Antwoordblad Hoofdstuk 1 Het lange leven van het lied 1.1
Het lied
02 b
Eigen antwoord
c
Eigen antwoord
04 b
c
Omcirkel:
d
145 kwartnoten per minuut
e
De omvang van de partij is van een lage bes tot een hoge d. De lage bes valt volgens het overzicht van opdracht 2c buiten het bereik.
f
Maat 15, tweede helft van de tweede tel
05 b
= 145
Melodie 1 en 2
c
Haak boven melodie maat 1 en 2
d
A en C zijn juist.
e
De triolen komen voor in de opmaat, maat 2, 4, 6, 8, 10, 11, 12, 16.
f
De triolen in maat 15 bestaan uit achtste noten, de overige triolen bestaan uit kwartnoten.
06 a b
07 a b
08 a b
Intro – couplet – refrein – couplet – refrein – bridge – refrein Eigen antwoord
De regels 1 tot en met 4 moeten onderstreept zijn. Twee maten
De singer-songwriters op de foto’s zijn Carole King, Colbie Caillat, Jack Johnson, Tracy Chapman, John Mayer, Laura Jansen, Stevie Ann, Jason Mraz. Eigen antwoord
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
09 a
B Refrein
b
A De melodie
c
Banjo
d
A Majeur
10 a
Mondharmonica
b X X I ain’t got no home, I’m just a-roamin’ ‘round X Just a wandrin’ worker, I go from town to town. X X X And the police make it hard wherever I may go X X And I ain’t got no home in this world anymore. c
Over zijn vertrek naar Californië en de strenge voorwaarden om daar te mogen wonen.
d
Majeur. Eigen antwoord. Een mogelijk antwoord is, dat Guthrie beter een mineurtoonsoort had kunnen kiezen vanwege het protest en het klagen in de tekst.
11 song 1 1. Welke song is het meest in de stijl van Dylans idool Woody Guthrie? 2. Welke song(s) is gebaseerd op een bluesschema van twaalf maten? 3. Welke song staat in mineur?
12 a
song 3
X X
B Sarcasme
b
Crescendo (steeds sterker worden). Steeds meer instrumenten. Accelerando (versnellen). Boudewijn de Groot gaat feller zingen.
c
A Coupletlied
13 e
song 2 X
a. c (melodie in C majeur) b. g (melodie in G majeur) c. a (melodie in a mineur) d. d (melodie in d mineur)
f
Eigen antwoord
g
Leidtoon
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
1.2
Middeleeuwen
15 b
Maat 22
c
Eerste noot van maat 12 en maat 16
d
Het voorteken wordt ongedaan gemaakt: de bes wordt een b.
16 b
g - g - d - g - d / d - c - bes - a - bes
c
Herhalingstekens: deze maten moeten herhaald worden. D.C. al fine: vanaf het begin herhalen tot het woord Fine (= einde).
d
Maathaken: de eerste keer tot en met maathaak 1 spelen, bij de herhaling maathaak 1 overslaan en vanaf maathaak 2 verder spelen. Herhalingstekens: deze maten moeten herhaald worden. D.C. al fine: vanaf het begin herhalen tot het woord Fine.
e
Maat 12, bij Fine
17 a b
D Alle drie B Minstreel
18 a
Eigen antwoord
b
Eigen antwoord
19 a
Ensemble B
b ensemble A ensemble B
aantal stemmen twee een
begeleiding ja, tokkelinstrumenten geen (a capella)
soort stemmen niet klassiek klassiek
c
Omdat volksliederen mondeling werden overgeleverd, konden er behoorlijk verschillende versies ontstaan.
d
Couplet 1 de ridder, couplet 4 de ridder, couplet 7 het meisje, couplet 14 de verteller
20 A en C: De melodie en de tekst
21 a
a1 - a2 - b - c - a1 - a2 - d - a1 - a2
b
Afwisseling van verschillende instrumenten en gebruik van een trommel.
c
b: Twee vedels en trommel c: Fluit en trommel d: Vedel, fluit en trommel
d
B © Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
22 a
Hobo
b
Toevoeging van een bourdonbegeleiding (grondtoon plus kwint) en toevoeging van een ritmische begeleiding op een trom.
