BIJLAGE BIJ DE STANDAARD HET NIEUWSBLAD 10 mei 2014
SUSTAINABILITY 2014
Duurzaamheidsbeurs G ent | Sint - Piet ersplein | vrij 16 - z a 17 - z o 1 8 m ei 2 0 1 4
Energie Landbouw & Voeding Natuur & Milieu Bouw Mobiliteit COMMERCIËLE BIJLAGE, VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE
2
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
Prof. Dr. Michael Braungart
De godfather van recyclage en groene productietechnieken
Duits chemicus. Hij geldt als referentie op het gebied van recyclage en groene productietechnieken. Braungart behaalde een doctoraat in de analytische scheikunde aan de universiteit van Hannover. Hij werd op jonge leeftijd activist bij Greenpeace.
Op het einde van de jaren ’70 was hij stichtend lid van de Duitse Groenen. In 1985 richtte hij de chemische afdeling van Greenpeace International op en werd er de eerste directeur van. In 1987 richtte hij in Hamburg, met de hulp van Greenpeace, het Environmental Protection and Encouragement Agency (EPEA) op, een onderzoeks- en consultancybureau dat wereldwijd bedrijven begeleidt bij de ontwikkeling van duurzame productieprocessen. Sinds 1990 is Michael Braungart hoogleraar aan verschillende universiteiten in de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland. In 1995 richtte hij samen met de Amerikaanse architect William McDonough in Charlottesville het bedrijf McDonough Braungart Design Chemistry (MBCD) op, dat duurzame producten en productieprocessen ontwikkelt. Zowel bij EPEA als bij MBCD onderzocht Braungart de levenscyclus van producten.
Prof. Dr. Marc De Clercq Economie vergroenen
Vakgroepvoorzitter van het departement Algemene Economie van UGent en tevens decaan zich op milieuvan de faculteit. Zijn onderzoek richt nt. economie en milieu-manageme lijke comités Hij is lid van diverse wetenschappe M = Centre én baanbreker als stichter van CEE ronmental Envi and s omic Econ l for Environmenta wde rbou Management. CEEM wil met onde inzicht in het tot agen bijdr yses economische anal gepast het dat oft milieuvraagstukken. CEEM gelo van en nten ume instr che omis inzetten van econ de economie kan marktkrachten het vergroenen van bijdrage levert in de versnellen en een noodzakelijke tschappij met een transitie naar een duurzame maa ct. impa che beperkte ecologis Namiddagprogramma
Gie Goris
Baas van het debat Gie Goris begon ooit als educatief medewerker van Broederlijk Delen. In die hoedanigheid maakte hij verschillende reizen in CentraalAmerika en Azië. Vanaf 1990 was Gie Goris hoofdredacteur van Wereldwijd Magazine. Dit ging in 2003 over in hoofdredacteurschap van MO* (mondiaal magazine). Door zijn brede kennis en interesse wordt hij bijzonder veel gevraagd als leider van een debat. Hij is actief als schrijvend journalist, zowel reportages, dossiers, grote interviews... Voornaamste thema’s: cultuur, religie en geweld; globalisering en identiteit. Naast zijn journalistieke werk is Gie momenteel ook voorzitter van vzw Open Doek (filmfestival Turnhout) en lid van de Raad van Bestuur van Africalia. Avonddebat – moderator
SPREKERS Lieze Cloots
Beter Leefmilieu Lieze is van opleiding juriste en werkt als Algemeen Beleidscoördinator bij Bond Beter Leefmilieu, de federatie van 150 natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen. Ze was eerder actief binnen de Vlaamse milieuadministratie en op het federaal kabinet Leefmilieu onder Minister Bruno Tobback. Bond Beter Leefmilieu wil zich verder inzetten voor een koolstofvrije samenleving met 100% hernieuwbare energie tegen 2050, een duurzaam grondstoffenbeheer en het stopzetten van de ruimtelijke versnippering in Vlaanderen. Lieze is eveneens voorzitster van de Milieu- en Natuurraad Vlaanderen. Avonddebat
Michael Braungart is samen met William McDonough auteur van CRADLE to CRADLE: Remaking the Way We Make Things (2002). Hij gaat ervan uit dat afval als voedsel moet worden gezien; gemaakt uit grondstof, gebruikt en verterend tot dezelfde grondstof (compost) voor materialen uit de biosfeer of herwerkt tot evenwaardige technische grondstoffen voor materialen uit de technosfeer. Zo zullen gebruiksvoorwerpen volwaardig gerecycleerd kunnen worden, en niet ge’down’cycled zoals nu nog te veel gebeurt, maar zelfs ge’up’cycled. Braungart is sinds mei 2013 doctor honoris causa aan de Universiteit van Hasselt. U kan kennis maken met hem tijdens het namiddagprogramma en het avonddebat PROGRAMMA: zie p. 8
Prof. Paul Van Cauwenberge
De rector spreekt
Pro-rector en hoogleraar in de neus-keel-oorkunde aan de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent. Hij is tevens voorzitter van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Van 1 oktober 2005 tot 1 oktober 2013 was Van Cauwenberge rector van de Univ ersiteit Gent. Hij werd opgevolgd door Anne De Paepe. Voormiddagprogramma
Martin Townsend Duurzame blik op de bouwsector
Director of Sustainability bij de BRE Global. De BRE (Building Research Establishment, °1920 in het Verenigd Koninkrijk) is de ontwikkelaar van BREEAM, hét wetenschappelijk keurmerk om de duurzaamheidsprestatie van gebouwen te bepalen. Gebouwen worden beoordeeld op negen onderdelen: Management, Gezondheid, Energie, Transport, Water, Materialen, Afval, Landgebruik & Ecologie en Vervuiling. Martin Townsend heeft een heel diverse professionele achtergrond, gaande van het adviseren van UKministers, coördinator bij het Britse Environment Agency, tot adviseur bij diverse grote bouwprojecten. Martin vervoegde de BRE (Global) als Director of BREEAM in 2008 met als taak BREEAM breed te introduceren, niet alleen op de Britse markt maar internationaal. Martin werkt nauw samen met de bouwsector om duurzame thema’s aan te kaarten én te implementeren, zowel sociaal-economisch als op vlak van milieu in het algemeen. Voormiddagprogramma
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
3
Burgemeester Daniël Termont van Gent Mobiliteit en groen, twee begrippen die menig grote stad zorgen baren. We praten erover met Daniël Termont. Burgemeester van Gent, de stad waar Sustainability 2014 volgende week het leven ziet. Hij ziet dat de grote kracht inzake duurzaamheid vooral van de grote steden komt. Dat daar wordt geknokt voor een duurzame toekomst.
