Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland Mei 2013
Politieacademie LokaleZaken Beke Advies
Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door de Politieacademie, LokaleZaken en Beke Advies. Auteurs: dr. E.J. van der Torre, dr. B. Beke, dr. E. Bervoets, dr. M. Gieling en D. Keijzer MSc en J. Bik MSc, drs. L. Schaap. M.m.v. R. Holvast en T. Jongepier . De straatenquêtes zijn afgenomen door: L. Schaap, E. van der Torre, D. Keijzer, J. Bik, M. de Groot, M. Gieling, A. Levy, A. van Uden, C. Kramer, M. Holvast, A. van Schaijk, T. Aarnoutse, D. van Arkel , I. Madzura, S. van de Ven, K. Meijers, R. Nugter, Y. van Leest, I. Brouwers, M. van den Hurk, D. van den Oetelaar en H. Peters.
Inhoudsopgave
1. Inleiding 5 1.1 Drugsmonitor 5 1.2 Nieuwe gedoogcriteria 6 1.3 Onderzoeksvragen 7 1.4 Wat volgt 8
2. Coffeeshops: effecten en patronen 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Bedrijfsvoering en klantenstromen 10 2.2.1 Algemeen 10 2.2.2 Tilburg 15 2.2.3 Etten-Leur 16 2.2.4 Goes 17 2.2.5 Vlissingen 18 2.2.6 Terneuzen 19
3. In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 21 3.1 Inleiding 21 3.2 Toelichting op de systeemanalyse 22 3.3 Volgens de politieregistraties: (eerst) een toename 25 3.4 Een gunstige trendbreuk tekent zich af 31 3.5 Concentratie van drugsoverlast en drugshandel 32 3.5.1 Hotspots: onderlinge verschillen 32 3.5.2 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant 35 3.5.3 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Zeeland 40 3.6 Van systeemkennis naar straatkennis 42
4. Illegale softdrugshandel: straatinformatie 45 4.1 Inleiding 45 4.2 Straathandel rondom coffeeshops 46 4.2.1 Algemeen 46 4.2.2 Per gemeente 47 4.3 Straathandel: mobiel en op locaties 48 4.3.1 Algemeen 48 4.3.2 Per gemeente 50 4.4 Handel vanuit panden 54 4.4.1 Algemeen 54
4.4.2 Per gemeente 55 4.5 Doorverkoop 57 4.5.1 Algemeen 57 4.5.2 Per gemeente 58 4.6 Handel (met buitenlanders) en teelt: naar het Zuiden 59
5.
Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal 63
5.1 Inleiding 63 5.2 Breda 64 5.3 Roosendaal en Bergen op Zoom 66
6. Straatenquêtes 69 6.1 Inleiding 69 6.2 Coffeeshopbezoekers 69 6.3 Bewoners en ondernemers 73
7. Beleid: verschuiving en continuïteit 77 7.1 Inleiding 77 7.2 Beleidsverschuiving 78 7.3 Perikelen rond het B-criterium: van de baan 79 7.4 Handhaving ‘rondom’ coffeeshops 79
8. Conclusies en aanbevelingen 83 8.1 Conclusies 83 8.2 Aanbevelingen 87
Bijlage 1 Respondenten 89 Bijlage 2 Straatenquêtes 101 Bijlage 4 Geregistreerde drugsincidenten: een regionaal overzicht 111 Bijlage 3 Bibliografie 127
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Drugsmonitor De kabinetten Rutte I en Rutte II hebben forse beleidswijzigingen doorgevoerd in het softdrugsbeleid. Die hebben veel invloed gehad in coffeeshopgemeenten in de grensstreek. De Regionale Colleges van de politieregio’s Midden en West Brabant & Zeeland hebben ons in mei 2012 gevraagd onderzoek te doen naar de effecten daarvan. Deze studie rapporteert over de gang van zaken in 2012. We hebben daartoe een drugsmonitor ontwikkeld. We rapporteerden reeds over de gang van zaken in Tilburg: Tilburgse Taferelen (Van der Torre e.a., 2012). Dit is de eerste rapportage over het gehele grondgebied van de (nieuwe) politie-eenheid Midden en West Brabant en Zeeland. We hebben intensief veldwerk verricht in vijf coffeeshopgemeenten: Tilburg, Etten-Leur, Vlissingen. Goes en Terneuzen. Breda en Waalwijk kennen ook coffeeshops. In deze twee gemeenten wordt echter onderzoek verricht op dit dossier door het WODC. De burgemeester van Waalwijk wilde niet dat twee onderzoeksteams in zijn gemeente actief zouden zijn en wenste daarom niet mee te werken aan ons onderzoek. De gemeente Breda maakte aanvankelijk ook geen deel uit van onze onderzoeksopzet, maar op basis van een reeks interviews en beschikbare documenten rapporteren we wel over deze gemeente. Voorts nemen Roosendaal en Bergen op Zoom een bijzondere plaats in, omdat de acht coffeeshops in deze twee gemeenten zijn gesloten in september 2009. Het WODC zegt overigens niet te rapporteren op gemeenteniveau. Het maakt deel uit van onze opzet om dit (naast regionale analyses) juist wel te doen, mede omdat dit betrokkenen in staat stelt onze analyses te spiegelen aan hun inzichten en het softdrugsbeleid nu eenmaal mede gestalte krijgt op het niveau van gemeenten. De verschillende onderzoeksopzetten maken het des te interessanter om onze bevindingen te koppelen aan de resultaten van het WODC. Die koppeling kunnen we nu nog niet leggen omdat het WODC-onderzoek na deze studie verschijnt. Bij het veldwerk stuitten we op straatniveau op softdrugsproblemen en criminele praktijken die deels los stonden van het nieuwe softdrugsbeleid, maar die belangrijk zijn voor de gemeenten waar we onderzoek deden. Bovendien was van meet af aan duidelijk - met een blik op politiek Den Haag, inclusief verkiezingsprogramma’s - dat de wietpas zou gaan wankelen. Dit motiveerde ons om geen experimenteel effectonderzoek te doen naar de ‘wietpas’, maar om vooral op gemeentelijk niveau in beeld te brengen wat er op het softdrugsdossier speelt. Dit blijkt een gelukkige keuze, want inmiddels is de wietpas gesneuveld, maar kampen de coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant en Zeeland nog steeds met problemen. Een zuivere nulmeting [t=0] en éénmeting [t=1] is ingewikkeld op een dossier dat op straat en politiek gezien zo beweeglijk is. We geven toe dat we ook niet meer in staat waren om (zelf) nulmetingen uit te voeren, omdat we nu eenmaal in mei 2012 zijn gestart met de drugsmonitor. Maar als dat wel mogelijk had geweest, zouden we nog steeds de lokale (gemeentelijke) problematiek centraal hebben gesteld.
Inleiding 5
1.2 Nieuwe gedoogcriteria Op basis van onderzoek door de Commissie van de Donk (“Geen deuren maar daden”), trok het kabinet Rutte I drie conclusies (TK 2010-11, 24 077, nr. 259): 1. Het middelengebruik van minderjarigen moet sterker worden tegengegaan. Met name kwetsbare jongeren dienen beschermd te worden tegen drugs- en alcoholgebruik, daarmee samenhangend probleemgedrag en tegen sociale marginalisering. 2. Coffeeshops zijn uitgegroeid tot moeilijk beheersbare grote cannabisverkooppunten. De coffeeshops moeten terug naar waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren: verkooppunten voor de lokale gebruikers (kleinschalige gelegenheden). 3. Versterking en verbreding van de strijd tegen de georganiseerde misdaad is nodig. Het nieuwe beleid komt tot uitdrukking in aanpassing van de gedoogcriteria in de aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. De bekende AHOJG-criteria (geen Affichering, geen Harddrugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jeugdigen, geen verkoop van Grote hoeveelheden per transactie), worden uitgebreid met twee criteria, te weten:
Het B-criterium: de coffeeshop als besloten club voor de lokale markt. Daartoe kregen alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland toegang tot een coffeeshop op basis van lidmaatschap van de desbetreffende coffeeshop. Het lidmaatschap wordt door de coffeeshophouder verleend. Dit wordt gecontroleerd op basis van een verplichte ledenadministratie van de exploitant. Vanwege de nagestreefde kleinschaligheid wordt het aantal leden van een coffeeshop gemaximeerd. Het lidmaatschap is duurzaam: dus niet op dagbasis bijvoorbeeld en voor tenminste één jaar.
Het I-criterium: coffeeshops zijn louter toegankelijk voor Nederlandse ingezetenen. Lidmaatschap van een coffeeshop is louter mogelijk voor ingezetenen van Nederland van 18 jaar of ouder. Een ingezetene is een persoon met zijn woonadres in een Nederlandse gemeente. Buitenlandse drugstoeristen (m.n. uit België, Duitsland en Frankrijk) hebben dus geen toegang meer tot een coffeeshop. Uit onderzoek in de grensstreek blijkt dat dit een enorm grote verandering betekent aan de voordeur van de coffeeshops: veel klanten komen namelijk uit het buitenland. Op 1 mei 2012 werden in de gemeenten van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland het Besloten Club- en het Ingezetenencriterium ingevoerd, met uitzondering van het maximumaantal leden van 2.000. Bij de kabinetsformatie van Rutte II wordt afgesproken het softdrugsbeleid te veranderen. Het nieuwe beleid komt er, kort door de bocht, op neer dat het B-criterium komt te vervallen. De ‘wietpas’ wordt geschrapt, maar het I-criterium blijft overeind, al is er ruimte voor lokaal maatwerk. Dat lijkt ruimte te bieden om het I-criterium (nog?) niet te handhaven of in te voeren, onder meer in gemeenten waar dit tot praktische problemen zou kunnen leiden, zoals Amsterdam. Het is tegelijkertijd duidelijk dat de minister van Veiligheid en Justitie graag ziet dat het I-criterium wel degelijk wordt gehandhaafd.
6 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
1.3 Onderzoeksvragen We beantwoorden in deze eerste rapportage de volgende onderzoeksvragen.
Hoofdvraag: Wat zijn de effecten van de veranderingen in het softdrugsbeleid per 1 mei 2012 op de aard, omvang en verschijningsvormen van drugsoverlast, drugscriminaliteit en drugsgebruik?
Onderzoeksvragen: Op welke wijze voeren coffeeshophouders het B- en I-criterium in en hoe verloopt het coffeeshopbezoek? Hoe ontwikkelt de drugsoverlast en -criminaliteit zich, onder meer rondom coffeeshops? Hoe reageren buitenlandse drugstoeristen op de beleidsveranderingen? Welke veranderingen treden op in de illegale (detail)handelsmarkt van softdrugs in Midden en West Brabant & Zeeland? We rapporteren over zes coffeeshopgemeenten: Tilburg, Breda, Etten-Leur, Vlissingen, Goes en Terneuzen. Deze gemeenten tellen bij elkaar 25 coffeeshops. Breda maakte niet van meet af aan deel uit van onze onderzoeksopzet, maar we hebben daar na oktober 2012 wel interviews afgenomen en documenten bestudeerd. Waalwijk is – behoudens het verzamelen van politiecijfers en een telefonisch interview met een gemeenteambtenaar – buiten onze studie gebleven Tabel 1.1 – Aantal coffeeshops in voormalige politieregio’s Midden en West Brabant en Zeeland
Gemeente
Aantal coffeeshops
Vml. Politieregio Midden en West Brabant
Tilburg
11
Breda
8
Etten-Leur
1
[Waalwijk]
2
Vml. Politieregio Zeeland Vlissingen
2
Goes
2
Terneuzen
1
Totaal
27
Om deze vragen te beantwoorden hebben we verschillende methoden van onderzoek gehanteerd. We hebben in ons veldwerk in totaal 278 respondenten geraadpleegd. We hebben in zes coffeeshopgemeenten (Tilburg, Breda, Etten-Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen) persoonlijke interviews afgenomen met in totaal 127 respondenten. In tien street-level bijeenkomsten spraken we in deze coffeeshopgemeenten in totaal met 111 respondenten. In 28 andere gemeenten spraken we met een gemeenteambtenaar. Dit gebeurde, behoudens enkele persoonlijke interviews, per telefoon. We hebben ook straatenquêtes afgenomen in augustus en september 2012 onder 1.637 respondenten: 850 softdrugsgebruikers met een ‘wietpas’ en 787 bewoners en ondernemers in de omgeving van 17 coffeeshops.
Inleiding 7
We hebben al met al veel onderzoeksactiviteiten ondernomen om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Dit stelt ons in staat om op een verantwoorde manier de tussenbalans op te maken. Toch dient een aantal feiten en omstandigheden in acht te worden genomen bij de interpretatie van onze onderzoeksresultaten: a. Om bepaalde effecten van het nieuwe softdrugsbeleid in kaart te brengen is het nu nog te vroeg. Het vergt bijvoorbeeld tijd en energie – van ons en van de politie – om een illegale drugsmarkt in kaart te brengen. Na het schrappen van het B-criterium (november 2012) is het de vraag in welke mate blowers wel of niet terugkeren naar de coffeeshops, maar wij rapporteren over 2012 en dit wordt duidelijk in 2013. Het in kaart brengen van criminele structuren is een onderwerp van onze rapportage(s) in het kader van de drugsmonitor over 2013. b. We kunnen ons geregeld niet (louter) baseren op uitspraken van respondenten. Dat komt doordat er zeer stevige private belangen op het spel staan met de verandering van het softdrugsbeleid. Het gaat letterlijk om vele honderden miljoenen. Doordat er respondenten zijn met stellige ideologische en normatieve opvattingen over het (nieuwe) softdrugsbeleid heeft ook dat invloed op datgene wat ze tegenover ons presenteren als realiteit. Dit speelt wel vaker een rol, maar op dit dossier komt het naar onze inschatting vaker voor dan bij een doorsnee criminologisch onderzoek. c. We hebben met ons veldwerk allerhande relevante patronen in kaart gebracht, maar het is geregeld niet geheel duidelijk te maken in welke mate dit nu ook al voorkwam voor 1 mei 2012. Vooral op het punt van de toegenomen illegale softdrugshandel valt op dat dit deels in handen ligt van criminele groepen en structuren die ook voor 1 mei 2012 al crimineel actief waren, ook in de vorm van softdrugscriminaliteit. Een bestaand patroon wordt dus versterkt. Het krijgt daardoor meer aandacht van politie of gemeente en in ons onderzoek, waardoor er dus ook meer informatie beschikbaar komt. We brengen de illegale softdrugsmarkt zo goed mogelijk in kaart en agenderen daders, locaties en handelspraktijken die het waard zijn om aan te pakken, grotendeels los van de precieze inhoud van het softdrugsbeleid.
1.4 Wat volgt Hoofdstuk 2 beschrijft de effecten van het nieuwe softdrugsbeleid voor de coffeeshops. Hoofdstuk 3 presenteert relevante politieregistraties en verbindt hier de eerste conclusies aan. Hoofdstuk 4 beschrijft en analyseert, op basis van typische straatinformatie, de gang van zaken op de markt van illegale straathandel. Hoofdstuk 5 presenteert op hoofdlijnen bevindingen over Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom. Hoofdstuk 6 presenteert de uitkomsten van afgenomen straatenquêtes. In hoofdstuk 7 gaan we in op belangrijke ontwikkelingen in het lokale beleidsproces. Hoofdstuk 8 trekt conclusies en formuleert aanbevelingen. In de bijlage wordt onder meer verantwoord hoe we dit onderzoek hebben uitgevoerd.
8 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hoofdstuk 2 Coffeeshop: effecten en patronen
2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de effecten van het nieuwe softdrugsbeleid op de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland. Belangrijke bevindingen en conclusies in dit hoofdstuk zijn: 1. De coffeeshops werden in de periode na mei 2012 geconfronteerd met een forse teruggang in de klandizie en in de omzet. De buitenlandse drugsklanten zijn weggevallen. Het aantal klanten trok na de zomermaanden aan, met name vanwege versoepelingen in het beleid (het schrappen van het B-criterium), maar ook door slechte ervaringen op de illegale markt en de behoefte aan drugsinkopen (omdat aangelegde voorraden op raken). 2. Door de grote afname van het aantal buitenlandse drugstoeristen is de criminele geldstroom, via de voordeur en achterdeur van coffeeshops, naar de drugsonderwereld fors afgenomen. De jaaromzet van de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland is door beleidsaanscherpingen (niet alleen het I-criterium, maar ook de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom en de sluiting van megacoffeeshop Checkpoint) in de afgelopen vijf jaren hoogstwaarschijnlijk afgenomen met meer dan 75 miljoen euro. In een decennium zou het dan gaan om een omzetverlies van meer dan 0,75 miljard euro. We denken dat dit een voorzichtige schatting is. 3. Voormalige coffeeshopklanten zagen (voor de afschaffing van het B-criterium) om allerhande redenen af van lidmaatschap van een coffeeshop. Er bestond met name vrees voor (negatieve effecten van) het bekend raken van softdrugsconsumptie vanwege de registratie als lid van een coffeeshop. De klandizie van de coffeeshops trekt langzaam weer aan. 4. Coffeeshophouders waren dubbelhartig over het B- en I-criterium en ze zijn dat omtrent het I-criterium. Ze werkten tegen hun zin mee, maar wilden graag dat de ‘wietpas’ een fiasco zou worden. Een categorie coffeeshops heeft er het beste van gemaakt en hoopte op een beleidsverandering en aldus op ‘betere tijden’. Andere coffeeshops probeerden het beleid te frustreren of ontduiken beleid en regelgeving. Dit hoofdstuk gaat over vijf coffeeshopgemeenten met bij elkaar opgeteld 17 coffeeshops. Zie tabel 2.1
Coffeeshops: effecten en patronen 9
Tabel 2.1 namen van de 17 coffeeshops in Tilburg, Etten-Leur, Vlissingen, Goes en Terneuzen Gemeenten
Namen coffeeshops
Tilburg
Africa Casa Crackers Grass Company Level Maximilian De Muze Ochtendgloren Pasja Shiva Toermalijn
Etten-Leur
Noorderlight X
Vlissingen
Aarden Purple
Goes
Aarden High Life
Terneuzen
Miami
2.2 Bedrijfsvoering en klantenstromen 2.2.1 Algemeen Schokeffecten voor coffeeshops: minder klanten en omzet De invoering van het nieuwe softdrugsbeleid bracht een schokeffect teweeg in de bedrijfsvoering van coffeeshops. Het belangrijkste effect was een forse afname van het aantal klanten. De gemiddelde omzet van softdrugs per klant steeg volgens veel coffeeshops. Coffeeshopleden kopen softdrugs voor niet-leden (doorverkoop). De schattingen van de omzeteffecten verschillen per coffeeshop. Het omzetverlies schommelde in de zomermaanden volgens de coffeeshops tussen de 85% en 75%. Vanwege nieuwe inschrijvingen sindsdien bedroeg dit aan het eind van de zomer ongeveer 70%. In het najaar neemt het aantal coffeeshopklanten langzaamaan toe. De klantenstroom trok, zij het gestaag, verder aan na het wegvallen van het B-criterium. Coffeeshops voeren bezuinigingen door vanwege het omzetverlies. Tijdelijke arbeidscontracten werden bijvoorbeeld niet verlengd, de inhuur van portiers of andere beveiligers werd gestopt of verminderd en er werden ontslagen doorgevoerd of voorbereid. De nieuwe beleidsrealiteit had consequenties voor de bedrijfsvoering van coffeeshops. Respondenten merkten soms op dat de kleinschaligheid van coffeeshops voor een categorie coffeeshops neer zou komen op de ontwikkeling van een omzet van “miljoenen” naar “tonnen”. We zijn ons overigens bewust van grote onderlinge verschillen tussen coffeeshops en we beschikken niet over omzetgegevens. De kleinschaligheid van coffeeshops wordt vanaf november 2012 niet langer afgedwongen door een wietpas. De klandizie van Nederlandse coffeeshopbezoekers zal naar verwachting verder aantrekken in 2013.
10 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Wie werden geen lid bij de coffeeshops? Wie schreven zich niet in bij de coffeeshops? Er zijn verschillende categorieën ingezetenen die zich niet of in beperkte mate hebben ingeschreven. In de eerste plaats waren jongvolwassenen (allochtonen meer dan autochtonen) terughoudend om een ‘wietpas’ aan te vragen. Ze waren klaarblijkelijk extra beducht dat hun softdrugsgebruik werd opgemerkt. In de tweede plaats ging het om mensen (ouder dan 25 jaar) die om wat voor reden dan ook weinig of geen vertrouwen hebben in de overheid en meer in het bijzonder niet in de wijze waarop de overheid omgaat met hun privacy en belangen. Ze vreesden dat lidmaatschap van een coffeeshop tegen hen zou worden gebruikt. In de derde plaats ging het om zelfredzame mensen, ouder dan 25 jaar. Deze mensen vertrouwden er op dat ze desgewenst toch wel aan softdrugs kunnen komen. Ze wachtten eerst maar eens even af wat er ging gebeuren. Dit werd in de hand gewerkt door lobby’s van de coffeeshopbranche om de wietpas ongedaan te maken en door voornemens van bepaalde politieke partijen om de wietpas af te schaffen. De tijd heeft hen gelijk gegeven, want na het schrappen van het B-criterium kunnen ze weer softdrugs kopen in coffeeshops zonder zich te laten registreren. Veel gebruikers die voor 1 mei 2012 softdrugs kochten in coffeeshops en geen wietpas namen, waren en zijn geen losers. Er zijn veel zelfredzame softdrugsgebruikers die op de één of andere ‘afgeschermde’ en overlastarme manier, zonder lidmaatschap van een coffeeshop, toch nog wel voorzagen in hun behoefte aan softdrugs (zie verder in dit rapport voor hun tactieken). Deze zelfredzaamheid verklaart een bevinding van deze drugsmonitor. Er kwamen in de periode mei tot en met december 2012 veel minder klanten in de coffeeshops, maar er waren geen grote overlastproblemen op straat. De illegale markt won terrein, maar belastte de openbare orde in de coffeeshopgemeenten in beperkte mate. De zelfredzaamheid van veel blowers betekent ook dat moet worden gewaakt voor snelle conclusies omtrent het afglijden – maatschappelijk en wat middelengebruik betreft – van grote groepen softdrugsgebruikers die niet (meer) in coffeeshops komen. Veel softdrugsgebruikers zijn te zelfbewust of verantwoordelijk om zomaar af te glijden vanwege een verandering in het softdrugsbeleid. Dat neemt niet weg dat alertheid was en is geboden ten aanzien van bepaalde groepen, met name jonge softdrugsgebruikers, die (ten dele sinds 1 mei 2012) aankopen doen bij leden van criminele (jeugd)groepen. We komen hier in deze studie uiteraard op terug.
Waarom geen lid bij een coffeeshop? De klandizie van de coffeeshops is beduidend afgenomen. Dit komt ten dele door het wegvallen van buitenlandse klanten. De buitenlandse klanten merkten al snel dat de optie om legaal softdrugs te kopen, was weggevallen. Het overgrote deel van deze voormalige coffeeshopklanten koopt nu softdrugs op de illegale markt in haar eigen woonomgeving. In geen enkele coffeeshopgemeente troffen we een substantiële zichtbare illegale softdrugsmarkt met buitenlandse klanten aan. Het aantal ‘Nederlandse klanten’ uit de stad en regio nam ook beduidend af in de coffeeshops. Softdrugsgebruikers, coffeeshopeigenaren of -beheerders en andere respondenten geven de volgende verklaringen voor de afname van de coffeeshopklanten sinds 1 mei 2012:
Coffeeshops: effecten en patronen 11
a. Er werden allerhande persoonsgegevens – die tot op de persoon herleidbaar zijn – geregistreerd op een lijst die werd beheerd door de coffeeshop. Dit vertrouwden veel softdrugsgebruikers niet. Gebruikers vreesden dat hun softdrugsconsumptie, via de aangelegde ‘coffeeshopadministratie’, bekend zou raken bij personen of instanties die dit tegen hen zouden kunnen gebruiken. Te meer niet omdat gegevens op deze lijst werden geraadpleegd door controleurs (van de politie). De vrees voor privacyschending nam verder toe als bij inschrijving als lid van een coffeeshop een GBA-uittreksel moest worden overhandigd. Het opvragen van een GBA-uittreksel bij de gemeente was ook een drempel voor personen die vreesden dat die aanvraag op de één of andere manier (in combinatie met het klaarblijkelijke doel?) zou worden geregistreerd. b. Coffeeshophouders en belangenbehartigers van de coffeeshopbranche hebben – soms fel en goed zichtbaar in de media of op het internet – allerhande bezwaren aangedragen tegen de ‘wietpas’. Dit versterkte het idee dat de registratie niet valt te vertrouwen. c. Softdrugsgebruikers hebben in de periode voor 1 mei 2012 gehamsterd en beschikten derhalve over een voorraad softdrugs. Dat gaf hen de mogelijkheid de kat uit de boom te kijken bij de invoering van de ‘wietpas’. d. Een categorie voormalige coffeeshopklanten week in de periode mei tot en met november 2012 uit naar coffeeshopgemeenten waar het B- en I-criterium niet gold. Het betrof met name Nijmegen en Rotterdam. In deze steden werd bijvoorbeeld een coffeeshoptocht gemaakt, zodat (beduidend) meer dan 5 gram per persoon mee naar huis kon worden genomen. Dit kwam vaker voor in MIDDEN EN WEST BRABANT dan in Zeeland. e. Illegale handelaren hadden zich voorbereid op de invoering van het nieuwe softdrugsbeleid. Zij verspreidden voor 1 mei 2012 telefoonnummers onder coffeeshopklanten, zodat ze buiten de coffeeshop om softdrugs konden leveren aan deze klanten. Andere illegale handelaren vingen in de eerste weken na 1 mei 2012 onbekende klanten zonder ‘wietpas’ af in de omgeving van coffeeshops. Dit nam daarna af en het belang van doorverkoop nam toe. Enkele respondenten wezen in verschillende gemeenten op een bijzondere illegale variant. Enkele (voormalige?) medewerkers van coffeeshops of personen uit de sociale kring rond eigenaren van coffeeshops, zouden softdrugs bezorgen. Hierbij zou gebruik gemaakt worden van bestaande contacten met voormalige coffeeshopklanten en van coffeeshopleveranciers. Dat geeft deze illegale handelaren troeven in handen: een klantenkring en de beschikking over (een deel van) het assortiment van coffeeshops. f. De prijzen van softdrugs liggen op de illegale markt lager dan in de coffeeshops. In combinatie met de economische crisis was en is dit een stimulans om de illegale markt op te (blijven) zoeken: als vast afzetkanaal of als alternatief naast aankopen in de coffeeshop. g. We spraken respondenten op straatniveau die hebben geconstateerd dat er ‘de nodige’ softdrugsgebruikers zijn die – tijdelijk? – minder of zelfs geen softdrugs hebben geconsumeerd. Hier is niet per se iets voor in de plaats gekomen (“of alleen zware shag”), want deze mensen keken de kat uit de boom. Het spreekt voor zich dat deze mensen niet verslaafd of verslingerd zijn aan softdrugs.1
12 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Waarom (toch) lid bij een coffeeshop? Er zijn enkele factoren die in de hand werkten dat mensen (toch) lid werden van een coffeeshop. Het betreft: a. De intensiteit van de politiecontroles van coffeeshops (waarbij de registratie en de aanwezigen werden gecontroleerd) was reeds laag of is fors verminderd: van (bijna) dagelijks tot steekproefsgewijs. Dit gaf rust in en rondom de coffeeshops. b. In de periode na 1 mei 2012 wordt het beleid en/of de feitelijke uitvoering daarvan ten aanzien van de coffeeshopadministratie in de meeste gemeenten versoepeld. Het betreft met name de verplichting voor een coffeeshop om van elk ingeschreven lid een GBA-uittreksel te bewaren. c. De gehamsterde voorraden softdrugs raakten op. Dit werkte in de hand dat softdrugsgebruikers toch (ook) weer de coffeeshops opzochten en zich inschreven als lid. d. Softdrugsgebruikers ondervonden van lieverlee nadelen op de illegale markt, zoals slechte kwaliteit, klein assortiment, de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf (onder andere beroving of oplichting) en onbetrouwbare leveringen. Vanwege slechte ervaringen op de illegale markt keerde een categorie softdrugsklanten terug naar coffeeshops. e. Verschillende coffeeshops verlaagden de prijzen van softdrugs. Ze hoopten zo meer te verkopen per klant en ook meer nieuwe leden aan te trekken.
Omzetverlies: gedeeltelijke decriminalisering aan de achterdeur Door het wegvallen van buitenlandse coffeeshopklanten in Midden en West Brabant en Zeeland daalt de omzet van de coffeeshop. Er komt minder geld binnen aan de voordeur en daardoor wordt er dus ook minder drugsgeld betaald aan de criminelen die de coffeeshop aan de achterdeur voorzien van softdrugs. Er stroomt dus veel minder geld het criminele drugscircuit in. Dat is winst bij de bestrijding van georganiseerde misdaad. Het is een interessante vraag om hoeveel geld het gaat. Die vraag valt zo niet te beantwoorden. Hij valt wel over een wat langere termijn te beredeneren voor drie gemeenten: Terneuzen, Roosendaal en Bergen op Zoom. In die gemeenten is het aantal buitenlandse coffeeshopklanten namelijk geteld aan de vooravond van ingrijpende maatregelen. Het betreft de sluiting van megacoffeeshop Checkpoint in Terneuzen en de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom. In Terneuzen wordt in 2007 het aantal coffeeshopklanten dat per week softdrugs koopt geschat op 25.000. Het gaat voor 90% om Belgen of Fransen (Intraval, 2007). Dat zijn er dus 22.500 per week. Dat is 1,17 miljoen per jaar. In Bergen op Zoom wordt het aantal buitenlandse drugstoeristen geschat op 12.194 personen. Daarvan bezoekt 72,2% een coffeeshop: 8.804 per week (Van der Torre e.a., 2008). Dat is 457.808 per jaar. In Roosendaal worden 13.636 buitenlandse drugstoeristen geteld, waarvan bij 55,2% kan worden vastgesteld dat ze een coffeeshop bezoeken (Van der Torre e.a., 2008). Het gaat om 7.527 buitenlandse coffeeshopklanten per week. Per jaar komt de teller dus uit op 319.404.
Coffeeshops: effecten en patronen 13
In deze drie gemeenten komt het jaarlijkse aantal buitenlandse coffeeshopklanten (in 2007 of 2008) bij elkaar opgeteld dus (afgerond) naar schatting uit op 2 miljoen. Als we de gemiddelde besteding schatten op € 25,-- per persoon (en dat is een voorzichtige schatting), dan gaat het dus om een markt van 50 miljoen euro per jaar. Het gaat bij deze schattingen om de klantenstroom naar 10 coffeeshops (twee in Terneuzen en acht in Roosendaal en Bergen op Zoom) in 2007. De negentien coffeeshops in Tilburg en Breda blijven dus buiten beschouwing, net als de (nu) vier coffeeshops in Vlissingen en Goes en de ene shop in Etten-Leur. En Waalwijk (met twee coffeeshops) laten we ook rusten. We schatten de gezamenlijke omzet van al deze coffeeshops met buitenlandse coffeeshopklanten voorzichtig op ten minste 25 miljoen per jaar. Het spreekt voor zich dat het vergaande ondermijnende effecten heeft als grote delen van deze grote som geld via de achterdeur van coffeeshops in de criminele onderwereld terechtkomt. Het is winst dat dit niet meer gebeurt, omdat er geen buitenlandse klanten meer in de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland komen. De politie en de autoriteiten willen dat ook graag zo houden (zie hoofdstuk 8).
Overheidsbeleid: onzekerheden en gedragsreacties van coffeeshophouders Het nieuwe drugsbeleid dat per 1 mei 2012 in Midden en West Brabant en Zeeland werd ingevoerd beoogde coffeeshops om te vormen van grootschalige naar kleinschalige verkooppunten, die de lokale softdrugsmarkt voorzien. Hiertoe werden het B- en I-criterium geïntroduceerd en werd aangekondigd dat coffeeshops per 1 januari 2013 maximaal 2.000 leden zouden mogen hebben. Het B-criterium komt te vervallen en de bovengrens wordt niet ingevoerd, maar het blijft de bedoeling om van coffeeshops kleinschalige of kleinschaliger verkooppunten te maken. Dit komt het meest duidelijk tot uitdrukking in het wegvallen van de buitenlandse klantenkring. Het is de vraag of coffeeshops het nieuwe softdrugsbeleid wensen uit te voeren. Coffeeshops verzetten zich tegen het nieuwe beleid, waaronder shops die het tegelijkertijd uitvoeren. Ze schrijven brieven naar de gemeente, schakelen de media in of staan hen te woord. Ze waarschuwen voor onheilsscenario’s als er (veel) minder klanten naar de coffeeshops komen. Ze wijzen er op dat coffeeshops ‘vindplaatsen’ zijn voor hulpverleners. Er wordt gehamerd op een forse toename van straathandel als onvermijdelijk neveneffect en als groot maatschappelijk probleem. Bepaalde coffeeshops waren of zijn daarbij ijverig of overijverig (valse meldingen) bij het melden van illegale handel rondom de coffeeshops. De omvorming tot kleinschalige coffeeshops vergt de bereidheid van eigenaren en uitbaters om omzet en winst in te leveren. Er worden grappen gemaakt met een serieuze boodschap: over een ontwikkeling van “miljoenenomzet” naar een “omzet van tonnen”. Het omzetverlies is uiteraard groter naarmate een coffeeshop vóór 1 mei 2012 meer buitenlandse klanten telde. Een categorie coffeeshopeigenaren lijkt tevreden dat het B-criterium is komen te vervallen, probeert haar verkoop aan Nederlandse klanten te stimuleren en laat de misdaad niet verder komen dan de achterdeur. Deze coffeeshops zijn private partijen waarmee gemeente, justitie en politie afspraken kunnen maken. Indien coffeeshops niet bereid zijn om zich te schikken naar het nieuwe beleid, zijn er meerdere opties. Enkele daarvan verdienen de aandacht van beleidsmakers. Respondenten wijzen namelijk op verschillende gedragsreacties door coffeeshopeigenaren of door personen uit hun directe sociale netwerk, die (deels) crimineel zijn. Er zijn sterke vermoedens of indicaties, maar er is vaak (nog?)
14 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
geen strafrechtelijk bewijs. In de eerste plaats gaat het om het gedogen of aanmoedigen van doorverkoop. We bedoelen hiermee dat coffeeshopleden softdrugs kochten in de coffeeshop (soms vele keren per dag) om deze vervolgens door te verkopen: in de woonomgeving of rondom de coffeeshop. Bij doorverkoop rondom de coffeeshop profiteerden de coffeeshops dubbel op: meer omzet en meer meldingen van straathandel. In de tweede plaats betreft het parallelle drugsverkoop op de illegale markt. We bedoelen hiermee dat coffeeshops en/of personen uit hun netwerk op de lokale markt illegaal softdrugs verkopen. Er bestaan vermoedens of verdenkingen dat verschillende coffeeshops runners door de stad heen softdrugs laten bezorgen. Andere coffeeshops sturen klanten die ze moeten weigeren door naar een illegaal verkooppunt ‘vlakbij’, zoals een horecazaak of een busje. In de derde plaats wordt door netwerken rond een coffeeshop softdrugs naar klanten in België en Frankrijk gebracht. Respondenten wijzen op connecties tussen netwerken rond coffeeshops en criminele netwerken in met name België. In de vierde plaats het opkopen van onroerend goed: woningen, horeca en detailhandel. Deze panden werden gekocht om zo op strategische locaties (bijvoorbeeld in de buurt rondom de coffeeshop) een sociale en economische positie te verwerven. Sommige panden werden hoogstwaarschijnlijk benut voor softdrugshandel, maar evengoed voor andere vormen van criminaliteit, zoals witwassen of gokpraktijken. De aankoop van panden blijft niet beperkt tot de omgeving van coffeeshops. Coffeeshops dienen bereid en in staat te zijn om de lokale markt te voorzien, op een vraaggestuurde manier. Dit lijkt niet zo ingewikkeld, want vanwege een begrensd aantal coffeeshopvergunningen per gemeente wordt de gedoogde marktpositie van overheidswege beschermd. Er is in de omgeving met andere woorden beperkte legale of gedoogde concurrentie. Hier staat tegenover dat coffeeshophouders verontwaardigd of boos beginnen te worden over de optelsom van beperkende maatregelen: de reeks sluitingen in de afgelopen tien jaar, het B- en I-criterium, later alleen het I-criterium en mogelijk nieuwe wetgeving die cannabis met meer dan 15% THC aanmerkt als harddrugs. In zekere zin hebben coffeeshophouders met een goed draaiende shop een goede financiële huishouding (met verdiensten ver boven de Balkende-norm), maar ze kampen met twee grote onzekerheden: de (zware) criminelen aan de achterdeur en het overheidsbeleid, los van de vraag wat de maatschappelijke effecten zijn van dat beleid.
2.2.2 Tilburg a. Tilburg telt elf coffeeshops. De gang van zaken in en rondom deze shops is beschreven in het rapport Tilburgse Taferelen (november, 2012). We verwijzen naar deze studie en beperken ons tot enkele hoofdpunten. Begin oktober 2012 tellen deze elf coffeeshops gezamenlijk 11.976 leden. Coffeeshop The Grass Company is koploper met 3.656 leden. Er zijn nog drie coffeeshops met meer dan duizend leden, namelijk: Crackers (1.174), De Muze (1.064) en Toermalijn (1.065). Coffeeshop Level (406) en Casa (385) sluiten de rij. b. De klandizie van de coffeeshops in Tilburg nam na 1 mei 2012 beduidend af. Dit kwam ten dele door het wegvallen van buitenlandse klanten. Op basis van een onderzoek dat in 2012 bij drie coffeeshops is uitgevoerd (Dufec, 2012), wordt het aantal drugstoeristen geschat op 18% van de klandizie. Op basis van deze bron wordt gerekend op een klantenreductie van ongeveer een vijfde bij de coffeeshops in Tilburg. Coffeeshopeigenaren benadrukten dat de afname van de overlast vanwege het wegvallen van de buitenlandse klanten beperkter is
Coffeeshops: effecten en patronen 15
dan in ‘coffeeshopgemeenten’ die dichter bij de landsgrens liggen, zoals Maastricht, omdat het percentage buitenlandse klanten daar hoger ligt. Het is echter de vraag of elke coffeeshop in Tilburg 18% buitenlandse klanten kende. In een coffeeshop spraken we bijvoorbeeld een medewerker die dit percentage beduidend hoger inschatte. In die shop zou het klantenverlies dus hoger kunnen zijn, net als de afname van de overlast vanwege de weggevallen stroom buitenlandse klanten. Enkele wijkagenten en buurtbewoners dachten ook dat het percentage drugstoeristen bij verschillende coffeeshops hoger lag dan 18%. c. Verschillende Tilburgse coffeeshophouders toonden zich ontstemd over de frequentie en intensiteit van de politiecontroles. Dit zou de klanten namelijk afschrikken. De politie is minder gaan controleren en de stijl van de controles is aangepast, mede omdat er weinig overtredingen werden geconstateerd. d. De burgemeester heeft medio juli 2012 het beleid versoepeld. De controle van het I-criterium (is iemand een ingezetene?) wordt in handen gelegd van de coffeeshop. Er werd niet meer gecontroleerd of er van alle leden GBA-uittreksels aanwezig zijn. Sindsdien vroegen de Tilburgse coffeeshops niet meer om een GBA-uittreksel bij inschrijving, maar louter om een Nederlands ID-bewijs. Als iemand dit niet kon tonen, werd alsnog gevraagd naar een GBAuittreksel. Deze versoepeling resulteerde in meer inschrijvingen. e. Een meerderheid van de Tilburgse gemeenteraad heeft er op aangedrongen om een lokaal plan - dat dertien jaar geleden is opgesteld ‘onder’ burgemeester Stekelenburg - over gereguleerde wietteelt in te dienen bij de minister van Veiligheid en Justitie. Hij had gemeenten in zijn brief d.d. 4 februari 2013 uitgenodigd om dit desgewenst voor 1 april 2013 te doen. Het plan stelt voor om per coffeeshop één softdrugsproducent aan te wijzen.
