. Wanneer de coördinator LBPO na beoordeling van het aanvullend reflectieverslag een onvoldoende eindbeoordeling afgeeft voor professionele ontwikkeling wordt de student opgeroepen door de Commissie Professionele Ontwikkeling die is ingesteld door de Opleidingsdirecteur. Deze commissie spreekt de verschillende docenten, bekijkt eventueel het reflectieverslag en de feedback die de student heeft gekregen, en bepaalt vervolgens na een gesprek met de student de definitieve beoordeling van de professionele ontwikkeling en/of stelt aanvullende eisen. Ook wanneer er gedurende het jaar zorgen zijn rondom de professionele ontwikkeling kan de student door deze commissie worden opgeroepen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 15/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
2 2.1
Toetsonderdelen Bachelorjaar 2 Kennis en inzicht
Thematentamens De bachelor is verdeeld in negen thema’s die samen het gehele (bio)medische kennisdomein bestrijken. Binnen dit thematisch onderwijs verwerft de student (bio)medische kennis en vaardigheden om theoretische patiëntgebonden problemen op te lossen. Door de aandacht te richten op het verklaren van verschijnselen en het oplossen van problemen wordt de integratie van basisvakken en kliniek binnen het thematisch onderwijs bevorderd. Na een onderwijsperiode van 5 tot 7 weken vindt in Ba2 een thema(deel)tentamen plaats. De (bio)medische kennis die tot dan toe is behandeld, wordt bevraagd in een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Per tentamen zijn er twee tentamenmogelijkheden per jaar. In het tweede bachelorjaar worden de volgende thematentamens afgenomen: • Tentamen Ba2A1 - Oncologie 6 ECTS • Tentamen Ba2A2 5 ECTS • Tentamen Ba2A3 5 ECTS • Tentamen Ba2B1 - Infectie- en immuunziekten 6 ECTS • Tentamen Ba2B2 7 ECTS • Tentamen Ba2B3 6 ECTS • Tentamen Ba2C1 - Aandoeningen van het houdings- en bewegingssysteem 6 ECTS Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over de tentamens staat in de betreffende themamap.
Academische vorming: Tentamens In het kader van Academische vorming zijn er twee schriftelijke ‘kennis en inzicht’ tentamens in Ba2: • Medische Wetenschap en Maatschappij (MWM) 1 ECTS • Keuzeonderwijs (KOW) 3 ECTS Meer informatie over beide tentamens staat in de betreffende themamap of handleiding keuzeonderwijs. Klinisch Redeneren: Integratietoets In de laatste week van het studiejaar vindt de integratietoets plaats. De integratietoets is erop gericht het vermogen tot klinisch redeneren te toetsen. In deze toets herhaalt de student zijn verworven (bio)medische kennis uit de thema’s gecombineerd met de kennis over vaardigheden en integreert hij deze kennis door deze in een (nieuwe) klinische context toe te passen. Iedere vraag is in principe gekoppeld aan een klacht van een patiënt, zogenaamde casusvragen. Voorafgaand aan de toets, minimaal één week van tevoren, ontvangt de student per casus een korte beschrijving van de patiënt en zijn klacht. Dit ‘patiëntvignet’ bestaat uit de volgende informatie: • de rol, bijvoorbeeld: je bent huisarts • de patiënt, bijvoorbeeld: een 64-jarige man • de klachtpresentatie, bijvoorbeeld: sinds vanochtend kortademig Onderdeel van klinisch redeneren is ook het kunnen inpassen van ontwikkelingen in de wetenschappelijke literatuur. Het beoordelen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek op kwaliteit en waarde maakt daarom deel uit van de integratietoets. Dit aspect wordt met name in het eerste bachelorjaar uitvoerig getoetst. Ook wordt leerstof uit de academisch beroepsgebonden vakken, zoals ethiek, filosofie, geschiedenis en recht getoetst.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 16/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen De integratietoets is een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Er zijn twee tentamenmogelijkheden per jaar. Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over deze toets en voorbeelden van toetsvragen staat in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar.
2.2
Vaardigheden
2.2.1
Klinische vaardigheden
Praktische Klinische Vaardigheden Het onderwijs in praktische klinische vaardigheden (PKV) bestaat uit drie onderdelen: PKV-MT (medische technieken), PKV-MA (medische anamnese) en PKV-CA (communicatie en attitude). Het CA-onderwijs begon in Ba1, PKV-MT en PKV-MA starten in Ba2. In Ba3 worden CA, MA en MT ook gecombineerd in de bijeenkomsten APC (Arts Patiënt Contact). Daarnaast onderhoudt de student zijn vaardigheid om acute hulp te kunnen blijven verlenen.
PKV onderwijs Het met een voldoende resultaat afronden van de PKV1 toets is voorwaarde voor deelname aan het PKV onderwijs in Ba2. Het onderwijs wordt afgesloten met één toets: de PKV2 toets. Voorbereiding en aanwezigheid bij alle PKV-MT, -MA en -CA bijeenkomsten is verplicht en voorwaarde voor deelname aan de PKV2 toets. Eveneens is een voldoende beoordeling voor actieve bijdrage tijdens de bijeenkomsten en voor diverse producten zoals verslagen, voorwaarde voor deelname aan de PKV2 toets. Mocht een student door overmacht een MT- of MA-bijeenkomst missen dan dient de student zich zelf af te melden voor deze bijeenkomst bij de docent èn bij het secretariaat PKV en zich bij het secretariaat aan te melden voor een inhaalbijeenkomst. Er is gelegenheid tot maximaal twee inhaalbijeenkomsten van het MA/MT-onderwijs per collegejaar. Mocht een student door overmacht een CA-bijeenkomst missen, dan dient de student zich zelf af te melden voor deze bijeenkomst bij de docent èn bij het onderwijssecretariaat MPP. De student dient zich bij het secretariaat aan te melden voor een inhaalbijeenkomst. De student mag maximaal één inhaalbijeenkomst volgen per collegejaar. Mocht er niet aan bovengenoemde voorwaarden worden voldaan, dan kan er niet aan de PKV2 toets worden deelgenomen, tenzij de coördinator van het betreffende PKV onderdeel anders beslist. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het tweede bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen van het PKV onderwijs.
