DUURZAAMHEIDSFABRIEK LEERPARK DORDRECHT
VISIE en BUSINESSPLAN 3 december 2009 Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 1
Inhoudsopgave 1 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 4.1 4.2 4.3 5 5.1 5.2 5.3 6 7 7.1 7.2 8 9 9.1 9.2
Inleiding Visie Overwegingen Duurzaamheidsfabriek als antwoord op ontwikkelingen De duurzaamheidsfabriek Situering Fysieke gebouw Concept Positionering Partners Bedrijfsleven Onderwijs Participatiemogelijkheden Groeimodel Deelname onderwijs Deelname bedrijven Overige instanties Organisatie en eigenaarschap Exploitatie Verhuurbare ruimte (vertrouwelijk) Potentiële deelnemers (deels vertrouwelijk) Financiering (vertrouwelijk) Subsidiemogelijkheden Stand van zaken per 1 november 2009 Overzicht subsidieregelingen
1 2 3 4
Bijlagen Overzicht contacten bedrijfsleven en instellingen per november 2009 Intentieovereenkomst Duurzaamheidsfabriek Berekening huuropbrengsten (vertrouwelijk) Overzicht subsidieregelingen per november 2009
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
3 4 4 5 6 6 7 8 10 12 12 12 12 15 15 16 17 19 20 20 20 21 22 22 22
Pagina 2
Inleiding In 2011 verrijst op het Leerpark de ‘Duurzaamheidsfabriek’, een toonaangevend, aansprekend, innovatief en technologisch centrum waar vernieuwende en intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs op het gebied van duurzame ontwikkeling vorm krijgt. In de Duurzaamheidsfabriek wordt een aantrekkelijke en inspirerende leerwerkomgeving rondom duurzame (innovatieve) technologie voor studenten én nascholende werknemers gerealiseerd, en gaat het bedrijfsleven in ‘labs’ en werkplaatsen van het centrum een deel van de onderwijstaak vervullen. Er worden ontmoetingen tot stand gebracht tussen ontwerpers, uitvinders, (startende) ondernemers, adviseurs (marketing, communicatie, finance), scholieren en studenten. Met andere woorden: de Duurzaamheidsfabriek wil zich profileren als een kenniscentrum voor duurzame ontwikkeling gericht op regionale en landelijke netwerken en coalities. In dit businessplan wordt in hoofdstuk 2 de visie uitgewerkt en wordt het beeld geschetst van de Duurzaamheidsfabriek zoals deze in 2015 in zijn volle omvang zal functioneren. Hoofdstuk 3 geeft een beeld van de fysieke fabriek en de activiteiten die er plaats gaan vinden, waarna in hoofdstuk 4 wordt beschreven op welke wijze partners (kunnen) deelnemen. In hoofdstuk 5 keren we terug in het hier en nu, waar wordt aangegeven op welke wijze en met welke partners van het allereerste uur het fundament van de fabriek wordt neergezet. Tot slot worden in hoofdstuk 6, 7 en 8 respectievelijk de organisatie, de exploitatie en de financiering uiteengezet.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 3
2 Visie 2.1 Overwegingen Er gaat geen dag voorbij of de energie- en klimaatproblematiek haalt de media wel. Vaak zelfs de voorpagina’s. De milieuexperts die zich nog niet zo lang geleden afvroegen hoe het onderwerp breed zou kunnen worden geagendeerd hoeven niets meer te doen: het probleem agendeert zichzelf. Extreme weersomstandigheden, uiteenlopend van hitte en droogte tot zware regenval en overstromingen zijn de laatste jaren opvallend. De menselijke invloed op het klimaat is onmiskenbaar, zo rekenen deskundigen voor. De alsmaar stijgende trends in energiegebruik en de toenemende onzekerheid rond de energievoorziening baren zorgen voor de toekomst. De dreigende energie- en klimaatcrisis nopen tot handelen want hij is bedreigend voor onze veiligheid, de voedselvoorziening, de energiehuishouding, de waterhuishouding en voor de biodiversiteit. •
• •
In 2020 moeten de emissies van de broeikasgassen 30 procent lager zijn dan in 1990. Dit doel omvat zowel CO2 die bij verbranding van fossiele brandstoffen vrijkomt, als ook de zogeheten overige broeikasgassen, zoals lachgas en methaan. Deze gassen kunnen ondermeer bij landbouw en sommige industriële processen ontstaan. Het tempo van energiebesparing moet omhoog tot 2 procent per jaar. Het huidige tempo is nu ruim 1 procent. In 2020 moet het aandeel van duurzame, hernieuwbare energie in het energieverbruik zijn verhoogd tot 20 procent.
Het kabinet zal zijn klimaatdoelen voor 2011 wel halen, mede dankzij de economische crisis die zorgt voor minder bedrijvigheid. De ambities voor 2020 worden echter niet gehaald, zo waarschuwden het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) begin juni 2009. Volgens het Lenteakkoord 2008 moet het energieverbruik in nieuwe winkels, woningen en kantoren in 2015 met 50% zijn gereduceerd ten opzichte van 2008. Dat is de kern van het akkoord over energiebesparing in de nieuwbouw dat het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie en het ministerie van Ruimte en Milieu hebben gesloten met de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkelingsmaatschappijen, de Vereniging voor Ontwikkelaars en Bouwondernemers en Bouwend Nederland. Dit betekent dat over 6 jaar de nieuwste technieken en materialen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie toepasbaar moeten zijn en kunnen worden gebruikt in alle fasen van de bouw. Daarnaast wil de rijksoverheid dat in 2030 klimaatneutraal bouwen de standaard is. Gelukkig krijgen de klimaatagenda’s van de lokale overheden steeds duidelijker vorm. Het klimaatbeleid zal naar verwachting een belangrijk onderwerp zijn in de gemeentelijke verkiezingen van het voorjaar 2010. De gemeente Dordrecht heeft als einddoel te werken naar energieneutraliteit, zodat het totale energieverbruik in Dordrecht gelijk is aan de in de gemeente opgewekte duurzame energie, inclusief de eventuele import van duurzame energie. Concreet stelt de gemeente Dordrecht stelt zich tot doel om jaarlijks 3 procent te besparen en 5 procent duurzame energie op te wekken in 2012 en 50% duurzame energie in 2025 (Nota Energiebeleid Dordrecht, tranche 2009 – 2013). Deze ambities zijn vastgelegd in een besluit van de gemeenteraad op 2 december 2009. De duurzaamheidsfabriek beoogt niet alleen een wezenlijke bijdrage te leveren aan de hiervoor omschreven maatschappelijke uitdagingen. Ook op economisch en educatief gebied kent de regio belangrijke opgaven die ten grondslag liggen aan de totstandkoming van de duurzaamheidsfabriek. Als ‘center of excellence’ (Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam; Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 4
deltaplan technologie) in duurzame ontwikkeling en educatie levert zij een belangrijke bijdrage aan het innovatief vermogen van bedrijven en daarmee dus aan de regionale economische groei. In de huidige economisch turbulente tijd is het moeilijk te voorspellen in hoeverre de grote vraag naar hoger technisch geschoold personeel zal blijven bestaan op korte termijn, maar er is sprake van een structurele krapte. Bedrijfsleven in de regio geeft aan dat zij één op de drie vacatures willen vervullen met pas afgestudeerde mbo- en hbo’ers (Techniekbarometer Rijnmond 2008/2009, 31 maart 2009). De vraag naar hoger geschoold technisch personeel in duurzame ontwikkeling blijft zeker bestaan en zal naar verwachting ook stijgen. De vervangingsvraag in de periode na 2013 wordt nog altijd geschat op 1000 à 1500 werknemers. Door techniek te verbinden met duurzaamheid wordt een impuls gegeven aan aantrekkelijke technische/technologische en aan techniek gerelateerde opleidingen voor in het bijzonder de (innovatieve) maakindustrie. Deze ontwikkelingen sluiten ook goed aan op de in Dordrecht en Drechtsteden aanwezige grote populatie van deelnemers aan het beroepsonderwijs, nu en in de toekomst. Vanuit het onderwijsveld wordt het toenemende belang en de noodzaak erkend om een bijdrage te leveren aan het opleiden van de werknemer van de toekomst. Een werknemer die geleerd heeft maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen met de intentie een duurzame wereld te scheppen en te beheren. De maatschappelijke isolering van het beroepsonderwijs kan verder doorbroken worden door rondom duurzaamheid en techniek intensief samen te werken met het bedrijfsleven. Deze samenwerking leidt tot nieuwe mentale en educatieve modellen die voor de keten vmbo – mbo - hbo en universitair uitdagender leeropdrachten genereren in de vorm van uitvinding en constructie van duurzame of duurzaamheidbevorderende producten.
