Duurzaam Industriepark Cranendonck Globaal stedenbouwkundig en beeldkwaliteitplan
Gemeente Cranendonck en Nyrstar Budel 12 augustus 2009 Rapport 9S6512.01
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel 1.2 Leeswijzer
2 2 2
2
CONTEXT 2.1 2.2 2.3
Verleden Bestaande situatie Opgave voor de toekomst
4 4 4 8
3
STEDENBOUWKUNDIG CONCEPT 3.1 Totaal concept 3.2 Inbedding in de omgeving 3.3 Vlakverdeling
10 10 13 17
4
BEELDKWALITEIT VAN DE OPENBARE RUIMTE 4.1 Verkeerssysteem 4.2 Watersysteem 4.3 Groenstructuur 4.4 Verlichting
20 20 20 22 23
5
BEELDKWALITEIT VAN DE ARCHITECTUUR 5.1 Algemeen 5.2 Het gezicht naar buiten 5.3 De wereld binnen in 5.4 Organisatie van de bedrijfskavels 5.5 Materiaalgebruik 5.6 Erfafscheidingen
25 25 26 26 27 27 27
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB 12 augustus 2009
Figuur 1: Het plangebied ligt tussen de IJzeren rijn en de Zuid-Willemsvaart
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -1-
12 augustus 2009
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding en doel
Figuur 2: Ligging van de locatie van Duurzaam Industriepark Cranendonck in de regio
In de gemeente Cranendonck, Noord-Brabant (zie figuur 1 en 2), ligt de zinkfabriek van Nyrstar Budel, die als enige in Nederland zinkconcentraat tot zink verwerkt. Nyrstar wil een deel van het bestaande industrieterrein Budel Dorplein, grenzend aan de zinkfabriek, ontwikkelen tot een duurzaam bedrijvenpark. Hiervoor is ruim 100 ha beschikbaar. In dit globaal Stedenbouwkundig plan worden de stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden toegelicht die aan de basis hebben gelegen van het Voorkeurs Alternatief (VKA) uit het Milieueffectrapport Duurzaam Industriepark Cranendonck (afgekort MER DIC). Op basis van dit voorkeursalternatief is eveneens het bestemmingsplan DIC opgesteld. Naast de stedenbouwkundige randvoorwaarden wordt in dit globaal Stedenbouwkundig plan een indruk gegeven van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte en de bebouwing.
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de ruimtelijke context van het Stedenbouwkundig plan beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het stedenbouwkundig concept op hoofdlijnen besproken. In hoofdstuk 4 en 5 komen achtereenvolgens de beeldkwaliteit van de openbare ruimte en de architectuur aan de orde. Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -2-
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -3-
12 augustus 2009
2
CONTEXT
2.1
Verleden
De omvang van het oude bedrijf was aanzienlijk groter dan van de huidige installaties. Het uitgestrekte terrein dat vrij kwam nadat kelderassen, puin en fundaties ontgraven waren is weer aangevuld met zand. Dit terrein biedt nu unieke mogelijkheden voor herinrichting met (zware) industrie.
Eind 19e eeuw (1892) werd de "Kempensche Zinkmaatschappij" (KZM) opgericht in wat later Budel-Dorplein is genoemd, naar de oprichters, de gebroeders Dor. Er werd een terrein van ruim 900 hectare aangekocht. Een deel van dit terrein kreeg een formele industriebestemming: Industrieterrein Budel Dorplein.
Het naastgelegen Budel Dorplein is aangewezen als beschermd dorpsgezicht en bevat meerder gemeentelijke en rijksmonumenten. Aan de gehele noord, oost en zuidzijde wordt het DIC terrein omgeven door een Nature 2000 gebied, wat inhoudt dat hier natuurwaarden van Europees belang voorkomen, die extra beschermd worden.
De zinkproductie verliep in die tijd volgens een thermisch proces. Na 1972 werd overgeschakeld op een elektrolytisch proces dat (veel) minder milieubelastend is, en werden de oude fabrieken afgebroken. De nieuwe fabriek werd gebouwd in de kern van het oude bedrijf.
Ruimtelijke context In de omgeving van de zinkfabriek bevinden zich open wateroppervlakten zoals vennen, plassen en vijvers met rietkragen. Hieromheen liggen vogelleefgebieden in de vorm van moerassige heide en landduinen. Ten westen van het DIC terrein liggen loof, naald en gemengde bossen en de dorpen Budel-Dorplein en Budel-Schoot. De grensstreek met België bestaat uit weilanden, akkers en naaldhoutaanplantingen. Ten oosten van het DIC terrein ligt een militair oefenterrein bestaande uit duin en heide gebied met aan de rand naaldhout. Ten oosten van de zinkfabriek liggen rechthoekige bezinkingsbekkens en hoog boven de omgeving uitstekende residubekkens. De volgende landschappen kunnen onderscheiden worden:
De klaarvijvers, waarin zich verontreinigd slib had opgehoopt, zijn in 2005 opgeschoond, en maken hydrologisch weer onderdeel uit van het oorspronkelijke Ringselven, dat daarmee is uitgebreid met ruim 40 hectare.