PKV2 toets Tijdens de PKV2 toets worden alle drie onderdelen (MT-MA-CA) apart beoordeeld en deze dienen voldoende te zijn voor het behalen van de toets. Per studiejaar zijn er twee gelegenheden de toets af te leggen. Indien een student niet voor alle PKV2-onderdelen (MT-MA-CA) een voldoende resultaat heeft behaald, vervallen de behaalde deelresultaten van de PKV2 toets, evenals de aanwezigheidsregistratie van de verplichte PKV-bijeenkomsten voor MA, MT en CA in Ba2 en dient de student het tweedejaars onderwijs van PKV over te doen en vervolgens de toets opnieuw af te leggen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 17/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het tweede bachelorjaar is een voldoende resultaat voor de PKV2 toets. Nadere informatie omtrent de toets zijn opgenomen in de PKV syllabi en wordt gedurende het collegejaar op SIN-Online geplaatst.
Klinisch redeneren Het onderwijs in Klinisch Redeneren (KR) bestaat in het tweede bachelorjaar uit patiëntdemonstraties en casusbesprekingen. Centraal staat het proces van het klinisch redeneren. Aan de hand van casuïstiek oefent de student in het toepassen van (bio)medische kennis in concrete klinische situaties. In iedere casus presenteert een patiënt zich bij de (huis)arts met één of meer klachten. De student gaat in de rol van arts, aan de slag met deze patiënt en zoekt uit wat er aan de hand is. Bij iedere casusbespreking dient de student vooraf een opdracht in te leveren. De casusbespreking vindt plaats onder leiding van een consulent. De beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren vindt plaats aan de hand van de criteria: (1) voorbereidende opdracht (2) aanwezigheid (3) actieve participatie Ad 1 Voorbereidende opdracht De student dient de voorbereidende opdracht op tijd in te leveren op de in de studentenhandleiding aangegeven wijze. De consulent beoordeelt de ingeleverde opdracht. Aan elke voorbereidende opdracht die als voldoende is beoordeeld, wordt 1 punt toegekend. (= maximaal 4 punten in Ba2). Als de voorbereidende opdracht te laat of niet wordt ingeleverd, krijgt de student geen toegang tot de casusbespreking. Ad 2 Aanwezigheid Het bijwonen van de casusbesprekingen is verplicht. Voor elke bijgewoonde bespreking wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar). De student mag maximaal 1 casusbespreking missen om voor een inhaalsessie in aanmerking te komen. Ad 3 Actieve participatie Voor een voldoende beoordeling voor professionele ontwikkeling is een actieve en inhoudelijk zinvolle inbreng bij de casusbespreking vereist; dit ter beoordeling van de consulent. Voor elke bespreking waarin sprake is van een actieve bijdrage wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar).
Rekenregels voor de beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren Het ECTS voor het onderdeel Vaardigheden – Klinisch Redeneren worden slechts toegekend indien de onderdelen voorbereidende opdracht, aanwezigheid en actieve participatie bij de casusbesprekingen als voldoende zijn beoordeeld, en wel volgens onderstaande rekenregels in Ba2: bij 10, 11 of 12 punten is het onderwijs in Klinisch Redeneren voldoende gemaakt bij 7, 8 of 9 punten dient de student een inhaalopdracht te maken en de bijbehorende inhaalsessie aan het einde van het collegejaar bij te wonen en daarvoor een voldoende beoordeling te behalen bij 6 punten of minder krijgt de student een onvoldoende beoordeling voor het onderwijs in Klinisch Redeneren Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het tweede bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen van het onderwijs in Klinisch Redeneren. Meer informatie over het onderwijs in Klinisch Redeneren is te vinden in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 18/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Klinisch Obductie Practicum (KOP) In het tweede bachelorjaar volgt de student het Klinisch Obductie Practicum (KOP) waar hij een obductie bijwoont van een actuele casus. Het doel van dit vaardigheidsonderwijs is het verkrijgen van kennis van het menselijk lichaam en de pathologie in zijn volle breedte. Het vaardigheidsonderwijs bestaat uit de volgende onderdelen: - korte voorbespreking door de patholoog met uitleg van de voorgeschiedenis en de reden tot obductie. - lichaams-obductie met uitleg van de gevonden afwijkingen, en de relatie daarvan met het overlijden. - nabespreking met de patholoog, waarbij alle bevindingen worden geïntegreerd. Voor het KOP-onderwijs in Ba2 behaalt de student een voldoende als deze één obductie heeft bijgewoond en een voldoende resultaat heeft behaald voor het verslag. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Vaardigheden - Klinische Vaardigheden in het tweede bachelorjaar is dat de student aan de gestelde eisen van het obductie onderwijs in het tweede bachelorjaar heeft voldaan. Zie voor meer informatie over het KOP onderwijs de themamappen van Ba2.
Acute geneeskunde In Ba2 zijn er twee verplichte bijeenkomsten Acute geneeskunde, te weten ‘Basic Life Support’ en ‘Advanced Trauma Life Support’. Voorwaarden voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden is dat de student aan de gestelde eisen aan het Acute geneeskunde onderwijs in het tweede bachelorjaar heeft voldaan. Meer informatie over het onderwijs staat in de handleiding Acute geneeskunde.
Tot slot Kennis op het gebied van klinische vaardigheden wordt getoetst in samenhang met klinisch redeneren in de integratietoets.
2.2.2
Academische vorming
Tijdens de bachelor Geneeskunde wordt de student gestimuleerd om de volgende academische vaardigheden te ontwikkelen: - het opzoeken en interpreteren van medisch-wetenschappelijke literatuur - het toepassen van inzichten uit vakgebieden als medische ethiek, filosofie en gezondheidsrecht - het schrijven van gestructureerde artikelen en betogen op basis van valide argumenten. Journal Club In het tweede bachelorjaar nemen de studenten deel aan Journal Clubs (JC). In de JC staat het bespreken van systematisch reviews centraal. De beoordeling van de JC vindt plaats aan de hand van de volgende criteria: - aanwezigheid - actieve deelname - presentatie Indien de student aan de in de handleidingen genoemde voorwaarden heeft voldaan, dan geldt dat er per collegejaar ten hoogste één inhaalmogelijkheid is.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 19/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Bij een onvoldoende van de groep krijgt de gehele groep één maal een herkansing. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Academische Vorming voor het Review is dat de student voldaan heeft aan zijn verplichtingen voor de Journal Clubs in het tweede bachelorjaar. Meer informatie over de JC staat op de Blackboardsite.
Medische Wetenschap en Maatschappij: Schrijven betoog In de toets Schrijven betoog wordt het academisch redeneren en schrijven beoordeeld. Het onderwijs dat hier specifiek op voorbereidt, wordt gegeven in de week Medische Wetenschap en Maatschappij en bouwt voort op reeds eerdere opgedane ervaring met academisch schrijven. Deze schrijftoets vindt plaats na afloop van het tweedejaars keuzeonderwijs. Aan de hand van een stelling over een medisch – ethisch dilemma schrijft de student een betoog waarin hij een eigen positie inneemt: voor of tegen de stelling op basis van valide argumenten. Het onderwerp van de stelling wordt minimaal één week voor de toetsafname bekend gemaakt. De beoordeling van de schrijftoets staat los van de beoordeling van het schriftelijk tentamen MWM (zie 2.1). Compensatie is niet mogelijk. Er zijn twee tentamengelegenheden voor de schrijftoets. Meer informatie over het schrijven van het betoog staat in de themamap van de MWM-week.