‘De grote steden knokken voor een duurzame toekomst’
‘De grote steden blijven groeien. Dat staat vast. Ongeveer de helft van de Belgen woont in de stad, en dat aantal groeit aan, door migratie en op natuurlijke wijze. De steden moeten dat allemaal blijven opvangen, en dat is niet evident. We moeten omzichtig omgaan met de woonopppervlakte. Meer mensen huisvesten in kleinere ruimtes maar met méér comfort. Gent heeft zich voorgenomen om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Dat impliceert dat we af en toe een tandje bijsteken.’ ‘Het zijn moeilijke maar ook boeiende denkoefeningen: ruimte creëren en de auto uit de stad houden. Ik constateer dat wereldwijd alle pogingen van kleine en grote landen mislukken, maar dat de steden wél effectieve maatregelen nemen. Gent heeft een klimaatverbond afgesloten met alle medespelers. Met werkgevers, met milieuverenigingen,
we genieten er Europese erkenning voor. In juni moet ik als burgemeester een uiteenzetting geven in het Poolse Warschau, omdat daar Gent als voorbeeldstad wordt erkend voor een internationaal publiek.’
Inventief blijven ‘We moéten met zijn allen inventief blijven. Gent is de Veggiestad van Europa, we hebben een reglement dat de aanleg van groendaken wil steunen, we doen financiële inspanningen om isolatie van woningen te stimuleren,
dit stadsbestuur toetst al zijn beslissingen aan duurzaamheid.’ ‘Ik ben blij dat we eind dit jaar een experiment zullen doen met CityDepot, en twee distributiecentra buiten de stadskern creëren, waar de aanvoer van koopwaar wordt gecentraliseerd, van waaruit dan met bijvoorbeeld elektrische wagentjes, producten naar de winkels worden gebracht. Dat zijn weer een aantal tientonners minder die door de binnenstad moeten rijden. Mensen beseffen niet dat de problemen met fijnstof en CO2 niet alleen van de industrie komen, maar ook en vooral het gevolg zijn van de vele auto’s en bussen in de stad. De stad zal zijn wagenpark hybride maken. Wij moeten het voorbeeld geven, dan volgt de bevolking wel.’
Leve de studenten ‘Het is natuurlijk een zegen voor Gent, dat wij een studentenstad zijn. Dat zijn 70.000 jonge geesten die, méér dan mijn generatie destijds, begaan zijn met de toekomst van henzelf en hun kinderen. Zij bezorgen ons een positieve boost, ze houden de stad levendig, dwingen ons tot creativiteit. Als ik zie hoeveel succes Max Mobiel kent,
Ik lag lang geleden mee aan de basis van de geboorte van Max Mobiel als centrum van fietsenverhuur. In de toekomst zal je in Gent ook op diverse plekken fietsen kunnen huren en op een andere plek weer stallen. De studenten zijn dé fietsers van de stad, en in tegenstelling tot Antwerpen is het hier de auto die zich moet aanpassen aan de fietsers en niet omgekeerd.’ ‘Koning auto moet aan de rand van de stad blijven. De auto die hier niet moét zijn, moeten we aan de rand kunnen houden, en van daaruit fietsroutes en degelijk openbaar vervoer organiseren. Ik was in Kopenhagen, en daar hebben ze drastische keuzes gemaakt met mooie gevolgen. Geen auto’s op die brede lanen in de stad. Wel fietsen en speelpleintjes en parkjes. Toen Gent een jaar of tien geleden zijn stadscentrum autovrij maakte, zorgde dat ook voor groot protest. Maar kan er zich nu nog iemand voorstellen dat er wagens over de Korenmarkt rijden, of op het Sint-Baafsplein?’
Ieder zijn park ‘Het is een belangrijke opdracht om een groeiende stad ook groen te houden. Uiteraard aan de rand van de stad, maar ook in de binnenstad. Soms moeten er harde maatregelen worden genomen. In de wijk Brugse Poort legden we een oude wijk plat om er een groene oase van te maken. Een stad heeft zuurstof
nodig. We gaan compacter wonen, dus niet iedereen kan zijn eigen tuintje hebben. Maar elke inwoner moet binnen een straal van een paar honderd meter een park ter beschikking hebben.’ ‘Ik ben blij dat de eerste Duurzaamheidsbeurs plaatsvindt in onze stad. Regelmatig moet ik in discussie treden met mensen die onze maatregelen in twijfel trekken. Ik hamer er dan op dat wij de meest kindvriendelijke stad van Europa willen worden. Een stad waar het goed om leven is voor de kinderen, is een stad waar iédere inwoner meegeniet van rust, veiligheid en een aangenaam gevoel. Onze kijk op de samenleving verschilt misschien van anderen. Wij zijn Antwerpen niet, we zijn Gent, en iedereen moet zich hier goed voelen.’
