where innovation starts
TU/e
Title:
Jaarverslag 2010/2011
Uitgave:
SMPE/e 2012-002
Date:
maart 2012
School of Medical Physics and Engineering Eindhoven Verslag 2010 en 2011
Ward Cottaar, Applied Physics Ivonne Lammerts, Applied Physics Frans van der Vosse, Biomedical Engineering Maart 2012
Samenvatting De School of Medical Physics and Engineering Eindhoven (SMPE/e) is sterk gegroeid in 2010 en 2011. Een nieuwe tweejarige (ontwerpers)opleiding tot Klinisch Informaticus is gestart in 2010. Eind 2011 waren er 19 mensen in opleiding. Evenals de andere opleidingen van SMPE/e is deze opleiding “hospital based/university managed”. Voor de opleiding is certificatie aangevraagd. De tweejarige opleiding Qualified Medical Engineer is wat verder uitgekristalliseerd: de opleiding is nu een heldere ontwerpersopleiding. De faculteit Biomedische Technologie is penvoerder. Voor de opleiding is certificatie aangevraagd. Het cursusprogramma voor klinisch fysici in opleiding en andere technologie professionals in de zorg is verder uitgebreid. In totaal werden er 8 verschillende cursussen gegeven, waarvan de helft nieuw. De cursus Stralingsbescherming en Dosimetrie Niveau 3 is in 2011 formeel ondergebracht bij SMPE/e. Met de groei van SMPE/e en de verbreding van het aanbod van opleidingen zijn ook de faculteit Wiskunde en Informatica, Electrical Engineering en Industrial Engineering nu formeel bij SMPE/e betrokken. Tevens is de staf uitgebreid met enkele externe mentoren (in deeltijd) uit het werkveld van de klinische fysica en klinische informatica.
Inhoud 1 2
Inleiding......................................................................................................................................... 5 Tweejarige opleidingen ................................................................................................................. 6 2.1 Inleiding.................................................................................................................................. 6 2.2 Qualified Medical Engineer (QME) ......................................................................................... 6 2.3 Klinisch Informaticus (QMI) .................................................................................................... 8 2.4 Ondersteuning opleiding Klinisch Fysicus ............................................................................ 10 2.5 Certificatie ............................................................................................................................ 11 3 Cursus aanbod............................................................................................................................ 12 3.1 Inleiding................................................................................................................................ 12 3.2 Veiligheidskunde en Risicoanalyse ...................................................................................... 13 3.3 Toegepaste Fysiologie ......................................................................................................... 14 3.4 Management en Organisatie in de Gezondheidszorg........................................................... 15 3.5 Stralingsbescherming en Dosimetrie, niveau 3 .................................................................... 16 3.6 Medische Ethiek................................................................................................................... 17 3.7 Medische Statistiek en Biostatistische Data-analyse............................................................ 18 3.8 Zelf-Reflectie en Communicatie ........................................................................................... 19 3.9 De Kunst van het Presenteren ............................................................................................. 20 3.10 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen........................................................................ 21 4 Overige activiteiten...................................................................................................................... 22 4.1 QMiddagen .......................................................................................................................... 22 4.2 SMPE/e event ...................................................................................................................... 22 5 Organisatie.................................................................................................................................. 23 5.1 Bestuur................................................................................................................................. 23 5.2 Personeel............................................................................................................................. 23 5.3 Externe adviesraad .............................................................................................................. 24 5.4 Financiën ............................................................................................................................. 24 6 Lange termijn .............................................................................................................................. 25
1 Inleiding De missie van SMPE/e is het leveren van post-master onderwijs aan technologie professionals die werkzaam zijn in de gezondheidszorg (van kliniek tot thuiszorg). Dit vanuit de visie dat deze professionals een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de gezondheidszorg. Met de toename van het gebruik van (complexe) technologie zal deze bijdrage steeds relevanter worden. Deze visie wordt ondersteund door vele analyses van de gezondheidszorg1 2 3 4. De kennis en vaardigheden van deze technologie professionals bestaan daarbij uit een beheersing van de eigen (technische) expertise, kennis van het (medische) werkveld en een set van professionele en engineering vaardigheden (communicatie, projectmatig werken, statistische, ontwerp- en verbetervaardigheden). Gezien de complexiteit van de problematiek in de gezondheidszorg is post-master onderwijs op dit vlak relevant, zowel voor pas afgestudeerden (in de vorm van een tweejarige post-master opleiding), voor mensen die een carrièreswitch naar de gezondheidszorg willen maken (eveneens middels deze tweejarige opleiding), als voor mensen die reeds werkzaam zijn in de gezondheidszorg (in de vorm van nascholingscursussen). Een leven lang leren is in dit veld absolute noodzaak. Hoofdstuk 2 beschrijft de tweejarige post-master opleidingen. Het aanbod van post-master cursussen is beschreven in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4Error! Reference source not found. beschrijft de andere activiteiten die SMPE/e ontplooit ter ondersteuning van technologie professionals in de zorg. Hoofdstuk 5 bevat de organisatiestructuur van SMPE/e en geeft een overzicht van de financiële situatie. De lange termijn visie wordt geschetst in hoofdstuk 6.
1
Medische Technologie at Risk, Expertgroep Medische Technologie, april 2011, Ministerie VWS Arts is machine niet altijd de baas, R.J.H. Crommentuyn, Medisch Contact 65(2010)2112 Ziekenhuis is één groot apparaat, A.W. Boeke, M.D.I. Lansbergen, R.J. den Adel, E.C.M. van der Wilden-van Lier, Medisch Contact 41(2010)2122 4 Jaarverslag IGZ 2010 2 3
2 Tweejarige opleidingen 2.1
Inleiding
Binnen SMPE/e draaiden in 2010/2011 twee zelfstandige, tweejarige post-master trajecten om ingenieurs voor te bereiden op het werken in de klinische praktijk: Qualified Medical Engineer (gestart in 2006, bij de oprichting van SMPE/e, zie 0) en Klinisch Informaticus (gestart in 2010, zie 2.2.1). De opleiding en eisen worden in deze opleidingen bepaald vanuit SMPE/e. Daarnaast ondersteunde SMPE/e in 2010/2011 een aantal Klinisch Fysici in opleiding (zie 2.4). de bijbhorende opleiding en eisen wordt bepaald vanuit de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF). In 2011 is ondersteuning geleverd aan de faculteit Electrical Engineering bij het opzetten van een nieuwe ontwerperopleiding (Healthcare System Design). Doel van deze opleiding is ingenieurs op te leiden voor de medische industrie, met een zeer sterke kennis van de klinische en zorgpraktijk. Samen met de opleiding Qualified Medical Engineer en Klinisch Informaticus is in 2011 certificatie aangevraagd (zie 2.5)
2.2
Qualified Medical Engineer (QME)
2.2.1
Inleiding
De post-master opleiding QME draaide in 2010/2011 (net als in eerdere jaren) onder twee varianten: In de eerste variant werd de opleiding gevolgd in combinatie met een promotietraject dat zich afspeelde in of zeer dicht bij de klinische praktijk. Organisatorisch en inhoudelijk blijkt dit meestal niet te werken: de doelstellingen voor de promotie krijgen (terecht) voorrang boven de doelstellingen voor het QME traject (d.w.z. als ingenieur in de klinische praktijk een bijdrage leveren). In deze variant was er (op één geval na) geen dekking voor de kosten van de opleiding. In de tweede variant was de opleiding een traject binnen de ontwerperopleiding “Design and Technology of Instrumentation” (SAI), waarbij het jaarproject geheel of gedeeltelijk in de klinische praktijk werd uitgevoerd. Hoewel in deze variant de ingenieursvaardigheden wel goed aan bod komen, blijft de onderdompeling in de klinische praktijk nog beperkt. De financiering voor de opleiding komt van de uitstroomfinanciering van de ontwerperopleiding. Omdat beide varianten inhoudelijk niet optimaal zijn, is in 2011 besloten QME in te richten als een zelfstandige ontwerperopleiding. Daarmee kan de opleiding zo ingericht worden als noodzakelijk voor de beoogde doelstelling. De faculteit Biomedische Technologie is de penvoerder en daarmee heeft deze faculteit ook een ontwerperopleiding. De certificatieaanvraag is in 2011 ingediend.
