Onderwijs- en examenregeling 2015 – 2016 Bacheloropleiding
Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280
Advies afgegeven door Opleidingscommissie,
d.d. 11.06.2015
Instemming verleend conform art. 10.20 WHW door de Centrale Medezeggenschapsraad, ………..
d.d. 27-08-2015
Vastgesteld door het College van Bestuur,
d.d. 28-08-2015………..
NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
1
Inhoud 1
Algemeen ................................................................................. 6
Artikel 1 Begripsbepalingen .................................................................................... 6 Artikel 2
Inhoud van de OER ................................................................................ 8
Artikel 3
Reikwijdte van de OER............................................................................ 8
Artikel 4
Vaststelling en looptijd van de OER ....................................................... 8
2
Toelating tot de opleiding ..................................................... 810
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen .................................................810
Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen .......................................910
Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) (Dit artikel is niet van toepassing) ........................................................... 1011 Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) ....................................................................................... 1011 Artikel 5
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW .................................. 1112
Artikel 6
Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept .............. 1112
Artikel 7 diploma
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo1113
Artikel 8
Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW ................. 1213
Artikel 9
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) ................ 1213
Artikel 10
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen ...................................... 1314
Artikel 11
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring ....................................... 1314
Artikel 12 7.28 WHW
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. ................................................................................................... 1315
Artikel 13
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW ........................... 1416
Artikel 14
Toelating tot de post-propedeutische fase ......................................... 1516
Artikel 15
Doorstroom Associate degree .......................................................... 1517
Artikel 16
Rechtsbescherming ........................................................................ 1617
Artikel 1
Beoordeling Onderwijs- en examenregeling ....................................... 1617
Artikel 2
Doelstelling van de opleiding ........................................................... 1617
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
2
Artikel 3
Inrichting en studielast van de opleiding .............................................. 1618
Artikel 4
Voertaal in het onderwijs ................................................................ 1718
Artikel 5
Voorzieningen voor student met functiebeperking .............................. 1719
Artikel 6
Samenstelling van de propedeutische fase ........................................... 1719
Artikel 7
Samenstelling van de postpropedeutische fase .................................. 1819
Artikel 8
Samenstelling Associate-degreeprogramma ...................................... 1819
Artikel 9
Minor ........................................................................................... 1819
Artikel 10
Studeren in het buitenland .............................................................. 1920
4
Examens en getuigschriften ............................................... 2021
Artikel 1
De examens van de opleiding .......................................................... 2021
Artikel 2
Toekenning graden ........................................................................ 2021
Artikel 3
Getuigschriften .............................................................................. 2122
Artikel 4
Toekenning getuigschriften ............................................................. 2122
Artikel 5
Ondertekening getuigschriften ......................................................... 2223
Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften ................................ 2223
Artikel 7
Cum laude-regeling ........................................................................ 2223
Artikel 8
Verklaringen.................................................................................. 2324
Artikel 9
Rechtsbescherming ........................................................................... 2325
5
Tentaminering en beoordeling ............................................ 2425
ALGEMEEN ...................................................................................................... 2425 Artikel 1
Examen ........................................................................................... 2425
Artikel 2
Onderwijseenheid ............................................................................. 2425
Artikel 3
Tentamen ........................................................................................ 2425
Artikel 4
Vrijstelling algemeen (was art. 10, exclusief lid 2) ................................ 2426
Artikel 5
Vrijstelling studenten IBC (site) .......................................................... 2627
(Dit artikel is niet van toepassing) ...................................................................... 2627 Artikel 6
Fraude en plagiaat ............................................................................ 2627
Artikel 7
Onderwijscontract ............................................................................. 2628
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
3
Artikel 8
Intellectueel eigendom ...................................................................... 2728
Artikel 9
Gestelde eisen tentamens .................................................................. 2728
Artikel 10
Vorm van de tentamens ................................................................. 2728
Artikel 12
Tijdvakken en frequentie van tentamens ........................................... 2829
VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING ................................................................ 2830 Artikel 13
Procedure inschrijven voor een tentamen.......................................... 2830
TIJDENS TENTAMINERING ................................................................................. 2931 Artikel 14 ........................................................................................................ 2931 Artikel 15
Digitale tentamen .......................................................................... 3132
Artikel 16
Mondelinge tentamen ..................................................................... 3132
Artikel 17
Toezicht bij tentamens ................................................................... 3133
NA TENTAMINERING ......................................................................................... 3133 Artikel 18
Vaststelling van de beoordelingen .................................................... 3133
Artikel 19
Normering van de beoordelingen ..................................................... 3234
Artikel 20
Toekenning van studiepunten .......................................................... 3334
Artikel 21
Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen .......................... 3335
Artikel 22
Inzage van tentamens .................................................................... 3435
Artikel 23
Geldigheidsduur van studieresultaten ............................................... 3435
Artikel 24
Bewaring van afgelegde tentamens .................................................. 3436
Artikel 25
Rechtsbescherming ........................................................................ 3536
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies ....................... 3637
Artikel 1
Studieloopbaanbegeleiding ................................................................. 3637
Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling ......................................................................... 3637 Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling ......................................................................... 3738 Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ....................... 3739
Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) .............................. 3840
Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase ............... 3940
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
4
Artikel 7
Verwijzing in de postpropedeutische fase ............................................. 3941
Artikel 8
Rechtsbescherming ........................................................................ 4041
7
Examencommissie .............................................................. 4142
Artikel 1
8
Instelling en samenstelling Examencommissie ................................... 4142
Slot- en invoeringsbepalingen ............................................ 4243
Artikel 1
Hardheidsclausule .......................................................................... 4243
Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden ............................................................. 4243
Artikel 3
Bekendmaking van de regeling ........................................................ 4243
Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding ............................................................ 4243
Bijlage A .................................................................................. 4344 Bijlage B .................................................................................. 5052 Bijlage C .................................................................................. 8890 Bijlage E .............................................................................. 162164
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
5
1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen [De hieronder opgenomen begripsbepalingen moeten ongewijzigd worden overgenomen. Het is niet toegestaan eigen begrippen toe te voegen]. In deze OER wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; EVC: eerder verworven competenties; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
6
vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
7
Artikel 2 Inhoud van de OER 1. In deze OER wordt per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en het propedeutisch examen en het post-propedeutisch examen. Artikel 3
Reikwijdte van de OER
1. Deze OER is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd, crohonummer 34280 verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. 6. De OER geldt voor alle cohorten. In geval van wijzigingen in de OER ten opzichte van voorgaand(e) ja(a)r(en), wordt een overgangsregeling in bijlage E van de OER opgenomen. Artikel 4
Vaststelling en looptijd van de OER
1. Deze OER wordt, met instemming van de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze OER te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De OER geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de OER niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van het College van Bestuur.
2 WHW:
Toelating tot de opleiding 7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
8
onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Naast de in artikel 1 genoemde vooropleidingseisen gelden de volgende nadere vooropleidingseisen voor rechtstreekse toelating tot de opleiding. a. Met diploma mbo-niveau 4
Gezondheidszorg
Landbouw en natuurllijke omgeving
Onderwijs
Taal en cultuur
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
#
*
*
*
*
#
Techniek
Gedrag en maatschappij
HBO-sector
Economie
MBO-domein
Werktuigbouwkunde
Opleiding
Bouw en infra
Afbouw, hout en * onderhoud Techniek en # procesindustrie Ambacht, * laboratorium en gezondheidstechniek Media en * vormgeving Informatie en * communicatietechnologie Mobiliteit en * voertuigen Transport, * scheepvaart en logistiek Handel en * ondernemerschap Economie en * administratie Veiligheid en sport * Uiterlijke verzorging * Horeca en bakkerij * Toerisme en * recreatie Zorg en welzijn # Voedsel, natuur en # leefomgeving * = Toelaatbaar; # = Niet Toelaatbaar
* * * *
* * * *
* * * *
* * * *
* * * *
* * * *
* *
* *
* *
* *
* *
* *
Een aspirantstudent die zich aanmeldt op grond van een MBO-4 opleiding die niet binnen het domein Techniek en procesindustrie valt, zal een intakegesprek Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
9
krijgen met de teamleider van de opleiding. In dit gesprek wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de opleiding te volgen en beschikt over basiskennis van de Natuurkunde en Wiskunde (-B) op HAVOeindexamen niveau. Naar aanleiding van de bevindingen van dit gesprek krijgt de aspirant-student een advies om de aanmelding al dan niet te handhaven. b. Met diploma havo: havo
profiel NT NG Werktuigbouwkunde * nat of nlt * = Toelaatbaar; # = Niet Toelaatbaar
EM #
CM #
c. Met diploma vwo: vwo
profiel NT NG Werktuigbouwkunde * nat of nlt * = Toelaatbaar; # = Niet Toelaatbaar
EM nat
CM #
Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) (Dit artikel is niet van toepassing) 1. Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs gelden voor aankomende studenten met een havo en/of mbo-niveau 4 diploma als vooropleiding, bijzondere nadere vooropleidingseisen. 2. Een aankomend student met een vwo-diploma, afgeronde hbo- of wo-opleiding als vooropleiding zijn van de bijzondere nadere vooropleidingseisen vrijgesteld. 3. De bijzondere nadere vooropleidingseisen hebben betrekking op de kennisgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek, vergelijkbaar met niveau havo-3/vmbo-t4 . 4. Op basis van die eisen toont de aankomende student voor de inschrijving bij de opleiding tot leraar basisonderwijs aan, te beschikken over voldoende kennis om te kunnen deelnemen aan die opleiding. Artikel 4
Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) (Dit artikel is niet van toepassing)
1. De aankomend student als bedoeld in artikel 3 lid 4, kan aantonen over de gevraagde kennis te beschikken door middel van: a. het overleggen van een een havo en/of mbo-niveau 4 diploma en wat betreft de vakken die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma, de bij het diploma behorende cijferlijst of resultatenlijst waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt, of b. in voorkomende gevallen, al dan niet in aanvulling op het overleggen van een diploma als bedoeld in onderdeel a, het overleggen van een of meer certificaten als bedoeld in artikel 7.4.11, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt. 2. Indien de aankomend student niet voldoet aan het eerste lid, kan hij aantonen over de kennis, bedoeld in artikel 3, te beschikken door het met goed gevolg Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
10
afleggen van een toets. 3. Een aankomend student in het bezit van een buitenlands diploma dat aantoonbaar tenminste gelijkwaardig is aan de diploma’s genoemd in art. 3 lid 1 dient aan het einde van de propedeutische fase aangetoond te hebben te beschikken over de vereiste kennis als bedoeld in artikel 3 lid 4. Indien hier niet aan wordt voldaan wordt de inschrijving per eerst mogelijke datum beëindigd. 4. Het College van Bestuur stelt de aankomende student in de gelegenheid de in lid 2 bedoelde toets af te leggen conform de “Regeling Toetsing Bijzondere Nadere vooropleidingseisen OLB Stenden Hogeschool” Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 6
Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept (Dit artikel is niet van toepassing)
1. Gelet op de organisatie en inrichting van het onderwijs van de opleiding Hoger Hotelonderwijs gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: 2. Gelet op de benodigde kennis en vaardigheden voor de opleiding Creatieve Therapie gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure:
Artikel 7
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (Dit artikel is niet van toepassing)
1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
11
2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 8
Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW (Dit artikel is niet van toepassing)
1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: * cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.] Artikel 9
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek als bedoeld in lid 1 te stellen eisen van de opleiding zijn: a.
Een positief advies op basis van een intake. Voorafgaand aan het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder vindt er een intake plaats tussen de teamleider van de opleiding en de aspirantstudent. In de intake wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de opleiding te volgen, beschikt over enige kennis van werktuigbouwkunde en relevante werkervaring en opleiding(en) en voldoende gekwalificeerd is op het gebied van wis- en natuurkunde. Naar aanleiding van de bevindingen wordt aan de aspirant-student een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder.
b. Een positief afgerond Algemeen Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder. c. Voldoende kwalificaties op het gebied van Wiskunde B en Natuurkunde, beide op HAVO eindexamenniveau. De aspirant-student dient dit aan te tonen door middel van het overleggen van een geldig certificaat waaruit blijkt dat hij met goed gevolg deelgenomen heeft aan toelatingstoetsen voor beide vakgebieden. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
12
opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 10
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (Dit artikel is niet van toepassing)
1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 11
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring
1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 12
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
13
2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien het College van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 13. Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
14
vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. [Indien van toepassing de eis die voor hen aan de beheersing van de Nederlandse taal wordt gesteld, is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende opleiding.] 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 14
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis a. het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding, of b. het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van een opleiding met hetzelfde CROHO van een andere instelling voor hoger onderwijs. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 15
Doorstroom Associate degree
1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
15
Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 16 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via
[email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
3
Onderwijsprogramma
WHW:
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14
Artikel 1
Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
3. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Werktuigbouwkunde dat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds of duaal ingericht en wordt verzorgd door de School of Media & Entertainment Management and Technology. 3. De voltijds en of duale opleiding kent geen afstudeerrichting(en). De voltijds en of duale opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. (dit artikel is niet van toepassing) De afstudeerrichting [Naam afstudeerrichting invullen] is [kies alternatief] voltijds [of] deeltijds ingericht. De afstudeerrichting kent een studielast van [aantal studiepunten invullen] studiepunten. 5. (dit artikel is niet van toepassing) Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten (tenminste 120) invullen]. 6. (dit artikel is niet van toepassing) De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
16
Examencommissie. 7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt (mits er geen vrijstelling is verleend voor de stage): de volledige major van drie en een half studiejaar ; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt 186 EC (mits de student alle studieonderdelen daadwerkelijk in de praktijk kan uitvoeren); c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden gedurende de basisjaren van de opleiding (de eerste twee en een half jaar) door de studiecoach halfjaarlijks beoordeeld. Beoordeling vindt plaats op basis van een leercontract. De stage en afstudeerstage (mits er geen vrijstelling is verleend voor de stage) worden beoordeeld op basis van eisen die gesteld zijn in de stage- en afstudeerhandleiding. Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten).
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
17
Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en)- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8
Samenstelling Associate-degreeprogramma (Dit artikel is niet van toepassing)
1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. [indien niet van toepassing de tekst in dit artikel vervangen door de woorden Niet van toepassing] Artikel 9
Minor
1. Een minor is een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 105 studiepunten uit het post-propedeutisch programma zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
18
7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is. Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 2. Een student behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van de Examencommissie van de opleiding om in het buitenland te mogen studeren.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
19
4
Examens en getuigschriften
WHW:
7.3, 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33
Artikel 1
De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard. Artikel 2
Toekenning graden1
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor of Engineering, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is afgelegd. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree [afgesproken aanduiding van de graad invullen], aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een AssociateAls gevolg van de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid zal mogelijk een afwijkende titulatuur bij de graad worden gevoerd. 1
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
20
degreeprogramma. (Dit artikellid is niet van toepassing) Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan. 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 19 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. de studielast van de opleiding; e. de Grading Table van de opleiding. Artikel 4 Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
21
voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding op het moment van toekenning. Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van de tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tenminste tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7 Cum laude-regeling 1. [indien dit artikellid niet van toepassing is, dit vermelden als DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING] De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift van de bacheloropleiding of het daaraan verbonden associate degreeprogramma. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het associate-degreeprogrammagetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 3. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
22
4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 5. Indien van toepassing verklaard in lid 1 van dit artikel geeft de Examencommissie het predicaat cum laude bij het behalen van het propedeusegetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; f. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. 6. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het associate-degreeprogrammagetuigschrift en/of bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische en postpropedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. De student heeft minimaal een 8,0 behaald voor de afstudeerscriptie. f. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; g. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX).
