via VIA
Uitgave van studievereniging VIA Stedebouw TU/e
Themakatern ‘Stad 11111011101’ Het nieuwe bestuur staat voor u klaar Terugblik op het lustrum Afstudeerproject ‘flexibele stadsontwikkeling’ viaVIA
1 Oktober 2013
www.bouwkundebedrijvendagen.nl
Vertigo Plaza
Dinsdag 19 november & woensdag 20 november 2013
Technische Universiteit Eindhoven Advertentie
Maak een afspraak met Continu voor een gratis loopbaanadvies. Kijk voor meer informatie op www.continu.nl
Mijn carrière start al tijdens mijn studie
Altijd wind mee
Continu is gevestigd in Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJSsel, Eindhoven, Maastricht en Utrecht
www.continu.nl Advertentie
2
viaVIA
De vereniging en het werkveld
Voorwoord Andrea Snijders
Geachte Beste lezer,lezer, Het Het collegejaar studiejaar2013-2014 2012-2013 is alisinalvolle lang gang, begonnen, en dit is almaar de laatste dit ViaVIA is de eerste waarvanViaVIA ik het voorwoord waarvan mag ik het schrijven. voorwoord Het nieuwe mag schrijven. bestuur is op In9deze september eersteaangetreden periode van en het staatstudiejaar vol enthousiasme zijn erklaar alweer voorveel een nieuw dingenVIA-jaar. gebeurt. Er zijn Bijnieuwe VIA zijn commissies veel nieuwe gevormdmensen en de eerste aangesloten activiteiten om zijn het al geweest. bestuur U kunt en de kennis commissies maken met te het vormen. nieuweWe bestuur hebben op pagina al weer 6. veel activiteiten gehad die een aanvulling waren op het onderwijs, en er komen er nog veel aan! Het nieuwe jaar brengt veel veranderingen met zich mee voor de vereniging. Het nieuwe bestuur bestaat vooral uit mensen Bij die uitkomen nog relatief van onbekend deze ViaVIA zijn bij VIA staat en die namelijk daaromonze met een belangrijkste frisse blik naar activiteit zaken kunnen van ditkijken. jaar op Nietstapel: alleen binnen het lustrum! onze VIA vereniging bestaat verandert al 20 jaar, er veel, en graag ook hetblikken werkveld westaat metonder al onze continue leden spanning. en sponsoren De gevolgen terug op vandeze de crisis tijd.zijn duidelijk te merken in de Stedebouw. Maar er zijn ook andere veranderingen binnen ons vakgebied, en over een van die veranderingen gaan hetveranderd in deze ViaVIA hebben. Er is we veel in het vakgebied, de laatste 20 jaar. Erg actueel is natuurlijk de crises, die veel veranderingen teweegbrengt in de Stedebouw, zowel als het gaat om bedrijfscultuur als om ontwerp. Al Hetinpublieke onze vorige domeinuitgave is van oudsher gingenhet wedomein uitgebreid van de inStedebouwer. op een belangrijke Al duizenden vraagjaren voor is veel dit destudenten openbare, fysieke en professioruimte nals: waar waar mensen vindt samenkomen. ik als stedebouwkundige Al in de Griekse tijd nogwas werk? de Agora, het marktplein, een plaats van samenkomst en publieke Als discussie. we deMaar Nederlandse we zien nu Bank een verandering mogen geloven, van het zal karakter de huizenmarkt van dit publieke spoedig domein.aantrekken In onze moderne en komen samenleving er weer vindt betere een verschuiving tijden aan. plaats Toch vanmoeten een fysiekwij, publiek als Stedebouwkundige, domein naar een digitaal kritisch publiekblijven domein. omMensen foutenontmoeten gemaakt in elkaar het steeds verleden meerniet online weer en voeren te herhalen. daar discussies en gesprekken. Steeds meer mensen bevinden zich in plaats van in het fysieke publieke domein, in het digitale publieke domein. Door ontwikkelingen als wifi en smartphones, zijn we voor ons digitaal leven niet meer aan nog ons huis, we kunnen ons digitale leven nu overal naartoegeleden nemen. hun sporen op de Stedebouw Maargebonden er zijn ook andere belangrijke veranderingen, diemee al langer hebben achtergelaten . Hoewel technologie nu een belangrijke plaats in neemt op de wereld, zowel op professioneel Deze ontwikkeling als heeft op persoonlijk een – nog grotendeels vlak, was dit onbekende20 jaar geleden invloed op nog hetniet gebruik het van geval. de stad. In 1993 In deze kwam ViaVIA hetnemen internet we net u mee deinhoek dezeom ‘digitalisering kijken envan stonden het leven’. tekenprogramma’s Aan de hand van drie nog voorbeelden in hun kinderschoenen. gaan we in op deNu verschillende zijn al deze invloeden zakendie niet meer de digitalisering uit de dagelijkse op ons leven praktij in de weg stad heeft. te denken. Na deze Steeds drie informatieve minder gebeurt artikelenop volgt papier, een artikel steeds waarin meerweblijft kijken digitaal. naar de verschuiving van het fysieke publiek domein naar het digitale publiek domein. Andere veranderingen hebben te maken met maatschappelijke verschuivingen. Een actueel thema hierbij is Terug gezondheid. naar de vereniging. ObesitasIkisheb inmiddels met heeleen veelgrotere plezier invulling bedreiging gegeven voor aandedegezondheid functie van PR vanCommissaris. wereldbevolking Nu heeft dan het ondervoeding. nieuwe bestuur het Hoewel stokje overgenomen, iedereen weetendat ik hoop overgewicht dat zij metslecht net zoisveel voor plezier de gezondheid, de vereniging is gaan er leiden. nog weinig De volgende actie om dit ViaVIA te verbeteren zal gemaakt worden door een doorandere mijn opvolgster: leefomgeving Naomiaan Huveneers. te bieden. Naast Rest mijeen enkel toenemend nog te zeggen: gewicht, ik hoopisdat eruindeze veelViaVIA landen metook veelsprake plezier kan vanlezen een toenemende en dat u er iets leeftijd. nieuws vanInleert. veelHartelijk landen stijgt dank aan de iedereen gemiddelde die heeft levensverwachting geholpen met het zo samenstellen sterk, dat van erdeze overeditie 8 jaar en meer veel succes dan 20% aan het 65nieuwe plussers bestuur! zullen zijn. De Tot gauw oplossing bij VIA! voor deze problemen wordt vaak gezocht in een mooi begrip: Healthy Cities. In een utopische wereld maakt de ‘Health City’ mensen gezonder en gelukkiger. Er is veel groen, weinig vervuiling en ruimte voor recreatie, Andrea Snijders werk en wonen voor iedereen. In het thema van deze ViaVIA gaan we in op de stedebouwkundige praktijk van dit principe: Hoe kunCommissaris PRkatern VIA 2012-2013 nen we de stad gezond maken? Wat is eigenlijk een gezonde stad? En wat is precies het probleem? Voor iedereen die na het lezen van deze ViaVIA nog meer wilt weten over ‘Healthy Cities’ raad ik onze speciale lustrumactiviteit aan waarin we op onderzoek gaan naar de dagelijkse praktijk rond de gezonde stad. Tot slot wil ik iedereen veel leesplezier wensen met deze ViaVIA, en alle mensen die eraan bij gedragen hebben hartelijk bedanken. Ik hoop u te mogen begroeten tijdens ons lustrum! Andrea Snijders
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
3
Advertentie
RIETEILAND OOST AMSTERDAM Reutsedijk 13 | 5264 PC | Vught | T 073 6149321 mail
[email protected] | site www.burolubbers.nl
Het kleinste eiland van IJburg: rustig, natuurlijk en groen
ontwerp 2003> | uitvoering in ontwikkeling | locatie IJburg, Amsterdam | oppervlakte 9,8 ha |
opdrachtgever Verzamelde 4 Consortia IJburg | i.s.m. Witteveen+Bos
Advertentie 4
viaVIA
INHOUDSOPGAVE
Colofon viaVIA, uitgave van studievereniging VIA Stedebouw, TU/e
// Het 21ste bestuur van VIA
6
// Universiteitsnieuws + Groeten uit
8
// Activiteit van het semester
10
jaargang 19, nummer 02 Eindhoven, oktober 2013 viaVIA wordt uitgegeven door: PR-commissie VIA Stedebouw Den Dolech 2 (Vertigo 08H01) telefoon: 040-2475352 E-mail:
[email protected] www.viastedebouw.nl
Het vierde lustrum
// Van de activiteitencommissie
12
// België
15
Column // Jaap Margry
facebook.com/groups/viastedebouw Redactie Andrea Snijders (eindredactie)
THEMAKATERN : Stad 11111011101
Nick De Graaf Jasper Massink Nathalie Snels Drukwerk van de Garde / Jémé (Eindhoven) Abonnementen Organisaties: 45,00 euro Particulieren: 25,00 euro Studenten (niet TU/e): 5,00 euro Abonnees worden automatisch lid van VIA Stedebouw.
// De betekenis van de digitale stad
18
Artikel // Buro Lubbers, MTD Landschapsarchitecten, Atelier Dutch
// Digitale middelen voor burgerinitiatieven
20
Artikel // Nathalie Snels
// Hoe smart is New Songdo?
22
Artikel // Jasper Massink
// Mixed Reality
26
Artikel// Nick De Graaf
// Het nieuwe digitale publiek domein
30
Artikel// Andrea Snijders
Lid worden kan ook door aanmelding bij het secretariaat van VIA Stedebouw. U ontvangt dan automatisch het viaVIA-magazine. Het lidmaatschap geldt tot wederopzegging en kan worden aangevraagd door één van genoemde bedragen over te maken op bankrekeningnummer 15.13.83.316, ten name van VIA Stedebouw Eindhoven o.v.v. ‘Abonnement viaVIA’. Vermeld tevens uw naam, adres en zonodig organisatie.
// Multiproject:Kop van ‘t Zand
32
Vivian Hu
// Masterproject : Dubbelstad Amsterdam-Almere
34
Simone Camp & Merijn de Veer
// Afstudeerproject: Naar een flexibele stadsontwikkeling
36
Gijs van der Sman
// Urbanistiek en de Eindhovense stedenbouw
38
Column // Kees Doevendans ISSN 1385-7045 viaVIA wordt mede mogelijk gemaakt door de steun van de Faculteit Bouwkunde TU/e. De commissie van aanbeveling bestaat uit prof. ir. B Dirrix, prof. dr. dipl. ing. H. Fassbinder, ir. W. de Hoop, prof.dr. H.Timmermans Afbeelding Cover: Jasper Massink, New Songdo
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
5
Het 21ste bestuur van VIA
ZE STAAN VOOR U KLAAR! Femke Zieverink - Voorzitter Ik ben Femke Zieverink, een 4e jaars bachelorstudent bouwkunde. Na afgelopen studiejaar een onderwijscommissie (B-raad) en gezelligheidscommissie (IntroCie) bij CHEOPS te hebben gedaan is het dit schooljaar tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik heb getwijfeld over deelnemen in het bestuur van CHEOPS, maar ik wilde geen verdere studievertraging oplopen. Bij toeval kwam het bestuur van VIA op mijn pad. Na even getwijfeld te hebben, heb ik me vol enthousiasme op deze functie gestort. Voor het studiejaar 2013-2014 ben ik de voorzitter van het VIA bestuur. Daarnaast ben ik commissaris onderwijs en zal ik een deel van de PR-taken op mij nemen (sponsoren en viaVIA samen met Naomi). Ik hoop op een gezellig jaar, met veel nieuwe en leuke contacten. Hopelijk lukt het ons als nieuw bestuur om VIA ook aankomend jaar een leuke, actieve vereniging te laten zijn! Livia Djatmiko - Secretaris Op 24 jarige leeftijd ben ik woonachtig in de oudste stad van Nederland, namelijk Nijmegen. Het komende halfjaar staat voor mij in het teken van het multidisciplinaire project over de stad Rotterdam, met de discipline Vastgoed. Daarnaast zal ik in het VIA bestuur van 2013-2014 de functie van secretaris bekleden.