2.2.2
Inhoud
Het werk van de QME kent twee hoofdgebieden:
Het eerste gebied is het verbeteren van het gebruik van medische technologie in de dagelijkse praktijk. Hierbij gaat de QME uit van een (technologische) vraag uit de dagelijkse klinische praktijk. Via een inventarisatie van behoefte en mogelijkheden komt hij/zij tot een duidelijke specificatie van de verbetering. Vervolgens ontwikkelt de QME de verbetering en voert haar in de praktijk in, waarbij introductie en nazorg een belangrijk aspect is (om een goede inbedding te realiseren). Het belangrijkste aspect van de verbetering is daarbij niet hoe “revolutionair” de verbetering is, maar vooral de robuustheid: het werkt, het blijft werken en de zorgverleners en patiënten zijn er echt mee geholpen. Dit gebied kenmerkt zich door een projectmatige aanpak met een tijdelijk karakter. Het tweede werkgebied is de (continue) ondersteuning van clinici bij diagnose en interventie middels adequate kwantificering van meetdata en het uitvoeren van (complexe) analyses. Via (fysische) modelvorming worden patiëntmetingen (soms uit verschillende modaliteiten) gekoppeld en uitgewerkt. Dit leidt voor de behandelend arts tot een inzicht op een hoger niveau en helpt de arts derhalve bij het stellen van de juiste diagnose c.q. bij het opstellen van adequate interventie en behandelingstrajecten.
De standplaats van de QME-trainee is het ziekenhuis: hier moet het leerproces plaatsvinden. Globaal bestaat het opleidingsprogramma uit:
2.2.3
Curriculaire deel van 1300 uur (vakinhoudelijke kennis, persoonlijke ontwikkeling, middels cursussen en een kleiner project in de klinische praktijk, workshops met andere trainees) Een jaarproject van 1700 uur Een (buitenlands) traineeship van 400 uur
Cijfers
Qualified Medical Engineer 12 11 10 9 8 7 6 5 De achtergrond van de trainees is vrijwel altijd Biomedische Technologie. Dit komt ook omdat de aanwezigheid van enige klinische ervaring (middels stages en/of afstuderen) als instroomeis wordt gehanteerd.
2.2.4
Toekomst
De beperking in de aantallen trainees in de komende jaren wordt bepaald door de financiële ruimte. Het mechanisme van de uitstroomfinanciering zorgt ervoor dat er bij het opbouwen van een nieuwe ontwerperopleiding een zeer lange periode van voorfinanciering nodig is. Voor 2012 zijn in 2011 de eerste twee opleidingsplaatsen (Kempenhaeghe en UMCU) afgesproken. Met de beroepsvereniging BMT-Z (biomedische technologen in de zorg) is de discussie gestart over een heldere formulering van het beroepsprofiel. In 2012 zal dit verder uitgewerkt worden middels een aantal workshops. Uiteindelijk doel is de opleiding nog beter af te stemmen op de praktijk.
2.3 2.3.1
Klinisch Informaticus (QMI) Inleiding
De 2-jarige opleiding tot Klinisch Informaticus (Qualified Medical Informatician) is gestart met een eerste lichting in september 2010. Een tweede lichting is gestart in september 2011. De opleiding vindt steeds plaats samen met ziekenhuizen/zorginstellingen plaats: de trainees zijn vanaf de start al voor 0.8 FTE aangesteld in de instelling.
2.3.2
Inhoud
De opleiding leidt mensen op die moeten kunnen functioneren op het snijvlak van zorg, ICT en het bestuurlijke proces. Het doel is dat ze daarbij in staat zijn de zorg te transformeren middels analyse, ontwerp, implementatie en evaluatie van (configuraties van) informatiesystemen (via een projectmatige aanpak). De noodzakelijke competenties liggen daarbij op de gebieden van basiskennis van (zorg-)ICT, klinische en bedrijfskundige processen, leiderschap en verandermanagement. De opleiding is expliciet een ontwerpersopleiding: het ontwerpen en implementeren van werkende systemen. De indeling van de opleiding is: 500 uur curriculair onderwijs en zelfstudie 300 uur opdrachten gekoppeld aan het onderwijs 300 uur opdrachten in de instelling met als doel het veld te leren kennen 1300 uur jaarproject 500 uur extern traineeship (3 maanden in een andere instellingen met andere inhoudelijke eisen)
2.3.3
Cijfers
Klinisch Informaticus (QMI) 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
instroom uitstroom
2010
2011
2012
2013
2014
2015
De instroom van de kandidaten in 2010 en 2011 was divers: Er is een breed scala aan technische vooropleidingen: ingenieursopleidingen als BMT, Technische bedrijfskunde, maar ook bijvoorbeeld biologie en communicatiewetenschappen. Alle kandidaten hebben wel duidelijk al informatica ervaring in hun profiel en een duidelijke belangstelling getoond voor het klinische veld. Een aantal kandidaten had geen of nauwelijks werkervaring. Een aantal andere kandidaten had vele jaren ervaring in de ICT (tot 15 jaar). In de lichting van 2010 is één kandidaat gestart die al een functie in het ziekenhuis had, in 2011 waren dat er drie De opleiding biedt hen de kans om persoonlijk en in de eigen organisatie te groeien.
2.3.4
Ontwikkelde Curriculum
Voor de opleiding is een geheel nieuwe curriculum ontwikkeld: Subject
Organizing
A1 A2 A3 A4 A5 A6
Processes and Information
A7
Information Technology
1
Jan Houben/Eric Polman/Jeroen van Ginneken (M&I) / Caluwe (Twijnstra en Gudde)
3
B2
Information architecture and modeling
3
B4 B5 B6
Interoperability
B7
C2 C3
Information needs in health care (application overview) Information flow between health care institutions ICT in daily clinical practice Computerarchitecture, operating systems, IT infrastructure Software (design, requirements) Data structures, processing, visualization and storage Networks and internet National and regional healt care networks Security and privacy (NEN7510)
Rob Poels(Twijnstra en Gudde)
Joost van Geijn (D&A)
Enterprise (information) modeling
B3
Brabant Medical School Rob Kusters (TU/e Industrial Engineering) Steven Han (Tergooiziekenhuizen) Anton Ekker (NICTIZ)
1
B1
Clinical process flows and protocols (zorgpaden) Methods op process improvement Quality of information
Teacher/institution
0.5
1
C1
Others
1 0.5 0.5 0.5
ICT implementation and change management
B9
Professional developme
Days
A8
B8
2.3.5
Organization principles and models in health care ICT organization in health care Financing of health care Legal and ICT in health care Alignment of business, ICT and ICT stragetgy in health care Medical ethics Business cases, specifications and purchasing processes
1 1 0.5 1 1 0.5
Remco Dijkman and Samuil Angelov (TU/e: Industrial Engineering) Paul Grefen and Rik Eshuis (TU/e: Industrial Engineering) Annemarie Weggelaar Jan de Jeu (Twijnstra en Gudde) Jos Trienekens (TU/e Industrial Engineering) Paul Brandt (TU/e Electrical Engineering) in combinatie met B8 Joost van Geijn (D&A) Michiel Sprenger/Cecile de Jong (NICTIZ) in combinatie met B6
1 1
Martijn Klabbers (TU/e W&I)
1
Martijn Klabbers (TU/e W&I)
1
Martijn Klabbers (TU/e W&I)
C7
ICT standars in healthcare (HL5, Dicom/IHE/Snomed…)
C8
Signal processing, medical equipment
1
Ion Barosan (TU/e W&I) Michiel Sprenger (NICTIZ) Rieks Joosten (TNO Groningen) HL7 (1) Rene Spronk (Ringholm) / IHE (1) Robert Breas (IHE-NL) / Dicom (2) via Medical Phit (www.phit.nl) TU/e: Sommen / Electrical Engineering
C9
EPD systems on the Dutch market
1
Jan Houben/Eric Polman/Jeroen van Ginneken (M&I)
D1 D2
Capita selecta (outside health care) International developments
1 0.5
D3
Health Business Network
D4
Hot topics
1
Guido Zonneveld (TU/e) Michiel Sprenger (NICTIZ) Paul Grefen / Pieter van Gorp (TU/e Industrial Engineering) Guido Zonneveld (TU/e)
E1 E2 E3 E4
Self reflection and communication Act and negiotiate in healthcare Effective communication and presentation Leading of projects (Prince-II)
3 0 3 4
Leeuwendaal Part of coaching during projects Gijs Meeuwissen Mark van Onna (WOW)
C4 C5 C6
1 0.5 1 2.5
1
Toekomst
De volgende activiteiten zullen uitgevoerd worden ter verdere verbetering van de opleiding: Het beroepsprofiel zal verder aangescherpt worden en systematisch uitgedragen. Vanuit de onderwijs service organisatie van de TU/e (STU) zal een onderzoek gedaan worden naar de gekozen vorm van onderwijs: is de gekozen vorm en inhoud optimaal. Met de trainees is een onderwijscommissie opgezet voor een nauwgezette terugkoppeling over het onderwijs (en daaruit voorkomende verbeteracties). Met een aantal andere universitaire partners binnen en buiten de TU/e zal gekeken worden naar de wetenschappelijke inhoud van de opleiding. Mogelijk volgen er uit het certificatieproces nog nieuwe acties.
