Dyslexieprotocol
Sint Adelbertusschool Nieuwlandersingel 40 1814 CJ Alkmaar Vastgesteld op 19 april 2011
1
INHOUD INHOUD ............................................................................................................................................................ 2 WAT IS DYSLEXIE............................................................................................................................................ 3 Verklaringen ........................................................................................................................................ 3 Stellingname........................................................................................................................................ 3 KENMERKEN BIJ HET LEREN ......................................................................................................................... 4 De kleuterfase ..................................................................................................................................... 4 Leren lezen.......................................................................................................................................... 4 Lezen na groep 3 ................................................................................................................................ 4 Spellen ................................................................................................................................................ 4 Andere vakken .................................................................................................................................... 5 WAT IS HET FIK-2 PRINCIPE .......................................................................................................................... 6 SCREENING ..................................................................................................................................................... 7 Vroegtijdige signalering en interventie ................................................................................................ 7 Zij-instromers....................................................................................................................................... 7 ONDERZOEK .................................................................................................................................................... 7 IB-taak ................................................................................................................................................. 7 Consultatie .......................................................................................................................................... 7 AANPAK DYSLEXIE.......................................................................................................................................... 8 Uitgangspunten ................................................................................................................................... 8 Accepteren ............................................................................................................................ 8 Begrijpen ............................................................................................................................... 8 Compenseren ........................................................................................................................ 8 Dispenseren .......................................................................................................................... 8 Extra leerhulp ........................................................................................................................ 8 Algemene afspraken. .......................................................................................................................... 8 Werkhouding ......................................................................................................................... 9 Adviezen aan de ouders........................................................................................................ 10 Lezen .................................................................................................................................... 10 Spellen .................................................................................................................................. 11 Rekenen ................................................................................................................................ 11 Adviezen aan de ouders........................................................................................................ 12 Schrijven ............................................................................................................................... 13 Wereld Oriëntatie .................................................................................................................. 13 DOSSIER .......................................................................................................................................................... 14 Leerlingen dossier ............................................................................................................................... 14 LVS (Cito) ............................................................................................................................................ 14 EXTERN ADVIES .............................................................................................................................................. 14 Onderwijskundig rapport ..................................................................................................................... 15
2
Wat is dyslexie Verklaringen Het verschijnsel dyslexie wordt in verschillende wetenschappen onderzocht. Bij de neurologie gaat het om onderzoek naar oorzaken van dyslexie op lichamelijk gebied, zoals hersenstructuur en erfelijkheid. De neuropsychologie onderzoekt hersenactiviteiten, zoals het samenwerken van de linker- en rechterhelft van de hersenen. De leertheoretici bestuderen vooral de kenmerken van het lezen en spellen van niet-dyslectici en dyslectici. Er zijn ook diverse alternatieve theorieën over dyslexie. Er nog vaak nog veel onbegrip rond dyslexie.
Stellingname Om te kunnen vaststellen of een kind dyslectisch is moet duidelijk zijn wat we hieronder verstaan. Onze school gaat alleen uit van de wetenschappelijke afspraken hierover door de Stichting Dyslexie Nederland. Wij nemen daarom aan dat een dyslecticus altijd problemen heeft met: De verwerking van de lettertekens en van de klanken. Het vergroten van kennis bij het leren lezen, spellen en sommige andere 'schoolse' zaken (bijv. tafels en topografie). Het geautomatiseerd toepassen van die kennis bij lezen, spellen en soms ook hoofdrekenen. Het tempo, de complexe taken en de concentratie bij lezen en spellen en soms ook bij andere vakken. Wanneer er problemen zijn op het gebied van lezen en spellen hoeft een kind dus niet altijd dyslectisch te zijn. Ook andere oorzaken zijn mogelijk. Bijvoorbeeld: Het kind leert over het algemeen erg moeilijk. Er is onvoldoende aandacht besteed aan bepaalde (leer-)problemen. Het kind heeft een periode geen (goed) onderwijs genoten door welke oorzaak dan ook. Het kind heeft andere problemen of zorgen.
3
Kenmerken bij het leren De kleuterfase Het klinkt vreemd om een kind dyslectisch te noemen, wanneer het nog niet heeft leren lezen. Toch zien we bij kleuters, waarbij later dyslexie blijkt, al bepaalde kenmerken: Ze hebben moeite om klanken in woorden op de juiste volgorde te plaatsen. Ze kunnen woorden of zinnen niet precies (na)zeggen. Ze kennen weinig feiten en begrippen, zoals links en rechts, kleuren, dagen van de week. Ze onthouden moeilijk versjes en liedjes.
Leren lezen Bij het leren lezen zien we bij dyslectici het volgende: Ze kunnen de klank bij een letter moeilijk onthouden. Ze verwarren letters, die op het eerste gezicht en het gehoor op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, v/w, u/eu/ui, a/aa). Ze kunnen de eerste woordjes moeilijk onthouden. Ze lezen te veel 'letter voor letter' of haperen bij het lezen.
Lezen na groep 3 Na het leren lezen wordt het lezen verder ontwikkeld. Hierbij speelt, naast de leestechniek, ook het begrijpen van de tekst een belangrijke rol. Bij dyslectici zien we de volgende problemen veel voorkomen: Ze laten woorden weg, voegen ze toe of maken er soms andere woorden van. Ze verwarren tekens die op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, z/s, v/w, u/eu/ui). Ze lezen een ander woord dan er staat, maar het woord betekent wel ongeveer hetzelfde (bijvoorbeeld: kat = poes). Ze 'gokken' veel of lezen juist te veel 'letter voor letter'. Ze vinden lezen moeilijk of hebben er zelfs een hekel aan.
Spellen Foutloos schrijven is voor dyslectici nog moeilijker dan lezen. Belangrijke kenmerken hierbij zijn: Ze halen letters die op elkaar lijken door elkaar (bijvoorbeeld: m/n, b/d, s/z, v/w, f/v, u/eu/ui). Ze draaien letters om (bijvoorbeeld: ei = ie, ui = iu). Ze laten letters en woorden weg of voegen ze juist toe. Ze schrijven woorden op zoals ze klinken (de=du). Ze kennen vaak wel regels voor het spellen, maar gebruiken ze niet tijdens het schrijven. Ze maken nog meer fouten in hun eigen verhalen. Kinderen met dyslexie kunnen ook moeite hebben met hun motoriek.