Eigenzinnige Lijn ‘Het frustreert me enorm dat wij als stad helemaal geen vat hebben op De Lijn. Mobiliteit is superbelangrijk, maar De Lijn neemt beslissingen die daar recht tegenin gaan. Deze zomer zullen ze weer negen grote trams uit Gent weghalen om naar de kust te sturen. Hier loopt ook volk rond hé, ‘s zomers! Wij willen als stad mee beslissen over wat er met de trams en bussen in Gent gebeurt. De grote steden zijn de bakermat van creativiteit, van groei en bloei, maar ze hebben nauwelijks inspraak als het gaat over De Lijn, de VDAB, de sociale huisvesting,
de mensen komen bij hun stadsbestuur klagen, met reden, en wij hebben over nog veel te veel materies veel te weinig te zeggen. Van de Belgische overheidsuitgaven gaat er amper twaalf procent naar de steden. Het gemiddelde in Europa is 18 procent! In Scandinavië soms meer dan 50 procent. Dààr hebben ze het gesnapt. Met de verenigde centrumsteden kloppen wij regelmatig op de tafel.’ ‘Steden kunnen veel van elkaar leren. Ook over de grenzen heen. Ik ben voorzitter van het executieve committee van Euro Cities, en dat levert boeiende duurzame contacten op.’
Duurzaamheid mag iets kosten ‘Duurzaamheid màg iets kosten. Jammerlijk genoeg is het soms een dure aangelegenheid. Meer windmolens, meer premies voor isolatie,
dat kost allemaal. Dan moeten we maar besparen op andere niveaus, want als we gaan besparen op duurzaamheid, wordt het een ramp voor de generaties, en dat wil niemand toch op zijn geweten hebben?’.
4
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
Expo ”Sustainability 2014” op 16,17 & 18 mei 2014, Sint-Pietersplein te Gent Sustainability 2014 – eerste nationale expo, uitsluitend rond duurzaamheid.
De sectoren bouw, mobiliteit, landbouw, voeding, energie en milieu komen er samen en U kan er actief kennis mee maken. De beurs is op vrijdag 16 mei 2014 voorbehouden voor professionals en openbare besturen. Op zaterdag 17 en zondag 18 mei ontvangen de standhouders graag het grote publiek. Kom het allemaal beleven telkens vanaf 10u tot 19u. Toegang slechts 10 euro. Voorinschrijvingen mogelijk via www.sustainability2014.be of ter plaatse te betalen. Kinderen tot 12 jaar gratis inkom, we voorzien kinderopvang. Professionele dag – vrijdag 16 mei : Bezoek de beurs en neem deel aan de studiedag
Op 16 mei in het UFO-gebouw in de Sint-Pietersnieuwstraat gaan in de voor- en namiddag lezingen door voor professionelen en openbare besturen. U ontmoet er o.m. Prof.Dr. Michaël Braungart (mede-auteur Cradle-to-Cradle) en Martin Townsend (director of sustainability BRE-BREEAM Global). Professionele inschrijvingen via http://www.sustainability2014.be/nl/tickets Groot publiek avonddebat op vrijdagavond 16 mei
Op 16 mei ’s avonds om 20u00 in het UFO-gebouw in de Sint-Pietersnieuwstraat verwachten we u voor een uniek debat rond duurzaamheid in de brede zin van het woord. Moderator Gie Goris (MO*Magazine) ontvangt Michaël Braungart (mede-auteur Cradle-to-Cradle), Peter Tom Jones (KU Leuven), Jo Vandebergh (Ertzberg) en Lieze Cloots (BBL). Inkom: 5 euro, ter plaatse te betalen. Originele expo op het Sint-Pietersplein – zaterdag 17 & zondag 18 mei
Op het Gentse Sint-Pietersplein bezoekt u de grote expo met standhouders uit de diverse sectoren mobiliteit, bouw, landbouw, voeding, energie en milieu. Maak er kennis met de meest vooruitstrevende duurzame producten en diensten. Laat u verrassen! Test zelf! Volledig programma, alle info en inschrijven: www.sustainability2014.be Contact:
Sustainable Community vzw | Heerweg Zuid 41, 9052 Gent | mail:
[email protected] gsm: 0474-372661 | facebook: www.facebook.com/Sustainability2014 | twitter: #sustainability2014
LABELS… een nog steeds onbekende wereld? Langzaam maar zeker duiken ze méér en méér op : Labels op allerlei verpakkingen, folders, op televisie… maar weet U eigenlijk wat ze écht betekenen ? Meten is weten, maar kunnen we duurzaamheid wel meten of meten we meestal andere dingen ? Is er regionale of Europese overeenstemming qua meetmethodes ? KOM NAAR SUSTAINABILITY 2014 en we proberen samen een antwoord te vinden op deze vragen !
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
5
Marc Schepers, oprichter van CityDepot ‘Er komt te weinig stimulans om de auto thuis te laten’ CityDepot, de organisatie die ijvert voor duurzame stedelijke distributie, werd opgericht door Marc Schepers. In Hasselt werkt het systeem al. In andere steden worden voorbereidingen getroffen om op hun beurt een ecologisch en economisch verantwoorde distributie van goederen richting handelaars te realiseren.
Jullie praten dezer dagen ook met de stad Gent… Marc Schepers: ‘Dat klopt. We hopen Gent aan boord te halen. Maar eerst willen we natuurlijk een draagvlak creëren voor ons initiatief. De stad zelf, en vooral de handelaars, moeten aanvoelen dat ze dankzij een gecentraliseerd distributiecentrum waar de goederen arriveren, en van waaruit ze bijvoorbeeld met elektrische wagentjes naar de binnenstad worden gebracht, een stad zullen krijgen met minder goederenverkeer, een groenere stad, en dat het de handelaars alleen maar voordeel biedt. Zelfs financieel. Einde 2014 wellicht, zal CityDepot in Gent concreet van start gaan. We praten ook met Roeselare, Oostende, Brussel en Brugge.’’
