Lespakket
Duurzame Ontwikkeling bij DVD “Indonesië, niets mee te maken?” Voor 3e graad secundair onderwijs
11.11.11 – Vlasfabriekstraat 11 – 1060 Brussel
Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
Beste leerkracht, vormingswerker, vrijwilliger, In 2015 zou de wereld er wel eens heel anders kunnen uitzien. Dat is in elk geval beloofd door 191 staatshoofden. Alle lidstaten van de Verenigde Naties hebben de Millenniumdoelstellingen ondertekend. Daarmee hebben ze zich geëngageerd om armoede en onrecht drastisch aan te pakken. De resultaten moeten behaald worden tegen 2015. De Millenniumdoelstellingen zijn acht doelstellingen die de armoede in de wereld moeten terugdringen tegen 2015: 1. Honger en extreme armoede halveren 2. Basisonderwijs voor iedereen 3. Stimuleren van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en versterking van de positie van vrouwen 4. Kindersterfte reduceren 5. Verbeteren van de gezondheid van moeders 6. Bestrijden van hiv/aids, malaria en andere ziektes 7. Een duurzaam milieu garanderen 8. Een wereldwijd bondgenootschap voor ontwikkeling tot stand brengen Een duurzaam milieu garanderen is een van die acht dringende doelstellingen. Met reden, want als we gewoon doorgaan met onze huidige productie- en consumptiepatronen, ziet de toekomst er niet erg rooskleurig uit. Als iedereen zou leven zoals wij, dan hebben we nog 3 extra planeten nodig. Onmogelijk dus! Met dit lespakket wil 11.11.11 een instrument aanbieden, om het “monster” duurzame ontwikkeling te ontleden in de klas. Dit is zeker niet alles wat daarover kan gezegd worden, het is eerder een poging om een en ander bijeen te brengen en suggesties mee te geven om rond dit thema te werken. Achterin vind je ook een lijst met verdere verwijzingen en links.
Voor een leefbare en milieuvriendelijke landbouw in Noord en Zuid slaan milieu-, natuur-, landbouw-, consumenten- en Noord-Zuidorganisaties de handen in elkaar. Want tegen 2015 moet honger de wereld uit! www.detijdloopt.be Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
Doelgroep 3de graad secundair onderwijs
Doelstellingen 1. De leerlingen begrijpen wat duurzame ontwikkeling is. 2. De leerlingen kennen het standpunt van 11.11.11 m.b.t. duurzame ontwikkeling. 3. De leerlingen kunnen op het gebied van duurzame ontwikkeling de link leggen met het Zuiden. 4. De leerlingen krijgen zicht op het eigen handelingsperspectief. 5. De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren over duurzame ontwikkeling.
Opbouw van de les(sen) 1. Wat verstaan jullie onder duurzame ontwikkeling? 2. Ontleding van het begrip en standpunt 11.11.11 2.1 Komen tot een definitie 2.2 Modewoord of bittere ernst? 2.3 Waarom brengt 11.11.11 dit verhaal? 3. Een voorbeeld uit het Zuiden: Indonesië 4. En hoe sta jij op de wereld? 4.1 Wie leeft op grote voet? 4.2 Tips om jouw voetafdruk te verkleinen 5. Jouw standpunt
5 min. 15 min.
20 min. 20 min. 40 min.
Je voorziet best twee lessen. In de eerste les kunnen de eerste drie punten aan bod komen (eerder theoretisch), in de tweede les de laatste twee (eerder praktisch). Heb je niet zoveel tijd, dan kan je wat minder lang stilstaan bij het vierde punt en kan je van het vijfde punt een opdracht maken.
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Voor een verwijzing naar de relevante ontwikkelingsdoelen en eindtermen: zie bijlage 6.
Bijlagen bij de les Bijlage 1. Indonesië in een notedop Bijlage 2. Script bij dvd “Indonesië, niets mee te maken?” Bijlage 3. Woordenboek Bijlage 4. Voetafdruk Scan Bijlage 5. Krantenartikels
Aanvullende bijlagen Bijlage 6. Ontwikkelingsdoelen & eindtermen Bijlage 7. Campagneverhaal 11.11.11 Bijlage 8. Links & lectuur
fi
Dit symbooltje kom je regelmatig tegen in de tekst. Het zijn didactische tips om de lessen wat luchtiger en actiever te maken.
* De woorden die dit sterretje mee krijgen, kan je terugvinden in het woordenboek [zie bijlage 3]. Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
1. Wat verstaan jullie onder duurzame ontwikkeling? Wat verstaan jullie onder duurzame ontwikkeling, waaraan doet jullie dat denken? Waar hebben jullie er nog van gehoord? Wie is daar mee bezig?
fi
Er liggen kaartjes klaar. De leerlingen schrijven een paar kernwoorden op die ze associëren met duurzame ontwikkeling. Na enkele minuten haal je de ingevulde kaartjes op en hang je die aan het bord. Je hangt ze meteen in 3 groepen naargelang het woord past onder het sociale, het economische, het ecologische of het participatieve aspect van duurzame ontwikkeling (voeg indien nodig nog een vijfde groep toe: overige). Of leerlingen zeggen het meteen luidop en je schrijft het dan op flappen/het bord. Je vraagt om verduidelijking waar nodig.