4
Andere vakken Ook bij het leren van andere vakken kunnen dyslectische leerlingen problemen hebben, bijvoorbeeld: Ze keren cijfers om (31=13). Bij het hoofdrekenen worden fouten gemaakt doordat de 'tussenstappen' worden vergeten. Ze hebben moeite met 'rijtjes leren' bij aardrijkskunde en het uit het hoofd leren van de tafels. Ze maken veel schrijffouten in hun aantekeningen en werkstukken. Engelse woorden opschrijven is moeilijk.
5
Wat is het fik-2 principe Bij het ontdekken en onderzoeken van dyslexie wordt gekeken naar de volgende vijf gebieden:
Fonologische Verwerking Het kernprobleem van dyslexie is het verwerken van klanken en tekens van de taal. We noemen dat fonologische verwerking.
I
Algemene ntelligentie Er zijn zowel intelligente als niet intelligente dyslectici. De eersten hebben vaak zelf allerlei trucs bedacht om met de dyslexie om te gaan of hun problemen te verbergen. Wanneer het kind bovendien normaal intelligent overkomt, verwacht je geen problemen bij lezen en spellen.
Verworven
Kennis
De meeste dyslectici hebben gebrek aan voldoende kennis bij het lezen en spellen. Bovendien kan ook kennis bij andere vakken tegenvallen (bijvoorbeeld bij rekenen).
Toepassen Van Kennis Kennis, die wel aanwezig is, past het dyslectische kind niet altijd toe. Soms is die kennis ook niet goed geautomatiseerd.
Werkhouding Dyslectici zijn lezen en schrijven vaak vervelend gaan vinden. Bovendien zijn veel lees- en schrijftaken erg ingewikkeld en complex voor hen. Mede hierdoor ontstaan problemen met de werkhouding.
Voor leerkrachten en begeleiders zijn de vijf hierboven genoemde gebieden erg belangrijk bij het ontdekken en onderzoeken van dyslexie. Afgekort noemen wij deze vijf gebieden het FIK-2 principe, waarbij de F(fonologische verwerking), de K(kennis verwerven) en de T(toepassen van kennis) probleemgebieden zijn voor elke dyslecticus. Van de andere twee aspecten kan worden gesteld, dat de I (intelligentie) handig is bij de behandeling en de W (werkhouding) veelal beïnvloed is door de dyslexie.
6
Screening Vroegtijdige signalering en interventie Om negatieve leerervaringen te voorkomen is een vroegtijdige signalering van belang. Hierover zijn afspraken gemaakt in de hele school. Hoe de signalering plaatsvindt in de groepen vindt u in de bijlage; meetmomenten groep 1 t/m 8. Naar aanleiding van de signalering wordt er een handelingsplan gemaakt. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de leerlingen in groep 2, die naar groep 3 gaan. Deze leerlingen krijgen extra preventieve didactische aanpak, gericht op: taalbeschouwing leesmotivatie fonologische vaardigheden (analyse en synthese) fonemisch bewustheid (klank- en tekensysteem)
Zij-instromers Bijzondere aandacht wordt besteed aan leerlingen die tijdens de schoolperiode na groep 2 instromen. We gaan er vanuit dat de toeleverende school ons informeert indien een kind dyslexie heeft. Eventueel wordt door de IB-er een technische leestoets afgenomen.
Onderzoek IB-taak Wanneer screening, observatie of leerlingbespreking aanleiding geeft tot onderzoek wordt vanaf begin groep 5 een dyslexieonderzoek gedaan. In groep 3 en 4 zal indien hier aanleiding toe is een PDO worden afgenomen. Het onderzoek wordt afgenomen door een IB-er of leerkracht die hiervoor is opgeleid. Ouders worden hiervan vooraf op de hoogte gesteld en krijgen de resultaten achteraf aangereikt en toegelicht.
Consultatie Bij de diagnostiek wordt de IB-er ondersteund door een extern deskundige van de OBD. Indien daartoe aanleiding is wordt een dyslexieverklaring opgesteld, in ieder geval bij het verlaten van de school. In groep 8 wordt voor een dyslectische leerling een zogenaamd ‘reviewrapport’ opgesteld a.h.v. de gegevens in het dossier. Dit om de leerling in het VO zo goed mogelijk te adviseren. Daarom bevat zo’n rapport o.a de volgende gegevens: onderzoek dyslexie jaarlijkse evaluatie van de specifieke aanpak (A4) meest effectieve strategieën huidige stand van zaken op gebied van DLE (Lezen en spellen)
7
Aanpak dyslexie Uitgangspunten Wanneer uit onderzoek blijkt dat we te maken hebben met een dyslectisch kind, stelt de leerkracht met de begeleider een plan op. In het plan staan aanwijzingen voor de leerkracht, leerling en ouders, gericht op lezen en spellen en andere vakken.
Accepteren Het accepteren van de problemen van de dyslecticus vormt de basis voor elk handelingsplan. Dyslectici blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de schoolvakken. Het is heel belangrijk dat het kind en de omgeving weten, dat het bepaalde problemen heeft als gevolg van dyslexie.
Begrijpen Naast acceptatie is het begrijpen van de problemen van de dyslecticus de basis voor het handelen. Dit geldt zowel voor het kind zelf als voor de leerkracht en de ouders.
Compenseren Belangrijke hulp die dyslectici kunnen krijgen is gericht op het omzeilen van hun problemen. Dat wil zeggen dat ze gebruik leren maken van hun sterke kanten om problemen te vermijden of verminderen. Zo kunnen bij het aanleren van de lettertekens plaatjes en gebaren tot steun worden gegeven.
Dispenseren Voor bepaalde taken krijgt een dyslecticus dispensatie (minder werk maken, meer tijd hebben of iets niet hoeven doen).
Extra leerhulp Tenslotte voorziet het plan in aangepaste oefeningen en werkvormen om problemen bij lezen en spellen te verminderen.
Algemene afspraken. Om dyslexie effectief te kunnen aanpakken zijn afspraken op schoolniveau erg belangrijk. Over de aanpak worden de volgende principes door de leerkrachten gehanteerd.