2.2 Duurzaamheidsfabriek als antwoord op ontwikkelingen Duurzame ontwikkeling vraagt andere visies, nieuwe denkwijzen en innovatieve technologieën. Out of the box-concepten kunnen de levensvatbaarheid van het cradle to cradle concept versterken. De regio heeft de ambitie een antwoord te vinden op duurzaamheidvraagstukken. Bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en regionale en lokale overheden in Dordrecht/Drechtsteden willen (jonge) mensen uitrusten met de daartoe benodigde kennis, vaardigheden en attitudes. Zij arrangeren daartoe in een passende omgeving uitdagende opdrachten die de beroepsbeoefenaars van morgen leren om te gaan met de complexiteit van de problemen van vandaag. Zij leren alles in samenhang te bezien, creatief te denken, om te gaan met onzekerheden en risico’s te kunnen inschatten. Kortom, zij leren omgaan met alle aspecten die samenhangen met duurzaamheidprincipes. Met de Duurzaamheidsfabriek wordt een aantrekkelijke en inspirerende leerwerkomgeving voor studenten én nascholende werknemers in duurzame (innovatieve) technologie. Het bedrijfsleven vervult in het centrum een deel van de onderwijstaak, een voorwaarde voor vestiging in Duurzaamheidsfabriek. Het bedrijfsleven kan op verschillende wijzen participeren waardoor een unieke kruisbestuiving ontstaat tussen de expertise van het bedrijfsleven en het elan van de jeugd. Naast de (beroeps)opleidingen mbo en hbo zullen ook scholieren van vmbo, havo en vwo een onderwijsprogramma in duurzame ontwikkeling kunnen volgen. Door middel van deze publiek-private samenwerking werkt de Duurzaamheidsfabriek aan een optimalisatie en een vernieuwing van de kennisinfrastructuur (onderwijs en onderzoek) die nauw aansluit bij en meegroeit met de kennisbehoeften van het betrokken bedrijfsleven. De verwachting is dat de Duurzaamheidsfabriek tevens een economische impuls levert aan de regionale economie wat betreft groei en innovatie, vooral in het midden- en kleinbedrijf.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 5
3 De duurzaamheidsfabriek 3.1 Situering De Duurzaamheidsfabriek wordt gesitueerd op het Leerpark Dordrecht. Het Leerpark is een vernieuwende gebiedsontwikkeling waarbij een nieuw stadsdeel wordt gerealiseerd , waarin leren, wonen, werken en recreëren samengaan. Scholen voor beroepsonderwijs, 3 VMBOscholen en het ROC Da Vinci zijn op het Leerpark geconcentreerd. Tevens wordt er nagedacht over de vestiging van VWO-onderwijs en hoger onderwijs. Bij deze ontwikkeling is er bijzondere aandacht voor kwaliteit, in zowel ruimtelijke zin als in onderwijskundig opzicht. Naast onderwijs is er op het Leerpark nadrukkelijk aandacht voor wonen en werken. Behalve scholen worden er ook woningen, bedrijven en kantoren gerealiseerd. Een kwalitatief hoogwaardige omgeving is hierdoor verzekerd. Die hoogwaardigheid komt niet alleen tot uitdrukking in het ambitieniveau van de schoolgebouwen, de sportvoorziening, de brandweerpost, de woningen en de openbare ruimte, maar ook in de wijze waarop het onderwijskundige concept van de doorlopende leerlijn en de contextrijke leeromgeving zijn uitgewerkt in onderwijsleerbedrijven. Hier werken bedrijfsleven en onderwijs nauw samen.
De ligging van de duurzaamheidsfabriek is bijzonder prominent bij de entree van het Leerpark, direct aan de afslag van de N3 en het toekomstige station van Randstadrail. Als eerste grote volume aan de door West8 ontworpen Leerparkboulevard. Het gebouw wordt een landmark en herkenningsteken van het Leerpark. Het zet de toon en luidt een nieuwe ontwikkeling in. De transparantie, de materialisatie, de uitstraling op de omgeving, de helderheid en de eenvoud maken het gebouw een icoon van het nieuwe leren en werken, een icoon van duurzaamheid.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 6
3.2 Fysieke gebouw In het gebouw zal het unieke karakter van de Duurzaamheidsfabriek tot uit drukking komen. Natuurlijk blijkt dit o.a. uit het gebruik van materialen en de energievoorziening, maar het blijkt nog meer uit de manier waarop het gebouw zich kan aanpassen aan de toekomstige ontwikkelingen. In het programma van eisen wordt uiteraard nadrukkelijk gestuurd op een gebouw wat voldoet aan hoge milieudoelstellingen. De ontwikkeling zal minimaal CO2 neutraal dienen te geschieden, en er zal gestreefd worden naar een energiegevend gebouw. Daarnaast is ook flexibiliteit een belangrijk kenmerk van dit gebouw zodat er in de exploitatie snel kan worden gereageerd op veranderingen in de markt.
Dit alles moet bijdragen aan een inspirerende omgeving waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar niet alleen ontmoeten, maar elkaar ook versterken. Om de mogelijkheden voor de uiteindelijke gebruikers zo groot mogelijk te houden zal het gebouw primair als casco worden ontwikkeld. Dit casco zal worden omhuld door een uitermate duurzame 'schil'. Waar mogelijk zal worden onderzocht of het vastgoed zelf energie kan opwekken, zodat het mogelijkerwijs ook in zijn exploitatie in de eigen energiebehoefte kan voorzien. Voor wat de indeling betreft wordt uitgegaan van hallen met verschillende verdiepingshoogtes van 16 en 8 meter, waar tevens kantoor -, vergader - en onderwijsruimtes worden gerealiseerd. De invulling van het gebouw wordt in samenspraak met de bedrijven gerealiseerd. Door de flexibiliteit van het gebouw kunnen gebruikers relatief eenvoudig van plek wisselen. Bij de ontwikkeling zal gezocht worden naar een optimale afstemming tussen kosten en gewenste kwaliteit, waarbij flexibiliteit ook als een kwaliteit wordt beschouwd.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 7
Als architect is Thomas Rau ingeschakeld. Zijn bureau heeft in Nederland naast diverse scholen en gemeentehuizen, onder meer de hoofdkantoren van de Triodosbank en het Wereld Natuur Fonds ontworpen. De projecten van Rau worden gekenmerkt door een grote mate van duurzaamheid en zetten soms zelfs een nieuwe standaard. Het eerste schetsontwerp van zijn hand levert een gebouw van een kleine 5700 m2 bvo. 3.3 Concept In de geavanceerde, deels transparante fabriekshal van ruim 16 meter hoog, zijn flexibele werkplaatsen, ateliers, productie- en testruimten en rustplekken ingericht voor exploratief onderwijs, in samenhang met elkaar. De diverse werkruimten zijn alle georiënteerd op de centrale kern van laboratoria en voorzieningen waarin de “werkpaarden” van duurzaamheid centraal staan: duurzaam bouwen, duurzame energieopwekking en –gebruik, duurzame mobiliteit en duurzaam produceren en ontwerpen. Met dit centrum leveren de partijen gezamenlijk een bijdrage aan de taak waar we als samenleving voor staan: het tegengaan van de klimaatverandering, het verduurzamen van onze energiehuishouding en het aanpassen van ons land aan de veranderingen. De vijf onderdelen van de Duurzaamheidsfabriek zijn: 1. De kern: labs (FabLab-concept, afkorting voor Fabrication Laboratory, van MIT hoogleraar Neil Gershenfeld); ontwikkeling duurzame nieuwe prototypes, modellen en kleine series. 2. Rond labs: verzameling van (onderdelen van) regionale bedrijven die hun focus richten op duurzaam innovatieve producten en productiemethoden en ontwikkeling tot ‘groene organisatie’. 3. Duurzame vrijplaats: voor startende ondernemers 4. Maakhal: concretiseren van denk- en ontwerpprocessen door vmbo-, mbo- en hbostudenten in duurzame producten/processen. 5. Maar ook: netwerk, kenniscentrum voor duurzame ontwikkeling, expositieruimte en servicepunt (arbeidsmarktbemiddeling, maak- en onderzoeksopdrachten en coaching van startende ondernemers op de gebieden businessontwikkeling, marketing, finance en communicatie).