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
23
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
5
Tentaminering en beoordeling
WHW:
7.3, 7.10, 7.12b, 7.13
ALGEMEEN Artikel 1 Examen 1. Aan elke opleiding is een examen verbonden. 2. Aan de propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. 3. Aan de post-propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. Artikel 2 Onderwijseenheid 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. 2. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van het instellingsbestuur plaatsvinden. Artikel 3 Tentamen 1. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. 2. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de tentaminandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Indien de tentamens van een tot de opleiding of propedeutische fase van een bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in het tweede lid. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg afgelegd hoeft te zijn om vast te stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd. Artikel 4 Vrijstelling algemeen (was art. 10, exclusief lid 2) 1. De examencommissie heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
24
2. De OER bevat de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen het afleggen van één of meerdere tentamens. 3. Een vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. a. Studenten met het diploma MBO Werktuigbouwkunde of Mechatronica (allen niveau 4) zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische fase: i. CAD/CAM/CAE 1; ii. Methodisch ontwerpen 1; iii. Wiri 1; iv. Wiri 2; v. Materiaalkunde 1; vi. Geregelde systemen 1. b. Studenten met het diploma MBO Fijnmechanische techniek (niveau 4) zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische fase: i. CAD/CAM/CAE 1; ii. Methodisch ontwerpen 1; iii. Wiri 1; iv. Wiri 2; v. Materiaalkunde 1. c. Studenten met het diploma MBO Werktuigbouwkunde van het Drenthe College die het schakeltraject van Stenden met een positieve beoordeling hebben afgerond zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische fase: i. CAD/CAM/CAE2; ii. Project W1; iii. Methodisch ontwerpen 2. d. Studenten met het VWO diploma met een positieve beoordeling voor het vak Wiskunde B zijn vrijgesteld van het afleggen van toetsen van de volgende onderwijseenheid: i. Wiskunde 1 4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVCrapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
25
overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen is betrokken. Artikel 5
Vrijstelling studenten IBC (site)
(Dit artikel is niet van toepassing) 1. Studenten studerend op één van de IBC’s (site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. 2. Om toegelaten te worden tot het in lid 1 bedoelde opleidingsjaar bij Stenden Nederland geldt de procedure “Diplomering sites” en het bijbehorende vrijstellingenbeleid Examencommissie van de opleiding dat als bijlage bij het Studentenstatuut is opgenomen. Artikel 6 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Ten aanzien van fraude en of plagiaat geldt het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 7 Onderwijscontract 1. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de tentamens op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 2. Een student die voldoet aan de criteria van de Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de tentamens, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
26
3. Afspraken als resultaat van de in lid 1 en 2 genoemde verzoeken worden vastgelegd in een individueel onderwijscontract. Artikel 8 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 9 Gestelde eisen tentamens 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. De toegestane hulpmiddelen en beoordelingsnormen zijn vermeld in het moduleboek van de betreffende onderwijseenheid. 2. Van een tentamen dat bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen van het lopende opleidingsjaar. Indien door curriculumwijzigingen de onderwijseenheid niet meer wordt aangeboden dan gelden de regelingen zoals vermeld in bijlage D. Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze en in de vorm zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Van een tentamen dat bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 3. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel voldoen aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 9. 4. Van de bepaling in lid 2 kan om organisatorische en/of onderwijskundige redenen worden afgeweken indien het niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. Artikel 11
Volgtijdelijkheid tentamens
1. De OER bevat het overzicht van het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden. 2. De OER bevat de informatie over, waar nodig de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
27
tot het afleggen van de tentamens en examens. 3. De tentamens van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd, met uitzondering van de bepalingen in de volgende leden van dit artikel. 4. Aan de tentamens van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: a. Minor Engineering Machinebouw na het behalen van Geregelde Systemen 3 en 4, Constructieleer 2 en Sterkteleer 1 en 3; b. Sterkteleer 3 na het behalen van Sterkteleer 1 en Constructieleer 2; c. Quality Engineering 5 na het behalen van Quality engineering 3; d. Stage na het behalen van 69 studiepunten uit de post-propedeutische fase; e. Afstuderen na het behalen 141 studiepunten uit de post-propedeutische fase. 5. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3. Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamengelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven. Tot het maken van het betreffende tentamen bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de tentamengelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een tentamengelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende tentamengelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING Artikel 13 Procedure inschrijven voor een tentamen 1. Voor mondelinge tentamens en voor tentamens ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
28
Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt hiertoe met de begeleidend docent een afspraak. 2. Voor andere tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamenkans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESRToetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR-Toetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan het tentamen én een tentamenkans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESRToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamengelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartentamenrooster per opleiding. Het definitieve rooster wordt uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f.
Verzoek tot wijziging van intekening of na-inschrijving voor een tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de tentamenperiode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESRToetsservicebureau worden verwerkt.
g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. TIJDENS TENTAMINERING Artikel 14 Bij het afleggen van een tentamen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
29
3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 8. Het is niet toegestaan om het tentamen te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 9. De student dient -indien van toepassing- op tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f.
naam studentnummer / relatienummer toets en/of tentamen aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd datum waarop aan het tentamen is deelgenomen handtekening van de student
10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 14. De tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijk tentamen te hebben deelgenomen als de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de tentamenvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
30
noteren door een surveillant van het tentamen. Daarnaast schrijft de student binnen twee werkdagen een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van het tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. Na afloop van deze termijn wordt de tentamensleutel gepubliceerd. Artikel 15 Digitale tentamen (dit artikel is niet van toepassing) 1. Bij het afleggen van digitale tentamens moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: a. ….. b. ….. Artikel 16 Mondelinge tentamen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald op verzoek van de student. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 17 Toezicht bij tentamens 1. De Examencommissie wijst (een) examinator/-en aan die aanwezig is bij in ieder geval de aanvang en het einde van de afname van de betreffende tentamen(s) en tijdens de betreffende tentamen(s) terstond beschikbaar. 2. Namens de Examencommissie zijn door het ESR - IRC toetsbureau surveillanten aangesteld die belast zijn met de handhaving van de orde tijdens de afname van het tentamen. De surveillanten dienen aanwijzingen van de examinator op te volgen. 3. De surveillanten dienen 15 minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenruimte aanwezig te zijn om de vereiste voorbereidingen te treffen. De hoofdsurveillant dient 30 minuten voor aanvang in de toets- en of tentamenruimte aanwezig te zijn. 4. Bij schriftelijke tentamens is per ruimte tenminste één surveillant aanwezig. 5. Bij mondelinge tentamens kan worden volstaan met één examinator, tenzij bepaald is dat meer examinatoren noodzakelijk zijn. NA TENTAMINERING Artikel 18 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
31
gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk, of in geval van een groepsopdracht tot een voor elke betrokken student herleidbaar individuele beoordeling. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 5. De datum waarop een student een tentamen heeft behaald is de datum waarop het afgelegde tentamen is beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondeling tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van dat tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor het tentamen heeft voldaan. Artikel 19 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamenuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt 5 werkdagen na bespreking van de toets.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
32
7. Indien de student een reeds eerder afgelegd tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 20 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)tentamens, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)tentamens en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit het minorprogramma is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop het afgelegde tentamen, c.q. de laatste deeltoets is beoordeeld inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 21 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.NET). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.NET. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en tentamenopgaven door de afdeling ESR-Toetsservicebureau Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
33
gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 22 Inzage van tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamenperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid2. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamenwerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Artikel 23 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 24 Bewaring van afgelegde tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamenwerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijk tentamen de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamenwerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde 2
34
door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm het tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende vijftig jaren in het archief bewaard. Artikel 25 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
35
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaanbegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2
Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
Onderstaande bepalingen gelden zowel voor de voltijd als duale opleiding: 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
36
een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: (niet van toepassing). 5. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 6. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 7. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3
Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
37
zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaanbegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e.
ziekte zwangerschap bijzondere familieomstandigheden lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Indien een student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 2. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. 3. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
38
een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 4. Een student dient bij een hernieuwde inschrijving als bedoeld in lid 1 wettelijk te worden beschouwd als een ‘student derde jaar van inschrijving’, op basis waarvan aan deze student geen Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer kan worden verstrekt. Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaanbegeleider een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaanbegeleider maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7
Verwijzing in de postpropedeutische fase
(dit artikel is niet van toepassing.] 1. [Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3 vervangen door Niet van toepassing] Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 2. [Alternatief 2] De Examencommissie kan beslissen dat een student in de postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
39
3. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. b.
de studieresultaten van de student: [Nadere eisen invullen] en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting:[Nadere eisen invullen].
4. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 8
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 3. Het instellen van beroep bij het COBEX of het CBHO heeft geen schorsende werking, in die zin dat het verstrekte bindend studieadvies met afwijzing (NBSA) in stand blijft totdat in het beroep een andersluidende onherroepelijke uitspraak is gedaan.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
40
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool behorende bij het Studentenstatuut.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
41
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3
Bekendmaking van de regeling
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Werktuigbouwkunde voltijd, crohonummer 34280 en treedt in werking op 1 september 2015.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
42
Bijlage A Competenties en onderwijsprogramma van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau. In de tabel wordt de relatie tussen de Dublin-descriptoren, de HBO-standaard en de domeincompetenties beschreven.
Dublindescriptoren
HBO-standaard
competenties
Kennis en inzicht
Gedegen theoretische basis Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap
Toepassing kennis en inzicht
Gedegen theoretische basis Professioneel vakmanschap
Oordeelsvorming
Gedegen theoretische basis Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie
Communicatie
Professioneel vakmanschap
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
Onderzoeken Analyseren Ontwerpen Realiseren Beheren Managen Adviseren Professionaliseren Onderzoeken: doel vaststellen Analyseren Ontwerpen Realiseren: normen, assembleren Beheren Managen: opzetten (deel-)project Adviseren: advies onderbouwen Professionaliseren Onderzoeken: onderzoek opzetten en uitvoeren Analyseren: bepalen hoofd- en bijzaken, resultaten kunnen interpreteren Ontwerpen: oplossingsroute, gebruik hulpmiddelen Realiseren: product of proces verifiëren Beheren: verifiëren performance Managen: sturen werkzaamheden Adviseren: behoeften verduidelijken Professionaliseren: zelfstandig leerstrategie bepalen, flexibele houden, verantwoorde keuzes maken Onderzoeken: resultaten structureren en conclusies trekken, rapporteren, aanbevelingen doen Analyseren: formuleren probleemstelling, opstellen programma van eisen Ontwerpen: technisch dossier Realiseren: technisch dossier Beheren: terugkoppeling Managen: taakgericht communiceren, begeleiden en 43
Leervaardigheden
Gedegen theoretische basis Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap
samenwerken (intern, multidisciplinair, international) Adviseren: inleven klant, behoeft klant verhelderen, advies onderbouwen, relaties opbouwen en onderhouden Professionaliseren: constructief, communiceren in Nederlands en Engels Onderzoeken: aanbevelingen doen Professionaliseren
Tabel 19: relaties Dublin-descriptoren, HBO-standaard en domeincompetenties
Body of Knowledge and Skills (BoKS) Inleiding In dit hoofdstuk is een algemene omschrijving van de inhoud van de moduleclusters opgenomen. De verzameling van al deze beschrijvingen vormt de Body of Knowledge & Skills (BoKS) van de opleiding werktuigbouwkunde. De BoKS is de groepering van kennis en vaardigheden die in een specifieke opleiding worden gedoceerd. Deze kennis en vaardigheden dienen studenten zich eigen te maken om competent te worden in het beroep. In de bijlagen B en C is een verzameling van beschrijvingen van alle modules opgenomen. Daarin wordt de BOkS verder uitgewerkt. cluster Ontwerpen en ontwikkelen
Omschrijving Het moderne bedrijfsleven is steeds meer georiënteerd op duurzame producten vanuit een verantwoordelijkheid voor de toekomst. In de modules in dit cluster worden competenties getoetst die te maken hebben met ontwerpen en duurzame productontwikkeling.
CAD/CAM/CAE1&2: de student leert over en oefent met verschillende productietechnieken en werkvoorbereiding. de student leert parametrisch te modelleren op NX. MO1&2: de student leert hoe een systeem is opgebouwd uit componenten. Hij leert de theorie van het methodisch ontwerpen omzetten tot te komen tot een technisch ontwerp. DPO&O1: Hoe een product wordt ontwikkeld qua activiteiten in de fasen in het productontwikkelingsproces wordt geoefend aan de hand van een opdracht. De student verdiept zich in de milieuimpact. Hierbij maakt hij gebruik van het programma Simapro om Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
44
een Levenscyclus analyse (LCA) te maken en de milieu-effecten van dit product door te rekenen in de levenscyclus van een product: productie, gebruik en afdanking. Dit helpt hem bij het duurzaam ontwerpen van producten. DPO&O2: Het duurzame ontwerpen wordt geoefend aan de hand van actiepunten waarop inhoudelijk gelet moet worden bij het ontwerp van voorgaand product. Bij het gebruik van duurzame gebruiksgoederen is de toepassing van kunststoffen niet meer weg te denken. Om rekening te kunnen houden met het spaarzaam gebruik van materialen worden ontwerpmethoden en de bijbehorende berekeningsmethoden voor kunststof producten toegepast. DPO&O3: In deze module binnen dit cluster wordt ook een product gerealiseerd met behulp van de meest gebruikte productiemethode voor kunststoffen spuitgieten. Hiervoor wordt het spuitgietproces gesimuleerd en een matrijs voor een spuitgietmachine ontworpen. Fundamentele werktuigbouwkunde
Om een apparaat of installatie werktuigbouwkundig te kunnen ontwikkelen, ontwerpen en onderhouden heeft de student kennis & inzicht nodig uit modules, die het fundament leggen voor dit inzicht en deze kennis. De clustering, die voor de hand ligt omdat de inhoud van de modules met elkaar te maken heeft, bevat de volgende modules: Materiaalkunde: Hiermee is kennis & inzicht te verkrijgen in het verband tussen de samenstelling en structuur van materialen aan de ene kant en hun eigenschappen aan de andere kant. Belangrijke materialen, die toegepast worden in werktuigbouwkundige constructies, zijn metalen en kunststoffen. Dynamica: gevolgen van krachten voor de beweging van voorwerpen. Het laatst genoemde onderscheidt dit vak van statica. In apparaten en installaties bewegen veel onderdelen. Statica: evenwicht van constructies, die onderhevig zijn aan krachten. Zo mag een constructie onder zijn eigen gewicht en de te verwachten belasting niet bezwijken, verschuiven of kantelen. Sterkteleer: Hiermee is kennis & inzicht te verkrijgen in de voorwaarden, waaraan stilstaande en bewegende constructies moeten voldoen om niet te bezwijken, de gewenste stijfheid te hebben en voldoende duurzaam te zijn.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
45
Constructieleer: Met behulp van berekeningen is kennis & inzicht te verkrijgen in de stijfheid en sterkte van constructies. Warmteleer: Hiermee is kennis & inzicht te verkrijgen in de werking en inrichting van de apparaten en installaties waarin gewenste energieomzettingen worden gerealiseerd. Mechanische energie wordt meestal verkregen door transformatie van thermische energie en wordt voor allerlei doeleinden toegepast. Stromingsleer: Hiermee is kennis & inzicht te verkrijgen in verscheidene technische stromingsverschijnselen. Bij de omzetting van de ene energievorm in de andere, speelt heel vaak de stroming van één of meerdere vloeibare of gasvormige stoffen een grote rol. Quality engineering
De cluster Quality Engineering wordt aandacht besteed aan kansrekenen, statistiek, procesbeheersing, kwaliteitsmanagementssytemen, bedrijfszekerheid en Lean Six Sigma. On-line Quality Engineering : procesbeheersing gebaseerd op SPC: Statistical Proces Control. Theorie (toegepaste kansrekening en statistiek) en praktijk (het produceren van producten met een spuitgietproces en bewerken van meetgegevens). In de uitwerking worden uitschieters gedetecteerd, verdelingen gekarakteriseerd (normaal en niet-normaal) , regelkaarten gemaakt, Cp en Cpk waarden berekend, tussen-holte verschillen getest m.b.v. statistische verschiltoetsen voor varianties en gemiddelden. Later wordt e.e.a. geplaatst in de context van Lean Six Sigma (LSS). Kwaliteitsmanagement: De basiskenmerken van een kwaliteitsmanagementsysteem worden bestudeerd, t/m de opbouw van ISO 9000 en van ISO-TS 16949. De filosofie achter Six Sigma en Lean Six Sigma wordt behandeld en geplaatst in het kader van het streven naar Continuous Improvement en Innovatie. Elementen uit de LSS-toolbox worden behandeld: reductie van variatie, werken in projecten, pull en perfectie, Value Stream Mapping, 6S, SMED, kanban, SPC, Design- en process-FMEA, Validatie van meetsystemen (Gage R&R), DoE (Design of Experiments), Robuust optimaliseren. Voor levensduurproblemen wordt de theorie van faalgedrag behandeld t/m modellering middels Weibull-verdelingen. Minitab software wordt gebruikt voor de uitvoering van opdrachten.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
46
Geregelde Systemen
In Geregelde Systemen 1 maakt de student kennis met industriële automatisering. Hij maakt kennis met verschillende componenten van automatisering: hydrauliek, pneumatiek, elektrische systemen, besturing en sensoren. In een practicum doet de student ervaring op met het simuleren en besturen van een aantal eenvoudige geregelde systemen. In Geregelde Systemen 2 worden elementaire begrippen uit de kinematica verdiept (de theorie waarmee bewegingen beschreven kunnen worden) en dynamica (wetten van Newton, krachtenleer, impulswet) aan de orde. In Geregelde Systemen 3 worden elementaire begrippen uit de meet en regeltechniek behandeld. In Geregelde Systemen 4 gaat de student aan de slag met populaire industriële hardware componenten. Hij brengt een servo besturing in regeling. Hij maakt een proof of principle (POP) opstelling met hardware en brengt deze in regeling.
Wiskunde
In Wiskunde 1 wordt een gedeelte van de HAVO wiskunde B herhaald om zodoende een voldoende basisniveau te garanderen van de wiskundige kennis en vaardigheden, die voor de beroepspraktijk zijn vereist. In Wiskunde 2 maakt de student kennis met het opstellen van wiskundige modellen van technische processen. Aan de hand van concrete voorbeelden zal een aantal wiskundige begrippen worden behandeld. De kennis en vaardigheden met betrekking tot de onderwerpen exponentiële functies, logaritmen en differentiëren worden herhaald en uitgebreid. Daarbij worden twee nieuwe onderwerpen geïntroduceerd: differentiaalvergelijkingen en integreren. Bovendien maakt de student kennis met het computerprogramma MathCad, waarmee wiskundige berekeningen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd. In de module Wiskunde 3 maakt de student nader kennis met het opstellen en gebruiken van wiskundige technieken. De kennis en vaardigheden met betrekking tot de onderwerpen (partieel) differentiëren en integreren wordt herhaald en uitgebreid. Nieuwe onderwerpen als differentiaalvergelijkingen en complexe getallen worden geïntroduceerd.
