2012-2013
De Tweede Fase
Colofon Tekst: Werkgroep Tweede Fase e.a. Eindredactie: Drost Tekstproduktie, Zaltbommel Fotografie: Gerrit Groeneveld, Zaltbommel Vormgeving en realisatie: Van den Oever Vormgeving, Deil © 2012 Het Cambium College en Drost Tekstproduktie
Inhoud Vooraf........................................................................................... 3 1 Wat verwachten we van je?.......................................... 4 1.1 Je haalt het uiterste uit jezelf 1.2 Je wordt een zelfverantwoordelijke volwassene 1.3 Je werkt tijdens je Z-uren in het open leercentrum
2 Jaarindeling........................................................................ 8 3 Toetsen...............................................................................10 3.1 Toetsen in de voorexamenklassen 3.2 Toetsen in de eindexamenklassen
4 Profielwerkstuk...............................................................12 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Algemene eisen Planning van de werkzaamheden Beoordeling Presentatie Prijzenpakket
5 Wanneer ben je over?...................................................20 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Belangrijke punten uit het bevorderingsreglement Wanneer ben je bevorderd? Wanneer ben je bevorderd met een taak? Wanneer ben je een ‘bespreekgeval’? Het bevorderingsreglement Tweede Fase in schema
6 Herkansingsregeling voor schoolexamens...........25 6.1 Algemene regeling 6.2 Regeling voor vakken met alleen een schoolexamen
1
7 Wanneer ben je geslaagd?..........................................28 8 Na het havo overstappen naar het vwo.................30 9 Loopbaanoriëntatie of: . hoe kies je een vervolgopleiding?...........................31 10 Internationalisering in het vwo.................................32 10.1 Kennis en ervaringen uitwisselen 10.2 Kosten en aanmelding
11 Een reis naar Praag of York of een . outdoorkamp voor de havo-leerlingen.................35 12 Een maatschappelijke stage lopen..........................37 13 Veel gestelde vragen (en de antwoorden)............39
2
Vooraf Hartelijk welkom in de bovenbouw van havo en vwo, ook wel de Tweede Fase genoemd. Kenmerkend voor de Tweede Fase zijn: • Je hebt naast een aantal gemeenschappelijke vakken ook keuzevakken. Welke keuzevakken je hebt, hangt onder meer af van het profiel dat je hebt gekozen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek. • Je sluit alle vakken af met een examen. Voor vakken zoals algemene natuurwetenschappen (ANW), culturele en kunstzinnige vorming (CKV), klassieke culturele vorming (KCV), lichamelijke opvoeding (LO), informatica, maatschappijleer en wiskunde D is dat uitsluitend een schoolexamen (SE). In andere vakken doe je een schoolexamen én een centraal examen (CE). • Je maakt een profielwerkstuk. • Je bereidt je voor op een vervolgstudie. De meeste havoleerlingen kiezen een opleiding in het hoger beroeps onderwijs, de meeste vwo-leerlingen kiezen een universitaire studie in het wetenschappelijk onderwijs. In dit boekje vind je informatie over belangrijke onderwerpen. Lees de informatie goed en gebruik het boekje als naslagwerk. Veel succes in de Tweede Fase! Namens de docenten, mevrouw drs. M. Koolen, conrector havo mevrouw H. de Hoon, conrector vwo
3
1 Wat verwachten we van je? 1.1 Je haalt het uiterste uit jezelf Het Cambium College is pas écht tevreden, als elke leerling het uiterste uit zichzelf heeft gehaald. De ene leerling heeft een topprestatie geleverd als er bij alle vakken een eindcijfer 6,0 op de cijferlijst staat, bij een andere leerling is een gemiddeld eindcijfer van een 8,0 een topprestatie. De meeste leerlingen kunnen naast hun ‘gewone’ vakken iets extra’s presteren, bijvoorbeeld op het gebied van muziek, sport, een maatschappelijke stage, de schoolkrant of het organiseren van een activiteit. Maar voorop staat dat je energie stopt in school en je schoolwerk.
“Dit jaar moet je wel veel zelf doen. Je moet meer zelfstandig werken, dus de verleiding is groot om niets te doen. Maak elke dag je huiswerk, anders kom je jezelf tegen aan het eind van het jaar.” Kim
4
1.2 Je wordt een zelfverantwoordelijke volwassene We verwachten van je dat je aan het eind van de Tweede Fase een grote stap hebt gezet in de richting van zelfverantwoordelijke volwassenheid. Sommige leerlingen vertalen dit als ‘ik bepaal zelf wel wat ik doe’. Anderen denken dan aan ‘vrijblijvendheid’. Zelfverantwoordelijkheid betekent voor ons dat je jezelf achter de broek zit, je zaken goed organiseert en eventuele problemen zelf oplost. Je houdt je aan afspraken en bent een goede samenwerkingspartner. En als er dingen gebeuren waardoor je een afspraak niet kunt nakomen, dan stel je de ander daarvan op tijd op de hoogte. Je neemt zelf het initiatief om achterstanden in te halen. En natuurlijk verschuil je je niet (meer) achter smoesjes als: de computer is vastgelopen, de inkt was op, mij is niet verteld dat ik dat moest inleveren en de hond heeft mijn werkstuk opgegeten. Verder is het bijzonder belangrijk dat je je werk op tijd inlevert. Je zult merken dat op de hogeschool of universiteit een deadline heilig is. Ben je te laat, dan doe je het werk het jaar daarna maar over. Daarom is het goed om ook op dit punt je verantwoordelijkheid te nemen. Te laat inleveren van werk zie je bij ons op school terug in een lager cijfer voor het werk. Zelfverantwoordelijkheid houdt ook in dat je je werk adequaat over een bepaalde periode verdeelt. Daarvoor gebruik je de planners die je per vak krijgt. Het spreekt vanzelf dat je rekening houdt met al je afspraken buiten school, want die moeten natuurlijk ook een plekje krijgen in je planning. Ook neem je goed voorbereid aan de lessen deel. Je hebt je boeken bij je en je werk is af. Je blijft volgens de planning werken als een docent, om welke reden dan ook, afwezig is. Want ook dát is zelf verantwoordelijkheid.