Keuzeonderwijs: Review Tijdens het keuzeonderwijs in het tweede bachelorjaar voeren studenten in twee- of drietallen een literatuuronderzoek uit, en schrijven op basis hiervan een systematisch review. De resultaten worden gedurende het keuzeonderwijs gepresenteerd. Het review wordt zowel inhoudelijk als methodologisch beoordeeld. Indien het review en/of de presentatie onvoldoende is, krijgen studenten de mogelijkheid een verbeterde versie in te leveren en/of de presentatie over te doen. Voorwaarde voor het inleveren van een gereviseerde versie is dat de student aanwezig is geweest op de nabespreking. De beoordeling van het review staat los van de beoordeling van het schriftelijk tentamen (zie 2.1). Compensatie is niet mogelijk. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Academische Vorming voor het Review is dat de student voldaan heeft aan zijn verplichtingen voor de Journal Clubs in het tweede bachelorjaar. Meer informatie over het schrijven van het Review staat in de betreffende handleiding van het keuzeonderwijs.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 20/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
2.3. Professionele ontwikkeling Gedurende de gehele bachelor staat de professionele ontwikkeling van een student tot arts centraal. In Ba2 gebeurt dit aan de hand van de zorgstage, de beoordeling van het professionele gedrag en de coachgesprekken.
2.3.1
Zorgstage
Beoordeling van de zorgstage vindt plaats door de coördinator zorgstage op basis van het oordeel van de praktijkbegeleider in de stage verlenende instelling over de student. De beoordeling is gebaseerd op de aanwezigheid bij het verplichte onderwijs voorafgaande aan de zorgstage, het stageverslag, inzet en aanwezigheid tijdens de zorgstage en de kwaliteit van de uitvoering van de opdrachten tijdens de zorgstage. De eindbeoordeling van de zorgstage vindt plaats aan het eind van de zorgstage tijdens het beoordelingsgesprek dat gevoerd wordt door de praktijkbegeleider met de student. Het oordeel van de praktijkbegeleider in de stage verlenende instelling wordt uitgedrukt in 'onvoldoende', 'voldoende' of 'goed'. Bij een onvoldoende voor de zorgstage moet de zorgstage in zijn geheel opnieuw worden gevolgd. Bij een onvoldoende van alleen het stageverslag, dient het verslag opnieuw geschreven te worden en beoordeeld te worden door de praktijkbegeleider; voorwaarden en aftekenmogelijkheid hiervoor staan op het beoordelingsformulier. Meer informatie over de zorgstage staat in de handleiding Zorgstage.
2.3.2
Professioneel gedrag
De beoordeling van het professionele gedrag wordt in de eerste plaats verzorgd door de docenten die verantwoordelijk zijn voor de volgende onderwijsonderdelen:
Jaar 2 - Zorgstage - PKV - Communicatie & Attitude - PKV- Medische Anamnese en Medische Technieken - Klinisch Redeneren - Journal Club De docent waardeert het professionele gedrag van de student tijdens het onderwijs op drie gebieden: - Afspraken en communicatie - Participatie - Feedback en reflectie. Daarnaast kunnen alle overige docenten en dienstverleners, indien nodig, een bijdrage leveren aan de beoordeling van het professionele gedrag. De praktische uitvoering van de beoordeling vindt plaats via een digitaal portfolio (genaamd EPASS). In dit portfolio staan per onderwijsonderdeel feedbackformulieren klaar die door de docent worden ingevuld. De beoordeling professionele ontwikkeling is voldoende wanneer de student maximaal één onvoldoende gekregen heeft op een van de dimensies door maximaal één docent/dienstverlener. Het resultaat voor de beoordeling van het professionele gedrag wordt uiterlijk de dag na de eerste tentamenmogelijkheid van de integratietoets bekend gemaakt. Als het professionele gedrag van een student als onvoldoende wordt beoordeeld, schrijft de student een reflectieverslag op de verkregen feedback en zijn eigen beoordeling op zijn professionele gedrag. Dit verslag wordt beoordeeld door de LBPO coördinator.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 21/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS behorende bij het onderdeel Professionele Ontwikkeling Reflectie Professionele Ontwikkeling is een voldoende eindbeoordeling op het professionele gedrag. Bij een onvoldoende eindbeoordeling van het professionele gedrag wordt de student opgeroepen door de Commissie Professionele Ontwikkeling die is ingesteld door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde. Deze commissie spreekt de verschillende docenten, bekijkt eventueel het reflectieverslag en de feedback die de student heeft gekregen, en bepaalt vervolgens na een gesprek met de student de definitieve beoordeling van de professionele ontwikkeling en/of stelt aanvullende eisen. Ook wanneer er gedurende het jaar zorgen zijn rondom de professionele ontwikkeling kan de student door deze commissie worden opgeroepen.
3
Toetsonderdelen Bachelorjaar 3
3.1
Kennis en inzicht
Thematentamens De bachelor is verdeeld in negen thema’s die samen het gehele (bio)medische kennisdomein bestrijken. Binnen dit thematisch onderwijs verwerft de student (bio)medische kennis en vaardigheden om theoretische patiëntgebonden problemen op te lossen. Door de aandacht te richten op het verklaren van verschijnselen en het oplossen van problemen wordt de integratie van basisvakken en kliniek binnen het thematisch onderwijs bevorderd. Na een onderwijsperiode van 3 tot 8 weken vindt in bachelor 3 een thema(deel)tentamen plaats. De (bio)medische kennis die tot dan toe is behandeld wordt bevraagd in een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Per tentamen zijn er twee tentamenmogelijkheden per jaar. In derde bachelorjaar vinden de volgende schriftelijke (thema)tentamens plaats: • Tentamen Ba3A1 - Stoornissen in de reproductieve cyclus 8 ECTS • Tentamen Ba3A2 7 ECTS • Tentamen Ba3B1 - Disfunctie van hersenen en zintuigen 8 ECTS • Tentamen Ba3B2 8 ECTS • Tentamen Ba3C1 - Arts en volksgezondheid 3 ECTS Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over de tentamens staat in de betreffende themamap.
