aan de kook! een animatieproject voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs
algemene informatie voor de leraar
3
les 1: Inleiding animatiefilm
7
les 2: Van een banaan die zijn schil kwijt was
10
20-30 min.
inhoud
en Storm/Tomato Soup 15 min.
les 3: Notebook en Pizza di Mario
12
les 4: Bobby’s Body en Smakelijk eten
14
les 5: Aan de kook! Zelf filmpjes maken
16
15 min.
25 min.
‘de eigenwijze koksmuts’
17
‘roeren’
19
5-10 min.
klassikaal
kernopdracht
indicatie van de benodigde tijd
5-10 min.
‘het lopend buffet’
ca. 20 min. per halve klas
20
(40-50 min. voor de hele klas) handleiding ‘Windows Movie Maker’
25
handleiding fotocamera
29
aan de kook! -
p a g ina 3
algemene
informatie voor de leraar
Aan de kook! biedt leerlingen een kijkje in de keuken van de animatiefilm. Ze leren de verschillende mogelijkheden van het genre kennen aan de hand van zes korte animatiefilms. Alle films hebben ‘eten’ als thema, maar zijn zeer divers in de uitwerking ervan. Veel mogelijkheden van de animatiefilm komen zo aan bod. Verder sluiten de films goed aan bij de belevingswereld en het ontwikkelingsniveau van kinderen uit groep 3 en 4. De leerlingen zullen de films als wonderlijk en grappig ervaren. Animatiefilms zijn altijd al zeer populair
geweest bij kinderen van alle leeftijden. Wie kent niet de grote Walt Disneytitels? Deze films zijn nog steeds
regelmatig te zien op de televisie. Daarnaast is het genre animatie-
film aan een tweede leven be-
gonnen. Dit komt mede door
de opkomst van de digitale
media. De computer levert
nieuwe mogelijkheden en technie-
ken om films te maken en te bewer-
ken, en het internet is een ideaal
pa g i na 4
- aan de kook!
platform om animaties te verspreiden.
In dit project ontdekt u zelf hoe eenvoudig het dankzij deze nieuwe technieken is geworden om een animatiefilmpje te maken.
‘Animatie’ betekent letterlijk: tot leven brengen. In een animatiefilm lijkt dan ook alles te leven: poppetjes, voorwerpen, stukjes klei of
papier. Ook mensen kunnen op die manier in beweging gezet worden.
Dat is wonderlijk.
Hierdoor zien we in animatiefilms alles
wat in de echte wereld kan, maar ook wat in de echte wereld níét kan, bijvoorbeeld:
• levenloze dingen komen in beweging
• dingen gaan zich gedragen als dier of mens
• iets verandert zomaar in iets anders
• beelden die eigenlijk niet bij elkaar horen, komen samen
• we kunnen ergens dwars doorheen kijken.
Animatie sluit hierdoor uitstekend aan bij de rijke fantasie en belevingswereld van kinderen.
Naast het verhaal, dat hen meevoert naar de meest fantasievolle en betoverende werelden,
is er de fascinatie voor het principe en de techniek. Voor kinderen is het dan ook geen enkel
probleem om korte of lange animatiefilms meerdere keren te zien.
Jonge leerlingen, zeker de kinderen uit groep 3, zullen niet alle theorie achter de animatiefilm
snappen. Dit is ook niet de opzet van dit project. Het is een kennismaking met animatiefilm en
hoe deze tot stand komt. De lol, het speelse karakter en de magie van de animatiefilm spelen
daarbij een grote rol!
praktische informatie tijdsduur
In totaal duurt het project 2 tot 2,5 uur. De tijdsduur per les staat in de Inhoudsopgave
vermeld en wordt herhaald en aan het begin van iedere lesbeschrijving.
lesopbouw
Les 1 is een introductieles over animatie, waarin de leerlingen zelf een flipboekje en een
wonderschijf maken. In les 2, 3 en 4 bekijkt en bespreekt u zes animatiefilms. Ten slotte
gaat de klas ‘aan de kook’ en bereidt zelf een echte animatiefilm.
filmvertoningen
Zorg bij het bekijken van de films voor goede vertoningsomstandigheden. Gebruik bij voorkeur
een digitaal schoolbord of beamer. Verduister de klas: in een donkere ruimte kijken de leerlin-
gen geconcentreerder naar het lichte scherm.
zelf animatiefilms maken
De foto’s voor de animatiefilms worden gemaakt met de meegeleverde digitale camera. Dit is niet
moeilijk als u eerst de fotografietips en camerahandleiding goed doorleest. Deze vindt u bij de
betreffende lessen en achter in deze handleiding.
let op:
Voor het maken van de animatiefilms is het noodzakelijk dat
u over een computer met
Windows Movie Maker beschikt.
Dit programma zit standaard
op vrijwel alle Windows-compu-
ters. (Mocht dit niet zo zijn,
dan is het gratis te downloaden van internet. Zoek op
‘windows movie maker
download’.) Controleer ruim op tijd of dit programma op uw
computer staat, zodat u het
eventueel nog (met hulp van
de ICT-medewerker) kunt
installeren. Verder is het aan
te raden de handleiding van
Windows Movie Maker van
tevoren door te lezen en de
instructiefilm te bekijken.
Daarnaast moet uw computer
ook een USB-stick (in dit geval
een geheugenkaartlezer)
kunnen lezen. Ook dit kan een
computer normaliter
standaard, maar test het van tevoren.
aanaan de de kook! -
p a gina 5
inzet hulpouders
Bij les 5, waarin u met de klas animatiefilms gaat maken, kan het handig
zijn een hulpouder of een leerling uit groep 8 in te schakelen.
U kunt zich dan volledig richten op de regie, terwijl de assistent de
foto’s maakt.
de leskist
Inhoud van de kist:
• 1 dvd Aan de kook!
• 1 dvd met voorbeeldfilms en de instructiefilm voor Windows Movie Maker
• 21 stuks nep-eten
• 1 grote soeppan
• 1 koksmuts • 1 schort
• 1 houten pollepel
• 1 blauw geruit tafellaken • 1 bord
• 1 mes + vork
• 1 statief voor een fotocamera • 1 beschermtas met daarin: • 1 digitale fotocamera
• 1 geheugenkaartlezer met USB-kabel
• 1 accu-oplader met stroomsnoer
les 1:
inleiding animatiefilm 20-30 min.
benodigdheden
• voor iedere leerling een kopie op stevig papier van werkblad 1 (de wonderschijf)
• voor iedere leerling een kopie van werkblad 2 (het flipboekje) • scharen, kleurmaterialen, lijm, satéprikkers, een nietmachine
achtergrondinformatie voor de leraar de traagheid van ons oog
In een animatiefilm kan alles ‘tot leven worden gebracht’; tekenin-
gen, voorwerpen of poppen lijken uit zichzelf te bewegen. Voor ons
is dat niets raars meer, maar de achterliggende principes zijn toch ingewikkelder dan menigeen denkt.