2. Ontleding van het begrip
fi
Wie waagt een poging om met alle gegevens die we ondertussen op de flappen/op het bord verzameld hebben, tot een definitie te komen (1 zin)? We houden deze voorlopige definitie bij op het bord/flappen. Probeer in wat volgt zoveel mogelijk te polsen naar wat leerlingen zelf kunnen aanbrengen of illustreren.
2.1 Komen tot een definitie Duurzame ontwikkeling is ondertussen een echt modewoord geworden, een woord dat je te pas en te onpas ziet opduiken en ook een woord dat vaak op andere manieren ingevuld wordt. Maar één ding is zeker: de meeste mensen zijn er wel voor te vinden… Ook 11.11.11 streeft naar een duurzame ontwikkeling. Maar wat wil dat nu eigenlijk zeggen? Het concept duurzame ontwikkeling is ontstaan uit het besef dat onze aarde niet zal kunnen voorzien in de behoeften van de toekomstige generaties als we zo voortdoen. Zo? Als we bijvoorbeeld de grondstoffen* tegen hetzelfde tempo blijven aanboren zoals vandaag, dan kampen we binnenkort met tekorten. In het begin werd duurzame ontwikkeling vaak herleid tot simpelweg “bescherming van het milieu”, respect voor de draagkracht van de aarde, de ecologische factor dus. [verwijs hier terug naar de flappen, waar je dit aspect waarschijnlijk het meest terug zal vinden]. Later is het concept verbreed naar enkele andere en even belangrijke aspecten. - het economische aspect: productie en consumptie voor behoeftebevrediging - het sociale aspect: rechtvaardigheid op wereldvlak - het participatieve aspect: inspraak van de burgers in de bepaling van een duurzaam beleid Over het algemeen is iedereen het erover eens dat duurzame ontwikkeling minstens vier dimensies heeft. Nu heeft men het dus over een geïntegreerde aanpak waarin zowel de ecologische, de economische, de sociale en de participatieve pijler een even belangrijke plaats innemen. Het is een visie op ontwikkeling, waarbij niet enkel de winstlogica overheerst, maar de mens en de maatschappij in al zijn aspecten centraal staat. De meest gekende definitie van Duurzame Ontwikkeling is de Brundtland-definitie uit 1987: “Duurzame Ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de noden van het heden, zonder daarmee de mogelijkheden voor de toekomstige generaties om ook in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen”. Een aanvulling op deze definitie stelt dat “duurzame ontwikkeling een integrale ecologische, economische en sociale ontwikkeling is met aandacht voor mondiale en langetermijneffecten en participatie van de bevolking”. Duurzame ontwikkeling is dus niet enkel: ‘iets op lange termijn realiseren’ of ‘aandacht hebben voor milieu’.
Begin jaren tachtig richtten de Verenigde Naties een commissie op om een stand van zaken op te maken van de milieu- en ontwikkelingsproblematiek in de wereld. Onder voorzitterschap van de toenmalige Noorse eerste minister, Gro Harlem Brundtland, leverde die commissie in 1987 haar eindrapport ‘Our Common Future’ af, waarin Duurzame Ontwikkeling naar voor werd geschoven als de te volgen weg. Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
2.2 Modewoord of bittere ernst?
fi
In dit stukje hebben we het over hoe duurzame ontwikkeling verschillend kan ingevuld worden naargelang de “gebruiker” van het begrip. Niet iedereen neemt het even nauw met deze definiëring, sommigen hechten meer belang aan een specifiek aspect, naargelang hen dat beter uitkomt. Je kan hier vragen of leerlingen spontaan op voorbeelden kunnen komen. Of je kan de definitie die wij hanteren (onder 2.1) naast die van de Wereldhandelsorganisatie* plaatsen op flap en vragen of ze verschil zien in definitie en zo ja, waarin dan. [Misschien is het wel nodig om woorden als Wereldhandelsorganisatie en ngo vooraf of gaandeweg nog eens extra toe te lichten; zie daarvoor het woordenboek in bijlage 3]
Duurzame ontwikkeling is ondertussen een algemeen aanvaard begrip (sinds 1987 officieel) maar je kan dit begrip op heel veel verschillende manieren gaan invullen. Zo kan men discussiëren over de betekenis van ontwikkeling. Is economische groei* het voornaamste doel van ontwikkeling? Of is het de vervulling van menselijke behoeften? Of gaat het vooral over het aanpakken van kansarmoede? En wat is rechtvaardig? Waar liggen de grenzen van de draagkracht? Hoever gaat inspraak? En wat is nu juist de betekenis van het begrip duurzaamheid? Wanneer is iets duurzaam? Afhankelijk van visies, belangen, vooronderstellingen enzovoort zijn er heel verschillende invullingen van duurzame ontwikkeling mogelijk. Het hangt met andere woorden allemaal sterk af van wie ermee bezig is. Kijk maar naar de Wereldhandelsorganisatie. Zij plaatst duurzame ontwikkeling wel mee op de (onderhandelings-) agenda, maar de klemtoon blijft liggen op economische groei, op vrijhandel en op consumptie. Duurzame ontwikkeling betekent voor hen: via technologische vooruitgang gelijke economische groei realiseren met minder grondstoffen en energieverbruik (= “eco-efficiëntie”). De bedoeling is dat dit meer welvaart voor iedereen met zich meebrengt. Maar dat blijkt weinig haalbaar te zijn in de praktijk, want ondertussen: [je kan enkele van deze cijfers vooraf op flap/slide