2.2
Bestaande situatie Het bedrijf en zijn omgeving zijn in de loop der jaren sterk veranderd. Wat we nu aantreffen zijn vrij open installaties omgeven door een uitgestrekte lege ruimte aan de noord en zuidzijde van de fabriek.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -4-
12 augustus 2009
Figuur 3: Natura 2000 gebied (geel raster) dat het DIC terrein voor
Figuur 4: Schematische weergave van de opbouw van het land-
een groot deel omsluit
schap
•
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -5-
12 augustus 2009
•
•
•
Het heeft hoge natuur- en belevingswaarden en kan op een flexibele wijze veranderingen in zich opnemen.
Industrielandschap Het huidige industriecomplex vormt een ruimtelijk en functioneel herkenbare eenheid die ingesloten ligt tussen spoorlijn en Zuid-Willemsvaart. Waar vroeger vele schoorstenen en grote fabriekshallen het industrielandschap domineerden toornt nu slechts 1 schoorsteen boven het modern industriecomplex uit. Het geheel ligt als een vierkante compacte eenheid in een zee van ruimte die bestaat uit braakliggende gronden, waterpartijen en zandverstuivingen. Vennenlandschap Het huidige vennen en beken landschap zou op grond van haar ontstaansgeschiedenis als meest natuurlijk landschap omschreven kunnen worden. Met haar open wateroppervlakten zoals vennen, plassen en vijvers met rietkragen vormt zij een overzichtelijke landschap van waaruit de omgeving goed waarneembaar is. Het décor van dit vennengebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de verschijningsvorm van de randen van het DIC. Heide- en duinenlandschap Ten oosten van het DIC ligt een militair oefenterrein bestaande uit duin en heidegebied met een rand van naaldhout. Na de vennen is dit heide en duinlandschap van de Loozerheide als meest origineel aan te merken. Dit landschap is een hoogdynamisch landschap dat door menselijke toedoen is ontstaan en in stand gehouden wordt.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
•
Boslandschap De loof en gemengde bossen op de Weerter en Budelerbergen en de bossen ten westen van het DIC van de dorpen Budel-Dorplein en Budelschoot zijn door de mens aangelegd en vormen een aantrekkelijk en besloten boslandschap van waaruit het industrielandschap nauwelijks waarneembaar is.
•
Ontginningenlandschap met vliegveld en landbouw De grensstreek met België bestaat uit weilanden, akkers en naaldhoutaanplantingen. Dit ontginningenlandschap met het vliegveld en een landbouwenclave is relatief open van karakter, is blokvorming verkaveld en bezit zowel woon- als werkbebouwing.
•
Dorplandschap Het rechtverkavelde landschap van Budel-Dorplein is onlosmakelijk verbonden met het eveneens rechtverkavelde industrielandschap van de Zinkfabriek, waarmee zij onder een ruimtelijke knik in de verkavelingsrichting verbonden is. Het gehele complex met haar specifieke bebouwing is aangewezen als monument.
•
Kanaallandschap Langs de infrastructurele wegen ontstaan puur aan deze lijn gekoppelde bouwwerken. Zo vormt de ZuidWillemsvaart de drager voor verschillende industriële ontwikkelingen en bouwwerken. 9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB
-6-
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -7-
12 augustus 2009
De gemeente en de regio Midden-Limburg willen met het DIC de plaatselijke c.q. regionale economie versterken en werkgelegenheidssituatie verbeteren.
Op nevenstaande pagina staan foto’s van de huidige situatie
Regionale landschapsstructuur De noord-zuid lopende beboste stuifduinen van de Weerter en Budelerbergen vormen de natuurlijke hoofdrichting van dit kleinschalige kampenlandschap omgeven door heideontginningen waarin eveneens zuid-noord lopende waterlopen het gebied ontwateren.
2.3
De opgaven die opgelost moeten worden zijn de volgenden: • Op welke wijze kan het huidige herkenbare industrielandschap verder ontwikkeld en versterkt worden in samenhang met de omgeving incl. landschappelijke en cultuurhistorische waarden? • Hoe is het DIC inpasbaar in de gevoelige en waardevolle omringende natuur?
Opgave voor de toekomst De provincie ziet in het DIC een duurzaam bedrijventerrein met winst voor milieu en economie, dat voorziet in een regionale ruimtebehoefte aan zwaardere (en grootschalige) bedrijven. Daarbij wordt ook gedacht aanbedrijven met vestigingsproblemen in de regio .