Welk niveau toont interesse? Het stedelijke? Het regionale? Het federale? ‘Op niveau van de steden groeit de vraag om informatie. Zowel van de besturen als van de handelaars. Unizo is één van onze partners bijvoorbeeld. Op Vlaams niveau vind ik de aandacht nog veel te fragmentarisch.’
Nederland lijkt me dan vooruitstrevender te zijn… ‘Dat is relatief. Nederland kan inspiratie bieden, ze hebben er soms schitterende ideeën. Maar wat betreft duurzame distributie zie ik daar eerder voorbeelden van ‘hoe het niet moet’. Er heerst over de grens niet zoveel draagvlak voor onze manier van denken. Wij willen graag het voorbeeld worden. Kopenhagen kwam naar Hasselt kijken en was danig onder de indruk.’
Jullie ijveren naar minder en duurzamer binnenstedelijk verkeer. Maar wat denkt u van het tussenstedelijke niveau? Houdt het ooit op, die files? Staan we op een dag allemaal stil? ‘Moeilijke vraag. Ik werkte in 1996 mee aan een computermodel over toekomst van de mobiliteit in ons land. Wij voorspelden toen binnen de tien à vijftien jaar een kentering in de aangroeiende files. We gingen ervan uit dat de burger die files grondig beu zou worden, dat hij naar alternatieven zou zoeken, bewuster zou gaan rijden. We dachten dat het openbaar vervoer zou evolueren en mee zou helpen de files op te lossen. We zijn nu bijna twintig jaar verder, en de kentering is er hoegenaamd niet gekomen.’ ‘Het beleid evolueert mijns inziens veel te traag. Er komt heel weinig stimulans om de auto thuis te laten. Autorijden wordt niet duurder, openbaar vervoer wordt niet goedkoper. In feite zou de chauffeur de file alsmaar duurder en vervelender moeten vinden, maar dat blijkt niet te gebeuren.’ ‘De technische evoluties gaan snel. Wie weet rijden we in de toekomst van Hasselt naar Gent zonder dat we ons stuur moeten aanraken. En lezen we de krant of werken we op de laptop tijdens de rit. Maar voorlopig lijkt de aangroei van het autoverkeer alleen maar te stoppen op de dag dat we met zijn allen samen stilstaan.’
Moet het openbaar vervoer niet veel attractiever worden? En goedkoper? Of gratis zoals in Hasselt destijds? ‘Het probleem met ‘gratis’ is dat de rekening altijd ergens moet worden betaald. En wat gebeurt er dan? De stad of de overheid die het gratis openbaar vervoer aanbiedt, zoekt dan een andere manier om die centen te verdienen, en dat komt de burger niet altijd ten goede natuurlijk. Wil men de Belg massaal naar het openbaar vervoer doen overstappen, dan is er een combinatie nodig van drempelverlagende maatregelen. Trein, tram en bus moeten goedkoper worden en niet duurder, er moet comfort worden geboden, zoals gratis wifi op de trein en
genoeg zitplaatsen, zeker tijdens de spitsuren, de stiptheid moet optimaal zijn, het moet een uitnodigend geheel zijn, een waardig alternatief om de auto thuis te laten.’
Behoren goederen- en/ of personenvervoer via het water tot de toekomstbeelden? ‘Het is niet evident. Voor bedrijven die aan een kanaal of een rivier gevestigd zijn, is het een bruikbare methode. De overslag van land naar water is geen goedkope aangelegenheid. Wat de steden betreft zie ik Gent wél mogelijkheden, omdat de waterwegen er door het centrum lopen. Daar kan je goederen opslaan aan de rand van de stad en via Leie en Schelde de binnenstad bereiken. In Brugge bijvoorbeeld, wordt het water heel intensief gebruikt voor het toerisme, daar kan je moeilijk met goederentransport doorheen laveren.’
CityDepot groeit stilaan uit de kinderschoenen. Hoe ziet jullie project er over tien jaar uit? ‘Dan moet er veel gebeurd zijn. We bereiden nu een paar steden voor, maar ik ben er zeker van dat het project aanstekelijk zal werken. Meer en meer steden zullen het systeem willen gebruiken. De bestuurders en de handelaars zullen van elkaar horen hoe nuttig en voordelig CityDepot kan werken. Over tien jaar hoop ik dat we ook in het buitenland actief zijn. Maar de wereld evolueert zo snel! Misschien concentreren we ons in 2020 nog alleen op deelaspecten. Maar voorlopig blijft ons doel: community creëren. De retail, de transportsector en de lokale besturen die samen vinden dat het goed is. En dat zal ook de consument blij maken, in zijn stad met pakken minder goederenvervoer.’
Wat is CityDepot ? CityDepot is een distributiecentrum aan de rand van de stad Hasselt. Transporteurs leveren er goederen voor (momenteel) 65 winkeliers in het stadscentrum. Vanuit het distributiecentrum worden de goederen met een goederenfiets, elektrische bestelwagen of vrachtwagen gebundeld naar de Hasseltse handelaars gebracht, wat vlotter verkeer, minder uitstoot en meer verkeersveiligheid betekent. “CityDepot is briljant in al zijn eenvoud”, stelde minister Van den Bossche, die het project de ‘Thuis in de Stad-prijs’ overhandigde. “Na amper een jaar zijn de resultaten al zo indrukwekkend dat ook Gent, Brussel, Roeselare, Kortrijk en Brugge proefprojecten willen lanceren.”