8
Werkhouding Ter versterking van de eigenwaarde en zelfvertrouwen: zelfvertrouwen actief vergroten bij schoolwerk via gesprekken vertellen wat de leerling goed kan op school en daarbuiten positieve gesprekjes soms aantal goed aangeven i.p.v. aantal fout klassengesprek over dyslexie boekje (voor-)lezen zoals "De smoezenkampioen" van Carry Slee (www.boektoppers.nl) bij beoordelingen rekening houden met de problematiek. Op het rapport komt bij opmerkingen te staan dat de normering is aangepast. bijzondere kwaliteiten/activiteiten van de leerling in de groep benadrukken succes beogen bij opdrachten motivatie en betrokkenheid bevorderen Verbeteren van de taakaanpak: indien nodig hoeveelheid werk verminderen meer tijd geven bij complexe taken/toetsen/werkstukken e.d. complexe taken leren in stappen aan te pakken in principe geen extra huiswerk geven Concentratie bevorderen: een rustige werkomgeving scheppen afwisseling in taken brengen bij vermoeidheid helpen vermoeidheid te herkennen zelf laten kiezen wanneer apart te zitten
Adviezen aan de ouders regelmatig praten met het kind over hoe het op school gaat hierover worden concrete afspraken met de ouders gemaakt zelfvertrouwen centraal stellen via gesprekken
9
Lezen Verwerven van kennis: kennis van woord-betekenis en zinsbouw vergroten meelezen/luisterlezen niet hardop laten lezen in de klas, tenzij voorbereid bij platen laten vertellen aanleren van verschillen tussen visuele en auditieve woordstructuren extra leeshulp met leerkracht Toepassen van kennis laten stillezen leren voorspellend lezen met tekst-structuurkennis extra leeshulp: 'tutor'-lezen / koppellezen op zo hoog mogelijk AVI-niveau oefenen (stil) ( dit geldt voor alle kinderen), zover begrip en techniek dit toelaten (norm qua tijd en fouten soepel hanteren!) Werkhouding boekpromotie AVI-niveau ook daadwerkelijk met de AVI- teksten toetsen bij AVI-toetsafname een niveau lager beginnen (laten inlezen) en veel stimuleren vertrouwen geven dat leren lezen gaat lukken andere beoordeling op rapport hanteren en dit de ouders uitleggen AVI-toetsen (3x per jaar) Advies aan de ouders boekpromotie , bibliotheekbezoek tekst eerst voorlezen, voordat je kind het leest altijd laten stillezen, niet hardop tenzij goed voorbereid samen afwisselend lezen: kind stil, ouder hardop voor- en nabespreken van tekst
10
Spellen Verwerven van kennis: bewust leren worden van eigen fouten systematisch de spelling opbouwen, zoveel mogelijk volgens auditief beginnende regels via Spellingspiekschrift geschikte(!) steuntjes en regels aanleren, zoals: ui (kuil met schop) leren verwoorden van spellingcategorieën aanleren van voorwaardelijke kennis: zoals lange/korte klanken; (mede)klinkers; klankgroepen extra spellinghulp gericht op aanleren van strategieën Toepassen van kennis: toepassing regels en steuntjes in ander werk aanleren controlefase aanleren na het schrijven, gericht op eigen foutenbeeld leren geleerde steuntjes en regels te gebruiken via opbouw: eerst in eenvoudige taken, dan in complexe waar mogelijk de computer gebruiken voor tekstverwerking extra spellinghulp gericht op inoefenen van de strategieën Werkhouding: andere beoordeling op rapport hanteren en dit de ouders uitleggen. Bij de opmerkingen wordt geschreven dat de normering is aangepast.
Adviezen aan de ouders
11
thuis in principe niet aan de spelling werken, tenzij als afgesproken verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen verwachten dat het kind in spontane briefjes fouten blijft maken deze fouten in spontane briefjes niet verbeteren inspanning expliciet waarderen letten op de uitspraak van dagelijkse woorden (articulatie)
Rekenen Verwerven van kennis: tafels aanleren met omgekeerde en dichtbij liggende sommen open tafelkaart hierbij leren hanteren steuntjes aangeven grote getallen goed leren uitspreken, bewust van de cijferpositie bewust leren worden van eigen fouten oplossingsmanieren leren verwoorden Toepassen van kennis: tafelkaart leren gebruiken tijdens rekentaken inzicht stellen boven automatiseren leren oplossings-manieren te gebruiken lange sommen met kladpapier laten doen (tussenstappen) splitsingen proberen te automatiseren tafels blijven proberen te automatiseren hoofdrekenen met kladpapier rekenmachine leren gebruiken in de bovenbouw als controlemiddel en voor moeilijke vraagstukken extra rekenhulp Werkhouding: schattend leren rekenen kladpapier ook bij toets indien nodig tafelkaart of zakrekenmachine ook bij toets
Adviezen aan de ouders verwachten dat je kind de tafels niet snel uit het hoofd kent (op rij en/of sommen door elkaar) verwachten dat er bij klokkijken verwarring is (voor en over e.d.) verwachten dat geldrekenen problematisch kan zijn een boodschap laten doen en zelf laten betalen uitdragen dat fouten mogen
12
Schrijven In principe wordt bij alle leerlingen het schrijfonderwijs gegeven uit de methode “Schrijven in de basisschool”. Mocht dit grote problemen opleveren dan kan na overleg met de I.B-er besloten worden om tot het blokschrift over te gaan. Het schrijven kan voor sommige leerlingen dusdanige grote problemen opleveren dat het aan te raden is om ze hun werk op de computer te laten maken (denk aan werkstukken e.d.) Advies aan de ouders begrip tonen voor de complexe taak van het schrijven er vanuit gaan dat het kind zijn best doet op het handschrift ook al is het niet prachtig computer laten gebruiken om iets te schrijven
Wereld Oriëntatie Kennis verwerven: hoeveelheid schriftelijke informatie beperken leeswerk op begrip richten, leren studerend omgaan met informatie samen met goede leerling schriftelijke informatie doornemen ezelsbruggen verzinnen voor jaartallen/ reeksen/moeilijke namen/begrippen, zoals: TVTAS (ndl. Eilanden) meer tijd geven eventueel inspreken op band/voorlezen extra leerhulp opbouw van werkstuk leren (structuur) Toepassen kennis: creativiteit stimuleren opbouw van werkstuk leren toepassen vooral leren feiten opzoeken i.p.v. weten extra leerhulp gericht op leerstrategieën Werkhouding creativiteit extra waarderen veel complimenteren voor schriftelijk werk bespreken wat de leerling nog moeilijk vindt met huiswerk mondeling toetsen indien noodzakelijk hoeveelheid topografie verminderen topografietoets in hoeveelheid opbouwen en indien iets fout is gespeld heeft dit geen invloed op het topografiecijfer
13
DOSSIER Leerlingen dossier Iedere leerling heeft een eigen dossier. Voor dyslectische leerlingen wordt hun verklaring op geel papier afgedrukt. Hierin worden in de loop van de jaren alle gegevens verzameld aangaande dyslexie. Dat zijn in ieder geval: eventueel screeningslijst groep 2 onderzoeksgegevens vanaf begin groep 4 verslagen besprekingen handelingsplannen jaarlijkse evaluatie
LVS (Cito) De objectieve meetgegevens van de (leer-)vorderingen worden gelijk alle andere kinderen twee maal per jaar in het leerlingvolgsysteem van de school verwerkt. In een ‘vrij veld’ bij de verwerking op de computer wordt vermeld dat het gaat om een dyslectische leerling, zodat een geselecteerde lijst kan worden samengesteld.