6
Met deze functie hoop ik, naast de taken voor het dagelijkse bestuur, nieuwe leden aan te trekken en de communicatie te behouden met de bestaande leden en bedrijven. Vanwege mijn afwijkende profiel van de doorgaans VIA lid, namelijk Management en Stedenbouw, hoop ik een ander perspectief te bieden binnen de studievereniging. Interactie met andere richtingen en studieverenigingen zal bevorderlijk zijn voor het voortbestaan van VIA. Ik hoop hieraan een steentje te dragen. Ten slotte is de stedenbouw voor iedereen van belang. Het is niet los te koppelen van de rest, maar juist een onderdeel van het geheel. Naomi Huveneers - Penningmeester & Commisaris PR Ik ben Naomi Huveneers, 21 jaar oud en 4e jaars Bouwkunde studente. Ik hoop dit collegejaar mijn Bachelor af te ronden, om vervolgens aan de Master Urban Design and Planning te beginnen. Afgelopen collegejaar ben ik commissielid geweest bij de Activiteitencommissie van VIA. Na een jaar lang lid te zijn geweest van deze commissie lijkt een bestuursfunctie mij een leuke en leerzame vervolgstap. Aankomend collegejaar ben ik de Penningmeester van het 21e VIA bestuur, daarnaast zal ik een aantal van de PR functies op mij nemen. Ik kijk erg uit naar de borrels, de excursies en alle andere activiteiten die dit jaar georganiseerd gaan worden. En dat we er met alle VIA leden een fantastisch jaar van gaan maken!
viaVIA
v.l.n.r. Naomi Huveneers, Livia Djatmiko, Wessel van Wijlick, Femke Zieverink, Paul Faasen, Kelly Reijnders
Wessel van Wijlick - Commissaris activiteiten Ik zal me ook even voorstellen. Mijn naam is Wessel van Wijlick en ik zit nu voor het vierde jaar aan de opleiding bouwkunde. Al vanaf het eerste jaar wilde ik architectuur/stedebouw studeren. De profielkeuze in het tweede jaar stond dan ook vrijwel meteen vast voor mij. Met plezier heb ik alle SA-projecten, de multi en de meeste vakken afgesloten. Doordat ik nog een paar vakken moet halen voordat ik een master kan beginnen, heb ik dit collegejaar een relatief rustig jaar met weinig colleges. Om toch betrokken te blijven bij bouwkunde en met name stedebouw wilde ik graag bij het bestuur gaan. Ik wilde altijd al graag een studiereis organiseren en hiervoor ben ik ook door Andrea benaderd. Een goede vriend Paul (ook stedebouw) wil ook graag de studiereis organiseren. Omdat er nog niemand was voor activiteiten commissaris heb ik daarvoor gekozen, en Paul voor studiereis commissaris. Paul Faasen - Commissaris studiereis Momenteel ben ik bezig met de afronding van mijn bachelor, waarvoor ik de Multi en een aantal vakken nog moet behalen. Voor de Multi heb ik de discipline Stedebouw gekozen en hoop volgend studiejaar te beginnen aan de master Urban Design & Planning. Doordat het komend jaar voor mij een uitloopjaar is heb ik ervoor gekozen dit jaar commissiewerk te doen, om zo mijn overige tijd nuttig in te vullen. Nadat ik het eerste semester hopelijk de Multi heb afgerond en het tweede semester pro-
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
jectvrij ben, kan ik veel tijd investeren in de organisatie van de studiereis. Daarvoor zal ik de functie van studiereiscommissaris op me nemen. Daarnaast zal ik ook deelnemen in de activiteitencommissie om hier steun te bieden bij het organiseren en plannen van activiteiten en het bijhouden van de site en social media. Hierdoor zal ik proberen conflictpunten tussen beide commissies te vermijden. Kelly Reijnders Hallo, ik ben Kelly Reijnders en ik ben een 6e jaars student Urban Design and Planning. Ik ben dit jaar commissaris van het VIA-Event en tevens zal ik beginnen aan mijn afstuderen. Het belooft dus een heel druk maar vooral leuk en leerzaam jaar te worden! Mijn doelstelling voor het event is het opzetten van een inspirerende dag die inspeelt op actuele onderwerpen binnen de stedebouw. Daarvoor zal ik samen met de eventcommissie veel contacten gaan leggen met professionals, om zo een interessant programma samen te stellen. Daarnaast wil ik ook de “jonge” generatie stedebouwers op de TU enthousiast maken over dit event, zodat zij in aanraking komen met de wereld van de professional en wellicht bereid zijn een volgende keer mee te helpen aan de organisatie van een dergelijk event. //
7
Universiteitsnieuws
Activiteitencommissie Na een succesvol jaar vol activiteiten zullen er ook dit jaar weer nieuwe activiteiten georganiseerd worden. Zo is er binnenkort weer een lezingenavond rondom een actueel thema en zullen er natuurlijk weer workshops worden gegeven door professionals. Naast al deze vakinhoudelijke activiteiten staan er ook al een paar gezelligheids activiteiten in de planning. Houd dus onze website in de gaten voor meer informatie! // Onderwijscommissie Het zijn turbulente tijden voor Urban Design & Planning. Het personeelsbestand is aan grote veranderingen onderhevig, en ook het onderwijs staat verre van stil. Afstudeeratelier Brainport en de eerste projecten van Urban Lab zijn ten einde, en de nieuwe projecten zijn inmiddels opgestart. Eén ding is zeker: 2013-2014 wordt een bewogen jaar! //
Interview met
Studiereis CIE Dit jaar is er weer een studiereis commissaris in het VIA bestuur. Paul Faasen zal samen met de studiereis commissie gaan zorgen voor een leuke en educatieve studiereis, waarschijnlijk in samenwerking met studievereniging ‘Anarchie‘. //
PR-commissie Na weken van voorbereiding is dit ons eindproduct: een gloednieuwe ViaVIA. We hebben ons best gedaan om ook dit keer weer een actueel thema aan te snijden en zo u op de hoogte te houden van belangrijke ontwikkelingen.
Eventcommissie Dit jaar hebben we weer een eventCIE onder leiding van Kelly Reijnders. De commissie bestaat uit 5 master studenten UDP; Kelly Reijnders, Maarten Nabbe, Simone Camp, Merijn de Veer en Merijn van Loon. //
Naast deze ViaVIA zijn we bezig geweest met onze website. Op viastedebouw. nl kunt u het resultaat zien. De site is nu toegankelijker en actueler. Op de website vind u nieuws, activiteiten, foto’s en nog veel meer! //
Vind jij het leuk om actief te zijn bij VIA? Wil je graag mensen leren kennen, je vaardigheden verbeteren, betrokken worden bij het onderwijs? Dan is VIA iets voor jouw! Heb je interesse? Neem dan contact met ons op. We zijn te vinden op vloer 5 of mail ons op
[email protected] //
8
viaVIA
Groeten uit...
POLIS - Platform for Urbanism (Delft)
In Delft bieden wij graag de ruimte voor diverse activiteiten en initiatieven binnen, maar ook buiten de faculteit. Ook dit jaar werken we weer hard om een link te leggen met de beroepsprakijk, nieuwe trends in beeld te brengen en studenten en professionals samen te laten werken, met als doel een vergroting van de kennis van de stedebouwkunde. Dit jaar heeft ondermeer een geslaagde workshop met als onderwerp ‘De Spoorzone Delft’ die we hebben georganiseerd in samenwerking met Palmbout Urban Landscapes bijgedragen aan het behalen van deze doelstelling. Daarnaast staan ook de komende weken/maanden nog een grote hoeveelheid evenementen op de kalender. De derde editie van de Urbanism Week staat voor de deur (7 t/m 11 oktober). Het thema van de derde editie van de Urbanism Week, Designing Lifestyles, haakt in op de huidige invloed van grote bedrijven, organisaties en trends op het dagelijks leven en de stad (www.urbanismweek. nl). Daarnaast organiseren we een ideeenprijsvraag voor een nieuwbouwlocatie in Blaricum (www.wachtendland.nl) en wordt een grote excursie naar Istanbul georganiseerd (5 t/m 10 november). Uiteraard komt binnenkort ook onze de nieuwe editie van ons tijdschrift Atlantis (#24.1) uit. Deze is getiteld ‘Infrastructures Conveying Society’ waarbij wordt ingegaan op zowel de harde en fysieke infrastructuur als de zachte en virtuele infrastructuur. Hoe deze twee samen komen en op welke manier deze beide infrastructuren helpen bij het ontwikkelen van de samenleving. Al met al een grote variatie aan activiteiten waarvoor wij een ieder bij deze graag willen uitnodigen om op die manier ideeen te kunnen delen en ervaringen te kunnen uitwisselen. // Genius Loci – Studievereniging der Landschapsarchitectuur & Ruimtelijke Planning (Wageningen) Hallo zusjes uit Eindhoven, Wat een eer om weer in jullie blad te mogen schrijven. Het is ons een waar genoegen een zusje in onze zuidelijke lichtstad te hebben. Via VIA leren wij, Wageningse ‘plattelandswetenschappers’, dat het landschap niet alleen uit het platteland bestaat. De steden en overige verstedelijkte gebieden spelen een grote rol in het Nederlandse landschap. Wageningen en Eindhoven
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
mogen dan misschien 79,4 km van elkaar verwijderd liggen; in de realiteit is de afstand tussen ons veel kleiner. De verbinding tussen de stad en het platteland is onmisbaar in ons verstedelijkt kikkerlandje. De relatief open gebieden tussen de steden kunnen worden gezien als stadsparken en Nederlandse brij van steden als één metropool. Of zit ik nu verkeerd? Ik ben benieuwd hoe de Eindhovense stedenbouwkundigen hierover denken. In Wageningen worden we doodgegooid met termen als Natura 2000, Ecologische Hoofdstructuur en Ruimte voor de Rivier. Alle ‘natuur’ wordt uitgelegd in een netwerk dat zich over het hele land uitstrekt, waartussen de stedelijke activiteiten plaatsvinden. Of is het andersom? Een netwerk van steden en infrastructuur strekt zich uit over het land, waartussen de afgebrokkelde stukjes natuur zich in stand proberen te houden. Mooi discussievoer, maar de feiten veranderen er niet om. In 2010 bestond 21,3% van het Nederlands grondgebied uit natuurgebieden, tegenover 13,6% bebouwd gebied. Beide arealen zijn de afgelopen decennia aanzienlijk gegroeid, vooral ten koste van het landbouwareaal. Wageningen Universiteit is van oorsprong een landbouwhogeschool, waar de groene ruimte centraal staat. Ook nu de universiteit andere opleidingen als Economie & Beleid en Gedrag & Maatschappij aanbiedt vind je nog steeds overal het accent op het landelijk gebied terug. Wat dat betreft zijn wij eigenlijk jullie tegenpool. Hoe vaak wij niet te horen hebben gekregen dat staatssecretaris Bleeker het budget voor natuurbeleid drastisch naar beneden heeft gehaald. Een catastrofe in het Wageningse departement voor de omgevingswetenschappen. Onze ecologiedocent is tot in het ministerie doorgedrongen om er iets aan te veranderen. Tevergeefs. De bezuinigingen zijn hard en treffen iedereen. Zo ook de architectenbureaus en ruimtelijke adviesbureaus. De banenmarkt ligt op zijn gat en de interesse in landschapsarchitectuur en planning daalt; ook onder de nieuwe studiekiezers. De cijfers laten een daling zien van 65 nieuwe studenten in 2011 naar 45 nieuwe eerstejaars in 2013. Jammer voor Genius Loci, want minder studenten betekent minder leden. Anderzijds, ook minder concurrenten. Een kleine opleiding heeft ook voordelen, want het ons-kent-ons gevoel gaat bij ons in ieder geval niet verloren! Namens het 47e Bestuur, Met landschappelijke groet, Martijn Barendse Voorzitter Genius Loci //
9
Activiteit van het semester
review Luuk de Rouw
‘FUTURE MEETS PAST’ - HET VIERDE LUSTRUM VAN VIA Het afgelopen jaar was het jaar van het vierde lustrum van VIA. De verenging bestond 20 jaar, en dat moest gevierd worden! Deze lustrumweek is georganiseerd door de speciale lustrum commissie met ondersteuning van het bestuur. De week stond in het teken van ‘Future meets past’.