Bovendien moet de aanvliegroute voor het vliegveld Kempen Airport vrijgehouden worden. Dit geeft beperkingen voor de bouwhoogte op het terrein.
De provincie legt in haar ruimtelijk beleid een sterk accent op een meer duurzame inrichting van bedrijventerreinen. Duurzaamheid betekent in deze context dat: • er zuinig met de ruimte moet worden omgegaan; • de inrichting van het bedrijventerrein bijdraagt aan de milieudoelstellingen; • er bijzondere aandacht wordt besteed aan het aanzien (beeldkwaliteit en materiaalgebruik) en beheer van het terrein.
Herkenbaar industrielandschap De heldere functionele eenheid van het huidige industriële complex op een ondergrond van heide spreekt tot de verbeelding. Dit industriële complex zou je kunnen zien als een eiland temidden van een zee aan waardevolle natuurgebieden of als een ruimteschip dat is neergedaald. Dit schijnbaar vergeten gebied aan de rand van Brabant, op de grens met Limburg en België vormt een krachtige eenheid die het waard is beleefd te worden.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -8-
12 augustus 2009
Model vesting Deze vesting kan als samengestelde eenheid ontwikkeld worden. Met een herkenbare architectuur die tot eenzelfde familie behoort. Functioneel met elkaar verbonden gebouwen zullen samen het DIC vormen en hun eenheid tot uitdrukking laten komen in materiaalgebruik, vormentaal en een eenduidige stedenbouwkundige opzet. Eenduidige richting Alle hoofdmassa’s zullen evenwijdig aan de hoofdrichting van het bestaande terrein gebouwd worden en ook de ontsluitingen zullen deze richting volgen. Deze richting zorgt zowel intern als naar buiten toe voor duidelijkheid en laat het DIC landen in haar directe omgeving, waar de noord-zuid gerichte landschappelijke structuren van de Weerter en Budelerbergen dezelfde richting kent. In de linker figuur is het Stedenbouwkundig plan afgebeeld.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB -9-
12 augustus 2009
3
STEDENBOUWKUNDIG CONCEPT
•
3.1
Totaal concept
•
Via een verkenning van verschillende modellen is binnen de gevolgde MER procedure één voorkeursmodel gekozen.
•
Ruimtelijk blijft het bedrijventerrein autonoom herkenbaar en als uniek element in het omliggende landschap aanwezig. Waar eerst een groot bedrijf in een open zandvlakte lag, ontstaat een compact en intensief bedrijventerrein omsloten door water en zand. De kleinschaligheid en beslotenheid van het omliggende landschap zorgt ervoor dat er ruimtelijk geen aan-één klontering van bebouwde massa’s ontstaat.
• •
• •
Waar eerst een groot bedrijf in een open zandvlakte lag, ontstaat een compact groter bedrijventerrein omsloten door zowel open landschappen als het Ringselven en het zand, als door het besloten boslandschap rond Budel Dorplein. Ruimtelijke opzet Ruimtelijk is gekozen voor een compacte opzet van het bedrijventerrein volgens het model ‘Vesting’: • Om de eenheid te benadrukken staat de bebouwing op het DIC in een grid, aansluitend op dat van het bestaande bedrijfsterrein. • Compacte stenen binnenwereld, met een heldere grens.
Door de schaalgrootte van het terrein is ruimte voor bedrijven die investeren in en profiteren van synergie. Het VKA gaat uit van circa 70 ha aan zware industrie, circa 20 ha voor lichtere industrie. Het bedrijventerrein omvat zowel de bestaande als de nieuw te bouwen bedrijven: • Het nieuwe terrein sluit qua wegenstructuur, verkavelingsrichting en maat aan op het bestaande terrein.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
Open en groene, robuuste buitenwereld die niet versnipperd is. Heldere scheiding tussen industrie en natuur met voldoende maat. Langs de Hoofdstraat en Fabriekstraat komt bebouwing met beperkte bouwhoogte (rekening houden met eisen luchtvaartzone Kempen airport) die met de representatieve zijde naar buiten is gekeerd. Dorplein blijft als cultuurhistorisch industrieel relict verbonden met de Zinkfabriek. Natuur en water worden gecombineerd in een robuuste strook rond het industriepark. Deze strook wordt eenduidig vormgegeven zodat zij de eenheid en herkenbaarheid van het bedrijventerrein versterkt. Deze natuurlijke gebiedsafbakening maakt ‘onvriendelijke’ hekwerken overbodig. De heldere stedenbouwkundige structuur van zowel Budel-Dorplein als het industriële complex wordt doorgezet in het nieuw te ontwikkelen terrein. Ook de spoorlijn, de hoogspanningsmasten en het kanaal vormen heldere lijnen die passen bij dit werklandschap.
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 10 -
12 augustus 2009
•
Voor het nieuw te ontwikkelen terrein wordt een tweede entree aangelegd, voor een doelmatige en veilige interne verkeersafwikkeling en ter ontlasting van Budel Dorplein.
Het gehele bedrijventerrein wordt als eenheid behandeld en zal als eenheid herkenbaar zijn. De eenheid in het openbare gebied komt in hoofdstuk 4 aan de orde. Daarbij wordt gedacht aan: • eenheid in maatvoering en materialisering van de openbare ruimte op het bedrijventerrein. • eenheid in afgrenzing van het terrein (singel). • eenheid in verlichting. De eenheid en spelregels van de architectuur (maat, kleur en materiaal gebruik) komen in hoofdstuk 5 aan bod. Op nevenstaande prent is de verplichte verkavelingsrichting te zien en tevens het principe van kleine percelen aan de zijde van Budel Dorplein en grotere percelen aan de oostzijde.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 11 -
12 augustus 2009
Door boombeplanting van de overhoeken tussen de bebouwing krijgt het DIC vanaf de Hoofdstraat en Fabriekstraat een groene uitstraling.
Huidige situatie waarbij rechts de historische gebouwen in gebakken klinkers van Budel Dorplein te zien zijn en in de verte het bedrijventerrein.
Het gridpatroon in bovenstaande schets geeft vlakken van elk 1 hectare aan. De richting van het patroon is dwingend voor de hoofdmassa’s van de nieuw te bouwen gebouwen en installaties.
In de toekomstige situatie zal het nieuwe bedrijventerrein door een waterrijke zone gescheiden worden van Budel Dorplein. De nieuwe bedrijven gaan deels schuil achter driehoekige bosopstanden.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 12 -
12 augustus 2009
3.2
Inbedding in de omgeving
De weg blijft bestaan. De watergang ten oosten van de weg wordt dusdanig breed dat die als afscheiding fungeert.
Het besloten en kleinschalige karakter van de omliggende landschappen blijft behouden opdat het industriepark een onverwachte verrassing blijft. Waar nu de huidige fabriek in de open ruimte ligt, is in het stedenbouwkundige ontwerp die ruimte opgevuld met een bedrijventerrein omsloten door een gordel van water met een brede natuuroever. Vanuit het noorden en westen verandert er niet veel aan de beleving van het gebied. Vanuit het open zuidelijke vennengebied ontstaat vrijelijk zicht op het gehele bedrijventerrein. Het is hier van belang het bedrijventerrein een harmonieus ‘gezicht’ te geven. Vanuit het oosten zorgen de residubekkens voor een rustige een heldere plint, waar meer bovenuit steekt dan nu. Deze plint wordt in de vorm van bebouwing doorgetrokken tot aan de noordoosthoek van het gebied, zodat vooral de belasting van geluid op de natuur beperkt blijft. Aan de noordoostzijde van het DIC zijn in de vorm van een zone lichtere bedrijven voorzien (milieucategorie 1 tot en met 3), zodat effecten op de aangrenzende natuur zoveel mogelijk worden gemitigeerd.
Op deze wijze zijn geen hekwerken nodig ter beveiliging van het bedrijventerrein. Dit bevorderd de vriendelijke uitstraling van het DIC. Op het deel van het DIC dat grenst aan de Fabriekstraat, verschijnen bedrijven met beperkte bouwhoogte (rekening houden met eisen luchtvaartzone Kempen airport). De panden zijn met de representatieve zijde op de Fabrieksstraat georiënteerd, en worden ontsloten vanaf het DIC. De panden staan in een grid dat aansluit op de organisatie van het bestaande bedrijfsterrein. Zo wordt de eenheid binnen het terrein benadrukt en ontstaat er een harmonisch geheel. Het grid van het bedrijventerrein staat onder een hoek met de richting van de Fabrieksstraat. De ontstane overhoeken zijn beplant met bomen. Vanaf de Fabrieksstraat zijn de hoekpunten van de kantoren zichtbaar door de bomen heen. De algemene sfeer van de Fabrieksstraat blijft die van een weg door een bos.
Er is op verschillende manieren ingespeeld op het omliggende landschappen.
Dorpslandschap (zuid-west) Het dorp dat aan de zuidwestzijde van het terrein grenst, is van oudsher nauw verbonden met de Zinkfabriek. Deze verbondenheid blijft behouden omdat aan deze zijde van het DIC de oude fabrieksgebouwen in tact blijven.
Het boslandschap (west) Het DIC zal het minste effect hebben op de beleving van het bos. Het boslandschap westwaarts van het terrein langs de Fabriekstraat, wordt niet aangetast.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 13 -
12 augustus 2009
De verbondenheid zou in de toekomst benadrukt kunnen worden door bijvoorbeeld een openbaar plein aan te leggen op het contactpunt tussen het dorp en bedrijventerrein. Zo blijft het frontale blik op het oude (huidige) fabriekscomplex in stand en krijgt het Dorp er een gebruiksruimte bij. Door de lichtere industrieën aan deze zijde van het terrein in een gestaffeld patroon te plaatsen welke de richting volgt van het bestaande oude industrie complex wordt het huidige evenwicht tussen Dorplein en DIC niet verstoord. Door bovendien te werken met verspringende dichte groenelementen aan de rand van het terrein wordt eveneens in maat en schaal aangesloten bij de relatief kleinschalige bebouwing van Budel Dorplein. Langs de Hoofdstraat wordt een groenstrook aangebracht van 30 meter. Voor de aan deze groenstrook grenzende bebouwing zal over de eerste 50 meter een bebouwingshoogte van maximaal 20 meter gelden. Bebouwing van 20 meter hoogte is namelijk van dezelfde maat als de hoogte van een bos en daarmee natuurlijk aanvoelend. Voor bouwwerken op de rest van het terrein geldt, buiten de luchtvaartzone, een maximale bouwhoogte van 40 meter boven maaiveld. Een uitzondering vormen schoorstenen of
silo’s, die een maximale hoogte van 79 meter mogen hebben. Het Vennenlandschap (zuid) Het vennengebied met het Ringselven vormt de zuidrand. Het huidige bedrijfsterrein zal via een strak vormgegeven terreingrens van het Natura 2000 gebied gescheiden worden. Er is hier gezocht naar het versterken van contrasten. Natuur versus bedrijven. Het décor van het vennengebied zal worden bepaald door de verschijningsvorm van de randen van het DIC. Het vennenlandschap aan de zuidzijde blijft open en door gerichte beheersactiviteiten ontstaat robuuste natuur.
Onderstaande figuur laat links de huidige plint, gevormd door residubekkens en/of water zien terwijl rechts de toekomstige situatie verbeeld is.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 14 -
12 augustus 2009
en personenauto’s. De nabije gebouwen zijn met hun representatieve voorkant naar de entree gericht.
Het duin- en heide landschap (noord en oost) Ten westen en noorden van het terrein komt een waterbergende singel met een brede natuuroever als buffer richting het omliggende natuurgebied en tevens als beveiliging van het bedrijventerrein. In het noorden ligt een duin- en heidelandschap tegen het spoor. De strook bos tussen het DIC en het spoor (nu circa 60 meter breed) blijft gedeeltelijk fungeren als visuele afscherming voor het Natura 2000 gebied ten noorden van het spoor en maakt gedeeltelijk plaats voor een waterpartij (singel) van wisselende hoogte. Zo zijn geen hekwerken nodig ter beveiliging van het bedrijventerrein. Dit bevordert de vriendelijke uitstraling van het DIC. Vanuit het oosten vormen de residubekkens een rustige plint, waar meer bovenuit steekt dan nu. • •
Aan de noodwestzijde worden natuurwaarden versterkt door gericht beheer van poelen en de doorlopende groenstructuur naar de Loozerheide. De beeldkwaliteit van het DIC is relevant waar vrij zicht bestaat op het bedrijventerrein. Dit is met name in zuidelijke richting.
Entree De nieuwe entree is gecombineerd met de plek waar het spoor het terrein vanaf het noord-westen binnen komt. Op deze wijze wordt bereikt dat de woonbebouwing langs de Hoofdstraat volledig ontlast wordt wat betreft bestemmingsverkeer voor het DIC, bestaande uit vrachtverkeer
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 15 -
12 augustus 2009
Impressie DIC
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 16 -
12 augustus 2009
3.3
Vlakverdeling In bovenstaande tekening (Impressie DIC) is de volgende driedeling te herkennen: 1 2 3
Natuur en water Groen/blauwe buffer. Kleinschalige bedrijven (categorie 1-3). Grotere zware bedrijven (categorie 4-5).
Naast deze bedrijvenbestemmingen is de luchtvaartzone van het nabijgelegen vliegveld te herkennen. Binnen deze zone worden maxima gesteld aan bouwhoogten. • Rondom het natuurgebied van de heikikker is deze maximale bouwhoogte 10 tot 20 meter (boven maaiveld). • Verder naar het zuiden gaat deze hoogte via een 30 meter zone over naar 40 meter. • De zone grenzend aan Budel Dorplein zou volgens deze kaart 45 meter mogen bedragen, maar stedenbouwkundig wordt hier een maximum van 20 meter boven maaiveld voorgesteld. Dit om Dorplein niet te overschaduwen met hoge gebouwen op minder dan 50 meter afstand.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 17 -