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 8
vinden
exposeren
bewust worden
rondleiden
servicepunt
demonstreren
kenniscentrum
netwerk
ontmoeten
B
A
duurzaam bouwen bouwen
testen C
maken
duurzaam vervoeren
D
samenwerken
techniekhal
vervoeren
E
duurzaam energie
vrijplaats startende ondernemers
energieefficiency
F ondernemen
duurzaam produceren
H
G
energie I proberen
duurzaam industrieel ontwerp en design
K
J
mbo / vmbo mbo / hbo havo / vwo
kennisomgeving THINK
onderzoeksomgeving CREATE
THINK
C
bedrijven
maakomgeving PRODUCE
explorend onderwijs
Schema 1 Concept duurzaamheidsfabriek
Als kern van de Duurzaamheidsfabriek functioneren de verschillende laboratoria (Labs), gebaseerd op het FabLab-concept van MIT hoogleraar Neil Gershenfeld. Deze Labs zijn breed toegankelijk om vanuit het concept van duurzame ontwikkeling nieuwe prototypes te ontwikkelen en kleine series te maken. Scholieren en studenten ontmoeten in het centrum vertegenwoordigers van de samenwerkende bedrijven en instellingen, alsook geïnteresseerden uit de samenleving die hun vragen en/of ideeën over duurzaamheid willen omzetten in concrete (toepassing van) producten. Een FabLab biedt laagdrempelige toegang aan een zo breed mogelijk publiek. Om in het FabLab met een gevarieerd publiek aan de slag te gaan, is het FabLab ook ’s avonds, in het weekend en in de vakanties open . De FabLab-aanpak van ontwerpen en produceren is een krachtig concept om van, met en aan Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 9
elkaar te leren en innovatieve kracht te genereren. Geavanceerde apparatuur voor design en productie garandeert professionele dienstverlening. Rond de Labs verzamelen zich (onderdelen van) regionale bedrijven die hun focus richten op duurzaam innovatieve producten en op ontwikkeling tot ‘groene organisatie’. Het bedrijvendeel van de Duurzaamheidsfabriek kent ook een duurzame ‘vrijplaats’ voor startende ondernemers, die zich tegen aantrekkelijke tarieven kunnen vestigen en profiteren van de expertise en het netwerk van het centrum en tevens een beroep kunnen doen op coaching. Aansluitend op de Labs is een grote Maakhal, waar zowel vmbo-, als ook mbo- en hbo-studenten de resultaten van het denk- en ontwerpproces in de Labs uitwerken in (commerciële) producten die voldoen aan duurzaamheidscriteria. De Duurzaamheidsfabriek wordt versterkt door en gelieerd aan Leonardo Plaza, een speciaal ingericht gebouw en FabLab dat in het voorjaar van 2011 wordt geopend op het Leerpark Dordrecht. Als voorloper van de Duurzaamheidsfabriek, heeft Leonardo Plaza een duidelijke pilot-functie. Het hele proces van idee naar product omvat ook in Leonardo Plaza de onderwijsgebieden techniek, ict, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, economie en industrieel ontwerpen. Opdrachten vanuit het bedrijfsleven en persoonlijke uitvindingen worden momenteel al op de huidige proeflocatie met behulp van ultramoderne apparatuur direct geproduceerd. Deze manier van leren blijkt in de praktijk voor studenten sterk motiverend te zijn: ze realiseren hun eigen idee, individueel, maar ook in groepen. Scholieren uit vmbo, mbo, hbo, Havo en vwo , maar ook geïnteresseerden uit de samenleving, zijn ieder op hun niveau bij het ontwerp in Leonardo Experience (de proeftuin van de Duurzaamheidsfabriek) betrokken. 3.4 Positionering In Nederland zijn er een aantal enigszins vergelijkbare initiatieven: de Oefenfabriek in Brielle, het initiatief voor een Climate Campus in Rotterdam en het science park in Eindhoven. De High Tech Campus Eindhoven is een technologiecentrum dat plaats biedt aan een grote verscheidenheid van hightechbedrijven, die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën, van idee en concept tot prototyping en kleinschalige productie. De campus richt zich voornamelijk op cruciale technologische gebieden zoals microsystemen, halfgeleiderproducten, embedded systems, signaalverwerking en nanotechnologie. De Oefenfabriek in Brielle, een initiatief van de STC-groep, Deltalinqs en KMR, richt zich voornamelijk op de opleiding Algemene Operationale Techniek (AOT) voor her- en bijscholingscursussen. De Climate Campus richt zich op duurzame en klimaatbestendige deltaontwikkeling. Onderdeel vormt de net gerealiseerde RDM Campus. Onder het motto Research, Design and Manufacturing wordt deze vestigingslocatie ontwikkeld als centrum voor de creatieve en innovatieve maakindustrie en voor nieuwe energiedragers. Daarnaast is er ruimte voor vestiging van bedrijven die een kennisrelatie (willen) aangaan met de onderwijsinstellingen. De Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht onderscheidt zich van de bovengenoemde initiatieven door een vernieuwende en intensieve vorm van samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs op de zes duurzame thema’s (zie schema 1), de aansluiting op de specifieke regionaal economische structuur van het bedrijfsleven (meet- en regeltechniek. maritieme industrie, machinebouw, procesindustrie, installatiebouw en bouw) en de focus op materiaalontwikkeling (cradle to cradle), prototyping & testing en ICT. Wat ICT betreft wordt optimaal gebruik gemaakt van het in de regio aanwezige breedbandnetwerk. De uitwerking richting domotica ligt hier bijvoorbeeld voor de hand. Het is een innovatief, technologisch centrum van het bedrijfsleven, de (beroeps)opleidingen en de Coöperatie Leerpark voor exploratieve educatie, innovatie, productie en het testen van prototypes van duurzame technologische innovaties. Het centrum wil ook een mentale Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 10
verandering teweegbrengen bij de toekomstige generatie. Daarvoor is passend onderwijs belangrijk. Onderwijs dat leert dat het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid van belang is en dat (jonge) mensen opleidt voor het scheppen en beheren van een duurzame wereld. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de huidige set van beroepscompetenties niet toereikend is voor duurzaam onderwijs. Als kenniscentrum zal de Duurzaamheidsfabriek dan ook actief zijn in het (her-)formuleren van een nieuwe, aanvullende competentieset.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 11
4. Partners 4.1 Bedrijfsleven Bedrijven die betrokken zijn bij de Duurzaamheidsfabriek, stellen duurzaamheid centraal in hun bedrijfsfilosofie. Zij zijn actief met duurzame technologische ontwikkeling of verduurzaming van producten en processen in de werkvelden energietechniek, installatietechniek, meettechniek, werktuigbouw en ontwerp van hun producten en diensten. Zij combineren hierbij gangbare technieken en werkwijzen met nieuwe, innovatieve technieken. De partners uit het bedrijfsleven bouwen actief mee aan de inhoud en kwaliteit van het onderwijs, wat leidt tot betere aansluiting bij de arbeidsmarkt van toekomstige arbeidskrachten. In een kansrijke en inspirerende omgeving wordt vernieuwing, innovatie en maakbaarheid gecombineerd. Door de invloed van jongeren wordt het ‘out of the box denken’ versterkt. De Duurzaamheidsfabriek is tevens de centrale plaats voor ontmoeting en netwerken met andere bedrijven en kennisinstellingen. Ook kleinere bedrijven kunnen op efficiëntere en effectievere manier inhoud geven aan hun innovatievragen; ontwikkelvragen worden adresseerbaar.
4.2 Onderwijs Voor de onderwijsinstellingen levert de Duurzaamheidsfabriek een belangrijke impuls om de aantrekkelijkheid van technische opleidingen (vooral in de maakindustrie) te vergroten. Door duurzaamheid in al haar aspecten centraal te stellen wordt werknemers van de toekomst geleerd dat het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid van belang is. Door de verregaande samenwerking met het bedrijfsleven wordt het onderwijs in staat gesteld om nieuwe, op opdrachtgestuurd leren gerichte onderwijsvormen uit te werken. Hierbij leren docenten en leerlingen/studenten duurzaam denken en handelen te ontwikkelen en interdisciplinair te ontwerpen zonder organisatorische schotten tussen vmbo, mbo en hbo. Er is een sterke binding tussen creatieve en technische aspecten (design) aan productieve opdrachten (maakhal). Echter niet alleen technische en creatieve opleidingen vinden elkaar in eenzelfde context van exploratief en opdrachtgestuurd leren, maar dit geldt ook voor ictgerichte en economische opleidingen (business). Het maken en bouwen ontwikkelen van prototypen en het testen daarvan zijn vernieuwende activiteiten voor en door het onderwijs. De Duurzaamheidsfabriek daagt uit tot het vormgeven van competentiegericht onderwijs op het gebied van maatschappelijk verantwoord denken, functioneren in een integrale milieuarena en het analyseren van productieprocessen op duurzaamheid.