zetten] - blijft het verbruik van grondstoffen en energie stijgen: in de afgelopen 30 jaar is het wereldwijde energieverbruik met ongeveer 70% toegenomen, bovendien wordt voorspeld dat dat in de komende 15 jaar élk jaar nog eens met 2% zal stijgen. En dan te weten dat de natuur 1 miljoen jaar nodig heeft om de hoeveelheid olie te vormen die wereldwijd in 1 jaar wordt verbruikt… de huidige oliereserves zouden binnen 60 jaar wel eens uitgeput kunnen zijn. - blijft de kloof* tussen rijk en arm toenemen; o zo verbruiken 20 % van de rijkste mensen ter wereld 75% van de natuurlijke rijkdommen op onze planeet. o alle inwoners van de VS maken samen slechts 6% van de wereldbevolking uit, maar ze verbruiken maar liefst 30% van de natuurlijke hulpbronnen. o de 1% rijkste mensen ter wereld bezitten evenveel als de 57% armste. De huidige consumptie- en productiewijzen leggen een zeer zware druk op de sociale ontwikkeling van een zeer grote groep mensen. We krijgen te maken met een economie die niet meer in dienst van de mens staat maar waarbij de mens die economie moet dienen, met alle gevolgen vandien: - de welvaart raakt steeds ongelijker verdeeld, meer zelfs, deze economie produceert armoede en honger* - de mens en haar rechten komen steeds meer in de verdrukking - de ecologische ravages zijn onvoorstelbaar groot - de besluitvorming over dit alles gebeurt heel ondemocratisch (door vooral grote multinationale bedrijven, enkele grote landen, instellingen zoals IMF*, Wereldbank* en Wereldhandelsorganisatie en misschien bovenal, volledig losgelaten financiële markten) - de talen, culturen en levenswijzen van vele volkeren – vooral inheemse volkeren – komen in de verdrukking Groei mag niet het doel op zich worden. We zijn zo gefixeerd op economische vooruitgang, dat we vergeten na te denken waarvoor we die nodig hebben. Als er geen sterke democratische controle- en herverdelingsinstrumenten op nationaal, Europees en internationaal niveau komen, stevenen wij af op rampen voor mensen en milieu. De invulling die de Wereldhandelsorganisatie aan duurzame ontwikkeling geeft, gaat dus niet ver genoeg. Duurzame Ontwikkeling is volgens ons een visie op ontwikkeling, waarbij niet enkel de winstlogica overheerst, maar de mens en maatschappij in al zijn aspecten centraal staat. Duurzame ontwikkeling biedt een ontwikkelingsmodel, waarbij gezocht wordt naar een evenwicht tussen het economische, sociale en ecologische aspect van ontwikkeling. Dat vereist een verregaande en grondige verandering in de huidige productie- en consumptiepatronen. De draagkracht van de aarde is beperkt en het industriële model van het Noorden kan niet uitgebreid worden naar de rest van de wereld. De industrielanden Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
eisen nu al meer van de aarde dan dat die aankan (ecologische schuld*). Bovendien leidt de huidige ontwikkeling tot een toenemende kloof tussen rijk en arm. Aangezien ook het Zuiden recht heeft op rijkdom is een herverdeling nodig. Duurzame productie en consumptie in Noord en Zuid moet de basis vormen voor een nieuw ontwikkelingsmodel. Wat betekent dit concreet?
fi
Open vragen 1. Wat moet er gebeuren, waar ligt de verantwoordelijkheid, wie kan/moet iets doen? Wij als consumenten, de producenten & bedrijven, de overheden. 2. Hoe kunnen wij en zij een rol spelen? [Laat lln in kleine groepjes kort nadenken over een 4-tal oplossingen.] - Productie en consumptie moeten op ecologisch, economisch en sociaal niveau in balans zijn, men mag niet op één van de drie niveaus een te hoge prijs betalen. De wijze waarop vandaag geconsumeerd wordt, is voornamelijk economisch gestuurd: zowel de sociale als de ecologische pijler ontsnappen vaak aan de aandacht. - Enkel een grondige mentaliteitswijziging kan leiden tot duurzame ontwikkeling. Minder, maar meer kwalitatieve consumptie is noodzakelijk. - De overheden hebben hierin een rol te spelen, aangezien zij via hun beleid de productie en consumptie kunnen heroriënteren. Zij kunnen door de invoering van verschillende mechanismen (taxen en subsidies) een ‘juiste’ prijsvorming bekomen, waarbij milieu-, sociale en economische kosten in de prijs inbegrepen worden. - Er is een sterke wisselwerking tussen vraag en aanbod. Het aanbod speelt in op de vraag, waardoor de consumenten via hun gedrag een belangrijke invloed kunnen uitoefenen op de productiepatronen. - Ook de bedrijven kunnen vanuit zichzelf het aanbod aanpassen, waardoor de consumenten ook de mogelijkheid krijgen om duurzame producten te kopen en consumeren. - Ontwikkelingssamenwerking moet kaderen binnen duurzame ontwikkeling. Het kan hiertoe een bijdrage leveren door zelf voortdurend rekening te houden met economische, sociale en ecologische implicaties, door innovaties (vb. milieuvriendelijke technieken), door verbeteringen te ondersteunen op het platteland (duurzame landbouw) en in de steden (afvalverwerking), door eerlijke handel te ondersteunen, etc. - Participatie van de bevolking mag geen lege doos zijn, maar moet daadwerkelijk consultatie en betrokkenheid van de bevolking bij beleidsbeslissingen en –uitvoering inzake het ontwikkelingsbeleid inhouden.
2.3 Waarom brengt 11.11.11 dit verhaal? 11.11.11 is traditioneel een Noord-Zuid-ngo*, die zich toespitst op de sociale en economische situatie van de bevolking in ontwikkelingslanden en voornamelijk de structurele oorzaken hiervan. 11.11.11 blijft zich focussen op de verbetering van de socio-economische situatie van de bevolking, maar beseft ook dat een levensverbetering vaak afhangt van wat met het milieu gebeurt. Als er bijvoorbeeld illegaal hout gekapt wordt, waardoor grote delen van het tropisch woud verdwijnen, heeft dit niet enkel ecologische (biodiversiteit bedreigd), maar ook socio-economische (bestaansmiddelen bevolking verdwijnen) gevolgen. Of nog, als er bij de ontwikkeling van een dorp, regio of land geen rekening gehouden wordt met de 4 pijlers van ontwikkeling, zullen duurzame en structurele veranderingen op lange termijn moeilijk te behalen zijn. Bijvoorbeeld: een bedrijf dat lokale bevolking in een ontwikkelingsland tewerkstelt, moet niet enkel gescreend worden op het sociale beleid (arbeidsomstandigheden, loon, etc.), maar tevens op o.a. de vervuilende activiteiten. Indien het jarenlang ongestoord de lokale rivier kan vervuilen, zal dit op langere termijn de ontwikkeling van de lokale bevolking afremmen (ziektes wegens vervuild drinkwater, vissenbestand slinkt, etc.). 11.11.11 kadert de eigen werking dus binnen duurzame ontwikkeling. Dit betekent dat we in onze werking aandacht zullen hebben voor het economische, sociale en ecologische aspect van ontwikkeling en de participatie van de bevolking.
Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
3. Een voorbeeld uit het Zuiden: Indonesië Toon de dvd “Indonesië, niets mee te maken?”. Je vindt de uitgeschreven tekst in bijlage 2. Het kan nuttig zijn om Indonesië eerst nog even te duiden op de wereldkaart en er wat achtergrondinformatie bij te geven [zie bijlage 1]. Na het zien van de dvd, kan je aan de slag met onderstaande vragen. In het eerste kadertje, vind je open vragen. Is dat te moeilijk, dan kan je in plaats daarvan de vragen gebruiken die in het tweede kadertje staan (waar of niet waar).
fi
Open vragen 1. Som de “fouten” (5) van de studente op van waaruit we vertrekken naar Indonesië o Ze zit op een teakhouten stoel. o Ze gebruikt niet gerecycleerd wit papier als kladpapier. o Ze wast haar haar met shampoo waar palmolie in zit. o Ze eet frietjes met mayonaise (gemaakt van palmolie). o Ze draagt een gouden ketting (misschien wel gemaakt met goud uit de goudmijn in Noord Sulawesi). 2. Noem twee van de grootste aanjagers van de kap van tropisch bos o De te grote capaciteit van de hout- en papierindustrie: er is hout nodig voor zagerijen, spaanplaatproducenten, pulp- en papierfabrieken. o De grote vraag naar palmolie zorgt ervoor dat waardevol tropisch woud plaats moet ruimen voor eindeloze plantages met palmbomen. o De grote vraag naar teakhout en ander tropisch hardhout op de Europese markt.