2.2.3 Etten-Leur a. Coffeeshop Noorderlight X is gevestigd aan de Wilhelminalaan in Etten-Leur. Het aangezicht van deze laan wordt bepaald door goed onderhouden rijtjeshuizen. De coffeeshop is als het ware gevestigd op de begane grond van zo’n woonhuis. Er is meer detailhandel in de laan, onder meer een snackbar en er is - op steenworp afstand van de coffeeshop - een smartshop gevestigd. b. Er is onderzoek verricht naar de klantenstromen van de coffeeshop in Etten-Leur. Er worden vergelijkingen getroffen tussen juni 2012 en juni 2010. In juni 2010 was ongeveer 75% van de klanten afkomstig uit Nederland en 25% uit het buitenland. Precies 15% van de buitenlandse klanten was afkomstig uit België, 3% uit Frankrijk en 7% uit overige landen (Gemeente Breda, 2012). In juni 2012 worden louter Nederlandse bezoekers geteld. De grote afname in het aantal bezoekers valt echter niet alleen te wijten aan het wegvallen van de buitenlandse klanten, want het aantal Nederlandse bezoekers is afgenomen met ruim 70%. In juni 2012 is ruim 50% van de coffeeshopbezoekers afkomstig uit Etten-Leur. De overige bezoekers komen uit Roosendaal en Bergen op Zoom (18%) en uit andere gemeenten in West-Brabant (18%) (Gemeente Breda, 2012). Een familielid van de coffeeshopeigenaar had tot september 2009 een coffeeshop in Roosendaal. c. De coffeeshop telde voor 1 mei 2012 veel lokale en regionale ´vaste klanten´. Het valt op dat de coffeeshop altijd al weinig allochtone (Marokkanen, Turken, Antillianen) klanten had, met uitzondering van Polen. De coffeeshop had speciaal een Pools sprekende portier ingehuurd. Na 1 mei is slechts een klein deel van de vaste klantenkring lid geworden van de coffeeshop
16 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Coffeeshop Noorderlight X heeft geen interview afgestaan. Andere respondenten melden dat de coffeeshopeigenaar voor 1 mei 2012 zou hebben geïnventariseerd dat ongeveer 1.100 mensen lid wilden worden. Eind juli zou de coffeeshop tussen de 400 en 500 leden hebben geteld. De coffeeshopeigenaar heeft afscheid genomen van twee personeelsleden, waaronder de Pools sprekende portier. d. V oor 1 mei 2012 vindt er overleg plaats tussen de politie en coffeeshop Noorderlight X over de beleidsverandering. Politieagenten die de coffeeshopcontroles uitvoeren, worden geïnstrueerd geen arrestaties bij coffeeshopcontroles te verrichten en de ledenlijst niet meenemen. Als het er op een gegeven moment toch op lijkt dat de ledenlijst mee wordt genomen naar het politiebureau, belt de coffeeshophouder met een politiechef. De ledenlijst wordt niet meegenomen. Na 1 mei worden aanvankelijk twee of drie coffeeshopcontroles per week uitgevoerd door de politie. Ook de wijkagent loopt regelmatig de coffeeshop in. De coffeeshopcontroles verlopen naar tevredenheid: de coffeeshop werkt mee en houdt zich aan de regels. e. In week 25 wordt een controleactie uitgevoerd bij een smartshop in de directe omgeving van coffeeshop Noorderlight X (“een paar deuren verder”). Hierbij worden twee Belgen gearresteerd die in bezit zijn van hennep. Dit leidt niet tot een bestuurlijk handhavingstraject, omdat formeel niet wordt aangetoond door de politie dat de hennep in de smartshop is gekocht.
2.2.4 Goes a. Coffeeshop High Life is gevestigd in de Wijngaardstraat, aan de rand van het centrum. Voor de coffeeshop ligt een parkeerterrein (betaald parkeren). In de nabije omgeving zijn enkele cafetaria te vinden en een restaurant. Bewoners van een appartementencomplex hebben zicht op de parkeerplaats en op de coffeeshop. De overige woningen in de nabijheid van coffeeshop High Life zijn gelegen aan de overzijde van een doorgaande weg en in het verlengde van de Wijngaardstraat. Coffeeshop Aarden ligt midden in het centrum, op de Grote Markt. Het centrum kent veel detailhandel en horeca en telt relatief weinig woningen. De horecagelegenheden zijn met name gevestigd op de Grote Markt, tegenover coffeeshop Aarden. Op de gevel van coffeeshop Aarden staat ‘Plan B’. Klanten dienen de trap naar de eerste verdieping te nemen om de coffeeshop te betreden. b. Goes telt dus twee coffeeshops. Deze coffeeshops kregen per 1 mei 2012 niet alleen te maken met het nieuwe landelijke beleid, maar ook met een reductie van de maximaal te verkopen hoeveelheid softdrugs per klant per dag: van vijf naar drie gram. c. Coffeeshop Aarden heeft een zusterfiliaal in Vlissingen. De vestiging in Goes kampte in het najaar van 2012 met een omzetverlies van circa 70%. Het aandeel buitenlandse klanten lag voor 1 mei 2012 op ongeveer een derde van het totaal. Naast de geijkte buitenlandse drugstoerist – de Belg of Fransman die vanwege een softdrugsaankoop naar Zeeland komt – vielen ook reguliere toeristen weg. Dat zijn mensen, ook Nederlanders, die softdrugs willen kopen tijdens hun vakantie. Dit verschijnsel doet zich voor bij alle Zeeuwse coffeeshops. Op 6 september2012 wordt het aantal leden geschat op ruim 800. Halverwege oktober 2012 telde de coffeeshop ongeveer 1.300 leden.
Coffeeshops: effecten en patronen 17
d. Coffeeshop Aarden huurt vanwege de afgenomen klandizie geen portier meer in. De arbeidsuren van het barpersoneel zijn gehalveerd (van twee naar één fte.), maar door diensten op te splitsen en mensen minder uren te laten werken, zijn ontslagen voorkomen. e. Coffeeshop High Life had in het najaar van 2012 naar eigen zeggen te maken met een omzetdaling van ongeveer 80%. De coffeeshop wenste geen uitsluitsel te geven over het aantal leden. De coffeeshop schat het aantal buitenlandse klanten voor 1 mei 2012 op ongeveer een derde van het totaal. Andere respondenten schatten dit hoger in, maar hoe het ook zij: de buitenlandse klanten zijn verdwenen. f. Coffeeshop High Life heeft afscheid genomen van meer dan tien medewerkers. Er werd overwogen om over te stappen van een bar naar een afhaalloket. g. Er wordt op bescheiden schaal door de politie gecontroleerd in de Goese coffeeshops. In het najaar van 2012 vallen de controles op één hand te tellen. Het gebeurt ingetogen. h. De twee Goese coffeeshops betalen ieder jaarlijks € 17.000,-- ten behoeve van preventieve activiteiten door hulpverleningsorganisaties, zoals Indigo. Er wordt gesproken over “preventiegelden”. Tot medio 2011 werd het geld aan de gemeente betaald, maar sindsdien wordt het rechtstreeks betaald aan de hulpverleners. Coffeeshop Aarden stelde in het najaar vast dat de omzet na 1 mei 2012 nog een vijfde was van de periode daarvoor. Dit was voor deze shop een reden om te overwegen of ze de preventiegelden met hetzelfde percentage zou reduceren.
2.2.5 Vlissingen a. C offeeshop Aarden in Vlissingen ligt aan de Kerkstraat. Deze smalle straat, net buiten het winkelgebied, ligt enigszins verscholen naast een hostel. Het politiebureau aan de Breestraat ligt op loopafstand (2 minuten). Er bestaan plannen om de coffeeshop te verplaatsen naar het nabijgelegen Bellamypark. Coffeeshop Purple is gelegen aan de Aagje Dekenstraat, direct tegenover de Walstraat met veel detailhandel. Op enkele meters afstand ligt een bushalte met een verbinding naar treinstation Vlissingen. In de omgeving van coffeeshop Purple zijn woonhuizen, detailhandel, horeca, een hotel en een pension gevestigd. b. Vlissingen telt tijdens ons veldwerk twee coffeeshops: Aarden en Purple. Coffeeshop Home Grow heeft kort na 1 mei de deuren gesloten. Toen Vlissingen nog drie coffeeshops telde was er stevige concurrentie tussen de drie zaken, omdat werd gevreesd dat het gemeentebestuur een vergunning minder zou uitgeven. De concurrentie ging gepaard met het “verlinken” van de concurrent, want politie en gemeente werden door de ene coffeeshop getipt over vermeende overtredingen bij de ander(en). c. Eén coffeeshopeigenaar (dhr. Aarden) kan de lokale politiek op de voet volgen, want hij is namelijk medeoprichter van een politieke partij (Progressief Ondernemend Vlissingen), waarvoor hij van 2006 tot 2010 zitting nam in de gemeenteraad. Dit is vanwege de noodzaak om softdrugs in te kopen bij drugscriminelen en er handelsvoorraden op na te houden, en vanwege de lokale politieke debatten over coffeeshops, een opvallende dubbelfunctie. d. Coffeeshop Aarden kende in augustus 2012 een omzet die ongeveer 20% bedroeg van die van voor 1 mei 2012. De horecaomzet was ongeveer gehalveerd. De buitenlandse drugstoeristen en vakantiegangers kwamen niet meer in de shop. De coffeeshop schat in dat haar
18 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
klantenkring voor 1 mei 2012 voor een derde bestond uit personen uit Vlissingen en omgeving. En voor het overige uit (drugs)toeristen. Zo bezien zou een behoud van ongeveer 20% van de omzet een goede score zijn, omdat die dan moeilijk boven de 33% uit zou kunnen komen. Zeker als daarbij in acht wordt genomen dat de coffeeshop voor 1 mei 2012 ook veel Poolse klanten kende (gastarbeiders), die voor een groot deel zijn weggevallen. Eind september 2012 telde coffeeshop Aarden 1.350 leden. e. Er zijn geen ontslagen gevallen bij coffeeshop Aarden. Studenten met een nul-uren contract en extra personeelsleden in de zomermaanden worden echter niet meer ingezet. f. Coffeeshop Purple telde begin oktober 2012 in totaal 2.374 leden. g. Het aantal controles in de Vlissingse coffeeshops is bescheiden. Naast een klein aantal georganiseerde controles, waarbij politie en gemeente beide coffeeshops tegelijkertijd controleren, controleerde de zogenoemde taakaccenthouder bij de politie tot de zomer “tussen de bedrijven door”. Sinds de zomer van 2012 zijn er geen controles uitgevoerd vanwege tijdgebrek. h. Bij een coffeeshopcontrole is een lid van coffeeshop Aarden door de politie gearresteerd, omdat hij boetes had open staan. Dit is gezien en besproken door andere klanten van de coffeeshop. De coffeeshop betreurde dit vanwege het nadelige effect op de klandizie. Bovendien zou bij een controle de ledenlijst door de politie zijn meegenomen (in ingescande vorm). Het werd een gespreksonderwerp onder (potentiële) coffeeshopleden en dat was ook een rem op de klandizie van de coffeeshop.
2.2.6 Terneuzen a. Coffeeshop Miami ligt aan de Westkolkstraat, aan de buitenrand van Terneuzen aan de kant van de Schelde. Dit maakt deel uit van de oude binnenstad. In de nabije omgeving van de coffeeshop is horeca, het theater en detailhandel gevestigd, maar vooral veel (verouderde) woningen. De Westkolkstraat e.o. kent veel leegstand. Verschillende panden rondom de coffeeshop zijn volgens respondenten het eigendom van de exploitant van Miami. b. Tijdens ons veldwerk telt Terneuzen één coffeeshop: Miami. In juni 2008 is coffeeshop Checkpoint gesloten. Dat was een grote coffeeshop met veel buitenlandse klanten. Enkele maanden later (september 2008) sloot ook coffeeshop Miami de deuren. In november 2008 wordt coffeeshop Miami alweer heropend. c. In 2007 zijn tellingen van het aantal klanten uitgevoerd bij de twee coffeeshops en zijn enkele gegevens van deze klanten in kaart gebracht (Intraval, 2007). Er worden dan gemiddeld 3.500 coffeeshopbezoeken per dag geteld in de twee coffeeshops. Dat is bijna 25.000 per week (Intraval 2007, p. 11). Het gaat om 2.600 bezoekers per dag. Slechts één op de tien bezoekers (11%) is Nederlander. De helft van de bezoekers komt uit België en 40% uit Frankrijk. De coffeeshops waren dus in hoge mate een soort gedoogd afhaalloket voor buitenlandse klanten. In 2009 wordt nogmaals geteld. Het aantal coffeeshopbezoekers blijkt spectaculair te zijn gedaald naar 470 per dag in het voorjaar van 2009 en naar 600 per week in het najaar van 2009 (Intraval 2009, p. 3). Ongeveer een kwart van de bezoekers is Nederlander (26% in het voorjaar en 28% in het najaar), meer dan de helft komt uit België (58% in het voorjaar en 53% in het najaar) en minder dan tien procent komt uit Frankrijk (9% in het voorjaar en 7% in het najaar).
Coffeeshops: effecten en patronen 19
De stijging van het voorjaar naar het najaar 2009 wordt voor een klein deel verklaard door de sluiting van acht coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal (september 2009): 84% van de respondenten kocht daar namelijk nooit softdrugs (Intraval, 2009). Het is de vraag waar al die – voornamelijk buitenlandse – klanten zijn gebleven. Het aantal buitenlandse coffeeshopklanten is gedecimeerd in Terneuzen. Het onderzoek van Intraval gaat daar niet over. Respondenten in Vlissingen en Goes constateerden een toename van de klandizie in hun lokale coffeeshops na de sluiting van Checkpoint. Na een aanvankelijk piek nam het aantal extra klanten overigens weer af, zo zeggen ze. De verplaatsing naar andere coffeeshopgemeenten in de grenstreek verklaart lang niet alles. Respondenten zien dat de teelt en handel is en wordt verplaatst naar België. Er bestaan vermoedens dat leveranciers van coffeeshops daarbij betrokken zijn. We kunnen dit niet bewijzen, maar het klinkt logisch. Het is in lijn met bevindingen bij onderzoek naar de effecten van de sluiting van coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal (Beke e.a., 2012). Een andere deelverklaring voor het geringe aantal buitenlandse drugsklanten van de coffeeshop in Terneuzen na sluiting van Checkpoint schuilt in de bedrijfsvoering van coffeeshop Miami, want de coffeeshop valt niet in de smaak bij blowers. d. Politierespondenten schatten dat coffeeshop Miami begin 2012 ongeveer 200 klanten per dag telt, waaronder ongeveer 150 Belgische klanten en enkele Fransen. Na 1 mei 2012 telt de coffeeshop volgens respondenten circa 20 klanten per dag. Coffeeshop Miami wenste geen interview af te staan. Het aantal leden van de coffeeshop zou eind oktober 2012 rond de 350 liggen. e. Respondenten constateren dat coffeeshop Miami in het verleden meeliftte op de grote klantenstroom naar coffeeshop Checkpoint. Met de sluiting van Checkpoint leken de bedrijfsmatige kansen voor Miami ideaal: de enige coffeeshop (monopolist) in een gemeente waar in 2007 per week 25.000 personen naar een coffeeshop kwamen. Met zo’n coffeeshop kan gemakkelijk vele miljoenen per jaar verdiend worden met de gedoogde verkoop van softdrugs. Toch hapert die gedoogde verkoop. Dat neemt niet weg dat de exploitant en/of zijn familie volgens respondenten onroerend goed rondom de coffeeshop hebben verworven. f. Na 1 mei 2012 controleerde de politie wekelijks in de coffeeshop. Bij de controles werd gekeken of de op dat moment aanwezige bezoekers op de ledenlijst stonden en of zij ingezetenen van Nederland waren. Dat ging gemoedelijk. De coffeeshop werkte prima mee en hield zich aan de regels. Vanwege deze positieve resultaten is al snel besloten om de frequentie terug te brengen tot een maandelijkse controle. Op camerabeelden is gezien dat Belgische toeristen na 1 mei aan de deur werden weggestuurd. De exploitant moest om het GBA vragen en deze innemen bij inschrijving als lid van de coffeeshop. Dit kwam te vervallen op 11 december 2012, na een telefonisch verzoek daartoe van de exploitant aan de gemeente.
Eindnoot 1.
Uit een enquête onder 128 personen die voor 1 mei 2012 wel blowden en softdrugs kochten in een Tilburgse coffeeshop blijkt dat (in september 2012) 16,4% sinds 1 mei 2012 geen softdrugs meer heeft gebruikt (Van der Torre e.a., 2012).
20 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hoofdstuk 3 In cijfers: politieregistratie (systeemkennis)
3.1 Inleiding Registraties in het politiesysteem (BVH) geven een eerste indicatie van de ontwikkelingen ten aanzien van drugshandel en/of drugsgerelateerde overlast. In dit hoofdstuk worden deze cijfers gepresenteerd en geanalyseerd. De belangrijkste bevindingen zijn: 1. In de twee regio’s is sprake van een toename van het aantal geregistreerde drugsgerelateerde incidenten. Midden en West Brabant laat in vergelijking met voorgaande drie jaar een toename zien van gemiddeld 50%. Zeeland kent ook een stijging, maar deze is met circa 10% bescheiden. 2. We moeten voorzichtig zijn om een toename van geregistreerde drugsgerelateerde incidenten na 1 mei 2012 één-op-één toe te schrijven aan de ingevoerde wijzigingen in het gedoogbeleid. De cijfers worden beïnvloed door andere zaken, zoals de extra inzet en alertheid van politie en anderen. Maar bijvoorbeeld ook door de media-aandacht voor straathandel (die deels werd gezocht door coffeeshops) en door verschillende actief meldende coffeeshops. 3. Het striktere toezicht en het weren van buitenlandse drugstoeristen leidt ertoe dat de illegale markt (illegale handel) zich functioneel en geografisch verplaatst. Het is (nu al) zichtbaar dat het overgrote deel van de buitenlandse drugstoeristen terugkeert naar de eigen illegale thuismarkt (onder meer Antwerpen en Lille). 4. We zien dat de illegale drugsmarkt zoekt naar nieuwe (professionelere) mogelijkheden voor verkoop, waarbij overlast en risico’s op een aanhouding tot een minimum worden beperkt. Hierbij kan worden gedacht aan thuisbezorging na bestelling via gsm, social media of internet. Dit lijkt een structurele ontwikkeling. 5. De prognose is dat deze ontwikkelingen – zeker op langere termijn – zich zullen vertalen in een afname van de geregistreerde illegale drugshandel en/of drugsgerelateerde overlast. De eerste aanwijzing voor een trendbreuk is de afname van geregistreerde drugsgerelateerde incidenten sinds oktober 2012. In Zeeland duikt het aantal geregistreerde drugsincidenten (reeds) onder het gemiddelde aantal in de voorgaande drie jaar. Ook in Midden en West Brabant treedt een trendbreuk op, maar de registraties liggen nog wel op een hoger niveau dan voor de beleidsveranderingen op 1 mei 2012. 6. We hebben in de zeven coffeeshopgemeenten hotspots in kaart gebracht. Veruit de meeste hotspots bestonden ook al in voorgaande jaren en hangen primair samen met harddrugsproblematiek. Relevante hotspots voor deze analyse treffen we vooral aan in de omgeving van coffeeshops. In vergelijking met 2011 zien we hier in de eerste maanden na de beleids-
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 21
verandering een toename van de geregistreerde drugsoverlast én vervolgens een verplaatsing: iets verder weg van de coffeeshops. Dit hangt samen met de intensieve controle in de omgeving van coffeeshops sinds 1 mei 2012. De daling in het aantal drugsgerelateerde incidenten sinds oktober 2012 komt vooral op rekening van deze hotspots. De stagnerende en zelfs afnemende klandizie voor de illegale straatmarkt van softdrugs (vanwege de enorme afname van de buitenlandse drugstoeristen, het aantrekken van het coffeeshopbezoek en weinig opvallende vormen van illegale handel) vertaalt zich in een afname van het aantal geregistreerde drugsincidenten. In het komende jaar wordt duidelijk of deze (gunstige) trend doorzet. In dit hoofdstuk geven we eerst een toelichting op de systeemanalyse die we hebben uitgevoerd (3.2). Daarna presenteren we belangrijke trends in de drugsgerelateerde politieregistraties in Midden en West Brabant en in Zeeland (3.3 en 3.4). Paragraaf 3.5 geeft een overzicht en typering van de hotspots in de zeven coffeeshopgemeenten.
3.2 Toelichting op de systeemanalyse Bij een analyse van politieregistraties dient met een aantal zaken rekening te worden gehouden. Het betreft: a. Systematische (dat wil zeggen structurele) problemen bij de categorisering van meldingen op het gebied van illegale drugshandel en/of drugsgerelateerde overlast in BVH. b. Drugshandel of drugsteelt wordt afgeschermd en vaak niet geregistreerd: het probleem van onderregistratie. c. Er is een aantal verstorende factoren die van invloed zijn op de trends in de politieregistraties sinds 1 mei 2012. Die factoren bemoeilijken een vergelijking tussen de periode vóór en ná de wijziging van het softdrugsbeleid. Dit is voor onze analyse het belangrijkste punt.
Ad a.) Lastige categorisering in BVH Registraties in het politiesysteem (BVH) geven een indicatie van de ontwikkelingen op het gebied van illegale drugshandel1 en/of drugsgerelateerde overlast.2 Illegale handel betreft de handel in en/ of het vervaardigen of in bezit hebben van soft- of harddrugs. Drugsgerelateerde overlast betreft overlast die bewoners ervaren die op enigerlei wijze is te herleiden tot bijvoorbeeld drugshandel, de aanwezigheid van coffeeshops of parkeer- of geluidsoverlast door (buitenlandse) drugstoeristen. Het probleem is – zo blijkt eens te meer uit een inhoudelijke analyse van de registraties in BVH3 – dat er sprake is van een zekere willekeur in de mate waarin zaken worden geregistreerd in de ene of de andere categorie. Illegale handel betreft incidenten waarbij daadwerkelijk drugs zijn aangetroffen tot incidenten waarbij drugshandel (vaak door derden) is geconstateerd of wordt vermoed. In dat laatste geval gaat het bijvoorbeeld om bewoners die melden dat ze een verdachte transactie zien. Hetzelfde soort incidenten komen we echter ook met regelmaat tegen onder de noemer ‘drugsgerelateerde overlast’. Een deel van de illegale drugshandel wordt gemeld omdat bewoners er overlast van ondervinden. Dergelijke meldingen worden in de politiesystemen soms onder illegale handel en soms onder drugsgerelateerde overlast weggeschreven.4
22 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Vanwege dit soort registratie-effecten kijken we naar geregistreerde drugsincidenten als containerbegrip. Het gaat daarbij om een breed scala aan incidenten in de sfeer van openbare orde, overlast en opsporing die drugsgerelateerd zijn.
Ad b.) Onderregistratie van drugsincidenten Registraties in het politiesysteem (BVH) geven alleen een globale indicatie van de ontwikkelingen ten aanzien van drugshandel en/of drugsgerelateerde overlast, omdat er – zeker als het gaat om illegale drugshandel – sprake is van een onderregistratie. Drugshandel en drugsteelt zijn namelijk aangifteloze of slachtofferloze delicten die in de regel zo goed mogelijk worden afgeschermd. Bij een illegale drugsdeal hebben verkoper en koper een gedeeld belang om dit buiten het blikveld van de politie te doen. Dit betekent dat veel drugshandel en drugsteelt niet wordt geregistreerd. Deze ‘onderregistratie’ is overigens een structureel verschijnsel. Het doet zich met andere woorden nu voor, maar ook in voorgaande jaren. Dat staat vergelijkingen in de tijd niet in de weg.
Ad c.) Verstorende factoren Bij vergelijkingen in de tijd nemen we uiteraard de periode na 1 mei 2012 - de datum van de grote beleidsverandering op het gebied van drugs - als uitgangspunt. We vergelijken de periode mei tot en met december 2012 met dezelfde periode in voorgaande jaren. We moeten wel voorzichtig zijn om op basis van dergelijke cijfers al te snel de conclusie te trekken dat dit samenhangt met de invoering van het nieuwe drugsbeleid. Er is, zo blijkt uit onze analyse, een aantal verstorende factoren. Sommige factoren leiden tot een toename van het aantal geregistreerde drugsgerelateerde incidenten en sommigen leiden juist tot een afname. We zetten de belangrijkste verstorende factoren op een rij: Na 1 mei 2012 zijn (politie)mensen extra alert op softdrugsverkoop op de illegale markt en op allerhande vormen van drugsoverlast. Het extra toezicht betreft voor een deel extra alertheid van reguliere ingezette politiemensen en gemeentelijke toezichthouders, maar ook extra politiepersoneel dat is vrijgemaakt om op te treden tegen de overlast door straathandel en voor specifieke drugsacties. Dat verklaart onder meer de stijging in het aantal aanhoudingen voor bijvoorbeeld handel in softdrugs.5 In Midden West Brabant zijn door de politie tien extra externe personen ingezet; het zogenoemde wietpasteam. Vijf man werd geleverd door de KLPD en vijf man door de KMar. Deze functionarissen waren niet lokaal bekend en zijn om die reden bij de acties aan het geografisch team en/of aan het district gekoppeld. In Vlissingen zijn in de periode juni tot en met oktober 2012 ten minste vijf drugsacties uitgevoerd door het ROG en het Bastateam (een op verdovende middelen gericht team) in de omgeving van een coffeeshop. In Terneuzen heeft het Joint Hit Team een uitgebreide controle uitgevoerd op drugsverkoop aan buitenlandse drugstoeristen. Politiefunctionarissen treden niet alleen op tegen drugsoverlast en drugshandel, maar spreken op hotspots met burgers. Ze moedigen burgers aan om drugsoverlast en/of drugshandel te melden, omdat dit gericht politieoptreden mogelijk maakt. De daaropvolgende extra gerichte aandacht van de politie resulteert in aanhoudingen en in extra registraties van drugsoverlast, drugsbezit en drugshandel.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 23
Een deel van de coffeeshopexploitanten hoopt dat (het beeld van) een toename van drugsoverlast leidt tot het loslaten van het B- en I-criterium. Dat kan van invloed zijn op hun medewerking aan het terugdringen van dergelijke overlast rondom hun coffeeshop, het resulteert in uitlatingen van coffeeshops in de media over een toename van de straathandel en drugsoverlast en het leidt tot een (te) hoge bereidheid van coffeeshops om drugsincidenten te melden. In Maastricht heeft dit geleid tot een gecoördineerde actie van coffeeshopexploitanten, die na 1 mei 2012 een aantal weken hun deuren sloten. Woordvoerders zoeken frequent de media en de media weten hen te vinden. In Midden en West Brabant en Zeeland zien we geen collectieve sluiting. We zien dat een deel van de coffeeshopeigenaren na 1 mei 2012 actief ieder drugsincident rondom hun coffeeshop meldt. Bij enkele coffeeshops bestaat het vermoeden dat het deels gaat om valste meldingen of dat personen uit de entourage van de coffeeshop(houder) bellen met politie of meldpunt. Sommige coffeeshops werken actief mee aan het doorverkopen van softdrugs rondom hun zaak en maken hier, letterlijk op de koop toe, vervolgens melding van. In Tilburg huren enkele coffeeshops na 1 mei 2012 enkele maanden private beveiligers in om per fiets te surveilleren. Dat leidde tot substantieel meer meldingen. Coffeeshopeigenaren werken ook graag mee aan journalistieke reportages voor kranten, radio of televisie. Hun hoofdboodschap is simpel: door het nieuwe softdrugsbeleid loopt de ongecontroleerde illegale softdrugshandel de spuigaten uit. Diverse gemeenten in Midden en West Brabant en Zeeland hebben een speciaal meldpunt drugsoverlast, bijvoorbeeld Breda, Tilburg, Roosendaal en Bergen op Zoom en ook in Zeeuws Vlaanderen (de zogenaamde drugsoverlasttelefoonlijn ‘DOL lijn’). Burgers worden opgeroepen om drugsoverlast te melden. Dit krijgt een impuls door het nieuwe softdrugsbeleid. Drugsmeldingen worden geregistreerd en meestal opgenomen in BVH. Dan maken ze dus deel uit van onze analyse. Melders worden in de regel teruggebeld. Analyses van meldingen van drugsoverlast worden benut bij de inzet van de politie en bij handhaving door gemeenten. Na 1 mei wordt daarbij gelet op mogelijke (nieuwe) hotspots of problemen vanwege illegale drugshandel. De kans is groot dat dit de meldingsbereidheid onder burgers vergroot. We baseren ons daarbij niet op cijfers, maar op gesprekken met burgers, politiemensen en gemeenteambtenaren (die zijn betrokken bij het meldpunt). In Breda is bijvoorbeeld per 1 mei 2012 het bestaande meldpunt voor drugsoverlast versterkt. Meldingen en klachten die binnenkomen bij politie en gemeente worden benut voor een gerichte inzet van politie en stadstoezicht. De illegale straathandel met buitenlandse softdrugstoeristen springt eerder in het oog na 1 mei 2012. Er zijn namelijk veel minder Belgische en Franse softdrugsklanten op de been in de onderzochte gemeenten (zie hoofdstuk 2). Drugsrunners en -dealers die op straat softdrugs verkopen aan buitenlandse klanten merken dat de pakkans is toegenomen. Ze opereren daarom in groepjes: ‘uitkijkposten’, ‘makelaars’ die de afspraak maken met de klant en ‘pakezels’ die drugs bewaren en overhandigen aan de klant. Dit betekent dat er meer drugsoverlast per straatdeal is dan in de periode vóór 1 mei 2012.
24 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
De striktere handhaving en toegenomen pakkans leidt onder meer tot geografische verplaatsing op kleine schaal. Op de ‘nieuwe’ overlastlocatie wordt eerder gemeld door burgers, mede om zo de politieaandacht er op te vestigen. Het gaat om verplaatsing van de directe omgeving van coffeeshops naar nabijgelegen straten, buurten of wijken. Dit leidt tot maatschappelijke onrust én tot grote meldingsbereidheid. Een duidelijk voorbeeld treffen we aan in Breda. Geringe geografische verplaatsing van drugshandel en drugsoverlast leidt tot oprichting van actiecomité Boschstraat. Dat ijvert voor meer toezicht en handhaving en voor betere registratie van drugsoverlast. De striktere handhaving en toegenomen pakkans leidt tot professionalisering van de illegale drugsmarkt. Die illegale markt verdwijnt grotendeels van de straat en uit beeld. De transactie en overdracht van drugs worden in tijd en plaats ontkoppeld. Runners, dealers en klanten bewegen zich door (en soms uit) de stad. Internet en bezorgdiensten zorgen voor een verdergaande spreiding van drugshandel. De werkwijzen van illegale handelaren verminderen de zichtbaarheid en pakkans: thuisbezorgen, bestellen via internet en gebruik van niet op de persoon herleidbare mobiele prepaid telefoons, gebruik van wisselende kentekens. Koeriers worden veelal op pad gestuurd met gebruikershoeveelheden(minder dan 5 gram) om de sanctie binnen de perken te houden.
3.3 Volgens de politieregistraties: (eerst) een toename Het is, met inachtneming van de verstorende factoren, interessant om te bezien hoe de geregistreerde drugsincidenten zich sinds 1 mei 2012 hebben ontwikkeld. De politiek-maatschappelijke discussie spitst zich daarbij toe op de vraag of de beleidswijzigingen hebben geresulteerd in een toename van de geregistreerde illegale handel of drugsoverlast. We vergelijken de periode van mei 2012 tot en met december 2012 met de gemiddelde score in dezelfde periodes in de drie voorgaande jaren. We treffen deze vergelijkingen op twee niveaus: de voormalige politieregio’s Midden en West Brabant en Zeeland.
De twee (voormalige) politieregio’s In de twee voormalige politieregio’s valt een toename van de geregistreerde drugsincidenten te noteren. Midden en West Brabant laat een toename zien van 49%. Zeeland kent weliswaar ook een stijging, maar deze is met bijna 10% bescheiden. In de periode van 2009 tot en met 2011 namen de geregistreerde drugsincidenten af. Als we de onderzoeksperiode in 2012 alleen zouden vergelijken met dezelfde periode in 2011, dan pakt de toename dus hoger uit: bijna 70% in Midden en West Brabant en bijna 30% in Zeeland. In Midden en West Brabant stijgen de geregistreerde drugsincidenten over de hele linie en in Zeeland vooral de drugsoverlast en nauwelijks de drugshandel. We komen daar verderop op terug. Tabel 3.1 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in de regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Drugsgerelateerde incidenten
3.121
4.653
48 %
Drugscriminaliteit
2.191
3.213
47 %
930
1.440
55 %
Overlast i.v.m. drugs
Toename %
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 25
Tabel 3.2 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in de regio Zeeland. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Drugsgerelateerde incidenten
Toename %
1.139
1246
9%
Drugscriminaliteit
734
753
3%
Overlast i.v.m. drugs
405
493
22 %
Als we kijken naar de bevolkingsdichtheid dan ligt het aantal geregistreerde drugsincidenten in de twee voormalige politieregio’s voor 2012 bijna op hetzelfde niveau. Het gaat om een gemiddelde van rond de 300 geregistreerde drugsincidenten op jaarbasis per 100.000 inwoners. We rekenen de vele toeristen die in de zomermaanden Zeeland bezoeken dus niet mee. Na 1 mei 2012 stijgt deze score in Zeeland naar 330 en in Midden en West Brabant naar 440 geregistreerde drugsincidenten in Midden en West Brabant per 100.000 inwoners.
Coffeeshopgemeenten We hebben ook gekeken naar de ontwikkelingen in de geregistreerde drugsincidenten in de coffeeshopgemeenten. Deze coffeeshopgemeenten kregen in 2012 te maken met een stevige toename van het aantal geregistreerde drugsincidenten. In Midden en West Brabant betreft het bijna een verdubbeling: van bijna 1.351 incidenten naar 2.421 incidenten. Het gaat daarbij om vier gemeenten met bij elkaar 22 coffeeshops. In Zeeland nemen de drie coffeeshopgemeenten, met in het totaal 5 coffeeshops, ook het grootste deel van de geregistreerde toename voor hun rekening. Hier stijgt het aantal geregistreerde drugsincidenten van circa 707 naar 770 (een toename van 8,9 %). De hoge toename in coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant hangt logischerwijs samen met het grotere aantal coffeeshops: ruim vier keer zoveel. De intensieve handhaving en controle ‘in en rondom’ coffeeshops heeft in Brabant een groter effect op de registraties dan in Zeeland. Tabel 3.3 Aantal drugsgerelateerde incidenten in de coffeeshopgemeenten versus de niet – coffeeshopgemeenten. In de regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december
2012 Mei t/m december
Toename %
Coffeeshopgemeenten
1.351
2.421
79 %
Niet coffeeshopgemeenten
1.766
2.196
24 %
Drugsgerelateerde incidenten
Tabel 4 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in de coffeeshopgemeenten versus de niet – coffeeshopgemeenten. In de regio Zeeland. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december
2012 Mei t/m december
Toename %
Coffeeshopgemeenten
707
770
8,9 %
Niet coffeeshopgemeenten
430
450
5%
Drugsgerelateerde incidenten
26 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
De hoogste toenamen worden genoteerd in Breda (86%) en Tilburg (84%). In Terneuzen komt de stijging uit op 43,8% en in Waalwijk op 25%, maar met beduidend lagere aantallen dan in de twee grote Brabantse gemeenten. In twee andere coffeeshopgemeenten is de toename bescheiden: 12% in Goes en 8,3% in Etten-Leur. In Vlissingen blijft het aantal geregistreerde drugsincidenten gelijk. Zie de onderstaande tabellen voor de precieze scores.6
Tabel 3.3 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Breda - regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
564
1.048
86 %
Drugscriminaliteit
435
703
62 %
Overlast i.v.m. drugs
128
345
170 %
Tabel 3.4 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Tilburg - regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
609
1.121
84 %
Drugscriminaliteit
434
777
79 %
Overlast i.v.m. drugs
175
344
97 %
Tabel 3.5 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Etten Leur - regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011
2012
Toename %
Mei t/m december
Mei t/m december
Gemiddeld Drugsgerelateerde incidenten
84
133
8,3 %
Drugscriminaliteit
54
82
52 %
Overlast i.v.m. drugs
30
51
70 %
Tabel 3.6 - Aantal drugsgerelateerde incidenten in Waalwijk - regio Midden en West Brabant. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
95
119
25 %
Drugscriminaliteit
79
107
35 %
Overlast i.v.m. drugs
16
12
Te kleine aantallen
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 27
Tabel 3.7 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Vlissingen - regio Zeeland . In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
408
408
Gelijk
Drugscriminaliteit
166
187
13 %
Overlast i.v.m. drugs
242
221
9 % afname
Tabel 3.8 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Terneuzen - regio Zeeland. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
169
243
43,8 %
Drugscriminaliteit
106
169
59 %
Overlast i.v.m. drugs
63
74
17 %
Tabel 3.9 – Aantal drugsgerelateerde incidenten in Goes - regio Zeeland. In absolute aantallen. 2009 t/m 2011 Mei t/m december Gemiddeld
2012 Mei t/m december
Toename %
Drugsgerelateerde incidenten
130
145
12 %
Drugscriminaliteit
103
89
14 % afname
Overlast i.v.m. drugs
27
56
107 %
Midden en West Brabant scoort in vergelijking met Zeeland aanzienlijk hoger bij geregistreerde illegale drugshandel en -productie. Dit komt doordat deze regio van oudsher een fors aantal criminele groeperingen kent die zich - meer of minder georganiseerd - richten op de productie en handel in drugs. Die criminele structuren en netwerken wortelen deels in de provinciale en regionale historie (o.a. kampers, autochtone criminelen), maar ook in de criminele gelegenheidsstructuren van vandaag de dag. Er zijn nieuwe groepen die opkomen of doorgebroken zijn. Het betreft voornamelijk allochtone groepen: voornamelijk Turks, Antilliaans en Marokkaans (Beke e.a., 2011). De mate van organisatie varieert. Er zijn buurten en straten in probleemwijken waar bewoners netwerken hebben gevormd waarbinnen ‘drugs’ een geaccepteerde of zelfs gekoesterde inkomstenbron is. Er bestaan hele en halve vrijplaatsen. Dit heeft geresulteerd in overheidsoptreden en dat vertaalt zich in geregistreerde drugsincidenten op het terrein van drugshandel en -productie. Er wordt veel aandacht besteed aan het opsporen en ontmantelen van hennepplantages en, meer algemeen, aan de aanpak van criminele groeperingen. Denk hierbij aan de oprichting van de Taskforce Drugscriminaliteit, speciale hennepteams, maar ook initiatieven als Courage en het Joint Hit Team.7 In de gemeenten zonder coffeeshops zien we ook een verschil tussen Midden en West Brabant en Zeeland. In Midden en West Brabant valt een stijging van 245 te noteren: van 1.766 naar 2.196. In Zeeland blijft het aantal geregistreerde drugsincidenten in gemeenten zonder coffeeshops bijna stabiel, met een stijging van 5%: van 430 naar 450.
28 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bij deze scores zijn relativeringen op zijn plaats. In Midden en West Brabant stijgen de registraties met bijna een kwart, maar het gaat om een heel groot gebied en zo bezien om een bescheiden absoluut aantal. Het betreft gemiddeld ongeveer 6 geregistreerde drugsincidenten per dag in 22 gemeenten, met in het totaal bijna 600.000 inwoners samen. Het leeuwendeel van deze incidenten (1.527) vindt bovendien plaats in Roosendaal en Bergen op Zoom (met 144.000 inwoners). In de overige gemeenten gaat het dan ook om kleine aantallen. In Zeeland gaat het om 1 à 2 incidenten per dag in tien gemeenten zonder coffeeshops, met in totaal bijna 250.000 inwoners samen. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat op ‘het platteland’ de politiesterkte (of politiedichtheid) bepaald niet hoog is en dat daarmee de onderregistratie hoger uit zou kunnen pakken.
De overlast gevende illegale softdrugsmarkt: groei en daarna krimp Er kwamen voor 1 mei 2012 véél meer buitenlandse softdrugsklanten naar Midden en West Brabant en Zeeland dan daarna. Vanwege het I-criterium zijn de buitenlandse blowers nu eenmaal niet meer welkom in de coffeeshops. Er is zo bezien sprake van een forse krimp van de buitenlandse softdrugsmarkt in ons onderzoeksgebied. Zie ook hoofdstuk 2. Deze forse krimp van de gedoogde softdrugsmarkt gaat, zeker in de eerste vier maanden na 1 mei 2012, samen met een toename van de illegale softdrugsmarkt en van de drugsoverlast. Maar sindsdien krimpt de illegale softdrugsmarkt en meer in het bijzonder de overlast gevende markt. Dit komt door vier ontwikkelingen: a. b. c. d.