Afgelopen mei was het alweer 20 jaar geleden dat VIA werd opgericht. Om deze mijlpaal niet onopgemerkt voorbij te laten gaan werd er onder leiding van de lustrumcommissie een lustrumweek georganiseerd. De activiteiten in deze week zouden allemaal te maken hebben met het thema ‘Future meets past’, want in deze moeilijke tijd van crisis is het 20 jarig bestaan een mooi moment om te kijken naar de betere tijden van vroeger en de hopelijk betere tijd die ons te wachten staat. Op dinsdag 21 mei werd de lustrumweek feestelijk gestart met de opening van de tentoonstelling ’20 jaar VIA’. In deze tentoonstelling werd aan de hand van de alle viaVIA’s, posters en foto’s van de afgelopen 20 jaar een mooi overzicht gegeven van hoe het VIA van nu tot stand is gekomen. Ook kwamen hierdoor alle tendensen naar boven die zich in de afgelopen 20 jaar rondom ons vakgebied hebben afgespeeld. Aansluitend aan de opening was er op Vertigo plaza de lustrum VIA lunch. Tijdens deze lunch werd ook de winnaar van de ‘Future meets past’ fotowedstrijd bekend gemaakt. Naomi Huveneers was diegene die volgens architectuurfotografen Chiel de Nooijer en Iwan Baan de beste foto had gemaakt en kreeg als prijs een meeloopdag bij Chiel de Nooijer aangeboden.
10
viaVIA
Deelnemers van het VIA lustrum diner
Na een goed bezocht VIA feest in café ’t Lempke op dinsdag ging woensdag in de lunchpauze het inhoudelijke gedeelte van de lustrumweek van start. Tijdens een lunchlezing konden geïnteresseerde studenten onder het genot van een speciale VIA tompouce luisteren naar de lezing ‘ Stedenbouw en gezondheid’ van Menno Moerman, stedebouwkundige bij Inbo en gastdocent aan de academie van bouwkunsten in Amsterdam. De samenhang tussen stedebouw en gezondheid is namelijk al eeuwen lang aanwezig. Want op plaatsen waar veel mensen bij elkaar leven ontstaan geheid problemen op het gezondheidsvlak. Hierbij valt te denken aan de pest en cholera uitbraken . In de huidige tijd heeft deze samenhang echter niet meer te maken met ziektes, maar met overgewicht. Aan de hand van vier stedebouwkundig verschillende wijken in Amsterdam probeerde Moerman deze huidige samenhang toe te lichten. Hieruit bleek dat door het ontwerpen van een uitgebreid fijnmazig voorzieningenaanbod op loopafstand en gevarieerde levendige straatwanden het beweeggedrag van bewoners aanzienlijk toeneemt. Twee conclusies die misschien bij menig project al is gebruikt, maar door de lezing van Moerman nu eens een keer goed beargumenteerd en verbeeld zijn.
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
Op vrijdag 24 mei vond er als laatste activiteit van de lustrumweek een lustrumdiner plaats. Dit diner werd vond plaats in de statige villa van restaurant het Vlijtig Liesje. Nadat de ruimte was aangekleed met rode accenten, een boog van rode ballonnen en niet te vergeten het VIA logo kwamen omstreeks zes uur de eerste gasten binnen. Onder het genot van een drankje konden de gasten vervolgens rustig bijpraten, want voor sommige was het al een aantal jaren geleden dat ze elkaar voor het laatst hadden gezien. Toen de laatste mensen rond zeven uur binnen waren gekomen schoof iedereen aan voor de eerste gang van het diner. Om in de volgende vier gangen interessante gesprekken te houden tussen leden van verschillende generaties werd er middels kaartjes iedere gang van plaats gewisseld. Op deze manier werd het zowel een reünie tussen generatiegenoten alsmede een ontmoeting tussen ‘ jong’ en ‘oud’. Met een afsluitende speech van de voorzitter Timo Lagarde was er een tenslotte een einde gekomen aan het lustrumdiner alsmede het 4e lustrum van VIA. De commissie en het 20e bestuur hopen dat diegene die hebben deelgenomen net zo erg hebben genoten als dat wij hebben gedaan en jullie terug te zien bij een van onze activiteiten of het 5e lustrum van VIA! //
11
Van de activiteitencommissie
Interview met Wessel van Wijlick
De nieuwe activiteiten commissie zal ook dit jaar weer veel leuke activiteiten gaan organiseren. Tradities, zoals de VIA lunch, worden aangevuld met nieuwe activiteiten. En leerzame excursies, zoals de Stadstour, worden afgewisseld met gezelligheidsactiviteiten. Voor ieder
Lustrumtentoonstelling ‘20 jaar VIA‘
wat wils dus! Via de website en de facebook houden we je op de hoogte! VIA Lunch Om een van de grootste VIA tradities in ere te houden wordt er de eerste maandag van elke maand een VIA lunch georganiseerd. Tijdens deze lunch op vloer 5 wordt er een broodje en sapje genuttigd om gezellig met nieuwe en bestaande leden te praten. Rond de kerst en pasen worden er extra lunches gehouden met speciale lekkernijen om de sfeer er goed in te houden. Herfst- en lentelezingen Op een leuke locatie zullen een aantal sprekers een avondlezing houden. Op ieder van deze avonden zal het thema betrekking hebben tot de locatie. De verschillende sprekers praten over dit gezamenlijke thema, gevolgd door een debat met de aanwezigen in de zaal.
MDE Net als voorgaande jaren wordt er gestreefd om ook dit jaar weer een meerdaagse excursie te organiseren. Deze reis zal georganiseerd worden helemaal in het begin van het tweede semester. Om in deze koude donkere periode wat warmte op te zoeken zal de locatie zuidelijk van ons landje liggen. De precieze locatie wordt in de loop der maanden bekend gemaakt. Hopelijk wordt het net zo’n geslaagde reis als vorig jaar naar Lille.
12
Stadstour 50 jaar stedebouw in één dag, dat was het thema van de stedebouwtour door Zoetermeer afgelopen jaar. Ook dit jaar wordt er gezocht naar een stad die grote stedebouwkundige projecten uit verschillende periode’s in één dag kan laten zien. Deze dag is bedoeld voor studenten die nauwelijks in de praktijk dergelijke projecten bezocht hebben. Met name derdejaars multi-studenten zullen heel wat leren van deze dag. Gezelligheidsactiviteiten Om tussen alle serieuze activiteiten ontspanning te bieden en de band tussen de leden onderling te versterken zullen er ook dit jaar verschillende gezelligheidsactiviteiten georganiseerd worden. Buiten de traditionel sinterklaasavond en nieuwjaarsborrel is er dit jaar ook plaats voor bijvoorbeeld een pubquiz, lasertaggen en andere ontspanningsmogelijkheden in een druk programma als stedebouwstudent.
viaVIA
In het tweede semester van 2012-2013 hebben we, naast het lustrum, nog een aantal andere activiteiten gehad.
Lentelezing ‘Stedebouw zonder stedebouwer’
Studiereis Met de studiereiscommissie zal geprobeerd worden om, in eventuele samenwerking met AnArchi, een betaalbare studiereis te organiseren. Door samenwerking te zoeken met AnArchi kan wordt er een groter ledental bereikt, om zo samen genoeg deelnemers te trekken. De bestemming zal in overleg met de commissie en Anarchi aan de hand van het budget van de faculteit bepaald worden. Het doel is zoveel mogelijk VIA-leden een kans te geven mee te gaan door de datum en bestemming van de reis zorgvuldig te bepalen. Door de eigen inbreng laag te houden en een verblijf van maximaal een week te handhaven kan deze doelstelling gehaald worden. Verder zal er geprobeerd worden de studiereis en de MDE goed op elkaar af te stemmen qua data en budget, om voor beide reizen genoeg deelnemers te trekken. //
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
Design Workshop Als ontwerper is het natuurlijk van groot belang dat je jezelf kunt presenteren door middel van afbeeldingen en posters. In deze workshop leerde deelnemers werken in programma’s zoals photoshop en Indesign. Er kwamen een aantal belangrijke basisvaardigheden voorbij, zoals kleurgebruik, keuze van lettertype en het maken van een realistische render. Lentelezingen Na de interessante herfstlezingen over citymarketing werden nu de lentelezingen georganiseerd met als thema ‘Stedebouw zonder stedebouwer? – crowdfunding en crowdsourcing in de stedebouw’. Er waren drie sprekers: Jeroen de Willigen van de zwarte hond; Mark van der Net van OS City en Jeroen Leemans van HKBU. De avond werd geleid door moderator Ruben Loendersloot van Loendersloot advies. Het was een erg informatieve avond, die afgesloten werd met een gezellige borrel. Afsluitende barbecue Ook dit jaar was er weer een afsluitende barbecue. Tijdens deze barbecue kon iedereen nog even bijpraten en vakantieplannen doornemen. Ook zijn alle commissie leden bedankt voor hun inzet in het afgelopen VIA jaar. //
13
Advertentie
VIA ZOEKT NOG COMMISSIELEDEN! Wil jij graag activiteiten organiseren? Een studiereis opzetten? Meld je dan aan als commissielid van VIA! Kom langs op vloer 5, of mail naar
[email protected]
14
viaVIA
België
Ik reed door België, van Mechelen langs allerlei kleine plaatsjes met romantische namen zoals Zemst, Eppegem, Houtem, Perk, Steenokkerzeel, Nossegem, Sterrebeek en Wezembeek naar het Jubelpark in Brussel. Belgische stedenbouw is weer en vogue in Nederland. We zijn al een tijdje teruggekomen van onze strakke Vinexwijken en rigide regulering. We zijn zelfs stiekem blij dat de Crisis die bouwgekte abrupt heeft gestopt. Het informele en het individuele van België heeft nu een grote aantrekkingskracht en geeft inspiratie aan de nieuwe Nederlandse plannenmakerij. Toch ben ik er na mijn tocht weer van overtuigd dat we het stedenbouwkundig hier lang niet slecht hebben gedaan. Lintbebouwing is hier een positieve kwalificatie, waarmee we doorgaans de historisch gegroeide individuele bouw langs oude wegstructuren in onze kernen bedoelen. Je verlaat over het lint de bebouwde kom, rijdt een stukje door het buitengebied en in het volgende dorp begint het dan weer opnieuw. In België is lintbebouwing echter een woekerplant. Buitengebied lijkt er niet voor te komen. Een kern lijkt nergens op te houden of te beginnen. Dat werkt totaal desoriënterend. Hele provincies geven het beeld van een enorme, aaneengesloten treurige villawijk. Tel daarbij op dat de kwaliteit van de bebouwing grotendeels om te huilen is, en ziedaar het resultaat van pakweg 70 jaar vrijheid blijheid. Toegegeven, ook bij ons is de regie vaak zoek geweest en bestaan er diffuse en rommelige gebieden, maar dat is niets vergeleken met deze - overigens volstrekt logische - urban sprawl bij onze sympathieke zuiderburen. Geen ambitie, geen resultaat. Of toch? Met al ons georganiseer en geregel hebben we van de woningmarkt en de stedenbouw iets collectiefs en grootschaligs gemaakt, opgetuigd met een woud aan slimme constructies waarvan we nu de wrange vruchten plukken. Zoals de enorme hoeveelheid sociale woningbouw, Vinex, de huursubsidies en de hypotheekrenteaftrek, tot enkele jaren terug nog volstrekt heilige huisjes waar we heel trots op waren. Met gewichtige commissies en adviesorganen en met megalomane corporaties die vonden dat ze lef moes-
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
Column Jaap Margry
ten hebben. In België functioneert de woningmarkt in deze lastige tijd behoorlijk normaal, en kijkt men verbaasd naar het Hollandse woningmarktdebacle. Een belangrijk verschil is overigens dat in België alle beleid primair politiek wordt gestuurd, waar dit bij ons door het ambtelijk apparaat gebeurt. Misschien zijn daarom de tarieven en schalen voor stedenbouwkundigen er zo laag. En is er veel minder publieke controle. Met een top-down gestuurd systeem als het onze is stedenbouw gemakkelijk afdwingbaar, en hebben we ons jaren kunnen uitleven in mooie ontwerpjes en beeldkwaliteitplannen, die best aardig zijn zolang de kleinschaligheid maar norm is. De stedenbouwkundige kwaliteit van veel Vinexwijken is onder de maat, al schijnen de mensen er redelijk gelukkig te zijn. (Wat meer te maken heeft met de levensfase dan met het stedenbouwkundig ontwerp, lijkt me). In dat licht hebben de Belgische woekerlinten toch ook weer een onontkoombare kwaliteit en charme. Je bouwt je eigen huis, en wel aan de doorgaande weg! Geen subsidies, geen gewichtige commissies, geen renteaftrek en geen nieuwe infrastructuur nodig; wat een vrijheid. Dit moet toch het ideaalbeeld van de VVD zijn. En Carel Weeber ging er helemaal voor naar Curacao. Uit oogpunt van de culturele pluriformiteit en antwoord op de globalisering lijkt het mij het beste als België doorgaat met het volbouwen van de linten; er zijn nog wat stukjes groen over. En wij beginnen straks weer met keurige kleinschalige plannetjes boordevol regie en regels als eilandjes in het groen, als we de bouwcrisis tenminste te boven komen. Dan zullen wij altijd zeker weten als we de grens oversteken: we zijn in België.