4.3 Participatiemogelijkheden Partijen die 1. duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen als uitgangspunt nemen in hun (toekomstig) handelen en die 2. een actieve rol willen vervullen binnen het onderwijs en die 3. zich bewegen in de werkvelden energietechniek, installatietechniek, meettechniek, werktuigbouw, of bezig zijn met duurzaam ontwerpen (Cradle to Cradle) kunnen op verschillende manieren deel uit maken van de Duurzaamheidsfabriek. Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 12
Ruimte Bedrijven, scholen, NGO’s vinden in de Duurzaamheidsfabriek de broed-, vind- en ontwikkelplaats voor hun toekomstige bedrijfsvoering maar ook voor hun vraagstukken van vandaag. Bovendien komen ze daar in aanraking met jonge mensen die de moderne technologie in de vingers hebben. De eenvoudigste manier om daar deel van uit te maken is een vestiging (langdurige of tijdelijk voor de duur van de innovatie) in de Duurzaamheidsfabriek in en om de Labs. Bedrijven vinden in een andere vorm in de duurzaamheidfabriek de plek die de context biedt om de technisch vakman van de toekomst op te leiden. De maakhal is de omgeving voor dergelijke activiteiten. De inspiratie vanuit de Labs en de focus op duurzaamheid brengen direct de werknemer van de toekomst in een andere context. Kantoorruimte, ontmoetingsruimte en presentatieruimte zijn ook binnen de fabriek beschikbaar. Onderwijstaak Van de deelnemende bedrijven wordt een actieve onderwijstaak gevraagd. Dit kan variëren van het invullen van een leerwerkbedrijf op het gebied van Research en Development (invullen van één van de FabLab’s) of meer op het gebied van de operationele techniek (bedrijfssimulaties) of het geven van (gast)colleges en het geven van onderzoeksopdrachten. Lab’s De kern van het innovatieproces ligt bij de Labs. Voor verschillende thema’s zijn er Labs te vinden. Er zijn bedrijven die zelf een Lab laten draaien maar ook netwerken van bedrijven kunnen de drijfveer vormen. Kenmerken van een Lab zijn de aanwezigheid van apparatuur voor prototyping en testing en de participatie van verschillende partners, kennisinstellingen en bedrijven. Binnen de fabriek zullen een aantal Labs functioneren. Spin-off / Starters Voor startende bedrijven biedt de duurzaamheidsfabriek goede mogelijkheden. Innovatieve ideeën kunnen in een klein bedrijf vaak onvoldoende tot wasdom komen omdat kennis en middelen veelal ontoereikend zijn. Studenten kunnen vanuit hun persoonlijke betrokkenheid met veel toewijding en energie een dergelijke innovatie in productie brengen. De starter wordt behalve een speciaal aanbod voor de ruimte ook ondersteund door commerciële adviseurs en banken die werken vanuit de filosofie van duurzaamheid. Arrangementen - Born to create De Duurzaamheidsfabriek brengt nieuwe ontwikkelingen binnen haar netwerk en wil met haar netwerk zoeken hoe deze vernieuwingen voor duurzame oplossingen benut kunnen worden. Om dit te bewerkstelligen organiseert de fabriek regelmatig bijeenkomsten die aansluiten bij haar een van haar wezenskenmerken: ‘Born to create’. De Fabriek is neergezet om nieuwe oplossingen te scheppen waarmee een duurzame wereld steeds dichterbij wordt gebracht. - Kennisnetwerken Voor bedrijven en instellingen staat deelname aan de kennisnetwerken open. Thema’s voor de netwerken waarmee wordt gestart zijn: duurzaam bouwen, duurzaam produceren, duurzaam transport, duurzame energie en duurzaam ontwerpen. - Opdrachtverstrekking Aan de Duurzaamheidsfabriek worden door bedrijfsleven en instellingen opdrachten verstrekt. Een opdracht gericht op de ontwikkeling, ontwerpen en testen van een duurzame of meer duurzame toepassing van een proces, product of dienst. De Duurzaamheidsfabriek zal haar partners kennisinstellingen betrekken bij de uitvoering van dergelijke opdracht. Met Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 13
de partners wordt een ontwikkelgroep samengesteld en wanneer feitelijke productie aan de orde is wordt met de partners een productieteam ingericht. Relatieontwikkeling - Liëren aan de Duurzaamheidsfabriek Zonder vestiging deel uitmaken van de Duurzaamheidsfabriek en gebruik kunnen maken van de faciliteiten van de fabriek. Lang niet altijd is het voor bedrijven het goede moment om zich te vestigen of om onderkomen te vinden in de fabriek. Toch wil men deel uit maken van de innovatie, de profilering op het thema duurzaamheid neerzetten en in werk- en ontwikkelverbanden komen met de generatie van de toekomst. Voor deze relaties is er de mogelijkheid Duurzaamheidsfabriek gelieerd te worden. Zij krijgen dan een taak in het onderwijs of verstrekken opdrachten. - Partnership Innoveren en kennis ontwikkelen is een proces waarin samenwerking centraal staat. Binnen de Duurzaamheidsfabriek functioneren verschillende bedrijven en bedrijfjes. De partners maken bewust deel uit van de innovatie en kennisontwikkeling. Vanuit de kring van partners wordt indien nodig ook gezocht naar specialisten buiten de kring van de fabriek en worden ontwikkelgroepen en productieteams samengesteld De participatiemogelijkheden worden momenteel concreter uitgewerkt. Afhankelijk van de behoefte van partners en de bijdrage aan de ontwikkeling en programmering van de Duurzaamheidsfabriek zullen duurzaamheids- cq innovatiearrangementen worden opgesteld.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 14
5. Groeimodel De afgelopen maanden is in hoog tempo gewerkt aan de uitwerking van het inhoudelijke concept en van het gebouw en is de exploitatie en de financiering op hoofdlijnen uitgewerkt. Een aantal belangrijke partners heeft inmiddels toegezegd om vanaf het prille begin actief te gaan participeren in de Duurzaamheidsfabriek, wat voldoende basis geeft om in 2010 te gaan starten met de bouw. Voor de eerste gebruikers is het essentieel en zelfs voorwaardelijk dat zij in 2011 kunnen starten met de uitvoering van hun programma’s. De komende periode zal met meerdere partijen overleg worden gevoerd over deelname in de Duurzaamheidsfabriek. Een compleet beeld van alle lopende en geplande contacten met bedrijfsleven en instellingen wordt verwezen naar bijlage 1. In hoofdstuk 2 en 3 is de visie en de Duurzaamheidsfabriek in haar volledigheid zoals beoogd in 2015 uiteengezet. Met de onderstaande partners van het eerste uur zullen we in 2011 het fundament neerzetten. In de korte tijd van planontwikkeling is met deze partners al ongeveer de helft van de Duurzaamheidsfabriek ingevuld. In onderstaand schema worden de ingevulde domeinen aangegeven.
Think
Create
Produce
Energie-efficiency Duurzame energie Duurzaam produceren Duurzaam bouwen Duurzame mobiliteit Duurzame materialen/ ontwerpen Schema 2: Ingevulde domeinen in duurzaamheidsfabriek (stand november 2009)
In de volgende fasen van ontwikkeling van de Duurzaamheidsfabriek zal de verdere programmering en invulling ter hand worden genomen. Voor die ontwikkeling zijn externe ontwikkelingsgelden en middelen voor realisatie gewenst. Daarvoor zijn besprekingen met vele instantie gestart. De basis daarvoor vormt de uitgebreide verkenning van subsidiemogelijkheden.
5.1 Deelname onderwijs Voordat het nieuwe techniek onderwijs in de Duurzaamheidsfabriek kan worden verzorgd, worden vanaf 2010 de onderwijsinhouden en –concepten in verbinding tussen alle actoren uitgewerkt en uitgetest. De curricula van de vmbo techniek uitstroomrichting en de huidige mbo-opleidingen technologie, ict, bouw en art&design worden als eerste aangepast op verantwoord ondernemen en duurzaamheid, waarbij voor het mbo de grenzen van mogelijkheden binnen de huidige kwalificatiestructuur worden benut (onder meer door een major-minor opzet en het decomponeren en arrangeren van onderwijsinhouden, waarbij met het hbo gerichte doorstroommogelijkheden zijn ontworpen (zowel AD-trajecten als verkorte leerweg m(hbo). Ook het personeelsbeleid bij de onderwijsinstellingen zal worden Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 15
aangepast. Immers het gaat er om om zodanige teams samen te stellen die de mentale modellen m.b.t. duurzaamheid en de nieuwe onderwijsvormen kunnen hanteren. Voor docenten en leerlingen wordt op korte termijn gestart met een uitgebreid programma waarbij kennismaking met duurzaam onderwijs en ondernemen centraal staat. Er worden lezingen en workshops gegeven en er vindt training en scholing plaats, teneinde goed gesteld te staan als de deuren van de Duurzaamheidsfabriek open gaan. Het ROC Da Vinci zal minimaal 600 m2 programmeren. Daarnaast worden de mogelijkheden verkend om de praktijkruimten electro, metaal en installatiebouw ook van het VMBO samen te voegen in de maakhal van de duurzaamheidsfabriek.
