Kansen WERKEN
eerste hulp voor bij Kindcentra Duitsland samenwerken in
E XTRA i m p u l s voor
Kinderopvang Februari 2014
colofon
Column
Februari 2014
FCB stimuleert en ondersteunt werkgevers en werknemers in de branches Kinderopvang, Jeugdzorg en Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening om zich in hun werk te blijven ontwikkelen richting de toekomst.
Dit magazine verschijnt 3x per jaar. Tussentijdse ontwikkelingen, nieuwe stimuleringsregelingen en andere handige wetenswaardigheden over de ontwikkeling van het werken in de branche: zie www.fcbkinderopvang.nl en meld je aan voor de maandelijkse e-mailnieuwsbrief.
Aan dit nummer werkten mee: Diverse werkgevers en werknemers uit de branche, Els Geeris, Karen Hofstede, Marjolijn Brachten, Joris de Rooij, Johan Siegert, Joost van der Wegen, Harry Kuipers Fotografie, Aneta Martens, Loesje, Paul Voorham, Angeli Hagoort, Annemarie Vermeulen. Concept en vormgeving: colourful tribe Angeli Hagoort, Marjolein Vernhout
FCB zoekt continu naar ontwikkelingen in het werk die de branche verder kunnen helpen. Elke relevante bijdrage daaraan is welkom. Bel of mail branchemanager Kinderopvang Els Geeris om vragen of ervaringen te delen. t 030 - 2985 327
[email protected]
2
Het geheel is meer dan de som der delen 2014 is een spannend jaar voor de kinderopvangbranche. Zal de neerwaartse lijn in de vraag naar kinderopvang eindelijk tot stilstand komen? Of, nog mooier, zullen we een voorzichtige opwaartse beweging zien? Hoe dan ook, we gaan er met z’n allen hard voor werken. FCB heeft een scala aan producten en activiteiten om de sector daarbij te ondersteunen. Programma’s om met je team aan de slag te gaan, trainingen voor leidinggevenden of ondersteuning voor het arbobeleid. Ons sectorplan, met nog meer maatregelen om werknemers in de kinderopvang nieuw perspectief op een veranderende arbeidsmarkt te bieden, is voorgelegd aan het ministerie van SZW. Wij hopen binnenkort op positief bericht. Naast alle uitdagingen waar we als branche voor staan, liggen er ook kansen. Bijvoorbeeld door de krachten te bundelen en te gaan samenwerken. Effectief samenwerken, zo dat het geheel groter is dan de som der delen. Samenwerken is het thema van dit nummer. Samenwerken als team of met andere organisaties. Samenwerken met het basisonderwijs, met peuterspeelzalen en met het beroepsonderwijs. Hoe pakken anderen dat aan, wat zijn zij tegengekomen en hoe gingen ze daarmee om? En vooral, wat heeft het hen opgeleverd en wat kunnen wij daar van leren? Hoewel samenwerken veel uitdagingen kent en echt niet altijd makkelijk is, hopen wij met dit nummer veel inspiratie en aanknopingspunten te bieden voor mooie nieuwe samenwerkingen in 2014! Ik wens iedereen een innovatief en goed jaar!
Els Geeris Branchemanager Kinderopvang
[email protected]
inhoud
5
Februari 2014
Getipt!
4
Kindcentra; kansen en uitdagingen bij de Witte Wielen 5
‘Kindercentra zijn een must.’
Wat kun je in 2014 van FCB verwachten? 8 Meer verantwoordelijkheid nemen? BSO de Blokhut ging er actief mee aan de slag 9 OERA Kindercentra gaat vraaguitval H tegen door integrale samenwerking 10 en sluitende dagarrangementen
10
egionale samenwerking R tussen beroepsonderwijs en kinderopvangorganisaties
12
Prikbord 14 Ik ben trots op... Tineke Onink 15
Beweegkriebels
16
Werken in Duitsland? Voor wie de stap durft te wagen, wacht er een mooie beloning 16 andige werkvormen voor H medewerkers en teams in de Kinderopvang 18 Interview met Janneke Plantinga, winnaar van de Jonge Ondernemersprijs van het Noorden 21 Collega’s of concurrenten? 22
In de opvang bij onze oosterburen
Facts & figures Kinderopvang: 3.370 vacatures in de Duitse grensregio en meer... 23
3
Congres Management Kinderopvang Op het congres Management Kinderopvang dit jaar veel aandacht voor samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Met onder meer: • Informatie over de knelpunten in wet- en regelgeving • Samenwerken aan een doorgaande pedagogische lijn • Praktijkvoorbeelden en best practices
Datum en locatie: 22 april 2014, ReeHorst in Ede Deelnamekosten: €299,- ex. btw (vroegboeken teamkortingen mogelijk) Aanmelden: reedbusinessevents.nl
Nieuw: Branchecafé’s In gesprek met een bestuurslid van brancheorganisatie en bijpraten met collega’s onder het genot van een hapje en een drankje? Vanaf maart kan het! Dan start Brancheorganisatie Kinderopvang met een reeks branchecafé’s. Ieder café is qua locatie zo gepland dat de leden uit twee provincies aanwezig kunnen zijn. De eerste data zijn bekend.
Houd de agenda in de gaten op
www.kinderopvang.nl/kalender 13 maart Groningen / Friesland 22 mei Zeeland / Zuid-Holland
Gemeenschappelijke website onderwijs en kinderopvang In Ridderkerk hebben 17 samenwerkende partijen uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en kinderopvang een gezamenlijke website gelanceerd. De partijen zetten zich in voor betere jeugd- en onderwijsvoorzieningen die meer met elkaar samenhangen en willen een doorgaande lijn creëren. De website draagt bij tot meer samenhangende informatievoorziening richting ouders.
www.ridderkerk-educatief.nl
19 juni Brabant / Limburg
Tips voor deze rubriek? Deel het met de redactie:
[email protected]
Maandelijkse blogs over teamwork http://www.pirouette.nl/blog Nieuwe blog over wetenschappelijk onderzoek naar kinderopvang en vve www.leerstoelkinderopvang.socsci.uva.nl
4
Kansen en uitdagingen Van het deelnemen aan oudergesprekken op de basisschool, tot het werk als onderwijsassistent. Waar kinderopvang en onderwijs met elkaar gaan samenwerken, ontstaan nieuwe kansen voor pedagogisch medewerkers. Anneke Slegers van Sterrenschool Bikube in Hoofddorp, en Corrie Robben en Annette de Wit van De Witte Wielen in Rosmalen leggen uit.
De Witte Wielen in Rosmalen. De Witte Wielen verzorgt bij vijf kindcentra de kinderopvang en buitenschoolse opvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 13. Op twee andere locaties is er een peuterarrangement. Eén van de kindcentra is De Sprong. Directeur van De Sprong is Annette de Wit. Robben en De Wit vertellen welke kansen en uitdagingen de kindcentra de pedagogisch medewerkers te bieden hebben.
