E Implantologie
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten Trefwoorden: Parodontitis Vaste voorziening Verkorte tandboog Abrasie
Frederik Ardenois 1
Reden bezoek en wens patiënt Een vrouwelijke patiënt van 53 jaar consulteerde ons met klachten over haar losstaande brug in het onderfront. Daarnaast gaf de patiënt ook aan last te hebben van een slechte adem en een tekort aan tanden in de laterale regio’s van de bovenkaak. De patiënt drukte haar voorkeur uit voor vaste voorzieningen en was reeds op de hoogte van de behandelingsmogelijkheden met implantaten.
Afb. E3.1 Beginsituatie: eerste consultatie. 2
Anamnese
Medische anamnese
– Hypertensie: evenwel geen medicatie nodig.
Tandheelkundige anamnese
– – – –
Poetst eenmaal per dag. Brug in de onderkaak ongeveer twaalf jaar oud. Klacht over losstaande brug en mondgeur. Nooit uitneembare voorziening gehad in de bovenkaak.
1
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie 3
Klinisch en röntgenologisch onderzoek Extraoraal Intraoraal Parodontium Relatie/functie
Röntgenonderzoek Diagnose Prognose
4
Probleemstelling – – – – – – –
5
Geen bijzonderheden. Verschillende ontbrekende elementen; losstaande brug onderfront. Pockets > 6 mm in de onderkaak. Gegeneraliseerde parodontitis. Neutro-relatie. (Extreme) tandboogverkorting in eerste en tweede kwadrant. Tandboogonderbreking in onderfront. Sterke abrasie van bovenfront. Gegeneraliseerd botverlies, voornamelijk ter hoogte van de molaren en de cuspidaten in de onderkaak. Voortgeschreden parodontitis met dreigend verlies van verschillende elementen. Dubieus, afhankelijk van het parodontaal herstel. Prognose van enkele elementen is slecht.
Parodontitis met uitgebreid aanhechtingsverlies. Losstaande elementen. Slechte prognose: 14, 34, 33, 43, 45 en 48. Sterk geabradeerd bovenfront. Vele ontbrekende tanden in de bovenkaak. Halitose. Gebrek aan kauwcomfort.
Mogelijke oplossingen – Uitneembare partiële frameprothese in de bovenkaak en onderkaak. – Implantaatgedragen bruggen in bovenkaak en onderkaak. – Volledige (overkappings)prothese.
6
Strategie In samenspraak met de patiënt werd geopteerd voor de vaste oplossing met implantaten in zowel bovenkaak als onderkaak. Vooral het comfort van een vaste oplossing ten opzichte van een uitneembare was voor de patiënt belangrijk.
7
Uitgevoerde therapie – – – –
Extractie van 33, 43 en 48. Grondige scaling en root planing van de bovenkaak en onderkaak. Mondhygiëne-instructie en controles. Preoperatieve consultatie aan de hand van CT-opnames: prognose 35, 45 en 14 twijfelachtig. – Extractie van 14, 35 en 45.
2
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten – Vervaardigen van richtplaten ten behoeve van de plaatsbepaling van de implantaten. – Installatie van Brånemark-implantaten in de bovenkaak: twee in eerste kwadrant en drie in tweede kwadrant.
Afb. E3.2 Situatie na implantatie in de bovenkaak en extracties in de onderkaak. – Twee maanden later: installatie van zes implantaten in de onderkaak. – Abutment-ingreep en vrijleggen van implantaten in zowel bovenkaak als onderkaak.
Afb. E3.3 en E3.4 Klinisch beeld na abutmentconnectie.
3
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie – Plaatsen van voorlopige bruggen.
Afb. E3.5, E3.6 en E3.7 De voorlopige bruggen in bovenkaak (tweede kwadrant) en onderkaak.
4
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten – Implantaten in het eerste kwadrant werden onder de gingiva geplaatst (14 en 15) vanwege mobiliteit van het implantaat ter hoogte van 14: ‘Periotest value’ (PTV): +7/+7. Het abutment werd weggenomen en vervangen door de dekschroef op het implantaat. De elektronisch gemeten PTV kan een waarde hebben van −8 (zeer stabiel) tot +50 (volledig mobiel). Als ‘normale PTV’ beschouwt men −7 tot +1 voor de maxilla. – Uitbouw met composiet van het bovenfront.