5.2 Deelname bedrijfsleven Na de zomer van 2011 opent de Duurzaamheidsfabriek haar deuren voor de eerste groepen van innovatieve gebruikers. - NMI en Krohne (Xcalibur) Het Dordtse bedrijf Krohne Altometer en het Nederlands Meetinstituut (NMI) zullen de Xcalibur als ‘Flow Center of Excellence’ realiseren. De X-Calibur is een vereenvoudigde en op kleine schaal uitgevoerde versie van de Euroloop die op de Maasvlakte wordt gerealiseerd. Het is een test- en opleidingsomgeving voor het kalibreren van industriële gasen olieflowmeters. Het zal een Europees kenniscentrum zijn voor meteorologie. Andere grote bedrijven hebben al interesse getoond om mee te doen en hiermee worden gesprekken gevoerd (o.m. Siemens, ABB, Honeywell). Xcalibur laat onderwijs en bedrijfsleven op het gebied van metrologie beter op elkaar aansluiten. Met de deelname van Krohne Altometer en het NMI aan de duurzaamheidsfabriek wordt een grote bijdrage geleverd aan het vorm en inhoud geven van duurzame energie efficiency in de vorm van prototyping en testing. Voor de realisatie van de Xcalibur zal door de betrokken partijen 300 m2 worden gehuurd. Xcaliber zal naast studenten van ROC Da Vinci ook gebruikt worden door studenten van twee andere ROC’s, Zadkine en Albeda, studenten van het Scheepvaart Transport College en studenten van de Hogeschool van Rotterdam. - IWZH Installatie Werk Zuid-Holland (IWZH) heeft recent besloten niet zelf nieuw te bouwen maar haar intrek te nemen in de Duurzaamheidsfabriek. Zij zullen op 800 ‘à 900 m2 opleidingsfaciliteiten creëren voor de installateurs en procestechnologen van de toekomst waar naast traditionele meet- en schakeltechnieken de ict-gestuurde technieken en het duurzaam integraal ontwerpen ingevuld gaat worden. Kennis en kunde rond nieuwe energiebronnen (wind, zon en water) en de daarbij horende installaties en technieken zullen centraal staan. Summercourses procestechniek en integraal ontwerpen zullen vanuit de Duurzaamheidsfabriek worden aangeboden. - Deltametaal (SIOM i.o.) Deltametaal is in de regio Rijnmond en Drechtsteden een erkend leerbedrijf voor personeel in onder andere de metaal, techniek en logistiek en heeft opleidingsfaciliteiten op verschillende locaties. Gekoppeld aan de metaalopleidingsruimte van de VMBO scholen en het ROC in de maakhal van de duurzaamheidsfabriek heeft Deltametaal aangegeven leerlingplaatsen te willen invullen en bekostigen. Zij heeft het initiatief genomen tot oprichting van het Samenwerkingsverband Instroom en Opleiden Metaal (SIOM). Het oprichtingsbesluit wordt naar verwachting in december 2009 genomen. Bij de start gaat het hier om ongeveer 10 plaatsen, naar de toekomst toe wordt dit aantal ingeschat op 30 plaatsen. Zij wil in de Duurzaamheidsfabriek een aansprekend praktijkcentrum creëren. In relatie daarmee wil zij Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 16
onderzoeken in hoeverre de metaalopleidingen verbonden kunnen worden aan opleidingen die zich richten op innovatieve technieken. - Innovam en Amega De mobiliteitsbranche, die verenigd is in Innovam, wil samen Amega, een grote regionaal kennis- en opleidingscentrum in de automotive sector, een demonstratieruimte invullen rondom het thema duurzame mobiliteit (auto, fiets, scooter). Het daadwerkelijke in- en ombouwen zal elders op het Leerpark in een leerwerkbedrijf en daarbuiten plaats gaan vinden. Via Innovam levert ook het nationale Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IDM) bijdragen. - HVC HVC is een nutsbedrijf op het gebied van afval en duurzame energie van 55 gemeenten in Noord-Holland, Flevoland, Zuid-Holland en Friesland. Als gemeentelijk samenwerkingsverband beoogt HVC bij te dragen aan de doelstellingen van de deelnemende overheden op het gebied van duurzaam afval- en energiebeheer. Zij is al vanaf het eerste moment betrokken bij de ontwikkelingen van de Duurzaamheidsfabriek. HVC wil (mede) een Fablab energie-efficiency en duurzame energie realiseren. Zij onderzoekt op dit moment de mogelijkheden. HVC zal het nieuw op te richten gemeentelijk energiebedrijf, dat ze samen met de gemeente Dordrecht wil realiseren, vestigen in de Duurzaamheidsfabriek. Ook zal HVC haar warmte- en koudeopslag-installatie (wko) op het Leerpark inzetten als Leerwerkbedrijf. De wko-installatie zorgt voor de warmte en koude van de huidige acht scholen, woningen, kantoren en brandweerkazerne op het Leerpark. Tevens zal HVC het beheer en onderhoud van de duurzame energie-installatie van de nieuwe duurzame kinderboerderij van het Natuur- en Milieueducatiecentrum Weizigt in Dordrecht inzetten. Het is een hout-pelletketel gecombineerd met zonne-energie. HVC is eigenaar van deze installatie en heeft dit gerealiseerd als demonstratie- en leerproject. Misschien kan het aan te leggen warmtenet dat vanaf de afvalenergiecentrale in Dordrecht naar de N3 en de nieuwbouwlocaties in de binnenstad wordt geleid, onderdeel worden van het leerwerkbedrijf. Dit geldt ook voor de eventuele warmtelevering aan Dupont van de afvalenergie-installatie aan de Baanhoekweg. Tot slot zal HVC onderzoeken of er mogelijkheden zijn om een demoen opleidingsomgeving kan worden vormgegeven op het gebied van duurzame energie: warmte- koudeinstallatie (geothermie) in combinatie met Xcaliber en/of een demonstratiemodel van een vergistingsinstallatie waarmee groen gas kan worden gemaakt. Dit mede afhangen van subsidiemogelijkheden. Met bovengenoemde partners worden momenteel intentie-overeenkomsten voorbereid. Een voorbeeld hiervan is bijgevoegd als bijlage 2. Naast deze partners van het eerste uur, worden momenteel gesprekken gevoerd met andere bedrijven die mogelijk gaan participeren in de fabriek. Belangrijk is om aan te sluiten bij de typische bedrijvigheid in de Drechtsteden, zodat verduurzaming van de bedrijvigheid en producten en diensten in de Drechtsteden een logisch gevolg is. 5.3. Overige instanties In de duurzaamheidfabriek worden ook vergaderruimten, ontmoetingsruimten, presentatieruimten en kantoorachtige voorzieningen gerealiseerd. Hiervoor is in het verleden reeds concrete belangstelling uitgesproken door een aantal partijen en dienstverlenende bedrijven. Genoemd kunnen worden: Werkgevers Drechtsteden, ABN-Amro en IMC. - Proeftuin Maritieme Innovatie Holland Marine Equipment en de Kennisalliantie werken samen in de ontwikkeling van de Proeftuin Maritieme Innovatie . Op drie deelterreinen, te weten Logistiek, Arbo & Milieu en Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 17
Duurzaamheid, gaat project gewijs gewerkt worden aan innovaties voor de bedrijven in de maritieme sector. Samenwerking tussen bedrijven, onderwijs (MBO, HBO, Universitair) en kennisinstituten is daarbij uitgangspunt. De Proeftuin Maritieme Innovatie start in 2010 en zal na realisatie ook in de Duurzaamheidsfabriek gaan programmeren. - Urgenda Urgenda overweegt om het Leerpark inclusief de duurzaamheidsfabriek tot één van haar icoonprojecten te maken. De besluitvorming hierover vindt nog plaats in 2009.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 18
6. Organisatie en eigenaarschap De Coöperatie Leerpark is opdrachtgever voor de ontwikkeling en bouw van de Duurzaamheidsfabriek. Het ROC Da Vinci (mbo) en de gemeente Dordrecht vormen samen de Coöperatie Ontwikkeling Leerpark. Overigens is de Coöperatie opdrachtgever voor de totale realisatie van de wijk Leerpark, inclusief de onderwijsleerbedrijven, woningen en openbare ruimte. Het Leerpark is een samenwerkingsverband van het Da Vinci College (mbo), het Wartburg College (vmbo), het Stedelijk Dalton Lyceum (vmbo), het Insula College (vmbo) en de gemeente Dordrecht. Het programma Leerpark in cijfers 50.000 m2 24.l000 m2 11.000 m2 2.000 m2 2.000 m2 40.000 m2 450 woningen 175 miljoen euro
Scholen en sportcomplex Bedrijfsruimte, waarvan 9.000 m2 leerwerkbedrijven Kantoren Detailhandel Overige voorzieningen Openbare ruimte Woningen Totale investering
Onder leiding van de directeur Leerpark Ontwikkeling is een projectgroep actief vanuit bedrijfsleven, onderwijs en gemeente die zorg draagt voor de gehele uitvoering van het project. Strategische partners bij de totstandkoming van het Leerpark en de Duurzaamheidsfabriek participeren in de ontwikkeling waarbij uiteindelijk eigenaarschap niet is uitgesloten. Momenteel vinden verkenningen plaats met een woningcorporatie over het gewenste eigenaarschap, het beheer en de exploitatie van de Duurzaamheidsfabriek. Op korte termijn zal een kwartiermaker/directeur voor de Duurzaamheidsfabriek worden aangetrokken. Deze zal samen met onderwijs en bedrijfsleven de invulling van de fabriek nader uitwerken en realiseren. Omdat realisatie op korte termijn gewenst is, onder andere om een aantal partijen te binden, heeft de Coöperatie Leerpark besloten het voortouw te nemen in de ontwikkeling en realisatie, vooruitlopend op de resultaten van bovengenoemde verkenningen.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 19
7. Exploitatie 7.1 Verhuurbare ruimte Vertrouwelijk in verband met lopende onderhandelingen.
7.2 Potentiële deelnemers december 2009 Vertrouwelijk in verband met lopende onderhandelingen. Wel kan zicht worden geboden op de potentiële deelnemers (per december 2009). Voor de exploitatie van de Duurzaamheidsfabriek wordt op basis van de eerste schetsen van architect Rau uitgegaan van een verhuurbaar vloeroppervlak van 5.000 m2. Een aantal partijen heeft toegezegd en andere hebben concrete interesse om zich te vestigen in de Duurzaamheidsfabriek. In het schema hieronder staat een overzicht van de huurders en potentiële huurders .