Allereerst is het nodig te weten dat het gevoelige deel van het oog,
het netvlies, elk beeld even vasthoudt. Kijk maar eens heel snel in
een lamp en doe dan uw ogen dicht. Wat gebeurt er? Het beeld van
de lamp blijft nog even zichtbaar. Zo gaat het met alles wat we zien. Onze ogen zijn dus nogal ‘traag’.
In deze les maken de leerlingen een wonderschijf en een flipboekje.
Door de snelheid waarmee een wonderschijf draait en een flipboekje flipt volgen de afzonderlijke beelden elkaar snel op. Door de traag-
heid van onze ogen lopen deze beelden in elkaar over. We zien niet langer de losse beelden, maar een bewegend beeld. Dit is het principe van de animatiefilm.
In een animatiefilm worden duizenden losse plaatjes achter elkaar afgespeeld. Al die plaatjes lijken veel op elkaar, maar ze zijn allemaal net een beetje anders. Hierdoor ontstaat de illusie van beweging. Het flipboekje is hiervan het duidelijkste voorbeeld.
Film werkt net zoals het flipboekje. Een film bestaat uit heel veel
plaatjes achter elkaar. Elk plaatje verschilt steeds een beetje van het voorgaande. Een filmcamera maakt 24 foto’s per seconde die vervol-
gens snel achter elkaar worden afgespeeld. Bij animatie worden deze
foto’s een voor een gemaakt met veel meer tijd ertussen dan
1/24ste seconde.
aan de kook! -
p a gina 7
animatieprincipes
Het verloop van de les
foto neemt, verandert hij stap voor stap iets.
Wie weet wat animatiefilm is? (tekenfilm, kleipoppetjes, enzovoort.)
Een animatiefilmer maakt telkens een foto. Maar elke keer voordat hij een
Dat doet hij door:
• v e r p l a a t s e n (een ding lijkt daardoor uit zichzelf te gaan bewegen) De filmer verschuift het voorwerp een paar centimeter na elke foto.
• v e r w i s s e l e n (een ding gaat bewegen, groeien, ademen of verandert in iets anders)
Hiervoor zijn meerdere voorwerpen nodig die maar een klein beetje
verschillend zijn van vorm of van formaat; de filmer haalt steeds een
voorwerp weg en legt op dezelfde plaats een net iets ander exemplaar. • v e r v o r m e n (een ding verandert langzaam van vorm, het groeit of beweegt)
De filmer kneedt een bewerkbaar voorwerp (zoals een bolletje klei of deeg) en vervormt dat stap voor stap.
• t o e v o e g e n (iets groeit of wordt meer)
De filmer heeft een hoeveelheid kleine dingen, waar hij steeds meer
dezelfde dingen aan toevoegt; of hij heeft een tekening waaraan hij na
iedere foto steeds een stukje verder tekent.
• w e g h a l e n (iets verdwijnt langzaam, het wordt kleiner of minder)
De filmer haalt ergens steeds een stukje vanaf of haalt een onderdeel weg. Bijvoorbeeld een appel waar hij na iedere foto een hap van neemt.
Deze basistechnieken van de animatiefilm zijn allemaal terug te zien in de zes animatiefilms.
LET OP: ook hier is het niet van belang dat de leerlingen er technisch het fijne van begrijpen, maar de technieken kunnen van pas komen bij de
nabesprekingen van de films.
pa g i na 8
- aan de kook!
Houd een kort klassikaal gesprekje over animatiefilm.
Wie kan voorbeelden noemen? (Spongebob, Pingu.) Waarom vinden de leerlingen animatiefilm leuk? Wie weet hoe zo’n film gemaakt wordt?
Vertel dat dit uitgelegd zal worden aan de hand van zes korte animatiefilms
en dat de klas na afloop ook zelf filmpjes gaat maken.
De wonderschijf
Op werkblad 1 staat een voorbeeld van een wonderschijf. Met deze ont-
dekking uit 1825 is bewezen dat onze ogen een beeld heel even vast-
houden. Door de traagheid van het oog worden de plaatjes op de beide
kanten samengevoegd.
Werkwijze voor de leerlingen 1. Deel de kopieën van werkblad 1 uit.
2. (Optioneel.) Laat de leerlingen de tekeningen op werkblad 1 inkleuren.
De achtergrond mag niet worden ingekleurd!
3. De buitenste twee cirkels worden uitgeknipt. Knip de cirkels echter
niet helemaal los van elkaar! Vouw ze in het midden, zodat de cirkels
met de rug tegen elkaar komen.
4. Leg een satéprikker in het midden tussen de rondjes (het stokje
steekt aan de linker- en rechterkant een stuk uit) en lijm ze met de rugzijde tegen elkaar.
5. De leerlingen draaien het stokje snel tussen duim en wijsvinger van beide handen.
Wat zien ze? (Het lijkt alsof de pannenkoeken voor de kok op tafel
staan.) Door de plaatjes van de kok met de lege tafel en het bord pannenkoeken heel snel achter elkaar te bekijken, lijkt het alsof ze één
plaatje zijn geworden.)
Het flipboekje Een flipboekje laat het principe van de traagheid van ons oog en van
animatiefilm nog beter zien. Voor een mooi flipboekje zijn minstens
24 tekeningetjes nodig waarop iets in heel kleine stapjes verandert.
Werkblad 2 is een voorbeeld van zo’n flipboekje.
Werkwijze voor de leerlingen
1. Deel de kopieën van werkblad 2 uit. Dit werkblad bestaat uit 2 A4-tjes.
2. (Optioneel.) Vraag de leerlingen de tekeningen in te kleuren. Het is belangrijk dat ze alle tekeningen op dezelfde manier inkleuren, anders komt het effect niet goed tot zijn recht.
3. Daarna worden de 24 plaatjes van beide werkbladen uitgeknipt en in de goede volgorde netjes op elkaar gelegd. Ervan uitgaande dat er van onder naar boven wordt geflipt, moet plaatje 1 onderop en plaatje 24
bovenop liggen.