5
“Verwacht niet dat de leraren achter je aan gaan zitten. Je moet veel zelfstandiger werken dan in de onderbouw. Probeer je werk te verdelen, anders moet je op het laatste moment alles doen en dat is onmogelijk.” Sanne
1.3 Je werkt tijdens je Z-uren in het open leercentrum Op je lesrooster staan meestal 27 tot 28 lesuren ingeroosterd. Een klein aantal leerlingen heeft meer lesuren; zij volgen een extra vak. Wie minder dan 31 lesuren op het rooster heeft staan, moet zelf het aantal lesuren uitbreiden. Dat doe je met maximaal 3 uren voor zelfstudie, de zogenoemde Z(elfstudie)-uren. Tijdens de Z-uren werk je onder toezicht in het open leercentrum (OLC) bij lokaal 112. Uiteraard heb je dan schoolwerk bij je. Het is verstandig om van tevoren te bedenken welk werk je tijdens de Z-uren wilt gaan uitvoeren. Het OLC is een stilteruimte. Dat betekent dat je hier niet kunt werken aan groepsopdrachten. Verder gelden hier dezelfde regels als tijdens de lessen. Je mag het Z-uur niet gebruiken voor het inhalen van een gemist proefwerk. We houden je aanwezigheid zorgvuldig bij. Als je door ziekte of een andere geldige reden afwezig bent, hebben je ouders/verzorgers de school daarover ingelicht. Ongeoorloofd verzuim – spijbelen dus – wordt bestraft. Tevens melden we het spijbelen bij de leerplichtconsulent van je gemeente. In 5 vwo staan de vakken CKV en KCV voor twee lesuren op het lesrooster. Daarnaast zijn er gedurende het leerjaar enkele verplichte avondactiviteiten. Als je een activiteit door ziekte of een andere reden mist, dan moet je die activiteit op een ander moment en in je eigen tijd inhalen.
6
“Benut de Z-uren goed. Hiermee win je veel tijd. Daardoor kun je buiten de school leuke dingen doen.” Leonie
7
2 Jaarindeling Hier zie je in grote lijnen de indeling van de schooljaren in de Tweede Fase. De uitgebreide toelichting vind je in het PTA. Schema toetsperiodes
Periode
4 havo en 4 en 5 vwo
5 havo en 6 vwo
1
3
1
2
3
toetsweek1
toetsweek2
toetsweek2
toetsweek2
2
PO3
PO
PO
PO
PO
PO
mag
mag
mag
mag
mag
mag
PW
PW
PW
4
1. Van elk vak krijg je een toets; dit mag een schriftelijke examentoets (SET) zijn. Van vakken waarvoor geen centraal examen wordt afgelegd en die in het betreffende schooljaar worden afgerond, mag ook buiten de toetsweken een SET worden gegeven in de ingeroosterde toetsuren. 2. In elke toetsweek in de examenklas krijg je per vak een SET, een mondelinge examentoets of een praktische opdracht (PO). Kijken luistertoetsen worden buiten de toetsweken afgenomen op landelijk vastgestelde data. 3. Voorbeelden van PO’s zijn een verslag, literatuuronderzoek, een posterpresentatie of powerpointpresentatie. Ook het profielwerkstuk is een PO. 4. Proefwerken (PW’s) tellen mee voor de overgang naar het volgende leerjaar. Dat geldt ook voor de examentoetsen die je in dat leerjaar hebt gemaakt.
8
“Er wordt veel dieper ingegaan op de onderwerpen. Hou alles goed bij, anders snap je er na twee lessen niks meer van. Leer toetsen vooral niet in één keer. Er wordt veel nadruk gelegd op details en die krijg je niet in één keer in je hoofd gestampt.” Claudia
9
3 Toetsen 3.1 Toetsen in de voorexamenklassen De voorexamenklassen hebben één toetsweek aan het eind van het leerjaar. De overige toetsen worden verdeeld over het jaar afgenomen tijdens een normaal lesuur of in een van de ingeroosterde toetsuren. De meeste toetsen zijn schriftelijk, maar je krijgt ook mondelinge toetsen en kijk- en luistertoetsen. Let goed op de status van de toets. De meeste toetsen zijn voortgangstoetsen die meetellen voor het cijfer voor de overgang naar het volgende leerjaar. Er zijn ook schoolexamentoetsen. Die tellen mee voor het overgangscijfer én voor het schoolexamencijfer. Je krijgt een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Hierin staat per vak wat de schoolexamentoetsen zijn en wat de weging van die toetsen is. Naast toetsen maak je voor verschillende vakken praktische opdrachten (PO’s). Deze voer je voor een groot deel in de les uit, maar je werkt er ook zelfstandig aan. Ook hiervoor is het goed het PTA te bekijken, want de PO’s zijn onderdeel van het schoolexamen.
3.2 Toetsen in de eindexamenklassen In de eindexamenklas heb je drie toetsweken. Tijdens deze toets weken maak je schoolexamentoetsen. In het PTA staat per vak welke toetsen dat zijn en wat de weging van die toetsen is. Het gaat om schriftelijke toetsen, mondelinge toetsen en praktische opdrachten. Kijk- en luistertoetsen worden buiten de toetsweken afgenomen op landelijk vastgestelde afnamedata.
10
Je eindigt je schoolloopbaan met een eindcijfer per vak. Dit is het schoolexamencijfer. Voor sommige vakken is dat direct het eindcijfer dat op je cijferlijst komt. Op pagina 5 staan de vakken genoemd waarvoor dit geldt. In de andere vakken doe je ook nog een centraal examen. Het gemiddelde van je schoolexamencijfer en je cijfer voor het centrale examen is je eindcijfer dat op je cijferlijst komt. Ook in de eindexamenklas maak je voor verschillende vakken (PO’s). Bekijk ook hiervoor het PTA zorgvuldig. Op www.examen.nl vind je examenopgaven van de afgelopen jaren, met correctievoorschriften en normering.