2.4 2.4.1
Ondersteuning opleiding Klinisch Fysicus Inleiding
Vanuit de historische achtergrond van de opleiding van Klinisch Fysici aan het Stan Ackermans Instituut worden vanuit SMPE/e nog altijd Klinisch Fysici in opleiding mede opgeleid/ondersteund. De eindverantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij de opleider in het ziekenhuis. Algemene regels voor de opleiding worden bepaald door de NVKF. Toetsing van opleidingsplan etc. ligt volledig in handen van de stichting OKF (Opleiding Klinisch Fysicus).
2.4.2
Inhoud
De ondersteuning vanuit SMPE/e bestaat voornamelijk uit: Het geven van cursussen (zie 3). Coaching. Begeleiding bij het uitvoeren van projecten. (Logistieke) ondersteuning bij congresbezoek en mogelijk buitenlandse stages. Het precieze pakket wordt steeds volledig afgestemd op de kandidaat en de behoeftes van het ziekenhuis.
2.4.3
Cijfers
aantal
ondersteuning opleiding Klin 12 11 10 9 8 7 6 5
In de eerste jaren werd vaak nog korting gegeven. Sinds 2010 worden de contracten voor ondersteuning alleen nog kostendekkend aangeboden. Het aantal contracten in 2011 was weliswaar hoog, maar de waarde per contract was relatief laag: er is een trend naar het alleen inkopen van een pakket cursussen. Dit wordt veroorzaakt door de steeds verder gaande professionalisering van de opleiding binnen de ziekenhuizen, waardoor de behoefte aan externe ondersteuning afneemt.
2.4.4
Toekomst
SMPE/ zal doorgaan met ondersteuning aanbieden. Met name voor ziekenhuizen waar de op te leiden Klinisch Fysicus in een relatief kleine groep Klinisch Fysici zit, zal extra (externe) begeleiding en coaching voordeel bieden.
2.5
Certificatie
De opleidingen tot Qualified Medical Engineer en Klinisch Informaticus hebben nog geen externe certificatie. In 2011 is er een aanvraag ingediend bij de CCTO5 van KIVI NIRIA om de opleiding te certificeren als ontwerpersopleiding binnen het Stan Ackermans Instituut6. Deze aanvraag is gedaan samen met de ontwerpersopleiding van Healthcare System Design van de faculteit Electrical Engineering onder de noemer “PDEng Health and Well Being”. Deze certificatie biedt de volgende voordelen: De opleidingen en het diploma krijgen een formele status. Dit maakt de communicatie naar het veld helderder. De (kwaliteits)eisen worden helder en extern getoetst. Voor afgeronde opleidingen wordt een uitstroomfinanciering verkregen. Hiermee ontstaat een solide financiële basis. De aanvraag is ingediend op 17 november 2011. Aangezien de eerst volgende vergadering van de CCTO in 2012 plaats vindt zal de certificatie dan pas afgerond kunnen worden. Gezien het vernieuwende karakter van de opleidingen (de ontwerpersopleidingen zijn tot nu toe steeds gericht op industriële bedrijven) wordt ook enige discussie verwacht.
5
CCTO: (Nederlands) Certificatiecommissie voor opleiding tot Technologisch Ontwerper. De CCTO certificeert twee-jarige postacademische opleidingen die na behalen van het diploma recht geven op het voeren van de titel PDEng: Professional Doctorate in Engineering (tot 2004 was dit MTD (Master of Technological Design).Certificering van opleidingen gebeurt periodiek, op basis van de bevindingen van door de CCTO ingestelde beoordelingscommissies. Deelnemers daarin zijn op het betreffende gebied deskundigen en hoofdzakelijk afkomstig uit het bedrijfsleven. Toetsing van de opleidingen betreft onder andere studieprogramma, niveau, omvang en examinering. De CCTO beheert een register waarin alle afgestudeerden van gecertificeerde opleidingen staan geregistreerd. In de CCTO zijn vertegenwoordigd: Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Twente, Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties, KIVI NIRIA.
6
Stan Ackermans Instituut: de centrale 3TU organisatie van de ontwerperopleidingen.
3 Cursus aanbod 3.1
Inleiding
SMPE/e heeft een breed en gevarieerd aanbod van post-master cursussen (8 cursussen in 2011), welke jaarlijks (soms eens in de twee jaar) worden aangeboden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Veiligheidskunde en Risicoanalyse Toegepaste Fysiologie Management en Organisatie in de Gezondheidzorg Stralingsbescherming en Dosimetrie, niveau 3 Medische Ethiek Medische Statistiek en Biostatistische Data-analyse Zelfreflectie en Communicatie De Kunst van het Presenteren
Alle bovengenoemde cursussen hebben in 2010 en 2011 ten minste eenmaal gedraaid. Doelgroep van deze cursussen zijn Klinisch Fysici in opleiding, medisch ingenieurs en andere technologie professionals in de zorg. De meeste cursussen zijn inmiddels geaccrediteerd door de NVKF voor nascholing van Klinisch Fysici. Enkele van deze cursussen zorgen voor verdieping in een bepaald vakgebied (6, 4), andere cursussen zorgen juist voor verbreding met het oog op de ziekenhuisbrede werkzaamheden van de betreffende professionals (1, 2, 3), overige cursussen zijn gericht op professionele ontwikkeling (5, 7, 8). De cursussen zijn interactief, d.w.z. worden afgewisseld door theorie en praktijk (discussies, werken aan opdrachten, e.d.). De cursussen worden verzorgd door TU/e-docenten en door professionals uit het betreffende werkveld (Klinisch Fysici, medisch specialisten, managers in ziekenhuizen, professionele trainers, e.d.). De cursussen zijn interactief, d.w.z. worden afgewisseld door theorie en praktijk (discussies, werken aan opdrachten, e.d.). Speciaal voor de doelgroep, afkomstig uit geheel Nederland, worden de cursussen in hele dagen (en als het kan in blokken van meerdere aaneengesloten dagen) gegeven. De deelnemers worden naderhand (anoniem) geënquêteerd. De docenten worden geïnformeerd over de enquêteresultaten (incl. verslag) en er vindt na elke cursus een evaluatiegesprek plaats tussen de SMPE/e-coördinator en de cursuscoördinator/(hoofd)docent(en). De afspraken die gemaakt zijn voor de volgende cursus worden eveneens genoteerd. Een compacte samenvatting van de evaluatie wordt tevens op de website van SMPE/e bekend gemaakt (apart bij elke cursus). Op de SMPE/e-website staat altijd de meest actuele informatie over de post-master cursussen. Tevens zorgt de SMPE/e-coördinator ervoor dat de cursussen tijdig aangekondigd worden via de NVKF website (en de KLIFOP-nieuwsbrief), alsmede bij andere organisaties zoals KIVI-NIRIA, BMTZ, EFOMP, e.d. In de volgende paragrafen worden de SMPE/e-cursussen elk afzonderlijk besproken. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting, conclusies en aanbevelingen.