Max Mobiel, koning van de fietsenverhuur Max Mobiel is in studentenstad Gent een begrip geworden. Mensen komen er hun fiets stallen, een beroep doen op de pendeldienst en vooral een fiets huren. Een gewone fiets, een elektrisch vehikel, een bakfiets om kinderen te vervoeren,… het gamma is uitgebreid en betaalbaar. Pieter Vercruyssen hamert erop dat huren eenvoudig is, en economisch verantwoord. ‘Mensen kopen een bakfiets en na twee jaar is hun kind daar al lang uitgegroeid. En dan? Huur er liever eentje, dat is véél goedkoper. Hetzelfde met elektrische fietsen. Een degelijk exemplaar kost algauw meer dan 1600 euro. Hier huur je een topmodel voor 400 euro per jaar, pechverhelping inbegrepen.’ Meer info: www.max-mobiel.be | Voskenslaan Gent
6
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
BSBC wil met juiste meetmethode tot een gebouwenscore komen
Eindelijk een adviesraad voor duurzaam bouwen In juni 2014, kort na Sustainability2014, wordt de BSBC vzw opgericht: de langverwachte nationale adviesraad voor duurzaam bouwen in België. Aan de oprichting ervan gingen zes moeizame jaren vooraf van hard werken, omzichtig onderhandelen, het uitwerken van een wetenschappelijk meetsysteem betreffende duurzaamheid in de bouwsector, het samenbrengen van alle actoren in de bouwwereld en het internationaal aftoetsen van die meetmethode.
De noden van de bouwwereld in België zijn heel divers: Men wil immers duurzame, performante high-end voorbeeld-gebouwen in Brussel (het hart van Europa) maar evenzeer moet die meetmethode bruikbaar zijn voor een schoolgebouw in een landelijke deelgemeente van Diksmuide of een bed & breakfast in Arlon. Die meetmethode moet bruikbaar zijn voor zowel nieuwbouw als renovatie van om het even welk soort van gebouw, particulier of overheidsgebouw. Als basis voor de meetmethode werd het BREEAM systeem gekozen, een in oorsprong Engelse methode die internationaal haar sporen al dik verdiend heeft. De Belgian Sustainable Building Council (momenteel vzw-inoprichting) komt er in het kader van de wereldwijde opstart van de Green Building Councils.
Van World Green Building Council tot Belgian Sustainable Building Council De World Green Building Council is een international netwerk van nationale ‘green building councils’ in meer dan 100 landen. Het is ‘s werelds grootste netwerkorganisatie van adviesraden die ernaar streven de klassieke bouwwereld om te turnen naar een duurzame industrie. De adviesraden zijn onafhankelijke ledenorganisaties van individuen werkzaam in de bouwsector, vaak actief ondersteund door lokale overheden. De Amerikaanse moederorganisatie is een vzw, opgericht in 1993 onder de naam ‘United States Green Building Council’ (USGBC). Ze vaardigt strenge richtlijnen uit waaraan een gebouw in zijn hele levenscyclus moet voldoen - van de tekentafel (ontwerp), over het bouwen en de uitbating, tot de afbraak.
In 2004 lanceerde de Europese Commissie het GREEN BUILDING PROGRAMMA (GBP) voor in eerste instantie de eigenaars van niet-residentiële gebouwen. In de pilootfase (2005-2006) werden in 10 landen van de Europese Gemeenschap nationale structuren opgezet om dat Green Building Programma te realiseren. België behoorde niet tot die landen. In maart 2007 hebben de EU-staatshoofden en -regeringsleiders op de Europese Raad afgesproken de uitstoot in de EU in 2020 met 30% te verminderen ten opzichte van 1990, mits de andere ontwikkelde landen soortgelijke inspanningen leverden. De EU-leiders verbonden zich ertoe dat de uitstoot in de EU in die periode in ieder geval 20% lager zou zijn en keurden een pakket klimaat- en energiemaatregelen goed dat de Commissie in januari 2007 heeft gepresenteerd als basis om dit doel te bereiken. In december 2007 startte de tweede fase van dit Europese project, nl. GREEN BUILDING PLUS, ondersteund door het European Commission’s Intelligent Energy Europe Programme. Sedert 2007 stellen een aantal Europese landen nu voorlopig vrijwillige Green Building-normen op voor zowel residentiële als niet-residentiele gebouwen en is er druk overleg over de te hanteren meetmethodes en criteria. Omdat in januari 2009 nog 20 Europese landen in gebreke bleven, startte Europa in diverse lidstaten initiatieven rond Green Building om deze lidstaten op te jutten. Daarom besliste Vlaanderen eind 2008 om een Vlaamse Green Building Council op te starten, met uitbreidingsmogelijkheden tot een Belgische Green Building Council. Deze moest dan beheerder worden van een specifieke en nog te bepalen methodiek om Vlaamse en in uitbreiding Belgische gebouwen duurzaam te beoordelen.
Deze richtlijnen zijn vervat in een systeem dat LEED heet. LEED staat voor Leadership in Energy and Environmental Design. Het is een internationaal erkende (vrijwillige) maatstaf of classificatiesysteem, in 2000 in de Verenigde Staten opgesteld door de US Green Building Council (USGBC) en wordt sindsdien constant bijgeschaafd.
Omdat ‘green’ toen een modewoord was, koos men voor ‘sustainable’, of ‘duurzaam’.
De originele LEED-maatstaf was gebaseerd op vijf pijlers: Duurzame ontwikkeling van de bouwsite, waterbesparing, energie-efficiëntie, materialenselectie en kwaliteit van het binnenklimaat van het gebouw.
BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method.