“De overgang van de basisvorming naar de Tweede Fase is niet groot als je je best doet. Je moet wel je werk goed bijhouden, want het is moeilijk om alles weer in te halen.” Jolieke “Zorg goed voor je werk en schrijf de planners van de verschillende vakken in je agenda. Schrijf je huiswerk duidelijk op.” Robin
11
4 Profielwerkstuk In periode 2 beginnen havo 4-leerlingen en vwo 5-leerlingen aan hun profielwerkstuk, dit is een uitgebreide onderzoeksopdracht. Wanneer werk je eraan? Welke eisen stellen wij eraan? Deze en andere vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord. Je ontvangt van ons bovendien de handleiding Profielwerkstuk en een bijbehorend logboek. Bestudeer deze ook goed!
4.1 Algemene eisen Het profielwerkstuk heeft een studielast van 80 uur en heeft bij voorkeur betrekking op twee vakken. Je overlegt daarover met de begeleidende docent van het eerst gekozen vak, dit moet een profielvak zijn. Deze docent bepaalt of er een invalshoek vanuit een tweede vak bijkomt. Het tweede vak hoeft geen profielvak te zijn, maar moet wel in het gekozen vakkenpakket voorkomen.
12
Nederlands
Cultuur en Maatschappij
Economie en Maatschappij
Natuur en Gezondheid
Mogelijk eerste vak
Natuur en Techniek
Het eerste vak moet een studielast hebben van ten minste 320 uur (havo) of 440 uur (vwo). Alleen bij het profiel Cultuur en Maatschappij mag bij het vwo ook Nederlands als eerste vak worden gekozen en bij het havo mogen Nederlands en Engels als eerste vak worden gekozen.
x
Engels
x (alleen bij havo)
Frans
x
x
Duits
x
x
Latijn
x (alleen bij vwo)
Geschiedenis
x
x
x
x
Economie
x
x
M&O
x
Aardrijkskunde
x
Kunstvakken
x
Wiskunde A
x
x
x
x
Wiskunde B
x
Wiskunde D
x
Natuurkunde
x
x
Scheikunde
x
x
Biologie
x
x
Informatica
x
x
13
Het profielwerkstuk wordt uitgevoerd door groepjes van twee personen. Alleen werken of samenwerken met meer personen mag in principe niet, tenzij het onderzoek zich ertoe leent en daarover met de betrokken docent(en) afspraken worden gemaakt. Tijdens het werken aan het profielwerkstuk houd je je eigen logboek bij. Het logboek dient als verantwoording van het werk dat je doet en de tijd die je eraan besteedt. Elke zoekactie, elke schrijf actie, elk gesprek en wat jullie verder doen voor het profielwerkstuk moeten worden genoteerd. Van het onderzoek wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Het eindverslag lever je in bij de docent van het eerste vak. Voor het verslag, onderdeel van je profielwerkstuk, krijg je een cijfer dat voor de uitslagbepaling meetelt in het combinatiecijfer. Met je groep lever je één verslag in ter beoordeling. De begeleiding gebeurt voornamelijk door de docent van het eerste vak. Maak goede afspraken met je docent/begeleider en houd je ook aan deze deadlines. Tijdens het eindexamenjaar gaat de tijd hard en zul je weinig tijd vinden om in je werkstuk te stoppen. Mijn tip dus: begin op tijd en stel niet of zo min mogelijk uit. Ilse
14
4.2 Planning van de werkzaamheden Werkzaamheden Keuze van het hoofdvak Oriëntatie op en keuze van een onderwerp
Wanneer havo
vwo
Periode 4.2
Periode 5.2 Periode 5.3
Voorbereiding
Periode 4.3
Uitvoering
Tijdens de laatste schoolweken
Schrijven verslag
Periode 5.1
Periode 6.1
Presentatie
Periode 5.2
Periode 6.2
Inleveren concept
Vóór de herfstvakantie
Vóór de herfstvakantie
Inleveren eindversie
Rond 1 december
Rond 1 december
Oriëntatie en keuze (± 6 uur) • Een partner kiezen. • De vakken voor het onderzoek kiezen. • Je oriënteren op een mogelijk onderwerp en een onderwerp kiezen. • Geschikte bronnen zoeken. Noteer om welke bronnen het gaat. Bronnen die je gebruikt voor je onderzoek, neem je op in het verslag. • Formuleren van de onderzoeksvraag, waarbij je onderscheid kunt maken tussen de hoofdvraag en eventuele deelvragen. Voorbereiding (± 6 uur) • Literatuuronderzoek: wat is er al bekend over het probleem of onderwerp? • Mogelijke meet- en/of onderzoeksmethodes bekijken. • Een hypothese formuleren. • Experiment(en) plannen en een werkplan maken.
15
Uitvoering (± 48 uur) • Onderzoek uitvoeren, gegevens verzamelen. • Gegevens uitwerken. • Controleer of de verzamelde informatie volledig is en of je daarmee de onderzoeksvraag of -vragen kunt beantwoorden. Zo niet: zorg ervoor dat dit wel kan. Aan de hand van het logboek beoordeelt de hoofdbegeleider het proces na elke fase. Je mag pas aan een volgende fase beginnen als de vorige voldoende is afgerond. De uitvoering gebeurt in de weken voor de zomervakantie, na de toetsweek. Je bent verplicht aanwezig. Ongeoorloofde absentie wordt als spijbelen aangemerkt, met alle gevolgen van dien. De laatste week van de zomervakantie en de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar is de school open voor leerlingen die in (een deel van) de uitvoeringsfase ziek geweest zijn of die nog experimenten over willen doen. Schrijven en presenteren (± 20 uur) • Verslag schrijven. • Presentatie voorbereiden. • Vóór de herfstvakantie je concept inleveren. • Rond 1 december de definitieve versie inleveren.