3. We hebben het er al over gehad dat één van de grote bedreigingen voor een levensverbetering (= verbetering van socio-economische situatie) van de mensen in het Zuiden vaak afhangt van het milieu. Geef twee voorbeelden uit de dvd die aantonen dat de situatie van het milieu serieuze gevolgen heeft voor het leven van de mensen: o Papier- en pulpproducenten zijn eersteklas vervuilers. De gevolgen voor de bevolking zijn hallucinant: § de rijstproductie valt terug; § eenden en kippen worden ziek ; § kokosbomen sterven af. § mensen krijgen te maken met huidziekten en ademhalings-stoornissen o Waardevol tropisch woud moet plaats ruimen voor eindeloze plantages met palmbomen. Voor de mensen brengt die plantageteelt grote problemen mee: § voor de aanleg ervan worden de landrechten van de inheemse bevolking geschonden, conflicten over land zijn schering en inslag; § de arbeiders in de plantages werken dikwijls in miserabele omstandigheden; § ze verdienen te weinig om rond te komen; § het werk is gevaarlijk en pesticiden bedreigen de gezondheid van de arbeiders en van het milieu; er zijn pesticiden in omloop die in het westen al lang verboden zijn of ten minste sterk gereglementeerd,, beschermkledij is er nauwelijks en gezondheidsproblemen worden weggelachen door het bedrijf. o Het water van de Buyat Baai in Noord Sulawesi is besmet door de mijnafval van de open mijn die 10 km verderop ligt: § de mensen klagen al jaren over huidziekten, hoofdpijn en tumors; § ooit was vissen er de belangrijkste bron van inkomsten maar nu is dat af te raden: de vis is ziek; § bossen en mensen moeten plaats maken voor als maar meer ontginning, terwijl de winsten voor 70% naar de buitenlandse mijnbedrijven gaan. 4. Wat hebben die Millenniumdoelstellingen nu te maken met heel dit verhaal? In 2000 ondertekenden 189 staatshoofden de ‘Millenniumverklaring’. Ze spraken af om tegen 2015 meetbare vooruitgang te boeken in de strijd tegen armoede. Acht Millenniumdoelstellingen krijgen topprioriteit. Eén daarvan is werk maken van een duurzaam milieu. Ons reisje Indonesië maakt duidelijk dat ontwikkeling niet mogelijk is zonder zorg voor het milieu. De onbeperkte ontginning van natuurlijke grondstoffen zal niet helpen om de Millenniumdoelstellingen te realiseren. Economische, sociale en ecologische principes moeten samengaan. Dat is precies duurzame ontwikkeling. Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
fi
Waar of niet waar? 1. In Noord-Sumatra protesteerden de inwoners jarenlang tegen een pulpfabriek, want die was verantwoordelijk voor een terugval van rijstproductie, zieke kippen en eenden, mensen met huidziekten en ademhalingsstoornissen. Nadat het ministerie van leefmilieu een grondige studie bestelde, ging de fabriek definitief dicht tot ieders opluchting. Niet waar, de fabriek is tijdelijk dicht gegaan, maar werd toch weer opgestart. Ze zou nu minder vuil uitstoten, maar de bevolking ziet weinig verschil. 2. De organisatie WALHI voert (samen met 11.11.11) acties rond mijnbouw. Waar, WALHI is een Indonesische milieucoalitie die ook rond de palmolie werkt. 3. De ontbossing gaat verder aan een hels tempo: 7 voetbalvelden per minuut. Nu al is 72% van de bossen in Indonesië verdwenen. Waar. 4. De manier waarop wij goederen produceren moet grondig veranderen. Het zijn dus vooral bedrijven die moeten rekening houden met arbeidsomstandigheden en milieuzorg. De overheid kan hier en elders hen daartoe aansporen door regels op te leggen en taksen te heffen. Wij als individu hebben hier geen vat op. Niet waar. De vraag van de consument bepaalt voor een groot stuk het aanbod van de producent. Dat betekent dat jouw koopgedrag ook een rol speelt. 5. De dvd over Indonesië heeft het eigenlijk enkel over het ecologische aspect van duurzame ontwikkeling. Niet waar. Ons reisje Indonesië maakt duidelijk dat ontwikkeling niet mogelijk is zonder zorg voor het milieu. Maar het maakt vooral duidelijk dat er maar sprake kan zijn van duurzame ontwikkeling als de economische, sociale en ecologische principes samengaan. Als er bv illegaal hout gekapt wordt, waardoor grote delen van het tropisch woud verdwijnen, heeft dit niet enkel ecologische (biodiversiteit bedreigd), maar ook socio-economische (bestaansmiddelen bevolking verdwijnen) gevolgen.
Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
4. En hoe sta jij op de wereld? 4.1 Wie leeft op grote voet? In dit voorlaatste stukje staan we even stil bij wat “onze” rol kan zijn in dit verhaal. Wat betekent duurzaamheid voor ons als individu nu precies? Hoe kunnen we zélf meer verantwoordelijkheid nemen? Iedere persoon gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands levensstijl: wat we kopen, hoe we ons verplaatsen, wat we verbruiken… Met behulp van de voetafdruk zijn we in staat om (met een getal, uitgedrukt in hectares) aan te geven hoeveel oppervlakte aarde per persoon dat is. Het model is bedacht door Canadese wetenschappers. Het gaat niet alleen om de ruimte die nodig is om je voedsel te verbouwen. Ook gebruik van papier en transport legt beslag op de beschikbare ruimte. Alles wat je eet, aantrekt en koopt, wordt ergens geproduceerd en moet ook worden vervoerd. Wist je bijvoorbeeld dat energieverbruik het belangrijkste deel is van je ecologische voetafdruk (voor een Belg is dat 70%). Alles draait op energie: het licht in huis, je computer en Cd-speler, verwarming, auto, warme douche, gameboy en GSM. Ook om al de spullen te maken die je hebt en gebruikt is energie nodig. Er is 11,3 miljard hectaren vruchtbare aarde beschikbaar. Dat lijkt op het eerste gezicht oneindig veel. Nochtans betekent dit per aardbewoner maar 1,8 hectaren (1 hectare = de oppervlakte van twee voetbalvelden). Als we ook nog wat ruimte reserveren voor biodiversiteit, ‘wilde natuur’, blijft er voor elk van ons nog 1,6 ha over. Dit is het eerlijk aarde aandeel, rekening houdend met de huidige wereldbevolking en de beschikbare reserves. Dat wil zeggen dat als we per persoon niet meer dan 1,6 hectare gebruiken, we dan op een duurzame manier leven, zonder de aarde verder uit te putten. Maar cijfers van het Wereldnatuurfonds (WWF) tonen aan dat de gemiddelde wereldburger 2,3 ha nodig heeft om te (laten) produceren wat hij elk jaar verbruikt en om een plaats te hebben waar hij zijn overschotten en afval kan storten. Dit is veel meer dan de beschikbare oppervlakte.