De ‘nieuwste’ versie van de LEED houdt rekening met een een hele reeks factoren, heeft een uitgebreider puntensysteem, kan inspelen op snel veranderende of nieuwe technologieën, past zich aan regionale verschillen aan en is bruikbaar voor verschillende categorieën van residentiële en niet-residentiële gebouwen.
Ook in België startte men dus de zoektocht naar een aangepaste meetmethode waarbij sommigen refereren aan het Amerikaanse LEED-systeem, anderen aan het in Europa meer bekende BREEAM-systeem, enz.
Het bevat een standaard voor een duurzaam gebouw en het geeft aan welk prestatieniveau een gebouw heeft. BREEAM wordt gebruikt om gebouwen te analyseren en te verbeteren en kan zowel voor het ontwerpen van nieuwe gebouwen als voor het beoordelen van bestaande gebouwen gebruikt worden. Het maakt gebruik van een kwalitatieve weging. Als totaalscore krijgt een gebouw een waardering als pass, good, very good, excellent of outstanding.
Algemeen wordt gedacht aan de volgende criteria : Een gebouw kan worden beoordeeld op bouwkundige elementen (tussenvloeren, gevels, dak, ramen), installaties (verlichting, verwarming, koeling, ventilatie), afwerking (van onder andere vloeren en binnenwanden), en de inplanting / het bij het gebouw horende terrein (het bouwkavel). De BREEAM beoordeling vindt plaats in negen categorieën: Management, gezondheid, energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik en ecologie, vervuiling. Het gebouw krijgt per issue (credit) punten toegekend. Die worden gezamenlijk doorgerekend tot één samengestelde gebouwenscore. De creditlijst wordt toegespitst op de Belgische wet- en regelgeving, praktijkrichtlijnen en bouwpraktijk. Meeting volgens BREEAM is momenteel in België reeds diverse jaren mogelijk omdat enkele grote studie-en architectenbureaus hun eigen specialisten de BREEAM-opleiding lieten volgen. Vanaf juni 2014 is deze meetmethode via de nationale BSBC ter beschikking voor eenieder wie het vrijwillig wenst toe te passen op zijn/haar project. Uiteraard weten we dat een gelijkaardige meetmethode (BREEAM of gelijkwaardig, daarover zal onderhandeld worden) de Europese standaard én verplichting wordt binnen enkele jaren. Alle info daarover komt binnenkort op de website www.bsbc.be Vrijdag 16 mei 2014 geeft MARTIN TOWNSEND, Director Sustainability van de BRE (Britse moedermaatschappij die BREEAM ontwikkelde) een lezing in het kader van de studiedag van Sustainability2014. Info: www.sustainability2014.be/nl/tickets Belgische start-site : www.bsbc.be
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
7
Derbigum, steunpilaar van de ‘Energie besparen én produceren op het dak’ De dag dat de idee van een nationale duurzaamheidsbeurs werd geboren, zette Derbigum daar onmiddellijk zijn schouders onder. Recycleren van materialen en (her)gebruik van regenwater behoren tot de groene doelstellingen van het bedrijf dat is gespecialiseerd in energiebesparende en energieproducerende dakbedekkingsmaterialen. De berichtgeving van de laatste decennia windt er steeds minder en minder doekjes om. Als we niet snel ingrijpen raken onze natuurlijke grondstoffen onherroepelijk uitgeput. Een totaal andere manier van produceren en consumeren zijn daarom zeker aan de orde. Ivan Deman, prescription manager van Derbigum: ‘Het nieuwe beleidsprogramma in Vlaanderen heeft een duidelijke ambitie : tegen 2020 meer materiaalbewust bouwen. Tegen 2050 moet in de bouwsector een groene kringloopeconomie bestaan. Hiervoor zijn inspanningen nodig in alle schakels van de bouwketen.’
duurzaamheidsbeurs Derbigum; duurzame oplossingen op maat De Belgische onderneming Derbigum is gespecialiseerd in energiebesparende en -producerende dakbedekkingsmaterialen. De onderneming, gestart in 1932 als familiale kmo in de waterdichting van daken en platte oppervlakken, investeert vandaag fors in vernieuwende producten voor duurzaam bouwen en energiebeheer. De groep telt vier productie-eenheden – twee in België (Lot & Perwez), één in Duitsland (Haßfurt) en één in de Verenigde Staten (Kansas City) – en stelt wereldwijd 400 medewerkers tewerk. Meer dan tweederde van de productie is bestemd voor export. De geconsolideerde groepsomzet van Derbigum bedraagt 120,4 miljoen euro. Het logo en de baseline ‘Making Buildings Smart’ geven de missie van Derbigum duidelijk weer: innovatieve en duurzame oplossingen op maat ontwikkelen met als doel opdrachtgevers energiekosten te besparen, hernieuwbare energie te produceren, de duurzaamheid te verhogen en zodoende de ecologische voetafdruk van het gebouw te beperken.
‘Nog voor het bon ton was om producten een ecologisch tintje te geven, was Derbigum al begaan met duurzaamheid, ecologie en recyclage. In 1996 publiceerde het WTCB een duurzaamheidsrapport over Derbigum-daken waarin een levensduur van 25 jaar aangetoond werd. In 1995 sprak BDA Nederland in zijn rapport over 30 jaar. Duurzaamheid stond dus al lang hoog in het vaandel van het bedrijf dat in 1992 zijn eerste ISO 9001 certificaat behaalde. ‘
Voor meer informatie: Ivan Deman Prescription Manager 0475 854 666
[email protected]
Enkel en alleen door de overschakeling op groene energiebronnen heeft Derbigum sinds 2000 zijn eigen CO2-uitstoot per m² in productie met 42% kunnen terugdringen. ‘Naar de toekomst toe wordt er gestreefd naar gesloten materiaalkringlopen en een verwijdering van alle gevaarlijke stoffen uit deze kringlopen. Sinds 1999 heeft Derbigum op haar productie-eenheid in Perwez de ‘Macalusor’ staan. Dankzij deze verwerkingsmachine wordt elke gram productie-afval rechtstreeks terug in het fabricageproces gebracht. Recentelijk is daar nu ook de toepassing van de recyclage van oude dakbanen bijgekomen. Bovendien werden na doorgedreven onderzoek alle VOC’s uit de meest courante vloeibare producten gebannen.’