4. Niet vervolgens de tekeningen links aan elkaar vast. Dat moet heel
precies gebeuren, anders is straks het bewegingseffect niet optimaal. Het flipboekje is nu klaar voor gebruik.
5. De leerlingen laten de bladzijden van het boekje met de duim flippen. Het figuurtje leeft!
Hoe kan dat? (Als we heel veel losse plaatjes snel achter elkaar zien, zien we beweging.)
Maak eventueel van tevoren zelf een mooi exemplaar, om de leerlingen een goed idee te geven van het effect.
aan de kook! -
p a gina 9
les 2:
Van een banaan die zijn schil kwijt was en Storm/Tomato Soup 15 min.
Benodigdheden - dvd Aan de kook!
oogjes toe te voegen en het fruit te
laten bewegen worden de bananen echte karakters. De beweging is erin gebracht door de bananen beetje bij beetje te
verschuiven en er telkens een nieuwe
foto van te maken, maar ook door ze te
Het verloop van de les
verwisselen. Rechte bananen zijn omge-
hand van de vragen. Vertel voor elke vertoning alleen de titel van de film.
bij het snel achter elkaar afspelen van de
In deze les worden twee films vertoond en klassikaal nabesproken aan de
wisseld met kromme. Als dat gebeurt in
een aantal kleine tussenstapjes, lijkt het fotootjes alsof de banaan krommer en weer rechter wordt, een natuurlijker
loopbeweging. Daarnaast is er gebruik
Van een banaan die zijn schil kwijt was (1989)
gemaakt van toevoegen en weghalen
Paul Moggré – 3’20”
eind is níét achterstevoren gefilmd. Paul
In deze film zoekt een banaan naar een vervanging voor zijn verloren schil.
pa g i na 1 0
De film is gemaakt met echt fruit. Door
- aan de kook!
(van schillen en stukken banaan).
Het aanritsen van de bananenschil op het Moggré heeft de schil met speldjes
telkens een stukje hoger vastgespeld en
op het laatst heeft hij de ‘dichtgeritste’ banaan vervangen door een
Dit zijn twee korte films die
weghalen.
bestaat volledig uit losse
in elkaar overlopen. De film
verse. Gebruikte technieken: verplaatsen, verwisselen, toevoegen en
tekeningen. Gitte Spee: ‘We hebben ieder ongeveer 600 tekeningen voor het filmpje
Vragen bij de klassikale nabespreking
gemaakt en ook de meeste
• Wie wil er iets vertellen over deze film?
geluiden zijn door ons
• Wie kan kort vertellen wat er gebeurt in de film? • Welke geluiden heb je gehoord?
• Kan een banaan uit zichzelf bewegen?
• Hoe zou het kunnen dat deze bananen bewegen? (Denk aan het flipboekje.)
( O p t i o n e e l ) Als u de vragen met de leerlingen doorgenomen hebt,
kunt u Van een banaan die zijn schil kwijt was een tweede keer vertonen.
Storm/Tomato Soup (1999) Georgien Overwater en Gitte Spee – 1’37”
Deze film toont een andere
wereld, waar een kop thee een wilde zee is geworden en waar een hondje dat in een restaurant tomatensoep eet, wordt
lastiggevallen door een vieze
vlieg.
gemaakt.’
Het opnemen van een tekenfilm gebeurt als volgt: de tekeningen
worden beeld voor beeld gefotografeerd, door ze steeds te
verwisselen. Elke tekening is telkens weer net een beetje anders dan de tekening ervoor.
Gebruikte techniek: verwisselen.
Vragen bij de klassikale nabespreking
N.B. De film is kort en gaat snel. Vertoon hem daarom na de eerste opmerkingen uit de klas nog een keer. • Wie wil er iets vertellen over deze film? • De film bestaat uit twee stukken, welke? • Wat gebeurt er in het begin van de film? • Heb jij wel eens een roeibootje in je drankje gehad? Waarom niet? • Waarom wil de hond zijn lepel niet meer gebruiken? • Wat zou jij doen als je een boer laat in een restaurant? (Optioneel) Als u de vragen met de leerlingen doorgenomen hebt, kunt u Storm/Tomato Soup nog een keer vertonen.
aan de kook! -
p a gina 11
les 3: 15 min.
Notebook en Pizza di Mario
Benodigdheden - dvd Aan de kook!
Het verloop van de les
In deze les worden twee films vertoond en klassikaal nabesproken aan de
hand van de vragen.
Notebook (2008) Evelien Lohbeck – 4’57” Een film over een wel heel wonderlijk schetsboek. De film is gemaakt door met de computer gewone speelfilm te bewerken.
Het zijn eigenlijk heel eenvoudige special effects. Evelien Lohbeck heeft in
de beeldjes van de film gegumd en er dingen bij getekend. Notebook is een selectie uit heel veel filmpjes die ook op YouTube te zien zijn. In haar films
pa g i na 1 2
- aan de kook!
brengt ze twee werelden bij elkaar: de echte wereld en een getekende. Op deze manier ontstaan er ontzettend veel leuke en magische toepassingen
van een eenvoudig schetsboek. De film Notebook bestaat uit vier delen: ‘Gitaar’, ‘Scan’, ‘Spiegel’ en ‘Ontbijtje’.
Gebruikte technieken: vervormen, weghalen en toevoegen.
Vragen bij de klassikale nabespreking • Wie wil er iets vertellen over deze film?
• De film bestaat uit vier stukjes, wie kan vertellen welke?
• Wat heb je gezien wat in het echt niet kan?
• Kun je op een getekende gitaar muziek maken? Waarom wel/niet?
• Wat gebeurt er als ze haar hand en gezicht op het schetsboek legt? • Is het spiegelbeeld een normaal spiegelbeeld? Waarom wel/niet?
• Wat vind je het beste idee uit de film? En waarom?
( O p t i o n e e l ) Als u de vragen met de leerlingen doorgenomen hebt,
kunt u Notebook een tweede keer vertonen.
Pizza di Mario (2004) Saskia Pouw – 2’40” In deze film komt een bolletje pizzadeeg tot leven. Het slaat op de vlucht voor de pizzabakker en zijn hete oven.
De film is gemaakt door voorwerpen en mensen beeld voor beeld te
Vragen bij de klassikale nabespreking • Wie wil er iets vertellen over deze film? • Wat gebeurt er in de film?