Introductie en schrappen van het B-criterium De buitenlandse drugstoerist verdwijnt langzaam Verplaatsing ‘naar het Zuiden’ (de landsgrens over) Overlastarme lokale illegale softdrugsmarkt
Ad a.) Introductie en schrappen van het B-criterium De illegale softdrugsmarkt kreeg een impuls omdat een aanzienlijk deel van de Nederlandse softdrugsklanten zich niet wenste in te schrijven als lid van een coffeeshop. Na de zomermaanden nam het aantal inschrijvingen wel toe, onder meer omdat de aangelegde voorraad softdrugs opraakte of vanwege slechte ervaringen op de illegale markt (Van der Torre e.a., 2012). Het B-criterium heeft ook in gemeenten zonder coffeeshop geresulteerd in een (beperkte) toename van de geregistreerde drugsincidenten en van de illegale markt. In deze gemeenten valt die toename niet te verklaren uit extra toezicht en handhaving. Inmiddels is het B-criterium komen te vervallen. In de praktijk is het tonen van een Nederlands ID-bewijs (bijna altijd) voldoende om softdrugs te kunnen kopen in een coffeeshop. De klandizie van de coffeeshops trekt daarom aan. Het is wel de vraag in welke mate (voormalige) softdrugsklanten - eventueel naast aankopen in een coffeeshop - drugs blijven kopen op de illegale markt. Dat bezien we in 2013 in het kader van deze monitor.
Ad b.) Langzaam verdwijnen buitenlandse drugstoerist Midden en West Brabant en in mindere mate Zeeland zijn grensregio’s. Het was voor buitenlandse drugstoeristen aantrekkelijk om hier coffeeshops te bezoeken. Met name Tilburg en Breda, met samen 19 coffeeshops, waren aantrekkelijk, vanwege keuzemogelijkheden voor softdrugsklanten en vanwege de optie om grotere hoeveelheden in te kopen door meerdere coffeeshops te bezoe-
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 29
ken. Deze twee gemeenten hadden voor 1 mei 2012 te maken met de grootste stroom buitenlandse softdrugsklanten. In de eerste maanden na de beleidswijziging kwam een klein maar substantieel deel van de buitenlandse drugstoeristen nog naar deze coffeeshopgemeenten. Dit leidde tot meer meldingen van drugsoverlast en illegale handel in Tilburg en Breda.8 Dit is een minder sterke trend in de andere Brabantse coffeeshopgemeenten. De drugsoverlast houdt ook langer aan in Breda dan in Tilburg. Toch neemt de zichtbare stroom buitenlandse softdrugstoeristen na augustus 2012 snel af. Zeeland kreeg minder te maken met een toename van de illegale softdrugshandel met buitenlandse klanten. Dit is in belangrijke mate terug te voeren op het geringere aantal coffeeshops (5 tegen 22 in Midden en West Brabant). Daar komt bij dat de twee coffeeshops in Goes relatief weinig klandizie hadden vanuit het buitenland: vanwege het geringe aantal coffeeshops en vanwege de mindere bereikbaarheid. De twee coffeeshops in Goes bedienden vooral de lokale of regionale markt, aangevuld met ‘gewone toeristen’ die voor 1 mei 2102 softdrugs kochten. Dat blijkt ook uit het feit dat het aantal geregistreerde drugsincidenten in de laatste drie jaar nagenoeg gelijk blijft. Het gaat om gemiddeld 186 incidenten op jaarbasis. Ook voor Vlissingen geldt dat er beduidend minder drugstoeristen kwamen en komen dan in Tilburg en Breda. Terneuzen was ooit, met megacoffeeshop Checkpoint, een geijkte bestemming voor buitenlandse softdrugsklanten. Dit was al voor 1 mei 2012 sterk afgenomen door sluiting van deze coffeeshop. De enige coffeeshop die Terneuzen nu nog telt, valt niet in de smaak bij blowers en telde al voor 1 mei 2012 opmerkelijk weinig softdrugsklanten. Dit attendeert op een al langer bestaande trend: Belgische en Franse blowers kopen meer en meer softdrugs op hun thuismarkt.
Ad c.) Verplaatsing ‘naar het Zuiden’ (de landsgrens over) Het viel te verwachten dat de stroom buitenlandse drugstoeristen niet in één klap zou verdwijnen. Toch is sinds augustus 2012 duidelijk zichtbaar dat het aantal buitenlandse klanten afneemt. Het neemt zelfs beduidend sterker af dan in de scenario’s die de politie van te voren had opgesteld. Dit komt mede doordat het overgrote deel van de buitenlandse drugstoeristen terugkeert naar de eigen illegale thuismarkt. Dit past in een al langer bestaande trend, namelijk de verplaatsing van de Nederlandse illegale softdrugsproductie en -handel naar met name België. Zie verder paragraaf 4.6.
Ad d.) Overlastarme lokale illegale softdrugsmarkt De striktere handhaving en toegenomen pakkans leidt tot professionalisering van de illegale drugsmarkt, zo constateerden we reeds in paragraaf 3.2. Die illegale markt verdwijnt grotendeels van de straat en uit beeld. De werkwijzen van illegale handelaren verminderen de zichtbaarheid en pakkans: thuisbezorgen, bestellen via internet en gebruik van niet op de persoon herleidbare mobiele prepaid telefoons, gebruik van wisselende kentekens. Koeriers worden veelal op pad gestuurd met gebruikershoeveelheden (minder dan 5 gram) om de sanctie binnen de perken te houden.
30 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
3.4 Een gunstige trendbreuk tekent zich af Het is de vraag wat de ontwikkeling is in de geregistreerde drugsincidenten. Vanwege het wegvallen van de buitenlandse coffeeshopklanten, de ingezette krimp van de illegale drugsmarkt met buitenlandse blowers, het schrappen van het B-criterium en de betere afscherming van de illegale handel, zou er een einde moeten komen aan de stijgende trend. Sterker, als dit soort ontwikkelingen zich voortzetten, dan zouden de geregistreerde drugsincidenten (zeker de drugsoverlast) onder het niveau moeten duiken van voor 1 mei 2012. We maken de tussenbalans op. De eerste aanwijzing voor een trendbreuk zien we terug in het aantal registraties van drugsincidenten op maandbasis. In onderstaande twee grafieken vergelijken we het maandelijkse aantal meldingen vanaf mei tot en met eind december uit 2012 met het gemiddeld aantal meldingen in dezelfde periode in voorgaande drie jaren. In Zeeland duikt het aantal geregistreerde drugsincidenten in december 2012 onder het gemiddelde aantal registraties in de voorgaande drie jaar. In Midden en West Brabant is dat punt (vooralsnog) niet bereikt, maar er is wel een trendbreuk, omdat de scores in de periode na 1 mei 2012 weer toegroeien naar die van voor die tijd. We blijven deze ontwikkelingen volgen. Grafiek 3.1 Geregistreerde drugsincidenten in de voormalige politieregio Midden en West Brabant in de periode mei tot en met december in 2012 (rode lijn) en de gemiddelde scores over de jaren 2009, 2010 en 2011 (blauwe lijn) in dezelfde periode (Bron: politieregistratiesysteem BVH)
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 31
Grafiek 3.2 Geregistreerde drugsincidenten in de voormalige politieregio Zeeland in de periode mei tot en met december in 2012 (rode lijn) en de gemiddelde scores over de jaren 2009, 2010 en 2011 (blauwe lijn) in dezelfde periode (Bron: politieregistratiesysteem BVH)
Deze trend zien we in alle coffeeshopgemeenten. De enige uitzondering is Etten-Leur, want daar stijgt het aantal geregistreerde drugsincidenten sinds oktober 2012. In de laatste drie maanden van 2012 ging het om 57 drugsincidenten en in de drie voorgaande jaren was dit gemiddeld de helft (32 incidenten). Het gaat om kleine aantallen en respondenten wijzen erop dat het lokale drugsprobleem veel eerder bestaat uit GHB dan uit softdrugs. We zullen in samenwerking met RIO elk half jaar een update geven van de cijfers, inclusief een interpretatie daarvan. Onze werkhypothese luidt dat de geregistreerde drugsincidenten een gunstige trend zullen laten zien. Maar het valt te bezien of dat ook gebeurt.
3.5 Concentraties van drugsoverlast en drugshandel 3.5.1 Hotspots: onderlinge verschillen In deze paragraaf brengen we in beeld waar de geregistreerde drugsincidenten zich concentreren in de onderzochte coffeeshopgemeenten. Het gaat daarbij dus om zogenoemde hotspots. De meest geijkte hotspots liggen in de omgeving van coffeeshops, maar er zijn ook andere locaties aan te wijzen. Hoe wordt een locatie een hotspot? Het criterium daarbij is in feite heel simpel, want dat is het geval als relatief veel drugsincidenten op een bepaalde locatie in een coffeeshopgemeente zijn geregistreerd. Dit betekent dat niet elke hotspot (even) ‘ernstig’ is.
32 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Er zijn verschillende redenen waarom de ernst van het drugsprobleem per hotspot kan verschillen: Hotspots worden aangewezen op basis van het aantal geregistreerde drugsincidenten in een coffeeshopgemeente. Het aantal registraties verschilt echter sterk per gemeente en dus ook per hotspot. Hotspots in Tilburg en Breda kunnen niet zomaar worden vergeleken met die in Etten-Leur of Waalwijk. In Tilburg en Breda tellen de belangrijke hotspots tussen de 35 en 50 geregistreerde drugsincidenten en in Etten-Leur en Waalwijk gaat het om circa tien incidenten. Als we dus een ondergrens van bijvoorbeeld veertig geregistreerde drugsincidenten zouden hanteren, dan zouden de kleinere coffeeshopgemeenten geen enkele hotspot kennen. We brengen echter per coffeeshopgemeente de grootste concentraties in kaart. De ernst wordt niet alleen bepaald door het aantal meldingen, maar ook door het soort meldingen en door het door het aantal melders. Eén of enkele notoire melders kunnen door geregeld te melden een bepaalde locatie eenvoudig tot hotspot bombarderen. Het is de vraag of dit dan realistisch is. Het kan bij notoire melders gaan om burgers, maar evengoed om coffeeshophouders of om burgers uit de sociale omgeving van coffeeshophouders. Het type melding is ook van belang. Er komen in de onderzochte coffeeshopgemeenten hotspots in beeld die zijn terug te voeren op overlast van één of enkele verslaafde, psychisch gestoorde personen of één of enkele straatdealers. Op enkele locaties heeft in de maanden na 1 mei 2012 straathandel in softdrugs plaats en er is overlast. Deze locaties komen terecht in beeld als hotspot. Het aantal registraties op deze locaties wordt echter versterkt omdat dit aanleiding was voor extra gerichte handhaving en toezicht. Een voorbeeld. Twee coffeeshops, Majestic en Baron, zijn gesitueerd in de Boschstraat in Breda. Dit is vlak na de beleidswijziging op 1 mei 2012 een hotspot waar dealers en runners softdrugs aan onder meer Belgen verkopen. Dit leidt tot een groot aantal klachten van bewoners en tot oprichting van een actiecomité. Vervolgens treden politie en gemeente gericht op, hetgeen leidt tot extra registraties. De drugsoverlast op deze locatie neemt vervolgens af.
Vier typen hotspots We baseren ons bij het in kaart brengen van hotspots op geregistreerde drugsincidenten. Op die manier komen er vier typen hotspots in beeld. Het betreft locaties die vanwege softdrugsproblematiek interessant zijn voor deze studie, maar het gaat voor een ander deel om locaties met geconcentreerde harddrugsproblemen. Het eerste type hotspot concentreert zich in de omgeving van een coffeeshop. Dit zijn voor onze analyses uiteraard relevante locaties, waar consequenties van de beleidswijziging zichtbaar zijn. In elke coffeeshopgemeente treffen we zo’n locatie aan, maar de mate van overlast verschilt (soms sterk) per coffeeshop. Op deze locaties treffen we altijd straathandel aan: zachte handel (doorverkoop zonder winstoogmerk) of ‘harde straathandel’. Die laatste vorm van drugshandel ligt in handen van runners en dealers die potentiële klanten ‘afvangen‘ bij diverse coffeeshops.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 33
Het tweede type hotspot komt enkele maanden na de beleidswijziging op 1 mei 2102 beter in beeld. Ook deze hotspot is relevant voor onze analyse. De illegale straathandel in de directe omgeving van de coffeeshops neemt vanaf ongeveer augustus 2012 af. Vanwege gerichte handhaving zoeken dealers en runners locaties die minder in het oog springen. De illegale straathandel verspreidt zich binnen de gemeente: vaak gaat het om kleine afstanden, soms van honderden meters en soms van één of enkele kilometer.9 De straathandel wordt ook mobieler: scooters, auto’s, fietsen en in één gemeente quads. Straatdealers en (potentiële) klanten hebben contactgegevens uitgewisseld en leveringen vinden vaker plaats op basis van afspraken. Dit kan resulteren in thuisbezorging, maar ook in afspraken op nieuwe hotspots, bijvoorbeeld op parkeerplaatsen of in parkjes. Het derde type hotspot betreft sociaal zwakkere buurten of locaties met concentraties van sociaal gemarginaliseerde personen en groepen op straat rondhangende jongeren. Deze wijken of buurten tellen geregeld zogenoemde risicovoorzieningen, zoals instellingen voor psychiatrische patiënten, begeleid kamerbewoning of opvang voor harddrugsverslaafden. Dit type hotspot treffen we vaak aan in de zeven coffeeshopgemeenten. Het gaat vaak (beduidend) meer om harddrugsproblematiek dan om softdrugs. Een vierde type hotspot betreft drugscriminaliteit in panden. Het gaat daarbij om te beginnen om hennepkwekerijen. Er zijn daarnaast aanwijzingen van nieuwe illegale verkooppunten van softdrugs vanuit diverse panden. Dat laat onverlet dat het bij geregistreerde handel vanuit panden vaker harddrugs betreft. Het gaat om woonhuizen, garageboxen, maar ook cafés, snackbars, detailhandel en publieke voorzieningen (bijvoorbeeld een ontmoetingscentrum). De handel vanuit panden vergt meer infrastructuur en organisatie dan de straathandel, want naast aanvoer van softdrugs en enkele loopjongens is er behoefte aan geld, panden, (bij cafés of detailhandel) een boekhouding die een dekmantel oplevert en een sociaal netwerk. Bij deze dealvorm gaat het om een opleving of intensivering van bestaande vormen van illegale softdrugshandel. Het voortouw wordt genomen door personen die hun sporen hebben verdiend met drugscriminaliteit. De opgebouwde financiële positie en beschikbaar onroerend goed worden benut. De zichtbaarheid en overlast zijn minder groot dan bij (systematische) straathandel.
34 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
3.5.2 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant Breda
Hotspot 1 Breda: rondom coffeeshop Majestic en de Baron aan de Boschstraat. Kort na 1 mei 2012 wordt de Boschstraat een hotspot waar runners en dealers softdrugs verkopen aan onder meer Belgen. Er ontstaat in de zomermaanden een bloeiende straathandel in de Boschstraat (en omgeving) bij de coffeeshops Majestic en De Baron. Het vermoeden bestaat dat veel dealers de softdrugs (met een wietpas) in deze twee shops kopen. De twee coffeeshops hebben in de zomermaanden van 2012 nog toeloop van buitenlandse drugstoeristen die aan de deur worden geweigerd. Deze dealactiviteiten resulteren in meldingen van bewoners (er wordt een actiecomité opgericht) en in gericht optreden van politie en gemeente. In eerste instantie stijgt het aantal meldingen daardoor, maar na verloop van tijd nemen de dealpraktijken, overlast en registraties af.
Hotspot 2 Breda: rondom de Haven en de Havermarkt Deze hotspot bestond al in 2011 en het aantal geregistreerde drugsincidenten neemt toe in 2012. De Haven (grote brug) is de toegangspoort tot het horecagebied. Dit is een hanglocatie voor dealers en zwarte taxi’s. Deze locatie springt er ook uit omdat de voorgeleiding van verdachten met gebruikershoeveelheden vaak in de Haven plaatsvindt. Als in het uitgaansleven arrestanten worden gemaakt vanwege drugsbezit, dan wordt als locatie ‘Havermarkt’ genoteerd. In dit gebied is smartshop Magnefique gevestigd. Deze shop is extra gecontroleerd, onder meer door het Joint Hit Team. Dit resulteerde in registraties. De smartshop is zes maanden gesloten vanwege overtredingen.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 35
Naast deze twee hotspots die op basis van de politiecijfers in beeld komen, is er volgens respondenten ook een hotspot op de Nieuwe Haagdijk en Haagweg. Het aantal meldingen blijft daar in de onderzoeksperiode dus binnen de perken.
Tilburg
Hotspot 1 Tilburg: rondom de coffeeshop Toermalijn (Besterdring). Het gaat hier om harde straathandel, zachte straathandel en handel vanuit panden. Veel drugspraktijken hadden ook plaats voor 1 mei 2012, maar het is na de beleidswijziging toegenomen. De overlast van de coffeeshop is afgenomen (vooral parkeerproblemen), maar het dealen op straat en vanuit panden neemt toe. De handel vanuit panden betreft soft- én harddrugs en de straathandel voornamelijk softdrugs. Er wordt op straat gedeald rondom coffeeshop Toermalijn, onder meer op de nabijgelegen parkeerplaats van de Plus supermarkt, bij het tunneltje naar deze parkeerplaats en op het Daltonerf. Op de Besterdring wordt gedeald vanuit verschillende panden en op straat, voornamelijk vanuit auto’s. Verder worden de Leonard van Veghelstraat en de Koestraat genoemd als hotspots voor softdrugshandel: het betreft straathandel en handel vanuit horeca.
Hotspot 2 Tilburg: ten zuiden van het treinstation Er wordt (vooral ’s avonds) gedeald bij het station en in het gebied tussen de Fabrieksstraat en coffeeshop Grass Company. In de Poststraat wordt mogelijk gedeald vanuit horeca. De hotspot tussen Fabrieksstraat en Grass Company bestond ook in 2011. In 2012 nemen de drugsregistraties toe. De registraties aan de oostkant van Grass Company zijn enigszins afgenomen.
36 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hotspot 3 Tilburg: rondom de coffeeshop Africa (Piusstraat) Het gaat om straathandel vanaf de parkeerplaatsen Koopvaardijstraat, Piusstraat en Sint Sebastiaanstraat. Deze hotspot ontstaat in 2012. Dit komt door het nieuwe beleid, maar ook door meldingen die worden gedaan door de particuliere fietspatrouille die onder meer in de omgeving van coffeeshop Africa surveilleert.
Hotspot 4 Tilburg: wijk Groenewoud Deze wijk staat bekend vanwege de productie van softdrugs en harddrugshandel. Dat geldt met name voor het oostelijke deel van de wijk. Bepaalde families zijn ‘grote spelers’ in de harddrugshandel of teelt van softdrugs. Het valt op dat de hotspot is verschoven. De drugsoverlast concentreert zich in 2011 op de Dolomietenlaan: in het complex met kleine zogenoemde HAT-woningen. In 2012 gaat het om de Tuinbouwstraat, Groenewoudstraat en Juralaan. De politie heeft eind 2012 in de Tuinbouwstraat een inval gedaan vanwege de productie van synthetische drugs.
Etten-Leur
Hotspot 1 Etten-Leur: Wilhelminalaan, Bernhardlaan, Elisabethpark Groepen jongeren komen hier samen. De jongeren zijn 15-20 jaar: sommigen hebben een auto of een scooter. Het gaat om een hinderlijke jeugdgroep. De jongeren veroorzaken geluidsoverlast en rijden op en neer met scooters. Er wordt geblowd en waarschijnlijk wordt onderling gedeald: doorverkoop. De coffeeshop ligt vlakbij.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 37
Hotspot 2 Etten-Leur: Van Bergenplein, Kapelstraat Op het Van Bergenplein is een GGZ- instelling gevestigd. Omwonenden signaleren dealers (auto) die patiënten bevoorraden: vermoedelijk hard- en softdrugs. De dealers zijn bekenden, voornamelijk Marokkanen uit Breda, die ook al voor 1 mei 2012 hier kwamen.. De politie surveilleert intensief in 2011. Eind 2012 komen er signalen dat de dealers zijn uitgeweken naar de Sigarenmakerstraat, op het nabijgelegen bedrijventerrein.
Hotspot 3 Etten-Leur: Vincent van Goghplein Het gaat hier om een verdacht pand van waaruit vermoedelijk gedeald wordt. De politie heeft de daders al een keer aangehouden en dat heeft geresulteerd in een veroordeling. Er worden in onze onderzoeksperiode weer verdachte activiteiten gesignaleerd. De politie deed wederom een inval, maar dat leverde niets op.
Hotspot 4 Etten-Leur: Hobodreef, Trompetlaan en Vedelring Deze hotspot is nieuw in 2012. Het gaat in feite om twee problemen of locaties. In de eerste plaats is er op de Vedelring een GHB-dealpand. Dit staat uiteraard los van het softdrugsbeleid. In de tweede plaats houdt zich aan de Hobodreef en op de Trompetlaan een overlast gevende jeugdgroep op. De circa 30 leden zijn voornamelijk van Marokkaanse afkomst en variëren in leeftijd tussen de 14 en 25 jaar. Een deel van de groep is uit de wijk Grauwe Polder afkomstig. De rest is afkomstig uit andere wijken in Etten-Leur. De groep stond eerst bij het Cruyff Court aan de Hobodreef maar is nu verplaatst naar supermarkt Lidl en naar sporthal De Gong, aan de Trompetlaan. Er wordt softdrugs gebruikt en er heeft doorverkoop plaats. De beheerder van de sporthal treft in oktober 2012 een zak met hennep (25 gram) aan op straat.
Hotspot 5 Etten-Leur: Geerkade/ Kop van de Leur Op deze locatie komt lokale jeugd samen in de leeftijd van 14-21 jaar. Er wordt softdrugs gebruikt en gedeald. Het aantal meldingen is na 1 mei 2012 niet toegenomen.
38 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Waalwijk
Hotspot 1 Waalwijk: ten noorden van coffeeshop Down Town (Stationsstraat) Deze hotspot is duidelijk gerelateerd aan coffeeshop Down Town. Met name in de Margrietstraat zijn er meldingen geweest van doorverkoop van softdrugs, maar heeft de politie het niet zelf geconstateerd.
Hotspot 2 Waalwijk: omgeving Pastoor van Kesselhof In dit gebied zijn enkele meldingen geweest over een mogelijke hennepkwekerij.
Hotspot 3 Waalwijk: Europaplein, Professor Buysstraat, Dr. Schaemsmanlaan en Thorbeckelaan Deze straten komen als hotspot naar voren, omdat enkele adressen in verband worden gebracht met softdrugshandel en/of een hennepkwekerij.
Hotspot 4 Waalwijk: Sint Crispijnstraat, Paul Krugerstraat en Pastoor Kuiperstraat Dit zijn op zich rustige straten. Ze komen als hotspot naar voren vanwege enkele meldingen (voornamelijk MMA) over een thuiskweker.
Hotspot 5 Waalwijk: rondom coffeeshop Manhattan (Bloemenoordplein) In straten rondom coffeeshop Manhattan (bijvoorbeeld Wederikstraat, Ranonkelstraat) worden de nodige meldingen gedaan van mogelijke doorverkoop. Net als op hotspot 1 heeft de politie geen straathandel geconstateerd.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 39
Hotspot 6 Waalwijk: de zuidoostelijke hoek De zuidoostelijke hoek van Waalwijk kende in 2011 enkele forse hotspots. In 2012 is er niet veel veranderd, maar valt het wat minder op vanwege de opkomst van enkele andere hotspots. De hotspots op de hoek van de Vijverlaan en bij het kruispunt van de Akkerlaan en de Hoefsvenlaan liggen in een recreatiegebied. Dat zijn plekken waar hangjeugd samenkomt. In de avonduren wordt waarschijnlijk gedeald uit auto’s en er heeft hoogstwaarschijnlijk doorverkoop van softdrugs plaats.
3.5.3 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Zeeland Goes
Hotspot 1 Goes: omgeving van coffeeshop High Life (Wijngaardstraat) Voor de ingang van deze coffeeshop ligt een parkeerterrein. Hier wordt softdrugs (door)verkocht. De op winst gerichte straathandel ligt onder meer in handen van enkele (criminele) jongeren, die (groten)deels afkomstig zijn uit Goese Polder. Poolse dealers verkopen softdrugs aan landgenoten. De omgeving van coffeeshop High Life was ook in 2011 al een hotspot, maar in 2012 nemen de meldingen toe en concentreren deze zich in de directe omgeving van de shop. Hierbij moet worden bedacht dat de coffeeshop veelvuldig melding maakt van straathandel, ook als dit niet zichtbaar is op camerabeelden van de vermeende deallocatie.
Hotspot 2 Goes: centrum Goes (coffeeshop Aarden op de Grote Markt) In 2011 was de Grote Markt een duidelijke hotspot. In 2012 is het aantal meldingen iets toegenomen, maar de straathandel en drugsoverlast liggen op een beduidend lager niveau dan in de omgeving van de andere coffeeshop in Goes.
40 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Terneuzen
Hotspot Terneuzen: Oude Binnenstad De belangrijkste hotspot van Terneuzen is de oude Binnenstad. Het gaat om het Huizingaplein, de Tholensstraat, de Van Bovenstraat en Donze Visserstraat. In deze buurt woont een groep van 25 à 30 harddrugsverslaafden en de coffeeshop ligt in dit gebied, aan de Westkolkstraat. De coffeeshop geeft bijna geen overlast(meldingen). Terneuzen kent weinig straathandel. Het gaat voornamelijk om dealpanden en om handel in harddrugs. Deze problematiek speelt al jaren en is ook aangepakt door de overheid, waardoor deze is verminderd maar zeker niet is verdwenen. De grote overlast van de enorme stroom buitenlandse drugstoeristen is verdwenen na sluiting van megacoffeeshop Checkpoint in 2008. Die sluiting heeft dus een ronduit gunstig effect gehad op de drugsoverlast en drugscriminaliteit (aan de achterdeur van de coffeeshop) in Terneuzen.
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 41
Vlissingen
Hotspot Vlissingen: Centrum De geregistreerde drugsincidenten concentreren zich in het centrum van Vlissingen. Het gaat daarbij om drie locaties of straten. In de eerste plaats de directe omgeving van coffeeshop Purple (Aagje Dekenstraat) en de aangrenzende straten zoals Walstraat, Scheldeplein, Glacisstraat en Kasteelstraat. De bushalte pal voor de deur van de coffeeshop is een typische softdrugsdealplaats. Bij de politie bekende drugsdealers vangen klanten af rond de coffeeshop. Er zijn ook aanwijzingen dat er gedeald wordt in nabijgelegen horecagelegenheden. In de tweede plaats is de Scheldestraat een sociaal zwakkere straat met veel winkels (‘met mediterrane uitstraling’) en goedkope particuliere kamerverhuur. Deze straat ligt nog dichtbij coffeeshop Purple. Het is een straat waar voornamelijk harddrugs gedeald werd: in winkels en op straat. Dit heeft geresulteerd (vanaf het einde van 2010) in een interventieproject en er is cameratoezicht ingesteld. De drugshandel is daarmee niet verdwenen, maar wel aanzienlijk verminderd. De drugsincidenten zijn ook verschoven: naar de noordkant van de Scheldestraat. In de derde plaats is er een kleine hotspot rondom coffeeshop Aarden (Kerkstraat). Dat is een smal straatje, net buiten een winkelplein. Hier vangen op bescheiden schaal dealers softdrugsklanten af.
3.6 Van systeemkennis naar straatkennis Dit overzicht heeft voor de zeven coffeeshopgemeenten in het onderzoeksgebied een overzicht gegeven van de geregistreerde trends en hotspots. In het volgende hoofdstuk koppelen we daar
42 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
de straatkennis aan die we hebben verzameld in de vijf gemeenten waar we intensief veldwerk hebben verricht: Tilburg, Etten-Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen.
Eindnoten 1.
2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
9.
Het gaat om de acht categorieën (maatschappelijke klassen genaamd) namelijk: F40 (Bezit harddrugs (lijst 1), F41 (bezit softdrugs (lijst 2), F42 (handel e.d. harddrugs (lijst 1), F43 (handel e.d. softdrugs (lijst 2), F44 (vervaardigen harddrugs (lijst 1), F45 (vervaardigen softdrugs (lijst 2), F46 (aantreffen drugs (geen verdachte) en F47 (overige drugsdelicten). Alle drugsgerelateerde overlastincidenten worden weggeschreven onder de maatschappelijke klasse E38. Ontleend aan een eerste interne RIO rapportage ‘Analyse gevolgen invoering Wietpas District Tilburg, augustus 2012. In de eerder genoemde interne rapportage van het RIO is dit nader geanalyseerd. Daarbij is over een periode van drie maanden in 2011 en eenzelfde periode in 2012 (drie maanden na invoering van de Wietpas) gekeken hoeveel incidenten zowel scoren op illegale drugshandel als op overlast. We zien dan dat tussen de 15 en 20 procent van de illegale handel ‘voor hetzelfde geld’ onder de noemer van ‘drugsgerelateerde overlast ‘ had kunnen worden weggeschreven (en andersom). In 2012 is het aantal aanhoudingen als gevolg van handel in soft drugs – in vergelijking met de voorgaande drie jaren - gestegen met circa 20 % in Zeeland en 30 % in Midden West Brabant. De stijging is volledig geconcentreerd in de gemeenten met coffeeshops. Overigens gaat het om relatief overzichtelijke absolute aantallen. In Zeeland wordt in 2012 115 keer handel in soft drugs geconstateerd en in Midden West Brabant gaat het op jaarbasis om 338 keer. Overlast i.v.m. drugs is een aparte maatschappelijke klasse in BVH (E38). Drugscriminaliteit zijn alle geregistreerde drugsincidenten, minus de registraties voor overlast i.v.m. drugs. Inmiddels overgegaan in een zogenaamd districtelijk Interventieteam (DIT) dat de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit nog steeds als een van de belangrijkste speerpunten heeft. Tilburg en Breda zijn samen goed voor 44 % van alle drugsgerelateerde incidenten in Midden en West Brabant (N = 6.084). In Tilburg schommelt het aantal drugsgerelateerde incidenten al jaren rond de 950. In 2012 is dat gestegen naar bijna 1.400 (een stijging van 46 %). Doordat de stroom buitenlandse drugstoeristen in de loop van dat jaar langzaam maar zeker verdwijnt zien we overigens dat op één front in Tilburg de overlast spectaculair afneemt. Het aantal parkeerproblemen is bijna gehalveerd (gedaald van 1.000 meldingen in 2009 naar ruim 550 in 2012). In Breda schommelt het aantal drugsgerelateerde incidenten al jaren rond de 820. In 2012 is dat gestegen naar bijna 1.300 (een stijging van 58 %). waarvan een deel neerstrijkt in sociaal zwakke buurten en/ of (soms) enkele straten (zie hotspot type drie).
In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 43
Hoofdstuk 4 Illegale softdrugshandel: straatinformatie
4.1 Inleiding De klantenstroom naar de coffeeshops is stevig afgenomen. De daling is het grootst in de zomermaanden. Het aantal klanten neemt in de maanden daarna langzaam toe. Door het schrappen van het B-criterium keren er wel gestaag weer Nederlandse klanten terug naar de coffeeshops. De buitenlandse klanten zijn weggevallen, maar in de onderzoeksperiode (mei tot en met december 2012) ligt het aantal coffeeshopklanten op een beduidend lager niveau dan voor 1 mei 2012. Daarmee dient zich de vraag aan op welke manier, en waar, illegale softdrugshandel plaatsheeft. Dit hoofdstuk gaat in op de illegale softdrugshandel. Daarbij baseren we ons op straatkennis die we hebben opgedaan door observaties, interviews, werkbezoeken en georganiseerde bijeenkomsten. Belangrijke bevindingen en conclusies in dit hoofdstuk zijn: 1. Vanwege de fors teruggelopen gedoogde softdrugsverkoop (via de coffeeshops) is de illegale markt gegroeid. Dit belast de openbare orde in beperkte mate vanwege a. de forse afname van het aantal buitenlandse drugstoeristen (ook op de illegale markt), b. de zelfredzaamheid van veel softdrugsgebruikers die op een ‘afgeschermde’ en overlastarme manier voorzien in hun behoefte aan softdrugs, en c. het afschermen van dealpraktijken door illegale handelaren. 2. Er zijn harde signalen dat de softdrugsverkoop wordt verplaatst naar België en Frankrijk. Deze ontwikkeling was al gaande voor 1 mei 2012, maar krijgt een impuls doordat coffeeshops alleen aan ingezetenen mogen verkopen. De verplaatsing van deze detailhandel komt mede door een verbeterd autonoom lokaal aanbod in België, maar ook door drugssmokkel vanuit Nederland en door betrokkenheid van Nederlandse softdrugscriminelen die hun werkgebied verplaatsen naar het Zuiden. 3. Veel softdrugsgebruikers zijn te zelfbewust of te verantwoordelijk om zomaar af te glijden (maatschappelijk en wat middelengebruik betreft) vanwege een verandering in het softdrugsbeleid. Dat neemt niet weg dat alertheid is geboden ten aanzien van (bekende) criminele (jeugd)groepen die zich toeleggen op de lokale illegale handel, waaronder de verkoop aan jonge softdrugsgebruikers. 4. De lokale illegale drugsmarkt heeft, door de regio heen, verschillende (dominante) gedaantes. De mate van overlast verschilt per verschijningsvorm. Het betreft: doorverkoop van softdrugs; straathandel (mobiele handel en handel op geijkte locaties); softdrugshandel door criminele (jeugd)groepen; softdrugshandel vanuit panden (woningen, horeca winkels); zelfteelt, inclusief kleinschalige verkoop.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 45
5. De lokale illegale markt bouwt na 1 mei 2012 voort op patronen die al voor die tijd bestonden. Er heeft doorverkoop plaats in kleine sociale kring. Dat is een vorm van zachte illegale softdrugshandel. De ‘harde’, op winst gerichte straathandel ligt voor een belangrijk deel in handen van bekende criminelen die toegang hebben tot de softdrugsmarkt en deze nu vaker of bijna voor het eerst betreden. Het betreft onder meer (criminele) jeugdgroepen en veelplegers. De harde softdrugshandel vanuit panden en de (lands)grensoverschrijdende drugshandel vergt meer infrastructuur en organisatie dan de straathandel. Deze meer georganiseerde softdrugshandel omvat (vaak) ook de teelt ervan en ligt in handen van de zware (georganiseerde) misdaad. 6. Veel lokale of regionale gebruikers die tijdens ons veldwerk geen lid waren van een coffeeshop, maar daar vroeger wel softdrugs kochten, hebben de kat uit de boom gekeken. Sommige van de alternatieven waarover ze sinds mei 2012 beschikten vallen weg, zoals de voor 1 mei 2012 aangelegde voorraad. Ze hebben vaak gemerkt dat de illegale markt nadelen kent: minder betrouwbare of onbetrouwbare producten en verkopers. Ze hebben afgewacht hoe het beleid zich in 2013 zou ontwikkelen. Het schrappen van het B-criterium valt bij hen in de smaak. Het valt te verwachten dat in 2013 de softdrugsverkoop via coffeeshops zal stijgen ten opzichte van de periode mei tot en met december 2012.
4.2 Straathandel rondom coffeeshops 4.2.1 Algemeen Straatkennis attendeert op verschillende vormen van straathandel. Er heeft in elke onderzochte coffeeshopgemeente straathandel plaats in de omgeving van coffeeshops. Dit zijn vooral locaties waar in het verleden - dus voor 1 mei 2012 - al op straat werd gedeald. Het gaat dus niet of nauwelijks om nieuwe of verrassende locaties. Hier treffen we de volgende patronen aan: a. In de directe omgeving van coffeeshops worden met name in de eerste weken van mei 2012 klanten afgevangen door runners. Er wordt softdrugs aangeboden en er worden transacties gesloten in een beperkte straal rondom de coffeeshops. Deze vorm van straathandel neemt daarna af. Het lijkt een autonoom effect. Veel lokale softdrugsklanten die niet in een coffeeshop kopen, beschikken na enige tijd over alternatieven voor ‘zoeken op straat naar een onbekende die lid is van een coffeeshop’. Een uitzondering zijn in Zeeland ‘gewone toeristen’ die op hun vakantie softdrugs zouden willen kopen in een coffeeshop en daarom, zonder ‘wietpas’, naar zo’n shop gaan. Toch wisten drugshandelaren de toeristen met een voorkeur voor softdrugs reeds voor 1 mei 2012 te vinden op geijkte locaties: bepaalde campings, horeca en recreatievoorzieningen. Deze handelaren verkopen in de zomer van 2012 meer dan in die van 2011. b. In de eerste weken van mei 2012 spreken softdrugsgebruikers zonder ‘wietpas’ bezoekers van coffeeshops aan met de vraag of ze coffeeshopdrugs willen doorverkopen. Deze doorverkoopvariant - gebruikers spreken onbekende coffeeshopleden aan - is sindsdien afgenomen. En lijkt in het najaar nagenoeg verdwenen. Doorverkoop is voor een categorie coffeeshopleden echter een redelijk serieuze bijverdienste. Het lidmaatschap wordt benut om geregeld of frequent – verschillende keren op één dag – in de coffeeshop 3 of 5 gram te kopen. Dit wordt onder meer in de omgeving van de coffeeshop doorverkocht. In Midden en West Brabant gaat het bijna altijd om doorverkoop
46 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
aan bekende personen en in Zeeland, daarnaast, vaker om doorverkoop aan ‘gewone toeristen’. Coffeeshophouders verkopen aan sommige klanten dus tientallen grammen per dag en overtreden daarmee de gedoogcriteria. Respondenten zeggen dat deze vorm van doorverkoop is toegenomen en op z’n minst wordt geaccepteerd door coffeeshops. De pakkans is laag, want er zijn in de onderzoeksperiode geen overtredingen geconstateerd van regels over de maximale hoeveelheid die mag worden verkocht. Veel respondenten bij gemeente of politie vinden dit een weinig schadelijke vorm van drugshandel en gedogen het de facto. c. In de omgeving van coffeeshops wordt in de zomermaanden van 2012 door softdrugsgebruikers mondjesmaat gebruik gemaakt van drugsrunners die een klant en dealer – die elkaar niet kennen – in contact brengen. Er zijn namelijk contactgegevens uitgewisseld (bijvoorbeeld een gsm-nummer) en er zijn enkele geijkte straatlocaties waar contact wordt gelegd tussen klanten en bekende dealers of loopjongens. Dit maakt de handel minder zichtbaar, maar ook mobieler. Het verplaatst daarmee: voor een deel op steenworp afstand van de coffeeshop en voor een ander deel naar locaties ‘elders’. De handelspatronen rondom coffeeshops leveren geen onrustig straatbeeld op of ernstige verstoringen van de openbare orde. De handelaren en hun klanten gaan vaak rustig hun gang: de ene keer is het moeilijk te observeren en de andere keer gebeurt het tamelijk open, zonder dat passanten het lijken te zien of zich eraan lijken te storen. Kortom, de straathandel was hier al aanwezig en het is toegenomen, maar de overlast blijkt beperkt. Er valt bovendien winst te noteren, omdat de overlast van de buitenlandse coffeeshopklanten (nagenoeg) is verdwenen.
4.2.2 Per gemeente a. In Tilburg wordt op enkele locaties op straat softdrugs verhandeld. In de omgeving van de coffeeshops Toermalijn en Shiva gaat het onder meer om: Daltonerf, Pascalerf, parkeerplaatsen bij Plus Supermarkt, de Leonard van Vechelstraat, de parkeerplaatsen op het Besterdplein en de kruising Besterdring, Molenstraat en Koestraat. De parkeerplaatsen voor het Centraal Station – bij coffeeshop The Grass Company – zijn een deallocatie, net als onder meer het Minrebroederspad en het Simon Stevinpad. Ook verschillende hofjes, zoals Calandhof en Fokkerhof, worden genoemd en het stadspark. In de omgeving van coffeeshop Maximillian wordt gedeald op het parkeerterrein achter de Korvelseweg. b. In Etten-Leur zien bewoners in de weken na 1 mei 2012 vaker (zoekende) personen die ze in verband brengen met de straathandel in softdrugs: in de brandgang en op het pleintje met garageboxen achter de coffeeshop. In juni en juli nemen deze signalen af. Er gaat een afschrikkende werking uit van de meldingen die de coffeeshophouder bij de politie doet. Bovendien is er in de periode na 1 mei 2012 meer toeloop, ook van Belgische klanten, bij de smartshop die slechts vijf panden naast de coffeeshop ligt. Respondenten vinden dit verdacht, maar weten niet zeker of daar softdrugs wordt verhandeld. c. Er heeft in Goes rondom de coffeeshops doorverkoop plaats. Dit is het meest zichtbaar rondom coffeeshop High Life. De harde doorverkoop (op winst gericht) ligt onder andere in handen van enkele (criminele) jongeren, die deels afkomstig zijn uit Goese Polder (Goes Noord). De transactie heeft vaak buiten het cameragebied plaats, onder meer ter hoogte van een oude muziekschool (bij het hoekje met V&D op de Van de Spiegelstraat). Tenminste
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 47
één Poolse man is actief in de zachte illegale softdrugshandel (klaarblijkelijk zonder winstoogmerk) en richt zich met name op landgenoten. De politie heeft hem tot tweemaal toe gearresteerd. d. In Vlissingen springt de straathandel rond coffeeshop Purple in het oog, maar ook in de omgeving van coffeeshop Aarden vindt na 1 mei illegale straathandel plaats. De handelaren zijn deels ‘bekenden van de politie’ (ook vanwege soft- en of harddrugshandel). Bij de twee coffeeshops worden lokale klanten en toeristen die bot vangen bij de coffeeshop aangesproken door straathandelaren. De bushaltes aan het Scheldeplein (Aagje Dekenstraat) zijn een geijkte deallocatie, met name voor handelaren van Antilliaanse afkomst. Rond coffeeshop Aarden wordt op het plein bij de Oude Markt, en rondom een bankje bij de kerk, softdrugs verhandeld. Naast Antilliaanse dealers zijn (hier) ook Marokkaanse (criminele) jongeren actief als straathandelaar. Enkele Antillianen doen aan doorverkoop. De Marokkaanse jongeren kopen hun handelswaar niet in een coffeeshop. e. In de omgeving van coffeeshop Miami in Terneuzen vindt nauwelijks of geen straathandel plaats. De politie heeft het gebied continu in beeld met cameratoezicht. De camerabeelden worden op het bureau uitgelezen. Voor en na 1 mei 2012 was er zo weinig aanloop van drugsklanten naar de (omgeving van) coffeeshop dat een straatdealer, klant of zoekende (drugs)toerist snel in het oog zou springen.