Extern advies Onderwijskundig rapport Wanneer een dyslectische leerling de school verlaat wordt het onderwijskundig rapport uitgebreid met de gegevens uit de speciale bijlage van het leerlingdossier. Hierbij wordt indien nodig een advies meegegeven over de gewenste aanpak op de nieuwe school. Dat geldt ook voor de schoolverlaters naar het VO. Dat vormt de basis voor de dyslexieverklaring. Protocol dyslexie aanvulling: Het spellingspiekschrift is in ontwikkeling; afgestemd op de nieuwe taalmethode ‘Taal op maat’. Bijlage: lijst meetmomenten/ signalering individueel handelingsplan dyslectische leerlingen dyslexie adviezen aan ouders lijst met aanpassingen dyslexie begeleiding in de klas algemene suggesties voor de behandeling van spellingsproblemen protocol lezen en spelling informatie over dyslexie onderzoek en het maken van een handelingsplan bij dyslexie/ dyslexie vermoedens informatie lees en spellingshulp Screeningslijst kleuters
Meetmomenten Groep 1/2 volgt spoedig
14
Groep 3 t/m 8 Wanneer Augustus
Augustus-oktober Oktober
November-februari Januari-februari
Februari-maart Eind maart
April-juni Eind mei-juni
Actie door de leerkracht Beginsituatie vastleggen van alle leerlingen en handelingsplan maken voor zwakke lezers en spellers, extra hulp bieden. Interventieperiode 1 Meetmoment 1 Groep 3: globaalwoorden en letterkennis Groep 4 t/m 8: AVI kaarten nieuw voor alle leerlingen. Handelingsplan op/bijstellen voor zwakke leerling. Interventieperiode 2 Meetmoment 2 Groep 3 t/m 8 AVI kaarten nieuw. Groep 3 en 4 DMT toets nieuw (leerlingen groep 5 t/m 8 ook indien zij bij vorige toets een C/D/E score hebben gehaald). Groep 3 t/m 8 cito spelling. Groep 8 doet ook de toets cito werkwoorden. Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen. Interventieperiode 3 Meetmoment 3 Groep 3: letterkennis bij leerlingen die de basistoets niet hebben gehaald. Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen. Interventieperiode 4 Meetmoment 4 Groep 3 t/m 7 AVI kaarten nieuw. Groep 3 en 4 DMT toets nieuw (leerlingen groep 5 t/m 8 ook indien zij bij vorige toets een C/D/E score hebben gehaald). Groep 3 t/m 7 cito spelling. Groep 7 doet ook de toets cito werkwoorden. Voor zwakke leerlingen de effecten van de interventies en de eindsituatie beschrijven. Advies begeleiding in de volgende groep formuleren en bespreken met de leerkracht. Inventarisatie van de risicoleerlingen.
15
Leerlingen met dyslexie; Compenserende en dispenserende maatregelen Begrijpend lezen: O Eerst de vragen lezen. O Antwoorden zoeken in de tekst O Het verhaal wordt voorgelezen O Voor het beantwoorden van de vragen krijg je meer tijd O Spelfouten tellen niet mee in de beoordeling Dictee O Sommige leerlingen oefenen met minder categorieën per woordpakket O Bij signaal en controledictee altijd je spiekschrift gebruiken O Je vouwt de bladzijde dubbel O Je schrijft de woorden onder elkaar op aan de rechterkant van de vouw O Sommige leerlingen werken hierbij op de laptop, lettertype comic sense 22 O Bij een woord waaraan je twijfelt of je het goed hebt geschreven zet je een vtje O Als het dictee klaar is, ga je die woorden met het spiekschrift nakijken en bij een fout schrijf je het woord opnieuw aan de linkerkant van de vouw O Fouten die je verbeterd hebt met je spiekschrift, worden goed beoordeeld Taal O Bij alle taalopdrachten mag je het spiekschrift gebruikten O Soms hoef je niet alles temaken, maar mag je bv. alleen de woorden opschrijven die je moet invullen of maak je de helft van de zinnen O Bij de taalopdrachten worden spelfouten niet geteld Rekenen O Je mag een tafelkaartje gebruiken O Je mag een kladblaadje gebruiken bij handig rekenen en hoofdrekenen Wereldoriëntatie O Waar gaat het om per alinea bekijken O Topokaartje op groter formaat mee naar huis O Aanleren van topokaartje m.b.v. kleuren R.T. O Spellingspiekschrift leren gebruiken O Categorieën van het spellingspiekschrift worden apart behandeld O Extra oefen materiaal Agenda O Schrijf al je huiswerk in je agenda O Maak een planning voor het leren van een proefwerk O Denk eraan op tijd beginnen O Iedere dag een beetje leren en dat herhalen werkt beter als de laatste dag alles ineens leren Toetsen O Je krijgt meer tijd O Spelfouten worden niet geteld O Cito entreetoets/eindtoets mag je met bandje of cd maken O Je mag altijd een kladblaadje gebruiken bij hoofdrekenen 16