• Waarom gaat het deeg op de vlucht?
• Wat voor gerecht zou jij graag tot leven laten komen?
• Bewegen mensen altijd zoals de kok in de film? Wat is het verschil? (Optioneel) Als u de vragen met de leerlingen doorgenomen hebt, kunt u Pizza di Mario een tweede keer vertonen.
verplaatsen. Als in animatie echte mensen verplaatst worden heet dat ‘pixillation’. Het pizzadeeg is tot leven gebracht door voor elke foto het bolletje deeg steeds een beetje te vervormen. Gebruikte technieken: verplaatsen en vervormen.
aan de kook! -
p a gina 13
les 4:
Bobby’s Body en Smakelijk eten 25 min.
Benodigdheden - dvd Aan de kook!
Het verloop van de les
In deze les worden twee films vertoond en klassikaal nabesproken aan de
hand van de vragen.
Bobby’s Body Bruinebonensoep (2000-2005)
met ook een Bobby in de vorm van een geel wormpje (kleine Bobby). De
In het lijf van Bobby spelen zich rare dingen af, zeker na het eten van
animatiefilm in het lijf van Bobby en kunnen ook helemaal volgen hoe het
bruinebonensoep.
Deze korte film is een aflevering van de animatieserie Bobby’s Body,
uitgezonden door de VPRO. In iedere aflevering krijgen de ouders van het
pa g i na 1 4
jongetje Bobby een nieuwe kok. In de maag van Bobby woont een gezin
Martin-Jan van Santen – 4’00”
- aan de kook!
animatie is gemaakt door veel tekeningen te verwisselen. We kijken bij deze eten in Bobby’s maag terechtkomt. Met animatiefilm is dat heel gemakkelijk weer te geven, terwijl dat met gewone film vrijwel onmogelijk zou zijn. De gevolgen van het eten van bruinebonensoep laten zich raden.
Gebruikte techniek: verwisselen.
Vragen bij de klassikale nabespreking • Wat vond je van de film? Waarom?
• Wie kan kort het verhaal vertellen?
• We kijken in de film in de buik van Bobby. Kan dat in het echt ook?
• Zitten er in jouw buik ook poppetjes?
• Hoe kan het dat Bobby gaat vliegen?
• Waarom wordt de kok de deur uit geschopt? ( O p t i o n e e l ) Als u de vragen met de leerlingen doorgenomen hebt,
kunt u Bobby’s Body - Bruinebonensoep een tweede keer vertonen.
Smakelijk eten (1993) Maarten Koopman – 9’46” Een gemene rijkaard jaagt een vriendelijke zwerver weg van zijn
vuilnisbak vol etensresten. Deze komen tot leven en geven hem
zijn verdiende loon.
De film is deels gewone speelfilm met acteurs en deels animatie.
De animatie is gemaakt door voorwerpen en etenswaren beeld voor
beeld te verplaatsen. Daarnaast zijn er hele stukken achterstevoren
opgenomen door telkens iets te verplaatsen en/of weg te halen.
In de film lijkt het bijvoorbeeld of kaarsen weer aangroeien terwijl
ze branden. Ze zijn gefilmd terwijl ze opbranden en deze beelden zijn achterstevoren afgespeeld.
Eten en bestek komen tot leven en werken samen om een arme
zwerver te helpen. In de film verandert afval zomaar in het lekkerste diner en omgekeerd verandert het lekkerste diner in een berg afval. Kunnen de leerlingen zien welke delen animatie zijn en welke niet?
Gebruikte technieken: verplaatsen, verwisselen, vervormen, toevoe-
gen en weghalen.
Vragen bij de klassikale nabespreking
• Wie kan het verhaal van de film kort navertellen?
• Het tot leven gekomen eten probeert de rijke man voor schut te zetten. Waarom?
• Elk eten heeft een eigen manier van bewegen. De
verschillende soorten bestek ook. De vork bijvoorbeeld
loopt statig op zijn achter-
kant. Kun je andere manieren noemen waarop er door de dingen wordt bewogen? • Smakelijk eten is een
combinatie van gewone film en animatiefilm. Wat is
animatie en wat is gewone
film? Hoe weet je dat? (Alles wat in het echt ook kan is
film; wat niet kan is animatie.
Eten kan normaal niet uit zichzelf bewegen, bestek en bordscherven ook niet.)
(Optioneel) Als u de
vragen met de leerlingen
doorgenomen hebt, kunt u Smakelijk eten een tweede keer vertonen.
aan de kook! -
p a gina 15
les 5:
Aan de kook! Zelf filmpjes maken
In deze les gaat u met de klas zelf animatiefilmpjes maken. In deze
handleiding vindt u drie uitgewerkte recepten: ‘De eigenwijze koksmuts’,
‘Roeren’ en ‘Het lopend buffet’. De bereidingsduur staat bij elk recept
vermeld. Op de bijgeleverde leraren-dvd kunt u een resultaat van de drie recepten bekijken om een goede indruk te krijgen.
Animatiefilm is onlosmakelijk verbonden met een stukje techniek, in dit
geval een digitale fotocamera en een computer. Er zijn duidelijke handleidin-
gen bijgevoegd achter in deze handleiding en het computerprogramma is
LET OP! Tips voor animatiefotografie
• Laad ruim van tevoren de accu van de fotocamera op! Zie hoofdstuk
‘Foto’s maken en in de computer zetten’ en p. 31 van deze handleiding van
de fotocamera.
• Maak de geheugenkaart van de camera leeg. Zie hoofdstuk ‘Foto’s maken en in de computer zetten’ en p. 39 van de handleiding van de fotocamera. • Zorg voor een lege of rustige achtergrond, dan oogt de film rustiger en
professioneler.
• Zet de camera op ooghoogte van een staande leerling.
• Zoom niet in, zo is het beeld gemakkelijk constant te houden, ook als de
camera zichzelf tussentijds uitschakelt om stroom te sparen. Verplaats het
statief met de camera naar achteren als niet iedereen in beeld past, of naar
voren als er te veel lege ruimte omheen is.
• Zet de flits van de camera uit als u de camera hebt aangezet. (Dit is niet nodig vanuit de spaarstand of bij continu gebruik, maar wel als de camera
zichzelf volledig heeft uitgeschakeld.) Zie hoofdstuk ‘Foto’s maken en in de computer zetten’ en p. 38 van deze handleiding.
• Foto’s worden in principe niet opnieuw gemaakt, dit duurt te lang en uit-
eindelijk zijn kleine foutjes meestal de krenten in de pap. Alleen als een foto echt totaal mislukt is, maakt u de opname opnieuw. Wis in dat geval altijd
eerst de mislukte foto en maak vervolgens pas de nieuwe. • Het is handig om bij het fotograferen een hulpouder of -leerling (bijvoorbeeld uit groep 8) te betrekken. Deze kan telkens op de afdrukknop van de
eenvoudig. Als de foto’s eenmaal op de camera staan is de animatie
camera drukken, terwijl u zich bezighoudt
Het is verstandig alles een keer uit te proberen voordat u met uw klas aan
• Lees vooraf het hoofdstuk
eigenlijk al gemaakt.
de slag gaat. De leerlingen willen zo snel mogelijk resultaat zien na de
opnamen en als u het al een keer geoefend hebt, kan dit ook. Achteraf valt
het meestal reuze mee en de resultaten zijn telkens weer spectaculair.
met de leerlingen en de regie.
‘Foto’s maken en in de computer zetten’ en de handleiding van
de fotocamera achter in deze lerarenhandleiding om snel aan de slag te kunnen.
pa g i na 1 6
- aan de kook!
‘De eigenwijze koksmuts’ 5-10 min.
Niveau: eenvoudig
Een koksmuts reist over de hoofden van de leerlingen. Een voorwerp gaat uit zichzelf bewegen, zoals ook bij veel van de bekeken animatiefilmpjes het geval was.
Benodigdheden • camera op statief
• een koksmuts
• (eventueel) een hulpouder of -leerling die de foto’s maakt
De leerling links boven in beeld zet de koksmuts op.
Opname Voorbereiding
Bekijk vooraf de leraren-dvd. De voorbeeldfilmpjes maken u direct de
Het is de bedoeling dat de leerlingen gedurende de opnamesessie zo
min mogelijk bewegen. Maak hen dat goed duidelijk!
bedoeling van de volgende opdrachten duidelijk. Laat deze filmpjes
Nu gaat u een serie foto’s maken voor de animatie. Maak de eerste
Maak van alle leerlingen een opstelling als voor een schoolfoto.
Op het einde van een rij gaat de muts een leerling omlaag. U kunt er
echter níét aan de leerlingen zien.
Er zijn drie rijen: staande leerlingen, op de knieën (of op stoeltjes)
zittende leerlingen ervoor en vooraan leerlingen die op de grond zitten.
foto. U verplaatst de koksmuts naar het hoofd van de leerling ernaast.
Neem weer een foto. Zet de muts een hoofd verder, foto, enzovoort.
ook voor kiezen om de leerlingen zelf de koksmuts te laten doorgeven.
Het gaat echter meestal sneller als u zelf de muts verplaatst.
aan de kook! -
p a gina 17
Inladen in Movie Maker
Als alle leerlingen zijn geweest en de muts op alle hoofden van de
schoolfoto heeft gestaan, kunnen de foto’s worden ingeladen in Movie
Waarom is het fijn om weer bij het begin te eindigen? De animaties die u met de leerlingen maakt zijn vaak
Maker. Lees de handleiding bij Windows Movie Maker achter in deze
betrekkelijk kort. Als de laatste foto aansluit op de eerste
Laad in Movie Maker de foto’s een keer in. Laad ze daarna een voor
continu herhaald worden, door de foto’s een paar keer
lerarenhandleiding en bekijk de bijgeleverde instructiefilm.
een achterstevoren in (eerst de laatste foto, dan de een na laatste,
enzovoort), zodat de film eindigt zoals hij begint, met de eerste foto
van de muts op het hoofd van de leerling die linksboven staat. Als de
animatie is gelukt, reist de koksmuts heen en weer over de hoofden
van de groep.
Tip: Nog makkelijker is het om de muts weer terug te verplaatsen
tijdens de opnamen en foto’s te blijven maken totdat u weer bij de eerste leerling linksboven uitkomt. Het vraagt iets meer tijd bij de
opnamen, maar daarna is het inladen in Movie Maker een stuk gemakkelijker. Bovendien kunt u er dan voor kiezen om de
koksmuts op een andere manier terug te laten reizen.
foto die u gemaakt hebt (of dezelfde foto is), kan de film
achter elkaar in de tijdlijn te slepen. De animatie duurt
hierdoor langer, en dat geeft de leerlingen de tijd om de animatie goed te bekijken.
Als u wilt dat er even niets gebeurt in het filmpje, maak
dan een aantal foto’s snel achter elkaar zonder iets te
verplaatsen. Als er leerlingen in beeld zijn geeft dit vaak een leuk effect omdat zij nooit helemaal stilstaan.
Het resultaat is dan een ‘stilstaand’ beeld waarin toch
hier en daar iets beweegt.
pa g i na 18
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 7
‘Roeren’ 5-10 min.
Niveau: eenvoudig, maar vraagt om duidelijke regieaanwijzingen van de leraar.
De kok roert in een pan. De andere leerlingen spelen de soep en draaien mee rond.Bij deze animatie gebeurt er om de kok heen iets wat te maken heeft met zijn bewegingen in de pan. Het lijkt een beetje op de film Bobby’s Body. Alleen was het daar binnen en buiten het lijf in plaats van binnen en buiten de pan.
Benodigdheden • camera op statief
• 1 koksmuts • 1 schort
• 1 houten lepel • 1 grote pan
• de nep-groente en het nep-eten
• (eventueel) een hulpouder of -leerling die de foto’s maakt
Voorbereiding
Kies een leerling uit die redelijk geconcentreerd kan bewegen om
de rol van kok te spelen. Deze krijgt de koksmuts op, het schort aan
en de houten lepel in de hand. De kok neemt plaats op de grond als middelste persoon van de groepsopstelling. Voor hem op de grond
staat de (lege) pan. De andere leerlingen spelen de soep. Zij stellen zich achter en naast de kok op in de groepsopstelling. Zorg dat iedereen mooi in beeld staat.
De kok roert in stapjes in de pan en de andere leerlingen draaien in
stapjes mee rond. Het is handig om het ronddraaien van de lepel in
de pan en het ronddraaien van de leerlingen in twaalf stappen te
doen, zoals de wijzers van een klok. Het is leuk en handig voor het
richtinggevoel om de leerlingen allemaal één stuk nep-eten te geven
om voor zich uit te houden.
Opname
De kok gaat in de roerhouding zitten met de lepel in de pan. Hij kijkt
gedurende de hele opnamesessie naar de camera. De kok houdt de
lepel in de pan aan de kant van de camera en ook de leerlingen staan
met hun gezicht naar de camera toe. Maak een foto en laat vervolgens iedereen behalve de kok een stukje met de klok mee draaien
(één twaalfde van een rondje, oftewel ‘vijf minuten’). De kok blijft zo
stil mogelijk zitten. Hij beweegt alleen zijn lepel in de pan: ook ‘vijf
minuten’ met de klok mee. Neem een foto en ga zo door tot de lepel
van de kok en alle leerlingen in twaalf stappen zijn rondgedraaid tot
het beginpunt. Op de laatste foto staan de leerlingen ‘vijf minuten’
vóór de beginpositie.
aan de kook! -
p a gina 19
Inladen in Windows Movie Maker
De foto’s worden ingeladen in het programma Movie Maker. Sleep alle foto’s minimaal acht keer achter elkaar naar de tijdlijn, dan roert de kok tenminste
even stevig door (anders duurt het filmpje maar anderhalve seconde).
Optioneel: variaties ‘Stampen’
5-10 min.
Niveau: eenvoudig, vraagt wel om duidelijke regieaanwijzingen van de leraar. De kok (deze rol kan nu door een andere leerling worden gespeeld) stampt
met de stamper stapje voor stapje in de pan. Hiervoor zijn vijf stappen
omhoog en vijf stappen omlaag ruim voldoende. Terwijl de kok de stamper in stapjes omhoog en omlaag beweegt in de pan, gaan ook de
leerlingen in stapjes omhoog en omlaag.
‘Het lopend buffet’ ca. 20 min. per halve klas (40-50 min. voor de hele klas). Niveau: eenvoudig, maar vraagt om duidelijke regieaanwijzingen van de
leraar. De methode neemt wat meer tijd in beslag, maar de leerlingen vinden
het erg leuk om te doen!
Bij deze animatie gaat eten vanzelf bewegen. Dit gebeurt op dezelfde
manier als in de films Van een banaan die zijn schil kwijt was, Pizza di Mario
en Smakelijk eten.
Optioneel - verwisselen: een dag van tevoren
Vraag een leerling (of een paar leerlingen) om aardappelen of andere
stukken groente/fruit (winterpenen werken ook goed) mee te nemen. Dit
moeten drie of vier exemplaren van dezelfde groente zijn, maar verschillend van maat. Bijvoorbeeld vier aardappelen, variërend van groot naar klein.
Benodigdheden Klutsen
5-10 min.
Niveau: eenvoudig, vraagt wel om duidelijke regieaanwijzingen van de leraar. De kok (door weer een andere leerling gespeeld) klutst met een garde in
de pan: stapje voor stapje, foto voor foto. De stapjes van de garde mogen
–groter zijn dan bij ‘Roeren’ of ‘Stampen’. Het geeft een mooi effect als de
kok tijdens het maken van de foto de garde beweegt. Het instrument komt
daardoor wazig in beeld, wat de illusie van beweging versterkt. Terwijl de
kok klutst, wisselen tussen de foto’s de (of een paar) leerlingen van plaats. Op thema’s als roeren, stampen en klutsen zijn uiteraard nog meer variaties
te bedenken.
pa g i na 2 0
- aan de kook!
• camera op statief
• een tafeltje met tafelkleed
• het bord, mes, vorken lepel • het nep-eten
• (optioneel)
de meegebrachte
stukken groente/fruit
Voorbereiding
Het is handig om voor dit recept de klas in twee groepen te verdelen, anders
Om een idee te krijgen hoe groot de stapjes kunnen zijn is hieronder
werken. De andere groep maakt ‘Het lopend buffet’, daarna wordt gewisseld.
groter de stappen, hoe sneller het eten gaat; hoe kleiner de stappen,
moeten de leerlingen te lang wachten. Eén helft gaat in rust zelfstandig
Maak een opstelling van een gedekte tafel, met het kleed, het bord
en het bestek.
Richt de camera een beetje schuin van boven op de tafel. De leerlingen nemen links buiten beeld plaats op een rij stoelen. Hier
wachten ze rustig tot ze aan de beurt zijn. De leerlingen schuiven steeds
een stoel door. Verdeel de nep-etenswaren onder de leerlingen.
Om de beurt staan de leerlingen op om hun etenswaar foto voor foto in
kleine stapjes van links naar rechts over de tafel te schuiven. De paar
een foto weergegeven met de verschillende stappen. Bedenk: hoe
hoe langzamer. Probeer de kinderen hun eten te laten verplaatsen in
stapjes van verschillende grootte. Zo gaat niet alle eten even hard, dat is leuker.
Laat alle voorwerpen op deze manier door het beeld ‘lopen’. Als een
leerling klaar is, loopt deze achter de camera langs terug naar zijn
plaats en gaat daar zitten. Het is leuk en afwisselend om regelmatig
meerdere leerlingen tegelijk hun eten te laten ‘lopen’. Ga zo het rijtje
leerlingen af, tot iedere leerling eten geanimeerd heeft. Let op dat er geen (of zo min mogelijk) handen of hoofden in beeld zijn bij het maken van de foto’s.
voorwerpen worden telkens een beetje verplaatst.
aan de kook! -
p a gina 21
Optioneel - verwisselen: hoe gaat dat?
Eén of meerdere leerlingen hebben eten dat uit meerdere fasen bestaat
(bijvoorbeeld aardappelen van groot naar klein). Laat hen de exemplaren
van groot naar klein op volgorde leggen. De voorwerpen in fasen worden
telkens omgewisseld voor een iets grotere of juist een iets kleinere maat, en daarbij tevens een beetje verplaatst.
LET OP: verwisselen is iets abstracts. Er zijn bijvoorbeeld vier verschillende
aardappelen, maar op de film is er maar één (groeiende en krimpende) aard-
appel te zien. Zeker leerlingen uit groep 3 zullen dit net wel of net niet snap-
pen. Dit is helemaal niet erg. Animatie blijft iets magisch. Het is net toveren…
Verwisselen: variant voor groep 4
U kunt ook alle leerlingen groente of fruit in serie laten meenemen (zie
‘Optioneel’ hierboven). Denk dan naast de aardappelen bijvoorbeeld ook aan
drie appels van rood naar groen of drie bananen van recht naar krom, enzovoort. Dan kan elke leerling verschuiven en verwisselen, waardoor de film
weer wat ingewikkelder wordt, maar ook nog wonderlijker om naar te kijken.
pa g i na 22
- aan de kook!