15
Themakatern
STAD11111011101
1616
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Iedereen van ons heeft een digitale wereld. Contacten met andere mensen verlopen steeds vaker via het internet; we praten, maken afspraken, lezen en blijven op de hoogte van alles wat nieuws is. Met de verschuiving van de fysieke publieke ruimte naar de digitale ruimte komt ook een verschuiving in de stedebouw. In dit themakatern kijken we naar een aantal voorbeelden die illustreren hoe de digitalisering van de samenleving invloed kan hebben op de stad. Eerst kijken we naar een voorbeeld waar de digitalisering wordt ingezet in de bestaande wereld. In dit artikel kunt u lezen over het gebruik van de transitiekaart. Hierna gaan we in op het voorbeeld van New Songdo. Hier zijn het digitale netwerk en het stedelijk netwerk compleet verweven in het ontwerp van de stad. In het derde artikel vind u een beschrijving van de hybride ruimte die ontstaat als de bebouwde omgeving met de digitale omgeving wordt gemengd. Dit levert veel mogelijkheden op, maar wellicht ook problemen. In het laatste artikel vind u een aantal vragen. Deze richten zich voornamelijk op de problemen die we tegenkomen als we ons leven steeds meer digitaal gaan leiden. Welke functie heeft de fysieke publieke ruimte is een digitale samenleving? En welke overeenkomsten zijn er tussen de fysieke wereld en de digitale wereld? Aan de hand van het bekende voorbeeld ‘Second life’ nemen we u mee langs deze vragen. De PR commissie wens u veel leesplezier toe in dit themakatern! // ‘‘I thought digital technology would eventually reverse urbanization, and so far that hasn’t happened. But people always overestimate how much will change in the next three years, and they underestimate how much will change over the next ten years.’ - Bill Gates; founder of MicrosoftAfbeelding: Jasper Massink
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
1717
Ontwerpbureaus over het thema
Buro Lubbers, MTD, Atelier Dutch
DE BETEKENIS VAN DE DIGITALE STAD
Buro lubbers Kim Thehu Over de veranderende rol van de stedenbouwer en de rol van digitale communicatie in het proces.
Is er vandaag de dag een stad denkbaar die niet met digitale middelen ontworpen wordt? Die geen rekening houdt met het digitale gedrag van de stadbewoners- en gebruikers? Of andersom, kunnen we überhaupt spreken over louter een analoge stad? Nee, denken wij. Uiteraard heeft de digitale revolutie het ontwerpproces veranderd. Kalkvellen en radeermesjes zijn vervangen door Illustrator en Autocad. Daarnaast heeft de digitalisering van onze wereld ook grote invloed op communicatie en participatie in projecten. Wij realiseren regelmatig projectsites, ter informatie van belanghebbenden en bovenal om hen actief te betrekken. Men kan bijvoorbeeld via online enquêtes een mening geven en zelf foto’s uploaden van plekken waar de ontwerpers extra aandacht aan moeten besteden. Net als het ontwerp wordt elk communicatietraject specifiek afgestemd op de opgave. Communicatie op maat dus, online en offline. Een voorbeeld daarvan is Park West in de krimpwijk Heilust (Kerkrade). Vanaf het begin zijn de bewoners actief betrokken in de herstructurering van hun wijk. Omdat een deel van de wijkbewoners laaggeletterd is en lang niet elk huishouden over
1818
internet beschikt, bestond de participatie in de beginfase voornamelijk uit interactieve bijeenkomsten. Gaande het traject nam de burgerparticipatie toe en nam het ook een andere vorm aan. Het resultaat daarvan zien we terug in het ontwerp. Zo zijn verschillende plekken in het park bestemd voor bottom-up initiatieven. Hier mogen de bewoners zelf invulling geven aan hun park. Inmiddels worden digitale media gebruikt om deze eigen plannen te organiseren. Er wordt een website gemaakt waar de bewoners ruimte kunnen reserveren in hun park voor het programmeren van eigen activiteiten, zoals yoga, bootcamp het aanleggen van een moestuin of een sportmiddag voor de jeugd. Een belangrijk startdoel van Park West was om de bewoners te verbinden en maatschappelijk te engageren. Zowel het ontwerp als het online platform speelt hierop in. Park West leeft zowel digitaal als op het veld. Het laat zien dat digitale communicatie een hulpmiddel kan zijn voor bewoners om hun eigen omgeving vorm te geven. De digitalisering van ruimtelijke planning en participatie kan dus de sociale cohesie bevorderen. Het uiteindelijke succes van een plan wordt niettemin bepaald door het daadwerkelijke gebruik, door de bewoners die sla plukken en de voetballers die scoren in hun gereserveerde parkruimte. Analoog dus. //
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
MTD Landschapsarchitecten Minke Mulder
Atelier Dutch Rob van der Velden
De analoge versus de digitale stad.
Een nieuwe manier van wonen?
“Ook al varieert het gebruikspatroon door de tijd heen, ondanks alle verschillen, subtiel of contrastrijk, dient de publieke ruimte altijd als ontmoetingsruimte, marktplaats en verkeersruimte”. Een waarheid die staat als een huis. Als goeroe van het ruimtelijk onderzoek naar stedelijk leven, geeft Gehl Architects uit Kopenhagen in zijn boek uit 2000 vele handvaten voor het terugclaimen van de stad voor straatleven, ontmoeting en groene ruimte. De strijd om ruimte in de binnenstad is anno 2012 duidelijk gewonnen door de voetganger. Dit heeft gezorgd voor een ware ‘revival’ van kleine en grote binnensteden. In Nederland worden vele binnencentra heringericht, om hiermee economische vitaliteit, leefbaarheid en een betere concurrentiepositie te verwerven.
Het dagelijks leven verandert continu. Door technologische ontwikkelingen is het leven makkelijker en comfortabeler geworden: we hebben stromend water, centrale verwarming, elektriciteit, telefoon en televisie. Met de komst van het internet, digitale televisie en streaming audio wordt een goede digitale woning in een goede digitale stad steeds belangrijker. Door de komst van stromend water, elektriciteit en centrale verwarming zijn in de afgelopen eeuw de woningen ‘aangepast’ aan nieuwe technische ontwikkelingen: water- en elektriciteitsleidingen zijn weggewerkt en de radiator is in de woning verschenen. En tegelijk hebben de nieuwe technologieën voor kleine ‘revoluties’ in onze manier van wonen gezorgd. Door de centrale verwarming is ook ’s winters het hele huis warm en behaaglijk en door het elektrisch licht is het huiselijk leven in de avonduren niet meer alleen rond de olielamp of kaars. Kortom: we wonen nu anders dan 50 of 100 jaar geleden.
Veel steden zien de opkomst van het online winkelen als een gevaar. Immers, als mensen hun producten op internet kopen, hoeven ze niet meer naar het centrum te komen! Hoe kan een stad toch zorgen dat mensen wel de ‘analoge’ ervaring willen? Veelgehoord antwoord is het ‘Nieuwe Winkelen’: dit houdt in dat mensen niet alleen fysiek kunnen winkelen, maar ook digitaal: gratis wifi in het hele centrum, een gezamenlijke website met alle winkels, aanbiedingen, actuele voorraadinformatie, winkelroutes en extra producten. Digitale vindbaarheid van winkels en informatie over parkeren zijn belangrijk. Echter, de digitale wereld heeft ook zo zijn beperkingen: het spreekt niet alle zintuigen aan. Het is niet te vergelijken met het fysieke stadsbezoek; horen, zien, voelen, ontmoeten, verrassingen, eten en drinken en tijd spenderen met vrienden en familie. Een goed centrum biedt zijn bezoekers deze ontspannende ervaringen. Als mensen er dan toch zijn, pakken ze misschien ook nog een winkel mee!
En door WiFi-internet zit niet iedereen rond de televisie, maar kan door het hele huis heen TV gekeken worden, naar muziek geluisterd worden of gebruik gemaakt worden van het internet. Misschien zorgt WiFi wel voor de volgende ‘revolutie’ in het wonen. Een woning die technisch is aangepast aan (draadloos) internet en tegelijk een andere manier van wonen organiseert. We wonen niet meer centraal rond de televisie, maar decentraal door het hele huis heen. Een woonvorm die de technologische vooruitgang en een andere manier van wonen in één concept combineert. Binnenkort meer... Wil je meer weten over de ‘digitale stad’: kijk eens op esocietyplatform.nl //
Het maken van een aantrekkelijk centrum waar mensen graag komen vraagt om een zoektocht naar datgene wat deze plek ‘eigen’ maakt. Verschillen in ontstaansgeschiedenis, cultuur, geografische ligging en landschappelijke gegevenheden geven een stad of dorp, en het centrum in het bijzonder, een eigen identiteit en verschijningsvorm. Deze identiteit is uniek en maakt dat de stad als ontmoetingsruimte onverminderd aantrekkelijk blijft. //
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
1919
Transitiekaart Arnhem
Nathalie Snels
DIGITALE MIDDELEN VOOR BURGERINITIATIEVEN Nederland kampt met een grote leegstand. Ook op plekken midden in historische centra met prachtige ruimtelijke kwaliteiten, of afgelegen plekken met uitstekende infrastructurele connecties. Plekken met potenties dus. Nu zowel de overheid als de markt weinig geld heeft om in deze plekken te investeren wordt door de overheid ingezet op participatie van de burgers. Daarbij is het wel zaak dat deze burgers moeten weten waar mogelijk initiatieven plaats kunnen vinden. Daarom worden door de overheden steeds vaker digitale middelen ingezet om burgerinitiatieven te genereren. Een voorbeeld daarvan is de transitiekaart, gemaakt door de gemeente Arnhem. In dit artikel bespreken we aan de hand van dit voorbeeld de noodzaak voor het genereren van burgerinitiatieven met behulp van digitale middelen en geven we een kritische reflectie op deze trend. Noodzaak voor genereren van burgerinitiatieven Je kunt je afvragen wat nu daadwerkelijk de aanleiding is geweest voor gemeentes om meer openheid aan de inwoners te geven met betrekking tot het verstrekken van informatie over de toekomstplannen in de gemeente? De crisis. De crisis zorgt ervoor dat projectontwikkelaars samenwerkingsverbanden zoeken. Op dit moment heeft men meer moeite hebben om plannen financieel haalbaar te krijgen, waardoor overheden en projectontwikkelaars op zoek gaan naar participatie van buurtbewoners of toekomstige bewoners.
2020
Dit is alleen mogelijk door voor meer transparantie te zorgen voor de buurtbewoners. Door voor meer transparantie te zorgen is het mogelijk om het binnen de gemeente kenbaar te maken dat deze kaarten bestaan. Meer bekendheid kan gecreëerd worden door de kaarten in het gemeentehuis of online beschikbaar te maken. Toch blijft dit alles afhankelijk van de interesse vanuit de buurtbewoners: bij deze interesse staat of valt een mogelijke samenwerking. De transitiekaart Een goed voorbeeld van de interactie tussen steden en bewoners over braakliggende terreinen en leegstand is te zien in Arnhem. Vanwege stedelijke transformaties en de crisis zijn er verschillende braakliggende terreinen die verspreid liggen door de stad. Voor omstanders was er geen duidelijk overzicht over waar deze terreinen zich bevinden. Dat is de reden waarom er in Arnhem gebruik wordt gemaakt van de ‘transitiekaart’. Deze kaart is al in 2011 ontwikkeld met als doel de leegstand inzichtelijk te maken en deze ook gelijk aan de kaak te stellen. Hierdoor kan er op dit moment vastgesteld worden dat er in Arnhem 100 locaties zijn, dat het een oppervlakte van 36.035 m2 aan beschikbare ruimte kent en dat er inmiddels al zo’n 67 projecten lopen.