Er zijn steeds meer samenwerkingen tussen kinderopvang en onderwijs, die pedagogisch medewerkers de kans bieden zich te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat pedagogisch medewerkers het werken in ondersteunende taken in de klas, of in coördinerende functies uitdagend en verrijkend vinden. Maar er zijn ook haken en ogen. De afwijkende arbeidsvoorwaarden van pedagogisch medewerkers ten opzichte van onderwijzers is voor de samenwerking minder motiverend. Verschil in wetgeving en afwijkende cao’s zitten de mogelijkheden tot samenwerking in de weg. Mede daardoor zijn de opwaartse loopbaankansen en de extra werkgelegenheid nog niet zo groot. Kinderen blijven volgen Vooral instellingen die kindcentra hebben opgezet en de zogenaamde Sterrenscholen, zijn al een eind op weg in de samenwerking. Corrie Robben is directeur van Stichting
5
‘Om te beginnen hebben pm-ers en leerkrachten twee keer per jaar gezamenlijk een studiebijeenkomst, waarop ze zaken met elkaar uitwisselen. Ook in de dagelijkse praktijk vindt over en weer uitwisseling plaats. Wij hebben bijvoorbeeld een pm-er in dienst met een PABO-diploma die invalt in het onderwijs en er zijn medewerkers van de BSO die sportlessen op school verzorgen. Omgekeerd werkt het ook. Onze onderwijsassistenten verzorgen bijvoorbeeld de voorschoolse opvang.’ Werken in het concept van de doorgaande lijn in een school heeft volgens de twee directeuren nog een ander voordeel voor de pm-er: ‘Het is motiverend voor hen dat zij de kinderen kunnen blijven volgen, nadat zij in het onderwijs zijn doorgestroomd. Dat heeft meerwaarde, omdat ze meer resultaat van hun werk zien en de relatie met de kinderen niet hoeven af te sluiten.’
Gewaardeerd als professional Pedagogisch medewerkers moeten wennen aan de meer analytische blik van leraren en hun focus op de verbetering van leerprestaties, blijkt uit onderzoek. Leerkrachten willen de leerlingen vooral taal en rekenen bijbrengen, terwijl pedagogisch medewerkers het belangrijk vinden dat een kind goed in zijn vel zit. De ervaring van pedagogisch medewerkers is wel dat leraren voor hen openstaan en dat ze elkaar kunnen versterken. Er is geen sprake van hiërarchieverschillen, of dat de school of de leraren de regie naar zich toe zouden trekken. Pedagogisch medewerkers voelen zich na een fase van aftasten juist gewaardeerd als professionals. Ze zijn enthousiast over de samenwerking en zijn overtuigd van de meerwaarde voor kinderen. Dit werkt voor hen sterk motiverend, waardoor zij bereid zijn een stapje extra te zetten als dat nodig is.
6
Korte lijnen in één gebouw Anneke Slegers is al dertien jaar directeur van wat inmiddels de Sterrenschool Bikube in Hoofddorp is, die ooit begon als ‘kantoortijdenschool’. Slegers vertelt hoe vanuit die gedachte verder is geborduurd, tot wat zij betitelt als een ‘verlengde schooldag’. De pedagogisch medewerkers hebben in deze opzet een grote rol. Slegers: ‘Leidsters van kinderen die naar onze kinderopvang gaan, zijn bijvoorbeeld betrokken bij de oudergesprekken in het onderwijs. Deze worden gevoerd in de driehoek ouders, leraar en pedagogisch medewerker. Ook in andere gevallen waarin dat handig is, schuiven de pm-ers bij overleggen aan.’ Op de Sterrenschool Bikube bestaat nog een ander variant op de samenwerking tussen kinderopvang en basisonderwijs. Pedagogisch medewerkers zijn in Hoofddorp ook werkzaam als onderwijsassistenten. ‘Zo ontstaat er een korte lijn tussen pm-ers, onderwijzers en de kinderen, in één gebouw’, legt Slegers uit.
In bochten wringen Anneke Slegers bevestigt dat de voorwaarden om kinderopvang en onderwijs goed samen te laten werken nog niet optimaal zijn: ‘Het is jammer dat we ons vanwege die verschillende cao’s in allerlei bochten moeten wringen. In de CAO Kinderopvang zijn bijvoorbeeld vergaderuren en studiedagen ondergebracht, terwijl leraren zich juist weer aan hun normjaartaak moeten houden. En in de mate van beloning en zelfs in de belastingvoet is er ook ongelijkheid. We redden het vanwege de extra uren die medewerkers erin willen steken en het vrijwilligerswerk van ouders. Maar je kunt je afvragen hoe lang medewerkers het volhouden zo soepel te zijn.’ Ook in Rosmalen stellen Corrie Robben en Annette de Wit dat ze het maximale uit de kindcentra aan het halen zijn, maar wel tegen grenzen oplopen als het gaat om wetgeving en cao: ‘Bij het uitwisselen van al het talent van onze medewerkers zit er altijd wel iets in één van de twee cao’s in de weg. Voor onze pm-er die invalt in het onderwijs bijvoorbeeld, moeten we allerlei constructies bedenken om te zorgen dat ze wordt uitbetaald. Het is niet mogelijk om haar zomaar uren erbij te geven bij het onderwijs.’
Groei aantal brede scholen De intensieve samenwerking tussen kinderopvangorganisaties en basisscholen heeft zich onder meer vertaald in een sterke groei van het aantal brede scholen. Daarvan is sprake als een school structureel samenwerkt met uiteenlopende disciplines om zo een onderwijs overstijgende maatschappelijke functie te vervullen. In 2001 waren er 450 brede scholen, in 2009 al 1.200 en in 2011 nam het aantal toe tot 1.600. Medio 2013 waren er 1.962 brede scholen in Nederland. Omgerekend zijn er de afgelopen jaren dus elke week gemiddeld twee brede scholen geopend. In vrijwel elke gemeente staat er één. Wel lijkt op dit moment de groei af te nemen.
Leer van elkaar, bezoek een ambassadeur Aansluiting opleiding en werk Voor wat betreft de opleiding van pedagogisch medewerkers voor het werken in kindcentra bestaan er eveneens haken en ogen. Anneke Slegers zegt het getroffen te hebben met een paar oude rotten uit het vak, die op basis van hun ervaring goed functioneren in de Sterrenschool. Maar ze vindt het wel jammer dat de opleiding van de pm-ers die zij nu aanneemt, niet aansluit op het beginsel van een kindcentrum: ‘Daar moet zo spoedig mogelijk over nagedacht worden.’ Corrie Robben en Annette de Wit zijn hierover in overleg met de plaatselijke ROC: ‘Maar het is lastig om een opleiding voor pm-ers vorm te geven, als de toekomst van kindcentra nog niet duidelijk is. We hebben wel een aannamebeleid waarin we onze kandidaten voorleggen wat het betekent om in een kindcentrum te werken. Het liefst hebben we een organisatie waarin we met zijn allen dezelfde kwaliteit aan werk kunnen leveren, maar waarin genoeg afwisseling in competenties van personeel aanwezig is.’ De drie schooldirecteuren blijven ondanks de barrières op het belang van de komst van kindcentra in Nederland wijzen. Anneke Slegers: ‘Wat mij betreft is dat op landelijke niveau een must. Anders worden de kinderen de dupe en moeten de ouders alles dubbel blijven doen.’ Robben en de Wit: ‘Wij bieden een mooi concept, waar ouders aan één voordeur terechtkunnen, maar waarmee in de eerste plaats het belang van het kind gediend is.’
Organisaties die betrokken zijn bij Brede Scholen vragen vaak naar goede voorbeelden. Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen heeft daarom een ambassadeursnetwerk opgezet. Ambassadeurs zijn als directeur of coördinator werkzaam bij echte voorloperorganisaties of zijn praktijk- of ervaringsdeskundige. Allemaal mensen van wie je veel kunt leren. Op de website is een overzicht van alle ambassadeurs te vinden, waaronder ook kinderopvangorganisaties uit verschillende regio’s. Het Landelijke Steunpunt organiseert zelf bezoeken waar je je voor kunt inschrijven. Als je een bepaalde vraag hebt of een specifieke ambassadeur wilt bezoeken kun je hiervoor een aanvraag doen.