potentiële huurders hal in m
2
(hoogte) IWZH
800 (8m)
Deltametaal*
600 (8m)
Da Vincie College
600 (8m)
Xcalibur HVC/gemeentelijk energiebedrijf
300 (16m)
kantoor/ onderwijs 50 200
100
automotive IMC totaal
100 2300
450
* De inbreng van Deltametaal loopt langs bijdragekosten in leerlingplaatsen. Deze zijn te vertalen in m2
Hieruit blijkt dat de vraag naar halruimte van 8 meter hoog reeds hoger ligt (2.000 vs 1.250 m2) dan het schetsontwerp mogelijk maakt. Terwijl de vraag naar halruimte van 16 meter gering is (300 m). Op dit moment wordt er met een aantal mogelijk geïnteresseerde grote partijen gesproken. De uitkomst van die gesprekken zal van invloed zijn op het uiteindelijk te realiseren aantal m² verhuurbaar vloer oppervlak. Voor de hand ligt het verkleinen van halruimte van 16 meter hoog ten gunste van halruimte van 8 meter hoog.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 20
8. Financiering Vertrouwelijk in verband met lopende onderhandelingen.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 21
9. Subsidiemogelijkheden 9.1 Stand van zaken per november 2009 De Duurzaamheidsfabriek sluit aan op de nationale beleidslijnen inzake thema’s zoals duurzaamheid, onderwijsvernieuwing, kennisinfrastructuur, innovatie en ondernemerschap. Uit de rijksbegroting voor 2010 kan worden vastgesteld dat een significant gedeelte van de landelijke stimulering en subsidieprogramma’s, juist op deze terreinen betrekking hebben. Met een gedetailleerd overzicht van toepasbare subsidieregelingen als uitgangspunt, zijn belangrijke stappen gezet om het verwerven van deze subsidiemogelijkheden zeker te stellen. Het gaat daarbij om de volgende aandachtspunten: Financieel model, eigendom en bouwtechnische aspecten De uiteindelijke inrichting van het financieringsmodel van de Duurzaamheidsfabriek, de daarmee samenhangende eigendomspositie en de mate van duurzaamheid van het gebouw, hebben consequenties welke subsidiemogelijkheden inzetbaar zijn. Regelmatig is er overleg met de bouwadviseurs, architect en SenterNovem hoe dit proces zich ontwikkelt en worden de financiële consequenties vertaald naar het business plan. Groeimodel Voor het benutten van subsidiemogelijkheden gaat het om het verband tussen de investeringsfase en de exploitatiefase. Subsidieregelingen zoals Pieken in de Delta en Kansen voor West kennen een integrale benadering van de kosten per fase. Op de geplande Pieken in de Delta subsidieaanvraag voor de Duurzaamheidsfabriek wordt gerekend met een subsidiebedrag van circa 1.5 miljoen euro. Voor de subsidieaanvraag in het kader van de regeling Innovatiearrangement bij het Platform Beroepsonderwijs wordt voor de onderwijsvernieuwing uitgegaan van een subsidiebedrag van €1 mln. Positionering Duurzaamheidsfabriek Richting andere belangrijke subsidieverstrekkers zoals het ministerie van Economische Zaken, SenterNovem, de Provincie Zuid-Holland en vele andere stakeholders en organisaties zoals Urgenda, Stichting Kennis Alliantie, wordt het project zorgvuldig gepositioneerd. Kritisch is de gezamenlijke presentatie van zowel de Gemeente Dordrecht, Leerpark Cooperatie en het bedrijfsleven uit de regio. 9.2 Overzicht subsidieregelingen Het overzicht zoals dit is opgenomen in bijlage 4 is een korte opsomming van de regelingen actueel per november 2009. Voordurend worden nieuwe regelingen geinventariseerd en getoetst aan de duurzaamheidsfabriek.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 22
Bijlage 1 Overzicht contacten bedrijfsleven en instellingen per november 2009 Bedrijven thema -
ABN-Amro Amega Boskalis Damen Eneco Grontmij Go Telecom HVC IMC (organisatie en subsidie advies) Imtech Innovam IVDM (Instituut voor Duurzame Mobiliteit) IWZH (o.a. Wolter&Dros, Verkerk, Mampaye) Krohne NMI Oranjedak Philips Priva Search Wididi Woonbron
overige duurzame mobiliteit duurzame mobiliteit duurzaam transport duurzame energie duurzaam ontwerpen/energie overige duurzame energie overige duurzame energie duurzame mobiliteit duurzame mobiliteit Installatietechniek/energie energie-efficiency energie-efficiency duurzaam bouwen energie-efficiency duurzaam bouwen duurzaam bouwen overige overige
Onderwijs - TU Delft - VU Amsterdam Overigen - Wereld Natuur Fonds - EPEA (Cradle to Cradle) - Urgenda -
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 23
Bijlage 2 Intentieovereenkomst Duurzaamheidsfabriek CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST DUURZAAMHEIDSFABRIEK De ondergetekenden: de Coöperatieve vereniging met uitgesloten aansprakelijkheid: “Coöperatie Ontwikkeling Leerpark U.A.”, gevestigd te Dordrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door (naam) hierna te noemen: “Coöperatie”; en (organisatie) gevestigd te (locatie) te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door (naam) hierna te noemen: “Marktpartij”; hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen”.
Overwegende: Dat de Coöperatie vanaf 2003 de gebiedsontwikkeling van het Leerpark Dordrecht, hierna te noemen Leerpark, vorm geeft: Dat de Coöperatie de ontwikkeling van het Leerpark op 1 juni 2004 heeft gegund aan Heijmans N.V., hierna te noemen "de Ontwikkelaar"; Dat het Leerpark een conceptuele gebiedsontwikkeling is waarbij de doorlopende leerlijn in een contextrijke leeromgeving wordt geplaatst; Dat onderwijsleerbedrijven een essentieel onderdeel van dit concept uitmaken: Dat de Duurzaamheidsfabriek een onderwijsleerbedrijf is; Dat de Duurzaamheidsfabriek een belangrijk onderdeel uitmaakt van het Leerpark Dordrecht; Dat Partijen het belang willen benadrukken van de Duurzaamheidsfabriek als bedrijfsmatige omgeving, waarin ook ruimte is voor kennisoverdracht en kennisontwikkeling; Dat de Coöperatie wil optreden als verhuurder van de Duurzaamheidsfabriek; Dat Marktpartij voornemens is vloeroppervlak in de duurzaamheidsfabriek te huren. Zijn overeengekomen als volgt:
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 24
Doelstellingen Partijen zullen met elkaar de haalbaarheid onderzoeken van de mogelijkheid te komen tot een huurovereenkomst voor de Duurzaamheidsfabriek, waarbij de Coöperatie zal optreden als verhuurder en Marktpartij als huurder. Uitgangspunten 2.1
De Coöperatie zal de Duurzaamheidsfabriek afnemen van de Ontwikkelaar;
2.2
Partijen zullen in overleg met elkaar komen tot een optimale invulling van de door de Marktpartij gewenste ruimte;
2.3
Partijen willen op zo kort mogelijke termijn, doch uiterlijk op 1 maart 2010, een huurovereenkomst met elkaar opstellen.
2.4
In de periode tot 1 maart2010 zullen partijen zich inspannen om tot overeenstemming te komen over de inhoud van die overeenkomst.
3. 3.1
Activiteiten Op basis van de uitgangspunten 2.1 t/m 2.4 zullen Partijen onderzoeken of en op welke wijze de vorming van een huurovereenkomst haalbaar kan zijn.
4. Tijdsduur, planning en vervolg 4.1 Deze intentieovereenkomst eindigt van rechtswege op d.d.1 maart 2010, of zoveel eerder als door een ondertekende huurovereenkomst wordt gerechtvaardigd ; 4.2
Partijen kunnen besluiten de duur van de intentieovereenkomst te verlengen;
4.3
De activiteiten zoals benoemd onder punt 3 zijn uiterlijk op d.d.1 maart 2010 afgerond;
Aldus overeengekomen te Dordrecht op (datum)
Coöperatie Ontwikkeling Leerpark door:
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
(organisatie) door: ……….