23 Een punt achter een noot
24
Pueri hebraeorum Kyrie Circumdederunt me
25 b
c
koor: antifonaal of responsoriaal antifonaal responsoriaal koor
syllabisch of melismatisch syllabisch melismatisch melismatisch
ordinarium of proprium proprium ordinarium proprium
Fragment 1: bourdon Fragment 2: parallelle beweging Fragment 3: tegenbeweging Fragment 1: vooral gelijk Fragment 2: vooral tegenbeweging Fragment 3: vooral gelijk
27 a
1 = terts (gr) 2 = kwint (r) 3 = secunde (gr) 4 = sext (gr)
5 = octaaf (r) 6 = kwint (r) 7 = septime (gr) 8 = terts (gr)
b
1 = sext (kl) 2 = kwart (ov) 3 = sext (gr) 4 = secunde (gr)
5 = octaaf (r) 6 = kwint (r) 7 = septime (gr) 8 = sext (gr)
c
1 = terts (gr) 2 = kwint (r) 3 = septime (gr) 4 = kwart (r)
5 = terts (gr) 6 = octaaf (r) 7 = kwart (r) 8 = sext (gr)
d
1 = kwart (ov) 2 = sext (kl) 3 = secunde (gr) 4 = terts (gr)
5 = septime (gr) 6 = secunde (kl) 7 = octaaf (r) 8 = kwart (r)
e
f
Dorisch: b Frygisch: f Lydisch: b Mixolydisch: f
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
g
1. Tamboerijn 2. Luit 3. Blokfluit 4. Vedel
28 a
Bijvoorbeeld: de Mariafiguur is erg realistisch, de duivel is meer als een stripfiguur; Maria heeft een sierlijke, rustige houding, de duivel meer een beweeglijke en dreigende houding; het verschil in kleurgebruik.
b
Het betekent dat dingen die verder weg zijn in de voorstelling, minder scherp omlijnd worden weergegeven. Dit versterkt de dieptewerking en de ruimtesuggestie.
c
Eigen antwoord
d
In dit verhaal wordt verteld hoe de duivel in een andere gedaante mensen kan verleiden om het verkeerde pad op te gaan. Alleen door Gods kracht kunnen zij verlost worden. Mariken zoekt, na een ruzie met haar tante, wanhopig hulp en bidt om hulp van God of de duivel. Als de duivel dat hoort, komt hij in de gedaante van Moenen naar Mariken om haar te verleiden. Hij zal haar alle talen en de zeven vrije kunsten leren als zij bereid is haar naam te veranderen en nooit meer een kruisteken zal maken. Na zeven jaar zondig leven krijgt ze spijt van deze beslissing als ze een wagenspel ziet waarin Gods vergeving ter sprake komt. Uiteindelijk wordt Moenen verdreven door het uitspreken van een Bijbeltekst. Mariken leeft daarna nog twee jaar en sterft in vrede.
e
Het verschil zit hem vooral in het onderwerp. Mirakelspel: toneelspel waarin menselijke drama's een (wonderlijke) ontknoping krijgen door tussenkomst van Maria of andere heiligen. Passiespel: het lijden van Christus is het hoofdthema van het gespeelde verhaal.
f
Een mirakelspel. De ontknoping (Mariken wordt van Moenen bevrijd) vindt plaats door tussenkomst van een heilige die een Bijbeltekst uitspreekt.
g
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Romaans: ronde bogen, sober interieur Gotisch: spitsbogen, grote (gebrandschilderde) ramen
1.3
Masterclass
30 a
Eigen antwoord, afhankelijk van gekozen opleidingen.
b
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: inspiratie opdoen, heel nieuwe mensen leren kennen en dicht bij de bron zitten als voordelen; hoge kosten en ver weg van huis zijn als nadelen.
31 a
b
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
c
d
e
32 a
b
c
d
e
33 a
Kwint
f
Octaaf
b
Octaaf
g
Kwint
c
Octaaf
h
Kwint
d
Kwint
i
Octaaf
e
Kwint
j
Octaaf
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten