Duurzame technieken infocentrum Kamp C Constructie: Deels recyclagebeton (beton waarbij het grove toeslagmateriaal vervangen is door beton- en mengpuingranulaten, afkomstig uit de afbraak van oude militaire gebouwen) Deels hout. Gelamineerd e liggers, houtsoort: vuren + OSB platen (formaldehyde arm).
Buitenafwerking: Deels onbehandeld hout (larix) •
hernieuwbaar bouwmateriaal
Deels gevelpannen (klei) Voordelen: 1 m² pannen weegt circa 1/3 van 1 m² baksteenmetselwerk; hieruit volgt: •
1/3 minder materiaal (klei) te ontginnen;
•
1/3 minder energie voor het bakproces;
•
1/3 minder transportgewicht.
•
De pannenbekleding is bij afbraak van het gebouw perfect demonteerbaar en herbruikbaar.
Isolatie: K30 Dakisolatie: 17 cm rotswol; plat dak: 12cm rotswol + 5 cm perlietplaten Muurisolatie: 17 cm rotswol Vloerisolatie: 2 x 5 cm dikke geëxtrudeerd polystyreen hardschuimplaat
Ventilatie: Uniek aan dit project is het gebruik van grondbuizen of meer specifiek een ‘grond-luchtwarmtewisselaar’ voor het voorverwarmen of voorkoelen van de ventilatielucht. Het principe hiervan is de eenvoud zelf: Vier betonnen buizen van circa 50 meter lang en met diameter 60 cm werden ongeveer 3 meter onder de grond ingegraven. Aan de ene kant monden deze buizen uit in een put die in verbinding staat met de buitenlucht, aan de andere kant zijn de buizen aangesloten op de kruipruimte van het gebouw. Alle lucht die het gebouw binnenkomt (met uitzondering van de ventilatielucht voor de kantoren) stroomt door één van deze buizen. De grondtemperatuur is op 3 meter diep ongeveer het hele jaar constant (circa 8 ° C). Hierdoor wordt de ventilatielucht in de winter voorverwarmd en in de zomer voorgekoeld. Vandaar de benaming grond -lucht-warmtewisselaar.
Verwarming: condensatieketel + zonnecollector die vloerwarming en radiatoren voedt.
Sanitair warm water: vacuümcollectoren en directe naverwarming (rechts) vlakkeplaatcollector (links)
De zonnewarmte wordt onttrokken door vacuumcollectoren en over een primair circuit afgegeven door een warmtewisselaar in een opslagvat van 150 liter. Een omlooppomp zorgt voor de circulatie van de primaire kring. Via een tweepuntsregelaar wordt het systeem gestuurd. Het water, afkomstig van het opslagvat, wordt indien nodig opgewarmd tot de gewenste temperatuur door een directe naverwarming op aardgas (doorstromer).
Zonneweringen: Het infocentrum heeft grote ramen, vooral in de zuidgevel, om zoveel mogelijk zonlicht binnen te laten in de winter en in de tussenseizoenen. Zo zal de zon een deel van de verwarming compenseren. In de zomer is het dan weer belangrijk dat het direct zonlicht niet naar binnen kan om oververhitting van het gebouw te vermijden. Dit gebeurt door zonneweringen op verschillende manieren toegepast in het infocentrum:
Trombewand: Een trombewand bestaat van buiten naar binnen uit: • een beglazing ; • een afgesloten luchtspouw ; • een massieve wand. Een trombewand is een passief zonne-energiesysteem dat wordt gebruikt om de warmtewinsten door bezonning gelijkmatiger over de dag te spreiden en zo deze warmtewinsten beter te kunnen benutten.
Groendak
Een groendak is een dak met mossen en vetplanten op. Er bestaan twee soorten groendaken: intensieve en extensieve. Intensieve groendaken zijn eigenlijk daktuinen, er kunnen zelfs bomen op staan. Extensieve groendaken zijn begroeid met mossen, vetplanten en kruiden. De sedums op deze daken worden zelfs als matten geleverd en hoeven enkel te worden uitgerold. Er zijn drie redenen waarom een groendak wordt aangelegd: 1) Een groendak houdt het regenwater een tijdje vast. Een groendak kan 50% van het water dat uit de lucht valt, vasthouden. Het water wordt opgenomen door de plantjes of verdampt later. Hierdoor komt het niet in de grond of de riolen terecht, waardoor de kans op wateroverlast verkleint. 2) Een groendak houdt geluid van buitenaf tegen. 3) Een groendak beschermt de dakbedekking van direct zonlicht waardoor de bedekking langer meegaat Wel moet men er rekening mee houden dat een groendak thermisch sle chts zeer beperkt isoleert.
Waterzuivering
Het afwaswater, water van de toiletten en ook de douches wordt rond het infocentrum gezuiverd tot het biologisch zuiver is. Je kan er niet van drinken en ook niet in zwemmen, maar voor dieren en planten is het oké. Het systeem dat gebruikt wordt is een ‘biorotor’. Het bestaat uit drie delen: een voorbezinkingstank, hoofdtank en nabezinkingstank. De belangrijkste zuivering gebeurt in de hoofdtank. De ronddraaiende trommel in de put zuivert het water. Door het draaien komt er lucht in het water. Door die lucht én de bacteriën die op de rotor leven wordt het water gezuiverd. De bolletjes in de trommel geven de bacteriën nog meer plaats om te groeien. Het water wordt afgevoerd naar de vijver via de goot voor het gebouw, waar ook het regenwater van het groendak in drupt. De draaiende rotor breekt voornamelijk zwevende verontreinigingen af. De vaste stoffen worden grotendeels opgevangen in de eerste bezinkingstank. Daar worden ze afgebroken door de bacteriën. Het water gaat van de biorotor naar de vijver waar het nog verder wordt gezuiverd door het riet. Op de wortels van het riet leven ook bacteriën die afvalstoffen afbreken en zo het water zuiveren.
Regenwaterput Betonnen regenwaterput met een inhoud van 15.000 liter. =>toiletten =>buitenkranen