Meer informatie: www.bredeschool.nl bij Ambassadeurs
7
Extra ondersteuning voor werkgevers en werknemers Voor Kinderopvang is 2014 een jaar van plannen voor de toekomst. Ondanks het grote verlies aan werkgelegenheid biedt de veranderende markt ook kansen. Zoals samenwerkingsverbanden met primair onderwijs en welzijnsorganisaties. De ontwikkelingen in de branche zijn voor de sociale partners extra reden door te gaan met hun ondersteuning en stimulansen voor werkgevers en werknemers. En om extra te investeren via stimuleringsregelingen. Dit doen zij via FCB, in nauwe aansluiting met het werkveld, dus ‘daar waar het gebeurt’.
Vraaggerichte invulling De activiteiten worden in overleg met organisaties en regio’s ingevuld, zodat ze voorzien in de specifieke behoeften die er zijn bij werkgevers en werknemers. Ben je als organisatie of regio bezig met innovatie samenwerkingsvormen of toekomstgericht Leren en Ontwikkelen, neem dan contact op met FCB en ontdek de mogelijkheden voor ondersteuning. Els Geeris Branchemanager Kinderopvang
[email protected] - 030 2985327 Karen Hofstede Werkveldadviseur Kinderopvang
[email protected] - 030 2985322
Gezond en veilig werken Ook in 2014 blijven diverse arbo-instrumenten beschikbaar. Deels in vernieuwde vorm. Arbocatalogus Verzuimloket Risicomonitor Werkdrukspel Kinderopvang Methode Plezier in Uitvoering
Blijven ontwikkelen en vernieuwen Arbeidsmarkt en mobiliteit Leer netwerken en solliciteren, ontdek je kracht én je baankansen. Digitaal platform www.loopbaanplein.fcb.nl voor werknemers www.loopbaanwinkel.nl voor werkgevers Informatieloket over Werken in Duitsland
Invulling in overleg Scholing voor werknemers met het oog op toekomstige ontwikkelingen en het versterken van vakinhoudelijke competenties Scholing voor leidinggevenden, van basisvaardigheden tot aan leidinggeven aan verandering Initiatieven rondom samen werken, samen leren, samen innoveren Kinderopvang Innovatieplatform; een digitale ontmoetingsplek waar kinderopvangorganisaties van elkaar kunnen leren en geïnspireerd worden
Blijf op de hoogte
8
Kijk op www.fcbkinderopvang.nl voor meer informatie, ervaringen en tips over samenwerken, leren en ontwikkelen, arbo, cao en medezeggenschap. Meld je aan voor de speciale e-mailnieuwsbrief FCB Kinderopvang met het laatste nieuws over stimuleringsregelingen, bijeenkomsten, trainingen en meer. Ga naar www.fcb.nl - contact (onderaan).
Hoe zorgen we ervoor dat medewerkers zich meer verantwoordelijk voelen en zelf meer verantwoordelijkheid nemen voor het werk en voor de organisatie? Begeleid door HRD-adviseur Mariël Rondeel ging BSO de Blokhut uit Groningen actief aan de slag met deze vraag. ‘In zeven jaar zijn wij gegroeid naar 25 medewerkers en 170 kindplaatsen. De laatste tijd worstelde ik met die groei. We hadden de organisatie aangepast en drie blokhoofden aangesteld, die samen met mij het managementteam vormen. Maar het lukte niet om de cultuur te veranderen, waarbij medewerkers meer verantwoordelijkheid gingen dragen’, vertelt Karin Braakman directeur en eigenaar van de Blokhut. ‘Verder had ik ook een persoonlijke vraag. Omdat ik zoveel verantwoordelijkheid voel en neem, ontneem ik anderen de ruimte. Als ik bijvoorbeeld iets bespreekbaar wilde maken in een vergadering, was het vaak stil en keek iedereen naar mij. Ik was op zoek naar mijn nieuwe rol en hoe ik die moest invullen.’ Moppercultuur voorkomen Samen met Mariël werden deze vragen vertaald in concrete doelen. ‘Organisatiebreed hebben we drie parallelle sporen uitgezet,’ vertelt ze verder. ‘Het eerste spoor is maandelijkse intervisie in alle teams, ook in het managementeam. De intervisie gaat heel specifiek over het thema
verantwoordelijkheid, altijd op een positieve manier. Er wordt stilgestaan bij de dingen die goed verlopen en wat we daarvan kunnen leren. Zo willen we een ‘moppercultuur’ voorkomen.’ Het tweede spoor zijn de maandelijkse teambijeenkomsten voor alle medewerkers. ‘Vroeger hadden we ook teamvergaderingen, dat regelde ik en die zat ik zelf voor. Nu laten we dat rouleren en komt de inhoud en organisatie uit de teams. Daarmee worden ze uitgedaagd na te denken over onderwerpen die er voor iedereen toe doen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor de organisatie en uitvoering.’ Collega-ruil XL Het meest enthousiast wordt Karin als ze vertelt over het derde spoor, de werkgroep ‘Blokhut in Beweging’. ‘Ze kwamen zelf met een geweldig idee: collega-ruil. Alle collega’s werken één week in een ander team of bij de ondersteunende diensten. De eerste dag is het vooral meelopen, de tweede dag begint het zelfstandig werken en vanaf de derde dag probeer je het werk op je eigen manier te doen. Na afloop koppel je terug wat je geleerd en gezien hebt. Inmiddels hebben we twee collega-ruil-rondes gedaan. Het heeft organisatorisch nogal wat impact, maar het is echt de moeite waard. Het levert zo veel op! Iedereen kan van elkaar leren en er is veel meer begrip voor elkaar.’ Wat heeft het traject nog meer opgeleverd? ‘Mij persoonlijk heeft het veel meer lucht gegeven. Het dagelijks werk is nu van anderen en ik hoef alleen op afstand te sturen. Ik heb weer tijd voor de dingen waar ik voor bén.’ De blokhoofden nemen meer verantwoordelijkheid. Dat is niet altijd makkelijk volgens Karin. ‘Want bij hun nieuwe rol horen nu ook de lastige zaken. Maar zo krijgen ze wél een serieuze positie.’