Ouders O Accepteer dat je kind dyslexie heeft en dat problemen daaruit voortkomen O Veel geduld hebben met de vooruitgang van spelling bij je kind, omdat dat met kleine stapjes gaat. O Spelfouten in spontane briefjes niet verbeteren O Woordpakket thuis oefenen O Spellingsregels en –steuntjes laten verwoorden O Inspanning van het kind waarderen i.p.v. resultaat O Rapport: vermelding * op eigen niveau
17
BIJ DYSLEXIE
Adviezen aan ouders
Algemeen - regelmatig praten met het kind over hoe het op school gaat - hierover worden concrete afspraken gemaakt met de ouders - zelfvertrouwen centraal stellen via gesprekken Lezen - boekpromotie, bibliotheekbezoek - tekst eerst voorlezen, voordat je kind het leest - altijd stillezen, niet hardop tenzij goed voorbereid - samen afwisselend lezen: kind stil, ouder hardop - voor- en nabespreken van de tekst Spellen - thuis in principe niet aan de spelling werken, tenzij als afgesproken - verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen - verwachten dat het kind in spontane briefjes fouten blijft maken - inspanning expliciet waarderen - letten op de uitspraak van dagelijkse woorden (articulatie) Rekenen - verwachten dat je kind de tafels niet snel uit het hoofd kent (op rij/en of sommen door elkaar) - verwachten dat er bij klokkijken verwarring is (voor en over e.d.) - verwachten dat geldrekenen problematisch kan zijn - een boodschap laten doen en zelf laten betalen - uitdragen dat fouten mogen Schrijven - begrip tonen voor de complexe taak van het schrijven - er vanuit gaan dat het kind zijn best doet op het handschrift ook al is het niet prachtig - computer laten gebruiken om iets te schrijven Wereld Oriëntatie - verwachten dat het onthouden van (plaats)namen moeilijk is - laten kaartlezen op vakantie - nieuwe kennis inzichtelijk koppelen aan oude kennis - samen schriftelijk informatie doornemen - informatieve en educatieve tv-programma’s en internetsites (Zappelin) stimuleren
18
Dyslexie – Sint Adelbertusschool – Kinderen met dyslexie hebben problemen met fonologische verwerking, de kennisverwerving en het toepassen van de verworven kennis. Zij kunnen moeite hebben met het lezen, het spellen, maar ook met rekenen. De fonologische vaardigheden heb je de hele dag nodig; als je hier niet goed in bent, dan kost het volgen van onderwijs veel energie. Kinderen met dyslexie zijn dus eerder moe! Hun werkhouding kan daardoor minder worden, maar ook hun zelfbeeld kan negatief worden. Dit kan zich ook uiten in schrijfproblemen. Het is dus van belang, dat wij er goed mee omgaan. Onvermogen is geen onwil, daarom zullen we deze kinderen anders moeten aanpakken. Een andere aanpak heeft consequenties voor de beoordeling, die je geeft. Bijvoorbeeld beoordelen op het niveau van het aangepaste cognitieve programma, maar ook bij het beoordelen van de inzet, de werkhouding moet je rekening houden met het probleem. Dit houdt onder andere in dat het vermeld staat op het rapport. Wat voor aanpassingen vinden er al plaats bij ons op school? Lezen - lezen in een hoger AVI-niveau dan de AVI-score aangeeft. - interactief lezen: wat weet je al over de tekst/inhoud als je gaat lezen? - Meer tijd geven bij bepaalde verwerkingsopdrachten/toetsen. - Voorinformatie geven bij grote stukken tekst van begrijpend lezen en/of wereldverkenning. - Sommige toetsten mondeling afnemen. Spelling
- De hoeveelheid verwerkingsstof verkleinen. - Dictees aanpassen: woorddictee i.p.v. zinnendictee/dictee als invuloefening/afwisselend woord en zin opschrijven. - Spellingsregels extra oefenen a.d.h.v. spellingsspiekschrift. - Eigen spellingsprogramma (Spelling in de lift). - CITO spelling op het individuele niveau afnemen.
Wereldverkenning - Teksten van tevoren bespreken. - Topografie: mondeling afnemen en/of hoeveelheid verkleinen - Spelling niet meerekenen. - Werkstuk: de inhoud verkleinen qua tekst, maar aanvullen op een andere manier. Rekenen
- Gebruik maken van een tafelkaart en/of rekenmachine. - tussenstappen laten opschrijven.
Schrijven
- Het loslaten van het verbonden schrift; de letters los schrijven. - Het invoeren van blokschrijft.