Bedrijfskunde
In Management en Organisatie 1 gaat het om het functioneren van organisaties en de wijze waarop deze worden aangestuurd, kortweg organisatie en management.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
47
Generieke Modules
Studeren op HBO niveau betekend meer eigen regie in handen nemen: ‘Je bent zelf verantwoordelijk voor je studie. Je leert ontdekken wie je bent, en wat je na je afstuderen in huis moeten hebben om een goede professional te kunnen zijn.
In het onderdeel studieloopbaanbegeleiding maak je een begin met het kijken naar je zelf, naar je competenties en naar het zogenaamde beroeps- en opleidingsprofiel. Om je eigen ontwikkelingsproces goed vast te leggen en te kunnen volgen, maak je een portfolio en een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP), dat, net als jij je gehele studieloopbaan blijft ontwikkelen.’
Een centrale thema binnen de studieloopbaanbegeleiding is: “werk maken van jezelf”. ‘Je gaat zelfstandig aan de slag met een aantal competenties. Deze worden in de voltijdsopleiding voorgeschreven. Studenten in de duale opleiding stellen een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP) op, dat dient als leercontract. Hierin heeft de duale student een bepaalde keuzevrijheid. Werk maken van jezelf is in principe nooit klaar en ook tijdens jouw actieve loopbaan blijf je jezelf ontwikkelen. De student maakt kennis met de Deming Circle.
In het onderdeel Mondelinge Communicatie wordt ingegaan op effectief mondeling presenteren. Daarbij staan drie zaken centraal: het doel, het publiek en de hulpmiddelen. Tevens moet je als Hbo’er effectief kunnen vergaderen. In deze module leer je de spelregels, de voorbereiding, hoe je een vergadering leidt en hoe je een zo actief mogelijke bijdrage kan leveren.
In het onderdeel Schriftelijke Communicatie 1 wordt aandacht besteed aan rapporten schrijven, goed citeren (plagiaat voorkomen), samenvatten en argumenteren. Je leert jezelf gepast schriftelijk uit te drukken en je gebruikt hiervoor IT faciliteiten. Je maakt complexe informatie schriftelijk duidelijk en je stuurt de juiste boodschap naar de juiste doelgroep via het juiste kanaal.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
48
In het onderdeel Schriftelijke Communicatie 2 richt de student zich op het schrijven van een literatuurverslag. Een literatuurverslag is een onderdeel van diverse onderzoeksrapporten die je tijdens je opleiding zult schrijven. Verslagen, moduleopdrachten en je scriptie bevatten allen een soort van literatuuronderzoek.
In de module Engels I leer je Engels zowel schriftelijk als mondeling toepassen in het vakgebied. Integratieve modules
Het leerbedrijf van de opleiding werktuigbouwkunde begeleidt voltijds studenten bij het uitvoeren van projecten. In het project W1 doorlopen de voltijds studenten de complete Product Life Cicle bij het methodisch ontwerpen, ontwikkelen en testen van een karretje met energiebron. In het project W2 ligt de nadruk op onderzoek en innovatie. De duale studenten volgen de introducerende lessen bij de projecten en passen het geleerde toe in eigen projecten op de werkvloer. Zowel voltijds als duale studenten werken in stages, minoren en tijdens het afstuderen aan het verdiepen en verbreden van hun competenties.
Tabel 26: BoKS opleiding Werktuigbouwkunde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
49
Bijlage B Overzichtstabel A: Contacturen propedeuse opleiding werktuigbouwkunde voltijds/duaal Opleiding:
Werktuigbouwkunde
Studiejaar:
2015-2016
Contactuur (in minuten):
45
Aantal onderwijsweken per jaar:
36
Gemiddeld aantal contacturen per week:
20.5 (voltijds) 12 (duaal)
Aantal onderwijsweken per periode
8
Contacturen 1e jaar voltijds/duale bacheloropleiding
Hoorcolleges
Hoorcolleges
Periode 1
32/32
Periode 2
64/64
PGO
werkcolleges/practica Excursies/werkveldbezoek
Periode 3
Periode 4
64/64
64/64
224/ 224
12/8
12/8
24/16
64/32
100/32
128/32
128/32
420/12 8
8/0
8/0
8/0
8/0
32/0
Stagebegeleiding Studiebegeleiding Tentamens
Totalen
0 8/16
8/16
8/16
8/16
32/64
2/2
4/4
2/2
4/4
12/12
114/ 114
184/ 122
220/ 140
220/ 142
738/ 444
Aantal dagen stage (indien van toepassing) Tabel 27: contacturen 1e studiejaar opleiding Werktuigbouwkunde
Bovenstaande gegevens zijn verkregen op basis van geroosterde contacturen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
50
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase Het onderwijsprogramma voor de propedeutische fase Werktuigbouwkunde bestaat uit een programma van 60 credits. Het curriculum van de hoofdfase is opgebouwd uit bouwstenen. In een Module staat een beroepsgeorienteerd thema centraal. De inhoud van een Module kan bestaan uit relevante theorie, praktijkopdrachten of een projectopdracht. Het onderwijsprogramma kent bouwstenen voor de voltijds en/of duale opleiding. Periode 1.1 Module
Studieloopbaanbegeleiding 1A (vervolg 1B in periode 4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving Studeren op HBO niveau betekend meer eigen regie in handen nemen. Je bent zelf verantwoordelijk voor je studie. Je leert ontdekken wie je bent, en wat je na je afstuderen in huis moeten hebben om een goede professional te kunnen zijn. In het onderdeel studieloopbaanbegeleiding maak je een begin met het kijken naar je zelf, naar je competenties en naar het zogenaamde beroeps- en opleidingsprofiel. Om je eigen ontwikkelingsproces goed vast te leggen en te kunnen volgen, maak je een portfolio en een pop, dat, net als jij je gehele studieloopbaan blijft ontwikkelen.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
I
51
Doelstellingen Na het voldoende voltooien van deze Module:
heb je inzicht in het curriculum van jouw studie en het studeren aan de Stenden Hogeschool; weet je welke informatie je voor jouw studie nodig hebt, kan je deze opsporen, voor jezelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product verwerken; ben je in staat je studie te plannen op een manier die aansluit bij jouw eigen leerstijl; kan je verantwoorden waarom je deze studie- en beroepskeuze gemaakt hebt; heb jij je beroepsbeeld verder ontwikkeld en ben je in staat om deze zo nodig bij te stellen; heb je inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaancoaching; kan je de 5 studieloopbaancompetenties benoemen en op toepassen op een niveau dat past bij jouw beginsituatie; kan je een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en een portfolio samenstellen dat voldoet aan jouw leerbehoefte en de eisen van jouw opleiding en kan je het goed beheren; ben je bereid tot, en zie je de waarde van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen; kan je aan de hand van jouw portfolio op zowel inhouds- als procesniveau reflecteren op jouw eigen ontwikkelproces. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
52
Module
Methodisch Ontwerpen 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving Binnen deze case wordt een technisch product (scheerapparaat) geheel geanalyseerd en worden de resultaten van de analyse vastgelegd. De werkzaamheden worden in groepsverband uitgevoerd, waarbij eisen gesteld worden aan een goede samenwerking, planning en communicatie. Daarnaast zullen de diverse zaken op een correcte manier worden gerapporteerd. Met de gegevens afkomstig uit de analyse kan een abstract systeemmodel van het product worden opgesteld zodat uiteindelijk duidelijk wordt op welke manier de productontwerper de bedoelde functie heeft gematerialiseerd. Om een goede analyse uit te kunnen voeren zijn de volgende onderwerpen in de Module opgenomen: vastleggen en documenteren, functieschema’s, materiaal/productie methode herkennen, bepalen van kosten-/investeringsopbouw.
professionalis eren
adviseren
managen
I
beheren
ontwerpen
I
realiseren
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student: op een systematische manier het werktuigbouwkundig ontwerpproces uitvoeren een productanalyse uitvoeren op een gestructureerde manier een abstract schema opstellen van het product komen tot een goede modelvorming een complex product opdelen in subdelen t.b.v. analyse (o.a. Eco-indicator ‘99) Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
53
n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
54
Module
[CAD/CAM/CAE 1 / Windrichtingsmeter 1] (vervolg in periode 2) -wordt herontwikkeld -
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
9EC / 252 SBU
Beschrijving In deze module krijgt de beginnend student de opdracht om een windrichtingsmeter (wiri) te bouwen. Dit product bestaat uit een mechanisch en een elektronisch gedeelte. Werktuigbouwkundige aspecten die aan de orde komen zijn: ontwerp en tekenen, de daadwerkelijke productie van de wiri, materiaalkunde. Het elektronisch gedeelte bestaat uit 2 printen. De eerste print detecteert de actuele windrichting vanaf een draaiende codeschijf via een viertal opto-couplers. De tweede print is een soort windroos. Hierop staan 16 LEDs gemonteerd in een cirkel, waarbij de ene brandende LED de heersende windrichting aangeeft. Daarnaast maakt de student in deze Module kennis met elementaire productietechnieken
realiseren
beheren
managen
I
I
I
I
professionalis eren
ontwerpen
I
adviseren
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
Doelstellingen De module laat studenten op een praktische manier kennis maken met het totale voortbrengingsproces van producten. Het voortbrengingsproces bestaat in dit geval uit ontwerpen/tekenen, produceren en controleren. 1)
De student moet inzicht hebben in het totale voortbrengingsproces, waarbij hij/zij een beeld heeft van de functies die de diverse disciplines hierin hebben. 2) De student kan een aantal praktische handelingen uitvoeren zoals: a) het vanuit enkele schetsen maken van eenvoudige werktuigbouwkundige tekeningen, b) het aan de hand van de gemaakte tekeningen, vervaardigen van deze onderdelen, c) het meten tijdens en na het maken van de onderdelen. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
55
3) De student heeft een overzicht van de productietechnieken en weet de plaats van de toegepaste technieken binnen dit geheel. 4) De student kan de juiste bewerkingstechnieken bepalen voor het vervaardigen van het mechanisch gedeelte van de Wiri. 5) De student is in staat om bij de toe te passen productietechnieken de juiste procesparameters te bepalen. 6) De student heeft kennis van Productietechnieken: a) de diverse draai- , frees- en boorgereedschappen en deze toe te passen; b) vanuit een overzicht van de productietechnieken; vormen, vervormen, scheiden en verbinden de juiste keuze maken en deze toepassen bij het vervaardigen van onderdelen; c) de meest efficiënte bewerkingsvolgorde vaststellen; d) bij de toe te passen productietechnieken de juiste procesparameters zoals toerental, voeding, snedediepte, bepalen; e) tijdens en na het maken van de onderdelen geometrische metingen verrichten. f) uit de diverse draai- , frees- en boorgereedschappen een juiste keuze maken ten aanzien van een bepaalde bewerking; g) uit de verschillende productietechnieken een bewuste keuze maken voor de productie van een onderdeel; CNC Productietechniek h) aangeven wat de plaats is die het CNC-bewerkingsproces binnen het geheel van het bewerkingsprocessen inneemt; i) aan de hand van een werkstuktekening: i) het bewerkingsvlak, het assenstelsels en de diverse nulpunten definiëren; ii) een werkvoorbereiding schrijven; iii) een contour programmeren met radiuscorrectie schrijven; iv) bewerkingscycli, spiegel- en herhalingsfuncties zinvol gebruiken.
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
56
Module
Persoonlijke en professionele ontwikkeling 1 (vervolg in periode 1.2)
Opleiding
Werktuigbouwkunde duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
12EC / 336 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Niveaus (afhankelijk van de opdrachten in het leerbedrijf) I
*
*
*
I
I
Minimaa l5
Beschrijving De Module PPO3 maakt onderdeel uit van de leerlijn Persoonlijke en professionele ontwikkeling uit het curriculum van de duale opleiding. In deze Module werkt de student een half jaar (semester) bij zijn leerbedrijf aan zijn technische en generieke competenties. De student zal onder begeleiding meewerken aan de ontwikkeling van beroepsproducten van het leerbedrijf.
De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en realiseren van leerdoelen die hij heeft vastgelegd in een leercontract. Om de ontwikkeling van leerdoelen in de leerlijn PPO te kunnen aantonen werkt de student aan een aantal producten die worden opgenomen in een digitaal portfolio. Het portfolio bevat o.a. de volgende documenten: leercontract/persoonlijk activiteitenplan (PAP), persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), 360° feedback, verslagen en beoordelingsformulieren. De beoordeling vindt per semester plaats door de schoolcoach, waarbij de bedrijfsbegeleider een adviserende rol heeft. Doelstellingen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
57
De nadruk ligt in deze Module op het verhogen van het beheersingsniveau van de generieke competentie professionaliseren en drie van de vier technische competenties tot niveau 1.
Na het voldoende voltooien van deze Module:
m.b.t. generieke competenties professionaliseren (Studieloopbaanbegeleiding)
kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een PAP (leercontract), POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar.
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (onderdeel mondelinge communicatie)
weet de student hoe communicatie werkt en wat de rol is van non-verbale communicatie; weet de student hoe je moet vergaderen: -
Kan de student een presentatie houden: -
hij weet en laat zien hoe een vergadering wordt voorbereidt; hij laat zien hoe je een vergadering als voorzitter leidt; hij laat zien hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert; hij laat zien hoe een presentatie wordt opbouwt; hij laat zien hoe een presentatie met media wordt ondersteunt; hij laat zien hoe je publiek kunt boeien;
Kan de student constructieve feedback op een presentatie kan geven.
m.b.t. technische competenties: opleveren beroepsproducten
Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau aantonen tenminste twee van de vier technische competenties op niveau 1 te hebben gebracht.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
58
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Beoordeling van beroepsproducten en portfolio Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
59
Periode 1.2 Module
Mondelinge Communicatie 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving Een Hbo’er moet regelmatig presentaties verzorgen over projecten, producten, voortgang etc. In deze Module wordt ingegaan op effectief mondeling presenteren. Daarbij staan drie zaken centraal: het doel, het publiek en de hulpmiddelen. Tevens moet je als Hbo’er effectief kunnen vergaderen. In deze Module leer je de spelregels, de voorbereiding, hoe je een vergadering leidt en hoe je een zo actief mogelijke bijdrage kan leveren.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Na afloop van de Module weet je:
hoe communicatie werkt en wat de rol is van non-verbale communicatie; hoe je moet vergaderen: -
je weet en laat zien hoe je een vergadering voorbereidt; je laat zien hoe je een vergadering als voorzitter leidt; je laat zien hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert;
hoe je kun je een presentatie houden: -
je laat zien hoe je een vergadering voorbereidt; je laat zien hoe je een presentatie opbouwt; je laat zien hoe je een presentatie ondersteunt; je laat zien hoe je publiek kunt boeien; je laat zien dat je constructieve feedback op een presentatie kan geven.
Verplichte voorkennis n.v.t.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
60
Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Portfolio, individuele presentatie en een groepspresentatie Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
61
Module
Wiskunde 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module wordt een gedeelte van de HAVO wiskunde B herhaald om zodoende een voldoende basisniveau te garanderen van de wiskundige kennis en vaardigheden, die voor de beroepspraktijk zijn vereist.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student de volgende basisrekenvaardigheden toepassen: berekeningen maken met merkwaardige producten. een uitdrukking ontbinden in factoren. een stelsen van vergelijkingen oplossen breuken optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en vereenvoudigen. machten en wortels vermenigvuldigen en delen. berekeningen maken met lineaire functies. berekeningen maken met kwadratische functies. een gegeven functie differentiëren. berekeningen maken met goniometrische functies. berekeningen maken met exponentiële functies. berekeningen maken met logaritmische functies. Verplichte voorkennis Er wordt uitgegaan van het eindniveau van de vooropleidingen MBO en HAVO. Hulpmiddelen tijdens toetsing Standaard rekenmachine Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
62
Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
63
Module
Materiaalkunde 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student kennis met de elementaire materiaalkundige eigenschappen van staalsoorten. Structuur, ijzer-koolstof diagram, warmtebehandelingen, koper- en aluminiumlegeringen
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
I
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module heeft de student kennis en inzicht betreffende de volgende onderwerpen:
De algemene atomaire opbouw van materialen. De grondbeginselen van de metaalkunde. De toepassing van Het ijzer-koolstof-diagram. De eigenschappen van staal- en ijzerlegeringen. De methodiek van het kiezen uit materialen. Invloeden die vermoeiingspanningen beïnvloeden. Dynamische vermoeiingsdiagrammen. Het uitvoeren van materiaalkundig onderzoek: onderwerpen : trekproef;taaiheid en hardheid;microscopisch onderzoek;rekristallisatie van aluminium; het harden van ongelegeerd staal; carboneren; aluminium legeringen Het interpreteren van de resultaten van materiaalkundig onderzoek Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
64
n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
65
Module
[CAD/CAM/CAE 2 / Windrichtingsmeter 2] -wordt herontwikkeld-
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
6EC / 168 SBU
Beschrijving Deze module bouwt voort op de module in periode 1. In deze Module leert de student een 3D parametrisch model op te bouwen en relevante tekeningen te maken.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student een (3D) parametrisch model opbouwen volgens een Master Model: Modelling: Wat is het Master Model. Hoe wordt een 3-D CAD model, met de juiste Design Intent, opgebouwd. Gebruik van: Primitieven; Features; Feature Operations; Model Navigator; Viewing Parameters en constraints. Verbinden van Parameters en constraints Sketch Opbouw van een sketch en het wijzigen hiervan. Constraints en parameters Hoe wijzig je een CAD model Assemblies: Master Model; Structuur van een Assembly, Mating conditions, Exploded Views Drafting: Cam
Sheets aanmaken m.b.v. Pattern; Master Model; View’s; Dimensions; Annotation
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
66
Uit een 3D CAD model een CLSF maken en daaruit een Din/iso code CNC programma genereren.
