Hoger onderwijs
E v a a t j e P o p p e
Voor studenten Door (toekomstige) studente
Dit portret van Eva kwam tot stand in samenwerking met het SIHO.
2
Wegwijzer We maken kennis met Eva. Ze volgt het laatste jaar secundair onderwijs. Ze neemt ons mee in haar zoektocht naar een opleiding en onderwijsinstelling in het hoger onderwijs. Jullie kunnen het verhaal van Eva lezen als een persoonlijk reisverhaal. Eva reist graag de wereld rond. Nu staat ze voor een andere reis in haar leven, de overgang naar hoger onderwijs en de reis naar een studentenstad. Het verhaal is geschreven in de ik-vorm, zoals Eva het mij vertelde. Zinnen en woordkeuze werden zo weinig mogelijk aangepast, om dicht bij haar verhaal te blijven. Citaten maken het extra persoonlijk. Zowel inhoudelijk als qua vorm zocht ik samen met Eva naar een eindproduct waar zij zich in herkende. Zij had mee de regie in handen. Ik wil Eva bedanken om mee te werken aan deze opdracht en haar ervaringen en ideeën te delen.
3
De omgeving verkennen... De reis van Eva gaat van de middelbare school naar de universiteit. Van haar thuis in Aalst naar een kot in Gent of naar een andere studentenstad. Ze maakt deze reis niet alleen. In dit deel vertelt ze wie haar op deze route vergezelt en wie ze onderweg tegen komt. We laten hen even aan het woord.
OUDERS
«Ik heb met mijn ouders wel een hele goede band.»
Mijn mama wijst me op mogelijke studierichtingen zoals ‘Ontwerpleer’. Ze uit haar mening over wat mogelijk is zoals: ‘Eva, die richting zal echt heel moeilijk zijn voor u.’ Ze geeft me ook uitleg hoe het komt dat dingen soms moeilijk lopen. Zo zei ze altijd: ‘Iedereen heeft kamertjes in zijn hoofd en voor die kamertjes te vinden hebt ge een sleuteltje nodig. Eva moet een beetje langer zoeken naar het juiste sleuteltje op de juiste deur. Wat niet wil zeggen dat ze de sleutel niet heeft.’ Mijn papa heeft altijd gezegd ‘Eva, gij kunt dat. Ge kunt dat wel.’ Hij kan me zo mijn ogen openen voor sommige opleidingen, door te zeggen ‘Dat kunt ge ook nog doen’. Hij vertelt ook veel over de beroepen die goed liggen op de arbeidsmarkt en wat hij denkt dat me zou interesseren.
4
ZUS
«Mijn zus is daar ook wel bij betrokken.» Mijn zus volgt al hoger onderwijs en zit nu op kot in Gent. Ze geeft me advies over hoe ik dingen kan aanpakken. Ze vertelt over welke richtingen haar vrienden doen en wat dat zo een beetje inhoudt. Zij zag me zelf de opleiding ‘Kinesitherapie’ doen. Dit is intussen veranderd door dat ze nu beseft dat biologie niet echt mijn ding is. Ze vertelde me ook dat ze op de univ goed helpen en zeker wel rekening zullen houden met dingen die moeilijk gaan zoals een strakke tijdslimiet voor opdrachten en examens omdat ik over alles een beetje langer moet nadenken.
BESTE VRIENDIN
«Ik heb wel echt veel aan haar.» Ze kan me zo doen merken ‘Eva, ge zijt geen domme, ge zit in de We-Wi. Ge zijt slim genoeg om dat te kunnen. Ik zeg niet dat ge geen werk gaat hebben. Maar in de WeWi moet gij nu al minder doen voor de belangrijke vakken in uw richting (dus niet voor talen) dan een ander. Dus gij gaat ook ‘burgerlijk ingenieur architectuur’ kunnen. Het is niet zo dat ge daarmee echt moet inzitten.’ Wanneer ik naar een open lesdag ga, stuurt ze me ook vaak een bericht: ‘En, hoe is het geweest? En interesseerde het u?’