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Transitiekaart Arnhem (transitiekaart.nl/arnhem)
Maar wat is nu eigenlijk het voordeel van deze transitiekaart? Ten eerste biedt het een platform voor bewoners om aan gegevens te komen die betrekking hebben op eigendom, betrokken partijen en meespelende belangen, evenals vanaf wanneer de panden of terreinen leeg staan. Daarnaast wordt hieraan het feit gekoppeld dat er vanuit de gemeente grote vraag is naar ruimte voor culturele programmering, experimenten, initiatieven uit de buurt en van tijdelijke ondernemingen. Door deze twee punten aan elkaar te koppelen, kunnen er op deze manier plannen worden gemaakt die gebruikt zullen worden tijdens de transitiefase van een project. Reflectie op de transitiekaart Maar biedt deze transitiekaart een toekomstperspectief en zijn alternatieven vanuit de bottom-up principe ook daadwerkelijk succesvol op de langere termijn? De transitiekaart is natuurlijk ontworpen voor een tijdelijke invulling van braakliggende terreinen of leegstaande panden, maar zou deze kaart ook de mogelijkheid bieden voor een permanente invulling van deze locatie? Is de manier van aanpak ook voor langere duur geschikt? Verder moeten we ook niet de generatie vergeten die geen gebruik maakt van het internet. De ruimte waar tegenwoordig de meeste gegevens openbaar zijn gemaakt. De transitiekaart in Arnhem is dan zowel online als in het gemeentehuis te bezichtigen, maar niet alle soorten buttom-up benaderingen zijn
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
zowel analoog als digitaal te verkrijgen. Dit kan betekenen dat je een grote doelgroep misloopt, namelijk de mensen die minder digitaal zijn. Tot slot kunnen we ons ook afvragen waarom we nu daadwerkelijk naar de bottom-up principe zijn gegaan. Want in de economische groeiende landen, zoals Azië en de BRIC-landen, is er nog altijd sprake van de top-down principe, de overheid heeft hier nog voldoende geld om in grote bouwprojecten te investeren. Daarnaast ontwikkelen ook private bedrijven hier grote top-down projecten. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het artikel van Jasper Massink. Zou er in Nederland ook zoveel rekening met de toekomstige bewoners zijn gehouden als we nog steeds de financiële middelen hadden? Strandt een initiatief zoals deze transitiekaart op het moment dat de economie weer aantrekt? Toch is de transitiekaart in Arnhem een goede mogelijkheid tot het invullen van de leegstaande panden in de stad. Het is een mogelijkheid om aan een groter publiek te laten zien wat de mogelijkheden zijn van deze panden. Wel is het van belang dat al deze mogelijkheden nog verder worden uitgewerkt, zodat we misschien in plaats van tijdelijke invullingen ook permanente invullingen kunnen genereren voor de betreffende panden. // * Meer informatie over dit ontwerp en een bronnenlijst kunnen opgevraagd worden bij de auteur, Nathalie Snels (
[email protected])
2121
Smart City New Songdo
Jasper Massink
HOE SMART IS NEW SONGDO? Eind jaren 80 schreef Manuel Castells zijn beroemde theorie over de netwerksamenleving. Hierin beschrijft hij hoe de evolutie van informatietechnologie zal leiden tot twee parallelle realiteiten; een fysieke ruimte en een elektronische ruimte. Hij noemde dit the space of places en the space of flows, die elk hun eigen logica kennen. In de space of flows kunnen we, dankzij de revolutie in de informatietechnologie, in een fractie van een seconde de hele wereld bereiken. Dit zou op zijn beurt weer een revolutie veroorzaken in de uitwisseling van kooktips, ondeugende plaatjes, e-cards, etc.; maar daarnaast vooral een nieuwe mondiale 24-uurs economie. Geen wonder dat de integratie van nieuwe informatienetwerken daarom een steeds prominentere rol in de stadsontwikkeling is gaan innemen. Een trendy term om deze ontwikkeling te benoemen, is smart city. Een voorbeeld van zo’n smart city is New Songdo, 64 kilometer ten zuidwesten van Seoul, Zuid-Korea. Aan de hand van New Songdo geeft dit artikel geeft een glimp van hoe een smart city er in de toekomst uit kan zien. Daarnaast wordt er een kritische blik geworpen op de betrokkenheid van grote (technologische) bedrijven bij deze stedelijke ontwikkelingen. Stedelijke ontwikkeling in de netwerksamenleving Maar laten we nog even teruggaan naar die netwerksamenleving, waarin Castells toch aardig gelijk in heeft gekregen. Er is een mondiale economie ontstaan met een eigen logica. Daarnaast is door deze globalisering de macht van de individuele staten aanzienlijk afgenomen, waardoor er nieuwe machtsverhoudingen tussen burgers en bedrijven zijn ontstaan. Met als
2222
gevolg de toenemende ontwikkeling van bottom-up (waar het artikel van Nathalie Snels over gaat) ontwikkeling door burgers en top-down stedebouw door bedrijven. New Songdo is ook compleet privaat gefinancierd. En met een investering van 40 miljard dollar, is het de grootste private investering in vastgoed ter wereld. Een ander gevolg van de netwerksamenleving is dat burgers en bedrijven zijn als gevolg meer footloose geworden. Hierdoor moeten steden op globale schaal met elkaar concurreren om de beste werknemers en bedrijven aan te trekken. Daarbij spelen diverse aspecten een rol, zoals: een goede leefbaarheid, een veilige omgeving, een ruim aanbod aan voorzieningen en cultureel leven, een excellent onderwijssysteem, optimale mobiliteit en duurzaamheid. Het smart city concept wordt in New Songdo gebruikt om deze aspecten te verbeteren. Hierbij werd de producent van het informatienetwerk, het Amerikaanse Cisco, al in een vroeg stadium bij de stedelijke ontwikkeling betrokken. De ontwikkeling van New Songdo New Songdo is gebouwd op grond dat in 1996 op Nederlandse wijze is gepolderd en waarvoor OMA een masterplan heeft gemaakt. Echter, de Aziatische crisis bracht een voortijdig einde aan de samenwerking met investeerders, en dus ook met OMA. In 1999 werd investeerder Stanley Gale benaderd voor ontwikkeling van een deel in dit gebied. Samen met het Koreaanse staalbedrijf Posco bracht hij 40 miljard dollar bij elkaar om in
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
CISCO Smartcity
New Songdo te investeren. Op 6 vierkante kilometer werd een plan gemaakt voor 65.000 inwoners. Het Amerikaanse bedrijf Kohn Peterson Fox (KPF) werd gevraagd om het masterplan van OMA te herzien, waarbij het gridsysteem van OMA werd behouden. Het commerciële grid is gedraaid ten opzichte van residentiele grid. Verder valt het hoge referentie gehalte van het plan op. Allerlei stedebouwkundige patronen uit diverse steden van de wereld worden als een collage in het stedebouwkundig plan gestopt. Zo is het park gemodelleerd naar het Central Park in New York. En is er een winkelstraat gemodelleerd naar de traditionele Koreaanse straat. Overigens is dit het enige deel van het plan, waaraan je daadwerkelijk ziet dat je in Zuid-Korea bent. Laatste opvallende feit is dat als het aan Stanley Gale ligt, het hier om een pilot project gaat. Bij het slagen van New Songdo is hij van plan kopieën hiervan in andere delen van Azië te bouwen, voor de helft van het geld en twee keer zo snel. Na eigen zeggen zijn er diverse partijen uit China en het Midden-Oosten geïnteresseerd. New Songdo smart City Wat voor aspecten uit de Smart City komen nu terug in New Songdo? Om te beginnen heeft elk huis standaard in de woonkamer een conference capability HD scherm. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor je cursus Spaans met je leraar uit Madrid, informatie opvragen bij de conciërge van het gebouw of bijkletsen met je familie. In eerste instantie niets nieuws dus. De ware vernieuwing zit hem in dat alles in New Songdo sen-
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
soren heeft en dat die informatie via het scherm opgevraagd kan worden. Zo kan je bijvoorbeeld via de beveiligingscamera’s je kinderen in de gaten houden. Aanvullend wil Cisco binnenkort ook een andere dienst lanceren: een armbandje voor kinderen met een chip erin. Sensoren in de stad kunnen dan registreren waar het kind is. En mocht het verdwalen, bijvoorbeeld als het per ongeluk van schoolplein afloopt, dan krijgen de ouders een sms. Duurzaamheid is een andere speerpunt van de Smart City. Door het energiegebruik overal nauwkeurig te monitoren, kan hier op geanticipeerd worden. Zo moet bijvoorbeeld de stoep ‘weten’ of er iemand langskomt en de sterkte van de straatverlichting aanpassen. De data die de vele sensoren van de smart city genereren, wil Cisco ook beschikbaar stellen aan andere bedrijven, die daarvoor dan weer nieuwe diensten kunnen ontwikkelen. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een app die parkeerplaatsen laat communiceren met het navigatiesysteem in de auto. Big brother is watching you Al deze nieuwe middelen kunnen de efficiëntie en het comfort van de stad enorm verhogen. Maar het doet ook direct denken aan een kapitalistische versie van het boek 1984 van George Orwell. Waarbij Cisco de plaats inneemt van Big Brother en het HD scherm de plaats inneemt van het telescherm. En er zijn meer mensen die nadelen zien bij een grote controle van
2323
HD screen
een centraal orgaan. Hieronder valt ook de stadssocioloog Richard Senett, bekend van zijn boek ‘The fall of the public man’. Met de veelzeggende titel ‘No one likes a city that’s too smart’ schreef hij recentelijk een opiniestuk in the Guardian. “De nadruk op efficiëntie gaat ten koste van de leefbaarheid. Natuurlijk is het prettig als alles in een stad goed geregeld is. Maar de manier waarop dat in Songdo gebeurt, is te bedacht, te veel van bovenaf opgelegd. Burgers hebben er zelf weinig inbreng in de manier waarop het leven er is georganiseerd.” De Amerikaanse auteur Greg Lindsay borduurt hier verder op voort. “De inwoners van New Songdo worden vooral als consument gezien, aan wie allerlei diensten verkocht kunnen worden en pas in tweede instantie als burger.” In zijn boek Aerotropolis besteedt hij uitgebreid aandacht aan Songdo. ‘Het is merkwaardig dat technologiebedrijven de stad van de toekomst vorm gaan geven. Zij begeven zich op het terrein van de architectuur en de planologie, maar dat zijn disciplines waar ze maar heel weinig van afweten. Daarbij is het opvallend hoe groot het vertrouwen is dat de technologie de problemen van de stad op zou kunnen lossen. Ooit dachten de planologen dat de samenleving maakbaar was. Ze dachten dat ze allerlei sociale processen kon vatten in complexe berekeningen en dat je die dan om kon zetten in een groot masterplan. Met de Franse banlieues of de Nederlandse Bijlmer als resultaat. Net nu we die gedachte achter ons hebben gelaten, melden
2424
de technologiebedrijven zich met hun algoritmes die het leven slimmer, handiger, en efficiënter moeten maken. Conclusie New Songdo is een duidelijk voorbeeld van hoe de prioriteit van het informatienetwerk is toegenomen in de stedelijke ontwikkeling. Waar vroeger het publiek domein (space of places) een belangrijke specifieke ruimtelijk ontwerpopgave was, wordt dit steeds meer overgenomen door informatienetwerken (space of flows). Daarbij is de ruimtelijke component vervallen tot makkelijk te kopiëren referentie architectuur/stedebouw. Kenmerkend zijn de woorden van Stanley Gale: “We want to crack the code of urbanism, then replicate it. We want to build at least twenty Songdos ourselves: the G20 – Gale 20.” De notie van plaats gaat daarbij dus compleet verloren. Zoals Greg Lindsay al noemt, de nieuwe technologiebedrijven geloven heel erg in de maakbaarheid van de samenleving. Vanuit dit opzicht is er dan ook een sterke parallel met de modernistische beweging te leggen. Ook dit leverde zeer generieke stedebouw op en genoot weinig populariteit. De technologiebedrijven zijn nieuwe spelers in de stedelijke ontwikkeling. Zouden ze dezelfde fouten maken als de modernisten? Hoewel het volgens veel analisten aangenaam is om door New Songdo te lopen, bruist het er niet zo als bijvoorbeeld in Koreaanse uitgaanswijk Ganghnam. Ook Stanley Gale onderschrijft dit: “We know that right now we are not funky. We need artists, internet entrepreneurs, fashion designers, so we
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Central Street New Songdo
are building incubator spaces in the city to try to get the mix right.” Ook hier is het grote geloof in de maakbaarheid zichtbaar. Echter is tot nu toe gebleken dat de echte funky plekken ontstaan in gebieden waar juist minder toezicht is, waar dus meer mag en minder wordt gecontroleerd, zoals Ganghnam. Misschien dat een goede verbinding met dit soort wijken wel een belangrijke voorwaarde is voor het echt leefbaar maken van smart cities? Of misschien zijn de best leefbare smart cities toch beter gesitueerd in open stedelijke netwerken? De toekomst zal het uitwijzen. //
Andere relevante casussen Masdar city, nabij Abu Dhabi. Grote betrokkenheid van Siemens. London Strand-East. Gebouwd door Ikea. Tegenlicht aflevering: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2011-2012/Smart-City-UnLtd-.html
* Meer informatie over dit ontwerp en een bronnenlijst kunnen opgevraagd worden bij de auteur, Jasper Massink (
[email protected])
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
2525
Gefuseerde ruimte
Nick De Graaf
MIXED REALITY
Openbare ruimte, privé, parochiale en publieke ruimte, institutionele ruimte, ruimte als productieproces, sociale ruimte en derde ruimte; de stedebouwer als vormgever van de ruimte is/wordt opgeleid in het verstaan en vertolken van stedelijke ruimte in de breedste zin van het woord. Bij de digitalisering van de stedelijke ruimte en zijn productieproces hoort weer een nieuwe ruimte en een nieuwe ruimtelijke taal. Eén die de stedebouwer zich eigen moet gaan maken. De ontwikkeling van deze ruimte vindt al enige tijd plaats. Web 2.0 Met de evolutie van het internet van de jaren ‘90 naar web 2.0 -het internet waar de gebruikers zelf, zonder enige redactie, informatie aan toe kunnen voegen en waarin de social mediasites tot bloei kwamen- werd in het eerste decennium van dit millenium een tweede sociale ruimte geschapen. Buiten het bezoeken van deze ruimte, kan men er ook allerlei activiteiten verrichten zoals het onderhouden van sociale contacten, het afnemen van diensten en het kopen van producten. Dit zijn de activiteiten die zich vroeger louter binnen het domein van de fysieke ruimte afspeelden.