Afb. E3.8, E3.9 en E3.10 De pas-in-wasopstelling ter bepaling van de definitieve abutments.
5
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie – Start van definitieve bruggen in de onderkaak en in het tweede kwadrant van de bovenkaak. – Keuze van definitieve abutments: ‘Multi-unit’ (Nobel Biocare).
Afb. E3.11 en E3.12 Plaatsen van de Multi-unitabutments in de onderkaak.
Afb. E3.13 De afdruk-copings op zijn plaats voor het nemen van de definitieve afdruk.
6
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten – Plaatsen van definitieve brug in onderkaak en nadien start met brug in tweede kwadrant.
Afb. E3.14 Definitieve brug in de onderkaak.
Afb. E3.15 Passen van het metaal van de definitieve brug in het tweede kwadrant. – Plaatsen van definitieve brug in het tweede kwadrant.
Afb. E3.16 Definitieve brug in de bovenkaak.
7
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie
Afb. E3.17 Definitieve brug in bovenkaak en onderkaak. – Na vijf maanden verdere inheling van de implantaten in het eerste kwadrant: abutment-ingreep. – Nog steeds PTV +7/+7 bij implantaat 14. – Drie maanden na plaatsen van een voorlopige metaalversterkte brug is de PTV +1/0 ter hoogte van 14.
Afb. E3.18 Na abutment-connectie in het eerste kwadrant.
Afb. E3.19 Voorlopige brug in het eerste kwadrant.
8
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten – Keuze van definitieve abutments: ‘Multi-unit’ (Nobel Biocare). – Plaatsen van definitieve brug in het eerste kwadrant.
Afb. E3.20 Passen van het metaal van de definitieve brug in het eerste kwadrant.
Afb. E3.21 Afgewerkte brug eerste kwadrant.
Afb. E3.22 Klinisch beeld van definitieve brug eerste kwadrant.
9
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie
Afb. E3.23 Klinisch beeld van de afgewerkte situatie.
Afb. E3.24 Röntgenologisch beeld van de implantaten na plaatsing. 8
Resultaat De patiënt heeft nu zowel in de bovenkaak als in de onderkaak een ‘tandeigen dentitie’. Ze is heel tevreden met het resultaat, zowel op het gebied van de esthetiek als van de functie. Het probleem met implantaat 14 is in orde gekomen dankzij de metaalverstevigde voorlopige brug. De patiënt heeft dankzij de behandeling en onze motivatie de noodzaak van een goede mondhygiëne ingezien. Ze neemt grondig de tijd om dagelijks zorgvuldig de tanden en implantaten optimaal te onderhouden. Ook wordt ze opgenomen in een jaarlijks recallsysteem.
10
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E3 Rehabilitatie met brugwerk op implantaten 9
Discussie
Alternatieven
De enige alternatieven waren een partiële uitneembare prothese of een (overkappings)prothese, die niet in aanmerking kwamen gezien de wensen van de patiënt.
Beperkingen
Een mogelijke kritiek zou de verkorte tandboog in het eerste kwadrant kunnen zijn. Gezien de anatomische condities van de sinus was het niet mogelijk om distaal van de 15-positie nog een implantaat toe te voegen zonder een greffe of sinuslifting. Het principe van de verkorte tandboog dat we hier hanteerden, zien we echter niet als een beperking. Ook de patiënt, hierover op voorhand geïnformeerd, had hierbij geen bezwaar.
Prognose
De prognose van de implantaatgedragen bruggen op Brånemarkimplantaten is voldoende beschreven en gekend. Een jaarlijkse recall en opvolging van de mondhygiëne is onontbeerlijk.
10
Materialen – – – – –
11
Afdrukmateriaal: Impregum. Brugwerk: VMK. Composiet: Photo Clearfill Bright. Implantaten: Brånemark (Nobel Biocare). Abutments: Multi-unit (Nobel Biocare).
Literatuuraanbeveling – Ardenois F, Naert IE. Klinische bepaling van het bot-implantaatgrensvlak. In: Steenberghe D van, Naert IE, Raghoebar GM, Slagter AP (red.). Handboek orale implantaten. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000.
11
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002
E Implantologie
12
Tandheelkundige casuïstiek afl.3/december 2002