Academische vorming: minor Aan het begin van het derde bachelorjaar volgt de student een minor met een omvang van tenminste 15 ECTS. Met de keuze voor een minor kan de student zich profileren en zijn kennis en kunde verbreden (andere faculteiten) of verdiepen (eigen faculteit).
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 22/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Voor de minoren die vanuit het Erasmus MC worden aangeboden geldt: Kennis en inzicht worden getoetst door een schriftelijk tentamen conform de richtlijnen zoals die gelden voor de thematentamens, en een ‘product’ (bijvoorbeeld een scriptie of een essay) waarin de academische vaardigheden worden beoordeeld. Voor beide toetsonderdelen geldt dat er twee tentamengelegenheden per jaar zijn. Indien de minor als onvoldoende wordt beoordeeld, dient de gehele minor opnieuw te worden gedaan. In dat geval kan de student er ook voor kiezen om een andere minor te volgen. Meer informatie over de toetsing van een minor staat in de betreffende syllabus van de minor.
Klinisch Redeneren: Integratietoets In de laatste week van het studiejaar vindt de integratietoets plaats. De integratietoets is erop gericht het vermogen tot klinisch redeneren te toetsen. In deze toets herhaalt de student zijn verworven (bio)medische kennis uit de thema’s gecombineerd met de kennis over vaardigheden en integreert hij deze kennis door deze in een (nieuwe) klinische context toe te passen. Iedere vraag is in principe gekoppeld aan een klacht van een patiënt, zogenaamde casusvragen. Voorafgaand aan de toets, minimaal één week van tevoren, ontvangt de student per casus een korte beschrijving van de patiënt en zijn klacht. Dit ‘patiëntvignet’ bestaat uit de volgende informatie: de rol, bijvoorbeeld: je bent huisarts • de patiënt, bijvoorbeeld: een 64-jarige man • de klachtpresentatie, bijvoorbeeld: sinds vanochtend kortademig •
Onderdeel van klinisch redeneren is ook het kunnen inpassen van ontwikkelingen in de wetenschappelijke literatuur. Het beoordelen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek op kwaliteit en waarde maakt daarom deel uit van de integratietoets. Dit aspect wordt met name in het eerste bachelorjaar uitvoerig getoetst. Ook wordt leerstof uit de academisch beroepsgebonden vakken, zoals ethiek, filosofie, geschiedenis en recht getoetst. De integratietoets is een gecombineerd schriftelijk tentamen met zowel gesloten als open vragen. Er zijn twee tentamenmogelijkheden per jaar. Voor de beschrijving van de cesuur wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Meer informatie over deze toets en voorbeelden van toetsvragen staat in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar.
3.2
Vaardigheden
3.2.1
Klinische vaardigheden
Praktische Klinische Vaardigheden Het onderwijs in praktische klinische vaardigheden (PKV) bestaat uit drie onderdelen: PKV-MT (medische technieken), PKV-MA (medische anamnese) en PKV-CA (communicatie en attitude). Het CA-onderwijs begon in Ba1, PKV-MT en PKV-MA startten in Ba2. In Ba3 worden CA, MA en MT ook gecombineerd in de bijeenkomsten APC (Arts Patiënt Contact). Daarnaast onderhoudt de student zijn vaardigheid om acute hulp te kunnen blijven verlenen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 23/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen PKV onderwijs Het met een voldoende resultaat afronden van de PKV2 toets is voorwaarde voor deelname aan het PKV onderwijs in Ba3. Het onderwijs wordt afgesloten met één toets: de PKV3 toets. Voorbereiding en aanwezigheid bij alle PKV-MT, -CA en APC bijeenkomsten is verplicht en voorwaarde voor deelname aan de PKV3 toets. Eveneens is een voldoende beoordeling voor actieve bijdrage tijdens de bijeenkomsten en voor diverse producten zoals verslagen, voorwaarde voor deelname aan de PKV3 toets. Mocht een student door overmacht een MT- of APC-bijeenkomst missen dan dient de student zich zelf af te melden voor deze bijeenkomst bij de docent èn bij het secretariaat PKV en zich bij het secretariaat aan te melden voor een inhaalbijeenkomst. Er is gelegenheid tot maximaal één inhaalbijeenkomst van het MT- of APC-onderwijs per collegejaar. Mocht een student door overmacht een CA-bijeenkomst missen, dan dient de student zich zelf af te melden voor deze bijeenkomst bij de docent èn bij het onderwijssecretariaat MPP. Er mag niet onderling worden geruild. De student dient zich bij het secretariaat aan te melden voor een inhaalbijeenkomst. De student mag maximaal één inhaalbijeenkomst volgen per collegejaar. Mocht er niet aan bovengenoemde voorwaarden worden voldaan, dan kan er niet aan de PKV3 toets worden deelgenomen, tenzij de coördinator van het betreffende PKV onderdeel anders beslist. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het derde bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen van het PKV onderwijs.
PKV3 toets De PKV3 toets bestaat uit een aantal stations, waar kennis en/of vaardigheden uit het MT-, APC- en CAonderwijs worden beoordeeld. Een of meerdere andere vaardigheidsstations kunnen ook deel uitmaken van de toets. Per studiejaar zijn er twee gelegenheden de toets af te leggen. Bij een onvoldoende eindresultaat voor de PKV3 toets vervallen de resultaten van de PKV3 toets, evenals de aanwezigheidsregistratie van de verplichte PKV-bijeenkomsten van het MT-, APC- en CA-onderwijs in Ba3. De student dient het derdejaars onderwijs van PKV over te doen en vervolgens de toets opnieuw af te leggen. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het derde bachelorjaar is een voldoende resultaat voor de PKV3 toets. Nadere informatie omtrent de toets is opgenomen in de PKV syllabi en wordt gedurende het collegejaar op SIN-Online geplaatst. Klinisch redeneren Het onderwijs in Klinisch Redeneren (KR) bestaat in het derde bachelorjaar uit patiëntdemonstraties en casusbesprekingen. Centraal staat het proces van het klinisch redeneren. Aan de hand van casuïstiek oefent de student in het toepassen van (bio)medische kennis in concrete klinische situaties. In iedere casus presenteert een patiënt zich bij de (huis)arts met één of meer klachten. De student gaat in de rol van arts, aan de slag met deze patiënt en zoekt uit wat er aan de hand is. Bij iedere casusbespreking dient de student vooraf een opdracht in te leveren. De casusbespreking vindt plaats onder leiding van een consulent. De beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren vindt plaats aan de hand van de criteria: (1) voorbereidende opdracht (2) aanwezigheid (3) actieve participatie
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 24/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Ad 1 Voorbereidende opdracht De student dient de voorbereidende opdracht op tijd in te leveren op de in de studentenhandleiding aangegeven wijze. De consulent beoordeelt de ingeleverde opdracht. Aan elke voorbereidende opdracht die als voldoende is beoordeeld, wordt 1 punt toegekend (= maximaal 4 punten in Ba3). Als de voorbereidende opdracht te laat of niet wordt ingeleverd, krijgt de student geen toegang tot de casusbespreking. Ad 2 Aanwezigheid Het bijwonen van de casusbesprekingen is verplicht. Voor elke bijgewoonde bespreking wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar). De student mag maximaal 1 casusbespreking missen om voor een inhaalsessie in aanmerking te komen. Ad 3 Actieve participatie Voor een voldoende beoordeling voor professionele ontwikkeling is een actieve en inhoudelijk zinvolle inbreng bij de casusbespreking vereist; dit ter beoordeling van de consulent. Voor elke bespreking waarin sprake is van een actieve bijdrage wordt 1 punt toegekend. Er zijn vier besprekingen per bachelorjaar (= maximaal 4 punten per bachelorjaar).