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdracht Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
67
Periode 1.3 Module
Schriftelijke Communicatie 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving Rapporten schrijven, goed citeren (plagiaat voorkomen), samenvatten, argumenteren: iedere HBO-er krijgt hier mee te maken. In deze Module wordt hier aandacht aan besteed. Je leert jezelf gepast schriftelijk uit te drukken en je gebruikt hiervoor IT faciliteiten. Je maakt complexe informatie schriftelijk duidelijk en je stuurt de juiste boodschap naar de juiste doelgroep via het juiste kanaal.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Na afloop van de Module kun je:
bouwplannen gebruiken voor je schriftelijke communicatie de passende structuur gebruiken bij doel en doelgroep de passende stijl gebruiken bij doel en doelgroep duidelijk argumenteren informatie correct samenvatten schrijven in de fases: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven op de APA manier je bronnen in je schriftelijke communicatie vermelden Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
68
n.v.t. Toetsvorm Portfolio + groepsrapport Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
69
Module
Statica 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3 EC / 84 SBU
Beschrijving De Module behandelt de principes van de statica en de wiskundige formulering ervan.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen De student moet na afloop van deze Module in staat zijn tot: a. het opstellen van evenwichtsvergelijkingen voor een puntmassa in 2 en 3 dimensies b. het reduceren van een stelsel van krachten en koppelmomenten tot één resulterende kracht en koppelmoment c. het maken van een VLS voor een puntmassa d. het berekenen van(koppel)momenten e. het gebruiken van het inwendig en uitwendig product in de statica . Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
70
55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
71
Module
Wiskunde 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
84 SBU
Beschrijving Bij deze Module zal de student kennis maken met het opstellen van wiskundige modellen van technische processen. Aan de hand van concrete voorbeelden zal een aantal wiskundige begrippen worden behandeld. De kennis en vaardigheden met betrekking tot de onderwerpen exponentiële functies, logaritmen en differentiëren worden herhaald en uitgebreid. Daarbij worden twee nieuwe onderwerpen geïntroduceerd: differentiaalvergelijkingen en integreren. Bovendien maakt de student kennis met het computerprogramma MathCad, waarmee wiskundige berekeningen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen
aan de hand van een aantal meetparen (coördinatenparen) het verband bepalen tussen twee grootheden met behulp van logaritmisch papier; samengestelde of meervoudig samengestelde functies differentiëren met behulp van de kettingregel en andere rekenregels; differentiaalvergelijkingen van het type y k yof y k y kunnen opstellen en gebruiken bij het beschrijven van processen met toename of afname; verifiëren of een functie wel of niet voldoet als oplossing van een gegeven differentiaalvergelijking; standaard functies integreren (ofwel de primitieve bepalen) met behulp van rekenregels; eenvoudige samengestelde functies integreren met behulp van de substitutiemethode; de oppervlakte bepalen onder en tussen grafieken met behulp van bepaalde integralen;
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
72
vraagstukken uit de kinematica oplossen met behulp van een bepaalde of onbepaalde integraal of een integraal met variabele bovengrens (alleen WB1); het softwarepakket MathCad gebruiken als hulpmiddel bij het maken van eenvoudige berekeningen. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
73
Module
Geregelde systemen 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student kennis met industriële automatisering. Ze maken kennis met verschillende componenten van automatisering: hydrauliek, pneumatiek, elektrische systemen, besturing en sensoren. In een practicum doen de studenten ervaring op met het simuleren en besturen van een aantal eenvoudige geregelde systemen.
realiseren
beheren
managen
I
I
I
I
professionalis eren
ontwerpen
I
adviseren
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
Doelstellingen Na afloop van deze Module geldt: 1. De student kent de grondbeginselen van de industriële automatisering. 2. De student kent de kenmerken van verschillende componenten van automatisering: hydrauliek, pneumatiek, elektrische systemen en sensoren. 3. De student kan simpele logische schakelingen opbouwen aan de hand van een schema. 4. De student kan simpele logische schakeling ontwerpen. 5. De student kan bewegingsdiagrammen en besturingsformules begrijpen, lezen en opstellen. 6. De student kan simpele logische schakelingen simuleren in Festo FluidSIM. 7. De student kan volgens planning werken. 8. De student kan taakgericht communiceren. 9. De student kan een technisch dossier samenstellen. 10. De student kan een eindverslag maken.
Verplichte voorkennis n.v.t. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
74
Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten + logboek Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
75
Module
Project W1: Methodisch ontwerpen (vervolg in periode 4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal (4 wkn)
Studiefase
Propedeuse
Omvang
6EC / 168 SBU
Beschrijving In een project werk je in een tijdelijk verband van een aantal studenten om een duidelijk vastgesteld doel te bereiken.
Op basis van door de Hogeschool gekozen - jaarlijks wisselende - manier om geaccumuleerde energie om te zetten in beweging, dien je een product te ontwerpen en te realiseren dat op een gladde wedstrijdvloer, een zo groot mogelijke afstand aflegt. Alleen de gebufferde energie mag je gebruiken en alle “materie” moet vanaf de start tot de stoppositie dezelfde afstand afleggen. De energie moet op een gecontroleerde, veilige manier vrijgemaakt worden.
Het product ontwikkel je op basis van een door de Hogeschool beschikbaar gesteld materiaalbudget en aangegeven bewerkingstechnieken op de Hogeschool. In de voorgaande jaren was de energie gebufferd en getransformeerd op basis van een muizenvalveer, vallende massa, perslucht, zonnepanelen en solarmotor, elastiek en de toekomst belooft nog vele originele onderwerpen.
De duale studenten volgen het theoretische gedeelte in de eerste vier weken van deze Module en past de opgedane kennis toe in de Module PPO2.
ontwerpen
realiseren
beheren
managen
adviseren
professionalis eren
I
I
I
I
I
I
I
onderzoeken
analyseren
Competenties
niveaus I
Doelstellingen Na afloop van het project W1 kan de student: Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
76
documentatie (schriftelijk) en rapportages (schriftelijk en mondeling) verzorgen;
op een actieve en effectieve manier communiceren met groepsgenoten door actief te luisteren en zijn/haar mening te delen met teamleden;
feedback geven/ontvangen waarmee de student/ander zijn/haar voordeel kan doen;
de basisprincipes van projectmanagement uitvoeren: a. een eenvoudig plan van aanpak maken; b. een strokenplanning maken; c. de rol van de voorzitter en secretaris op zich nemen en de taken die bij deze rol en de rol van deelnemer horen te oefenen; d. herkenen hoe de communicatie over en weer in een vergadering beïnvloed wordt door groepsprocessen en groepsrollen; e. reflecteren op zijn eigen bijdrage tijdens dit project; f.
zijn projecttaken uitvoeren volgens afspraken;
een ontwerpprobleem definiëren (PvE opstellen, functieanalyse en functieblokschema);
conceptuele ontwerpoplossingen genereren (brainstorm ideeën), analyseren (alternatieven in morfologisch overzicht) en evalueren (keuzediagram);
parametrisch ontwerpen dmv 3D modelleren in CAD (werktekeningen);
een productieproces en -wijze beschrijven (werkvoorbereiding);
een werkend model (voertuig) maken middels bewerkingsmethoden (eenvoudig bankwerk, freeswerk, boren, lijmen ed);
een werkend model testen (wedstrijd); Conclusies trekken en aanbevelingen doen. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
77
Module
Persoonlijke en professionele ontwikkeling 2 (vervolg in periode 2.4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
12EC / 336 SBU
adviseren
professionalis eren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
I
I
Niveaus (afhankelijk van de opdrachten in het leerbedrijf) I
I
*
*
*
I
Minimaa l6
Beschrijving De Module PPO3 maakt onderdeel uit van de leerlijn Persoonlijke en professionele ontwikkeling uit het curriculum van de duale opleiding. In deze leerlijn werkt de student een half jaar (semester) bij zijn leerbedrijf aan zijn technische en generieke competenties. De student werkt in een project mee aan de ontwikkeling van beroepsproducten van het leerbedrijf.
De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en realiseren van leerdoelen die hij heeft vastgelegd in een leercontract. Om de ontwikkeling van leerdoelen in de leerlijn PPO te kunnen aantonen werkt de student aan een aantal producten die worden opgenomen in een digitaal portfolio. Het portfolio bevat o.a. de volgende documenten: leercontract/persoonlijk activiteitenplan (PAP), persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), 360° feedback, verslagen en beoordelingsformulieren. De beoordeling vindt per semester plaats door de schoolcoach, waarbij de bedrijfsbegeleider een adviserende rol heeft. Doelstellingen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
78
De nadruk ligt in deze Module op het borgen van het beheersingsniveau van de generieke competentie professionaliseren en twee van de vier technische competenties op niveau 1. Daarnaast zal de student het beheersingsniveau van de competenties managen, onderzoeken en adviseren op 1 brengen.
Na het voldoende voltooien van deze Module:
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (studieloopbaanbegeleiding)
kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een PAP (leercontract), POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar.
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (communicatie)
Kan de student bouwplannen gebruiken voor je schriftelijke communicatie. Kan de student een passende structuur gebruiken bij doel en doelgroep. Kan de student een passende stijl gebruiken bij doel en doelgroep. Kan de student duidelijk argumenteren. Kan de student informatie correct samenvatten. Kan de studente schrijven in de fases: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, finale vorm geven. Kan de student een technisch verslag schrijven over het project. Kan de student een presentatie houden over zijn project. Kan de student op de APA manier bronnen in schriftelijke communicatie vermelden.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
79
m.b.t. generieke competenties managen een adviseren
Kan de student op een actieve en effectieve manier communiceren met groepsgenoten door actief te luisteren en zijn/haar mening te delen met teamleden; Kan de student feedback geven/ontvangen waarmee de student/ander zijn/haar voordeel kan doen; Kan de student de basisprincipes van projectmanagement uitvoeren: Kan de student een eenvoudig plan van aanpak maken; Kan de student een strokenplanning maken; Kan de student de rol van secretaris op zich nemen en de taken die bij deze rol en de rol van deelnemer horen te oefenen. Hij snapt de rol van voorzitter; Kan de student zijn projecttaken uitvoeren volgens afspraken; Kan de studenten een goede verstandhouding met zijn projectleden opbouwen en aanbevelingen doen voor vervolgstappen.
m.b.t. technische competenties: opleveren beroepsproducten
Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau aantonen tenminste twee van de vier technische competenties op niveau 1 te borgen. Verplichte voorkennis PPO1 en eerste vier weken van Project W1 Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Beoordeling van beroepsproducten en portfolio Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
80
Periode 1.4 Module
Studieloopbaanbegeleiding 1b (zie periode 1)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Module
Statica 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3 EC / 84 SBU
Beschrijving Deze Module behandelt de principes van de statica en de wiskundige formulering ervan. Tevens is een practicum opgenomen waar gemeten en gerekend wordt aan een tweetal hefwerktuigen t.w. een takel en een krik.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen De student moet na afloop van deze Module in staat zijn tot: het maken van een VLS het berekenen van krachten en momenten in een constructie het bepalen van oplegreacties het berekenen van staafkrachten in vlakke vakwerken en in ondersteuningsconstructies. Verplichte voorkennis Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
81
n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
82
Module
Constructieleer 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student kennis met enkele van de klassieke onderdelen van de werktuigbouwkunde
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Na deze Module kan de student:
sterkteberekeningen maken van eenvoudig constructies berekeningen maken van statische en droge wrijvingssituaties rekenen met vorm- en plaatstoleranties ruwheid van materialen bepalen verbindingstechnieken als lassen en bout/moer toepassen in eenvoudige vraagstukken
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Standaard rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
83
55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
84
Module
Wiskunde 3
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3 EC / 84 SBU
Beschrijving In de Module Wiskunde 3 zal de student nader kennis maken met het opstellen en gebruiken van wiskundige technieken. De kennis en vaardigheden met betrekking tot de onderwerpen (partieel) differentiëren en integreren wordt herhaald en uitgebreid. Nieuwe onderwerpen als differentiaalvergelijkingen en complexe getallen worden geïntroduceerd.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module
kan de student van functies met meerdere variabelen de eerste- en hogere orde partiële afgeleide bepalen; kan de student de totale differentiaal van een functie toepassen als benadering van een functiedifferentie; kan de student met behulp van de substitutiemethode een integraal van een aantal niet-standaard functies bepalen; kan de student met behulp van partieel integreren een integraal van een aantal niet-standaard functies bepalen; kan de student een differentiaalvergelijking oplossen met behulp van scheiding van variabelen; kan de student een lineaire eerste orde differentiaalvergelijking oplossen door superpositie van een particuliere oplossing met de oplossing van de homogene vergelijking; kan de student eenvoudige bewerkingen op complexe getallen uitvoeren, ook m.b.v. poolvorm en exponentiële vorm;
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
85
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
86
Module
Project W1 (vervolg van periode 3)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Propedeuse
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
87
Bijlage C Overzichtstabel B: Contacturen 2e studiejaar opleiding werktuigbouwkunde voltijds Opleiding:
Werktuigbouwkunde
Studiejaar:
2015-2016
Contactuur (in minuten):
45
Aantal onderwijsweken per jaar:
36
Gemiddeld aantal contacturen per week:
14,1
Aantal onderwijsweken per periode
8
Contacturen 2e jaar voltijds/duale bacheloropleiding Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4 Hoorcolleges
101
84
PGO werkcolleges/practica Excursies/werkveldbezoek
84
82
351
12
12
24
42
16
2
8
68
0
0
8
8
16
Stagebegeleiding
0
Studiebegeleiding
8
8
3
3
22
Tentamens
6
6
8
8
28
157
114
117
121
509
Totalen Aantal dagen stage (indien van toepassing)
Tabel: Contacturen 2e studiejaar opleiding Werktuigbouwkunde
Bovenstaande gegevens zijn verkregen op basis van geroosterde contacturen Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Het onderwijsprogramma voor de hoofdfase Werktuigbouwkunde bestaat uit een programma van 180 credits. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
88
Het curriculum van de hoofdfase is opgebouwd uit bouwstenen. In een Module staat een beroepsgeorienteerd thema centraal. De inhoud van een Module kan bestaan uit relevante theorie, opdrachten of een projectopdracht. Het onderwijsprogramma kent bouwstenen voor de voltijds en/of duale opleiding. Tweede studiejaar Periode 2.1
Module
Dynamica 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3 EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module komen elementaire begrippen uit de kinematica (de theorie waarmee bewegingen beschreven kunnen worden) en dynamica (wetten van Newton, krachtenleer, impulswet) aan de orde. Roterende bewegingen worden in deze Module nog niet behandeld.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student: uitleggen wat kinematica, dynamica en statica is en de kenmerkende verschillen tussen deze begrippen noemen; de verplaatsing, snelheid, gemiddelde snelheid en versnelling van een puntmassa berekenen m.b.v. differentiaal-, integraal- en vectorrekening; m.b.v. de drie wetten van Newton, de begrippen impuls, stoot, botsing en de wet van behoud van impuls van een relatief eenvoudig mechanisch systeem de vergelijkingen opstellen en deze oplossen; het verschil tussen statische en glijdende wrijving noemen en ook deze concepten in de analyse en verdere uitwerking van een mechanisch systeem betrekken; definiëren wat arbeid, vermogen en rendement is; de arbeid verricht door een kracht berekenen m.b.v. integraal- en vectorrekening; Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
89
de concepten kinetische energie, potentiële energie (in het zwaartekrachtsveld en in een gespannen veer), arbeid verricht door wrijvingskracht en de wet van behoud van energie gebruiken om problemen bij relatief eenvoudige mechanische systemen op te lossen;
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm schriftelijke toets Normering 55%
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
90
Module
Stromingsleer 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module leren de studenten de stroming van vloeistoffen te beschrijven met de behoudswetten. Tijdens een practicum simuleren machines en installaties, waarin stroming een voorname rol speelt.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
I
Doelstellingen Na deze Module heeft de student kennis van de volgende onderwerpen: •
basisbegrippen als medium, fluïdum, stromingsveld, stroomlijn, stroomoppervlak, stroombuis, controleoppervlak en (niet) stationaire stroming;
•
de continuïteitsbetrekking;
•
hydrostatische druk;
•
de wet van Bernoulli voor viskeuze en niet-viskeuze stromingen in een stationair stromingsveld;
•
het gedrag van viskeuze vloeistoffen voor stromingen door een vlakke spleet en een cilindrische buis;
•
schaalfactoren voor geometrie, snelheid, dichtheid en viscositeit alsmede afgeleide schaalfactoren;
•
de betekenis van kentallen t.a.v. de gelijkvormigheid van stromingen;
Na afloop van deze Module kan de student: Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
91
•
simuleren en interpreteren van stromingen met Nastran Flow
het onderzoeksgebied afperken door middel van gefundeerde keuzes Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdracht Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
92
Module
Duurzame productontwikkeling en ontwerpen 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student eerst kennis met productontwikkeling en daarna met leerstof over duurzaam ontwerpen ofwel Green design. In deze Module verdiept de student zijn kennis over milieu-impact van producten gedurende de levenscyclus. Met het programma Simapro zal de student de mileu-impact van de verschillende componenten van een product in de verschillen stadia van de levenscyclus analyseren. Voor deze analyse wordt uitgegaan van de volgende stadia in de levenscyclus van een product: productie, gebruik en afdanking.