BROER
Mijn jongere broer heeft het mij vaak doorgestoken, dat ik een pc kreeg voor mijn programma Sprint en mijn zus en hij niet. Misschien was het plagerig bedoeld, misschien ook menens. Tijdens een ruzie begon hij ooit over mijn dyslexie en hoe dom ik wel niet ben. Hij heeft zich wel uitgebreid verontschuldigd omdat hij zag hoeveel pijn mij dat deed.
5
HUIDIGE SCHOOL
Ik heb in 2 middelbare scholen gezeten en in beiden ervaarde ik soms problemen. Enkele leerkrachten hebben al gezegd: ‘Heb jij ook geen dyscalculie?’. Sommige geven me echt het gevoel ‘Ge zijt echt een dom kind’. Er zijn natuurlijk ook leerkrachten die goed met mij omgaan. Ik begrijp wel dat het voor velen moeilijk is om met mijn vraag naar hulp om te gaan omdat ze het niet volledig vatten of begrijpen. Het is ook voor hen een last omdat ze een beetje verplicht zijn om me te helpen. De school biedt voor ons laatstejaars informatiesessies aan waar oud-leerlingen vertellen over de opleiding die ze volgen in het hoger onderwijs.
KLASGENOTEN
Ik krijg bijna altijd goede reacties van mijn medeleerlingen. Er zijn er natuurlijk die er minder goed mee omgaan en dan foute dingen doen of zeggen. Ik heb wel altijd excuses gekregen als ze slechtere commentaar gaven. Net als ik gaan mijn klasgenoten volgend jaar naar het hoger onderwijs.
DIVERSE MENSEN
«Ik weet niet echt hoe ik wil dat ze reageren.» Er komen verschillende reacties op mijn dyslexie. Dat is vaak niet wat ik wil. Ik heb in het verleden vaak gehoord: ‘Ja, maar gij gaat dat niet kunnen’. Anderen zeggen: ‘Oh, da’s wel echt kut voor u.’ En dan zijn er ook mensen die reageren ‘Jaja…’, precies of dat is niks. Of het ergste van al: ‘Ik heb dat ook al eens gehad’. Dan denk ik ‘het is geen ziekte hé!’
We overlopen tot slot welke uitrusting Eva meeneemt op haar route. Boekjes van de hogeronderwijsinstellingen. Bureau met papiertjes met boodschappen zoals ‘het buitenland is belangrijk’. PC met internet en programma Sprint voor pdf en word-documenten.
6
Travel list: wat doen voor het vertrek ? Eva vertelt in dit hoofdstuk wat ze al deed en wat ze nog wil doen voor ze haar eerste jaar aan de universiteit start. Ze kijkt ook al even verder wat ze daarna ook nog wil doen.
«Ga ik dat wel doen ? Ga ik dit wel doen ? Ga ik dat wel doen?» Ik twijfel nog welke opleiding ik wil doen, bv. burgerlijk ingenieur architect, filosofie, logopedie, psychologie, rechten,…
Ik verzamel nu informatie over de verschillende opleidingen, over welke mogelijkheden de verschillende onderwijsinstellingen bieden om in het buitenland te studeren en over de beroepen. Ik lees de boekjes die ik van universiteiten kreeg. Van opleidingen die me interesseren, lees ik de informatie van verschillende universiteiten. Ik zoek op het internet informatie op. Ik ga naar open lesdagen. Ik ben bijvoorbeeld al naar een les geweest van de opleiding ‘burgerlijk ingenieur architect’. Ik praat veel met mensen uit mijn omgeving en beluister wat mogelijk is. Bijvoorbeeld mijn zus over mijn studie en de opleidingen die haar vrienden doen, mijn mama over de mogelijke richtingen, mijn papa over de beroepen, mijn beste vriendin over mijn twijfels, de medeleerlingen van mijn klas over richtingen waar zij veel van weten,…
7
Ik ben echt zelf op zoek. Niet zo veel mensen moeten me daar bij helpen. Maar ik luister wel naar mensen. Bijvoorbeeld toen mijn mama zei dat die studierichting niet ging, besef ik dat ook en probeer ik naar andere mogelijkheden te kijken. Ik ga zeker nog een aantal dingen doen, bijvoorbeeld kijken of ze ook een open lesdag hebben voor ‘Ontwerpleer’. Ik wil naar zoveel mogelijk open lesdagen gaan, ook van de opleiding ‘Fysica’. Ik ga de infoavond op mijn school volgen waar oud-leerlingen uitleg geven over hun studierichting. En ik wil ook graag naar die beurs gaan waar je uitleg krijgt over superveel opleidingen.