Rekenregels voor de beoordeling van het onderwijs in Klinisch Redeneren Het ECTS voor het onderdeel Vaardigheden – Klinisch Redeneren worden slechts toegekend indien de onderdelen voorbereidende opdracht, aanwezigheid en actieve participatie bij de casusbesprekingen als voldoende zijn beoordeeld, en wel volgens onderstaande rekenregels in Ba3: bij 10, 11 of 12 punten is het onderwijs in Klinisch Redeneren voldoende gemaakt bij 7, 8 of 9 punten dient de student een inhaalopdracht te maken en de bijbehorende inhaalsessie aan het einde van het collegejaar bij te wonen en daarvoor een voldoende beoordeling te behalen bij 6 punten of minder krijgt de student een onvoldoende beoordeling voor het onderwijs in Klinisch Redeneren Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden in het derde bachelorjaar is dat voldaan is aan de verplichtingen van het onderwijs in Klinisch Redeneren. Meer informatie over het onderwijs in Klinisch Redeneren is te vinden in de handleiding Klinisch Redeneren van het betreffende bachelorjaar.
Klinisch Obductie Practicum (KOP) In het derde bachelorjaar volgt de student het Klinisch Obductie Practicum (KOP) waar hij een obductie bijwoont van een actuele casus. Het doel van dit onderwijs is het verkrijgen van kennis van het menselijk lichaam en de pathologie in zijn volle breedte. Het vaardigheidsonderwijs bestaat uit de volgende onderdelen: - korte voorbespreking door de patholoog met uitleg van de voorgeschiedenis en de reden tot obductie - lichaams-obductie met uitleg van de gevonden afwijkingen, en de relatie daarvan met het overlijden - nabespreking met de patholoog, waarbij alle bevindingen worden geïntegreerd Voor het KOP-onderwijs in bachelor 3 behaalt de student een voldoende als deze één obductie heeft bijgewoond en een voldoende resultaat heeft behaald voor het verslag. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Vaardigheden - Klinische Vaardigheden in het derde bachelorjaar is dat de student aan de verplichtingen van het obductie onderwijs heeft voldaan. Zie voor meer informatie over het KOP onderwijs de themamappen van Ba3.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 25/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Acute geneeskunde In Ba3 zijn er twee verplichte bijeenkomsten Acute geneeskunde: ‘Advanced Pediatric Life Support’ en ‘Advanced Cardiac Life Support’. Voorwaarden voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Klinische Vaardigheden is dat de student aan de gestelde eisen aan het Acute geneeskunde onderwijs in het derde bachelorjaar heeft voldaan. Meer informatie over het onderwijs staat in de handleiding Acute geneeskunde. Tot slot Kennis op het gebied van klinische vaardigheden wordt getoetst in samenhang met klinisch redeneren in de integratietoets.
3.2.2
Academische vorming
Tijdens de bachelor Geneeskunde wordt de student gestimuleerd om de volgende academische vaardigheden te ontwikkelen: - het opzoeken en interpreteren van medisch-wetenschappelijke literatuur; - het toepassen van inzichten uit vakgebieden als medische ethiek, filosofie en gezondheidsrecht; - het schrijven van gestructureerde artikelen en betogen op basis van valide argumenten.
Journal Club In het derde bachelorjaar vindt in ieder thema een Journal Club plaats: Thema Ba3A: Symposium Consensus Thema Ba3B: Debat Club Thema Ba3C: geïncorporeerd in het Community Project Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het bacheloressay in het derde bachelorjaar is dat de student voldaan heeft aan zijn verplichtingen voor de betreffende Journal Clubs. De specifieke invulling (inclusief beoordelingsregels) van deze Journal Clubs staan in de themamappen van de betreffende derdejaars thema’s.
Community project In het derde bachelorjaar dient de student in een groep van 4 tot 6 studenten samen te werken aan een community project. In dit project moet de groep op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een public health vraagstuk uit de praktijk analyseren, wat uitmondt in een wetenschappelijk verslag en het door een praktijkorganisatie gewenst eindproduct. Dit eindproduct is afhankelijk van de vraagstelling, en zal bij ieder project worden omschreven. De resultaten van dit onderzoek worden eveneens in een mondelinge presentatie uiteengezet tijdens een symposium. Iedere groep wordt begeleid door een docent. Het verslag wordt beoordeeld op de aspecten opmaak, taal en inhoud door de docent en op toepasbaarheid en bruikbaarheid voor de organisatie door de praktijkorganisatie. Bij een onvoldoende beoordeling krijgt de groep de kans om een herziene versie van het verslag in te leveren. Indien dit nog steeds onvoldoende is, moeten de groepsleden in het volgende studiejaar dit onderwijsonderdeel opnieuw uitvoeren in een andere groepssamenstelling. Voorwaarden voor het verkrijgen van de ECTS bij het onderdeel Vaardigheden – Academische Vorming in het derde bachelorjaar is een voldoende resultaat voor het wetenschappelijk verslag voor het community project. Meer informatie over de Community projecten staat in het themamap van 3B.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 26/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Bacheloressay Aan het einde van het derde bachelorjaar schrijft de student een essay over een medisch vraagstuk waarvoor een wetenschappelijke benadering alleen te beperkt is en waarbij toepassing van kennis uit beroepsgebonden academische vakken vereist is. Het bacheloressay is een individuele opdracht waarin de student zijn standpunt met relevante medische-wetenschappelijke én ethische argumenten onderbouwt over een onderwerp binnen de geneeskunde en waarover binnen de medische beroepsgroep en/of de samenleving nog verschillende opvattingen heersen. De onderwerpen worden minimaal 6 weken voor het inlevermoment via SIN-Online bekend gemaakt. Bij een onvoldoende resultaat krijgt de student eenmalig de gelegenheid om het essay aan te passen. Meer informatie over het bacheloressay staat op een aparte Blackboardsite over het bacheloressay.