Onder invloed van draagbare digitale media als de tablet, de smartphone of de smartgoggles (zoals google glass), is een ruimte aan het ontstaan die gebruik maakt van zowel het digitale als het fysieke. Wanneer de bezoeker van de fysieke ruimte connectie met het internet heeft, vermengt de fysieke ruimte zich met de digitale, en kunnen we niet meer van de één of van de ander spreken. Deze ruimte is een fusie van beiden. Zoals men de fysieke ruimte in de stad gebruikt, en de digitale ruimte van het internet gebruikt, zo maakt men ook gebruik van deze gefuseerde (hybride) ruimte. Met de introductie van snellere netwerken (4G en Wifi) in de stad, steeds geavanceerdere digitale media en steeds nauwkeurigere locatie-bepaling (via GPS of Wifi) intensiveert het gebruik van deze ruimte. De werkelijkheid van de komende generaties zal steeds meer die zijn van een ruimte van mixed reality: de fysieke ruimte aangevuld met digitale informatie, of andersom. Deze indeling van de hybride ruimte wordt geduid in Milgrams Reality-Virtuality Continuum.
Hybride ruimte Naast de fysieke en de digitale ruimte is zich op dit moment een derde ruimte aan het ontwikkelen.
2626
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Ceci n’est pas une pipe?
Deze ruimte van mixed reality bestaat bij de gratie van de connectie tussen de twee ruimtes en het medium. Zonder connectie bestaat de ruimte niet, en zonder medium is de ruimte niet zichtbaar.
In oktober 2011 opent Sander Veenhof (zonder medeweten van het MOMA) een expositie van kunstwerken in het museum. Zij zijn alleen te zien door een smartphone of tablet. (Foto boven, en onder.)
De simpelste vorm van deze mixed reality zijn de navigatieschermen in de auto. Enkele meer futuristische voorbeelden van deze mixed-reality werden in het artikel “Theatricity” van Hein Eberson in S+RO (01 2013) gegeven. Het modemerk Youasme heeft in parken in verschillende wereldsteden winkels. Liggend in het gras ziet men daar door zijn digitale medium kleding hangen in de ruimte om zich heen. Alles is door een paar aanrakingen met het scherm direct te bestellen. Beide voorbeelden beschrijven ruimtes waar men zijn medium gebruikt om extra informatie in de ruimte op te roepen. Het is een tijdelijke handeling op een specifieke locatie. Maar wat gebeurt er met de stedelijke ruimte wanneer er extra informatie voor grote delen van de stad, en op elk willekeurig moment op te roepen is.
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
2727
Artist’s impression: Wikitude
Continuous mixed reality Er zijn al een aantal applicaties voor digitale media waarbij er extra informatie wordt toegevoegd aan de bestaande stedelijke ruimte. Layar en Wikitude zijn hier voorbeelden van. Zij maken gebruik van verschillende grote databases met informatie over bijvoorbeeld horeca, winkels, architectuur, geschiedenis en routes. Wanneer men door zijn digitaal medium de stad aanschouwt met behulp van zulke applicaties verandert de hele ervaring van de ruimte. Zij zit vol met nu zichtbaar gemaakte informatie over alles wat men aanspreekt. Het beeld van de ruimte wordt aangepast op de interesses die de gebruiker aangeeft. Zo wordt de stedeling de redacteur van zijn eigen hybride ruimte. Daarnaast kan men ook nog informatie toevoegen aan de ruimte. De gebruiker van de applicatie kan zijn mening over het bezochte restaurant delen of zijn ervaringen tijdens het bezoek aan het stadscentrum. Zo wordt de stedelijke ruimte gelaagd: op een fysieke plek worden persoonlijke herinneringen, meningen en ervaringen van vrienden en kennissen, informatie over de geschiedenis of toekomst van de plek voor iedereen toegankelijk.
moeten goed beseffen dat binnen deze nieuwe, gefuseerde, ruimte andere verhoudingen tussen de verschillende spelers gelden, dan dat we gewend zijn. Buiten overheden, hun adviseurs (planologen, stedebouwers en architecten) en direct belanghebbenden (zoals bewoners en winkeliers) zijn de software giganten, grote winkel- en horecaketens evenals kleine ict-bedrijfjes en kunstenaars bezig de lagen van deze ruimte vorm te geven. Elk met hun eigen belang en doel, zoals het maken van reclame, het winnen van informatie, het sturen van mensen of juist het tot nadenken zetten over de ruimte of het stimuleren van ontmoetingen tussen onbekenden. Daarbij is er nauwelijks controle over wie, wat, waar neerzet. Als die controle erop dit moment al is, ligt die bij de producenten van de digitale media, de producenten van de software op die media, en de eigenaars van de connectielagen die over de stad liggen. Door deze verschuivende verhoudingen kunnen ook negatieve effecten als parochialisering en homogenisering van het stedelijk publiek (crawford, 2008), schending van de privacy in de openbare ruimte en een afname van toevallige sociale contacten (en dus van de publieke sfeer) (Crawford 2008; Hampton, Livio en Sessions Goulet, 2010) optreden.
Buiten de enorme hoeveelheid mogelijkheden die deze nieuwe ruimte biedt, schuilen er ook enkele gevaren in. We
2828
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Gerecenseerde ruimte
Echter, de hybride ruimte in de stad staat nog in de kinderschoenen. De verhoudingen zijn nog lang niet uitgekristaliseerd. Evenals het vele aanbod in applicaties en hun ontwikkelaars worden ook de connectielagen in de stad aangelegd door verschillende actoren als commerciële partijen, stichtingen en overheden. Ook zij handelen steeds weer met een eigen belang. In deze fase van de ontwikkeling, waarin vele nieuwe technologieën geïntroduceerd worden in de ruimte van mixed reality en waarin we aan het bepalen zijn hoe we die in onze stedelijke ruimte en sfeer opnemen, moet de stedebouwer, als expert van de stedelijke ruimte, zich gaan mengen in de discussie. //
Literatuur
* Meer informatie over dit ontwerp en een bronnenlijst kunnen opgevraagd wor-
relevante casussen
Crawford, A. (2008). Taking Social Software to the Streets: Mobile Cocooning and the (An-)Erotic City, Journal of Urban Technology, 15:3, 79-97 Eberson, H (2013). Theatricity: de publieke ruimte als projectiescherm. S+RO 94: 01: 34-39 Hampton, K.N., Livio, O. en Sessions Goulet, L (2010). The Social Life of Wireless Urban Spaces: Internet Use, Social Networks, and the Public Realm. Journal of Communication 60: 701–722, International Communication Association
den bij de auteur, Nick De Graaf (
[email protected])
sndrv.nl/moma/
wikitude.com/about/wikitudetechnology/?utm_source= wikitude&utm_medium= webpage&utm_campaign= hero_image_home
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
2929
Denkoefening
Andrea Snijders
HET NIEUWE DIGITALE PUBLIEK DOMEIN In onze netwerksamenleving bestaan er twee parallelle realiteiten; de fysieke realiteit en de digitale realiteit. Elke realiteit kent zijn eigen logica, ritme en regels. Dit artikel gaat over hoe het publiek domein zich steeds verder verbreedt vanuit de fysieke realiteit naar de digitale realiteit. Hierbij trachten wij enkele kritische vragen over de waarde van dit publiek domein te stellen. Daarnaast geven we een voorbeeld van een online programma (Second Life), dat al beangstigend echt fungeert als alternatief digitaal publiek domein.