Pagina 25
Bijlage 3 Berekening huuropbrengsten Vertrouwelijke bijlage in verband met lopende onderhandelingen.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 26
Bijlage 4 Overzicht subsidieregelingen per november 2009 Bouwinvesteringen Energie Investerings Aftrek (EIA)
Doel: Stimuleren energiebesparing en duurzame energie. Bijdrage: 44% extra aftrek op de kosten. Indienen: Binnen drie maanden na het aangaan van verplichtingen. Status: Begroting 2010 146 miljoen. Milieu Investeringsaftrek Doel: Milieuverbetering. (MIA) en Vervroegde Thema's: Duurzame productiemiddelen, Klimaatverandering, Afschrijving MILieuLuchtverontreiniging, Overlast en gezondheid, Mobiele investeringen (VAMIL) werktuigen en transportmiddelen, Externe veiligheid en preventieve voorzieningen, Biodiversiteit en natuurlijke omgeving, Grondstoffenbesparing en hergebruik, Afvalstromen. Bijdrage: 15-40% extra aftrek op de kosten en/of willekeurige afschrijving. Indienen: Binnen drie maanden na het aangaan van verplichtingen. Status: Begroting 2010 30 miljoen. Stimuleringsregeling Doel: stimuleren van de productie van duurzame energie. Duurzame Energieproductie Thema’s: windmolens, zonne-energie, biogasproductie, (SDE) kleinschalige biomassa met uitzondering van vloeibare biomassa en Warmte Kracht Koppeling (WKK). Bijdrage: per productiecategorie jaarlijks variabel, gekoppeld aan de relevante energieprijs op de markt en enkele andere factoren. Maximaal in kWh: Zon-pv 0,526, Wind op land 0,04, Wind op Zee 0,186, Biomassa 0,177 (0,583 nm³), Waterkracht 0,125. Data voor indienen: De categorie Wind op Zee opent naar verwachting november 2009. Unieke Kansen Programma Doel: ondersteunen van investeerders bij het realiseren van Naar Energieneutrale zeer energiezuinige scholen en kantoren. Scholen en Kantoren (EOS: Thema’s: renovatie en nieuwbouw van scholen en kantoren. UKP-NESK) Bijdrage: 50% (max. €15.000) voor haalbaarheidsstudies en max. €500.000 voor praktijkprojecten (aanvragen ontvangen meer subsidie naarmate ze meer energie besparen). Status: In 2010 wordt een nieuw programma verwacht. Energie Onderzoek Subsidie: Doel: demonstratie van vernieuwende energiebesparende Demonstratie (EOS: DEMO) en/of duurzame technologie, een nieuw systeem, een nieuwe functie (met bestaande technologie) of een nieuwe aanpak. Bijdrage: 40% tot €800.000 miljoen (MKB'ers die niet louter uitbesteden 50%). Data voor indienen: Voor 2010 nog niet bekend.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 27
Groen beleggen en financieren
Europese Zevende kaderprogramma Thematische gebieden: Informatie- en communicatietechnologieën en Energie
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: stimuleren van projecten die een positief effect hebben op het milieu door een belastingvoordeel te geven aan "groene" spaarders en beleggers. Thema’s: Natuur, Bos en landschap, Biologische landbouw, Groen label kassen, Agrificatie, Duurzame energie, Duurzame woningbouw, Duurzame utiliteitsbouw, Woningverbetering door eigenaar bewoner, Fietspadinfrastructuur, Bodemsanering. Bijdrage: vrijstelling van 1,2% vermogensrendementsheffing over het gespaarde of belegde bedrag en een extra belastingkorting van 1,3% van de waarde van het groen belegde bedrag. Beide tot een maximum van €53.421. Dit is een compensatie van het lagere rendement van een groenfonds. Groenfondsen (banken) kunnen hierdoor investeerders in groenprojecten leningen aanbieden tegen een lagere rente dan de marktrente. Data voor indienen: binnen 6 maanden na de start van de werkzaamheden. Doel: concurrentievermogen van de Europese industrie vergroten en Europa in staat stellen de toekomstige ontwikkelingen in de ICT en energie op zodanige wijze te beheersen en te sturen dat aan de maatschappelijke en economische behoeften wordt voldaan. Thema's: o.a. ICT for Mobility, Environmental Sustainability and Energy Efficiency, Renewables for heating and cooling, Energy Efficiency and savings. Bijdrage: R&D 50% (non-profit publieke organisaties, onderwijs, kennisinstellingen en MKB'ers 25% extra), demonstratie 50%, coördinatie, management, audits (100%). Data voor indienen: relevant zijn de oproepen “Energy efficiënt building”, “ICT for Mobility, Environmental Sustainability and Energy Efficiency” (13-04-2010), “Demonstration of a new generation of boilers and stoves” (04-03-2010).
Pagina 28
Economische structuurversterking Pieken in de Delta Zuidvleugel Randstad
Operationeel Programma West-Nederland 2007-2013 "Kansen voor West" (EFRO)
Interreg IV (EFRO)
Projectstimuleringsregeling Europese Territoriale Samenwerking, Interreg IV (PSR) Co-financieringsregeling Europese Territoriale Samenwerking, Interreg IV (CETSI)
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: het stimuleren van economische kansen door een gebiedsgerichte economische aanpak. Thema’s: het Haven en Industrie Complex; de Glastuinbouwtoeleveranciers; Internationaal recht, vrede en veiligheid; Life & health sciences. Bijdrage: gebiedsgericht project: 50%. Gebiedsgericht innovatieproject: 25% (+5% voor MKB) voor industrieel onderzoek, 12,5% (+5% voor MKB) voor experimentele ontwikkeling, 50% van de subsidiabele kosten voor zover deze geen betrekking hebben op fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling. Max. € 10 miljoen. Data voor indienen: In 2010 zijn er 2 indieningsrondes. Doel: West-Nederland weer terug te brengen in de top-5 van grootstedelijke Europese regio's door o.a. versterken kansrijke clusters door kennisontwikkeling, -overdracht en toepassing, stimuleren van ondernemerschap en innovatie in kleine bedrijven en verbetering van het vestigings- en leefklimaat. Thema's: 1) kennis, innovatie & ondernemerschap; 2) attractieve regio's; 3) attractieve steden. Bijdrage: minimaal € 200.000 voor 1 en 2, en € 100.000 voor 3. Het EFRO-subsidiepercentage is maximaal 40%. Daarnaast tot maximaal 25% rijkscofinanciering voor prioriteit 1 en 2. Data voor indienen: uiterlijk 31-12-2013. Doel: samenwerking tussen Europese regio's bevorderen. Thema's: A) grensoverschrijdende samenwerking, waaronder Duitsland-Nederland, Maas-Rijn, Nederland-Vlaanderen en Maritiem programma. B) transnationale samenwerking, waaronder Noordzee en Noordwest Europa. C) interregionale samenwerking door de EU als geheel. Bijdrage: maximaal 50% subsidie voor onderdeel A en B, maximaal 75% en € 5 miljoen voor onderdeel C. Data voor indienen: 2010 nog onbekend. Doel: ondersteunen ontwikkeling en schrijven van een plan voor een Interreg IVB of IVC-project. Bijdrage: 100% en maximaal € 25.000. Data voor indienen: doorlopend. Doel: ondersteuning Nederlandse partners in Interreg IV B en C projecten die in hun geheel of deels bijdragen aan het nationaal ruimtelijk beleid, zoals verwoord in de Nota Ruimte. Bijdrage: maximaal 50% van de kosten van de Nederlandse partner die niet vergoed zijn door Interreg tot maximaal €500.000. Data voor indienen: doorlopend
Pagina 29
Subsidieregeling economische zaken ZuidHolland
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: ontwikkeling en planvorming van bedrijventerreinen in Zuid-Holland, (ondersteuning) ontwikkeling kenniseconomie. Bijdrage: ontwikkeling bedrijventerreinen 50% min. €100.000 tot een max. van €1,3 miljoen. Bij planvorming 50% tot max. €50.000. Bij een quickscan 100% mits de totale kosten niet meer dan €10.000 bedragen. Ontwikkeling kenniseconomie max. €500.000, maar beperkt tot €50.000 indien de activiteiten zich beperken tot het opstellen van (strategische) plannen. Ondersteuning ontwikkeling kenniseconomie max. €500.000 voor activiteiten ter vermarkting van kennis. Overig max. €125.000. Data voor indienen: jaarlijks uiterlijk 30 september en 28 februari.
Pagina 30
Kennisoverdracht RAAK MKB
RAAK Publiek
RAAK Internationaal
Kennisexploitatie (SKE)
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: opzetten van vraaggestuurde kennisnetwerken in de regio en daarbinnen het op gang krijgen van concrete samenwerkingsprojecten tussen mkb-bedrijven en kennisinstellingen. Subsidie voor een regionaal innovatieprogramma dat bestaat uit een veelal meerjarige ambitie, beleid en organisatie met afzonderlijke kenniscirculatieprojecten. Thema’s: ontwerpmethoden en –technieken en ontwikkeling van technologie met kennisuitwisseling als doel. Bijdrage: maximaal €300.000. Data voor indienen: Doel: opzetten van vraaggestuurde kennisnetwerken in de regio en daarbinnen het op gang krijgen van concrete samenwerkingsprojecten tussen professionals van publieke instellingen en kennisinstellingen. Subsidie voor een regionaal innovatieprogramma dat bestaat uit een veelal meerjarige ambitie, beleid en organisatie met afzonderlijke kenniscirculatieprojecten. Thema’s: vernieuwing van processen en/of producten in de beroepspraktijk. Bijdrage: maximaal €250.000. Data voor indienen: nog niet bekend Doel: creëren van ruimte voor praktische innovaties door samenwerking en kennisuitwisseling tussen professionals uit de publieke sector of mkb’ers, kennisinstellingen in de regio en partners in het buitenland. Thema’s: vernieuwing van processen en/of producten in de beroepspraktijk. Bijdrage: maximaal €300.000. Data voor indienen: nog niet bekend Doel: tot stand brengen van structurele voorzieningen binnen en rondom kennisinstellingen voor het valoriseren van technologische kennis ten behoeve van bestaande en nieuwe MKB-technostarters. Bijdrage: 50%, maximaal € 2,5 miljoen. De subsidie voor het indienen van octrooiaanvragen loopt uiteen van 30% van de kosten tot een maximumbedrag van € 7.500 tot 70% van de kosten tot een maximumbedrag van € 17.500. Het maximale subsidiebedrag voor het verstrekken van financiële faciliteiten aan technostarters bedraagt € 50.000 maal het aantal technostarters waaraan financiële faciliteiten worden verstrekt. Data voor indienen: doorlopend
Pagina 31
Intelligent Energy for Europe (IEE)
Life +
ASN Foundation
Doel: het Europees energiebeleid (vergroting energieefficiëntie en stimuleren duurzame energie) te ondersteunen via niet-technologische projecten. Thema's: capacity building, kennisverspreiding, ervaringsuitwisseling, beleidsinput, bewustwording, opleiding en NIET hardware investeringen, demonstraties, technische R&D projecten. Onderdelen zijn energy-efficiency (SAVE), alternatieve energie (ALTENER), transport en mobiliteit (STEER), geïntegreerde initiatieven. Bijdrage: tot 75% (€0,5-2,5 miljoen). Data voor indienen: verwachting is uiterlijk medio 2010. Doel: als aanvulling op KP7 cofinanciert de EU ontwikkeling, implementatie, monitoring, evaluatie van en communicatie over het Europese milieu- en natuurbeleid. Thema’s: natuur en biodiversiteit, milieubeleid en bestuur (ontwikkeling en demonstratie van innovatieve beleidsbenaderingen, technologieën, methoden en instrumenten op het gebied van klimaatverandering, milieu en gezondheid, gebruik van natuurlijke hulpbronnen en afval), informatie en communicatie. Bijdrage: 50%. Data voor indienen: nog onbekend voor 2010. Doel: geld beschikbaar stellen aan organisaties en projecten om duurzame initiatieven mogelijk te maken. Thema’s: multiculturele samenleving/integratie; duurzame economische ontwikkeling; conservatie ecosystemen en biodiversiteit; ontwikkelingssamenwerking; mensenrechten; vrede en ontwapening; stimulering culturele ontwikkeling; gezondheidszorg. Bijdrage: wordt per geval bepaald (gemiddeld €3.500). Data voor indienen: doorlopend.