3.3
Professionele ontwikkeling
Gedurende de gehele bachelor staat de professionele ontwikkeling van een student tot arts centraal. In Ba3 gebeurt dit aan de hand van de longitudinale opdrachten in thema 3A en de beoordeling van het professionele gedrag.
3.3.1. Longitudinale opdrachten in thema Ba3A In thema 3A worden in een reeks verplichte longitudinale zelfstudieopdrachten zes situaties geschetst met vragen en stellingen waarop de student reageert door zijn eigen emoties in dezen te beschrijven. In deze opdrachten wordt een beroep gedaan op het voorstellings- en inlevingsvermogen van de student. De student wordt expliciet gevraagd zich te verplaatsen in de situatie van de patiënt zelf. Een deel van de opdrachten is voor man en vrouw anders. Na drie opdrachten is een verplichte reflectiebijeenkomst met de studiegroep waarin de ingeleverde opdrachten in zijn algemeenheid worden besproken en waarin de student zichzelf kan spiegelen aan de meningen van andere studenten. Ook sexe specifieke aspecten komen hierbij aan de orde. De opdrachten worden beoordeeld op: het inlevingsvermogen, de professionaliteit, de persoonlijke reflectie en op taal. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS voor het onderdeel Professionele Ontwikkeling is een voldoende resultaat voor longitudinale opdrachten in thema Ba3A. Meer informatie is te vinden in de themamap van thema Ba3A.
3.3.2 Professioneel gedrag De beoordeling van het professionele gedrag wordt in de eerste plaats verzorgd door de docenten die verantwoordelijk zijn voor de volgende onderwijsonderdelen: Jaar 3 - Klinisch Redeneren - PKV – Communicatie en Attitude De docent waardeert het professionele gedrag van de student tijdens het onderwijs op drie gebieden: - Afspraken en communicatie - Participatie - Feedback en reflectie
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 27/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Daarnaast kunnen alle overige docenten en dienstverleners, indien nodig, een bijdrage leveren aan de beoordeling van het professionele gedrag. De praktische uitvoering van de beoordeling vindt plaats via een digitaal portfolio (genaamd EPASS). In dit portfolio staan per onderwijsonderdeel feedbackformulieren klaar die door de docent worden ingevuld. De beoordeling professionele ontwikkeling is voldoende wanneer de student maximaal één onvoldoende gekregen heeft op een van de dimensies door maximaal één docent/dienstverlener. Het resultaat voor de beoordeling van het professionele gedrag wordt uiterlijk de dag na de eerste tentamenmogelijkheid van de integratietoets bekend gemaakt. Als het professionele gedrag van een student als onvoldoende wordt beoordeeld, schrijft de student een reflectieverslag op de verkregen feedback en zijn eigen beoordeling op zijn professionele gedrag. Dit verslag wordt beoordeeld door de LBPO coördinator. Voorwaarde voor het verkrijgen van de ECTS behorende bij het onderdeel Professionele Ontwikkeling Reflectie Professionele Ontwikkeling is een voldoende eindbeoordeling op het professionele gedrag. Bij een onvoldoende eindbeoordeling van het professionele gedrag wordt de student opgeroepen door de Commissie Professionele Ontwikkeling die is ingesteld door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde. Deze commissie spreekt de verschillende docenten, bekijkt eventueel het reflectieverslag en de feedback die de student heeft gekregen, en bepaalt vervolgens na een gesprek met de student de definitieve beoordeling van de professionele ontwikkeling en/of stelt aanvullende eisen. Ook wanneer er gedurende het jaar zorgen zijn rondom de professionele ontwikkeling kan de student door deze commissie worden opgeroepen.
3.4
Bachelorthesis
De Bachelorthesis van de Opleiding betreft een combinatie van drie eindtoetsen die de drie domeinen waartoe de bachelor Geneeskunde haar studenten opleidt, omvat, welke zijn: - De integratietoets waarin studenten aan de hand van korte patiëntvignetten laten zien of zij door middel van het toepassen van verworven (bio)medische kennis uit de thema’s gecombineerd met de kennis over vaardigheden deze kennis kan integreren door deze in een (nieuwe) klinische context toe te passen. - De PKV3 toets waarin studenten hun bekwaamheidsniveau tonen van hun basale klinische vaardigheden, die de opleiding nodig acht om te mogen werken met patiënten in de master. - Het Bachelor essay waarin studenten aan de hand van een controversieel medisch dilemma een standpunt innemen en onderbouwen op basis van beschikbare wetenschappelijke evidence toegepast in een medisch-ethisch kader, waarbij het accent ligt op de kwaliteit van het academisch redeneren en schrijven.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 28/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Bijlage 3 Overgangsregeling voor studenten van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) 1.1
Toepasbaarheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op studenten die zijn gestart in het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding), dat wil zeggen op studenten die zijn gestart in het collegejaar 2007/2008 of eerder. Overgangsregelingen voor studenten van het curriculum 1996 zijn per 1 september 2006 vervallen. Studenten die nog studeren onder dit curriculum en die het doctoraaldiploma nog niet hebben behaald, dienen zich tot de examencommissie te wenden.
1.2
Afleggen doctoraal- en artsexamen
De mogelijkheid om doctoraal- of artsexamen (curriculum Erasmusarts 2007) te doen eindigt op grond van wettelijke bepalingen per 31 augustus 2016. Na deze datum is het onder geen enkel beding meer mogelijk om doctoraal- of artsexamen te doen. De examencommissie kan op deze regel geen uitzondering maken. Voor studenten die studeren in curriculum Erasmusarts 2007 is de OER geneeskunde ongedeelde opleiding 2014-2015 van toepassing.
1.3
Afloop onderwijs en tentamens curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding)
In het collegejaar 2015-2016 worden geen tentamens van het ErasmusArts 2007 curriculum afgenomen. Studenten van dit curriculum die hierdoor niet meer in staat zijn het doctoraalexamen te behalen, dienen gebruik te maken van de overstapregeling.
1.4
Doorstroomregeling
De doorstroomregeling is voor studenten van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) onverkort van kracht, ook wanneer zij daardoor geen onderwijs van dit curriculum meer kunnen volgen.