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 18 -
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 19 -
12 augustus 2009
4
BEELDKWALITEIT VAN DE OPENBARE RUIMTE
4.1
Verkeerssysteem
2. Brede greppel rondom de verkeerskundige hoodfontsluitingslus. 3. Smalle greppel langs alle wegen.
Voor de veiligheid en bereikbaarheid van het bedrijventerrein komt een nieuwe entree in de noordwesthoek van het terrein. Aansluitend op de Fabrieksstraat volgt de hoofdontsluiting van het terrein het bestaande spoor. Op deze interne hoofdontsluitingslus zijn een tweetal nieuwe lussen in het bedrijventerrein aangesloten. Via de Fabriekstraat ten noorden van het bedrijvenpark sluit deze aan op de N611 (Randweg-Oost) die de verbinding vormt met de snelweg A2. De ontsluitingsweg komt uit op de Hoofdweg/Havenweg ten zuiden van het huidige bedrijfsterrein. Via de Havenweg wordt aangesloten op provinciale weg N564 parallel aan de Zuid-Willemsvaart; Alle bebouwing op het DIC wordt ontsloten via het DIC. Het DIC terrein is en blijft een particulier terrein en behoort dus niet bij het algemeen openbare gebied.
4.2
Watersysteem Door toename van het verhard oppervlak ontstaan afvoerpieken en is berging noodzakelijk. Hierin wordt voorzien door: 1. Permanent water rondom het gehele terrein.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 20 -
12 augustus 2009
Rond het toekomstige industriepark komt een singel. Deze singel krijgt verschillende functies.
legd, fungeren ze ook als een barrière voor ongewenste bezoekers.
•
Overgangszone tussen industriepark en natuurgebied Tussen het industriepark en de omliggende natuurgebieden ligt het oppervlaktewater als een overgangszone. In de inrichting van de watergangen kan dit terugkomen door bijvoorbeeld aan de kant van het industriepark te kiezen voor een strakke oever en aan de zijde van het natuurgebied voor een plas-drasberm en een flauw talud.
De ‘waterscheiding’ tussen het DIC en de omgeving fungeert als buffer richting het omliggende natuurgebied en als beveiliging van het bedrijventerrein.
Retentie van afstromend hemelwater De grootte van het bergingsoppervlak (circa 11 ha.) is voldoende om te dienen als retentie voor afstromend hemelwater. Zo voldoet het aan de eisen voor het bergen en afvoeren van afstromend hemelwater volgens de richtlijnen van Waterschap De Dommel. Bij de uitwerking wordt aandacht geschonken aan aansluiting op de watergangen van het Waterschap (de Boschloop) en regulering van de afvoer (door middel van een regelkunstwerk). Natuurontwikkeling vindt plaats door het waterbergingsgebied grotendeels niet permanent watervoerend in te richten.
Door deze inrichting voldoet het waterhuishoudkundig systeem aan de grondslag van robuuste systemen en het versterkend samenvoegen van water en natuur. Aandachtspunten In de uitwerking worden de volgende aspecten meegenomen: • Waterhuishoudkundige infrastructuur in industriepark: door het oppervlaktewater aan de rand van het industriepark te concentreren zal transport van afstromend hemelwater binnen het industriepark zelf voornamelijk ondergronds (via kolken en buizen) plaatsvinden. De verschillende waterstromen (afvalwater, schoon hemelwater, vervuild hemelwater) worden zoveel mogelijk gescheiden uitgevoerd. • Om de kwaliteit van het oppervlaktewater te bewaren, kan het hemelwater via een bodempassage worden geleid. • De watergangen moeten goed bereikbaar zijn voor inspectie en onderhoudsactiviteiten.
Infiltratievoorziening (in een ring om het plangebied) De bodem onder het oppervlaktewater is over het algemeen goed doorlatend, waardoor infiltratie kan plaatsvinden. Dit reduceert de afvoer naar de Boschloop en heeft naar verwachting geen effect op het geohydrologisch beheerssysteem (GBS). Bij de nieuwe singel zal de grondwaterstand vergelijkbaar blijven met de huidige situatie. Begrenzing industriepark De watergangen vormen een duidelijke afbakening van het industriepark. Indien ze breed genoeg worden aange-
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 21 -
12 augustus 2009
4.3
gemeenschappen van voedselarme vennen. In het retentiegebied liggen ondiepe vennen naast de retentiegracht. Alleen bij hoogwater na regenval staan de gracht en vennen met elkaar in contact. De vennen, de gracht en de oevervegetatie zijn bijzonder geschikt als leefgebied voor de thans ook veel in het gebied voorkomende libellen en amfibieën. Verschillen in bodemhoogte en de flauwe taluds van de vennen zorgen voor een kortere of langere inundatieduur. Hierdoor ontstaat een robuust en breed scala aan schrale oeverhabitats, waar de populaties van hieraan verbonden planten en dieren onder wisselende klimaatsomstandigheden geschikte leefgebieden vinden.