Meer lezen? Mariël Rondeel schreef drie blogs over BSO de Blokhut. Kijk op www.fcb.nl bij Over FCB - Samen werken, samen leren
9
Beweegkriebels Rudie Peeters van Hoera Kindercentra legt uit hoe zijn organisatie erin slaagt om de vraaguitval tegen te gaan, door een koppeling te maken tussen kinderopvang, peuterspeelzaal, naschoolse activiteiten en Welzijn. Zo ontstaat een dagarrangement voor kinderen van 0 tot 13 jaar, dat veel voordelen biedt aan de ouders. Rudie Peeters ervaart ze niet als vernieuwend, de plannen van de huidige regering om de kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvangcentra te willen verbeteren, om ze op termijn beter te laten aansluiten op het basisonderwijs. Dat komt omdat zijn organisatie al veel eerder inspeelde op de veranderde vraag in de kinderopvang. ‘Wij zijn al vanaf 2009 geharmoniseerd’, vertelt de manager van de Limburgse Hoera Kindercentra. ‘De organisatie is met 23 locaties gevestigd in NoordLimburg, in de gemeentes Weert, Nederweert, Leudal, en Peel en Maas. We maken, samen met welzijnsstichting Vorkmeer uit Panningen en Punt Welzijn in Weert, deel uit van een holding. Die levert de organisaties ondersteunende diensten via een shared services centre.’ Minder vraaguitval De ontwikkelingen zoals die door minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken onlangs zijn voorgesteld, zijn door Hoera al gerealiseerd, legt Peeters uit: ‘We hebben dit gedaan door alle peuterspeelzalen, samen met de kinderopvang, onder te brengen in de onderkomens van basisscholen.’ Hoera Kindercentra biedt via deze integrale samenwerking een sluitend dagarrangement aan voor kinderen van nul tot dertien jaar. Peeters stelt vast dat ouders in deze ‘kindcentra’ een toegevoegde waarde zien: ‘Het is voor hen gemakkelijk dat we de peuterspeelzalen en de kinderopvang bij elkaar hebben gevoegd en bij het basisonderwijs in één gebouw hebben ondergebracht. Aan het aantal aanmeldingen zien we dat de ouders
10
dat op prijs stellen. Want op al onze locaties waar deze samenwerking plaatsvindt, hebben we procentueel veel minder met vraaguitval te maken.’ De manager merkt dat Hoera door haar aangepaste vorm beter met de ouders mee kan denken. Hij geeft een voorbeeld van hoe flexibel zijn organisatie kan zijn: ‘Wanneer een ouder zijn of haar baan verliest en daardoor niet meer in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag, kunnen hun peuters alsnog bij ons terecht via een subsidie voor peuterspeelzaaltijden, verstrekt door de gemeente. De peuter blijft dan in dezelfde zogenaamde stamgroep zitten, wat vanuit pedagogisch standpunt natuurlijk goed is. Zodra de ouder weer werk vindt, kan deze weer meer uren afnemen via de kinderopvangregeling.’ Om deze voorziening overeind te houden is het overigens wel nodig dat de gemeenten de deelname van de peuters van de ouders die niet meer in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag, blijft subsidiëren. Intensieve samenwerking Kinderen in de peuterspeelzalen, en die in de dagopvang, krijgen bij Hoera overigens hetzelfde peuterprogramma aangeboden. Voor de groep staan VVE-geschoolde pedagogisch medewerkers. Voor de BSO’s en bijbehorende activiteitenprogramma’s worden combinatiefunctionarissen ingezet. Die zijn toegankelijk voor alle kinderen uit de wijk of het dorp. De schooldirecteur en de locatiemanagers werken ook intensief met elkaar samen, op basis van gelijkwaardigheid. Een voorbeeld van de geïntegreerde
aanpak is het initiatief van de zogenaamde ‘beweegkriebels’, beweeglessen voor peuters en kleuters. De combinatiefunctionaris heeft gezorgd voor scholing van de pedagogisch medewerkers en een aantal deelnemende vrijwilligers van de gymnastiekvereniging. ‘Het is een groot succes’, vertelt Rudie Peeters. ‘Niet alleen leuk voor de kinderen, maar ook verbindend voor de gemeenschap. De gymnastiekvereniging floreert, de vrijwilligers zijn enthousiast en de pm’ers voelen zich extra betrokken.’ Peeters ziet dat het ontstaan van de kindcentra een positieve ontwikkeling is. Zeker gezien de terugloop van het aantal geboorten in de Limburgse dorpen. Dit dwingt om te kijken naar mogelijkheden om de leefbaarheid in stand te houden. ‘Het bij elkaar plaatsen van kinderen afkomstig uit de verschillende opvangvormen, draagt daartoe bij. Zolang de gemeente dus ook de subsidie voor de peuterspeelzaalopvang blijft geven.’ Meeveranderen Hoera Kindercentra loopt met haar opzet dus voorop, maar Peeters zou ook graag zien dat de overheid meer inspeelt op de ontstane samenwerkingsvormen in de opvang. ‘Helaas is dat in ons land nog niet zo.’ De kinderopvangmanager zou het liefst een nieuw landelijk kader zien ontstaan, waarin kinderen zich tot hun zesde jaar spelenderwijs en in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen, zonder vroege testen en toetsen. Met als uitgangspunt dat zij vanaf 6-jarige leeftijd goed kunnen doorstromen in een schoolprogramma. Kinderopvang is een verschijnsel dat mee moet veranderen met de ontwikkelingen in de maatschappij.’
Hoera Kinderopvang werkt met een onderscheidende bedrijfsfilosofie. Elke locatie in een wijk of dorp is een aparte ‘cel’. De locatiemanagers spelen een belangrijke rol in het geheel. Zij krijgen ook inzicht in de bedrijfsprocessen, zodat ze de achtergronden voor het beleid beter uit kunnen leggen aan de pm’ers: ‘Dat verbreedt het draagvlak. De verantwoordelijken moeten op de eerste plaats weten wat er aan financiële middelen inkomt en uitgaat, en hoe ze dit kunnen sturen. Heel basaal is dat managers, maar ook medewerkers, inzicht hebben in wat zaken kosten. Wat kost het om tijdens werktijd een overleg te plannen bijvoorbeeld? Als ze dit beter kunnen lezen, kunnen ze er ook beter uitvoering aan geven.’ Om de medewerkers van hun teams zo goed mogelijk mee te kunnen nemen in dit proces, doorlopen de managers van Hoera een passend scholingstraject. Bij Hoera is een pro-actieve bedrijfsvoering ontstaan, waarbij het roosteren bijvoorbeeld heel direct wordt aangepast aan de vraag, maar waarin ook vaste gezichten zoveel mogelijk op de groepen bij elkaar worden gehouden. ‘Het is een cultuur van trots zijn op je organisatie en op je werk’, aldus Peeters.
11
Van dun draadje tot dikke kabel Structurele samenwerking realiseren tussen het beroepsonderwijs en kinderopvangorganisaties. Daar zette Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) de afgelopen jaren flink haar tanden in. En met succes! Met steun van BKK zijn door heel Nederland regionale samenwerkingsverbanden opgezet, convenanten afgesloten, projecten uitgevoerd en inhoudelijke afspraken gemaakt. Daarmee is het budget van BKK goed besteed, maar ook op. In 2014 continueert FCB de ondersteuning. ‘Beroepsonderwijs leidt op tot een beroep. Het kan niet anders dan dat het werkveld en het beroepsonderwijs nauw samenwerken. Alleen dan leren de toekomstige professionals wat in de praktijk nodig is’, zegt Joke van Alten, die als landelijk projectleider onder FCB aanblijft. ‘Omdat het werkveld niet statisch is en er veel verandert, zul je jaarlijks moeten onderzoeken in hoeverre de inhoud van de opleidingen nog aansluit.’ Dat klinkt allemaal logisch. De uitdaging is meer, hoe organiseer je dat? ‘Dat kan alleen als je per regio de juiste personen aan tafel krijgt. Niet alleen de mensen met mandaat en invloed op de achterban, maar vooral degenen die gedreven zijn hier een succes van te maken. Dat is in veel regio’s gelukt.’ Verder moet je realistische doelen stellen.