Foto’s maken en in de computer zetten
Druk rechts op de cirkelknop tot ‘S’ geselecteerd is.
Benodigdheden
Stap 3: de camera op het statief plaatsen
• de handleiding van de camera achterin deze handleiding
zodat hij niet verschuift of verplaatst bij het fotograferen. Dit voetje
• camera op statief
• een computer met Windows Movie Maker
Stap 1: de accu opladen Schuif het klepje aan de onderkant van de camera open. Duw het bruine palletje aan de kant. De accu komt omhoog. Plaats de accu in de oplader en steek deze in het stopcontact. De accu is vol als het lampje op de oplader groen is. Het opladen duurt een paar uur.
Stap 2: megapixels instellen
De fotocamera is ingesteld op stand ‘S’, ofwel 0,3 megapixel per foto. Dit
(Zie ook p. 39 van deze handleiding.)
Schroef het voetje onder de camera en zet de camera op het statief,
past precies boven op het statief. Zonder statief zal de animatie er
waarschijnlijk uitzien alsof er een aardbeving gaande is!
Draai de ronde knop aan de bovenkant van de statiefkop (1) een beetje los. Flip het komma-ormige hendeltje (2) aan de onderkant van het bovenste deel van de statiefkop om. Het koperkleurige pinnetje aan de bovenkant zakt omlaag. Schuif het zwarte voetje in de statiefkop. Flip het kommavormige hendeltje terug en het voetje zit vast. Draai vervolgens de ronde knop weer vast. De camera zit nu stevig aan het statief vast. De camera weer loshalen gaat precies in omgekeerde volgorde.
voorkomt dat de filmbestanden te groot worden. Op de camera heet deze
stand ‘S’. Controleer of de camera op stand ‘S’ staat.
Druk op de ‘FUNC.SET’-knop. In de linkerbenedenhoek verschijnt op het scherm ‘S’. Druk weer op de ‘FUNC.SET’-knop om het menu te verlaten. Verschijnt niet de ‘S’ maar een andere letter, stel dan de camera
handmatig in op ‘S’.
Druk op de ‘FUNC.SET’-knop. Druk aan de onderkant op de cirkelknop rondom de ‘FUNC.SET’-knop tot het onderste icoontje in het menu aan de linkerkant rood oplicht.
aan de kook! -
p a gina 23
Stap 4: de geheugenkaart leegmaken
Stap 6: foto’s op de computer opslaan
uw voorgangers te verwijderen.
geheugenkaart uit de camera en steek hem in de kaartlezer.
LET OP! Maak voor u begint de geheugenkaart leeg, om de foto’s van
Zet de camera in de ’ ’-stand met het schuifje linksboven achter op de camera. Druk op ‘Menu’. Druk op ‘Omlaag’ en ga naar ‘Wissen’. Druk op ‘FUNC.SET’. Ga omlaag naar ‘Alle beelden’. Druk op ‘FUNC.SET’. Ga naar ‘OK’ (naar links) en druk weer op ‘FUNC.SET’.
Stap 5: foto’s maken
LET OP! Zet de flits van de camera uit. Doe dit elke keer
wanneer u de camera aanzet, ook als de camera zichzelf
heeft uitgeschakeld. Een doorgestreept bliksemflitsje boven in
beeld betekent dat de camera niet flitst.
Druk twee keer op het flitssymbool (bliksemflits). Bevestig door op ‘FUNC.SET’ te drukken.
Als alle foto’s gemaakt zijn, slaat u ze op op de computer. Haal de
Schuif het klepje aan de onderkant van de camera open. De geheugenkaart is het kleine blauwe kaartje. Druk op de bovenkant van het kaartje; dit klikt nu los en komt omhoog. Haal het kaartje er voorzichtig uit en steek het in de geheugenkaartlezer (het past er maar op één manier in). Druk het kaartje stevig aan. Het steekt nu nog voor ongeveer de helft uit de kaartlezer. Sluit de kaartlezer met het kaartje erin aan op de computer. (Druk de USB-stekker goed in de kaartlezer.) Deze herkent automatisch de kaartlezer en opent de map ‘DCIM’. In deze map staan uw foto’s. Haal de foto’s eraf door ze te slepen of te kopiëren naar een nieuwe map op uw computer. Geef de map een gemakkelijke naam (bijvoorbeeld ‘animatiefilm-groep5’) en onthoud waar hij te vinden is op de computer. (Zie ook p. 32 van deze handleiding)
Het belangrijkste deel van het werk is nu gedaan. Eigenlijk is de ani-
matie al gemaakt. U moet nu alleen nog zorgen dat de losse foto’s
snel achter elkaar worden afgespeeld, net als een film. Dat gebeurt met het computerprogramma Windows Movie Maker.
pa g i na 2 4
- aan de kook!
Handleiding ‘Windows Movie Maker’
U maakt nu van de foto’s die u gemaakt hebt een (of meer) filmpjes. Hiervoor
gebruikt u het programma Windows Movie
Maker, dat op iedere Windows-computer zit.
Stap 1: instellingen wijzigen Als u Windows Movie Maker opent, gaat u
eerst een belangrijke instelling wijzigen.
Iedere foto moet zo kort mogelijk in beeld
zijn, anders gaat de illusie van beweging verloren. De kortst mogelijke periode is
in Movie Maker 0,125 seconde, ofwel één achtste van een seconde. Er gaan in uw
filmpjes dus acht foto’s in één seconde.
Klik in Windows Movie Maker in de menubalk boven in beeld op ‘Extra’ en selecteer ‘Opties’. Klik op het tabblad ‘Geavanceerd’. Zet de speelduur op 0,125 seconden en klik op ‘OK’.
aan de kook! -
p a gina 25
Stap 2: foto’s importeren U hebt er nu voor gezorgd dat de foto’s straks niet te lang in beeld blijven. Nu gaat
u de foto’s voor de animatiefilm binnenhalen (‘importeren’) in het programma.