Zorg dat je echt een leuk onderwerp kiest voor je profielwerkstuk. Je bent er wel een jaar mee bezig. Ook is het handig er op tijd mee te beginnen, dan hoef je niet zoveel in de vakantie te doen. Lianne
16
Voorbeelden van onderzoeksvragen uit de afgelopen jaren Wat is het verschil tussen ‘echt’ en ‘nep’ lachen? (Nominatie Van Melsenprijs, Radboud Universiteit.) Hoe maak je met materialen van school een rijdende magneettrein? (Ineke Marreeprijs en landelijke Onderwijsprijs van de KNAW, Natuur en Techniek.) Loopt de Bommelerwaard gevaar om getroffen te worden door een aardbeving? (Gerard Scholteprijs.) De Spellewaard, een leefbare woonwijk? Duikreflex (Ineke Marreeprijs en landelijke Onderwijsprijs van de KNAW, Natuur en Techniek.)
• • • • •
17
4.3 Beoordeling De beoordeling wordt gedaan door twee docenten: de begeleidende docent van het eerste vak en de docent van het tweede vak. Als er geen invalshoek vanuit een tweede vak is, dan is de tweede beoordelaar een docent uit hetzelfde leergebied. De beoordeling wordt door de twee beoordelaars ondertekend en bij de examencoördinator ingeleverd. De beoordeling gebeurt aan de hand van standaard beoordelingsformulieren. Bij de beoordeling spelen ook het logboek, het door lopen proces en het wel of niet houden van een presentatie een rol.
4.4 Presentatie Iedereen krijgt de gelegenheid de resultaten van het werk te presenteren. Dat gebeurt in het examenjaar op de profielwerkstukavond voor een uitgebreid publiek. Docenten, ouders/verzorgers en leerlingen van de voorexamenklassen krijgen hiervoor een uitnodiging. Je mag je werk pas presenteren als het op de afgesproken tijd is ingeleverd en nadat vorm en inhoud van het verslag met een voldoende zijn beoordeeld. Er is slechts één presentatiemoment. De beoordeling van de presentatie is in handen van personen die niet bij de begeleiding van jullie profielwerkstuk betrokken zijn geweest.
4.5 Prijzenpakket Het publiek kiest van elke afdeling de beste presentatie, die beloond wordt met de publieksprijs ter waarde van € 250. Voor het best geschreven vwo- en havo-profielwerkstuk stelt de school een prijs beschikbaar: de Gerard Scholteprijs (havo) en de
18
Ineke Marreeprijs (vwo). Beide prijzen zijn een bijdrage aan het collegegeld. De winnaars van de tweede prijs ontvangen een boekenpakket ter waarde van € 750. Elke sectie kan twee werkstukken nomineren. De winnaars van de eerste en tweede prijs worden aangewezen door een externe en deskundige jury. De bekendmaking van de winnaars en de prijs‑ uitreiking vinden plaats tijdens de presentatieavond. De genomineerden van het vwo kunnen tevens meedingen naar de landelijke Onderwijsprijs van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappers (KNAW). Er zijn ook nog andere landelijke prijzen te winnen (zie de handleiding Profielwerkstuk voor het volledige overzicht).
19
5 Wanneer ben je over? En wanneer niet? Om te bepalen of je aan het eind van een leerjaar overgaat naar het volgende leerjaar – al dan niet met een taak –, zijn er algemene bepalingen en reglementen. Deze zijn officieel vastgesteld. Het volledige reglement wordt gepubliceerd in het PTA. Hieronder vind je de belangrijkste punten uit het bevorderings reglement van de vernieuwde Tweede Fase. Ze hebben betrekking op de overgang van 4 naar 5 havo, van 4 naar 5 vwo en van 5 naar 6 vwo. Vervolgens lees je wanneer je een ‘bespreekgeval’ bent en in welke situatie je wordt afgewezen. Daarna zetten we alles in een schema nog eens op een rijtje.
5.1 Belangrijke punten uit het bevorderingsreglement • De cijfers van het eindrapport worden gevormd door het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers over het hele schooljaar. • Het eindcijfer wordt uitgedrukt in een heel cijfer. • Voor het bepalen van de onvoldoendes wordt uitgegaan van de afgeronde, hele cijfers. Hierbij wordt, indien de 2e decimaal een 4 of lager is naar beneden afgerond en indien de 2e decimaal een 5 of hoger is naar boven afgerond (dus 5,44 wordt 5 en 5,45 wordt via 5,5 een 6). • Bij het berekenen van het gemiddelde eindcijfer hebben alle vakken hetzelfde gewicht, met uitzondering van de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer (ANW, maatschappijleer, KCV, profielwerkstuk). Het combinatiecijfer heeft het gewicht van één vak.
20
• Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde (en rekenen) mag ten hoogste één 5 worden gehaald. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één 5 voor Nederlands en Engels (en rekenen) mag worden gehaald. Een leerling is dus niet over als: - er meer dan één 5 voor deze vakken wordt gescoord; - er een 4 of lager voor deze vakken wordt gescoord. • CKV en LO krijgen geen cijfer op het rapport. De resultaten tellen dus ook niet mee bij het bepalen van het gemiddelde cijfer. • Bij de bevordering houden we rekening met het combinatiecijfer, waarin de kleine vakken uit het gemeenschappelijk deel, het profielwerkstuk, maatschappijleer, ANW en KCV gemiddeld worden. De ondergrens voor de afzonderlijke vakken is 4. De eindcijfers, dus de afgeronde cijfers, worden gemiddeld. Het combinatiecijfer zelf wordt ook afgerond. Hierbij wordt, indien de 1e decimaal een 4 of lager is naar beneden afgerond en indien de 1e decimaal een 5 of hoger is naar boven afgerond (dus 5,45 wordt 5 en 5,5 wordt een 6). • Het combinatiecijfer telt mee als één cijfer in het bevorderings reglement en kan dus ook eventuele onvoldoendes compenseren. • Op het rapport staan – naast het combinatiecijfer – ook de resultaten van de afzonderlijke vakken vermeld.