fi
Hoeveel gebruikt de gemiddelde Belg (in hectare)? a. 1,5 hectare per persoon b. 4,9 hectare per persoon c. 9,5 hectare per persoon De gemiddelde Belg gebruikt 4,9 hectare per persoon, dus bijna drie keer zoveel als het stuk waar we recht op hebben. De gemiddelde Amerikaan doet het nog iets slechter: 9,7 hectare. De gemiddelde Indonesiër doet het daarentegen met 1,5 hectare per persoon. “Onze voetafdruk” is dus vrij groot. Behoor jij tot de groep van “gemiddelde Belgen” of doe jij het beter? Je kan het berekenen adhv de scan in bijlage 4. Deze scan meet via een tiental vragen de belangrijkste aspecten van je voetafdruk. Je kan dit ook als opdracht meegeven om thuis in te vullen omdat het onder andere gaat over electriciteitverbruik enzovoort, informatie die de meeste leerlingen niet zomaar uit hun mouw kunnen schudden.
Op dit ogenblik is het gebruik van de aarde dus heel ongelijk (zie ook de cijfervoorbeelden onder 2.2). Als de inwoners van de ontwikkelingslanden (met onder andere giganten als India en China) hetzelfde consumptiepatroon zouden hanteren als een inwoner van de VSA, hebben we vijf extra wereldbollen nodig. En die zijn er niet. Moeten we dan met zijn allen gewoon minder consumeren? MINDER consumeren is vaak, maar niet altijd een oplossing. ANDERS en EFFICIËNT verbruiken is de grootste uitdaging. In vele gevallen bestaat de oplossing uit een herverdeling van de mogelijkheden om te verbruiken. Méér dan 2 miljard mensen op deze wereld hebben méér nodig, gewoon om te overleven. Vele anderen moeten wellicht meer verantwoordelijke keuzes maken. Er wordt verwacht dat de wereldbevolking tegen het jaar 2050 met 50% zal zijn toegenomen, waardoor het totale aantal mensen op onze planeet dan zowat 9 miljard zal bedragen. Deze explosieve bevolkingsgroei zal voornamelijk plaatsvinden in de ontwikkelingslanden. Lesmap Duurzame Ontwikkeling -
Dit zal enorme gevolgen hebben voor de natuurlijke hulpbronnen, de biodiversiteit en het ecologisch evenwicht op aarde en de sociale en economische ontwikkeling van arme bevolkingsgroepen. Wij moeten onze manier van denken over deze hulpbronnen aanpassen en – nog belangrijker – de manier waarop we deze hulpbronnen gebruiken, dringend veranderen. Het bevorderen van duurzaam verbruik is meer dan ooit dringend.
4.2 Tips om jouw voetafdruk te verkleinen Er zijn vele duizenden manieren om je voetafdruk te verkleinen. Ruwweg kun je ze verdelen in deze drie groepen: - tips die vooral moeite kosten (zoals het scheiden van ‘afval’); - tips die vooral geld kosten (zoals de aanschaf van zonnepanelen); maar ook: - tips die geld besparen én bovendien gezonder zijn (zoals voor korte ritten de fiets pakken, minder vlees eten…). Om je voetafdruk effectief te verkleinen is het dus zaak vooral aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen [zet die op het bord]: - Energie (gas, electriciteit) - Water - Voeding - Wonen - Kleding & Schoeisel - Hygiëne & Verzorging - Vrijetijdsbesteding - Verkeer & Vervoer - Afval
fi
Vraag per onderwerp welke tips leerlingen kunnen geven [ze kunnen per twee voor elk onderwerp 5 tips zoeken]. Energie • doe ‘s avonds gordijnen of rolluiken dicht • zet niks voor radiatoren • doe je ramen dicht als je de verwarming aan hebt • zet je verwarming lager/af een uur voordat je naar bed gaat • trek warmere kleren aan i.p.v. de verwarming hoger te zetten • wees zuinig met warm water (voor veel dingen kun je ook koud water gebruiken) • maak kieren (aan vensters en deuren) dicht • installeer een waterbesparende douchekop • zet thermostaatknoppen op de radiatoren • doe het licht uit als je een ruimte verlaat, doe onnodig brandende lampen uit • zet apparaten/installaties pas aan als je ze gaat gebruiken en zet ze na gebruik direct weer uit • zet apparaten die op stand-by kunnen af. Een tv-toestel in sluimerstand (stand-by) kan nog altijd 1/4e van de energie verbruiken die normaal verbruikt wordt • stop de wasmachine steeds vol • droog de was buiten i.p.v. in een wasdroger • was pas af bij een vol aanrecht of een volle afwasmachine • gebruik spaarlampen (niet méér dan de lampen die je al had) • installeer een waterbesparende douchekop (bij elektrische boiler) • isoleer deuren en vensters goed • vervang oude (energie verslindende) huishoudtoestellen door energie-efficiënte apparaten • gebruik niet meer warm water dan je echt nodig hebt
Lesmap Duurzame Ontwikkeling - 10