1.5
Instroom in het curriculum Erasmusarts
Studenten dienen over te stappen van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) naar het curriculum Erasmusarts op het moment dat zij tentamens uit het curriculum Erasmusarts 2007 nog niet hebben behaald en deze tentamens niet meer worden aangeboden (zie 1.3). Het onderwijs van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) wordt met ingang van het collegejaar 2011-2012 niet meer gegeven Overstappen is uitsluitend mogelijk voor een heel collegejaar en geldt tevens voor alle daarop volgende collegejaren. Het is dus niet mogelijk om binnen één collegejaar één thema op grond van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) te doen en een ander thema op grond van curriculum Erasmusarts. Dit betekent in de praktijk dat wanneer een student één thema afrondt op grond van het curriculum Erasmusarts, ook al het andere onderwijs van dat collegejaar, inclusief het lijnonderwijs, op grond van het curriculum Erasmusarts gevolgd dient te worden en alle tentamens op grond van Erasmusarts afgelegd moeten worden.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 29/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Wanneer de student is overgestapt, is dit definitief. Het is onder geen beding mogelijk om weer terug te gaan naar het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding). Wel kan de student vrijstellingen verkrijgen op grond van behaalde resultaten in het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) (zie artikel 1.6). Toekenning ECTS Vanaf het jaar van overstap geldt voor ieder tentamen het aantal ECTS van het curriculum Erasmusarts en dus niet het in het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) voor het corresponderende tentamen behaalde aantal ECTS. Bij een overstap naar het curriculum Erasmusarts blijft de compensatieregeling van kracht voor alle thema's die de student volledig heeft afgerond op grond van het curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding). Wanneer thema's nog niet volledig zijn afgerond gelden de bepalingen van het curriculum Erasmusarts en is de compensatieregeling dus niet van toepassing.
1.6
Vrijstellingen bij overstap naar curriculum Erasmusarts
A. In afwijking van het gestelde in 5.14.3 van deze OER worden vrijstellingen op grond van deze overgangsregeling automatisch toegekend en hoeft de student voor het verkrijgen van een vrijstelling geen verzoek bij de examencommissie in te dienen. De student dient zelf te controleren of de vrijstellingen en de overige gegevens in OSIRIS juist zijn en is er zelf verantwoordelijk voor, indien er onregelmatigheden zijn in de gegevens, contact op te nemen met het Diensten Centrum Onderwijs. B. Voor studenten die de propedeuse Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) niet hebben behaald, gelden de vrijstellingen zoals genoemd in Bijlage 3 van de Onderwijs- en Examenregeling Bachelor 2009-2010. C. Studenten die overstappen van doctoraaljaar 2 of 3 van het curriculum Erasmusarts 2007 naar curriculum Erasmusarts, mogen per 1 september 2014 studeren in Ba1, Ba2 en Ba3, tenzij de Examencommissie voor een student anders heeft bepaald. D. Voor studenten die de propedeuse Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) hebben behaald en overstappen naar curriculum Erasmusarts gelden de volgende vrijstellingen:
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 30/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Behaald onderdeel in Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) propedeusediploma
2.1 A 2.1 B 2.1 C + D 2.2.A + 2.2.C + 2.2.D 2.2.A + 2.2.B + 2.2.C 2.2.B + 2.2.C + 2.2.D KOW2, specifiek deel inclusief review KOW2, algemeen deel cijfer 5,0 of hoger EHBO IT2 PKV-CA–jaar 2 PKV–MT–jaar 2 Zorgstage KOP 2
3.1A 3.1B 3.1C 3.1 longitudinale opdrachten 3.2A + 3.2B 3.2C + 3.2D 3.2 groepsopdracht PKV jaar 3 PKV – MT – jaar 3 MPO3 KOP 3 IT3 4.1 4.2
Vrijstelling voor onderdeel in Erasmusarts (bachelor) 1A 1B 2A Journal Clubs Ba1 Klinisch Redeneren Ba1 IT1 Tutoraat Beroepsoriëntatie PKV-CA Ba 1 en PKV1 toets Wetenschappelijk schrijven en schrijftoets Ba1 Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling Ba1 Taaltoets Ba1 Ba2B1 Ba2B2 Ba2B3 Ba1C1 Ba1C2 Ba1C3 KOW2 MWM-toets (= schriftelijk tentamen plus betoog) en Journal Clubs Ba2 Acute geneeskunde Ba1 IT2 deels (zie toelichting bij deze tabel) deels (zie toelichting bij deze tabel) Zorgstage KOP 2 Vrijstelling van Longitudinale beoordeling professionele ontwikkeling indien de student vanaf 2012-2013 mag doorstromen naar Ba3 Ba3A1 geen Ba3A2 Ba3A longitudinale opdrachten Ba3B1 Ba3B2 Ba3B groepsopdracht deels (zie toelichting bij deze tabel) deels (zie toelichting bij deze tabel) Klinisch Redeneren Ba2 + Ba3 KOP 3 IT3 Ba2C (zie D) Ba3C (zie D)
E. Studenten die overstappen van doctoraaljaar 2 of 3 van het curriculum Erasmusarts 2007 naar curriculum Erasmusarts, mogen per 1 september 2013 studeren in Ba1, Ba2 en Ba3.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 31/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen Journal Clubs De Journal Clubs van Ba1 worden vrijgesteld indien het propedeuse diploma is behaald in curriculum Erasmusarts 2007. De Journal Clubs van Ba2 worden vrijgesteld indien voor het algemene deel van het keuzeonderwijs jaar 2 (doctoraal-1) het cijfer 5,0 of hoger is behaald. De Journal Clubs van Ba3 in thema Ba3A worden vrijgesteld indien de student een vrijstelling heeft voor geheel thema Ba3A. De Journal Clubs van Ba3 in thema Ba3B worden vrijgesteld indien de student een vrijstelling heeft voor geheel thema Ba3B. De Journal Clubs van Ba3 in thema Ba3C worden vrijgesteld indien de student een vrijstelling heeft voor geheel thema Ba3C. PKV Studenten die overstappen krijgen een reparatieprogramma aangeboden. Studenten die PKV oude stijl in doctoraal-1, doctoraal-2 of doctoraal-3 met voldoende resultaat hebben afgesloten, moeten om aan te sluiten bij het PKV-onderwijs in de bachelor een individueel verplicht programma volgen. Studenten dienen zich te melden bij de coördinatoren van PKV-CA en van PKVMT/MA/APC van het betreffende bachelorjaar voor afstemming van het individuele programma. Dit programma kan PKV-onderwijs uit zowel jaar 2 als jaar 3 betreffen en kan mogelijk bestaan uit PKV-CA, PKV-MA, PKV-MT en/of APC onderdelen, afhankelijk van welk onderwijs reeds is gevolgd. Studenten die overstappen van de ongedeelde opleiding naar de bachelor dienen naast het individuele reparatieprogramma ook de PKV3 toets en het MA gedeelte van de PKV2-toets af te leggen en behalen (dat mag binnen één en het zelfde collegejaar) voordat ze mogen doorstromen naar de Master. Acute geneeskunde Studenten die overstappen en tevens mogen doorstromen naar Ba3, krijgen vrijstelling voor deelname aan de Acute geneeskunde opfrissessies van Ba2. Deelname aan de Acute geneeskunde opfrissessies van bachelor 3 is verplicht voor alle overstappers. Hiervoor worden geen vrijstellingen gegeven. MPO3 en Klinisch Redeneren Studenten die overstappen met een voldoende resultaat voor MPO3, krijgen een vrijstelling voor Klinisch Redeneren Ba2 en Klinisch Redeneren Ba3. Indien voor MPO3 een onvoldoende resultaat is bereikt dient de student aan de verplichtingen van zowel KR2 als KR3 te voldoen. Onderwijsverplichtingen binnen de thema’s Wanneer de student aan de onderwijsverplichting van een thema in curriculum Erasmusarts 2007 (ongedeelde opleiding) heeft voldaan, krijgt de student de gelijkwaardige onderwijsverplichting in curriculum Erasmusarts vrijgesteld.