Groenstructuur Concentratie van groengebieden, zodat het groen niet versnipperd wordt en voldoende maat, uitstraling en functie heeft Gekozen is voor een groot industriepark waarbij de bestaande beperkte natuurwaarden vrijwel geheel uit het DIC verdwijnen, behoudens het terreingedeelte in de noordwesthoek, waar de heikikker een voortplantingsgebied heeft. Alleen het watersysteem en de rand van het gebied behouden natuurfuncties of krijgen nieuwe natuurfuncties. De grens tussen bedrijventerrein en natuur is weliswaar scherp, maar gekenmerkt door een overgangszone. In veel gevallen bestaat deze uit een watergang voor het bergen van afstromend water met een steil talud aan de DIC-zijde. Deze watergang sluit aan op een brede retentiezone met een overgang van land naar water. Deze en alle overige watergangen worden zodanig ingericht dat daarin niet altijd overal water zal staan. Dit biedt mogelijkheden voor natuurontwikkeling aansluitend op de huidige watergebonden natuurwaarden.
De natte ring rond een groot deel van het bedrijventerrein functioneert tevens als een ecologische verbindingszone welke de Loozerheide ten noordoosten van het DIC verbindt met de bosgebieden ten westen. Deze EVZ is primair bedoeld voor de heikikker, maar tientallen andere soorten, waaronder zoogdieren, vogels, andere amfibieën en insecten zullen hier ook uitstekend gebruik van kunnen maken. Ter hoogte van de kruising van wegen (inclusief de nieuwe entree) worden speciale voorzieningen getroffen (amfibieëntunnels of andere ontsnipperingsmaatregelen).
Het steile talud voorkomt dat amfibieën en zoogdieren naar het industriegebied komen. Het flauwe talud aan de natuurzijde met de plas-draszone is van wezenlijk belang voor de nagestreefde natuurwaarden. Het wisselende waterpeil in de retentiegebieden, het voedselarme (regen-)water en de voedselarme zandbodem zijn goed geschikt voor de ontwikkeling van typische
Het verplaatsen van de habitat van de heikikker vanuit het gebied naar oostelijker gelegen gebied biedt kansen voor het verhogen van de natuurwaarde van de daar aanwezige droge heide, te versterken door toegespitst beheer. De deelpopulatie bestaat uit slechts enkele exemplaren.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 22 -
12 augustus 2009
Aandachtspunten In de uitwerking worden de volgende aspecten meegenomen: • optimaliseren van de inrichting van de natte ecologische ring voor de doelsoorten; • kwaliteit van het afstromend water van het bedrijventerrein mogelijk te borgen door toepassing van ecological engineering (zuiveringsmoerassen, bodempassage, etc.); • onderhoud van de watersystemen en oevers om verlanding te voorkomen.
Aandachtspunten: • Zo min mogelijk lichtvervuiling richting de randen van het terrein, richting de natuurgebieden. • Een duurzaam systeem, dat zuinig is.
Wat de groenstructuur binnen het terrein betreft wordt het volgende voorgesteld: • dubbelzijdige beplanting met laanbomen of losse groepen berken langs de hoofdinfrastructuur op het terrein; • braakliggende delen of erfgrenzen aan de oostzijde inzetten als potentieel stuifduinen gebied of heidegebied.
4.4
Verlichting Bij het huidige Nyrstar Budel staat een groot gedeelte van de installatie in de open lucht. In principe is overal verlichting aanwezig. De verlichting gaat bij schemering en gesignaleerde activiteit automatisch aan.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 23 -
12 augustus 2009
3,5 meter
3 meter
7 meter
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
1 m.
2 m.
1 m. 1 m.
3,5 meter
1 m.
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 24 -
12 augustus 2009
5
BEELDKWALITEIT VAN DE ARCHITECTUUR
5.1
Algemeen •
•
•
• • •
Efficiënt ruimtegebruik • Ondergronds ruimtegebruik: bij ondergronds gebruik van de bodem kan gedacht worden aan opslag, industriële activiteiten, distributie, parkeren en/ of infrastructuur, maar ook aan koude-warmte opslag. • Bouwen in meerdere verdiepingen.
Het geheel (DIC plus bestaande Zinkbedrijven) zal als autonome eenheid ontworpen worden met een eigen identiteit. Gezien de eigen karakteristiek van het bedrijventerrein en het intensieve stedelijke programma zal het gebied een eigen 'autonome' uitstraling houden. Een sterk grid met herkenbare gebouwen, een eenduidig materiaalgebruik, kleurgebruik en architectuur maakt het geheel tot een eenheid. Er wordt gezocht naar samenhang met de omgeving. Hierbij zal de interne verkaveling dezelfde richting hebben als de bestaande strakke verkaveling van het huidige industrieterrein, evenwijdig aan de Theo Stevenslaan. Bestaande beeldkwaliteiten moeten versterkt worden. Er zal niet alleen een krachtig bedrijventerrein gemaakt worden met een eigen gezicht, maar ook zal er aandacht besteedt worden aan de relatie met de omliggende natuurgebieden en met Budel-Dorplein. Heldere en herkenbare scheiding tussen industrie en natuur. Compact bouwen binnen een heldere grens. Extra aandacht voor vormgeving, materiaalgebruik, en architectuur van de bebouwing en inrichting van de openbare ruimte is wenselijk.