Water • neem een douche ipv een bad: gemiddeld is voor een bad 2 keer zoveel water nodig als voor een douche • laat je kraan niet onnodig lopen • repareer een lekkende kraan of stortbak direct • was je auto m.b.v. een emmer i.p.v. de tuinslang of hogedrukreiniger • was met de hand af i.p.v. met de afwasmachine • gebruik het toilet niet als afvalbak (maandverband, condooms, luiers…) en plaats een zeefje in de gootsteen • was je kleren niet onnodig, soms volstaat verluchten • gebruik ecologisch afwasmiddel voor de afwas • gebruik gewone zeep voor je huid • installeer een waterbesparende douchekop • zet een volle fles water in de stortbak van je toilet • wanneer het toilet of de wasmachine wordt vervangen, vraag dan naar een model met minder waterverbruik • breng huishoudchemicaliën (zoals olie, terpentijn en oplosmiddelen voor verf) naar het containerpark Voeding • eet van eigen grond • koop voedsel van het seizoen, dat niet geïmporteerd is uit verre landen • eet minder vlees (of zoek alternatieven voor vlees) • vermijd genetisch gemodificeerd voedsel (tot de mogelijke gevolgen ervan beken zijn) • koop onbewerkte producten, kies producten met natuurlijke ingrediënten ipv chemische imitaties • maak restjes zoveel mogelijk op • eet en drink biologisch (weinig bestrijdingsmiddelen, diervriendelijk, geen toegevoegde synthetische kleur-, geur-, en smaakstoffen en conserverings-middelen) Wonen • koop onbespoten bloemen/planten kopen, bijvoorbeeld met een keurmerk • deel een woning met meerdere mensen • laat meubels, apparaten enzovoort repareren (i.p.v. ze weg te gooien) of breng ze naar de kringloopwinkel • ga eens kijken bij een kringloopwinkel ipv nieuwe dingen aan te kopen • slaap samen (ipv met je elektrisch deken of warme waterkruik) Kleding & schoeisel • koop kleding van natuurlijke materialen (katoen, wol, linnen, zijde) i.p.v. synthetische stoffen die van aardolie gemaakt zijn • laat kapotte kleding en schoenen repareren (en maak je geen zorgen over de mode…) • koop kleding van eco-stoffen Hygiëne & verzorging (chemicaliën) • gebruik afbreekbare schoonmaakproducten (vb ecologisch afwasmiddel voor afwas) • gebruik zoveel mogelijk milieuvriendelijke, dierproefvrije producten en beperk je altijd tot de minimumhoeveelheid (= vaak net iets minder dan aanbevolen dosis) • gebruik gewone zeep voor je huid • koop hervulbare shampooflessen etc. (vb bij de Bodyshop) • koop cosmetica en toiletartikelen zonder schadelijke stoffen (zoals bv conserveringsmiddelen) • verf je haren niet • koop een bril of contactlenzen die je jaren kunt dragen i.p.v. bijvoorbeeld maandlenzen of wegwerplenzen • breng geneesmiddelen na de vervaldatum altijd terug naar de apotheker, die deze milieuvriendelijk zal verwijderen. Geneesmiddelen die nog bruikbaar zijn, maar die je niet meer nodig hebt, kan je ook naar de apotheek brengen (waar ze worden ingezameld voor mensen die ze wel goed kunnen gebruiken) • gebruik geen spuitbussen meer. Alhoewel ze geen cfk’s meer bevatten, bevatten ze wel nog andere vervuilende chemische stoffen en kunnen ze niet worden gerecycleerd Vrijetijdsbesteding • koop speelgoed van natuurlijke, duurzame materialen • geef ‘anders dan anders’, bijvoorbeeld een verrassingstocht, een feestontbijt (van OWW) of iets dergelijks • beoefen schone hobby’s, bijvoorbeeld in een moestuin werken, hardlopen • ga in eigen land of omringende landen op vakantie • ga op vakantie met je tent Lesmap Duurzame Ontwikkeling - 11
Verkeer & vervoer • wandel, fiets meer (korte stukjes) ivp je met de auto te verplaatsen; de fiets is het meest energie-efficiënte transportmiddel, 80% van de energie van de fietser wordt in beweging omgezet. • rij zuinig, trek bijvoorbeeld niet te snel op, rem niet te zwaar af, enz. • kies een zuinige, ‘groene’ auto • deel een auto met anderen; bij autodelen gebruiken meerdere mensen om de beurt dezelfde auto • carpoolen; bij carpooling spreken mensen af om samen in één auto ergens naartoe te rijden. • huur een auto – ipv er een te kopen – als je die maar af en toe nodig hebt • gebruik het openbaar vervoer: treinen en bussen zijn doorgaans milieuvriendelijker en ‘groener’ aangezien ze meer mensen vervoeren en per passagier minder vervuilen en minder energie verbruiken • vlieg zo min mogelijk Afval • vermijd verpakkingen • kies de minst schadelijke verpakkingen • kies grote verpakkingen • koop zoveel mogelijk herbruikbare flessen, navulbare flacons, hersluitbare dozen en bekers • gebruik zoveel mogelijk zaken opnieuw: enveloppen, flessen en plastic zakken kunnen meermaals gebruikt worden. • koop geen wegwerpartikelen, maar spullen die langer meegaan, bvb katoenen zakdoeken, hervulbare aansteker, etc. • neem bij aankopen een rugzak of stevige tas mee zodat je geen plastic zakje nodig hebt • wees zuinig met papier, beschrijf het bijvoorbeeld aan beide kanten, hang een sticker op de deur tegen reclame enz. • vermijd producten die klein chemisch/gevaarlijk afval