Zodra ik weet wat ik wil doen, ga ik naar de onderwijsinstelling gaan spreken over mijn dyslexie en de hulp die ik nodig heb. Dat gaat met mama samen zijn, en misschien met papa ook. Ik zeg nu zo weinig mogelijk ‘dat is omdat ik dyslexie heb’. Ik doe dit wel wanneer iemand die dat niet weet meekijkt als ik fouten schrijf, en reageert: ‘Ge schrijft dat hier wel allemaal fout hé’ op een toon alsof ik dom ben. En ik zou heel graag naar het buitenland gaan.
8
Packing: wat meenemen op reis ? In dit stuk komen we van Eva te weten welke competenties ze nu inzet in haar zoektocht. Ze zegt welke kennis en vaardigheden ze al heeft en meeneemt volgend jaar naar het hoger onderwijs. Ze geeft aan dat ze een aantal dingen nog niet weet en ook een paar dingen graag beter zou kunnen.
Ik weet voor welke vakken ik nu veel moet studeren, welke dingen mij interesseren en waar ik goed of minder goed in ben. Bijvoorbeeld ik kan goed Engels, Frans niet. Bij wetenschappen heb ik nooit echt moeten leren. Ik ben redelijk goed in wiskunde. Chemie en fysica doe ik ook graag. Het is niet dat ik daar zo supergoeie punten voor heb, maar het boeit me. Ik weet ook waar mijn interesses liggen: ‘burgerlijk ingenieur architect’, filosoferen, met mensen werken, creatief bezig zijn, …
«Ik kan een papier perfect voor ogen halen.» Ik heb een aantal zaken ‘in mijn valies’ die me kunnen helpen in het hoger onderwijs. Ik heb een heel auditief én ook een heel visueel geheugen. Ik kan me echt gesprekken herinneren en ik weet nog wat daarin gezegd is. En het is perfect mogelijk voor mij om een papier voor ogen te halen. Zo kan ik veel zaken opnemen. Ik ben het ook gewoon om schema’s te maken, ik kan echt creatief zijn,... En doorzettingsvermogen: ik geef niet op.
9
«Het is vooral dat dat mij tegen houdt om sommige opleidingen te doen.» Er zijn ook dingen die moeilijker lopen. Dat is dan vooral lezen. Ik heb meer tijd nodig om te lezen. Ik word daar ook doodmoe van. Omdat ik mij daar zo hard moet op concentreren is dat voor mij niet gewoon een keer een zinnetje of boek lezen. Ik ben daar echt kapot van. Daarnaast is het schrijven, onderscheid links en rechts, kloklezen, orde houden op mijn kamer en in mijn cursussen, geconcentreerd blijven, vanbuiten blokken en multiple choice moeilijk voor mij. Ik draai soms ook cijfers om. En ik moet langer nadenken over iets dan anderen. Ik heb wel ook zicht op een aantal dingen die voor mij helpen en werken. Bijvoorbeeld: Mijn boeken scan ik zelf op A3 omdat dat meer structuur biedt voor mij. Dan staat dat allemaal verder van elkaar zodat ik ook geen regels omspring en dat ik geen 100 keer moet kijken van: ‘Allee, waar is die zin nu?’ In mijn cursus doe ik echt mijn best om een schone structuur aan te houden. Maar vaak neem ik dat over van de leerkracht en thuis probeer ik dat dan in een structuur te gieten die voor mij beter is. Voor mijn concentratie hebben ze mij zo een paar tips gegeven waarvan ik een aantal echt wel doe, zoals alle lichten uitdoen in mijn kamer behalve mijn bureaulamp.