4.3 Straathandel: mobiel en op locaties 4.3.1 Algemeen Er heeft straathandel plaats rondom de coffeeshops in 2012 (zie 4.2). Ongeveer twee maanden na de wijziging van het softdrugsbeleid (op 1 mei 2012) neemt de illegale handel rond de coffeeshops echter af. Het intensieve (camera)toezicht stimuleert dealers en kopers om andere locaties te zoeken: Het leidt tot geringe geografische verplaatsing: nog steeds in de buurt van de coffeeshops, maar ‘om de hoek’ of op beschutte locaties, zoals parkeerplaatsen. De handelswijze wordt echter ook aangepast, want de mobiele handel wint terrein in de maanden na de beleidswijziging. Er wordt ook gehandeld op locaties in wijken. Bij zowel de mobiele als gebiedsgebonden drugshandel spelen bekende criminelen of criminele groepen een prominente rol. We gaan nader in op deze verschijnselen. a. De mobiele softdrugshandel heeft terrein gewonnen door de beleidswijziging van het softdrugsbeleid. In de volksmond wordt gesproken over “wiettaxi’s” of “pizzadealers”. Hiermee wordt bedoeld dat softdrugsgebruikers bij illegale handelaren bestellingen plaatsen, bijvoorbeeld per gsm, e-mail of social media. De bestelde softdrugs wordt vervolgens bezorgd op het afgesproken adres of op de afgesproken locatie. Respondenten wijzen erop dat dit type dealers voor de aanpassing van het softdrugsbeleid contactgegevens heeft verspreid onder softdrugsgebruikers, ook in coffeeshops. Er zouden flyers met mobiele nummers zijn verspreid. Op locaties waar we softdrugsgebruikers spraken, merkten we echter dat contactgegevens vooral via-via worden verspreid in kleine kring. Dealers die in het coffeeshopgebied (op straat) handelen geven terugkerende klanten
48 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
soms bijvoorbeeld contactgegevens. Vanuit hun perspectief valt dat te begrijpen: handel vanaf een vaste locatie is kwetsbaar en zo doen ze aan klantenbinding. Deze mobiele handel raakt van lieverlee zichtbaar(der), omdat de omvang ervan is toegenomen sinds mei 2012 en omdat het zich herhaalt. Politiemensen wijzen er op dat deze dealers zich moeilijk laten pakken, omdat ze vaak gebruikershoeveelheden softdrugs bij zich hebben of omdat er te weinig verdenking zou zijn om voertuigen te doorzoeken. Dit is overigens vatbaar voor debat. De toename van de mobiele illegale softdrugshandel is deels een logische reactie op het nieuwe softdrugsbeleid. Het blijkt voor klanten echter geen solide afzetkanaal. Om te beginnen wordt er niet altijd gereageerd en is het geen echte pizzaservice, want als er wordt gebeld – of anderszins contact wordt gelegd – wordt er niet altijd opgenomen. De softdrugs wordt ook niet altijd op tijd bezorgd of helemaal niet. Of de dealer komt met wat anders op de proppen dan wat was besteld of wordt gewenst: andere softdrugs, een andere hoeveelheid of een andere prijs. Naast praktische grenzen is er voor veel softdrugsgebruikers een zekere psychologische of normatieve grens. Ze doen immers overduidelijk illegaal zaken en groepen illegale dealers zijn bepaald geen ‘lieverdjes’. De psychologische grens wordt hoger bij slechte leveringen of bij bedrog. Dit soort ervaringen heeft sommige softdrugsgebruikers doen terugkeren naar een coffeeshop. b. Geijkte locaties voor softdrugshandel zijn hotspots in sociaal zwakkere wijken. Het gaat om klassieke hotspots, zoals die in stedelijk gebied voorkomen. Ze zijn dus niet het gevolg van het nieuwe softdrugsbeleid. We zien hier echter wel een interessant verschijnsel. De opkomende illegale straathandel (in softdrugs) zoekt bijna automatisch dergelijke locaties op als werkgebied, ook als het van oudsher vooral locaties zijn met harddrugs- of alcoholproblemen. Het zijn buurten waar de sociale controle gering is, de afkeer van inmenging ‘van buitenaf’ groot en waar vaak eigen waarden en normen gelden. Softdrugscriminaliteit kan vanuit de ‘onderwereld’ doordringen in de bovenwereld. Maar in sommige straten lijkt het er eerder op dat softdrugsteelt en -handel een onderdeel zijn van het reguliere leven. c. Bij de straathandel in softdrugs (mobiel of op geijkte hotspots) nemen bekende criminelen of criminele (jeugd)groepen een prominente plaats in. Het gaat in de eerste plaats om criminele jeugdgroepen. Of om kliekjes van twintigers die deel uit hebben gemaakt van een criminele jeugdgroep. Het valt op dat deze groepen en personen in het verleden wel al crimineel actief waren, maar na 1 mei 2012 neemt softdrugshandel een belangrijkere plaats in. Dit kan gepaard gaan met een functionele verschuiving van vermogensdelicten naar softdrugshandel. Deze groepen en personen hebben wel toegang tot het drugscircuit en waren geregeld al op bescheiden schaal betrokken bij drugshandel: vaak als loopjongen. In de tweede plaats worden de mogelijkheden tot straathandel na 1 mei 2012 benut door bekende lokale veelplegers (die bekend zijn met de lokale drugsscene, vaak ook of vooral als klant) of door andere personen die weinig te verliezen hebben, zoals (Oost-Europese) handwerkslieden zonder (vast) werk. In de derde plaats maken lokale drugscriminelen met een goede infrastructuur gebruik van de kansen op de illegale markt. Zij zijn betrokken bij de teelt, beschikken over vaste aanvoerlijnen en werken in een hiërarchische structuur met enkele leiders en loopjongens c.q. katvangers. Die loopjongens distribueren softdrugs (met vervoermiddelen) en zijn bereikbaar voor klanten per gsm, e-mail of op een andere manier. Er wordt geregeld ook gebruik gemaakt van panden (woonhuizen, horeca, detailhandel) die in het bezit zijn van deze criminelen. Coffeeshops kunnen deel uitmaken van dit soort criminele infrastructuren. Deze
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 49
structuren kunnen gemeentelijk opereren, maar het is al snel grensoverschrijdend. Sommige mobiele handelaren waren bijvoorbeeld actief op een Zeeuws eiland. De onderkant van de straathandel vergt weinig vernuft. De (groei)markt valt van onderop tamelijk eenvoudig te betreden en dat gebeurt in reactie op de beleidswijziging op 1 mei 2012. Een categorie handelaren verkoopt softdrugs die ze klaarblijkelijk aanschaft bij bekenden. Anderen worden lid bij een coffeeshop, kopen daar softdrugs en verkopen dit met winstoogmerken door. De georganiseerde mobiele handel vergt een hogere organisatiegraad en de structuren legden zich al voor 1 mei 2012 toe op softdrugshandel.
4.3.2 Per gemeente Tilburg Er zijn door Tilburg heen verschillende straatlocaties waar wordt gedeald. Het gaat de ene keer om hangplekken, maar ook om locaties waar mobiele dealers of runners softdrugs bezorgen en om opwachtplaatsen. We bedoelen hiermee dat softdrugsklanten naar deze locaties gaan en daar rond hangen of rijden, totdat er vanwege gedragingen die lijken te wijzen op een vraag naar softdrugs ‘vanzelf’ een loopjongen of drugsdealer naar hen toe komt. Straatinformatie vestigt de aandacht op verschillende locaties. Verschillende locaties rondom coffeeshop Africa worden genoemd, onder meer de nabijgelegen parkeerplaatsen en steeg, de Piushaven, de Piusstraat en het Sint Sebastiaanplein. Op de looproute van deze shop naar coffeeshop Ochtendgloren wordt ook straathandel gemeld, net als in de Sebastiaanstraat. Andere geijkte locaties (waren en) zijn het Wilhelminapark (bij coffeeshop Casa); het Stuivesantplein (Broekhoven); het plein aan de Hertogstraat (Fatima); verschillende locaties in de Textielbuurt en in de Kasteelbuurt, plus het ROC aan de Kasteeldreef (Hasselt); de parkeerplaats van Albert Heijn XL (omgeving coffeeshop Casa); het Berlagehof (Bouwmeesterbuurt); het IJpelaarpark en het Corellipark (Noordhoek); het Wagnerplein (Heikant/De Schans); enkele Jeugd Ontmoetingspunten (JOP), onder meer in Zorgvlied en Moergestel; het Rooseveltplein (Sint Anna); enkele straathandelslocaties (o.a. Boomstraat en Beukenstraat) in de Noordhoek; het burgemeester van Mortelplein (Zorgvlied); en enkele naar componisten vernoemde straten in Stokhasselt. Verschillende (criminele) jeugdgroepen spelen een rol bij de straathandel in softdrugs. Er tekent zich daarbij een functionele verschuiving af: minder vermogensdelicten en meer softdrugshandel. De groepen houden zich bezig met locatiegebonden handel en met mobiele vormen van softdrugshandel. Het gaat in de eerste plaats om een criminele (jeugd)groep uit Zorgvlied met tieners en twintigers in de gelederen. Er is een taakverdeling en hiërarchie. De straathandel heeft plaats op geijkte pleisterplaatsen van de jeugd in Zorgvlied Zuid. Hier kopen niet alleen jongeren uit deze buurt, maar ook jongeren uit meer vermogende gezinnen, afkomstig uit de Burgemeesterbuurt en Blaak. De criminele groep opereert ook in andere delen van Tilburg, zoals het Centrum en (in mindere mate) in Oost. Een kopstuk wordt bijvoorbeeld gesignaleerd bij jongerencentra en op scholen in Tilburg, waar hij pre-paid telefoons uitdeelt aan de jeugd. Het risico bestaat dat hij op die manier de afzetmarkt uitbreidt. Tel hierbij op dat veel kopstukken jongere broertjes hebben die moeiteloos ingepast (kunnen gaan) worden in de criminele activiteiten. Er opereert, in de tweede plaats, op en (mede door het plaatsen van camera’s) rondom het Verdiplein een criminele groep. Het betreft wederom een gelaagde groep, met leiders en uitvoerders en met tieners en twintigers. De groep gebruikt een horecazaak en winkel als uitvalbasis. Respondenten wijzen er op dat steeds meer leden van de groep een rijbewijs halen, een auto
50 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
kopen en deze gebruiken. Het sterke vermoeden bestaat dat dit onder meer leidt tot geografische verplaatsing van de softdrugshandel. In de derde plaats wordt er door jeugd gehandeld in de Reeshof. Dat is de Tilburgse wijk met de meeste jongeren. De wijk kent geen coffeeshop. Er werd voorzien in de lokale vraag van jongeren doordat bevriende meerderjarigen softdrugs doorverkochten. Dit gebeurt nog steeds. Er werd ook al softdrugs verhandeld door meer professionele dealers, waaronder vijf lokale kopstukken tussen de 18 en 22 jaar. Vier van deze jongemannen zijn voor 1 mei 2012 meerdere keren aangehouden met softdrugs op zak: soms handelshoeveelheden, maar vaker maximaal 5 gram. Tenminste één van deze jongemannen orkestreert na mei 2012 de gegroeide lokale straathandel en maakt daarbij onder meer gebruik van jongere broertjes. Er zijn naast deze leidende drugshandelaar nog enkele handelspatronen die echter niet zo scherp in beeld zijn. Er komt één bepaalde auto geregeld langs die klaarblijkelijk softdrugs afgeeft en zo jonge dealers bevoorraadt. Zij handelen op dezelfde locaties en mogelijk is het verbonden aan de (vijf) bekende lokale dealers, maar dat is niet bekend.
Etten-Leur Etten-Leur telt verschillende deallocaties, verspreid over de gemeente. Er wordt onder meer gedeald rondom het pand van de GGZ in Etten-Leur Noord. De dealers zijn vooral Marokkanen, hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit Breda. Dit was ook voor 1 mei 2012 al ‘hun’ locatie. De politie treedt op tegen de drugshandel op deze locatie. Dat heeft de problemen verminderd, al wordt er verplaatsing naar de Sigarenmakerstraat geconstateerd. Etten-Leur Noord (De Keen) telt enkele locaties waar jongeren samenklonteren en waar vermoedelijk (soft)drugs wordt gebruikt en gedeald. Het lijkt ook toe te nemen, maar respondenten houden slagen om de arm. Het gaat om het speeltuintje aan de Praam (18-minners); de achterzijde van de Boeieraak (18-minners); de Havenkom (op de kop van de Leurse haven wordt gedeald, maar het lijkt niet toe te nemen); de Brouwerstraat en Gruiterstraat; en het parkeerterrein op de winkelstrip bij het Van Bergenplein. Volgens een respondent kent deze laatste locatie ‘vaste mobiele dealers’. Er wordt gebeld en er staat binnen 2 minuten een auto klaar, die wat afgeeft en weer verdwijnt. Er wordt hier ook door enkele straatdealers gedeald op een vaste plek: een openbaar bankje. De wijk Hooghuis kent, in de buurt van de Kuifeend, al jaren een hangplek waar werd en wordt gedeald. Er rijden auto’s af en aan. Centrum-Oost telt verschillende deallocaties: het Hertenkamp, de hoek Poelsstraat/Wilhelminalaan, het Beatrixpark, de Dr. Mollerstraat en het Elisabethpark. Het zou vooral gaan om mobiele handel door dealers die per scooter en te voet opereren. In de Dr. Mollerstraat wordt (af)gesproken in stilstaande auto’s. Jongeren die blowen staan ook op Hobodreef in Grauwe Polder, bij het Cruijff Courtje. Een respondent heeft vermoedens van dealen op de Aldi tegenover de Concordialaan. Er is gespot dat een automobilist klaarblijkelijk bestellingen opnam bij de rondhangende jeugdgroep en dan ruim een kwartier later terugkwam om ‘iets’ te bezorgen.
Goes Er zijn lokale straatdealers en runners actief in Goes. Ze richten zich voornamelijk op lokale klanten, waaronder jongeren, maar er worden op bescheiden schaal ook transacties gesloten met buitenlandse klanten. Er is vooral zicht op personen en groepen uit de Goese Polder (het noordelijke deel van Goes). De dealers werken op geijkte locaties, maar zijn ook mobiel. Die mobiele handel heeft
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 51
voor een deel een vertrouwd karakter: bestellen en daarna afleveren en betalen, of bellen en op een afgesproken plaats ophalen en betalen. In Goes wordt daarnaast een variant gehanteerd. Een klant bestelt softdrugs, betaalt dit en krijgt te horen waar het zojuist in de wijk is verstopt; “dat zit dan gewoon even ergens weg geplakt”. De softdrugs wordt bijvoorbeeld aan een verkeersbord of onder een bankje geplakt. Op deze manier worden de transactie en de drugsoverdracht ontkoppeld. De hotspots van de straathandel in softdrugs zijn geconcentreerd in (delen van) Goese Polder en in wat mindere mate in Goes Zuid. Het gaat om kwetsbare wijken of buurten. In Goese Polder gaat het om de Troelstralaan (bij de rotonde en apotheek en bij de vijver) en het nabijgelegen Erasmuspark. Het is respondenten opgevallen dat er een geografische scheiding lijkt te zijn op de rotonde aan de Troelstralaan: ‘achter’ de rotonde wordt drugs verkocht aan lokale bewoners en aan de andere kant worden (veel minder frequente) deals met Belgen en Fransen geobserveerd. Drugstoeristen rijden de ‘Hofjesbuurt’ in om na 5 minuten de wijk weer uit te rijden. Hier zijn tevens personen woonachtig die bij de politie bekend staan vanwege de handel in verdovende middelen. Er wordt ook gedeald in de directe omgeving van het jongerencentrum, vlakbij de Lidl-supermarkt. Voorts wordt gehandeld bij de McDonalds aan de Nobelweg, vlakbij de A256 en op industriegebeid De Poel (“televisietoren”) in de zuidoostelijke hoek van de Goese Polder. Goes Zuid telt verschillende locaties waar softdrugs wordt gedeald en/of gebruikt. Drugshandel wordt door respondenten geobserveerd op diverse parkeerplaatsen: bij het ROC, bij het Stationspark en bij enkele flats, onder andere bij de rode bank bij De Bongerd. Voorts wordt softdrugsgebruik geconstateerd, en op beperkte schaal softdrugshandel vermoed, bij de skatebaan, speeleiland Goes-Zuid en de Van Mertumweg. Er wordt ook gedeald in de omgeving van het station, nabij het Stationspark en scholengemeenschap De Vlietberg. Wolphaartsdijk is zeker geen kwetsbaar gebied, maar het buitengebied wordt benut voor afgeschermde softdrugshandel. Het betreft volgens respondenten recreatiegebied Schelphoek (bij het bosgebied), het bosje in het Nazareth en speeltuin Gardenierhoef. In Goes West worden het gebied rondom de Abel Tasmanstraat en de Van Riebeekstraat genoemd. In Goes Oost worden we gewezen op brandgangen in de Marijkestraat bij scholengemeenschap De Wissel. Een criminele (jeugd)groep uit de Goese Polder stort zich na 1 mei 2012 op de handel in softdrugs. Dit komt (deels?) in de plaats voor andere delicten, zoals overvallen en andere vermogensdelicten. Ze worden gesignaleerd in het centrum, maar opereren ook in de wijk en zijn mobiel. Enkele personen reizen per auto en pendelen onder meer tussen Goes en Vlissingen. Er bestaat wellicht samenwerking tussen deze groepen en personen in Vlissingen. Dit verloopt onder meer door familiecontacten in Vlissingen met personen waarvan bij de politie bekend is dat ze zijn betrokken bij drugshandel. Familie- of gezinsleden van jongeren uit deze groep worden ook in verband gebracht met de teelt van softdrugs.
Vlissingen Bij het veldwerk in Vlissingen valt op dat er enkele (over)bekende wiettaxi’s rijden. We achterhalen al snel een gsm-nummer waarmee softdrugs kan worden besteld. De afgenomen straatenquêtes attenderen ook op de relatief goede toegankelijkheid van de illegale softdrugshandel. Illegale kopers noemen in Vlissingen namelijk relatief vaak (25%) de gemakkelijke beschikbaarheid van softdrugs als reden om op de illegale drugsmarkt te kopen. In de andere gemeenten komt deze score niet boven de 12,5%.
52 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
In Vlissingen was de Scheldestraat in de Binnenstad een beruchte handelslocatie van met name harddrugs. Het is een straat met onder meer horeca en kamerverhuur. Er werd drugs verkocht aan lokale klanten, maar ook aan toeristen. Met de komst van cameratoezicht in 2011 is de (straat)handel afgenomen, maar zeker niet verdwenen. De straathandel is mobiel. Vooral Marokkaanse dealers houden zich bezig met de straathandel in Vlissingse wijken. Ze wonen veelal in het Middengebied. Er wordt melding in gemaakt van jonge dealers en runners – tussen de 16 en 20 jaar – die per scooter of auto door de wijken rijden om handelswaar af te leveren. De meerderheid van deze dealers had voor 1 mei 2012 al een aandeel in de handel in verdovende middelen. Er is wel een functionele verschuiving van harddrugs naar (meer) softdrugs. In stegen en brandgangen in de directe omgeving van een ‘ontmoetingscentrum’ aan de Hogeweg in het Middengebied vinden dealactiviteiten plaats: tussen de Marokkaanse bezoekers onderling en tussen Marokkaanse dealers en andere klanten. In het ontmoetingscentrum wordt geblowd. Het lijkt er op dat een vaste (volwassen) bezoeker van het ontmoetingscentrum jonge Marokkaanse bezoekers voorziet van softdrugs ten behoeve van straathandel (in het Middengebied). Deze vaste bezoeker heeft hechte banden met een man die tijdens ons veldwerk een gevangenisstraf uit zou zitten vanwege (intensieve) drugshandel, zo benadrukken respondenten. Op de koop toe zou er een relatie bestaan tussen deze vaste bezoeker en een personeelslid van een lokale coffeeshop. Enkele Marokkaanse jongens lijken de belangrijkste loopjongens vanuit het ontmoetingscentrum. Zij lopen of fietsen door de wijk, hebben kleine hoeveelheden softdrugs bij zich – soms ook harddrugs – en wisselen veelvuldig van mobiele telefoon. De transactie vindt in de wijk plaats. Andere deallocaties in het Middengebied zijn de Bloemenlaan en de Hercules Segherslaan. Al zou de handel in deze straten deels zijn verplaatst naar het ontmoetingscentrum. Op de Hercules Segherslaan zou een dealer softdrugs verkopen aan studenten die daar wonen. Er zijn signalen dat in het tunneltje voor het Scheldemond College door minderjarige dealers van Antilliaanse en Marokkaanse afkomst softdrugs wordt verkocht aan scholieren. Onder de dealers zouden zich jongeren bevinden uit het Middengebied. Er bestaan contacten tussen deze jeugd en die in Bossenburgh. Deze jeugd is geregeld te vinden in het ontmoetingscentrum aan de Hogeweg. In de wijk Westerzicht wordt een parkeergelegenheid in de omgeving van basisschool De Vlieger in de avonduren door lokale jeugd gebruikt om samen te komen. Hier zou op kleine schaal worden gedeald.
Terneuzen In de Binnenstad van Terneuzen zijn met name het Huizingaplein en de daar omheen liggende straten (zoals de Tholensstraat en de Tweede Verbindingstraat) bekende hotspots. Daar wordt op straat en vanuit panden (zie ook 4.4) gehandeld. Voor zover het gaat om straathandel betreft het mobiele handel. Ook de Bomenbuurt kent van oudsher veel straathandel, met name in brandgangen. Dit gebeurt nog steeds, maar de criminaliteit en overlast zijn enigszins afgenomen vanwege renovaties. Deze handel is volgens respondenten verplaatst naar onder andere de (speelkooi aan de) Händelstraat. De wijk Oudelandsehoeve telt enkele deallocaties: de drie flats aan de Diepenbrokstraat, aan de Bachlaan en in de Pucinistraat. Dit zijn plekken waar respondenten na 1 mei 2012 vaker (grotere) jeugdgroepen zien. Er rijdt regelmatig een scooter af en aan. Er worden wietzakjes overhandigd en op straat gevonden. Respondenten hebben ook gehoord dat op straat gesproken wordt over geldbedragen: “ik krijg nog zoveel van jou”.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 53
In Zuidpolder, bij de Alvarezlaan, zijn straathandelaren actief bij het winkelcentrum en bij een verzorgingstehuis. Daar worden dure BMW’s met Belgische kentekens gespot. Een respondent vermoedt dat dit tussenhandelaren zijn. Ook de Kreek, de parkeerplaatsen bij de McDonalds (aan de Informaticastraat) en het City Hotel (aan de Peter van Anrooylaan) worden aangewezen als vermoedelijke deallocaties. Er komen jongeren en jeugdgroepen samen in het speeltuintje op de Merwedelaan. Er is ook in de late uren aanloop. Daar vindt men rommel op straat, waaronder gripzakjes. Hetzelfde geldt voor enkele plekken in buitengebieden van Terneuzen. In Sas van Gent komt de iets oudere hangjeugd samen bij de Molenberg. Harde aanwijzingen met betrekking tot softdrugs ontbreken, maar het wordt drukker en er staan vaak dezelfde auto’s geparkeerd.
4.4 Handel vanuit panden 4.4.1 Algemeen Er wordt softdrugs verhandeld vanuit panden. Het gaat om woonhuizen, garageboxen, maar ook cafés, snackbars en detailhandel. Van oudsher gaat het bij handel uit panden voornamelijk om handel in harddrugs. Maar er lijkt een segment te ontstaan waarbij dergelijke panden fungeren als verkooppunt van softdrugs of als opslaglocatie voor de straathandel in softdrugs. De handel vanuit panden vergt meer infrastructuur en organisatie dan de straathandel. Naast aanvoer van softdrugs en enkele loopjongens is behoefte aan geld, panden, (bij cafés of detailhandel) een boekhouding die een dekmantel oplevert en een sociaal netwerk. Bij deze dealvorm gaat het, sinds 1 mei 2012, om een opleving of intensivering van bestaande vormen van illegale softdrugshandel. Het voortouw wordt meestal genomen door personen die hun sporen hebben verdiend met drugscriminaliteit. Dit is zeker het geval als katvangers de handel vanuit een pand uitvoeren. De opgebouwde financiële positie en beschikbaar onroerend goed worden benut. De zichtbaarheid en overlast zijn minder groot dan bij (systematische) straathandel en het is lastiger om op deze manier de drugsmarkt te benutten of te betreden. Een uitzondering op dit laatste zijn personen die vanuit hun eigen woning (soft)drugs gaan verhandelen, maar die lopen daarmee het risico uit hun huurhuis gezet te worden of al snel ook persoonlijk in beeld te komen als drugsdealer. De softdrugshandel vanuit panden laat zich moeilijk in kaart brengen. In de eerste plaats zijn gemeente en politie meer gericht op en/of bekend met zichtbare softdrugsproblemen (overlast van softdrugstoeristen, deallocaties op straat en bekende jeugdgroepen of criminelen) dan op de meer verhulde handel vanuit panden. In de tweede plaats bestaat softdrugscriminaliteit in woningen vooral uit hennepteelt. Het ligt voor de hand dat thuistelers niet snel vanaf hetzelfde adres drugs gaan verkopen aan af en aanlopende klanten. Het zou de kans op ontdekking van de teelt immers fors doen toenemen. In de derde plaats bestaat er al snel onduidelijkheid over de status van een pand, totdat de politie (met opsporingsmiddelen) duidelijkheid verschaft. Die duidelijkheid heeft onder meer betrekking op de aard van eventuele drugsactiviteiten: handel, gebruik of teelt; harddrugs of softdrugs; zachte handel in kleine kring of professionele handel?
54 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
4.4.2 Per gemeente Tilburg In Tilburg bestaat in de harde kern van het coffeeshopgebied (Bekomo-gebied) softdrugshandel vanuit panden: horeca, detailhandel en woningen. Het gaat voor het grootste deel om panden die al voor 1 mei 2012 in verband werden gebracht met softdrugshandel. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een headshop, cafés met een louche reputatie, kleinschalige fastfoodwinkels (onder meer kebab en shoarma) en aan een woning die grenst aan een voormalige coffeeshop. Vanuit enkele andere panden zijn klaarblijkelijk dealactiviteiten opgestart vanwege de beleidsverandering op 1 mei 2012. Het gaat daarbij voornamelijk om panden die al in handen waren van drugscriminelen, maar er zijn daarnaast ook panden die ogenschijnlijk bewust zijn verworven of gehuurd om softdrugshandel te kunnen drijven. Een voorbeeld is een detailhandelaar die kort na 1 mei 2012 de deuren heeft geopend. Bij deze winkel lopen bijna alleen maar mannen naar binnen (terwijl zijn legale product evengoed door vrouwen wordt geconsumeerd), die even later weer naar buiten komen. Ze zijn enige tijd niet zichtbaar als klant in de winkel en als ze naar buiten komen hebben wij nooit geobserveerd dat ze het legale product in hun handen of tas hadden, terwijl dat vanwege de aard van het product vaak zichtbaar zou moeten zijn. Niet elk pand wordt gebruikt om drugs te overhandigen. Het lijkt er sterk op dat bepaalde (horeca) panden worden benut om transacties te bespreken (met de overdracht op een uitgekozen moment en tijdstip) of om toezicht te houden op de drugshandel in de omgeving. Een voorbeeld is de aankoop van een café door iemand waarvan bekend is c.q. wordt gezegd dat hij op zoek moest naar een financier of een café annex bar die recent tegen opvallend hoge kosten is verbouwd. Naast panden die zijn aangekocht of worden gehuurd vanwege drugshandel, bestaat bij ingevoerde respondenten sterk de indruk dat drugscriminelen investeren in horecapanden en detailhandel. Op deze manier verwerven ze zich op strategische locaties een sociale en economische positie. Sommige panden worden inmiddels waarschijnlijk benut voor softdrugshandel, maar mogelijk ook voor andere vormen van criminaliteit, bijvoorbeeld witwassen of gokpraktijken. Ook in andere delen van Tilburg maken verschillende respondenten (politiemensen, burgers, medewerkers van corporaties) melding van panden die worden verdacht van (soft)drugshandel. Het is echter een handelswijze waarover in het najaar van 2012 weinig bekend was. De politie hanteerde een lijst met ruim twintig mogelijke dealpanden: voornamelijk woningen en soms horeca of detailhandel. Die lijst was een beginpunt om de aanpak van dealpand meer effectief ter hand te nemen.
Etten-Leur De drugsmarkt wordt in Etten-Leur bijna volledig gedomineerd door de handel, het gebruik en de productie van GHB. Dit betekent dat dit prioriteit krijgt van gemeente en politie, waardoor men wellicht minder alert is op softdrugspanden. Tegelijkertijd valt het te begrijpen dat GHB prioriteit krijgt en zou de GHB-scene wel eens een rem kunnen zijn op de softdrugshandel vanuit panden. Bovendien is vanuit Etten-Leur Rotterdam goed bereikbaar, waardoor het een aantrekkelijk gedoogde optie was om softdrugs in Rotterdam te kopen. Bovendien: wie illegaal softdrugs zou willen kopen, kan dichtbij – maar buiten de gemeente – goed terecht op enkele gerenommeerde verkooplocaties: camping Fort Oranje in Zundert en verschillende locaties in Sint Willebrord. Het is daarbij mogelijk om tegelijkertijd andere drugs te kopen. Er zouden connecties bestaan tussen Marokkaanse dealers in Sint Willebrord en een coffeeshop in Tilburg.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 55
Centrum Oost, aan het Vincent van Goghplein, telt vermoedelijk een dealpand, al is het type drugs niet bekend. Er is in elk geval naar verluidt al langere tijd veel aanloop. GHB-producenten wonen in Hooghuis, onder meer op de Kuifeend en in de Antoniusstraat. De wijk Grauwe Polder kent GHB-panden op de Orgelhof en de Tubahof en aan de Klaroenring en de Vedelring. Mogelijk wordt ook softdrugs verkocht.
Goes De politie vindt het in Goes moeilijk softdrugspanden aan te wijzen. In een pand aan de Kade zou bijvoorbeeld harddrugs gedeald worden, maar waarschijnlijk geen softdrugs. Verder zijn uit diverse onderzoeken panden naar voren gekomen waarvan de bewoner weliswaar softdrugs dealt, maar waarbij de transactie vaak op straat plaatsvindt. In de Goese Polder is wel zicht op een aantal panden van waaruit waarschijnlijk softdrugs wordt gedeald, onder meer in de Colijnhof, Adenauwerhof, Kennedylaan en Rooseveltlaan. Een andere respondent wijst op een hofje bij de Gasperistraat. Hier is aanloop van personen, die na een kort bezoek de woning weer verlaten. De politie haalt voorts regelmatig allerhande verdovende middelen en medicijnen – waaronder softdrugs – op die bij controle worden aangetroffen in de GGZ-instelling. Onder de patiënten wordt klaarblijkelijk gehandeld.
Vlissingen Vlissingen had en heeft te maken met een concentratie van handel uit panden in de Scheldestraat. De problemen waren echter zo groot – getuige de weinig vlijende bijnaam “de Gazastrook” – dat de problemen zijn aangepakt. Er werd veel gedeald op straat, maar ook uit diverse winkels en een toko. Er werd meer gehandeld in harddrugs dan in softdrugs. Door de aanpak, waaronder cameratoezicht, is de illegale handel verminderd. Toch blijft het een locatie waar klaarblijkelijk wordt gedeald, onder meer omdat diverse winkels of horeca mondjesmaat legale producten weten te verkopen en de klantenstroom daar ook niet op wijst. Ook elders in de Binnenstad zijn enkele panden waar politie of bewoners een opmerkelijke in- en uitloop hebben geconstateerd. Er wordt onder meer gewezen op een pand aan de Hendrikstraat. Na 1 mei 2012 is er een toename van het aantal meldingen of indicaties omtrent dealpanden. Het betreft vooral het Middengebied en Bossenburgh. Zo werd onder meer een dealpand opgemerkt aan de Bloemenlaan, waartegen is opgetreden. Een horecapand in de Aagje Dekenstraat wordt in verband gebracht met de handel in verdovende middelen. Het is de vraag of het een deallocatie is, maar het is tenminste een verzamelplaats voor personen die de politie stellig in verband brengt met drugscriminaliteit.
Terneuzen De binnenstad van Terneuzen is van oudsher een gebied dat kwetsbaar was en is voor drugsproblematiek. Dit heeft te maken met de geografische ligging (goed bereikbaar uit België), met het aanbod van goedkope panden, de anonimiteit vanwege leegstand, de aanwezigheid van huisjesmelkers en de gelijktijdige aanwezigheid van criminele drugsinfrastructuren en drugsklanten. In de jaren negentig telde Terneuzen tientallen drugspanden: schattingen lopen uiteen van tenminste 60 tot ongeveer 80. Daar is repressief tegen opgetreden en er zijn onder andere twee coffeeshops geopend om de illegale softdrugshandel terug te dringen. Dit laatste bleek een tweesnijdend zwaard. Het aantal illegale verkooppunten nam weliswaar af, maar de toestroom van
56 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Belgische softdrugsklanten naar megacoffeeshop Checkpoint nam grote proporties aan. Dit gold ook voor de overlast en voor de geldstromen die via de voordeur van de coffeeshop werd zwart gewassen en dus in het criminele circuit terechtkwamen. Er was op de koop toe een diffuus onderscheid tussen de voordeur en achterdeur van deze coffeeshop. Checkpoint werd gesloten in 2008. Wat (na een korte sluiting) resteerde was een weinig populaire coffeeshop (Miami), met een bescheiden klantenstroom. Veel Belgische softdrugsklanten blijken hun koopwaar inmiddels in het moederland aan te schaffen, maar er is een markt voor dealpanden blijven bestaan in Terneuzen. Dit is niet wezenlijk veranderd door de beleidsverandering per 1 mei 2012, want de coffeeshopverkoop door Miami was en is veel minder invloedrijk dan die van de doorsnee coffeeshop in de grensstreek. Politiemensen schatten dat er vandaag de dag circa 20 dealpanden zijn in Terneuzen. Dit zijn geen klassieke panden: een vast adres met een grote en wisselende klantenstroom. Het adres wisselt frequent en het lijkt erop dat de huisjesmelkers, op de achtergrond, de constante factor zijn. Sommigen verhuren graag panden aan drugscriminelen, die (een deel) contant zouden betalen. Het Huizingaplein telt vijf overlastpanden. Er zijn ook drugspanden in beeld in de Tholenstraat, de Van Bovenstraat en de Grenulaan. Het gaat daarbij wel voornamelijk om verdenkingen omtrent harddrugshandel en om panden die ook al voor 1 mei 2012 onder verdenking stonden. Er wordt, buiten het centrum, onder meer ook handel gespot vanuit een woning aan de Bellamystraat. In het horecagebied in de Binnenstad worden zaken (stellig) in verband gebracht met drugshandel. In meerdere kroegen en cafés bieden dealers gewoon hun handelswaar (zowel harddrugs als softdrugs) aan. Dit is een handelswijze die al lang en breed bestond voor 1 mei 2012.
4.5 Doorverkoop 4.5.1 Algemeen De doorverkoop van softdrugs heeft verschillende gedaantes. In paragraaf 4.3 wezen we op een combinatie van straathandel en doorverkoop: leden van een coffeeshop die frequent softdrugs kopen en die (op straat) in de omgeving van de shop doorverkopen aan niet-leden. Doorverkoop heeft daarnaast vooral veel plaats in kleine sociale kringen: deels op straat (bijvoorbeeld op hangplekken), maar voor een belangrijk deel ook ‘van straat’, bijvoorbeeld in woningen, op onderwijsinstellingen, in de horeca of bij sportverenigingen. De omvang van de doorverkoop is bij elkaar opgeteld betekenisvol. De doorverkoop aan volwassen lokale klanten neemt uiteraard wel af door het schrappen van het B-criterium in november 2012. Er zijn drie belangrijke vormen van doorverkoop: a. Het doorverkopen van softdrugs die in een lokale coffeeshop is gekocht. Het gaat in de eerste plaats om doorverkoop in een kleine sociale (vrienden)kring. Coffeeshops merken dat een categorie klanten meer softdrugs mee naar huis neemt dan ze op kan roken, zeker met in achtneming van de tijd die verstrijkt tot het volgende coffeeshopbezoek. Sommige klanten zijn er ook heel open over dat ze softdrugs kopen voor vrienden of echtgenoot en soms zelfs voor hun kinderen. De verkoper kan hier wel aan verdienen, maar het is voor dit type doorverkopers geen belangrijke bijverdienste. Zo spraken we een man die lid was geworden van enkele (Tilburgse) coffeeshops. Hij had daarmee, naar eigen zeggen, een “privacyri-
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 57
sico” gelopen en zijn vrienden niet. Hij verkoopt softdrugs door, iets boven de prijs, om wat te verdienen en vanwege het genomen risico. In de tweede plaats is doorverkoop voor een categorie coffeeshopleden redelijk serieuze bijverdienste. Het lidmaatschap wordt benut om geregeld of frequent - soms verschillende of zelfs vele keren per dag - 3 of 5 gram te kopen en door te verkopen: aan vrienden (buiten het coffeeshopgebied) of in de omgeving van de coffeeshop aan uiteenlopende klanten zonder wietpas. De pakkans is laag: 3 of 5 gram per dag kopen in een coffeeshop is bij lidmaatschap toegestaan en het vervoeren ervan wordt ook toegestaan. Er lijken ook weinig risico’s verbonden aan verschillende aankopen van de maximale hoeveelheid in één coffeeshop op één dag. b. Er wordt softdrugs doorverkocht die is gekocht in een coffeeshop in een gemeente waar in de periode mei tot en met november 2012 geen ‘wietpas’ was vereist. Er wordt gewezen op Rotterdam of Nijmegen. Het was daar mogelijk om in meerdere coffeeshops de toegestane hoeveelheid per persoon te kopen en dus een behoorlijke ‘voorraad’ mee naar huis te nemen. En soms op Zwijndrecht, met één coffeeshop, dus ’shophoppen’ kan daar niet. Voor zover wij het hebben kunnen achterhalen gaat het om vriendengroepen, die beschikken over een auto. We hoorden het beduidend vaker in Tilburg en Etten-Leur dan in Zeeuwse gemeenten. Dit heeft onder meer met reistijden te maken: Etten-Leur ligt bijvoorbeeld op ongeveer een half uur rijden van Rotterdam. c. Doorverkoop van softdrugs die illegaal is gekocht. De aankoopprijs ligt weliswaar lager dan in coffeeshops, maar het assortiment en de kwaliteit liggen ook op een lager niveau. Doorverkoop levert voor softdrugsklanten voor- en nadelen op. Het is een belangrijk klantvoordeel als wordt gekocht bij bekenden of vrienden die worden vertrouwd. Er kan in alle rust worden gekocht en de kans om op illegale softdrugshandel te worden betrapt is gering. Er gaan meestal gebruikershoeveelheden van de hand en vaak vinden ook respondenten dat dit “moet kunnen”. Een uitzondering op de permissieve houding is doorverkoop in en rondom scholen. Een nadeel van doorverkoop bestaat uit afhankelijkheden. Klanten zijn afhankelijk van mensen die kopen bij een illegale handelaar of in een coffeeshop. Een belangrijk kenmerk van doorverkoop is dat (veel varianten) het niet of nauwelijks opvalt in het straatbeeld. Het heeft vaak plaats op niet- of quasi-publieke plaatsen (bijvoorbeeld woningen, sportvelden, onderwijsinstellingen) of op hangplekken, maar dan zonder dat er dealers of loopjongens op af komen. Doorverkoop valt moeilijk te registreren voor de politie.