‘‘Er zijn veel parallellen tussen deze digitale wereld en de fysieke wereld’’ Definitie van publiek domein Maar wat is publiek domein nu eigenlijk? Hierover zijn veel definities geschreven, maar we willen hier een taalkundige verkenning uit de weg gaan. We kiezen voor definitie van Hajer en Reijndorp: ‘een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, en dat ook doen.’ Als we kijken naar deze definitie, dan zien we dat de digitale ruimte een onderdeel kan zijn van het publiek domein. Volgens Hajer en Reijndorp wordt fysiek publiek domein steeds verder geïnstitutionaliseerd. Kernbegrippen die hierbij horen zijn: thematisering, veiligheidscontrole en druk tot assimilatie
3030
en integratie. Een resultaat hiervan is dat verschillende groepen op verschillende plaatsen ontmoeten. Als we kijken naar het digitale publieke domein, zien we dat de mogelijkheden van ontmoetingen tussen groepen toenemen. We zouden dus kunnen stellen dat het publieke domein zich steeds meer uitbreidt vanuit de fysieke realiteit naar de digitale realiteit. Vragen bij een digitaal publiek domein Dit voorgaande leidt tot een aantal filosofische vragen. De toegang tot de openbare ruimte en zijn publieke domein is een recht. Als we stellen dat deze openbare ruimte zich uitbreidt in het digitale domein, is toegang tot het digitale domein dan ook een recht? Kunnen we de fysieke ruimte en digitale ruimte juridisch tot een overeenkomstige eenheid maken? Als we dit doen, is er nog de vraag of er dan ook dezelfde wetten gelden. Het is moeilijk om de wet te handhaven in de digitale wereld, omdat de personen die zich samen in deze ruimte bevinden, zich niet per definitie ook in hetzelfde juridisch gebied bevinden op aarde. Zouden er in de toekomst fundamentele wetten en rechten in de digitale ruimte moeten komen, die iedereen beschermen? En wie of wat gelden dan als wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht? De digitale ruimte en de fysieke ruimte bestaan niet simpel los van elkaar. Er zijn veel aspecten van het dagelijkse leven die zich (gedeeltelijk) naar de digitale ruimte verplaatsen. De vraag
Thema: Stad 11111011101 viaVIA
Het concert van U2 in Second Life
is of dit ook al te merken is in de fysieke stad. De digitalisering is pas enkele decennia geleden ingezet en de invloed ervan op de sociale verhoudingen en het gebruik van de stad zijn nog moeilijk te bepalen. U heeft hiervan in het artikel van Nick De Graaf al een aantal voorbeelden kunnen zien. Het is de vraag of de digitale ruimte zich leent voor publieke processen die zich nu in de stad afspelen. Om hier meer inzicht in te krijgen maken we gebruik van een voorbeeld. Second Life: een voorbeeld van digitaal publiek domein Het computerspel ‘Second Life’ is een virtuele wereld waar je als personage kan doen en laten wat je wilt. Je kunt een beroep uitoefenen, een huis laten bouwen, winkelen en relaties aangaan. Er zijn veel parallellen tussen deze digitale wereld en de fysieke wereld. Zo hebben veel instellingen een eigen vestiging in second life, bijvoorbeeld: ABN AMRO, Randstad, de openbare bibliotheek van Amsterdam en zelfs de Europese Unie. Maar niet enkel instellingen, ook bekende personen nemen deel aan Second Life, waaronder Barack Obama en Hillary Clinton, die deze wereld gebruikten voor campagnes. Een ander interessant voorbeeld is dat U2 een concert heeft gegeven in Second Life. Daarmee lijkt Second Life zich als een realistisch alternatief te ontwikkelen voor het publiek domein. Er zijn echter wezenlijke verschillen tussen de digitale en de fysieke wereld. Zo is het er altijd mooi weer en de architectuur
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
en openbare ruimte zijn ingedeeld op soorten ontmoetingen. Functionele ruimtes, die we in ons dagelijks leven nodig hebben, zoals toiletten, zijn nauwelijks aanwezig. Opvallend is dat veel mensen zich in hun virtuele persoonlijkheid, toch richten op aspecten uit de fysieke wereld. In het spel zijn bijvoorbeeld veel ecologische huizen aanwezig, terwijl milieuvervuiling geen issue is in de digitale wereld. Conclusie Van een spel als Second Life kunnen we veel leren over de betekenis van het digitale leven. Door deze digitale wereld te bestuderen kan de relatie tussen de fysieke en de digitale wereld beter worden begrepen. Een duidelijk probleem van het digitale leven is dat wij zelf niet digitaal zijn. Ons lichaam maakt gebruik van de fysieke ruimte en daarom moeten we ons afvragen of internet en het digitale leven enkel een middel is, of een doel op zich. We zullen er voorlopig niet in slagen om onszelf digitaal te maken, waar wie weet wat de toekomst ons zal brengen? Het is goed mogelijk dat we later echt fysiek in de digitale wereld gaan leven, m.b.v. geavanceerde virtual reality. Films als de Matrix kunnen dan verbazingwekkend echt worden. Als we steeds meer digitaal gaan leven, wat wordt dan de rol van de stedebouwer? Misschien gaan we ons in de toekomst meer richten op het verbinden van het fysieke en digitale publiek domein; de stedebouwer als bruggenbouwer? //
3131
MULTI-project: Kop van ‘t Zand
Vivian Hu
Het multidisciplinair project van het voorjaar 2013 behelst het ontwerpen van een nieuw hotel complex gecombineerd met wonen en/of werken. De locatie bevindt zich in Den Bosch, tussen de Diezebrug en het terrein van veevoederfabrikant ‘De Heus’. De andere grenzen van het gebied worden gevormd door de Dieze en de Havendwarsstraat. De nieuwe bebouwing heeft als primaire functies ‘hotel’ en ‘conferentie’. Het ontwerp gaat in op de vraag welke potentie dit gebied nu en in de toekomst heeft. De bouwlocatie maakt deel uit van een uitgebreider plan om de Kop van het Zand te herontwikkelen voor creatieve bedrijvigheid, wonen en culturele voorzieningen. De locatie Kop van het Zand is een buurt aan het centrum van Den Bosch waar de historische binnenstad, de oude industrie en cultuur elkaar treffen. Het gebied bezit vele culturele parels en ligt aan de rivier de Dieze. De Kop van het Zand heeft veel potentie om zich te kunnen ontwikkelen tot een cultureel centrum dat representatief staat voor Den Bosch. De buurt heeft echter in de huidige situatie een verlaten en kille uitstraling met veel industrie, oude leegstaande woningen en weinig groen. Het gebied wordt van het centrum van de stad gescheiden door de Diezebrug. Verder bevindt zich op het gebied het gemeentelijke monument ‘de Talent Factory’, die door zijn centrale ligging een tweedeling van het plangebied veroorzaakt.
‘‘...een deel van Den Bosch waar de Bosschenaren trots op kunnen zijn.’’ Door middel van een nieuw ontwerp moet de Kop van het Zand zich inbedden in de stedebouwkundige structuur. Het plangebied wordt sterk met de omliggende gebieden verweven en duidelijk op de kaart gezet als een deel van Den Bosch waar de Bosschenaren trots op kunnen zijn.
32
Stedelijke verweving Het centrale thema voor het ontwerp is de ‘stedelijke verweving’ van de culturele industrie en de binnenstad, met elk hun eigen kwaliteiten en kenmerken. Van beide gebieden worden er verschillende kwaliteiten doorgetrokken naar het plangebied waardoor Kop van het Zand letterlijk in de bestaande stadsstructuur wordt verweven. Door deze verweving wordt niet alleen de tweedeling van het plangebied door de Talent Factory doorbroken maar worden ook de scheidingsgrenzen in de stad, gevormd door de spoorwegen en de Diezebrug, getransformeerd. Beide elementen worden juist een onderdeel van de verweving en het nieuwe plan zorgt ervoor dat de nu gescheiden delen van de stad een sterkere samenhang met elkaar krijgen. Kop van het Zand kan uitgroeien tot een levendig cultureel centrum waar mensen elkaar ontmoeten en kennis, cultuur en creativiteit kunnen uitwisselen. Kwaliteiten en functies van beide gebieden komen uiteindelijk samen in de Talent Factory. Het ontwerp in de stad De oever van de Dieze wordt ingericht als een boulevard die onderdeel wordt van een recreatieve stedelijke wandeling over unieke groensferen die de industrie en de binnenstad verbindt. Aan deze route liggen verschillende culturele functies en bezienswaardigheden. De gemeente heeft nieuwe plannen voor het aanleggen van
viaVIA
De nieuwe Kop van ‘t Zand
een parallelweg aan de Diezebrug, waardoor deze in de toekomst enkel nog door langzaam- en OV verkeer wordt gebruikt. Het maaiveld wordt plaatselijk verhoogd zodat deze aansluit bij de brug. Deze wordt vergroent en dient als entree van het gebied voor langzaam verkeer richting de boulevard en de groene oever. Het plangebied Op het verhoogde maaiveld richting de brug bevinden zich vier appartementblokken met gemeenschappelijke tuinen die letterlijk doorgetrokken worden in de Talent Factory. Aan de andere zijde van de Talent Factory bevinden zich het hotel en zijn publieke functies. In het hotel bevinden zich o.a. de lobby, receptie, verschillende lounges, conferentiezalen, een restaurant en fitness & wellness faciliteiten. Ook de hotelvoorzieningen worden letterlijk doorgetrokken in de Talent Factory, bijvoorbeeld d.m.v. box-in-box conferentiezalen. De Talent Factory wordt gezien als een overdekt plein waar de verschillende functies op uit komen. Het werkt als een gedeelde vitrine, een centrale openbare ruimte waar alle functies, van zowel hotel als woningen, elkaar treffen en zichtbaar zijn. De functies ontmoeten elkaar hier in de gemeenschappelijke functie; de expositie ruimte. De conferentie wordt in relatie gebracht met de aanliggende cultuurfuncties en met de expositie in de Talent Factory, om een uitwisseling van creativiteit te stimuleren en nieuwe con-
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
tacten te realiseren; een nieuwe kans voor de ontdekking van jong talent. Vanuit de Talent Factory zijn alle publieke functies te bereiken: de lobby, conferentiezalen, fitness, restaurant en de bar. Alle hotelkamers bevinden zich in een 50 meter hoge toren, die als landmark zal dienen voor de markering van het nieuwe culturele gebied.
‘‘...een gedeelde vitrine, een centrale openbare ruimte waar alle functies, elkaar treffen en zichtbaar zijn.’’ Stedelijke attractie De boulevard wordt verlevendigd door cultuuractiviteiten en heeft een grote trapvorm waar tevens boten kunnen aanleggen. Deze grootse uitstraling zal een representatief beeld vormen als de entree voor het nieuwe culturele centrum. De combinatie van recreatief water, groen en cultuur zal Kop van het Zand omtoveren tot een unieke stedelijke attractie voor Den Bosch dat veel bezoekers zal trekken en de locatie sterk op de kaart zal zetten. //
33
M1: Dubbelstad Amsterdam-Almere
Simone Camp Merijn de Veer
Amsterdam heeft een vaste positie in de lijst van Alpha steden in de Globalization and Research Network ranking. Deze ranglijst laat zien welke steden goed zijn verbonden met de wereldeconomie en het transport netwerk. Door de toenemende globalisering krijgen steeds meer steden deze Alpha status. Als Amsterdam een wereldspeler wil blijven, moet het een strategie ontwikkelen die haar positie versterkt en zich richt op duurzaamheid en diversiteit. De regio kan hier een belangrijke rol bij spelen.
In de komende 25 jaar zal de vraag naar woningen in de regio Amsterdam-Almere fors stijgen. De overheid heeft deze regio de opdracht meegeven om 60.000 woningen en 100.000 banen te realiseren. De kustlijn van het Blauwe Hart (IJmeer, Markermeer en IJsselmeer) biedt kansen voor een aanbod in woon-, werk- en recreatieomgevingen die niet te realiseren is in enkel stad Amsterdam zelf. Hierbij gaat het voornamelijk om de gebieden Almere, Waterland-Oost en de Gooi en Vechtstreek. Een metropolitaans landschap met de dubbelstad Amsterdam-Almere past het best binnen deze ambitie. De visie Almere is gebouwd op nieuw land, gemaakt door een innovatief staaltje engineering waarmee Nederland wereldfaam verwierf. Door de aanleg van een hoog dijkprofiel ontbreekt de relatie tussen stad en het water. Dit gemis wordt nu erkend door de gemeente Almere en met behulp van deze visie zal een overgangszone ontstaan waardoor het land en het water elkaar aanvullen. In combinatie met de aanwezige ruimte van het polderlandschap en de groenstructuur, kan Almere een alternatieve leefomgeving bieden ten opzichte van de (hoog) stedelijkheid van Amsterdam. Deze heeft met IJburg al een hoog stedelijke uitbreidingslocatie. Doordat IJburg dichter bij de hotspots van Amsterdam ligt, zoals de Zuidas en het historisch centrum, zal Almere deze concurrentiestrijd nooit winnen. Door gebruik te maken van de lokale kwaliteiten zoals ruimte, het IJmeer en de natuur kan Almere echter waarde en
34
diversiteit toevoegen aan de metropoolregio Amsterdam. Steden slibben dicht door het toenemend autogebruik. Dit zorgt voor een zware druk op de leefbaarheid van steden en de gebruiksvriendelijkheid van de openbare ruimte. De IJmeerlijn is een logische stap om van deze dubbelstad een realistisch alternatief te maken. Met de komst van de IJmeerlijn wordt het metronetwerk van Amsterdam uitgebreid en ontstaat een snelle transit verbinding tussen Almere en Schiphol, via IJburg en de Zuidas. Zonder deze metroverbinding zal Almere zich verder ontwikkelen als autostad zonder volwaardig deel uit te kunnen maken van de metropoolregio Amsterdam.
‘‘Een metropolitaans landschap met de dubbelstad Amsterdam-Almere past het best binnen deze ambitie’’ Het Blauwe Hart verbindt in deze visie de verschillende kustlijnen van het IJmeer en Markermeer. De Gooi & Vechtkust heeft een pittoresk karakter door de aanwezigheid van kleinschalige dorpen aan het water. Waterland-Oost is een gebied ten noorden van Amsterdam dat zich kenmerkt door haar veenweides, erven, weidevogels, meren en kleinschaligheid. Tussen de Gooi en Vechtkust en Waterland-Oost liggen de verstedelijkte gebieden van Amsterdam en Almere. De afwisseling van rust
viaVIA
Visiekaart ‘Dubbelstad Amsterdam-Almere’
en ruimte met de levendigheid en drukte van deze verschillende gebieden zorgt voor een interessant metropolitaans recreatiegebied voor watersport- en natuurliefhebbers. Hierbij dient wel als voorwaarde gesteld te worden dat de uitbreiding van Almere naar de kustlijn tevens de water en ecologische kwaliteit van het IJmeer en Markermeer verbeterd door middel van de overgangszone. Op deze wijze wordt er een win-win situatie gecreëerd voor zowel de mens als natuur. Om de toepasbaarheid van de visie te testen zijn er verschillende plekken uitgekozen die een sterke eigen, locatie afhankelijke identiteit en kwaliteit hebben. Deze hebben een meerwaarde voor de regio en passen daarmee binnen het raamwerk van de visie. Voor deze plekken is een case studie gemaakt om te laten zien hoe de visie ruimtelijk kan worden toegepast. Hieronder worden twee van deze studies toegelicht. Strategisch project Waterland-Oost De agrariërs in Waterland-Oost kunnen vanwege de kleinschaligheid en natte bodem niet concurreren met agrariërs in de rest van Nederland. Binnen nu en 25 jaar zal hierdoor de helft van de agrarische bedrijven hun functie verliezen. Door de boerenerven te transformeren naar een woon- en recreatie functie, wordt een nieuwe typologie aan de regio toegevoegd en wordt er een economisch interessant alternatief geboden voor deze agrariërs. Daarnaast bieden de vrijkomende veenweides mogelijkheden voor natuur- en recreatieontwikkeling.