De briefjes aan mijn bureau met daarop bijvoorbeeld ‘buitenland is belangrijk’ helpen me ook echt om door te zetten. 10
«En luisteren, veel luisteren...» In mijn zoektocht naar een opleiding en onderwijsinstelling gebruik ik mijn computervaardigheden om te kunnen opzoeken op het internet en leesvaardigheden. En luisteren, veel luisteren,… Ik weet dat er zo een beurs is en ik heb de informatie over de studierichtingen en beroepen uit die boekjes en van het internet, vanuit de open lesdagen, uit de gesprekken met mijn zus, papa, andere leerlingen van de klas,…
«Ik wil eigenlijk nog zoveel leren.» Ik wil nog weten wat bijvoorbeeld het verschil is tussen ‘Ingenieur’ en een andere richting. Dat weet ik niet echt… En bijvoorbeeld wat de studie ‘Filosofie’ juist inhoudt. Ik weet ook niet goed hoe ik het zal moeten aanpakken als ik zo een gigantische cursus voor mij krijg. Uiteindelijk zal ik wel mijn weg door de cursus vinden maar dat kan wel zijn tijd vragen, zoals bij iedereen. Ik weet nu niet hoe ik dat allemaal ga doen en of ik dat zal kunnen. Op dit moment weet ik nog niet echt of ze op de universiteit flexibel gaan zijn in mijn vraag naar hulp. Ik weet niet of ze goed gaan helpen. Dit zal ik pas weten als ik daar werkelijk zit in het auditorium. En multiple choice, dat weet ik ook niet hoe ik dat dan moet doen.
«Wat wil ik graag beter kunnen? Ja, lezen hè!» :-) Naast lezen, zou ik wel graag mijn concentratie een beetje veranderen. En misschien meer zelfvertrouwen. Dat wel, want dat zit wel vaak scheef.
«Ik vind dat ik wel goed bezig ben hoe dat ik bezig ben. Ja, ik ben heel content hoe dat het nu loopt.»
11
Een geslaagde reis voor mij...? «Het is niet omdat ge zo een vorm van dyslexie hebt, dat ge daarom niet ver kunt geraken»
Een geslaagde reis gaat niet rechtstreeks naar de arbeidsmarkt. Ik wil niet direct gaan werken. Na ASO is dat ook niet de bedoeling dat je zegt: ‘Ik ga nu gaan werken’.
Een geslaagde reis start met de tijd nemen voor een goede voorbereiding. Ik denk dat ik me meer aan het voorbereiden ben dan de meesten doen. Ik wil niet iets moeten volgen omdat ik geen andere optie had, of omdat ik niet beter wist. Ik doe dat op mijn gemak, bijvoorbeeld die boekjes van de universiteit lezen. Als ik boven alleen op mijn kamer zit, gaat dat. Omdat ik dan niet geconfronteerd word met de tijd. Dan besef ik ook hoe lang ik daaraan bezig ben, hoe traag dat dat vooruit gaat enzo.
Een geslaagde reis is samen met een aantal mensen die me goed kennen kijken naar wat kan, maar wel zelf de keuze maken. Mijn mama weet dat het soms echt moeilijk is om te studeren met dyslexie. Ze weet ook veel over mijn dyslexie, meer dan ik zelf weet. Ze is al veel bezig geweest met mijn latere studie: ze heeft veel boeken gelezen, zoekt veel op over mogelijke richtingen. Ik geloof ook wat ze zegt.
12
Mijn papa die kent mij heel goed. Hij wil me altijd opmonteren en stimuleren. Hij weet veel van de studierichtingen en kent heel veel verschillende beroepen. Hij weet wel van ‘dat zou iets voor ons Eva zijn of niet’. Het is voor mij heel belangrijk dat ze niet zeggen ‘Dat moet je doen’, dat ze me niet duwen in een richting. Dat zou ik echt ambetant vinden. Ik wil vooral kijken naar mezelf en wat ík wil doen.