4.5.2 Per gemeente1 a. Bijna veertig procent (39,5%) van de coffeeshopleden die we in Tilburg hebben ondervraagd koopt na 1 mei 2012 ook wel eens illegaal softdrugs. Van deze categorie illegale kopers, koopt meer dan de helft (55,6%) softdrugs, onder meer bij vrienden of bekenden. In Tilburg hebben we ook 128 meerderjarige blowers ondervraagd die zich niet hebben ingeschreven bij een coffeeshop. Ook voor deze categorie is doorverkoop belangrijk, want 67% koopt bij vrienden of bekenden. De combinatie van straathandel en ‘harde’ doorverkoop (op winst gericht) treffen we in Tilburg vooral aan in het hart van het coffeeshopgebied: op en rondom de Besterdring en bij het Centraal Station.
58 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
b. Slechts 16,7% van de coffeeshopleden die we in Etten-Leur hebben ondervraagd koopt na 1 mei 2012 ook illegaal softdrugs. Van deze categorie koopt 87,5% softdrugs onder meer bij vrienden of bekenden. Er zijn niet veel signalen over doorverkoop om de hoek van de coffeeshop. Hierbij kan een rol spelen dat er hoogstwaarschijnlijk ook softdrugs wordt verkocht in een smartshop een paar panden naast de coffeeshop. c. In Goes koopt ongeveer een derde (34,8%) van de coffeeshopleden na 1 mei 2012 wel eens illegaal softdrugs: 64,5% onder meer bij vrienden of bekenden. De combinatie van straathandel en ‘harde’ doorverkoop (op winst gericht) is het meest zichtbaar rondom coffeeshop High Life. d. In Vlissingen heeft ongeveer de helft van de ondervraagde coffeeshopleden (47,6%) na 1 mei 2012 illegaal softdrugs gekocht. Die illegale aankopen werden ook in deze gemeente vaak gedaan bij vrienden of bekenden: 68,3%. Er is vooral doorverkoop op straat bij coffeeshop Purple: bij de bushaltes aan het Scheldeplein (Aagje Dekenstraat), door met name Antilliaanse dealers, waarvan er tenminste één aan doorverkoop doet. Rondom coffeeshop Aarden wordt op het plein bij de Oude Markt en bij de kerk softdrugs verhandeld, maar de straatdealers lijken daar niet of minder aan doorverkoop te doen. e. Coffeeshopleden in Terneuzen kochten voor 1 mei 2012 (39,4%) vaker illegaal dan daarna (24,2%). Van de illegale kopers na 1 mei 2012 koopt niet minder dan 87,5% bij vrienden of bekenden. Rondom coffeeshop Miami wordt weinig doorverkoop gesignaleerd. Dit hangt nauw samen met de kleine klantenstroom van deze zaak.
4.6 Handel (met buitenlanders) en teelt: naar het Zuiden Er zijn in de afgelopen zeven maanden (mei tot en met december 2012) en in de voorgaande jaren door beleidsmaatregelen belangrijke beperkingen gesteld aan het buitenlandse drugstoerisme naar Midden en West Brabant en Zeeland. Het gaat om de sluipende reductie van het aantal coffeeshops, maar meer in het bijzonder om drie belangrijke ingrepen: 1. De sluiting van megacoffeeshop Checkpoint in Terneuzen. 2. De gelijktijdige sluiting van acht coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal. 3. De invoering van het B- en I-criterium (en later alleen het I-criterium) per 1 mei 2012. Dit heeft geresulteerd in een gigantische reductie van de stroom buitenlandse drugstoeristen naar coffeeshops en gemeenten in de door ons onderzochte grensstreek. Dat is pure winst, omdat er hierdoor honderden miljoenen euro’s minder, via de achterdeur van de coffeeshops, in het criminele milieu terechtkomen. Voor sluiting van Checkpoint kwamen er in totaal 25.000 klanten naar de twee coffeeshops in Terneuzen. De ene coffeeshop die in 2009 nog over is, ontvangt er per week nog maar 3.200 in het voorjaar en 4.200 in het najaar (Intraval, 2009). In Roosendaal en Bergen op Zoom wordt ook een zeer sterke reductie geconstateerd. Voor de sluiting in september 2009 komen er wekelijks 25.000 naar één van de acht coffeeshops. Na de sluiting wordt in het eerste kwartaal van 2010 een reductie met 90% gemeten (Beke e.a., 2011). De effecten van het I-criterium zijn logischerwijze groot in de andere coffeeshopgemeenten: buitenlanders kopen geen softdrugs meer in de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 59
De logische vraag luidt waar deze buitenlandse (voormalige) coffeeshopklanten zijn gebleven. In 2010 en 2011 week een categorie van de voormalige klanten van Checkpoint of van een coffeeshop in Roosendaal of Bergen op Zoom uit naar andere coffeeshops in de grensstreek. Een categorie buitenlandse klanten bleef naar Roosendaal, Bergen op Zoom en Terneuzen komen om softdrugs in te kopen bij illegale dealers die ze kennen en vertrouwen. Maar de buitenlandse drugstoeristen zoeken veel minder massaal en zichtbaar de illegale markt op in deze gemeenten dan door menigeen werd aangenomen bij de sluitingen. Dit patroon herhaalt zich in (de maanden na) mei 2012 in de andere coffeeshopgemeenten. Politie, bestuur, justitie en media houden rekening met een blijvende grote toestroom van buitenlandse drugstoeristen en met de daarmee gepaard gaande overlast en illegale handel. Het overgrote deel van de buitenlandse klanten blijft echter van meet af aan weg en anderen blijven in de maanden daarna weg uit Midden en West Brabant en Zeeland. Het wegvallen van de stroom van enorm veel buitenlandse drugsklanten naar de onderzochte gemeenten valt mede te verklaren uit een al langer bestaande trend. Het betreft de verplaatsing van softdrugscriminaliteit naar het Zuiden, in het bijzonder naar België. Dit is een logische ondernemersreactie van drugscriminelen op bedrijfsrisico’s in Nederland en op ‘Zuidelijke’ criminele kansen. De marktordening van de illegale teelt en handel in softdrugs verandert. Reeds in de jaren negentig verplaatsten criminele groepen al hun drugshandel van de Randstad naar de Nederlandse grensstreek (Van der Torre, 1996). Ze zochten als het ware hun buitenlandse klanten op. Veel drugshandelaren bleven aan de Nederlandse kant van de grens, omdat de combinatie van pakkans en strafmaat hen beviel. Loopjongens gingen en gaan wel de grens over. Drugsrunners werden ten dele drugssmokkelaars die softdrugs richting of over de grens brengen. Het was en is een simpel markmechanisme waarbij het aanbod zo dicht mogelijk bij de klant wordt gebracht. Nederlandse en Belgische respondenten signaleren vandaag de dag relevante veranderingen: a. Er worden buiten de coffeeshops om nog op bescheiden schaal softdrugstransacties gesloten met Belgen in de Nederlandse grensstreek van Midden en West Brabant en Zeeland. Er worden in de eerste plaats nog zaken gedaan in de coffeeshopgemeenten. Nederlandse handelaren benutten hun contacten met Belgische of Franse klanten om af te blijven spreken. Dit wordt zo veel mogelijk verhuld. Het is daarbij een tactiek om de transactie en overdracht te ontkoppelen. Er worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt in een café of per telefoon en de overdracht heeft plaats op een beschutte locatie in de gemeente. Dit soort praktijken troffen we nauwelijks aan in Tilburg, maar vaker in Roosendaal en Bergen op Zoom en in de drie Zeeuwse gemeenten. In de tweede plaats heeft de overdracht van drugs (en geld) ook plaats op locaties richting de grens, maar aan de Nederlandse kant. Het voordeel van een Nederlandse locatie bestaat uit de lagere strafmaat dan in België. Bekende handelslocaties zijn onder meer de bossen bij Putte en de buitengebieden bij Baarle-Nassau. b. De Nederlandse en Belgische politie treffen (bij controles) na het beëindigen van het gedoogbeleid in Roosendaal en Bergen op Zoom en na 1 mei 2012 weinig softdrugs aan bij Belgen of Fransen die per auto van Nederland naar België reizen. Indien de (Belgische) politie nog softdrugs vindt bij een uitreizende drugstoerist, dan gaat het vaker om een forse
60 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
hoeveelheid: (veel) te veel voor eigen gebruik. Het gaat met andere woorden om pakezels (drugstoeristen die drugs halen voor vrienden en bekenden) of om tussenhandelaren. c. Drugscriminelen uit Nederland zetten hennepkwekerijen op in België. Sterker, Belgische respondenten schatten dat er bij 90% van de ontdekte plantages ‘Nederlandse’ betrokkenheid is Deze ontwikkeling was er reeds voor 2009 en dus ook voor 2012. Het heeft te maken met risicospreiding, met criminele concurrentie in Nederland en met de verhoogde pakkans in Nederland in combinatie met dichtere bebouwing dan in België. Hier komt bij dat de binnenlandse markt in België klanten wint door de fors gereduceerde drugstoeristenstroom naar Nederland. Belangrijke ‘Nederlandse’ groepen die hennepkwekerijen opzetten, zijn kampers, Marokkaanse drugshandelaren en autochtone groepen. Grensoverschrijdende drugscriminaliteit heeft voor Nederlanders het voordeel dat veel opsporingsonderzoeken die in België worden opgestart, geen vervolg krijgen in Nederland. Dit is een bron van irritatie bij politie en justitie in België. Nederlandse criminele kopstukken zouden de advocaten van Belgische kompanen of loopjongens betalen, in ruil voor zwijgzaamheid over de betrokken Nederlandse criminelen. Deze zwijgzaamheid en de slordige manier waarop de Nederlandse politie om zou gaan met rechtshulpverzoeken, houdt de Nederlandse criminele regisseurs (te) vaak buiten schot. De Belgische grensstreek kent criminele kansen vanwege het uitgestrekte gebied, de vele woningen (boerderijen en villa’s) of loodsen zonder zichtlijnen van buitenaf en minder scherpte bij elektriciteitsbedrijven dan in Nederland. Voorts heeft ‘drugs’ hoge prioriteit in België, maar niet in politiezône Grens. Nederlands(-Marokkaanse) drugshandelaren werken ook samen met (Marokkaanse) drugshandelaren in Antwerpen. Antwerpen telde in het recente verleden veel dealpanden en hennepkwekerijen. Dit is hard aangepakt door de politie. De resultaten zijn zichtbaar: minder hennepkwekerijen en minder dealpanden die verkopen aan drugstoeristen die vanuit (Zuid-)België of Frankrijk naar Antwerpen komen. Een dealpand met grote aanloop is kwetsbaar in Antwerpen. Er blijven dealpanden en hennepkwekerijen over, maar de grootschalige hennepkwekerijen en de grootschalige handel met drugstoeristen wordt (verder naar het Zuiden) verplaatst. De lokale markt blijft tegelijkertijd intact. Sterker, die is gegroeid, omdat ‘kleine’ drugstoeristen niet meer naar de Nederlandse grensstreek reizen, maar softdrugs proberen te kopen in hun directe sociale of fysieke omgeving. Er zijn goede criminele kansen in Zuid-België: goedkope panden en de politie beschikt nog over minder ervaringskennis bij de aanpak van drugshandel. Om dezelfde redenen worden hennepkwekerijen steeds vaker zuidelijk in België opgezet, vaak met ‘Nederlandse hulp’ vanuit de geijkte hoek: Marokkaanse handelaren, kampers en autochtone ‘kopstukken’. Wallonië kent tal van voordelen voor criminelen met hennepkwekerijen: uitgestrekte gebieden; leegstaande loodsen, panden of fabrieken; ‘geschikte’ campings of bungalowparken; hoge werkeloosheid; lage bedrijfskosten (bijvoorbeeld bij het opkopen van panden); en de nabijheid van Franse en Belgische steden met veel softdruggebruikers, zoals Lille.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 61
Het aantal door de Belgische politie ontdekte hennepkwekerijen groeit gestaag in de afgelopen jaren. In 2007 werden in België 466 gevallen geregistreerd en in 2008 in totaal 666. Dit loopt gestaag op, tot 738 in 2009, tot 979 in 2010 en tot 1.067 in 2011. In 2012 komt de teller uit op 1.111. Zie de onderstaande tabel. Tabel 4.1: Geregistreerde hennepkwekerijen België 2007-2012 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Actieve plantage Microschaal: 2 – 5 planten
66
136
134
209
191
172
Mini-schaal: 6 – 49 planten
130
219
226
313
374
453
Kleinschalig: 50 – 249 planten
62
125
166
163
185
166
Middelgrote schaal: 250 – 499 planten
40
58
72
93
101
89
Grootschalig: 500 – 999 planten
44
63
65
106
120
142
Industriële schaal: > 1000 planten
51
45
66
86
88
83
Stekkenboer
5
2
8
9
8
6
15
7
0
0
0
0
Niet-actieve plantages Gebruiksklare plantages2 Ontmantelde plantages Totaal
53
11
1
0
0
0
466
666
738
979
1.067
1.111
3
Eindnoten 1. 2. 3.
De enquêtes waarnaar wordt verwezen in deze paragraaf zijn afgenomen toen het B-criterium nog van kracht was. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over de afgenomen enquêtes. Volwaardige kweekinstallatie zonder planten of bewijs van eerdere oogsten. Deels of geheel ontmanteld.
62 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hoofdstuk 5 Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal
5.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat bondig in op de gang van zaken in drie bijzondere gemeenten: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal. Breda viel aanvankelijk buiten ons onderzoek, omdat het deel uitmaakte van het WODC-onderzoek naar het nieuwe softdrugsbeleid. Het WODC rapporteert echter niet op gemeenteniveau en Breda is een belangrijke coffeeshopgemeente in ons onderzoeksgebied. Om die reden hebben we toch een documentenanalyse en interviewronde uitgevoerd in Breda. De algemene patronen die worden beschreven in hoofdstuk twee en vier zijn in veel opzichten ook van toepassing op Breda. Enkele voorbeelden die we geven in het algemene deel van die hoofdstukken zijn gebaseerd op veldwerk in Breda. Breda kent wel enkele bijzondere omstandigheden. De drugsproblematiek (waaronder illegale handel) is een zichtbaarder probleem en staat daarmee hoger op de politiek-bestuurlijke agenda. Bergen op Zoom en Roosendaal zijn bijzonder omdat ze sinds september 2009 geen coffeeshops meer kennen. Deze gemeenten hoefden dus ook de twee nieuwe gedoogcriteria niet in te voeren. Er bestaan en bestonden relaties tussen de softdrugsscene in deze twee steden en die in Breda. Het belangrijkste probleem was wat dat betreft de toename van het buitenlandse softdrugstoerisme in Breda door de sluiting van de acht coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal. Dit probleem is echter van de baan, want het buitenlandse softdrugstoerisme is fors afgenomen in Breda sinds de invoering van het I-criterium. De consequentie is dat Breda nauwelijks of geen ‘last’ (meer) heeft van buitenlandse drugsklanten die naar Breda komen vanwege het softdrugsbeleid in Bergen op Zoom, Roosendaal of Oosterhout. Belangrijke bevindingen en conclusies in dit hoofdstuk zijn: 1. In de tweede helft van 2009 groeide het softdrugstoerisme naar de coffeeshops in Breda naar schatting met 30%, vooral door de sluiting van coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal. Dit veroorzaakte overlast, maar het bleef nog binnen de perken. Door de introductie van het I-criterium is het buitenlandse softdrugstoerisme echter fors afgenomen. Dit heeft gunstige effecten op de mate van drugsoverlast. 2. Breda kampt in de eerste maanden na 1 mei 2012 met een illegale straatmarkt van softdrugs die meer overlast veroorzaakt dan die in Tilburg. De illegale handel is zichtbaar, mede doordat er dan nog een substantiële stroom buitenlandse softdrugsklanten is. Die klantenstroom droogt op door het bekend raken van het nieuwe beleid, door gericht politieoptreden, de reiskosten en de aanwezigheid en groei van de binnenlandse softdrugsmarkt in België en Frankrijk. Wat resteert is voornamelijk tussenhandel met professionele smokkelaars uit die landen. Vanaf augustus 2012 neemt de overlast door Nederlandse softdrugsklanten op de illegale straatmarkt af: eerst omdat steeds meer personen lid worden van een coffeeshop en
Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal 63
daarna vanwege het schrappen van het B-criterium. Nederlandse blowers zoeken en vinden ook in het illegale circuit alternatieven voor de ‘gejaagde’ straatmarkt in Breda. 3. Breda verlegt beleidsmatig de aandacht van beleid om drugsoverlast te bestrijden naar beleid dat is gericht op het aanpakken van criminele drugsinfrastructuren. Die ontwikkeling was eerder al gemaakt in Bergen op Zoom en Roosendaal. 4. De drugsoverlast is in Bergen op Zoom en Roosendaal op gemeenteniveau fors afgenomen door het nagenoeg wegvallen van de zichtbare detailhandel met vele duizenden buitenlandse softdrugstoeristen. Net als Breda kennen deze twee gemeenten wel een (afgeschermde) lokale markt van tussenhandelaren uit België en Frankrijk. 5. Het buitenlandse softdrugstoerisme is fors afgenomen in Breda sinds de invoering van het I-criterium. De consequentie is dat Breda nauwelijks of geen ‘last’ (meer) heeft van het softdrugsbeleid in Bergen op Zoom en Roosendaal. 6. Het B-criterium was een stimulans voor de illegale markt in Bergen op Zoom en Roosendaal, omdat een categorie blowers uit deze steden geen lid wenste te worden van nabijgelegen coffeeshops in Brabant. Het schrappen van het B-criterium pakte dus goed uit voor Bergen op Zoom en Roosendaal. 7. De illegale softdrugsmarkt concentreert zich op geijkte locaties (wijken, pleinen) in Bergen op Zoom en Roosendaal. Omdat de drugsoverlast niet meer intensief hoeft te worden bestreden is er meer ambtelijke en politiële tijd beschikbaar om (met partners) op te treden tegen de problemen op die locaties, waarbij die aanpak verder kan gaan dan alleen drugs.
5.2 Breda a. Breda telt acht coffeeshops. In mei 2012, kort na het invoering van de B- en I-criteria, tellen deze shops bij elkaar 5.200 leden. Het ledental verschilt sterk per coffeeshop: van ongeveer 300 tot circa 1.500. In de twee maanden daarna groeit het aantal leden naar ongeveer 8.400 (juli 2012) en blijft dan een maand stabiel: 8.375 leden in augustus 2012. De teller komt aanzienlijk hoger uit in oktober 2012, want dan worden er bijna 10.000 leden genoteerd. Bij de peiling in oktober 2012 loopt het aantal leden per coffeeshop uiteen van 650 tot 2.300 (gemeente Breda, november 2012). b. De gemeente Breda verricht periodiek tellingen aan de deuren van de acht coffeeshops. Er wordt dan geteld op zaterdag (van 12.00 uur tot 14.00 uur en van 17.00 uur tot 21.00 uur) en op woensdag en vrijdag (van 17.00 tot 21.00 uur). Breda kampte in 2009 met een toenemende druk op de openbare orde vanwege het (buitenlandse) drugstoerisme. Er zijn namelijk (als nulmeting) tellingen uitgevoerd kort voor de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom, op 16 september 2009. Vervolgens zijn er maandelijks tellingen verricht. Het totaal aantal coffeeshopbezoekers groeit in Breda in een half jaar tijd met 30% van 3.377 naar 4.395. Het aantal buitenlandse coffeeshopklanten groeit met 60%: van 1.107 naar 1.769. De Nederlandse klantstroom groeit dus beduidend minder: met 16% van 2.270 naar 2.626 in februari 2010. c. Uit de zogenoemde Stadsscan die in Breda in 2011 is uitgevoerd blijkt dat de drugscriminaliteit één van de belangrijke problemen en vraagstukken is in de stad (Beke e.a., 2011). Het staat dan ook hoog op de agenda. Het betreft harddrugs en softdrugs. De extra (buitenland-
64 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
se) coffeeshopklanten sinds de tweede helft van 2009 zijn een impuls voor de illegale drugshandel en de gedoogde en illegale drugshandel veroorzaakt meer overlast. De Stadsscan stelt dat dit een kritische grens dreigt te bereiken, dat wil zeggen een punt waarop de drugsoverlast politiek-maatschappelijk niet wordt geaccepteerd (Beke e.a, 2011). Dit was dan ook een reden voor gericht politieoptreden op de illegale drugsmarkt. Tegelijkertijd pakte een andere ontwikkeling destijds al goed uit op de mate van overlast. Het betrof de verplaatsing van de illegale softdrugsmarkt naar België en Noord-Frankrijk (Beke e.a., 2011). d. Bij een telling in juni 2011 worden 2.600 Nederlandse bezoekers geteld. Dat is dus ongeveer evenveel als anderhalf jaar daarvoor. In juni 2012 zijn dat er 1.575 en dat aantal stijgt naar 1.829 Nederlandse bezoekers in september 2012.1 In september 2012 worden er dus 800 Nederlandse bezoekers minder geteld dan een jaar eerder. Het is de vraag waar deze lokale of regionale bezoekers zijn gebleven. Ze zullen deels illegaal kopen, waarbij doorverkoop populair lijkt, maar (ook) drugshulpverleners signaleren dat een deel ook geen softdrugs meer heeft gebruikt sinds mei 2012. Het is interessant om te bezien in hoeverre de verdwenen Nederlandse bezoekers na het schrappen van het B-criterium de weg naar de coffeeshops weer nemen. In juni 2011 worden ook 2.269 buitenlandse bezoekers geteld. Deze klantenstroom is logischerwijs opgedroogd bij de tellingen na mei 2012. Dit betekent dat hun drugsuitgaven niet meer via de achterdeur in de onderwereld van Breda en omgeving terechtkomen. e. Het rondhangen rond de coffeeshop is ook geteld. In september 2012 hangen bijna honderd (98) personen rond. Dat waren er 75 in juni 2012 en 72 in juni 2012. Het gaat in september 2012 wel vooral om personen die korte tijd (maximaal twee minuten) rondhangen. In september 2012 ondervindt 62% van de omwonenden van coffeeshops overlast van deze shops. Dat is ongeveer dezelfde score als voor mei 2012. f. Het is de vraag waar de buitenlandse coffeeshopklanten die tot 1 mei 2012 naar Breda kwamen zijn gebleven. De illegale straathandel met buitenlandse softdrugsklanten is in Breda zichtbaarder, en dus meer belastend voor de openbare orde, dan in de andere onderzochte coffeeshopgemeenten. Er dient wat dat betreft wel een onderscheid te worden gemaakt tussen de maand mei en de eerste zomermaanden (juni en juli 2012) en de maanden daarna. In de eerste maanden na invoering van het B- en I-criterium is het namelijk erg druk op de straten rondom de coffeeshops. Er blijven al veel buitenlandse klanten weg, maar de toeristenstroom die overblijft stuit op gesloten coffeeshopdeuren en zorgt voor drukte op straat, met name in de Boschstraat. Die straat telt gedoogde coffeeshops, maar ook enkele geijkte illegale verkooppunten. Er liepen runners op straat om klanten af te vangen en softdrugs te overhandigen. Die zichtbare en eenvoudige vorm van illegale handel is een mikpunt geworden voor de politie. Bovendien zagen de buitenlandse klanten met eigen ogen dat ze de coffeeshops niet meer in konden en raakte het nieuwe Nederlandse softdrugsbeleid bekend onder Belgische en Franse blowers. Dat resulteerde in een betekenisvolle afname van het drugstoerisme naar Breda. g. Sinds augustus 2012 is de illegale straathandel met buitenlandse drugstoeristen een krimpmarkt. Het politieoptreden is, meer dan in Tilburg, gericht op de illegale markt. De consequentie is dat de detailhandel in Breda met Belgische en Franse blowers krimpt. Onder hen bevinden zich veel (gewone of nette) personen die aanhoudingen willen voorkomen. Ze treffen in Breda ook nog eens dealers en runners die gejaagd en in groepjes opereren, omdat ze uit handen van de politie willen blijven. Deze illegale Bredase softdrugsmarkt biedt (met
Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal 65
inachtneming van de reiskosten) steeds minder of geen voordelen ten opzichte van markten dichtbij of dichterbij huis. Het gejaagde en groepsgewijze opereren van de runners en dealers in Breda zorgt voor meer overlast per drugstransactie op straat. Het aantal op straat zichtbare deals neemt echter af sinds augustus 2012 en daarmee de overlast. h. De strikte handhaving (en toegenomen pakkans) leidt ook tot een verplaatsing en verspreiding van de drugshandel (en daarmee gepaard gaande overlast). Aanvankelijk concentreert de overlast zich rondom de coffeeshops, maar dat verplaatst zich langzaam vanwege de strikte handhaving. Deze verplaatsing betekent vaak dat wijken rondom de ‘coffeeshopgebieden’ geconfronteerd worden met deze problematiek. Dit geeft maatschappelijke onrust in deze buurten én resulteert in een grote meldingsbereidheid. Zo is het actiecomité ‘Boschstraat’ opgericht dat ijvert voor meer toezicht en handhaving, alsmede een betere registratie van drugsoverlast. i. De zichtbare straathandel met vele kleine Belgische of Franse softdrugsklanten neemt in Breda af. Wat resteert is voornamelijk tussenhandel met professionele smokkelaars uit die landen. Deze Belgische of Franse smokkelaars nemen middelgrote of grote hoeveelheden softdrugs mee naar ‘huis’. Daarbij worden in Breda de afspraak of de transactie en de overdracht van softdrugs ontkoppeld. Het komt overigens ook voor dat drugsrunners uit Breda drugssmokkelaar worden. In dat geval brengen niet de Belgische of Franse dealers (of hun runners) de softdrugs de grens over, maar wordt de softdrugs bij hen in België of Frankrijk bezorgd. j. De criminele structuren die in Breda wortelen maken deel uit van netwerken in Brabant. Ongeveer tien familiair georganiseerde (vooral Marokkaanse) criminele groeperingen geconcentreerd in Breda Noord - zijn grote spelers op de (soft)drugsmarkt. Op de markt van hennepteelt spelen kampers een belangrijke rol: het betreft verschillende kleinschalige woonwagenkampen, maar evengoed kampers die in enkele buurten in Breda zijn neergestreken. Het is vanwege de geslotenheid van de kamperscultuur opmerkelijk dat er allerhande sociale en professioneel-criminele netwerken zijn ontstaan tussen Marokkaanse criminelen en collega’s onder de kampers (Beke e.a., 2011). Die dwarsverbanden werken in de hand dat Marokkaanse jeugdcriminelen (uit Breda Noord) na mei 2012 de illegale softdrugsmarkt betreden. Dit gaat deels gepaard met functionele verschuiving: van (gewelddadige) vermogensdelicten naar straathandel. Sommige lokale veelplegers zijn ook toegetreden tot de straatmarkt van softdrugs. Ze kopen sinds mei 2012 softdrugs in een coffeeshop en proberen dit door te verkopen op straat. k. Het belangrijke aandeel van criminele drugsinfrastructuren in Breda motiveert het bestuur om de aandacht niet alleen te leggen op drugsoverlast, maar ook op de aanpak van drugscriminaliteit. Dit vergt dan wel goede en betere criminele informatie en meer opsporingsinspanningen van de kant van de politie. Dit is in zekere zin regiobreed een wens of ontwikkeling, maar het lijkt in Breda belangrijker voor het veiligheidsniveau in de stad.
5.3 Roosendaal en Bergen op Zoom a. De zeer forse drugsoverlast die tot en met september 2009 werd veroorzaakt door de grote stroom buitenlandse drugstoeristen is structureel spectaculair verminderd in Roosendaal en Bergen op Zoom. Er is veel minder ‘drugsdrukte’ op straat, ook de (geregistreerde) illegale
66 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
straathandel is afgenomen. Hoewel het aantal personen dat zich op een gemiddelde dag in Roosendaal of Bergen op Zoom (als klant of aanbieder) inlaat met illegale straathandel fors is verminderd, zijn er wel locaties waar dit juist is toegenomen. Het netto-effect op de drugsoverlast van het beëindigen van het gedoogbeleid blijft echter ronduit gunstig. Vanwege de afname van drugsoverlast (minder drugsdrukte op straat) wordt het accent verlegd naar de aanpak van drugscriminaliteit. De drugscriminaliteit is blijven bestaan, maar heeft wel een slag te verwerken gekregen met het wegvallen van de stroom drugstoeristen en een enorme criminele geldstroom richting lokale criminele drugsondernemers (die opereerden aan de achterdeur van de acht coffeeshops). b. In de jaren dat de gedoogde coffeeshops functioneerden zijn er, mede op basis van de omvangrijke criminele geldstroom die werd gegenereerd door de grote toestroom buitenlandse drugstoeristen, criminele infrastructuren opgebouwd. De Marokkaanse groeperingen domineren. De gedoogde coffeeshops – en dan met name de productie van hennep om ze aan de achterdeur te bevoorraden – hebben deze criminele structuren in ongeveer een decennium groot gemaakt. Die structuren blijven ook na beëindiging van het gedoogbeleid actief op de illegale drugsmarkt. De volgende lokale gedragsreacties treden op (zie punt 7): Continuïteit van de (georganiseerde) hennepkwekerijen in Roosendaal en Bergen op Zoom. Omleiding door uitbaters van een voormalige gedoogde coffeeshop in Roosendaal naar ‘hun’ coffeeshop in Breda. Het opkopen van (winkel)panden ten behoeve van witwasserij (onder meer kledingwinkels) als dekmantel, om op de lokale markt drugs te kunnen verhandelen. Bij dit laatste kan gedacht worden aan allerhande horecavoorzieningen of detailhandel. Verplaatsing van de illegale straathandel naar bebouwde locaties in Roosendaal en Bergen op Zoom en naar meer afgelegen locaties (‘het buitengebied’) op het grondgebied van de twee gemeenten. Op een veel lager niveau dan in 2009 voortzetting van illegale handelspraktijken op oude hotspots (met voorheen een of enkele gedoogde coffeeshops). Er worden op deze zichtbare locaties zelden drugs overhandigd, want het sluiten van de deal en de overdracht zijn ontkoppeld. Drugshandelaren uit Roosendaal en Bergen op Zoom laten door drugsrunners softdrugs naar de Nederlandse kant van de grens brengen of naar het buitenland. Dit gebeurt deels met geprepareerde snelle auto’s en er wordt in konvooien gereden: er zijn auto’s zonder drugs die de aandacht afleiden en auto’s met drugs. Dit past in een veel bredere en invloedrijke ontwikkeling, namelijk de verplaatsing van de softdrugshandel en -teelt naar het Zuiden. c. Sinds september 2009 zijn de patronen in de gedragsreacties van de buitenlandse klanten, die tot die tijd voor softdrugs naar Roosendaal of Bergen op Zoom kwamen, zichtbaar geworden. Belgische gebruikers kopen steeds vaker op de lokale Belgische markt softdrugs en ze weken tot 1 mei 2012 uit naar gedoogde coffeeshops in de Brabantse regio, met name in Breda. Illegale drugsaankopen doen reguliere Belgische gebruikers liever dichtbij huis en als ze naar Nederland komen, dan hebben ‘gelegitimeerde’ aankopen in een gedoogde coffeeshop de voorkeur. De buitenlandse drugstoeristen die naar Roosendaal, Bergen op Zoom
Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal 67
of Breda blijven komen, zijn vaak tussenhandelaren die grotere hoeveelheden kopen bij drugshandelaren waarmee ze een zakelijke relatie hebben. d. In het verleden werd veel bestuurlijke, ambtelijke en politiële tijd en energie gespendeerd aan de aanpak van de drugsoverlast op straat, die voor het overgrote deel werd veroorzaakt door buitenlandse drugstoeristen. Het is pure winst dat deze tijd en energie nu ingezet kan gaan worden voor belangrijker problemen. In de eerste plaats de georganiseerde drugscriminaliteit. In de tweede plaats een integrale gebiedsaanpak van locaties of wijken met geconcentreerde veiligheidsproblemen, waaronder illegale drugshandel. In de tijd dat klanten van de gedoogde coffeeshops nog voor enorm veel overlast zorgden, kwam de overheid in (te) geringe mate toe aan de aanpak van deze fundamentele vraagstukken. In Roosendaal gaat de gerichte aandacht in het bijzonder uit naar Westrand, Kroeven en Langdonk; nadat er vooruitgang is geboekt in Burgerhout. In Bergen op Zoom gaat het met name om het Korenbeursplein en Fort Zeekant.
Eindnoten 1.
Door de werkwijze bij de tellingen (zie onder b) gaat het om de verschuivingen en percentages en niet om de absolute aantallen.
68 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hoofdstuk 6 Straatenquêtes
6.1 Inleiding Dit hoofdstuk presenteert uitkomsten van straatenquêtes die we in augustus en oktober 2012 hebben afgenomen onder 1.637 respondenten: 850 softdrugsgebruikers met een ‘wietpas’ en 787 bewoners en ondernemers in de omgeving van 17 coffeeshops. Belangrijke bevindingen en conclusies zijn: 1. We hebben in totaal 850 leden van coffeeshops ondervraagd. De kwaliteit van de softdrugs is de belangrijkste reden om – ook na 1 mei 2012 – naar coffeeshops te gaan. Vanwege de prijs koopt 37% van de coffeeshopleden ook wel eens softdrugs op de illegale markt, vooral bij vrienden of bekenden. 2. We hebben ook 787 enquêtes afgenomen van bewoners en ondernemers in de directe omgeving van een coffeeshop. In die omgeving worden beduidend minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: precies de helft (50,1%) zegt dat dit (zeer) is afgenomen, variërend van een derde (33,3%) in Vlissingen tot meer dan tweederde (71,2%) in Etten-Leur. Het overgrote deel van de respondenten (ruim 80% in alle steden) heeft zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Door een significant deel van de bewoners wordt illegale straathandel in de woon- of werkomgeving waargenomen. In Tilburg en Goes geeft een vijfde (22,1% respectievelijk 22,2%) aan dit (zeer) vaak te zien, in Etten-Leur en Terneuzen is dit een derde (32,7% en 33,3%). Ruim een kwart tot een derde van de respondenten in de verschillende steden denkt dat dit is toegenomen sinds de invoering van de wietpas. Uitzondering hierop is Etten-Leur, waar slechts 13,5% een toename ziet. Tussen de 42,3% en 56,6% vindt dat de straathandel gelijk is gebleven sinds 1 mei 2012. Bovendien ziet meer dan de helft (50% 57,4%) zelden of nooit illegale straathandel in de woon- of werkomgeving.
6.2 Coffeeshopbezoekers De respondenten is gevraagd naar hoe vaak zij gemiddeld de coffeeshop bezoeken sinds de invoering van de wietpas. In alle gemeenten komt een overgrote meerderheid minstens eens per week in de shop. Zowel in Tilburg (39,1%), Etten-Leur (41,7%) als Goes (34,8%) is de grootste categorie de groep die enkele keren per week de coffeeshop bezoekt. Ook in Terneuzen (30,3%) en Vlissingen (24,3%) gaat het om een substantieel aantal mensen. De meeste respondenten zijn dus frequente bezoekers van de coffeeshops.
Straatenquêtes 69
Tabel 6.1. Frequentie coffeeshopbezoek na invoering van de wietpas Tilburg (n=573)
Etten-Leur )n= 48)
Goes (n= 92)
Terneuzen (n= 33)
Vlissingen (n= 103)
Enkele keren per jaar/zelden
2,1 %
2,1 %
0%
3.0 %
1,9 %
Eens per maand
3,8 %
10,4 %
6,5 %
9,1 %
6,8 %
Enkele keren per maand
9,1 %
12,5 %
13,0 %
12,1 %
9,7 %
Eens per week
19,1%
22,9 %
26,1 %
33,3 %
24,3 %
Enkele keren per week
39,1 %
41,7 %
34,8 %
30,3 %
24,3 %
Bijna dagelijks
23,7 %
10,4 %
18,5 %
9,1 %
30,1 %
In Tilburg koopt een ruime meerderheid van de respondenten slechts 1 of 2 gram. De maximale hoeveelheid van 5 gram wordt door slechts 12,5% aangeschaft. In Etten-Leur is dit percentage iets hoger. Precies een kwart van de respondenten koopt daar gemiddeld 5 gram per bezoek. Verrassend is dat in Goes 18,5% van de respondenten aangeeft 5 gram per bezoek aan te schaffen, aangezien dit niet mogelijk zou moeten zijn vanwege de bovengrens van 3 gram. Tabel 6.2. Hoeveelheid gekochte softdrugs per bezoek aan de shop Tilburg (n=573)
Etten-Leur (n=48)
Goes (n=92)
Terneuzen (n=33)
Vlissingen (n=103)
1 gram of minder
43,1 %
33,3 %
39,1 %
36,4 %
46,6 %
2 gram
30,0 %
27,1 %
23,9 %
57,6 %
32,0 %
3 gram
9,1 %
10,4 %
16,3 %
3,0 %
11,7 %
4 gram
2,1 %
4,2 %
1,1 %
0%
3,9 %
5 gram
12,5 %
25,0 %
18,5 %
3,0 %
3,9 %
In alle gemeenten geldt dat de kwaliteit van de softdrugs voor de bezoekers een belangrijke reden is om in de coffeeshop te kopen. Zoals sommige respondenten aangaven: “je weet tenminste ook wat je krijgt”. In de meeste gemeenten noemt net iets minder dan een derde van de respondenten het gedoogaspect als een belangrijke reden. Dit lijkt wellicht laag, maar tijdens het afnemen van de enquêtes bleek dat veel mensen dit als vanzelfsprekend beschouwden en daarom niet automatisch noemden. In het bijzonder in Tilburg en Goes is de sfeer in de shop verder nog een belangrijke reden om de coffeeshop te bezoeken en wordt de coffeeshop een fijne, nette gelegenheid genoemd. Dit is veel minder het geval in Etten-Leur en Terneuzen. Op basis van onze observaties begrijpen we dat wel, want de coffeeshops in die twee gemeenten maken (ook) op ons een ongezellige indruk.
70 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Tabel 6.3. Redenen voor het kopen van softdrugs in de coffeeshop Tilburg (n=573)
Etten-Leur (n=48)
Goes (n=92)
Terneuzen (n=33)
Vlissingen (n=103)
Kwaliteit van de softdrugs
61,4 %
45,8 %
51,1 %
36,4 %
40,8 %
De sfeer in de coffeeshop
34,7 %
4,2 %
23,9 %
9,1 %
18,4 %
Gewoonte (weten waar je terecht kunt)
35,3 %
27,1 %
31,5 %
30,3 %
29,1 %
Het is legaal/gedoogd
28,6 %
22,9 %
32,6 %
30,3 %
31,1 %
Shop is een fijne/nette gelegenheid
19,5 %
2,1 %
21,7 %
9,1 %
6,8 %
De locatie (dichtbij)
18,2 %
33,3 %
16,3 %
24,2 %
20,4 %
Het assortiment
7,9 %
0%
9,8 %
3,0 %
6,8 %
De prijs van softdrugs
6,5 %
2,1 %
7,6 %
0%
1,0 %
THC gehalte
1,0 %
0%
3,3 %
3,0 %
3,9 %
Andere reden
16,9 %
14,6 %
8,7 %
24,2 %
13,6 %
Noot. Respondenten konden meer dan één antwoord geven
Er is de respondenten ook gevraagd naar de aankoop van softdrugs buiten de coffeeshop om, sinds de invoering van de wietpas. In Etten-Leur en Terneuzen is het aantal respondenten dat illegaal softdrugs koop dermate laag (8 personen) dat percentages m.b.t. frequentie, hoeveelheid en kanalen weinig zeggen. In de overige gemeenten is de frequentie waarmee men buiten de shop om koopt redelijk gespreid over de categorieën. In Tilburg en Vlissingen koopt bijna een kwart sporadisch op de illegale markt. Als we de categorieën ‘eens per week’ en ‘vaker’ bij elkaar optellen, koopt in Tilburg 48,5% minimaal een keer in de week buiten de shop om. In Goes is dit 48,3% en in Vlissingen 36,6%. Tabel 6.4. Frequentie van illegale aankoop na 1 mei per gemeente Tilburg (n=227)
Etten-Leur (n= 8)
Goes (n= 31)
Terneuzen (n= 8)
Vlissingen (n=41)
Enkele keren per jaar/zelden
23,7 %
37,5 %
12,9 %
12,5 %
22,0 %
Eens per maand
12,8 %
25,0 %
16,1 %
12,5 %
17,1 %
Enkele keren per maand
15 %
25,0 %
22,6 %
12,5 %
19,5 %
Eens per week
22,5 %
0%
16,1 %
25,0 %
12,2 %
Enkele keren per week
16,3 %
12,5 %
16,1 %
25,0 %
14,6 %
Bijna dagelijks
9,7 %
0%
16,1 %
12,5 %
9,8 %
Wanneer gekeken wordt naar veranderingen in de frequentie van illegale aankoop na 1 mei 2012 in alle onderzochte gemeenten, valt een lichte stijging te noteren. De categorie respondenten die slechts enkele keren per jaar, of eens per maand, buiten de shop om koopt neemt af. De overige categorieën (‘enkele keren per maand’ of ‘vaker’) laten een toename zien.