21
Voor leerlingen met een extra vak gelden de bepalingen uit dit reglement. Als ze, mede door een onvoldoende voor het extra vak, doubleren, dan mogen ze de duim op het extra vak leggen. In het volgende leerjaar volgen ze dat extra vak niet meer. De havo-leerling verliest daarmee de mogelijkheid over te stappen naar het vwo.
5.2 Wanneer ben je bevorderd? Je bent bevorderd als: 1. het eindrapport uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, of: 2. het eindrapport één vijf en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, of: 3. het eindrapport één 4 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat en deze 4 niet één van de vakken Nederlands, Engels of wiskunde is, of: 4. het eindrapport twee maal een 5 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, waarbij maximaal één 5 (van deze twee) voor Nederlands, Engels of wiskunde is, of: 5. het eindrapport één 5 en één 4 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat én het rekenkundige gemiddelde van alle cijfers 6,0 of hoger is, waarbij er maximaal één 5 en geen 4 voor Nederlands, Engels of wiskunde is.
5.3 Wanneer ben je bevorderd met een taak? Je bent bevorderd met een taak als: 1. één van de bovenstaande gevallen (1 t/m 5) zich voordoet én één
22
of meer opdrachten niet voldoende zijn afgerond, of: 2. als de vakken CKV en/of LO en/of de maatschappelijke stage niet voldoende zijn afgerond. De taak moet op de eerste schooldag vóór 12.00 uur zijn ingeleverd. Dan volgt de beoordeling. Als de taak onvoldoende is gemaakt, heb je vanaf dat moment geen toegang tot de lessen. Eerst werk je op school aan de verbetering van de taak, net zo lang tot de taak voldoende is gemaakt.
5.4 Wanneer ben je een ‘bespreekgeval’? Je wordt besproken als: 1. Het eindrapport twee maal een 5 of één 4 bevat uit de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, waarbij de overige cijfers 6 of hoger zijn. 2. Het eindrapport één 5 en één 4 bevat, verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger, maar het rekenkundig gemiddelde van alle cijfers lager is dan 6,0 en maximaal één 5 of één 4 voor Nederlands, Engels of wiskunde is. 3. Het eindrapport drie maal een 5 bevat, verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger én het rekenkundig gemiddelde van alle cijfers 6,0 of hoger is, waarbij maximaal één van deze cijfers 5 voor Nederlands, Engels of wiskunde is. Je bent afgewezen in alle overige gevallen.
23
5.5 Het bevorderingsreglement Tweede Fase in schema Afgeronde, hele eindcijfers Alle examenvakken
24
Nederlands, Engels . en wiskunde
Gemiddelde van alle afgeronde, hele eindcijfers
Resultaat
Uitsluitend 6 of hoger
Bevorderd
Eén 5 en verder uitsluitend 6 of hoger
Bevorderd
Eén 4 en verder Uitsluitend 6 of uitsluitend 6 of hoger hoger Eén 4
Bevorderd
Tweemaal 5 en Eén 5 en verder verder uitsluiuitsluitend 6 of tend 6 of hoger hoger
Bevorderd
Bespreken
Tweemaal 5
Bespreken
Eén 5 en één 4 en verder uitsluitend 6 of hoger
Eén 5 en verder 6,0 of hoger uitsluitend 6 of hoger
Bevorderd
Eén 4 en verder 6,0 of hoger uitsluitend 6 of hoger
Bespreken
Eén 5 en één 4 en verder uitsluitend 6 of hoger
Eén 5 of één 4
Bespreken
lager dan 6,0
Driemaal 5 en Eén 5 en verder 6,0 of hoger verder uitsluiuitsluitend 6 of tend 6 of hoger hoger
Bespreken
Alle overige gevallen
Afgewezen
6 Herkansingsregeling voor schoolexamens De herkansingsregeling is gebaseerd op de landelijke herkansingsregeling van het centraal examen. Uitsluitend de schriftelijke examentoetsen komen voor herkansing in aanmerking.
6.1 Algemene regeling 1. Per toetsperiode mag je één schriftelijke examentoets (SET) herkansen. Spaarregeling Maak je in een periode geen gebruik van de herkansingsregeling, dan mag je in een latere periode twee toetsen in plaats van één uit de betreffende periode herkansen. In die situatie mag je per periode dus maximaal twee toetsen herkansen. Je kunt één extra herkansing sparen. Maak je meerdere toetsperioden na elkaar geen gebruik van de spaarregeling, dan blijft toch maar één extra herkansingsmogelijkheid staan. De spaarregeling geldt alleen voor toetsen die tijdens een toetsweek afgenomen worden. 2. Alle SET’s komen voor herkansing in aanmerking, ongeacht het cijfer dat is behaald. Voor praktische opdrachten, mondelinge toetsen en kijk- en luistertoetsen is geen herkansing mogelijk. 3. Het verzoek tot herkansing moet je binnen één week na bekendmaking van het cijfer voor een toets schriftelijk bij de examencoördinator indienen.
