Dynamische risicotaxatie Wens of werkelijkheid? Martien Philipse Pompestichting, Nijmegen Studiemiddag NVK - WODC, Den Haag 17 november 2006
Statische taxatie • Statische en historische kenmerken zijn consistent valide gebleken als voorspeller – Aantal eerdere veroordelingen – Leeftijd eerste veroordeling – Leeftijd op moment van beoordeling – Psychopathie – Cluster B persoonlijkheidsstoornis – Verleden van middelenmisbruik
Statische taxatie • Probleem: je kunt er niets aan veranderen • Van behandeling in forensische (poli)klinieken wordt verwacht dat zij recidiverisico reduceert • Behandeling moet zich dus richten op dynamische risicofactoren, “criminogenic needs” (Andrews & Bonta, 1998).
De eerste wet van risicotaxatie De beste voorspeller van gedrag in de toekomst is het gedrag dat men in het verleden al heeft vertoond. Dit is waarschijnljk de meest solide bevinding uit 4 decennia risicotaxatie onderzoek
Statische taxatie • Dit type voorspellers levert, gemiddeld genomen, een inschatting op ongeveer halverwege tussen toevalskans en perfecte accuraatheid • Bijvoorbeeld: van ex-TBSers met een diagnose psychopathie recidiveert, na gem. 7,2 jr., 42% gewelddadig; versus 19% van niet-psychopaten (Hildebrand e.a., 2006).
Dynamische taxatie Een dynamische risicofactor is een kenmerk van de patiënt of zijn omgeving dat voor interventie vatbaar is, en waarvan verandering systematisch samenhangt met een verandering in het delictrisico. (Hanson & Harris, 2001)
1
Dynamische factoren Zelfinzicht, vaardigheden, impulsiviteit, ‘anger’, hostiliteit, antisociale normen en waarden…
Statische factoren Aantal eerdere delicten, lengte van criminele carrière, persoonlijkheidsstoornissen, ontvluchtingen…
Veranderbaar deel
Patiënt met:
First offender:
- Lang strafblad
- Geen eerdere delicten
Risico totaal
- Hoge mate van psychopathie
Silver & Miller (2002): Beschouw statische kenmerken als een ‘base rate’gegeven: zij beschrijven een subgroep van je populatie, met een vooraf gegeven basiskans op terugval.
- Eerdere mislukte behandelingen
- Voor het eerst in behandeling
- Diverse ontvluchtingen en ernstige incidenten
- Incidentvrij
Dynamische taxatie Dynamische factoren in soorten (Hanson & Harris, 2000): •Stabiel dynamisch (langzaam veranderend): – Bv. vijandigheid; sociale vaardigheden; zelfinzicht; impulsiviteit; verslaving; copingstijl
•Acuut dynamisch (snel/abrupt veranderend): – Bv. stemming; intoxicatie; stress; werksituatie
Empirisch evidentie • Er is geen enkel onderzoek beschikbaar waarin is aangetoond dat verandering van bepaalde dynamische kenmerken systematisch samenhangt met verandering van risico • Er is zeer weinig onderzoek dat aantoont dat specifieke dynamische voorspellers incrementele voorspellende waarde hebben bovenop statische predictoren
- Geen psychopathie
Dynamische taxatie Empirische evidentie? • Blackburn (2004): “In the absence of (…) evidence, the distinction between risk factors and dynamic risk factors and between criminogenic and noncriminogenic need seems tenuous” • Veronderstelde dynamische voorspellers zijn tot op heden overwegend hypothetisch
Empirisch evidentie • Dat de evidentie er (nog?) niet is, wil niet zeggen dat dynamische predictoren niet bestaan Betrouwbare en valide meting van dynamische variabelen is methodologisch veel lastiger dan meting van statische kenmerken Vgl. meten van het aantal eerdere veroordelingen met het meten van de mate van impulsiviteit
2
Empirisch evidentie • Dat de evidentie er (nog?) niet is, wil niet zeggen dat dynamische predictoren niet bestaan De zoektocht naar dynamische variabelen is lange tijd gestuurd door mogelijk onjuiste klinische veronderstellingen over kenmerken die van belang zijn
Klinische inbreng… • Crombag (2000): “Het is niet zonder weerzin dat ik opmerk dat ‘algemene acceptatie’ van allerlei noties in de kring van psychologen en psychiaters slechts geringe garantie biedt voor de wetenschappelijke validiteit van die noties.”