Straatenquêtes 71
Tabel 6.5. Frequentie van illegale aankoop voor en na mei (alle gemeenten) Voor 1 mei (n=290)
Na 1 mei (n=313)
Enkele keren per jaar/zelden
43,1 %
22,7 %
Eens per maand
22,1 %
14,1 %
Enkele keren per maand
9,3 %
16,3 %
Eens per week
10,3 %
20,1 %
Enkele keren per week
9,7 %
16,3 %
Bijna dagelijks
2,4 %
4,8 %
De gemiddelde hoeveelheid die op de illegale markt wordt aangeschaft, ligt hoger dan in de coffeeshop. In Vlissingen (48,8 %), Goes (45,2%) en Tilburg (43,5%) koopt een substantieel deel van de respondenten 5 gram of meer dan 5 gram. Met name in Goes en Vlissingen is die laatste categorie relatief groot. Tabel 6.6. Gemiddelde aankoop op de illegale markt Tilburg (n=237)
Etten-Leur (n=8)
Goes (n=31)
Terneuzen (n=8)
Vlissingen (n=41)
1 gram of minder
25,3 %
25,0 %
22,6 %
12,5 %
22,0 %
2 gram
19,4 %
25,0 %
16,1 %
37,5 %
9,8 %
3 gram
8,9 %
0%
9,7 %
12,5 %
9,8 %
4 gram
3,0 %
12,5 %
6,5 %
0%
4,9 %
5 gram
19 %
37,5 %
9,7 %
12,5 %
12,2 %
Meer dan 5 gram
24,5 %
0%
35,5 %
25,0 %
36,6 %
Zonder uitzondering maakt een meerderheid van de respondenten gebruik van vrienden en bekenden om aan softdrugs te komen. Het kan gaan om doorverkoop met of zonder winstoogmerk. Naast vrienden en bekenden zijn straat- en thuisdealers belangrijke kanalen. Opvallend is dat in Goes zelftelers relatief vaak genoemd worden. Tabel 6.7. Manieren waarop men buiten de shops om softdrugs koopt Na 1 mei (n=227)
Etten-Leur (n= 8)
Goes (n= 31)
Terneuzen (n= 8)
Vlissingen (n= 41)
Vrienden/bekenden
61,2 %
87,5 %
64,5 %
87,5 %
68,3 %
Straat
30,4 %
12,5 %
19,4 %
37,5 %
12,2 %
Thuisdealers
23,8 %
0%
22,6 %
12,5 %
19,5 %
Pizzadealers
13,7 %
12,5 %
9,7 %
0%
12,2 %
7%
0%
19,4 %
0%
12,2 %
Zelftelers Internet
1,3 %
0%
3,2 %
0%
0%
Horeca/detailhandel
0,4 %
0%
6,5 %
0%
0%
Noot. Respondenten konden meer dan één antwoord geven
In alle onderzochte gemeenten wordt de prijs van softdrugs het meest genoemd als reden om buiten de shop om te kopen.
72 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
In Goes (38,7%) en Tilburg (18,5%) zegt een groot deel niet meer naar de shops te willen gaan. Dit zijn overigens respondenten die wel in het bezit zijn van een wietpas. Angst voor controles of bezwaren tegen het gevoerde beleid kunnen de achterliggende redenen zijn. In Vlissingen noemt verder bijna een kwart (24,2%) van de respondenten het gemak (softdrugs aan huis gebracht) als belangrijke reden. Tabel 6.8. Redenen om na 1 mei illegaal softdrugs te kopen Tilburg (n=227)
Etten-Leur (n= 8)
Goes (n= 31)
Terneuzen (n= 8)
Vlissingen (n=41)
Prijs
32,6 %
50,0 %
48,4 %
37,5 %
48,8 %
Wil niet meer naar shops
18,5 %
25,0 %
38,7 %
0%
4,9 %
Makkelijk, wordt aan huis gebracht
11,5 %
12,5 %
6,5 %
0%
24,4 %
Goede bereikbaarheid/beschikbaarheid
10,6 %
0%
3,2 %
50,0 %
17,1 %
Kwaliteit
9,7 %
12,5 %
6,5 %
12,5 %
19,5 %
Gewoonte
2,2 %
25,0 %
3,2 %
12,5 %
2,4 %
Andere reden
41,9 %
25,0 %
29,0 %
75,0 %
34,1 %
Tot slot is de respondenten gevraagd of ‘hun’ illegale softdrugshandelaar ook harddrugs verkoopt. In Goes is het percentage dat ‘ja, de dealer verkoopt ook harddrugs’ antwoordt het hoogst: 48,4%. Ook in Tilburg (27,3%) en Vlissingen (36,6%) antwoordt een substantieel deel met ‘ja’. In Tilburg (26,9%) zegt ook een groot deel het niet te (willen) weten. Tabel 6.9. Verkoop harddrugs op illegale markt Tilburg (n=225)
Etten-Leur (n= 8)
Goes (n= 31)
Terneuzen (n= 8)
Vlissingen (n=41)
Ja, dealer verkoopt ook harddrugs
27,3 %
12,5 %
48,4 %
12,5 %
36,6 %
Nee, dealer verkoopt geen harddrugs
45,9 %
75,0 %
32,3 %
50,0 %
39,0 %
Weet niet
26,9 %
12,5 %
19,4 %
37,5 %
19,5 %
6.3 Bewoners en ondernemers Tilburg In de omgeving van de shop worden door bewoners en ondernemers beduidend minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: 47,6% zegt dat dit (zeer) is afgenomen. Het overgrote deel van de respondenten (88,8%) ervaart zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Ongeveer een vijfde ziet in de omgeving van de coffeeshop (zeer) vaak illegale handel in softdrugs (22,2%). Meer dan de helft (55,4%) zegt zelden of nooit iets te zien. Sinds 1 mei is de handel buiten de coffeeshop om volgens een kwart (25,1%) van de respondenten (zeer) toegenomen.
Straatenquêtes 73
Tabel 6.10. Enquête bewoners en ondernemers Tilburg Tilburg (n=483) (zeer) vaak/ (zeer) toegenomen
Soms/gelijk gebleven
zelden of nooit/(zeer) afgenomen
Weet niet
Neemt u handel in softdrugs waar (buiten de shop om)?
22,2 %
17,8 %
55,4 %
4,6 %
Is de handel buiten de shop om toe- of afgenomen sinds 1 mei?
25,1 %
48,9 %
9,3 %
16,6 %
Is het aantal buitenlandse drugstoeristen sinds 1 mei toe- of afgenomen?
3,9 %
20,5 %
47,6 %
28,0 %
Ervaart u overlast van de coffeeshop?
3,1 %
6,6 %
88,8 %
1,0 %
Etten-Leur In de omgeving van de shop worden beduidend minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: 71,2% zegt dat dit (zeer) is afgenomen. Het overgrote deel van de respondenten (84,6%) ervaart zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Ongeveer een derde ziet in de omgeving van de coffeeshop (zeer) vaak illegale handel in softdrugs (32,7%). Precies de helft (50%) zegt zelden of nooit iets te zien. Sinds 1 mei is de handel buiten de coffeeshop om volgens 13,5% van de respondenten (zeer) toegenomen. Een groot deel zegt echter dat de handel gelijk is gebleven (42,3%) en volgens een kwart (26,9%) is het (zeer) toegenomen. Tabel 6.11. Enquête bewoners en ondernemers Etten-Leur Etten-Leur (n=52) (zeer) vaak/ (zeer) toegenomen
Soms / gelijk gebleven
zelden of nooit/ (zeer) afgenomen
Weet niet
Neemt u handel in softdrugs waar (buiten de shop om)?
32,7 %
15,4 %
50,0 %
1,9 %
Is de handel buiten de shop om toe- of afgenomen sinds 1 mei?
13,5 %
42,3 %
26,9 %
17,3 %
0%
9,6 %
71,2 %
17,3 %
7,7 %
0%
84,6 %
1,9 %
Is het aantal buitenlandse drugstoeristen sinds 1 mei toe- of afgenomen? Ervaart u overlast van de coffeeshop?
Goes In de omgeving van de coffeeshops worden minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: 63,6% zegt dat dit (zeer) is afgenomen. Het overgrote deel van de respondenten (86,9%) ervaart zelden of nooit overlast van de coffeeshop zelf. Een aantal respondenten geeft aan soms overlast te ervaren (10,1%). Ongeveer een vijfde ziet in de omgeving van de coffeeshop (zeer) vaak illegale handel in softdrugs (22,2%). Meer dan de helft (55,6%) zegt zelden of nooit iets te zien. Sinds 1 mei is de handel buiten de coffeeshop om volgens 29,3% (zeer) toegenomen. Een klein deel zegt echter dat de handel is afgenomen (8,1%) en volgens meer dan de helft (56,6%) is het gelijk gebleven. Tabel 6.12. Enquête bewoners en ondernemers Goes
74 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Goes (n=99) (zeer) vaak/ (zeer) toegenomen
Soms / gelijk gebleven
zelden of nooit/ (zeer) afgenomen
Weet niet
Neemt u handel in softdrugs waar (buiten de shop om)?
22,2 %
19,2 %
55,6 %
3,0 %
Is de handel buiten de shop om toe- of afgenomen sinds 1 mei?
29,3 %
56,6 %
8,1 %
5,1 %
Is het aantal buitenlandse drugstoeristen sinds 1 mei toe- of afgenomen?
29,3 %
21,2 %
63,6 %
13,1 %
Ervaart u overlast van de coffeeshop?
1,0 %
10,1 %
86,9 %
1,0 %
Terneuzen In de omgeving van de coffeeshop worden minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: 57,4% zegt dat dit (zeer) is afgenomen. Een derde (33,3%) vindt dat het gelijk is gebleven. Dit kan echter ook betekenen dat zij al zeer weinig drugstoeristen waarnamen in de omgeving. Op één respondent na ervaart niemand overlast van de coffeeshop. Een derde van de respondenten ziet in de omgeving van de coffeeshop (zeer) vaak illegale handel in softdrugs (33,3%). Meer dan de helft (57,4%) zegt zelden of nooit iets te zien. Sinds 1 mei is de handel buiten de coffeeshop om volgens 38,9% (zeer) toegenomen. Een klein deel zegt echter dat de handel is afgenomen (14,8%) en volgens meer dan de helft (42,6%) is het gelijk gebleven. Tabel 6.13. Enquête bewoners en ondernemers Terneuzen Terneuzen (n=54) (zeer) vaak/ (zeer) toegenomen
Soms / gelijk gebleven
zelden of nooit/ (zeer) afgenomen
Weet niet
Neemt u handel in softdrugs waar (buiten de shop om)?
33,3 %
5,6 %
57,4 %
1,9 %
Is de handel buiten de shop om toe- of afgenomen sinds 1 mei?
38,9 %
42,6 %
14,8 %
3,7 %
Is het aantal buitenlandse drugstoeristen sinds 1 mei toe- of afgenomen?
1,9 %
33,3 %
57,4 %
3,7 %
Ervaart u overlast van de coffeeshop?
1,9 %
0%
98,1 %
0%
Vlissingen In de omgeving van de coffeeshops worden minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: 33,3% zegt dat dit (zeer) is afgenomen. Echter, 42,4% geeft aan dat dit gelijk is gebleven. Het overgrote deel van de respondenten (84,8%) ervaart zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Meer dan een kwart ziet in de omgeving van een coffeeshop (zeer) vaak illegale handel in softdrugs (28,3%). Iets meer dan de helft (51,5%) zegt zelden of nooit iets te zien. Sinds 1 mei is de handel bui-
Straatenquêtes 75
ten de coffeeshop om volgens 26,3% (zeer) toegenomen. Een klein deel zegt echter dat de handel is afgenomen (5,1%) en volgens meer dan de helft (56,6%) is het gelijk gebleven. Tabel 6.14. Enquête bewoners en ondernemers Vlissingen Vlissingen (n=99) (zeer) vaak/ (zeer) toegenomen
Soms / gelijk gebleven
zelden of nooit/ (zeer) afgenomen
Weet niet
Neemt u handel in softdrugs waar (buiten de shop om)?
28,3 %
15,2 %
51,5 %
4,0 %
Is de handel buiten de shop om toe- of afgenomen sinds 1 mei?
26,3 %
56,6 %
5,1 %
12,1 %
Is het aantal buitenlandse drugstoeristen sinds 1 mei toe- of afgenomen?
3,0 %
42,4 %
33,3 %
21,2 %
Ervaart u overlast van de coffeeshop?
5,1 %
7,1 %
84,8 %
2,0 %
76 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Hoofdstuk 7 Beleid: verschuiving en continuïteit
7.1 Inleiding Dit hoofdstuk zet enkele belangrijke beleidspatronen op een rij. De inhoud van het beleid verandert sinds 1 mei 2012 vanwege opgedane inzichten met het nieuwe softdrugsbeleid en vanwege al langer bestaande inzichten over de grote negatieve invloed van Brabantse criminele groeperingen die drugs verhandelen en/of produceren op het veiligheidsniveau in deze grensstreek. Belangrijke bevindingen en conclusies in dit hoofdstuk zijn: 1. De scenario’s die de politie opstelde ten behoeve van de invoering van het nieuwe drugsbeleid waren sterk gericht op zichtbare overlast en criminaliteit (uitvoer van softdrugs) door buitenlandse softdrugstoeristen. Die overlast nam echter zo snel af dat het beleid verschoof naar (of staat te verschuiven naar) de aanpak van de illegale straatmarkt en van de criminele groeperingen die softdrugs telen of verhandelen. 2. Het B-criterium en de voorgenomen bovengrens van 2.000 coffeeshopleden stuitten op veel praktische uitvoeringsproblemen. Het criterium was een stimulans voor de illegale softdrugsmarkt. Dit is inmiddels van de baan omdat het B-criterium is geschrapt. 3. Het I-criterium staat recht overeind in de onderzochte coffeeshopgemeenten. De autoriteiten en politie vinden het een belangrijke vooruitgang dat de grote stroom buitenlandse drugstoeristen – en de daaraan verbonden enorm grote geldstroom van coffeeshops richting de drugsonderwereld – is gedecimeerd. 4. Gemeenten en politie hebben de handhaving van het I-criterium ter hand genomen. Het uitgangspunt luidt dat de coffeeshophouder er voor verantwoordelijk is dat hij louter softdrugs verkoopt aan Nederlandse ingezetenen. Het spreekt voor zich dat coffeeshophouders duidelijkheid willen over de operationalisatie van dit criterium. In de onderzochte gemeenten is het mogelijk om de coffeeshops te betreden met een Nederlands ID. Het is niet verplicht om te vragen naar een uittreksel van het GBA, maar dat wordt een praktische noodzaak als een persoon geen Nederlands ID kan tonen. 5. Er bestaat terughoudendheid bij gemeenten en politie om uit te zoeken of (de netwerken rondom) coffeeshops zich schuldig maken aan strafbare feiten. De relevantie hiervan neemt toe omdat een categorie coffeeshops zich zo goed mogelijk schikt naar het nieuwe coffeeshopbeleid, maar er harde signalen zijn dat een andere categorie zich inlaat met criminele activiteiten of is verweven met een netwerk waarin dit gebeurt. Het is tijd om nuchterder na te denken over coffeeshops en om beleidsmatig een duidelijk onderscheid te maken tussen goedwillende coffeeshops en coffeeshop die willens en wetens handelen in strijd met gedoogcriteria en/of het strafrecht. Een negatief BIBOB advies is zo bezien ten minste een reden om nader onderzoek te doen.
Beleid: verschuiving en continuïteit 77
7.2 Beleidsverschuiving Beleidsscenario’s: de realiteit was anders en gunstiger De operationele inspanningen van de politie waren in mei 2012 mede gebaseerd op drie scenario’s. Een scenario (A) met geringe gevolgen vanwege het nieuwe softdrugsbeleid, een scenario (B) met aanzienlijke gevolgen en één (C) met omvangrijke gevolgen. De scenario’s zijn sterk gericht op de mate van overlast van zichtbare (illegale) softdrugshandel met buitenlandse drugstoeristen die, na 1 mei 2012, naar Midden en West Brabant en Zeeland zouden blijven komen. Deze drie scenario’s bleken echter niet toereikend om de ontstane situatie te beschrijven. De buitenlandse drugstoeristen verdwijnen namelijk in grotere getallen en sneller uit het straatbeeld en uit de coffeeshopgemeenten dan in de scenario’s. De problematiek bestaat vooral uit lokale of regionale illegale handel (op straat en in panden), die wordt afgeschermd, waardoor de overlast binnen de perken blijft. De overlast van buitenlandse drugstoeristen was en is nog het grootst in Breda, maar ook daar is het afgenomen en schaars geworden. Er bestaat in de coffeeshopgemeenten wel afgeschermde tussenhandel met grotere Belgische en Franse drugscriminelen. De politiële aanpak was mede op de drie scenario’s gebaseerd. De politie ontmoedigde buitenlandse drugstoeristen om nog naar coffeeshops te komen en ze voerde instroom- en uitstroomcontroles uit, met bijzondere aandacht voor voertuigen met buitenlandse kentekens. Daarbij werd zo mogelijk extra ter beschikking gesteld personeel van de KLPD en Koninklijke Marechaussee ingezet. Bij de controles werden weinig verdachte omstandigheden aangetroffen en er werden dus ook bijna geen arrestanten gemaakt vanwege softdrugsbezit. De hoogfrequente controles werden dan ook al snel gestopt. Daar kwamen steekproefsgewijze uitstroomcontroles voor in de plaats.
Beleidsverschuiving De overgang van frequente naar steekproefsgewijze controles is op zich een verstandige reactie. Het is echter niet alleen de vraag wat niet meer of minder nodig is, maar ook wat een gepaste reactie is op de hedendaagse softdrugsproblematiek. De ontstane situatie vraagt om twee beleidslijnen: a. De eerste laag: een meer gerichte en effectieve aanpak van vormen van (vaak zichtbare) illegale softdrugshandel, met name vanuit panden en op straat. In enkele gemeenten is dit al sterk van de grond gekomen en volstaat het om dit te continueren en aan te passen op de veranderlijke illegale markt. In andere gemeenten dient dit te worden versterkt of te worden opgebouwd. b. De diepere laag: een aanpak van de georganiseerde criminele structuren die veel geld verdienen met (onder meer) softdrugsteelt en/of -handel. Deze twee beleidslijnen krijgen in 2012 echter nog maar beperkte aandacht. Er zijn enkele uitzonderingen. In Breda is de overlast van de illegale softdrugsmarkt het grootst en wordt daar (dientengevolge) met de meeste daadkracht aangepakt. De verschuiving van drugsoverlast naar de aanpak van criminele infrastructuren is met name al ingezet in Bergen op Zoom en Roosendaal. Die twee gemeenten kampen wel met de wet van de remmende voorsprong, in die zin dat de capaciteit van politie en justitie eerder wordt ingezet in gemeenten met meer zichtbare drugsproblemen en in gemeenten met (nog) zwaardere drugscriminaliteit. De verschuiving van drugsoverlast naar de aanpak van criminele infrastructuren past in een bredere ontwikkeling in Brabant, mede door de impuls van de zogenoemde Provinciale Taskforce, die
78 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
zich richt op de aanpak daarvan. Dat is gebaseerd op de analyse dat het hoge niveau van criminaliteit en overlast in Brabant kan worden verklaard uit nadelige invloed van het relatief grote aantal criminele groeperingen. Veel van die groeperingen zijn mede groot geworden en drijven ook vandaag de dag mede op de handel en productie van softdrugsdrugs en harddrugs (Beke e.a., 2011).
7.3 Perikelen rond het B-criterium: van de baan Nederlandse coffeeshops dienen volgens het nieuwe landelijke softdrugsbeleid (weer) kleinschalige gereguleerde verkooppunten van softdrugs te worden, die (vraag gestuurd) voorzien in de behoefte van de lokale markt. Dit leidde tot de introductie van het B-criterium op 1 mei 2012. Alleen geregistreerde leden van coffeeshops konden nog gedoogd softdrugs kopen in Limburg, Brabant en Zeeland. Per 1 januari 2013 zou er een bovengrens van het aantal leden worden ingesteld van 2.000. Op straat- en coffeeshopniveau roept het B-criterium, waaronder de (voorgenomen) bovengrens vragen op: a. Er worden vragen gesteld over de omvang van de lokale softdrugsmarkt die zou moeten worden bediend door coffeeshops. Waarom is de bovengrens van 2.000 gesteld? Waarom geldt die grens (straks) door het hele land, want de hoeveelheid coffeeshops varieert per stad of regio, net zoals de vraag naar softdrugs? Verschillende respondenten bepleiten een goede schatting van de lokale markt en lokaal maatwerk bij het stellen van de bovengrens. Wat dient een Tilburgse coffeeshop te doen als de bovengrens van 2.000 wordt bereikt? b. De transformatie tot een kleinschalige coffeeshop dient ook mogelijk te zijn. Verschillende coffeeshopeigenaren houden rekening met een scenario waarin de omzet tekortschiet. Voor ‘grote’ en goed georganiseerde coffeeshops met hoge exploitatiekosten valt kleinschaligheid uiterst moeilijk te realiseren. The Grass Company, een Tilburgse coffeeshop met uiterlijke kenmerken van een eetcafé en met een ‘goede keuken’, kampte bijvoorbeeld met dit probleem. Evengoed zouden coffeeshops die reeds een bescheiden klantenbestand hadden voor 1 mei 2012 te kleinschalig kunnen worden vanwege tegenvallende ledenaantallen. c. De ledenadministratie schoot bij zoveel blowers in het verkeerde keelgat dat dit een te grote stimulans leek voor de illegale markt. Het leidde ook tot heel weinig draagvlak bij coffeeshopeigenaren. Zij kregen de indruk dat het B-criterium was bedoeld als sterfhuisconstructie. Het erg lage draagvlak werkte informele gedragsreacties door coffeeshops in de hand. Dit soort perikelen is van de baan, omdat de minister van Veiligheid en Justitie dit heeft geschrapt. Hier was vanuit het lokaal bestuur ook op aangedrongen, onder meer door de burgemeester van Maastricht (namens de coffeeshopgemeenten in Limburg).
7.4 Handhaving ‘rondom’ coffeeshops De onderzochte gemeenten hebben, met hun partners, in de afgelopen jaren - zij het in uiteenlopende mate - werk gemaakt van de aanpak van hennepplantages en van de aanpak van illegale (drugs)praktijken in woningen, winkelpanden (met bijzondere aandacht voor growshops, headshops en cadeaushops die zelden of nooit een cadeau verkopen) en horeca. Er dient zich nu een verschuiving aan van deze aanpak naar (ook) meer aandacht voor de illegale straathandel en achterliggende structuren (zie 7.2). Tegelijkertijd vraagt de handhaving van de gang van zaken in en rondom coffeeshops om aandacht.
Beleid: verschuiving en continuïteit 79
Het gaat daarbij om twee hoofdlijnen: a. Handhaving van de oude en nieuwe gedoogcriteria: van AHOJG, via AHOHJB-BI naar AHOJ-I. b. Handhaving die wordt gericht op criminele praktijken waarbij coffeeshops lijken te zijn betrokken (zie paragraaf 2.2.1). Dit gaat beduidend verder dan het inwinnen en beoordelen van een BIBOB-advies, al maakt dat daar wel deel van uit. Het I-criterium blijft overeind in de onderzochte coffeeshopgemeente. Het aangepaste softdrugsbeleid, dat wordt verwoord in de brief van de minister van Veiligheid en Justitie d.d. 4 februari 2013, houdt vast aan het I-criterium, maar de deur wordt ook op een kier gezet om dat nog niet te doen. De brief spreekt over “fasering van de handhaving” en over “lokaal maatwerk”. Met betrekking tot de beleidsruimte die de minister laat voor gemeenten bestaat er een bijzondere positie voor de coffeeshopgemeenten in Limburg, Brabant en Zeeland. In die gemeenten is het I-criterium immers reeds ingevoerd, waardoor gefaseerde invoering (het I-criterium niet meer handhaven op dit moment en later weer wel) geen reële variant van lokaal maatwerk is. Hier komt bij dat het I-criterium belangrijke winstpunten oplevert: veel en veel minder softdrugstoerisme naar de onderzochte coffeeshopgemeenten (en Bergen op Zoom en Roosendaal), hetgeen a. een gunstig effect heeft op de overlast op de geijkte routes en locaties en b. een rem is op de toestroom van vele tientallen miljoenen euro’s, via de voordeur en achterdeur van de coffeeshops, naar de drugsonderwereld. Dit verklaart mede waarom de onderzochte coffeeshopgemeenten vasthouden aan het I-criterium. Het I-criterium levert de praktische vraag op hoe het I-criterium wordt gehandhaafd. De gemeenten hanteren het uitgangspunt dat de coffeeshophouder verantwoordelijk is om dit criterium te handhaven. Het spreekt voor zich dat de coffeeshophouders dan wel duidelijkheid willen om te voorkomen dat ze onbedoeld het criterium overtreden. Hier komt bij dat politiemensen die controleren op hun beurt dienen te weten hoe ze beoordelen of een coffeeshopbezoeker voldoet aan het I-criterium. Ze kunnen anders simpelweg niet controleren en/of ze lopen het risico verzeild te raken in een discussie zonder duidelijk eindpunt met een coffeeshophouder. In de onderzochte gemeenten is het mogelijk om de coffeeshops te betreden met een Nederlands ID. Het is niet verplicht om te vragen naar een uittreksel van het GBA, maar dat wordt een praktische noodzaak als een persoon geen Nederlands ID kan tonen. Op deze manier kunnen personen met een Nederlands ID, die ingezetenen zijn van bijvoorbeeld België, toegang krijgen tot de coffeeshops. Dit wordt gezien als een klein restprobleem. De handhaving ten aanzien van coffeeshops reikt verder dan het I-criterium. Er zijn uiteraard nog andere criteria en het Wetboek van strafrecht introduceert sinds jaar en dag het C-criterium: geen criminaliteit in de vorm van strafbare feiten. Dit C-criterium blijkt belangrijk, want coffeeshops reageren op allerhande manieren op de omzetderving vanwege het nieuwe softdrugsbeleid. Een categorie schikt zich (met tegenzin) naar dit beleid, maar een andere categorie overtreedt gedoogcriteria of regelgeving. In vier coffeeshopgemeenten (Vlissingen, Tilburg, Goes en Breda) zijn BIBOB-onderzoeken uitgevoerd naar eigenaren van coffeeshops. Dat is niet gedaan in Terneuzen en Etten-Leur. In Terneuzen is in 2008 vanwege de aanvraag van een horecavergunning wel onderzoek gedaan naar de eigenaar van coffeeshop Miami (tevens eigenaar van het horecapand). Er werd toen geconcludeerd dat er gering gevaar was dat die horecazaak gebruikt zou worden voor drugsverkoop. Gemeenten zijn niet erg scheutig om op dit punt heldere informatie te verstrekken, zeker niet omtrent de uitkomsten en motivering daarbij. We zijn op de hoogte van zes negatieve adviezen, waaronder adviezen die wijzen op ernstige bezwaren. De meeste gemeenten lijken de lijn te han-
80 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
teren dat een coffeeshopeigenaar zijn vergunning mag houden als een negatief advies louter is gebaseerd op een veroordeling vanwege een te grote handelsvoorraad softdrugs. Op basis van bij veldwerk opgedane kennis kunnen vragen gesteld worden over de ogenschijnlijke terughoudendheid van de overheid. Als in het netwerk van een coffeeshopeigenaar een grote partij softdrugs wordt gevonden, dan wordt deze partij quasi legaal zodra wordt gezegd dat het de handelsvoorraad is. In de praktijk blijft dan vaak de coffeeshop open en worden geen vrijheidsstraffen opgelegd. Als grote sommen contant geld worden aangetroffen bij een coffeeshophouder (of een naast familielid), dan kan het in de praktijk volstaan om alsnog belastingaangifte te doen. Dit kan passen bij het Nederlandse gedoogbeleid, maar het leent zich eenvoudig voor misbruik. Een coffeeshopeigenaar (of een familielid) kan namelijk risicoloos een partij softdrugs aanleggen, want bij ontdekking lijkt het te volstaan om te verklaren dat het gaat om de handelsvoorraad. Het is soms toch echt de vraag of de softdrugs via de achterdeur de coffeeshop ingaat of wordt verhandeld op de illegale markt. Het is tijd om nuchterder na te denken over coffeeshops en om beleidsmatig een duidelijk onderscheid te maken tussen goedwillende coffeeshops en coffeeshop die willens en wetens handelen in strijd met gedoogcriteria en/of wetgeving.
Beleid: verschuiving en continuïteit 81
Hoofdstuk 8 Conclusies en aanbevelingen
8.1 Conclusies Hoofdconclusies a. Er komen bijna geen buitenlandse drugstoeristen meer vanwege detailhandel in softdrugs naar de (coffeeshops in de) onderzochte gemeenten. Dit is belangrijke winst: minder overlast en een zeer forse reductie van criminele geldstromen via de coffeeshops naar de drugsonderwereld in Midden en West Brabant en Zeeland. b. Het I-criterium heeft overwegend gunstige effecten en dientengevolge breed draagvlak bij politie en autoriteiten. c. Door de afname van de coffeeshopleden groeide de illegale softdrugsmarkt. Dit effect was het meest zichtbaar (op straat en in cijfers) in de eerste vier maanden sinds 1 mei 2012. Sindsdien neemt dit effect af vanwege: a. het steeds massaler wegblijven van buitenlandse drugsklanten, b. het groeiende aantal lokale coffeeshopklanten, en c. alertheid van de politie op illegale straathandel. d. De overlast van de illegale softdrugsmarkt blijft binnen de perken vanwege de krimp van deze markt sinds augustus en september 2012 en vanwege het afgeschermde karakter van belangrijke vormen van illegale softdrugshandel, zoals mobiele handel en doorverkoop.
Coffeeshops: effecten en patronen 1. De coffeeshops werden in de periode na mei 2012 geconfronteerd met een forse teruggang in de klandizie en in de omzet. De buitenlandse drugsklanten zijn weggevallen. Het aantal klanten trok na de zomermaanden aan, met name vanwege versoepelingen in het beleid (het schrappen van het B-criterium), maar ook door slechte ervaringen op de illegale markt en de behoefte aan drugsinkopen (omdat aangelegde voorraden op raakten). 2. Door de grote afname van het aantal buitenlandse drugstoeristen is de criminele geldstroom, via de voordeur en achterdeur van coffeeshops, naar de drugsonderwereld fors afgenomen. De jaaromzet van de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland is door beleidsaanscherpingen (niet alleen het I-criterium, maar ook de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom en de sluiting van megacoffeeshop Checkpoint) in de afgelopen vijf jaren hoogstwaarschijnlijk afgenomen met meer dan 75 miljoen euro. In een decennium zou het dan gaan om een omzetverlies van meer dan 0,75 miljard euro. We denken dat dit een voorzichtige schatting is.
Conclusies en aanbevelingen 83
3. Voormalige coffeeshopklanten zagen (voor de afschaffing van het B-criterium) om allerhande redenen af van lidmaatschap van een coffeeshop. Er bestond met name vrees voor (negatieve effecten van) het bekend raken van softdrugsconsumptie vanwege de registratie als lid van een coffeeshop. De klandizie van de coffeeshops trekt langzaam weer aan. 4. Coffeeshophouders waren dubbelhartig over het B- en I-criterium en ze zijn dat omtrent het I-criterium. Ze werkten tegen hun zin mee, maar wilden graag dat de ‘wietpas’ een fiasco zou worden. Een categorie coffeeshops heeft er het beste van gemaakt en hoopte op een beleidsverandering en aldus op ‘betere tijden’. Andere coffeeshops probeerden het beleid te frustreren of ontduiken beleid en regelgeving.
In cijfers: politieregistraties 1. In de twee regio’s is sprake van een toename van het aantal geregistreerde drugsgerelateerde incidenten. Midden en West Brabant laat in vergelijking met voorgaande drie jaar een toename zien van gemiddeld 50%. Zeeland kent ook een stijging, maar deze is met circa 10% bescheiden. 2. We moeten voorzichtig zijn om een toename van geregistreerde drugsgerelateerde incidenten na 1 mei 2012 één-op-één toe te schrijven aan de ingevoerde wijzigingen in het gedoogbeleid. De cijfers worden beïnvloed door andere zaken, zoals de extra inzet en alertheid van politie en anderen. Maar bijvoorbeeld ook door de media-aandacht voor straathandel (die deels werd gezocht door coffeeshops) en door verschillende actief meldende coffeeshops. 3. Het striktere toezicht en het weren van buitenlandse drugstoeristen leidt ertoe dat de illegale markt (illegale handel) zich functioneel en geografisch verplaatst. Het is (nu al) zichtbaar dat het overgrote deel van de buitenlandse drugstoeristen terugkeert naar de eigen illegale thuismarkt (onder meer Antwerpen en Lille). 4. We zien dat de illegale drugsmarkt zoekt naar nieuwe (professionelere) mogelijkheden voor verkoop, waarbij overlast en risico’s op een aanhouding tot een minimum worden beperkt. Hierbij kan worden gedacht aan thuisbezorging na bestelling via gsm, social media of internet. Dit lijkt een structurele ontwikkeling. 5. De prognose is dat deze ontwikkelingen – zeker op langere termijn – zich zullen vertalen in een afname van de geregistreerde illegale drugshandel en/of drugsgerelateerde overlast. De eerste aanwijzing voor een trendbreuk is de afname van geregistreerde drugsgerelateerde incidenten sinds oktober 2012. In Zeeland duikt het aantal geregistreerde drugsincidenten (reeds) onder het gemiddelde aantal in de voorgaande drie jaar. Ook in Midden en West Brabant treedt een trendbreuk op, maar de registraties liggen nog wel op een hoger niveau dan voor de beleidsveranderingen op 1 mei 2012. 6. We hebben in de zeven coffeeshopgemeenten hotspots in kaart gebracht. Veruit de meeste hotspots bestonden ook al in voorgaande jaren hangen primair samen met harddrugsproblematiek. Relevante hotspots voor deze analyse treffen we vooral aan in de omgeving van coffeeshops. In vergelijking met 2011 zien we hier in de eerste maanden na de beleidsverandering een toename van de geregistreerde drugsoverlast én vervolgens een verplaatsing: iets verder weg van de coffeeshops. Dit hangt samen met de intensieve controle in de omgeving van coffeeshops sinds 1 mei 2012. De daling in het aantal drugsgerelateerde incidenten sinds oktober 2012 komt vooral op rekening van deze hotspots. De stagnerende en zelfs afnemende klandizie voor de illegale
84 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
straatmarkt van softdrugs (vanwege de enorme afname van de buitenlandse drugstoeristen, het aantrekken van het coffeeshopbezoek en weinig opvallende vormen van illegale handel) vertaalt zich in een afname van het aantal geregistreerde drugsincidenten. In het komende jaar wordt duidelijk of deze (gunstige) trend doorzet.
Illegale softdrugshandel: straatinformatie 1. Vanwege de fors teruggelopen gedoogde softdrugsverkoop (via de coffeeshops) is de illegale markt gegroeid. Dit belast de openbare orde in beperkte mate vanwege a. de forse afname van het aantal buitenlandse drugstoeristen (ook op de illegale markt), b. de zelfredzaamheid van veel softdrugsgebruikers die op een ‘afgeschermde’ en overlastarme manier voorzien in hun behoefte aan softdrugs, en c. het afschermen van dealpraktijken door illegale handelaren. 2. Er zijn harde signalen dat de softdrugsverkoop wordt verplaatst naar België en Frankrijk. Deze ontwikkeling was al gaande voor 1 mei 2012, maar krijgt een impuls doordat coffeeshops alleen aan ingezetenen mogen verkopen. De verplaatsing van deze detailhandel komt mede door een verbeterd autonoom lokaal aanbod in België, maar ook door drugssmokkel vanuit Nederland en door betrokkenheid van Nederlandse softdrugscriminelen die hun werkgebied verplaatsen naar het Zuiden. 3. Veel softdrugsgebruikers zijn te zelfbewust of te verantwoordelijk om zomaar af te glijden (maatschappelijk en wat middelengebruik betreft) vanwege een verandering in het softdrugsbeleid. Dat neemt niet weg dat alertheid is geboden ten aanzien van (bekende) criminele (jeugd)groepen die zich toeleggen op de lokale illegale handel, waaronder de verkoop aan jonge softdrugsgebruikers. 4. De lokale illegale drugsmarkt heeft, door de regio heen, verschillende (dominante) gedaantes. De mate van overlast verschilt per verschijningsvorm. Het betreft: doorverkoop van softdrugs; straathandel (mobiele handel en handel op geijkte locaties); softdrugshandel door criminele (jeugd)groepen; softdrugshandel vanuit panden (woningen, horeca winkels); zelfteelt, inclusief kleinschalige verkoop. 5. De lokale illegale markt bouwt na 1 mei 2012 voort op patronen die al voor die tijd bestonden. Er heeft doorverkoop plaats in kleine sociale kring. Dat is een vorm van zachte illegale softdrugshandel. De ‘harde’, op winst gerichte straathandel ligt voor een belangrijk deel in handen van bekende criminelen die toegang hebben tot de softdrugsmarkt en deze nu vaker of bijna voor het eerst betreden. Het betreft onder meer (criminele) jeugdgroepen en veelplegers. De harde softdrugshandel vanuit panden en de (lands)grensoverschrijdende drugshandel vergt meer infrastructuur en organisatie dan de straathandel. Deze meer georganiseerde softdrugshandel omvat (vaak) ook de teelt ervan en ligt in handen van de zware (georganiseerde) misdaad. 6. Veel lokale of regionale gebruikers die tijdens ons veldwerk geen lid waren van een coffeeshop, maar daar vroeger wel softdrugs kochten, hebben de kat uit de boom gekeken. Sommige van de alternatieven waarover ze sinds mei 2012 beschikten vallen weg, zoals de voor 1 mei 2012 aangelegde voorraad. Ze hebben vaak gemerkt dat de illegale markt nadelen kent: minder betrouwbare of onbetrouwbare producten en verkopers. Ze hebben afgewacht hoe het beleid zich in 2013 zou ontwikkelen. Het schrappen van het B-criterium valt
Conclusies en aanbevelingen 85
bij hen in de smaak. Het valt te verwachten dat in 2013 de softdrugsverkoop via coffeeshops zal stijgen ten opzichte van de periode mei tot en met december 2012.
Straatenquêtes 1. We hebben in totaal 850 leden van coffeeshops ondervraagd. De kwaliteit van de softdrugs is de belangrijkste reden om – ook na 1 mei 2012 – naar coffeeshops te gaan. Vanwege de prijs koopt 37% van de coffeeshopleden ook wel eens softdrugs op de illegale markt, vooral bij vrienden of bekenden. 2. We hebben ook 787 enquêtes afgenomen van bewoners en ondernemers in de directe omgeving van een coffeeshop. In die omgeving worden beduidend minder buitenlandse drugstoeristen gesignaleerd: precies de helft (50,1%) zegt dat dit (zeer) is afgenomen, variërend van een derde (33,3%) in Vlissingen tot meer dan tweederde (71,2%) in Etten-Leur. Het overgrote deel van de respondenten (ruim 80% in alle steden) heeft zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Door een significant deel van de bewoners wordt illegale straathandel in de woon- of werkomgeving waargenomen. In Tilburg en Goes geeft een vijfde (22,1% respectievelijk 22,2%) aan dit (zeer) vaak te zien, in Etten-Leur en Terneuzen is dit een derde (32,7% en 33,3%). Ruim een kwart tot een derde van de respondenten in de verschillende steden denkt dat dit is toegenomen sinds de invoering van de wietpas. Uitzondering hierop is Etten-Leur, waar slechts 13,5% een toename ziet. Tussen de 42,3% en 56,6% vindt dat de straathandel gelijk is gebleven sinds 1 mei 2012. Bovendien ziet meer dan de helft (50% 57,4%) zelden of nooit illegale straathandel in de woon- of werkomgeving.