25
4. De herkansing wordt binnen drie weken na de toetsperiode afgenomen. Op de dag van de herkansingen mogen geen andere toetsen worden afgenomen. Aan het eind van het schooljaar worden de herkansingen afgenomen en nagekeken voordat de overgangsvergadering plaatsvindt. 5. Bij herkansing telt altijd het hoogste cijfer. 6. Indien je door omstandigheden niet aan de herkansing deelneemt, vervalt de herkansingsmogelijkheid. Je kunt dan via de spaarregeling in een volgende periode een extra SET herkansen. 7. Als een SET moet worden ingehaald, bijvoorbeeld omdat je ziek was toen de toets werd afgenomen, maak je de herkansingstoets. In dat geval vervalt het recht op een herkansing van de betreffende toets. Je kunt dan nog wel een toets van een ander vak herkansen. 8. Wanneer je tijdens een toetsweek meerdere examentoetsen mist, wordt door de examencoördinator in overleg met de examina toren een passende regeling getroffen.
6.2 Regeling voor vakken met alleen een schoolexamen 1. Een aantal vakken wordt afgerond met alleen een schoolexamen. Voor het havo zijn dat de vakken maatschappijleer, informatica en wiskunde D. Voor het vwo zijn dat de vakken maatschappijleer, informatica, wiskunde D, ANW en KCV. 2. Wanneer je een vak met alleen een schoolexamen met een onvoldoende afrondt, bestaat de mogelijkheid in één van deze vakken
26
een extra herkansingstoets te maken. Gelet op de grote verschillen tussen deze vakken, bepalen de docenten over welke stof en in welke vorm de herkansingstoets zal worden afgenomen. 3. Een vak dat onderdeel uitmaakt van het combinatiecijfer komt alleen voor een extra herkansing in aanmerking: • als je dat vak met een onvoldoende hebt afgesloten én als het combinatiecijfer lager is dan een 5,5 of: • als het gemiddelde van dat vak lager is dan een 4. 4. De extra herkansingstoets wordt afgenomen in de periode na de laatste toetsperiode van het examenjaar en vóórdat de definitieve schoolexamencijfers naar de inspectie moeten worden gestuurd. 5. Het verzoek om een extra herkansing moet je binnen één week na bekendmaking van het eindcijfer voor het schoolexamen schriftelijk bij de examencoördinator indienen.
27
7 Wanneer ben je geslaagd? Het eindcijfer van het eindexamen per vak wordt uitgedrukt in een heel cijfer en is, behalve bij de vakken met alleen een schoolexamen, het rekenkundige gemiddelde van het op één decimaal afgeronde cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Bij de afronding van dit eindcijfer wordt, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven (dus 5,45 wordt een 5 en 5,5 wordt een 6). Je bent geslaagd als: het gemiddelde van het Centraal Examen (over de afgeronde cijfers) ten minste een 5,5 is én: • de cijferlijst uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, of: • de cijferlijst één 5 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, of: • de cijferlijst één 4 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat en deze 4 niet voor één van de vakken Nederlands, Engels of wiskunde is, of: • de cijferlijst twee maal een 5 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat, waarbij maximaal één 5 (van deze twee) voor Nederlands, Engels of wiskunde is, of: • de cijferlijst één 5 en één 4 en verder uitsluitend de cijfers 6 of hoger bevat én het rekenkundige gemiddelde van alle cijfers 6,0 of hoger is, waarbij er maximaal één 5 en geen 4 voor Nederlands, Engels of wiskunde (en rekenen met ingang van examenjaar 2016) is.
28
Voor de examenjaren 2014 en 2015 geldt dat het cijfer voor rekenen een 5,0 of hoger moet zijn. Bij de slaag-/zakregeling moet je rekening houden met het combinatiecijfer. In het vwo bestaat dat uit het gemiddelde cijfer voor het profielwerkstuk, ANW, KCV en maatschappijleer. In het havo bestaat dat uit het gemiddelde cijfer voor het profielwerkstuk en maatschappijleer. Alle onderdelen van het combinatiecijfer hebben een gelijke weging. Geen van de afgeronde eindcijfers van de onderdelen mag lager zijn dan een 4. Het combinatiecijfer wordt op dezelfde manier afgerond als het eindcijfer voor het eindexamen: dus 5,45 wordt een 5 en 5,5 wordt een 6. Het cijfer telt mee als één cijfer in de slaag-/ zakbepaling en kan dus ook eventuele onvoldoendes compenseren. Ook moeten CKV en LO voldoende zijn afgerond.
29
8 Na het havo overstappen naar het vwo Wil je na het behalen van je havo-diploma op het Cambium College ook je vwo-diploma behalen, dan maak je in de eerste helft van klas 5 havo een afspraak met je decaan voor een gesprek hierover. Je moet aan de volgende criteria voldoen: • Je geeft vóór 1 februari van het lopende examenjaar aan dat je voor het daaropvolgende schooljaar in aanmerking wilt komen voor plaatsing in 5 vwo. • Je wilt graag een universitaire studie volgen en geeft in een schriftelijke motivatie weer wat je hebt gedaan om je te oriënteren op dit vervolgonderwijs en waarom je daar via het vwo naar toe wilt. • Je hebt een havo-diploma met een gemiddelde van 6,5 over de becijferde vakken. • Je krijgt een positief advies van je docenten in 5 havo. • Je hebt in 4 en 5 havo met succes een extra vak gevolgd. De toelatingscommissie beslist op basis van cognitieve en nietcognitieve informatie over de leerling. In de toelatingscommissie zitten de conrectoren van havo en vwo, de decaan en twee docenten.