opleveren • sorteer papier, blik, pet-flessen, GFT en gevaarlijk afval en breng alles naar het containerpark bij jou in de buurt. Composteer huishoudelijk GFT-afval.. • geef afgedankte kleding aan inzamelingen mee • breng ongebruikte of nog goed bruikbare spullen naar de kringloopwinkel • herstel dingen in plaats van ze weg te gooien en weer nieuwe te kopen Deze tips behandelen voornamelijk de impact die je gedrag heeft op het milieu. Daarnaast zijn er ook wat tips waarmee je ook het sociale aspect van duurzaam verbruiken benadrukt. Dan hebben we het vooral over zaken als het kopen van ‘fair trade’-producten, waarbij een eerlijke prijs betaald wordt aan de producenten. Wat het veranderen van het huidige handelssysteem betreft, ligt de verantwoordelijkheid voornamelijk bij de overheden, maar als verbruiker kan je door de aankoop van fair trade-producten een signaal geven. Ook door je engagement in een jeugdbeweging of andere bewegingen, vrijwillige inzet voor NGO’s, enzvoort kan je laten weten dat je niet akkoord gaat met de huidige gang van zaken en hierdoor druk zetten op de overheid om haar beleid aan te passen. Maar bijdragen aan een sociale en duurzame samenleving kan elke dag, op een heel eenvoudige manier, bijvoorbeeld door:
• er rekening mee te houden dat (jouw) geluidshinder erg belastend kan zijn voor je omgeving • een handje toe te steken als iemand moeite heeft om de buggy op de bus te krijgen • je plaats af te staan op tram of bus als iemand anders die zitplaats beter kan gebruiken • ook een onbekende een vriendelijk woord en een glimlach te gunnen • ...
Lesmap Duurzame Ontwikkeling - 12
5. Jouw standpunt Tijd om eens te kijken naar hoe dit thema in de actualiteit benaderd wordt, om eens verschillende stemmen te horen en vooral… om daarna ook de stem van de jongere te horen.
fi
Deze opdracht kan je op twee manieren aanpakken, naargelang de tijd die je hiervoor hebt. Dit kan in een tweede les behandeld worden of dit kan als opdracht meegegeven worden om thuis aan verder te werken.
1. Er zitten een aantal krantenartikels in bijlage 5. Maak zelf een eerste selectie en kopieer voldoende artikels zodat ze per twee kunnen lezen in klas. Vraag na het lezen wie kan samenvatten waar hun artikel over ging en of andere groepjes die hetzelfde artikel hadden nog iets willen toevoegen. Pols of alles duidelijk is. Start met het stellingenspel. Je gooit volgende stellingen (uit de krantenartikels) in de groep en vraagt iedereen een positie in te nemen: wie akkoord gaat met de stellingen gaat links in de klas staan, wie niet akkoord gaat, staat rechts. Je haalt er enkele uit en vraagt hen waarom ze die of de andere kant gekozen hebben. Daar kan een stukje discussie rond op gang komen. Je kan ze ook gewoon de opdracht meegeven om zoveel mogelijk mensen die aan de andere kant staan te overtuigen om “over te lopen” (aan de hand van goede argumenten natuurlijk). Stellingen: - Jongeren en studenten zijn minder bezorgd, hebben minder kennis en gedragen zich minder milieuvriendelijk dan andere leeftijdsgroepen (“Mechelaar is niet zo milieubewust als hij denkt”). - Groei, sociale vooruitgang en milieubescherming zijn geen onverenigbare doestellingen (“Een Europees milieubeleid creëert groei en jobs”) - Vandaag gaat 70% van het budget voor wetenschappelijk onderzoek naar kernenergie, terwijl er is beslist om de kerncentrales te sluiten. Die middelen moeten verschuiven in de richting van hernieuwbare energie (“Duurzame ontwikkeling laat op zich wachten”). - Politiek, media en middenveld in Vlaanderen doen te weinig om de systematiek van de duurzame ontwikkeling over te brengen naar de mensen (“België lijkt duurzamer dan Vlaanderen”) - Wie heeft om het jaar een nieuw mobieltje nodig? Niemand, behalve de statuszoeker die op extravagant elektronisch speelgoed geilt (Schaarste is een gebrek aan creativiteit”). 2. Laat ze elk een krantenartikel kiezen waar ze dan thuis een samenvatting en een opiniestuk kunnen over schrijven.
Bronnen Visietekst van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging rond duurzame ontwikkeling via www.11.be (in snelmenu, onder “Thema’s” en “Regio’s en Landen”) “Jonger&wijzer-De Gids voor verantwoord verbruiken” via www.youthxchange.net Thema ecologische voetafdruk via www.vodo.be, www.voetafdruk.be en www.ecolife.be De campagne rond Millenniumdoelstellingen “2015 De tijd loopt” via www.detijdloopt.be Woordenboek “Globalisering van A tot Z” (Dirk Barrez) via www.ikwilniet.org “De feiten over ontwikkelingssamenwerking” van 11.11.11, Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging [Voor meer links en verwijzingen: zie bijlage 8]
Lesmap Duurzame Ontwikkeling - 13