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
Strategisch project Pampus Schiereiland De integratie van de IJmeerlijn en deze visie zorgen voor de randvoorwaarden om een toolbox te creëren als aanzet om het schiereiland volledig autovrij te ontwikkelen. Dit geeft een oplossing voor de strijd tussen de mobiliteit van bewoners enerzijds en de leefbaarheid van steden anderzijds. Door een volledig autovrij gebied aan te wijzen, op een schaal nergens anders toegepast in Nederland, ontstaan er mogelijkheden om steden anders te organiseren. Voorbeelden zijn de principes van collaboratieve consumptie, delen van ruimte, ontwikkelen vanuit de initiatieven van bewoners en een sterkere relatie tussen stad en land. Deze visie voor de regio Amsterdam-Almere bestaat uit een aantal strategische projecten. Deze projecten voegen zowel lokaal als regionaal waarde toe en versterken daarmee de positie van de regio. Dit betekent echter niet dat deze verschillende projecten niet onafhankelijk ontwikkeld kunnen worden. In tegendeel, zolang het concept gerespecteerd wordt is de doorgang van project B niet afhankelijk van de vorderingen bij project A. Deze visie biedt niet alleen ruimte voor het ontwikkelen van 60.000 woningen en 100.000 banen. Het creëert daarnaast ook een aantrekkelijker vestigingsklimaat voor bedrijven, bewoners en flora en fauna. //
35
Naar een flexibele stadsontwikkeling
Gijs van der Sman
Leidraad voor toekomstige bouwprojecten in Tilburg Centrum Zuid
De laatste jaren is het denken over stadsontwikkeling volop in beweging. Door de crisis, marktwerking en initiatieven van ‘onderaf’ staan de rollen van de betrokken partijen volop ter discussie. Bijvoorbeeld wordt van gemeenten verwacht dat zij een meer ‘sturende en regiehoudende’ rol gaan spelen in de stadsontwikkeling. Het is echter nog onduidelijk hoe een dergelijke rol vorm kan krijgen in een stedenbouwkundig plan. Het doel van dit afstudeerproject is daarom om tot een plan te komen dat richting geeft aan toekomstige ontwikkelingen, zonder dat projecten in detail worden vastgelegd. Het gebied dat centraal staat in dit onderzoek is het zuidelijk deel van het centrum van Tilburg (hierna Centrum Zuid). Het wordt gekenmerkt door vele visies en plannen die steeds weer wijzigingen in de stadsplattegrond aanbrachten. Een ander opvallend aspect van het gebied is de overvloedige openbare ruimte. Door het gebrek aan activiteit en levendigheid kan deze ruimte van de aaneengesloten pleinen getypeerd worden als een ‘restzone’. De opgave is om Centrum Zuid weer onderdeel te laten uit maken van het totale stadscentrum, waarbij rekening wordt gehouden met de omvangrijke planningsgeschiedenis die het gebied zo kenmerkt. Het project van de projecten Als mogelijk antwoord op de opgave wordt gebruik gemaakt van de ‘project van projecten’ werkwijze. Deze werkwijze bestaat uit een samenspel van een raamwerk voor ontwikkeling en enkele strategische projecten. Voor Centrum Zuid is het raamwerk onderverdeeld in vier ontwikkelconcepten. Deze concepten hebben elk een eigen onderwerp en laten zien wat de mogelijkheden van een bepaald thema op een bepaalde plek kunnen zijn. Aan elk ontwikkelconcept is een strategisch project gekoppeld die een eerste stap van de transformatie laat zien. De Cityring als rode draad Het eerste ontwikkelconcept neemt de Cityring van Tilburg als uitgangspunt. Door de heldere structuur die de ring de binnenstad biedt en door de pleinen die eraan grenzen, kan de Cityring gezien worden als de rode draad van betekenisvolle ruimten in het stadscentrum. Dit beeld vormt de kapstok voor
36
het inkaderen van de overvloedige openbare ruimte in Centrum Zuid. Door de pleinen in Centrum Zuid duidelijke pleinwanden toe te kennen, ontstaat er een sequentie van open en gesloten gebieden langs de Cityring. De begane grond van het vrijkomende gemeentekantoor aan de Cityring kan hierbij een rol gaan spelen. Het biedt mogelijkheden voor tussentijds gebruik en is daarmee een kansrijke eerste stap van de transformatie van dit gebied. Een knooppunt van activiteiten Het tweede ontwikkelconcept gaat over de Oude Markt en de ‘restzone’ langs de Cityring. Beide ruimten vormen strategische plekken in het Tilburgse stadscentrum doordat hier activiteiten, routes en clusters samenkomen. Dit concept streeft naar een synergie van deze ruimten zodat er één knooppunt op deze plek ontstaat. Bij de eerste stap in het streven naar het knooppunt wordt gebruik gemaakt van de plannen voor een nieuwe winkelstraat en de leegstand van de ‘kop van de schouwburgpromenade’. Dit gebouw kan worden gebruikt om een tijdelijke trekker te plaatsen zodat op deze plek meer activiteit en bekendheid gegenereerd wordt zonder dat deze eerste stap een ingrijpende of kostbare opgave wordt. De Tuinen van Zuid Het derde ontwikkelconcept staat in het teken van Centrum Zuid als eenheid. In Centrum Zuid liggen enkele besloten en verborgen stadstuinen. Dit concept streeft naar een aaneenschakeling van deze groene ruimten zodat ze als samenhangend geheel meer betekenis krijgen en daarmee de kwaliteiten van Centrum Zuid vergroten. Ze vormen het ‘visitekaartje’ van Centrum Zuid en bieden een kapstok voor nieuwe ontwikkelingen. Het doel van de eerste stap is daarom het genereren van meer activiteit in, en het promoten van, het bestaande stadsgroen. De eerste fase behelst het aanleggen van een eenduidige wandelroute door alle tuinen, en het toekennen van een overkoepelende naam, namelijk de ‘Tuinen van Zuid’. De Stadsroute van Tilburg Het vierde ontwikkelingsconcept beschrijft de Stadsroute van Tilburg. De binnenstad, Centrum Zuid, de Spoorzone en de Piushaven zijn de stadsdelen met de belangrijkste voorzienin-
viaVIA
Plangebied Centrum Zuid in Tilburg
gen, clusters en publieksruimten van de stad. Het doel van de Stadsroute van Tilburg is om deze gebieden door middel van een directe route met elkaar te verbinden, en daarmee een herkenbare nieuwe structuur in de Oude Stad te realiseren. De eerste stap behelst het aanleggen van de route zelf, in de vorm van een fiets- en wandelroute.
Deze vier ontwikkelconcepten vormen samen het raamwerk voor ontwikkeling voor Centrum Zuid. De gemeente heeft hiermee een werkwijze in handen waarmee het de mogelijkheden van het gebied laat zien, maar tegelijkertijd ook ruimte overlaat voor nieuwe ideeën en initiatieven. De concepten zorgen daarmee voor een basis voor inspiratie en discussie over de toekomst van Centrum Zuid. //
De 4 ontwikkelconcepten gebundeld tot het raamwerk voor ontwikkeling
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
37
Urbanistiek en de Eindhovense stedenbouw
In de geschiedenis van de stedenbouw aan de TU/e speelt de urbanistiek een belangrijke rol. Die urbanistiek was er hier eerder dan de stedenbouw. Urbanistiek was een samentrekking van urbanisatie en techniek. Dat is veelzeggend. Tijdens het in het leven roepen van deze afstudeerrichting begin jaren 70 was er de volle overtuiging dat men het indringende verschijnsel van de verstedelijking – het was de tijd van de uitbreidingsstedenbouw- op technische wijze aan moest pakken. Infrastructuur speelde een grote rol en het bouwen verliepen industrieel. Nederland werd her-verkaveld en ruimtelijk opnieuw georganiseerd. Aan Urbanistiek werd dan ook toegevoegd: ‘en Ruimtelijke Organisatie’. Dus niet ‘ruimtelijke ordening’, want ‘ordening’ proefde te planmatig en dwingend; het verschijnsel verstedelijking moest worden georganiseerd, en dat was het werk van de ingenieur. URBRO heette in de wandeling de afstudeerrichting Urbanistiek en Ruimtelijke Organisatie.
‘‘Urbanistiek was een samentrekking van urbanisatie en techniek. Dat is veelzeggend.’’ Henk Goudappel was de eerste hoogleraar, bij wie ik zelf het genoegen had te mogen afstuderen en te promoveren. Goudappel legde de grondslag voor de Urbanistiek. Hij was civiel ingenieur, maar had zich voorgenomen te promoveren op een onderwerp op het gebied van liturgie en kerkbouw. Maar dat kwam er niet van en op min of meer toevallige manier kwam hij in de verkeerskunde terecht. Zijn verkeerskundig bureau in Deventer werd toonaangevend. Maar Goudappel hield ook altijd zijn metafysische dimensie. In feite beoogde Goudappel de door Van Eesteren en Van Lohuizen ingeslagen weg voort te zetten. Niet de persoon van de stedenbouwkundige was de geniale synthetiseur, het was de genius van de discipline stedenbouw zelf die interdisciplinair was. De wetenschappelijke staf, die deze genius moest vertegenwoordigen, kende daarom een veelzijdige
38
Column Kees Doevendans
achtergrond: ontwerpers, verschillende typen sociologen, economen, landschapsontwerpers, (beleids)planologen. De benadering was zowel kwantitatief als kwalitatief. Goudappel had een dubbele rol: hij was de deskundige op het gebied van infrastructuur, maar had ook als taak de samenhang van de urbanistiek te bewaken en vorm te geven. Dat leidde tot het urbanistiek-concept, een theoretisch model, door hem aangeduid als een superstructuur, ook wel genoemd het vlechtmatje dat de verschillende disciplinaire aspecten van stedelijke ontwikkeling aan elkaar moest knopen. Er was lof en kritiek voor de urbanistiek. De multi – c.q. interdisciplinariteit was een pre, maar het vlechtmatje was wel een erg mooie, bijna metafysische synthese. Zo zat de wereld toch niet in elkaar. En de nieuwe opgaven, zoals stedelijke vernieuwing, waarbij participatie en bottom up-benaderingen belangrijk werden, pasten niet automatisch in het urbanistiekconcept. De leerstoel stadsvernieuwing ontstond. Ook was er een groep ontwerpers die meer affiniteit voelden met architectuur. Maar de urbanistiek was het aambeeld waarop men in Eindhoven de stedenbouw smeedde.
‘‘...urbanistiek was het aambeeld waarop men in Eindhoven de stedenbouw smeedde.’’ In deze tijd van de netwerkingenieur, de scholarship of gaps en digitalisering zou het vlechtmatje van de urbanistiek waarschijnlijk meteen worden ontvlochten of worden geïnterpreteerd als een origamistructuur van vouwlijnen, als een netwerk van associatieve invalshoeken om op die manier ook bottom upinitiatieven, spontaneïteit en tijdelijkheid een kans te geven. Voor de TU/e blijft de urbanistiek een belangrijke fase, die het onderwijs in de stedenbouw waarborgde toen dat in Delft niet de hoogste prioriteit had. Goudappel legde de grondslag voor de stedenbouw volgens Eindhovens model. //
viaVIA
Sponsoren VIA Stedebouw
Partners van VIA Stedebouw zijn Architectuurcentrum Eindhoven, BNSP, gemeente Eindhoven, Eindhovense School.net, Motta Kunstboekhandel, NAi
Jaargang 19, uitgave 2 - Oktober 2013
39
40
bezoek ons op www.viastedebouw.nl wordt lid van van www.facebook.com/groups/viastedebouw www.facebook.com/groups/viastedebouw word lid