30
9 Loopbaanoriëntatie of: hoe kies je een vervolgopleiding? In klas 3 ben je bezig geweest met het kiezen van je profiel. De keuze van je vakkenpakket bepaalt welke vervolgopleidingen er na je diplomering mogelijk zijn. Maar welke opleiding kies je uit het aanbod van ruim 1500 opleidingen? Dit keuzeproces komt aan bod tijdens de (wettelijk verplichte) loopbaanoriëntatie. Je maakt opdrachten op de computer uit de methode Keuzeweb, die helemaal in het teken staat van het kiezen van een vervolgstudie. Eén van de opdrachten is het bezoeken van open dagen, meeloopdagen en proefstudeerdagen. Het maken van de opdrachten is een verplicht handelingsdeel. De decaan geeft voorlichtingslessen over het hbo en de universiteit. Ook zijn er voorlichtingsavonden voor de ouders en is er een avond voor ouders en leerlingen uit de examenklassen over alles wat met studiefinanciering te maken heeft. Onze website www.cambiumh-v.dedecaan.net is een bron van informatie over vervolgstudies, open dagen, meeloop- en proef studeerdagen, lotingen, decentrale selectie en selectie aan de poort, aanmelden voor een vervolgstudie en aanvragen van studiefinanciering. Ook staan er studiekeuzetests op de site. Met al je overige vragen over vervolgopleidingen en studiefinanciering kun je terecht bij de decaan, mevrouw drs. H. Verseijl. Stuur een mailtje via de website of loop gewoon even bij haar binnen!
31
10 Internationalisering in het vwo 10.1 Kennis en ervaringen uitwisselen Het Cambium College wil vwo-leerlingen de mogelijkheid bieden een buitenlandse ervaring op te doen. Dit gebeurt in de vorm van een uitwisseling met scholen in het buitenland. Het is een voorproefje op je vervolgstudie, waarvan internationalisering meestal een vast onderdeel is. Alle leerlingen van 4 vwo krijgen deze kans en we raden je van harte aan deze te grijpen! “De uitwisseling is echt een superleuke ervaring! Je leert ervan en het is vooral leuk om dit met je leeftijdsgenoten mee te maken. Een echte aanrader!” Priscilla en Eline Je werkt met een buitenlandse leeftijdsgenoot samen aan een op Europa georiënteerd project. In het schooljaar 2012-2013 is het thema ‘New way of living’. Alle leerlingen bereiden zich op hun eigen school op het project voor. Tijdens je verblijf in het buitenland logeer je bij het gezin van je uitwisselingspartner en wanneer je partner enkele weken later hier komt, logeert hij/zij bij jou thuis. Behalve dat je in een korte tijd heel wat opsteekt van de gewoonten en gebruiken van je partner en van zijn land, leer je ook met onbekende situaties omgaan. Je wordt zelfstandig, spreekt meer Engels dan ooit en houdt er misschien een blijvend contact aan over. Je kunt niet kiezen naar welk land je gaat; dat is afhankelijk van het aantal plaatsen dat in een partnerland beschikbaar is. Het werkt als volgt: jij schrijft je in voor een internationaal uitwisselingsproject, wij
32
zoeken een plaats voor je met een partner erbij. Het is vaak een heel geregel. Het aantal leerlingen per school verandert soms gedurende een schooljaar. Ook vallen scholen soms plotseling af of komt er onverwacht een school bij. De leerlingen die je vorig jaar zijn voorgegaan, hebben Griekenland, Italië, Tsjechië of Hongarije bezocht.
Het kan zijn dat je niets voor een uitwisseling met het buitenland voelt. Dat vinden wij jammer, vooral voor jezelf, want het is een unieke ervaring. Je doet in dat geval wel mee aan het project, maar in een andere vorm. Wanneer de buitenlandse gasten bij ons op bezoek zijn, neem je aan alle activiteiten en excursies deel. Wanneer je klasgenoten in het buitenland zijn, volg je op school een aan gepast programma. Met al je vragen over internationalisering kun je terecht bij de coördinator Internationale uitwisselingen, de heer H.M. Scheurwater. “Bij de uitwisseling leer je veel nieuwe mensen kennen en je komt erachter hoe leeftijdsgenoten in een ander land leven.” Sven en Nick
33
10.2 Kosten en aanmelding Voor dit uitwisselingsprogramma is een bijdrage nodig van je ouders/verzorgers, niet alleen voor de reiskosten, maar ook voor het tegenbezoek in Nederland. We organiseren excursies, nodigen soms gastsprekers uit en er zijn allerlei andere kostenposten. Als je meegaat naar het buitenland, is de bijdrage die je ouders/verzorgers betalen niet afhankelijk van je reisbestemming. Met andere woorden: iedereen betaalt evenveel. Blijf je in Nederland, dan betalen je ouders/verzorgers mee aan de kosten die tijdens het tegenbezoek voor het project gemaakt worden. Mogelijk wordt de uitwisseling gesponsord door het Europees Platform – internationaliseren in onderwijs’ of ontvangt het Cambium College subsidie voor leerlingenmobiliteit. In dat geval wordt een deel van de reiskosten vergoed. Aan het begin van het schooljaar krijg je een aanmeldingsformulier. Dan is definitief bekend welke scholen met het Cambium College willen uitwisselen.
34
11 Een reis naar Praag of York of een outdoorkamp voor de havo-leerlingen Als havo-leerling ga je vijf dagen op excursiereis naar Praag of York of je neemt deel aan een outdoorkamp. Je mag kiezen wat je wilt. Tijdens de reis naar Praag maak je kennis met de rijke cultuur van de hoofdstad van Tsjechië en met maatschappelijke en culturele bezienswaardigheden in Oost-Europa. Afgelopen jaar bezochten we de Skodafabriek, de opera en een voormalig concentratiekamp. Je maakt een boottocht over de Moldau en bezoekt de Praagse Burcht. De reis naar Praag gaat met de bus. Je kunt ook kiezen voor een week York, in het kader van het vak Engels. Je zult dan overnachten bij een Engels gastgezin (met ten minste een klasgenoot). De overtocht vindt plaats met de nachtferry vanuit Rotterdam. Er zullen verschillende excursies worden gepland in en rondom York. Bijvoorbeeld naar York Minster, Castle Howard en The Deep (in Hull). Je wandelt in de Yorkshire Dales en bezoekt de kust (Whitby, Robin Hood’s Bay). Voor een gedeelte van de reis ben je – met de Yorkshire Pass – vrij om zelf te bepalen welke bezienswaardigheid je zou willen bezoeken. De derde optie is een professioneel begeleid outdoorkamp in de Ardennen of in de Alpen. Elke dag is er een uitgebreid buitensportprogramma: samenwerkingsopdrachten, een rots beklimmen, abseilen, een tokkelbaan, een challengeparcours, mountainbiken, kanovaren, canyoning en boogschieten. Niet alles is moeilijk, maar de activiteiten zijn uitdagend en avontuurlijk.