Een geslaagde reis houdt in om écht te kiezen voor een studie die me interesseert. Ik vind het belangrijk om een goede keuze te maken. Nu kan je kiezen, dus vind ik dat wel belangrijk dat je wel kiest, dat je zegt: ‘dat wil ik doen!’. Ik wil echt iets doen dat mij interesseert, dat ik leuk vind, hoe moeilijk het ook zal zijn. En ja, het zij zo als ik dan superhard moet leren. Ik wil goed nadenken vooraf omdat ik nu in veel zaken interesse heb. Ik kan moeilijk als ik bezig ben aan de studie zeggen: ‘Neen, dat interesseert me toch niet.’ Dat is geld van mijn ouders uiteindelijk. En dat komt zo lui over, en dat wil ik totaal niet zijn. Als het me niet interesseert, ga ik ook niet doorbijten en ga ik er niet geraken. Dan buis ik grandioos, sowieso. Dat werkt niet. Terwijl als iets je interesseert, dan kan je alles doen.
Een geslaagde reis betekent dat ik mijn talenten meeneem. Ik weet dat ik met ‘Wiskunde’ niet moet inzitten. Ik ben ook creatief en graag met mijn handen bezig. Dus die maquettes maken, dat zal ik allemaal tof vinden. Het is daarom dat vooral architectuur me nu aanspreekt.
Een geslaagde reis houdt rekening met mijn dyslexie. Sommige mensen zeggen dat ik daar geen rekening mee moet houden. Ik weet wel dat ik daar eigenlijk niet zou mogen naar kijken. Maar uiteindelijk moet je dat wel doen, al is het maar voor de hoeveelheid dat je moet leren en moet lezen enzo. Ik moet echt wel effectief kijken naar dingen die het moeilijk maken door mijn dyslexie. Bijvoorbeeld ‘Rechten’ is veel lezen. Als je al die wetjes van buiten moet leren, dat kan je niet van een keer te horen. Veel lezen is voor mij supermoeilijk. Dat gaat supertraag vooruit. Dan word ik daar supergefrustreerd van en ook erg moe doordat ik mij zo moet concentreren. Dus ja, dat gaat niet, dat is zo een richting die niet
13
werkt. Ik weet dat iedereen hard moet werken aan de universiteit of hogeschool maar voor mij maakt dat lezen uit of ik wil verder gaan of niet met het leren. Want ik zal uiteindelijk langer aan mijn bureau moeten spenderen dan de meesten.
Een geslaagde reis wil ik doen met vertrouwen dat het zal lukken. Door gesprekken met ons gezin en vrienden krijg ik extra vertrouwen. Ik twijfel vaak aan mijn eigen kunnen, zeker op studievlak. Het gaat om het weten ‘kijk ik kan wel iets’. Ik denk dat het voor mij belangrijk is om tegen mezelf te zeggen ‘ge moogt zelfvertrouwen hebben’.
Een geslaagde reis is er één zonder medelijden.
Ik heb nooit graag medelijden gehad en ik ga dat ook nooit graag hebben. Ik wil niet dat ze naar mij kijken van ‘Ocharme dat kind’. Dat haat ik echt.
Een geslaagde reis is moeilijk te realiseren zonder ondersteuning. De univ moet dat ook weten van mijn dyslexie. Omdat ik het niet kan halen zonder hulp. Dat is gewoon zo. Het is belangrijk dat ze daar luisteren naar wat ik nodig heb en daar rekening mee houden in de mate van het mogelijke. Ik ga bijvoorbeeld meer tijd nodig hebben om mijn vragen te lezen en om te denken over iets. Dus daarvoor gaan ze mij echt wel meer tijd moeten geven. Ik denk dat het moeilijk zal zijn als de univ niet flexibel is met mijn vraag naar hulp. Uiteindelijk is het een vraagteken voor mij of ze er goed rekening mee zullen houden. Het is altijd zo dat mensen die het zelf niet ervaren zeggen: ‘Oh, ze helpen daar goed mee.’ Maar het is moeilijk voor iemand die het niet heeft om te weten van ‘die doen dat goed of slecht’. Uiteindelijk zijn er altijd mensen die moeilijk doen en heb je altijd problemen. En dan probeer je je te redden in de mate van het mogelijke. Ik denk wel dat het sowieso op een of andere manier moeilijk zal zijn voor mij. Tegelijk zijn er maar weinig die een probleemloze studie hebben op de univ.
14
Een geslaagde reis is gezien worden zoals de anderen. Het is voor mij wel belangrijk dat ze mij niet doen voelen alsof ik dom ben, alsof ik er zelf kan aan doen. Dat ze niet gaan denken van: ‘die is dommer dan een ander’. Ik heb waardering en respect nodig, in die zin dat ik niet anders ben dan een ander omdat ik dyslexie heb. Ik haat het als mensen mij anders gaan bekijken hierdoor.
Een geslaagde reis betekent ook nieuwe dingen ontdekken.
Een geslaagde reis is meer dan studeren alleen. Bij ‘Burgerlijk’ ga ik echt wel superhard moeten studeren. De hele tijd in een kotje leven, de hele tijd moeten blokken, dat wil ik absoluut niet. Dat zeggen ze toch van ‘Burgerlijk’, dat staat daar gekend voor.
Een geslaagde reis is op de weg nooit gaan schuilen achter mijn dyslexie. Ik probeer altijd te vermijden om te stellen ‘dat is omdat ik dyslexie heb’, Ik heb nooit geprobeerd om me achter mijn dyslexie te verschuilen, omdat ik dat laf vind als je dat doet.
Een geslaagde reis maakt studeren in het buitenland mogelijk. Het zal nog niet voor direct zijn, maar ik wil een stuk studeren in het buitenland. Het is voor mij belangrijk dat ik dat kan doen met mijn studie. Dat is iets waarvan ik zeg: ‘dat ga ik echt doen voor mijzelf.’ Als me dat niet lukt, ga ik super ontgoocheld zijn.
15
Een geslaagde reis is onderweg ook anderen helpen. Ik weet hoe belangrijk het is om iemand te hebben die u helpt. Het is daarom voor mij belangrijk om anderen te kunnen helpen.
Een geslaagde reis leidt later naar een job. ‘Psychologie’, dat is vooral bij de mensen zijn. Als ge dan uw job echt uitoefent, dan ben je vooral met de mensen bezig en maak je je eigen dossiers op en kijk je zelf naar de dingen. ‘Logopedie’, gewoon omdat ik weet hoe erg ik zelf met mijn probleem in de knoop heb gelegen, dat ik daar andere mensen mee wil helpen die dezelfde dingen doormaken als mij. Dus in dat opzicht wil ik dat wel doen. Maar voor de rest heb ik niet echt zoiets van: ‘ik zal iemand anders leren lezen’. Uiteindelijk is dat lezen niet hét belangrijkste. Ik moet mijn job later graag kunnen doen. Want je moet dat uiteindelijk wel heel lang doen. Zo wil ik niet op een bureautje zitten of hele dagen met één ding bezig zijn. Ik wil bijvoorbeeld mensen ontmoeten, weten wat zij willen van huis, wat zij willen van omgeving.
Een geslaagde reis zorgt dat ik later op eigen benen sta. Voor mij is het zo belangrijk dat ik uiteindelijk goed op mijn pootjes terecht kom. Dat ik later op mijn eigen houtje kan zijn, dat ik niet afhankelijk ben van andere mensen.
Een geslaagde reis zorgt ervoor dat ik iets kan bereiken na mijn studie. Met ‘Filosofie’, daar kom je niet ver mee. Ja, ik wil iets kunnen en dan zeggen ‘ik heb dat gekund’. Succesvol zijn, iets kunnen bereiken, bijvoorbeeld als architect kunnen zeggen: ‘dat gebouw is van mij’.
16
De identiteitscontrole Eva laat jullie hier ook een klein stukje zien van wie ze is als persoon en hoe dit een invloed heeft op haar zoektocht naar de opleiding van haar dromen.
«Ik ben gelijk een architect.»
Een architect denkt veel over zijn ontwerpen. Dat doe ik dus ook: ik denk echt enorm veel, over de mensen, over mijn omgeving, over alles wat er rond mij gebeurt, denk ik na. ‘Zo of zo?’, ‘Wat kan ik daarover denken? ‘Hoe kan ik daarnaar zien?’, ‘Hoe moet ik daarmee omgaan?’, ‘Hoe moet ik daarop reageren?’, ‘Hoe moet ik dat verwerken?’, zo van die dingen. Echt bij alles denk ik 100 keren na. Ik denk ook veel na over mijn studiekeuze. Ik ben een moeilijke in mijn keuze. Ik wil echt alles weten over mijn mogelijkheden en wat me echt interesseert. Net als een architect, creëer ik graag nieuwe dingen en een nieuwe omgeving. Volgend jaar creëer ik ook een nieuwe omgeving: ik ga dan op kot. Dat is helemaal nieuw voor mij. Maar ik zal ondertussen ook het sociale leven ginder creëren en mijn oud leven hier ook blijven ondersteunen. Maar toch verder bouwen. Dat ik nieuwe dingen ontdek, nieuwe ontwerpen zogezegd maak en nieuwe dingen uitprobeer. Waarschijnlijk ga ik ook iets creatief doen, dus dat is ook zoals een architect.
17
Ik ben iemand die echt iets wil kunnen, die iets wil bereiken in het leven, mijn stempel daarop drukken en zeggen: ‘Kijk, dat heb ik kunnen doen.’ Bijvoorbeeld als architect zou ik willen zeggen: ‘Dat gebouw is van mij.’ Een architect helpt mensen om een huis te zetten en hen gelukkiger te maken door hun omgeving te veranderen. Hij ondersteunt ook als een gebouw kapot gaat. Ik kom heel graag onder de mensen. Met mensen bezig zijn is mijn ding. Ik ondersteun graag mensen en hun omgeving. Ik help hen graag om zich beter te voelen. Ik wil alles doen voor iedereen, ik wil altijd iedereen helpen, ik wil iedereen gelukkig maken. Er zijn er dan ook veel die met hun problemen naar mij komen. Een architect krijgt volgens mij veel input, veel informatie. Dat is bij mij ook het geval. Ik luister veel naar mensen.
«Ik ben een reiziger.» Naar het buitenland gaan, dat geeft zo een extra in mijn leven. Ik ben iemand die graag nieuwe dingen ontdekt en nieuwe culturen bezoekt. Dat is echt mijn ding.
Maar naast een architect en een reiziger, ben ik ook een onzeker iemand. Ik heb een minder gedacht over mezelf dan dat anderen mij zien. Ik ben daarbij tegelijk een open en een gesloten persoon. Aan de ene kant ben ik sociaal en babbel ik graag. En ik ga altijd mijn mening zeggen, ook als ik niet akkoord ben. Ik luister naar anderen, maar ben wel iemand die uiteindelijk haar goesting doet. Aan de andere kant ben ik gesloten. De meeste mensen gaan nooit weten van mijn problemen. Er zijn niet veel mensen die in mijn wereld geraken of mogen kijken. Ik ben een redelijk sterk persoon, iemand die niet altijd wil dat andere mensen mij helpen. Dat is altijd zo geweest.
«Ik denk dat het goed is hoe dat ik ben.»
18
In de wereld... «Echt iets betekenen voor de wereld? Dat weet ik eigenlijk niet. Dat weet ik echt niet.» Ik denk niet dat ik een taak heb in het leven. Ik denk ook niet dat we hier zijn voor iets. Als ik architect word, dan wil ik iets bouwen of doen. Maar echt iets betekenen voor de wereld, dat weet ik eigenlijk niet. Maar het maakt mij gelukkig om anderen gelukkig te maken en te helpen. Ik denk dat dit voor mij zo wat mijn missie geworden is. Mijn grote droom is naar het buitenland gaan studeren en wonen, maar mensen helpen zal voor altijd een missie zijn.
19