Wat dan wel? • Hanson & Morton-Bourgon (2004): Voorspellend voor recidive bij zedendelinquenten zijn: – – – – –
Deviante seksuele voorkeuren Zelfregulatieproblemen Negatieve sociale invloeden Vijandigheid Antisociale, pro-criminele opvattingen
• NB: Deze voorspellers zijn niet multivariaat onderzocht in combinatie met statische predictoren – dus: onbekend of ze daaraan iets toevoegen
Welke dynamische factoren? • Clinici zijn geneigd zich te concentreren op therapeutische indicatoren zoals: – Het vermogen tot empathie – De mate waarin de dader verantwoordelijkheid neemt voor zijn delict – Psychische stoornis – Contactvermijding – Zelfinzicht
Klinische inbreng… • Hanson & Morton-Bourgon (2004): – Factoren als: zelfinzicht, empathie, psychologische problemen (angst, depressie, gebrek aan eigenwaarde), of gebrek aan motivatie, zijn niet voorspellend voor recidive van zedendelinquenten
• Philipse (2005) – Geen enkele van 47 door TBS-clinici voorgestelde en belangrijk gevonden dynamische variabelen voegt voorspellende waarde toe aan een eenvoudig statisch predictiemodel
Wat dan wel? • Douglas e.a. (2005): onderzochten de HCR-20 risicotaxatieschaal in relatie tot de PCL-r en VRAG: – Het blok dynamisch-klinische (C) items als geheel had toegevoegde voorspellende waarde bovenop de statische indicatoren
• De Vogel (2005): een gestructureerd klinisch oordeel is de beste voorspeller van toekomstige recidive: – Beter dan alleen de historische predictoren van de HCR-20
3
Wat dan wel? • Deze onderzoeken wijzen geen specifieke dynamische voorspellers aan • Laten wel zien dat dynamische overwegingen een toegevoegde waarde kunnen hebben bij risicotaxatie
Manieren van risicotaxatie • Ongestructureerd klinisch • Actuarieel • Gestructureerd klinisch
– Maar worden in andere onderzoeken vooralsnog niet bevestigd
• Structuur, in de vorm van een risicotaxatie instrument, is belangrijk om dynamische voorspellers kans van slagen te geven – Duidelijke operationalisatie en scoringsinstructies Æ betrouwbaarheid
Manieren van risicotaxatie • Ongestructureerd klinisch • Actuarieel • Gestructureerd klinisch
Manieren van risicotaxatie • Ongestructureerd klinisch • Actuarieel • Gestructureerd klinisch Zeer strikt gebruik makend van empirisch gefundeerd instrumentarium; overwegend statisch/historisch van aard. VRAG, Static-99, MnSOST-r, PCL-r…
Manieren van risicotaxatie • Ongestructureerd klinisch • Actuarieel • Gestructureerd klinisch Gebruik makend van deels empirisch gefundeerd instrumentarium. Statisch en dynamisch. Klinische weging en conclusie. HCR-20, SVR-20, HKT-30...
Gestructureerd klinisch taxeren • HCR-20 en SVR-20 zijn standaard in Nederland • Bieden globale dynamische behandelaanknopingspunten • Solide empirische onderbouwing van specifieke dynamische predictoren uit deze lijsten ontbreekt – De Vogel (2005): HCR-voorspelling wordt bepaald door slechts 3 van de 20 items, nl., Leeftijd eerste veroordeling, Reactie op behandeling en Blootstelling aan destabiliserende factoren
4
Gestructureerd klinisch taxeren • Als totaal voorspellen deze instrumenten (aanzienlijk) beter dan ongestructureerd klinische inschatting • HCR en SVR schatten laag risico aanmerkelijk beter in dan hoog risico – Anders gezegd: er zijn veel vals positieve inschattingen, tot 62% (Hildebrand e.a., 2006)
• Alle risicotaxatiemethoden óverschatten risico’s
Risicocommunicatie
Risicocommunicatie • Een goede inschatting is maar het begin • Het gevonden risico moet ondubbelzinnig en inzichtelijk gecommuniceerd worden aan diegenen die er een besluit op moeten baseren • Als de taxatie goed is, maar niet goed wordt overgebracht of in de besluitvorming wordt genegeerd, gaat het alsnog mis – En helaas wordt daar dan meestal de behandelinstelling op aangekeken niet de
Risicocommunicatie
• Misverstanden ontstaan gemakkelijk • Bv.: In welk format wordt het risico gepresenteerd?
• Drie maal hetzelfde… • …of toch niet?
¾ “Van elke 10 patiënten als meneer X valt er gemiddeld 1 terug” ¾ “Van patiënten met dit type problemen recidiveert gemiddeld 10%” ¾ “Van elke 100 patiënten als meneer X vallen er gemiddeld 10 terug”
¾ “Van elke 10 patiënten als meneer X valt er gemiddeld 1 terug” ¾ “Van patiënten met dit type problemen recidiveert gemiddeld 10%” ¾ “Van elke 100 patiënten als meneer X vallen er gemiddeld 10 terug”
Risicocommunicatie
Voorwaarden voor goede besluitvorming
• Beoordelaars komen aan de hand van deze omschrijvingen tot verschillende beslissingen over vrijheden (Slovic e.a., 2000) ¾ “Van elke 10 patiënten als meneer X valt er gemiddeld 1 terug” Strenger ¾ “Van patiënten met dit type problemen recidiveert gemiddeld 10%” Minst streng ¾ “Van elke 100 patiënten als meneer X vallen er gemiddeld 10 terug”Strengst
• Zittende en staande magistratuur zouden inzicht moeten hebben in de betekenis en beperkingen van gebruikte instrumenten – Rechters: zodat zij de taxatie het juiste gewicht kunnen geven ten opzichte van andere overwegingen, en zicht hebben op de onzekerheidsmarges – Advocaten: zodat zij de getuigedeskundige kritisch kunnen bevragen op de kwaliteit van de taxatie
5
Kortom • Vooralsnog blijft het behelpen, daarom…
6