35
In september ontvang je de eerste informatie, waarna er nog een uitgebreide brochure volgt. Met al je vragen over de Praag-reis kun je terecht bij de heer H. Nonnekes, voor de York-reis ga je naar de heer K. van der Willigen en voor het outdoorkamp kun je terecht bij de heer D. Baggerman.
36
12 Een maatschappelijke stage lopen Met de term ‘maatschappelijke stage’ bedoelen we een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij je via vrijwilligersactiviteiten kennismaakt met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving. Je leert op deze wijze verantwoordelijkheid dragen voor je omgeving. Verder kun je zo je belangstelling verbreden. Vrijwilligerswerk is van groot belang voor de samenleving. In de omgeving van onze school zijn vele vrijwilligers actief. Zonder hen zouden veel belangrijke activiteiten vastlopen of helemaal niet plaatsvinden. Het Cambium College vindt het belangrijk dat jullie met beide benen in de maatschappij staan. Dat is waardevol voor jezelf, voor de samenleving en voor het voortbestaan van maatschappelijke organisaties. In klas 4 loop je een korte maatschappelijke stage van 20 klokuren. De studielast telt mee in de vrije ruimte. De activiteiten vinden hoofdzakelijk plaats buiten de reguliere lesuren. Na afloop van de stage ontvang je een certificaat. Het Cambium College heeft een soort uitzendbureau opgericht met een vacaturebank. Je vindt er de namen en adressen van instellingen en de bereikbaarheidsgegevens van de contactpersonen bij die instellingen. In september organiseren wij, samen met die instellingen, op school een markt om vraag en aanbod van maatschappelijke stages met elkaar in contact te brengen. Werk je graag met kinderen? Wil je meedoen aan de technische ondersteuning van een theaterfestival? Vind je het leuk om een bijdrage te leveren aan de organisatie van een sportdag voor een school? Wij hebben verschillende interessante functies in de aan
37
bieding. Als jouw favoriete bezigheid er niet bij zit, gaan we op zoek tot we iets passends hebben gevonden. Voor meer informatie en aanmelding kun je terecht bij de docenten die de maatschappelijke stage coördineren: mevrouw B. Baggerman, mevrouw S. van Herwijnen en de heer C. Spierings. Je kunt hen bereiken via
[email protected]. We rekenen op jullie inzet! “Met goede inzet, een leerzame maatschappelijke stage en een onvergetelijke uitwisseling, is de vierde klas een topjaar.” Francijna
38
13 Veel gestelde vragen (en de antwoorden) Mag ik een lesuur ‘inhalen’? Als je daarmee bedoelt dat je een contactuur wilt laten vervallen en op een ander tijdstip buiten het klaslokaal zonder toezicht en begeleiding van de docent wilt werken, dan is het antwoord: nee. Je hebt les volgens je lesrooster. In tussenuren kun je Z-uren plannen of in de mediatheek werken. Wat moet ik doen als ik ziek ben bij een schoolexamentoets? Bij ziekte moet je je officieel (laten) afmelden. De regeling vind je in het PTA. Wat moet ik doen als ik een practicum heb gemist? De verantwoordelijkheid voor het inhalen van een gemist practicum ligt bij jou. Als je een practicum hebt gemist, maak je een afspraak met de TOA om het practicum in te halen. Krijg ik vrij voor het bezoeken van een Open Dag? Open dagen vinden vrijwel allemaal ’s avonds en in het weekend plaats. Op die tijden bezoek je de open dag(en) van je keus. Je krijgt er dus geen vrij voor. Krijg ik vrij om deel te nemen aan een selectieronde voor een vervolgopleiding? Ja, hiervoor kun je vrij krijgen. Bij je verzoek daartoe neem je de uitnodiging voor de selectieronde mee naar je afdelingsleider. Ik moet rijexamen doen. Krijg ik daarvoor vrij? Ja. Maar natuurlijk houd je bij het aanvragen van een rijexamen (dat geldt ook het theorie-examen) rekening met je lesrooster. En nog
39
belangrijker: je houdt rekening met de toetsperiodes. Het zal duidelijk zijn dat je geen rijexamen in een toetsperiode moet afspreken. Toetsen gaan voor.
40
Wat doet de leerlingenraad? En wat kun jij doen? Je zit hier op school natuurlijk om te leren,
maar gelukkig heeft deze school meer te bieden.
Zo kun je meedenken en dingen organiseren namens de leerlingen. Dit gebeurt in de leerlingenraad. De
leerlingenraad wil fungeren als klankbord voor de leerlingen.
Wij willen ons laten horen in het bestuur. Daar
willen we de belangen van de leerlingen verdedigen. Dat zien wij als onze taak. Of het nou gaat om
een klacht over een vervelende leraar, of een lelijke boom op het schoolplein: we proberen ons sterk te maken voor de leerlingen. Zo zijn we aange
sloten bij het LAKS, laten we onze stem horen als het over het nieuwe schoolgebouw gaat en
proberen we klachten te verwerken. Ook willen we graag organisatorisch actief worden.
Dus: wil je je stem laten horen of organiseer je graag? Kom dan een keertje langs tijdens een van
onze vergaderingen en kijk of de leerlingenraad iets voor jou is.
Je kunt je aanmelden via
[email protected]. Groeten van de leerlingenraad
Openbare school voor vmbo, havo en vwo Locatie Buys Ballot Courtine 2 5301 DH Zaltbommel Telefoon (0418) 51 25 00 Fax (0418) 51 25 43 Website www.cambium.org E-mail
[email protected]
1