Dit is wat er nu zoal aangepast is; maar deze aanpassingen worden alleen gedaan als het dyslectisch kind het nodig heeft en binnen de groep realiseerbaar is. 19
Dyslexie begeleiding in de klas Voor een ‘goede’ begeleiding van dyslexiekinderen in de klas is het volgende van belang: Doel: t.a.v. (technisch) lezen: Eind groep 6 hebben in principe alle goede lezers Avi 9 niveau bereikt, voor de zwakkere lezers geldt dat zij in ieder geval voor eind groep 8 Avi 9 instructieniveau moeten hebben bereikt. Zie voor de opbouw bijlage bladzijde 71,89 en 91. Doel: t.a.v. spelling minimaal CITO C score op SVS Eind groep 8 hebben alle kinderen minimaal dit doel bereikt. Doel: t.a.v. begrijpend lezen minimaal CITO C score op TBL Eind groep 8 hebben alle kinderen minimaal dit doel bereikt. Om dit te kunnen bereiken is nodig: min. 3x per week begeleiding voor alles Met betrekking tot technisch lezen - begeleiding t.a.v. technisch lezen onder begeleiding van ouder, klassenassistent, leerkracht, goede lezer etc. - nodig goed materiaal bijvoorbeeld de klipperreeks Met betrekking tot spelling - aanbieden van het spellingsspiekschrift - gebruik maken van de BAATmethode Met betrekking tot begrijpend lezen: - extra begeleidingsmogelijkheden via genoemde hulpbronnen - duidelijke analyse op de uitvalgebieden - goede hulpprogramma’s Extra benodigdheden: - Instructie via het instructiemodel zie blz 105 - Aanleren van strategieën - Duidelijke doelen in de handelingsplannen (haalbare) - Afspraak over compensatie/ dispensatieregels zie blz 137 en bijlage 6, afstemmen voor iedere dyslexie kind afzonderlijk. - Duidelijke overdracht naar de volgende groep of VO - Goede dossiervorming per kind - Afspraken moeten helder zijn voor de kinderen EN ouders. Afspraken t.a.v. de beoordeling: - afspraak maken met de leerling over de beoordeling van de spelling bij bijvoorbeeld opstel, werkstuk etc.. - niet altijd de spelling laten meetellen - niet alle fouten met rood onderstrepen - de dyslexiekinderen de fouten laten ontdekken aan de hand van de aangeboden spellingsregels, bijvoorbeeld wat aangeboden is hoeft niet fout - keuze maken bij dictee waar het omgaat, de woorden of de zinnen - mondeling overhoren bij topo of de schrijffouten niet rekenen - beoordeling op het rapport aanpassen en aan de ouders vertellen
20
Algemene suggesties voor de behandeling van spellingproblemen Extra oefening kan beter iedere dag 10 à 15 minuten, dan 1 keer per week een half uur. Spellingzwakke kinderen hebben ook vaak een zwak spellinggeweten. Dit houdt in dat ze niet kritisch kijken naar hun eigen schrijfwijze, wat bijvoorbeeld blijkt uit onvoldoende controle en het onvoldoende toepassen van spellingregels. Het is van belang hieraan aandacht te besteden. Een mogelijkheid is om het maken van een auditief dictee op een vaste manier aan te leren volgens de volgende stappen: 1. herhaal het woord zacht voor jezelf. 2. kan ik het woord direct schrijven? 3. moet ik een regel toepassen? 4. schrijf het woord op. 5. controleer je schrijfwijze. Een andere manier om aan het spellinggeweten aandacht te besteden is het aangeven van een gemaakte fout d.m.v. puntjes in de kantlijn. Dit i.p.v. het onderstrepen van de fout, waarvoor het voor de leerling niet meer nodig is om de fout zelf te ontdekken.
Gebruik waar mogelijk spellingregels. Noteer i.p.v. het aantal fout geschreven, het aantal goed geschreven woorden. Besteed voldoende aandacht aan auditieve oefeningen. Maak op een gevarieerde manier gebruik van woordpakketten. Manieren van het instuderen (woordstudietechnieken): 1. het woord goed aankijken, bedekken, opschrijven en controleren 2. woord goed aankijken, opschrijven, moeilijkheid erachter noteren (schrik – schr; bord – d, golf – lf) 3. in lettergrepen verdelen, streepjes zetten 4. woord aankijken, met vinger op de tafel schrijven, noteren op je blaadje en controleren. 5. werk met in tweetallen; de een dicteert, de ander schrijft het op; na 5 woorden wisselen. Samen nakijken en foute woorden nog eens schrijven. 6. spel het woord voor jezelf en schrijf het op. 7. maak in je hoofd een “foto” van het woord, spel het woord, schrijf het daarna op en controleer het woord. 8. kijk het woord goed aan, schrijf het op en zet een streepje onder de moeilijke letters. 9. spreek het woord langzaam uit, schrijf het tegelijkertijd op en controleer het daarna. 10. bouw het woord letter voor letter op. 11. breek het woord letter voor letter af. 12. zoek kleinere woorden in het grote woord, bv. ziekenhuis (ziek – zieke – zieken – huis) 13. op welke regel/afspraak moet ik letten bij het schrijven van dit woord? 14. bij welk “basiswoord” hoort dit woord? 15. maak samenstellingen met dit woord (bos – bospad – bosweg, bosbrand) 16. maak er een spelletje van, dit kan op allerlei manieren Het schrijven op papier kan ook vervangen worden door het te oefenen op de tekstverwerker van de computer.
21
Protocol lezen en spelling LEZEN. Signaleren. In groep 1/2 wordt voor een risicoleerling de screeningslijst dyslexie afgenomen. In groep 3 signaleert de groepsleerkracht aan de hand van lettertoetsen, leestoetsen,methode, AVI-kaarten. In groep 3 wordt AVI-nieuw afgenomen in januari en juni en tussentijds indien noodzakelijk. In groep 4 t/m 7 wordt AVI-nieuw afgenomen in oktober, januari en juni. In groep 8 wordt de AVI-nieuw afgenomen in oktober en januari. In groep 3 en 4 worden de DMT kaarten afgenomen bij alle leerlingen. In groep 5 t/m 8 worden deze kaarten alleen afgenomen indien de leerling een C/D/E score heeft behaald. Plan van aanpak bij leesproblemen Extra oefenen aan de hand van leesteksten, R.T. materiaal. Ralfi of tutor lezen. Op school oefenen. Oefenstof aanpassen aan het probleem van de leerling (radende lezen, spellende lezer). De groepsleerkracht en/of een andere leerling leest met de zwakke lezer. Eventueel extra ondersteuning op school buiten de klas. Met de ouders wordt het leesprobleem en het oefenen besproken. Evaluatie leesvorderingen. Ernstige leesproblemen aanmelden bij de intern begeleider. Diagnosticeren/eventueel neemt de intern begeleider een pedagogisch didactisch onderzoek (P.D.O.) af, nadat dit door de groepsleerkracht met de ouders is besproken. Plan van aanpak opstellen (zowel op school als thuis oefenen) door de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider. Het verslag van het P.D.O. en het plan van aanpak worden door de groepsleerkracht en/of intern begeleider met de ouders besproken. Het verslag van het P.D.O. en het plan van aanpak worden door de groepsleerkracht en/of intern begeleider met de ouders besproken. Zeer ernstige leesproblemen bespreken in het zorgteam Traject bespreken met de ouders. Eventueel een dyslexieonderzoek afnemen. Nagaan of de leerling in aanmerking komt voor onderzoek via de zorgverzekering. De ouders worden van tevoren op de hoogte gesteld van dit overleg en krijgen daarna van de groepsleerkracht en/of de intern begeleider het advies te horen. School bepaalt de aanpak die de leerling krijgt en hanteert daarbij de uitgangspunten die in het dyslexieprotocol zijn omschreven. Dyslexieonderzoeken Na overleg in het zorgteam. 22
-
De onderzoeken worden afgenomen door de intern begeleider/preventief ambulantbegeleider (pabber), orthopedagoog of psycholoog. De uiteindelijke diagnose wordt vastgesteld door de psycholoog. Het verslag en het plan van aanpak worden uitgebreid besproken door de interne begeleider met de ouders en de groepsleerkracht.