Innovatie door bedrijven Innovatie Prestatiecontracten Doel: stimuleren van samenwerking op het gebied van (IPC) innovatie. Thema's: 1) pre-IPC: onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden en opstellen van innovatieplannen; 2) IPC: uitvoeren van de plannen net gebruik van externe kennis en samenwerking. Bijdrage: pre-IPC 50% (max. €175.000), IPC 50% (max. €50.000 per mkb-bedrijf) en 100% voor overkoepelende organisatie (max. €6.500). Data voor indienen: voor 2009 is het budget uitgeput. Verwacht wordt dat er vanaf 11 januari 2010 weer kan worden ingediend.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 32
Small Business Innovation Doel: een impuls te geven aan het innovatieve vermogen van Research Programma (SBIR) bedrijven en tegelijkertijd meer gebruik te maken van onderzoek en ontwikkeling door bedrijven bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Thema’s: SBIR-projecten worden aanbesteed via tenders, waarbij onderscheid wordt gemaakt in drie fasen: haalbaarheid; onderzoek en ontwikkeling; het marktrijp maken van een product, proces of dienst. Bijdrage: De omvang van de opdracht in fase 1 varieert van circa €20.000 tot maximaal €50.000, en in fase 2 van circa €200.000 tot maximaal €450.000. Data voor indienen: nog niet bekend
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 33
Vervoer Subsidieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit: hybride en elektrisch rijden (PROEFDMHE)
Europese Zevende kaderprogramma Thematische gebied: Transport
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: met grootschalige praktijkproeven ervaring opdoen met elektrisch rijden om de marktintroductie van de elektrische auto in Nederland te versnellen. Thema’s: personenauto’s, bestelauto’s, vrachtauto’s en bromfietsen. Bijdrage: 1) haalbaarheidsproject maximaal 50% (grote ondernemingen), 60% (middelgrote ondernemingen) of 70% (kleine ondernemingen, max. € 500.000); toepassingsproject maximaal 60% (grote ondernemingen), 70% (middelgrote ondernemingen) of 80% (kleine ondernemingen, max. €2 miljoen); combinatieprojecten max. €2,5 miljoen. Data voor indienen: uiterlijk 23 december 2010. Doel: ontwikkelen van veiligere, groenere en slimmere transportsystemen die burgers ten goede komen, het milieu respecteren en het concurrentievermogen van de Europese industrie vergroten. Thema's: Aeronautics and air transport, Road, Rail, Waterborne transport en Multimodal. Bijdrage: R&D 50% (non-profit publieke organisaties, onderwijs, kennisinstellingen en MKB'ers 25% extra), demonstratie 50%, coördinatie, management, audits (100%). Data voor indienen: geen oproepen open.
Pagina 34
Onderwijsvernieuwing Beroepsonderwijs in Bedrijf
Innovatiearrangement
Onderwijs Netwerk Ondernemen
Programma Internationalisering Beroepsonderwijs
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: stimuleren van mkb-bedrijven om samen met onderwijsinstellingen het praktijkleren te vernieuwen. Het praktijkleren heeft betrekking op zowel stages en beroepspraktijkvormingsplaatsen als op praktijksimulaties en andere vormen van praktijkleren. Er zijn 3 fases: 1) startfase; kennismaken, opbouwen samenwerkingsverband; 2) ontwikkel- en uitvoerfase: samen versterken en vernieuwen van het praktijkleren; 3) verduurzamingsfase: continueren van de resultaten (inhoudelijk en financieel). Bijdrage: 50% (max. €500.000 voor alle fasen samen). Data voor indienen: voor 2009 is het budget uitgeput. Vanaf 01-01-2010 is opnieuw budget beschikbaar. Doel: ondersteunen en stimuleren van een regionaal of sectoraal project waarmee het innovatief vermogen van het beroepsonderwijs wordt verbeterd. Thema’s: 1) bevorderen competentiegericht beroepsonderwijs; 2) verbeteren programmatische aansluiting en doorstroom; 3) optimaliseren vernieuwing beroepsonderwijs of vernieuwing bedrijfsleven door samenwerking; 4) bevorderen van ondernemerschap. Bijdrage: 40% (max. €1.000.000). Data voor indienen: 01-04-2010 en 01-11-2010. Doel: versterken van de samenwerking van onderwijsinstellingen en ondernemingen op het gebied van ondernemerschap in het onderwijs, zodat het ondernemerschaponderwijs verankerd wordt, aantrekkelijker wordt en de ogen van leerlingen en studenten opent voor het ondernemerschap. Thema’s: 1) ondersteunen van de deelnemende onderwijsinstelling bij het effectief vormgeven en verankeren van het leren ondernemen in de eigen instellingen; 2) structureel ondersteunen van kennisopbouw en - uitwisseling over het leren ondernemen in het onderwijsnetwerk ondernemen; 3) stimuleren dat andere onderwijsinstellingen en partijen in de regio actief worden in het leren ondernemen. Bijdrage: max. 75% (max. €150.000). Data voor indienen: datum in 2010 is nog niet gepubliceerd. Doel: studenten en docenten meer internationale bagage meegeven door ondersteuning van concrete internationaliseringsprojecten door middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Thema's: stages, vinden van partners, creëren van samenwerkingsrelaties, benutten van elkaars faciliteiten en aanpassen van opleidingen/modules. Bijdrage: 50% tot maximaal €75.000. Data voor indienen: nog niet bekend
Pagina 35
Tijdelijke stimuleringsregeling Doel: stimuleren dat een beperkt aantal hogescholen zich Leven Lang Leren in het hbo doorontwikkelen tot instituten waar organisatiebreed diensten 2009 worden verleend op het gebied van een leven lang leren, door middel van activiteiten gericht op opleiding, diplomering en EVC. Er dient sprake te zijn van een aantoonbare vergroting van het aantal deelnemers uit de doelgroep volwassen beroepsbevolking van 23 jaar en ouder. Bijdrage: 75% (max. €2.000.000). Data voor indienen: nog niet bekend Provincie Zuid-Holland: Doel: oplossen van concrete arbeidsmarktknelpunten in de Subsidieregeling provincie Zuid-Holland. arbeidsmarkt en onderwijs Thema’s: 1) doorstroming naar een hoger onderwijsniveau; 2) Zuid-Holland dualisering (samenbrengen van onderwijs en bedrijfsleven); 3) delen van kennis (tussen onderwijs en bedrijfsleven en bedrijfsleven onderling). Bijdrage: 50% (1-jarig project: min. €50.000 en max. €100.000, meerjarige projecten min. €100.000 en max. €300.000). Data voor indienen: 30 september en 28 februari.
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Pagina 36
Aantrekken van doelgroepen Experimenteerregeling UWV
Stichting Start Foundation
Businessplan Duurzaamheidsfabriek
Doel: stimuleren van betere regionale samenwerking ter vergroting van de arbeidsparticipatie van jongeren met beperkingen door experimenten. Thema’s 1) verbeterde regionale samenwerking tussen UWV, werkgevers en instanties die werkzaam zijn op het terrein van arbeidstoeleiding, zorg of onderwijs; 2) concrete activiteiten die bijdragen aan een verbeterde toeleiding naar arbeid van jongeren; 3) ontwikkeling van nieuwe methodiek of vernieuwing van bestaande methodiek; 4) verbreden van kennis en deskundigheid op werkgebieden van jongeren. Bijdrage: max. €150.000. Data voor indienen: nog niet bekend Doel: ondersteunen en stimuleren van vernieuwende projecten voor mensen die een zeer kwetsbare positie hebben op de arbeidsmarkt (o.a. gehandicapten). Thema’s: 1) experimentfinanciering voor vernieuwende praktijkexperimenten (max. 3 jaar); 2) waarderingsbijdragen voor activiteiten met een "sympathieke" uitstraling die geassocieerd kunnen worden met het werk en de belangstelling van de foundation (max. 1 jaar); 3) kredieten voor het creëren van arbeidsplaatsen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (variabele looptijd). Bijdrage: experimentfinanciering min. €15.000 tot max. €175.000 (max. 90%). Waarderingsbijdragen max. €15.000. Kredieten max. €500.000. Data voor indienen: doorlopend.
Pagina 37