3.2
Veiligheidskunde en Risicoanalyse
3.2.1
Inhoud
De post-master cursus ‘Veiligheidskunde en RisicoAnalyse’ biedt een theoretische en praktische basis ter bevordering van de veiligheid in de gezondheidszorg. De deelnemers worden voorzien van tools en concepten om risico analyses uit te voeren en te interpreteren. De hoofdonderwerpen zijn: Basisprincipes van veiligheidskunde en menselijk falen Risicoanalysetechnieken uit de industrie Risicoanalysetechnieken in de zorg Veiligheids Management Systeem Organisational learning Elektrische veiligheid Veiligheidszorg en management instrumenten voor de lerende organisatie Duur: Afsluiting: Deelnemers: Coördinator:
3.2.2
drie dagen. scriptie over casus uit eigen ziekenhuis. min. 10, max. 20. dr.ir. Maurice Janssen.
Getallen
Evaluatie Veiligheidskunde & RisicoAnalyse 2009 19, 26 maart, 2, 9, 16 april 2009 (5 middagen) 27 deelnemers (8 intern, 19 extern), 10 respondenten: gemiddelde beoordeling 6,4 Evaluatie Veiligheidskunde & RisicoAnalyse 2011 16-18 maart 2011 (3 dagen) 24 deelnemers (8 intern, 16 extern), 18 respondenten: gemiddelde cijfer 7,2
3.2.3
over het algemeen is men positief over onze cursus, maar de teneur van dag 1 is negatief (kortgesloten met betreffende docenten, nieuwe afspraken gemaakt voor verbetering in 2012); de cursisten vonden de cursus over het algemeen leerzaam, met voldoende diepgang; de balans tussen de verschillende onderwerpen / onderdelen van de cursus is voldoende adequaat, doch tijdens de eerste en derde cursusdag had men graag meer voorbeelden en casussen gekregen uit de klinisch-fysische praktijk; drie van de 18 respondenten zouden deze cursus niet aan anderen aanbevelen.
Analyse en verbeteringen
In 2011 was de cursus ‘Veiligheidskunde en RisicoAnalyse’ voor het eerst geconcentreerd in 3 aaneengesloten dagen (voorheen 5 losse middagen). Hierdoor was beschikbare “incubatietijd” tijdens de cursus echter extreem kort. Dag 1 is inhoudelijk een zware dag waarin veel onderwerpen aan de orde moeten komen en ook nog een vaardigheidsdoelstelling is verwerkt. Het programma van de cursus zal hierop worden aangepast; theorie zal meer worden afgewisseld met praktijk (casussen). Bovendien zullen de cursisten voortaan van tevoren documentatie toegestuurd krijgen ter voorbereiding op de cursus en bij de start van de cursus meer uitleg krijgen over de opzet, doelstelling en structuur van de cursus.
3.3
Toegepaste Fysiologie
3.3.1
Inhoud
In de post-master cursus ‘Toegepaste Fysiologie’ komen clinici en fysici aan het woord die direct betrokken zijn bij diagnostiek, bewaking en behandeling. De hoofdonderwerpen zijn:
Vasculaire functie Inzicht in het elektrocardiogram Pacemakers als elektronisch medicijn Patient-monitoring op de OK en op de ICU Identificatie van het functioneren van de hersenen Longfunctie en beademing Anesthesiologie Foetale en perinatale monitoring Neonatale intensive care
Duur:
vijf dagen (in één blokweek), incl. bezoek aan Máxima Medisch Centrum Veldhoven en Philips Medical Systems, Best Afsluiting: scriptie over casus uit eigen ziekenhuis. Deelnemers: min. 10, max. 20. Coördinator: prof.dr.ir. Pieter Wijn.
3.3.2
Getallen
Evaluatie Toegepaste Fysiologie – Meten en Monitoren van Vitale Functies 2010 19-23 april 2010 (5 dagen) 14 deelnemers (5 intern, 9 extern), 14 respondenten: gemiddelde beoordeling 8,3
3.3.3
interessante, gevarieerde cursus met sprekers over diverse onderwerpen; m.n. BMT-ers hebben e.e.a. aan basiskennis al in vooropleiding gehad (fysiologie/pathologie) dus na korte introductie is meer diepgang mogelijk hoge kwaliteit, groot enthousiasme van sprekers; opmerkingen m.b.t. de verschillende sprekers zijn teruggekoppeld naar de betreffende sprekers, e.e.a. zal voor de volgende cursus worden aangepast excursies naar Maxima Medisch Centrum (MMC) en Philips Medical Systems (PMS) hebben toegevoegde waarde in deze cursus. opdracht in dezelfde week nog uitgevoerd; er wordt wat meer feedback gevraagd.
Analyse en verbeteringen
Vanuit de NVKF en met name uit de hoek van de klifio’s liep de vraag naar een cursus over anatomie, fysiologie en pathologie, omdat deze kennis vaak ontbreekt en men hier in de klinische praktijk wel voldoende vanaf moet weten in relatie tot de meet- en analysemethodes die men hanteert voor diagnostiek en behandeling. Na een inventarisatie van de wensen op dit vlak door SMPE/e is gebleken dat de SMPE/e-cursus ‘Meten en Monitoren van Vitale Functies’ reeds goed aan deze wensen voldoet, met bijdrages van medisch specialisten en Klinisch Fysici uit het werkveld. Om de lading van de cursus in de titel ervan beter bekend te maken is derhalve besloten om deze cursus voortaan ‘Toegepaste Fysiologie’ te noemen, met voorlopig nog als ondertitel ‘Meten en Monitoren van Vitale Functies’. Aan de docenten is gevraagd hier op inhoud expliciet rekening mee te houden.
3.4
Management en Organisatie in de Gezondheidszorg
3.4.1
Inhoud
Voor een succesvolle carrière als technologie professional in de gezondheidszorg is het essentieel om te leren participeren in het management van een technische afdeling en de organisatie van een ziekenhuis in het algemeen. De post-master cursus ‘Management en Organisatie in de Gezondheidzorg’ is opgezet in samenwerking met TiasNimbas Business School Tilburg en Brabant Medical School (BMS). De cursus wordt in drie aaneengesloten dagen verzorgd; aan de afzonderlijke dagen doen ook deelnemers vanuit BMS mee (met name artsen in opleiding). De hoofdonderwerpen zijn: Financieel Management Intern en Extern Management Gezondheidsrecht Duur: Afsluiting: Deelnemers: Coördinator:
3.4.2
drie dagen. scriptie over casus uit eigen ziekenhuis. min. 10, max. 20. dr.ir. Maurice Janssen.
Getallen
Management & Organisatie in de Gezondheidszorg 2008 22, 29 mei, 8, 9 april 2008 (4 dagen) 27 deelnemers aan alle4 dagen Evaluatie Management & Organisatie in de Gezondheidszorg 2009 11-13 nov. 2009 (3 dagen) 16 deelnemers aan alle3 dagen, 8 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,2 Evaluatie Management & Organisatie in de Gezondheidszorg 2010 9-11 nov. 2010 (3 dagen) 9 deelnemers aan alle3 dagen, 5 respondenten [8 deelnemers aan 1 dag, 3 respondenten] Totaal 8 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,9
de deelnemers vonden de cursus heel leerzaam en relevant voor de dagelijkse praktijk de cursus is van een goed gebalanceerd niveau en voldoet ruimschoots aan de verwachtingen de cursusdagen zijn ook apart geëvalueerd, met positieve uitkomsten; verbeterpunten zijn doorgesproken met de docenten de tijd-kwaliteit verhouding van deze cursus is goed tot zeer goed (voortaan wellicht wat meer korte pauzes).