Beleid 1. De scenario’s die de politie opstelde ten behoeve van de invoering van het nieuwe drugsbeleid waren sterk gericht op zichtbare overlast en criminaliteit (uitvoer van softdrugs) door buitenlandse softdrugstoeristen. Die overlast nam echter zo snel af dat het beleid verschoof naar (of staat te verschuiven naar) de aanpak van de illegale straatmarkt en van de criminele groeperingen die softdrugs telen of verhandelen. 2. Het B-criterium en de voorgenomen bovengrens van 2.000 coffeeshopleden stuitten op veel praktische uitvoeringsproblemen. Het criterium was een stimulans voor de illegale softdrugsmarkt. Dit is inmiddels van de baan omdat het B-criterium is geschrapt. 3. Het I-criterium staat recht overeind in de onderzochte coffeeshopgemeenten. De autoriteiten en politie vinden het een belangrijke vooruitgang dat de grote stroom buitenlandse drugstoeristen – en de daaraan verbonden enorm grote geldstroom van coffeeshops richting de drugsonderwereld – is gedecimeerd. 4. Gemeenten en politie hebben de handhaving van het I-criterium ter hand genomen. Het uitgangspunt luidt dat de coffeeshophouder er voor verantwoordelijk is dat hij louter softdrugs verkoopt aan Nederlandse ingezetenen. Het spreekt voor zich dat coffeeshophouders duidelijkheid willen over de operationalisatie van dit criterium. In de onderzochte gemeenten is het mogelijk om de coffeeshops te betreden met een Nederlands ID. Het is niet verplicht om te vragen naar een uittreksel van het GBA, maar dat wordt een praktische noodzaak als een persoon geen Nederlands ID kan tonen.
86 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Er bestaat terughoudendheid bij gemeenten en politie om uit te zoeken of (de netwerken rondom) coffeeshops zich schuldig maken aan strafbare feiten. De relevantie hiervan neemt toe omdat een categorie coffeeshops zich zo goed mogelijk schikt naar het nieuwe coffeeshopbeleid, maar er harde signalen zijn dat een andere categorie zich inlaat met criminele activiteiten of is verweven met een netwerk waarin dit gebeurt. Het is tijd om nuchterder na te denken over coffeeshops en om beleidsmatig een duidelijk onderscheid te maken tussen goedwillende coffeeshops en coffeeshop die willens en wetens handelen in strijd met gedoogcriteria en/of het strafrecht. Een negatief BIBOB advies is zo bezien ten minste een reden om nader onderzoek te doen.
8.2 Aanbevelingen 1. Houd vast aan het I-criterium. Als het I-criterium zou worden losgelaten dan zouden ook de illegale stroom drugstoeristen en de criminele geldstromen weer enorm toenemen. 2. Het nieuwe softdrugsbeleid vestigt de aandacht op criminele groepen of structuren die een belangrijke drijvende rol spelen op de illegale drugsmarkt. Het gaat om groepen en structuren die al voor 1 mei 2012 een aandeel hadden in (drugs)criminaliteit, maar de aanpak ervan is nu belangrijk om de illegale markt (verder) te laten krimpen. Elke coffeeshopgemeente dient een shortlist te maken van groepen en structuren die dienen te worden aangepakt vanwege schadelijke lokale effecten. 3. De shortlist (aanbeveling 2) is een goed begin, maar er is meer nodig. Het is zinvol om tactische en operationele analyses te maken. Daarbij gaat het in de ‘eerste laag’ om een toetsing van de ernst en kwaliteit (waaronder de hardheid) van de drugsgerelateerde meldingen of incidenten, inzicht in de overlastmelders, de vaststelling welke personen en/of groepen zich bezighouden met de illegale (straat)handel en de mate van organisatie. Meer specifiek dient - in de ‘tweede laag’ - een tactische analyse te worden gemaakt van geïnvesteerd crimineel geld in onroerend goed in de betrokken gemeenten. Het gaat niet alleen om ‘verdachte’ panden van waaruit drugshandel plaatsvindt, maar zeker ook detailhandel en horeca waar in breder verband criminele activiteiten (witwassen, heling e.d.) plaatsvinden. Relevant is daarbij vast te stellen welke mate van samenhang (organisatiegraad) er is tussen de verschillende investeringen en welke mogelijke lijnen er lopen naar de georganiseerde criminele groeperingen in de regio. 4. Waar relevant dienen buitenlandse drugstoeristen te worden aangepakt. Als ze merken dat het risicovol is om drugsaankopen te doen in Nederland, dan zullen nog meer van deze blowers softdrugs kopen in hun moederland of woonplaats. 5. Het is zaak om nuchterder na te denken over coffeeshops en om beleidsmatig een duidelijk onderscheid te maken tussen goedwillende coffeeshops en coffeeshop die willens en wetens handelen in strijd met gedoogcriteria en/of het strafrecht of die opereren in een netwerk waarin dit gebeurt. Een negatief BIBOB advies is zo bezien ten minste een reden om nader onderzoek te doen: bestuurlijk en vaak ook strafrechtelijk. We zijn bij ons veldwerk op heel wat informatie gestuit die aanleiding geeft voor strafrechtelijke verdenking van bepaalde coffeeshophouders of hun sociale netwerk, die verder reikt dan een strafwaardige handelsvoorraad voor de coffeeshop. Coffeeshops die bijvoorbeeld actief zijn betrokken bij illegale drugshandel (bijvoorbeeld klanten doorverwijzen naar bevriende illegale dealers)
Conclusies en aanbevelingen 87
of witwassen dienen te worden gesloten. Goedwillende coffeeshops hebben op hun beurt recht op duidelijkheid en meer stabiliteit. 6. De drugsmonitor blijft systeemkennis koppelen aan straatkennis. Het is in 2013 belangrijk om te zorgen voor actuele overzichten. We stellen daarom voor om ten minste twee keer per jaar een zorgvuldige systeemanalyse uit te voeren en deze te interpreteren. Vanwege de zo sterk afgenomen stroom drugstoeristen en de overwegend rustige en (sinds de zomermaanden van 2012) krimpende illegale markt, is het interessant om te bezien of de politieregistraties van drugsincidenten dalen en waarom wel of waarom niet. Het is in 2013 ook nuttig om uit te zoeken in welke voormalige coffeeshopklanten, na het schrapen van het B-criterium, wel of niet terugkeren naar coffeeshops. Ook is het waardevolle aanvullende informatie om een casestudie te doen naar de illegale softdrugsmarkt in een niet-coffeeshopgemeente. We zullen in 2013 ook aandacht schenken aan de invloed van coffeeshopbeleid, coffeeshops en softdrugscriminaliteit op de ‘maatschappelijke integriteit’. We doelen daarmee onder meer op ondermijnende effecten en op patronen van politieke en maatschappelijke invloedsuitoefening door middel van geld dat is verdiend met de teelt of handel van softdrugs. 7. We raden het dringend af om coffeeshops mee te laten betalen aan vormen van lokaal beleid, zoals drugshulpverlening. Op deze manier zouden coffeeshops namelijk kunnen proberen om zich in te dekken tegen sancties vanwege regelovertreding.
88 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bijlage 1 Respondenten
We hebben in ons veldwerk in totaal 278 respondenten geraadpleegd. We hebben in zes coffeeshopgemeenten (Tilburg, Breda, Etten-Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen) persoonlijke interviews afgenomen van in totaal 127 respondenten. Het betreft 14 coffeeshophouders of -medewerkers; 59 politiemensen (waaronder 7 Belgische respondenten); 25 gemeentemedewerkers en 29 ‘overige’ respondenten. Daarnaast raadpleegden we 21 personen per e-mail of telefoon. In tien street-level bijeenkomsten spraken we in deze coffeeshopgemeenten in totaal met 111 respondenten: 43 personen bij een politiebijeenkomst (deels dezelfde als bij interviews); 44 aanwezigen bij bewonersbijeenkomsten en 21 personen bij ‘overige’ bijeenkomsten. In 28 andere gemeenten spraken we met een gemeenteambtenaar. Dit gebeurde, behoudens enkele persoonlijke interviews, per telefoon. De interviews in Tilburg, Etten-Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen zijn afgenomen in de periode van juni tot en met december 2012. In Breda zijn de interviews begin 2013 afgenomen. We zijn de respondenten dankbaar voor hun tijd en informatie. De respondenten staan vermeld in de onderstaande lijst.
1 Interviews Coffeeshops (14) Tilburg R. Ajbilou Casa R. Beers Crackers A. Demir en P. Ouwerkerk Shiva E. Ergenekon Pasja N. Lazryani De Muze A. Meijer Maximillian D. Schellekens Level G. van Schijndel The Grass Company en Ochtendgloren W. Vugs en M. Vugs Toermalijn
Bijlagen 89
Goes [anoniem] Aarden M. van Veenendaal High Life
Vlissingen J. Verschiere en [anoniem]
Aarden
Coffeeshop Africa (Tilburg), Miami (Terneuzen), Purple (Vlissingen) en Noorderlight X (EttenLeur) waren niet bereid mee te werken aan het onderzoek.
Politie (59) Tilburg J. van Alderen Wijkagent wijken Reeshof B t/m L-buurt en Witbrant M. Almoujy Wijkagent Groenewoud A. Braber Wijkagent Armhoef en Hoogvenne D. van den Bosch Wijkagent Loven, Besterd, Theresia en Industrieterrein Lovense Kanaaldijk M. van Dongen Wijkagent Wandelbos: Kruiden-, Kleuren-, en Auteursbuurt/ Schrijversbuurt B. van Driel Wijkagent Blaak, Zorgvlied, De Reit P. Hagendijk Wijkagent Jeruzalem en Fatima D. van Helden Wijkagent Heijkant en de Schans E. Kain Wijkagent Stokhasselt E. Kuijs KMAR W. Leverman Teamchef Tilburg Binnenstad C. Oerlemans Portefeuillehouder wietpas en wijkagent Goirke, Hasselt, Bouwmeesterbuurt M. Ooms Wijkagent Groenewoud F. Paez-Majati Operationeel uitvoerder wietpas M. Taris Joint Hit Team C. van Uden Wijkagent Korvel en St. Anna S. Willems Wijkagent Trouwlaan en Uitvindersbuurt
Goes M. Reijntjens Wijkagent Goese Polder Mw. K. Vermeulen Contactpersoon coffeeshops
Vlissingen C. Bijsterveld Wijkagent Vlissingen-Noord M. Bor Biker Vlissingen, taakaccent hennep A. Brakman Operationeel chef Vlissingen A. de Bree Teamchef Regionale Recherche / Regionaal Coördinator veelplegers en PGA W. Francke Brigadier Vlissingen, taakaccent hennep
90 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
K. de Jonge Wijkagent Vlissingen Noord-Oost C. Leijssen Teamchef Vlissingen Centrum-Midden J. Kodde Wijkagent Middengebied Vlissingen H. Riemens Rechercheur afdeling verdovende middelen (BASTA-team) J. Roelse Biker Vlissingen R. Sallali Biker Vlissingen, taakaccent hennep E. van de Wege Teamchef Rechercheteam 1 district Walcheren H. Wiegman Wijkagent Vlissingen Binnenstad, Centrum tot Paul Krugerstraat inclusief boulevards
Terneuzen J. Berben Bureau Houdgreep Zeeuws-Vlaanderen A. de Caluwé Hoofdagent Terneuzen, taakaccent drugs / verdovende middelen N. Florussen Wijkagent Terneuzen (stad) A. Kriekaard Teamchef Terneuzen J. van Westen Wijkagent buitengebied Terneuzen
Etten-Leur L. Bezemer Hoofdagent Etten-Leur, taakaccent jeugd G. Grootjans Noodhulp district Breda, taakaccenthouder drugs en hondengeleider W. den Hollander Taakaccenthouder verdovende middelen, team Etten-Leur W. Kuijpers Teamchef Breda Zuid West, districtelijk portefeuillehouder drugs/jeugd/milieu P. Langen Wijkagent Etten-Leur Centrum Oost en Banakkers J. Malcontent Wijkagent Etten-Leur Grauwe Polder W. Muller Plv. Teamchef Etten-Leur (tot 1 november 2012), thans Regisseur reorganisatie politie Zeeland en Midden en West Brabant K. Nannes Wijkagent Etten-Leur Centrum-West en Industrieterrein Vosdonk F. van Opstal Wijkagent St. Willebrord - Oost P. Smaardijk Wijkagent Etten-Leur Centrum Oost (tot 1 mei 2012), Operationeel chef Oudenbosch R. Tromp Wijkagent Etten-Leur Noord, de Keen, Schoenmakershoek
Breda W. Kuijpers Teamchef Breda Zuid West, districtelijk portefeuillehouder drugs/jeugd/milieu J. Kiers Coördinator districtelijk hennepteam, operationeel coördinator wietpas J. Hamers Joint Hitteam, plaatsvervangend groepschef M. Taris Coördinator veelplegerteam
Bijlagen 91
België G. Brien Inspecteur van politie – Teamlid Drugs, Zone Gent – Lokale Recherchedienst C. van Gaever Commissaris van politie – Diensthoofd, Zone Gent – Lokale Recherchedienst D. V.Loh-Lambrechts Hoofdinspecteur Politiezone Noord S. van Moeseke Commissaris van politie – Directieofficier LRD, Zone Gent J. Overmeire Hoofdinspecteur van politie – Teamleider Team Drugs, Zone Gent – Lokale Recherchedienst L. Overvelt Speurder Politiezone Grens D. Thomas Hoofdinspecteur Politiezone Grens
Gemeente (25) Tilburg I. Gosenshuis Coördinator Wietpas Tilburg J. Kuiper Teamlid Handhaving Tilburg M. Smits Stadstoezicht Tilburg J-P. de Vries Projectleider Handhaving – bestuurlijke aanpak hennep teelt, growshops en coffeeshops Tilburg
Goes S. Asllani Stadstoezicht I. Baartman Stadstoezicht Goes M. van Belzen Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid Goes R. Bustraan Juridisch Beleidsmedewerker Handhaving Goes A. Mohr Stadstoezicht Goes T. Riemeijer Parkeerbeheer Goes
Vlissingen W. Alewijnse Coördinator Handhaving Vlissingen G. Bommeljé Beleidsmedewerker Veiligheid Vlissingen A. Bouziani Juridisch Beleidsmedewerker Handhaving Vlissingen
Terneuzen M. Haartsen Juridisch beleidsmedewerker, portefeuillehouder coffeeshops Terneuzen W. de Maat Stadstoezicht Terneuzen
Etten-Leur J. van Beers Coördinator Handhaving gemeente Etten-Leur M. Boere Wijkmanager gemeente Etten-Leur K. Goverde Stadstoezicht Etten-Leur A. Selbach Wijkmanager gemeente Etten-Leur T. Vissers Coördinator Toezicht openbaar gebied Etten-Leur A. de Wildt Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid Etten-Leur
92 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Breda J. Koevoets Senior adviseur openbare orde en veiligheid M. Jacobs Coördinator integraal toezicht en handhaving H. Huiskens Informatiemanager kabinet burgemeester H. Boelens Stadsmarinier Centrum
Overige respondenten (29) Tilburg R. Cranssen Manager director TGC Trading M. Damen R-newt Tilburg R. van Denzen Werknemer TGC Trading W. Gijbels Openbaar Ministerie – Gebiedsofficier en deelnemer lokale driehoek P. Hagemeijer en M. Klaver PPS Security – fietspatrouille Tilburg F. Krous Vestigingsdirecteur 2College Jozef Mavo Tilburg T. Schepens Voorzitter buurtpreventieteam BeKoMo Tilburg
Goes M. Gerrits Sociaal Cultureel Jongerenwerker SMWO E. Oudesluijs Veiligheidscoördinator Pontes - Goese Lyceum locatie Van Dusseldorpstraat D. van de Velde Raadslid VVD, voormalig horecaondernemer in Goes C. Versteeg Outreachend preventiewerker Indigo Zeeland S. Vlieland Veiligheidscoördinator praktijkschool De Wissel
Vlissingen R. de Bruijne en G. Fabri
Wijkverantwoordelijken L’escaut Woonservice
Terneuzen D. Breeuwer en W. van Looyen Woordvoerder en voorzitter WeSmoke Cannabisconsumentenbond R. Meijer Voorzitter Wijkraad Binnenstad Terneuzen L. de Pan Outreachend preventiewerker Indigo Zeeland K. Snouwaert Wijkcoördinator Binnenstad en Java, Woningcorporatie Clavis
Etten-Leur R. Alleman Buurtbewoner Etten-Leur Noord A. van Dongen Coördinator Novadic Kentron Etten-Leur H. van ’t Hoff Voorzitter buurtpreventie Hooghuis Etten-Leur M. de Wit en A. El Ouali Jongerenwerkers Surplus Welzijn Etten-Leur A. Monden en M. van de Kerkhof Woonconsulenten Woonstichting Woonwel
Bijlagen 93
Breda X. Laplante Veldwerker Novadic Kentron
België A. Serlippens Substituut-procureur des Konings te Gent. Drugsmagistrate en perswoordvoerster voor Gentse Parket
2 Street-level bijeenkomsten 2a Tilburg Politiebijeenkomst (23) M. van Aarle Coördinator Veelplegersteam Tilburg A. Braber Wijkagent Armhoef en Hoogvenne P. Dekker Surveillant Tilburg M. van Dongen Wijkagent wandelbos: Kruiden-, Kleuren-, en Auteursbuurt/ Schrijversbuurt E. van Erve Wijkagent Centrum en Noordhoek J. van Gemert Veiligheidshuis J. van Gool Jeugdagent Goirke, Bouwmeesterbuurt, Hasselt en Industrieterrein Goirke Kanaaldijk D. van Helden Wijkagent Heijkant en de Schans N. Kleijn Jeugdagent Blaak, Zorgvlied, De Reit F. Kools Wijkagent ’t Zand E. Kuijs KMAR H. Kuipers KLPD A. Lansheer Surveillant Tilburg T. Leijtens Wijkagent Udenhout C. Oerlemans Portefeuillehouder wietpas en wijkagent Goirke, Hasselt, Bouwmeesterbuurt F. Paez-Majaiti Operationeel uitvoerder wietpas P. de Regt Wijkagent Reeshof B t/m L-buurt, M-, N-, O-, R-, S-buurt, Witbrant en Koolhoven R. Scheerder Wijkagent Trouwlaan en Uitvindersbuurt B. Swaans Wijkagent Quirijnstok, Industriegebied Loven 1 en 2, buitengebied Noord, Moerenburg K. Wilthagen Wijkagent Heijkant en de Schans M. Winkelman Wijkagent Loven, Besterd, Theresia en Industrieterrein Lovense Kanaaldijk F. van Zon Jeugdagent Udenhout I. Gosenshuis Coördinator Wietpas gemeente Tilburg
94 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bijeenkomst bewonersverenigingen (20) 18 afgevaardigden van verschillende bewonersverenigingen uit Tilburg: Buurtpreventieteam BeKoMo Buurtraad de Armhoefse Akkers – Armhoef en Moerenburg Dorpsraad Udenhout KWA bestuur – St. Anna, Korvel en Westend Noordraad Heikant/ Quirijnstok Stichting Binnenstad Stichting Noordhoek – Bomenbuurt Stichting Stokhasselt ’88 Stichting Totaal Loven-Besterd Stichting Wijkraad Zuiderkwartier Werkgroep wonen woonomgeving en verkeer van Noordraad, Heikant en Quirijnstok Wijkorganisatie de Ring Wijkraad GHB – Goirke, Hasselt en Bouwmeesterbuurt Wijkvereniging Zorgvlied Totaal F. Binders R-newt – jongerenwerker Udenhout en BerkelEnschot I. Gosenshuis Coördinator Wietpas gemeente Tilburg
Bijeenkomst overige organisaties (20) H. Bauwens TIWOS – Leefbaarheidsconsulent C. Dorpmans Novadic Kentron - communicatie M. Elias WonenBreburg – huismeester Groenewoud, Broekhoven en Fatima I. Emmen Parkeerbeheer – hoofdcontroleur J. Fiechter TIWOS – huismeester gebied richting Groenewoud P. Hagemeijer PPS Security – Coördinator R. Hendriks TIWOS – huismeester St. Anna en Korvel T. van Ierland WonenBreburg – huismeester ’t Zand M. de Jong Cameratoezicht M. Klaver PPS Securtity – biker G. Korremans WonenBreburg – huismeester Binnenstad en Centrum T. Leijen Coördinator woningoverlastteam L. de Leijer Novadic Kentron – communicatie W. van Loon R-Newt – veldwerker Reeshof, Centrum, Binnenstad en Besterd S. Nieuwesteeg Tilburgse Linten – Lintenmanager A. van Roy WonenBreburg – huismeester Stokhasselt M. den Turck WonenBreburg – huismeester Stokhasselt S. Verhoeven Belastingdienst – toezichtsmedewerker hennepteelt R. Voermans Novadic Kentron – veldwerker J-P. de Vries Projectleider handhaving – bestuurlijke aanpak hennepteelt, growshops en coffeeshops
Bijlagen 95
N.b. In de overige onderzoekssteden is geen street-level bijeenkomst georganiseerd met non-politie organisaties, maar hebben individuele interviews plaatsgevonden.
2b Goes Politiebijeenkomst (6) A. de Bree Teamchef Regionale Recherche / Regionaal Coördinator veelplegers en PGA E. Franse Biker/contactpersoon coffeeshops R. de Jonge Jeugdpolitie M. Reijntjens Wijkagent Goese Polder K. Vermeulen Biker W. Willemse Wijkagent Goes Zuid
Bewonersbijeenkomst (5) 4 afgevaardigden van verschillende bewonersverenigingen uit Goes: Belangenvereniging Wilhelminadorp Stichting buurtwerk Goes Zuid Vereniging gemeenschap Wolphaartsdijk Werkgroep bewonersbelangen Goes West L. Strijd Beleidsmedewerker alcohol & drugs, gemeente Goes Enkele andere bewonersverenigingen hebben een inhoudelijke bijdrage via e-mail gegeven: Stichting Buurtwerk Goese Polder Stichting Overlegorgaan ’s Heer Arendskerke Vereniging Bewoners Goese Meer Vereniging Dorpsbelangen Kloetinge Wijkbelangen Goes Oost Wijkvereniging Noordhoek
2c Vlissingen In Vlissingen is op verzoek van de teamchef geen politiebijeenkomst georganiseerd, maar hebben individuele interviews plaatsgevonden.
Bewonersbijeenkomst (7) 7 deelnemers van de periodieke gemeentelijke schouw, afkomstig uit meerdere wijken uit de gemeente Vlissingen: Middengebied Centrum Pauwenburg Ritthem
96 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
West-Souburg Oost-Souburg Drie andere bewoners hebben een inhoudelijke bijdrage via e-mail gegeven, zij zijn afkomstig uit: CentrumPapegaaienburg
2d Terneuzen Politiebijeenkomst(8) J. Berben Bureau Houdgreep Zeeuws-Vlaanderen A. Kriekaard Teamchef Terneuzen J. Nillesen Hoofdagent Terneuzen, taakaccent drugs / verdovende middelen G. de Smet Hoofdinspecteur Puyenbroeck (België) P. Stok Hoofdagent wijkteam Oostburg/Sluis A. van de Veer Biker Terneuzen M. Verbrugge Hoofdinspecteur Assenede Evergem (België) J. van Westen Wijkagent buitengebied Terneuzen
Bewonersbijeenkomst (13) 11 afgevaardigden van verschillende bewonersverenigingen uit Terneuzen: Java Lievenspolder Oudelandse Hoeve / Katspolder Sas van Gent Westdorpe Zuidpolder J. Deurink Wijkcoördinator gemeente Terneuzen M. Haartsen Juridisch beleidsmedewerker, portefeuillehouder coffeeshops Terneuzen
2e Etten-Leur Politiebijeenkomst (6) H. den Breejen Wijkagent Zundert T. Copper Joint Hit Team Y. Franken Projectleider GHB-project J. Kiers Coördinator wietpas Breda Zuid-West W. Kuijpers Teamchef Breda Zuid West, districtelijk portefeuillehouder drugs/jeugd/milieu J. Schep Wijkagent Hazeldonk In Etten-Leur is op verzoek van de gemeente geen bewonersbijeenkomst georganiseerd, maar enkele wijkraden hebben een inhoudelijke bijdrage via e-mail geleverd:
Bijlagen 97
Buurtvereniging D’n Donk Wijkvereniging Buurtbelang de Keen Wijkvereniging Centrum Oost
2f Overige gemeenten (3) M. Arts Districtsrecherche district Oosterhout R. van Tiggelen Districtelijk Interventie Team district De Markiezaten M. Visser Districtelijk Interventie Team district De Markiezaten
3 Overige geraadpleegde respondenten in coffeeshopgemeenten Met onderstaande respondenten is geen fysiek interview gehouden, maar heeft wel contact plaatsgevonden middels telefoon c.q. e-mail. Daarmee hebben zij ook een inhoudelijke bijdrage geleverd aan het onderzoek.
Goes (4) W. Kooman Docent Scalda (voorheen ROC) Goes M. van Leeuwen Gebiedsofficier Goes, Openbaar Ministerie R. Polderman Veiligheidscoördinator Edudelta Goes A. Schinkel RWS Woningcorporatie Goes
Vlissingen (4) A. Anzola Directeur Stichting ROAT Y. van Dijk-Smit Directeur Frans Naereboutschool en basisschool Ravenstein S. Gideonse Directeur Ichtusschool en Het Vlot S. Palmberg Directeur St. Jozefschool
Terneuzen (7) H. van den Boom Fraudecoördinator Belastingdienst Zuidwest A. van Leuven Hoofdagent wijkteam Hulst A. Rijlaarsdam Coördinator buurtbemiddeling Terneuzen J. Valente Plaatsvervangend hoofdofficier Openbaar Ministerie Middelburg en deelnemer lokale driehoek A. van de Veer Biker Terneuzen A. Vroomen Hoofdagent wijkteam Sluis J. Wattel Woningbouwvereniging Woongoed Terneuzen
Etten-Leur (5) T. de Man Wijkagent Sanderbanken, De Grient, De Keen P. Sintnicolaas Wijkagent Baarle-Nassau Y. van Setten Gebiedsofficier, Openbaar Ministerie K. van Veen Winkeliersvereniging Winkelhart Etten-Leur K. Wit Adviseur Integrale Veiligheid, gemeente Etten-Leur
Waalwijk (1) J. van Engelen Brigadier Politie Waalwijk
98 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
We zijn in Tilburg op pad geweest met de volgende hulpverleners om enquêtes af te nemen van jongeren die nog wel softdrugs gebruiken, maar geen lid zijn geworden van een coffeeshop: O. Berrenstein R-newt F. Binders R-newt B. Lonterman R-newt R. Voermans Novadic Kentron We zijn ook op pad geweest met het Joint Hit Team en, meteen na het interview, met verschillende wijkagenten. We zijn tevens mee geweest met een fietspatrouille van PPS Security in Tilburg.
4 Respondenten in gemeenten zonder coffeeshop We hebben (hoofdzakelijk telefonische) interviews afgenomen met 28 gemeenteambtenaren met drugs in de portefeuille uit omliggende gemeentes in Midden-West Brabant en Zeeland. Het betreft 27 gemeenten zonder coffeeshops. We spraken ook met een ambtenaar uit Waalwijk. Dat is een coffeeshopgemeente waar we geen veldwerk verrichten. B. Adank Gemeente Oosterhout A. van den Berg Gemeente Rucphen M. Boudewijns Gemeente Loon op Zand E. Dijkstra Gemeente Aalburg J. Groenenberg Gemeente Middelburg B. van der Hoeven Gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom J. van den Hof Gemeente Steenbergen E. Lambert Gemeente Reimerswaal B. Leenaerts Gemeente Hilvarenbeek M. van Millegem Gemeente Woudrichem S. Neve Gemeente Hulst R. Nuijten Gemeente Moerdijk J. van Oers Gemeente Zundert F. Opperman Gemeente Waalwijk E. de Ridder Gemeente Werkendam M. de Rooij Gemeente Oisterwijk R. Spijkers Gemeente Halderberge J. Straver Gemeente Schouwen-Duiveland P. Strijbos Gemeente Goirle I. Stroo Gemeente Kapelle R. Timmermans Gemeente Woensdrecht C. Verdaasdonk Gemeente Dongen dhr. Vermeijling Gemeente Tholen R. Verschuuren Gemeente Geertruidenberg J. Viergeve Gemeente Veere S. van Vugt Gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau E. Wildhagen Gemeente Gilze-Rijen M. van ’t Zand Gemeente Drimmelen
Bijlagen 99
Bijlage 2 Straatenquêtes
We hebben in Tilburg, Etten-Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen in totaal 1765 straatenquêtes afgenomen: 850 onder leden van coffeeshops en 787 onder bewoners en ondernemers in de directe omgeving van de coffeeshops. In Tilburg hebben we aanvullend 128 enquêtes afgenomen onder personen die voor 1 mei 2012 wel blowden en softdrugs kochten in deze coffeeshops, maar die na 1 mei geen lid zijn van een coffeeshop (toen wij ze ondervroegen). Om deze Tilburgse softdrugsgebruikers zonder lidmaatschap te benaderen hebben we samengewerkt met jongerenwerk. Op diverse momenten is een koppel enquêteurs op pad geweest met een jongerenwerker om op straat jongeren aan te spreken en te vragen om medewerking. Dit is zowel overdag als ‘s avonds gebeurd. Ook zijn enquêteurs aanwezig geweest bij inloopavonden van jongerenwerk en is er bij de Hogeschool en de Hall of Fame geënquêteerd. Deze werkwijze is selectief en brengt ons in contact met jongvolwassenen. Oudere softdrugsgebruikers zonder lidmaatschap blijven vrijwel buiten de steekproef. Er zijn echter wel aanwijzingen dat met name jongeren zich niet als lid registreren bij de coffeeshops. In de overige steden is het benaderen van softdrugsgebruikers zonder lidmaatschap achterwege gelaten, omdat er signalen waren dat het besloten club-criterium van het nieuwe beleid mogelijkerwijs zou komen te vervallen. Op 19 november 2012 is daadwerkelijk overgegaan tot afschaffing van dit B-criterium. Hiermee verviel het onderscheid in softdrugsgebruikers met of zonder wietpas. In de onderzoekssteden zijn bij alle 17 coffeeshops ongeveer 50 bewoners en/of ondernemers geënquêteerd die dichtbij een coffeeshop wonen of werken en ongeveer 50 coffeeshopleden. Om coffeeshopleden te enquêteren, is door bijna alle coffeeshophouders toestemming verleend om binnen in de shop de vragenlijst af te nemen. Hiervoor was door de gemeente een ontheffing geregeld, zodat de enquêteurs zonder lidmaatschap de coffeeshops in konden. Bij coffeeshop Noorderlight X in Etten-Leur, Purple in Vlissingen en Miami in Terneuzen ontbrak deze medewerking en is voor de ingang van de coffeeshop geënquêteerd. Er is van 12:00 tot 20:00 uur geënquêteerd in de week van 20 tot en met 24 augustus (Tilburg, Goes), 27 augustus (Terneuzen en Etten-Leur), 28 augustus (Terneuzen) en op 2 oktober (Vlissingen). Voor steden met meerdere coffeeshops werd per coffeeshop tenminste een koppel enquêteurs ingezet om gezamenlijk bij zowel de bewoners of ondernemers als onder coffeeshopbezoekers de vragenlijsten af te nemen. Indien er genoeg enquêtes verzameld waren, hielpen zij eventueel nog andere koppels. Voor het werven van respondenten voor de vragenlijst voor bewoners of ondernemers zijn de enquêteurs bij een coffeeshop gestart. Ze belden aan bij bewoners of ondernemers of ze liepen bij een ondernemer naar binnen. Daarbij werd gevraagd naar de bedrijfsleider of eigenaar. Er zijn enquêtes afgenomen van personen met een goed zicht op de coffeeshop en directe omgeving. Zie verderop voor de straten waar we vragenlijsten hebben afgenomen.
Bijlagen 101
Bij coffeeshop Casa in Tilburg (19 enquêtes) zijn in de directe omgeving niet veel bewoners of ondernemers te vinden. De coffeeshop ligt aan de ringweg, tegenover een groot braakliggend terrein en tegen de spoorlijn aan. Voor de Tilburgse coffeeshops Pasja en Crackers geldt dat zij zeer dicht naast elkaar liggen, waardoor geen goede scheidslijn gemaakt kon worden tussen de omgeving van de ene en van de andere coffeeshop. Er zijn 65 bewoners of ondernemers bevraagd in de directe omgeving van deze twee coffeeshops. Bij coffeeshop Miami in Terneuzen hebben de aanwezige enquêteurs in twee enquêtedagen praktisch elke bezoeker aangesproken, maar bleek het dusdanig rustig dat ze desalniettemin niet verder kwamen dan het totale aantal van 33 ingevulde enquêtes. Het aantal mensen dat niet mee wilde werken is door de enquêteurs bijgehouden. De onderstaande schema’s geven een overzicht. Onder de coffeeshopbezoekers was de respons 66,6%. De belangrijkste reden van non-respons was ‘tijdgebrek’ (58,8%) of ‘geen zin’ (28,9%). Onder de bewoners en ondernemers was de respons hoger: 74,9%. De belangrijkste redenen voor non-respons stemmen overeen: ‘geen tijd’ (41,9%) en ‘geen zin’ (39,9%). De aantallen van afgenomen enquêtes zoals die in onderstaande tabellen zijn weergegeven, kunnen afwijken van de uiteindelijke aantallen die in de analyse en rapportage zijn gebruikt en weergegeven. Zo is het totale aantal Tilburgse coffeeshopleden in de analyse (573) groter dan de som van alle geënquêteerden bij de coffeeshops (534) zoals in de tabel in deze bijlage is weergegeven. Deze discrepantie is het gevolg van het feit dat er ook softdrugsgebruikers zijn ondervraagd buiten de georganiseerde coffeeshopenquêtes om. Hoewel dit enquêtewerk het doel had softdrugsgebruikers zonder ‘wietpas’ te bereiken, bleken sommigen van hen wel lid te zijn van een coffeeshop. Zij stuwen het totaal aantal ondervraagde coffeeshopleden dus omhoog, zonder dat zij dus bij een specifieke coffeeshop zijn ondervraagd. Bij de bewoners van Goes staan in de onderstaande tabel 48 ondervraagden bij Aarden en 50 bij High Life vermeld. Er is daarnaast echter ook een respondent waarvan de buurt niet aangegeven was. Deze 99e respondent staat dus niet in onderstaande tabel, maar is wel meegenomen in de analyses. Tot slot vermelden we nog dat bepaalde aantallen in het rapport ook per tabel kunnen afwijken van de aantallen in deze bijlage. Dat komt door de zogenaamde missing values, specifieke vragen die wellicht door sommige respondenten niet beantwoord zijn. We hebben er voor gekozen om in het rapport niet per tabel het aantal missings aan te geven als antwoordcategorie, maar steeds de bijbehorende n weer te geven.