Terugnamesysteem ‘Met het oog op zoveel mogelijk recyclage werd een research opgestart naar het hergebruik van bitumineuze afvalstromen voor hoogwaardige producten. Als resultaat daarvan kan Derbigum zowel een dakbaan op basis van gerecycleerd materiaal aanbieden: Derbigum NT, alsook een onderlaag: Derbicoat NT. Dankzij het gebruik van nieuwe technologieën (vandaar de benaming NT) kan er nu reeds in het beginstadium respectievelijk 25% en 30% gerecycleerd materiaal in de nieuwe producten gebruikt worden. Om zowel het gebruik van NT-dakbanen te promoten als recyclage aan te moedigen, heeft Derbigum een terugnamesysteem ontwikkeld. Zo kan de klant bij het plaatsen van zijn dak een overeenkomst met Derbigum aangaan. Deze garandeert dat op het einde van de levensduur van het dak, de NT-dakbanen teruggenomen worden door Derbigum.’
Recuperatie van water ‘De tijd dat een waterdichting enkel en alleen een waterdichting was is lang voorbij. De huidige moderne dakbanen kunnen ook helpen in het verminderen van het energieverbruik of het recupereren van regenwater. Drinkbaar water wordt een kostbaar goed, daarom is het aangewezen om er spaarzaam en doordacht mee om te springen. Het scheiden van de afvloei van het regenwater en het afvalwater dat in de riolering terecht komt, is daar een voorbeeld van. Regenwater kan voor veel toepassingen aangewend worden, van sanitair tot hergebruik in de tuin voor besproeiing of fonteinen. Daarvoor moet het echter van goede kwaliteit zijn.’ Een dakbedekking met bijvoorbeeld Derbicolor zorgt voor een bedekking met leisteenslag of granulaten die het herwinnen van regenwater mogelijk maakt.
Derbigum en Elektroboot: één strijd De grootste blikvanger op de Gentse binnenwateren is elke lente en zomer weer de Elektroboot. Een bescheiden maar mooi vaartuig, aangedreven door zonne-energie. De boot trekt de aandacht, ontelbare foto’s werden al gemaakt van die drijvende zonnepanelenboot. Derbigum is een trouwe partner van het initiatief. David Birnie: ‘Elektroboot werkt al geruime tijd aan het samenbrengen van duurzame principes zoals duurzame mobiliteit, sociale economie, duurzaam bankieren en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In vergelijking met de ‘gewone’ economie staat in de sociale economie financiële winst niet boven alles. Waar het ons om te doen is, is een ecologische bekommernis. ‘ ‘Het evenwicht van mens en natuur herstellen, zonder daarbij het menselijk aspect uit het oog te verliezen. De mens en de maatschappelijke winst staan centraal. Verder vormt de eindigheid van water, een uiterst kostbaar natuurelement, een grote bezorgdheid. Samen met Derbigum organiseren we op regelmatige basis sensibiliseringscampagnes en concrete acties ten voordele van omgeving, mens en maatschappij. Net omdat op allerlei vlak onze filosofie samenloopt, is de synergie niet meer dan logisch.’
8
S U S TA I N A B I L I T Y B E U R S G E N T
zaterdag 10 mei 2014
Op het Sint-Pietersplein in Gent brengen we het beste op het gebied van mobiliteit, bouw, landbouw en voeding, energie en milieu samen. Maak er kennis met de meest vooruitstrevende duurzame producten en diensten. Laat u verrassen! Test zelf! Maak demonstraties en randanimatie mee. Geniet van een hapje en een drankje. Breng gerust familie en vrienden mee. De kleintjes zullen zich niet vervelen, ze kunnen zich uitleven in de “tuin” Jo Vandebergh en we voorzien kinderopvang. Ambitieuze stadsprojecten Kom, kijk en beleef! CEO van projectontwikkelaar Welkom! Ertzberg in Leuven.