professionalis eren
adviseren
managen
I
beheren
ontwerpen
I
realiseren
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Binnen deze Module wordt gewerkt aan de volgende doelstellingen. De student:: •
heeft kennis genomen van het productontwikkelingsproces en innovatiemodel in de structuur van idee tot markt, kan een beschrijving geven van het globale ontwikkelingsproces van een eigen product, heeft kennis genomen van het begrip duurzaamheid en de relatie tussen de aspecten people, planet en profit, heeft inzicht in de mondiale grondstof- en energieproblemen, heeft kennis genomen van ontwerpregels om duurzaamheid te bevorderen en kan deze toe passen in duurzaam ontwerpen , kan een kwalitatieve analyse uitvoeren m.b.v. een procesboom en MET-matrix, kan een kwantitatieve analyse uitvoeren m.b.v. de Eco-indicator ’99 methodiek, kan zelfstandig werken met het levenscyclusanalyse-programma SimaPro, kan de uitkomsten uit Simapro interpreteren volgens de Eco indicator 99 methodiek.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
93
Verplichte voorkennis n.v.t. (duale studenten zijn uitgesloten van het onderdeel Eco-indicator bij de UT) Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdracht Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
94
Module
Studieloopbaanbegeleiding 2 (vervolg in perioden 2.2, 2.3 en 2.4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
II
Beschrijving De Module SLB2 is gebaseerd op het centrale thema: “werk maken van jezelf”. Je gaat zelfstandig aan de slag met een aantal competenties. Deze kunnen door jouw opleiding voorgeschreven worden en in sommige gevallen heb je daar in meer of mindere mate een bepaalde keuzevrijheid in. Werk maken van jezelf is in principe nooit klaar en ook tijdens jouw actieve loopbaan blijf je jezelf ontwikkelen. Daarom is de structuur van SLB2 gebaseerd op de zogenaamde kwaliteitscyclus, ook wel Deming Circle genoemd. Jouw eigen (loopbaan)ontwikkeling is in werkelijkheid ook een cyclus: je hebt een doel en je verricht inspanningen om dat doel te bereiken. Telkens als je een inspanning hebt gedaan dan kijk je of het resultaat ook in de richting van het doel gaat. En zo nodig stel je de inspanningen bij. En als het niet anders kan stel je soms ook je doel bij. Doelstellingen Na het voldoende voltooien van deze Module:
Kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes (o.a. stageplaats, minoren) maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
95
Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar Verplichte voorkennis SLB 1a en SLB 1b Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
96
Module
Persoonlijke en professionele ontwikkeling 3 (vervolg in periode 2.2)
Opleiding
Werktuigbouwkunde duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
9EC / 252 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Niveaus (afhankelijk van de opdrachten in het leerbedrijf) I
II
*
*
*
I
I
II
Minimaa l 10
Beschrijving De Module PPO3 maakt onderdeel uit van de leerlijn Persoonlijke en professionele ontwikkeling uit het curriculum van de duale opleiding. In deze leerlijn werkt de student een half jaar (semester) bij zijn leerbedrijf aan zijn technische en generieke competenties. De student zal onder begeleiding meewerken aan de ontwikkeling van beroepsproducten van het leerbedrijf.
De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en realiseren van leerdoelen die hij heeft vastgelegd in een leercontract. Om de ontwikkeling van leerdoelen in de leerlijn PPO te kunnen aantonen werkt de student aan een aantal producten die worden opgenomen in een digitaal portfolio. Het portfolio bevat o.a. de volgende documenten: leercontract/persoonlijk activiteitenplan (PAP), persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), 360° feedback, verslagen en beoordelingsformulieren. De beoordeling vindt per semester plaats door de schoolcoach, waarbij de bedrijfsbegeleider een adviserende rol heeft. Doelstellingen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
97
De nadruk ligt in deze Module op het verhogen van het beheersingsniveau van de generieke competentie professionaliseren en twee van de vier technische competenties tot niveau 2.
Na het voldoende voltooien van deze Module:
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (studieloopbaanbegeleiding)
kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een PAP (leercontract), POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar.
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (schriftelijke communicatie)
Gebruikt de student een bouwplan voor zijn literatuurverslag; Gebruikt de student een passende structuur bij het doel: informeren; Gebruikt de student een passende structuur bij de doelgroep: beoordelende lezer; Gebruikt de student een passende stijl bij het doel: informeren; Gebruikt de student een passende stijl bij de doelgroep: beoordelende lezer; Schrijft de student in de fases: voorbereiding, inhoud, afwerking; Gebruikt de student APA voor bronvermelding en het samenstellen van een bronnenlijst.
m.b.t. generieke competentie professionaliseren (Engels)
Kan de student een helder rapport schrijven in het Engels Kan de student een gestructureerde presentatie houden in goed te begrijpen Engels Kan de student een presentatie kritisch evalueren in het Engels Kan de student deelnemen aan een discussie in het Engels
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
98
zijn/haar mening in het Engels verwoorden en verdedigen m.b.t. technische competenties: opleveren beroepsproducten
Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau aantonen tenminste twee van de vier technische competenties op niveau 2 te hebben gebracht. Verplichte voorkennis PPO2 Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Beoordeling van beroepsproducten en portfolio Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
99
Periode 2.2
Module
Stromingsleer 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module leren de studenten de stroming van vloeistoffen te beschrijven met de behoudswetten. Tijdens een practicum simuleren machines en installaties, waarin stroming een voorname rol speelt.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
I
Doelstellingen Na deze Module heeft de student kennis van de volgende onderwerpen: •
wrijvingstermen voor rechte buisstukken, bochten, in- en uitstroomopeningen, afsluiters en andere appendages met gebruikmaking van het Moody-diagram;
•
wrijvingstermen van omstroomde lichamen;
•
de derde wet van Newton betrokken op stromende fluïda; impulsbetrekking en impulsmomentbetrekking, reactievoortstuwingssystemen, bewegende voertuigen, alsmede afbuigende fluïdumstralen door profielen en spuitmonden; ook worden de achtergronden van turbines en centrifugaalpompen behandeld.
Verplichte voorkennis n.v.t. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
100
Hulpmiddelen tijdens toetsing rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
101
Module
Duurzame productontwikkeling en ontwerpen 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving De nadruk in de leerstof van de Module DPO&O 2 ligt bij het ontwerpen en construeren van producten uit kunststoffen. Er wordt aandacht besteed aan duurzaamheidaspecten. De ontwerpmethoden en de bijbehorende berekeningsmethoden worden uitgewerkt, om een samenhang te krijgen tussen ontwerpen en berekenen.
managen
adviseren
professionalis eren
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
I
I
I
niveaus II
II
Doelstellingen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
102
Binnen deze Module wordt gewerkt aan de volgende doelstellingen. De student:
kan bij het opstellen van een programma van eisen relevante materiaalkeuze aspecten van kunststof producten, aspecten van verwerkingstechnieken en aspecten van duurzaamheid (zoals gegeven bij DPO&O 1) inbrengen. kent constructieve regels voor kunststof producten die hem/haar in staat stellen technologisch verantwoorde ontwerpen te maken die geschikt zijn om naar spuitgietbedrijven of perserijen te sturen. houdt bij het construeren in kunststof rekening met de specifieke eigenschappen van kunststof kent constructieve aspecten zoals vermijden van spanningsconcentraties, verende elementen, verstijven van constructies en allerlei verbindingstechnieken zoals klik-, pers-en schroefdraadverbindingen. kan de noodzakelijke berekeningen uitvoeren die behoren bij de voornoemde constructieve aspecten voor kunststof producten. Hij/zij is zich hiermee bewust van de samenhang tussen ontwerpen en berekenen. is in staat rekensoftware Mathcad toe te passen bij problemen van soortgelijke complexiteit, zodanig dat de gevoelige invoerparameters berekend worden en grafisch weergegeven worden. kan stappen uit het Methodisch ontwerpen toepassen bij het ontwerpen van de behuizing, zoals: o o o
het kunnen opstellen van programma van eisen het ontwerpen/construeren/specificeren; het kunnen maken van schetsen en zonodig een samenstellingstekening en mono/werktekeningen.
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdracht Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
103
Module
Sterkteleer 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student kennis met de elementaire principes van de sterkteleer. De sterkteleer is de tak van de mechanica die de relaties bestudeert tussen de uitwendige belasting die op een vervormbaar lichaam werken en de grootte van de inwendige krachten die in het lichaam werken. Een Bachelor of Mechanical engineering moet beschikken over een technisch denkkader waarmee hij/zij het fysieke gedrag van materialen onder belasting kan verklaren en kan modelleren. In dit eerste gedeelte van de doorlopende leerlijn sterkteleer maakt de student kennis met het onderdeel ‘sterkte’: de weerstand tegen breuk.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module:
weet de student wat sterkte inhoud; kan de student reactie- en interne krachten bepalen; kent de student de eigenschappen van normaalspanning en schuifspanning; weet de student hoe een toelaatbare spanning wordt bepaald; kan de student de gemiddelde normaal- en schuifspanning berekenen; kan de student de krachtresultante FR bepalen voor een omlaaggerichte (positieve) verdeelde belasting q(x);
kan de student de plaats x van de krachtresultante – t.o.v. een oorsprong – bepalen voor een omlaaggerichte (positieve) verdeelde belasting q(x); kan de student beredeneren hoe de normaal-, dwarskracht- en momentlijn er uit zien; kan de student Ni(x), Vi(x) en Mi(x) per belastingssegment bepalen; kan de student kan de helling van dwarskracht- en momentlijn bepalen (als functie van x); kan de student kan de variaties in ΔVi en ΔMi per belastingssegment bepalen; de student kan normaal-, dwarskracht- en momentlijn tekenen;
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
104
de student kan het maximale interne buigmoment bepalen; kent de student kent de relatie tussen een profiel met één symmetrische as en het oppervlaktetraagheidsmoment; de student kan – voor een uit rechthoekige delen samengesteld profiel – het geometrisch zwaartepunt t.o.v. een gekozen oorsprong bepalen; de student kent de formules voor het bepalen van de oppervlaktetraagheids-momenten Ix, Iy en J0 – van een profieldeel – t.o.v. een gekozen oorsprong; I de student kent de formules voor het bepalen van de oppervlaktetraagheids-momenten xc I , yc en J0 – van een profieldeel – t.o.v. hun centrale assen; de student kan – voor uit rechthoekige delen samengesteld profiel – de verschuivingsformule toepassen om de oppervlaktetraagheidsmomenten t.o.v. een gekozen oorsprong te bepalen; de student kan – voor een uit rechthoekige delen samengesteld profiel – de verschuivingsformule toepassen om de oppervlaktetraagheidsmomenten t.o.v. het centrale assenstelsel te bepalen; de student kan de verschuivingsformule toepassen om het oppervlaktetraagheidsproduct t.o.v. een centrale as te bepalen; de student kan de hoofdtraagheidsmomenten Imax en Imin bepalen; de student kan de rotatiehoeken ϴh1 en ϴh2 van de hoofdtraagheidsassen t.o.v. de centrale assen bepalen; de student kent de vervormingseigenschappen van de neutrale lijn: ε=0; de student kan op grond van aannames en analyse aantonen dat de buigingsformule mag worden toegepast; de student kan op een gegeven punt x, de buigspanning bepalen t.o.v. de neutrale lijn (= oorsprong y); de student kan de maximale buigspanning bepalen met de buigingsformule; de student kan op een gegeven punt x, met gegeven �max en ymax een lineair spanningsprofiel tekenen als functie van y; de student kan beredeneren of een buigspanning op een punt (x,y) trek of druk gerelateerd is; de student kan op basis van gegeven maximaal intern buigmoment en toelaatbare spanning een geschikt profielen met het laagste gewicht selecteren; Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Standaard rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
105
Module
Geregelde systemen 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module worden elementaire begrippen uit de kinematica verdiept (de theorie waarmee bewegingen beschreven kunnen worden) en dynamica (wetten van Newton, krachtenleer, impulswet) aan de orde.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module:
kan de student VLS-en opstellen, kan de student bewegingsvergelijkingen opstellen, kan de student het massamiddelpunt van vlakke figuren bepalen, kan de student aagheidsmomenten van samengestelde lichamen bepalen, kan de student de verschuivingsregel van Steiner toepassen, kan de student gebruik maken van vectoren en poolcoördinaten, kan de student aangeven wat coriolis versnelling en gyroscopisch moment inhoud, kan de student bij harmonische bewegingen aangeven wat het verband is tussen (lineaire) frequentie, periode en hoekfrequentie en definiëren wat het begrip fase inhoudt; kan de student de bewegingsvergelijking bij een massa-veersystemen in het t-domein opstellen, de oplossing van deze bewegingsvergelijking geven en hier de formules voor de periode en hoekfrequentie uit afleiden. Tevens kan hij deze vaardigheden gebruiken om analoge mechanische systemen door te rekenen. Verplichte voorkennis n.v.t.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
106
Hulpmiddelen tijdens toetsing rekenmachine Toetsvorm Opdrachten + Schriftelijke toets Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
107
Module
Quality Engineering 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving QE2 bestaat uit een onderdeel kansrekening en een introductie op Lean manufacturing. Het deel Kansrekening concentreert zich op kansregels en op enkele statische kansverdelingen die in de context van procesbeheersing relevant . De opgaven worden ook gezocht binnen die context. Ook worden verbanden gelegd met het eerder behandelde QE1, de begrippen die daarin zijn behandeld worden nu theoretisch onderbouwd. Lean manufacturing bestaat uit enkele colleges over aspecten van het Toyota productie systeem en uit een workshop dat per groep uitgevoerd moet worden waarin lean aspecten van productie worden gesimuleerd.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
II
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module:
Kent de student de kansregels en kan deze toepassen in vraagstukken. Heeft de student inzicht in de maten voor ligging en spreiding (verwachtingswaarde van een kansvariabele en zijn variante). Kan de student schattingen berekenen voor steekproeven.
Kan de student berekeningen uitvoeren m.b.v. verschillende statistische verdelingen: de normale-, de binomiale-, de hypergeometrische- en de Poissonverdeling. Heeft de student kennis gemaakt met de achtergronden van Lean manufacturing en met de tools die hierbij horen. Verplichte voorkennis
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
108
n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Grafische rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
109
Periode 2.3 Module
Project W2 Onderzoek, productinnovatie en Engels
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
6EC / 168 SBU
Beschrijving In dit project werkt de student in een tijdelijk groepsverband aan een duidelijk gesteld doel: ‘ ontwerp iets mechanisch of mechatronisch dat xxxx.’ Het onderwerp wordt jaarlijks vastgesteld door het Innovatiecluster Drachten. Deze groep bedrijven hebben een wedstrijd uitgeschreven voor het beste ontwerp. De ontwerpen moeten voldoen aan de volgende drie eisen: 1. vermarktbaar 2. technisch vernunftig (uitvinding) 3. toegevoegde waarde De studenten leren een onderzoek opzetten, doen een onderzoek naar de doelgroep en de markt. Ze stellen voorkeursbehoeften en een productdefinitie vast. Ze doen productonderzoek, ze brainstormen en ze ontwerpen een innovatief concept. Ze presenteren in het Engels een concept dat voldoet aan de eisen. Docenten beoordelen of het idee voldoet en de gekozen uitvoering haalbaar is. In de tweede fase van het project werken de studenten hun concept uit tot geloofwaardig concept. Er wordt sterker gestuurd op de eisen. Ze verbeteren het idee en de uitvoering. Ze kiezen een concrete vorm op basis van functionaliteit. Ze maken een parametrisch (show-)model en een prototype. Ze presenteren hun ontwerp dat voldoet aan de eisen. Docenten bepalen of een ontwerp zich mag presenteren op de wedstrijd in Drachten. In het project W2 zal de student een summary moeten schrijven en een presentatie in het Engels houden.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
II
I
II
I
II
Doelstellingen Na afronding van deze Module kan de student:
De fasen van een onderzoek beschrijven. Een onderzoek opzetten naar markt, doelgroep, producten. Verzamelen met behulp van adequate zoekvragen en –strategieën, relevante bronnen.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
110
De verzamelde gegevens verwerken in een “onderzoeksrapport”. Vanuit een concrete (praktijk)situatie het formuleren van een probleemstelling Een eenvoudig onderzoeksplan/-design construeren. De student toont aan dat hij/zij een probleem kan analyseren en onderzoeksvragen kan beantwoorden. Gebruikt de student APA voor bronvermelding en het samenstellen van een bronnenlijst. De student komt methodisch tot een innovatief ontwerp. De student toont aan dat hij/zij een opdracht projectmatig kan aanpakken De student toont aan dat hij/zij een projectplan kan maken De student toont aan dat hij/zij een projectplanning kan maken De student toont aan dat hij/zij opgedane kennis in aanvullende bouwstenen kan integreren in een project De student toont aan dat hij/zij de opgedane kennis om kan zetten naar een andere (technische) omgeving De student toont aan dat hij/zij de niet opgedane kennis kan verwerven om een project tot een goed einde te brengen De student toont aan dat hij/zij een probleem kan analyseren en onderzoeksvragen kan beantwoorden. De student komt methodisch tot een innovatief ontwerp. De student kan een summary schrijven. De student kan een presentatie in het Engels houden. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
111
Module
Engels 1 (Engels voor ingenieurs)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module leer je Engels zowel schriftelijk als mondeling toepassen in het vakgebied.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
II
Doelstellingen Na afloop kan de student: een goed opgebouwd betoog schrijven in correct Engels een helder rapport schrijven in het Engels een gestructureerde presentatie houden in goed te begrijpen Engels kan een presentatie kritisch evalueren in het Engels deelnemen aan een discussie in het Engels zijn/haar mening in het Engels verwoorden en verdedigen Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm presentatie + schriftelijke toets Normering 55% score op beide onderdelen, gewogen gemiddelde Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
112
Module
Quality Engineering 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Propedeuse
Omvang
3 EC / 84 SBU
Beschrijving De Module heeft als centraal thema een continu seriematig productieproces, dat in hoog tempo dezelfde producten maakt. Met name wordt gekeken naar de beheersingsaspecten van een dergelijk proces. Als voorbeeld wordt gebruikt een spuitgietproces, dat in het kunststoflab van de hogeschool gedemonstreerd kan worden. Van een grote serie producten worden kritische kwaliteitskenmerken gemeten. De variatie van de resultaten wordt in kaart gebracht en het proces wordt gekwalificeerd door die variatie te vergelijken met de specificaties die door de ontwerper van het product op de product- en matrijstekening zijn vastgelegd.
managen
I
I
professionalis eren
beheren
I
adviseren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
Doelstellingen Aan het eind van de Module moet de student kunnen vaststellen of een eenvoudig proces in staat is om de vereiste productkwaliteit te leveren.