SPELLING. Signaleren. De groepsleerkracht signaleert aan de hand van letterdictees, woorddictees, zinsdictees, toegepaste spelling. De groepsleerkracht signaleert structureel aan de hand van methodetoetsen en 2x per jaar aan de hand van Cito-toetsen. Plan van aanpak bij spellingsproblemen Extra oefenen aan de hand van regels/afspraken, kaartenbak methode en computer. Eventueel extra ondersteuning buiten de klas. Op school oefenen. Evalueren. Letterdictees, woorddictees, zinsdictees, toegepaste spelling. De groepsleerkracht evalueert middels methode gebonden toetsen, observaties en Cito-toetsen. Ernstige spellingproblemen Diagnosticeren/eventueel neemt de intern begeleider een P.D.O. af, nadat dit met de ouders is besproken. Plan van aanpak opstellen door de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider. Het verslag van de P.D.O. en het plan van aanpak worden door de groepsleerkracht en/of intern begeleider met de ouders besproken. Evalueren door de groepsleerkracht en/of de ondersteunende leerkracht. De groepsleerkracht geeft dit door aan de intern begeleider en bespreekt dit met de ouders. Zeer ernstige spellingsproblemen bespreken in het zorgteam Traject bespreken met de ouders Eventueel dyslexieonderzoek afnemen. Nagaan of de leerling in aanmerking komt voor onderzoek via de zorgverzekering. De ouders zijn op de hoogte van dit overleg en krijgen van de groepsleerkracht en/of de internbegeleider het advies te horen. Dyslexieonderzoeken. Na overleg in het zorgteam. De onderzoeken worden afgenomen door de internbegeleider, pabber, orthopedagoog of psycholoog. De uiteindelijke diagnose wordt gesteld door de psycholoog. Het verslag en het plan van aanpak worden uitgebreid besproken door de interne begeleider met de ouders en de groepsleerkracht.
23
Leeshulp groep 3 t/m 8
24
Ello lezen: Actie Elke dag 15 minuten lezen Vertrouwen geven dat het lezen gaat lukken! De leerkracht leest ook hardop voor. Duo lezen of tutorlezen (=betere lezer). Ralfi lezen= herhaald lezen van teksten met als doel het verbeteren van de leessnelheid.
Materialen Boeken op zo hoog mogelijk AVI niveau zover begrip en techniek dit toelaten.
Leren doorzien van de woordstructuur en Map Speciale Leesbegeleiding Luc bevorderen van het leestempo. Koning. Oefenen van het direct woord herkennen Computerprogramma Lesebanc, Flits elke dag 10 minuten. nieuw. Boekje/bandje lezen Boekje/bandje. (meelezen/luisterlezen). Samen met een goede leerling schriftelijke informatie doornemen (zaakvakken). In een tekst de structuur van een woord * Maak een kopie van de tekst. wissel met markeerstift aangeven=woordenschat vergroten. Vooraf de moeilijke woorden lezen. Voor het leren kennen van letters= 3 bakjes met groene, rode en oranje Lettergroeiboek maken. letters. Kennis vergroten van woordkennis en zinsbouw. * Veel laten stillezen met als doel “leeskilometer maken”en leesplezier bevorderen. Ook met de tekst aan de gang gaan= leren voorspellen, een samenvatting maken, hoofdgedachte en kernwoorden onderscheiden. Het kind krijgt meer tijd bij bepaalde verwerkingsopdrachten. - Boek kiezen en verkennen: waar zal het over gaan? - Illustraties bekijken en zelfstandig voorbereiden. - Zoek de woorden die je wel/niet kent. Moeilijke woorden flitsen. Wisselrijtjes. - Boek samen met de leerkracht lezen. - Nabespreking=wat vond je van het verhaal? Over wie gaat het, waar, wanneer, hoe liep het af? Ralfi lezen: - Repeat= 5 dagen herhaling van de tekst. Vijfde dag leest het kind zelf. - Feedback geven: Hoe vond je het gaan? Wat vond je moeilijk/gemakkelijk? 25
-
Interactie=je praat over de inhoud van de tekst en de moeilijke woorden.
Aanpak spelling in groep 4 t/m 8. Acties Kennis en toepassing aanleren via overzichtelijke woordpakketten.
Per categorie kennis en toepassing van kennis leren. zoveel mogelijk volgens auditief beginnende regels. aanleren van begrippen als: lange/korte klanken, klinkers/medeklinkers, klankgroepen etc. Systematisch spelling opbouwen met behulp van spellingspiekschrift. Gaat mee naar de volgende groep/ tabbladen ertussen. Leren verwoorden van spellingcategorieën en per categorie woorden intensief oefenen. Zet de spellingsregels op een kaart of in een schrift. Alleen spellingsfouten van een bepaalde regel tellen mee! Zelf fout laten ontdekken a.d.h.v. aangeboden regels. Stimuleer het gebruik van een woordenboek ook digitaal Laat nooit tekst van het bord overschrijven, geef kopie Woorddictee i.p.v. zinsdictee *Waar mogelijk de computer gebruiken voor tekstverwerking. *Als kind dyslectisch is andere beoordeling op rapport hanteren en uitleggen aan ouders. * Stappen spelling: Herhaal het woord zacht voor jezelf. Kan ik het woord direct schrijven? Moet ik regels toepassen? Schrijf het woord op. Controleer de schrijfwijze. Strategie spelling: 26
Materialen Kaarten taaljournaal en computerprogramma. Computerprogramma FLITS nieuw en Lesebanc. Methode Spelling in de lift en spellingspiekschrift.