Evaluatie Management & Organisatie in de Gezondheidszorg 2011 9-11 nov. 2011 (3 dagen) 10 deelnemers aan alle3 dagen, 3 respondenten [11 deelnemers aan 1 dag, 6 respondenten] Totaal 9 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,9
3.4.3
de deelnemers vonden de cursus leerzaam (“boeiende lezingen!”), misschien iets aan de (te) gemakkelijke kant de inhoud mag wat de SMPE/e-deelnemers betreft meer worden toegespitst op de praktijk van de Klinisch Fysicus cq. Klinisch Informaticus. deelname aan deze cursus van cursisten met een verschillende achtergrond heeft volgens deze respondenten overigens wel toegevoegde waarde de cursuskwaliteit is goed; de docenten worden beoordeeld met een gemiddelde van 8
Analyse en verbeteringen
N.a.v. de evaluatie van ‘Management en Organisatie in de Gezondheidszorg’ is besloten van tevoren nog duidelijker te maken dat de cursus afgerond dient te worden met een scriptie. Overige verbeterpunten: vanwege de lange dagen met veel colleges meer korte pauzes en (nog) meer afwisseling met discussie en voorbeelden uit de (klinisch fysische) praktijk.
3.5
Stralingsbescherming en Dosimetrie, niveau 3
3.5.1
Inhoud
De post-master cursus ‘Stralingsbescherming en Dosimetrie, niveau 3’ wordt verzorgd door SMPE/e in samenwerking met UMC St. Radboud / Radboud Universiteit Nijmegen en met de Stralingsbeschermingdienst van de TU/e. Deze cursus is door de betrokken ministeries erkend als opleiding op ‘deskundigheidsniveau-3’ volgens de wettelijke richtlijnen voor erkenning van opleidingen op het gebied van stralingsbescherming. De leergang voldoet ook aan de desbetreffende opleidingseisen van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica, voor registratie als Klinisch Fysicus. De cursus beslaat 18 hele dagen voor hoor- en werkcolleges, practicum bij Philips HealthCare Academy (Best) en rondleiding bij GE Apotheek/ Cyclotron (TUe). De hoofdonderwerpen zijn: Stralingsfysica Afscherming van ioniserende straling Stralingsdetectie & instrumentatie Dosimetrie voor uitwendige blootstelling Dosimetrie voor inwendige besmetting Biologische effecten Internationale en nationale wet- en regelgeving Natuurlijke straling Risico management Stralingsbescherming in het ziekenhuis. De formele bevoegdheid voor deze cursus ligt bij SMPE/e7. Duur:
18 dagen. de cursus vergt tevens een ruime inzet voor zelfstudie en tussentijdse tentamenopdrachten Afsluiting: scriptie over casus uit eigen ziekenhuis; vanaf 2012 ook deelname aan het landelijk examen Deelnemers: min. 8, max. 12. Coördinator: mevr. Dr. Martina Kunze-Busch
3.5.2
Getallen
Evaluatie Stralingsbescherming en Dosimetrie 2011 6-8, 19-21april, 11-13, 25-27 mei, 8-10 juni 2011 + 2 labdagen (17 dagen) 12 deelnemers (6 intern, 6 extern), 10 respondenten: gemiddelde beoordeling 8,6
3.5.3
de deelnemers zijn erg tevreden over de cursus, voldoende diepgang en erg leerzaam eerste gedeelte van de cursus vrij compact over fysica, met veel sommen (wordt meegenomen in verbetering cursus) tweede gedeelte van de cursus veel verschillende sprekers, daardoor ook overlap (wordt meegenomen in verbetering cursus) de casussen en de eindopdracht zijn essentieel om de praktijk in de vingers te krijgen de practica (in labs) zijn leerzaam en sluiten goed aan op de theorie
Analyse en verbeteringen
Alle opmerkingen die door de deelnemers zijn gemaakt (evaluatie na elke dag en enquête na gehele cursus) zullen worden meegenomen in de hernieuwde opzet voor 2012 (o.a. meer werkcolleges, duidelijke doelstelling en tijdafspraken casussen/scriptie eindopdracht en wat meer tijd nemen voor bespreking uitgewerkte casussen, naslagwerk met grafieken en tabellen, e.d.). Verder is ook alles uitgebreid geëvalueerd met de examencommissie en is besloten om alle cursisten voortaan ook te laten deelnemen aan het landelijke examen ‘deskundigheidsniveau 3’. Vandaar dat de cursus voor 2012 is verzet naar het najaar.
7
http://wetten.overheid.nl/BWBR0015381/geldigheidsdatum_20-03-2012
3.6
Medische Ethiek
3.6.1
Inhoud
Ook Klinisch Fysici (i.o.) en andere technologie professionals in de zorg dienen te handelen naar ethische standaarden. In de post-master cursus ‘Medische Ethiek’ worden actuele debatten in de medische ethiek bediscussieerd om een reflectieve attitude te creëren bij de deelnemers richting ethische dilemma’s in de dagelijkse klinische praktijk. De cursus wordt in het Nederlands gegeven. De hoofdonderwerpen zijn:
Wat is medische ethiek? Ethiek van de Klinisch Fysicus Ethiek van diagnostiek Onderzoeksethiek Levensverlenging en levensverkorting m.b.v. technologie Ethische dilemma’s van een medisch specialist en een ziekenhuis Rantsoenering in de zorg Neuro-ethiek
Duur: Afsluiting: Deelnemers: Coördinator:
3.6.2
drie dagen. scriptie over casus uit eigen ziekenhuis. min. 10, max. 20. dr.ir. Maurice Janssen.
Getallen
Evaluatie Medische Ethiek 2008 20, 25 november, 4, 11, 18 december (5 middagen) 16 deelnemers (11 intern, 5 extern), 16 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,3 Evaluatie Medische Ethiek 2010 6-10 dec. 2010 (3 dagen + 2 dagen congres) 11 deelnemers (7 intern, 4 extern), 11 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,4
3.6.3
de cursus is positief ontvangen, op het congres na (vnl. door slechte organisatie in Rotterdam, voortaan geen congres) de deelnemers vonden de cursus heel leerzaam en relevant voor de dagelijkse praktijk de cursus is van een goed gebalanceerd niveau de deelnemers bevelen deze cursus aan bij anderen (op 2 na, waarschijnlijk i.v.m. negatieve respons op deelname aan congres)
Analyse en verbeteringen
De cursus ‘Medische Ethiek’ 2010 (hele i.p.v. halve dagen, zoals in 2008) is goed beoordeeld, op het congres na: deelname aan een congres zal voortaan niet meer worden gekoppeld aan de cursus . De overige door de deelnemers aangedragen mogelijke verbeterpunten zullen eveneens worden meegenomen bij de opzet van de cursus in 2012. Zo zullen de deelnemers voortaan van tevoren al documentatie toegestuurd krijgen (leeswerk) en het verzoek krijgen van tevoren bij zichzelf alvast na te gaan wat ze van deze cursus verwachten en na te denken over voorbeelden van medisch ethische dilemma’s in hun ziekenhuis (concreet voorbeeld meenemen naar 1e cursusdag). Verder zal de hoofddocent, Felicitas Kraemer, de deelnemers tijdens de cursus voorzien in enkele voorbeelden van METC aanvragen (ze is zelf intussen toehoorder/lid geworden van een METC in het MMC). Tot slot zal gezorgd worden dat de cursusdagen nog interactiever van opzet zijn en dat colleges/werken aan casussen/discussies voor voldoende afwisseling zullen zorgen.
3.7
Medische Statistiek en Biostatistische Data-analyse
3.7.1
Inhoud
In de afgelopen jaren is het gebruik van statistische methoden bij het analyseren van beschikbare (onderzoeks-) gegevens enorm toegenomen. De post-master cursus ‘Medical Statistics and Biostatistical Data Analysis’ speelt hier op in door een aantal gangbare methoden voor het analyseren van experimentele data te behandelen en inzicht te geven in de achterliggende principes. Tijdens de cursus is er aandacht voor het gebruik van statistische software voor het analyseren van data, terwijl deelnemers de gelegenheid hebben om hier zelf praktische ervaring mee op te doen. Ook wordt ingegaan op de manier om verkregen resultaten adequaat te rapporteren. De hoofdonderwerpen zijn: Exploratory Data Analysis Basic Statistics Revisited Inference for Continuous Data, Inference for Categorical Data Simple Linear and Nonlinear Regression, Multiple Linear Regression One-Way ANOVA, Factorial ANOVA, Repeated-Measures ANOVA Longitudinal Data Analysis Logistic Regression Duur: 6.5 dag. Afsluiting: scriptie en presentatie over een casus uit het eigen ziekenhuis (indien niet voorhanden: casus op basis van realistische biomedische onderzoekdata). Deelnemers: min. 10, max. 20. Coördinator: dr.ir. Koo Rijpkema
3.7.2
Getallen
Evaluatie Medische Statistiek 2010 17, 24 sept., 1, 8, 29 okt. 2010 (5 dagen) 10 deelnemers (5 intern, 5 extern), 10 respondenten: gemiddelde beoordeling 8
de cursus is zinvol, nuttig voor clinical trials en wetenschappelijk onderzoek goede opbouw cursus, mix van opdrachten en college, duidelijke handouts (boek niet handig, wordt in toekomst vervangen door geschikter boek zodra beschikbaar) afronding middels case study goed om nog eens met de stof te “stoeien”, leerzaam cursus is volgens alle deelnemers een aanrader
Evaluatie Medische Statistiek 2011 14, 21, 27-28 okt., 3-4, 18 nov. 2011(6,5 dagen) 5 deelnemers (3 intern, 2 extern), 5 respondenten: gemiddelde beoordeling 8,2
3.7.3
de cursus is leerzaam, doch pittig het werken aan opdrachten en case studies draagt zeer bij aan het leereffect de opzet en organisatie van deze cursus is prima, de combinatie van colleges en opdrachten nuttig de tijd-kwaliteit verhouding van deze cursus is goed, de cursus voldoet aan de verwachtingen alle deelnemers zouden deze cursus aanraden bij anderen.
Analyse en verbeteringen
N.a.v. de evaluatie van ‘Medische Statistiek’ 2010 is in 2011 de cursus gegeven in 6,5 i.p.v. 5 dagen: met effectief evenveel colleges als voorheen, maar met tussendoor meer gelegenheid om aan opdrachten en de case study te werken (indien nodig onder begeleiding van de docent) – dit, omdat de cursusdeelnemers hier anders te weinig aan toekomen. N.a.v. de evaluatie van ‘Medische Statistiek’ in 2011 is afgesproken dat de eerstvolgende cursus (in 2013) uit 6 volle dagen zal bestaan: de laatste dag zal gebruikt worden voor de afronding & presentaties van de deelnemers; voor wat betreft de eerdere 5 dagen is het streven daarin (overall) 4 dagen colleges en “uitleg” te combineren met effectief 1 dag ruimte voor de deelnemers om aan de (eiond)opdrachten te werken. De inhoud van de cursus zal verder in overeenstemming zijn met de tot nu toe gehanteerde inhoud, zij het dat – daar waar mogelijk – rekening gehouden zal worden met de feedback van de deelnemers in 2010 en 2011 (o.a. zo mogelijk ander (nieuw) boek en (geleidelijke) overgang van SPSS naar R software).
3.8
Zelf-Reflectie en Communicatie
3.8.1
Inhoud
De post-master cursus ‘Zelf-Reflectie en Communicatie’ is speciaal opgezet voor Klinisch Fysici (in opleiding) en andere technologie professionals in de zorg. Tijdens de eerste twee dagen verblijft de groep gezamenlijk in een groepsaccommodatie en is er tevens een avondprogramma (locatie: regio Eindhoven); de derde dag (terugkomdag) vindt plaats op de TU/e campus. Na afloop van deze training hebben de deelnemers:
van professionele trainers en mededeelnemers feedback gekregen op hun waarneembaar gedrag; door middel van een MBTI vragenlijst zicht gekregen op eigen sterktes en zwaktes; zelf geoefend in het adequaat geven en ontvangen en vragen van feedback; een persoonlijk ontwikkelingsplan geformuleerd; meer zicht op hun rol, voorkeursgedrag en hun invloed in taakgerichte teams; vaardigheid opgedaan in het doen van effectieve zelfreflectie; ervaren hoe belangrijk dit is voor het bijsturen van hun gedrag in het dagelijks werk; kennis opgedaan die ze in hun eigen dagelijkse praktijk kunnen toepassen; tools gekregen om effectief te communiceren en te beïnvloeden; meer zelfvertrouwen in hun onderhandelingsvaardigheid.
Duur: drie dagen. Afsluiting: terugkomdag (dan wordt ondermeer teruggekomen op persoonlijk ontwikkelingsplan) Deelnemers: min. 10, max. 16. Coördinator: dr.ir. Ivonne Lammerts. De cursus wordt verzorgd door professionele trainers van een extern bureau (Leeuwendaal).
3.8.2
Getallen
Evaluatie Zelf-Reflectie & Communicatie 2010 21-22 sept., 25 nov. 2010 (3 dagen +1 avond) 14 deelnemers (14 intern), 8 respondenten: gemiddelde beoordeling 7,8
de deelnemers zijn erg tevreden over de cursus en onderstrepen de relevantie ervan voor hun beroepspraktijk het is een intensieve cursus (“op de hei”); de verschillende onderdelen zijn goed op elkaar afgestemd enthousiaste trainers die met voorbeelden de theorie goed kunnen uitleggen 6 van de 8 respondenten zouden deze cursus zeker aanbevelen bij anderen
Zelf-Reflectie & Communicatie 2011 4-5 okt., 24 nov. 2011 (3 dagen +1 avond) 12 deelnemers (12 intern), 7 respondenten: gemiddelde beoordeling 8,1
3.8.3
de deelnemers zijn erg tevreden over de cursus en men vindt het een relevante cursus het niveau van de cursus is voldoende en men heeft er veel van geleerd er is een goede afwisseling tussen praktijk en theorie (mag met iets meer oefeningen) de trainers kunnen goed inspelen op de behoeften van de cursisten de terugkomdag is een perfecte afrondingsvorm, mag wat de deelnemers betreft zelfs nog een dag bij (eventueel een jaar later)
Analyse en verbeteringen
N.a.v. de evaluatie van ‘Zelf-Reflectie en Communicatie’ 2010 (locatie Venweide, Valkenswaard) is deze cursus in 2011 gehouden op een andere, betere te bereiken locatie (congrescentrum Koningshof te Veldhoven). Als mogelijk verbeterpunt dragen de deelnemers aan dat ze graag nog meer praktijkoefeningen wensen, naast de theorie (die ze misschien al vantevoren kunnen doorlezen). De trainers van het bureau Leeuwendaal zullen dit meenemen voor de volgende cursus.
3.9
De Kunst van het Presenteren
3.9.1
Inhoud
Technologie professionals in de zorg verkeren in een communicatief intensieve omgeving, waarbij het op de juiste manier overdragen van informatie aan de beoogde doelgroep (patiënten, verpleegkundigen, specialisten, zorg managers, medisch technici, ICT’ers, e.d.) essentieel is, zeker als het gaat om het introduceren en doorvoeren van veranderprocessen in een ziekenhuis. In de post-master cursus ‘De Kunst van het Presenteren’ leren de cursisten om hun manier van communiceren af te stemmen op de ontvanger(s) én op de boodschap. Daarbij leren ze gebruik te maken van theatertechnieken, die zinvol kunnen worden ingezet bij zowel het geven van presentaties als het voeren van één-op- één gesprekken. Duur: drie dagen. Afsluiting: presentatie over casus uit eigen ziekenhuis. Deelnemers: min. 8, max. 12. Coördinator: dr.ir. Ivonne Lammerts. De cursus wordt verzorgd door professionele trainers van een extern bureau (Gijs Meeusen).
3.9.2
Getallen
Evaluatie De Kunst van het Presenteren 2010 3, 17 nov., 1 dec. 2010 (3 dagen) 12 deelnemers (8 intern, 4 extern), 9 respondenten: gemiddelde beoordeling 8,7
3.9.3
volgens de deelnemers is dit een zeer leerzame cursus de opzet van de cursus was adequaat, de onderdelen goed op elkaar afgestemd de trainers zijn professioneel en zorgen voor inspiratie 8 van de 9 deelnemers zouden deze cursus zeker aanraden bij anderen
Analyse en verbeteringen
De enquêteresultaten van ‘De Kunst van het Presenteren’ 2010 zijn volgens de coördinator Gijs Meeusen herkenbaar; wel prettig vindt hij om te zien dat dit beeld consistent blijft ook als niet hij zelf die cursus verzorgt maar enkele van zijn andere trainers. Belangrijkste leerpunt is dat de cursus beter afgestemd moet worden op de specifieke situatie van de klifio’s en QME-trainees. Aandachtspunten: Hoe kan ik mijn presentatie toespitsen op een breed publiek, incl. medisch geschoolde collega’s? Welke gesprekssituaties vind ik lastig en hoe kan ik de geboden technieken gebruiken om daarin beter mijn doelen te bereiken? “Laymens lecture” is uit programma geschrapt; aandacht is nu aan het verschuiven naar voorbereiden van het geven van de presentatie.
3.10 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3.10.1 Deelname aan cursussen: jaarlijks aanbod handhaven? SMPE/e streeft ernaar alle post-master cursussen jaarlijks te verzorgen. Dit, opdat klifio’s en andere trainees hierop kunnen bouwen bij het samenstellen van hun opleidingsprogramma. Met een jaarlijks aanbod van een consistent pakket aan kwalitatief goede cursussen hoopt SMPE/e een goede naam op te bouwen. Echter, vanwege het relatief lage aantal aanmeldingen voor bepaalde cursussen zullen we enkele cursussen wellicht niet (meer) elk jaar kunnen aanbieden. Dit hangt uiteraard nauw samen met de financiën. Het betreft in dit geval de cursussen ‘Medische Ethiek’, ‘Medische Statistiek en Biostatistische Data-analyse’ en ‘Toegepaste Fysiologie’. Mogelijk kan het aantal aanmeldingen nog toenemen als de instroom bij QME en HSD is toegenomen, maar dat zal nog geruime tijd duren. Derhalve zal dit vooralsnog per jaar apart moeten worden bekeken en afgewogen.
3.10.2 Kwaliteitszorg cursussen: NVKF accreditatie voor nascholing – en opleiding Klinisch Fysici? Overall kan geconcludeerd worden dat de post-master cursussen goed beoordeeld worden. Desalniettemin kan het altijd beter, d.w.z. SMPE/e zal de cursussen jaarlijks blijven evalueren en verbeteren ten behoeve van de doelgroep. Inmiddels zijn de meeste van de cursussen door de commissie Kwaliteit van de NVKF geaccrediteerd voor nascholing van Klinisch Fysici en wordt bij de NVKF gekeken naar een accreditatiesysteem van cursussen voor Klinisch Fysici in opleiding.
3.10.3 Actueel cursusaanbod: nieuwe cursus Klinische Informatica De afgelopen jaren heeft SMPE/e het aanbod van post-master cursussen uitgebreid van 3 naar 8 cursussen. Uiteraard blijft ter discussie staan welke cursussen SMPE/e zelf aanbiedt, specifiek voor de beoogde doelgroep, versus het aanbod van andere instanties dat meestal voor een bredere of andere doelgroep is bedoeld (ingenieurs, artsen, studenten, e.d.). SMPE/e is in 2011 gestart met de opzet van een nieuwe post-master cursus ‘Klinische Informatica’, welke in 2012 voor het eerst zal gaan draaien. Doel van de cursus: het verschaffen van basiskennis en inzicht op strategisch niveau m.b.t. informatievoorziening, informatieprocessen en informatiebeleid in de zorg. Deze cursus voorziet in de behoefte van Klinisch Fysici (in opleiding) en andere technologie professionals in de zorg om bijgeschoold te worden in de Klinische Informatica. Deze cursus verschaft de deelnemer de benodigde basiskennis en -vaardigheden op het gebied van de Klinische Informatica. De hoofdonderwerpen die zullen worden behandeld:
Organisatie & Informatie EPD landschap Interoperabiliteit Kwaliteit en Veiligheid van Informatievoorziening Medische Praktijk & Informatie
Duur: Afsluiting: Deelnemers: Coördinatoren:
vier dagen. scriptie over casus uit eigen ziekenhuis min. 10, max. 20. dr. Michiel Sprenger en ir. Guido Zonneveld
3.10.4 Toekomst SMPE/e-cursussen SMPE/e streeft ernaar om kwalitatief goede post-master cursussen te blijven verzorgen voor de specifieke doelgroep “technologie professionals in de zorg”, zolang er financieel een ‘break even’ kan worden gedraaid (op kostprijs cursus, incl. personeelskosten en overhead). Met het aanbod van cursussen wil SMPE/e tenminste voorzien in de behoefte van de eigen trainees (SMP, QME, QMI, HSD), voor zover benodigde cursussen niet afdoende voorhanden zijn bij andere instanties (m.b.t. inhoud, doelgroep, opzet, e.d.). Verder beoogt SMPE/e met deze cursussen vaste “hofleverancier” te zijn voor de NVKF (klifio’s en nascholing), waarvoor inmiddels accreditatie is aangevraagd. Over bijscholing en nascholing van (overige) technologie professionals in de zorg wordt uitgebreid gesproken met 3TU (en BMT Groningen) alsmede met de nieuwe beroepsvereniging BMT-Z (BMTers in de Zorg).
4 Overige activiteiten 4.1
QMiddagen
De QMiddagen worden door en voor de SMPE/e-trainees georganiseerd (ondersteund vanuit SMPE/e) en vinden 4 keer per jaar plaats. Deze middagen zijn erop gericht om kennis uit te wisselen, te discussiëren over interessante onderwerpen en om de onderlinge band te versterken. Tijdens een QMiddag vinden meestal de volgende activiteiten plaats: korte presentaties door trainees workshop verzorgd door professionele trainer over onderwerp op vlak van professional development presentatie door externe gastspreker Soms wordt een QMiddag echter gewijd aan een bepaald thema en worden daarvoor meerdere externe gast-sprekers uitgenodigd (i.e. debat over het landelijke EPD), een enkele keer vindt er een mini-excursie plaats (zoals naar Simulatiecentrum MedSim in de Kennispoort). De onderwerpen van de workshops die in 2010 en 2011 gegeven zijn: lastige gesprekken personal time management persoonlijk leiderschap overtuigend schrijven De QMiddagen worden altijd afgesloten met een informele borrel met wat hapjes.
4.2
SMPE/e event
Jaarlijks wordt het SMPE/e-event georganiseerd. Doel is mensen van de huidige opleidingen, alumni en mensen uit het veld bij elkaar brengen. Tijdens het event vinden de volgende activiteiten plaats: algemeen verhaal over de stand van zaken bij SMPE/e uitreiking van diploma’s en certificaten externe gast-spreker(s) o 2008 (uitreiking eerste QME-diploma’s); Prof.dr.ir. Hans van Duijn, rector magnificus TU/e Mevrouw drs. Gita Gallé, Directeur NVZ, Vereniging van Ziekenhuizen Prof.mr.dr. Bas de Mol, Hoofd Cardio-thoracale Chirurgie AMC & Voorzitter Raad van Advies SMPE/e o 2010: dr.ir. André Dekker, Klinisch Fysicus RT, MAASTRO kliniek, Maastricht, “The lean CAT: Een engineering benadering van individuele radiotherapie” o 2011: ir. Michaël Lansbergen, Klinisch Fysicus Ziekenhuisgroep Twente, “Zorgtechnologie: Middel of Moloch?” uitreiking van de prof. Herman C.W. Beijerinck Award (sinds 2011): doel van de prijs is het stimuleren en zichtbaar maken van innovatieve projecten in de klinische praktijk op het terrein van instrumentatie, meetmethodes, informatica en diagnostiek. Uiteraard is er ook ruimte voor (hernieuwde) kennismaking van de deelnemers aan het Event.