102 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Tabellen
Bewoners en ondernemers Tilburg Coffeeshop
Aantal geënquêteerde bewoners/ ondernemers
Non-respons
Reden
Grass Company Spoorlaan 360
50
18
Geen tijd: 5 Geen zin: 10 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Woont niet binnen de aangegeven buurt van de CS: 1 Anders, namelijk: geen inwoner gemeente Tilburg: 1
Ochtendgloren Piusstraat 124
58
1
Geen reden: 1
Maximillian Korvelseweg 192
55
20
Geen tijd: 8 Geen zin: 11 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1
Crackers Bredaseweg 165
Gezamenlijk 52
36
Geen tijd: 20 Geen zin: 8 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Woont niet binnen aangegeven grens: 1 Geen reden: 5 Anders, namelijk te jong: 1
Toermalijn Besterdring 187
54
12
Geen tijd: 5 Geen zin: 5 Tegen het nieuwe SD beleid en alles er omheen: 1 Woont niet binnen de aangegeven buurt van de CS: 1
Casa Gasthuisring 73
19
3
Geen tijd: 1 Geen zin: 2
Africa Koopvaardijstraat 46
48
12
Geen tijd: 5 Geen zin: 5 Anders namelijk: 1 woonde er maar net, 1 vertrouwde niet dat het echt om gemeenteonderzoek ging)
Level St. Annaplein
46
10
Geen tijd: 2 Geen zin: 6 Anders, namelijk: taalbarrière 2
Muze Tuinstraat 43
49
8
Geen tijd: 3 Geen zin: 5
Shiva Koestraat 12
52
6
Geen tijd: 1 Geen zin: 3 Woont niet binnen aangegeven buurt van de CS: 1 Anders, namelijk vreest intimidatie: 1
Totaal
483
126
Pasja Bredaseweg 123
Bijlagen 103
Coffeeshopbezoekers Tilburg Coffeeshop
Aantal geënquêteerde coffeeshopbezoekers
Non-respons
Reden
Grass Company Spoorlaan 360
48
11
Geen tijd: 7 Geen zin: 2 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Geen reden: 1
Ochtendgloren Piusstraat 124
49
14
Geen tijd: 12 Geen zin: 1 Geen reden: 1
Maximillian Korvelseweg 192
46
7
Geen tijd: 3 Geen zin: 3 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1
Crackers Bredaseweg 165
48
47
Geen tijd: 35 Geen zin: 11 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1
Pasja Bredaseweg 123
51
29
Geen tijd: 12 Geen zin: 15 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Anders, namelijk taalbarrière: 1
Toermalijn Besterdring 187
50
18
Geen tijd: 9 Geen zin: 7 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Geen reden: 1
Casa Gasthuisring 73
48
3
Geen tijd: 3
Africa Koopvaardijstraat 46
52
15
Geen tijd: 12 Geen zin: 1 Geen reden: 1 Anders, namelijk: 1 had de enquête al in andere CS ingevuld
Level St. Annaplein
45
4
Geen tijd: 4
De Muze Tuinstraat 43
49
6
Geen tijd: 3 Geen zin: 2 Geen reden: 1
Shiva Koestraat 12
48
12
Geen tijd: 8 Geen zin: 2 Geen reden: 2
Totaal
534
166
104 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bewoners en ondernemers overige onderzoekssteden Coffeeshop
Aantal geënquêteerde bewoners/ ondernemers
Non-respons
Reden
Aarden (Goes) Grote Markt 7
48
12
Geen tijd: 9 Geen zin: 1 Woont niet binnen de aangegeven buurt van de CS: 1 Anders, namelijk: gelooft niet dat het een officieel onderzoek is: 1
High Life (Goes) Wijngaardstraat 62
50
16
Geen tijd: 4 Geen zin: 9 Anders, namelijk spreekt geen Nederland: 3
Purple (Vlissingen) Aagje Dekenstraat 7a
50
20
Geen tijd: 9 Geen zin: 8 Tegen het nieuwe softdrugsbeleid en alles eromheen: 1 Woont niet binnen de aangegeven buurt van de CS: 1 Geen reden: 1
Aarden (Vlissingen) Kerkstraat 8
49
8
Geen tijd: 3 Geen zin: 1 Geen reden: 4
Miami (Terneuzen) Westkolkstraat 32
54
14
Geen tijd: 8 Geen zin: 5 Geen reden: 1
Noorderlight X (Etten-Leur) Wilheminalaan 16
52
1
Geen reden: 1
Totaal
303
72
Bijlagen 105
Coffeeshopbezoekers overige onderzoekssteden Coffeeshop
Aantal geënquêteerde coffeeshopbezoekers
Non-respons
Reden
Aarden (Goes) Grote Markt 7
44
26
Geen tijd: 17 Geen zin: 9
High Life (Goes) Wijngaardstraat 62
48
13
Geen tijd: 8 Geen zin: 3 Geen reden: 2
Purple (Vlissingen) Aagje Dekenstraat 7a
53
16
Geen tijd: 6 Geen zin: 8 Geen reden: 2
Aarden (Vlissingen) Kerkstraat 8
50
17
Geen tijd: 10 Geen zin: 5 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Geen reden: 1
Miami (Terneuzen) Westkolkstraat 32
33
13
Geen tijd: 5 Geen zin: 4 Tegen het nieuwe SD beleid en alles eromheen: 1 Geen reden: 1 Anders, namelijk reeds enquête afgenomen: 2
Noorderlight X (Etten-Leur) Wilheminalaan 16
48
19
Geen tijd: 4 Geen zin: 5 Geen reden: 8 Anders, namelijk: 1 sprak geen Nederlands, 1 blowt zelf niet
Totaal
276
104
106 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Enquêtegebieden (bewoners en ondernemers) Coffeeshops Tilburg Gebied rondom Africa: Koopvaardijstraat (tot aan Piushaven) Sint Sebastiaanstraat Gildebroersstraat Piusstraat (vanaf Gildebroersstraat tot aan Clercxstraat) Clercxstraat Vorstenhof Koningsplein Piusplein Handbooghof Gebied rondom Casa: Gasthuisring (tot aan Philips Vingboonstraat) Hart van Brabantlaan (tot aan Sint Ceciliastraat) Sint Ceciliastraat Lochtstraat- Burgemeester Brokxlaan Spoorlaan Lange Nieuwstraat Philips Vingboonstraat Fraterstraat
Gebied rondom Crackers en Pasja: Eikstraat (tot aan Prunusstraat) Olmenstraat Bredaseweg (tussen Diepenstraat en Wilgenstraat) Diepenstraat (tot aan Tarwehof) Tarwehof Klaverstraat (tot aan Akkerstraat) Lindeplein Lindenstraat Laagstraat (tot aan Wilgenstraat) Watertorenstraat (tot aan Diepenstraat) Dennenstraat Gebied rondom The Grass Company: Spoorlaan (tussen Langestraat en Magazijnstraat) Willem II straat (tot aan Telegraafstraat) Poststraat (tot aan Langestraat) Karrestraat Pieter Vreedepad Telegraafstraat (tot aan Magazijnstraat) Langestraat (tot aan Poststraat) Magazijnstraat
Bijlagen 107
Gebied rondom Level: Lieve Vrouweplein / Sint Annaplein Capucijnenstraat(tot aan Sint Annastraat) Lange Schijfstraat (tot aan Capucijnenstraat) Sint Annastraat (tot aan Capucijnenstraat Nazarethstraat (tot aan net voorbij Kloosterstraat) Trouwlaan (tot aan Jan van der Leestraat) Korvelseweg (tot aan Van Sonstraat) Kloosterstraat Van Sonstraat
Gebied rondom Maximillian: Calandhof Korvelseweg (tot aan Fokkerpad) Fokkerpad Diepenstraat (tot aan Jozef Israelsstraat) Capucijnenstraat (tot aan Boekwijtstraat) Korvelplein (tot aan Korenbloemstraat) Quinten Matsijsstraat Oerlesestraat (tot aan Van Coehoornhof)
Gebied rondom De Muze: Antoniusstraat Tuinstraat (tot aan Langestraat) Telefoonstraat (tot aan Korte Tuinstraat) Girostraat Telexstraat Bodehof Willem II straat (vanaf Telegraafstraat) Heuvelstraat (tussen Langestraat en Stadhuisplein) Ijzerstraat Pieter Vreedestraat Langestraat (tussen Poststraat en Korte Tuinstraat)
Gebied rondom Ochtendgloren: Piusstraat (tussen Bisschop Zwijsenstraat en Primus van Gilsstraat) Heikestraat Doelenstraat Stuivesantplein Geefhuishof Sint Jorisstraat Stevenzandsestraat Primus van Gilsstraat
108 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gebied rondom Shiva: Hoefakkerstraat (tot aan Kruisstraat) Molenstraat (tot aan Kardinaal van Rossumstraat) Rosmolenplein Lovensestraat (tot aan Javastraat) Koestraat (tot aan Molenbochtstraat) Pieter Borstraat Van Balenstraat
Gebied rondom Toermalijn: Besterdring (tussen Lange Nieuwstraat en Gasstraat) Leonard van Vechelstraat (tot even voorbij Nicolaas Piekckstraat) Pascalerf Lange Nieuwstraat (tot aan Nijverstraat) Nijverstraat (tussen Lange Nieuwstraat en Gasstraat) Gasstraat (tussen Besterdring en Nijverstraat) Korte Nieuwstraat Daltonerf
Coffeeshops overige onderzoekssteden Gebied rondom Aarden (Goes) Grote Markt Vlasmarkt Papegaaistraat Korte Kerkstraat Pyntorenstraat Sint Jacobsstraat (tussen Grote Kade en Oude Vismarkt) Wijngaardstraat (tussen Vlasmarkt en Kolveniershof)
Gebied rondom High Life (Goes) Wijngaardstraat Schuttershof Van de Spiegelstraat Westwal (tot aan Zusterstraat) Zusterstraat Singelstraat Ravelijn de grenadier (aan de kant van Westwal) Westsingel ( tussen Van de Spiegelstraat en Ravelijn de Grenadier)
Gebied rondom Purple (Vlissingen) Aagje Dekenstraat Walstraat / Scheldeplein Coosje Buskenstraat Glacisstraat Badhuisstraat (tussen Aagje Dekenstraat en Glacisstraat) Scheldestraat (tussen Aagje Dekenstraat en Glacisstraat)
Bijlagen 109
Gebied rondom Aarden (Vlissingen) Kerkstraat Bellamypark (tussen Kerkstraat en Nieuwstraat) Oude Markt Marktstraat Spuistraat (tussen Breestraat en Marktstraat) Branderijstraat Groenewoud (tussen Bellamypark en Schuitvlotstraat) Schuitvlotstraat / Achter de Kerk
Gebied rondom Miami (Terneuzen) Grenulaan (tussen Jozinastraat en Westkolkstraat) Westkolkstraat Nieuwstraat (tussen Scheldeboulevard en Dijkgang) Korte dijkstraat Dijkstraat (tussen Westkolkstraat en Wijkgang) Tholensstraat (tussen Dijkgang en Jozinastraat) Van Bovenstraat Donze Visserstraat (tussen Dijkstraat en Jozinastraat) Huizingaplein
Gebied rondom Noorderlight X (Etten-Leur) Wilhelminalaan (tussen Burgemeester Berettastraat en Poelsstraat) Julianalaan (tussen Burgemeester Berettastraat en Dr. Mollerstraat) J.P. Leijtenstraat Burgemeester Berettastraat Poelsstraat Norbartstraat Vincent van Goghplein
110 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bijlage 3 Geregistreerde drugsincidenten: een regionaal overzicht
1 Regio Midden en West Brabant Ontwikkelingen rondom drugscriminaliteit en drugsgerelateerde overlast 1 in de regio Midden en West Brabant over 4 jaren. In absolute aantallen. 2 Regio
Beginjaar
2009 Midden en West Brabant
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
360
395
339
434
979
787
704
822
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
141
123
121
286
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
321
246
209
336
13
21
12
24
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1080
1165
970
1427
OVERIGE DRUGSDELICTEN
627
653
479
907
OVERLAST IVM DRUGS
1459
1440
1282
1848
PARKEERPROBLEMEN
3021
2725
2351
2196
8001
7555
6467
8280
Gemeenten MW Brabant
Totaal
2011
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
Totaal
Coffeeshopgemeenten
2010
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
184
203
181
234
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
349
397
348
411
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
88
70
72
160
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
98
87
98
182
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
3
11
7
14
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
601
599
539
781
OVERIGE DRUGSDELICTEN
219
183
149
379
OVERLAST IVM DRUGS
535
564
501
882
PARKEERPROBLEMEN
1763
1653
1366
1244
3840
3767
3261
4287
Bijlagen 111
Gemeenten MW Brabant Niet coffeeshopgemeenten
Beginjaar
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
176
192
158
200
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
630
390
356
411
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
53
53
49
126
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
223
159
111
154
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
10
10
5
10
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
479
566
431
646
OVERIGE DRUGSDELICTEN
408
470
330
528
OVERLAST IVM DRUGS
924
876
781
966
PARKEERPROBLEMEN
1258
1072
985
952
4161
3788
3206
3993
2010
2011
2012
Totaal
Gemeente AALBURG
2009
Beginjaar 2009
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
1
3
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
4
1
2
11
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
0
2
0
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
9
4
4
4
OVERIGE DRUGSDELICTEN
2
1
0
2
OVERLAST IVM DRUGS
0
1
5
14
PARKEERPROBLEMEN
18
12
11
14
35
19
25
50
2009
2010
2011
2012
0
0
1
0
Totaal
Gemeente ALPHEN-CHAAM
Beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
1
0
7
HANDEL E.D. HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
4
9
16
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
4
1
3
OVERLAST IVM DRUGS
2
3
2
0
PARKEERPROBLEMEN
12
6
4
15
24
18
17
42
Totaal
112 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BAARLE-NASSAU
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
1
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
1
0
0
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
9
10
6
8
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
0
1
2
OVERLAST IVM DRUGS
2
3
1
3
PARKEERPROBLEMEN
14
6
8
12
27
20
17
31
Totaal
Gemeente BERGEN OP ZOOM
Beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
23
26
14
21
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
197
55
69
74
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
12
9
9
29
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
107
54
50
44
1
2
1
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
111
120
84
141
OVERIGE DRUGSDELICTEN
141
155
92
139
OVERLAST IVM DRUGS
376
347
329
309
PARKEERPROBLEMEN
158
168
139
168
1126
936
787
926
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
Totaal
Gemeente BREDA
Totaal
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
109
116
106
124
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
208
222
151
221
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
36
29
32
54
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
32
46
43
78
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
4
1
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
216
170
153
195
OVERIGE DRUGSDELICTEN
95
74
52
209
OVERLAST IVM DRUGS
188
214
165
414
PARKEERPROBLEMEN
644
509
405
509
1529
1384
1108
1806
Bijlagen 113
Gemeente
Beginjaar
2009 DONGEN
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
5
1
5
4
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
13
14
14
6
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
1
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
7
7
8
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
18
17
15
17
OVERIGE DRUGSDELICTEN
2
5
8
4
OVERLAST IVM DRUGS
14
13
14
16
PARKEERPROBLEMEN
51
52
34
17
105
110
98
74
Totaal
Gemeente DRIMMELEN
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
3
3
3
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
8
7
6
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
1
1
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
1
1
0
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
6
8
17
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
4
2
4
OVERLAST IVM DRUGS
9
2
10
11
PARKEERPROBLEMEN
33
40
30
30
70
66
62
71
Totaal
Gemeente ETTEN-LEUR
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
16
12
4
15
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
16
19
8
7
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
4
2
0
7
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
6
8
8
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
28
34
37
40
OVERIGE DRUGSDELICTEN
8
18
5
29
OVERLAST IVM DRUGS
34
39
49
58
PARKEERPROBLEMEN
68
83
69
66
181
213
180
232
Totaal
114 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
GEERTRUIDENBERG
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
3
3
5
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
17
21
10
11
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
3
1
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
4
0
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
0
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
9
7
16
OVERIGE DRUGSDELICTEN
6
8
2
7
OVERLAST IVM DRUGS
6
6
5
20
PARKEERPROBLEMEN
84
64
56
40
125
118
84
104
Totaal
Gemeente GILZE EN RIJEN
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
3
8
7
4
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
10
16
16
10
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
6
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
4
3
7
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
22
25
21
39
OVERIGE DRUGSDELICTEN
5
3
8
7
OVERLAST IVM DRUGS
9
7
3
7
PARKEERPROBLEMEN
64
42
56
38
113
105
114
118
Totaal
Gemeente GOIRLE
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
4
1
4
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
0
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
3
0
6
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
11
24
13
15
OVERIGE DRUGSDELICTEN
4
5
2
3
OVERLAST IVM DRUGS
4
11
14
12
PARKEERPROBLEMEN
32
21
23
33
53
70
53
77
Totaal
Bijlagen 115
Gemeente
Beginjaar
2009 HALDERBERGE
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
10
6
3
9
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
17
9
4
8
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
7
5
2
4
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
1
1
4
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
1
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
23
20
23
19
OVERIGE DRUGSDELICTEN
15
26
15
23
OVERLAST IVM DRUGS
22
12
24
29
PARKEERPROBLEMEN
52
53
30
38
149
134
103
135
2009
2010
2011
2012
48
17
21
5
Totaal
Gemeente HILVARENBEEK
Beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
2
1
4
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
1
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
4
3
4
OVERIGE DRUGSDELICTEN
0
4
21
42
OVERLAST IVM DRUGS
5
3
0
3
PARKEERPROBLEMEN
26
18
15
6
86
48
62
65
2010
2011
2012
Totaal
Gemeente
Beginjaar 2009
LOON OP ZAND
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
1
0
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
9
13
19
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
1
0
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
2
3
1
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
1
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
19
11
16
OVERIGE DRUGSDELICTEN
4
3
4
5
OVERLAST IVM DRUGS
11
10
9
10
PARKEERPROBLEMEN
75
46
54
41
113
94
94
93
Totaa
116 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente
Beginjaar
2009 MOERDIJK
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
14
9
13
5
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
18
10
8
15
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
5
1
2
3
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
0
3
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
10
21
27
26
OVERIGE DRUGSDELICTEN
17
24
22
31
OVERLAST IVM DRUGS
22
17
16
17
PARKEERPROBLEMEN
81
75
91
50
175
157
182
149
2009
2010
2011
2012
1
3
4
24
Totaal
Gemeente OISTERWIJK
2010
Beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
8
2
5
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
0
8
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
4
1
3
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
1
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
11
16
7
29
OVERIGE DRUGSDELICTEN
7
1
7
12
OVERLAST IVM DRUGS
4
6
11
16
PARKEERPROBLEMEN
56
43
61
35
84
81
94
134
Totaal
Gemeente OOSTERHOUT
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
17
27
28
34
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
28
97
89
96
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
2
9
16
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
5
13
7
15
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
0
1
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
43
63
46
68
OVERIGE DRUGSDELICTEN
13
20
14
18
OVERLAST IVM DRUGS
24
27
26
43
PARKEERPROBLEMEN
162
138
106
131
295
387
326
421
Totaal
Bijlagen 117
Gemeente ROOSENDAAL
Beginjaar
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
25
44
27
32
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
242
73
63
56
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
19
18
14
27
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
63
47
22
41
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
2
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
94
129
63
105
OVERIGE DRUGSDELICTEN
150
164
102
166
OVERLAST IVM DRUGS
330
341
255
369
PARKEERPROBLEMEN
162
138
130
133
1087
956
676
929
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
5
6
7
11
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
8
8
7
15
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
4
3
3
14
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
4
4
6
7
Totaal
Gemeente RUCPHEN
2009
Beginjaar
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
3
0
3
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
10
21
14
31
OVERIGE DRUGSDELICTEN
16
7
5
12
OVERLAST IVM DRUGS
25
35
14
20
PARKEERPROBLEMEN
30
27
16
19
103
114
72
132
2009
2010
2011
2012
5
15
4
16
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
13
7
4
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
1
3
Totaal
Gemeente STEENBERGEN
Beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
0
0
1
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
18
18
21
27
OVERIGE DRUGSDELICTEN
8
16
6
14
OVERLAST IVM DRUGS
10
4
6
21
PARKEERPROBLEMEN
39
32
22
33
90
99
67
119
Totaal
118 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente TILBURG
Beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
54
70
57
85
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
95
105
135
138
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
47
38
35
89
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
51
32
39
82
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
7
4
10
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
318
343
310
483
OVERIGE DRUGSDELICTEN
100
85
87
122
OVERLAST IVM DRUGS
289
287
271
385
PARKEERPROBLEMEN
929
935
793
582
1885
1902
1731
1976
2010
2011
2012
Totaal
Gemeente WAALWIJK
Beginjaar 2009
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
5
5
14
10
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
30
51
54
45
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
5
10
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
8
3
8
14
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
2
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
39
52
39
63
OVERIGE DRUGSDELICTEN
16
6
5
19
OVERLAST IVM DRUGS
24
24
16
25
PARKEERPROBLEMEN
122
126
99
87
245
268
242
273
Totaal
Gemeente WERKENDAM
Beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
9
12
7
10
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
18
20
20
24
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
1
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
3
0
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
5
4
6
5
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
3
1
3
OVERLAST IVM DRUGS
5
3
5
8
PARKEERPROBLEMEN
32
39
50
41
71
86
90
95
Totaal
Bijlagen 119
Gemeente WOENSDRECHT
Beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
4
4
4
3
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
12
12
23
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
2
1
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
9
5
4
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
32
12
25
21
OVERIGE DRUGSDELICTEN
11
15
12
19
OVERLAST IVM DRUGS
39
20
25
22
PARKEERPROBLEMEN
24
15
30
28
139
88
115
122
2010
2011
Totaal
Gemeente
Beginjaar 2009
WOUDRICHEM
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
4
4
4
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
2
6
4
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
0
0
1
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
1
5
1
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
0
1
0
OVERLAST IVM DRUGS
1
0
1
1
PARKEERPROBLEMEN
25
22
7
16
37
29
24
27
2010
2011
Totaal
Gemeente ZUNDERT
Beginjaar 2009
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
0
4
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
6
5
9
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
2
2
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
2
2
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
11
19
13
21
OVERIGE DRUGSDELICTEN
2
2
4
12
OVERLAST IVM DRUGS
4
5
6
15
PARKEERPROBLEMEN
28
15
12
14
54
53
44
79
Totaal
120 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
2 Zeeland Ontwikkelingen rondom drugscriminaliteit en drugsgerelateerde overlast3 in de regio Zeeland over 4 jaren. In absolute aantallen.4 Regio Zeeland
beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
2009
2010
2011
2012
132
97
76
76
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
281
158
173
116
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
127
105
121
154
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
147
167
85
158
3
1
2
4
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1) VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
343
389
401
426
OVERIGE DRUGSDELICTEN
153
183
188
132
OVERLAST IVM DRUGS
746
630
481
662
PARKEERPROBLEMEN
2482
2351
1955
1936
4414
4081
3482
3664
Totaal
Regio Zeeland Coffeeshopgemeenten
beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
85
60
48
47
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
163
82
95
57
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
95
80
86
111
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
62
81
39
115
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
1
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
175
185
176
212
OVERIGE DRUGSDELICTEN
87
91
60
78
OVERLAST IVM DRUGS
619
523
378
490
PARKEERPROBLEMEN
923
945
773
723
2209
2047
1656
1835
Totaal
Bijlagen 121
Gemeenten Zeeland Niet coffeeshopgemeenten
beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
47
37
28
29
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
118
76
78
59
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
32
25
35
43
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
85
86
46
43
3
1
1
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
168
204
225
214
OVERIGE DRUGSDELICTEN
66
92
128
54
OVERLAST IVM DRUGS
127
107
103
172
PARKEERPROBLEMEN
1559
1406
1182
1213
2205
2034
1826
1829
2010
2011
Totaal
Gemeente BORSELE
beginjaar 2009
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
4
1
1
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
4
6
2
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
3
1
6
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
4
2
1
1
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
33
29
23
OVERIGE DRUGSDELICTEN
6
4
3
1
OVERLAST IVM DRUGS
2
2
4
7
PARKEERPROBLEMEN
131
92
102
89
168
141
147
131
Totaal
Gemeente GOES
beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
27
26
22
19
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
82
39
39
16
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
22
16
23
26
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
26
10
7
21
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
42
33
40
39
OVERIGE DRUGSDELICTEN
27
19
19
10
OVERLAST IVM DRUGS
60
43
28
63
PARKEERPROBLEMEN
295
329
228
171
581
515
406
365
Totaal
122 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente HULST
beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
4
3
2
1
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
16
12
18
12
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
2
2
7
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
8
10
6
18
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
39
32
41
53
OVERIGE DRUGSDELICTEN
12
6
2
8
OVERLAST IVM DRUGS
39
29
34
43
PARKEERPROBLEMEN
156
113
96
107
277
207
201
249
2010
2011
Totaal
Gemeente KAPELLE
beginjaar 2009
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
1
0
0
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
4
1
0
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
2
0
0
0
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
0
1
2
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 2)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
6
8
12
OVERIGE DRUGSDELICTEN
1
0
0
0
OVERLAST IVM DRUGS
2
0
3
4
PARKEERPROBLEMEN
65
64
42
55
73
75
55
73
Totaal
Gemeente MIDDELBURG
beginjaar
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
13
12
10
10
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
18
14
19
18
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
8
6
16
8
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
12
16
21
12
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
2
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
38
36
37
32
OVERIGE DRUGSDELICTEN
14
14
8
19
OVERLAST IVM DRUGS
35
28
27
38
PARKEERPROBLEMEN
400
311
295
282
538
437
433
421
Totaal
Bijlagen 123
Gemeente NOORD-BEVELAND
beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
2
2
0
0
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
3
0
2
1
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
0
1
0
3
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
3
9
9
3
OVERIGE DRUGSDELICTEN
0
0
1
3
OVERLAST IVM DRUGS
0
1
0
2
PARKEERPROBLEMEN
41
61
46
28
49
74
58
40
Totaal
Gemeente REIMERSWAAL
beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
2009
2010
2011
2012
2
0
1
1
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
5
2
4
1
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
1
5
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
5
0
1
4
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
1
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
22
25
28
29
OVERIGE DRUGSDELICTEN
3
0
2
2
OVERLAST IVM DRUGS
2
2
1
4
PARKEERPROBLEMEN
116
122
96
122
156
153
134
168
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
17
15
9
10
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
10
13
10
10
Totaal
Gemeente SCHOUWEN-DUIVELAND
beginjaar
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
7
8
7
7
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
2
5
3
0
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
9
23
20
24
OVERIGE DRUGSDELICTEN
7
4
10
3
OVERLAST IVM DRUGS
11
12
10
19
PARKEERPROBLEMEN
193
268
192
199
257
348
261
272
Totaal
124 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Gemeente SLUIS
beginjaar 2009
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
6
4
1
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
53
18
16
13
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
6
3
3
4
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
51
51
7
2
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
0
1
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
24
13
19
10
OVERIGE DRUGSDELICTEN
13
58
98
15
OVERLAST IVM DRUGS
31
26
16
50
PARKEERPROBLEMEN
133
129
99
103
318
302
260
199
2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
27
23
13
15
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
59
34
36
25
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
27
24
22
42
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
29
47
22
24
Totaal
Gemeente TERNEUZEN
2010
beginjaar
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
1
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
84
101
92
112
OVERIGE DRUGSDELICTEN
42
53
30
50
OVERLAST IVM DRUGS
467
363
297
341
PARKEERPROBLEMEN
276
272
248
300
1011
917
761
910
Totaal
Gemeente THOLEN
beginjaar BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
2009
2010
2011
2012
1
1
1
1
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
6
5
3
2
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
2
3
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
1
3
0
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
14
16
29
25
OVERIGE DRUGSDELICTEN
4
4
2
1
OVERLAST IVM DRUGS
2
2
6
0
PARKEERPROBLEMEN
218
169
160
147
247
199
206
179
Totaal
Bijlagen 125
Gemeente VEERE
beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
3
2
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
2
1
1
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
1
1
1
2
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
1
0
3
1
VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST 1)
0
0
0
0
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
4
11
5
3
OVERIGE DRUGSDELICTEN
6
2
2
2
OVERLAST IVM DRUGS
3
5
2
5
PARKEERPROBLEMEN
106
77
54
81
122
98
71
97
Totaal
Gemeente VLISSINGEN
beginjaar 2009
2010
2011
2012
BEZIT HARD-DRUGS (LIJST 1)
31
11
13
13
BEZIT SOFTDRUGS (LIJST 2)
22
9
20
16
HANDEL E.D. HARD-DRUGS (LIJST 1)
46
40
41
43
HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST 2)
7
24
10
70
VERVAARDIGEN HARD-DRUGS (LIJST 1)
0
0
0
1
VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST 2)
49
51
44
61
OVERIGE DRUGSDELICTEN
18
19
11
18
OVERLAST IVM DRUGS
92
117
53
86
PARKEERPROBLEMEN
352
344
297
252
617
615
489
560
Totaal
Eindnoten 1. 2.
3. 4.
Met extra aandacht voor parkeerproblematiek (deels) gerelateerd aan de toestroom van buitenlandse drugstoeristen. Structurele stijgers in rood en structurele dalers in groen. We spreken van een structurele toe- of afname indien het aantal incidenten in 2012 meer dan 10 % afwijkt van het gemiddelde over voorgaande drie jaar. Bij aantallen ± < 50 op jaarbasis moet niet te veel waarde worden gehecht aan een dergelijke markering. Toevallige omstandigheden kunnen hier een te grote rol spelen. Met extra aandacht voor parkeerproblematiek (deels) gerelateerd aan de toestroom van buitenlandse drugstoeristen. Structurele stijgers in rood en structurele dalers in groen. We spreken van een structurele toe- of afname indien het aantal incidenten in 2012 meer dan 10 % afwijkt van het gemiddelde over voorgaande drie jaar. Bij aantallen ± < 50 op jaarbasis moet niet te veel waarde worden gehecht aan een dergelijke markering. Toevallige omstandigheden kunnen hier een te grote rol spelen.
126 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Bijlage 4 Bibliografie
1 Literatuur en rapporten Beke, B. & Torre, E. van der (2011). Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal, tweede infosheet. Arnhem – Rotterdam: Beke Advies en LokaleZaken. Beke, B., Torre, E. van der & Keijzer, D. (2012). Drugsscan 2011. Arnhem – Rotterdam: Beke Advies en LokaleZaken. Bergman, D., Bruin, M., Josemans, M. & Oomen, J. (2011). Van gedogen naar handhaven. Model voor een transparant en rationeel cannabisbeleid. Taskforce Handhaving Cannabisbeleid. Bieleman, B., Nijkamp, R. & Buit-Minnema, A. (2009). Coffeeshopbezoekers Terneuzen najaar 2009. Groningen – Rotterdam: Intraval. Bieleman, B. & Nijkamp, R. (2009). Coffeeshopbezoekers in Venlo 2009. Tellingen en Enquête coffeeshopbezoekers Venlo. Groningen – Rotterdam: Intraval. Bieleman, B., Nijkamp, R. & Bak, T. (2012). Coffeeshops in Nederland 2011, Aantallen coffeeshops en gemeentebeleid 1999-2011. Groningen – Rotterdam: Intraval. Broekhuizen, J., Boers, J. & Slot, J. (2001). Samenvatting onderzoek naar overlast Amsterdamse coffeeshops. Amsterdam: Dienst Onderzoek en Statistiek. CBS Cijfers 2009: Drugsgebruik; leeftijd en geslacht gebruiker. Dienst Algemene Zaken en Economische Zaken Tilburg (1992). Eindnota koffieshopproblematiek 1992. Dobbelaar, J., Torre, E. van der & Besselink, A. (2009). Drugsscenes rondom Breda: Etten-Leur, Rucphen, Zundert, Alphen-Chaam en Baarle-Nassau. Den Haag: COT. Dongen, A. van & Weert, H. van (2011). Onderzoeksrapportage veldonderzoek. Alcohol- en drugsgebruikers onder hangjongeren in de gemeente Veldhoven. Novadic Kentron. Donk, W. van de, Boekhout, P., Brink, W. van der, Fijnaut, C., Horstink-von Meyenfeldt, L., Mheen, D. van de, Rigter, H.& Vliet-Kuiper, A. van (2009). Geen deuren maar daden. Nieuwe accenten in het Nederlands drugsbeleid. Den Haag: Ministerie V&J.
Bijlagen 127
Eversdijk, J.J.C. & Heijden, A.W.M. van der (2009). Het coffeeshopbeleid. Beheersbaar, kleinschalig, controleerbaar. Rapport Werkgroep van der Burg. Den Haag: Openbaar Ministerie. Fränzel, M., Kleijngeld, N., Rijnbach-De Groot, H. van, Jongepier, T., Swinkels, F., Goderie, J., Jeuken, R., Smulders, M., Hamond, R. van & Gaillard, L. (2009). Daadkrachtig drugsbeleid: een gezamenlijke aanpak voor drugs in de politieregio Midden en West Brabant. Gemeente Breda (2012). Monitor omvorming coffeeshops tot besloten clubs in Etten-Leur. Gemeente Tilburg (1997). Lokaal drugsbeleid. Bijstellingen van het opsporings- en handhavingsbeleid op grond van de nieuwe drugsnota en de nieuwe OM-richtlijnen. Gemeente Vlissingen (2005). Evaluatie softdrugsbeleid Vlissingen 2005. Gorsel, W. van, Kooten, P. van & Somers, N. (2010). Veiligheidsmonitor 2009 – gemeente Goes. Middelburg: Scoop. Hoog, D. de, Brink, E. van den, Varst, L. van der, Wensveen, M. & Verberne, E. (2012). Eindrapportage Terneuzen. Onderzoek naar ervaren overlast rondom coffeeshops. Den Haag: COT. Jacobs, M. & Siesling, M. (2011). In gesprek met de Besterd. Over de perceptie van onveiligheid in het voormalig veiligheidsurgentiegebied de Besterd. Tilburg: IVA. Korf, D.J., Doekhie, J. & Wouters, M. (2011). Amsterdamse coffeeshops en hun bezoekers. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Kroeske, S. & Croix, J.J. du (2011). Implicaties aanscherping AHOJG-criteria voor gemeenten in de zuidelijke provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Amersfoort: BMC. Laar, M.W. van, Cruts, A.A.N., Ooyen-Houben, M.M.J. van, Meijer, R.F., Croes, E.A. & Ketelaars, A.P.M. (2012). Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2011. Utrecht: Trimbos-instituut. Luijten J. & Westerlaken, J. (2012). Integrale Veiligheidsmonitor Noord-Brabant. Maalsté, N.J.M., Brink, G.J.M. van den, Brouwer, G.J. & Schilder, A.E. (2010). Juridische en praktische haalbaarheid ‘’Limburg trekt zijn grens’’. Tilburg: Universiteit van Tilburg. Mulders, M. &.Croes, R. (2009). Herkomstonderzoek. Bezoekers coffeeshops Tilburg, Tilburg: Dufec. Mulders, M. &.Croes, R. (2010). Herkomstonderzoek. Bezoekers coffeeshops Tilburg, Tilburg: Dufec. Mulders, M. &.Croes, R. (2012). Herkomstonderzoek. Bezoekers coffeeshops Tilburg, Tilburg: Dufec. Nijkamp, R. (2009). Coffeeshopbezoeken in Tilburg 2009. Groningen – Rotterdam: Intraval.
128 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Novadic-Kentron (2011). Jaarverantwoording 2011, gemeente Tilburg en regio Midden-Brabant. Geraadpleegd via: http://www.novadic-kentron.nl/site/loader/loader.aspx?DOCUMENTID=947b80d3-826e-436e-a5bf38edb4fd0415 Politie Zeeland Zeeuws-Vlaanderen (2009). Evaluatie Houdgreep 2008. Politie Zeeland Zeeuws-Vlaanderen (2010). Evaluatie Houdgreep 2009. Politie Zeeland Zeeuws-Vlaanderen (2011). Evaluatie Houdgreep 2010. Politie Zeeland Zeeuws-Vlaanderen (2012). Evaluatie Houdgreep 2011. Politie Zeeland (2012). Operationeel handhavingsplan nieuw coffeeshopbeleid Zeeland. Rechtbank ’s-Gravenhage, 2012, LJN: BW4211. Rooij, A. J. van, Schoenmakers, T. M., Mheen, D. van de (2011) Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers [National Prevalence Study on Substance Use 2009: Core Statistics]. Rotterdam: IVO. THC - Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. Uitslag enquête door 16 Haarlemse coffeeshops. Torre, E. van der (1996). Drugstoeristen en kooplieden: een onderzoek naar Franse drugstoeristen, Marokkaanse drugsrunners en het beheer van dealpanden in Rotterdam. Deventer: Kluwer. Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en Riskant gedrag 2011. Kerngegevens uit het peilstationonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-insituut. Wouters, M. & Korf, D.J. (2011). De wietpas en het sociaal clubmodel. Meningen en verwachtingen van coffeeshopbezoekers in Utrecht. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Open bronnen Berkelder, N. (2012, 18 oktober). Het is mogelijk om zonder wietpas wiet te kopen in Goes. Provinciale Zeeuwse Courant. Calon, E. (2012, 14 mei). Proces tegen coffeeshop Aarden. Provinciale Zeeuwse Courant. Calon, E. (2012, 7 juni). Weer die twee gevreesde woorden voor het OM. Provinciale Zeeuwse Courant. Calon, E. (2012, 15 mei). Rechtszaak tegen Aarden – OM: kleine coffeeshops. Provinciale Zeeuwse Courant. Bareman, W. (2011, 13 april). Boete voor eigenaar van Terneuzense coffeeshop Miami. Provinciale Zeeuwse Courant.
Bijlagen 129
Frel, R. de (2011, 7 juni). Overval op woning eigenaar coffeeshop Miami in Terneuzen. Provinciale Zeeuwse Courant. Frel, R. de (2011, 8 juni). Veel getuigen gewapende overval woning coffeeshopeigenaar Terneuzen. Provinciale Zeeuwse Courant. Modde, M. (2010, 30 september). Limiet Zeeland maakt vuist tegen drugstoerist – Coffeeshops aan banden. Provinciale Zeeuwse courant.
2 Beleidsdocumenten Tilburg Verslag van overleg coffeeshophouders Tilburg met burgemeester Noordanus, d.d. 19 mei 2011 Brief van burgemeester Noordanus aan de leden van de Gemeenteraad van Tilburg, inzake drugsbeleid, kenmerk 10520178, d.d. mei 2011 Raadsbrief van burgemeester Noordanus, reactie op brief zorginstellingen, d.d. 24 juni 2011. Brief van burgemeester Noordanus aan de minister V&J Opstelten, kenmerk SV/IZ/10530328, d.d. 12 juli 2011 Brief van W. Vugs, voorzitter De Achterdeur aan burgemeester Noordanus, inzake Beleid t.a.v. (de handelsvoorraad van) coffeeshops en Toetsing Wet Bibob, d.d. 9 september 2011 Brief van directeur Staf Veiligheid Tilburg aan coffeeshophouders, Agenda achterdeur, d.d. 10 oktober 2011 Brief van minister V&J Opstelten aan burgemeester Noordanus, kennisgeving project landelijke screening coffeeshops, d.d. 21 oktober 2011. Verslag van overleg coffeeshophouders Tilburg met burgemeester Noordanus, d.d. 12 oktober 2011 Brief van W. Vugs, voorzitter De Achterdeur, inzake de brief van minister V&J Opstelten – aanscherping gedoogcriteria coffeeshops, d.d. 10 november 2011 Brief van burgemeester Noordanus aan de leden van de raadscommissie modern bestuur, d.d. 15 november 2011 Operationeel plan: Invoering aangescherpt coffeeshopbeleid, d.d. 20 december 2011 Brief van minister V&J Opstelten aan alle burgemeesters, inzake invoering aangescherpt coffeeshopbeleid, d.d. 22 december 2011 Brief van gemeente afdeling Veiligheid &Wijken aan coffeeshophouders Tilburg, d.d. 18 januari 2012 Verslag van overleg coffeeshophouders Tilburg met burgemeester Noordanus, d.d. 25 januari 2012 Brief aan de leden van de Raadscommissie Modern Bestuur, d.d. 14 februari 2012 Verslag van overleg coffeeshophouders Tilburg met burgemeester Noordanus, d.d. 21 februari 2012 Brief van burgemeester Noordanus aan de leden van de Raadscommissie Modern Bestuur, d.d. 28 februari 2012 Brief van W. Vugs aan burgemeester Noordanus, inzake Uw brief aan de leden van de Raadscommissie Modern Bestuur, d.d. 9 maart 2012 Damoclesbeleid woningen gemeente Tilburg, n.d.
130 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Damoclesbeleid coffeeshops en lokalen gemeente Tilburg, d.d. 10 april 2012 Brief van minister V&J Opstelten aan burgemeester Noordanus, inzake toezicht op de naleving van de gedoogcriteria coffeeshops, d.d. 20 april 2012 Brief van burgemeester Noordanus aan coffeeshophouders Tilburg, inzake Coffeeshopbeleid, kenmerk VEW/BS/1070127, d.d. 27 april 2012 Brief van Minister V&J Opstelten aan burgemeester Noordanus ,inzake Brief aan de Tweede Kamer en vonnis kort geding ingezetenencriterium, d.d. 27 april 2012 Brief van burgemeester Noordanus aan coffeeshophouders Tilburg, betreffende Vragen en antwoorden criteria, kenmerk VEW/IG/10732492, d.d.15 mei 2012 Brief van ‘We Smoke; Cannabis Consumentenbond’ aan de gemeenteraden der ZuidNederlandse Gemeenten, d.d. 7 juni 2012 Brief van burgemeester Noordanus aan exploitant head-, smart- en growshop Fly’n High, betreffende Voornemen last onder bestuursdwang, d.d. 15 juni 2012 Brief van burgemeester Noordanus aan minister V&J Opstelten, kenmerk 110712, d.d. 12 juli 2012
Goes Kadernota ‘Goes Veilig, Veiligheid en Leefbaarheid 2009’, d.d. november 2009 Collegeprogramma 2010 – 2014 ‘Samen kiezen voor Goes’, gemeente Goes, n.d. Nota Collegebesluit, inzake bevindingen tellingen bezoekers coffeeshops n.a.v. vragen CDAfractie, d.d. 26 april 2010 Nota Collegebesluit, inzake voorstel verandering wijze van betaling financiële bijdrage coffeeshops aan preventieactiviteiten, d.d. 6 juli 2010 Brief van Vereniging voor opheffing van het cannabisverbod aan gemeenteraad Goes, inzake aanscherping gedoogcriteria, d.d. 8 maart 2011 Brief van burgemeester Verhulst aan gemeenteraad Goes, inzake coffeeshopbeleid, d.d. 9 augustus 2011 Memo van burgemeester Verhulst aan gemeenteraad Goes, inzake aanscherping gedoogcriteria voor coffeeshops door ministerie V&J, d.d. 28 oktober 2011 Nota Collegebesluit, inzake invoering aangescherpt coffeeshopbeleid, d.d. 15 maart 2012 Brief van burgemeester Verhulst aan gemeenteraad Goes, inzake aanscherping coffeeshopbeleid, d.d. 15 maart 2012 Beleidsnota Opiumwet 13b, gemeente Goes, d.d. 20 maart 2012 Uitvoeringsprogramma Integraal veiligheidsbeleid 2012 – 2014 ‘Goes Veilig’, d.d. maart 2012 Concept Regionaal Hennepconvenant Regio Zeeland, d.d. 11 april 2012 Verslag Raadscommissie gemeente Goes, 12 april 2012 Brief van burgemeester Verhulst aan R. Warrens, exploitant coffeeshop High Life, inzake exploitatievergunning horecabedrijf, d.d. 16 april 2012 Brief van burgemeester Verhulst aan R. Warrens, exploitant coffeeshop High Life, inzake gedoogverklaring coffeeshop High Life, d.d. 16 april 2012 Brief van burgemeester Verhulst aan directeur Veiligheid en Bestuur van ministerie V&J, inzake aanscherping afstandscriterium coffeeshops, d.d. 9 mei 2012 Uitvoeringsprogramma ‘Aanpak preventie alcohol en drugs 2012 – 2014’, gemeente Goes, d.d. mei 2012
Bijlagen 131
Vlissingen
Softdrugsbeleid Vlissingen – Middelburg, d.d. 8 februari 1995 Victoriabeleid gemeente Vlissingen, d.d. 5 april 2000 Damoclesbeleid gemeente Vlissingen, d.d. 5 april 2000 Interventieproject Versterken leefbaarheid Middengebied en Scheldestraat, gemeente Vlissingen, d.d. september 2010
Terneuzen Verslag vergadering Raadscommissie Bestuur en Middelen gemeente Terneuzen, d.d. 12 juni 2008 Antwoord van College Burgemeester en Wethouders gemeente Terneuzen op vraag van gemeenteraadslid Terneuzen, inzake Damoclesbesluit voorgenomen sluiting Checkpoint, d.d. 24 juni 2008 Damoclesbeleid gemeente Terneuzen, d.d. 1 mei 2012 Notitie Integrale Veiligheid 2010-2014 gemeente Terneuzen, n.d. Brief van burgemeester Lonink aan gemeenteraad Terneuzen, inzake Nieuwe instrumenten gedoogbeleid per 1 mei aanstaande, d.d. 6 maart 2012 Brief van bestuur ‘WeSmoke; Cannabis Consumentenbond’ aan koningin Beatrix, inzake repressief cannabisbeleid, d.d. 17 april 2012
Etten-Leur
Besluitenlijst College van Burgemeester en Wethouders, d.d. 4 november 2010 Besluitenlijst College van Burgemeester en Wethouders, d.d. 10 maart 2011 Coffeeshopbeleid gemeente Etten-Leur, d.d. april 2012 Brief van burgemeester Van Rijnbach – de Groot aan gemeenteraad Etten-Leur, inzake monitor nieuw coffeeshopbeleid, d.d. 3 oktober 2012
Bestuurlijke rapportages 12 bestuurlijke rapportages
Fietspatrouille 15 Weekrapportages Fietspatrouille Tilburg PPS Security - Evaluatie Fietspatrouille Tilburg mei 2012, n.d.
Politiële documenten 52 SITRAP’s invoering wietpas RIO Politierapportage: Analyse gevolgen invoering wietpas district Tilburg, d.d. 31 augustus 2012
132 Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland
Kamerstukken
Kamerstukken II 2010/11, 24 077, nr. 259 Kamerstukken II 2011/12, 24 077, nr. 265 Kamerstukken II 2012/13, 24 077, nr. 293 Aanwijzing Opiumwet. Staatscourant nr. 22936, 2011. Den Haag: Sdu Kamerbrief van minister V&J Opstelten, inzake Aanscherping gedoogcriteria coffeeshops, d.d. 15 december 2011 Kamerbrief van minister V&J Opstelten, inzake Reactie op het rapport ‘Drugs in lijsten’ van de expertcommissie lijstensystematiek Opiumwet, d.d. 14 februari 2012 Brief van College Bescherming Persoonsgegevens aan minister V&J Opstelten, inzake Verzoek om advies over de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie inzake de controleerbare ledenlijst van coffeeshops, d.d. 18 april 2012 Kamerbrief van minister V&J Opstelten, inzake Coffeeshopbeleid, d.d. 27 april 2012 Kamerbrief van minister V&J Opstelten, inzake effecten invoering aangescherpt coffeeshopbeleid, d.d. 1 juni 2012
Bijlagen 133