De student kan:
uitgaande van de productspecificaties de maximaal toelaatbare meetonzekerheid aangeven van meetresultaten de meetonzekerheid bepalen series meetgegevens verwerken in een spreadsheet en histogrammen en regelkaarten maken voor individuele meetresultaten kwalitatieve beoordeling geven van de statistische beheersing van het proces process capability factoren berekenen en interpreteren
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
113
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
114
Module
Warmteleer 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module leren de studenten de hoofdwetten van de warmteleer (thermodynamica).
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
Doelstellingen Na deze Module heeft de student kennis van de volgende onderwerpen: algemene begrippen zoals soortelijke warmte, gasconstante, energetisch rendement 1e hoofdwet van de thermodynamica Toestandsveranderingen in gesloten systemen Kringprocessen Zuigermachines en roterende verdringermachines. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
115
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
116
Module
Project: Duurzame productontwikkeling en ontwerpen 3 (vervolg in periode 2.4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
6EC / 168 SBU
Beschrijving In deze Module (case matrijs) maakt de student kennis met het ontwerpproces van een spuitgietmatrijs voor een eenvoudig spuitgietproduct uit een thermoplastische kunststof. Men kan het product niet los zien van het productiegereedschap: er is vrijwel een één op één relatie. Als men het product wijzigt dan zal men bijna altijd ook het gereedschap moeten aanpassen. Vandaar dat men vaak de naam productgebonden gereedschap gebruikt. De uitvoering van deze Module vindt projectmatig plaats. Deze Module heeft een sterk uitdagend karakter omdat er binnen een zeer kort tijdsbestek een relatief grote prestatie moet worden geleverd.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
II
II
II
II
I
II
Doelstellingen Binnen de case zal in grote lijnen een antwoord moeten worden gevonden op o.a. de volgende vragen:
Wat voor product moet er nu precies geproduceerd worden? Van welk materiaal moet het product gemaakt worden? Wat moet je weten om daarvoor een matrijs te ontwikkelen? Welke informatie moet je verzamelen om antwoorden op deze vraag te krijgen? Wat moet er gebeuren om een matrijs te fabriceren? Welke procesparameters zijn er? Welke zijn voor de productie van het grootste belang?
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
117
Wat kost het product en wat levert het op? Welke investeringen moeten er worden gedaan en wat zijn de kosten hierbij?
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
118
Module
Sterkteleer 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module maakt de student kennis met de elementaire principes van de sterkteleer. De sterkteleer is de tak van de mechanica die de relaties bestudeert tussen de uitwendige belasting die op een vervormbaar lichaam werken en de grootte van de inwendige krachten die in het lichaam werken. Een Bachelor of Mechanical engineering moet beschikken over een technisch denkkader waarmee hij/zij het fysieke gedrag van materialen onder belasting kan verklaren en kan modelleren. In dit tweede gedeelte van de doorlopende leerlijn sterkteleer maakt de student kennis met het onderdeel ‘stijfheid’: de weerstand tegen vervorming.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
Doelstellingen Na afloop van deze Module:
weet de student wat stijfheid inhoud; de student kan een schets maken van de elastische lijn op basis van een analyse van de belastingssituatie; de student kent de krommingsformule; de student kent de stijfheidsvergelijkingen; de student kent de continuïteitsvoorwaarden die gelden voor situaties met xi t.o.v. een positieve xas, gekozen vanaf een oorsprong links; de student kan de helling φi(x) en verplaatsing vi(x) per belastingssegment bepalen (als functie van x); de student kent de vergeetmijnietjes uit Appendix C boek sterkteleer R. Hibbeler 2e editie 2006, voor ingeklemde liggers met belasting aan het uiteinde; de student kan beredeneren hoe het kwispeleffect werkt; De student kan beredeneren waarom een symmetrische belastingssituatie vervangen mag worden door belastingssituaties met inklemming: de originele belastingssituatie is statische equivalent aan de belastingssituaties met inklemming;
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
119
De student kent de relatie tussen een originele symmetrische belastingssituatie en een statische equivalente voor de hoekverdraaiing of verplaatsing; De student kan het principe van superpositie toepassen: de hoekverdraaiing of verplaatsing van een originele belastingssituatie is gelijk aan de sommatie van hoekverdraaiing of verplaatsing van statisch equivalente belastingssituaties; De student kan gegevens uit Appendix C boek sterkteleer R. Hibbeler 2e editie 2006, toepassen voor het bepalen van de hoekverdraaiing of verplaatsing in diverse belastingssituaties; de student kan beredeneren waarom een belastingssituatie statisch onbepaald is: als er meer onbekenden zijn dan evenwichtsvergelijkingen; de student kan de oplossingsroute toepassen voor het bepalen van de reactiekrachten voor statisch onbepaalde situaties.
Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing Standaard rekenmachine Toetsvorm Schriftelijke toets Normering 55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
120
Module
Persoonlijke en professionele ontwikkeling 4 (vervolg in periode 2.4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
12EC / 336 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Niveaus (afhankelijk van de opdrachten in het leerbedrijf) II
II
*
*
*
II
I
II
Minimaa l 11
Beschrijving De Module PPO4 maakt onderdeel uit van de leerlijn Persoonlijke en professionele ontwikkeling uit het curriculum van de duale opleiding. In deze leerlijn werkt de student een half jaar (semester) bij zijn leerbedrijf aan zijn technische en generieke competenties. De student wordt geacht in deze periode zelfstandig een onderzoek uit te voeren dat gerelateerd is aan de ontwikkeling van een beroepsproduct bij zijn leerbedrijf. De student zal projectmatig moeten werken en is als projectlid betrokken bij de ontwikkeling van het beroepsproduct..
De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en realiseren van leerdoelen die hij heeft vastgelegd in een leercontract. Om de ontwikkeling van leerdoelen in de leerlijn PPO te kunnen aantonen werkt de student aan een aantal producten die worden opgenomen in een digitaal portfolio. Het portfolio bevat o.a. de volgende documenten: leercontract/persoonlijk activiteitenplan (PAP), persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), 360° feedback, verslagen en beoordelingsformulieren. De beoordeling
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
121
vindt per semester plaats door de schoolcoach, waarbij de bedrijfsbegeleider een adviserende rol heeft. Doelstellingen De nadruk ligt in deze Module op het borgen van het beheersingsniveau van de generieke competentie professionaliseren en twee van de vier technische competenties op niveau 2. Daarnaast zal de student het beheersingsniveau van de generieke competenties onderzoeken en managen op niveau 2 brengen.
Na het voldoende voltooien van deze Module:
M.b.t. de generieke competentie professionaliseren
kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een PAP (leercontract), POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar. De student kan een summary schrijven. De student kan een presentatie in het Engels houden.
m.b.t. de generieke competentie onderzoek
Heeft de student kennis van onderzoek (soorten, middelen, eigenschappen). Kan de student de fasen van een onderzoek beschrijven. Kan de student een onderzoek opzetten naar markt, doelgroep, producten. Kan de student gegevens verzamelen met behulp van adequate zoekvragen en –strategieën, relevante bronnen.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
122
Kan de student de verzamelde gegevens interpreteren en verwerken in een onderzoeksverslag. De student schrijft een technisch verslag over de ontwikkeling van het beroepsproduct. Gebruikt de student APA voor bronvermelding en het samenstellen van een bronnenlijst.
m.b.t. de generieke competenties managen en adviseren
De student toont aan dat hij/zij een opdracht projectmatig kan aanpakken De student toont aan dat hij/zij een projectplan kan maken De student toont aan dat hij/zij een projectplanning kan maken De student toont aan dat hij/zij opgedane kennis in aanvullende bouwstenen kan integreren in een project De student toont aan dat hij/zij de opgedane kennis om kan zetten naar een andere (technische) omgeving De student toont aan dat hij/zij de niet opgedane kennis kan verwerven om een project tot een goed einde te brengen Kan de studenten een goede verstandhouding met zijn projectleden opbouwen en aanbevelingen doen voor vervolgstappen.
m.b.t. technische competenties: opleveren beroepsproducten
Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau aantonen tenminste twee van de vier technische competenties op niveau 2 te borgen. De student komt zelfstandig en methodisch tot oplossingen/antwoorden voor complexe problemen/vraagstukken. Verplichte voorkennis PPO3 Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Beoordeling van beroepsproducten en portfolio Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
123
Periode 2.4
Module
Warmteleer 2
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module leren de studenten de hoofdwetten van de warmteleer (thermodynamica) toe te passen op machines. Tijdens een practicum gaan ze het geleerde in de praktijk brengen bij machines en installaties, waarin energie en energieomzettingen een voorname rol spelen.
adviseren
I
I
professionalis eren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
II
Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student: Toestandsveranderingen in open systemen berekenen. De tweede hoofdwet van de thermodynamica toepassen. Berekeningen maken over entropie. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdracht Normering
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
124
55% score
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
125
Derde studiejaar Periode 3.1 Module
Project W3 (vervolg in periode 3.2)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
9EC / 252 SBU
Beschrijving In een project werk je in een tijdelijk verband van een aantal studenten om een duidelijk vastgesteld doel te bereiken. In het project W3 werken de studenten aan verschillende opdrachten. Binnen het project zijn verschillende invalshoeken aanwezig:
De student kiest een project uit de specialisaties : 1. Engineering van systemen en machines 2.
Productontwikkeling
3.
Kunststoftechnologie
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Niveau project W3: Engineering I
II
II
II
I
II
I
II
II
I
II
II
I
II
Niveau project W3: Productontwikkeling I
II
II
II
Niveau project W3: Kunststoftechnologie II
II
I
II
Doelstellingen
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
126
Na afloop van deze Module geldt:
Student kan een project opdelen in deelprojecten en een kritisch pad opstellen De student toont aan dat hij/zij een opdracht projectmatig kan aanpakken. De student toont aan dat hij/zij een projectplan kan maken. De student toont aan dat hij/zij een projectplanning kan maken. De student toont aan dat hij/zij opgedane kennis in aanvullende bouwstenen kan integreren in een project. De student toont aan dat hij/zij de opgedane kennis om kan zetten naar een andere (technische) omgeving. De student toont aan dat hij/zij de niet opgedane kennis kan verwerven om een project tot een goed einde te brengen. De student toont aan dat hij zelfstandig werkzaamheden kan verrichten ten dienste van het project. De student toont aan dat hij kan werken in een projectorganisatie. De student toont aan dat hij mondeling en schriftelijk kan communiceren over een technisch onderwerp. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
127
Module
Quality Engineering 3 (in ontwikkeling)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Beschrijving In deze Module komen we terug op de metingen aan spuitgietproducten die in QE1 zijn uitgevoerd. We bekijken nu allereerst de kwaliteit van de statistische verdelingen m.b.v. probability plots. Verder onderzoeken we of de productseries afkomstig uit de vier matrijsholtes significant verschillen van elkaar. en We maken daartoe gebruik van Minitab, met name van verschiltesten op gemiddelde en spreiding. Als voorbereiding daarop moet ook een nieuw stuk theorie over de uitvoering van toetsen worden bestudeerd. Parallel wordt ook aandacht besteed aan kwaliteitsmanagement en systemen voor kwaliteitsmanagement. We maken kennis met ISO-9000, ISO/TS 16949, met EFQM-richtlijnen en met Lean Six Sigma.
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
II
II
Doelstellingen Na afronding van deze Module kan de student:
F- toetsen toepassen (handmatig en m.b.v. Minitab) om te beoordelen of de varianties van twee datasets met een betrouwbaarheid van 95% wel of niet aan elkaar gelijk zijn. Verschiltoetsen toepassen (handmatig en m.b.v. Minitab) om te kunnen bepalen of de gemioddelden van 2 datasets met 95 % betrouwbaarheid wel of niet gelijk zijn (Two-sample T-test en paired t-test). Handmatig een 95 % betrouwbaarheidsinterval bepalen van een berekende Cp waarde Met behulp van Minitab een Capability analysis maken, inclusief een betrouwbaarheidsinterval voor de Cp-waarde ) Vragen beantwoorden over een aantal onderwerpen: ISO 9000, ISO TS 16949, EFQM, Quality Awards
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
128
Met een groep een Process FMEA opstellen voor een zelf gekozen proces. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
129
Module
Management en organisatie 1
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus I
I
II
II
Beschrijving In deze Module gaat het om het functioneren van organisaties en de wijze waarop deze worden aangestuurd, kortweg organisatie en management.
Organisatie Een organisatie is te omschrijven als: elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. De reden waarom mensen in organisatieverband gaan samenwerken is dat bepaalde doelstellingen niet door één persoon gerealiseerd kunnen worden. Organisaties (bedrijven en ondernemingen) hebben tot doel om nuttige producten en diensten voort te brengen, hieraan ontlenen zij hun bestaansrecht. Een organisatie is dus een onderdeel van de maatschappij waarin zij opereert.
Management Het doeltreffend en doelmatig afstemmen van mensen, middelen en activiteiten gebeurt niet vanzelf, dit is de taak van het management. Onder management wordt verstaan: de leer van het bestuur van een organisatie. Een manager is een persoon die Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
130
het handelen van andere mensen in een organisatie op gang brengt en stuurt. Het management wordt gevormd door de organisatieleiding die tot taak heeft de onderneming te besturen. Een manager is dikwijls verantwoordelijk voor het resultaat van een afdeling of bedrijfsonderdeel. Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student:
de denkrichtingen en ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven De invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten de belangrijkste managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen kan de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen kan de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen kan de structuur van een organisatie typeren en modelleren het effectiviteitstreven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Opdrachten + schriftelijke toets Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde Module
Constructieleer 2 (in ontwikkeling)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
Competenties Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
131
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken niveaus
II
II
II
Beschrijving In deze Module verdiept de student zijn kennis op het gebied van constructiemethoden. Doelstellingen Na afloop van de Module:
Kent de student verschillende lasmethoden en lasvormen. Kan de student rekenen aan hoeklassen onder statische belasting. Kan de student een eenvoudig hoeklas maken. Kent de student verschillende lijm- en soldeernaadvormen. Kan de student rekenen aan lijm- en soldeernaadverbindingen onder statische belasting. Kent de student verschillende boutverbindingen. Kent de student verschillende borgingsmethoden voor boutverbindingen. kan de student rekenen aan boutverbindingen onder statische en dynamische belasting. Meer onderwerpen in ontwikkeling Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
132
Module
Geregelde systemen 3
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
I
I
Beschrijving In deze Module worden elementaire begrippen uit de meet en regeltechniek behandeld. Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student:
De rol beschrijven van automatisering in de Industrie; Type van productie en de bijbehorende automatisering beschrijven; Beschrijven hoe automatisering de economisch grondslag van schaalvergroting en differentiatie (klant/markt) beïnvloed; De belangrijkste typen van automatisering beschrijven; De niveaus van industriële automatisering benoemen; Beschrijven van de hiërarchische structuur van de industriële automatisering systemen en de essentiële functies van ieder; Benoemen van verschillen tussen Automatische Controle en Supervisor Controle; Beschrijven van de voor- en nadelen van Feedforward en Feedback control en hiervan voorbeelden geven; De doelstellingen benoemen van Automatische regelingen; Verklaren van stabiliteit en beschrijven van de bestrijding van storing(en) in de regelkring; Verklaren waarom Feedforward en Feedback in combinatie gebruikt worden en verklaar de taken in de regeling; Beschrijven, verklaren, berekenen en simuleren van regeltechniek (systeemtheorie) termen: De tijdconstante “ τ ”; De Stationaire versterkingsfactor “ K ”;
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
133
De differentiaal operator “ s ”; De overbrengingsverhouding “ H(s) ”; Relatieve Dempingsfactor “ β “; Eigenfrequentie “ ω(o) ” (ongedempt); ω-domein, polair- en Bode-diagram; Serie & Parallellen schakelingen;
“standaard blokken” opstellen voor: Proportioneel; Differentiator; Integrator;
Een Eerste Orde Systeem herkennen en beschrijven; Een Tweede Orde Systeem herkennen en beschrijven; de P, I, en D componenten van een systeem herkennen en beschrijven; Verklaren hoe een PID regelaar een goede responsie kan combineren met een lage SSE; de PB, Gain: Kp Ki en Kd verklaren; Motiveren wanneer een PI en wanneer PID kan worden ingezet; Oefenen met PID Simulator: Flow (PI) & Temperatuur_controller (PID); het fenomeen Ingrated Windup verklaren en aangeven aan hoe deze kan worden voorkomen; Hoe er schokloos kan worden geschakeld tussen Auto/Manual; Het inregelproces van een PID controller beschrijven; Impulssignaal, Taludsignaal, Sprongsignaal en Harmonisch signaal tekenen en beschrijven; De responsie van een 1e-orde- en 2e-orde systemen op boven genoemde signalen beschrijven; Kennis hebben van Simulatie & modelvormings software programma’s; Regelingen kunnen simuleren met Working model; Uitvoeringsvormen van servo's en eigenschappen beschrijven; regelstrategieën en modelleren van het bewegingsprofiel beschrijven; Mechanische consequenties trillingen,wrijving en speling beschrijven; Rekenstappen bij een servo-aandrijving berekening maken; Rekenen met complexe getallen, harmonische signalen en wisselsignalen; massa-veer-dempersystemen in het s-domein (Laplace, Fourier) kunnen opstellen. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing rekenmachine Toetsvorm Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
134
Opdrachten + schriftelijke toets Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
135
Module
Persoonlijke en professionele ontwikkeling 5 (vervolg in periode 3.2)
Opleiding
Werktuigbouwkunde duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
12EC / 336 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Niveaus (afhankelijk van de opdrachten in het leerbedrijf) I
II
*
*
*
II
I
II
Minimaa l 12
Beschrijving De Module PPO5 maakt onderdeel uit van de leerlijn Persoonlijke en professionele ontwikkeling uit het curriculum van de duale opleiding. In deze leerlijn werkt de student een half jaar (semester) bij zijn leerbedrijf aan zijn technische en generieke competenties. De student wordt geacht in deze periode binnen een project aan de realisatie van beroepsproducten te werken. Hij krijgt binnen deze projecten een steeds zelfstandiger rol.