‘Als je een dikke kabel wilt leggen, begin dan met een dun draadje. Bouw de samenwerking op in kleine succesvolle stapjes. Als eenduidig examineren bijvoorbeeld niet haalbaar blijkt, welke tussenstappen zijn dat dan wel?’ Tot slot zijn goede sturing en van elkaar leren belangrijke succesfactoren. ‘Dat hebben we gedaan door de inzet van regionale projectleiders en het delen van kennis en ervaring via de website en tijdens landelijke werkconferenties. Dat maakt dit echt uniek. In geen enkele andere branche is het zo structureel opgezet. Zonder financiële middelen was dat nooit gelukt. Daarom is het zo fantastisch dat de sociale partners en FCB dit mogelijk blijven maken’.
Gerealiseerde projecten per regio Wil je weten welke projecten zijn gerealiseerd in jouw eigen regio? Gebruik hiervoor de landkaart op de website www.koenmbo.nl Het is ook inspirerend om te lezen hoe andere regio’s het aanpakken.
12
Met toverstaf en glazen bol De afgelopen landelijke werkconferentie ‘Regionale samenwerking’ vond eind vorig jaar plaats in Leerhotel het Klooster in Amersfoort. Een toepasselijke omgeving als het gaat over samenwerking tussen beroepsonderwijs en werkveld. Aan het einde van de bijeenkomst droeg Carla Bienemann, directeur van BKK, het stokje over aan FCB. Of liever gezegd, het toverstafje. Gastlessen van KWAKO (NoordHolland Noord)
‘Gluren bij de buren’ in SOO (Utrecht e.o.)
‘De branche bevindt zich in zwaar weer. Juist daarom willen we de samenwerking met het beroepsonderwijs blijven stimuleren,’ legt Els Geeris van FCB uit. ‘Wij zijn blij dat we voort kunnen bouwen op de verbinding die BKK heeft gelegd. Het blijft de bedoeling dat in de toekomst de samenwerkingsverbanden het zelf kunnen faciliteren.’ Ze benoemt de doelstellingen die FCB met de regionale samenwerkingsverbanden nastreeft. ‘De huidige arbeidsmarkt vraagt van het beroepsonderwijs om de instroom te beperken. En voor de kwaliteit van de opleidingen is het van belang dat er voldoende stage-
Masterclasses van OKnu (Groene Hart) plaatsen beschikbaar blijven. Goede aansluiting van opleiding op de praktijk blijft een belangrijk doel. Door ontwikkelingen in het werkveld veranderen de competenties die we vragen van pedagogisch medewerkers. Maar als je nu de opleiding aanpast, zijn de eerste afgestudeerden pas over drie jaar klaar. We zullen dus in de toekomst moeten kijken.’ In dat geval is naast een toverstaf, ook een glazen bol heel handig.
13
PRIKBORD maal e l e h l a r e s die ov eft positieve ’ a g e l l o ‘C . Ge nel ler op n j i z f l e zichz , lost zaken s ’ energie t aanstekelijk. en wer k Hoog,
Hans de
‘Samen met de kids van de BSO een stad van Kapla bouwen geeft een boost aan mijn verbeeldingskracht. Ik kan het iedereen aanraden: Blijf spelen!’ ,
er opvang d n i K X r MA directeu Rotterdam
Mark Siep,
directeur / eigenaar P lukkebol Kinderopvang, Delft
‘Kinderen inspireren mij iedere dag weer. Ik gun ieder kind een fijne kindertijd en alles wat ik daarin kan betekenen doe ik graag!’
‘Ik laat mij inspireren door Albert Einstein: “Leer van gisteren, leef vandaag, hoop op morgen.” Door te leren van elkaars goede en foute stappen, kunnen we bijsturen en plezieriger samenwerken.’
Wie of wat inspireert jou het meeste in Janneke P lantinga, Josje Brouwer, directeur / eigenaar Vandaag BSO je werk? vestigingshoofd kinderdagverblijf www.koenmbo vind je de landkaart en meer informatie over Sport en Cultuur,Op Drachten de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en kinderopvang. Imme Zuid, Apeldoorn
ijn de heer lijk z rt ee ir p s in ij m at ‘W en het besef en er d n ki e d n le e p s onbevangen anisatie g or e d n va en g la e ll a dat we vanuit tellingen.’ ks er ew b e t t i d n ke er er aan w
, Marjan vatrn atderieveWonadel rsteuning
is secretaresse / admin oord, Lemmer Prokino N
14
‘Mijn medewerkers, als ze met enthousiasme, betrokkenheid en gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel hun dienst draaien en met een goed gevoel de kinderen naar huis laten gaan.’
Karin Braakman,
directeur / eigenaar BSO de Blokhut, Groningen
‘Wat mij in de kinder spireert zijn nat e u waardoor n, want el k kind is ur lijk el ke dag ook weer a anders, nders is.’ Sabine v an assistent den Br ink, l ocat ieh Kiekeboe Kinder op oofd vang, Zeis t
xxx | xxx
14
Tineke Onink Directeur Stichting Rijswijkse Kinderopvang
‘Tineke straalt trots uit als er iets is bereikt. Niet alleen door haar zelf, maar ook door anderen. Die trots is geen arrogantie, die is oprecht. Dat kenmerkt haar heel erg. Daarom wil ik op deze manier laten zien dat ik trots ben op háár.’ ‘Tineke is een leidinggevende die mensen in hun eigen kracht laat. Ze kan goed luisteren, maar geeft het ook aan als ze vindt dat je niet op de goede weg zit. Hoewel ze van alles zegt en roept, is ze niet sturend en verwacht ze dat je je eigen verantwoordelijk neemt. Je krijgt de vrijheid om dingen op te pakken. Van haar heb ik geleerd om dichtbij mezelf te blijven en uit te spreken wat ik zie. De discussie wordt niet geschuwd, maar ik hoef niet op mijn woorden te letten. Dat vind ik prettig en probeer ik zelf ook uit te dragen.’ Een wijde blik verruimt het denken ‘Een gesprek met Tineke is vooral brainstormen, spiegelen en verbinden. Je kunt hardop zeggen wat je denkt en er ontstaan altijd goede ideeën. Ze prikkelt je om anders te kijken, verder te zoeken en grenzen ter discussie te stellen. Ook gekke ideeën mogen gewoon genoemd worden. Niet voor niks staat op het raam van haar kantoor: een wijde blik verruimt het denken.’ ‘Ze geeft openheid van zaken, ook bij moeilijke boodschappen of impopulaire maatregelen. Ook wij hebben te maken met krimp. Tijdens informatiebijeenkomsten wordt een duidelijk verhaal verteld over hoe de organisatie er voor staat en de maatregelen om de organisatie gezond te houden. Ik vind het heel netjes dat de organisatie je meeneemt in wat er speelt. Maar haar boodschap is ook: Denk mee! Hoe kunnen we er met z’n allen wat aan doen? Als medewerkers haar hun ideeën hierover vertellen zuigt ze die informatie echt op.’ Het broodje-beleid ‘Bij haar is transparantie en openheid echt. Wat je ziet is wat je krijgt, zeg maar. De deur van haar kantoor is altijd open, maar ze komt er ook uit. Eens in de zes tot acht weken gaat ze een broodje eten met een groepje medewerkers. Dat noemt ze haar broodje-beleid. Ze wil weten wat er speelt en wat ze denken. Tineke bezoekt regelmatig de
kindercentra en stelt mensen aan elkaar voor. Dat neemt drempels weg en zorgt voor een veilige, niet hiërarchische organisatie. Easycratie in plaats van bureaucratie, zegt ze zelf.’ ‘Tineke is gewoon een heel positief mens met aandacht voor de kleine dingetjes. Met de dag van de pedagogisch medewerker regelde ze een leuke attentie die het management zelf met de bakfiets rondbracht. Ze zorgt voor een kaartje bij een jubileum of een bedankje als je je ergens voor in hebt gezet. En voor onze internationale kindercentrum heeft ze onlangs nog Zwarte Piet gespeeld!’