Klik in de werkbalk op ‘Taken’. U krijgt nu een scherm met ‘Filmtaken’ rechts in beeld (soms staat het er al). Klik op ‘Foto’s importeren’. Ga naar de map waarin uw foto’s staan, selecteer ze allemaal (Ctrl + A) en klik op ‘importeren’. Alle foto’s uit de map verschijnen op postzegelformaat in beeld. Als er al plaatjes van een vorige gebruiker in Movie Maker staan, druk dan op ‘Collecties’. Er verschijnt een menu met ‘Collecties’. Klik hier met de rechtermuisknop op en selecteer ‘Nieuwe collectie’ om met een schone lei te beginnen. Importeer uw foto’s in deze nieuwe collectie.
Stap 3: de foto’s op een tijdlijn zetten U sleept de losse foto’s naar een tijdlijn, waardoor ze snel achter elkaar als een film
worden afgespeeld. De tijdlijn bevindt zich onder in het scherm. U kunt hier kiezen tussen ‘Storyboard weergeven’ en ‘Tijdlijn’.
Kies ‘Tijdlijn’. Selecteer in de collectie alle foto’s die bij één filmpje horen (hou ‘Shift’ ingedrukt en selecteer met de linkermuisknop de foto’s, laat dan ‘Shift’ los). Sleep de foto’s naar de tijdlijn. Met het plus-vergrootglas (zie linkerpijl in de afbeelding) kunt u de schaal vergroten om de losse foto’s te zien.
LET OP: Het is zeer aan te raden de foto’s een aantal keren achter elkaar in de tijdlijn te slepen, anders duurt het filmpje vaak maar enkele seconden. Door de foto’s een
voor een in omgekeerde volgorde (nl. de laatst gemaakte eerst) in de tijdbalk te
slepen, lijkt het alsof het filmpje achteruit wordt afgespeeld. Dit kan handig zijn als
u het filmpje langer wil maken, maar niet nogmaals precies hetzelfde wil zien.
Stap 4: proefkijken U kunt de animatie vooraf al bekijken.
Druk op ‘Play’ of op de spatiebalk. Door op ‘Alt’ + ‘Enter’ te drukken speelt u alles af op volledig scherm (druk op ‘Esc’ om de schermvullende weergave weer te verlaten).
pa g i na 2 6
- aan de kook!
Stap 5: bijwerken Animatie is bewegen, maar soms ook stilstaan. Door een plaatje aan te klikken en de
rechterkant ervan naar rechts te slepen, kunt u het bewuste plaatje langer in beeld
laten staan. Dit zorgt voor verschil in snelheid in de film. Het effect is het grootst
aan het begin of einde van een film.
U kunt een digitaal muziekbestand (MP3 of WAV) van een MP3-speler halen of via internet downloaden op uw computer. Klik op ‘Audio of muziek importeren’. Ga naar de map met de muziek erin, klik op het muziekbestand en klik op ‘importeren’. Het muziekbestand staat nu in uw Collectie tussen de foto’s.
Stap 6: afspelen Klik weer op ‘Afspelen’ of op de spatiebalk om dit resultaat te bekijken. De eerste montage is gemaakt!
Stap 7: muziek toevoegen U weet nu hoe een animatie gemaakt kan worden. Maar al deze stukken animatie
worden pas een echte animatiefilm als er geluid of muziek aan toegevoegd is. Bij
het maken van foto’s voor de animatie wordt natuurlijk geen geluid opgenomen.
De nu gemaakte animatie is dus erg stil. U kunt nu muziek toevoegen.
Tip: u kunt ook titels en tekst aan uw filmpje toevoegen. Dit doet u door in het linkermenu ‘Filmtaken’ op ‘Titels of verantwoording maken’ te klikken. Er verschijnt een nieuw scherm waarin u stap voor stap tekst kunt maken. De gemaakte tekst sleept u ten slotte naar de balk ‘Overlaytitel’ (zie het plaatje hierboven) en klaar is kees.
aan de kook! -
p a gina 27
Stap 8: opslaan Wanneer het filmpje helemaal klaar is, slaat u het project op.
Klik in het venster ‘Filmtaken’ op ‘Film afwerken’. Klik op ‘Opslaan op deze computer.’
U ziet nu het scherm zoals hieronder is afgebeeld. Klik hier het bovenste bolletje aan: ‘Beste kwaliteit voor afspelen op deze
computer’ aan. Zo is de computer snel klaar en krijgt u een filmpje met een kleine bestandsgrootte, dat gemakkelijk per e-mail verzonden kan worden. Klik op ‘Volgende’.
Op de afbeelding ziet u wat u moet doen om dvd-kwaliteit te krijgen; klik
dan ‘Overige instellingen’ aan en kies ‘DV-AVI (PAL)’ in de lijst. Staat deze
categorie er niet bij, klik dan op de blauwe letters ‘Meer opties weergeven’. De bestandsgrootte en rekentijd van de computer nemen flink toe.
Geef in het nieuwe scherm uw filmpje een naam (1) en kies een map op de computer waar het moet worden opgeslagen (2). Vul dit in en klik onderaan op ‘Volgende’.
De computer gaat rekenen en daarna is de film klaar.
Als u dubbelklikt op het opgeslagen filmbestand, gaat het open. Veel kijkplezier!
LET OP: Als u het programma afsluit verschijnt de tekst: ‘Wilt u de
wijzigingen opslaan die zijn aangebracht in project Naamloos?’ Als u uw
filmpje later nog wilt bewerken in Movie Maker sla dan dit projectbestand op. Later kunt u in Movie Maker weer verder werken aan dit filmpje door het
projectbestand te openen via ‘Bestand -> openen’. Als uw filmpje definitief af is kunt u hier ‘nee’ zeggen. U heeft het filmbestand zelf al opgeslagen. pa g i na 2 8
- aan de kook!
Handleiding fotocamera
aan de kook! -
p a gina 29
pa g i na 3 0
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 31
pa g i na 3 2
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 33
pa g i na 3 4
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 35
pa g i na 3 6
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 37
pa g i na 3 8
- aan de kook!
aan de kook! -
p a gina 39
Colofon Een uitgave van Kunstbalie © 2009
Aan de kook! is een samenwerkingproject tussen Kunstbalie en het Nederlands Instituut voor Animatiefilm (NIAf) tekst
Bram Relouw, consulent Foto, Film en Nieuwe Media
(Kunstbalie)
Paul Moggré, Educatie tekstredactie
illustraties werkbladen
afbeeldingen uit de films
vormgeving
[email protected] www.kunstbalie.nl
pa g i na 4 0
- aan de kook!
(NIAf)
Laura van Campenhout Paul Moggré
© de filmmakers
Huub van Deijck