Cultuurhistorische waarden • Er wordt rekening gehouden met de aanwijzing van Budel Dorplein als beschermd dorpsgezicht in het kader van de Monumentenwet (artikel 35, 1988). Het te beschermen gebied komt overeen met het oorspronkelijke concessiegebied van de fabriek uit 1893 omvattende het fabrieksterrein, de woonkern en de natuurgebieden eromheen. Doel van de aanwijzing is de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. • De aanwezige cultuurhistorische relicten op het terrein blijven behouden.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 25 -
12 augustus 2009
5.2
Het gezicht naar buiten Op de nevenstaande kaart geeft de kleur bruin de kleur aan van de gebakken gevels in de sfeer van Budel Dorplein, maar dan modern, kleinschalig en gedetailleerd. Met bij voorkeur platte daken. Dit zijn de lichtere bedrijven en kantoren. De korrelgroote van deze bedrijven is kleiner dan die van de “grijze” blokken en ook de maximale hoogte is menselijk, namelijk maximaal 20 meter. Uitkijkend over het natuurgebied van de heikikker zal het strakke spel van de in hoogte wisselende grijze blokken zichtbaar zijn. De residubekkens fungeren als natuurlijke grondwal en ook het huidige Ringselven heeft voldoende maat om de gebouwen daarachter een rustige en bindende plint (voet) mee te geven. Voor de nieuw te ontwikkelen delen van het DIC wordt het aanleggen van een grondwal naar buiten toe aan bevolen, omdat de projectie van zware industrie en van de organisatie van bedrijfskavels in het algemeen vooral op de onderste 3 meter onrustig en divers van aard is. Door het aanleggen van een uniforme ‘vestingwal” kan de uitstraling van het totale terrein meer eenheid en rust creëren.
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 26 -
12 augustus 2009
5.3
De wereld binnen in Omdat op het bedrijventerrein plaats wordt geboden aan zware industrie kunnen de bedrijfsgebouwen een enorme omvang hebben (voetprint en hoogte). Delen van dergelijke bedrijven met een representatieve uitstraling (entree, kantoordeel) zijn in verhouding zeer beperkt en niet in staat de beeldkwaliteit van een bedrijfsgebouw te dragen. De kwaliteit van de bedrijfsbebouwing zal daarom ontleend moeten worden aan het industriële proces.
5.4
mee wordt de functionaliteit van de bedrijven tot onderscheidend aspect in de vormgeving gemaakt. Functioneel. Beton, asfalt, staalplaat, duurzaam materiaal.
5.6
Naar buiten toe afwezig, door waterpartij. Tussen de bedrijven door kunnen hekwerken geplaatst worden, zolang deze aan de voorzijde, richting de hoofdontsluiting representatief van karakter is. Voorgesteld wordt uit te gaan van toepassing van eenzelfde hekwerk (type en kleur) voor alle erfscheidingen aan de straatzijde. Dit zal in een later stadium van de planontwikkeling moeten worden geregeld in een BKP of Parkmanagement.
Organisatie van de bedrijfskavels Bij veel bedrijven binnen de zware industrie is het aandeel bebouwing relatief klein ten opzichte van het (vaak extensieve) terreingebruik (cementcentrale, afvalverwerking). De organisatie van het kavel speelt dus een belangrijke rol in de uitstraling van het terrein intern. Bedrijfskavels zullen daarom met zorg moeten worden ingericht met aandacht voor erfscheidingen, parkeren, logistiek en buitenopslag.
5.5
Erfafscheidingen
Materiaalgebruik Aansluitend op de functionele vormgeving zullen ook de toepassing van materiaal en kleur functioneel zijn. Om eenheid van de bebouwing te kunnen garanderen wordt grijs voorgesteld als basis voor kleurgebruik. Grijs bestaat in vele gradaties en ‘kleuren’ maar heeft de eigenschap zich ingetogen te gedragen. Waardoor rust ontstaat in het beeld van verschil in hoogte, omvang en uitstraling. HierStedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 27 -
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 28 -
12 augustus 2009
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 29 -
12 augustus 2009
Figuur 5: Mogelijkheden om de randen van het DIC vorm te geven
Stedenbouwkundig/beeldkwaliteitplan DIC Rapport
9S6512.01/R00004/700819/BW/DenB - 30 -
12 augustus 2009