De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en realiseren van leerdoelen die hij heeft vastgelegd in een leercontract. Om de ontwikkeling van leerdoelen in de leerlijn PPO te kunnen aantonen werkt de student aan een aantal producten die worden opgenomen in een digitaal portfolio. Het portfolio bevat o.a. de volgende documenten: leercontract/persoonlijk activiteitenplan (PAP), persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), 360° feedback, verslagen en beoordelingsformulieren. De beoordeling vindt per semester plaats door de schoolcoach, waarbij de bedrijfsbegeleider een adviserende rol heeft.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
136
Doelstellingen De nadruk ligt in deze Module op het borgen van het beheersingsniveau van de generieke competenties professionaliseren en managen plus twee van de vier technische competenties op niveau 2. Daarnaast zal de student het beheersingsniveau van een derde technische competentie op niveau 2 proberen te brengen.
Na het voldoende voltooien van deze Module:
M.b.t. de generieke competentie professionaliseren
kan de student verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn studie en persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelt de student een beroepsbeeld en stelt dit voortdurend bij op grond van verworven kennis en inzichten. Zet de student Studieloopbaanbegeiding actief in ten behoeve van eigen professionele ontwikkeling. Kan de student een PAP (leercontract), POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan zijn leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kan hij de voortgang goed beheren. Kan de student bruikbare zelfreflectie schrijven, maakt hij hier actief gebruik van en kan hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op eigen ontwikkelingsproces tot beroepsbeoefenaar. De student schrijft een technisch verslag over de voortgang in het project. De student kan een summary schrijven. De student kan een presentatie houden.
m.b.t. de generieke competentie managen
De student toont aan dat hij/zij een opdracht projectmatig kan aanpakken. De student toont aan dat hij/zij een projectplan kan maken. De student toont aan dat hij/zij een projectplanning kan maken. De student toont aan dat hij/zij opgedane kennis in aanvullende bouwstenen kan integreren in een project. De student kan taakgericht communiceren. De student toont aan dat hij/zij de opgedane kennis om kan zetten naar een andere (technische) omgeving. De student toont aan dat hij/zij de niet opgedane kennis kan verwerven om een project tot een goed einde te brengen.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
137
de denkrichtingen en ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven. De invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten. de belangrijkste managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen. kan de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen. kan de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen. kan de structuur van een organisatie typeren en modelleren. het effectiviteitstreven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen.
m.b.t. technische competenties: opleveren beroepsproducten
Kan de student aan de hand van PAP en Portfolio op inhouds- en procesniveau aantonen tenminste twee van de vier technische competenties op niveau 2 te borgen. Hij kan aantonen een derde technische competentie op niveau 3 te hebben gebracht. De student komt zelfstandig en methodisch tot oplossingen/antwoorden voor complexe problemen/vraagstukken. Verplichte voorkennis PPO4 Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Beoordeling van beroepsproducten en portfolio Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
138
Periode 3.2 Module
Geregelde systemen 4 (in ontwikkeling)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
I
professionalis eren
beheren
I
adviseren
realiseren
I
managen
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
II
II
Beschrijving In deze Module gaat de student aan de slag met populaire industriële hardware componenten. Hij brengt een servo besturing in regeling. Hij bouwt een proof of principle (POP). Hij maakt een temperatuur simulatie. Hij maakt real time aansturing. Hij maakt een POP opstelling met hardware en brengt deze in regeling. Doelstellingen Na afloop van deze Module:
Kan de student populaire industriële hardware componenten met servo besturing in regeling brengen; Een POP opstelling bouwen; Een regeling simuleren; POP-NI Hardware-inregelen. Verplichte voorkennis n.v.t. Hulpmiddelen tijdens toetsing n.v.t. Toetsvorm Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
139
oprachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
140
Module
Sterkteleer 3
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijd/duaal
Studiefase
Hoofdfase / major
Omvang
3EC / 84 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
II
I
II
Beschrijving In deze Module maakt de student een ontwerpberekening en samenstellingstekening van een belaste constructie. Tevens maakt de student kennis met de basisbeginselen van de Eindige Elementen Methode. Doelstellingen Na afloop van deze Module kan de student:
een mechanische constructie doorrekenen in een belastingssituatie met externe krachten, nuttige momentenlijnen van een belastingssituatie construeren, geschikte materialen en maatvoering selecteren voor constructie-elementen, geschikte verbindingen selecteren, een genormeerde samenstellingstekening maken, een samenstellingstekening controleren m.b.v. een checklist: de basisbeginselen van deze numerieke methode bevatten en toepassen met een simulatieprogramma, geprogrammeerde instructies invoeren t.b.v. het numeriek doorrekenen van mechanische constructies met externe belasting, uitspraken doen over sterkte en stijfheid van numeriek doorgerekende constructies. de uitvoering van een complexe opdracht managen,
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
141
taakgericht communiceren tijdens wekelijkse voortgangsbijeenkomsten, resultaten in een verslag presenteren. Verplichte voorkennis Constructieleer 2 en Sterkteleer 1 Hulpmiddelen tijdens toetsing Rekenmachine Toetsvorm Opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
142
Module
Informatiesystemen -IN ONTWIKKELING
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase
Omvang
3EC / 84 SBU
professionalis eren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
niveaus II
II
II
I
II
In deze nieuwe Module zal aandacht besteed worden aan de beheerskant van de datastromen die in de werktuigbouwkunde worden gegenereerd. Kernwoorden zijn: -
Informatie Informatiedragers Vrijgaveprocessen Changemanagement Workflows Product Lifecycle Management (PLM) Enterprise Resource Planning (ERP)
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
143
Periode 3.3 en 3.4 Module
Stage
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase
Omvang
30EC / 840 SBU
niveaus
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
totaal
* afhankelijk van de opdracht
II
*
*
*
*
II
I
II
minimaa l 12
Beschrijving In het derde studiejaar voeren de studenten een stage van minimaal 90 werkdagen uit voor het opdoen van werkervaring in het vakgebeid. Voor de realisering van de stagedoelstellingen is de medewerking van het bedrijfsleven en instellingen in de vorm van het beschikbaar stellen van stageplaatsen noodzakelijk.
De student bepaalt zelf een gewenst ontwikkelingsgebied en heeft zelf de verantwoordelijkheid voor het vinden van een geschikte stageopdracht bij een bedrijf. Vanzelfsprekend kan deze opdracht alleen plaatsvinden binnen de grenzen die door het beroeps- en competentieprofiel van de opleiding worden bepaald. Deze grenzen worden bewaakt door de stagecoördinator namens de curriculumcommissie. Doelstellingen Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
144
Algemeen
De algemene doelstelling van de stage is het opdoen van werkervaring in een voor de beroepspraktijk relevante omgeving, bijvoorbeeld in een industrieel bedrijf of in een ingenieursbureau of in een technisch georiënteerd kenniscentrum. Er is een grote verscheidenheid in bedrijfstypen en/of instellingen waarin studenten hun stage kunnen volgen. In de verschillende afdelingen van de stage-biedende organisatie wordt een eigen invulling gegeven aan de stages. Studenten moeten er dan ook op voorbereid zijn dat de stages sterk uiteen kunnen lopen, afhankelijk van de omgeving waarin de stage wordt gevolgd.
Technische competenties (analyseren, ontwerpen, realiseren, beheren):
Verbreden en verdiepen van vaktechnische competenties. Toepassen van de in de eerste studiejaren opgedane theoretische kennis. Leren zien van de samenhang tussen de verschillende facetten van technische problemen.
Generieke competenties (onderzoeken, adviseren, managen, professionaliseren):
Kennismaken met en belangstelling krijgen voor sociale en economische aspecten. Ontwikkelen van sociale vaardigheid, onder meer door in een bestaand teamverband te leren werken. Oefenen in waarnemen en rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk. De student schrijft een technisch- en een onderzoeksverslag. Organisatie De stage kan plaatsvinden in twee perioden: voor stages startend in september loopt de eerste periode van 1 september tot 1 februari, en de tweede periode van 1 februari tot 1 juli.
Per jaar worden twee plenaire bijeenkomsten gehouden betreffende voorlichting en regels rond de stage. Deze worden als volgt ingeroosterd: 1.
In oktober voor de groep die in februari op stage gaat.
2.
In juni voor de groep die in september op stage gaat.
Aansluitend op deze algemene voorlichtingsbijeenkomst wordt er met elke student gesproken over de eigen wensen en over het Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
145
beschikbare aanbod. Naar een stageplaats moet gesolliciteerd worden in overleg met de stagecoördinator. In de periode voorafgaand aan de stage kan de student deelnemen aan een ARCOM cursus. In deze cursus ontwikkelt de student vaardigheden in het solliciteren. Na goedkeuring van de opdracht door de stagecoördinator kan de student beginnen aan zijn stageopdracht. H De stagecoördinator zorgt dat de student een stagedocent krijgt aangewezen. Nadere informatie is te vinden in de stagehandleiding. Beoordeling De stage wordt beoordeeld door de stagedocent. De student wordt beoordeeld aan de hand van een advies van de bedrijfsbegeleider, een technisch- en een onderzoeksverslag en professionele aspecten als: rapportages, presentaties op de stageterugkomdag e.d.
Een student van de duale opleiding heeft voldoende werkervaring. Als een duale student kan aantonen de technische en generieke competenties op voldoende niveau te beheersen kan hij in overleg met de stagecoördinator, een vrijstelling aanvragen bij de Examencommissie. Hij toont dit aan door het aanleveren van een portfolio van beroepsproducten en twee individueel gemaakte verslagen: een technisch- en een onderzoeksverslag. De verslagen dienen met een voldoende te zijn beoordeeld volgens de beoordelingseisen zoals gesteld in de stagehandleiding. Verplichte voorkennis Propedeuse Minimaal 69 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Toetsvorm opdrachten Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
146
Vierde studiejaar Periode 4.1/4.2 en 4.3/4.4 MINOR (minor 1 + minor 2) Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase / minor
Omvang
15EC / 420 SBU + 15EC / 420 SBU
Beschrijving (onder voorbehoud) In de minorfase kunnen studenten zich verbreden en verdiepen door het volgen van specifieke minoren. De minor heeft een omvang van 30 EC en bestaat uit twee blokken van 15 EC elk. De opleiding Werktuigbouwkunde biedt drie verdiepende en één verbredende minor aan: 1. 2. 3. 4.
Engineering (verdiepend) Productontwikkeling en ondernemerschap (verbredend) Kunststoftechnologie (verdiepend) Kunststoftechnik Osnabrück (verdiepend)
Verdiepende minoren Tijdens het volgen van een verdiepende minor ontwikkelen studenten competenties binnen de sector/ het domein van hun major. Anders gezegd: de studenten brengen hun domeincompetenties op een hoger niveau. Ze specialiseren zich binnen hun domeincompetenties en geven daarmee hun eigen competentieprofiel meer inhoud en diepgang. Aan een verdiepende minor zijn specifieke instapeisen verbonden, zie ‘verplichte voorkennis’. Een verdiepende minor heeft het competentieprofiel van de opleiding als basis en is daarom in eerste instantie alleen toegankelijk voor studenten vanuit het eigen opleiding(major)programma.
Verbredende minoren Tijdens het volgen van een verbredende minor ontwikkelen studenten competenties die domeinoverstijgend of sectoroverstijgend zijn. ‘Domeinoverstijgend’ betekent dat de student competenties ontwikkelt die niet noodzakelijkerwijs staan vermeld binnen het competentiedomein waaronder zijn major valt. De verbredende minor kan zelfs ook sectoroverstijgend zijn. Met een verbredende minor kan een student zich profileren door competenties te ontwikkelen buiten het eigen opleidingsprofiel. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
147
Open-Minor Open minoren zijn minoren die niet in de OER van de opleiding zijn opgenomen. Studenten zijn vrij om open minoren te volgen bij universiteiten en andere hogescholen die zijn ingeschreven op de website van www.KiesOpMaat.nl . Universtiteiten bieden minoren aan die aansluiten bij de pre-master. Minor Kunststoftechnik Osnabrück In samenwerking met Stenden biedt de Hochschule Osnabrück een minor in een internationale context aan: ‘Kunststofftechnik’. Er is een formele overeenkomst tussen de beide hogescholen. Deze studie gevolgd door een afstudeeropdracht in Duitsland levert naast het Nederlandse getuigschrift ook het Duitse getuigschrift van de Bacheloropleidingen. Dit traject wordt ook wel Doppeldiplomierung genoemd.
Doelstellingen Een minor geeft de student de mogelijkheid eigen kleur en smaak aan het onderwijsprogramma te geven. Verdiepen of verbreden van competenties, al naar gelang de persoonlijke leerwensen en leerdoelen van de student, biedt het volgen van een minor een verrijking. Als een student er voor kiest om een verdiepende minor te doen brengt hij zijn competenties op een hoger niveau waardoor hij met een hoger profiel kan afstuderen. Dit kan gunstig zijn voor zijn carrière mogelijkheden. organisatie Per jaar worden een aantal plenaire bijeenkomsten gehouden betreffende voorlichting en de organisatie rondom minoren.
Voor deelname aan de minoren moet de student de periode voorafgaand aan een minor een afspraak maken met de minorcoördinator, Dhr. G. Olsder. Voor deelname aan een minor is 105EC aan behaalde bouwstenen uit de hoofdfase vereist. De student toont dit aan door een Progress uitdraai met resultaten. Voor de minor Engineering Machinebouw geldt verplichte voorkennis. Studenten die minoren van de opleiding werktuigbouwkunde volgen hoeven geen toestemming aan de examencommissie te vragen.
Studenten die een open minor willen volgen maken een afspraak met minor coördinator. Naast studieresultaten en motivatie gelden de volgende voorwaarden aan het volgen van een open minor: 1) de minor moet een duidelijke relatie hebben met de eindcompetenties van de Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
148
opleiding (OER, H3 Art. 9 lid 2). De minor moet dus aansluiten bij de competenties uit het domein Engineering. 2) De te behalen leerdoelen en competenties voegen iets toe aan het opleidingsprofiel van de student. Er mogen in de minor geen onderdelen van onderwijseenheden uit het curriculum van de opleiding worden herhaald. 3) De minor staat op www.KiesOpMaat.nl. 4) de student kan schriftelijk de volgende gegevens overleggen: aanbieder (instantie, opleiding, locatie), naam minor, motivatie student, beschrijving van de opbouw van de minor, te behalen leerdoelen en competenties, beoordelingsmodel (normen, scoring rubrics), literatuur, voorkennis, op te leveren beroepsproducten (verslag, producten a/b/c.., onderzoek, presentatie..), planning / urenverantwoording, na afloop behaalde resultaten kunnen tonen Als de minorcoördinator de aanvraag goedkeurt kan de student een aanvraagformulier voor minoren ophalen bij IStudy. De student laat de minorcoördinator tekenen voor gezien en levert de aanvraag + het ingevulde formulier in bij de examencommissie. Zij moeten formeel toestemming geven.