SPREKERS
Mark Keppens
Dokter in de Verkeerskunde Mark Keppens is sinds meer dan 15 jaar actief in de Vlaamse mobiliteitswereld. Vanuit zijn opleiding als doctor in de Verkeerskunde zet hij zijn academische kennis om in de dagdagelijkse praktijk. Werkzaam bij ingenieursbureau Arcadis adviseert hij gemeentelijke en bovenlokale overheden op het vlak van hun verk eers- en mobiliteitsbeleid. Naast degelijkhe id en politieke uitvoerbaarheid slaagt hij er telke ns in om in zijn beleidsadviezen ruimte te creëren voor creativiteit en innovatie. Hij is tevens voorzitter van de commissie personenvervoer van de Vlaamse mobiliteitsraad en van het KVIV-genootschap verkeer en mobiliteit. Namiddagprogramma
Zijn bedrijf ontwikkelt ambitieuze stadsprojecten in de centrumsteden waaronder vandaag de grootste centrumstedelijke ontwikkeling van ons land, namelijk de Stadswijk Tweewaters aan de Vaartkom te Leuven waar 5000 mensen zullen wonen en werken. Voor die wijk schreef Jo Vandeberg zijn holistische Urban Convenience-visie met als sleutelwoorden: innovatie, duurzaamheid en leefcomfort. Het eerste gebouw van Tweewaters ontving eind vorig jaar als eerste in Europa het ‘Outstanding’ Breeam duurzaamheidscertificaat voor residentiële gebouwen. Begin maart ontving Ertzberg in London de Breeam International Award 2013 voor de ambitieuze en duurzame aanpak. In 2013 ontving Vandeberg de eerste Sustainable Partnerships Award voor de inventieve samenwerking met buurtwerk ’t Lampeke in Leuven. Recent nog was de “Balk van Beel” genomineerd voor de MIPIM awards 2014 in de categorie Best Innovative Green Building. Jo was tevens gedurende diverse jaren directeur ad-interim van de in oprichting zijnde Belgian Sustainable Building Council vzw (BSBC). Voormiddagprogramma & avonddebat
PROGRAMMA
Peter Tom Jones Ecologische economie
Burgerlijk ingenieur Milieukunde, doctor in de Toegepaste Wetenschappen en werkzaam als Onderzoeksmanager (IOF) aan de K.U.Leuven, met specialisatie in industriële ecologie. Hij is één van de 15 pioniers van Plan C, de Vlaamse transitie-arena voor een duurzaam materialenbeheer én van Terra Reversa, de Vlaamse denktank voor ecologische economie. Als ‘geëngageerd wetenschapper’ publiceerde hij talloze artikels, boekartikels en opiniestukken omtrent thema’s als klimaat, transities, industriële ecologie en ecologische economie. Hij is co-auteur van o.a. Terra Incognita (Ginkgo, Gent, 2006), Het Klimaatboek (Berchem, 2007), Klimaatcrisis (Antwerpen, 2009) en Terra Reversa (Berchem/Utrecht, 2009). Avonddebat
Prof. Dr. Xavier Gellynck
Voeding als specialiteit
Hoofd van de Agrivoedingsmarketing en Ketenmanagement, verbonden aan de vakgroep Landbouwecon omie, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Univ ersiteit Gent. Zijn onderzoeksveld richt zich voor namelijk op agribusiness economics, marketing van landbouw- en voedingsproducten, ketenbeheer en strategisch management, waarbij de nadruk ligt op toegepast onderzoek en advies op vraag van het bedrijfsleven. Verder is hij lid van talrijke professio nele organisaties en is hij actief in diverse Europese initiatieven die innovatie in de voedingssector wille n versterken. Namiddagprogramma
VRIJDAG 16 MEI 2014
PROFESSIONELE DAG – SEMINARIE | UFO-gebouw – Sint-Pietersnieuwstraat 33 – 9000 Gent Tip! Bezoek ook de expo – doorlopend, op het Sint-Pietersplein in Gent
VOORMIDDAG
NAMIDDAG
AVOND
Focus: BREEAM - Europese meetmethode Inschrijven via www.sustainability2014.be
Focus: mobiliteit, voeding en Cradle-to-Cradle Inschrijven via www.sustainability2014.be
10u00 Luc Ribbens, Voorzitter Sustainabie Community vzw Verwelkoming en duiding Sustainability 2014 Prof. Paul Van Cauwenberge, Pro-Rector UGent Officiële opening van deze professionele dag 10u30 Martin Townsend, Director of Sustainability BRE Global The impact of BREEAM in Europe
15u00 Luc Ribbens, Voorzitter Sustainabie Community vzw Verwelkoming en duiding Sustainability 2014 Mark Keppens, Dr. In de Verkeerskunde Impact digitalisering op stedelijke mobiliteit Oprichting stadsdistributiecentra
Debat: Duurzaamheid als maatschappelijke standard? 5€ deelnameprijs, ter plaatse betalen
11u15 Jo Vandebergh, CEO Ertzberg BREEAM gebouw BALK VAN BEEL & het Project TWEEWATERS in Leuven… A new way of life ! 12u00 - 12u15 Stad Gent Hoe gaat Gent om met duurzaamheid. Eco-Procura conferentie
Vrijdag 16, zaterdag 17 en zondag 18 mei 2014 Grote expo op het Sint-Pietersplein, doorlopend van 10–19u De beurs is op vrijdag 16 mei 2014 voorbehouden voor professionals. Op zaterdag 17 en zondag 18 mei 2014 ontvangen de standhouders graag het brede publiek.
15u45 Prof. Dr. Xavier Gellynck, UGent, Faculteit Bioingenieurswetenschappen, Hoofd Agri-voedingsmarketing en Ketenmanagement, verbonden aan de Vakgroep Landbouweconomie Gebruik regionale producten: dé oplossing voor vermindering CO2 uitstoot? 16u30 Prof. Dr. Marc De Clercq, UGent, Centre for Environmental Economics and Environmental Management (CEEM) Juiste economische analyses leiden evenzeer tot een duurzame maatschappij 17u15 – 18u00 Prof. Dr. Michael Braungart, Erasmus Universiteit Rotterdam, Co-auteur van Cradle-to-Cradle Remaking the Way We Make Things The Circular Economy (E)
20u00 – 22u00 Moderator: Gui Goris hoofdredacteur van MO* Magazine Panel: Prof. Dr. Michael Braungart Erasmus Universiteit Rotterdam, Co-auteur van Cradle-to-Cradle Peter Tom Jones K.U.L., Burgerlijk ingenieur Milieukunde, doctor in de Toegepaste Wetenschappen en werkzaam als Onderzoeksmanager (IOF) Jo Vandebergh CEO Ertzberg Lieze Cloots Bond Beter Leefmilieu
COLOFON Een uitgave van Sustainable Community vzw Verantwoordelijke: Luc Ribbens Redactie: Rudi Moeraert • Annie Serbruyns Fotografie: Alain Destoop Vormgeving: Ann Vande Weghe • www.annvandeweghe.be