Judith van der kraan Staffunctionaris Kwaliteit
15
Werken in de opvang bij onze oosterburen Door een wetswijziging in Duitsland is de vraag naar kinderopvang daar enorm toegenomen. Met als gevolg een schrijnend tekort aan goed gekwalificeerd personeel. Voor pedagogisch medewerkers die de stap durven nemen, wacht er een beloning aan de andere kant van de grens. Als de papierwinkel straks helemaal geregeld is, krijgt ze van haar Duitse werkgever in de kinderopvang een vast contract aangeboden. ‘Geweldig nieuws in deze tijden’, vertelt Mariëlla Weidner-Essers. Ze werkt sinds november bij de kindertagesstätte ‘Wunderkind’, in de stad Kerpen, onder Keulen. Het is drie kwartier rijden met de auto, Mariëlla werkt er drie dagen per week, 25 uur in totaal. ‘Ik heb het heel erg naar mijn zin’, aldus Mariëlla. ‘Ik mag weer werkzaamheden doen waar ik in de kinderopvang ook voor ben opgeleid, maar waar ik met mijn buitenschoolse 12 uren in Nederland niet meer aan toekwam.’
Schrijnend tekort De nieuwe functie van Mariëlla was het gevolg van haar bezoek aan een voorlichtingsbijeenkomst in Aken, in september vorig jaar, waarbij het Duitse arbeidsbureau en het UWV gastheer waren. Daar werd toegelicht hoe er in verband met een wetswijziging een enorme toename in de kinderopvangcapaciteit in Duitsland is ontstaan, met als gevolg een schrijnend tekort aan personeel. Ook Truus Dekker, directeur P&O van Kinderopvang Humanitas was in Aken aanwezig. Zij had veertig van haar medewerkers uitgenodigd, nadat er in een reorganisatieronde arbeidsplaatsen waren weggevallen of onzeker geworden. ‘Als werkgever leek het ons goed om andere deuren naar werk voor deze mensen te helpen openen. We hebben daarom een routing voor ze opgezet, zodat ze concreet weten hoe ze van A naar Z moeten op zoek naar werk in Duitsland.’ Dekker is ervan overtuigd dat er voor mensen die aan de grenskant van Duitsland wonen perspectief is in de kinderopvang en dat mensen ook echt de stap zullen maken. ‘Zeker als de situatie op de arbeidsmarkt in Nederland zo blijft.’
Werken in Duitsland iets voor jou? Kun je als pedagogisch medewerker in Nederland geen werk vinden of ben je toe aan een nieuwe uitdaging? Misschien is werken in een Duits kinderdagverblijf of in het Duits ‘Kindertagesstätte’ (Kita) iets voor jou.
16
Laat je informeren en inspireren op www.fcbkinderopvang.nl bij Sterker op de arbeidsmarkt.
Over de drempel Een drempel in het nemen van die stap, is de administratie die benodigd is om te kunnen gaan werken bij een kinderopvanglokatie bij onze oosterburen. pm’ers moeten ingeschreven staan bij het Duitse Arbeitsambt, zij moeten hun diploma’s laten vertalen en overleggen (en hun identiteit aantonen), ze moeten sociale lasten gaan afdragen in Duitsland en een Duitse ziektekostenverzekering afsluiten. Ook is er nog een zogenaamd Europasupplement nodig, een certificaat om als pedagogisch medewerker in Europa te mogen werken. De sociale partners hebben de stap genomen om via FCB een zogenaamd Duitslandloket in te richten, om belangstellende pm-ers en kinderopvangorganisaties te helpen met een dergelijk traject. Arbeidsmarktadviseur Chris Lemmens houdt zich voor FCB bezig met dat initiatief, samen met zijn Duitse collega Klaus Balzer. Met dit loket wil FCB de drempel om in Duitsland te gaan werken zo laag mogelijk maken. Lemmens: ‘We doen dit door alle informatie die nodig is online te gaan plaatsen op een internetportal. Ook gaan we voorlichtingsbijeenkomsten organiseren en bieden we een uitgebreid begeleidingsprogramma aan.’ Lemmens wijst erop dat werken in Duitsland wettelijk geen enkel probleem vormt. ‘Duitsland is wel wat formeler, maar het is een feit dat er belangstelling is voor het aannemen van gekwalificeerd Nederlands personeel. We gaan de Duitse kinderopvangbedrijven daarom ook actief benaderen. Vergeet niet, er is 400 kilometer grens tussen de beide landen. Het is dus geen kleine markt.’ Naast de administratie, is er natuurlijk ook het verschil in taal en cultuur waar pm-ers mee om zullen moeten gaan. Truus Dekker wijst op de hiërarchie die in Duitsland wat sterker de boventoon voert. ‘Er zal in het begin wat koudwatervrees zijn, maar ik heb begrepen dat die paar Nederlandse pm’ers die in Duitsland werken nu al waardering krijgen voor hun vakmanschap.’
schoenen aangetrokken en ze benaderd. Na wat emailverkeer, heb ik voorgesteld om naar Keulen te komen en kennis te maken. Nadat ik een dag had meegelopen, kreeg ik een mail dat ik mocht beginnen. Daar was ik heel blij mee, omdat ik na de laatste ontslagronde in Nederland te weinig uren aan werk overhield.’ Twee maanden later is Mariëlla nog steeds tevreden. ‘Het werken in Duitsland bevalt goed, de collega’s, ouders en kinderen waarderen me. Het salaris is ongeveer hetzelfde, maar ik houd aan het einde van de maand wel wat meer over, omdat ik een soort kinderbijslag en de basispremie ziektekosten door de Duitse overheid betaald krijg. Het enige wat me tegenviel was de Duitse vaktaal, maar die heb ik over een paar maanden ook wel onder de knie.’ Werken in Duitsland is volgens Mariëlla een aanrader: ‘Gevoelsmatig lijkt het misschien een grote stap, maar ik moedig mensen die dit overwegen aan om het gewoon te doen. Mijn ervaringen zijn goed.’
Werkzaam in Duitsland? Deel jouw ervaring! Werk jij inmiddels voor een Duitse kinderopvangorganisatie of ga je dat binnenkort doen? Laat het ons weten en deel jouw ervaring met andere belangstellenden via het Duitslandloket.
Aanrader! Mariëlla kwam in Aken in contact met de Fröbel-groep, een landelijke kinderopvangorganisatie met in heel Duitsland zo’n 2200 personeelsleden. ‘Ik heb daarna de stoute
17
Samenwerken met je collega’s, partners, leveranciers of met collegaorganisaties. Het kan inspirerend, leuk, lastig, gezellig of moeizaam zijn en meestal noodzakelijk. Op www.fcbkinderopvang.nl staan handige werkvormen en tests voor medewerkers en teams in de Kinderopvang. Hier alvast een voorproefje. Laat je inspireren door deze werkvormen en samenwerkingsmodellen en maak er wat moois van.