Studenten die op een andere wijze hun minor willen invullen kunnen een afspraak maken met de minorcoördinator.
De opleiding wijst erop dat voor de uitvoering van een minor een minimum van 2 deelnemers is vereist. Verplichte voorkennis
Propedeuse Minimaal 105 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Voor de minor Engineering Machinebouw: Sterkteleer 1 en 3, Constructieleer 2, Geregelde Systemen 3 en 4 onderdelen De minoren van de opleiding werktuigbouwkunde bestaan uit afzonderlijke bouwstenen Toetsvorm per Module Iedere Module is opgebouwd uit opdrachten welke beoordeeld worden Normering per Module 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
149
Minor Engineering
MINOR (minor 1 + minor 2)
Engineering Machinebouw of Solar Boat
Type minor
Verdiepende minor
Opleiding
Werktuigbouwkunde
Studiefase
Hoofdfase / minor
Omvang
15EC / 420 SBU + 15EC / 420 SBU
Aanbod
Periode 1/2
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties (* afhankelijk van de opdracht)
totaal
Niveau minor Engineering II
*
*
*
*
II
I
II
*
Beschrijving In de minor Engineering voeren de studenten een Engineersproject (ontwerpen) uit en zetten ze een toegepast onderzoek op. In het tweede gedeelte van de minor ontwikkelen ze delen van hun ontwerp en voeren ze testen uit. Doelstellingen Een minor geeft de student de mogelijkheid eigen kleur en smaak aan het onderwijsprogramma te geven. Verdiepen of verbreden van competenties, al naar Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
150
gelang de persoonlijke leerwensen en leerdoelen van de student, biedt het volgen van een minor een verrijking.
Als een student er voor kiest om zowel Project W3, stage, minoren en afstuderen binnen de context van de specialisatie Engineering uit te voeren, verdiept hij zijn competenties op het gebied van analyseren, ontwerpen, realiseren en managen. Organisatie Standaard wordt de minor Engineering machinebouw aangeboden in de eerste helft van het vierde jaar. In sommige jaren heeft de opleiding zich verbonden aan een event zoals de ‘Solar race’. In dat geval zal de opleiding gedurende twee jaarhelften de minoren Solar Boat I en II aanbieden. Opbouw minor De minor Engineering 1 bestaat uit de volgende bouwstenen: 1e periode: 1. case pers/ontwerp solar boat (incl. projectdefinitie) : 12EC 2. onderzoek (systeemanalyse, richtlijnen e.d.): 3EC
De minor Engineering 2 bestaat uit de volgende bouwstenen: 2e periode 1. project minor Engineering 2 (ontwerp, ontwikkeling): 12 EC 2. onderzoek (syteemanalyse, richtlijnen e.d.): 3 EC Minimum aantal deelnemers 2 Verplichte voorkennis Machinebouw: Propedeuse. Minimaal 105 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Constructieleer 2, Sterkteleer 1 en 3, Geregelde Systemen 3 en 4 Solar Boat I / II: Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
151
Propedeuse. Minimaal 105 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Toetsvorm per Module Iedere Module is opgebouwd uit opdrachten Normering per Module 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
152
Minor Productontwikkeling en markt
MINOR (minor 1 + minor 2)
Productontwikkeling en Markt
Type minor
Verbredende minor
Opleiding(en)
Werktuigbouwkunde / CE
Studiefase
Hoofdfase / minor
Omvang
15EC / 420 SBU + 15EC / 420 SBU
Aanbod
Periode 1/2 (periode 3/4 onder voorbehoud)
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties (* afhankelijk van de opdracht)
totaal
Niveau minor DPO&O II
*
*
*
*
II
*
II
*
Beschrijving In ontwikkeling Doelstellingen Een minor geeft de student de mogelijkheid eigen kleur en smaak aan het onderwijsprogramma te geven. Verdiepen of verbreden van competenties, al naar gelang de persoonlijke leerwensen en leerdoelen van de student, biedt het volgen van een minor een verrijking.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
153
Als een student er voor kiest om zowel Project W3, stage, minoren en afstuderen binnen de context van de specialisatie productontwikkeling uit te voeren, verdiept hij zijn competenties op het gebied van ontwerpen, adviseren en managen. Organisatie De opleiding zal de minor twee keer per jaar aanbieden, met de start en perioden 1 of 3. Opbouw minor (onder voorbehoud) De minor 1 P&M bestaat uit de volgende bouwstenen: 1e periode: 1. Onderzoek naar markt en toepassing (opstellen Business Case, Onderzoeksplan, uitvoeren onderzoek, verslaglegging en verantwoording): 9EC 2. General economics (Commerciële economie): 3EC 3. Marketing 1 (Commerciële economie): 3EC
De minor 2 P&M bestaat uit de volgende bouwstenen: 2e periode 1. Onderzoek en ontwikkeling (uitvoeren onderzoek, uitwerking ontwerp, verslaglegging en verantwoording): 12EC 2. Verkoop (Commerciële economie): 3EC Minimum aantal deelnemers 2 Verplichte voorkennis Minimaal 105 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Toetsvorm per Module Iedere Module is opgebouwd uit opdrachten Normering per Module 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde Minor Kunststoftechnologie (in ontwikkeling) Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
154
MINOR (minor 1 + minor 2)
Kunststoftechnologie (in ontwikkeling)
Type minor
Verdiepende minor
Opleiding(en)
Werktuigbouwkunde / PRÉ
Studiefase
Hoofdfase / minor
Omvang
15EC / 420 SBU + 15EC / 420 SBU
Aanbod
Periode 1/2 en periode 3/4
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
totaal
Niveau minor KT (* afhankelijk van de opdracht) II
*
*
*
*
II
*
II
*
Beschrijving In ontwikkeling Doelstellingen (onder voorbehoud) Een minor geeft de student de mogelijkheid eigen kleur en smaak aan het onderwijsprogramma te geven. Verdiepen of verbreden van competenties, al naar gelang de persoonlijke leerwensen en leerdoelen van de student, biedt het volgen van een minor een verrijking.
Als een student er voor kiest om zowel Project W3, stage, minoren en afstuderen binnen de context van de specialisatie Kunststoftechnologie uit te voeren, verdiept hij zijn competenties Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
155
op het gebied van, onderzoeken, analyseren, realiseren, adviseren en managen. Organisatie (onder voorbehoud) De opleiding zal de minor twee keer per jaar aanbieden, met de start en perioden 1 of 3. Opbouw minor (onder voorbehoud) De minor 1 KT bestaat uit de volgende bouwstenen: 1e periode: 1. case/onderzoek productietechniek: 6EC 2. onderzoek en toepassing (opstellen Business Case, Onderzoeksplan, uitvoeren onderzoek, verslaglegging en verantwoording): 9EC
De minor 2 KT bestaat uit de volgende bouwstenen: 2e periode 1. Onderzoek en ontwikkeling (uitvoeren onderzoek, uitwerking ontwerp, verslaglegging en verantwoording): 15EC Minimum aantal deelnemers 2 Verplichte voorkennis Minimaal 105 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Toetsvorm per Module Iedere Module is opgebouwd uit opdrachten Normering per Module 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
156
Minor Kunststoftechnik Osnabrück (in ontwikkeling)
MINOR (minor 1 + minor 2)
Kunststoftechnik (in ontwikkeling)
Type minor
Verdiepende minor
Opleiding(en)
Fachochschule Osnabrück
Studiefase
Hoofdfase / minor
Omvang
15EC / 420 SBU + 15EC / 420 SBU
Aanbod
Periode 1/2
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
totaal
Niveau minor KTO (* afhankelijk van de opdrachten/bouwstenen) *
*
*
*
*
II
*
III
*
Beschrijving In ontwikkeling Doelstellingen Een minor geeft de student de mogelijkheid eigen kleur en smaak aan het onderwijsprogramma te geven. Verdiepen of verbreden van competenties, al naar gelang de persoonlijke leerwensen en leerdoelen van de student, biedt het volgen van een minor een verrijking.
Als een student er voor kiest om zowel Project W3, stage, minoren en afstuderen binnen de context van de specialisatie Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
157
Kunststoftechniek uit te voeren, verdiept hij zijn competenties op het gebied van, analyseren, onderzoeken, realiseren, adviseren en managen. Organisatie (onder voorbehoud) De opleiding zal in overleg met de Fachochschule Osnabrück de minor één keer per jaar aanbieden, met de start en perioden 1. Opbouw minor (onder voorbehoud) De minor 1 KTO bestaat uit de volgende bouwstenen: 1e periode:
De minor 2 KTO bestaat uit de volgende bouwstenen: 2e periode
Minimum aantal deelnemers 1 Verplichte voorkennis Minimaal 111 EC aan studiepunten uit de hoofdfase Toetsvorm per Module Iedere Module is opgebouwd uit opdrachten Normering per Module 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
158
Periode 4.3 en 4.4 Module
Afstudeeropdracht (vervolg in periode 4.4)
Opleiding
Werktuigbouwkunde voltijds/duaal
Studiefase
Hoofdfase
Omvang
30EC / 840 SBU
niveaus
professionaliseren
adviseren
managen
beheren
realiseren
ontwerpen
analyseren
onderzoeken
Competenties
Totaal
* afhankelijk van de afstudeeropdracht
*
*
*
*
*
II
I-II
III
minimaa l 16
II-III
II-III
II
I-II
III
Minimaal 18
Voorgeschreven eindniveau II
III
II-III
Beschrijving Met de afstudeeropdracht ronden de studenten hun studie af. Kenmerkend voor een afstudeeropdracht is dat het gaat over een nieuwe probleemstelling. De student toont dat hij/ zij op eigen kracht een probleem of vraag uit het vakgebied kan oplossen of beantwoorden met behulp van kennis, vaardigheden en attitudes opgedaan in voorgaande jaren. In feite is de afstudeeropdracht een proeve van bekwaamheid, waarmee de student kan aantonen te kunnen functioneren op het niveau van een beginnende Bachelor of Engineering.
Het is waarschijnlijk de eerste keer dat een student een dergelijk langdurige opdracht zelfstandig uitvoert en daarover mondeling en schriftelijk rapporteert. Het belang van de afstudeeropdracht ligt Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
159
dan ook in het zelfstandig werken, in de integratie van de kennis en vaardigheden die een student eerder heeft opgedaan.
De afstudeeropdracht heeft een omvang van 30 EC's. De uitvoering vergt i.h.a. een periode van ongeveer 5 tot 6 maanden. Doelstellingen De doelstellingen van de afstudeeropdracht zijn in lijn met de omschrijving niveau bachelor van de NVAO (Dublin Descriptoren). De doelstelling van de afstudeeropdracht luidt: De afstudeeropdracht stelt de student in de gelegenheid aan te tonen dat hij voldoet aan het eindniveau van de opleiding werktuigbouwkunde en kan functioneren op het beginniveau van een Hbo-bachelor.
Van een student wordt verwacht dat hij:
In samenwerking met zijn opdrachtgever, maar onder eigen verantwoordelijkheid, de afstudeeropdracht kan formuleren en plannen. De opdracht zelfstandig kan uitvoeren. Hierbij is hulp van de directe omgeving niet uitgesloten, maar de student fungeert als eerstverantwoordelijke voor de uitvoering van de opdracht. De resultaten overzichtelijk kan samenvatten in een afstudeerrapport (zie ook hoofdstuk 4: verslaggeving). Een presentatie van ongeveer een half uur kan verzorgen waarin de hoofdlijnen van het onderzoek worden gerapporteerd aan belangstellenden. na afloop van de presentatie de resultaten kan verdedigen. organisatie De student moet zelf een afstudeeropdracht regelen. Een student stemt met de afstudeercoördinator zijn wensen af met het beschikbare aanbod. De afstudeercoördinator bepaalt of de opdracht aan de eisen voldoet (context, begeleiding, niveau). De afstudeercoördinator maakt een inschatting van het niveau van een afstudeeropdracht. Na afronding van de opdracht zal de student moeten voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding. Dit kan hij aantonen door een portfolio te overleggen met behaalde competenties in de basisjaren, stage en minor en te behalen competenties tijdens het afstuderen. Het niveau van de competenties moet aan een vereiste verdeling voldoen en in totaal op minimaal 18 uitkomen.
Na goedkeuring van de opdracht door de afstudeercoördinator kan de student beginnen aan zijn afstudeeropdracht. Nadere informatie is te vinden in de handleiding afstudeeropdracht. Verplichte voorkennis
Propedeuse Minimaal 141 EC aan studiepunten uit de hoofdfase
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
160
Voor Cohorten 2011 en eerder geldt een overgangsregeling. Deze cohorten mogen afwijken van de minimale eis van 141 EC uit de hoofdfase, mits ze in ieder geval wel 135 EC uit de hoofdfase hebben behaald, én een voldoende resultaat hebben behaald voor de module Wiskunde 3. Toetsvorm De student wordt beoordeeld op resultaat, verslag en presentatie Normering 55% score op onderdelen, gewogen gemiddelde
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
161
Bijlage E Opleiding specifieke regels voor de opleiding Werktuigbouwkunde 20152016 Het doel van deze bijlage is het regelen van de praktische gang van zaken betreffende de opleiding Werktuigbouwkunde.
Artikel 1 Juridisch kader lid 1. De in deze bijlage opgenomen opleidingsspecifieke regels mogen niet in strijd zijn met het bepaalde in de OER, noch de student benadelen. lid 2. In geval van strijdigheid en of benadeling van de student gaat het bepaalde in de OER boven de opleidingsspecifieke regel(s) in deze bijlage.
Artikel 2 Deelname aan het onderwijs lid 1. Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaalde onderwijseenheid volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingen, een bepaalde onderwijseenheid nog niet heeft behaald, beslist de examencommissie in redelijkheid en billijkheid over de te nemen maatregel.
Artikel 3 Het tentamen lid 1. Een schriftelijk tentamen is een tentamen, zoals beschreven in art.3, hoofdstuk 5 van de Onderwijs en Examenregeling 2015-2016. lid 2. a. De student heeft het recht om per gevolgde onderwijseenheid maximaal vier keer aan elke binnen die onderwijseenheid begrepen schriftelijk tentamen van die onderwijseenheid deel te nemen. b. In het eerste studiejaar mag de student aan maximaal 2 tentamenmomenten van iedere te onderscheiden schriftelijk tentamen deelnemen. c. Heeft de student een schriftelijk tentamen niet gehaald na 4 keer te hebben deelgenomen aan het betreffende tentamen, dan moet de student het onderdeel waarover het schriftelijk tentamen wordt afgenomen in een volgend studiejaar in zijn geheel opnieuw volgen. lid 3. Het niet kunnen deelnemen aan enig tentamen wegens het samenvallen van tentamenmomenten behoort tot het risico van de student.
Art. 4 Overgangsregeling m.b.t. wijzigingen in de volgorde van het curriculum ingaande studiejaar 2015-20163 lid 1. Voor studenten behorend tot Cohort 2012 en eerder geldt de volgende overgangsregeling: 1) het vak CAD/CAM 1 (CC1) mag vervangen worden door de combinatie van CCC1+WIRI1+ QE4 2) Het vak CAD/CAM 2 (CC2) mag vervangen worden door de combinatie van de vakken CCC 2+WIRI2 3) Het vak InformatieSystemen (INFS) mag vervangen worden door het vak QE5
3
De oorzaak hiervan ligt in het feit dat gezien de wijziging in het curriculum van 2015-2016 deze studenten niet het volledige programma van het eerste jaar hebben kunnen volgen. Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
162
lid 2. Voor studenten behorend tot cohort 2013 en cohort 2014 (niet cohort 2014 –februari instroom) geldt de volgende overgangsregeling: 1) het vak CAD/CAM 1 (CC1) mag vervangen worden door de combinatie van CCC1+WIRI1+ QE4 2) Het vak CAD/CAM 2 (CC2) mag vervangen worden door de combinatie van de vakken CCC 2+WIRI2 lid 3. Voor studenten behorend tot de februari-instroom van Cohort 2014 geldt een uitzondering op OER H6 art.2 lid 4. Het studieadvies wordt wegens organisatorische redenen uitgesteld wanneer het aantal behaalde studiepunten aan het einde van de eerste 13 studiemaanden gelijk aan of meer is dan 48 EC, maar minder dan 51 EC. lid 2. De student krijgt indien lid 1. van toepassing is zo spoedig mogelijk na de eerste reguliere tentamen en hertentamen mogelijkheid van de module Statica 1 het studieadvies zoals bedoeld in H.6 art.2 van de OER. In dit advies wordt de reguliere ondergrens van 51 EC gehanteerd.
Art. 5 Overgangsregeling m.b.t. instroomeisen voor het afstuderen voor cohorten 2011 en eerder lid 1. Voor studenten van de cohorten 2011 en eerder geldt aanvullend op OER H5 art.11 lid 4e dat zij mogen afwijken van de minimale eis van 141 EC uit de hoofdfase, mits ze in ieder geval wel 135 EC uit de hoofdfase hebben behaald, én een voldoende resultaat hebben behaald voor de module Wiskunde 3.
Stenden University OER 2015-2016 opleiding werktuigbouwkunde
163