Spellingspiekschrift
Eventueel schrift met daarin de woorden per categorie opgeschreven Kaart/schrift
Woordenboek www.vandale.nl
Spellingsstrategie=elementaire spellingshandeling met klankzuivere woorden. Klankclusterstrategie=straat, hooi, peer. Regelstrategie=na een korte klinker schrijf je 2 medeklinkers bijv. krullen, na een lange klinker 1 bijv. slapen. Woordbeeldstrategie=thee. Analogiestrategie=net als woorden. Hulpstrategie=ezelsbruggetjes. Compenserende software bij spellen: www.vandale.nl www.typingmaster.nl www.leren.nl www.scansoft.nl www.spraakherkenning.nl Hulp bij rekenen Gebruiken van een tafelkaart Gebruiken van een rekenmachine Eventueel minder stof en meer tijd bij het maken van toetsen. Tafels en splitsen proberen te automatiseren De tussenstappen bij lange sommen mag je op kladpapier schrijven Aanvraag dyslexieonderzoek via de verzekering
Als je een dyslexieonderzoek voor een kind wilt aanvragen moet het dossier tiptop in orde zijn. Vanaf 1 januari 2009 worden de kosten van de diagnose en behandeling van dyslexie bij kinderen vergoed in het basispakket van de zorgverzekeraars. Het gaat om de kinderen met ernstige, enkelvoudige dyslexie geboren na 1 januari 2000. Het is de taak van de school om te signaleren, effectief te handelen en alle gegevens vast te leggen (dit alles volgens het Protocol leesproblemen en dyslexie). Er moet minimaal ½ jaar hulp zijn geboden buiten het programma van lezen en spelling om. Als je dyslexievermoedens bij een kind hebt, maak dan een handelingsplan met een dyslexieaanpak. Dan kunnen we als er sprake is van een aanvraag voor onderzoek direct met goede handelingsplannen komen en de geboden hulp aantonen. Zonder geboden hulp krijgt het kind geen dyslexieverklaring. Je moet een goede argumentatie voor het vermoeden van dyslexie kunnen geven. Je moet didactische resistentie kunnen aantonen na voldoende begeleiding van voldoende intensiteit en kwaliteit. In het handelingsplan moet staan hoe het kind door school is geholpen. Het is belangrijk dat er concrete doelen worden omschreven die goed geëvalueerd worden. Er moet bewezen kunnen worden dat de geboden hulp onvoldoende rendement heeft opgeleverd. In het handelingsplan moet er aandacht worden besteed aan accepteren, begrijpen, compenseren, dispenseren en extra leerhulp. Deze gebieden moet je ook omschrijven. Er moet een aantoonbare achterstand zijn op het gebied van lezen en/of spelling. Ik maak een uitdraai van de cito gegevens van de leerling. Er moet een discrepantie zijn tussen de toetsscores bij het lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen. Als een kind zwak presteert op alle gebieden kan er ook een andere oorzaak zijn. Voor de ziektekosten vervalt het criterium van het gemiddeld IQ, waardoor ook leerlingen die wat moeilijker tot leren komen, een verklaring kunnen krijgen. 27
Voor de zorgverzekeraar moet er een achterstand worden vastgesteld in minimaal drie achtereenvolgende meetmomenten.
Wat komt er in het handelingsplan: De beginsituatie: je beschrijft het lees/spellingsprobleem. Eventuele signalering lees/spellingsprobleem: datum, toets. Omschrijving van de extra begeleiding: doelen, duur en inhoud=plan van aanpak. De organisatie van de begeleiding en wie gaat de hulp bieden. De hulpmiddelen/leermaterialen die het kind gaat gebruiken. Evaluatie=resultaat van de extra begeleiding en beschrijving van de gebruikte toetsen en normering. Vaststellen toenemende achterstand met vermelding van gebruikte toetsen en normering. Soms kan je een gecombineerd plan maken voor extra leerhulp lezen en spelling. Omschrijf ook op welke manieren je compensatie en dispensatie geeft (zie bijlage). In het handelingsplan kunnen ook de afspraken met de ouders komen.
28
Als ouders aanspraak willen maken op de vergoeding van diagnostiek en behandeling bij ernstige dyslexie, moet de school het leerlingdossier leveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd.
Screeningslijst groep 2 Wanneer een kenmerk van toepassing is zet u er een ‘ja’ achter. Twijfel niet te lang en scoor dan ‘ja’. Omcirkel dan de daarachter genoemde punten. Wanneer een kenmerk niet van toepassing is, ze u er een ‘nee’ achter. Streep dan de daarachter genoemde punten door. Tel de waarden verticaal op en trek de conclusie. NAAM LEERLING: DATUM: Omschrijving van het kenmerk: Presteert op 'talige' taken (iets) minder dan verwacht Heeft moeite met namen van de kleuren Heeft moeite met reeks woorden nazeggen Weet niet het eigen adres (straat en huisnummer) 'Luistert' niet goed. ("Luistert maar half!") Heeft moeite moeilijk woorden te vinden (“dinges”) Heeft moeite met zinnen precies nazeggen Heeft moeite met het maken van goede zinnen Heeft moeite met het leren van versjes en liedjes Weet niet de eigen verjaardag Laat wel eens iets weg in een woord Gebruikt eigen trucjes (ezelsbruggen) Heeft moeite met de begrippen links en rechts Voert een ingewikkelde opdracht maar gedeeltelijk uit. Heeft moeite met namen van andere kinderen Vertelt wel eens wat chaotisch Kan zich moeilijk concentreren op ‘talige’ taken Heeft moeite met namen van de dagen van de week Heeft moeite met verbuigen van werkwoorden Gebruikt eigen woorden voor bepaalde begrippen Heeft moeite met het vinden van de juiste woorden Gebruikt nog wel eens ‘peuterwoordjes’ Voegt wel eens iets toe in een woord Verandert wel eens iets in een woord
Ja/Nee
punten: 4 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
1
1
1 1
3 1 1 1 1
3
1 1 1 1
1 1
1 1 1 1
1 1
Vermoedelijke capaciteiten ( I ) Analyse en synthese van de spreektaal (F1) Korte termijn (werk-)geheugen (F3) Lang onthouden ( K )
Conclusie: Scoort het kind in alle vier kolommen meer dan 5 punten dan behoort het tot de risicogroep. Om meer gegevens te verkrijgen kan het FIK 2 onderzoek voor kleuters worden afgenomen.
29