Werkvormen teamontwikkeling Vaardighedenspel Voorbereiding: Maak een lijst met alle vaardigheden van het team. Schrijf deze vaardigheden op kaartjes. Spel: Schud en verdeel de kaarten. Om de beurt legt iemand één van zijn kaarten bij degene bij wie hij of zij de vaardigheid het best vindt passen. Het spel is klaar als alle collega’s ten minste 3 kaarten hebben ontvangen. Tijdens en na afloop het spel mogen collega’s reageren in hoeverre ze zichzelf in de vaardigheid herkennen. Bespreek dit ook in het teamoverleg
Tip: Gebruik dit spel als warming up voor het bespreken van de taakverdeling.
Meekijken met elkaar Voornemenskaart Voorbereiding: Koop, verzamel of maak ansichtkaarten. Laat iedere deelnemer een kaart kiezen en op de eigen kaart schrijven: • Het voornemen, wat ga je doen en hoe ga je dat doen? • Wat is je eerste stap? • Heb je hulp nodig? • Wanneer is het klaar? • Wat is het zichtbare resultaat voor anderen? Vertel elkaar wat er op de kaart staat. Spreek af wie wanneer de kaarten verstuurt. Bespreek na ontvangst van de kaarten wat er van jullie voornemens terecht is gekomen.
Tip: Gebruik deze werkvorm in combinatie met een training of een brainstorm om terug te grijpen op voornemens en afspraken.
18
Voorbereiding: • Iedereen kiest een collega met wie hij een dag mee wil lopen. Criterium: van wie kan en wil ik iets leren. • Laat de ontvangende collega van te voren aangeven op welke punten hij feedback wil hebben. Na afloop: • De collega die meeloopt geeft aan wat hem is opgevallen, wat hij heeft geleerd en geeft de gevraagde feed back.
Tip: Deze werkvorm kun je doen binnen je eigen team, maar ook met collega’s van andere afdelingen of van samenwerkingspartners.
eer werkvormen op: www.fcbkinderopvang.nl bij M Leren en Ontwikkelen, www.werkvormeninfo.nl en www.talententoolbox.nl
Samenwerkingsmodellen Denk win / win Volgens managementgoeroe Stephen Covey hebben effectieve mensen een zevental gewoonten of routines die ten grondslag liggen aan hun succes. Iedereen kan deze gewoonten bij zichzelf (verder) ontwikkelen. Eigenschap vier - denk in termen van win / win – gaat over het streven naar wederzijds voordeel ofwel een oplossing die voordelig is voor beide partijen. ‘Winnen’ betekent iemand ‘verslaan’. Win / win is het geloof in de derde weg. Het is niet jouw benadering, ook niet de mijne; het is een betere, hogere benadering. Denken in overvloed in plaats van schaarste is daarbij een belangrijk onderliggend principe.
Denken in driehoeken Dit is een eenvoudig model over het delen van verantwoordelijkheid en het scheppen van duidelijke rollen en verwachtingen binnen organisaties. Denken in driehoeken versterkt de onderlinge relaties: onmisbaar voor effectieve samenwerking! Initiator = richten
Actor = verrichten
Ondersteuner = inrichten
Een voorbeeld over hoe een managementteam van een buitenschoolse opvang dit model heeft toegepast beschrijft Marcel Nooijen op
www.kinderopvangfcb.nl bij Samen werken, samen leren
Samenwerken, het is soms net een….. puzzel! Oefeningen: 1. D enk aan een collega of partner met wie je een win / win-akkoord zou willen sluiten. Probeer je te verplaatsen in de positie van de ander en schrijf op welke oplossing hem volgens jou voor ogen staat. Maak vervolgens een lijst van resultaten die je zelf nastreeft. Ga naar de ander toe en vraag of hij bereid is te praten over een akkoord waar je je allebei in kunt vinden. 2. P robeer een voorbeeld te vinden van iemand die ook in moeilijke omstandigheden vasthoudt aan win / win. Kijk vervolgens hoe hij dat doet en probeer daar iets van op te steken.
Meer lezen: Stephen R. Covey, De zeven eigenschappen van effectief leiderschap
Zoek de woorden. Maak met de letters die overblijven nog een woord!
verbond team
V F A F S P R A K E N E E L N E P L E H K R P I A P J T R O V IJ W A T A A T L U S E R E R C Y R A E A L R D R
partners werkgroep saam afspraken collectief samenspel invloedrijk loyaal
T E O T A A A U B O K
deal
N L L IJ M E W M O L G
coöperatie
E L E E D N A B N V R
onderling
R O G N I L R E D N O
maatjes
S C O O P E R A T
pact
I E
N L E P S N E M A S P
helpen
partijen band resultaat
19
Samen-Werk-Koffer Ongevallen en verzuim voorkomen? Onderzoek toont aan dat organisaties met een hoge werknemersparticipatie vaker beleid voeren op het gebied van veiligheid en gezondheid. Dat zorgt ervoor dat deze organisaties daadwerkelijk veiliger en gezonder zijn. Samen werken aan een veilige en gezonde werkplek werkt echt. Maar hoe pak je dat aan? Daarvoor is de Samen-Werk-Koffer, vol verschillende tools, aanpakken en interventies die je hierbij helpen. Alle tools zijn eerder ingezet bij bedrijven in Nederland en zeer succesvol gebleken. FCB is trots dat de methode Plezier in Uitvoering en het Werkdrukspel in de Samen-Werk-Koffer zijn opgenomen! De Samen-Werk-Koffer is een initiatief van het Nederlands Focal Point van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk en is beschikbaar op www.inpreventie.nl.
Ook in de Samen-Werk-Koffer: PreventieCoach Arbo De ‘PreventieCoach Arbo’ is een praktische app om samen de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De app is gevuld met kennis, vaardigheden en informatie gericht op gezond en veilig werken. Het is een moderne, praktische tool die bijdraagt aan het voorkomen van beroepsrisico’s en verzuim. Bedoeld voor iedereen: werkgever, leidinggevende, preventiemedewerker, ergocoach, veiligheidscoach, arbo-professional, OR, HRM en medewerkers. De app is direct op de werkvloer te gebruiken en gratis verkrijgbaar via de Appstore (ITunes, Google Playstore).
Meer informatie: www.preventiecoach.nl
Werkdrukspel - een andere kijk op werkdruk Het Werkdrukspel helpt om op een ontspannen en oplossingsgerichte manier in gesprek te gaan over werkdruk. Het spel biedt de spelers meer inzicht in de aspecten die een rol spelen bij werkdruk en werkplezier. Bovendien biedt het aanknopingspunten om de ervaren werkdruk te beïnvloeden. Het werkdrukspel is door FCB ontwikkeld voor de branche Kinderopvang en wordt gratis aangeboden.
20
Bestel op: http://www.fcb.nl/kinderopvang/werkdrukspel
Plezier in Uitvoering oefen zelf & samen
VEEL tips
P LE Z I E R I N U IT VO E R I N G
met plezier aan de slag!
VOOR team & manager
De bekende FCB-methode Plezier in Uitvoering is binnenkort helemaal vernieuwd en uitgebracht in (werk) boekvorm. Met de vernieuwde werkboeken geef je nog effectiever leiding en sturing aan meer werkplezier en minder werkdruk in jouw organisatie. Door het lezen van theorie en het maken van opdrachten wordt iedereen uitgedaagd om na te denken over wat energie geeft in je werk. Hiermee pak je problemen met verzuim, werkdruk en stress in je organisatie aan. De Plezier in Uitvoering-boekjes zijn er specifiek voor pedagogisch medewerkers, teams en leidinggevenden. Je kunt de werkboeken aanvragen via
[email protected]
Tegen de stroom, voor de wind! Het gebeurt niet dagelijks dat een kinderopvangorganisatie een ondernemersprijs in de wacht sleept. Maar Vandaag BSO Sport en Cultuur uit Drachten mag zich winnaar van de Jonge Ondernemersprijs van het Noorden 2013 noemen. ‘Een ontzettend groot compliment’, zegt directeur Janneke Plantinga trots, ‘Zeker omdat wij in een branche werken die het moeilijk heeft.’ Alle aandacht rondom de prijs heeft gezorgd voor een positieve boost, ook binnen het team. Janneke: ‘De leidsters worden er continu op aangesproken door de klanten. De felicitaties komen ook van de concullega ‘s die vragen of ik eens met ze mee wil denken. Dat doe ik met alle plezier.’ Dit positieve effect houdt nog steeds aan. ‘Ik dacht dat het met twee, drie weken wel uitgewerkt zou zijn. Maar we zitten er nog steeds middenin!’ Onderscheidende formule Het juryrapport spreekt over een nieuwe standaard voor buitenschoolse opvang en onderscheidende formule. ‘Wij werken met kleine groepen en vaste leidsters,’ licht Janneke toe, ‘Wij investeren niet in mooie panden en duur speelgoed, maar in de relatie met het kind en het ontzorgen van de ouders. Kinderen kunnen tijdens de opvang naar muziekles of voetbaltraining. Wij houden zelf de vrije dagen in de gaten en regelen automatisch, zonder bijbetaling, de opvang.’ Door slimme samenwerking en duidelijke keuzes is er sprake van een rendabele business case. ‘Zo maken wij gebruik van bestaande locaties, waardoor de huur laag is, en we richten de locatie met tweedehands spullen in. We maken de kinderen bewust van hergebruik en gaan met ze naar de Kringloop. Bij ons is er geen Wii of andere computer, er wordt eigenlijk ook nooit naar gevraagd. Wij zijn heel veel met de kinderen buiten. Je hebt helemaal niet zoveel nodig om het een kind naar de zin te maken.’
Franchise Ook de uitgekiende franchise-formule wordt geloofd door de jury. ‘Net zoals ik het belangrijk vind dat de leidsters een goede band hebben met de kinderen, wil ik een goede band onderhouden met mijn leidsters. Dan kom je op een punt dat er niet meer leidsters bij kunnen. Dat is het idee achter de groei door franchise.’ Janneke spreekt van een win-win formule. ‘De franchisenemers kunnen doen waar ze goed in zijn en richten zich helemaal op de kinderen. Wij nemen een stuk van de financiële administratie uit handen. Ook voor de franchisenemers geldt dat ik een warme band met hen wil onderhouden. Anders dan met de leidsters natuurlijk, maar de franchisenemers zijn supertevreden.’ Verspreid groeien De prijs betekent meer dan erkenning. ‘Er is enorm veel publiciteit. Dat is goed voor onze naamsbekendheid en leverde binnen twee weken vier sollicitaties op van nieuwe franchisemedenemers. Daardoor kunnen we versneld groeien.’ Het was eigenlijk de bedoeling om daarvoor te adverteren. ‘Maar de cheque met advertentietegoed die we hebben gewonnen kan voorlopig op de plank blijven liggen’, lacht ze.
Vandaag BSO realiseert groei: Sinds 2009 13 vestigingen, waarvan 4 franchise In 2013 25 – 30% groei (t.o.v. 13% krimp in de markt)
Website: www.kindvandaag.nl
21
‘Ik spreek liever van collega’s dan van concurrenten,’ zegt Hans de Hoog, ‘de hele sector drijft grotendeels op belastinggeld. Wij delen de maatschappelijke verantwoordelijkheid om goed met dat geld om te gaan, zodat het grootste deel van iedere euro aan de opvang van kinderen wordt besteed.’ Hans werkt aan een model dat gebaseerd is op de ‘shared-service’ gedachte. ‘Het enige waar wij ons op moeten focussen is het primaire proces van kinderopvang. Daar zijn we goed in.’
Naam: Werkt bij: Functie:
Hans de Hoog MAX Kinderopvang, Rotterdam Directeur
‘Op de vlakken waarin wij niet het verschil maken voor de klant, de ondersteuning zoals personeeladministratie, inkoop en financiën, moeten kleinere organisaties gaan samenwerken. Al is het maar om het schaalvoordeel te benutten en kosten te besparen. Maar wel op een manier dat we onze eigen identiteit behouden.’ Coöperatie of inkoopplatform? Hans gaat komend jaar die samenwerking inhoudelijk vormgeven. Wel graag samen met collega’s. ‘Ik wil organisaties die er net zo over denken uitnodigen om contact op te nemen en mee te doen.’
Collega’s of concurrenten? Mark Siep gelooft in marktwerking. ‘Dat komt ten goede aan de kwaliteit en diversiteit van het aanbod. Dan hebben ouders echt iets te kiezen.’ In Delft hebben kinderopvangorganisaties regelmatig contact. ‘Als branche kun je veel aan elkaar hebben. Plukkebol stelt zichzelf ten doel jaarlijks vijf werkbezoeken bij anderen af te leggen. Dan kunnen we bij elkaar in de keuken kijken om van elkaar te leren. Dat inspireert enorm. We hebben een open relatie met elkaar. Maar we zijn wél concurrenten.’
Naam: Werkt bij: Functie:
Mark Siep Plukkebol Kinderopvang, Delft Directeur / eigenaar
Samenwerken in de zin van samengaan vindt Mark geen goede ontwikkeling. ‘Als je alles samen gaat doen, gaat de competitie eruit.’ Plukkebol opereert onafhankelijk en heeft nauwelijks last van de crisis. ‘Vroeger waren ouders blij dat ze een plek hadden. Nu ze kunnen kiezen moet je als kinderopvangorganisatie de beste willen zijn. Je moet je onderscheiden van de rest. Toen iedereen investeerde in groei hebben wij geïnvesteerd in kwaliteit. We hebben een servicegerichte organisatie opgebouwd met grote betrokkenheid van ouders. Dat werpt zijn vruchten af.’
Meer meningen en verhalen over samenwerken: ga naar op www.fcbkinderopvang.nl en laat ook jouw mening horen.
22
Facts & Figures Kinderopvang Februari 2014
vacatures zijn er in de grensregio Rijn – Maas in Duitsland
van de Duitse organisaties verwacht dat Nederlandse werknemers in aanmerking kunnen komen voor een baan in Duitsland
nieuwe afgestudeerden willen instromen in de kinderopvang in 2013
het aantal stageplaatsen als percentage van medewerkers is in 2013 gehalveerd tegenover 2011
geboortes in 2013 in Nederland (schatting)
minder dan in 2012
kinderen maakten in 2013 gebruik van opvang
minder dan in 2012
brede scholen zijn er medio 2013 tegenover 1.600 in 2011
het gemiddeld uurtarief voor dagopvang is iets gestegen
van de werknemers wil inzicht krijgen in de kansen op de arbeidsmarkt
is op zoek naar een andere baan
Bronnen: Rijnland Advies • Onderwijsrendementscijfers (2012 t/m 2015) • Werkgeversonderzoek 2011 en 2013 (Panteia) • Landelijk Steunpunt Brede Scholen CBS Statline • Factsheet Brancheorganisatie Kinderopvang
Het bestuur van FCB:
www.fcbkinderopvang.nl t. 030-2985 350
[email protected]
24