1.7
Overige regels bij een overstap naar Erasmusarts
Studiegroepnummers De student dient de benodigde studiegroepnummers voor Ba1, Ba2, Ba3 zelf aan te vragen bij het Diensten Centrum Onderwijs. De student dient alleen studiegroepnummers aan te vragen voor onderdelen die nog behaald moeten worden. Bindend studieadvies bij overstap Studenten die overstappen naar het ErasmusArts curriculum worden gehouden aan de vereisten van het Bindend Studieadvies. Dit betekent dat indien zij na overstap van het curriculum ErasmusArts 2007 (ongedeelde opleiding) naar het curriculum ErasmusArts nog niet hebben voldaan aan alle onderdelen van het Ba1 curriculum, zij maximaal een jaar de tijd krijgen om aan deze onderdelen te voldoen. Indien na deze periode nog onderdelen openstaan krijgt de student een negatief bindend studieadvies.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 32/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
1.8
Vervaldatum
Deze overgangsregeling vervalt per 31 augustus 2016.
1.9
Hardheidsclausule
In gevallen waarin deze overgangsregeling niet voorziet, beslist de Examencommissie.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 33/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
Bijlage 4 Aanmelding van artsen van buiten de Europese Unie Per 1 december 2005 melden buitenlandse artsen die in aanmerking willen komen voor een BIG-registratie zich aan bij het RIBIZ (Registratie Informatie Beroepsbeoefenaren in de Zorg). Na aanmelding wordt, middels een assessment dat wordt uitgevoerd door het CBGV (Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid), beoordeeld of de kandidaat een aanvullende opleiding nodig heeft om BIG-registratie te verkrijgen. Het assessment kan aldus resulteren in de vaststelling van een voor iedere arts op maat gesneden onderwijsprogramma waaraan de arts in kwestie nog dient te voldoen om in aanmerking te komen voor BIG-registratie. Op basis van het assessment en het opgestelde onderwijsprogramma kan de arts de examencommissie/opleidingsdirecteur toestemming vragen om aan dit onderwijsprogramma te voldoen door op een bepaald moment in de studie Geneeskunde zij-in-te-stromen. Het is mogelijk dat tijdens het voltooien van dit onderwijsprogramma deficiënties worden ontdekt die tijdens het assessment door het CBGV niet aan het licht gekomen zijn. Wanneer deze deficiënties van dien aard zijn dat het niet verantwoord is om het opleidingscertificaat Geneeskunde te verstrekken, bepaalt de examencommissie in overleg met de opleidingsdirecteur het te volgen beleid. Na het afronden van het door het CBVG vastgestelde onderwijsprogramma ontvangt de kandidaat een certificaat van de Opleiding waaruit blijkt dat het door het CBVG vastgestelde onderwijsprogramma succesvol is doorlopen.
Bijlage 5 Voorwaarden voor het volgen van een minor aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit 1.1
Voorwaarden
1.1.1 Algemene eisen -
-
-
-
-
-
Het onderwijs wordt aangeboden door een universiteit en is van academisch niveau. Voor een minor aan een andere Nederlandse universiteit, dan de Erasmus Universiteit Rotterdam, geldt dat het onderwijs plaatsvindt in Ba2 of hoger, waarvan minimaal 5 ECTS in Ba3. Voor een minor aan een buitenlandse universiteit geldt dat het onderwijs plaatsvindt in Ba1 of hoger, waarvan minimaal 5 ECTS in Ba3. Het onderwijs (inclusief een eventuele stage) heeft een omvang overeenkomstig met tenminste 15 ECTS. Het onderwijs betreft vakken die inhoudelijk niet overeenkomen met onderdelen uit het reguliere geneeskundecurriculum (Erasmusarts). Een stage mag onderdeel zijn van de minor met een maximale grootte van 7 ECTS. Het onderwijs en stage moeten een samenhangend geheel vormen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat een minor een meeloopstage of een mini coschap wordt. De minor wordt afgesloten met een officieel tentamen.
1.1.2 Inhoudelijke eisen Een minor is een samenhangend pakket. Het kan bestaan uit één groot vak, maar kan ook zijn opgebouwd uit bijvoorbeeld drie aparte modules. Verschillende werkvormen zijn hierbij mogelijk: stages, groepsopdrachten en collegereeksen en altijd in samenhang met elkaar.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 35/36
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding 2015-2016 - Bijlagen
1.2
Eisen aan het verzoek
De student dient voor het sluiten van de officiële inschrijftermijn voor reguliere minoren een schriftelijk verzoek in te dienen bij de minorcommissie. Dit verzoek dient te bestaan uit: - Een gedetailleerde beschrijving van het onderwijs- en toetsingsprogramma dat de student wil volgen. De student dient hiertoe het format te gebruiken dat te vinden is op SIN-Online in de folders van het channel internationalisering. - Een motivatiebrief waarin de student aangeeft waarom hij naar deze universiteit wilt en waarom hij kiest voor een bepaald vakgebied. - In het geval van een minor in het buitenland: een aanbevelingsbrief van een contactpersoon binnen het Erasmus MC, bijvoorbeeld een docent, arts of onderzoeker die werkzaam is in het vakgebied waarin de student de minor wilt gaan volgen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015 - 2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Bacheloropleiding – Bijlagen
Pagina 36/36