60
12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
50 40 30 20 10 0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
aantal bezoekers
aantal diploma's
SMPE Event
aantal diploma's aantal bezoekers
5 Organisatie 5.1
Bestuur
Door de uitbreiding van de activiteiten van SMPE/e met de opleiding voor Klinisch Informaticus en ook het onderbrengen van de startende opleiding Healthcare System Design wordt het veld van SMPE/e duidelijk breder. Een bredere inbedding in de TU/e is dan ook noodzakelijk. De faculteiten W&I, IE&IS en EE hebben in 2011 een vertegenwoordiger in het bestuur benoemd. Het bestuur bestaat nu uit: Ward Cottaar (N) Frans van de Vosse (BMT) Uzay Kaymak (IE&IS) Harold Weffers (W&I) Marion Matters (EE) Het bestuur vergadert in principe viermaal per jaar, samen met de vaste medewerkers. Doel is het waarborgen van de kwaliteit en inbedding in de TU/e.
5.2
Personeel
Er waren in de jaren 2010 en 2011 veel personele wijzigingen. De wijzigingen zijn gebaseerd op het groeiscenario. Per 1 januari 2010 is Guido Zonneveld (Manager Klinische Fysica en Medische Techniek / Klinisch Fysicus, Tergooiziekenhuizen) gedetacheerd bij SMPE/e voor 0.25 FTE. Guido is verantwoordelijk voor het curriculum van QMI en begeleiding van trainees. Per 16 april 2010 is Karlijn Hillekens in dienst als office manager van QMI (0.8 FTE). Per 1 juni 2010 is Martina Kunze (Klinisch Fysicus radiotherapie, UMC St. Radboud) in dienst van SMPE/e (0.2 FTE). Zij is verantwoordelijk voor de cursus Stralingsbescherming en dosimetrie, leergang 3. Daarnaast begeleidt ze een aantal Klinisch Fysici in opleiding vanuit SMPE/e. Per 1 juli 2010 is Herman Beijerinck met emeritaat. Tot 1 januari 2011 is hij verantwoordelijk gebleven voor SMPE/e. Tot 1 september 2011 is hij nog coördinator gebleven van de QMI opleiding. Per 1 augustus 2010 is de detachering van Maurice Janssen (Klinisch Fysicus, Orbis Medisch en Zorgcentrum) uitgebreid van 0.1 naar 0.2 FTE. Maurice is verantwoordelijk voor de inhoud van een aantal cursussen en begeleidt daarnaast een aantal Klinisch Fysici in opleiding van uit SMPE/e. Ivonne Lammerts is per 1 september 2010 alleen nog in dienst bij SMPE/e (0.7 FTE) (voorheen lag het zwaartepunt van haar werk bij de faculteit BMT). Zij is de begeleider van de QME trainees. Zij is ook verantwoordelijk voor de algemene organisatie en kwaliteit van de cursussen. Per 1 januari 2011 is Ward Cottaar de directeur van SMPE/e (voor 0.5 FTE). Per 1 september 2010 is Michiel Sprenger (Senior Adviser IT and Innovation, Nictiz) gedetacheerd bij SMPE/e voor 0.2 FTE. Per 1 september 2011 is de detachering uitgebreid naar 0.4 FTE. Michiel is verantwoordelijk voor het curriculum van QMI en begeleiding van trainees. Per 1 maart 2011 is Pieter Wijn (buitengewoon hoogleraar Klinische Fysica, Klinisch Fysicus in het MMC) van de groep TPM naar SMPE/e gekomen. De plaatsing in de groep TPM was historisch. Per 23 augustus 2011 is Jacques Kroon in dienst van SMPE/e (0.4 FTE) als coördinator van QMI.
5.3
Externe adviesraad
De externe adviesraad heeft vergaderd op 15 april 2011. Uit het overleg kwamen een aantal verbeterpunten. De algemene visie van SMPE/e werd onderschreven. Actieve marketing werd gezien als noodzaak. De adviesraad bestond uit: Prof.mr.dr. Bas de Mol, hoofd afdeling Cardio-thoracale chirurgie AMC, hoogleraar BMT Drs. Gita Gallé, Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Prof.dr.ir. Wil van der Putten, Klinisch Fysicus, Dublin, Ierland Ir. Herman van Kleffens, Klinisch Fysicus Prof.dr.ir. Klaas Kopinga, Hoogleraar en decaan faculteit Natuukunde, TU/e In 2011 is Prof.dr.ir. Hessel Wijkstra, hoofd van het urologische onderzoek binnen het AMC, hoogleraar faculteit Electrical Engineering, TU/e, gevraagd lid te worden van de adviesraad. Hessel Wijkstra heeft als ingenieur een lange ervaring in de klinische praktijk en is in 2011 toegetreden als lid van de adviesraad SMPE/e.. In 2011 is het bestuur van de NVKF gevraagd een lid af te vaardigen voor de adviesraad. Dit om de band met de NVKF te verstevigen. Dit verzoek is door het bestuur van de NVKF positief beantwoord. Dr. Richard Kamman, voorzitter NVKF en Manager Informatie en Medische Technologie (IMT) bij het Amphia Ziekenhuis zal toetreden tot de adviesraad SMPE/e. In 2012 zal actief gezocht worden naar leden uit de medische industrie.
5.4
Financiën
In 2010 en 2011 heeft de SMPE/e een verlies geleden van respectievelijk 100k€ en 200 k€, exclusief QMI. De eerste reden hiervan is de overgangssituatie waarin SMPE/e in deze jaren nog steeds zat: van het opleiden van Klinisch Fysici binnen de structuur van de ontwerpersopleiding Design and Technology of Instrumentation (met een door de overheid gegarandeerde uitstroomfinanciering) naar een instituut wat op de markt cursussen en ondersteuning voor deze mensen aanbiedt. De opbouw van de basis van het cursuspakket staat nu en de verwachting is dat in 2012 hier break even gedraaid wordt. Een tweede reden is dat voor de ingezette QME-trajecten geen certificering aanwezig was (en derhalve geen uitstroomfinanciering). Het verwerven van plaatsen in ziekenhuizen tegen volledige betaling van de kosten bleek onmogelijk. Met de ingezette certificering zal in 2012 nog steeds een negatieve cashflow plaatsvinden (omdat de uitstroomfinanciering pas 2 jaar na het behalen van een diploma wordt uitbetaald). Voor de langere termijn is de financiële basis echter gezond. Voor QMI werd in 2010 en 2011 een verlies geleden van 100 k€ en 300 k€. Dit was geheel in lijn met de begroting. Gezien de uitstroomfinanciering is ook hier de financiële basis gezond.
6 Lange termijn In 2012 zullen de volgende activiteiten prioriteit hebben: Certificatie en daaruit voortkomende verbeteracties van de tweejarige postmasteropleidingen. Completering van het pakket aan cursussen voor Klinisch Fysici in opleiding en andere technologie professionals in de zorg (er zal in ieder geval een cursus Klinische Informatica worden gestart). Analyse van de mogelijkheden voor nascholingscursussen, ook voor eigen trainees. Uitbreiding van het netwerk waarin de opleidingen bekend zijn en waarin de toegevoegde 8 waarde gezien wordt. Met name de STZ ziekenhuizen zullen hierin een belangrijke plaats innemen. Met andere universiteiten zal overlegd worden opdat er één beeld uitgedragen wordt. Op de langere termijn zal ook internationalisering aandacht krijgen. Het verder verbeteren van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door middel van een ingenieursbureau voor technologie professionals in de zorg, is iets waarbij SMPE/e een rol zou kunnen spelen.
<2010
2010
Post‐Master Opleidingen Klinisch Informaticus
2011
opstart
2012
2013
2014
2015
opstart
continue verbeteren
Healthcare System Design
opstart
continue verbeteren
opstart
2017
continue verbeteren
Qualified Medical Engineer pilots …. Post‐Master cursussen Klinisch Fysici in Opleiding
2016
continue verbeteren
Nascholingscursussen Netwerk Formalisatie in Nederland Internationalisering
8
opbouw
actieve samenwerking
Missie van de STZ ziekenhuizen: Achtentwintig grote opleidende ziekenhuizen die hooggespecialiseerde medische zorg kunnen verlenen hebben hun samenwerking geformaliseerd in de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (stz). Kern van het samenwerkingsverband van deze "Teaching Hospitals" vormen de medisch specialistische opleidingen. De stz-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor: Onderwijs en opleidingen in brede zin Het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg, topklinische behandeling en topreferente zorg Toegepast wetenschappelijk onderzoek en zorginnovatie